40
Aarden Een tussenthuis voor de laatste levensfase, een plek om te sterven in de stad. Afstudeerproject: Bart van der Salm Mentor: Laurens Jan ten Kate Commissieleden: Herman Kerkdijk Maike van Stiphout September 2013 - Augustus 2014

Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

AardenEen tussenthuis voor de laatste levensfase, een plek om te sterven in de stad.

Afstudeerproject: Bart van der Salm

Mentor: Laurens Jan ten KateCommissieleden: Herman Kerkdijk Maike van Stiphout

September 2013 - Augustus 2014

Page 2: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

De historische vestingstad Zwolle kent een rijk verleden aan gast-huizen die verspreid door de stad eeuwenlang deel hebben uit-gemaakt van de stedelijke en sociale structuur. Al in 1306 werd het eerste gasthuis gesticht en de aanwezigheid van verschillende gasthuizen in de binnenstad van Zwolle reikt tot halverwege de 20e eeuw. In deze gasthuizen werd gezorgd voor de armen en zieken en konden tijdelijke bewoners worden verzorgd tot aan hun dood. Deze gasthuizen zijn tot op de tweede helft van de 20e eeuw na altijd een essentieel onderdeel geweest in het functioneren van de stad. Vanaf de ’50 is er in Zwolle een trend waar-neembaar waarbij onderwerpen, rituelen en locaties die te maken hebben met essen-tiële levenszaken zoals educatie, ziekte en dood worden losgeweekt van de stadskern. Waar de binnenstad aan het begin van de vorige eeuw nog voorzag in scholen, ziekenhuizen en gasthuizen, zijn veel van deze functies langzamerhand opgeschoven naar de uiterste stadsranden. Deze verschraling van functies hebben de monofunc-tionaliteit van wonen en consumeren in het binnenstedelijk gebied door de jaren heen versterkt.

De intrede van het Tussenthuis pleit dan ook voor een verbreding en verdieping van de identiteit van de historische binnenstad en het stedelijk landschap. Het Tussenthuis is een plek in de binnenstad van Zwolle waar mensen kunnen verblijven om hun laatste levens-fase door te brengen in een geaarde leefomgeving; een plek om te sterven in de stad. Specifiek aan dit Tussenthuis is de mogelijkheid om hier tijdens deze periode met een partner of gezin te kunnen verblijven. Voor een tijdsduur van zo’n drie maanden kunnen deze gasten, ondersteund door een medische staf, verzorgers en vrijwil-ligers, met hun dierbaren de laatste levensfase in alle rust ‘beleven’. De term Tussenthuis staat tevens symbool voor dit moment in het leven; een plek ‘tussen’ dit leven en een volgende wereld. De over-gave is gekomen dat het tijd is om te sterven, maar de daadwerke-lijke dood zal nog volgen.

Door de dood weer onderdeel te maken van het stedelijk leven worden de huidige binnenstedelijke ontwikkelingen aangevuld met een andere energie. Deze energie brengt een eigen atmosfeer die de diversiteit van het ‘kunnen zijn’ in de stad doet toenemen. Het Tussenthuis gaat dan ook uit van wederkerige afhankelijkheid en wederkerige noodzakelijkheid; de evenredigheid tussen dat wat de stad geeft en dat wat de stad krijgt. Oftewel; de wijze waarop het ‘kunnen zijn’ in de stad en de stad in zichzelf worden gesterkt in elkaars aanwezigheid.

Buiten het feit dat dit Tussenthuis voor mensen is, is het ook een Tussenthuis voor de flora en fauna van de historische ‘stenen stad’. Door nissen, randen, sparingen en nestelgelegenheden te maken kan ook het bestaande en omringende stedelijk landschap aarden. Dieren komen overwinteren en planten en insecten kunnen de muren van het complex letterlijk bewonen. Het Tussenthuis is dus gemaakt van muren die door hun opbouw tegelijkertijd weer een Tussenthuis zijn voor het lokale landschap met zijn bewoners. Zo

AardenEen tussenthuis voor de laatste levensfase, een plek om te sterven in de stad.

wordt een plek van de dood tevens een plek van het leven en de massa die ruimte maakt tevens de ruimte die massa maakt.

