11
3 de graad: Camouflage van insecten. Veel plezier ermee! Camouflage van insecten… * Wat hebben we nodig: - papier. - 14 insecten. - kleurpotloden of verf. - lijm. - schaar. - verhaal: “Craque, de wandelende tak”. * Hoe komen we tot een mooi resultaat? 1. Sfeerschepping: Kinderen warm maken. Je begint je les met een raadsel over insecten. Het raadsel gaat als volgt: Als je goed zoekt in je tuin vind je deze terug, ze leven en hebben alle kleuren, sommige ervan zijn zelfs eng. Waarover heb ik het? Insecten. Je kan de kinderen laten vertellen over insecten, wat ze er allemaal over weten. Je kan ze ook laten vertellen welke insecten ze allemaal kennen, welke in de tuin leven. In het midden van het bord schrijf je het woord insecten en de leerlingen laat je daar rond een woordspin maken. Je vraagt aan de leerlingen of je de insecten ook steeds kan zien. Sommige insecten vinden we moeilijk terug of soms zelfs helemaal niet.

Camouflage Van Insecten

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Camouflage Van Insecten

3 de graad: Camouflage van insecten.

Veel plezier ermee!

Camouflage van insecten…

* Wat hebben we nodig:- papier.- 14 insecten.- kleurpotloden of verf.- lijm.- schaar.- verhaal: “Craque, de wandelende tak”.

* Hoe komen we tot een mooi resultaat?1. Sfeerschepping: Kinderen warm maken.Je begint je les met een raadsel over insecten. Het raadsel gaat als volgt: Als je goed zoekt in je tuin vind je dezeterug, ze leven en hebben alle kleuren, sommige ervan zijn zelfs eng. Waarover heb ik het? Insecten. Je kan de kinderen laten vertellen over insecten, wat ze er allemaal over weten. Je kan ze ook laten vertellen welke insecten ze allemaal kennen, welke in de tuin leven.In het midden van het bord schrijf je het woord insecten en de leerlingen laat je daar rond een woordspin maken.Je vraagt aan de leerlingen of je de insecten ook steeds kan zien. Sommige insecten vinden we moeilijk terug of soms zelfs helemaal niet.

Page 2: Camouflage Van Insecten

2. Waarnemen, verbeelden: Inleven in de insectenwereld.Je kan vertellen aan je leerlingen dat je een tak als huisdier hebt. Je kan eventueel een wandelende tak meebrengen. Zijn naam is Craque. Craque is Voor dat Craque in je bezit kwam, heeft Craque allemaal dingen meegemaakt.Je vertelt het verhaal van “Craque, de wandelende tak”.

Het verhaal:Op een dag zijn alle dieren bij elkaar gekomen op de grote, open plek. Bagra de panter, Slis de slang, Sam de olifant, Lara de aap en nog zovele andere dieren. Ze zitten, liggen of hangen in een grote kring rondom Sam, de olifant. Plots zegt hij met een diepe stem: ‘Zo bosgenoten, we moeten samen een probleem oplossen.Want zo kan het niet verder met Craque, de wandelende tak.’Alle dieren knikken en beginnen zachtjes door elkaar te praten. ‘Stilte graag’, zegt Sam streng. ‘Wie wat wil zeggen, steekt eerst zijn poot op.’ Hij kijkt de kring rond. Omdat de duizendpoot de meeste poten opsteekt, krijgt hij het woord. ‘Dit kan zo echt niet meer’, zegt hij. ‘Gisteren kwam ik mijn neef tegen en we maakten een praatje over het weer. Mijn neef moest plotseling erg plassen.Hij kijkt dus even rond of niemand hem ziet, gaat achter een blad staan en wil tegen de tak plassen. Dan klinkt er plotseling een stem die zegt: ‘Zeg, meneer de duizendpoot, plast u altijd tegen andere dieren?’En mijn neef ziet de tak waar hij tegen wil plassen zomaar weglopen. Nou, hij schrok zich echt een hoedje. Ik heb lang nodig gehad om uit te leggen dat het Craque was. En volgens mij gelooft mijn neef dat nog steeds niet!’ De dieren in de kring knikken instemmend.Lara, de aap, krijgt het woord. ‘Gisteren waren we met de familie heerlijk aan het smullen van de bladeren en takken van de

