98
bezoekersgids i Anatomie der IJdelheden Erasmus en zijn drukkers april-september 2008 Colloquia in museo Erasmi XXIII Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 1

Colloquia 23_cahier IJdelheden

  • Upload
    vonhu

  • View
    226

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

bezoekersgids

i

Anatomie der IJdelhedenErasmus en zijn drukkers

april-september 2008

Colloquia in museo Erasmi XXIII

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 1

Deze gids werd uitgegeven door het Erasmushuis,gemeentelijk museum van Anderlecht,met de steun van de vereniging De vrienden van het Erasmusmuseum.

les amis • de vrienden

asbl - vzw

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 2

v

v

bezoekersgids

INLEIDING

Alexandre Vanautgaerden, conservator

Curiosus, cupidus, studiosus

ERASMUS

Chronologie – De humanist – De reiziger – Zijn filosofie –

Zijn werk

ANATOMIE DER IJDELHEDEN

Rederijkerskamer

Tentoonstelling

Museumverzameling

Werkkamer

Tentoonstelling

Museumverzameling

Gang

Renaissancezaal

Tentoonstelling

Schilderijen

Traphal

ERASMUS EN ZIJN DRUKKERS

Zaal met fresco’s

Tentoonstelling

Museumverzameling

Gang

p. 5

p. 13

p. 19

p. 21

p. 27

p. 31

p. 34

p. 39

p. 41

p. 54

p. 59

p. 63

p. 65

p. 88

p. 91

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 3

4

JEAN-MARC MANDOSIO

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 4

5

In overleg met de gemeentelijke overheden van Anderlecht,werd beslist om naar aanleiding van het 75-jarige bestaan vanhet Erasmushuis een boek uit te geven met verschillende tekstenin verband met de samenstelling van het Anderlechtse patrimo-nium en een patrimoniale tentoonstelling te organiseren rondhet thema IJdelheid.

Deze tentoonstelling Anatomie der IJdelheden kadert binnen eendenkpiste die het Erasmushuis reeds een tiental jaren volgtrond het thema van de rariteitenkabinetten. Sinds mijn aantre-den als conservator in 1994, leken de rariteitenkabinetten mijeen stimulerend studieobject binnen de context van een muse-ografisch project van het Erasmushuis. De rariteitenkabinetten,voorlopers van de musea, verzamelden objecten die tot vier cate-gorieën behoorden: de artificialia, objecten gerealiseerd door demens (kunstwerken); de naturalia die schepsels en objecten uit denatuur verzamelen; de exotica die exotische planten en dierenvoorstellen; en de scientifica gewijd aan wetenschappelijke instru-menten.

De grote rariteitenkabinetten hebben zich in Europa slechtsgevormd in de jaren 1560-1570 na het overlijden van Erasmus.Maar het was één van zijn tijdgenoten, Albrecht Dürer, die teNürnberg de eerste Wunderkammer oprichtte met naturalia en arti-ficialia verzameld tijdens zijn reis door de Nederlanden in 1520.Vergeet niet dat Dürer van dit verblijf gebruik maakte om eenportrettekening van Erasmus te maken, tussen twee tekeningenvan walvissen in.

Door het bij elkaar brengen van de verschillende kennisdomei-nen bieden deze rariteitenkabinetten een analyseobject aan dataansluit bij wat het Erasmushuis geworden is. Zoals de raritei-tenkabinetten eertijds, huisvest het huis een museum metobjecten (artificialia), een tuin waarin men kruiden kan observe-ren en bestuderen (naturalia) en een bibliotheek die de Woorden en

CVriosVs, cVpidVs, stVdiosVsNieuwsgierig, verlangend, leergierig.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 5

6

de Dingen aanwendt om het met de titel van een colloquium vande humanist te zeggen (De rebus ac vocabulis, 1527).

In de moderne tijd roept het kabinet een idee op van een afgele-gen plaats, vrij klein in omvang, ver weg van de wereld, waarmen zich afzondert om te mediteren of te studeren. Dit soortplaats is veel verschuldigd aan de traditie van het monastiekeleven en heeft ook te maken met de picturale voorstellingen vande H. Hiëronymus, mediterend in zijn cel.

Het Erasmushuis organiseerde in 1997 in Frankrijk, in hetmuseum van Saint-Antoine l’Abbaye in Isère een eerste exposi-tie: Erasmus en de lof van de nieuwsgierigheid in de renaissance.Deze tentoonstelling liet ons toe samen met professor GeorgesMees opzoekingen te doen in de botanische werken uit de XVIdeeeuw en een eerste kruidentuin aan te leggen die verband hieldmet het lichaam van Erasmus.

Terug uit Saint-Antoine l’Abbaye, werd de kruidentuin in 1989ontworpen door René Pechère, heraangelegd en herdoopt totTuin der ziekten. In 1998 hebben wij in deze tuin een honderdtalplanten samengebracht die door Erasmus werden gebruikt omte genezen. Het was de bedoeling om via de planten een gevoeligportret van Erasmus te brengen en te laten zien hoe de humanistheeft geleefd, gevoeld en soms geleden. Deze Tuin der ziekten geeftaan de bezoeker, die in het Erasmushuis de beroemde portrettenvan Dürer, Holbein of Van Dijck heeft bewonderd, een verinner-lijkt portret van Erasmus.

De volgende etappe in dit project (2000), namelijk de aanleg vande Filosofische tuin, was zowel botanisch als kunstzinnig.Landschapsarchitect Benoît Fondu heeft een hedendaagse tuinaangelegd die in het verlengde ligt van de Tuin der ziekten. Hijkreeg de naam filosofisch naar het voorbeeld van de antieke tui-nen waarin men samen met vrienden wandelde en daarbij stoot-te op een spreekwoord of een kunstwerk, wat dan weeraanleiding gaf tot een filosofische discussie.

Deze tuin heeft aan het museum een plaats gegeven voor otium,deze bijzondere toestand die zich tegenover werken stelt, en die

ALEXANDRE VANAUTGAERDEN

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 6

7

de Romeinen toeliet voor zichzelf en - door dit te doen - ookvoor anderen vrij te zijn. Otium is niet het vertier, maar eerdereen actieve vrijetijdsbesteding, die bevrijdt van onze dagelijksebeslommeringen, om ons zonder banden opnieuw te concentre-ren en te leven. Dit project heeft het museum grondig veran-derd. De samenwerking met vier hedendaagse artiesten metinternationale faam (Marie-Jo Lafontaine, Perejaume, BobVerschueren en Catherine Beaugrand) verrijkte het museum.

In 1997 werd te Saint-Antoine l’Abbaye een bijzonder beeld ten-toongesteld: een anatomische Eva uit het begin van de XVIIdeeeuw. Ze wordt bewaard in een privéverzameling. Maar deze Evawas niet alleen. Haar verzamelaar, een gynaecoloog gespeciali-seerd in onvruchtbaarheid, heeft gedurende zijn hele leven eenprachtige collectie opgebouwd rond de thema’s voortplantingen dood. Het idee om deze verzameling in het museum te latenzien was groots opgezet en oud. Het is gerijpt, net als de vriend-schap die ons bindt met de eigenaar van deze meesterwerken, endie ons vandaag toelaat om een bloemlezing te laten zien van demooiste stukken uit deze verzameling.

Vrij vlug hebben we samen met de verzamelaar beslist om eententoonstelling te organiseren rond het thema van de IJdelheid;een oud thema dat men terugvindt in de eerste woorden van deEcclesiastes: « Vanitas vanitatum omnia vanitas » (« IJdelheid derijdelheden, alles is ijdelheid »). Het lag echter niet in onzebedoeling om aan deze tentoonstelling een bittere smaak vanafkeer van de wereld te geven. Het was interessanter om het the-ma van de dood op een jubelende manier voor te stellen. De ana-tomische Eva bezit het bijzondere kenmerk zwanger te zijn.Deze tentoonstelling over de IJdelheid, die vele voorstellingenvan de dood toont, maakt van het levensperspectief deel uit.Alles gebeurt in cirkels.

Erasmus droeg aan zijn vinger een memento mori. Zijn zegelringstelt de god Terminus voor, de dood. Voor de humanist was deaanwezigheid van de dood geen dagelijkse herinnering aan deijdelheid van de wereldse dingen. Integendeel, dit beeld was eenuitnodiging om niet te vergeten te genieten van de tijd die ons

CURIOSUS, CUPIDUS, STUDIOSUS

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 7

8

werd toebedeeld. Erasmus, die vaak ziek was, wist dat hij elkedag die de Schepper hem toewees goed moest gebruiken. Hijwerkte, maar met mate. Erasmus werkte over het algemeenalleen ‘s morgens, met uitzondering van de periodes waarin zijndrukkers hem aan de persen kluisteren. Hij reserveerde denamiddag voor zijn vrienden, zijn briefwisseling en een aange-name wandeling in de tuin. De god Terminus vindt men op een dubbelzinnige manier terugin zijn devies Concedo nulli (« Ik wijk voor niemand »). Velen vanzijn tijdgenoten hebben hem dit arrogante devies kwalijk geno-men. De humanist heeft er steeds opnieuw op gehamerd dat hijhier niet over zichzelf sprak, maar over de dood die voor nie-mand wijkt en hij citeert hierbij een passage uit Horatius:« Mors ultima linea rerum est » (Epistulæ I, xvi, 79). Erasmus moetnochtans plezier hebben gehad met deze verwarring, hij dievoor niemand wijkt en waarvan John Colet, zijn Engelse vriend,zei dat hij een homo pro se was, want hij behoorde tot geen enkelepartij: noch de Roomse noch de Lutherse.Erasmus schreef verschillende teksten over de dood: deDeclamatio de morte (1517), de Epistola de morte (1523), enkele collo-quia (Funus, 1526; Exsequiæ seraphicæ, 1531, Epicureus, 1533) en tenslotte twee jaar voor zijn dood de De præparatione ad mortem (1534),een heel mooie verhandeling om zich voor te bereiden op zijngrote vertrek. Deze teksten zijn sterk verschillend, soms satirischzoals Een serafijnse begrafenis, soms de stempel dragend van antieke(de humanist is een groot bewonderaar van Seneca) of christelij-ke wijsheid, zoals in zijn laatste verhandeling, waarin zich eenvroomheid vervuld van nederigheid manifesteert, ver van deliteraire uitlatingen in zijn Colloquia.

Dankzij de conservator Philippe Brunin van hetNatuurhistorisch museum van Doornik, met wie we reeds heb-ben samengewerkt in 1997 te Saint-Antoine l’Abbaye, hebben weeen ander perspectief op de dood geïntroduceerd. Wij plaatsende kunstwerken en de dieren op één lijn, als identieke getuige-nissen van het verleden. Levende wezens weigeren het klasse-ment van de soorten en de positie van de mens, die hetuniversum een ordening heeft opgelegd. In het eerste deel vande tentoonstelling willen wij dit op een ietwat provocerende

ALEXANDRE VANAUTGAERDEN

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 8

9

manier laten zien door een reeks dode vogels te confronterenmet de schedel van Erasmus en door de data waarop de vogelsvoor de eerste keer werden geïdentificeerd te vergelijken met dedatum van het verschijnen van de humanist op aarde.

Er bestond, naast het verlangen om de anatomische Venus tetonen, een ander beeldhouwwerk dat ons sinds lang achtervolg-de: Umbraculum van Jan Fabre. Het is een wervelend beeld van eenmonnik gemaakt uit menselijke beenderen. Umbraculum in hetLatijn verwijst naar het idee van een schaduwrijke plaats, zoalswe dat kunnen lezen bij Varro in zijn Res rusticæ (I, 51, 2). Hierinzijn umbracula schuilplaatsen waar de arbeiders zich in de scha-duw terugtrekken tijdens de hitte van de dag. Figuurlijk werdumbracula bij Cicero in verband gebracht met de lommer opschool en vandaar met de school zelf. Plautus, die geen gelegen-heid voorbij laat gaan om te ironiseren, maakte van de homoumbraticus een kruidenier, een klerk (Curculio, 556). Seneca daaren-tegen duidt met deze term de Epicureeërs aan die in gemoeds-rust leven (De beneficiis, IV, 2, 1). Maar het is veeleer het gebruikvan het woord bij Plinius dat ons hier interesseert, want hijduidt met dit adjectief de brieven aan die hij op zijn gemak inde schaduw van zijn werkkabinet schrijft: umbraticæ litteræ(Epistulæ, IX, 2, 3). De monnik van Jan Fabre lijkt de schaduw opte zoeken om otium te vinden.

Het botanische werk verder zettend, wensten wij aan de ten-toonstelling een bloementuin toe te voegen met een vleugje par-fum van Caravaggio. Wij hebben het geluk hier bij ons inBrussel al jaren een bloemist uit Normandië te gast te hebben:Thierry Boutemy. Elke dag creëert hij vluchtige werken.Sommige van zijn boeketten zullen nooit verwelken dankzijSofia Coppola, die ze in 2006 gefilmd heeft te Versailles voor haarfilm Marie-Antoinette. Met de bloemen, zoals met de wolken,zijn wij verplicht om op het moment zelf aanwezig te zijn, wantvan zodra we verstrooid zijn, verdwijnt de schoonheid. Vluchtigals ze is, draait ze ons haar rug toe als we haar niet in de ogenkijken. De natuur verplicht ons voortdurend waakzaam te zijn,want wat we vandaag niet hebben kunnen bewonderen, zalmorgen definitief verdwenen zijn.

CURIOSUS, CUPIDUS, STUDIOSUS

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 9

10

ALEXANDRE VANAUTGAERDEN

Marie-Jo Lafontaine, Hommage à un tueur, 1996.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 10

11

Samen met de bloemen van Thierry Boutemy, wensten wij eenfotografisch werk van Marie-Jo Lafontaine te laten zien: portretvan een moordenaar, een stilleven ter ere van Caravaggio en zijnmand met fruit bewaard in de Ambrosiaanse Bibliotheek teMilaan. Uiteindelijk leek het ons juister om een ander stillevenvan Marie-Jo Lafontaine te kiezen om het te confronteren met demonnik van Jan Fabre: World wide web, een aantal in elkaar kron-kelende slangen die dit doek bezwaren terwijl het ons zou moe-ten bevrijden. In werkelijkheid raakt het ons des te meer,naarmate het ons insluit. Het imiteert zo de Latijnse taal dieover het woord stringere (snoeren), komt tot het adjectief constrictus(dichtgesnoerd), wat deze slangen die hun slachtoffers wurgengoed beschrijft.

Deze tentoonstelling bevat objecten die gekarakteriseerd wor-den door hun buitengewone schoonheid. Maar de ervaring vande schoonheid die aan het werk is in elk van deze stukken is erniet om ons ervan weg te draaien. Vele tentoongestelde IJdelhedentonen een dubbel gezicht, ideaal en rottend. Het kleine putti-hoofd toont ons een engelachtige zijde en aan de andere kantwat ervan overblijft wanneer de dood zijn werk heeft gedaan.Hoe moeten we vandaag naar deze objecten kijken: met afgrij-zen ? genot ? Wij zouden eerder willen dat men ze beschouwt alsgetuigenissen van het verleden en als visioenen van de toekomst.Alsof hun dualiteit ons omknelt en ons dwingt ons in een hedente plaatsen dat steeds meer autoritair is: verscheurd tussen eendenkbeeldige schoonheid en een onontkoombaar verval, ver-plicht om te leven met een zo groot mogelijke intensiteit op hetmoment zelf.

CURIOSUS, CUPIDUS, STUDIOSUS

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 11

André Jasinski, Festina lente, 2000, Cibrachrome foto, 84 x 111 cm.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 12

ERASMUS

ca 1467-1536

festina lenteHaast-je langzaam

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 13

14

CHRONOLOGIE VAN ERASMUS’ LEVEN

1467 ? Geboorte op 28 oktober, of in 1467, of in 1469.

1478 School der Broeders van het Gemene Leven, Deventer.

1488 Aflegging gelofte in het klooster van Steyn bij Gouda, bij deorde kanunniken van Sint-Augustinus.

1492 Priesterwijding.

1495 Theologische studies in het Collège de Montaigu te Parijs.

1499 Verblijf in Engeland. Hij ontmoet er John Colet, Thomas Morus en wordt aan het Hof ontvangen.

1502 Leuven, eerste vertalingen van Griekse werken.

1506-09 Reis naar Italië.1506: diploma theologie te Turijn.1508: uitgave van de Adagia (4521 spreekwoorden en bekende spreuken uit de oudheid), bij Aldus Manutius te Venetië.

