39
Bouwfysica Daglichttoetreding Regelgeving en berekeningen conform de NEN 2057, een inleiding. v.2.0 ir J.S. Bosch

Daglichttoetreding V2.0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Daglichttoetreding

Citation preview

Page 1: Daglichttoetreding V2.0

Bouwfysica Daglichttoetreding Regelgeving en berekeningen conform de NEN 2057, een inleiding.

v.2.0 ir J.S. Bosch

Page 2: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

ir J.S. (Hans) Bosch

Daglichttoetreding, Regelgeving en berekeningen conform de NEN 2057, een inleiding.

v.2.0 d.d. 10-08-2009

Dit dictaat is voor 1e jaars studenten die bouwkunde studeren aan de Hogeschool Rotterdam. Gaarne

eventuele fouten melden bij de docent. Bij een beoordeling van een bouwwerk dient men altijd het

vigerende Bouwbesluit en de daarin aangewezen normen te raadplegen.

Foto’s en figuren waarbij geen bronvermelding is vermeld: © J.S. Bosch

Wijzigingen t.o.v. versie 1.3: Toevoegen van Burgerlijk Wetboek, en tekstuele aanpassingen, met dank

aan de studenten en dhr. ir. M. Ammerlaan (Gemeente Amersfoort).

Dit dictaat is zo ingedeeld dat het geschikt is om dubbelzijdig af te drukken.

Page 3: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

1

Inhoudsopgave

1 Inleiding ................................................................................................................................... 2

2 Bouwbesluit, Burgerlijk Wetboek en daglichttoetreding ........................................................... 5

2.1 Eis aan de afmeting van de opening .................................................................................................. 6

2.2 Overige eisen aan de daglichtopeningen .......................................................................................... 6

3 Het berekenen van de equivalente daglichtoppervlakte ............................................................ 8

3.1 De doorlaat van de daglichtopening ................................................................................................. 8

3.2 De belemmeringsfactor ................................................................................................................... 10

3.2.1 Het bepalen van de belemmeringshoek α ..................................................................... 12

3.2.2 Het bepalen van de belemmeringshoek β bij een overstek ........................................... 17

4 Afsluiting ................................................................................................................................ 18

Bijlagen 1. Tekst afdeling 3.20 Bouwbesluit en het Burgerlijk Wetboek 5, Titel 4, art. 50 en 51 2. Tabel 1 NEN 2057, bepaling belemmeringsfactor Cb 3. Voorbeelden

Page 4: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

2

1 Inleiding

Eisen voor daglichttoetreding in nieuw te bouwen en bestaande gebouwen worden omschreven in het

Bouwbesluit1

De rekenmethode waarmee de equivalente daglichtoppervlakte bepaald moet worden is omschreven in

de NEN 2057

. In het Bouwbesluit worden prestatie-eisen gesteld aan de “equivalente daglichtoppervlak-

te”. De equivalente daglichtoppervlakte is niet gelijk aan de netto glasoppervlakte. Door bijvoorbeeld

overstekken of belemmeringen kan de effectieve lichtdoorlaat van een raam worden beperkt.

2

De werkelijke mate van daglichttoetreding in een ruimte is natuurlijk afhankelijk van de oriëntatie van

het raam (noord, oost, zuid of west) en van de plaats in Nederland waar een gebouw wordt gebouwd.

Ook de afwerking van de wanden, vloeren en plafonds in de ruimten is van invloed. Omdat het natuurlijk

zeer bewerkelijk is om per raam een uitgebreide beoordeling te maken worden deze effecten in de re-

gelgeving niet direct beoordeeld. Deze aspecten zijn wel natuurlijk wel verwerkt in de bepalingsmethode

zoals omschreven is in de NEN 2057.

. In het Bouwbesluit worden verder ook eisen gesteld of je daglichtopening wel of niet in

rekening mag brengen. Ook in het Burgerlijk Wetboek worden er eisen gesteld aan daglichtopeningen

van gebouwen. Deze zijn opgesteld uit het oogpunt van privacy, het is immers niet wenselijk als iemand

direct bij je naar binnen kan kijken.

In het Bouwbesluit worden er eisen gesteld aan de grootte van de daglichtopening in de uitwendige

scheidingsconstructie (Bouwbesluit benaming van een gevel, dak of vloer: uitwendige scheidingscon-

structie). In een Norm, vaak uitgegeven door het NEN het Nederlands Normalisatie Instituut, wordt de

reken- of meetmethode omschreven waarmee daglichttoetreding wordt bepaald.