bomen. Ik zag een mooie tak, plukte die van de stam en wilde hem in mijn mond stoppen. Plotseling hoor ik: ‘Stop … stop … je wilt me toch niet vermoorden, hè?En geloof het of niet, maar het was die tak die dat tegen me zei.Ik had Craque bijna opgegeten!’ Weer knikken alle dieren, want iedereen heeft wel iets met Craque meegemaakt wat hierop lijkt. ‘Vorige week hing ik lekker aan een tak te luieren’, zegt Ai, de luiaard.‘Ik denk nog: wat een lekker rustige tak, helemaal geen andere dieren in de buurt die me wakker kunnen maken met hun herrie.Tot er plotseling een harde stem naast mijn oor schreeuwt: ‘Wakker worden, lui beest!’ Ik schrik me rot en laat van schrik mijn tak los. Nou, jullie zien het, ik zit nog steeds in het gips!En dat allemaal omdat Craque een grapje met me heeft uitgehaald.’Alle dieren knikken, en sommige roepen: ‘Dat kan zo niet langer! Daar moet iets aan gebeuren!’ Sam, de olifant, zwaait met zijn slurf en de dieren zwijgen. ‘Het is duidelijk dat we een probleem hebben’, zegt Sam. ‘Craque is een gevaar in het bos, voor ons en voor zichzelf. Al zit hij vlak voor je neus, dan nog kun je hem niet zien. Daar moeten we iets op verzinnen. Waar is Craque trouwens?’ Iedereen kijkt om zich heen. Ja, waar zit die wandelende tak ergens? Ook Sam kijkt rond. Maar hij ziet niets wat op hem lijkt. Hij wil net met een harde stem zijn naam

roepen als er naast zijn oor een stem klinkt: ‘Ha, die Sam, moest je mij hebben?’

Sam schrikt zich een hoedje en springt zelfs een stukje in de lucht. ‘Potdikke, Craque’, zegt hij dan

boos. ‘Zie je nou wel dat je gewoon gevaarlijk bent. Iedereen schrikt van je, niemand kan je zien. Daar moeten we echt iets aan doen, voordat er ongelukken gebeuren. Maar wat?’ Craque kijkt een beetje beteuterd naar Sam en de andere dieren. Hij ziet dat ze het menen en zegt dan: ‘Sorry hoor, maar ik kan er echt niets aan doen. Ik ben gewoon zo geboren. Ik ben een wandelende tak, en ik lijk dus ook sprekend op een wandelende tak. Wat kun je daar nou tegen doen?’ Sam denkt diep na. Dan

Page 3: Camouflage Van Insecten

komt er een glimlach rond zijn mond en zegt hij: ‘Ik heb een idee. Wacht even.’ Hij loopt naar een grote koffer en komt terug met een fel rood mutsje. ‘Zo, zet die maar eens op’, zegt Sam. Craque zet de muts op. ‘Een wandelende tak met een rode muts’, zegt Sam. ‘Dat moet toch wel opvallen in het bos, dacht ik zo.’ De dieren in de kring klappen en juichen voor Sam en voor Craque met de rode muts.

Auteur: Hans Vermeer © Uitgeverij Zwijsen Educatief B.V.

Nadat je het verhaal gelezen hebt, bespreek je met de kinderen de inhoud van het verhaal:- wat heeft Craque meegemaakt?- wat is er zo speciaal aan Craque, de wandelende tak?- wat hebben de dieren als oplossing gevonden?

Daarna kan je prenten van gecamoufleerde insecten aan bord hangen. Deze laat je vervolgens heel gedetailleerd beschrijven. Je laat de kinderen ook zeggen wat er zo speciaal is aan die dieren. De dieren op de prenten zijn dieren die gecamoufleerd zijn en die niet opvallen in de omgeving.

Je moet natuurlijk ook benadrukken dat er insecten zijn die ook opvallen omwille van hun felle kleuren. Ook van deze insecten hang je prenten op het bord. Deze prenten laat je ook gedetailleerd beschouwen en beschrijven door de leerlingen. Je haalt ook met je kinderen de verschillen aan tussen de 2 verschillende soorten insecten.

Gecamoufleerde insecten:

Page 4: Camouflage Van Insecten
Page 5: Camouflage Van Insecten

Insecten met felle kleuren:

Page 6: Camouflage Van Insecten

3. Aanzet tot creëren: Kinderen als kunstenaars.Je laat de kinderen inbeelden dat ze kunstenaars zijn. Ze krijgen van jou de opdracht een insect te laten verdwijnen. Dit kunnen ze doen op 2 manieren:* Omgeving tekenen, uit een wit blad de vorm van een insect knippen,kleven en laten verdwijnen in de omgeving.* Een insect geven aan de kinderen en dat insect laten verdwijnen inde omgeving die ze er rond moeten tekenen.

Vervolgens leg je de techniek uit:* Je tekent je omgeving zo perfect mogelijk. Dit kan een bos zijn,een huis, afgevallen bladeren, bladeren aan de bomen, takken, een bloem, sneeuw, een berk,…. Laat de fantasie van de kinderen werken: Wat kunnen we nog nemen?Daarna knip je de vorm van een insect uit en kleef je het ergens in de omgeving. Je kleurt en tekent het insect in en zorg ervoor dat het niet meer opvalt. Het insect is gecamoufleerd.* Je gaat rond met een zakje waarin allemaal verschillende insectenzitten. Je laat de leerlingen één voor één trekken. De leerlingen mogen van elkaar niet te weten komen welk insect ze genomen hebben.Eerst rond het insect de juiste kleur nakleuren en zo uitbreiden naar de rest van je blad. Zo valt het helemaal niet op waar je insect zich bevindt. Daarna teken je de rest van je omgeving.