1509 Hij schrijft de Lof der Zotheid in enkele dagen.

1511 Eerste gedateerde uitgave van de Lof der Zotheid te Straatsburg.

1516 Raadsman van Karel, Hertog van Brabant (weldra Keizer Karel),voor wie hij Opvoeding van de christelijke prins schrijft.Publiceert de vertaling van het Nieuwe Testament.

1517-21 Verblijf te Leuven.Sticht er het Drietalencollege (Latijn - Grieks - Hebreeuws).Begin van de Hervorming.

1521 Verblijf van vijf maanden te Anderlecht in het huis bewoond door kanunnik Pieter Wychman. Definitief vertrek naar Bazel.

1524 Pamflet Over de Vrije wil tegen Luther.

1529 Vestigt zich in Freiburg im Breisgau in Duitsland, omwille vande opkomst van de Reformatie in Bazel.

1535 Terugkeer naar Bazel.

1536 Overlijdt op ongeveer 70-jarige leeftijd.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 14

15

Humanist

Als één van de grootste geleerden van zijn tijd, werd Erasmus de Prins der

Humanisten genoemd. Hij leefde in de Renaissance, een periode van grote

wijzigingen, gekenmerkt door de herziening van de meeste denkbeelden en

een vernieuwde interesse voor de Grieks-Romeinse oudheid. Hij werd gebo-

ren te Rotterdam (ca. 1469) en stierf te Bazel (1536).

Omwille van zijn intellectuele populariteit was hij, rond zijn dertigste, vaak te

gast bij koningen, keizers of andere heersers uit zijn tijd ... Erasmus was een

homo viator, hij was steeds onderweg en had een grote invloed op de weten-

schappers van zijn tijd.

Zijn meest bekende werk vandaag is de Lof der Zotheid geniet de meeste

bekendheid. Hij schreef dit werkje te paard, tijdens zijn terugkeer uit Italië,

op weg naar Engeland (1509). Bovenop het feit dat dit een ironisch pamflet

is en een aanval tegen het gedrag van de leidende klasse en kerkelijke hoog-

waardigheidsbekleders, is de Lof vooral een geschenk van de humanist aan

zijn vriend Thomas More bij wie hij in Engeland logeerde. Vriendschap is

één van de meest sympathieke kenmerken van deze gekoesterde humanist.

Hij profileert zichzelf als de verdediger van het elegante Latijn, de internatio-

nale taal van zijn tijd. Hij zorgde voor de herziening van christelijke tradi-

ties en was voorstander van een menselijkere benadering van de godsdienst

en de vernieuwing van het pedagogische systeem door het publiceren van

grammatica’s, verhandelingen over de opvoeding van kinderen en door het

oprichten van het Drietalencollege te Leuven. Erasmus is dus tegelijkertijd

één van de grootste Neolatijnse schrijvers, een geëngageerd theoloog en een

vernieuwend pedagoog.

ERASMUS

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 15

16

De reiziger

Ik wil een wereldburger zijn, geen burger van één stad.

Het zoeken naar nieuwe bijbelse bronnen, naar beschermheren, naar financiële

ondersteuning en zijn eigen verplichtingen zorgden ervoor dat hij leefde in

of reisde door het meest cultureel ontwikkelde deel van Europa. Zo legde hij

contact met de meest gereputeerde geleerden van de Renaissance en bouwde

hij een netwerk uit van vrienden, een gemeenschap van denkers.

Erasmus bracht zijn jeugd en schooltijd door in de Nederlanden

(Rotterdam, Deventer). Gedurende deze periode, en ook toen hij monnik

werd te Steyn, verwierf hij de kennis van het Latijn, de universele taal van

die tijd. In die periode groeide zijn belangstelling voor het elegante schrift,

de fundamenten van de theologie en zijn verlangen naar Italië.

Hij verliet het klooster om te studeren aan de universiteit van Parijs (1493),

waar hij les gaf in de Latijnse taal om in zijn onderhoud te kunnen voor-

zien.

In Engeland (1499) leerde hij Thomas More en John Colet kennen, met wie hij

vriendschap sloot. Deze geleerden zullen een grote invloed hebben op

Erasmus. Hij vertoefde vaak aan de universiteiten van Oxford en

Cambridge, als student of als professor, ten tijde van de regering van de

beroemde Hendrik VIII.

Zijn reis naar Italië (1506-1509) gaf hem de gelegenheid om de antieke neder-

zettingen te bezoeken, de collecties van grote bibliotheken te raadplegen,

zijn Grieks bij te schaven (een must om de oude handschriften beter te

begrijpen) en om geleerden te ontmoeten, die hem bij zijn opzoekingen hiel-

pen. Hij genoot van zijn verblijf bij de drukker Aldus Manutius, maar was

buitengewoon teleurgesteld door het buitensporige gedrag van het pauselij-

ke establishment, het volkse bijgeloof en de oorlogszucht van pausen zoals

Julius II, de beschermheer van Michelangelo.

Bij zijn terugkeer wordt hij tot raadsheer benoemd van Karel de Grote en ves-

tigt hij zich in de Nederlanden (1516-1521) waar hij in Antwerpen, Brugge,

Leuven en Mechelen verblijft. Hij brengt ook een tijd in Anderlecht door,

ERASMUS

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 16

17

één van de huidige Brusselse gemeenten.

De laatste jaren van zijn leven verbleef hij te Bazel in Zwitserland, waar hij op

70-jarige leeftijd (1536) stilaan de dood tegemoet keek. Zijn vriend John

Colet had het hem voorspeld: Nomen Erasmi nunquam peribit (“Erasmus’

naam zal nooit vergaan”).

Zijn filosofie

Pacifisme: afgeschrikt door de vele oorlogen die tijdens zijn leven woedden -

zoals de veelvuldige gewelddadige confrontaties tussen het huis van Valois

(Frans I), de Duitse staten en het Spanje van de Habsburgers (Karel V),

Engeland (Hendrik VIII) of de invasie van de Turken (Soliman de

Luisterrijke) - streefde hij er herhaaldelijk naar om door middel van zijn

brieven, boeken en discussies de regerende leiders ervan te overtuigen de oor-

logen te beëindigen en vrede te brengen in hun land.

Kerkhernieuwing: voor Erasmus bestaat de belangrijkste taak van de kerk als

instituut uit de verspreiding van het geloof en mag de kerk bijgevolg niet

beheerd worden als een staat. Met deze houding haalde hij zich veel kritiek

van de traditionele theologen op de hals, die hem bedreigden met een inqui-

sitoriale vervolging. Zijn denken en zijn onderzoek werkten op een zekere

manier de protestantse hervorming in de hand. Hoewel Erasmus vaak kri-

tiek had op de kerk, is hij nooit hervormd en stierf hij in de schoot van de

Romeinse katholieke kerk.

Verdraagzaamheid: Erasmus meende dat men andermans ideeën nooit zomaar

mag veroordelen, omdat menselijke zaken van nature ambigu zijn. Toen

hij geconfronteerd werd met andere levenswijzen (volkeren in Amerika,

moslims, hervormers), heeft de humanist een concept van de mens uitge-

werkt dat gedefinieerd wordt door onafhankelijkheid van geloof en een vrije

wil.

Eenheid van de Europese cultuur: hij definieerde zichzelf als wereldburger, niet

gebonden aan een bepaalde streek, maar thuis in de Europese landen waar

cultuur en humanisme bloeiden. De twee Europese maatschappijen waar-

ERASMUS

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 17

18

toe hij verklaarde te behoren, waren de republiek der letteren en de katholie-

ke kerk.

Zijn werk

Erasmus is een eeuwige student die zijn boodschap uitdraagt via zijn boeken en

duizenden brieven. Hij was een meester in het herdefiniëren van het tradi-

tionele denken. Terwijl het leren voordien hoofdzakelijk scholastisch was,

introduceerde hij een wetenschappelijke, filologische benadering bij het bes-

tuderen van teksten. Zijn correspondentie (drieduizend bewaarde brieven

van een geschatte twintigduizend) reikte van Polen tot Spanje en was zowel

gericht aan koningen als aan gewone klerken. Hij beweerde dat hij soms

meer dan veertig brieven per dag schreef.

De Adagia en Colloquia zijn pedagogische boeken die de traditionele gramma-

tica’s en schoolboeken moesten vervangen.

Zijn belangrijkste verwezenlijking in de ogen van zijn tijdgenoten was de ver-

taling van het Nieuwe Testament, vanuit het Grieks naar het Latijn, die de

duizend jaar oude tekst van Hiëronymus, de Vulgaat, verving. Vertalingen

van Grieks-Latijnse auteurs toonden zijn bekwaamheid om op een delicate

manier oude teksten te reconstrueren.

Zijn werk is uitsluitend in het Latijn en in het Grieks geschreven, maar werd al

tijdens zijn leven in verschillende volkstalen vertaald (Engels, Duits, Frans,

Italiaans, Hongaars, Spaans, enz.)

ERASMUS

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 18

ANATOMIE

DES IJDELHEDEN

tentoonstelling

12 april-13 juli 2008

Een tentoonstelling overde rariteitenkabinettengeorganiseerd rond eenanatomische Eva uit hetbegin van de zeventiendeeeuw, omringd met die-ren en een verzamelingIJdelheden, met een monnik uit menselijkebeenderen van Jan Fabreen slangen van Marie-JoLafontaine.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 19

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 20

21

Ter gelegenheid van het 75-jarig ebestaan van het museum, organiseert het

Erasmushuis een tentoonstelling rond een anatomische Eva uit de zeven-

tiende eeuw en met een aantal objecten rond het thema ijdelheid uit een

privéverzameling, met hedendaagse tussenkomsten van Jan Fabre en

Marie-Jo Lafontaine. Aïda Kazarian en Herman Lampaert hebben meege-

werkt aan de museografische herinrichting van de museumverzameling.

De IJdelheden roepen picturale voorstellingen op en benadrukken de broosheid

van het leven en de nietigheid van menselijke bezigheden. De tentoonstel-

ling toont zowel middeleeuwse voorstellingen van memento mori als anato-

mische werken die getuigen van de geboorte van een nieuwe

wetenschappelijke denkpiste in de schoot van de rariteitenkabinetten.

De tentoonstelling “Anatomie der IJdelheden” vindt plaats in de drie zalen op

de begane grond temidden van de verzameling van het museum. Ze start

met een vitrine waarin de schedel van Erasmus omringd wordt door parkie-

ten. De etiketten die bij deze vogels horen, vermelden de datum waarop ze

werden ondergebracht binnen de ordening van de soorten. Op dezelfde

manier ontving Erasmus een ‘etiket’ en herinnert er ons aan dat hij in 1467

tot de soort is toegetreden en dat hij ongeveer zeventig jaar heeft geleefd.

Hij overleed in de nacht van 11 op 12 juli 1536. Twee exemplaren van de

Erasmusmedaille tonen zijn devies dat naar de god Terminus, naar de dood

verwijst. Holbein zal dit afbeelden op zijn beroemde gravure van de Prins

der humanisten.

Chambre de Rhétoriquerederijkerskamer

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 21

22

REDERIJKERSKAMER

Photo : Paul Louis.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 22

23

Tentoonstelling

Vitrine

Afgietsel van Erasmus’ schedel. Erasmushuis, MEH 139.

Lange tijd werd dit als een afgietsel van de schedel van Erasmusbeschouwd. De eerste museumconservator Daniel Van Dammekon enkel gebruik maken van de gegevens die op dat ogenblikvoorhanden waren en die voortvloeiden uit de opgravingen diein juni 1928 in de kathedraal te Bazel werden uitgevoerd. Het isop dat ogenblik dat de patholoog Andreas Werthemann, diedacht dat hij het graf van Erasmus had gevonden, een volledigestudie heeft gemaakt van het lichaam. Maar in 1974 ontdektemen ten zuidoosten van dit graf een ander skelet dat de beroem-de Erasmusmedaille ontworpen door Quinten Metsys in derechterhand hield. De patholoog Bruno Kaufmann kon echterniet met volledige zekerheid de identificatie aan Erasmus toe-schrijven omdat het te zeer beschadigd was, ondanks de aanwe-zigheid van de Erasmusmedaille die ons ertoe aanzet om tedenken dat dit graf wel degelijk van de humanist was. Omwillevan de onzekerheid werden de twee skeletten (ontdekt in 1928en 1974) in één kist bijgezet in het noordelijk zijschip onder hetErasmusepitaaf.

Quinten Metsys, twee Erasmusmedailles, 1519.Erasmushuis, MEH 144-a,b.

Deze medaille is het tweede Erasmusportret dat werd gereali-seerd door de Antwerpse kunstenaar, na de diptiek uit 1517geschilderd op hout. Op de achterzijde van de medaille zien wede god Terminus, de dood, met het devies van Erasmus. Om ditbeeld te vervaardigen, liet de kunstenaar zich inspireren dooreen zegelring, die Erasmus in 1509 ontvangen had van zijn leer-ling Alexander Stuart, natuurlijke zoon van Jacobus IV vanSchotland, bij hun terugkeer uit Napels.

Erasmus draagt deze ring zijn leven lang. Hij was uitgevoerd met

REDERIJKERSKAMER

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 23

24

een kornalijnsteen, geslepen op oude wijze, met de afbeeldingvan Dionysos met baard. Erasmus zag er echter het beeld in vande god Terminus. Naar aanleiding van deze vergissing werd dezegod zijn embleem. Hij voegde er de spreuk concedo nulli aan toe, alszinspeling op de dood die niemand ontziet.

Opgezette parkieten, Doornik, Natuurhistorisch museum.

Aratinga leucophtalma, Müller, 1776Witoog aratinga

Amazona farinosa farinosa (Boddaert, 1783)Geschimmelde amazone

Amazona albifrons (Sparrman, 1788)Witvoorhoofdamazone

Pyrrhura calliptera (Massena en Souancé, 1854)Bruinborstparkiet

Aratinga aurea (Gmelin, 1788)Goudvoorhoofd parkiet

Forpus passerinus (Linnaeus, 1758)Groene muspapegaai

Aratinga pertinax aeruginosa (Linnaeus, 1758)Bruinkeel maïsparkiet

REDERIJKERSKAMER

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 24

25

Tussen de ramen

Hans Holbein (gravure Hans Luzelburger), Erasmusportret, 1535.Erasmushuis, MEH 198-c.

Portret op voetstuk van Erasmus in een versierd portaal.Erasmus draagt een wijde mantel van een kanunnik en de mutsvan doctor in de theologie. Zijn rechterhand rust op het hoofdvan de heidense god Terminus, de dood. Gilbertus Cognatus,vriend en secretaris van Erasmus, is de auteur van het Latijnsedistichon: « Voor wie Erasmus nog niet in levende lijve heeftgezien, zal dit portret een beeld geven naar het leven ».

Naast het meubel

Tand van Narwal. H. 233 cm. Privéverzameling.De narwal (Monodon monoceros, Linnaeus 1758), bijgenaamd deeenhoorn van de zee, valt onder de walvissen. Mannelijke nar-wals worden gekenmerkt door een enkele spiraalvormige slag-tand die uit de linkerkant van de bek naar voren steekt. Dezetand kan tot drie meter lang zijn. Het dier zelf meet vier tot vijfmeter en leeft in groep in de Noordelijke IJszee.

Deze slagtand is in feite een tand uit de linkerkaak van het man-netje (die één enkele keer voorkomt bij het wijfje). Als het dier

REDERIJKERSKAMER

Foto

: H

eber

Riz

zo B

alad

an.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 25

26

ongeveer een jaar oud is, begint de tand te groeien doorheen debovenlip. Het groeiritme verhoogt bij het bereiken van de sek-suele maturiteit (rond 8 à 9 jaar). Hij bereikt een aanzienlijkelengte (2,5 tot 3 meter met een gewicht van 10 kg.) Hij vertoontaltijd een spiraalpatroon van rechts naar links (vanuit de wortel).Het gedeelte in de kaak zit in een holte die een enorme papilbevat. Deze verzekert een voortdurende groei die overeenkomtmet de slijtage langs de buitenkant. De andere slagtand van hetmannetje en de twee tanden van het wijfje blijven rudimentairen komen niet uit de tandholte. Eén enkele keer ziet men eenmannelijke narwal met twee slagtanden. De tand van de narwalgroeit voortdurend en is te vergelijken met de slagtand (snij-tand) van de olifant.

