zorgvuldig.webnode.nl · Web viewMedewerker maatschappelijke zorg. Medewerker maatschappelijke zorg. Medewerker maatschappelijke zorg (NAAM KWALIFICATIE) (NAAM KWALIFICATIE) (NAAM

1

Medewerker maatschappelijke zorg

MMZ opleidinggids 2013-2015/2016

.

OPLEIDINGSGIDSMedewerker Maatschappelijke Zorg

cohort augustus 2013 – juli 2015/2016

Domein + crebonummer : crebonummer 92650

Kwalificatiedossier + crebonummer : KD 2012

Uitstroomkwalificatie + crebonummer : GZ.niv. 4: 92661 SD niv. 4: 92662

Soort Opleiding : middenkader

Niveau :3 en 4

Leerweg : BOL en BBL

Studiebelasting :3600/4800. SBU’s

Opleiding voldoet aan WSF/WTS : ja

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven :Calibris

Startdatum opleiding :1 augustus 2013

Versie opleidingsgids : 2013.1

Ontwikkelaar opleidingsgids (versiebeheerder) : Leon Falkena

Sectordirecteur : Michaël de Kort

Vastgesteld door het bevoegd gezag, met instemmingvan Studentenraad van ROC Aventus

Apeldoorn, 5 april 2013

2



Inhoud

1. Inleiding....................................................................................................................................................... 4

2. Waarvoor word je opgeleid?.....................................................................................................................62.1 Hoe ziet je beroep eruit?................................................................................................................................62.2 Wat zijn de kerntaken van het beroep?..........................................................................................................62.3 Wat zijn je toekomst mogelijkheden?.............................................................................................................6

3. Hoe ziet je opleiding er uit?.......................................................................................................................73.1 Opleiden vanuit het beroep: een integrale aanpak........................................................................................73.2 De beroepsondersteunende vakken in de opleiding......................................................................................73.3 De generieke vakken in de opleiding.............................................................................................................83.4 Hoe ziet het opleidingsplan er uit?.................................................................................................................93.5 De beroepspraktijkvorming ( BPV) in de opleiding.......................................................................................12

4 Hoe word je begeleid?.............................................................................................................................134.1 Hoe ziet de basisbegeleiding eruit?.............................................................................................................134.2 Welke extra begeleiding kun je krijgen?.......................................................................................................144.3 Hoe leggen we de voortgang vast?..............................................................................................................154.4 Het beoordelen van de voortgang (= formatieve beoordeling).....................................................................154.5 Rapporteren over de voortgang...................................................................................................................164.6 Het geven van (bindende) adviezen.............................................................................................................16

5. Hoe wordt er geëxamineerd?.................................................................................................................175.1 Het Examenreglement; wat staat daar in?...................................................................................................175.2 Het examenplan van de opleiding (= summatieve beoordeling)..................................................................175.3 Het examen Nederlandse taal en Rekenen nader bekeken........................................................................255.4 De beoordeling van de beroepspraktijkvorming...........................................................................................255.5 Het herkansen van onderdelen van het examen.........................................................................................265.6 Geldigheidsduur van behaalde resultaten....................................................................................................265.7 Regels voor slagen en zakken.....................................................................................................................27

6. Algemene schoolzaken...........................................................................................................................286.1 Lestijden....................................................................................................................................................... 286.2 Aventuskaart................................................................................................................................................ 286.3 Registratie aanwezigheid.............................................................................................................................286.4 Ziekmelden................................................................................................................................................... 286.5 Kluisjes.........................................................................................................................................................286.6 Laptops......................................................................................................................................................... 296.7 Vakantieschema...........................................................................................................................................306.8 Uitschrijven uit de opleiding..........................................................................................................................306.9 Inschrijven als extraneus..............................................................................................................................306.10 Vertrouwenspersoon....................................................................................................................................31

3



1. Inleiding

Onderwijsvisie van Aventus

Ons onderwijs is beroepsgericht en zoveel mogelijk gericht op de praktijk. Het is gevarieerd en erop gericht om je betekenisvolle ervaringen op te laten doen. Leren doe je immers met je hoofd, handen en hart. Je ontwikkelt kennis en vaardigheden op school en in praktijksituaties. Het werk in de beroepspraktijk is het uitgangspunt voor ons onderwijs. Daarom werken we nauw samen met bedrijven en instellingen. Je leert van, in en met de praktijk. We vinden het belangrijk dat jij je kunt ontwikkelen. Onze docenten zijn direct betrokken bij dit proces en geven de kaders aan. Je plant samen met jouw docent je leerroute. Tijdens de opleiding leer je hoe je je leerproces het beste kunt organiseren, plannen en sturen. In de begeleiding zorgen we dat je dat steeds beter zelf kunt. Met andere woorden; we hanteren het principe van afnemende sturing. Hoe langer je in de opleiding zit, hoe minder begeleiding je nodig hebt om keuzes te maken. Tenslotte moet je straks als werknemer ook zelf keuzes maken, je werk plannen enzovoort. Onze docenten bieden daarbij professionele begeleiding. Je werkt er samen aan om je talenten tot bloei te laten komen. Je sluit je leertraject af met een officieel diploma of een certificaat waaruit verworven competenties blijken. Zo heb je na je opleiding een uitstekende positie op de arbeidsmarkt of in het vervolgonderwijs.

4



InleidingVoor je ligt de opleidingsgids voor de opleiding ………………… Met deze opleidingsgids willen we je inzicht geven in: - hoe je opleiding er uit ziet; - welke vakken je krijgt;- wanneer je stage gaat lopen;- welke begeleiding je krijgt;- hoe je examen er uit ziet;- enzovoort.

Deze opleidingsgids is voor jou een waardevol document. Het is de verdere uitwerking van de onderwijs-overeenkomst die we samen met jou hebben gesloten. Je kunt er als student rechten aan ontlenen en je weet als student waar je aan toe bent, wat je mag verwachten van deze opleiding en van de docenten en de begeleiders die jou terzijde staan.Ook voor het opleidingsteam is dit een belangrijk document. Het team gebruikt de opleidingsgids als richtsnoer bij hun dagelijkse werk.

De opleiding is tot stand gekomen aan de hand van een landelijk kwalificatieprofiel. In dit profiel is uitgewerkt wat je moet weten en kunnen voor dit beroep. Daardoor is de opleiding die je gaat volgen en het diploma dat je kunt halen landelijk vergelijkbaar.

In de opleidingsgids, de onderwijsovereenkomst en het studentenstatuut staat voor jou belangrijke informatie. Als student van de opleiding kun je hier rechten aan ontlenen. Naast rechten heb je als student ook plichten en datzelfde geldt voor jouw docenten en begeleiders.Omdat we niet alles kunnen regelen in een Opleidingsgids zijn er ook nog andere documenten die voor jou van belang zijn. Denk hierbij aan het Examenreglement, de Praktijkovereenkomst (voor als je op stage gaat) en het Klachtenreglement. Deze documenten kun je ook vinden op Aventus Trefpunt. In deze opleidingsgids zullen we daarom af en toe verwijzen naar deze documenten.

Bewaar de opleidingsgids goed, hij is bedoeld voor je hele opleiding.Je leertrajectbegeleider zal deze opleidingsgids bij de start van de opleiding met je bespreken. Wanneer je over deze opleidingsinformatie nog vragen hebt kun je het beste terecht bij je LTB’er.

We wensen je veel succes met je studie.

5



2. Waarvoor word je opgeleid?

2.1 Hoe ziet je beroep eruit?In dit hoofdstuk vind je informatie over het beroep van Medewerker Maatschappelijke Zorg; waar kom je te werken, wie zijn jouw cliënten, wat ga je doen, wat wordt van je gevraagd. Ook vind je in dit hoofdstuk informatie over jouw toekomstmogelijkheden.

De opleiding BOL/BBL duurt ongeveer twee jaar voor niveau 3 en drie voor niveau 4. De duur is afhankelijk van jouw tempo van leren. Doorstroom van niveau 3 naar niveau 4 duurt 1 ½ jaar.Bij de intake is er een keuze gemaakt tussen niveau 3 en 4 afhankelijk van je vooropleiding.Voor niveau 3 is er geen uitstroomdifferentiatie.Bij de opleiding op niveau 4 kies je een uitstroomdifferentiatie. Je kunt een keuze maken uit: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg. Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen.

Bij BBL wordt de keuze bepaald door de doelgroep waarmee je werkt.Voor BOL studenten: De keuze tussen niveau 3 of 4 kan tijdens het eerste jaar aangepast worden.De keuze van de differentiatie is aan het einde van het tweede jaar. En de definitieve keuze is afhankelijk van jouw leerproces.Je keuze is gebaseerd op kennis van en oriëntatie op de doelgroepen en ‘t werkveld en je ervaring tijdens de BPV in zowel de gehandicaptenzorg als de specifieke doelgroepen.

Medewerker Maatschappelijke ZorgJe werkt in de branche Sociaal Agogisch Werk, bijvoorbeeld in de gehandicaptenzorg, ouderenzorg of maatschappelijke opvang.2.1.1. Jouw sector Het sociaal agogisch werk richt zich met name op: het functioneren van de cliënt in de eigen woon- en leefomgeving; het volwaardig functioneren van de cliënt in de directe sociale omgeving; het volwaardig functioneren van de cliënt als lid van de samenleving.

Je bent begeleider, groepsleider of woonbegeleider of activiteitenbegeleider in de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, maatschappelijke opvang, in ziekenhuizen en bij welzijnsinstellingen, sociale werkplaatsen of asielzoekerscentra. Daarnaast kun je ook werken in andere verzorgend agogische functies. In de maatschappelijke zorg heb je te maken met verschillende typen dienstverlening, met 24 uurs zorg, ofwel intramurale zorg waarbij de dienstverlening zich geheel binnen de muren van een zorginstelling afspeelt. De cliënt woont dan tijdelijk of permanent in de instelling, denk aan woonvoorzieningen voor gehandicapten. De cliënt kan ook voor een aantal uur per week of per dag de instelling bezoeken, de semi-murale zorg, hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld dagopvang voor dementerende ouderen of nachtopvang in een instelling voor dak- en thuislozen. De cliënt kan ook ambulante zorg en begeleiding krijgen, de hulpverlening is kortdurend en vind in een instelling plaats of bij de cliënt thuis. Hierbij kun je denken aan projecten als begeleid wonen of werken voor psychiatrische cliënten of pedagogische thuishulp voor ouders van een gehandicapt kind.De doelgroepen waarmee je werkt kunnen zijn:

cliënten met een handicap; psychiatrische cliënten; cliënten met psychosociale of gedragsproblematiek; cliënten in maatschappelijke opvang; oudere cliënten; cliënten met psychogeriatrische verschijnselen; cliënten met een meervoudige problematiek. Je beschikt over kennis van de doelgroepen en van allerlei ziektebeelden en handicaps en

de gevolgen daarvan. Je weet welke ondersteuningsmogelijkheden er zijn. Voor het begeleiden van cliënten met complexe en/of meervoudige handicaps en problematiek, is vaak specialisatie op ten minste niveau 4 vereist om optimale kwaliteit te kunnen bieden.

Je kunt je specialiseren tot Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg op niveau 4. Je verdiept je dan in het begeleiden van cliënten met een complexe of meervoudige handicap en je voert meer coördinerende taken uit. Die handicap kan verstandelijk, lichamelijk of zintuiglijk zijn, maar ook een combinatie van handicaps is mogelijk, sommige cliënten

6



hebben naast hun handicap ook gedragsproblemen. Je hebt te maken met cliënten van alle leeftijden waarbij de begeleiding zich uitstrekt tot alle levensterreinen: ontwikkeling en opvoeding, persoonlijke verzorging, wonen, vrije tijd, school of werk.

Je bent bijvoorbeeld werkzaam als woonbegeleider of activiteitenbegeleider. Vergelijkbare functies zijn begeleider dagbesteding, groepsleider, supportmedewerker, zorgcoördinator, consulent, persoonlijk begeleider, pedagogisch beroepskracht, sociaal pedagogisch werker en sociaal pedagogisch hulpverlener. Met de opleiding medewerker gehandicaptenzorg ben je ook inzetbaar in overige verzorgend agogische functies binnen het sociaal agogisch werk.

Ook kun jij je specialiseren tot Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen op niveau 4. Je houdt je dan specifiek bezig met cliënten die zich niet zelfstandig staande kunnen houden in de samenleving. Sommige cliënten hebben langdurige ondersteuning nodig, zij wonen bijvoorbeeld in de instelling, bijvoorbeeld een psychiatrisch centrum. Andere cliënten bied je tijdelijke ondersteuning en leer je om zelf weer de regie over hun leven te voeren. Hierbij kun je denken aan verslaafden of vrouwen die een onderkomen zoeken in een “blijf van mijn lijf huis”. Als medewerker volwassenenwerk werk je bijvoorbeeld als woonbegeleider in de geestelijke gezondheidszorg, de ouderenzorg of de maatschappelijke opvang. Of je bent activiteitenbegeleider in een verzorgingstehuis, verpleeghuis of in een opvangcentrum voor asielzoekers of je bent begeleider in een sociale werkplaats. Vergelijkbare functies zijn job coach, trajectbegeleider en werkbegeleider.

2.2 Wat zijn de kerntaken van het beroep?

Kerntaken en werkprocessen.In competentiegericht onderwijs staat de beroepscontext centraal. Dat betekent dat geprobeerd wordt de opleiding zo realistisch en praktijkgericht mogelijk te maken. Het uitgangspunt bij het vullen van het opleidingsprogramma is dus op de eerste plaats het beroep. De inhoud van het beroep Medewerker Maatschappelijke Zorg is vertaald naar kerntaken en werkprocessen. Deze kerntaken en werkprocessen samen dekken de competenties die bij jouw beroep

Het beroep van Medewerker Maatschappelijke Zorg kent 3 kerntaken. Kerntaken geven de kern van het beroep weer. Omdat die kerntaakbeschrijving heel algemeen is, wordt een kerntaak verder concreet gemaakt met behulp van de zogenaamde werkprocessen.

Overzicht van het kwalificatiedossier

U1: Medewerker maatschappelijke zorgU2: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg

7



U3: Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen

8



Uitstroom

Kerntaak Werkproces U1 U2 U3

Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak

1.1 Inventariseert hulpvragen van de cliënt x x x

1.2 Schrijft het plan van aanpak x x

1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan

x x

Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging

x x x

2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden

x x x

2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding x x x

2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied

x x x

2.5 Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven

x x

2.6 Ondersteunt het sociale systeem x x

2.7 Voert verpleegtechnische handelingen uit

x

Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

x x x

3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

x x x

3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen

x x x

3.4 Voert coördinerende taken uit x x

3.6 Evalueert de geboden ondersteuning x x x

2.3 Wat zijn je toekomst mogelijkheden?

Je bent begeleider, groepsleider of woonbegeleider of activiteitenbegeleider in de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, maatschappelijke opvang, in ziekenhuizen en bij welzijnsinstellingen, sociale werkplaatsen of asielzoekerscentra. Daarnaast kun

9



je ook werken in andere verzorgend agogische functies. In de maatschappelijke zorg heb je te maken met verschillende typen dienstverlening, met 24 uurs zorg, ofwel intramurale zorg waarbij de dienstverlening zich geheel binnen de muren van een zorginstelling afspeelt. De cliënt woont dan tijdelijk of permanent in de instelling, denk aan woonvoorzieningen voor gehandicapten. De cliënt kan ook voor een aantal uur per week of per dag de instelling bezoeken, de semi-murale zorg, hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld dagopvang voor dementerende ouderen of nachtopvang in een instelling voor dak- en thuislozen. De cliënt kan ook ambulante zorg en begeleiding krijgen, de hulpverlening is kortdurend en vind in een instelling plaats of bij de cliënt thuis. Hierbij kun je denken aan projecten als begeleid wonen of werken voor psychiatrische cliënten of pedagogische thuishulp voor ouders van een gehandicapt kind.De doelgroepen waarmee je werkt kunnen zijn:

cliënten met een handicap; psychiatrische cliënten; cliënten met psychosociale of gedragsproblematiek; cliënten in maatschappelijke opvang; oudere cliënten; cliënten met psychogeriatrische verschijnselen; cliënten met een meervoudige problematiek.

