16
In dit nummer: september 1982 Eerstejaars info Studiereis Belgie Cafe 'De Hoogte'

1982 - Nummer 98 - september 1982

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Eerstejaars info Studiereis Belgie Cafe 'De Hoogte' In dit nummer:

Citation preview

Page 1: 1982 - Nummer 98 - september 1982

In dit nummer:

september 1982

Eerstejaars info Studiereis Belgie Cafe 'De Hoogte'

Page 2: 1982 - Nummer 98 - september 1982

ROSTRA BLAD VAN DE ECONOMISCHE FACULTEIT

DER UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

REDACTIE Adriaan Dorresteijn Harko van den Hende Joke Jansen Schoonhoven Jos Jongstra Hans Koenhein

ADRES Jodenbreestraat 23 kamer 1339 tel. 525 24 97 10 11 NH Amsterdam copy naar: Rostra Jodenbreestraat 23 kamer 1339 10 11 NH Amsterdam Adreswi jzigingen: Studentenadministratie Jodenbreestraat 23

REACTIES De redactie stelt zich open voor reacties: behoudt zich echter het recht voor deze if. te korten.

ADVERTENTIES Bij voorkeur schriftelijk of telefonisch: 525 24 97 en 020 - 96 13 36 Tarieven: 111 pagina f 370.-112 pagina f 300.-Bij 4 plaatsingen resp. : f 350.- en f 285.-

OPLAGE: 2500 verschijnt 8x per jaar.

COVERDESIGN Dick van Hell

DRUK Drukkerij Kaal Nieuwe Herengracht 61

Welkom iedereen op het Maupoleum. De dekaan van de faculteit, Prof. Drs. van der Zijpp, vertelt in zijn welkomstwoord waar jullie met de keuze voor de studic economie aan begonnen zijn. De redaetie nodigt jullie uit eerst een blik te werpen op het gebouw waar het zich allemaal in afspeelt. De foto op de voorplaat accentueert iets, dat iedereen direct opvalt; het Maupoleum blinkt niet uit in architectonische sehoonheid. Ouderejaars zullen daaraan toevoegen, dat enige smaakvolle sfeer in het gebouw ook ver te zoeken is. Akkoord, het Maupoleum is wat saai, maar de omgeving rond het instituut is dat niet. Het is dichtbij hartje Amsterdam, naast het Waterlooplein en tegenover een ... bouwput. Op de plaats van deze bouwput zal eens een stadhuis annex muziektheater verrijzen. Er zi;n echter Amsterdammers, die vre­zen, dat deze 'Stopera' Diet veel mooier zaI worden dan ODS gebouw. Helaas kun­nen jullie dus niet in de pauze tussen de colleges even snel een kaartje kopen voor een avond gevuld met kunst na een dag gevuld met economie. Daar staat wei tegenover dat je in die pauze een babbeltje kunt maken met de jongens van de ME, die sinds deze zomer de bouw van de Stopera begeleidt. Nieuwe aerie ofzou er een andere reden zijn voor de vaste standplaats van het Rijkspolitiebusje? Het studentenverzet is toch niet meer van dien aard, dat de ME wordt ingeschakeld om de twee-fasen structuur in te voeren? Het bewaken van een tentoonstelling over vredesposters ligt ook niet voor de hand. Misschien dat uit het in­formatieve gesprekje in de pauze blijkt dat we hier te maken hebben met het veel bespro­ken gemeentebeleid; de pol itieagent terug naar de wijk!

pag.3 pag.4 pag.5 pag. 6 pag. 7 pag. 8

pag.9 pag. 10

pag. 11 pag. 13 pag. IS

Welkomstwoord; Prof. Drs. I. van der Zijpp SEF info Cafe 'De Hoogte'; HK Schumpeter langs de weg; HvdH SPOED Een boekdrukkerij, een spinmachine en een kolenmijn; W.M.J. Schoonenberg Loopjongen; Jos de Beus Boekrecenties: Steunen of kreunen; JJ Economen over crisis JJS Sgroothandel; Philip Monas Nigeria, negen economische studies; HK Dageraad; Dick van Nes

Page 3: 1982 - Nummer 98 - september 1982

Welkom eerste jaars

Namens het bestuur heet ik u welkom in onze facultaire gemeenschap. Naar wij hopen zult u zich hierin spoedig thuis gevoelen.

Als student aan onze faculteit zult u geconfronteerd worden met een rijk geschakeerd studieprogramma. Dit studiepro-grarrfina vloeit voort uit verschillende ontwikkelingen inhet verleden. ... - - .-

Zoals u wellicht bekend is, bestond het hogere economische onderwijs aanvankelijk vooral uit handels- en boekhoudon­derricht: ItaW: had reeds vroeg haar academie voor boekhoudkunde te Milaan. In 1685 werden in Parijs en in 1715 wer­den in Dresden voordrachten over koopmanschap gehouden. In Hamburg werd een handelsacademie gevestigd in 1728. Wenen volgde in 1770 en Moskou in 1783, terwijl in Amsterdam in 1750 een mislukte poging werd gedaan om een 'faculteit voor geographie en koophandel' op te richten.

Vanafhet midden van de 19-de eeuw nam het handelsonderwijs een grote vlucht. De voornaamste Duitse handelshoge­scholen werden in het laatste dee 1 van die ee\.!'v opgericht. De eerste Amerikaanse wetenschappelijke instituten ont­stonden in 1847 in Harvard en in 1860 in Yale. In 1913 werd in Rotterdam de N ederlandse Handelshogeschool opge­richt en in 1922 werd de Faculteit der Handelswetenschappen als zesde faculteit aan de U niversiteit van Amsterdam toegevoegd.

Met de opkomst van instellingen voor hoger onderwijs groeide de oude handelswetenschap uit tot wat nog het best met de oude naam 'bedrijfshuishoudkunde' als equivalent van het Engelse 'business administration' kan worden aange­duid. Binnen het Nederlandse universitaire onderwijs werd de studie hiervan nauw gekoppeld aan de studie van de 'economie': het kennisgebied 'political economy' of wei 'economics' dat vanafhet eind van de 18-de eeuw als zelfstan­dig studieterrein tot ontwikkeling was gekomen. Op grond hiervan werd de naam van onze faculteit in 1935 herzien in Faculteit der Economische Wetenschappen.

Naast de bedrijfshuishoudkunde en de economie worden vanouds diverse kenniselementen gedoceerd die hiermee min of meer samenhangen of die van belang zijn voor het goed functioneren in het zakenleven en de maatschappij als geheel. Hierin zijn in de loop der decennia verschillende ontwikkelingen opgetreden. Op het ogenblik nemen vooral de wis­kunde en de statistiek een belangrijke plaats in de studie in.

Hoewel een vergaande vel binding van de studie der bedrijfshuishoudkunde met de stu die van de economie in veellan­den ongebruikelijk is - binnen veel Amerikaanse universiteiten bestaat er bijvoorbeeld een betrekkelijk scherpe schei­ding tussen de 'graduate school of business administration' en de 'faculty of economics' -, heeft onze facuiteit recent besloten deze verbinding althans in het eerste deel van de studie te handhaven. Dit betekent, dat u gedurende de eerste 1213 jaar van de tot ale 4-jarige cursusduur be ide vakken met enkele nevenvakken dient te bestuderen; in de resterende 21f3 jaar bestaat er een grote mate van vrijheid in de studiekeuze.

Zoals u zult merken, wordt uw studie in het eerste gedeelte ook betrekkelijk intensief begeleid. Op de hoorcolleges wordt de te bestuderen stof uitvoerig toegelicht; in werkgroepen worden de verschillende onderwerpen verder bespro­ken. Aldus tracht de faculteit zoveel mogelijk te voorkomen dat men vroegtijdig moet beeindigen. Er bestaat echter geen verplichting tot het volgen van de colleges noch tot het deelnemen aan de werkgroepen. Studenten die door zelfstandig werken tot goede resultaten kunnen komen, kunnen desgewenst niet volledig van het onderwijsaanbod ge­bruik maken.

Ieder studeert op eigen wijze. In het algemeen verdient het echter aanbeveling frequente contacten met me de­studenten te houden om met hen over het yak te discussieren. Daarenboven zijn er niet alleen de docenten maar ook ver­schillende andere personen in de universiteit die tot taak hebben u met raad en daad bij te staan. Schroomt niet zo nodig een beroep op hen te doen. De studie-adviseur van onze faculteit is te allen tijde bereid u naar het juiste adres te verwijzen.

Prof. Drs. I. van der Zijpp, Decaan van de Faculteit der

Economische Wetenscha ppen

3

Page 4: 1982 - Nummer 98 - september 1982

SEF-info '82-'83 De afkorting SEF staat voor Studievereniging der Economische faculteit. Nu zegt deze naam nog niet zoveel. Vandaar dat we gemeend hebben dit door middel van een info-artikeltje duideIijk te maken. Hierin zullen we dan niet met statuten gaan smijten of andere zwaarwichtige dingen vertellen. Wat je dus niet zult te­genkomen is de mededeling dat de SEF de 'niet politieke' belangen van de stu­denten behartigt. Ook is het niet bedoeld ais werving om het kleine groepje on­betaaide vrijwilligers die de SEF draaiende houdt uit te breiden. WeI vind je uitleg over de verschillende activiteiten die bij de SEF plaatsvinden. Misschien kun je dit in de toekomst nog gebruiken.

Boeken en syllabi De meest bekende en belangrijkste service die de SEF haar leden biedt is de verkoop van verplichte boeken met 10% korting. De syllabi zijn even­eens bij de SEF-balie te koop. (Ook voor niet­leden). Zelfs de keuze literatuur voor doctoraal-groot vakken wordt via intekenlijsten aangeboden. Op deze manier besparen studenten zich een he le­boel geld en moeite. Boekenbeurs Naast de verkoop van nieuwe boeken biedt de SEF haar leden de gelegenheid om gebruikte boe­ken te kopen of te verkopen. Deze doorlopende beurs werkt op de volgende eenvoudige manier: De aanbieder bepaalt zelfzijn prijs en plaatst het boek in de 'boekenbeurskast'. Na verkoop ont­yang! hijlzij het bedrag via zijn bank- of giro­rekening. Voor precieze informatie kun je terecht bij de balie. Borrel Het wekelijkse hoogtepunt op het 'Maupoleum' vormt de SEF-borrel. Iedere donderdag tussen 16.00-18.00 uur vindt deze plaats in ons 'bruine cafe' tegenover de SEF-kamer. Hier kun je onder het genot van een bet apt pilsje of anderzins met studenten en docenten (?) keuve­len. Uiteraard zijn de prijzen aangepast. Copieeren Voor het copieeren van referaten, papers, tenta­mens, posters, liefdesbrieven en alle andere denk­bare onzin heeft de SEF twee copieermachines . Niet alleen A4 en A3 kunnen vermenigvuldigd worden maar zelfs je Hollandse zuinigheid kun je laten botvieren op de verkleinings mogelijkhe­den. Daarnaast zijn er andere hulpmiddelen die je klint gebruiken zoals: een bindapparaat, niet­machines, perferators, een typemachine enzo­voort . De kosten van het copieeren bedragen:

Lid van: A-4 verkleinen A-3

SEF, VSAE 0,15 0,20 0,25 ASVS, AS VA 0,20 0,25 0,30 Niet leden 0,25 0,30 0,40

Elpees Een voorwaarde om te studeren is een gezellig muziekje . Maar het feit dat grammofoonplaten voor de doorsneestudent te prijzig zijn heeft de SEF gemeend hieraan wat te moeten doen. Daar­om kun je als SEF-lid voor f 15,50 Nederlandse, Amerikaanse en Engelse platen bestellen. (Dit is inc1usief f 5,- aanbetaling). Dubbel-L.P.'s zijn te koop tegen kostprijs. In de regel wordt er eens in de twee weken op donderdag besteld en komen de

4

platen een week later binnen. Ook hebben we wat platen in voorraad. Zie hiervoor de platenbak.