De architectuur van het ‘tussen’ en het historisch stedelijk land-schap vormen samen met de oude morfologie van de stad het fundament voor het Tussenthuis. De locatie van het Tussenthuis bevindt zich namelijk in het hart van het grootste binnenstedelijke saneringsgebied in de historie van Zwolle. Tijdens de ’60 moest zo’n vijfde deel van het historisch stadscentrum aan de noordzijde plek maken voor stadsvernieuwing. Zwolle moest tenslotte ook mee in de algemene Nederlandse visie op de moderne en mobiele stad. De enigszins verpauperde buurt Het Eiland, in de volksmond ook wel de ‘Jordaan van Zwolle’ genoemd, moest het veld ruimen voor een aantal warenhuizen en parkeerplaatsen. De grootschaligheid van de kaalslag die te zien is op foto’s uit deze periode tonen de letterlijke breuk met het verleden; de Broerenkerk als laatste gebouw in een grote zandvlakte met hier en daar een auto. Door deze amputatie heeft dit deel van het centrum vandaag de dag nog steeds geen aansluiting gevonden met de historische stad die in zijn morfologie teruggaat tot aan de 12e eeuw. De maat, schaal en verhoudingen van de huidige complexen laten zien dat de stad een geheugen heeft, en weerbarstig blijft in het erkennen van de nieuwe korrel-grootte. Deze weerbarstigheid is nog steeds voelbaar, waarmee je zou kunnen stellen dat dit deel van de stad niet kan aarden.

De mogelijkheid om te kunnen aarden is tevens een belangrijke voorwaarde om een verblijf in het Tussenthuis te ervaren als een veilige en waardevolle periode. Het tijdelijk verlaten van het huis om een aantal maanden op een andere plek te wonen in de wetenschap dat een geliefde stervende is maakt een mens bijzonder kwetsbaar. De grootste waarde die het tussenthuis kan geven is dan ook om die tijdelijke bewoner zich thuis te laten voelen, oftewel te laten aarden. Het kunnen aarden heeft met een aantal thema’s te maken.

Page 3: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden
Page 4: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Allereerst moet er een primair gevoel van veiligheid en beschut-ting aanwezig zijn. Dit is een gradiënt naar persoonlijke maatstaven maar een basisbeschutting hebben wij allen nodig. Hierbinnen speelt de muur en met name de zeggenschap van de muur een belangrijke rol. Massa, omhulling en materialiteit geven de bewoner een plek zodat hij/zij er kan ‘zijn’. Daarbij zorgt de aanwezigheid van de directe naasten voor een continuïteit in het leven, ondanks het feit dat dit op korte termijn eindig is. Naast de medische en gees-telijke verzorging is er nog altijd de partner of de kinderen die blijven refereren aan het leven dat je hebt met elkaar. Hier kan kracht en troost uit worden geput, evenals geborgenheid en liefde. Ook heb-ben we als mens onze persoonlijke bezittingen, van groot tot klein. Foto’s, objecten, fragmenten, schijnbaar onbeduidende voorwer-pen. Kortom; spullen die waardevol zijn omdat ze ons herinneren aan wie we zijn, het maakt ons compleet, het geheugen als basis van onze identiteit.

Daarnaast is het thema aarden ook te beschouwen vanuit een tektonisch uitgangspunt. Wanneer de muren die onze ruimte omsluiten hele entiteiten zijn, blijven deze muren ten aller tijden in contact staan met de aarde; ze worden niet onderbroken. Con-structief kan je daarbij stellen dat een muur op de begane grond meer gewicht moet kunnen dragen dan een muur die de daaropvol-gende verdieping ondersteunt. Wanneer de muur per verdieping dus smaller wordt, ontstaat er automatisch een rand waarop een verdieping kan worden opgelegd. Door deze inspringingen blijft de muur in hiërarchie altijd een doorlopende entiteit, waarbij de vloeren tussen de muren worden geplaatst in plaats van er op. De muur staat zo altijd in direct contact met de aarde. Ook is het materiaal van deze constructie essentieel; geen opbouw van ‘schillen’, maar een opbouw van steen; een extrusie van de aarde. Deze opbouw bestaat uit drie types steen; een geïsoleerde gevelsteen, een Zwols Vestingformaat baksteen en een Vecht-formaat baksteen. De ver-