De mannetjes vechten met hun slagtanden boven of onder hetwateroppervlak. Men denkt dat de heerschappij binnen de socia-le hiërarchie wordt bepaald door het vechten en dat deze met desteektornooien wordt behouden.

De narwals leven in groepen van vier tot twintig dieren in destreken rond de IJszee. Men vindt ze vooral in de wateren vanCanada, Groenland en Rusland. Deze groepen zijn voortdurendin beweging volgens de seizoenen. Ze proberen het ijs voor tezijn en de visscholen die hun voedsel vormen te volgen.Wanneer ze migreren, gebeurt het soms dat de verschillendegroepen elkaar ontmoeten, wat aanleiding geeft tot indrukwek-kende bijeenkomsten.

De legende van de eenhoorn is afkomstig uit het oudeGriekenland. De hoorn van de neushoorns werd verkocht als dehoorn van de eenhoorn tot men deze van de narwals ontdekte:lang en spiraalvormig. De tand van de narwal heeft sterk bijge-dragen tot het beeld dat men zich ging vormen van de eenhoornin de middeleeuwen.

REDERIJKERSKAMER

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 26

27

Museumverzameling

Tegenover de ramen

{33} Felix Cogen, Laatste verblijf van Erasmus in Bazel. Olie op doek, ca.1907. Erasmushuis , MEH 33.

Erasmus bevindt zich op dit schilderij in de drukkerij van JohannFroben. Vandaag huist in dit gebouw een antiquair (Erasmushaus).De drukker Johann Froben zit al lezend achter Erasmus, maarwerd een tweede keer voorgesteld op het achterplan bij de druk-pers.Van links naar rechts herkennen we: Froben, Erasmus,Melanchthon, Amerbach, Meyers’ zoon en de burgemeester vanBazel, Meyer. Vooral de sfeer die het schilderij oproept, is interes-sant. De reeds bejaarde Erasmus, comfortabel gezeten, richt zichtot een aandachtige groep toehoorders die in volle stilte naar deprins der humanisten luistert. Rechts heeft de schilder de leerlin-gen-secretarissen van Erasmus voorgesteld (famuli).

Felix Cogen (1838-1907), Belgisch schilder van historische tafere-len, portretten, landschappen en marines, was leraar en stichtte teBrussel een academie. Het doek werd in 1907 te Parijs tentoongesteld.

Schouw

{25} Jan van Scorel (kopie naar), Portret van Adrianus VI, olie op doek,ca. 1522.Erasmushuis, MEH 25.

Adriaan Floriszoon, geboren in Utrecht in 1459, werd paus in1522 na de dood van Leo X. Daarvoor was hij kanunnik inAnderlecht, vriend van Erasmus en privéleraar, nadien ministervan Karel V. Hij was ook bisschop van Tortosa. Hij stierf in Romein 1523.

REDERIJKERSKAMER

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 27

28

REDERIJKERSKAMER

Naast de schouw

{31} Sint-Erasmus. Polychroom beeld (dioriet), eind vijftiende eeuw.Erasmushuis, MEH 31.

Bisschop van Antiochië, vlucht Erasmus tijdens de vervolgingenvan Diocletianus naar Libanon. Net teruggekeerd in zijn bisdom,werd hij aangehouden. Een engel bevrijdt hem en brengt hem ‘opmiraculeuze wijze’ naar Italië. Daar leefde hij te Sirmium, vervol-gens te Formia in Campania. Hij werd er tot martelaar uitgeroe-pen en stierf in 303.

Zijn folteringen bestonden hierin: het aanbrengen van naaldenonder de vingernagels, hem brandmerken met een roodgloeiendijzer, en hem overgieten met kokende olie. Als patroonheilige vande zeelui had hij als attribuut een windas met een opgerold meer-touw, waarvan men later dacht dat het zijn ingewanden waren,rond een spil gedraaid. Dit verhaal zou ontstaan zijn in Gaëta inde veertiende eeuw. Naar aanleiding hiervan ontstond een nieu-we legende: de beulen sneden zijn buik open en verwijderdenzijn ingewanden.

Het beeldje draagt onder aan de linkerzijde het monogram MSen de gereedschappen van een timmerman: het houweel, dewinkelhaak en de passer. De heilige martelaar houdt zijn inge-wanden vast.

Boven het meubel

{36} Frans Francken II (1581-1642), De maaltijd van de slechte rijke.Olie op hout.Erasmushuis, MEH 36.

Dit schilderij stelt een weelderige maaltijd van rijke mensen voor.De bedelaar, Lazarus, bedekt met zweren, wordt verjaagd dooreen bode als hij het eten van de hond probeert te bemachtigen.De moraal van dit tafereel wordt bovenaan afgebeeld, waar mende rijke op zijn doodsbed ziet en Lazarus in het paradijs vanAbraham (Lucas XVI,19).

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 28

29

Naast de trap

{47} Erasmusportret. Olie op hout. Erasmushuis MEH 47.

Boven de deur

{46} Decreet. Erasmushuis, MEH 46.

Gedrukt in het Duits en uitgegeven door Karel V, op 6 maart 1523te Nürnberg, betreffende de houding die moet worden aangeno-men tegenover Luther en zijn partizanen, in afwachting van eenbijeenroeping binnen het jaar van een concilie in een Duitse stad.

Meubels

{26} Haardplaat in gietijzer. Begin zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 26.

{27} Haal in smeedijzer. Zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 27.

{28} Haardijzers in gietijzer. Begin zestiende eeuw. Erasmushuis, MEH 28.

{29} Gereedschap voor vuur: harkje met vijf tanden met inlegwerkin messing, heft in haakvorm; schop in smeedijzer; gaffel insmeedijzer; rooster met vijf staven. Begin zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 29.

{138} Zwitserse tafel met schuifblad, eik, zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 138

REDERIJKERSKAMER

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 29

Foto : Paul Louis.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 30

31

Tentoonstelling

Jan Fabre, Umbraculum I, sculptuur (been). H.: 165 cm.Verz. Deweer Art Gallery, Otegem.

Sculptuur die deel uitmaakt van een project Umbraculum. Eenplaats in de schaduw waar gedacht en gewerkt wordt.Reeds eeuwen een plaats waar men zich terugtrekt uit de mate-rialistische wereld. Een plaats in de schaduw waar gedacht engewerkt wordt, ver van het dagelijkse leven (zie inleiding). JanFabre heeft dit kader op zijn eigen manier herschapen. Opgrond staan zeven oude zaagmachines. Ze staan op houten klos-jes, niet meer geankerd in de grond zoals normaal zou moeten.Ze zijn ontdaan van hun oude leven, en staan hier als stille her-innering aan noeste, vuile arbeid.

Jan Fabre is beeldend kunstenaar, theatermaker en auteur. Hijwerd geboren in Antwerpen in 1958. Eind jaren zeventig volgdehij een opleiding aan de Koninklijke Academie voor SchoneKunsten en aan het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten enAmbachten te Antwerpen. Zijn eerste werken dateren uit dezeperiode. Jan Fabre maakt installaties, sculpturen, tekeningen,films en performances. Door de jaren heen bouwde Fabre aaneen omvangrijk oeuvre en werd hij een internationaal gewaar-deerd kunstenaar. Van april tot juli wordt er aan hem een ten-toonstelling gewijd in het Louvre te Parijs.

Het werk werd reeds op volgende plaatsen tentoon gesteld:Chapelle Saint-Charles, Avignon, 2001 – Centro de Arte contem-poranea, Rome, 2001 – Deweer Art Gallery, Otegem, 2001 –Museum Het Valkhof, Nijmegen, 2002 – Oslo, Kunstnernes Hus,2003 – DASA, Dortmund, 2003 – “Soul”, Groot Seminarie,Brugge, 2005 – Museum of Modern Art, Dubrovnik, 2006.

*

werkkamer

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 31

32

WERKKAMER

Marie-Jo Lafontaine, World Wide Web, 1996, monochrome kleuren-fotografie. H.: 172 cm.L. 127 cm. Kunstenaarsverzameling.

Het werk World Wide Web maakt deel uit van een reeks stillevens,die in 1996 gerealiseerd werden voor een tentoonstelling inMünchen in de galerij Thadeus Ropac. Het stelt een moderneijdelheid voor, een aantal in elkaar kronkelende slangen die dit‘web’ bezwaren, terwijl het ons zou moeten bevrijden. In werke-lijkheid raakt het ons des te meer, naarmate het ons insluit.

Marie-Jo Lafontaine woont en werkt te Brussel. Vanaf de jaren zeventig ontwikkelt ze een tweeledig werk datenerzijds wordt gevoed door thema’s als hartstocht, geweld enverlangen en anderzijds door een onderwerp als de kwetsbaar-heid van de wereld. Op het einde van de jaren zeventig oogst zebekendheid met haar video-installaties en monochroom textiel.Zij zet haar monochroom werk voort met grote schilderijen dieze soms associeert met fotografisch materiaal. Regelmatig ont-werpt ze installaties voor patrimoniale plaatsen, zoals onderandere het Erasmushuis, waarvoor ze een permanent werkcreëert in 2001 in de Filosofische tuin « Les larmes du ciel ». Inhet verlengde hiervan heeft ze op verschillende plaatsen(Luchthaven Stockholm, Felix Nussbaum Museum, Osnabrück,enz.) een ontwerp gemaakt vertrekkende van een emblematischezin van Erasmus: « Ik ben een wereldburger, mijn vaderland isoveral, of eigenlijk ben ik een vreemdeling voor iedereen ». Deartieste bereidt nu een tentoonstelling voor die in de Kruidtuinzal gehouden worden in de herfst 2008.

*

Tand van narwal. H. 205 cm. Privéverzameling.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 32

33

WERKKAMER

Op de schrijftafel

Desiderius Erasmus, De praeparatione ad mortem liber. Aliquot epistolaeseriis de rebus, Basileae, Hieronymus Frobenius et NicolausEpiscopius, 1534, 4°, 167, [I] p.; a-x4.Erasmushuis, E 3405.

Deze verhandeling over de Voorbereiding op de dood is Erasmus’ laat-ste grote tekst over de dood, waarin hij nederigheid toont tegen-over de nakende dood. Hier wordt de editio princeps van Bazeltentoon gesteld. Het werk bestaat uit een gemoedelijke dialoogtussen de Bijbelse teksten en de antieke wijsheid die erop gerichtis zich zonder vrees tegenover de dood op te stellen. Wij moeten,volgens de humanist: « ervan uitgaan dat elke dag de laatste vanons leven kan zijn en dat we niet weten of er nog één zal volgen.Terwijl we in leven en in goede gezondheid zijn, moeten we onszoveel mogelijk bevrijden van moeilijkheden en moeten we inhuis orde op zaken stellen in huis vooraleer de ziekte ons aanons bed kluistert. »

In de schouw

Walvis (niet bepaald). Penis. H.: 173 cm. Doornik,Natuurhistorisch museum.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 33

34

WERKKAMER

Museumverzameling

Tegenover de ramen

{72} Albrecht Dürer, Het badhuis te Aix-en-Chapelle, gravure, ca. 1496.Erasmushuis, MEH 72.

*

{190} Albrecht Dürer, De bewening van Christus. Gravure op hout uitde reeks De Grote Passie, 1497-1500. Erasmushuis, MEH 190.

*

{04} Albrecht Dürer, Kruisiging. Gravure op hout uit de reeks DeGrote Passie, 1497-1500. Erasmushuis, MEH 192.

Boven het meubel

{340} Titiaan (naar), Mystiek huwelijk van de Heilige Katharina. Olie opdoek. Zestiende eeuw. Erasmushuis, MEH 340.

Schouw

{86} Erasmusportret. Olie op hout. Zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 86.

Tussen de ramen

{109} Hans Holbein (naar), Erasmusportret. Olie op hout. Zestiendeeeuw. Erasmushuis, MEH 109.

Kopie uit de negentiende eeuw van het bekende schilderij van

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 34

35

WERKKAMER

Hans Holbein de Jonge dat in het Louvre hangt. Het werd doorKarel I, koning van Engeland, geschonken aan Lodewijk XIIIsamen met een Heilige Familie van Titiaan, in ruil voor deHeilige Johannes de Doper van Leonardo da Vinci. Later, bij hetverwerven van de collectie Jabach, werd het opnieuw eigendomvan het koningshuis.

*

{43} Erasmusportret. Olie op hout. Achttiende eeuw, MEH 43.

Rechts van de tafel

{80} Hans Holbein (?), Erasmusportret. Olie op hout. Ca. 1530.Erasmushuis, MEH 80.

In 1530 vervaardigt Hans Holbein zijn laatste geschilderdErasmusportret. Hij is de zestigjarige leeftijd reeds overschreden.We bezitten verschillende kopieën. De kopie die het dichtste aan-leunt bij het origineel (dat vandaag verloren is ?) bevindt zich inde pinacotheek te Parma.

*

{114} Albrecht Dürer, Heilige Johannes de Evangelist, Lavis.Erasmushuis, MEH 114.

Verlevendigd met wit krijt op geruite achtergrond, om over tebrengen in geweven tapijt of als fresco.

Meubels

{77} Dressoir met venstertraceringen, eind vijftiende - begin zes-tiende eeuw.Erasmushuis, MEH 77.

*

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 35

36

WERKKAMER

{101} Wisseltafel met opklapbaar blad. Zwitserland, eind zestien-de eeuw.Erasmushuis, MEH 101.

*

{102} Eiken lessenaar, zestiende eeuw. Erasmushuis, MEH 102.

*

{104} Bronzen kandelaar in de vorm van een Sint-Christoffel metstaf, waarop een kaarshouder bevestigd is. Vijftiende eeuw.Erasmushuis, MEH 104.

*

{105} Ronde inktpot. Brons. Padua, zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 105.

*

{117} IJzeren reiskoffer met geheim slot. Zeventiende eeuw.Erasmushuis, MEH 117.

*

{118} Eiken tweedeurskast met briefpanelen versierd.Negentiende eeuw.Erasmushuis, MEH 118.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 36

37

WERKKAMER

Schouw

{79} Tegels waarvan het geverniste aardewerk versierd is met eenleeuw, eind vijftiende – begin zestiende eeuw. Keramiek zeer ver-spreid in de zestiende eeuw en afkomstig van Torhout.Erasmushuis, MEH 79.

{82} Gietijzeren haardplaat versierd met vijf wapenschilden.Achttiende eeuw.Erasmushuis, MEH 82.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 37

38

GANG

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 38

39

Boven het meubelNaast de ingang van de Renaissancezaal

{12} Hans Holbein, Erasmusportret (medaillon). Gravure, 1535.Erasmushuis, MEH 198 a.

{13} Hans Holbein, Twee portretten van Erasmus in het midden van eenportaal. Gravure (houtgravure van Hans Luzelburger), 1535.Erasmushuis, MEH 198 b.

Twee portretten op voetstuk: Erasmus in het midden van eenversierd portaal in late renaissancestijl. Houtgravures van HansLuzelburger naar Hans Holbein. Proefdruk van de eerste oplage.

De vermelding « Erasmus Roterodamus in eim ghüs » (Gehaüse)wordt vermeld rond 1580 in een verzameling tekeningen vanBasilius Amerbach. Deze benaming verrast omdat de gravuregeen werkkamer voorstelt zoals de beroemde gravure van Dürer« Hieronymus im Gehäuse ».

De gravure kent twee vormen. De oudste bevat het distichon vanGilbertus Cognatus, vriend en secretaris van Erasmus. De verzenverschenen in de uitgave van de Adagia bij Hiëronymus Frobenin 1535: Corporis effigiem si quis non vidit Erasmi, | Hanc scite ad vivum pictatabella dabit (« Voor wie Erasmus nog niet in levende lijve heeftgezien, zal dit portret een beeld geven naar het leven »).

De andere staat geeft een Latijns kwatrijn van een onbekendauteur (« Pallas (= Athena, Minerva) die onlangs een schilderijvan Apelles bewonderde, zegt: moge de bibliotheek dit altijdomringen met de beste zorgen. Holbein toont de Muzen dekunst van Daedalus (mythische held), en de grote Erasmus, derijkdommen van het grootste genie »).

Deze gravures zijn het symbool van het humanisme, d.w.z. desynthese tussen heden en verleden, de leer van Socrates en vanChristus. Erasmus draagt een wijde mantel van een kanunnik ende muts van doctor in de theologie. Zijn rechterhand rust op hethoofd van de heidense god Terminus, de dood. We zien ook

gang

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 39

40

GANG

naakte godinnen, zeemeerminnen, een hoorn van overvloed,atlanten, engelen, de kop van een ram en van een leeuw die inzijn muil de ring draagt waaraan het versierde schild hangt metdaarop « ER-ROT ».