Excursies Het ligt in de bedoeling het komende studiejaar weer enkele excursies te organiseren naar bedrij­yen en instellingen. Deze excursies zullen tezij­nertijd via onder andere Folia Civitatis bekend worden gemaakt. Feesten Een methode om je studententijd wat te veraan­genamen is de feesten te bezoeken die er georga­niseerd worden. Ook de SEF doet mee in deze ra­ce. Dan ontmoet je tenminste andere faculteit be­woners buiten het 'Maupoleum'. Het streven is ± drie feesten per collegejaar te or­ganiseren. We denken daarbij aan een introduk­tiefeest, een februari-feest en een slotfeest. Dit wil dus niet zeggen dat je zelf geen feesten mag geven. Uitstapjes In college rustige perioden fungeert de SEF als een soort reisbureau. Dit is natuurlijk een beetje overdreven. Maar zo nu en dan keert een groep studenten het 'Maupoleum' de rug toe voor een vakantiereisje (b.v. zeilreizen). Deze uitstapjes worden wederom tezijnertijd bekend gemaakt. Studiereis In het verleden zijn er studiereizen georganiseerd naar b.v. Japan, Sri Lanka en onlangs naar Nige­ria. De verschillende verslagen over de economi­sche reahteit ter plaatse zijn nog verkrijgbaar. Wie weet neemt iemand dit jaar weer het initiatief en heeft er weer zo'n grensoverschrijdend gebeu­ren plaats.

Leestafe1 Op de SEF-Ieestafel, die in de borrelruimte staat, liggen verschillende binnen- en buitenlandse tijdschriften. Een goedkope en makl<dijke ma­nier om op de hoogte te blijven met de politieke­economise he realiteit. Maar ook meer in je eigen straatje ligt er informatie zoals van onze en andere faculteiten. Vrije literatuur In de Sef-ruimte staan twee kasten met boeken en bladen. Deze literatuur behoort niet tot het ver­plichte gedeelte van de stof, dus is erg interessant. Voorbeelden hiervan zijn: De miljoenennota, het verslag van De Nederlandsche Bank, Tijdschrift voor Politieke Economie, het verslag van de Nigeria-studiereis en andere soms wat 'kritische literatuur. Dit alles met de gebruikelijke 10% korting. Tevens vindt men hier vaak gratis uitga­yen zoaJ-s het blaadje 'Student'.

Tentamens Als de tentamens voor de deur staan wil iedereen

kamer 2368 Jodenbreestraat 23 10 II NH Amsterdam Tel. 020-5254024

Openingstijden

Maandag:

Dinsdag: Woensdag: Donderdag:

Vrijdag:

11.00-15.00 uur 18.30-20.30 uur 11.00-15.00 uur 11.00-15.00 uur 11.00-15.00 uur 18.30-20.30 uur 11.00-15.00 uur

De lidmaatschaos-contributie bedraagt f 7,50 in het collegejaar 82/83.

altijd oude tentamens hebben. Dit is nu verge­makkelijkt doordat er bij de balie een map aanwe­zig is waarin deze verzameld zijn. Iedereen kan ze dus -zonder veel moeite copieeren. Schrijfwaren Gemak dient de mens, nietwaar? Hier zijn wij ook van uitgegaan en hebben daarom voor onze leden de mogelijkheid geschapen om schrijfwa­ren op de faculteit te kopen. Tegen scherpe prij­zen verkopen we schrijfblokken, multo-mappen + inhoud, pennen, enz.

Spellen Wanneer de problemen van de derde wereld, de START-besprekingen en de derde wereldoorlog je teveel worden kun je je ouderwets ontspannen met een spelletje monopoly, zeeslag of risk. En je begrijpt natuurlijk al dat je als lid deze tijd­rovende bezigheden goedkoop kunt verkrijgen. De mogelijkheid bestaat zelfs om spellen te huren (j 2,50 per week). Welke spellen er precies te koop of te huur zijn kun je het beste informeren bij de balie. Ook kunnen leden gebruik maken van do! tafel­tennistafel die op de begane grond staat. Hier­voor zijn batjes en balletjes te leen bij de balie.

De SEF probeert de sportiviteit van haar leden te stimuleren met behulp van regelmatig terugke­rende sporttoernooien. Zo worden er, meestal in samenwerking met de VSAE (de studievereni­ging van de econometristen), de volgende tour­nooien georganiseerd: zaal- en veldvoetbal, vol­leybal en tafeltennis. Ook denksporten zoals brid­ge en schaken kunnen aan bod komen. Algemene Ledenvergadering Op maandag 20 september 1982 houdt de SEF haar algemene ledenvergadering om 14.00 uur in zaal 2252. Deze vergadering is nodig omdat we een vereni­ging zijn met een gekozen bestuur dat verant­woording moet afleggen aan haar leden . Ieder lid is dus bij deze uitgenodigd om de vergadering bij te wonen. De agenda en het financieele verslag zullen een week van te voren klaar liggen op de balie. Ieder lid kan medewerker/bestuurslid worden en is ook altijd van harte welkom. Goede ideeen wor­den ook altijd op prijs gesteld. Mocht je opmerkingen ofbijdragen hebben kom dan naar de borrel alwaar je in een informele sfeer hierover kunt praten . Ook eventuele klachten kun je hier kwijt.

Noot: aile genoemde prijzen en activiteiten zij on­der voorbehoud.

Page 5: 1982 - Nummer 98 - september 1982

;

Cafe 'De Hoogte' of hoe economiestudenten de theorie in de praktijk brengen

Rostra had een gesprek met Paul van Leeuwen, Be jaars student, die op zijn ma­nier van studeren van alles e-fbij kan doen. Tijdens zijn studie heeft hij drie jaar als boekhouder bij de bouw van het Acade­misch Medisch Centrum gewerkt. Zijn taak, resultaatberekening bij het installa­tiebedrijf, ging wel ten kostte van zijn studieduur. Gemiddeld legde hij een ten­tamen per jaar af. Momenteel is hij aan het eind 'Ian zijn kandidaats. Verder heeft hij de nodige aktiviteiten bij de SEF en ASV A ontplooit. Bij de SEF was Paul een halfjaar secretaris, drie jaar voorzitter en richtte hij de cooperatie­ve inkoopvereniging op, die (op vrijwillige basis) in het gehele land studieboeken doorlevert van de boekhandel naar de studieverenigingen. Diverse universitei­ten krijgen hierdoor studieboeken met 10% korting geleverd. Bij de ASVA was hij drie jaar boekhouder. Momenteel is Paul penningmeester van deze vereni­ging. Het werd tijd dat wat nieuws ondernomen zou gaan worden. De theorie van de economiestudie diende op een andere wijze in praktijk gebracht te worden. Paul ging de horeca in en begon een cafe in de Nieuwe Hoogstraat. Wij hebben om twee uur afgesproken in het cafe. eieel aansprakelijk. De eigenaar van het pand Mijn fiets zet ik tegen het huis vande buren. Voor heeft het verhuurd aan Heineken. Deze heeft het het cafe staan twee tafels en zes stoelen. Paul ver- cafe weer verhuurd aan de eigenaar van de Engel­telt mij later, dat zij daar, weer of geen weer, blij- bewaarder, die het op zijn beurt weer verpacht ven staan. De mensen weten zo, dat in dit pand aan Paul van Leeuwen. Heineken is de hoofd­een cafe gevestigd is. huurder. De inboedel, drank etc. is dus eigendom In eerste instantie zou je denken, dat je in een van deze firma. Paul heeft het pand voor twee jaar bruin cafe bent. De houten banken, tafels en stoe- gepacht en hoopt een winstgeven bedrijfje te len zijn van die stijl, maar de rest van het interieur gaan runnen. Hij gaat er van uit, dat ook in de toe­doet weer denken aan andere smaken: lampen uit komst de kosten ongeveer 2/3 van de omzet zullen grootmoederstijd, ouderwetse gordijnen en bedragen. Het pachten komt hem beter uit dan op het kozijndoor de vele rook altijd wat trooste nu direkt het pand te kopen. Een koopoptie is we­Ioze cafeplanten. Aan de wand hangen grote fo- Iiswaar in het kontrakt opgenomen. to's met afbeeldingen van de buurt uit het verle­den. De drukke, gezellige sfeer van de Joden­breestraat, Geldersekade en bij de Waag geven de bezoek(st)er het idee, dat het in deze buurt goed vertoeven was. Achterin de zaak, op een verhoging is de bar. Aan de muur is een leunplank bevestigd waara an je een pilsje kan hijsen. Nadat ik aan de bar plaatsge­nomen heb en van de pachter een cappuchino voor m'n neus gezet heb gekregen beginnen wij met het interview.

Het idee Paul vertelt, dat hij altijd al zin in de horeca gehad heeft. Enige jaren geleden behaalde hij het cafe­diploma. Vaak kwam hij langs dit cafe en op een gegeven ogenblik stond een kaartje voor het raam waarin het bedrijfje ter overname werd aangebo­den. Samen met een aantal studiegenoten is hij toen gaan kijken en na enig rekenwerk kwamen zij tot de conclusie, dat de exploitatie van het cafe een haalbare kaart was. Waarschijnlijk zou de zaak dicht gegaan zijn als er niet snel enige gelnte­resseerden op de proppen waren gekomen. De vorige pachter heeft de zaak danig verwaarloosd. Op mijn vraag of wij 'De Hoogte' als een ver­lengstuk van de SEF moeten zien, antwoordt hij, dat dit geenszins het geval is: 'Nee. De mens en die hier rondlopen zijn vrienden van mij die ik heb leren kennen bij de AktieGroep Ekonomen en de SEF, maar verder hebben deze verenigin­gen hier niets mee te maken'.

De organisatie Het is een eenmansbedrijf. Paul is geheel finan-

Het publiek Het publiek, dat sinds de opening (anderhalve maand geleden) het cafe bezoekt omschrijft Paul als progressief-ogende figuren : " 's Middags zijn het voora1 winkeliers, toeristen en studenten. 's Avonds zijn het vooral jongere mensen. Velen van hen zijn student. Als ik het zo bekijk en hoor zijn het vaak juristen, historiei, economen en ASV A-mensen. Laat in de avond komen hier veel krakers . Elke woensdagavond vergadert een vrouwengroep op de Kloveniersburgwal. Na af­loop komen ze hier dan een afzakkertjje halen". De zaak geniet veel bekendheid van horen zeg­gen, terwijl het enthousiasme van de medewer­kers ook de nodige klandizie oplevert. Een goed begin natuurlijk, maar deze bedrijfseconoom in spe heeft nog meer pijlen op zijn boog. Hij is van plan buiten een bord te plaatsen en stickers te la­ten drukken, die vooral bij de ASV A en SEF ver­spreid zullen worden. Via deze twee studentenve­renigingen, waar hij tevens advertenties bij gaat plaatsen, wil hij een gezonde bodem in zijn zaak leggen. Debuurt Hij de overname he eft de locatie zeker een belan­grijke rol gespeeld. In de Nieuwe Hoogstraat is in de loop der tijd vee I afgebroken. Momenteel wordt veel gerestaureerd. Overal schieten win­keltjes, vooral kleding boetieks uit de grond. Paul: "Dit is geen echt buurtcafe. WeI komen hier veel mensen uit de buurt, maar dat zijn geen echte Amsterdammers. Aan de overkant (meer naar de Dam toe. red.) zijn veel herOIne cafe's en wordt veel in hasj gedeald. Hier heb je dat niet.