Je beschikt over kennis van de doelgroepen en van allerlei ziektebeelden en handicaps en de gevolgen daarvan. Je weet welke ondersteuningsmogelijkheden er zijn. Voor het begeleiden van cliënten met complexe en/of meervoudige handicaps en problematiek, is vaak specialisatie op ten minste niveau 4 vereist om optimale kwaliteit te kunnen bieden.

Je kunt je specialiseren tot Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg op niveau 4. Je verdiept je dan in het begeleiden van cliënten met een complexe of meervoudige handicap en je voert meer coördinerende taken uit. Die handicap kan verstandelijk, lichamelijk of zintuiglijk zijn, maar ook een combinatie van handicaps is mogelijk, sommige cliënten hebben naast hun handicap ook gedragsproblemen. Je hebt te maken met cliënten van alle leeftijden waarbij de begeleiding zich uitstrekt tot alle levensterreinen: ontwikkeling en opvoeding, persoonlijke verzorging, wonen, vrije tijd, school of werk.

Je bent bijvoorbeeld werkzaam als woonbegeleider of activiteitenbegeleider. Vergelijkbare functies zijn begeleider dagbesteding, groepsleider, supportmedewerker, zorgcoördinator, consulent, persoonlijk begeleider, pedagogisch beroepskracht, sociaal pedagogisch werker en sociaal pedagogisch hulpverlener. Met de opleiding medewerker gehandicaptenzorg ben je ook inzetbaar in overige verzorgend agogische functies binnen het sociaal agogisch werk.

Ook kun jij je specialiseren tot Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen op niveau 4. Je houdt je dan specifiek bezig met cliënten die zich niet zelfstandig staande kunnen houden in de samenleving. Sommige cliënten hebben langdurige ondersteuning nodig, zij wonen bijvoorbeeld in de instelling, bijvoorbeeld een psychiatrisch centrum. Andere cliënten bied je tijdelijke ondersteuning en leer je om zelf weer de regie over hun leven te voeren. Hierbij kun je denken aan verslaafden of vrouwen die een onderkomen zoeken in een “blijf van mijn lijf huis”. Als medewerker volwassenenwerk werk je bijvoorbeeld als woonbegeleider in de geestelijke gezondheidszorg, de ouderenzorg of de maatschappelijke opvang. Of je bent activiteitenbegeleider in een verzorgingstehuis, verpleeghuis of in een opvangcentrum voor asielzoekers of je bent begeleider in een sociale werkplaats. Vergelijkbare functies zijn job coach, trajectbegeleider en werkbegeleider.

Jouw werk Je ondersteunt individuele cliënten of een groep cliënten bij het wonen, werken en leven. Je begeleidt doelgericht een cliënt of groep cliënten waarbij je je richt op het welbevinden van de cliënt(en). Voor elke cliënt betekent dat welbevinden iets anders. De ene cliënt bied je een zinvolle dagbesteding, de andere cliënt bied je een aangename een gezellige omgeving om de dag door te komen. Met de begeleiding probeer je ook te bereiken dat de cliënt zijn/haar mogelijkheden zoveel mogelijk benut en zijn/haar zelfstandigheid en zelfredzaamheid vergroot wordt of op het zelfde niveau blijft. Je leert cliënten bijvoorbeeld om te gaan met hun beperkingen, een handicap of een gedragsprobleem, waardoor ze bijvoorbeeld niet geheel zelfstandig kunnen wonen, maar zich met

10



begeleiding wel redden in een kleinschalige woonvoorziening. Door de ondersteuning zal de cliënt zoveel mogelijk als volwaardig burger deel kunnen nemen aan de samenleving.De hulpvragen en wensen van de cliënten zijn niet altijd eenduidig. Belangrijk is dat je uiteenlopende hulpvragen en wensen van cliënten kunt analyseren en interpreteren en hen een passend aanbod kunt aanbieden. Je sluit aan bij de vragen, behoeften, voorkeuren, achtergrond en cultuur van de cliënt, maar daarbij houd je wel altijd de begeleidingsdoelen voor ogen.Belangrijk is dat je veranderingen in het gedrag van de cliënt of in de situatie signaleert, zoals gedragsproblemen of gezondheidsproblemen, zodat je tijdig kunt ingrijpen of deze signalen tijdig kunt doorgeven aan de verantwoordelijke functionaris. Je schat voortdurend in waarmee je het optimale resultaat kunt realiseren: motiveren, enthousiasmeren, coachen, ondersteunen, activeren of verzorgen. Je wisselt voortdurend van rol en moet al die verschillende rollen flexibel kunnen hanteren. Bij sommige cliëntgroepen heb je niet alleen te maken met de cliënt zelf, maar ook met zijn ouders of zijn wettelijke vertegenwoordigers en/of het sociale netwerk van de cliënt.

11



3. Hoe ziet je opleiding er uit?3.1 Opleiden vanuit het beroep: een integrale aanpak.

3.2 De beroeps ondersteunende vakken in de opleiding.

Het werken met integrale beroepsopdrachten (de integratieve leerlijn)

Als opleidingsteam nemen we de beroepspraktijk waarvoor jij wordt opgeleid als vertrekpunt. We baseren ons daarbij op het landelijke kwalificatiedossier, waarmee aansluiting wordt gevonden bij de beroepspraktijk. In dit dossier zijn de kerntaken en werkprocessen van het beroep namelijk uitgewerkt. Voor de vertaling van het kwalificatiedossier naar onderwijsleerdoelen maken we gebruik van integrale beroepsopdrachten. Dit noemen we de integratieve leerlijn. Door hiermee te werken vragen we van jou als student beroepsmatig te handelen door kennis en vaardigheden integraal toe te passen in de context van een beroepssituatie. Deze opdrachten bestaan altijd uit een mix van kennis opdoen, kennis toepassen, vaardigheden opdoen, vaardigheden toepassen en houdingsaspecten leren en toepassen.

De kenmerken van een integrale beroepsopdracht zijn: het beroepsmatig handelen staat centraal het gebruik van integrale kennis en vaardigheden en beroepshouding vormt de basis de context van het beroep is uitgangspunt

Deze beroepsopdrachten worden zowel binnenschools als buitenschools uitgevoerd. Deze leerlijn doet een beroep op zowel kennis, inzicht en vaardigheden als op de professionele houding van jou als beginnend beroepsbeoefenaar. Deze leerlijn is de directe verbinding met de kerntaken, werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier.

De ondersteunende leerlijnOm competent te kunnen handelen in beroepssituaties heb je als student een bagage aan kennis, vaardigheden en houdingsaspecten nodig. In de ondersteunende leerlijn staat de leerinhoud beschreven van de beroeps ondersteunende kennis en vaardigheden die wordt aangeboden. We onderscheiden binnen de ondersteunende leerlijn beroeps specifieke kennis en vaardigheden en generieke kennis en vaardigheden.

Voorbeelden van vakken binnen de beroeps specifieke leerlijn zijn: communicatie, anatomie, scheikunde, wiskunde, voedingsleer, ict. Je hebt als student deze leerinhoud nodig om uiteindelijk als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren. De leerinhoud van de ondersteunende leerlijn wordt op verschillende manieren aangeboden. Voorbeelden van werkvormen zijn: practica, workshops, trainingen, excursies en klassikale instructie.

De remediërende leerlijnVoor studenten met tekorten op het gebied van Taal en Rekenen hebben we een aanvullend onderwijsaanbod. Dit remediërende programma wordt Aventus breed aangeboden onder de naam STER (Steunpunt Taal & Rekenen) buiten het gewone lesrooster om. Meer informatie hierover vind je in paragraaf 4.2.

12



3.3 De generieke vakken in de opleiding.

3.3.1 Nederlandse taal en Rekenen

Taal en RekenenNederlandse taal en rekenenGoed kunnen rekenen en de Nederlandse taal beheersen is belangrijk. Zowel voor je toekomstige beroep als in je vrije tijd. Dat vindt de regering ook. Vandaar dat in april 2010 de Wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen is aangenomen waarin “referentieniveaus” zijn vastgelegd. Die niveaus geven aan wat van jou op verschillende momenten in je schoolloopbaan mag worden verwacht, van het basisonderwijs tot het mbo of verder. Deze nieuwe wet geldt voor elke student die met een opleiding is gestart vanaf augustus 2010, dus ook voor jou in deze nieuwe opleiding.Tijdens je opleiding krijg je te maken met generieke en beroepsgerichte taal- en rekeneisen.

De generieke taal- en rekeneisen hebben te maken met de kennis en vaardigheden die je nodig hebt om goed te kunnen functioneren in de maatschappij. Voorbeelden hiervan zijn: het kunnen berekenen van de korting die je krijgt bij de kassa, het lezen van een brief, het schrijven van een e-mail, het begrijpen van een tekst uit de krant. Voor niveau 1, 2 en 3 opleidingen geldt 2F en voor niveau 4 opleidingen geldt 3F als eis voor de generieke vakken Nederlands en Rekenen. De door jouw behaalde resultaten worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma, ook als het cijfer nog niet meetelt voor de beslissing zakken of slagen.

Het generieke onderdeel Nederlandse taal bevat de volgende vaardigheden / (sub)domeinen:

1. Luistervaardigheid 2. Leesvaardigheid. (= lezen van zakelijke teksten)3. Gespreksvaardigheid (= gesprekken voeren)4. Spreekvaardigheid (= presenteren, instrueren, e.d.)5. Schrijfvaardigheid (= schrijven van creatieve en zakelijke teksten)6. Begrippenlijst en taalverzorging (= spellen, vaktaal, grammatica, e.d.)

Het generieke vak Rekenen bestaat uit de volgende domeinen:

1. Getallen2. Verhoudingen3. Meten en meetkunde4. Verbanden

De beroepsgerichte taal- en rekeneisen hebben te maken met de kennis en vaardigheden die je nodig hebt om je toekomstige beroep goed uit te kunnen oefenen. De beroepsgerichte eisen kunnen afwijken van de generieke eisen. De vakdocenten Nederlands en Rekenen zullen je hierover informeren.

COE en InstellingsexamenVoor Nederlands en Rekenen worden (pilot) COE examens afgenomen. Dit zijn Centraal Ontwikkelde Examens (= COE) van het Cito, zodat het examen voor alle studenten in Nederland gelijkwaardig wordt afgenomen. Deze COE bevat voor Nederlands de (sub)domeinen luistervaardigheid en leesvaardigheid. Voor Rekenen bevat de (pilot) COE alle domeinen.Wanneer je voor Nederlands aan de (pilot) COE deelneemt worden de resterende vier vaardigheden geëxamineerd in een Instellingsexamen. Dit examen kan zowel op school als in de beroepspraktijk plaatsvinden in het bijzijn van een examinator die het vak Nederlands beheerst. In het examenplan van de opleiding staat aangegeven hoe het examen voor Nederlands er uit ziet. VERWIJDEREN EN VERVANGEN DOOR OPMERKING 1 VERBETERBIJLAGE)Bij Nederlands telt het cijfer behaald op de (pilot) COE voor de helft mee bij het berekenen van het eindcijfer voor dat vak.Bij Rekenen is het cijfer behaald op de (pilot) COE ook meteen het eindcijfer voor Rekenen. Wanneer de opleiding nog niet meedoet aan de (pilot) COE voor Nederlands en Rekenen worden een of meerdere instellingsexamens afgenomen. Zie hiervoor het Examenplan in paragraaf 5.2.

Let op: Als student mag je pas deelnemen aan de (pilot) COE als je de helft van de opleiding achter de rug hebt. Een uitzondering hierop zijn de eenjarige trajecten. In een driejarige opleiding is dit dus na anderhalf jaar. Verder heb je recht op maximaal één herkansing per examenonderdeel gedurende je opleiding. Daarom is het belangrijk dat je een positief advies krijgt van je docent of leertrajectbegeleider om deel te gaan nemen aan (onderdelen van) het examen. VERWIJDEREN EN VERVANGEN DOOR OPMERKING 2 VERBETERBIJLAGE)

Zie voor de regels van slagen en zakken ook paragraaf 5.7 van deze opleidingsgids. Let op: Zodra er geen sprake meer is van een pilot COE, maar van een echte COE, telt het vak mee in de zak-/slaagregeling. Wanneer je hierover toch nog vragen hebt kun je dit het beste vragen aan je leertrajectbegeleider, je vakdocent of kijken op Aventus Trefpunt.

13



3.3.2 Engels AANVULLEN MET OPMERKING 3 VERBETERBIJLAGE

3.3.3 LOOPBAAN EN BURGERSCHAP AANVULLEN MET OPMERKING 3 VERBETERBIJLAGE (vervolg)

Sport op Maat

Sport en een gezonde leefstijl vormen een steeds belangrijker onderdeel van onze maatschappij.De overheid stimuleert sport en beweging. Ook voor jou. Actief bezig zijn is niet alleen gezond,maar ook leuk en ontspannend. Daarnaast is het belangrijk dat je leert om te gaan met de(lichamelijke) belasting van je toekomstige vak/beroep en dat je inzicht krijgt in hoe je gezondkunt blijven. Bij alle opleidingen volg je daarom sportclinics en beroepsgerichte clinics.Aventus besteedt hier dus veel aandacht aan!

Welke clinics zijn er?De sportclinics worden zodanig ingericht dat ze bijdragen aan jouw ontwikkeling. Je leerthet beste uit jezelf te halen, je leert omgaan met teleurstellingen, je leert te functioneren ineen team etc. Het is dus meer dan lekker bewegen. Binnen de sportclinics kun je zelf kiezenwelke lessen je wilt volgen bijvoorbeeld: mountainbiken, fitness, badminton, tennis of dans.

De beroepsgerichte clinics leren je bewust om te gaan met jouw gezondheid binnen je toekomstigevak/beroep. Je krijgt onder andere: tiltechnieken, weerbaarheid, beroepsgerichte fitness enteambuilding.

14



Hoe ziet de doorstroom in de opleiding eruit?AANVULLEN MET OPMERKING 4 VERBETERBIJLAGE

Nivo 3 Eerste jaar Proeve A af Tweede jaar Proeve B+C af Nivo 3 Wanneer Proeve A niet afgerond is aan het einde van het eerste jaar komt een student

onder contract. Vervolgens moet Fase A dan in 10 weken af zijn. Dit noemen we reparatietijd. Zo niet: - Terug naar 1e jaar (= begin Fase A) - Afstromen op nivo 2 ( -> nieuwe proevenboeken kopen) Nivo 4 Eerste jaar Proeve A af Tweede jaar Proeve B+C af Derde jaar Proeve D af Nivo 4 Wanneer Proeve A niet afgerond is aan het einde van het eerste jaar komt een student

onder contract. Vervolgens moet Fase A dan in 10 weken af zij Dit noemen we reparatietijd. Zo niet:

- Terug naar 1e jaar (= begin Fase A) - Terug naar nivo 3 1e jaar (= begin Fase A nivo 3 -> nieuwe proevenboeken kopen) - Afstromen op nivo 3 (stapt in in 2e jaar = blijft zitten in dezelfde groep -> nieuwe proevenboeken kopen) N.B. Bij mislukking reparatie wordt de student een bespreekgeval tijdens de studentbespreking.De BBL opleiding start direct met beroepsgerichte.

