Click here to load reader
View
218
Download
0
Embed Size (px)
Betrouwbaarheidstypologie
Inleiding betrouwbaarheidstypologie en Handelsbedrijven op rekening
1
Doel betrouwbaarheidstypologie
Typologie van Starreveld is gericht op het vaststellen van de betrouwbaarheid van informatie:
Volledigheid van opbrengsten
Juistheid van kosten
2
Samenhang met andere typologien
3
Indelingscriteria
Soort criterium: kenmerkende bedrijfsactiviteiten
Volgorde criterium:
- hoe hoger in het schema des te sterker is het verband tussen opgeofferde en verkregen waarden, des te lager hoe zwakker.
4
Implicaties volgorde criterium voor maatregelen van interne controle
Des te zwakker het verband is tussen opgeofferde en verkregen waarden, des te meer maatregelen van interne controle noodzakelijk zijn om de gewenste betrouwbaarheid te verkrijgen.
5
Interne controle (interne betrouwbaarheid)
Controle door of namens de leiding op de actviteiten en oordeelsvorming van anderen
Kent inherente beperkingen (zie verder hoorcollege over betrouwbaarheid) moet dus aangevuld worden door externe controle
6
Interne controlemaatregelen
Preventieve: organisatorische
Repressieve: gericht op de werking en naleving van de preventieve
7
Opzet colleges betrouwbaarheidstypologie
Per type bedrijf de kenmerkende maatregelen van interne controle
Bespreken korte toepassingscasus die je van te voren moet maken.
8
Preventieve IC maatregelen
1.1 Begroting, normen, tarieven
1.2.Controletechnische functiescheiding
1.3 Procedures, wet- en regelgeving, richtlijnen
1.4 Belangrijke periodieke managementinformatie
in relatie tot begroting en vorige periode
1.5 Essentile bestanden
9
Repressieve IC-maatregelen
2.1 Cijferanalyse
2.2 Verbandscontroles
2.3 Detailcontroles
2.4 Waarneming ter plaatse
10
Handelsbedrijf op rekening
11
Belangrijkste aanknopingspunten voor betrouwbaarheid
Door directie geautoriseerde brutomarge,
prijsprocedure
Functiescheiding tussen inkoop, opslag, verkoop, administratie
Beginvoorraad + Inkoop Eindvoorraad = Verkocht
Inventarisatie als sluitstuk van de geld-goederenbeweging
12
Toepassingsvraag 1
Wat bedoelt Starreveld met toestanden en wat bedoelt hij met gebeurens?
Wat wordt bedoeld met de samenhang tussen toestand en gebeuren?
13
Kenmerkende betrouwbaarheidsrisicos
Verschuivingsgevaar van periodes met een hoge naar periodes met een lage prijs
Juistheid verkoopkortingen
Volledigheid inkoopkortingen
Oninbaarheid debiteuren
14
Preventieve IC maatregelen
1.1 Begroting, normen, tarieven
1.2.Controletechnische functiescheiding
1.3 Procedures, wet- en regelgeving, richtlijnen
1.4 Belangrijke periodieke managementinformatie
in relatie tot begroting en vorige periode
1.5 Essentile bestanden
15
Begroting, normen en tarieven
16
1.1 Begroting, normen, tarieven
Verkoopbegroting
Inkoopbegroting
Begrote Brutomarge
Begrote oninbare debiteuren
liquiditeitsbegroting
17
Toepassingsvraag 2
Stel je bent pas aangenomen als controller bij een handelsbedrijf in valschermbeveiliging. Je constateert dat de voorraden van de artikelen of te hoog zijn of te laag. Zou dit probleem kunnen samenhangen met de slechte samenhang in het stelsel van begrotingen?
18
Functiescheiding houdt vaak verband met organisatiestructuur
19
1.2 CT functiescheiding
Inkoop (beschikkend), Magazijn (bewarend), Verkoop (beschikkend), Debiteurenbeheer (bewarend), Administratie (registrerend & controlerend)
20
Toepassingsvraag 3
Welke illegitieme belangen kun je onderscheiden bij de afdeling inkoop, magazijn en verkoop?
Op welke wijze kan de functiescheiding deze illegitieme belangen compenseren?
21
1.3 Procedures, wet- en regelgeving, richtlijnen
Prijsprocedure
Kortingsprocedure
Offerte en contractprocedure bij inkoop
Inventarisatieprocedure
Wet- en regelgeving ten aanzien van BTW
22
23
Toepassingsvraag 4
Stel dat je als accountant bij een handelsbedrijf op rekening de kortingprocedure moet beoordelen.
Wat vind je belangrijke punten?
Welke rol kan automatisering in dit kader spelen?