*{197} Olielamp. Ijzer. Begin zestiende eeuw. MEH 197.

*

{200} Beeld van een markgraaf van Hesse. Midden vijftiende eeuw.Erasmushuis, MEH 200.

*

{201} Zonnewijzer met datum 1754. Gegraveerde leisteen.Erasmushuis, MEH 201.

*

{202} Kast op steunhoogte. Zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 202.

Boven de deur van de Renaissance zaal.

{199} Zandloper met doodshoofd. Eik.Erasmushuis, MEH 199.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 40

41

Erasmus kwam in Anderlecht zijn vriend Petrus Wychman bezoeken, scholaster

van de collegiale Sint-Pieter-en-Guido. Erasmus wenste een handschrift in

het bezit van Wychman te raadplegen om zijn derde editie van zijn

vertaling van het Nieuwe Testament voor te bereiden. Deze wordt in febru-

ari 1522 gedrukt te Bazel, enkele maanden na zijn vertrek uit Anderlecht.

De Renaissancezaal uit 1515 is de oudste nog overblijvende getuige in de

Nederlanden van het gebruik van het perspectief in een driedimensionale

architectuur. Het is in deze ruimte dat we het aangedurfd hebben een nieuw

perspectiefobject te plaatsen om de buitengewone verzameling “IJdelheden”

tentoon te stellen. Op deze manier ervaart men het perspectief van de zaal

en laat men de tijdelijk tentoongestelde stukken een dialoog aangaan met

de schilderijen uit de museumverzameling.

Het thema van de ijdelheid wordt op een jubelende manier voorgesteld en een

dodendans versiert de voorsteven van het schip dat gedurende drie maanden

in het Erasmushuis aanlegt.

renaissancezaal

Photo : Paul Louis.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 41

42

RENAISSANCEZAAL

Tentoonstelling

Opening

Dans van de dood. Ivoor, Japan (?). Privéverzameling.H. : 6,3 x 7 cm. Herkomst: Parijs, verz. Nicolas Landeau.Tentoonstelling: Brussel, 42ste Antiekbeurs van België,1997 ; Venetië, Palazzo Fortuny, 2007, cat. p. 131.

Schedels

Schedel. Borneo. Privéverzameling.H. 22 x L. 16 x l. 13,5 cm.

*

Schedel. Indonesië. Privéverzameling.H. 21 x L. 13 x l. 23 cm.

*

Schedel. [Zeventiende eeuw]. Privéverzameling.Hout. H. 16,5 x L. 14,3 x l. 21,2 cm. Herkomst: Zurich, 1962. Dezeschedel deed misschien dienst als memento mori op een meubel, ofhij werd gebruikt als model voor kunstenaars.

Tentoonstelling : Brussel, Koninklijke Bibliotheek, « AndreasVesalius », 1993, cat. 105 ; Brussel, 42ste Antiekbeurs van België,1997.

*

Gegraveerde schedel. Nieuw-Zeeland, negentiende eeuw.Privéverzameling.H. 28 x L. 21 x l. 17 cm. Verwerving: 1972. Tentoonstelling:

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 42

43

Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997 ; Venetië,Palazzo Fortuny, 2007, cat. p. 131.

De planten

De bloemencomposities werden door Thierry Boutemy ontwor-pen met epifytische planten. Dit zijn plantaardige organismendie op andere planten leven en groeien, maar hierbij niet parasi-teren.

Epifyten - uit het Grieks epi (op) en futon (plant); letterlijk « opde oppervlakte van de plant » - zijn planten die andere plantenals basis gebruiken om te groeien. Het gaat niet om parasietenomdat ze zich niet met hun gast voeden.Epifyten zijn fotosynthetische autotrofe organismen; ze absor-beren luchtvochtigheid en vinden minerale zouten op hethumus dat zich op takken kan vormen en gedeeltelijk via gas-deeltjes via regen en dauw verspreid worden.Dit soort planten komt vaak voor bij pteridofyten, orchideeën,bromelia’s, aronskels, piperacea en andere begoniasoorten. Menvindt ze vooral in intertropische zones en in schaduwrijke wou-den.

De dieren

Net als de studie van planten (naturalia), maakt de studie van die-ren integraal deel uit van de rariteitenkabinetten uit de renais-sance, net als werken die de mens vervaardigde (artificialia). Detentoongestelde werken komen uit de collectie van het natuur-historisch museum van Doornik, dat het eerste in zijn soort inBelgië was.Het werd onder Nederlands bewind in 1828 opgericht doorwetenschapsliefhebbers die overtuigd waren van het belang vanzoölogische collecties. Het museum van Doornik opende inseptember 1829 de deuren en is het oudste museum van hetland dat voor het publiek toegankelijk is.

In 1839 vestigt het museum zich definitief op het binnenplein

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 43

44

van het stadshuis, in een galerij en een zaal die door BrunoRenard ontworpen werden. De sobere en elegante neoklassiekebinnenarchitectuur, die kenmerkend is voor de musea van denegentiende eeuw, werd zorgvuldig bewaard en dompelt debezoeker onder in de sfeer van de natuurhistorische kabinettenuit deze eeuw. De architectuur van de volledig bewaarde galerijis uniek in België. De galerij is de eerste ruimte van de collectiesvan het Doornikse museum.De activiteiten van de wetenschapsliefhebbers maken zo veelindruk dat sinds 1839 meer dan 130 schenkers tot de ontwikke-ling van het museum hebben bijgedragen. Onder de bekendstemecenassen vermelden we Willem I, koning der Nederlanden,die schelpen schonk, en Leopold I, die een tweekleurige colobus,een antilope uit Congo, een boa en verschillende vogels gaf. DeBelgische regering schonk een oerang-oetang en de stadsbis-schop, monseigneur Labis, een struisvogel. BarthélémyDumortier gaf een grote grijze haai, een koninklijke arend, eenKaapse kraanvogel, een zwaan met zwarte hals en verschillendezoogdieren, vogels en reptielen. Hij behandelde bovendien hetmuseum van Doornik op dezelfde manier als de universiteitenbij het delen en het aankopen van collecties die de regering aan-kocht.

*

Pan troglodytes (Blumenbach, 1799). Doornik, Museum.Gewone chimpansee. H. 63 cm. L. 75 cm. l. 60 cm.

*

De dood. Eind zestiende eeuw. Privéverzameling.Ivoor en zwarte steen, H. 53,50 cm. x L. 36 cm. x l. 2 cm.Dit reliëf is geïnspireerd op een gravure uit het werk vanAndreas Vesalius. De legende nodigt ons uit om te mediterenover de menselijke toestand: Vivitur ingenio cetera mortis erunt (« Weleven met de geest, de rest behoort toe aan de dood »). Aan devoeten van de dood, liggen de attributen van de macht: een pau-selijke tiara, een bisschoppelijke mijter, een ridderhelm en eenscepter. Herkomst: Parijs, Nicolas Landau. Tentoonstelling:Brussel, Koninklijke Bibliotheek, « Andreas Vesalius », 1993, cat.104 ; Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997; Parijs, Musée

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 44

45

du Quai Branly, « D’un regard l’autre », 2003, cat. p. 77, nr. 73;Venetië, Palazzo Fortuny, 2007, cat. p. 84, nr. 90.

*

Naakte Eva. Duitsland. Zestiende eeuw. Privéverzameling.Gepolychromeerd hout. H. 61 cm. x L. 21 cm. x l. 12 cm.Herkomst: Cannes, Antiquaire Moufflet, 1984. Tentoonstelling:Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997; Venetië,Palazzo Fortuny, 2007, cat. p. 72, nr. 17.

*Mobiele Spiegel. Zeventiende eeuw. Privéverzameling.H. 71 x L. 43 x l. 5,5 cm. De Spiegel is voorzien van een geverfdschuifpaneel met inscriptie “In Deo”.

*Horloge. Verguld koper. Duitsland. Zeventiende eeuw.Privécollectie.H. 42 x L. 20 cm. Tentoonstelling: Brussel, 42ste Antiekbeurs vanBelgië, 1997.

*

Ontvleesde oude vrouw. Frankrijk. Zeventiende eeuw.Privéverzameling.Hout. H. 4 x L. 12 x l. 12 cm. Herkomst: Londen, Sotheby.Tentoonstelling: Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997,Venetië,Palazzo Fortuny, 2007, cat. p. 84, nr. 91.

*

Cervus elaphus (Linnaeus), 1758). Doornik. Museum.Embryo van een edelhert (alcohol). H . 40 cm. x D. 15 cm.

*Loxodonta africana (Cuvier, 1825). Doornik. Museum.Hart van een Afrikaanse olifant, wijfje van 4 jaar (alcohol).H. 36 cm. x D. 27 cm.

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 45

46

Sus scrofa (Linnaeus, 1758). Doornik. Museum.3 embryo’s van everzwijnen (alcohol). H. 40 cm. x D. 13 cm.

De spierpoppen

Dansende spierpop (Tödlein). Duitsland, zeventiende eeuw.Privéverzameling. Hout. H. 29 cm. x L. 10,5 cm. x l. 9 cm.Herkomst: Brussel, Christian De Bruyn, 1998. Tentoonstelling:Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997, Venetië, PalazzoFortuny, 2007, cat. p. 84, nr. 91.

*

Spierpop met zandloper (Tödlein). Duitsland, ca. 1670.Privécollectie. Hout. H. 25 cm. x L. 12 cm. x l. 8 cm. Herkomst:Londen, Sotheby’s, december 1986, lot 140. Een gelijkaardigesculptuur werd verkocht bij Sotheby’s op 21 april 1982, lot 69.Tentoonstelling: Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997,Venetië, Palazzo Fortuny, 2007, cat. p. 131.

*

De dood met zeis en boog (Tödlein). Duitsland, zeventiendeeeuw. Privéverzameling. Hout. H. 37 x 18,8 cm x 8,3 cm.Herkomst: Brême, Galerie Neuse, 1980. Tentoonstelling: Brussel,Koninklijke Bibliotheek, « Andreas Vesalius », 1993, cat. 103 ;Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997, Venetië, PalazzoFortuny, 2007, cat. p. 131.

*

Gevild paard. Luigi Valadier (1726-1785), naar een gravure vanCarla Ruini (Bologna, 1598). Firenze, ca. 1780. Privéverzameling.Brons. H. 42 cm. x L.:47 cm x l. 15 cm. Herkomst: verz. Arenberg,Kasteel van Heverlee; verworven in 1989. Brussel, 42steAntiekbeurs van België, 1997.

*

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 46

47

Willem van Tetrode (c.1525-1580), Spierpop in de vorm van een boog-schutter. Rome of Firenze. Privéverzameling.Brons, H. 48 cm. (61 cm. Met sokkel). Deze sculptuur werd vroe-ger toegeschreven aan Ludovico Cardi, genaamd Cigoli (1559-1613). Maakte deel uit van een paar. Andere deel wordt bewaardin het Statens Museum for Kunst te Kopenhagen.Herkomst: Baron de Hoorn, Parijs, 1806; Verkoop Amsterdam,maart 1951, nr. 384; verkoop Paul Brandt, Amsterdam, 23/24april 1968, « The Dr. M. Hugo Oelze collection », lot 10;Verworven te Londen, Cyril Humphris, 1968.Tentoonstelling: Almelo, Kunstring « De Waag », 1957, nr. 60;Hamburg, Museum für Kunst und Gewerbe, « Sechs SammlerStellen aus », 7 april-11 juni 1961, nr. 50, afbeelding p. 25.Bibliografie: Die Weltkunst, 1968, nr. 7 ; cat. Amsterdam-New-York 2003, p. 125, nr. 31; Brussel, 42ste Antiekbeurs van België,1997.

Anatomische Eva

Anatomische Eva. Zeventiende eeuw. Polychroom hout.Privéverzameling.H. 140 cm. x L. 46 cm. x l. 26 cm.Deze anatomische sculptuur kan in verschillende delen wordenopgedeeld (schedel, buik, enz.) en toont ons de ontwikkelingvan een foetus. Ze werd in de anatomische theaters gebruikt.Daar werd ze opgehangen met de metalen haken aan de zijkantdie daar nu nog steeds de getuigen van zijn. Een fijn hartvormighangslot doet de buik en de sculptuur goed aansluiten.

Herkomst: Parijs, Galerie Jean Roudillon, 1970. Tentoonstelling:Brussel, Koninklijke Bibliotheek, « Andreas Vesalius », 1993, cat.98; Saint-Antoine l’Abbaye, Musée départemental, « Érasme oul’éloge de la curiosité », p. 54; Brussel, 42ste Antiekbeurs vanBelgië, 1997; Parijs, Musée du Quai Branly, « D’un regard l’autre», 2003, cat. p. 96-97, nr. 107; Venetië, Palazzo Fortuny, 2007, cat.p. 70, nr. 9.

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 47

48

De gedraaide ivoren

Bol met stekels. Nürnberg, zestiende – zeventiende eeuw.Privéverzameling.Gedraaid ivoor, H. 55 cm. x L. 19,5 cm. x l. 19,5 cm.Op deze ivoren sculptuur stond oorspronkelijk een kleine con-structie met een sfeer van zo’n tien centimeter hoogte.Herkomst: Parijs, Galliera, « Le cabinet d’un amateur », 6-7december 1974, lot 32. Tentoonstelling: Brussel, 42steAntiekbeurs van België, 1997; Parijs, Musée du Quai Branly,« D’un regard l’autre », 2003, cat. p. 75, nr. 72.

*

Toren met bol met stekels. Spa, zeventiende eeuw.Privéverzameling.Gedraaid ivoor, H. 45 cm. x L. 10 cm. x l. 10 cm.Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997.

*

Toren in de vorm van een vaas, met « Turk ». Atelier van degebroeders Zick (Stefan, Peter en Lorenz), Nürnberg, eind zes-tiende – zeventiende eeuw. Privéverzameling.Gedraaid ivoor, H. 55 cm. x L. 13,5 cm. x l. 13,5 cm. Gedraaidivoor dat oorspronkelijk deel uitmaakte van een paar. De familieZick was actief in Nürnberg, één van de drie grootste centra(samen et Dresden en Regenburg) van gedraaide ivoren.Herkomst: Bremen, Galerie Neuse. Tentoonstelling: Brussel,42ste Antiekbeurs van België, 1997; Parijs, Musée du QuaiBranly, « D’un regard l’autre », 2003, cat. p. 75, nr. 71.

*

Vaas. Gerealiseerd naar een project van Matthias Zundt,Nürnberg, 1551. Privéverzameling.Gedraaid ivoor, H.: 35 cm. x L. 13,5 cm. x l. 13,5 cm. Latereinscriptie op het deksel: « TRINK – UND – ISS – GOTT – NIGT – VERGISS – URSULA –

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 48

49

WEINERIN, 1635 » (“Drink en eet, maar vergeet God niet UrsulaWeinerin”). Herkomst: Hamburg, Antiquaire Uhlman.Tentoonstelling: Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997.

*

Toren in de vorm van een vaas, met « Turk ». Atelier van degebroeders Zick (Stefan, Peter en Lorenz), Nürnberg, eind zes-tiende – zeventiende eeuw. Privéverzameling.Gedraaid ivoor, H. 55 cm. x L. 13,5 cm. x l. 13,5 cm. Gedraaidivoor dat oorspronkelijk deel uitmaakte van een paar, zie hoger.Herkomst: Bremen, Galerie Neuse. Tentoonstelling: Brussel,42ste Antiekbeurs van België, 1997.

*

Toren in de vorm van een vaas. Zuid-Duitsland (?), zeventiendeeeuw. Privéverzameling.Gedraaid ivoor, H.46 cm. x L. 12 cm x l. 12 cm. Tentoonstelling:Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997.

*

Bol met stekels. Georg Wecker, Dresden, zeventiende eeuw.Privéverzameling.Gedraaid ivoor, H. 31 cm. x L. 10 cm x l. 10 cm. Herkomst: Parijs,Nicolas Landau. Tentoonstelling: Brussel, 42ste Antiekbeurs vanBelgië, 1997.

#

Eudocimus ruber (Linnaeus, 1758). Doornik, Museum.Rode ibis (opgezet). H . 35 cm.