Hoe ziet de doorstroom eruit na je opleiding?

Voor informatie kun je contact opnemen met je LTBer. Er wordt een persoonlijk traject met jou uitgezet.

15



De opbouw van de integrale leerlijn.

Zie het onderstaande schema!

(NAAM KWALIFICATIE)

16


Opbouw integrale leerlijn MMZ niveau 3 BOL en niveau 4 BOL, inclusief doorstroomvariant De leerlijn is opgebouwd op basis van het materiaal van Prove 2 Move KD 2012

MMZ 4 MMZ 3 Doorstroom 3 – 4 = 1 ½ jaarTheorie en voorbereiden

Uitvoeren proeve

Theorie en voorbereiden

Uitvoeren proeve


Uitvoeren proeve

Leerjaar 1 Periode 1 Fase 0 starten

met theorie fase A _

Fase 0 starten met theorie

fase A

_

Periode 2 A A Periode 3 A Start A A Start A Periode 4 A Afronding A A Afronding A

Leerjaar 2 Periode 1 B Start B B afronding deel A en B

Periode 2 B Afronding B B Afronding B start delen A en B Periode 3 C Start C C C START C Periode 4 C Afronding C C Afronding C C afronding C

Leerjaar 3 Periode 1 - D Periode 2 D D+VP Periode 3 D+VP D+VP Periode 4 D+VP Afronding D

(1/2 periode)Afronding D(1/2 periode)

VP= verpleegtechnisch handelen

(NAAM KWALIFICATIE)

17


Opbouw integrale leerlijn MMZ niveau 3 BBL en niveau 4 BBL, inclusief doorstroomvariant De leerlijn is opgebouwd op basis van het materiaal van Prove 2 Move

MMZ 4 MMZ 3 Doorstroom 3 – 4 = 1 ½ jaarTheorie en voorbereiden

Uitvoeren proeve


Uitvoeren proeve


Uitvoeren proeve

Leerjaar 1 Periode 1 Fase A Fase A Periode 2 A A Periode 3 A A Start A Periode 4 A Afronding A A Afronding A

Leerjaar 2 Periode 1 B Start B B start B Periode 2 B Afronding B B afronding B Periode 3 C Start C C Start C Start C start delen A en B

Periode 4 C Afronding C C afronding C (1/2 periode)

C afronding deel A en B

Leerjaar 3 Periode 1 D start D Periode 2 D+VP D+VP Periode 3 D+VP D+VP Start D Periode 4 - afronding D (1/2

periode)- afronding D (1/2 periode)


18


3.5 De beroepspraktijkvorming ( BPV) in de opleiding.

Toelichting op de praktijkovereenkomst (POK)

In de praktijkovereenkomst die wordt afgesloten tussen student, school en de praktijkbiedende organisatie (en het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven voor de BBL) staan de rechten en plichten van de verschillende partijen beschreven. De volgende zaken komen daarin aan de orde:

de inhoud van de beroepspraktijkvorming In de praktijkovereenkomst worden de wederzijdse rechten en plichten geregeld tussen het erkend

leerbedrijf, de student en de opleiding. Vanuit de opleiding krijg je als student een praktijkovereenkomst in drievoud.

Jij als student zorgt dat bij aanvang van de BPV alle exemplaren correct ingevuld en ondertekend worden. Je levert één exemplaar in op school middels bijgevoegde envelop en één exemplaar bij het erkend leerbedrijf. Eén exemplaar is voor jou zelf en dien je als bewijsstuk in je portfolio op te nemen. Het is belangrijk dat de POK correct is ingevuld, ondertekend en retour gaat naar de opleiding, omdat de inspectie de overeenkomst beschouwt als een verlengde van de onderwijsovereenkomst. Met andere woorden: geen overeenkomst betekent ook geen BPV gevolgd, dus geen studiefinanciering en geen diploma. Bovendien wordt door middel van de POK de WA-verzekering van school van kracht; zie verder onder ‘Verzekering’.

Beroepsonderwijs, in dit geval het middelbaar beroepsonderwijs (MBO), bestaat uit twee delen:het schooldeel en het praktijkdeel. Beide delen vormen jouw opleiding.Het praktijkdeel van de opleiding, de zogenaamde BPV ook wel stage genoemd, is misschienwel het meest wezenlijke onderdeel van je mbo-opleiding. Je gaat in de praktijk ervaren wat hetbetekent om het beroep waarvoor je in opleiding bent, uit te oefenen en zo je beroepscompetentieste ontwikkelen. Het zogenaamde kwalificatiedossier is de basis voor de gehele opleidingen daarmee dus ook voor de stage.

Er wordt van jou het nodige verwacht als je op stage gaat. Je gaat samen met Aventus op zoeknaar een goed leerbedrijf en de leermogelijkheden daar. Als je die gevonden hebt, zal je je daargoed moeten presenteren. Je gaat je dus goed voorbereiden op je stage. Als je eenmaal opje stage bent voer je opdrachten uit die bij je opleiding passen.Samen met het bedrijf teken je een praktijkovereenkomst (POK) waar al de afspraken in staan die julliesamen maken. Dit heb je gedaan voordat je met de stage begint. Aventus maakt gebruik van erkende leerbedrijven. Zij voldoen aan kwaliteitseisen, zodat jekunt verwachten dat je goed begeleid wordt tijdens je stage. De bpv-coördinator en het bpv-bureau hebben toegang tot het register waarin de erkende leerbedrijven staan vermeld.

de begeleiding tijdens de bpv

De leertrajectbegeleider (LTB)

De leertrajectbegeleider begeleidt je bij het doorlopen van de gehele opleiding en volgt je voortgang en ontwikkeling. De leertrajectbegeleider ondersteunt jou bij het vormgeven van een optimaal leertraject en voorziet dit waar nodig van commentaar. Hij ondersteunt bij de uitvoering van dit traject en voert voortgangsgesprekken met je aan de hand van jouw portfolio. Je hebt tenminste één maal per tien weken een gesprek met je leertrajectbegeleider. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat je in je portfolio bewaart. Bij de leertrajectbegeleider kun je terecht met je (leer-) problemen. Je leertraject -begeleider houdt je presentie bij, signaleert voortijdige uitval en onderneemt waar nodig actie. De leertrajectbegeleider kan je doorverwijzen naar het Service Bureau De leertrajectbegeleider is dus de centrale persoon tijdens je opleiding; de leertrajectbegeleider biedt een luisterend oor, denkt met je mee en houdt je een spiegel voor. Samen met je leertrajectbegeleider bewaak je de “plan- do - check- act” cyclus.

De coach


19


De coach

De coach is je docent/begeleider. De coach begeleidt je bij het maken en uitvoeren van leeropdrachten en/of projecten. De coach:- geeft je feedback over je individuele leerprestaties;- begeleidt groepsprocessen;- helpt bij het maken van plannen van aanpak;- helpt bij praktische zaken om tot een product te komen;- beoordeelt opdrachten;- reflecteert op uitgevoerde leeropdrachten en/of projecten, resultaten, proces en (beroeps)houding. Indien er

sprake is van leer- en gedragsproblemen dan volgt overleg hierover met jou en je leertrajectbegeleider.

De BPV coach

De BPV coach is de schakel tussen de school en de praktijk. De BPV coach bespreekt zaken met jou over je BPV praktijk (stage) en heeft contact met de BPV praktijkbegeleider van het erkend leerbedrijf.

De BPV praktijkbegeleider

De BPV praktijkbegeleider is je eerstverantwoordelijke begeleider in je praktijksituatie (stage).

De BPV praktijkbegeleider:- voert begeleidingsgesprekken met je;- geeft je feedback op leeractiviteiten;- introduceert je in de doelstellingen, de werkwijze en de organisatiestructuur van het leerbedrijf/de BPV

organisatie;- let er op dat leeractiviteiten in de uitvoering aansluiten bij je leerdoelen;- registreert verzuim- en vakantiedagen etc.;- maakt afspraken voor de concrete uitvoering van BPV activiteiten;- neemt bij problemen contact op met het ROC (je BPV coach);- ontwikkelt samen met jou leeractiviteiten;- beoordeelt je BPV proeve- opdrachten.

BeroepsgeheimJe bent, evenals degene die al tot het beroep is toegetreden, verplicht geheim te houden al datgene wat jou als student gedurende de opleiding tot het beroep is toevertrouwd, of datgene wat daarbij te zijner kennis is gekomen, of waarvan je het vertrouwelijk karakter moet bewaren.

Eisen van de BPV erkend leerbedrijf Het erkende BPV leerbedrijf kan eisen dat je een bepaalde gezondheidsverklaring afgeeft voordat je de BPV mag doen. Tevens kan het erkende BPV leerbedrijf vragen naar een verklaring omtrent gedrag (VOG) Ook wordt van jou verwacht dat jij je kunt legitimeren.

Bedrog en onregelmatighedenIndien jij je als student ten aanzien van de beroepspraktijk aan enig bedrog schuldig maakt, of in enig opzicht in strijd met de voorschriften handelt of hebt gehandeld, kan deelname aan de beroepspraktijk ontzegd worden.

Ouders en erkend leerbedrijfWanneer jouw ouders of andere betrokkenen meer willen weten over de gang van zaken rondom de BPV, kunnen zij contact opnemen met je LTB-er of BPV coach. Zij mogen zelf geen contact opnemen met het erkende BPV leerbedrijf.

BPV uren (onderstaande tekst geldt alleen voor de BOL student, voor de BBL student gelden de uren zoals overeengekomen met je werkgever) In principe zijn de werktijden op het BPV adres ook de werktijden voor jou als student. Het vaststellen van de werktijden gebeurt in overleg met jou. Het erkende BPV leerbedrijf kan je overdag inzetten maar ook in de avonduren en de weekenden. Het kan ook voorkomen dat je in overleg met jou ook in schoolvakanties of tijdens feestdagen wordt ingezet. De vakantiedagen waar je recht op hebt, mag je op een ander moment binnen dit erkende BPV leerbedrijf opnemen. Ook dit gebeurt in overleg.


20


Ben je nog geen 18 jaar, dan mag je 's nachts (tussen 23.00 en 7.00 uur) niet werken .

Het aantal BPV uren per week is vastgelegd in je POK. Als student registreer je zelf het aantal gewerkte uren en je laat dit zelf door je BPV praktijkbegeleider ondertekenen.

Buitengewoon verlof en ziekteIn overleg met het erkende BPV leerbedrijf kan buitengewoon verlof worden verleend. Hiervoor gelden dezelfde regels die het erkend BPV leerbedrijf hanteert voor werknemers. In bijzondere gevallen kan de BPV praktijkbegeleider de student een dag(deel) vrij geven, mits de gemiste uren op een ander moment worden ingehaald. Bij ziekte stelt de student het erkende BPV leerbedrijf hiervan direct in kennis, vóór werktijd. De student moet ook de school op de hoogte stellen, als hij langer dan twee dagen ziek is. Bij herstel meldt de student dit op de het erkende BPV leerbedrijf en de school.Indien de student binnen een BPV periode van een half jaar meer dan 24 uur door ziekte heeft gemist, zal er overleg plaats vinden tussen de BPV praktijkbegeleider en de BPV coach bepaald Zij bepalen hoeveel uren moeten worden ingehaald.

VerzekeringenAls student blijf je in de verzekeringen die door jouw ouders/verzorgers of door jou als student zelf zijn afgesloten. Je bent vanuit de school WA- verzekerd, mits je de praktijkovereenkomst ondertekend hebt ingeleverd. De school verzorgt de WA-verzekering van de student voor zover het zijn werk in een erkend BPV leerbedrijf betreft en de eigen WA verzekering onvoldoende dekking geeft. Indien door jou als student in werktijd schade aan een ander is toegebracht, dien je dit onmiddellijk door te geven bij het erkende BPV leerbedrijf . Zij kunnen contact opnemen met het BPV bureau voor verdere afhandeling. Let wel, indien er sprake is van schade, zal er eerst een beroep worden gedaan op de persoonlijke WA-verzekering van jou als de student of van je ouders/ verzorgers. Door jou als student mag nooit een uitkering voor geleden schade worden toegezegd. De school zal voor verdere afwikkeling nooit een uitkering voor geleden schade worden toegezegd. De school zal voor verdere afwikkeling zorg dragen, eventueel in samenspraak met het erkende BPV leerbedrijf. De verzekeringspolis ligt op de locaties ter inzage.

Tussentijdse beëindiging van de BPVTot tussentijdse beëindiging van de BPV kan alleen besloten worden in overleg tussen de BPV praktijkbegeleider, de BPV coach en de student. Is tussentijdse beëindiging in de ogen van de BPV coach en de BPV praktijkbegeleider gewenst, dan zal de school afhankelijk van de reden proberen een nieuwe stageplaats voor de student te regelen.Herhaaldelijk onvoldoende functioneren tijdens de stage kan leiden tot een negatief studieadvies en beëindiging van de studie.


21


4.1 Hoe ziet de basisbegeleiding eruit?

Hoe word je begeleid?

4.1 Welke rollen zijn er?

De volgende personen spelen een grote rol in de begeleiding van jou als student:jij als student zelf;de leertrajectbegeleider;de docent/begeleiderde BPV-coach;de BPV-praktijkbegeleider.BPV = Beroepspraktijkvorming ofwel: stage

4.1.1 Jij als studentJij als student staat bij ons centraal als (beginnend) beroepsbeoefenaar en je zult geleidelijk aan steeds meer zelf de regie (leren) voeren over je leerweg. De andere studenten zijn als het ware je teamleden; samenwerken is belangrijk in de opleiding en het beroep dat je hebt gekozen.

Als student: neem je actief deel aan het onderwijs; stel je, met behulp van je leertrajectbegeleider, een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op; beheer je jouw eigen leerdossier; schrijf je reflectieverslagen/zelfevaluaties; maak of verzamel je bewijsmateriaal voor je portfolio; houd je je aan afspraken zoals vastgelegd in de onderwijsovereenkomst en de BPV-overeenkomst; stel je je op de hoogte van de inhoud van het examenreglement en de opleidingsgids.

4.1.2 De leertrajectbegeleider (LTB)De leertrajectbegeleider begeleidt je bij het doorlopen van de gehele opleiding en volgt je voortgang en ontwikkeling. De leertrajectbegeleider helpt je bij het opstellen van een optimaal leertraject. Hij ondersteunt bij de uitvoering van dit traject en voert voortgangsgesprekken met je aan de hand van jouw portfolio. Je hebt ten minste een maal per tien weken een gesprek met je leertrajectbegeleider. Van dit gesprek maak je een verslag dat je in je portfolio bewaart. Bij de leertrajectbegeleider kun je terecht met je (leer-) problemen. Je leertrajectbegeleider houdt je presentie bij, signaleert voortijdige uitval en onderneemt waar nodig actie. De leertrajectbegeleider is dus de centrale persoon tijdens je opleiding; de leertrajectbegeleider biedt een luisterend oor, denkt met je mee en houdt je een spiegel voor.De leertrajectbegeleider organiseert minimaal één keer per jaar een ouderavond en heeft minimaal één keer per jaar oudergesprekken. Indien

4.1.3 De docent/begeleiderDe docent/begeleider begeleidt je bij het maken en uitvoeren van opdrachten.De docent/begeleider

geeft je feedback over je individuele leerprestaties; begeleidt groepsprocessen; helpt bij het maken van plannen van aanpak; helpt bij praktische zaken om tot een product te komen; beoordeelt opdrachten; reflecteert op uitgevoerde opdrachten, resultaten, proces en (beroeps)houding; signaleert leer- en gedragsproblemen en overlegt hierover met de leertrajectbegeleider.

4.1.4 De BPV-coachDe BPV-coach is de schakel tussen de school en de praktijk. De BPV-coach bespreekt zaken met jou over je BPV-praktijk (stage) en heeft contact met de BPV-praktijkbegeleider (zie 4.1.5).