We houden het cafe 'clean'. Je mag zeggen, dat het een rustig cafe is. Soms drinken mens en wei eens wat te veel, maar dat heeft nog nooit tot pro­blemen aanleiding gegeven. Tot nog toe heb ik het maar een keer meegemaakt, dat er een wan be­taler was. Een klant dacht dat hij slim was. Hij bestelde buiten een Duvel en kreeg daarbij een van de mooie glazen. We hielden hem in de gaten. En ja hoor, daar ging hij met het mooie glas. Hij de hoek hadden we hem te pakken. Maar verder heb ik hier nog niets meegemaakt."

Eten en drinken In het cafe kan men tosti's, stokbroodjes en brui­ne bolletjes met allerlei (bv. kaas, pate) kopen. Naast de kome (cappuchino, espresso) kan men cen keuze maken uit twaalf soorten thee. Hinnen­kort komt er een thee- en bierkaart. Momenteel is er een aanbod van 13 soorten bier. Dit assorti­ment wordt uitgebreid. Verder kunnen de ge­bruikelijke dranken, zoals likeuren, whiskey'S, congac-en, binnenlands gedistelleerd en frisdran­ken besteld worden. Met de wijn is het wat ma­gertjes gesteld. Naas een Portugese wijnsoort heeft Paul een franse huiswijn. Paul: "Cafebezoekers drinken te vlug, te snel en proeven het niet echt. Goede wijn drink je bij het

vervolg op pag. 7 5

Page 6: 1982 - Nummer 98 - september 1982

Schumpeter tangs de weg Wie in Parijs van het metrostation Austerlitz naar het station Lyon loopt, ziet op een gegeven mo­ment een gebouw van's werelds een na grootste computeronderneming Control Data voor zich. Wie dit doet op de eerste dag van z'n vakantie wordt zo zonder mededogen herinnerd aan de be­lofte een artikel te schrijven over computeronder­nemingen in de Verenigde Staten. Daar, langs de Route 128 bij Boston en aan weerszijden van de Highway no. 101 in Californie zijn vele van deze ondernemingen gevestigd.

Het meest beroemd is wei de Santa Clara Valley tussen Palo Alto en San Jose in het noorden van Californie, nu beter bekend als Silicon Valley. In dit gebied zijn vandaag de dag ongeveer 750 micro-electronica ondernemingen gevestigd waaronder Signetics, een in 1975 door Philips overgenomen bedrijf. Het verhaal gaat dat daar, op de 250 vierkante mijl Californische bodem, de Amerikaanse micro-electronica industrie is be­gonnen . De werkelijkheid is iets ingewikkelder.

Santa Clara Valley In het laboratorium van Amerika 's grootste tele­foononderneming Bell, gevestigd aan de oost­kust, wordt aan het eind van de jaren veertig de transistor uitgevonden. Deze uitvinding, gedaan ten behoeve van de telefoonindustrie, yond haar \'oornaamste toepassing in een heel andere be­drijfstak, de computerindustrie, die in die jaren net van de grond kwam. Een van de uitvinders, William Shockley, verliet Bell en vestigde zich in zij n geboortestreek, de Santa Clara Valley. Sa­men met enkele met hem meegetrokken technici richtte hij daar halverwege de vijftiger jaren zijn eigen onderneming op . Met nieuwe ondernemin­gen als Texas Instruments en Motorola werd de­ze koploper in de produktie van transformatoren.

Boston Ongeveer dezelfde tijd, in het begin van de jaren vijftig, verscheen er van de hand van zeven pien­tere studenten van de Harvard Business School (Boston) een rapport genaamd 'The Giant Brain' . Zij voorspelden dat de nieuwe reuze-hersenen, de computer, in de toekomst vele zaken- en kantoor­bezigheden zouden gaan overnemen . Grote on­dernemingen uit die tijd, werkzaam op de zich net ontwikkelende computermarkt negeerden het rapport . Een man, G. Doriot, professor aan Harvard en tevens hoofd van een financierings­maatschappi j, bleefhet echter in gedachten hou­den. Toen een paar jaar na de verschijning enkele technici hem benaderden met het idee een onder­neming op te richten hapte Doriot toe en nam voor 78"10 deel in de nieuwe onderneming: Digi­tal Equipment Corp. Oprichter, en nog steeds di­rekteur Kenneth E. Olsen herinnert zich nog de tijd dat hi j zelf de vloeren veegde. Nu, zo'n vij­fentwintig jaar later heeft DEC een jaar omzet van meer dan 3 miljard dollar, is de grootste op de markt van minicomputers en heeft meer dan 60.000 mensen in dienst. Het prive-vermogen van K.E. Olsen wordt geschat op meer dan 100 miljoen dollar.

Silicon Valley Ondertussen had de techniek niet stilgestaan. De eerste generatie Schumpeteriaanse computeron-

6

dernemers, waaronder Shockley, werd afgelost door een nieuwe. Deze nieuwe genera tie, ook voornamelijk technici, ontwikkelden op basis van de transformator de integrated circuits, kort­weg chips genoemd en brachten ze in hun eigen ondernemingen in produktie. Zo ontsprongen er halverwege de jaren zestig op de zo vruchtbare bodem van Santa Clara Valley vele nieuwe micro­electronica ondernemingen. Voorbeelden hier-

van zijn National Semiconductors, Signetics, Si­liconix en ook Intel, een onderneming opgericht door Rober Noyce en Gordon Moore, beiden ex­werknemers van Fairchild, een onderneming af­stammend van die van Shockley. Intel is in de loop der jaren uitgegroeid tot een van's werelds grootste producenten van micro-electronica, zelfs nog groter dan Fairchild. Deze laatste on­derneming kan gezien worden als een soort moeder-onderneming van ongeveer veertig ande­re. Deze ondernemingen, 00k wei de Fairchild­ren geheten, werden (net zoals Intel), opgezet door technici afkomstig van Fairchild, die het aantrekkelijker leek voor zichzelfte beginnen . De aanwezigheid van vier universiteiten zorgde bo­vendien voor veel aanloop van jonge, kundige mensen. Zo ontstond in de zich ontwikkelende Silicon Valley een sterke, soms moordende con­currentiestrijd.

Route 128 Eenzelfde verhaal is eigenlijk ook te vert ellen over de ondernemingen langs de Route 128. Het al eerder genoemde DEC en ook Wang Labs, de op een na grootste onderneming op het gebied van word-processors werden opgericht door technici afkomstig van Harvard en van het Mas­sachusetts Institute of Technology (MIT). Deze beide ondernemingen zijn weer 'moeder' van ve­Ie, ook in de buurt van Boston gevestigde compu­terondernemingen zoals Data General Corp., Data Terminal Corp. en Centronics. Deze laatste

haalde in 1981 voor het eerst in haar bestaan een negatief resultaat (25 miljoen dollar) . Tussen 'moeder' DEC en 'dochter' Data General ont­stond vlak na de geboorte (aan het eind van de ja­ren zestig) een ware vendetta. De dochter lokte met lucratieve aanbiedingen in de vorm van aan­delenpakketten de getalenteerde technici van de moeder naar zich toe. Verhalen van spionl!.ge en aftappen van telefoons deden de ronde. Toen

echter in het midden van het laatste decennium een hoge marketing-manager, eerst overgestapt naar Data General weer terugkroop in de moe­derschoot, leek de hevigste strijd gestreden. Van­daag de dag is er sprake van een vee I gezondere concurrentieverhouding.

Mededinging Concurrentie tussen computerondernemingen is vaak concreet te vertalen als het touwtrekken om bekwame mensen . Vooral de informele ar­beidsmarkt is belangrijk. In Silicon Valley is me­nige verandering tot stand gekomen bij de borrel in het plaatselijk cafe. Het verhaal van de werkne­mer ($36 .000 p.j.) die in een week z' n salaris ver­hoogde met $6000 door over te stappen naar de concurrent maar weer terugkwam omdat hij daar een das moest dragen, is illustratief voor de grote concurrentieslag om mensen. Ofzoals hij het zelf zei: 'If your employer is a bastard, you just go right on down the road to another firm. You just take another exit offHigway 101 in the morning' .

Niet aileen om de juiste mensen te pakken te krij­gen, maar ook om aan het benodigde kapitaal te komen is het gunstig voor een onderneming om in Silicon Valley oflangs Route 128 gevestigd te zijn. Uit de praktijk is gebleken dat kapitaalver­schaffers minder toeschietelijk zijn als dit niet het geval is .

Page 7: 1982 - Nummer 98 - september 1982

Het gevestigd zijn in een van de twee gebieden is natuurlijk nog geen garantie voor succes. Vele ondernemingen zijn door de sterke onderlinge concurrentie te gronde gegaan. Ook fout manag­ment heeft soms de ondergang van een onderne­ming bewerkstelligd. Een voorbeeld hiervan is Viatron, gevestigd bij Boston en geleid door een ambitieus psychoioog, Bennett.-In een zeer kone tijd groeide deze onderneming uit tot e~n met bij­na 1200 werknemers. Ondanks de beroemde huiskamerputch' - Bennett werd door z'n mede­direkteuren in zijn eigen huiskamer ontslagen -kon de onderneming niet meer van de onder gang gered worden. Ook RCA lukte het niet wonel te schieten bij Boston. Op aandrang van ondeskun­dige direkteuren werd de vestiging gesloten wat de onderneming een strop opleverde van bijna 500 miljoen dollar.

Overnames Met de komst van J apanse en Europese onderne­mingen op de conputermarkt werd de toch al zware concurrentiestrijd nog verhevigd. Onder­nemingen uit het land van de rijzende zon volgen echter een andere taktiek dan de Europese. Pro­beren laatstgenoemden (voorbeelden: Philips, Olivetti, Nixdorf) een voet aan de grond te krij­gen door de overname van Amerikaanse onderne­mingen, Japanse ondernemingen proberen het vooral op eigen kracht. Vooral na de recessie van '75 hebben zij een behoorlijk marktaandeel ver­worven (met name op het gebied van micro­electronita) door het voeren van een scherpe prijsconcurrentie. Bedroeg het chip-marktaan­deel van de Japanners voor '75 nog geen 5 pro­cent, nu is het meer dan vijfkeer zo groot. Gevolg van de prijsconcurrentie was dat vele onderne-

mingen het geld voor onderzoek en investeringen niet meer aileen konden opbrengen. Met als re­sultaat fusies en overnames. Zelfs Fairchild werd overgenomen.

Door. v~k. e_conomen en politici is Silj'£Q.n Valley vaak gebruikt als voorbeeld in hun pleidooi voor het vrije ondernemerschap. De daar aanwezige bijna volkomen concurrentie bracht de maat­schappij vrijwel aileen maar goeds, als aan haar maar de vrije hand werd gelaten. Met de sterke opkomst van de Japanners lijkt het alsof de Ame­rikaanse micro-electronica ondernemingen het mededingingsideaal over boor hebben gezet nu blijkt dat concurrentie ook nadelige kanten heeft. Er is een lobby-campagne gestart om speciale fis­cale faciliteiten te verkrijgen. Voorts dringt men aan op maatregelen tegen de Japanse importen en enkele grote ondernemingen hebben het plan op­gevat om gezamenlijk de marketing en verkoop van hun produkten ter hand te nemen. Maar het licht van de ondernemingen uit het land van de Rijzende Zon schijnt recht in de ogen van de on­dernemers op de Route 128 en de Highway no. 101. Hoeveel van de weg zullen raken is niet te voorspellen.

