1
1 zorg & financiering > 7-2011 904 wat mij opvalt ... Mr. R.N. van Donk 1 Staatssecretaris mevrouw Veldhuijzen van Zanten-Hylner neemt de PGB-regeling (persoons- gebonden budget) op de schop en maakt daar bij de gebruikers heel wat mee los. Er is sprake van intensief overleg met de Kamer en met de belangenvereniging van PGB-houders, Per Saldo. In haar brief van 21 juni 2011 schrijft de staatssecretaris waar het om te doen is. De PGB-regeling is financieel onhoudbaar vanwege de gemiddelde groei met 23 procent per jaar, hetgeen bij ongewijzigd beleid tot een probleem van negenhonderd miljoen euro leidt in 2015. De juistheid van deze cijfers wordt overigens door Per Saldo betwist. Er is een keuze gemaakt om in plaats van het PGB op grond van een subsidieregeling, het PGB per 1 januari 2014 als wettelijk recht te verankeren in de Algemene wet bijzon- dere ziektekosten (AWBZ) en dat recht te beperken tot diegenen die een verblijfindicatie hebben. Dit is de zwaarste doelgroep en de staatssecretaris schrijft dat het kabinet vindt dat niemand gedwongen mag worden naar een instelling te verhuizen. Het gaat hierbij om ongeveer tien procent van het huidige aantal PGB-houders. Van de overige PGB- houders heeft ongeveer 54 procent een indicatie voor begeleiding. Deze extramurale begeleiding wordt overgeheveld naar de gemeenten (Wet maatschappelijke ondersteu- ning; Wmo). Het restant betreft PGB-houders met een indicatie voor persoonlijke verzorging of verpleging, van wie een deel eveneens een indicatie heeft voor begeleiding. De staatssecretaris benadrukt dat niemand zijn recht op zorg verliest. Maar wel verwacht zij dat minder mensen zich zullen wenden tot collectief gefinancierde zorg via de gemeente of via de AWBZ. Met andere woorden: door de voorgenomen wijziging van de regeling zullen minder mensen er een beroep op doen en ofwel in het geheel geen AWBZ-zorg vragen, ofwel een beroep doen op onbetaalde mantelzorg. De staatssecretaris verwacht dat 33 procent van de PGB-houders zal afzien van AWBZ-zorg. De vraag die dan rijst, is mijn inziens of de mensen die geen beroep doen op een AWBZ-PGB zich vervolgens zullen wenden tot het PGB-loket van hun gemeente. Wat mij verder opvalt, is de onduidelijkheid die er zelfs onder ingewijden nog is over de voor- nemens van het kabinet. De staatssecretaris was op 28 juni 2011 te gast in het tv-programma van Paul Rosenmöller en gaf daar op overtuigende wijze uitleg over haar voornemens tot herziening van de PGB-regeling. Niettemin was die uitleg aanleiding voor een hoogst verbaasde reactie op de weblog van Aline Saers, de voorzitter van Per Saldo. Zij sprak van een onverwachte wending doordat de staatssecretaris aangaf dat de PGB-houders die geen PGB meer krijgen maar ver- plicht moeten overstappen op de zorg in natura die het zorgkantoor voor hen inkoopt, toch de regie op die zorgverlening kunnen houden. De staatssecretaris verzekerde dat voor de verzeker- de/hulpbehoevende blijft gelden dat bijvoorbeeld de zorgverlening op een bepaald tijdstip door de buurvrouw kan blijven zoals men gewend is, met dien verstande dat die zorg niet meer door de verzekerde als PGB-houder wordt ingekocht, maar door het zorgkantoor en vervolgens in natura wordt verstrekt. Als op dergelijke essentiële onderdelen van een nieuwe regeling zulke misverstanden ontstaan, is het niet verbazingwekkend dat er maatschappelijke onrust ontstaat. Wellicht is er bij de staatssecretaris sprake van voortschrijdend inzicht ten aanzien van de inrichting van de regeling, maar in ieder geval ligt er een belangrijke taak voor de communicatieafdeling van VWS om dui- delijkheid te verschaffen!< 1. Ruud van Donk is hoofd Unit Bezwaar, beroep en boetes bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en redacteur van dit tijdschrift. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel. ruud van donk

904 WAT MIJ OPVALT …

Embed Size (px)