*

Spiegel met skeletten. Andrea Fantoni [?] (Rovetta, 1659- ?).Privéverzameling. H. 80 cm. x L. 73 cm. x l. 33 cm. Herkomst:Milaan, Palazzo Trivulzio; Parijs, G. Sarti. Bibliografie: Bossaglia- Lorandi 1978, fig. 24 en 25.

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 49

50

Corallium rubrum. Rode koraal. Zeventiende eeuw.Privéverzameling.H. 34 x L. 25 x l. 12 cm.

*

Rhamphastos vitellinus (Lichtenstein, 1823). Doornik, Museum.Ariel-toekan (opgezet). H. 55 cm.

*

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 50

51

Diodon hystrix (Linnaeus, 1758). Privéverzameling H. 25 cm x L. 55 cm x l. 35 cm.

Deze benaming heeft betrekking tot vissoorten die kunnenopzwellen. Een ander kenmerk van diodons zijn hun opstaandestekels. Men gebruikt vaak het woord « diodon » wanneer mennaar een lid van de diodontidaefamilie verwijst, zonder dat devis verplicht tot deze soort behoort. Diodons worden ook welegelvissen, stekelvissen of zee-egels genoemd.Wanneer ze zich bedreigd voelen, zwellen diodons op om hunaanvaller af te schrikken. Dit doen ze door hun slokdarm metlucht of water te vullen tot ze een ronde vorm aannemen.Diodons bevatten een dodelijk gif, tetrodotoxine genaamd, datin al hun organen, behalve in hun spieren, aanwezig is. Dit gif iseen bijkomend wapen om eventuele roofdieren af te schrikken.De diodon voedt zich met harde schaaldieren zoals bernards-kreeft, krab, gewone kreeft en vooral grote zee-egels. Hij is bijzonsopgang en -ondergang actief. Overdag schuilt hij onderrotsuitstulpingen en koraalformaties of in spleten. Diodonsleven alleen, maar vormen waarschijnlijk vaste koppels tijdenshun vruchtbaarheidsperiode. Mannetjes zouden kleiner danvrouwtjes zijn. Het is een weinig schuwe vis zodat duikers hemmakkelijk kunnen observeren.

*

Tand van narwal. H. 137 cm. Privéverzameling.Tand van narwal. H. 220 cm. Privéverzameling (naast het schil-derij van Joos van Cleve).

RENAISSANCEZAAL

Foto : Paul Louis.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 51

52

De IJdelheden

IJdelheid (putti), zeventiende eeuw. Privéverzameling.Ivoor. H. 5,8 cm. x L. 4,8 cm. x l. 4,4 cm. Tentoonstelling: Brussel,42ste Antiekbeurs van België, 1997; Venetië, Palazzo Fortuny,2007, cat. p. 73, nr. 22.

*

Paternosterkraal in ivoor. Voorstelling van een doodshoofd mettwee gezichten. Eind vijftiende eeuw. Erasmushuis (MEH 373).De legende zegt “Zo zullen wij vandaag of morgen zijn.”

*

IJdelheid (monnik). Zestiende eeuw. Privéverzameling.Ivoor en zwarte steen, H. 11 cm. x L. 8,5 cm. x l. x 11,5 cm. Dithoofd is op een sokkel geplaatst die voorzien is van vier platenmet Latijnse teksten over de ijdelheid.

Herkomst: Parijs, Alain Moatti, ca 1970. Tentoonstelling:Brussel, Koninklijke Bibliotheek, « Andreas Vesalius », 1993, cat.106; Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997.

Post hominem vermis postVermem foetor et horrorSic in non hominem vertiturOmnis homo.

Na de mens, de worm, na de worm stank en ontzetting, zo verandert elke mens in een niet-mens.

Hæres peccati naturaFilius iræExiliique reus nasciturOmnis homo.

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 52

53

Van nature erfgenaam van de zonde,zoon van de woede,veroordeeld tot verbanning: zo wordt elke mens geboren.

Unde superbit homoCuius conceptio culpaNasci poena, labor vitaNecesse mori.

Vanwaar die overmoed van de mens ?Zijn conceptie is schuld,zijn geboorte straf, zijn leven een opdracht,zijn dood een noodzaak.

Vana salus hominis vanusLabor, omnia vana,Spes Vi[t]a sors, species, gloriaVirtus opes.

IJdel is het welzijn van de mens,ijdel is het zwoegen, alles is ijdelheid,hoop, leven, lotsbestemming, schoonheid, glorie,moed en rijkdom.

*

Schedel met slangen en kikkers. Eind zestiende – zeventiendeeeuw. Privéverzameling.Ivoor en zwarte steen, H. 11 cm. x L. 8,5 cm. x l. x 11,5 cm.Herkomst: Parijs, Drouot, 30 juin 1986, lot 172.

Tentoonstelling: Brussel, 42ste Antiekbeurs van België, 1997.;Parijs, Musée du Quai Branly, « D’un regard l’autre », 2003, cat.p. 77, nr. 73 ; Venetië, Palazzo Fortuny, 2007, cat. p. 84, nr. 90.

Foto : Paul Louis.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 53

54

Museumverzameling

{220} Slag bij Lepante. Bord in gegraveerd koper. Italië, zestiendeeeuw.

{221} Twee Spaans-Moorse borden. Begin zestiende eeuw.

Schilderijen

{222} Joos van Cleve (ca. 1485-1540/41), Heilige Hiëronymus geselt zichmet een steen, Erasmushuis, MEH 222.

{224} Abraham Bloemaert (1564-1651), De opwekking van Lazarus.Olie op hout. Erasmushuis, MEH 224.

*

{227} Gerard David (school van), De geboorte, ca. 1500. Olie ophout.Erasmushuis, MEH 227.

*

{229} Rogier van der Weyden (school van), Sint-Jan de Doper en SintJan de Evangelist. Eind vijftiende eeuw. Schilderij op hout en overgeplaatst op doek in 1907. Erasmushuis, MEH 229.

*

Lucas Cranach de Oude (?), Heilige Maagd met wijnstok in gesloten tuin,ca. 1515. Olie op hout. Privéverzameling.

*

{231} Rogier van der Weijden (atelier van), De Heilige Catharina en deHeilige Apollonia. Eind vijftiende eeuw. Schilderij op hout en over-

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 54

55

geplaatst op doek in 1907. Erasmushuis, MEH 231.

*

{236} Hiëronymus Bosch (?), De aanbidding der Wijzen, triptiek. Ca.1510.Olie op hout. Erasmushuis, MEH 236.Centraal luik: de wijzen offeren wierook, mirre en goud aan hetkindje Jezus op de schoot van zijn moeder, in een typisch Vlaamseboerderij (rieten dak, opvallend vakwerk in de pleisterkalk).Linkerpaneel open: SintJozef schept water in de fontein voor het bad van het kindje. Rechterpaneel open: het gevolg van de wijzen.Drieluik gesloten: Linkerpaneel: oorspronkelijk de kluizenaar St.Hiëronymus, op zijn knieën biddend voor een heilig boek. Inhet midden van de zeventiende eeuw is daar een sleutel aan toe-gevoegd om er een SintPieter van te maken. Rechterpaneel: de Heilige Magdalena is gemakkelijk te herkennen aan de pot metreukwerk. De kap verraadt het jaartal van het werk.

*

{237} Cornelis Metsys (1508-1575), De vlucht naar Egypte.Erasmushuis, MEH 237.

*

{238} Dirk Bouts (atelier van), Mater dolorosa. Leuvense school uitde vijftiende eeuw. Erasmushuis, MEH 238.

*

{243} Raphael Cocxie (1540-1616), Het Laatste Avondmaal. Olie opmetaal. Erasmushuis, MEH 243.Leerling van zijn vader Michiel. Hij trad toe tot de schildersgildevan Mechelen, en was schilder van de koning van Spanje. Hijwerkte ook in Antwerpen, Gent en Brussel.

{246} Quinten Metsys (naar), Heilige Hiëronymus, mediterend overde dood. Ca. 1520. Erasmushuis, MEH 246.

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 55

56

{253} Frans Francken II (1581-1642), De kroning van de Maagd Maria.Erasmushuis, MEH 253.

*

{254} Hugo van der Goes (atelier van), Piëta. Vijftiende eeuw.Erasmushuis, MEH 254.

*

{258} Frans Francken II (1581-1642), Het Salomonsoordeel.Erasmushuis, MEH 258. Erasmus staat uiterst rechts, als getuige bij het oordeel.

*

{261} Pieter Huys (1519-1584), De verzoeking van de Heilige Antonius.Erasmushuis, MEH 261.

De meubels

{226} Kast in eik. Zestiende - zeventiende eeuw. Erasmushuis,MEH 226.

*

{234} Dressoir met twee deuren. Eik. Eerste helft zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 234.

*

{241} Dressoir met briefpanelen.Erasmushuis, MEH 241. Basreliëf van de Heilige Maagd met het Kind.Vlaamse kunst uit de zestiende eeuw.

*

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 56

57

{248} Gotische schouw, versierd met monstertjes in witte kalk-steen. Erasmushuis, MEH 248.

*

{249} Wandplaat voor schouw met zes panelen. Eerste helft zes-tiende eeuw. Erasmushuis, MEH 249.

*

{250} Werktuigen voor de haard: schop in smeedijzer; roostermet zeven staven, versierd met spiralen en hartjes; vuurtang metingelijste versieringen; hark met vijf tanden waarvan de steel isingelegd met messing. Erasmushuis, MEH 250.

*

{251} Haal met krulhaan, 1550. Erasmushuis, MEH 251.

*

{252} Paar kandelaars in smeedwerk. Zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 252.

*

{256} Dressoir. Vijftiende eeuw. Erasmushuis, MEH 256.

*

{264} Meubel op steunhoogte met twee deuren. Zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 264.

RENAISSANCEZAAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 57

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 58

59

Erasmus was een reizend humanist die vaak onderdak vond bij zijn drukkers.

De stad Bazel neemt een speciale plaats in in zijn leven. Hij gaat er voor

het eerst naartoe in 1514 en verblijft er vervolgens langere perioden (1514-

1516, 1518-1529). Hij zal er sterven in 1536. In Bazel vond Erasmus niet

alleen een belangrijke drukkerij (de drukkerij van Froben), maar ook een

intens intellectueelleven door de universiteit. Erasmus kiest een drukker op

basis van zijn productiemiddelen (materiaal en financiële middelen), maar

ook op basis van de groep erudiete medewerkers rond de drukker die de

publicatie van zijn werken met zorg kunnen uitgeven, verbeteren en opvol-

gen. Bazel bevindt zich eveneens op een grens: zoals Voltaire, is Erasmus een

man die van randgebieden houdt. In 1529, wanneer de reformatie zich ves-

tigt in Bazel, reist hij een klein aantal kilometers tot in Freiburg im

Breisgau en het katholieke kamp.

Trap

{212} Erasmus als bedevaarder. Achttiende eeuw.Erasmushuis, MEH 212.

Hans Burgkmair (1473-1559), Beelden van heiligen uit de familie vankeizer Maximiliaan I.Serie van 119 houtgravures, gemaakt door verschillende graveursnaar tekeningen van Hans Burgkmair (14731559), leerling en medewerker van Albrecht Dürer. Soms worden deze tekeningenook toegeschreven aan Leonhard Beck uit Augsburg.Deze beroemde serie prenten is ontworpen op verzoek vanMaximiliaan I, kunstliefhebber, ter ere van zijn familie. Hetwerk werd onderbroken door de dood van Maximiliaan I en dehoutgravures bleven in de Weense bibliotheek. Adam vonBartsch herontdekte ze, en gaf ze uit in 1799 in Wenen, Stöckl.

{300} Genezers van ziekten zoals lepra en huidziekten: a) Sint-Edwardus II, b) Sint-Adelheidis, c) Sint-Eadmundus I, d) Sint-Gertrudis.

traphal

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 59

60

TRAPHAL

{301} Broeders pelgrims: a) Sint-Sugbaldus, b) Sint-Plectrudis, c) Sint-Jodocus, d) Sint-Sebaldus.

{302} Exorcisme en processies: a) Sint-Leonhatus, b) Sint-Hugo, c) Sint-Otillia, d) Sint-Radegundis.

{303} a) Sint-Sigberchus, b) Sint-Brigitta, c) Sint-Udalricus, d) Sint-Otto.

{307} a) Sint-Richarda, b) Sint-Grimoaldus, c) Sint-Herminigildis, d) Sint-Athala.

{308} a) Sint-Pharahildis, b) Sint-Willibaldus, c) Sint-Modualdus, d) Sint-Silvinus.

{309} Verrijzenis uit de dood: a) Sint-Fridolinus, b) Sint-Gebhardus, c) Sint-Firminus, d) Sint-Erentrudis.

{310} Moederkorenvergiftiging, of gangreen, veroorzaakt doorhet eten van beschimmeld roggebrood: a) Sint-Oda, b) Sint-Thomas, c) Sint-Wandrillus, d) Sint-Sigolena.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 60

Eerste overloop

{306} Bazel ten tijde van Holbein. Tekening. Charles Vuilleremet(1849-1918). Erasmushuis, MEH 306.

Schets ter voorbereiding van zijn werk dat zich in het Museumvan Schone Kunsten in Lausanne bevindt. Onder de schets wordteen reproductie van het schilderij getoond, dat verscheen in hettijdschrift « La Patrie Suisse » (het Zwitserse Vaderland) in 1911.De schilder, afkomstig van Lausanne, maakte het doek na tweejaar werk en onderzoek.Het werk stelt de stad Bazel voor in het begin van de zestiendeeeuw. Op de voorgrond het terras van de kathedraal die hoogboven de Rijn uitsteekt. Op de achtergrond het silhouet van hetoude Bazel. Vuillermet tekende op het plein een reeks persona-ges die kenmerkend zijn voor die periode, gereconstrueerd aande hand van documenten en portretten.We zien, van links naar rechts, Erasmus, lezend, leunend tegeneen boom; de burgemeester van Bazel, Jacob Meyer met zijnechtgenote en hun twee kinderen; Johann Froben, de drukker;Georg Schweiger, de edelsmid; Herbst, de schilder, vader vanOporinus, de drukker; Hans Holbein en zijn vriend de juristBonifacius Amerbach en, zittend op de bank van de borstwering,de vrouw van Holbein met haar kinderen. Eromheen nog enkeleminder belangrijke personages.

TRAPHAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 61

62

Overloop (eerste verdieping): boven het meubel.

{534} Henri Lallemand (1809-1892), Collegiale kerk Sint-Pieter en Sint-Guido. Olie op doek. Ca. 1460-1470. Erasmushuis, MEH 534.

Voorstelling van de site van Anderlecht rond de Collegiale kerkvan St-Pieter, Paul en Guido van omstreeks 1860-1870, metrechts, de eerste gekende voorstelling van het Erasmushuis.Verder staan er ook op afgebeeld de Schoolkliniek, hetBegijnhof, de pastorie. In de verre nevel verschijnen hetJustitiepaleis in constructie, de Sint-Michielskathedraal en deKapellekerk.

*

{312} Portret van een onbekende. Olie op doek. Zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 312.

{530} Blad uit de negende Bijbel, in het Duits gedrukt. AntoniusKoberger, Nürnberg, 1483, folio. Erasmushuis, MEH 530.

Meubels

{313} Houten stoel met decoratie. Zwitserse kunst. Achttiendeeeuw.Erasmushuis, MEH 313.

{314} Buffet met twee vleugels, met decoratie.Vlaamse kunst van het begin van de zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 314.

{318} Staande klok uit Luik, stijl Louis XVI. 1765.Erasmushuis, MEH 318.

{321} Christus in geschilderd hout. Frankrijk. Vijftiende eeuw.Erasmushuis, MEH 321.

TRAPHAL

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 62

ERASMUS

EN

ZIJN DRUKKERS

Een tentoonstelling overde drukkers van Erasmus.In het begin van de zestiende eeuw heeft dehumanist, samen metzijn uitgevers, actief deel-genomen aan de geboortevan het moderne boek.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 63

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 64

65

In de Zaal met fresco’s staan de vier voor Erasmus belangrijkste drukkers cen-

traal: Dirk Martens, Josse Bade, Aldo Manuzio en Johann Froben. Deze

vier namen schreven de geschiedenis van de boekdrukkunst in de

Nederlanden, in Frankrijk, in Italië en te Bazel. Erasmus moet met de

meest vooraanstaande drukkers werken omdat zijn uitgaven moeilijk te

drukken zijn. Zij vragen gespecialiseerd typografisch materiaal (weinig

drukkerijen uit het begin van de XVIde eeuw bezitten Griekse karakters) en

een « team » dat in staat is de humanist te begeleiden bij het realiseren van

zijn werken. Vaak moeten we de naam Erasmus zien als een fabrieksmerk

omdat er zoveel medewerkers mee gemoeid zijn. Zoals de grote schilders ten

tijde van de renaissance een atelier bezaten (zoals Rafaël), ontvangt

Erasmus niet alleen hulp van secretarissen die hem helpen bij het in het net

overschrijven van de manuscripten, maar ook van belangrijke geleerden

zoals Beatus Rhenanus of van theologen zoals Ludwig Baer.