HvdH

gebruikte literatuur: Tom Forester (ed), The micro-electronics Revolution, Ox

ford 1980

Financieel·economisch magazine, 22 april 1982, biz 404:

natamation, november 1981, biz. 110-118

vervolg van pag. 5

eten. Het is niet de bedoeling dat het een eetcaf! wordt, maar een cafe waar je vootaf of na een etentje nog een lekkere hap en een borreltje gaat halen. Het eten is hier gezond en een bettje lek­ker". Daarom heeft Paul een idee in de praktijk ge­bracht.. Tussenyijf en zes uur (een yan.de pieken. in het bezoekersaantal, zoals de economie­studenten uitgerekend hadden) worden gratis lekkere hapjes aan de bezoekers verstrekt. Dit va­rie'"rt van rolmopsen met garnering tot asperges en salamiworst. In de toekomst wi! hi; champignons- en knoflooksaus;es aan het reper­toir toevoegen. Overdag heeft hij een extra service voor de winke­liers in de buurt. Paul: "Hier zijn veel kledingboetieks. Als er een goede klant is, komt de winkelier snel naar het ca­fe en doet bi; ons een bestelling. Wij serveren dan kome, wijn of wat dan al gewenst wordt in die zaak". De vele economiestudenten, die Paul helpen, worden niet betaald. Zij leren het yak en zullen in de toekomst zeker hun voordeel met de verwor­yen praktijkkennis doen. Paul suggereert, dat het voor hoogleraren een goed idee zou kunnen zi;n om ook eens een be­zoek aan zijn cafe te brengen. Misschien heeft hij wei gelijk. Met het idee op de hoogte te zijn gebracht van een nieuwe gezellige aanwinst in het Amsterdamse cafe-wezen verlaat ik het pando

Cafe "De Hoogte" Nieuwe Hoogstraat 2A tel. 26 06 04

HK

Openingstijden: rna t,indond ·1l .00-01.00 vrijdag en zaterdag 11.00-02.00 zondag 14.00-01.00

Vraagt:

Redakteuren(M/V) In november gaat een van de redaltteuren wegens beeindiging van zijn stu·

die ODS verla ten. Gelet op de werkzaamheden zoekt de redalttie twee nieuwe redaltteuren (M/V). We verwachten van de nieuwe'!'edalttieleden een ruime inzet

uit Interesse voor het redaktionele en grafische werk dat noclig is om acht keer per jaar een leesbaar en goedogend fakulteitsblad te verzorgen.

Ter aanmoediging kan vermeld worden dat bet redaktielidmaatschap onder bepaalde voorwaarden vrijstelling voor een doktoraalscrip­tie kan opleveren. Hierover en over andere zaken geven wi; gelntresseerden in deze 'vacature' graag nadere informatie. De redaktieka­mer i. op de eerste etage van hel Maupoleum, kamer 1339. Wie zich op wil geven voor het redaktielidmaatscbap un ook hier terecbt_ Bi; afwezigbeid van de redaktie is bet mogelijk een briefje met naam, ad res en telefoonnummer acbter te laten in ons postvak bij de portier. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk kontakt op. HopeJijk tot ziens, de redaktie.

Blad van de Economische Faculteit kr. 1339 Tel. 525 249 7

Page 8: 1982 - Nummer 98 - september 1982

Een boekdrukkerij, een spinmachine en een steenkoolmijn Verslag studiereis Vlaanderen

Op een zonnige ochtend in mei vertrokken 17 studenten en een kandidaatsas­sistent onder de enthousiaste leiding van Prof. van Stuijvenberg en Drs. van der Voort naar Vlaanderen. De vakgroep economische geschiedenis had de studie­reis georganiseerd om de in de college's behandelde stof meer aanschouwelijk te maken. Maar toen ons dat verteld werd, hadden we nog niet door dat we een uur lang in een 90 centimeter hoge schacht 800 meter onder de grond moesten krui­pen. Bioed, zweet en tranen; dar werd ons aanschouwlijk. En ook dearbeids­omstandigheden in een kolenmijn.

Vlaanderen economisch centrum In de college's was ons verteld, dat Vlaanderen van de 14de tot de 17de eeuw een belangrijk eco­nomisch centrum was. Met het vervallen van het verschijnsel jaarmarkten kwam de stapelmarkt van Brugge op. Vooral de lakenhandel was be­langrijk; de handel waarmee de opkomst van Ant­werpen nauw verbonden is. De Vlamingen voer­den belangwekkende innovaties in de handel en de produktie door. En zo kon het dan gebeuren, dat aile Belgen-moppen ten spijt Vlaamse vluch­telingen in de Noordelijke Nederlanden 'ontwik­kelingshulp' konden geven. De economisch historici zijn het er niet helemaal over eens, maar het staat wei vast dat Vlaamse immigranten een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de eco­nomische expansie in de Republiek. Ook de cul­tuur hebben zij sterk be'invloed. Dat laatste werd ons tijdens een wandeling door de stadscentra van Brugge en Gent goed duidelijk gemaakt. De geveltjes leken veel op de Amster­damse en waren vee I ouder. Brugge heeft een prachtig Middeleeuws siadsbeeld. De toekomsti­ge gemeentebestuurders onder de studenten lie­ten zich niet ontgaan, dat Brugge aan stadsver­nieuwing doet en wei op een wijze dat het Mid­deleeuwse stadsbeeld niet verloren gaat.

Interessant was het St.Jans Hospitaal, nu het Memling Museum. In de pre-industriele samen­leving waren zieken en armen op liefdadigheid aangewezen. Nonnen konden voor hen zorgen, omdat de rijken legaten (schenkingen) gaven . Waren de rijken zo met het lot van de armen be­gaan? Nee, ze deden het om hun 'eeuwige positie' veilig te stellen.

In Gent werd de burcht bezocht, waar omheen, geheel in overeenstemming met de stedelijke ont­staanstheorie van Pirenne, het Middeleeuwse stadje is ontstaan. Ook bezochten we de St. Baaf­kathedraal, waar het wereldberoemde schilderij 'De aanbidding van het Lam Gods' van Jan van Eyck.

Boekdrukkerij In Antwerpen zijn we naar het Museum van Plantijn-Moretus geweest. Plantijn had zich, zo

8

De meesl£ k rotwaningen zg'n door studenten gekraakt

vertelde de gids, opgewerkt van leerbindersgezel tot eigen aar van een drukkerij. Het was een i1-lustratie v~n de sociale mobiliteit, die in het feo­dalisme u iet mogelijk was, maar in de vroeg­kapitalis;i ,che, pre-industriele maatschappij weI. De gid, kek zo geobsedeerd van deze succes­story, da1ij op de vraag of de boekdrukkerij wei eens gepl<.agd werd door stakingen, het antwoord schuldig moest blijven. Hij vermoedde van niet . Wij wi ; ten wei beter. Plantijn had de gilde­organisatie doorbroken, terwijl van een 'grote fa­milie' aJ lang geen sprake meer was. Stakingen kwamen wei degelijk voor, maar zoiets zal een gids nu eenmaal nooit vertellen. De boekdrukke-

rij was voor ons vooral interessant, omdat het een manufactuur was, de tussenvorm russen hand­werk en machinale produktie.

In Gent konden we kennismaken met de 'In­dustriele Archeologie', de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van uitingen en uitingsvormen van de industriele revolutie. In een nog niet geopend museum konden we de spinmachine 'Jenny' bewonderen, een machine

met 24 spintollen. Het apparaat betekende een enorme produktiviteitsstijging. De kwaliteit van de draad laten we maar in het midden. In ieder ge­val werd textiel er veel goedkoper door.

In een industrieel-archeologische wandeling door oude arbeidersbuurten troffen we allerlei uiterst kleine woninkjes aan, waar je nog geen varkenstal van kunt maken. De cynici onder ons merkten op dat ze nu begrepen hoe de Belgen de woningnood hadden opgelost! Een aardig detail is, dat de meeste krotwoninkjes door studenten zijn gekraakt .

Page 9: 1982 - Nummer 98 - september 1982

Steenkoolmijn De klapper van de studiereis was ongetwijfeld het bezoek aan een echte kolenmijn: de mijn van Be­ringen in de Kempen, geopend in het begin van deze eeuw en nu een van de grootste mijnen van Belgic. Wederom aile Belgen-moppen ten spijt, waren de Belgen niet zo stom om de mijnen te sluiten. De Beringen-mijn is onder de grond ze-

De groep na bezoek aan de kolenmlfn

De loopjongen Dominee Thomas Malthus wist het at Smaak is niet gegeven. Zeker niet.dewansmaak van ande­reno Malthus wond zich op over de voortplan­tingsbehoefte. Mij zit een ontspanningsbehoefte dwars en wei die curieuze behoefte die bevredigd schijnt te worden door de 'walkman', de loopjon­gen. De loopjongen is die miniatuurverbinding van koptelefoon en bandopname die de mobiele me­demens in staat stelt om in elke ruimte zelfverko­zen muziek te horen. Een loopjongen bestelt om zo te zeggen twee ons kaas bij de melkboer plus een Bachk{)raal en een Springsteensong. Muziek is door en voor de loopjongen de allerindividu­eelste.emotie hij de allerindividueelste impressie geworden. Vanafhet ogenblik dat 1k mijn eerste loopjongen zag - het was in de Leidsestraat en hij had rolschaatsen aan - werd mijn vrijetijdsbrein in beslag genomen door de afmattende kwestie of ik tegen ofvoor de loopjongen moest zijn. Tegenargumenten waren. er meteen al bij de vleet. Ten eerste is er een commercieel argument. De loopjongen is van Japanse makelij. Hij is ontwik­keld door Sony. Akio Morita, de vader van Sony, beweert dan wei dat de loopjongen geen heuse in­novatie is maar intussen heeft hij reeds 4.500.000 jongens afgezet. Iedereen weet dat het in deze bo­ze tijden erg onnederlands is om te beginnen aan J apanse vacanties, J apanse racefietsen, J apanse automobielen en J apanse software (om maar te zwijgen over romans over Japanse kampen, Brouwers). Het devies moet dus zijn: koopt een gezonde Hollandsc loopjongen (a Is die er is)! Ten tweede is er een religieus argument. De schepper heeft in het menselijk lichaam enige ga­ten aangebracht die de meesten van ons maar met moeite kunnen tellen. Iedereen weet dat het in de­ze periode van godsdienstig ontwaken hoogst hei­dens is om een of twee van die gaten blijvend te vullen. Het 'devies moet dus zljn: houdt de oren open!

ker 25 kilometer groot, waarvan wij er 15 in een treintje hebben afgelegd. Zeker een uur rammel­de het ding over de smaUe rails. We vreesden, dat we ondergronds de Nederlandse grens passeer­den. Het zou een fraai stukje internationale ar­beidsverdeling zijn, wanneer de Belgen onze steenkool weggraven zonder ooit een Nederland­se douane te hoeven passeren.

Ten derde is er een cultuurkritisch argument. De loopjongen is het symbool van narcisme. De tota­Ie en onmiddelijke vervulling van aUe wens en ter versterking van het eigen ego en ter handhaving van de illusie van een kindertijd. De loopjongen is het narcisme in zijn hoogste stadium. Ik zag in Oostenrijk een loopjongen over een zwarte piste skieen en ik wist bijna zeker dat hij naar Wagner luisterde en dat hij meende dat hij een supermens was. En bij de melkboer is het ook apocalyps nu geblazen voor de Amsterdamse loopjongen die een ordinaire boodschap doet. Iedereen weet dat het ik-tijdperk voorbij is. Het devies moet dus zijn: spreid uw genoegens ('s ochtends vissen, 's middags jagen en's avonds muziek)!