4. Het creëren en de begeleiding er van: Fantasie van de kinderen.Je laat enkele leerlingen het materiaal uitdelen: kleurpotloden, verf(verfdoosjes, verfborstels).Daarna laat je de kinderen kiezen tussen een A4-blad of een A3-blad.Dan zet je de leerlingen aan het werk.

Page 7: Camouflage Van Insecten

Tijdens dat de leerlingen werken, stel je vragen:* waarmee ben je begonnen?* welke achtergrond heb je gekozen en waarom?* waarom heb je dat in die kleur gedaan?* met welke kleuren heb je gewerkt?* waarom heb je dat insect daar gehangen?

5. Evaluatie: Voorstellen van de kunstwerkjes.Nadat de leerlingen hun werkjes gemaakt hebben, nodig je de leerlingen uit om iets te vertellen over hun werk. Het zou tof zijn als je alle leerlingen naar voor liet komen. Alle leerlingen hebben ten slotte een ander insect en dus ook een ander kunstwerk. Je kan de andere leerlingen het verborgen insect laten zoeken en welk soort insect het juist is.Je kan vragen naar:* Inhoud:- wat heb jij gemaakt?- waarom heb je dat insect daar gekleefd?* Techniek:- wat heb je eerst gedaan?- vond je het gemakkelijk om een insect uit te knippen?* Vorm:- hoe heb je het insect getekend?- wat vond je leuk om te tekenen?- wat vond je gemakkelijk om te tekenen?- wat vond je moeilijk om te tekenen?* Kleur:- welke kleuren heb je gebruikt?- waarom heb je dat donkerder dan dit genomen?* Ruimtegebruik:- had je plaats genoeg om alles te tekenen?- hoe heb je dit opgelost?* Tips:1) Zoek voldoende verschillende insecten.2) Neem voor ieder kind een ander insect. Alle kinderen hebben dan iets verschillend.3) Materiaal op voorhand klaarzetten.4) Prenten al op het bord hangen en in de les zelf het bord open

draaien. (Kinderen laten verwonderen).5) Let op de organisatie (verven).

* Afbeeldingen:1) Zorg voor voldoende afbeeldingen.2) Zorg voor grote en duidelijke afbeeldingen.3) Afbeeldingen van insecten die niet en wel opvallen in hun omgeving omwille van hun kleuren.

* Vakoverschrijdend werken (Linken met andere vakken):Wereldoriëntatie: Natuur.1) Ook andere dieren kunnen zich camoufleren.In dit vak kun je het hebben over de camouflage van insecten en andere dieren. Je stelt de vraag:- zijn insecten de enige dieren die zich kunnen camoufleren?Nee er zijn namelijk nog dieren die zich kunnen camoufleren. Je laat de kinderen brainstormen welke dieren er nog zijn. Daarna vertel je meer over die andere dieren.Sommige dieren kunnen zich dankzij een camouflerende schutkleur verschuilen voor belagers, andere gebruiken hem om te jagen op prooien. Ook moeten dieren het gepaste gedrag vertonen bij hun camouflage. Zo zitten nachtvlinders overdag doodstil op planten om niet op te vallen. Een schutkleur kan op verschillende manieren tot stand komen. Tijdens de ontwikkeling krijgen sommige dieren, zoals bepaalde kevers, een huid die overeenkomt met de kleur en de tekening van de omgeving.Soms lijken ze zelfs op takken en stenen.Er zijn ook dieren, zoals bepaalde krabben, die materiaal uit de omgeving verzamelen en dit aan hun lichaam vastmaken.

Bekende voorbeelden zijn:- de wandelende tak.- vele vlinders, bv. de Peper- en- zoutvlinder.- vele rupsen (lijken op takjes en hebben kleuren zoals tak of blad).- vele broedende vrouwtjes op het nest, bv. eenden- soorten en fazanten.- een octopus, een zeerog, een gekko,….

Page 8: Camouflage Van Insecten

Hierbij kun je ook afbeeldingen laten tonen.

Vaak wordt gedacht dat de kameleon van kleur verandert vanwege camouflage. Dit is niet het geval. Het hangt meer samen met de gemoedstoestand van het dier. Daarnaast met licht en temperatuur in de omgeving.

2) Insectenwandeling.Je kan ook met je leerlingen een leerrijke insectenwandeling maken. Hierbij komen de leerlingen ook in contact met insecten.

Nederlands.Als men mij morgen vindtdeels verlamd en stervendlangs een tropisch palmenstrand

weet dan dat de visdie gecamoufleerd als steenzijn stekels slechts rechtop zetom zichzelf alleen ellende en een trage dood te sparen

en vraag hen te proberen met een hartverwarmend badmisschien valt dan mijn levenop het nippertje te redden

De steenvis.

Page 9: Camouflage Van Insecten

Hierbij kan je het gedicht bespreken (inhoud). Je kan de steenvis ook tonen op een afbeelding en vertellen wat je erover weet.Verwerking?- expressief voorlezen.- een soortgelijk gedicht schrijven over andere dieren.- een tekening maken.