Zaal met fresco’s

Foto : Paul Louis

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 65

66

ZAAL MET FRESCO’S

ERASMUS, PARISIIS

ERASMUS TE PARIJS

Erasmus komt in 1495 op 27-jarige leeftijd aan. Zeer snel mengt hij zich onder

de kring van humanisten (de historicus Robert Gaguin, de dichter Fausto

Andrelini) en publiceert zijn eerste werken. Na een nawoord in een werk van

Robert Gaguin, publiceert hij bij Antoine Denidel een kleine gedichtenbun-

del van 12 pagina’s en houdt zich bezig met de uitgave van een andere bun-

del met gedichten van zijn vriend Willem Hermans (bij de boekhandelaar

Guyot Marchand). In 1500 en 1501, werkt hij met een drukker van Duitse

origine, Johannes Philippi, aan wie hij zijn editio princeps van de « Adagia

» zal geven en zijn eerste editie van een klassieke tekst (« De officiis » van

Cicero).

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 66

67

ZAAL MET FRESCO’S

{20} Portret van Erasmus. Gravure (hout), ca. 1550.Deze gravure is één van de mooiste portretten van Erasmus. Zijtoont ons een vermoeide humanist, slecht geschoren, met neer-geslagen oogleden. De graveur liet zich inspireren doorhet portret van Holbein dat vandaag bewaard wordt in LongfordCastle. Op dit portret ontbreekt de legendarische glimlach vanErasmus.

{21} Robert Gaguin, De origine et gestis Francorum compendium, Parijs,André Bocard voor Durand Gerlier.Erasmushuis, E 413.Het eerste werk van Erasmus verschijnt te Parijs in 1495, alsnawoord in dit boek van historicus en diplomaat RobertGaguin. Het wordt in 1498 heruitgegeven onder supervisievan Josse Bade die toen te Lyon werkte bij Jean Trechsel, en tege-lijkertijd te Parijs bij André Bocard voor Durand Gerlier. In dezeheruitgave vinden we de brief van Erasmus niet meeraan het eind van het werk, maar in het begin bij de liminaria.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 67

68

ZAAL MET FRESCO’S

THEODORICUS MARTINUS, LOVANIUM

DIRK MARTENS TE LEUVEN

De geschiedenis tussen de humanist en de drukker wordt vaak afgeschilderd als

een gelukkige vriendschap. Dirk Martens werd rond 1450 geboren. Tussen

hem en Erasmus zit dus zo’n vijftien jaar verschil. Wanneer Martens zijn

eerste werk drukt in 1473, is Erasmus vier jaar oud, misschien zes. De hoog-

bejaarde Martens sterft op 28 mei 1534. De drukker oefent zijn beroep uit

tot hij 85 jaar oud is. Vijf jaar later overlijdt hij in het

Wilhelmietenklooster te Aalst, waar hij zijn eerste studie volgde. Zijn lange

carrière zit vol tegenstrijdigheden en duistere periodes. Geen enkel docu-

ment geeft ons wat meer informatie over zijn opleiding tot drukker. Een

analyse van zijn eerste publicaties en van het typografische materiaal

brengt ons meer dan waarschijnlijk naar Noord-Italië. Zijn eerste publica-

ties zien het licht in zijn geboortestad Aalst in 1473-1474. Het zijn de eerste

getuigenissen van de invoering van de boekdrukkunst in de Zuidelijke

Nederlanden. Deze realisaties zijn de vruchten van een samenwerking met

een Duitse drukker Jan van Westfalen (Johann de Paderborn).

Erasmus werkte op twee momenten onmiddellijk samen met Martens: in 1503-

1504 en in 1514-1521. Ze publiceerden samen 37 eerste drukken. Dit aantal

maakt van Dirk Martens de tweede drukker met wie de humanist het meest

heeft samengewerkt, hoewel het aantal veraf ligt van de 138 eerste drukken

uit de drukkerij van Froben. Martens zal 74 uitgaven van Erasmus druk-

ken: meer dan een vierde van de productie van de drukker is gewijd aan

Erasmus ! Wanneer Erasmus in de Nederlanden verblijft, in 1519 bijvoor-

beeld, is bijna de volledige productie van de drukker aan Erasmus gewijd.

Tijdens zijn eerste verblijf bij het begin van de eeuw zijn alle Erasmiaanse

publicaties verbonden met het Bourgondische hof. Vanaf hun tweede

samenwerking, onderscheidt de Erasmiaanse catalogus van Martens zich

door een hoog aantal eerste edities van de « Paraphrases » en door de uitga-

ve van de eerste catalogus van de werken van de humanist in 1519. Voor

Erasmus is Dirk Martens een vriend, die graag een pint drinkt, maar het is

een « kleine drukker » die niet kan wedijveren met de grote Europese drukke-

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 68

69

ZAAL MET FRESCO’S

rijen. Erasmus gebruikt zijn drukkerij wanneer hij te Leuven verblijft. Zo

kan hij de publicatie van zijn nieuwe werken opvolgen. Daarna geeft hij ze

snel aan drukkers die een grotere internationale verspreiding hebben dan

Martens, die vooral in de Nederlanden actief is.

I

In 1515 verschijnt voor het eerst in de bewaarde edities vanMartens een schild dat aan een boom hangt en langs beide zij-den door twee leeuwen wordt ondersteund. Martens gebruiktedit drukkersmerk in de meeste van zijn werken tijdens de eerstedrie jaren. Eind 1517 vervangt Martens zijn schild door een dub-bel anker dat hij zal blijven gebruiken tijdens zijn 12-jarige car-rière.

{22} Erasmus, Aliquot epistole sane quam elegantes, Leuven, DirkMartens, 17 IV 1517, 4°, [66] f. Erasmushuis, E 1096.

{23} Erasmus, Declamationes aliquot. Erasmi Roterodami | Querimoniapacis vndique profligatæ. | Consolatoria de morte filii. | Exhortatoria ad matri-monium.| Encomium artis medicæ cum cæteris adiectis, Leuven, DirkMartens, 1518, 4°, [72] f.. Erasmushuis, E 247.

{24} Alex Geefs, Portretmedaille van Dirk Martens, 1856.Erasmushuis, MEH 566.Recto: Profiel van Dirk Martens, geboren in Aalst omstreeks1450 en er gestorven op 28 mei 1534.Verso: Het standbeeld van Dirk Martens in Aalst. Inscriptie:« Ingehuldigd op 6 juli 1856, de 25ste verjaardag van hetbewind van Leopold I, koning der Belgen. P. De Decker, ministervan Binnenlandse Zaken. Ed. De Jaegher, gouverneur van deProvincie. G. De Gheest, burgemeester. A.E. Bruneau, voorzittervan de gemeenschap. »

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 69

70

ZAAL MET FRESCO’S

I I

{25} Catonis disticha moralia, Parijs, Pierre Gromors, IV 1528, 4°.Erasmushuis, E 701 (1).

{26} Erasmus, De contemptu mundi epistola, Leuven, Dirk Martens,1521, 8° ; [28] f. Erasmushuis, E 1083.

{27} Erasmus, Dulce bellum inexpertis, Leuven, Dirk Martens, X 1517,4° ; [26] f. Erasmushuis, E 110.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 70

71

ZAAL MET FRESCO’S

JODOCUS BADIUS, PARISIIS

JOSSE BADE, PARIJS

Josse Bade is een Gentse drukker die na een reis naar Italië heeft samengewerkt

met drukker Jean Trechsel te Lyon. Vervolgens vestigt hij zich in Parijs in

1506. Voor hij drukker was, had Bade zich reeds een reputatie gevestigd als

humanist. Het is op die manier dat Erasmus hem leert kennen.

Acht eerste edities werden gedrukt in de « Prælum Ascensianum ». Vóór Erasmus

Johann Froben onmoette, was Badius zijn vaste drukker, ook al heeft

Erasmus vaak (op een buitensporige manier) kritiek op de slechte kwaliteit

van het drukwerk. Na Erasmus’ aankomst te Bazel in 1514, zal geen enkele

editio princeps nog te Parijs verschijnen. Men heeft vaak geschreven dat

hun godsdienstige overtuiging de reden was van de breuk tussen deze twee

mannen. Bade publiceerde immers ook de meest heftige tegenstanders van

Erasmus (zoals Noël Beda van de Sorbonne en de prins van Carpi, Alberto

Pio). Een analyse van de Erasmiaanse productie in de drukkerij van Badius

toont echter dat Badius niet zal ophouden met het drukken van Erasmus

(41 edities in totaal).

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 71

72

ZAAL MET FRESCO’S

I

{28} Erasmus, Parabolæ siue similia adiectis aliquot vocularum obscuraruminterpretationibus a Badio, Parijs, Josse Bade , 1516, 8°, [76] f.Erasmushuis, E 965 (1).Gebonden met: Erasmus, Institutio principis Christiani, Parijs, JosseBade , 1516, 8°, [76] f.; Erasmushuis, E 965 (2).Josse Bade voegde vele commentaren toe aan de werken die hijpubliceerde. Voor dit werk van Erasmus stelde hij een lexiconsamen ten behoeve van de studenten.

{29} Catonis disticha moralia, Parijs, Josse Bade , 1 I 1523, 8°,72 f. Erasmushuis, E 1006.

{30} Lorenzo Valla, Annotationes in Latinam Noui Testamenti, ed.Erasmus, Parijs, Josse Bade voor Jean Petit, 13 IV 1505, 2°, [2], 45[recte 43 = 1-4, 7-45], [1 bl] f..Erasmushuis, E 1328.De editie van dit manuscript van Valla, dat ontdekt werd inabdij het Park te Heverlee bij Leuven, toont de eerste samenwer-king met Badius en het begin van de exegetische werken vanErasmus.

II

{31} Noël Beda, Annotationum in Iacobum Fabrum Stapulensem libri duoet in Desiderium Erasmum Roterodamum liber vnus, Parijs, Josse Bade, 28V 1526, 2°, 240 f. Erasmushuis, E 1396 DE.

{32} Alberto Pio, Tres & viginti libri in locos lucubrationum variorumErasmi, Parijs, Josse Bade, 9 III 1531, 2°, 260 f. Erasmushuis, E1391DE 1167.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 72

73

ZAAL MET FRESCO’S

ALDUS MANUTIUS, VENETIÆ

ALDO MANUZIO, VENETIË

Aldo Manuzio is de grootste drukker van de renaissance. Net als Badius wordt

hij pas op latere leeftijd drukker, na een carrière van humanist en onderwij-

zer. Na zich in 1490 te Venetië te hebben gevestigd , brengt hij een revolutie

teweeg in de geschiedenis van het boek, zowel door de filologische zorg die

hij aan zijn drukken besteedt als door de nieuwe vormgeving die hij syste-

matiseert (gebruik van de cursief, van een klein formaat in-octavo om de

klassieken te drukken zonder commentaar). Wanneer Erasmus naar Italië

reist (van 1506 tot 1509), wenst hij alleen met hem te werken. Nog onbe-

kend in de ogen van de Italianen, droomde Erasmus er al van te worden uit-

gegeven in de kleine in-octavo en in het mooie en nieuwe cursief karakter.

Hij drukt twee werken bij Aldo Manuzio, een editie van Euripides in december

1507 en een editie van de “Adagia” in 1508. Hij wijdt aan dit werk negen

onafgebroken maanden in de Venetiaanse drukkerij zelf. Na de “Adagia” te

hebben beëindigd, realiseert hij enkele werken (Plautus, Terentius) die bij de

erfgenamen van Manuzio worden gedrukt.

Bij Aldus leert Erasmus hoe te werk te gaan: te midden van de drukpersen.

Erasmus zal experimenteren met deze nieuwe manier om een werk samen te

stellen, te midden van correctoren, in het atelier, om de verschillende pro-

ductiestappen van een boek te beheersen. De humanist komt grondig veran-

derd uit dit Venetiaans verblijf. Hij blijft onophoudelijk zoeken naar een

drukkerij die volledig voor hem voorbehouden is, om al zijn krachten te

kunnen wijden aan de brouwsels van zijn geest.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 73

74

ZAAL MET FRESCO’S

I

{33} Erasmus, Adagiorum chiliades tres, ac centuriæ fere todiem, Venetië,Aldo Manuzio, IX 1508, 2°, [14], 12, 249, [1 bl.] f. Erasmushuis, E 7.

{34} Penning van Titus (79-81). Geslagen te Rome in 80.Erasmushuis, MEH 290.De dolfijn rond een anker gedraaid op deze penning van Titus,evenals het adagium Festina lente (« Haast je langzaam ») lag aande grondslag van het drukkersmerk van de drukker AldoManuzio.

{35} Erasmus, Adagiorum chiliades expurgatæ (ex præscripto SacrosanctiConsilij Tridentini Gregorio XIII. Pont Max. auspice), ed. PaulusManutius, Firenze, Bij de Giunta’s, 1575, 2°, [4] f., 1454 [recte1456] col., [12] f., 104 col., [7] f. Erasmushuis, E 568.Deze uitgave van de Adagia is de editie aanbevolen door deRomeinse index van 1564.

II

{36} Titus Maccius Plautus, Comoediæ, Venetië, Erfgenamen AldoManuzio & Andrea Torresano, VII 1522, 4°, [14], 284 f.Erasmushuis, E 1374.

{37} Aldo Manuzio, Institutionum grammaticarum libri quatuor,Venetië, Erfgenamen Aldo Manuzio & Andrea Torresano, VII1523, 4°, [8], 204, [4] f. Erasmushuis, E 414.Aldo Manuzio was niet alleen een drukker, maar eveneens eenhumanist die deze grammatica zijn hele leven tot in de puntjeszal verzorgen.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 74

75

ZAAL MET FRESCO’S

IOANNES FROBENIUS, BASILEA

JOHANN FROBEN, BAZEL

Het leven van Froben verloopt eigenaardig. Geboren te Beieren rond 1460,

werkt hij eerst bij de grote drukker Anton Koberger te Nürnberg. Daarna

vertrekt hij naar Bazel om assistent te worden bij een ander belangrijk

figuur in de geschiedenis van boekdrukkunst in de xvde eeuw, Johann

Amerbach. Eén van de meest verbazende karaktertrekken van Froben is dat

hij, vooraleer hij begon te drukken voor Erasmus in 1513 (hij is dan al de 50

voorbij), een leven in de schaduw heeft geleid en een onbelangrijke rol speel-

de bij de drukkers met wie hij geassocieerd was (Johann Amerbach, Adam

Petri) of bij een zakenman (Wolfgang Lachner, in 1510 huwt Froben met

zijn dochter Gertrud). In 1507 verwerft Johann Froben van Amerbach het

eigendom « zum Sessel » dat zeven huizen en een tuin omvat en zich bevindt

tussen de Nadelberg en de Totengässlein. In 1522 werd het vergroot toen

Johann Froben het huis « zur alten Treu » op de Nadelberg verwierf. Hij

stelde het ter beschikking van Erasmus. Op 12 juni 1526 verwerft Froben op

vraag van Erasmus nog een tuin iets verderop.