Citation preview

1zorg & financiering > 7-2011

904 wat mij opvalt ...Mr. R.N. van Donk1

Staatssecretaris mevrouw Veldhuijzen van Zanten-Hylner neemt de PGB-regeling (persoons-gebonden budget) op de schop en maakt daar bij de gebruikers heel wat mee los. Er is sprakevan intensief overleg met de Kamer en met de belangenvereniging van PGB-houders, Per Saldo.In haar brief van 21 juni 2011 schrijft de staatssecretaris waar het om te doen is. De PGB-regelingis financieel onhoudbaar vanwege de gemiddelde groei met 23 procent per jaar, hetgeen bijongewijzigd beleid tot een probleem van negenhonderd miljoen euro leidt in 2015. De juistheidvan deze cijfers wordt overigens door Per Saldo betwist.

Er is een keuze gemaakt om in plaats van het PGB op grond van een subsidieregeling,het PGB per 1 januari 2014 als wettelijk recht te verankeren in de Algemene wet bijzon-dere ziektekosten (AWBZ) en dat recht te beperken tot diegenen die een verblijfindicatiehebben. Dit is de zwaarste doelgroep en de staatssecretaris schrijft dat het kabinet vindtdat niemand gedwongen mag worden naar een instelling te verhuizen. Het gaat hierbijom ongeveer tien procent van het huidige aantal PGB-houders. Van de overige PGB-houders heeft ongeveer 54 procent een indicatie voor begeleiding. Deze extramuralebegeleiding wordt overgeheveld naar de gemeenten (Wet maatschappelijke ondersteu-

ning; Wmo). Het restant betreft PGB-houders met een indicatie voor persoonlijke verzorging ofverpleging, van wie een deel eveneens een indicatie heeft voor begeleiding.

De staatssecretaris benadrukt dat niemand zijn recht op zorg verliest. Maar wel verwacht zijdat minder mensen zich zullen wenden tot collectief gefinancierde zorg via de gemeente of viade AWBZ. Met andere woorden: door de voorgenomen wijziging van de regeling zullen mindermensen er een beroep op doen en ofwel in het geheel geen AWBZ-zorg vragen, ofwel eenberoep doen op onbetaalde mantelzorg. De staatssecretaris verwacht dat 33 procent van dePGB-houders zal afzien van AWBZ-zorg. De vraag die dan rijst, is mijn inziens of de mensendie geen beroep doen op een AWBZ-PGB zich vervolgens zullen wenden tot het PGB-loket vanhun gemeente.

Wat mij verder opvalt, is de onduidelijkheid die er zelfs onder ingewijden nog is over de voor-nemens van het kabinet. De staatssecretaris was op 28 juni 2011 te gast in het tv-programma vanPaul Rosenmöller en gaf daar op overtuigende wijze uitleg over haar voornemens tot herzieningvan de PGB-regeling. Niettemin was die uitleg aanleiding voor een hoogst verbaasde reactie opde weblog van Aline Saers, de voorzitter van Per Saldo. Zij sprak van een onverwachte wendingdoordat de staatssecretaris aangaf dat de PGB-houders die geen PGB meer krijgen maar ver-plicht moeten overstappen op de zorg in natura die het zorgkantoor voor hen inkoopt, toch deregie op die zorgverlening kunnen houden. De staatssecretaris verzekerde dat voor de verzeker-de/hulpbehoevende blijft gelden dat bijvoorbeeld de zorgverlening op een bepaald tijdstip doorde buurvrouw kan blijven zoals men gewend is, met dien verstande dat die zorg niet meer doorde verzekerde als PGB-houder wordt ingekocht, maar door het zorgkantoor en vervolgens innatura wordt verstrekt.

Als op dergelijke essentiële onderdelen van een nieuwe regeling zulke misverstanden ontstaan,is het niet verbazingwekkend dat er maatschappelijke onrust ontstaat. Wellicht is er bij destaatssecretaris sprake van voortschrijdend inzicht ten aanzien van de inrichting van de regeling,maar in ieder geval ligt er een belangrijke taak voor de communicatieafdeling van VWS om dui-delijkheid te verschaffen!<

1. Ruud van Donk is hoofd Unit Bezwaar, beroep en boetes bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en redacteur van dittijdschrift. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

ruud van donk