In de laatste plaats is er een socialistisch argu­ment. De loopjongen is het symbool geworden van de Nieuwe Doofheid (ia, lees de Haagse Post van volgende week over de Nieuwe doven). Men stelt zich in op de muziek en sluit zich af van aile overige geluiden van de dag. Wie, zoals ik, een fiauw maar hardnekkig Gemeinschaftsideaal koestert, kijkt met droeve ogen naar dit zelf ver­kozen isolement. De door mijzelf ge'interviewde loopjongens vertelden ook steevast dat hun appa­raat een wapen was in de dagelijkse strijd tegen storende ruimtegenoten (in de coupe, in de win­kel enzovoort). Iedereen weet echter dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de Nederlandse 'Gesellschaft' de crisis doorkomt als zij niet ook een 'Gemeinschaft' is. Het devies moet dus lui­den: staakt het particuliere muziekgenot en geeft U over aan actief community-singing (gelijk de crisisbestendige Britten)!

Bij nader inzien blijkt de zaak ingewikkelder te zijn. Want er zijn ook redenen om de loopjongen in dienst te nemen en zijn slaaf te worden. Een van de loopjongens in mijn kennissenkring bracht naar voren dat 'walky do not talky' bij de melkboer dezelfde moreIe kwaliteit heeft als zwij-

Het treintje bracht ons naar een steenkoollaag. WTe moesten urenlang allerlei schachtendoor. De schacht, waarin gewerkt werd, was nog geen me­ter hoog. Het was een flink gekruip om er door­heen te komen, vooral ook door de hydraulische stutten die we door stofWolken nauwelijks zagen, maar wei voelden. We werden pikzwart. Een­

maal bovengronds waren we niet uit de douches weg te slaan. Dagenlang hebben we nog steen­kool opgehoest. Vreselijk om in een steenkool­rnijn je brood te moeten verdiehen. Verschrikke­lijk dat ze in due hel vroeger vrouwen en kinde­ren stuurden.

De studiereis naar Belgii! was in meer dan fen op­zieht geslaagd. Inderdaad maakte het de stu­diestof een stuk aanschouwelijker. Maar het was vooralleuk. 's Avonds konden we kennismaken met Belgisch pils en Vlaamse jongedames. En in een paar dagen leerden we elkaar beter kennen, dan al die maanden tijdens de college's. Met een uitzondering: Prof. Stuijvenberg kenden we al erg goed,.omdat hij in de college's ook over zich­zelf verteld.

W .M.J. Schoonenberg

gend een boek te lezen in de trein. Dat is helemaal waar. De meeste krantenlezers in de trein van half acht zijn geen consumenten van het wereld­nieuws maar pure misantropen. Hieraan kan worden toegevoegd dat de loopjongen een hl'lgere morele kwaliteit heeft dan de luidruchtige we­reldontvanger waarmee men over het strand fia­neert of de James Overlastmuzak bij de super­markt. Daar komt nog bij dat de geluidskwaliteit van de stereo-Ioopjongen werkelijk voortreffelijk is. Don Giovanni bij de melkboer en je bestelt snik­kend van vreugde twee ons kaas en nog eens twee ons en nog eens ..... Zo kom ik dan uit bij de machtige argumentatie ten gunste van de loopjongen die door de econo­mie wordt aangeboden. Een binnenlandse loopjongen past heel goed in het consumptiescenario voor de werkgelegen­heid van Rob de Klerk, voigt de productlevenscy­clus van Henri de Jong op de voet, kan verkocht worden aan stille genieters in de centraal geleide volkshuishoudingen (met wie wij volgens Mi­chael Ellman commercieel contact moeten blij­ven houden), is straks weggelegd voor de laagste inkomensdecielen van J oop Odink en kan in de variant loopvrouw ook benut worden tijdens het overleg van Marga Hundt en Hettie Buter. De loopjongen past zelfs goed in het concept van col­lectieve actie van Hans van den Doel. In de Vere­nigde Staten is gebleken dat loopjongens uiterst kwetsbaar zijn in het snelverkeer (met Bach, Springsteen, Wagner en Mozart onder een bum­per dus). Een pleidooi voor regulering kan hier dus niet uitblijven. Een stoet van faculteitseconomen (heb ik iemand overgeslagen?) zal zieh dus scharen achter de loopjongen. Tegen ofvoor de loopjongen? Het is maar welk argument het zwaarst weegt. Ikzelfben intellectueel. Ik ga morgen proberen of je ook met een boek de straat op kan.

Jos de Beus

9

Page 10: 1982 - Nummer 98 - september 1982

Steunen of kreunen? Met het steeds groter worden van de ekonomi­sche problemen wordt de diskussie over het nivo en, vooral, de aard van de overheidsbemoeienis met het bedrijfsleven steeds belangrijker. Het beleid van de ministers Terlouw en Van Aar­denne vertrouwt volledig op de werking van de vrije markt. In moeilijke tijden heeft het be­drijfsleven aileen een steuntje in de rug nodig in de vorm van loonkostensubsidies, WIR-premies, kredieten. Naast dit globale struktuurbeleid wordt, met name uit een progressieve hoek, gepleit voor eengericht struktuurbeleid. Beleid met een visie. Het beln­vloeden van de onderlinge verhoudingen in de ekonomie door middel van een aktiefbeleid, ge­richt op bepaalde delen en aktiviteiten in de eko­nomie. Tot nu toe is deze diskussie voornamelijk ge­voerd via nota's en rapporten van talloze kommis­sies, ministeries en andere instellingen. In de we­tenschappelijke literatuur is hierover weinig ge­schreven. Daarom is het boekje dat vlak voor de grote zomerslaap is verschenen onder redaktie van Hein Vrolijk en Richard Hengeveld zeer in-teressant. Niet aileen daarom trouwens. . In het boek, ' interventie en vrije markt', wordt

een overzicht gegeven van het industriebeleid in pen op een rijtje, waarmee de verschillende Nederland. Daarnaast is het een warm pleidooi aspekten van een gericht struktuurbeleid gesyste­voor progressieve struktuurpolitiek. matiseerd kunnen worden. Hiermee wordt een Rob de Klerk en Clemens Lutz gaan in het eerste eerste aanzet gegeven tot het ontwikkelen van een artikel in op het ka!:~~er van het industriebelei~L __ prQgressieve struktuurpolitiek .. in Nederland na de tweede wereldoorlog. Tevens Achterin het boek zijn bijlagen te vinden. De besteden zij daarin aandacht aan het rapport eerste geeft een overzieht van de financiele om­'Plaats en toekomst van de Nederlandse in- yang van de steunverleningen. Bijlage twee is een dustrie', in 1980 uitgebracht door de WRR en het begrippenlijst die je tenminste enigszins wegwijs rapport van de kommissie Wagner (mei 1981). maakt in de wirwar van termen op dit terrein. Hein Vrolijk beschrijft vervolgens de opkomst en In zijn geheel genomen een bundel waarmee je je neergang van de Nederlandse Herstructure- kunt orienteren op een uiterst aktueel gebied. Zo­ringsmaatschappij (N ehem). Hij konstateert als de redakteuren het zelf zeggen: 'voor alles is hierin dat het uitgesloten is dat de Nehem een rol het boek bedoeld voor diegenen die geinteres­kan spelen bij een anticiperend en gericht struk- seerd zijn in lessen die uit het verleden te trekken tuurbeleid zoals bijvoorbeeld door de WRR zijn en in aanzetten tot een progressieve struk-wordt bepleit. tuurpolitiek' . JJ Robert Jan Spierenburg behandelt in het derde artikel de steunverlening aan individuele bedrij­yen. Hij komt tot de konklusie dat de staat aileen zelf beslist of en in welke omvang steun wordt verleend, terwijl de verdere uitvoering overgela­ten wordt aan commerciele instellingen. In het slot artikel stelt Hein Vrolijk zich de vraag, wat is struktuurbeleid? Hij bekritiseert hierin de vastgeroeste ideeen en zet verschillende begrip-

INTER VENTIE EN VRIJE MARKT Overheidsbeleid ten aanzien van de struktuur van de Nederlandse ekonomie Auteurs: Rob de Klerk, Clemens Lutz, Hein Vrolijk en Robert Jan Spierenburg Redaktie: Hein Vrolijk, Richard Hengeveld Uitgeveni SUA Amsterdam, pnis f 19,50

Economen over crisis De banenplannen van verschillende politieke kleur vulden een tijdlang heel wat economische rubrieken in dag- en weekbladen. De verschillen in de politi~ke invalshoeken komen niet uit de lucht vallen. Aan de keuze voor het ene ofhet an­dere plan ligt, in het gunstigste geval een brein vol ideeen of een plank vol theorieen ten grondslag. De uitdrukking 'zoveel economen, zoveel theo­rieen' is bekend. Zoveel recepten ter bestrijding van de crisis kan daar zonder problemen aan wor­den toegevoegd. Dit betekent echter niet dat er niet over economische stromingen gepraat kan worden. Stromingen waarvan de representanten wanneer het even grimmig wordt als kemphanen tegenover elkaar staan. In hun publikaties vallen ze de ander aan en proberen, soms meer met reto­riek dan met resultaten van onderzoek hun gelijk te krijgen. 'I 'd rather have history on my side than professor Friedman', Galbraith uit het kamp van de institutionalisten tegenover de monetarist Friedman. Dit cilaat van de econoom met het grootste le­zerspubliek is de tilel van een van de artikelen die gebundeld zijn in een nieuwe uitgave van de In­termediair B.ibliotheek: Economen over crisis. Een boek dat is uitgegeven omdat de noodzaak werd gevoeld in een tijd van economische crisis in te gaan op de verschillende economische theo­rieen waarmee we crisisverschijnse1en zouden kunnen verklaren en beleidsvoorstellen formule­ren en op hun waarde schatten. Het handelt niet om een crisis in'het bijzonder maar het verschijn­sel economische crisis staat centraal. Het gaat in 'Economen over crisis' om de verschillen van in­zieht over aard, achtergrond en aanpak van eco­nomische crises. . De opzet van de reeks artikelen, die eerder dil jaar in het weekblad intermediair verschenen, heeft een boeiend stuk economische literatuur opgele­verd. Verschillende auteurs behandelen het cen-

10

trale thema aan de hand van theorieen zoals die door minder of meer invloedrijke economen is uitgewerkt. Het zijn bekende namen - Keynes, Schumpeter, Robinson, Mandel, Tinbergen en vele anderen - die staan voor uiteenlopende rich­tingen binnen de economische wetenschap. Elk artikel geeft meer dan alleen de theorie. De ver­schillende economen krijgen biografische aan­dacht, de theoretische behandeling gaat gepaard met inhoudelijke overzichten van hun, in meer of mindere mate uitgewerkte beleidsvoorstellen.

Interviews Naast de beschrijvende artikelen zijn er twee in­terviews in de bundel opgenomen. Rob de Klerk praat met Paul Samuelson en John Kenneth Gal­braith. In beide interviews wordt ingegaan op de vele, op zich vaak weer omstreden indelingen in de econmische wetenschap - keynesianen, neo, post en zelfs neoklassieke bastaard -keynesianen -en hun plaats daarin. Zelfs de overal ijdel ge­noemde Galbraith vindt de indeling in galbraithi­anen en non-galbraithianen wat te ver voeren. Het gesprek met Samuelson is naar mijn idee een heel belangrijke bijdrage. Niet dat de hamvraag bij crisisbestrijding - de prijsopgave van maatre­gelen die moe ten leiden tot economische herstel­wordt beantwoord, maar de benadering van Sa­muelson heeft ondanks zi;n pessimisme iets uit­dagends. Votgens hem is het in aile westerse landen zo ake­lig ni;pende probleem stagflatie- (stagnatie en in­flatie die sinds de jaren zeventig op hetzelfde mo­ment optreden in plaats van elkaar afwisselend in perioden van depressie of over hitting van de eco­nomie) diep verankerd in onze gemengde econo­mie. Onder gemengde economie wordt een situa­tie verstaan zoals wi; die in ons land kennen; on­dernemingsgewijze produktie met overheidsin­menging door een democratisch gecontroleerde regering.