Het beeld dat zo vaak werd opgehangen, dat Froben de Aldo Manuzio ten

noorden van de Alpen zou zijn, klopt alleen voor de vijftien laatste jaren

van zijn leven. Tot aan de dood van Lachner bleven de scholastische werken

de overhand hebben ondanks de aanwezigheid van de « sodalitas Basiliensis

» verzameld rond de drukpersen van Froben, waaronder men Amerbach,

Beatus Rhenanus, Glareanus, Pellicanus, Wilhelm Nesen, Angst, Listrius,

Bentinus, Nepos, Gelenius en andere raadgevers, universiteitsprofessoren,

zoals Capito of Ludwig Baer, kon tellen. Het werk van Erasmus is heel

nauw verbonden met de naam van Johann Froben. Weinig uitgevers wijden

zich zo ten volle aan één enkel auteur. De komst van Erasmus naar Bazel

was voor Froben een ware openbaring. Dankzij Erasmus wordt hij « de trots

van Germanië ». Anderzijds is het dankzij Froben dat Erasmus zijn huma-

nistisch uitgeversproject heeft kunnen realiseren, dat tot dan enkel virtueel

bestond. Wanneer we de in-folio’s ter hand nemen die door Froben gedrukt

werden tussen 1514 en 1516 (de edities van de H. Hiëronymus, de tweetali-

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 75

76

ZAAL MET FRESCO’S

ge uitgave van het Nieuwe Testament), kan men zich er niet van weerhou-

den verbaasd te zijn door de intellectuele en fysische energie die zich ontwik-

keld heeft bij deze geleerden, correctoren en samenstellers. Bij de dood van

Froben in 1527, schrijft Erasmus een heel mooie « Deploratio » over de dood

van de man met wie hij geen ander contract had dan dat van een vrije en

wederzijdse vriendschap.

I

{38} Erasmus, Adagiorum chiliades tres, ac centuriæ fere totidem, Bazel,Johann Froben, VIII 1513, 2°, [24], 249, [1 bl.] f. Erasmushuis, E1271.

{39} Erasmus, Moriæ encomium cum Gerardi Listrii commentariis, Bazel,Johann Froben, X 1521, 8°, 423, [1] p. Erasmushuis, E 1268.Deze editie van de Lof der Zotheid werd te Bazel gedrukt op hetogenblik dat Erasmus in Anderlecht bij Pieter Wychman ver-bleef.

II

In 1515-1516 realiseert Erasmus in de drukkerij van JohannFroben echte « Werken van Hercules ». De belangrijkste zijn deuitgave van het Nieuwe Testament, zijn uitgave van deBrieven van de H. Hiëronymus en zijn Institutio Principis Christianiopgedragen aan de toekomstige Keizer Karel op het ogenblik dathij zijn raadsheer wordt.

{40} Erasmus, Institutio principis christiani, Bazel, Johann Froben, IV1516, 4°, [332] p. Erasmushuis, E 300.

{41} Erasmus, Adagiorum chiliades tres, ac centuriæ fere totidem, Bazel,Johann Froben, II 1515, 2°, [24], 249, [1 bl.] f.; [17] p., col. 1-72, 2p., 634, [2] p.: [48], 634, [2 bl] p. Erasmushuis, E 602.

{42} H. Hiëronymus, Opera omnia, Bazel, Johann Froben, VI 1516,2°, 9 t. I: [28], 141, [1] f.; II : 238 f.; III: 169, [1 bl] f. ; IV: 149, [1] f.;V: 277, [1 bl]; VI: 135, [1 bl] f.; VII: 118, [1], [1 bl] f.; VIII: 104, [96]f.; IX: 203, [1] f. Erasmushuis, E 135.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 76

77

ZAAL MET FRESCO’S

III

{43} Erasmus, Adagiorum chiliades, Bazel, Johann Froben, X 1520, 2°,12, [40], 791, [1] p. Erasmushuis, E 303.

{44} Erasmus, Adagiorum chiliades, Bazel, Hiëronymus Froben &Johann Heruagen, IX 528, 2°, [64], 962, [2] p. Erasmushuis, E 105.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 77

78

ZAAL MET FRESCO’S

HIERONYMUS FROBENIUS, NICOLAUS EPISCOPIUS

IOANNES HERWAGIUS, BASILEA

HIËRONYMUS FROBEN, NIKOLAUS EPISCOPIUS

& JOHANN HERWAGEN, BAZEL

Bij de dood van Johann Froben, werd zijn drukkerij overgenomen door zijn

zoon uit zijn eerste huwelijk, Hiëronymus. In 1528, verlaat Johann

Herwagen Straatsburg en vestigt zich te Bazel. Hij huwt er met de weduwe

van Johann Froben, Gertrud Lachner. Hij neemt de directie op van de druk-

kerij Froben in samenwerking met Hiëronymus Froben en zijn schoonbroer,

Nicolaus Episcopius. Deze laatste was afkomstig uit de Elzas; in 1529 trad

hij in het huwelijk met Justine Froben, dochter van Johann Froben en

Gertrud Lachner.

In 1531 staat Johann Herwagen alleen aan het hoofd van de onderneming en

vanaf 1538 associeert hij zich met Johann Erasmius Froben van wie

Erasmus peetvader is (met Beatus Rhenanus). Deze laatste was echter, net

als zijn vader, een slecht Latinist. Dit weerhield Erasmus er echter niet van

om zich om hem te bekommeren na de dood van zijn vriend de drukker. Het

belang van de vrouwen in de drukkerij van Froben schijnt nogal groot te

zijn, als men de valse opmerkingen van Erasmus mag geloven. In november

1516 verschijnt er een werk van Glareanus met de vermelding « Expensis

Gertrudis Lachneræ » (« op kosten van Gertrud Lachner »). Guillaume Farel

die de spot wenste te drijven met Erasmus schreef dat Gertrud Froben meer

van theologie wist dan de geliefde auteur van haar echtgenoot, cf. Ep. 1510

V ll. 59-61: « Uxorem Frobenii plus tenere theologiæ quam Erasmum. »

De opvolgers van Froben blijven ook na de dood van de patriarch de belang-

rijkste humanistische werken drukken.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 78

79

ZAAL MET FRESCO’S

{46} Erasmus, Ecclesiastes siue de ratione concionandi libri quatuor, Bazel,Hiëronymus Froben & Nikolaus Bischoff, 6 VIII 1535, 2°, [8], 444,[12] p. Erasmushuis, E 1167.

{49} Erasmus, Catalogus lucubrationum. Epitaphorum ac tumulorum libel-lus quibus Erasmi mors defletur, Bazel, Hiëronymus Froben &Nikolaus Bischoff, 1536, 4°, 119, [1] p. Erasmushuis, E 1064.

{50} Erasmus, De recta latini græcique sermonis pronuntiatione dialogus.|Dialogus cui titulus Ciceronianus, sive de optimo genere dicendi. | Deploratiomortis Ioannis Frobenii, Bazel, Hiëronymus Froben & NikolausBischoff, 6 VIII 1535, 2°, [8], 444, [12] p. Erasmushuis, E 683.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 79

80

ZAAL MET FRESCO’S

IOANNES FABER EMMEUS, FRIBURGUM BRISGAVORUM

JOHANN FABER EMMEUS, FREIBURG IM BREISGAU

Ioannes Faber Emmeus Iuliacensis, meester Hans von Gülch uit het hertogdom

Jülich, wordt burger van Bazel op 3 maart 1526 en opent er een drukkerij,

die hij ten dienste stelt van de Romeinse partizanen in de Bazelse controver-

se. In 1529, wanneer de reformatie de bovenhand neemt te Bazel, maakt

Faber deel uit van de katholieke uitwijkelingen die naar Freiburg verhui-

zen. Hij reist in het gezelschap van Erasmus, Glareanus en Baer. Daar zet

hij zijn zaken verder en brengt zo een deel van de humanistische traditie uit de

Bazelse drukkerij over. In Freiburg werkt Erasmus regelmatig met hem en

er ontwikkelt zich een persoonlijke relatie tussen hen. De eerste samenwer-

king met Johann Faber Emmeus dateert uit 1528, wanneer ze nog te Bazel

verblijven. Hoewel hij niet minder dan elf eerste drukken aan Faber toever-

trouwt, blijft de humanist toch de voorkeur geven aan de drukkerij van

Froben. Voor deze laatste reserveert hij de belangrijkste werken, zelfs na de

dood van zijn vriend Johann Froben. De polemieken die hij drukt te

Freiburg of te Bazel hebben niet hetzelfde belang, noch in gedrukte pagi-

na’s, noch wat politiek gedachtegoed betreft.

De meest gevoelige drukken reserveert hij voor Bazel, zowel wat zijn meest sub-

tiele en scherpzinnige tegenstander (prins van Carpi Alberto Pio) als wat de

Spaanse monniken betreft. De apologieën tegen Geldenhauer of tegen

Martin Bucer, gepubliceerd te Freiburg, waren bestemd voor het hervormde

kamp en niet voor de « gevestigde macht ». De apologie tegen Carvajal

gepubliceerd bij Faber (« Epistola ad quosdam impudentissimos

gracculos »)

was een klein werkje (één katern in een in-quarto formaat). Het is niet verwon-

derlijk om te Freiburg drukken te vinden die nauw aansluiten bij het

Romeinse gedachtegoed, zoals het gedicht voor de H. Genoveva.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 80

81

ZAAL MET FRESCO’S

{47} Erasmus, Paraphrasis in elegantias Laurentii Vallæ, Bazel,Hiëronymus Froben & Nikolaus Bischoff, 6 VIII 1535, 2°, [8], 444,[12] p. Erasmushuis, E 1167.

{48} Erasmus, Divæ Genovefæ præsidio a quartana febre liberati Carmenvotivum, Freiburg im Breisgau, Johann Faber Emmeus, 1532, 4°,[4] f. Erasmushuis, E 858.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 81

82

ZAAL MET FRESCO’S

MATTHIAS SCHURERIUS, ARGENTORATUM

MATTHIAS SCHÜRER, STRAATSBURG

Matthias Schürer is rond 1470 geboren te Selestat; hij was leerling van Crato

Hofmann in de beroemde school van zijn geboortestad. Daarna schreef hij

zich in aan de universiteit van Krakau. In 1491 behaalt hij de graad van

bacchelor, in 1494 die van « Magister artium ». Na als leerjongen te hebben

gewerkt in verschillende drukkerijen (M. Flach, Johann Prüss de oudere,

Knobloch), publiceert hij op 8 juni 1508 zijn eerste werk. Schürer apprecieert

ten zeerste de drukken van Manuzio in Venetië en gebruikt hen dan ook als

model. In tegenstelling tot Grüninger, Knobloch en andere Straatsburgse

drukkers uit die tijd, gebruikte Schürer weinig illustraties. Urs Graf heeft de

meeste illustraties ontworpen die we in zijn drukken terugvinden. Schürer

sterft bij het begin van de reformatie in 1520; zijn weduwe neemt gedurende

een zekere tijd de leiding van de drukkerij op zich. Zo goed dat we tot in

1521 drukken aantreffen met de naam Schürer. Hoewel we bij Schürer niet

zoveel eerste drukken van Erasmus terugvinden (slechts 5), omvat de totali-

teit van zijn producties, die 286 drukken telt, een honderdtal Erasmiaanse

drukken !

Terwijl de Bazelse drukkerij van Froben van de nieuwe Erasmusdrukken geniet,

zal de Straatsburgse drukkerij deze bij een ander publiek verspreiden. Dit

blijkt duidelijk als we de nieuwe edities van de « Adagia » bekijken, die te

Bazel in een in-folioformaat verschijnen. Schürer daarentegen drukt deze

uitgaven van de « Adagia » tussen 1509 en 1521, in het in-quartoformaat

van de « Collectanea ».

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 82

83

ZAAL MET FRESCO’S

{50} William Lily, De constructione octo partium orationis libellus, aDesiderio Erasmo Roterodamo emendatus, Straatsburg, MatthiasSchürer, 1517, 4°, 24 f. Erasmushuis, E 643.

{51} Erasmus, De ratione studii, Straatsburg, Matthias Schürer, VI1519, 4°, 23, [1] f. Erasmushuis, E 1347.

{52} Erasmus, De duplici copia verborum ac rerum commentarii duo.Parabolæ sive similia, Straatsburg, Matthias Schürer, VI 1519, 4°, [6],72, [6], [56] f. Erasmushuis, E 323 (Parabolæ), E 499 (De copia).

{53} Quintus Curtius Rufus, De rebus gestis Alexandri Magnicum annotationibus Erasmi, Straatsburg, Matthias Schürer, VI1518, 2°, [4], 89: [4], LXXXIX f. Erasmushuis, E 809.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 83

84

ZAAL MET FRESCO’S

OPERA OMNIA

VOLLEDIGE WERKEN

De productie van zijn « Volledige werken » werd door Erasmus gepland en in

één van zijn testamenten geeft hij precieze instructies over de vorm, de opla-

ge en de inhoud van deze onderneming. Hij was er zich goed van bewust

dat hij niet enkel werkte voor zijn tijd, maar ook voor de toekomstige gene-

raties. Meerdere catalogi van zijn werken werden reeds opgesteld tijdens

zijn leven. De drukkerij van Froben vatte een nieuwe « Catalogus » aan in

1537, een jaar na Erasmus’ dood, ter voorbereiding van deze editie van

negen volumes, met index. Het wordt algemeen aangenomen dat Beatus

Rhenanus deze uitgave opvolgde, ook al is hier geen expliciete bron over.

Sigismund Gelenius lijkt ook een grote rol te hebben gespeeld in de uitgave

van dit typografische monument. In zijn testament wenste Erasmus dat

volgende figuren hieraan zouden meewerken: Heinrich Glareanus, Conrad

Goclenius, Beatus Rhenanus, Bonifacius en Basilius Amerbach en

Sigismund Gelenius. Heel uitzonderlijk vond men deze homogene editie in

één boekband. Vaak vervolledigde de lezer de Erasmuswerken die hij bezat.

Dit is ook het geval voor het Erasmushuis, waar drie reeksen van de

« Volledige werken » worden bewaard, elk verschillend en onvolledig. In het

begin van de XVIIIde eeuw verscheen een tweede editie van de « Volledige

werken » gedrukt bij Pieter van der Aa te Leiden en verzorgd door Johannes

Clericus. Sinds 1969 wordt in Nederland door een team specialisten aan een

kritische uitgave van de « Volledige werken » van Erasmus gewerkt; deze

editie wordt door de Erasmusspecialisten aangeduid als ASD (Amsterdam),

om een verschil te maken met de editie uit de XVIIIde eeuw, LB (Lugduni

Batavorum, de naam Leiden in het Latijn) en deze uit de XVIde eeuw, BAS

(Basilea, Bazel).

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 84

85

ZAAL MET FRESCO’S

{54} Erasmus, Opera omnia, Bazel, Hiëronymus Froben & NikolausBischoff, 1538-1542, 2°. Erasmushuis, E 403-411. Tomus primus: Quæ spectant ad institutionem liberalem, Bazel,Hiëronymus Froben & Nikolaus Bischoff, 1540, 2°, [48], 1034, [1bl], [1] p.Erasmushuis, E 403. Tomus secundus: Adagia, Bazel, Johann Froben, I. 1523, 2°, [52],803, [5] p. Erasmushuis, E 404.Tomus tertius: Opus epistolarum, Bazel, Hiëronymus Froben &Johann Heruagen & Nicolaus Bischoff, 1529, 2°, [8], 1010, [2] p.Erasmushuis, E 405.Tomus quartus: Quæ ad morum institutionem pertinent, Bazel,Hiëronymus Froben & Nikolaus Bischoff, 1540, 2°, 598, [2] p.Erasmushuis, E 406.Tomus quintus: Quæ ad pietatem instituunt, Bazel, HiëronymusFroben & Nikolaus Bischoff, 1540, 2°, 1146, [1 bl], [1] p.Erasmushuis, E 407.Tomus sextus: Nouum Testamentum ab Erasmo recognitum, Bazel,Johann Froben, III 1519, 2°, NT: 120, 566, [2] p.; Annotationes: [8],[1]-579, [1 bl] p. Erasmushuis, E 408.Tomus septimus: Paraphrasis in Nouum Testamentum, Bazel, JohannFroben, 1524, 2°, I : [16], 178, [2] p. ; 347 (=147), [2] ; 262, [2] p. ;194, [2] p. ; [12], 122, [2]. II : 454, [2] p.Erasmushuis, E 409.Tomus octavus: Versa e patribus græcis, Bazel, Hiëronymus Froben& Nikolaus Bischoff, 1540, 2°, 463, [1], [2] p. Erasmushuis, E 410.

{55} Erasmus, Opera omnia, ed. Johannes Clericus, Leiden, PieterVan der Aa, 1703-1706, 2°. Erasmushuis, E 1151.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 85

86

ZAAL MET FRESCO’S

MICHAEL HILLENIUS, ANTVERPIA

MICHAEL HILLEN, ANTWERPEN

(CA. 1476-1558)

Michael Hillen is geboren te Hoogstraten, tussen Antwerpen en Breda, rond

1476. Hij was tegelijkertijd drukker, boekhandelaar, uitgever en boekbin-

der. Hij drukt van 1506 tot 1546 en laat dan zijn drukkerij over aan zijn

schoonzoon Jan Steels. In veertig jaar publiceert deze meer dan vierhonderd

werken, soms in samenwerking met binnen- of buitenlandse collega’s.