4.1.5 De BPV-praktijkbegeleiderDe BPV-praktijkbegeleider is je eerstverantwoordelijke begeleider in je praktijksituatie (stage).De BPV-praktijkbegeleider:

voert begeleidingsgesprekken met je; geeft je feedback op leeractiviteiten; introduceert je in de doelstellingen, de werkwijze en de organisatiestructuur van het leerbedrijf/de BPV-

organisatie;


22


let er op dat leeractiviteiten in de uitvoering aansluiten bij je leerdoelen; registreert verzuim- en vakantiedagen etc.; maakt afspraken voor de concrete uitvoering van BPV-activiteiten; neemt bij problemen contact op met het ROC (je BPV-coach); ontwikkelt samen met jou leeractiviteiten; beoordeelt je BPV-opdrachten. beoordeelt je houdingsaspecten


23


4.2 Welke extra begeleiding kun je krijgen?

Studentenservices

Studentenservices is er voor de studenten, aankomend studenten en ouders/verzorgers. Vanaf het moment dat je je gaat oriënteren op een opleiding of school tot aan het moment dat je je diploma hebt behaald, is Studentenservices er voor informatie, advies en begeleiding.

Concreet moet je denken aan:• informatie over opleidingen in het algemeen• specifieke vragen over intakegesprekken en terugkomdagen• loopbaanoriëntatie• diagnostiek en advies bij problemen die je belemmeren bij je studie• het maken van de roosters• trainingen zoals bijvoorbeeld ‘gespreksvoering’, ‘workskills’ en ‘sociale situatie’• inname van onderwijsovereenkomsten, cijferlijsten en dergelijke• begeleiding bij het combineren van een studie en een handicap

Belangrijke e-mailadressen binnen Studentenservices:• Service- en Informatiepunt : [email protected] • Voorlichting & Werving : [email protected] • Loopbaanexpertisecentrum : [email protected]

Extra begeleidingWelke opleiding je ook doet bij Aventus, je kunt uitgaan van een goede begeleiding van onzedocenten. Loopt het even niet goed? Bijvoorbeeld omdat je even niet lekker in je vel zit, omdatje tot de ontdekking komt dat je opleidingskeuze niet goed was of omdat je thuis de nodigeproblemen hebt? Dan kun je extra hulp krijgen. Je eerste aanspreekpunt is je leertrajectbegeleider.Je kunt met hem bespreken waar je tegenaan loopt of waar je mee zit. Je LTB-er kan je zo nodigdoorverwijzen voor extra begeleiding of ondersteuning. Zijn de problemen die je hebt erg grootof complex, dan is de speciale begeleiding van Aventus niet voldoende om je verder te helpen ofte ondersteunen. In die gevallen kun je gebruik maken van externe, gespecialiseerde hulp.

Aventus biedt het volgende:• Loopbaanexpertisecentrum- voor loopbaanoriëntatie- voor hulp bij sociaal-emotionele problemen- voor advies bij dyslexie en dyscalculie- voor begeleiding door een mentor van ‘buiten school’

• Schoolmaatschappelijk werk- voor hulp bij sociaal-emotionele problemen- voor hulp bij maatschappelijke problemen

• Zorgadviesteam- voor advies en/of begeleiding bij grote of complexe problemen

• Jongerenloket, Leerplicht, Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC)- voor vragen over studiefinanciering, werk en inkomen, schulden, leerplicht en kwalificatieplicht, voortijdig schoolverlaten

• Ambulante begeleiding- voor studenten met een rugzakje (of LGF indicatie)

Voor externe gespecialiseerde hulp of begeleiding werken we samen met o.a. :• Algemeen Maatschappelijk Werk• Bureau Jeugdzorg• Geestelijke gezondheidszorg• Tactus verslavingszorg• Ambulante diensten van De Ambelt, Sotog, De Hoenderloogroep, Kentalis,De Onderwijsspecialisten, Bartiméus, Visio


24


4.3 Hoe leggen we de voortgang vast?

Learning4youAlles wat van betekenis is voor je leerproces kun je in je Learning4you onderbrengen.Learning4you wordt zodoende een heel persoonlijke uitdrukking van hoe jij groeit in je opleiding.

Je bent zelf verantwoordelijk voor het samenstellen van je portfolio. Je wordt geholpen door de ict-lessen, je leertrajectbegeleider, je BPV- coach en docenten.Voortgang studie De leertrajectbegeleider bepaalt samen met de student, het opleidingsteam en de BPV-praktijkbegeleider de voortgang van de leerontwikkeling en leeractiviteiten. Dit gebeurt aan de hand van de volgende criteria:

stand van zaken leerontwikkeling; stand van zaken leeractiviteiten; aanwezigheid student; houding en gedrag student (zie ook de Onderwijsovereenkomst). Voor studieadvies en consequenties verbonden aan het studieadvies zie artikel 12 van de

onderwijsovereenkomst.

De route van het formatieve en summatieve traject staat beschreven in:

Zie bijlage Formatieve Toetsing, Summatieve toetsing (bijlage 2)

Steunpunt Taal en Rekenen (STER)

Voor extra oefening en ondersteuning op het gebied van Nederlandse taal en rekenen, buitenhet reguliere onderwijs om, kun je als student van Aventus terecht bij het Steunpunt Taal enRekenen (STER) op meerdere locaties. De aanmelding voor STER loopt via je leertrajectbegeleider of je taal- of rekendocent.Onder individuele begeleiding van een taal- of rekendocent van STER ga je aan de slagmet het wegwerken van hiaten in kennis en vaardigheden. De STER-ondersteuning is geheel gratis.We geven ad hoc ondersteuning, langere intensieve ondersteuning en thema-workshops.

• Apeldoorn : Ma t/m do: 11.00-18.00 uur; vrijdag: 11.00-17.00 uur• Deventer Middelweg : Ma t/m do: 15:00-18:00 uur; vrijdag:14:00-17:00 uur• Deventer Snipperlingsdijk : Ma t/m do: 15:00-18:00 uur; vrijdag:14:00-17:00 uur• Zutphen : Ma t/m do: 15:00-18:00 uur

Wil je meer weten, stuur dan een e-mail naar: [email protected]


25


4.4 Het beoordelen van de voortgang (= formatieve beoordeling).

Formatief beoordelen.

Zicht op je eigen voortgang/ontwikkelingHoe gaat het met je ontwikkeling? Wat heb je zoal geleerd? Waar sta je in het leerproces? Dit zijn vragen waar je tijdens je studie regelmatig een antwoord op wilt hebben.Met een goed beeld van je eigen studievoortgang, kun je beoordelen wat je al beheerst en waar je nog aan moet werken. Je maakt vervolgens afspraken met je leertrajectbegeleider over de doelen die je jezelf stelt.De beoordeling van je leerproces noem je ook wel 'formatief beoordelen'. De formatieve beoordeling is bedoeld om je te leren je prestaties te verbeteren. Vaak maak je verschillende opdrachten en toetsen of je doet een presentatie om te kunnen bepalen wat je al beheerst. Ook in gesprekken met je coach of je leertrajectbegeleider kun je feedback krijgen op je leerproces. Je verzamelt eigenlijk continu informatie over wat goed gaat en wat je nog moet ontwikkelen. Deze informatie of concrete resultaten bewaar je in je portfolio.


26


4.5 Rapporteren over de voortgang

De rapportage van de voortgang is te vinden in het digitale port folio (Learning4u).

4.6 Het geven van (bindende) adviezen

Artikel 12 Studieadvies; consequenties verbonden aan studieadvies

1. De opleiding verplicht zich op gezette tijden de voortgang met de student te bespreken en hierover schriftelijk te rapporteren. Wanneer de resultaten van de student achterblijven, zullen afspraken worden gemaakt over te ondernemen activiteiten door de student en extra begeleiding / ondersteuning worden geboden. De afspraken die hierover worden gemaakt, worden schriftelijk vastgelegd.

2. Wanneer een verhoogde inzet of anderszins èn extra begeleiding / ondersteuning niet leiden tot de gewenste resultaten wordt een studieadvies over het vervolgen van de opleiding uitgebracht.

3. De student is gehouden het studieadvies van de instelling serieus te nemen.4. De student kan in afwijking van een negatief studieadvies te kennen geven de opleiding niettemin te

willen vervolgen. Wanneer binnen een redelijke termijn de student vervolgens tijdens de voortzetting van de studie niet in staat blijkt het overeengekomen opleidingstraject met succes af te ronden wordt het studieadvies omgezet in een bindend studieadvies. In dat geval wordt de onderhavige onderwijsovereenkomst geacht te zijn geëindigd.


27


5. Hoe wordt er geëxamineerd?

5.1 Het Examenreglement; wat staat daar in?

5.2 Het examenplan van de opleiding (= summatieve beoordeling)

Zie bijlage 2. Formatieve en summatieve toetsing.

Het Examenreglement van Aventus

In het Examenreglement staat voor alle beroepsopleidingen van Aventus beschreven hoe we het examen vormgeven en organiseren. Zo’n examenreglement maken we niet elk jaar opnieuw. Het geldt voor meerdere jaren. Voor jou blijft dit Beroepsgericht Examenreglement (versie 2012), geldig gedurende de hele opleiding. Je weet dan precies waar je aan toe bent. Dit geldt ook voor het Examenplan, zoals hierna uitgewerkt in paragraaf 5.2. Het Examenreglement staat op Aventus Trefpunt.

In dit Examenreglement kun je onder andere antwoorden vinden op de volgende vragen:

- Kan ik ook vrijstellingen krijgen voor onderdelen van het examen?- Wat gebeurt er als ik als examenkandidaat fraude pleeg?- Hoe worden de behaalde resultaten bekendgemaakt?- Telt de bpv beoordeling ook mee voor het behalen van het diploma?- Hoe kan ik bezwaar aantekenen tegen een genomen beslissing door de examinator?- Wat doet de Commissie van Beroep voor de Examens?- Hoe vaak mag ik examenonderdelen herkansen?- Wanneer kom ik in aanmerking voor een certificaat?- Kan elke docent als examinator optreden?- Wanneer kan ik deelnemen aan de COE?- Wat gebeurt er als ik ziek ben geweest tijdens de examenperiode?- Heb ik ook het recht om het gemaakte en beoordeelde werk achteraf in te zien?- Wordt er ook rekening gehouden met mijn handicap? Zo ja, hoe gaat dat dan?- Wat verstaat Aventus onder een kwalitatief goed examen?- Welke eisen stelt Aventus aan de exameninstrumenten?

Toelichting summatieve toetsen

Klaar met (onderdelen van) de opleiding … op naar het examenBij ‘summatief beoordelen’, ook wel examinering genoemd, gaat het om het bepalen van je eindniveau. Je laat bij de examinering zien dat je prestaties goed genoeg zijn om een diploma te krijgen waarmee je als beginnend beroepsbeoefenaar aan de slag kunt. Op de volgende pagina staat in een tabel aangegeven hoe de examinering in deze opleiding er precies uitziet. De examenonderdelen kunnen zowel op school als op de werkplek worden afgenomen. Op welke wijze het examen wordt afgenomen is een keuze van het opleidingsteam en de examencommissie. Toets vormen die daarbij gehanteerd worden zijn bijvoorbeeld: proeve van bekwaamheid, schriftelijke toets, simulatietoets waarin vaardigheden worden aangetoond, mondeling examen. Naast het beoordelen van de kerntaken en werkprocessen (het beroepsgerichte onderdeel van de opleiding) wordt ook je niveau Nederlandse taal en Rekenen en Engels beoordeeld (de generieke vakken uit de opleiding). Bekijk het examenplan op de volgende pagina’s.

Examenplan 92650 KD2012

Examenplan 92650 Medewerker Maatschappelijke Zorg

Kerntaak 11. Opstellen van een begeleidingsplan

Examenvormen Locatie / Periode Cesuur Voorwaarde

Werkproces omschrijvingCompetenties

PvB / portfoliobewijs / werkstuk / CGI / kennis- vaardigheidstoets

SchoolBPV / Extern Lj / P O-V-G

Cijfer Omschrijving

B 1.1 Inventariseert hulpvragen van de cliënt D, N Proeve B BPV O/V

C 1.1 Inventariseert hulpvragen van de cliënt D, N Proeve C BPV O/V

Kerntaak 22. Bieden van ondersteunende activerende begeleiding en zorg





Cijfer Omschrijving

A 2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging C, D, F, K Proeve A BPV O/V

2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden C, L, R, T

2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding C, D, L, R

2.4 Begeleidt een groep clienten op sociaal-maatschappelijk gebied D, F, L, Q, U,

B 2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging C, D, F, K Proeve B BPV O/V


2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding C, D, L, Q, U

2.4 Begeleidt een groep clienten op sociaal-maatschappelijk gebied C, E, L, Q, V

C 2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging C, D, F, K Proeve C BPV O/V


2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding C, D, L, Q, U

* PvB (Proeve) – PF (Portfolio) – CGI (Crit.Ger.Interv) – V (Verslag/Werkstuk) – K (Kennistoets)


Kerntaak 33. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken





Cijfer Omschrijving

B 3.2 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep T Proeve B BPV O/V

3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen E,Q

3.6 Evalueert de geboden ondersteuning D, J, N,

C 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep K Proeve C BPV O/V

3.2 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep T

3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen E, Q

3.6 Evalueert de geboden ondersteuning D, J, M

ExamenplanExamenvorm Weging Afnamemoment

Proeve A (P2M) Begeleiden bij dagelijkse bezighedenProeve B (P2M) Planmatig werkenProeve C (P2M) Stimuleren en begeleidenProeve D (P2M) Terugblikken en vooruitkijken



Nederlands (in rood wijzigen!!) (Eindresultaat: cijfer, volgens de vermelde weging)Onderdeel Niveau Examenvorm Weging Examenproduct en tijdstip Zak-/ Slaagbeslissing (aug2014)Mondelinge taalvaardigheid 2F

Gespreksvaard. 2F InstellingsExamen 16,7 % Examen gespreksvaardigheid Deviant v.a. jan 2015Het eindcijfer is het gemiddelde van het cijfer COE (luisteren, lezen) en het berekend resultaat van het IE. Vanaf augustus 2014 moet dit tenminste een 5 of hoger zijn.

Spreekvaardigh.. 2F InstellingsExamen 16,7 % Examen spreekvaardigheid Deviant v.a. jan 2015 Luistervaardigheid 2F Centraal Ontwikkeld Examen 50,0 % COE Cito v.a. jan. 2015Leesvaardigheid 2FSchrijfvaardigheid incl.Begrippenlijst en taalverzorging

2F InstellingsExamen 16,6 % Examen schrijfvaardigheid Deviant v.a. jan 2015

Rekenen (Eindresultaat: cijfer, volgens de vermelde weging)Domein Niveau Examenvorm Weging Examenproduct en tijdstip Zak-/ Slaagbeslissing (aug2015)Getallen 2F

Centraal Ontwikkeld Examen 100 % COE Cito v.a. jan 2015Het COE levert één berekend eindcijfer als resultaat. Vanaf augustus 2015 moet dit tenminste een 5 of hoger zijn.