24
Managementinformatie
25
1.4 Belangrijke managementinformatie
Exploitatie: Omzet Kostprijs verkopen Bruto marge Overige kosten Netto marge
Balans gerelateerd: Omloopsnelheid van de voorraad Ouderdom debiteuren, Openstaande crediteuren Voorraadverschillen
26
Gegevens in bestanden Informatie
27
1.5 Essentile bestanden
Inkoopbestand
Artikelbestand met daarin de prijs
Voorraadbestand
Crediteurenbestand
Verkoopbestand
Debiteurenbestand
28
Toepassingsvraag 5
Wat is de inhoud van het artikelbestand en waarom is dit voor een handelsbedrijf zon belangrijk bestand?
29
Repressieve IC-maatregelen
2.1 Cijferanalyse
2.2 Verbandscontroles
2.3 Detailcontroles
2.4 Waarneming ter plaatse
30
Cijferanalyse
31
2.1 Cijferanalyse
Werkelijke brutomarges versus begrote brutomarges per productcategorie
Werkelijke omloopsnelheid van de voorraad versus begroot
32
Toepassingsvraag 6
Waarom speelt de beoordeling van brutomarges niet alleen een rol bij het analyseren van de winstgevendheid maar ook bij het analyseren van de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie?
33
Verbandscontroles
34
2.2 Verbandscontroles
Beginvoorraad + Inkopen Eindvoorraad = Kostprijs verkopen; Kostprijsverkopen + Bruto marge = Omzet; Omzet =bijboeking debiteuren; Afboeking debiteuren = ontvangsten op de bank + oninbaar
Inkopen = bijboeking crediteuren;
Afboeking crediteuren = Afboeking bank
35
Toepassingsvraag 7
Stel je moet als accountant de verbandscontroles nalopen voor een handelsbedrijf. De verbandscontrole
Afboeking debiteuren = ontvangsten op de bank + oninbaar sluit goed. Je controleleider raakt echter gerriteerd en zegt: Moet je niet nog eens naar die hoge post oninbare debiteuren kijken of geloof jij dat zo maar?
Leg uit wat hij bedoelt.
36
2.3 Detailcontroles
Controle op juistheid van de inkoopprijzen
Controle op juistheid van de verkoopprijzen in het artikelbestand
Controle op juistheid verkoopkortingen
Controle op naleving offerteprocedure voor inkopen
Controle op naleving BTW regelgeving
37
Toepassingsvraag 8
Stel je bent pas aangenomen als controller van postorderbedrijf en ziet dat de offerteprocedure voor inkoop zoals die in het handboek ao/ic staat nauwelijks wordt nageleefd. Wanneer je het hoofd Inkoop hier mee confronteert, antwoordt zij hoofdschuddend: Uit welke tijd kom jij eigenlijk? Onze leveranciers willen meteen boter bij de vis, anders zoeken ze een ander!
Hoe zou je reageren?
38
Waarneming ter plaatse
39
2.4 Waarneming ter plaatse
Inventarisatie
Saldobiljetten versturen aan debiteuren die nog niet betaald hebben
40
Casus Pommes
41
Pommes BV is een groothandel in aardappelen. Men koopt bij boeren in en verkoopt aan groenteboeren en de voedingsindustrie. Onder de directie ressorteren de volgende afdelingen:
In koop (10) Verkoop ( 5) Receptie (2) Kwaliteitskeuring (3) Magazijn (2) Administratie (4) De inkopers sluiten oogstcontracten af met de boeren in
den lande. Indien de boer zich garant stelt voor de af te leveren kwantiteit en kwaliteit ontvangt hij een risicopremie die aanzienlijk is. De meeste boeren leggen het risico echter (binnen contractueel gestelde grenzen) bij Pommes
42
43
De aardappelen worden gerooid door loonbedrijven waarmee Pommes contracten heeft afgesloten en door derden naar de centrale opslag vervoerd. Daar worden de aardappelen gekeurd, gewogen en opgeslagen. Er zijn verschillende kwaliteitsklassen. Afgekeurde partijen worden als varkensvoer verkocht . De opslag van de aardappelen vindt onder klimatologisch geregelde omstandigheden plaats.
De verkoopprijs wordt bepaald door omstandigheden en overige contractvoorwaarden. De voedingsindustrie heeft in langlopende contracten met Pommes kwantumkortingen bedongen. De laatste tijd komt het door de opmars van supermarkten regelmatig voor dat groenteboeren niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen.
44
45
Toepassingsvraag 9
Welke attentiepunten (risicos) zijn er in de casus aanwezig? Maak een onderscheid tussen de attentiepunten met betrekking tot het inkoop-, het verkoop-, en het voorraadproces.
46
Toepassingsvraag 10
Starreveld onderscheidt drie soorten inkoop. Welke zijn dit? Hoe zou je de aard van het inkoopproces bij Pommes benoemen?
47
Toepassingsvraag 11
Wat is een inkoopresultaat?
Wat is een prijsverschil?
Is er bij Pommes altijd sprake van een in