Michael Hillen kreeg het privilege om enkele eerste drukken te verzorgen omdat

Erasmus alle drukkers, die in staat waren Grieks te drukken in de

Noordelijke Nederlanden (ca. 1520), wenste te monopoliseren om de

Engelse theoloog Edward Lee te verhinderen een pamflet te drukken tegen

zijn « Aantekeningen bij het Nieuwe Testament ».

Hillen vertegenwoordigt perfect het beeld van deze drukkers aan wie, zonder in

de gratie van de humanist te vallen, toch op regelmatige basis de eer te

beurt valt om een onuitgegeven werk te drukken en die er op hun beurt voor

zorgen dat het ideeëngoed van Erasmus verspreid wordt. In dertig jaar tijd

drukt Hillen niet minder dan 142 werken van de humanist.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 86

87

ZAAL MET FRESCO’S

{66} Erasmus, Opus de conscribendis epistolis, Antwerpen, MichaëlHillen, 1535, 8°, [16], 383, [1] p. Erasmushuis, E 130.

{67} Erasmus, Precatio dominica , Antwerpen, Michaël Hillen, 1531,8°, [16] f. Erasmushuis, E 1103.

{68} Erasmus, Paraphrasis in Acta Apostolorum, Antwerpen, MichaëlHillen, 1524, 8°, [139], [1 bl] f. Erasmushuis, E 865.

{69} Diui Ioannis Chrysostomi de orando Deum, libri duo, Erasmo Rot. inter-prete. | Adiunctus est iisdem modus orandis Deum, autore, Antwerpen,Michaël Hillen, 1525, 8°, [56] f. Erasmushuis, E 790.

{70} Erasmus, Paraphrasis in euvangelium secundum Ioannem,Antwerpen, Michaël Hillen, 1523, 8°, [184] f. Erasmushuis, E 813.

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 87

88

Museumverzameling

Muur met fresco’s

{330} Geheel van 12 muurschilderingen. Zeventiende eeuw.Erasmushuis, MEH 330.

Op 18 september 1930 organiseert Daniel Van Damme, eersteconservator van de gemeentelijke musea, een bezoek aan hetErasmushuis om zijn museografisch project toe te lichten.. Indit archiefdocument wordt voor het eerst de ontdekking van defresco’s vermeld.Op 9 mei 1931 schrijft Daniel Van Damme aan de burgemeesterFélix Paulsen om hem een overzicht te geven van de werken aanhet Erasmushuis en om hem op de hoogte te brengen van deontdekking van de eikenhouten zoldering en de fresco’s onderde pleisterlaag.Daniel Van Damme vraagt op 4 juni de toestemming aan hetCollege om de fresco’s van de muren te nemen: « ik heb contactopgenomen met de heer Gossez, die verantwoordelijk is voor dedelicate werken bij de Staatsmusea. Hij verkoos om een eerstetest uit te voeren, omdat deze schilderingen gebeurd zijn op eenprimitieve cement die als het ware versteend is. De uitvoeringlukte perfect. Een element van de fresco werd op een plaasterenplaat aangebracht en verstevigd met een houten kader versterktmet ijzer.» Op 13 juli 1931 is de heer Gossez overgegaan tot hetdepot van de fresco’s.

Deze fresco’s die waarschijnlijk opgesteld waren in de vorm vaneen fries, laten een aantal heel gevarieerde onderwerpen zien:zeezichten, pittoreske taferelen (zichten met sneeuw, landelijkezichten), religieuze en mythologische onderwerpen, grotesken.Archiefdocumenten ontbreken om de aanwezigheid van dezefresco’s uit te leggen en om ons een duidelijk beeld te geven vandit geheel dat formeel harmonieus is, maar qua onderwerp zeerverscheiden.

ZAAL MET FRESCO’S

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 88

89

Beelden (op de kleine kast)

{351} Sint-Jan de Evangelist, zestiende eeuw. Erasmushuis, MEH 351.

{352} Heilige Katharina, zestiende eeuw, Erasmushuis, MEH 352.

{362} Bisschop, zestiende eeuw, Erasmushuis, MEH 362.

Beelden (op het eind van de zaal)

{384} Bisschop, vijftiende eeuw, Erasmushuis, MEH 384.

{392} Kerkvader gezeten op een eiken ‘dagobert’ (brede leunstoel), zestiendeeeuw, Erasmushuis, MEH 392.

Schilderij (schouw)

{386} Christus in de boeien, zestiende eeuw, Erasmushuis, MEH 386.

Meubels

{338} Notehouten meubel op borsthoogte, met zuiltje sinebbenhout. Begin zeventiende eeuw. Erasmushuis, MEH 338.

{350} Gildenkast, zestiende eeuw, Erasmushuis, MEH 350.

{360} Kleine kast met deurpanelen in vensterwerk, zestiendeeeuw, Erasmushuis, MEH 360.

{382} Kast met twee deurvleugels. Eik. Zestiende eeuw,Erasmushuis, MEH 382.

ZAAL MET FRESCO’S

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 89

90

{393} Kast (schapraai) met vier deuren. Eik. Zestiende eeuw.Erasmushuis, MEH 393.

{394} Stoelen. Zwitsers. Zeventiende eeuw. Erasmushuis, MEH 394.

{453} Meubel. Nederland. Zestiende eeuw. Erasmushuis, MEH 453.

Schouw

{388} Haardplaat versierd met basreliëf. Begin zestiende eeuw. Erasmushuis, MEH 388.

{389} Haal. IJzer. Erasmushuis, MEH 389.

{390} Een paar haardijzers met « de wilde man en vrouw ».Duitsland, zestiende eeuw. Erasmushuis, MEH 390.

{391} Tegelwerk. Torhout. Zestiende eeuw. Erasmushuis,MEH 391.

ZAAL MET FRESCO’S

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 90

91

Iconografie van Erasmus

{531} Erasmus. Lithografie. Twintigste eeuw. Erasmushuis, MEH 531.

{500} Erasmus. Gravure. H. CB (niet geïdentificeerd monogram).Erasmushuis, MEH 500.

{501} A. Rassenfosse (1862-1934), Proef van voorpagina voor de Lof derZotheid. Erasmushuis, MEH 501.

{502} Erasmus. Gravure. Naar Hans Holbein, getekend doorAnastasi en gegraveerd door Dequevauvilliers. Midden negen-tiende eeuw. Erasmushuis, MEH 502.

{503} Erasmus. Lithografie. W. Hogevorst. Gouda, 1936. De zuil roept het beeld op van de boterhal van Gouda, waarErasmus studeerde van 1470 tot 1475. Erasmushuis MEH 503.

{504} Kader met 9 documenten. Erasmushuis, MEH 504.a) Reproductie in de « Soir Illustré » van enkele schetsen dieErasmus in de kantlijn maakte als illustratie. We herkennen ver-schillende vertrouwde voorwerpen waarvan de humanist ge-bruik maakte, alsook een aantal hoofden waaronder het profielvan Erasmus zelf.b) « Een sermoen van de onbegripbarmherticheit gods », PieterJanszoon, Leiden, 1537.c) Portret van Erasmus van 1465.d) Ex libris, Richard Polak, Lausanne, naar Hans Holbein 1930.e) Gegraveerd portret van Erasmus, omringd door personages,door B. Picart, 1718.f) Portret van Erasmus, gegraveerd door S. Granicher, achttiendeeeuw.g) Weinig gelijkend portret van Erasmus.h) Portret van Erasmus door Andreas Stockius, 1628, Den Haag. i) Portret van Erasmus en profil door Felix Labisse, omstreeks1980. Het gaat hier om een detail van een fresco.

Gang

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 91

92

{505} Verzameling van negen prentbriefkaarten. Erasmushuis,MEH 505.a) Het standbeeld van Erasmus in Rotterdam in 1913.bd) Het standbeeld van Erasmus en het dok in 1901 en 1900.c) Reproductie van 3 eigenhandige tekeningen van Erasmus, uiteen editie van « Noctes Atticae » (‘Attische nachten’) van AulusGellius. De 3 tekeningen stellen voor: een gehangene, een vul-kaan en een maangezicht.e) 15de eeuwse doopvont uit de kathedraal van Bazel, “dichtbijhet graf van Erasmus”, 1933.f) De kathedraal van Bazel, 1901.g) Interieur van de kathedraal van Bazel, 1932.h) Reproductie van een eigenhandige tekening van de grensgodTerminus door Erasmus, in« Noctes Atticae » (‘Attische nachten’) van Aulus Gellius, als illus-tratie van een raadsel. De oplossing van het enigma: Terminus,het embleem van Erasmus.i) Handschrift van Erasmus en van Renier Praedinius in « NoctesAtticae » (‘Attische nachten’) van AulusGellius: « dit boekbehoort toe aan Erasmus » « ik wou dat het zo kon blijven zolang de wereld zal bestaan, maar nadat hij zijn eindbestem-ming bereikt had, heb ik dit boek van hem gekocht in 1555,Renier Praedinius ».

{506} Kader met 9 documenten:a) Menu van 1936 uit restaurant « Ganter » in Freiburg imBreisgau. Dit huis droeg in de 16de eeuw de naam « Zum KindJesu » (bij het kindje Jezus), en bevond zich in de Schiffgasse 7.Erasmus nam er zijn intrek in september 1531. Het huis isomgebouwd tot hotel in de 20ste eeuw.b) Gravure van Vosterman, naar H. Holbein, verlevendigd metwaterverf.c. Huis « Zum Walfisch » (in de Walvis), Franciskanergasse 5,Freiburg im Breisgau. Erasmus verbleef er van 1529 tot 1531,nadat hij Bazel verlaten had.d. Moderne exlibris dat het verblijf van Erasmus in Freiburg im Breisgau (15291531) in herinnering brengt. Houtgravure van Schley.e. Portret van Erasmus door een Duitse meester uit de 16deeeuw. Het schilderij is verdwenen.

GANG

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 92

93

f. Portret van Erasmus door Jean De Bast, door hem ook onderte-kend met het citaat: « ik wens een wereldburger genoemd teworden, vriend van alle naties ter wereld ».g. Chocoladeverpakking met afbeelding van Erasmus.hi. documentatie voor een schrift van een scholier in 1939.

{507} E. Stuckelberg, Erasmus tussen de jonge Holbein en Amerbach.Lithografie in kleur. Zwitserland, ca. 136. Erasmushuis, MEH507.

{508} Charles Delporte, Portret van Erasmus met de Lof der Zotheid.Tekening. België. 26 augustus 1980. Erasmushuis, MEH 508.

{509} Jean Chieze, Erasmusportret. Gravure (hout), 1967.Erasmushuis, MEH 509.

{510} Henri De Coster, Erasmusportret. Gravure. Anderlecht 1978.Erasmushuis, MEH 510.

{511} Pat Mallet, Erasmusportret (karikatuur). Tekening. Parijs, 1984.Erasmushuis, MEH 511.

{512} Jean Chièze, Illustraties van de Lof der Zotheid. 12 prentbrief-kaarten.Uitgegeven door de « Union latine d’éditions », Parijs, 1969.Reproducties van een aantal houtsneden van Jean Chièze voor deuitgave van de Lof der Zotheid van Jacques en Anne-Marie Yvon. Erasmushuis, MEH 512.

{513} F. Lauwers (naar Quinten Metsys), Portret van Pieter Gilles,1972. Erasmushuis, MEH 513.

{514} Erasmusportret, 1972. Monogram A.V. Twintigste eeuw.Erasmushuis, MEH 514.

{515} Erasmus. pentekening, gebruikt bij het drukken van deloterijbriefjes voor de wedstrijd ter gelegenheid van het millen-nium van de stad Luik, georganiseerd door de uitgeversmaat-schappij Reader’s Digest. Erasmushuis, MEH 515.

GANG

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 93

94

{516} Friadt, Erasmushuis. Lithografie. Gemeentelijke administra-tie Anderlecht, 1917. Erasmushuis, MEH 516.

{517} D. Piryns, Erasmushuis, Tekening. 1932. Erasmushuis,MEH 517.

{518} C.R. Ryley, medailles met de figuren van de Reformatie: Wyclif, Huss,Erasmus, Luther, Bucerus en Melanchthon. Gravure door J. Stow, gepu-bliceerd door R. Bowyer, Historic Gallery, Pall Mall, 29 mei 1794.Erasmushuis, MEH 518.

Beeld (nis)

{519} Maagd. Eik. Dertiende eeuw. Erasmushuis, MEH 519.

Iconografie

{520} Bibliotheek van de Universiteit van Leiden. Gravure.Zeventiende eeuw. Erasmushuis, MEH 520.

{521} Paulès (naar), Erasmus ontvangt het eerste exemplaar van de Lof derZotheid uit de handen van Froben en Amerbach. 1936. Erasmushuis,MEH 521.

{522} Vaantjes van Franse en Belgische “Serviceclubs” met afbeel-ding van Erasmus. Twintigste eeuw. Erasmushuis, MEH 522.

{523} Postzegels en stempels met afbeelding van Erasmus. Erasmushuis, MEH 523.a) Blauwe Hollandse postzegels. 1936, Hartz naar een model vande schilder W.A. Van Konijnenburg.b) Postzegel van de Togolese Republiek. 1971.c) Postzegel van de Volksrepubliek Kongo. 1970.d) Stempel met afbeelding van Erasmus voor de gemeentebiblio-theek van Rotterdam, 1972.e) Exemplaren van de serie “Erasmus”, uitgegeven in 1967 doorde Belgische Staat, met speciale dagstempel (eerste uitgiftedag: F D C : first day cover).f) Twee postzegels met dubbelportret van Erasmus en Pieter

GANG

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 94

95

Gilles naar Quinten Metsys.g) Twee postzegels met illustraties van Hans Holbein uit de Lofder Zotheid.h) Postsluiting van de Katholieke Universiteit van Nijmegen(NL) uit 1975 met een gebouw dat Erasmus’ naam draagt en hetadres: Erasmuslaan 40.i) Postzegel met afbeelding van de tekening door Hans Holbeinvan de familie van Thomas Morus.j) Speciale stempel van de postzegelclub “Erasme” van Ander-lecht. In het midden: de spits van de SintPieter en Guidokerk. 1971.k) Omslagen, uitgegeven door de stad Rotterdam met de groenepostzegel van 1969 en stempelkussen met afbeelding van Eras-mus.l) Eerste uitgifte van de postzegel “Erasmus” in Den Haag, 1969.Op de omslag een postbode met het volgende opschrift: “Eras-mus besteedde 10 procent van zijn inkomen aan porti”.

{524} Halloway, Portret van Thomas Morus (14781535). Gravure. 1792. Erasmushuis, MEH 524.

{525} Frank Cadogan Cowper (1877-1958), De kamer van de Lords. Reproductie van een schilderij. Erasmushuis, MEH 525.

{526} J.R. Herbert, Thomas More en zijn dochter. Gravure: J. Outrim.Negentiende eeuw. Erasmushuis, MEH 526.

{527} Lucas Vosterman, Thomas Morus, martelaar voor het geloof.Gravure. 1631.Erasmushuis, MEH 527.

{528} Hans Holbein, De familie van Thomas More. Tekening. 1528(facsimile). Erasmushuis, MEH 528.

GANG

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 95

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 96

Concept

Scenografie

Verlichting

Kleur

Bloementuin

Restauratrice

Technische realisatie

Opbouw tentoonstelling

Alexandre Vanautgaerden, conservator

Martial Thomas (Anatomie der IJdelheden)

Herman Lampaert (Erasmus en zijn drukkers)

Jean-Jacques Mathy

Aïda Kazarian (museum)

Marie-Jo Lafontaine ( Anatomie der IJdelheden)

Thierry Boutemy

Dahlia Mees

Marc Demeyere

Michaël Steennot, Jos Trogh, Hugo Van Volsem

Redactie

Vertaling

Druk

Omslag

Reeks

ISBN

Dépôt légal

Alexandre Vanautgaerden, conservator

Kathleen Leys, adjunct-conseravtor

April 2008, Identic (Bruxelles)

Diodon hystrix. Privéverzameling.

Colloquia in museo Erasmi, vol. 23

978-2-930414-24-9

D/2008/5636/3

Tentoonstelling

Bezoekergids

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 97

www.erasmushouse.museum

Colloquia 23_cahier IJdelheden 6/07/08 16:37 Page 98