Deze gemengde economie heeH te Kampen met de spanning tussen economische efficientie van het marktmechanisme en rechtvaardigheid als ideaal. De Klerk en Samuelson praten over de maatschappelijke beperkingen die aan een in principe mogelijke oplossing worden gesteld. 'Fascistisch kapilalisme' in Chili, Zuid-Korea en Singapore, waar volgens Samuelson een regering aan de macht is die besluiten kan decreteren bij de gratie van gebrek aan vrijheid, keurt deze eco­noom niet aileen af maar hi; trekt ook in twi;fel of de welvaart gekombineerd gaat met op de lange duur hand te haven diktaturen; willen mensen deze prijs betalen? Voor Samuelson is de grootste uitdaging het behouden van de politieke cons tel­latie, de de mokra tie, op basis van een groot deel van de economische efficientie. Hij hoopt dat dat kan, maar in zijn ogen is stagflatie de prijs voor een menselijke maatschappij .

Dit soort interviews lijken altijd te kort . Je zou nog zoveel meer willen vragen of die per in willen gaan op onderwerpen die in het gesprek wat blij­yen liggen zoals in dit geval bijvoorbeeld de wis­selwerking tussen het stand punt, de ideologie van een econoom en zijnlhaar theorie. Net als in zo'n interview voert het te ver in deze recensie uitgebreid op aile onderwerpen in de ar­tikelen in te gaan. 'Economen over crisis' is een zeer aan te bevelen boek. Het is bovendien goed uilgegeven, overzichtelijk opgebouwd en mooi geillustreerd met getekende PQrtretten van de be­schreven economen. Onder auteurs bevinden zieh naast de reeds genoemde wetenschappelijke medewerker op ons instituut, Rob de Klerk, an­dere die wij kennen van kollegezaal en kantine, Jos de Beus, Michael Ellman en Maria Brouwer.

11S Economen over crisis,' redactie Marianne Smit, Harmen Verbruggen. Intermediair Bibliotheek 1982. Prijs: f 37,50

Page 11: 1982 - Nummer 98 - september 1982

Sgroothandel Het rapport 'Sgroothandel', vervaardigd in opdracht van de Stuurgroep Dienstenonderzoek, beschrijft het weI en wee van de groothandel in schroot, ou­de materialen en andere afvalstoffen. De stuurgroep is de 'Commissie Wagner' voor de commerciele dienstensector. Haar taakgebied omvat het opsporen van zogenaamde 'stuwende' bedrijfstakken1), die uit oogpunt van het stimuleren van werkgelegenheid perspectiefbieden, het identificeren van de algemene en speci­fieke ontwikkelingen in die bedrijfstakken en het aangeven van de oorzaken en gevolgen daarvan. Daarnaast worden de vestigingsplaatseisen nader bekeken in verband met het belang van de commerciele dienstensector voor regionale ont­wikkeling. Om haar taak uit te voeren heeft de Stuurgroep een groot aantal onderzoeken la­ten doen in de bedrijfstakken van de commerciele dienstensector. Een van die bedrijfstakken, naast onder meer de groothandel in machines, ingenieurs­diensten, transport- en opslagbedrijven, buitenschools onderwijs, toerisme en de sterk in opkomst zijnde informatie-sector, is de afvalverwerking en -verwijdering. Om enige beperking in dit op zich al zeer gedifferentieerde onder­zoeksveld aan te brengen heb ik me beziggehouden met de groothandel in ach­tereenvolgens ferro-schroot, non-ferro-schroot, oud papier, textielafvallen en slacht(afval)produkten. De uit het onderzoek verkregen gegevens zijn gebaseerd op relevante literatuur, gesprekken met deskundigen zowel uit het bedrijfsle­yen, als ook uit kringen van de overheid en twee schriftelijke enquetes, gehou­den onder groothandelsbedrijven in oud papier en in slacht(afval)produkten. Een aantal aspecten, al dan niet gericht op specifieke branches komen in het na­volgende aan de orde. Structuur van de handel De structuur van de handel is van een ken mer­kende piramidale vorm. Deze komt in alle onder­zochte branches naar voren en is inherent aan het feit, dat de inzameling van de afvalstoffen een zeer belangrijk bestanddeel is van de handel in schroot, oude materialen en andere afvalstoffen. Dit heeft onvermijdelijk tot gevolg, dat zich een brede basis vormt van vele kleine handelaren, die de inzameling verzorgen. Centralisatie van deze functie is vrijwe1.onmoge­lijk, in verband met de dan hoog oplopende trans­portkosten. De afvalstotfen komen in alle geval­len uiteindelijk terecht bij circa twintig midden­en grote bedrijven, die in staat zijn de aangebo­den hoeveelheden op de kwalitatieve en kwantita­tieve specificaties van de vrager te brengen, meestal de verwerkende industrie. Alleen bij de textielafVallen is er een niet-industriele vrager,

1*

2* 3* 4* 5* 6*

7*

Noord­Holland

16,4

23 10,9 18,9 24,8 12,1

16,9

Zuid­Holland

21,9

27,9 31,8 12,6 21,6 35,5

29,9

Utrecht

6,3

7,9 1,2 8

14,4 6,7

7,2

namelijk de tweedehands-kledingmarkt. Het on­derste echelon van de piramide, 'de kleille hande­laar', vervult een regionaal verzorgende taak. Dit in tegenstelling tot het hoogste echelon, dat door bewerking, sortering en reiniging relatief de meeste waarde aan de afvalstoffen toevoegt. Daar wordt extra inkom en en werkgelegenheid voor de regio geschapen waarvan de diensten zich uit­strekken buiten de locale markt. Uit dien hoof de hebben de bedrijven uit dit echelon in principe een 'stuwend' karakter.

Vestigingsplaatskeuze De vestigingsplaatskeuze van de bedrijven is vaak bepaald door historische en persoonlijke motieven, hetgeen gestaafd wordt door het grote aantal familiebedrijven in deze sector. Een gunstige ligging en verkeerssituatie wordt erg be­langrijk geacht. In dit verband wordt de nabij-

Gelder­land

12

6,5 14 22,9 6,3 9,7

9,9

Overijssel Groningen Friesland incl. IJ ssel-meerpolders

7,6 4,1 4,1

1,4 4,4 4,4 25 2,7 8,6 8,6 3,4 5 0,9 3,6 6,4 1,9 1,7

7,1 2,8 2,9

1 * procentuele verdeling van de bevolking over de provincies.

heid van de toeleveranciers over het algemeen ho­ger gewaardeerd dan de nabijheid van de afne­mers. Uit de enquetes bleek, dat subsidies, pre­mieregelingen, vergunningenbeleid en andere overheidsregelingen een belangrijke overweging zijn bij de keuze van een vestigingsplaats, maar dat, eenrnaal gevestigd, deze regelingen niet vol­doen aan de wensen van de bedrijven, wat tot ui­ting kwam in het laagste waarderingscijfer in ver­gelijking met de andere factoren. Grootste be­zwaar is gericht tegen het niet uniforme over­heidsbeleid, vooral op gemeentelijk niveau. Dit heeft tot gevolg, dat bedrijven in een bepaalde ge­meente comparatieve voordelen genie ten ten op­zichte van die in een andere gemeente en dat kan de marktstructuur aantasten. Het verdient daar­om aanbeveling te komen tot een landelijke vast­legging van de vestigingseisen, gezien de noodza­kelijke functie van de activiteit van de afvalstof­fenhandel, namelijk het verwijderen van afval, om in de toekomst zeker te zijn van voldoende re­gionaal gespreide vestigingen2). (zie tabel)

Tenslotte kan worden opgemerkt, dat de kosten van gebouwen en grond laag dienen te zijn, als ge­volg van het voorraadhoudende karakter van de groothandel in deze sector en het daarmee ge­paard gaande grote beslag op ruimte.

Overheid Zoals reeds aangestipt vervult de groothandel in afvalstoffen een zeer nuttige functie op het ter­rein van de afvalverwijdering en -verwerking. Deze functie sluit goed aan bij de overheidsdoel­einden ten aanzien van het afvalstoffenbeleid, na­melijk het verminderen van lucht-, water- en bo­demverontreiniging; het verkleinen van de hoe­veelheid afval en het voork6men van grond­stoffen- en energieverspilling. De aangegeven hoofdwegen om deze doelstellingen te bereiken

Drenthe Zeeland Limburg Noord-Brabant

3 2,5 7,6 14,5

0,5 3,6 3,2 16,9 0,8 3,5 10 1,1 0,6 4,6 10,9

0,5 0,9 22,1 2,5 0,8 9,5 13,2

1,4 1,5 5,9 14,6

2* procentuele verde ling van het aantal werkzame personen in de groothandel in ferro- en non-ferro-schroot per provincie. 3* procentuele verdeling van het aantal werkzame personen in de groothandel in slacht(afVal)producten per provincie. 4* procentuele verdeling van het aantal werkzame personen in de groothandel in oud papier per provincie. 5* procentuele verdeling van het aantal werkzame personen in de groothandel in textielafvallen per provincie. 6* procentuele verdeling van het aantal werkzame personen in de groothandel in overige afValstoffen per provincie. 7* procentuele verdeling van het aantal werkzame personen in de groothandel in schroot, oude material en en andere afvalstoffen per provincie.

(7=2+3+4+ 5+6).

11

Page 12: 1982 - Nummer 98 - september 1982

··JONGE 8EDRlJfSECONOMEN­VAN THEORIE NAAR ACCOUNTANTSPRAKTIJK

De accountancy vindt zijn basis in de bedrijfs­economie.

Vandaar dat Klynveld Kraayenhof & C o. jonge bedrijfseconomen die registe raccountant willen worden een interessante loopbaanmogelijkheid aanbiedt. Een combinatie van werken en doel ­gericht verder studeren om straks een fun ctie als

. accountant te bereiken.

TOEKOMST Grot!" intemation ale ondememingen behoren

tot onze c1ienten, maar ook zee r vee l kle ine en middelgrote bedrijven en inste llingen in Nederland.

In onze op dienstverlening ingestelde flex ibele organisatie krijgen jonge bedrijfseconomen de gelegenheid een brede e rvaring op te doen. Werken op kwalitatief hoog profess ioneel nivea u met een grote mate van zelfstandigheid en afwisseling in het we rk.

Oat moet ook wei want wij vinden dat zij allround registeraccountant moeten worden.

Ons planningssysteem en loopbaanplan zijn gericht op interne promotie naar functit'S op hoog n iveau. Ze voorzien in de inzet bij gro te en kleine clienten waar gevarieerdc controk- en adviesopdrachten worden uitgevoerd in kleine teams.

[n combinatie met werkoverleg en vak­technische ondersteuning door het Directoraat Vaktechniek biedt dit de rede mogelijkheid snel te onderkennen welke controle-aanpak de beste is. Ook een eventuele specialisatie in de EDP­auditing of het organisatieadvieswerk hoort daarbij. U itzending naar het buitenland behoort - zeker na het afstuderen - tot de mogelijkheden.

STUDEREN V~~r de accountantsstudie wo rden ruim!"

faciliteiten geboden.

Klynveld Kraayenhof Ii< Co. is gevt'stigd in,

Daarn aast hebben wij een intern ople idings­programma dat vom economen beg in t met een speciale in t roductiecursus van vier maal een week.

[ let permanente educatieprogramma zo rgt ervoor d at U ook na Uw <lfs tuderen als accountant bij kunt blijven .

INLlCHTlNGEN Indien U zich tot het boe iende accountants­

beroep voe lt aanget rokk en zullen wij l.! gaarne nader inFormeren. Een psychotechnisch onderzoek maakt deel uit van de se lectie­p rocedure.