Verhoudingen 2FMeten en Meetkunde 2FVerbanden 2F

Leren, Loopbaan & BurgerschapOnderwerpen Examenvorm Weging Product en tijdstip Zak-/ Slaagbeslissing1.Politiek-juridische dimensie n.v.t. Opdracht voldaan2.Economische dimensie n.v.t. Opdracht voldaan3.Sociaal-maatschapp. dimensie n.v.t. Opdracht voldaan4.Dimensie Vitaal burgerschap n.v.t. Opdracht voldaan5.Loopbaan(-ontwikkeling) n.v.t. Opdracht voldaan



Examenplan 92661 Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg






Cijfer Omschrijving



1.2 Schrijft het plan van aanpak E, J, M

1.3 Specificeert het plan van aanpak tot activiteitenplan J, K, Q, R






Cijfer Omschrijving



2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding C, D, L, Q

2.4 Begeleidt een groep clienten op sociaal-maatschappelijk gebied C, E, L, Q, U,


2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden C, L,R,T

2.4 Begeleidt een groep clienten op sociaal-maatschappelijk gebied C, E, L, Q, U

C 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden C, L, R, T Proeve C BPV O/V


D 2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging C, D, F, K Proeve D BPV O/V




2.5 Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven B, H, K

2.6 Ondersteunt het sociale systeem C, K, U

V 2.7 Voert verpleegtechnische handelingen uit K, L, T Verpleegtechnisch Handelen








Cijfer Omschrijving



3.5 (6)

Evalueert de geboden ondersteuning D, J, M




3.4 Voert coördinerende taken uit B, E, Q

3.5 (6)


D 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep K Proeve D BPV O/V



3.5 (6)


E 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep K Proeve E (terugblikken en

vooruitkijken)school O/V


Proeve A (P2M) Begeleiden bij dagelijkse bezighedenProeve B (P2M) Inzoomen op de cliënt en zijn omgevingProeve C (P2M) Werken als ontwerperProeve D (P2M) Ondersteunen bij regieProeve E (P2M) Terugblikken en vooruitkijkenProeve V (P2M) Verpleegtechnisch handelen



Nederlands (Eindresultaat: cijfer, volgens de vermelde weging)Onderdeel Niveau Examenvorm Weging Examenproduct en tijdstip Zak-/ Slaagbeslissing (aug2014)Mondelinge taalvaardigheid 3F


Spreekvaardigh.. 3F InstellingsExamen 16,7 % Examen spreekvaardigheid Deviant v.a. jan 2015 Luistervaardigheid 3F Centraal Ontwikkeld Examen 50,0 % COE Cito v.a. jan 2015Leesvaardigheid 3FSchrijfvaardigheid incl. Begrippenlijst en taalverzorging





Engels (Eindresultaat: cijfer, volgens de vermelde weging)Domein Niveau Examenvorm Weging Examenproduct en tijdstip Zak-/ SlaagbeslissingLezen B1 InstellingsExamen 25,0 % Examen luisteren Deviant v.a. jan 2015

Het eindcijfer is het gemiddelde cijfer volgens de vermelde weging. Vanaf augustus 2014 moet dit tenminste een 5 of hoger zijn

Luisteren B1 InstellingsExamen 25,0 % Examen lezen Deviant v.a. jan 2015Gesprekken voeren A2 InstellingsExamen 16,7 % Examen gesprekken voeren Deviant v.a. jan 2015Spreken A2 InstellingsExamen 16,7 % Examen spreken Deviant v.a. jan 2015Schrijven A2 InstellingsExamen 16,6 % Examen schrijven Deviant v.a. jan 2015

Loopbaan & BurgerschapOnderwerpen Examenvorm Weging Product en tijdstip Zak-/ Slaagbeslissing1.Politiek-juridische dimensie nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan2.Economische dimensie nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan3.Sociaal-maatschapp. Dimensie nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan4.Dimensie Vitaal burgerschap nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan5.Loopbaan(-ontwikkeling) nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan



Examenplan 92662 Persoonlijk Begeleider specifieke doelgroepen






Cijfer Omschrijving



1.2 Schrijft het plan van aanpak E, J, M

1.3 Specificeert het plan van aanpak tot activiteitenplan J, K, Q, R






Cijfer Omschrijving




2.4 Begeleidt een groep clienten op sociaal-maatschappelijk gebied C, E, L, Q, U,


2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden C, L,R,T


C 2.2 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden C, L, R, T Proeve C BPV O/V


D 2.1 Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging C, D, F, K Proeve D BPV O/V




2.5 Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven B, H, K

2.6 Ondersteunt het sociale systeem C, K, U








Cijfer Omschrijving



3.5 (6)






3.5 (6)


D 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep K Proeve D BPV O/V



3.5 (6)


E 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep K Proeve E (terugblikken en

vooruitkijken)school O/V


Proeve A (P2M) Begeleiden bij dagelijkse bezighedenProeve B (P2M) Inzoomen op de cliënt en zijn omgevingProeve C (P2M) Werken als ontwerperProeve D (P2M) Ondersteunen bij regieProeve E (P2M) Terugblikken en vooruitkijkenProeve V (P2M) Verpleegtechnisch handelen



Nederlands (Eindresultaat: cijfer, volgens de vermelde weging)Onderdeel Niveau Examenvorm Weging Examenproduct en tijdstip Zak-/ Slaagbeslissing (aug2014)Mondelinge taalvaardigheid 3F


Spreekvaardigh.. 3F InstellingsExamen 16,7 % Examen spreekvaardigheid Deviant v.a. jan 2015 Luistervaardigheid 3F Centraal Ontwikkeld Examen 50,0 % COE Cito v.a. jan 2015Leesvaardigheid 3FSchrijfvaardigheid incl. Begrippenlijst en taalverzorging





Engels (Eindresultaat: cijfer, volgens de vermelde weging)Domein Niveau Examenvorm Weging Examenproduct en tijdstip Zak-/ SlaagbeslissingLezen B1 InstellingsExamen 25,0 % Examen luisteren Deviant v.a. jan 2015

Het eindcijfer is het gemiddelde cijfer volgens de vermelde weging. Vanaf augustus 2014 moet dit tenminste een 5 of hoger zijn

Luisteren B1 InstellingsExamen 25,0 % Examen lezen Deviant v.a. jan 2015Gesprekken voeren A2 InstellingsExamen 16,7 % Examen gesprekken voeren Deviant v.a. jan 2015Spreken A2 InstellingsExamen 16,7 % Examen spreken Deviant v.a. jan 2015Schrijven A2 InstellingsExamen 16,6 % Examen schrijven Deviant v.a. jan 2015

Loopbaan & BurgerschapOnderwerpen Examenvorm Weging Product en tijdstip Zak-/ Slaagbeslissing1.Politiek-juridische dimensie nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan2.Economische dimensie nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan3.Sociaal-maatschapp. Dimensie nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan4.Dimensie Vitaal burgerschap nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan5.Loopbaan(-ontwikkeling) nvt Periode 1-8 Opdracht voldaan




(NAAM KWALIFICATIE)

Nederlandse Taal (generiek vak)Mondelinge taalvaardigheid

o Gespreksvaardigheid

o Spreekvaardigheid

o Luistervaardigheid

Leesvaardigheido Lezen van zakelijke teksten

Schrijfvaardigheid (incl. begrippenlijst entaalverzorging

o Het produceren van creatieve en zakelijke teksten

VORM Examen locatie

Leerjaar en/of periode

Cijfers van 1 t/m 10

Omschrijving of verwijzing naar beoordelings-voorschrift

Omschrijving van waaraan vooraf moet zijn voldaan.

COEMondelinge taalvaardigheid

o Luistervaardigheid Centraal (COE) School

v.a.

per

iode

7(2

e leer

jaar

)

CijferVoortgangstoets luistervaardigheid voldoende afgerond

Leesvaardigheido Lezen van zakelijke teksten Centraal (COE) School Cijfer

Voortgangstoets leesvaardigheid voldoende afgerond

IE1Mondelinge taalvaardigheid

o Gespreksvaardigheid Mondeling School Cijfer

Inst

ruct

ie E

xam

ento

etse

n D

evia

nt

Voortgangstoets gespreksvaardigheid voldoende afgerond

Mondelinge taalvaardigheido Spreekvaardigheid Mondeling School Cijfer

Voortgangstoets spreekvaardigheid voldoende afgerond

Schrijfvaardigheido Het produceren van creatieve en

zakelijke teksten Schriftelijk School Cijfer

Voortgangstoets- begrippenlijst en taalverzorging- luistervaardigheid voldoende afgerond

1 Opleidingsteams kunnen momenteel nog zelf het aantal af te nemen toetsen bepalen die meetellen voor het instellingsexamen Nederlands 2F of 3F. Wel dienen alle taalvaardigheden aan bod te komen. In het examenplan kan bijvoorbeeld Schrijfvaardigheid twee keer worden geëxamineerd. (VERVALLEN en weghalen!!


(NAAM KWALIFICATIE)

Begrippenlijst en taalverzorging Schriftelijk Cijfer

Het eindcijfer voor het vak Nederlands wordt als volgt berekend:

Luister- en leesvaardigheid 50,0 %Gespreksvaardigheid 16,7 %Spreekvaardigheid 16,7 %Schrijfvaardigheid 16,6 %

Incl. begrippenlijst entaalverzorging

Na weging wordt dit cijfer op een geheel cijfer afgerond. Dit is het eindcijfer Nederlands.


(NAAM KWALIFICATIE)

Moderne vreemde taal : Engels2 (generiek vak)

Examen-onderdeel

Vaardigheden VORM Examen locatie

Periode Waardering Cesuur Voorwaardene.d.

Luisteren

Lezen

Gesprekken voeren

Spreken

Schrijven





IE Luisteren InstellingsExamen(v.a. 2017 COE) School

v.a.

per

iode

7 (2

e leer

jaar

) Cijfer

Inst

ruct

ie E

xam

ento

etse

n D

evia

nt

Voortgangstoets luisterenvoldoende afgerond

IE Lezen InstellingsExamen(v.a. 2017 COE) School Cijfer

Voortgangstoets lezenvoldoende afgerond

IE Gesprekken voeren InstellingsExamen School CijferVoortgangstoets gesprekken voeren voldoende afgerond

IE Spreken InstellingsExamen School CijferVoortgangstoets sprekenvoldoende afgerond

IE Schrijven InstellingsExamen School CijferVoortgangstoets schrijvenvoldoende afgerond

Het eindcijfer voor het vak Engels wordt als volgt berekend:

Luisteren 25,0 %Lezen 25,0 %

2 Let er op dat Engels als generiek vak vanaf augustus 2012 alleen maar gegeven wordt in niveau 4 opleidingen. Zie daarvoor deel B van het kwalificatiedossier. In de kwalificatiedossiers wordt in deel B bij de MVT op niveau 2 en 3 alleen verwezen naar deel C. De MVT moet in het kader van het werkproces / de werkprocessen beoordeeld worden. In deel C staat dan aangegeven om welke taalvaardigheid/ taalvaardigheden het gaat bij de betreffende werkprocessen.


(NAAM KWALIFICATIE)

Gesprekken voeren 16,7 %Spreken 16,7 %Schrijven 16,6 %

Na weging wordt dit cijfer op een geheel cijfer afgerond. Dit vormt het eindcijfer Engels.


(NAAM KWALIFICATIE)

Rekenen (generiek vak)

Examen-onderdeel

Domein VORM Examen locatie

Periode Waardering Cesuur Voorwaardene.d.

Getallen

Verhoudingen

Meten-meetkunde

Verbanden





COE Geïntegreerde toets(alle domeinen gezamenlijk) COE School

v.a. periode 7

(2e

leerjaar)

Cijfer

De voortgangstoetsen:- getallen- verhoudingen- meten en meetk.- verbandenmoeten zijn gemaakt.Drie van de vier dienen met een voldoende te zijn afgerond.

Het eindcijfer voor het vak Rekenen wordt als volgt berekend:

Het behaalde cijfer van het COE is een afgerond cijfer. Dit cijfer is het eindcijfer rekenen.


5.3 Het examen Nederlandse taal en Rekenen nader bekeken.

5.4 De beoordeling van de beroepspraktijkvorming.


Centraal Ontwikkeld Examen Nederlands en Rekenen

Voor Nederlands en Rekenen maak je naast een of meerdere instellingsexamens ook een Centraal Ontwikkeld Examen (COE) voor de vakken Nederlands en Rekenen. Op dit moment zijn dit nog pilot examens, de zogenaamde pilot-COE. Dit wil zeggen dat deze wijze van examineren nog wordt uitgeprobeerd. De door jou behaalde resultaten op deze pilot-COE worden overigens wel vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Het behaalde cijfer op de COE telt voor de helft mee bij de berekening van het eindcijfer van het vak. De Minister van OC&W moet nog een nieuwe beslissing nemen over wanneer deze resultaten echt gaan meetellen in de regels over slagen en zakken. Jouw docenten Nederlands en Rekenen houden dit in de gaten en zullen je hier tijdig over informeren. Ook zullen zij jou informeren hoe en wanneer je je kunt aanmelden voor deelname aan de (pilot) COE. Het ligt in de bedoeling van het Ministerie van OC&W dat vanaf cursusjaar 2014-2015 voor het eerst verplicht aan het centraal examen (COE) Nederlands moet worden deelgenomen op 3F. Dit geldt dan alleen voor de niveau 4 opleidingen. Het behaalde resultaat telt dan ook mee voor de zak-/slaagbeslissing. Voor niveau 2 en 3 opleidingen geldt dit dan nog niet.Op Aventus Trefpunt kun je de meest recente informatie hierover vinden. Je krijgt informatie over:

De manier van inschrijven voor deze examens Momenten van afname Herkansen Geldigheidsduur behaalde resultaten Vrijstellingen Dyslexie en dyscalculie Deelname aan examen op hoger niveau Inschrijven als extraneus Het al of niet meetellen van het vak bij beslissing slagen of zakken

Beoordeling van de bpv

De beoordeling van de beroepspraktijkvorming telt mee als onderdeel van het examen. Je moet als student de beroepspraktijkvorming per se met voldoende resultaat hebben afgesloten om in aanmerking te kunnen komen voor een diploma. De beoordelaar vanuit de school is tevens betrokken bij deze beoordeling. De beoordelaar vanuit de beroepspraktijk onderbouwt het gegeven oordeel.Wanneer je een onvoldoende beoordeling hebt gekregen, kun je voor verlenging van de bpv in aanmerking komen.

5.5 Het herkansen van onderdelen van het examen.

In het Examenreglement van Aventus staan in artikel 14 acht punten met betrekking tot het herkansen van onderdelen van het examen. We nemen deze tekst hier over.


Artikel 14 Meer examengelegenheden

1. Aan studenten die een examenonderdeel niet behalen of kunnen behalen, wordt de gelegenheid gegeven tot herkansing. Elk examenonderdeel dat met een onvoldoende resultaat is afgesloten mag maximaal één keer herkanst worden binnen de duur van de opleiding. Het hoogst behaalde resultaat blijft staan.

2. De leertrajectbegeleider adviseert de student die na de extra gelegenheden niet is geslaagd over de voortgang van de opleiding.

3. Een kandidaat die op een examenonderdeel waarin een of meer kerntaken en/of werkprocessen worden beoordeeld een voldoende resultaat heeft behaald, kan dit examenonderdeel niet herkansen om een hoger resultaat te behalen.

4. Een kandidaat die deelneemt aan een instellingsexamen voor de generieke vakken Nederlands en Engels, kan voor deze vakken één toets herkansen, die eerder met een voldoende cijfer is afgesloten. Deze mogelijkheid wordt geboden daar het behaalde resultaat op het instellingsexamen wordt gemiddeld met het COE (= centraal ontwikkeld examen).

5. Een kandidaat die bij de eerste afname op het COE Nederlands en/of Engels een cijfer (uitgedrukt in 1 decimaal) lager dan 6.0 heeft behaald, mag dit examen herkansen in een volgende periode. Een behaald cijfer lager dan een 6,0 op COE Rekenen mag tijdens de opleiding eenmaal herkanst worden.