diepingsvloeren en plafonds worden gemaakt van eikenhout uit de omringende Zwolse bossen en op het dak komt de afgegraven aarde te liggen van de locatie. Door de combinatie van deze lokale maten en lokale materialen gaat het complex een hele specifieke verankering aan met de locatie. Ook op tektonisch niveau kan er dus sprake zijn van aarden.

Tenslotte heeft het landschap een essentiële rol in het kunnen aarden. Het gehele complex is letterlijk omzoomd met aarde en de muren van het complex zijn zo opgebouwd dat bloemen, planten en insecten deze muren door hun diepe voegen kunnen bewonen. Nestkasten die opgenomen zijn in de dakrand geven verschillende vogelsoorten een nieuw thuis en de ‘brown roofs’ bieden plek aan tijdelijke gasten. Op specifieke plekken is er contact met de stad, maar zorgen de eigenschappen van het landschap voor de nodige privacy. Daarbij maken de hofruimtes van het complex twee inter-mediaire landschappelijke kamers tussen de stad en het verblijf. Het landschap is dus vertegenwoordigd in iedere vezel van het complex, maar staat ook in relatie tot het gebruik en de rituelen van het Tussenthuis. Omdat gasten gemiddeld drie maanden in het complex verblijven maken ze hoogstens twee seizoenen mee. Doordat de verblijven zo nauw in verband staan met het landschap kunnen deze seizoenen nauwgezet worden ervaren. Het kan het sterven in een ander daglicht plaatsen; de cyclus van leven en dood is immers een continuïteit. Het kan een tijdelijke bewoner troost bieden, de aanwezigheid van het landschap als spiegel voor het komen en gaan van leven en dood. Terug naar de aarde.

Tijdens het verblijf in het tussenthuis worden herinneringen gemaakt door de pijn en het verdriet van het verliezen van een dierbare. Daarnaast worden er ook herinneringen gemaakt door de waardevolle momenten met elkaar; de geluiden van de keuken, de spelende kinderen in de kamer, de bloemen in de knop, het getjilp

van de mussen, het laatste samenzijn. Kortom, ook na het verblijf in het tussenthuis blijven de gebouwen en het landschap een waarde vertegenwoordigen in iemands leven; het worden monumenten voor de herinnering aan een dierbare die overleden is. Zo krijgt het complex in de stad langzaam dezelfde waarde als de gasthuizen van weleer; ze koesteren de herinneringen van mensen die in een geaarde omgeving hun laatste levensdagen met elkaar konden doormaken.

Een essentiële plek in de stad, een essentiële plek voor de stad.

Bart van der Salm

Page 5: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Kadastraal Minuutplan 1832 Locatie

Page 6: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

D

BT

B

D

B

D

B

D

TB

D

TB

D

T

x xz

xx

z

D = DomeinB = Buiten - oneindigheidT = Tussen

B

D

T

B

D

T

‘Verankering’ ‘Morfologische herinnering’

Hiërarchie / ordening

Page 7: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Bestaande situatie

Hofruimtes onsluiten de verblijfsruimtes

Lagere peilhoogte doorvoeren naar binnenruimte Binnenruimte wordt openbare binnentuin Landschappelijke inleidingen en buffers

Onderliggende morfologie

Buffer tussen openbare binnenruimte en verblijven

Intermediaire hofruimtes als omsluiting

Patio’s voor verblijfsruimtes

Hiërarchie / ordening

Page 8: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Houten stedenbouwkundige maquette schaal 1:500

Page 9: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Zicht op de Kleine Aa

Page 10: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

1.

1.

1.

1.