In het Bouwbesluit worden alleen eisen omschreven die worden gesteld aan een gebouw. De reken-

of meetmethoden om aan deze eisen te kunnen voldoen worden vaak omschreven in de NEN nor-

men. Het Bouwbesluit verwijst in het artikel naar de van toepassing zijnde norm. De NEN 2057 wordt

in de artikeltekst van het Bouwbesluit vermeld en is daarmee een “direct” aangewezen norm.

1 Het bouwbesluit is te downloaden op de website www.overheid.nl (Wet- en regelgeving), een inter-netversie is beschikbaar op de website van het ministerie van VROM: www.vrom.nl en www.bouwbesluitonline.nl. 2 De NEN 2057 is op de Hogeschool Rotterdam beschikbaar op het netwerk in het programma Briswa-renhuis (netwerkapplicaties, informatiesystemen).

Page 5: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

3

Waarom daglichttoetreding?

De eisen voor daglichttoetreding in een ruimte van een gebouw zijn opgenomen in hoofdstuk 3 van het

Bouwbesluit. In dit hoofdstuk worden alle voorschriften “uit het oogpunt van gezondheid” omschreven

die van toepassing zijn voor gebouwen. Nu zal het niet zo zijn dat het ontbreken van daglicht in een

ruimte direct zal leiden tot gezondheidsklachten, immers in collegezalen, concertruimten, toiletten,

badkamers e.d. is er ook geen daglichttoetreding aanwezig. Maar wonen en werken in een ruimte zon-

der daglicht wordt vaak als zeer vervelend ervaren en het langdurig verblijven in een ruimte zonder

daglicht kan leiden tot depressiviteit. Zolang er nog contact is met andere mensen en men niet langdurig

hoeft te verblijven in ruimten zonder daglichttoetreding, zoals winkels of een theater, leidt het ontbre-

ken van daglicht niet direct tot gezondheidsproblemen. Dit is ook de reden dat er in het Bouwbesluit niet

voor alle typen gebouwen (gebruiksfuncties) eisen worden gesteld aan de daglichttoetreding. Voor een

woon- of gezondheidszorgfunctie is daglichttoetreding heel belangrijk, voor een winkel of industriefunc-

tie minder.

Behalve uit het oogpunt van gezondheid is daglichttoetreding ook van belang uit het oogpunt van ener-

gie, immers veel daglicht in een ruimte beperkt het aantal die moeten worden ingeschakeld en de zonin-

straling in een ruimte in de winter beperkt ook de verwarmingsbehoefte. Maar natuurlijk geeft daglicht

ook een mooie “beleving” aan een ruimte en naar buiten kijken en kunnen genieten van een mooi uit-

zicht is ook van belang. Welke werkplek in het kantoorgebouw Europoint (gelegen aan het Marconiplein

te Rotterdam) heeft je voorkeur, die bij foto 1.1 of foto 1.2?

Foto 1.1 Kantoorgebouw Europoint Rotterdam, werkplek met een ruim uitzicht.

Foto 1.2 Kantoorgebouw Europoint Rotterdam, werkplek met minder uitzicht.

Page 6: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

4

Het is bij grote kantoorgebouwen vaak niet mogelijk om altijd ramen direct in de uitwendige schei-

dingsconstructie aan te brengen, vaak wordt er dan een atrium gemaakt. Een mooi voorbeeld hiervan

is het ministerie van VROM in Den Haag (naast het Centraal Station).

Foto 1.3 Atrium met kunstwerk, Deutsche Bundesbank Berlijn

Page 7: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

5

2 Bouwbesluit, Burgerlijk Wetboek en daglichttoetreding

De eisen met betrekking tot daglichttoetreding staan in het Bouwbesluit vermeld in afdeling 3.20, artikel

3.133 t/m 3.1363

. In het Bouwbesluit worden niet alleen eisen gesteld aan de mate van daglichttoetre-

ding voor nieuw te bouwen gebouwen maar ook aan bestaande gebouwen. Immers als een gebouw is

gebouwd met eisen die vroeger van toepassing waren, of in een periode dat er helemaal nog geen eisen

waren (voor de Woningwet uit 1901) kun je niet achteraf eisen dat er ramen in komen met de afmetin-

gen die wij nu uit oogpunt van gezondheid als goed ervaren. Maar door eisen te stellen aan bestaande

bouw kun je wel voorkomen dat bijvoorbeeld een bergruimte kan worden verhuurd als een studenten-

kamer. Immers een studentenkamer is een woonfunctie en daar moet daglichttoetreding mogelijk zijn.