Een gesprek kunt U telefonisch of schrifte lijk aanvragen bij het Hoofd van de afd eling Person eelsza ken, Prinses Irenestraat 59, 1077 WV Amsterdam. Telefoon 020 - 5461238. V~~r meer inFormatie kunt L' gebruik maken

van Vid itelllob-data * 30346.:1+

WERKENIN DE ACCOUNTANCY

Mo!\e!ijkheden genoeg. Klynve ld KrJayenhof IX Co. is t'l'n groot

Nederl ands dCcollntantskan toor met 24 kdntort'n in ederland . Wij maken dee! ll it V,Ill een fede ratit'f samenwt'rk ings­verhand van accoun tan tskanto f<.'n over dc' gt'hdt' w<.: re!d , Klynve!d Main Goerdeler (K MG ).

Done samenwerking met «)lIega's in z<:er w ei b nden verste rkt de internat ionale orit-ntatk en sb gvJa rd ighe id . Het hoofdkantoor van KMG is in Amsterdd m gevestigd.

De d ienstverlen ing van Klynve ld Kraayenhof IX Co. omvdt niet allt'en de contro le Vdn de jaorrekening maa r zeker ook ad viezen o p alltomatiserings. ad min ist rJtief. o rgani satorisch. bedr ijfseconomisch en fiscaa l ge bied.

Vanzelfsprekend biedt e<.'n dergelijke organisatk haar medewerkers een scala van mogelijkheden.

Amste rda m. Almere. Amersfoort. Apeldoorn. Arnhem. Bred a. Deventer. Doetinchem. Dord recht. Drachten. Eindhoven. ·s-Gravenhag<:. Groningen. H oarle m. Heerlen. Henge lo. ·s- Hertogenbosch. H oorn. Leeuwarden. M iddelbll J'g, Nijmegen. Rotterdam, U trecht, Zwolle

Page 13: 1982 - Nummer 98 - september 1982

zijn: minder en/of efficienter verbruik van mate­rialen, verlenging van de levensduur van produk­ten waarin schaarse grondstoffen zijn verwerkt en het terugwinnen of recyc1en3) van zoveel mo­gelijk materialen uit de afvalstroom of gescheiden inzameling aan het einde van de verbruiksweg. Ook het bedrijfsleven is zich steeds meer bewust geworden van zijn eigen taak en verantwoorde­lijkheid op deze terreinen. Een probleem op dit niveau echter wordt gevormd door het verschil in beleidsuitgangspunten bij het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiene, waar zuiver naar de milieutechnische aspecten gekeken wordt en het Ministerie van Economische Zaken, waar het bedrijfsbe1ang voorop staat. Dit verschil is in de praktijk waarneembaar en schept grote ondui­delijkheid bij de bedrijven, aangezien zij de over­heid als een instantie beschouwen.

Ontwikkelingen In twee van de onderzochte branches, de oud pa­pierhande1 en de handel in non-ferro-schroot, kwamen duidelijk uitschakelingstendensen naar voren met betrekking tot de groothandel. De ver­werkende industrie neemt daar steeds vaker de groothandelsfunctie over. De reactie van de groothandel om aan deze tendensen het hoofd te kunnen bieden zou, naast het streven naar kosten­verlaging, gelegen kunnen zijn in het geven van

Nigeria, negen Onder deze titel hebben studenten van de econo­mische faculteit een 200 pagina's dik rapport het licht doen zien over belangrijke aspecten van de Nigeriaanse economie. Drs . R.O.B . van den Bergh heeft in Rostra 94 uitgebreid verslag van deze door het ISMOG georganiseerde studiereis uitgebracht. Nigeria is in vele opzichten een inte­ressant land in ontwikkeling. De sterk gestegen olieinkomsten sinds '73 maakten het in dit dicht bevolkte land in Afrika mogelijk, grote projecten op te zetten dan wei nieuwe ontwikkelingen te initieren. Deze negen Studies hebben dan ook al­Ien direkt ofindirekt te maken met de consequen­ties van de gestegen olieinkomsten. De keuze van dit uitgangspunt he eft eveneens een keerzijde; zo is in dit rapport geen rekening gehouden met sterk teruglopende olieopbrengsten in de eerste helft van '82. Daarnaast is het nauwelijks moge­lijk een totaal beeld te schetsen van wat nu met de­ze extra olieinkomsten wordt gedaan.

Het eerste artikel van de hand van ISMOG­medewerker Wahab behandelt de politieke en economische ontwikkelingen in Nigeria. Het schetst een achtergrond en een kader waarbinnen de andere studies bekeken dienen te worden. Aan het eind van zijn beschouwing stelt de auteur een welhaast filosofische vraag: Heeft de groei van het BNP als gevolg van olieinkomsten wei een te­genhanger in de vorm van reele ontwikkelingen, zoals onderwijs, medische voorzieningen etc'? Voriskovia en E. van den Berg beschrijven in hoofdstuk 2 hoe de planningsmachine werkt in dit kapitalistisch georienteerde land. Elke 5 jaar wordt een plan opgesteld waarbij zich de nodige technische en bestuurlijke problemen voordoen. Zo is hetlaatste 5-jarenplan al twee jaar in wer­king zonder dat dit formeel is goedgekeurd door het Huis van Afgevaardigden. In hoofdstuk 3

een andere inhoud aan haar functie. Dit heeft bij­voorbeeld al tot gevolg gehad, dat een aantal be­drijven zich van inzamelaar en sorteerder pur sang ontwikkeld heeft tot semi-industriele onder­nemingen, wellicht onder het motto: 'If you can't beat them join them'. Er is geen sprake van een 'groeisector'. Het per­spectieflijkt voor geen van de onderzochte bran­ches onverdeeld gunstig. Ais gevolg van hogere kosten en mondiaal teruggelopen economische activiteit is een dalende winst-verwachting vast­gesteld, wat tot gevolg kan hebben, dat noodzake­lijke investeringen achterwege blijven. De werkgelegenheid zal, naar de door de onder­nemers uitgesproken verwachting, de komende vijf jaar over het algemeen stabie1 blijven op het huidige niveau, namelijk ongeveer twaalfduizend werkzame personen in de groothandelsbedrijven met als hoofdactiviteit schroot oude materialen en andere afvalstoffen. Knelpunten voor een adequate bedrijfsvoering liggen voor aile branches met name op het kosten­vlak. Loon-, energie-, milieu- en transportkosten werden in deze volgorde het meest genoemd. Op grond van de gegevens en resultaten zijn ech­ter geen uitspraken te doen ten aanzien van de niet onderzochte branches in deze sector, zoals bijvoorbeeld de handel in kunststof- en glasafval­len. Wei is besloten, mede naar aanleiding van

onderhavig rapport, geen nader onderzoek te ver­rich ten, aangezien de afValverwijderings- en -verwerkingssector vanuit de optiek van de Stuur­groep, onvoldoende perspectiefbiedt.

noten: 1) SlUwend zijn die bedrijven, waarvan de diensten

zich uitstrekken buiten de locale markt en die bij vestiging en u!itbreiding, extra inkomen en werk· gelegenheid scheppen voor de regio.

2) Ontleend aan: Orientatie ferro·schroothandel; Stichting Nederlandse Herstruemreringsmaat­sehappij, 's·Hertogenboseh, aug. 1979.

3) Recycling (het terugbrengen in de kringloop) om· vat drie fasen: 1. inzameling van gebruikte materialen; 2. sorteren en bewerken, of wei veredelen van de materialen;

Deze twee fasen worden samen de 'reeuperatie' ge­noemd, het gesehikt maken voor de derde fase; de reeu­peratie wordt uitgevoerd door de groothandel.

3. het herbewerken tot secundaire grondstoffen, uitgevoerd door de verwerkende industrie.

Philip Monas heeft in het kader van de bedrijfs­kundige studierichting (inlichtingen daarover bij Prof. Dr. H . van der Weel, kr 3314)eenstagegelo­pen bij het Ministerie van Economische Zaken, len behoeve van de Stuurgroep Dienstenonder­lOek .

economische studies wordt het functioneren van de olieindustie door E. van den Berg uiteengezet. Diepgaand wordt ingegaan op de relaties tussen de overheid en de grote olieconcerns, over de contract en, de afro­ming van de winst en waarom de olieconcerns geen investeringen meer in Nigeria verrichten. Helaas heeft de auteur onvoldoende voorzien dat de export van Nigeriaanse olie wederom zou in­storten in de eerste helft van '82, maar ja de stu­diereis yond ook eind '81 plaats.

De landbouw (hoofdstuk 4) nam in het verleden een dominante positie in. Echter, sinds de bur­geroorlog is Nigeria van een voedsel-exporteur verandert in een netto voedsel-importeur. Door middel van een ambitieus programma, 'The Green Revolution', tracht de overheid het tij te keren . De auteurs Lutz en Middelaar staan nogal gereserveerd tegenover deze plannen, ze­ker voor wat betreft de resultaten op korte ter­mijn (tIm 1985). In een artikel over de cacao-verwerkende in­dustrie beschrijft van Das hoe de overheid tracht deze bedrijfstak met subsidies op te zetten. De conclusie luidt, dat dit geen verstandig beleid is, omdat er vele technische problemen zijn en het ten tweede de vraag is of de (buitenlandse) consu­mentenlanden deze chocolade van waarschijnlijk lagere kwaliteit willen afnemen. Ondanks de stijging van het BNP is de situatie van de arme Nigeriaan niet verbetert, aileen de midden- en hogere klassen hebben hiervan gepro­fiteerd . Het is jammer, dat deze conclusie van Bossert en Y ong in hoofdstuk 6 meer op ver­moedens, o.a. wat in andere landen is gebeurt, dan op feitelijke gegevens over Nigeria, berust. Welke rol s pelen de commerciele banken in het fi­nancieren van ondernemingen en kunnen niet­commerciele banken hiaten hierin opvangen?

Het lijkt of Teulings zich deze vraag gesteld heeft . De financiele overheidsinstel1ingen steu­nen zijns inziens wei de zwakke sectoren maar daarin voornamelijk de grot ere ondernemingen (hoofdstuk 7). In hoofdstuk 8 analyseren R. van den Bergh en Scholte hoe de woningmarkt in Lagos functio­neert. De wet van vraag en aanbod lijkt hier niet te werken. Er bestaat een chronisch tekort aan huizen. Voor de betere huizen moet doorgaans vijfjaar huur betaald worden bij het betrekken er­van. Dit is gelijk aan de totale bouwsom. Mensen met een midden-inkomen verdringen de armere bevolkingsgroepen van de markt van de 'low­cost-housing'. De lagere klassen komen dan ook in krottenwijken terecht zonder electriciteit, wa­ter en riolering. In het laatste artikel, hoofdstuk 9, wordt de ver­plaatsing van de hoofdstad naar Abuja door R. van den Bergh en Scholte bestudeerd. Zij was na 'The Green Revolution' beleidsprioriteit nummer 2. De etnische neutraliteit van Abuja en de congestie in Lagos maakten dit ambitieuze project mogelijk en noodzakelijk. Ondanks plan­ningsproblemen, gebrekkige coordinatie, perso­neelstekorten en f:nanciele consequenties zal Abuja reeds in 1986 een realiteit zijn.