6. Studenten die voor verlenging van de reguliere opleiding in aanmerking komen - conform artikel 23 van de Onderwijsovereenkomst – behouden door het afsluiten van een nieuwe Onderwijsovereenkomst hun recht op een eerste gelegenheid en een herkansing voor zowel instellingsexamens als COE. De examenonderdelen die met een voldoende resultaat zijn afgesloten blijven staan.

7. Voor kandidaten die na twee maal de geplande einddatum te hebben bereikt alsnog niet in aanmerking komen voor een diploma kunnen de opleiding binnen ROC Aventus alleen nog afronden als extraneus. Zij hebben in de afgelopen periodes vier keer de gelegenheid gehad om examenonderdelen met een voldoende resultaat af te kunnen sluiten.

8. De student die als extraneus zijn opleiding voortzet sluit een contract met de opleiding. In dit contract staat aangegeven welke kosten dit voor de student met zich meebrengt. Binnen ROC Aventus zijn hierover gemeenschappelijke afspraken gemaakt.

5.6 Geldigheidsduur van behaalde resultaten

5.7 Regels voor slagen en zakken


Geldigheidsduur van behaalde resultaten

Voor wat betreft de geldigheid van behaalde examenonderdelen geldt de volgende regel:Een behaald examenresultaat blijft geldig gedurende de duur van de opleiding plus 1 jaar.In specifieke gevallen (ziekte, verhuizing) kan de examencommissie van de sector besluiten af te wijken van deze algemeen geldende regel.

Bij tussentijdse overstap en bij het vervolgen van een opleiding op een hoger niveau binnen Aventus neemt de Examencommissie een besluit over het verlenen van eventuele vrijstellingen. Deze vrijstellingen kunnen zowel betrekking hebben instellingsexamens als op de COE examens. De examencommissie neemt de beslissing binnen de afgesproken kaders van Aventus en/of de wettelijke regelingen (wet WEB).

Regels voor slagen en zakken”

Elke kerntaak moet met minimaal een voldoende resultaat zijn afgerond. Het aantal klokuren beroepspraktijkvorming voldoet aan de wettelijke eisen. De beroepspraktijkvorming op het geaccrediteerde bedrijf moet met een voldoende resultaat zijn

afgesloten. Voor het onderdeel Loopbaan en Burgerschap moet aan de gestelde verplichtingen zijn voldaan.

Deze verplichtingen kunnen betrekking hebben op deelname aan activiteiten, het inleveren van producten, het maken van toetsen, e.d. Er kan pas een diploma worden uitgereikt als ook aan de verplichtingen van L&B is voldaan.

Het gewogen eindcijfer van het generieke vak Nederlands is een slagingseis:voor mbo-niveau 4 vanaf 1 okt. 2014 (minimaal 5)voor mbo-niveau 3 vanaf 1 okt 2015 (minimaal 5)

Het gewogen eindcijfer van het generieke vak Engels is een slagingseis:voor mbo-niveau 4 vanaf 1 okt 2014 (minimaal 5)

Het eindcijfer van het generieke vak rekenen is een slagingseis:voor mbo-niveau 4 vanaf 1 okt 2015 (minimaal 5)voor mbo-niveau 3 vanaf 1 okt 2016 (minimaal 5)

LET OP:MBO-niveau 4: - vanaf 1 okt 2014: (diplomadatum)

Nederlands en Engelstenminste 5 – 6 of 6 – 5

- vanaf 1 okt 2015: (diplomadatum) Nederlands, Engels en rekenen:

tenminste 5 – 6 – 6 of 6 – 5 – 6 of 6 – 6 – 5MBO-niveau 3: - vanaf 1 okt 2015: (diplomadatum)

Nederlandstenminste 5

- vanaf 1 okt 2016: (diplomadatum) Nederlands en rekenen:

tenminste 5 – 6 of 6 – 5

6. Algemene schoolzaken

6.1 Lestijden

Het rooster is ingedeeld in blokken van dertig minuten of een veelvoud daarvan. Er wordt lesgegeven tussen 8.00 en 22.00 uur. De lestijden van laboratoriumopleidingen wijken hiervan af.

6.2 AventuskaartIn veel grote organisaties zie je dat mensen een badge dragen. Dat is niet om gewichtig te doen,maar omwille van de veiligheid. Met de badge laat je zien dat je in het gebouw thuishoort.Daarom krijgen studenten en medewerkers ook een badge, die we de Aventuskaart noemen.Deze kaart dragen we zichtbaar, zodat je kunt zien dat je bij Aventus op school zit en bevoegd bent in het gebouw aanwezig te zijn. Bezoekers dragen ook een kaart, een zogenaamde bezoekerspas.Iemand die geen kaart draagt, hoort hier wellicht niet thuis.Dus draag je Aventuskaart zichtbaar. Je bent in ieder geval verplicht de kaart te tonen aan iederemedewerker of toezichthouder die daar om vraagt. Kun je je kaart niet tonen dan kan je detoegang tot het gebouw worden ontzegd.

6.3 Registratie aanwezigheidOok de aanwezigheid bij onderwijsactiviteiten wordt geregistreerd via de Aventuskaart. Het isdaarom noodzakelijk dat je deze Aventuskaart altijd bij je hebt. Aventus is wettelijk verplicht bijte houden wanneer de student aanwezig is. De coach/leertrajectbegeleider zal regelmatig de rapportage van aanwezigheid opvragen en deze met de studenten bespreken. Bij BBL-trajecten wordt de aanwezigheid doorgegeven aan de werkgever.

6.4 ZiekmeldenAls je ziek bent, moet je dit tussen 08.00-09.30 melden. Word je in de loop van de dag ziek, danmeld je je ziek vanaf het moment dat je geen lessen meer volgt.Ziekmelden kan digitaal via het programma Gronos en telefonisch via de receptie.Studenten onder de 18 jaar laten zich uitsluitend ziekmelden door hun ouder(s)/verzorger(s) bij de telefoniste van Aventus via nummer 088 283 68 87. Geef naam, studentnummer en klas door.Studenten van 18 jaar en ouder kunnen zich ziek melden via Gronos (via Meld ziekte) dat je via Aventus Trefpunt kunt benaderen.Ook wanneer je op stage bent, meld je je bij ziekte zowel op school als bij het stagebedrijf af.

6.5 KluisjesOp de verschillende locaties van Aventus kun je een kluisje huren voor 15 euro. Je hebt hiervoor je kaart nodig of een sleutel. Voor de sleutel betaal je een borg van 15 euro. Je krijgt het bedrag van de borg terug bij het inleveren van de sleutel en het contract. Let op de inlevertermijn.Mocht je je kaart verloren zijn en daardoor je kluisje niet kunnen openen, dat moet je dit meteen melden bij de receptie van de studentenservices.Kijk voor meer informatie over de kluisjes op Aventus Trefpunt.


6.6 Laptops



Met een laptop in de klas ….

De meeste opleidingen binnen Aventus vragen 1ste jaars en 2de jaars studenten om met hun eigen laptop onderwijs te volgen binnen haar gebouwen. De redenen hiervoor zijn:

flexibel gebruik van ICT binnen het onderwijs overal en altijd gebruik kunnen maken van ICT-voorzieningen meer afwisselende en activerende werkvormen het aansluiten bij de werkwijze van de beroepspraktijk

Hier geven we aan wat je als student hierin van Aventus mag verwachten, wat de mogelijkheden zijn en waar je zelf verantwoordelijk voor bent.

Wat zijn de mogelijkheden met de eigen laptop bij Aventus?De minimale functionaliteit die je als student ter beschikking hebt, is toegang tot het internet. Dit gaat via het draadloze netwerk. Daarmee kunnen studenten en docenten gebruik maken van:

web-based applicaties (o.a. taal- en rekenmethodes, e-Learning, Digitaal Portfolio) SharePoint (online samenwerking voor teams/opleidingen) Office365 (office web apps, e-mail, agenda, messenger) printen

Wat mag je als student verwachten van Aventus?Als student kun je het volgende verwachten als je met de eigen laptop gebruik maakt van de ICT-voorzieningen van Aventus:

Er is een draadloos netwerk op de Aventus-locaties aanwezig, met voldoende capaciteit; Er zijn stroomvoorzieningen aanwezig, waarmee je de accu van de laptop kunt opladen; Er zijn kluisjes aanwezig, waarin de laptop veilig kan worden opgeborgen. Deze kluisjes kunnen

gehuurd worden; Er is een (studenten)servicedesk op alle Aventus-locaties, waar je met vragen en problemen rond

je laptop terecht kan; Mocht je als student je laptop enige tijd voor reparatie kwijt zijn, dan is er op school een

voorziening aanwezig, waar je een laptop van school kunt huren.

Waar ben je als student zelf verantwoordelijk voor?Je bent zelf verantwoordelijk voor:

het beheer van de laptop, zoals de back-up van data die op je laptop staat; hardware-storingen; je moet dan als student zelf met je laptop terug naar de leverancier van de

laptop; de software-licenties op je laptop. Software is tegen gereduceerd tarief verkrijgbaar via

www.slim.nl.

Advies aanschaf laptopVoor diverse opleidingen gelden verschillende eisen. Maakt de opleiding bijvoorbeeld alleen gebruik van ‘web’ toepassingen dan kan volstaan worden met een ’standaard’ laptop. Wanneer zware toepassingen als Autocad of Photoshop worden gebruikt, dan heb je een ’zwaardere’ laptop nodig en zullen we dit vermelden op de boekenlijst.

Er zijn natuurlijk altijd studenten voor wie de aanschaf van een laptop een te grote financiële belasting is. Wanneer je wilt weten welke mogelijkheden hiervoor zijn, kun je het beste contact opnemen met het Loopbaanexpertisecentrum bij Aventus (Studentenservices).

Mocht je nog vragen hebben over de aanschaf van je laptop dan kun je contact opnemen met de Aventus Servicedesk, tel. 088-2836111.

6.7 Vakantieschema

6.8 Uitschrijven uit de opleiding

Uitschrijven na diploma behaald + stopzetten Studenten OV-chipkaartIndien je je diploma behaalt, word je automatisch uitgeschreven op de datum van de examenvergadering.Mocht je in de loop van het cursusjaar vóór 1 mei het diploma behalen, dan kun jerestitutie krijgen. Als BOL-student (18 jaar of ouder)kun je zelf een formulier naar DUO sturenwaarin je om teruggave vraagt van een deel van het betaalde lesgeld. Heb je een BBL-opleidinggevolgd, dan kun je via school restitutie aanvragen. Denk eraan dat je ook de Studenten OV-chipkaart stopzet via “mijn DUO” op www.duo.nl. Dit moet uiterlijk de vijfde werkdag van de eerste maand waarin je geen recht meer hebt op studiefinanciering. Gedurende deze vijf werkdagen mag je niet meer reizen met de Studenten OV-chipkaart.

Tussentijds uitschrijven BOL-studentenAls je tussentijds wilt stoppen met de opleiding, moet je je laten uitschrijven op school via deteammanager. De school geeft een einddatum van je opleiding door aan de Dienst UitvoeringOnderwijs, maar kan de studiefinanciering niet stopzetten. Dit moet je zelf doen bij DUO.Dit kan door het invullen van een Ws formulier (zie www.duo.nl ). Als student moet je ook deStudenten OV-chipkaart stopzetten via “mijn DUO” op www.duo.nl. Dit moet uiterlijk de vijfde werkdagvan de eerste maand waarin je geen recht meer hebt op studiefinanciering. Gedurende deze vijfwerkdagen mag je niet meer reizen met de Studenten OV-chipkaart.

Een besluit tot stoppen met je opleiding moet je niet overhaast nemen. Als school willen we samen met jou er alles aan doen om jouw een diploma te laten behalen. Bespreek samen met je leertrajectbegeleider wat voor jou de beste oplossing is. Het voortijdig de school verlaten zonder dat je een diploma op zak hebt is in de meeste gevallen geen goede optie.

Tussentijds uitschrijven BBL-studentenAls je tussentijds wilt stoppen met je opleiding, moet je je laten uitschrijven via de teammanager.Als je lessen in de avonduren volgt, moet je je schriftelijk uitschrijven. Als je het theoretischedeel van de opleiding hebt afgerond, maar nog een deel van de praktijk moet doen, dan moet jeingeschreven blijven staan. Alleen studenten die staan ingeschreven kunnen een diploma halen.Als ingeschreven BBL student ben je verplicht cursusgeld te betalen.

6.9 Inschrijven als extraneus

Wanneer je als student je opleiding niet kunt afronden binnen de gestelde tijd kun je er voor kiezen om je in te schrijven als extraneus. Kenmerkend voor de extraneus is dat deze student wel deelneemt aan onderdelen van het examen, maar geen lessen meer volgt en/of stage loopt. Op deze manier kun je als student alsnog de opleiding afronden. Een BOL student die zich inschrijft als extraneus komt niet in aanmerking voor studiefinanciering.De extraneus sluit een extraneus-overeenkomst met Aventus en betaalt hiervoor een bepaald bedrag. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van de hoeveelheid examenonderdelen die nog moeten worden afgerond. Uitgebreide informatie hierover kun je vinden op Aventus Trefpunt.Als je als extraneus toch graag nog wat lessen en/of ondersteuning wilt , betaal je hier apart voor. Dit leggen we vast in een aparte overeenkomst die we met jou sluiten.


Vakantieschema 2013-2014

Herfstvakantie : 19 t/m 27 oktober 2013Kerstvakantie : 21 december 2013 t/m 5 januari 2014Voorjaarsvakantie : 15 februari t/m 23 februari 2014Rond Pasen : 18 april t/m 21 april 2014Meivakantie : 26 april t/m 5 mei 2014Hemelvaartsdag : 29 en 30 mei 2014Pinksteren : 9 juni 2014Zomervakantie : 12 juli t/m 24 augustus 2014

6.10 Vertrouwenspersoon


Vertrouwenspersonen

Aventus heeft een aantal vertrouwenspersonen in dienst. Zij bieden assistentie aan alle studentenen medewerkers van Aventus als er thuis, op school of op de BPV-plek sprake is van agressie, discriminatie, geweld, ongewenste intimiteiten of intimidatie.De vertrouwenspersonen zijn:

Dorothy van ’t Hof, Zutphen Anne Jansen, Apeldoorn Anneke Bongers, Deventertel: 088 - 283 68 87 tel: 088 - 283 68 87 088 – 283 68 87e-mail: [email protected] e-mail: [email protected] e-mail: [email protected]

Vertrouwensinspecteur Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (BVE)tel. (0900) 111 3 111Op iedere locatie is er tevens een contactpersoon bij de servicebureaus aanwezig die geraadpleegdkan worden.

Advies en meldpunt kindermishandeling AMK (o.a. vertrouwensarts) tel. 026 - 442 42 22.

mailto:[email protected]

Bijlage 1 BPV wijzerBPV-WIJZER

OPLEIDINGEN SECTOR GEZONDHEIDINHOUDSOPGAVE

INLEIDING

HOOFDSTUK 1 HOE GA JE LEREN TIJDENS DE BPV?

1.1 VOOR DE START VAN DE BPV: PLAN 1.2 TIJDENS DE BPV: DO & CHECK 1.3 NA DE BPV: ACT

HOOFDSTUK 2 WELKE PERSONEN SPELEN EEN ROL IN JOUW BEGELEIDING

2.1.1 JIJ ZELF ALS STUDENT 2.1.2 DE LEERTRAJECTBEGELEIDER 2.1.3 DE COACH 2.1.4 DE BPV COACH 2.1.5 DE BPV PRAKTIJKBEGELEIDER 2.1.6 DE BPV CONTACTPERSOON

2.2 ROLLEN IN SCHEMA2.3 BPV COACH OP EEN LEERAFDELING

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR BOL EN BBL

INLEIDING


Voor je ligt de BPV wijzer. Zoals de titel zegt, wijst deze je de weg door de Beroeps Praktijk Vorming (BPV) tijdens je opleiding.De BPV -wijzer bestaat uit een algemeen deel en een specifiek deel. Het algemene deel geldt voor alle opleidingen van de sector gezondheid. Hierin kun je lezen hoe je tijdens de BPV gaat leren en hoe wij je vanuit school en het erkende leerbedrijf gaan begeleiden en beoordelen. Het specifiek deel geeft informatie over hoe de opleiding waar jij op zit de BPV precies invult. In dit deel staan ook de formulieren en hulpmiddelen waar jij gebruik van moet maken.