2.2.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

Overzicht begane grond

1. Tweepersoonsverblijf2. Vijfpersoonsverblijf3. Kantoor4. Gezamenlijke woonkamer 5. Entree6. Kapel7. Hofruimte noord8. Hofruimte zuid

Page 11: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Zicht op de Krabbestraat

Page 12: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Houten overzichtsmaquette schaal 1:100

Page 13: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Zicht op de Kleine Aa tpv de Broerenkerk

Page 14: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

1.

1.

1.

1.

2.2.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

Overzicht verdieping

1. Tweepersoonsverblijf2. Vijfpersoonsverblijf3. Kantoor4. Gezamenlijke woonkamer 5. Entree6. Kapel7. Hofruimte noord8. Hofruimte zuid

Page 15: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Houten typologiemaquette schaal 1:20

Page 16: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Doorkijken door het complex

Page 17: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Entree Tussenthuis

Page 18: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Entree noorhof

Page 19: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Technische doorsnedesDoorsnede tpv noordhofDoorsnede tpv binnentuin

Page 20: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Entree zuidhof

Page 21: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Landschap als buffer

Page 22: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Doorkijk naar binnentuin vanaf straat

Page 23: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Doorsnede kapel tpv Kleine Aa Technische doorsnedes

Page 24: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Uitgang kapel, het laatste ‘tussen’

Page 25: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Patioruimtes bij verblijven

Page 26: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Binnenplaats tussen hofruimtes tpv het kantoor en gezamelijke woonkamer

Page 27: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

1:1 fragmenten bij eindpresentatie

Muur bg: Zwolse vestingsteen (diepe voeg), Vechtformaat (vol gevoegd), eiken kozijnen

Kapel: Prefab lamellen op kleur, eiken stijlen met verdekte glassponningen

Plafond: Eiken plafond met ringbalk, opgelegd op Vechtformaat (vol gevoegd)

Muur vd: Vechtformaat binnen en buiten (vol gevoegd), prefab op kleur, eiken kozijnen

Page 28: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Overzicht eindpresentatie

Page 29: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Noordhof

Page 30: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Zuidhof

Page 31: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Entree binnentuin

Page 32: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Binnentuin - herinneren Borders / patio’s - delen en privacy

Beplantingsplan

Page 33: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Hofruimtes / borders - buffer

Beplantingsplan

Kleine Aa - ontvangst en afscheid

Page 34: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Binnentuin in vier seizoenen

Page 35: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Tweepersoons verblijf

Page 36: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Tweepersoons verblijf

Page 37: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Vijfpersoons verblijf

Page 38: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Vijfpersoons verblijf

Page 39: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden

Mentor:Laurens Jan ten Kate

Commissie:Herman Kerkdijk

Maike van Stiphout

Meike Beekhuis

Willem, Rosa, Koen, Teun en Linda

ARCX - Peter Boer

Kadaster Zwolle:Ben Rigter

Hans JenseEric Graver

Vrienden van de Stadskern - Rik Stuivenberg

Hospice Het Zand – Bertine Koks

Stichting de Zonnesteen – Els Beekman

Dhr. Lieuwe Dijkstra – Stadsecoloog Zwolle

Dhr. Maarten Kaales – Stadsecoloog Zwolle

Stichting het Oversticht – Chris Oord

Jan Peter Wingender – Office Winhov

Denis de Haan – De Nis

Patrick Assink – Assinkhout

Fred Booy – Beplantingsdeskundige

Mike Korth, Gus Tielens – korthtielens architecten

Wieshant Manna – Visualisaties

Henk Kerssies – Goudstikker de Vries ingenieurs

Koen de Paepe – Wienerberger

Maarten Jan Rieder – Majari Interieur Vormgeving

Stephan Wolters – Janninkhoff GmbH & Co. KG

Van der Kamp betoncentrale Zwolle

Eggink Schilders – Luuc Eggink

Timmerfabriek Hans de Jong - Hans de Jong

Bouwbedrijf Moes – Familie Moes

Homan Voegbedrijf – Hendrik Homan

Met dank aan:

Page 40: Bart van der Salm-Master of Architecture-Aarden