In het Bouwbesluit wordt aan het begin van een paragraaf in een “stuurartikel” aangegeven voor welke

functie de eisen van toepassing zijn. Dit wordt vaak weergegeven in een tabel. In de onderstaande tabel

2.1 is, voor nieuwbouw, aangegeven welk artikel voor welke gebruiksfuncties van toepassing is.

Tabel 2.1 Tabel 3.133 uit het Bouwbesluit (van toepassing voor nieuwbouw)

3 In bijlage 1 zijn de eisen zoals vermeld in het Bouwbesluit weergegeven. Let op, controleer altijd de eisen met de meest actuele versie, het Bouwbesluit wordt immers bijna elk jaar aangepast.

Page 8: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

6

2.1 Eis aan de afmeting van de opening

Aan de mate van daglichttoetreding in een woning wordt de eis gesteld dat de equivalente daglichtop-

pervlakte in de uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied ten minste gelijk is aan 10% van

de vloeroppervlakte in m2 van het desbetreffende verblijfsgebied4

. Tevens wordt geëist dat de equiva-

lente daglichtoppervlakte van een verblijfsruimte ten minste groter moet zijn dan 0,5 m2. In een “woon-

kamer” van 25 m2 moet de equivalente daglichtoppervlakte dus ten minste 2,5 m2 bedragen.

Voor kantoren is dit minder, in een kantoorruimte van 25 m2 hoeft maar 0,625 m2 equivalente daglicht-

oppervlakte aanwezig te zijn.

2.2 Overige eisen aan de daglichtopeningen

In het Bouwbesluit is omschreven dat wanneer een raam op minder dan 2 meter is gelegen van een

perceelsgrens5

deze niet te beoordelen is als een opening voor daglichttoetreding. De equivalente dag-

lichtoppervlakte is dan altijd 0 m2. Deze voorwaarde is niet van toepassing wanneer een perceelsgrens

grenst aan een openbare weg, openbaar water of openbaar groen. Zie de onderstaande figuur.

4 In plaats van de gebruikelijke benamingen zoals woonkamer, studeerkamer, en slaapkamer worden sinds 1992 de benamingen verblijfsgebied en verblijfsruimte gebruikt. 5 De perceelgrens is de grens waar een perceel ophoud en een ander begint zoals dit geregistreerd staat bij het kadaster (bron: www.bouwkundige.net).

Page 9: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

7

In het Burgerlijk Wetboek, Boek 5, worden in Titel 4 “Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van

naburige erven”, in het specifiek de artikelen 50 en 51, eisen en voorwaarden gesteld aan de aanwezig-

heid van raamopeningen (en balkons e.d.) binnen 2 m van de perceelsgrens (zie bijlage 1). Is er toch een

raam aanwezig binnen de 2 meter van de perceelsgrens dan mag het glas in het raam niet doorzichtig

zijn en het raam mag ook niet te openen zijn.

Foto 2.1 In de onderstaande dakkapel mag geen raamopening worden aangebracht, de dakkapel grenst

immers direct aan een ander perceel. Het aanbrengen van “mat glas” was wel mogelijk geweest.

Page 10: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

8

3 Het berekenen van de equivalente daglichtoppervlakte

De equivalente daglichtoppervlakte wordt als volgt bepaald:

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢

Waarin:

Ae = equivalente daglichtoppervlakte [m2]

Ad = doorlaat van de daglichtopening [m2]

Cb = belemmeringsfactor

Cu = uitwendige reductiefactor

De belemmeringsfactor Cb wordt bepaald door het in rekening brengen van de effecten op de daglicht-

toetreding door (horizontale) belemmeringen en overstekken. De waarde kan men aflezen uit een tabel.

De uitwendige reductiefactor past men toe wanneer men de daglichttoetreding moet berekenen voor

een ruimte die gelegen achter een serre en atrium. Deze reductiefactor wordt in dit dictaat niet verder

uitgewerkt.

3.1 De doorlaat van de daglichtopening

Niet al het glasoppervlak in een uitwendige scheidingsconstructie mag in rekening worden gebracht. Aan

de “doorlaat” van een daglichtopening worden de volgende eisen gesteld:

• De hoogte van de onderzijde moet op ten minste 60 cm ten opzichte van de bovenkant van de vloer

liggen. Dit is de bovenkant van de afgewerkte vloer (dekvloer), zoals een woning wordt opgeleverd. Dus niet de bovenkant van de vloerafwerking zoals tapijt of laminaat. Zie Figuur 3.1.

• Het is toegestaan om in 1 pui de verschillende openingen bij elkaar op te tellen. Echter dit is toege-

staan indien niet meer dan 20% van de opening, die niet doorsneden wordt door het midden van de doorlaat, boven dit midden ligt. Zie Figuur 3.2.