Algemeen deelDe opleidingen in de sector gezondheid zijn erop gericht je op te leiden tot een competente arbeidskracht en je voor te bereiden op je taak in de maatschappij. Beroepspraktijkvorming is een belangrijk deel van je opleiding. Op school word je voorbereid op de verschillende werkzaamheden, maar op de werkplek doe je praktijkervaring op. Je ervaart wat het is om werknemer te zijn en verwerft al doende de competenties die je nodig hebt om een cliënt / zorgvrager te kunnen ondersteunen, te verzorgen en te begeleiden. Om te kunnen leren tijdens de beroepspraktijkvorming werk je aan opdrachten, die je krijgt vanuit je school. Tijdens het leerproces doorloop je steeds een aantal stappen: plan - do - check - act. Over deze stappen in het leerproces kun je meer lezen in hoofdstuk 1.Leren doe je niet alleen. Tijdens de beroepspraktijkvorming krijg je begeleiding van een docent van school (BPV coach) en van begeleiders uit de praktijk (BPV -praktijkbegeleiders). Zij helpen je de opdrachten om te zetten naar concrete activiteiten op je werkplek, die passen bij jouw leervraag en leerstijl. Tijdens de BPV zijn er beoordelingsmomenten. In hoofdstuk 2 lees je met welke begeleiders je te maken krijgt en welke taken zij hebben in je leerproces. Ook wordt in dit hoofdstuk uitgelegd welke BPV gesprekken er zijn en wat van jou gevraagd wordt bij deze gesprekken.

In hoofdstuk 3 staan de algemene regels en richtlijnen voor BOL en BBL studenten.

Specifiek deel

Voor de specifieke opleidingsinformatie verwijzen we naar de algemene informatie in Prove 2 MoveBoeken.

TenslotteWij hopen dat deze BPV -wijzer je duidelijk de weg wijst tijdens de BPV. Vergeet niet dat je altijd terecht kunt bij je LTB-er of BPV coach op school of de BPV praktijkbegeleider in het erkend leerbedrijf als je ergens mee zit. We wensen je veel succes en plezier tijdens je BPV

HOOFDSTUK 1 HOE GA JE LEREN TIJDENS DE BPV?

Beroepspraktijkvorming betekent dat je voor een aantal uren per week al doende aan het leren bent in een erkend leerbedrijf. Zo verwerf je de competenties die je nodig hebt om een cliënt / zorgvrager te kunnen ondersteunen bij de zorg en de begeleiding.


Je leert van het dagelijkse opwerken met ervaren collega’s, maar daarnaast werk je heel gericht aan een aantal proeve- opdrachten. Deze proeve- opdrachten zijn het vertrekpunt voor jouw leerproces. Het leerproces bestaat uit stappen, die we hier aanduiden met ‘’plan – do – check – act’’.

1.1 VOOR DE START VAN DE BPV: PLAN (fase 0)

Voordat je start met je BPV bereid jij je voor op school. Een goed begin is het halve werk! De planfase bestaat uit een aantal activiteiten;

Je stelt je op de hoogte van de inhoud van de BPV -wijzer.

Je stelt je op de hoogte van de algemene regels die gelden tijdens de BPV, zoals aan- en afwezigheid, het beroepsgeheim en de praktijkovereenkomst (POK).

Je verzamelt informatie over je BPV -adres (soort erkend leerbedrijf, doelgroep, adresgegevens, bereikbaarheid, leermogelijkheden, daar geldende regels en afspraken enz.).

Je bespreekt met je LTB-er welke proeve - opdracht(en) je in de BPV kunt/moet doen, en wat jouw persoonlijke leerdoelen zijn.

In je POP plan je wat je gaat doen.

Je maakt kennis met het erkende BPV leerbedrijf en je BPV praktijkbegeleider Ieder erkend BPV leerbedrijf heeft hierbij zijn eigen wensen.(kennismakingsbrief of –mail / individueel telefonisch of persoonlijk kennismakingsgesprek / introductiebijeenkomst of een combinatie daarvan).

Je gaat na of je POP in de BPV erkend leerbedrijf uitvoerbaar is en stelt het zonodig bij.

Je krijgt een ‘’go’’ van je BPV coach en BPV praktijkbegeleider om je proeve - opdracht(en) volgens plan uit te gaan voeren.


1.2 TIJDENS DE BPV: DO & CHECK (fase 1, 2 of 3)

De stap ‘’do’’ staat voor leren door doen: werken met je BPV praktijkbegeleider en andere collega’s en uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op je proeve- opdracht(en), waarbij je begeleiding krijgt. Tussendoor doen we regelmatig ‘’checks’’ om te beoordelen of jij je en hoe jij je ontwikkelt tot een competente beroepsbeoefenaar. Dit betekent:

Je oefent met de proeve - opdracht(en) volgens je POP, waarbij je op de werkvloer directe informatie, instructie en begeleiding krijgt van je BPV praktijkbegeleider en andere collega’s.

Je evalueert zelf of je de proeve- opdracht(en) goed hebt gedaan en bespreekt dit met je BPV praktijkbegeleider.

Als je de proeve- opdrachten voldoende geoefend hebt kun je met de beoordelaar een afspraak maken om de proeve van bekwaamheid af te leggen.

Tevens reflecteer je met je BPV praktijkbegeleider regelmatig jouw voortgang tijdens evaluatie gesprekken. Je gebruikt de feedback om de uitvoering van je activiteiten in je POP bij te stellen.

Op gezette tijden, in elk geval halverwege en aan het eind van elke BPV periode, voer je evaluatiegesprekken met je BPV praktijkbegeleider en BPV - coach aan de hand van de proeve ‘terugblikken en vooruitkijken”. Je moet je volgens de aanwijzingen van school voorbereiden op zo’n gesprek. Tijdens de evaluaties reflecteren we op je voortgang. Ook stellen we vast of je competentieontwikkeling voldoende is, zodat je de proeve- opdracht(en) met een voldoende beoordeling kunt afronden. Bij het reflecteren maken we gebruik van de reflectiemethode van school. Als uit een evaluatie gesprek blijkt dat je onvoldoende competentieontwikkeling toont bij een proeve- opdracht, stel jij je POP bij en werk je verder aan de proeve- opdracht en je persoonlijke leerdoelen.

Als uit een evaluatie gesprek blijkt dat je voldoende competentieontwikkeling toont bij een proeve- opdracht, levert dit een bewijs op voor je examendossier.

In dit toetsplan is ook vastgelegd aan welke eisen je moet voldoen om de proeve van bekwaamheid af te mogen leggen. Het beoordelingsformulier van de proeve van bekwaamheid is jouw bewijs voor je examendossier, mits het voorzien is van de benodigde handtekeningen.

1.3 NA DE BPV: ACT

In het evaluatie gesprek aan het eind van elke BPV periode maken we een balans op van je competentieontwikkeling: wat kun je, wat kun je nog niet, wat moet je doorontwikkelen in een meer complexe situatie en wat zijn je persoonlijke leerdoelen hierbij? Deze punten neem je mee als vertrekpunt voor je plan voor de volgende BPV periode.

HOOFDSTUK 2 . WELKE PERSONEN SPELEN EEN ROL IN JOUW BEGELEIDING?


De allereerste belangrijke persoon ben jij zelf. Jij bent als het ware de hoofdrolspeler . Naast jou als student zelf kennen we nog:

Je leertrajectbegeleider Je coach Je BPV coach Je BPV praktijkbegeleider

2.1.1 Jij zelf als student

Jij als student staat bij ons centraal als (beginnend) beroepsbeoefenaar en je zult geleidelijk aan steeds meer zelf de regie (leren) voeren over je leertraject. In het begin van je opleiding begeleiden we je nog in wat er op school allemaal van je verwacht wordt. Meer aan het eind van de opleiding moet je er aan gewend zijn zelfstandig keuzes te maken die goed voor jou en jouw opleiding zijn. De andere studenten zijn als het ware je teamleden; samenwerken is belangrijk in de opleiding en het beroep dat je hebt gekozen. Als student:- neem je actief deel aan het onderwijs;- stel je, met behulp van je leertrajectbegeleider, een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op;- beheer je jouw eigen leerdossier;- schrijf je reflectieverslagen/zelfevaluaties;- maak of verzamel je bewijsmateriaal voor je portfolio;- houd jij je aan afspraken zoals vastgelegd in de onderwijsovereenkomst (OOK) en de

BPV- overeenkomst (POK);- stel jij je op de hoogte van de inhoud van het examenreglement en de opleidingsgids.

2.1.2 De leertrajectbegeleider (LTB)

De leertrajectbegeleider begeleidt je bij het doorlopen van de gehele opleiding en volgt je voortgang en ontwikkeling. De leertrajectbegeleider ondersteunt jou bij het vormgeven van een optimaal leertraject en voorziet dit waar nodig van commentaar. Hij ondersteunt bij de uitvoering van dit traject en voert voortgangsgesprekken met je aan de hand van jouw portfolio. Je hebt tenminste één maal per tien weken een gesprek met je leertrajectbegeleider. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat je in je portfolio bewaart. Bij de leertrajectbegeleider kun je terecht met je (leer-) problemen. Je leertraject -begeleider houdt je presentie bij, signaleert voortijdige uitval en onderneemt waar nodig actie. De leertrajectbegeleider kan je doorverwijzen naar het Service Bureau De leertrajectbegeleider is dus de centrale persoon tijdens je opleiding; de leertrajectbegeleider biedt een luisterend oor, denkt met je mee en houdt je een spiegel voor. Samen met je leertrajectbegeleider bewaak je de “plan- do - check- act” cyclus.

2.1.3 De coach

De coach is je docent/begeleider. De coach begeleidt je bij het maken en uitvoeren van leeropdrachten en/of projecten. De coach:- geeft je feedback over je individuele leerprestaties;- begeleidt groepsprocessen;- helpt bij het maken van plannen van aanpak;- helpt bij praktische zaken om tot een product te komen;- beoordeelt opdrachten;- reflecteert op uitgevoerde leeropdrachten en/of projecten, resultaten, proces en

(beroeps)houding. Indien er sprake is van leer- en gedragsproblemen dan volgt overleg hierover met jou en je leertrajectbegeleider.

2.1.4 De BPV coach

De BPV coach is de schakel tussen de school en de praktijk. De BPV coach bespreekt zaken met jou over je BPV praktijk (stage) en heeft contact met de BPV praktijkbegeleider van het erkend leerbedrijf.


2.1.5 De BPV praktijkbegeleider

De BPV praktijkbegeleider is je eerstverantwoordelijke begeleider in je praktijksituatie (stage).

De BPV praktijkbegeleider:- voert begeleidingsgesprekken met je;- geeft je feedback op leeractiviteiten;- introduceert je in de doelstellingen, de werkwijze en de organisatiestructuur van het

leerbedrijf/de BPV organisatie;- let er op dat leeractiviteiten in de uitvoering aansluiten bij je leerdoelen;- registreert verzuim- en vakantiedagen etc.;- maakt afspraken voor de concrete uitvoering van BPV activiteiten;- neemt bij problemen contact op met het ROC (je BPV coach);- ontwikkelt samen met jou leeractiviteiten;- beoordeelt je BPV proeve- opdrachten.

2.1.6 de BPV contactpersoon

Naast alle hierboven genoemde personen kennen we nog de BPV contactpersoon. Deze persoon zal jou niet altijd direct begeleiden. Wel kun je hem of haar in het erkend leerbedrijf tegen komen. Vandaar dat we in onderstaande beschrijving willen aangeven wat het belang is van deze persoon, over welke competenties deze beschikken moet en welke taken deze heeft.

Het belang van de BPV contactpersoon

Binnen het competentiegericht opleiden is de integratie van de theorie met beroepspraktijk belangrijk. De verantwoordelijkheid met betrekking tot de begeleiding van de student, bij het uitvoeren van de competentiegerichte opdrachten in de praktijk, ligt bij de instellingen. De eindverantwoordelijkheid van de opleiding blijft echter bij de school. Vanuit de teams zijn een aantal BPV contactpersonen aangesteld.De BPV contactpersoon dient als intermediair tussen praktijk en school.Taken van de BPV contactpersoon zijn o.a.:

Contacten onderhouden met de toegewezen instelling(en) en organisatie(s) Is ondersteunend naar de erkende leerbedrijven t.a.v. BPV zaken en werkt samen met

/adviseert de BPV praktijkbegeleider(s). Volgt innovaties/ontwikkelingen vanuit zowel het werkveld als de opleiding Kan gevraagd en ongevraagd advies geven aan begeleiders, studenten en BPV coaches Bewaakt het proces t.a.v. de praktijkoriëntatie van de student(en) binnen de erkende

leerbedrijven Is indien gewenst aanwezig bij gesprekken:

- evaluatie - beoordeling en/of - gesprekken tussen student en BPV praktijkbegeleiders(s) in de rol van gespreksleider. Dit verzoek kan door alle partijen aangegeven worden

- steekproefsgewijs de proeve van beoordelaar afnemen Vraagbaak zijn Scholing geven m.b.t. BPV vraagstukken Stimuleren van kennisuitwisseling

2.2. ROLLEN IN SCHEMA


In het hieronder staande overzicht willen we je schematisch weergeven hoe je de rollen met elkaar kunt vergelijken binnen de opleiding en de instelling.

2.3 BPV COACH OP EEN LEERAFDELING

Een aparte vorm van BPV vindt plaats in een erkend leerbedrijf met een leerafdeling. Het gaat dan om landelijk ingevoerde experimenten, waarbij studenten in een proeftuin en in nauwe samenwerking met een BPV coach van school kunnen oefenen met het ‘echte werk’. Voor de studenten betekent deze leerafdeling dat zij in een leer-werksituatie op een intensievere wijze worden begeleid én dat zij meer en sneller verantwoordelijkheden kunnen en mogen dragen. De doelstellingen, voorwaarden en werkwijze van leerafdelingen zijn vastgelegd in een contract tussen het erkend leerbedrijf, de school en bij nieuwe experimenten ook met Calibris.Een leerafdeling is een werkunit binnen een erkend leerbedrijf, waarin studenten in hun BPV in de dagelijkse praktijk samenwerken met professionals, die tegelijkertijd hun begeleiders zijn. Vanuit de school zijn BPV coaches aangesteld, die vaste momenten aanwezig zijn en ter plekke methodische werkbegeleiding kunnen verzorgen, aangevuld met (klinische) lessen. Zowel de praktijkbegeleiders als de BPV coaches hebben een training gevolgd, specifiek gericht op de rol van BPV coach op de leerafdeling.

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR BOL EN BBL STUDENTEN

De praktijkovereenkomst (POK)In de praktijkovereenkomst worden de wederzijdse rechten en plichten geregeld tussen het erkend leerbedrijf, de student en de opleiding. Vanuit de opleiding krijg je als student een praktijkovereenkomst in drievoud. Jij als student zorgt dat bij aanvang van de BPV alle exemplaren correct ingevuld en ondertekend worden. Je levert één exemplaar in op school middels bijgevoegde envelop en één exemplaar bij het erkend leerbedrijf. Eén exemplaar is voor jou zelf en dien je als bewijsstuk in je portfolio op te nemen. Het is belangrijk dat de POK correct is ingevuld, ondertekend en retour gaat naar de opleiding, omdat de inspectie de overeenkomst beschouwt als een verlengde van de onderwijsovereenkomst. Met andere woorden: geen overeenkomst betekent ook geen BPV gevolgd, dus geen studiefinanciering en geen diploma. Bovendien wordt door middel van de POK de WA-verzekering van school van kracht; zie verder onder ‘Verzekering’.