Helaas is aan deze bundel studies geen afsluitend, conc1uderend hoofdstuk toegevoegd, waardoor het onderlinge verband tussen de artikelen niet overal even duidelijk is. Daarnaast laat de aankle­ding van dit rapport te wensen over. De foto's zijn slecht en er zit geen leuk kane omheen. Voor degenen die hier geen aanstoot aan nemen is het een zeer lezenswaardige bundel geworden waarbij een gedegen brok informatie wordt vel" ­schaft over het reilen en zeilen van een ontwikke· lings land in opkomst. HK

13

Page 14: 1982 - Nummer 98 - september 1982

Op mondiaal niveau neemt Peat Marwick International (PMI) een toonaangevende plaats in op het gebied van de accountancy, belasting- en organisatie-<ldviezen. Wereldwijd telt de organisatie 24.000 medewerkers en 300 vesti­gingen in 80 landen. Het omzet­niveau heeft de 2 miljard gulden bereikt In Nederland is PMI ver­tegenwoordigd door Peat Marwick Nederland met vestigingen in Amsterdam, Arnhem en Den Haag en 150 medewerkers in totaal. Onze praktijk weerspiegelt het internationale karakter van Peat Marwick Nederland: niet aileen het aantal Nederlandse clienten groeit snel, ook de dienstverlening aan de Nederlandse vestigingen van Amerikaanse, Japanse, Britse en andere Europese clienten expan­deert sterk.

IONGE BEDRIIFS­ECONOHEN Peat Marwick Nederland voert een actief en progressief promotiebeleid . Dat is niet aileen een filosofie, ook door de aanhoudende groei wordt dit beleid verwezenlijkt Daardoor kan met zekere regelmaat een nieuw aantal mensen aan een voorspoedige carriere beginnen Deze gelegenheid doet zich nu voor op onze kantoren in Amsterdam, Arnhem en Den Haag

D e eerste twee wen zult u biJ Peat Marwick Nederland onder de verant­woordelijkheid van een manager controle-onderzoeken voorbereiden en uitvoeren . Na twee par zult u in staat ziJn deze prOJecten onde~ eigen verantwoor­delijkheid afte wikkelen

B ij Peat Marwick Nederland wordt hard gewerkt en heersen zeer uitgesproken opvattlngen over hoe dat werk dient te worden uitgevoerd U bent bij Peat Marwick Nederland op uw plaats als u niet aileen zelfstandig kunt werken, maar ')ok met een grote mate van zelfbewust­heid kunt optreden. Het spreekt vanzelf dat ook representativiteit een voor­waarde is. Het werk is veeleisend en u zult met elkaar snel afWisselende problemen van grote diversiteit te maken krijgen. Bent u ambitieus genoeg om dat als een uitdaging te zien, dan bent u van een goede carriere bij Peat Marwick Nederland in principe verzekerd.

Tegenover dit niet geringe eisenpakket staan niet aileen voorspoedige vooruit­zichten, maar staat ook een inkomen dat evenals de secundaire arbeidsvoor­waarden uitstekend is.

O mdat Peat Marwick Nederland door­studeren noodzakelijk acht, bestaan er goede studie-faciiiteiten, waaronder doorbetaald studieverlof Verder is er een uitgebreid intern opleidings­programma, dat o.a. intemationaal (Londen en Parijs) wordt georganiseerd Het volgen van interne en externe specialistische cursussen wordt sterk aangemoedigd

D e sollicitatieprocedure wordt gekenmerkt door de voortvarendheid die Peat Marwick Nederland eigen is. Na een orienterend onderhoud krijgt u de gelegenheid om met toekomstige collega's van gedachten te wisselen over een carriere bij Peat Marwick Nederland. Bij blijvende wederzijdse belangstelling kan de sollicitatie binnen enkele weken afgerond zijn.

V oor meer informatie en het maken van afspraken kunt u contact opnemen met H van DieJie in het kantoor Arnhem, te l. 085 - 513515 (na kantooruren 055-333458) of de heerH.G. Krekel in het kantoor Den Haag, tel. : 070 - 472511 (na kantooruren 078 - 194071)

Peat MarwickNederland Laan ,(an Nleuw Oost-Indie 127, 2593 BM Den Haag; Herengracht 566, 1017 CH Amsterdam ; Eusebiusbuitensingel 3, 6828 HS Arnhem.

Page 15: 1982 - Nummer 98 - september 1982

Dageraad De 12~ Fakulteitsraad

De juni vergadering van de raad is traditioneel een vergadering met vee I onderwijspunten op de agenda. De onderwijsprogramma's voor het vol­gende jaar moeten dan goedgekeurd worden. Dit jaar kwam daar nog de staart van de invoering van de Twee-fasenstruktuur bij.

Onderwijsprognunma De onderwijsprogramma's werden door de raad op drie uitzonderingen na goedgekeurd. Die uit­zonderingen waren de twee nieuwe vakken 'in­formatica 2' en 'simulatie-technieken en -metho­den voor ekonomen' en Openbare Financien. Open bare Financien werd niet goedgekeurd om­dat er geen programma was voor dat yak (i.v.m. de vakatures). De twee 'computervakken' werden niet goedgekeurd omdat de omschrijving van het programma niet voldoende was. De raad is in princi pe wei akkoord gegaan met de invoering van die vakken.

De Twee-fasenstaart Algemene Inleiding Uit het overleg tussen de vakgroepen micro, ma­cro en ontwikkelingsekonomie is een compromis gerold over het programma van de Aigemene In­leiding. Als thema van de AI is gekozen voor de werkgele­genheid. De inbreng van ontwikkelingsekono­mie bestond hieruit dat de werkg~legenheidspro­blematiek ook op wereldschaal bekeken gaat wor­den.

Keuzevakken De lijst van keuzevakken in de propedeuse is als voigt samengesteld:

Contemporaine stromingen in de Economi­sche Wetenschap: een inleiding in de Filoso­fie van de Economie, Geschiedenis van de Economie (theoriege­schiedenis), Inleiding Informatica,

Economische Geografie, Aktuele thema's uit het Nederlands Recht, Inleiding Bouweconomie, Verkeers- en Vervoerseconomie, Economische Sociologie (variant Carchedi), Marxistische Economie, Ontwikkelingseconomie in Wereldecono­misch Perspectief, Economische Geschiedenis.

Lerarenopleiding Ten behoeve van de lerarenopleiding zijn de vol­gende vakken ingesteld:

Aigemene en Toegepaste Onderwijskunde voor de Lerarenopleiding; Vakdidactiek voor a.s. leraren.

Deze vakken zijn verplicht voor de mensen die na I sept. 1983 afstuderen en een onderwijsbe­voegdheid willen halen.

Ekonomische vakken Het oude onderscheid in A, B en C vakken ver­valt in de Twee-fasenstruktuur. Hiervoor in de plaats komt een onderscheid in ekonomische vak­ken en overige vakken.

Benoemingen De uiteindelijke samenstelling van de Fakulteits­raad na de verkiezingen van mei j.1. wordt:

Nog niet op vakantie geweest? Voor iedereen, die nog niet op vakantie is geweest of gewoon zin heeft om er een weekend er op uit te gaan, organiseert de SEF net als vorig jaar z'n buitendagen. Dit jaar gaat de reis naar Balk in Friesland. Er wordt overnacht en gegeten in een kampeerboer­derij. Overdag wordt op het Siotermeer gezeild in 4persoons polyester valken. Deze long-weekdnd-cruise wordt gehouden van vrijdagavond 24 sept. tot en met zondagavond 26 sept. Wat van je gevraagd wordt is een positieve instel­ling oftewel hulp bij het koken en het schoonhou­den van het geheel. De kosten van dit evenement komen op f 70,- (2 overnachtingen, eten, 2 dagen zeilboothuur). Vervoer komt voor eigen reke­ning. Nadere informatie en boekingen bij de SEF (kr. 2368 tel. 5254024).

OBAS: Han van Wijk KeesKuin

AktieGroep Ekonomen: Dick van Nes Caroline van Rhijn Marcel Michelson Rick Ie Roy

Partij van de Ekonomisten: Bas Schoorl Maria Brouwer Indra Wahab

Ekonomische Fakulteitsbelangen: H.A.A.M. Thoben F.T.M. Klijn H.F. Koster R.C.W. van der Voort

T AS-fractie: Anya Kooijman

De raad benoemde Caroline van Rhijn in de com­missie voor de Wetenschapsbeoefening als op­volgster van Marjon Brandenbarg. Van diezelfde commissie werd Wahab sekretaris en De Gooijer lid. J.A.M. Wesseling neemt de plaats van Klijn in, in de commissie voor de lera­renopleiding.

Dick van Nes

ingezonden

ReiHe loondaling en investeringen In Rostra no. 96 wordt een verslag gegeven (biz 4 en 5) van een voordracht die ik op 13 april heb ge­houden over de collectieve sector en de crisis. Ik zou voorstander zijn van 'een reele loondaling ter stimulering van de investeringen'. Blijkbaar ben ik niet erg duidelijk geweest, of de auteurs heb­ben mij verward met andere economen, zoals Kessler en Van Muiswinkel. Want ik zie geen po­sitief verband tussen een reele loondaling en in­vesteringen - eerder negatief, zoals aangegeven door de keynesiaanse theorie. Hoe zit het dan wei? De geldlonen stijgen. Dit is slecht voor de winsten, omdat de kostenverho­ging niet kan worden afgewenteld. Het grootste dee I van de kostenstijgingen over de periode 1970 - nu ontstond door loonsverhogingen. (Zie R.E.­M. Rinnooy Kan enJ. Pen, 'De Inflatiemakers', ESB van 9 juni 1982). De winstdaling is slecht voor de investeringen. Daarom moet de geldloonstijging (en de stijging der collectieve lasten) worden afgeremd. Dit mag echter niet leiden tot een daling van het reee! besteedbare loon; dus is een belastingverlaging nodig. Dezelfde beleidsaanbeveling wordt gedaan door drs. Hempen, die als discussant optrad. Wij wa­ren het eens, iets wat uit het verslag in Rostra niet blijkt. Hetzelfde scenario - geldloon-veriaging plus belastingverlaging - wordt van verschillende kanten aanbevolen. Bijvoorbeeld door Stevers en vooral door D.B.}. Schouten. Er tekent zich een . duidelijke concensus af onder de vaderlandse eco-nomen.

Groningen J. Pen

15

Page 16: 1982 - Nummer 98 - september 1982

-SCHELTEMAHOLKEMA VERMEULENB.V

Een ruime keuze op het gebied van: accountancy, financiering, automatisering, marketing.

organisatie, economie en geografie

Economen over crisis - Ired .) M. Sint & H . Verbruggen . Intermediar 1982

J . Giebel - Japan . Creatieve economie IUS ,

sen Oost en West. Spectrum 1982

C. Freeman, J . Clark & L. Soete - Unem ­ployment and technical innovation. A stu ­dy of long waves and economic develop­ment. Frances Pinter 1982

D.K Whynes & R.A Bowles· The econo mic theory of the state. (Paperback ed .) Martin Robertson 1981

P.N . Junankar - Marx's Economics. Philip Allen 1982

C.P. Simon & A.D . Witte - Beating the System. The undergroud economy. Auburn House Publ. Compo 1982

D.L. Grove - Economists as Advisors to

Policymakers : A Reassessment . J .B.C. Mohr (Pau) Siebeck) 1982

P. Lindeboom - Geldmarkt en Banken in Nederland. Kluwer 1982

Macht en onmacht van managment. Management, arbeidsproces en arbeids­verhoudingen in ondernemingen . I Red.) J . van Hoof, F. Huijgen, J. Ramondt en A . Teulings. Samson 1982

Organisatie rond de produktinnovatie -IRed .) C.H . Botter. Kluwer 1982

W.J.J. Hasper - Marketing en organisatie­ontwikkeling. Twee uitgangspunten voor doelmatig veranderen. Samson 1982

J .K.Galbraith - A life in our times . Me­moirs. Ballantine 1981

{ 37,50

{ 27,50

{ 85,20

{37,20

{ 29,75

{92,15

{ 9,90

{ 46,00

{ 36,00

{49,50 scheltema holkema vermeulen bv boekverkopers sedert 1853

{29,75 spui 10 1012 WZ amsterdam holland tel. 020 - 26 7212