• Het glas moet doorzichtig zijn. Het is niet toegestaan om bijvoorbeeld “matglas” of glazen bouwste-

nen als doorlaat te beschouwen.

Het glas dat “niet wordt doorsneden door het midden van de doorlaat” ligt in Figuur 3.2 onder het mid-

den van de doorlaat, dus mag worden meegerekend bij de bepaling van de oppervlakte van de doorlaat

Ad. Ad is in deze figuur 1,67 m2. Het is natuurlijk ook toegestaan om alle doorlaten afzonderlijk te bepalen

(dit is soms gunstiger).

Page 11: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

9

Figuur 3.1 Glas lager dan 60 cm ten opzichte van de vloer mag niet worden meegerekend. In het rech-

terdeel van deze figuur is met een rood vlak aangegeven welk deel van het glas niet mag worden mee-

gerekend bij de bepaling van de oppervlakte van de doorlaat.

Figuur 3.2 Doorlaat van een pui (figuur afkomstig uit [5]).

Onderkant doorlaat ≥ 0,6 m

Page 12: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

10

3.2 De belemmeringsfactor

Bij het berekenen van de equivalente daglichtoppervlakte moet rekening worden gehouden met be-

lemmeringen gelegen op het eigen perceel. Onder belemmeringen kan men verstaan objecten zoals

muren, bergingen of andere gebouwen of overstekken van galerijen. Deze belemmeringen kunnen ook

gelijktijdig aanwezig zijn. In die situatie is de daglichttoetreding dan vaak zeer beperkt.

Foto 3.1 Belemmering ter plaatse van dakkapel ten gevolge van een bouwwerk gelegen op eigen per-

ceel.

Foto 3.2 Belemmering door een overstek.

Page 13: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

11

Zijn de belemmeringen gelegen op het naast gelegen perceel dan hoeft men deze niet in rekening te

brengen. Het Bouwbesluit kijkt immers alleen naar het eigen perceel. Bij het bouwen van bijvoorbeeld

een woning wordt dus geen rekening gehouden met bestaande of toekomstige bouwwerken op het

naastgelegen perceel, dit voorkomt veel “juridische” problemen. Het feit dat men geen rekening houdt

met belemmeringen op het naastgelegen perceel komt voort uit het bij het maken van het Bouwbesluit

gehanteerde beginsel “gelijke monniken gelijke kappen”. Om echter te voorkomen dat een raam hele-

maal geen licht binnen krijgt wordt daarom gesteld dat er een afstand van ten minste 2 m moet zijn

tussen de daglichtopening en de perceelsgrens. Tevens wordt er altijd een minimale belemmering ver-

eist. Dus of er nu wel of geen belemmering aanwezig is, men moet altijd rekening houden met een mi-

nimale belemmering.

Foto 3.3 Bij woongebouwen komen vaak zijdelingse belemmeringen voor ten gevolge van bebouwing

gelegen op het eigen perceel.

Page 14: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

12

3.2.1 Het bepalen van de belemmeringshoek α

Bij het bepalen van deze belemmeringshoek moet men rekening houden met belemmeringen door te-

genoverliggende bebouwing en met belemmeringen door zijdelingse bebouwing.

Voordat men deze hoek gaat bepalen wordt eerst binnen een horizontale hoek beoordeeld of deze be-

lemmeringen wel in rekening moeten worden gebracht. De grootte van de hoek waarbinnen men be-

lemmeringen moet beoordelen bedraagt 60° (2x30° ten opzichte van de normaal). Ligt een object buiten

deze hoek dan hoeft deze niet in rekening te worden gebracht.

Figuur 3.3 Hoek van 60° waarbinnen men rekening moet houden met belemmeringen (horizontale door-

snede).

Page 15: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

13

Indien men uitgaat van de situatie dat een belemmering in de gehele beoordelingshoek van 60° aanwe-

zig is, en dat de belemmering overal even hoog is, dan bepaald men de belemmeringshoek α als volgt:

1. Trek een lijn vanaf de onderkant van de doorlaat die raakt aan de bovenzijde van de tegenoverlig-

gende belemmering. 2. Bepaal de hoek tussen deze lijn en het horizontale vlak en rond deze af op het dichtstbijzijnde aantal

graden. Dit is de belemmeringshoek α. Is deze belemmeringshoek kleiner dan 25° dan moet met de-ze 25° worden gerekend.