BeroepsgeheimJe bent, evenals degene die al tot het beroep is toegetreden, verplicht geheim te houden al datgene wat jou als student gedurende de opleiding tot het beroep is toevertrouwd, of datgene wat daarbij te zijner kennis is gekomen, of waarvan je het vertrouwelijk karakter moet bewaren.

Eisen van de BPV erkend leerbedrijf Het erkende BPV leerbedrijf kan eisen dat je een bepaalde gezondheidsverklaring afgeeft voordat je de BPV mag doen. Tevens kan het erkende BPV leerbedrijf vragen naar een verklaring omtrent gedrag (VOG) Ook wordt van jou verwacht dat jij je kunt legitimeren.


BPV coach BPV praktijk-begeleider

STUDENT

LTB

BPV-contactpersoon Praktijkopleider

Opleidings-coördinatorTeammanagerOPLEIDING

INSTELLING

Bedrog en onregelmatighedenIndien jij je als student ten aanzien van de beroepspraktijk aan enig bedrog schuldig maakt, of in enig opzicht in strijd met de voorschriften handelt of hebt gehandeld, kan deelname aan de beroepspraktijk ontzegd worden.

Ouders en erkend leerbedrijfWanneer jouw ouders of andere betrokkenen meer willen weten over de gang van zaken rondom de BPV, kunnen zij contact opnemen met je LTB-er of BPV coach. Zij mogen zelf geen contact opnemen met het erkende BPV leerbedrijf.

BPV uren (onderstaande tekst geldt alleen voor de BOL student, voor de BBL student gelden de uren zoals overeengekomen met je werkgever) In principe zijn de werktijden op het BPV adres ook de werktijden voor jou als student. Het vaststellen van de werktijden gebeurt in overleg met jou. Het erkende BPV leerbedrijf kan je overdag inzetten maar ook in de avonduren en de weekenden. Het kan ook voorkomen dat je in overleg met jou ook in schoolvakanties of tijdens feestdagen wordt ingezet. De vakantiedagen waar je recht op hebt, mag je op een ander moment binnen dit erkende BPV leerbedrijf opnemen. Ook dit gebeurt in overleg.

Ben je nog geen 18 jaar, dan mag je 's nachts (tussen 23.00 en 7.00 uur) niet werken .

Het aantal BPV uren per week is vastgelegd in je POK. Als student registreer je zelf het aantal gewerkte uren en je laat dit zelf door je BPV praktijkbegeleider ondertekenen.

Buitengewoon verlof en ziekteIn overleg met het erkende BPV leerbedrijf kan buitengewoon verlof worden verleend. Hiervoor gelden dezelfde regels die het erkend BPV leerbedrijf hanteert voor werknemers. In bijzondere gevallen kan de BPV praktijkbegeleider de student een dag(deel) vrij geven, mits de gemiste uren op een ander moment worden ingehaald. Bij ziekte stelt de student het erkende BPV leerbedrijf hiervan direct in kennis, vóór werktijd. De student moet ook de school op de hoogte stellen, als hij langer dan twee dagen ziek is. Bij herstel meldt de student dit op de het erkende BPV leerbedrijf en de school.Indien de student binnen een BPV periode van een half jaar meer dan 24 uur door ziekte heeft gemist, zal er overleg plaats vinden tussen de BPV praktijkbegeleider en de BPV coach bepaald Zij bepalen hoeveel uren moeten worden ingehaald.

VerzekeringenAls student blijf je in de verzekeringen die door jouw ouders/verzorgers of door jou als student zelf zijn afgesloten. Je bent vanuit de school WA- verzekerd, mits je de praktijkovereenkomst ondertekend hebt ingeleverd. De school verzorgt de WA-verzekering van de student voor zover het zijn werk in een erkend BPV leerbedrijf betreft en de eigen WA verzekering onvoldoende dekking geeft. Indien door jou als student in werktijd schade aan een ander is toegebracht, dien je dit onmiddellijk door te geven bij het erkende BPV leerbedrijf . Zij kunnen contact opnemen met het BPV bureau voor verdere afhandeling. Let wel, indien er sprake is van schade, zal er eerst een beroep worden gedaan op de persoonlijke WA-verzekering van jou als de student of van je ouders/ verzorgers. Door jou als student mag nooit een uitkering voor geleden schade worden toegezegd. De school zal voor verdere afwikkeling zorg dragen, eventueel in samenspraak met het erkende BPV leerbedrijf. De verzekeringspolis ligt op de locaties ter inzage.

Tussentijdse beëindiging van de BPVTot tussentijdse beëindiging van de BPV kan alleen besloten worden in overleg tussen de BPV praktijkbegeleider, de BPV coach en de student. Is tussentijdse beëindiging in de ogen van de BPV coach en de BPV praktijkbegeleider gewenst, dan zal de school afhankelijk van de reden proberen een nieuwe stageplaats voor de student te regelen.Herhaaldelijk onvoldoende functioneren tijdens de stage kan leiden tot een negatief studieadvies en beëindiging van de studie.


Bijlage 2 Formatieve toetsing en Summatieve toetsing.

Opleiding MMZBOL-BBL

Niveau 3 en 4* PvB (Proeve) – PF (Portfolio) – CGI (Crit.Ger.Interv) – V (Verslag/Werkstuk) – K (Kennistoets)

Formatieve toetsing

Summatieve toetsing

Prove 2 MoveKD 2012

Inhoudsopgave1. Algemeen..............................................................................................................3In het digitale voortgangsportfolio zit per proeve:..............................................................................3In het examenportfolio zit per proeve:................................................................................................32. Formatieve Toets, voorbereiding op het examen (routing).....................................4Hoe ga je te werk?...............................................................................................................................4Hoe verder?.........................................................................................................................................43. Summatieve Toets (routing)..................................................................................4Uitvoering Proeve................................................................................................................................4Bijlage 1.............................................................................................................Oefenopdrachten

.................................................................................................................................................. 6Bijlage 6.................................................................................................Het GO / NO-GO formulier

.................................................................................................................................................. 9



1. Algemeen

In de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg krijg je te maken met: Formatieve toetsing

o (dit is de voorbereiding op het examen, de voortgang) Summatieve toetsing

o (dit is het examen Prove 2 Move).

We maken gebruik van een digitaal portfolio. Dat bestaat uit: Het voortgangsportfolio

o Het voortgangsportfolio is bepalend voor de route die je aflegt binnen de opleiding. Hier wordt bepaald of je door mag naar de volgende fase.

o Dit wordt gevuld met o.a. huiswerkopdrachten, oefenopdrachten, plannen van aanpak, verslagen,formulieren.

Het examenportfolio o Wordt gevuld met de beoordelingsformulieren van iedere proeve.o Overige eisen, zoals Nederlands, rekenen, Engels en LLB.

In het digitale voortgangsportfolio zit:

a. Huiswerkopdrachtenb. Gemaakte en met een voldoende door vakdocent en BPV begeleider beoordeelde oefenopdrachten (zie

bijlage A)c. Het ingevulde begeleidingsinstrument met het bijbehorende verslag waarmee de student aantoont dat

de benodigde competenties aanwezig zijn of al eerder verworven zijn (BPV begeleidingsinstrument). De BPV coach en BPV begeleider zetten de handtekening.

d. Plannen van aanpak worden door de vakdocent en de BPV- begeleider goedgekeurd (zie format bijlage B).Voor Proeve A niveau 4 maak je voor werkproces 2.1 één plan van aanpak, voor 2.2 één plan van aanpak en voor 2.3 één plan van aanpak. Voor niveau 3 maak je voor werkproces 2.1 één plan van aanpak en voor 2.2 één plan van aanpak.

e. Het Go- NO-Go formulier (bijlage C)

In het examenportfolio zit:

A. De ondertekende en met een voldoende beoordeelde beoordelingsformulieren van de proevenopdracht.B. De ondertekende bewijzen van bekwaamheid van de proeve A, B, C en of D en eventueel verpleeg-

technisch handelen.C. De goedgekeurde plannen van aanpak met de evaluatie.D. Het bewijs van bekwaamheid van de proeve “terugblikken en vooruitkijken”.E. Het formulier aanvraag examen (document Student Services).F. De bewijzen van Nederlands, Rekenen en EngelsG. Bewijs voor LB.

2.


In principe mag een student elke Proeve van Bekwaamheid 2 maal doen. Na het inleveren van examenportfolio beoordeelt de assessor dit. Wanneer het complete portfolio voldoende is kan de student het diploma aanvragen.

Formatieve Toets, voorbereiding op het examen (routing).

Hoe ga je te werk?

1. Je volgt de lessen volgens het leerplan (zie studiegids).2. Je maakt de huiswerkopdrachten van school en zet deze in het digitaal port folio.

Je maakt en voert de oefenopdrachten uit in de BPV. Je laat deze beoordelen door je BPV begeleider en door je vakdocent. De school is eindverantwoordelijk. De oefenopdrachten moeten voldoende zijn.

3. Je laat het BPV begeleidingsinstrument invullen door je BPV begeleider en vult het zelf ook in.4. Je bespreekt de uitkomst van het begeleidingsinstrument met je BPV begeleider.5. Je maakt een verslag van de uitkomst van dat gesprek, je BPV begeleider en BPV coach van school

beoordelen dit. (zie begeleidingsinstrument).6. Als de oefenopdrachten en het verslag van begeleidingsinstrument voldoende is mag je het plan van

aanpak voor de desbetreffende proeve gaan schrijven.7. Ieder plan van aanpak wordt door de BPV begeleider en vakdocent beoordeeld, het moet voldoende zijn.

Hoe verder?8. In een LTB voortgangsgesprek bespreek je de voortgang met je LTB-er en dan krijg je een GO of NO-

GO, van dit gesprek wordt een formulier ingevuld.9. Als je een GO hebt mag je de summatieve toets -het examen- gaan doen.

3. Summatieve Toets (routing).

Uitvoering Proeve

10. Voor aanvang van de proeve is het goed lezen van de instructies behorende bij de Proeve-opdracht en het beoordelingsformulier noodzakelijk.

11. Denk na over hoe je de competenties behorende bij die Proevenopdracht(en) wil laten zien. Bespreek dit met je BPV begeleider.

12. Voer de opdrachten -behorend bij de Proeve- uit en laat de beoordelaar de competenties beoordelen.13. Als de Proeve is afgesloten, lever je alle bewijzen aan bij je LTB-docent zoals, originele

beoordelingsformulieren, plannen van aanpak met evaluatie en het bewijs van bekwaamheid.14. Dit examendossier wordt afgetekend door je LTB-docent en ingeleverd bij examenbureau, waar het

resultaat wordt gearchiveerd. 15. Als alle Proeves zijn afgesloten, ga je het examen aanvragen. Naast de proeves is het belangrijk dat de

overige bewijzen zijn aangeleverd: resultaten Nederlands, Rekenen, Moderne Vreemde Taal, Dossier Loopbaan en Burgerschap.

16. Je examendossier wordt beoordeeld door assessor en in een resultaatvergadering van de examen commissie vastgesteld op basis van zaken slaagregeling.


Bijlage 1 Oefenopdrachten

Proeve ANiveau 3 werkproces 2.1 2 opdrachten

2.2 12.3 3 komt in de matrix onder proeve B

MB-1 opdrachtCL-1 opdrachtCO-1 opdracht

Niveau 4 werkproces 2.1 2 opdrachten2.2 12.3 3 MB-1 opdracht

CL-1 opdrachtCO-1 opdracht

2.4 1

Proeve BNiveau 3 werkproces 1.1 2 opdrachten

2.1 22.4 13.2/3.3/3.5 1

Niveau 4 werkproces 1.1 2 opdrachten2.1 22.4 13.2/3.3/3.5 1

Proeve CNiveau 3 werkproces 1.1 1 opdracht

1.2 13.1 1 niet voor BBL3.2/3.5 1

Niveau 4 werkproces 1.1 1 opdracht1.2 11.3 13.1 1 niet voor BBL3.2/3.3/3.5 13.4 1

Proeve DNiveau 4 werkproces 2.3/2.4 1

2.5 12.6 13.1/3.3/3.5 13.4 1


Bijlage 1Plan van aanpak

Opdracht noemen

Wanneer ga ik het uitvoeren?: datum tijdstipWie gaat mij beoordelen?

Verwerk hierin wat er in het begeleidingsplan staat over de cliënt voor zover dit van belang is voor de activiteit die je

uitgaat voeren of de begeleiding /ondersteuning die je gaat geven.Voorbeelden hiervan zijn:

Wie ga ik ondersteunen? Welke achtergrondinformatie heb je van de cliënt?Welke achtergrondinformatie is van belang voor deze activiteit?Wat zijn de lichamelijke, cognitieve, sociaal-affectieve kenmerken van de cliënt?

Smart formuleren (eventueel hoofddoelen en subdoelen vermelden): Wat kan de cliënt na de activiteit/ of wat heeft de cliënt bereikt

Geef een korte omschrijving van de activiteit(en) m.b.t. proeve die je gaat doen.

Welke voorbereidingen moet je treffen m.b.t ruimte(n), tijd en afspraken met beoordelaar(s)?

Welke middelen en materialen heb je nodig?Welke methodiek en/of technieken ga je toepassen?

Hoe is de opbouw van de begeleiding of van de activiteit?Hoe ga je de methodiek of techniek toepassen?Hoe laat je je competenties duidelijk zien?Bijvoorbeeld:

1. Competentie: vakdeskundigheid toepassen:Hier noteer je stap voor stap je hoe je iemand begeleidt bij het wassen / de toiletgang.

2. Aandacht en begrip tonen;Hier noteer je hoe je op de cliënt reageert als je begrip toont

Je noemt alle competenties waarop je beoordeeld wordt en je schrijft erbij hoe je dit in de je houding en handelen wilt tonen. Gebruik concrete voorbeelden.

Hier noteer je evaluatievragen die je aan de cliënt en aan jezelf en aan de praktijkbegeleider stelt. Denk aan:

Vind de cliënt dat het doel bereikt is? Vind jij dat het doel behaald is? Vind je praktijkbegeleider dat het doel behaald is? Waaruit blijkt dat? Heb ik ingespeeld op verwachtingen, wensen die er zijn? Zijn de methoden en technieken relevant uitgevoerd en toegepast? Wat zou ik de volgende keer anders of beter kunnen doen? Noteer hier ook de evaluatievragen die je aan jezelf of aan je beoordelaar wilt stellen.Reflectievraag tot slot: Wat heb ik er van geleerd?


Plan van aanpak t.b.v. Proeve opdrachten

Beginsituatie:

Uitvoering: hoe ga je de activiteit uitvoeren?

Activiteit: welke activiteit ga je doen?

Voorbereiding: hoe ga je het aanpakken?

Evaluatie: welke vragen stel je?

Doelstelling: wat is het doel van deze activiteit?

Bijlage C Het GO / NO-GO formulier

Naam student :

Datum gesprek :

Korte inhoud:

Gemaakte afspraken:

De student kan wel/niet op voor Proeve van Bekwaamheid ( A / B / C / D )

Naam LTB-docent :

Handtekening LTB-docent :

Handtekening student :


Documents

zorgvuldig.webnode.nl · Web viewMedewerker maatschappelijke zorg. Medewerker maatschappelijke zorg. Medewerker maatschappelijke zorg (NAAM KWALIFICATIE) (NAAM KWALIFICATIE) (NAAM