Figuur 3.4 Bepaling van de belemmeringshoek α

De hoek α berekent men als volgt:

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 ∝ = ℎ𝑥𝑥

Waarin:

α = belemmeringshoek.

x = geprojecteerde afstand (loodrecht van projectievlak op belemmering).

H = hoogte van de belemmering ten opzichte van de onderkant van de doorlaat.

Page 16: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

14

Voorbeeld 1

Heeft men een doorlaat van een daglichtopening van 1 m2 en bedraagt de geprojecteerde afstand x van

de belemmering 4 m en de hoogte h van de belemmering ten opzichte van de doorlaat 6 m, dan is de

belemmeringshoek α 56,3°, afgerond 56°. In tabel 1 van de NEN2057 kan men nu aflezen dat de be-

lemmeringsfactor Cb 0,53 bedraagt (tabel bijgevoegd in bijlage 2). Er is geen overstek aanwezig, dus β =

0°. De uitwendige reductiefactor Cu bedraagt 1.

De equivalente daglichtoppervlakte bedraagt dan:

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 1 × 0,53 × 1 = 0,53 𝑚𝑚2

Indien er geen belemmering aanwezig is dan dient men toch altijd een belemmeringshoek α in rekening

te brengen van 25°. De bijbehorende belemmeringsfactor Cb bedraagt 0,86.

Figuur 3.5 Belemmeringshoek α zonder aanwezige belemmering

Page 17: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

15

Het zal niet altijd zo zijn dat een belemmering volledig in de beoordelingshoek van 60° ligt. Het zou in die

situatie dan ook niet reëel zijn om de volledige belemmeringshoek α in rekening te brengen. In deze

situatie mag de beoordelingshoek dan worden opgedeeld in 6 segmenten van 10° en wordt de belem-

meringshoek α voor al deze 6 segmenten bepaald. De uiteindelijke belemmeringshoek α is dan het ge-

middelde van deze 6 hoeken. Waarbij een hoek in een segment natuurlijk altijd ten minste 25° is. Indien

een belemmering in een segment valt dan moet men voor dit segment de grootste belemmeringshoek α

in rekening brengen.

Figuur 3.6 Indeling in segmenten van 10°

Page 18: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

16

Voorbeeld 2

Wij gaan uit van de gegevens uit voorbeeld 1, echter is nu, net als in Figuur 3.6 alleen een belem-

mering in de segmenten 1 en 2 aanwezig. De doorlaat van een daglichtopening is 1 m2 en de gepro-

jecteerde afstand x1 en x2 van de belemmering bedragen 4 m. De hoogte van de belemmering ten

opzichte van de doorlaat 6 m.

Segment X h αwerkelijk αin berekening αgemiddeld

1 4 m 6 m 56,3° 56,3°

2 4 m 6 m 56,3° 56,3°

3 - - 0° 25°

4 - - 0° 25°

5 - - 0° 25°

6 - - 0° 25°

Totaal: 212,6 : 6 = 35°

De gemiddelde belemmeringshoek α = 35°. In belemmeringsfactor Cb bedraagt 0,71. Er is geen

overstek aanwezig, dus β = 0°, de uitwendige reductiefactor Cu bedraagt 1.

De equivalente daglichtoppervlakte bedraagt:

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 1 × 0,71 × 1 = 0,71 𝑚𝑚2

Een veel gemaakte fout is dat niet wordt uitgegaan van de geprojecteerde afstand maar van de werkelij-

ke afstand. In de onderstaande figuur 3.7 wordt dit weergegeven.

Figuur 3.7 Weergave van de geprojecteerde afstand die moet worden aangehouden.

Page 19: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

17

3.2.2 Het bepalen van de belemmeringshoek β bij een overstek

De belemmeringshoek β wordt als volgt bepaald:

1. Trek een horizontale lijn door het hoogste punt van de doorlaat (de bovenkant van de doorlaat). 2. Bepaal de onderzijde van de doorlaat. 3. Bepaal in het projectievlak de horizontale lijn die in het midden tussen de onderkant en de boven-

kant van de doorlaat ligt. 4. Trek een lijn vanuit het midden van de doorlaat die raakt aan de onderzijde van het overstek. 5. Bepaal de belemmeringshoek β en rond af op het dichtstbijzijnde geheel aantal graden.

In Figuur 3.8 zijn deze stappen weergegeven.

Figuur 3.8 belemmeringshoek β bij een overstek

Overige aspecten: • Men hoeft alleen maar rekening te houden met het overstek dat is gelegen tussen de zijkanten van

de doorlaat. • Wanneer er geen overstek aanwezig is moet de belemmeringshoek β gelijk worden gesteld aan 0°.

Page 20: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

18

De hoek β berekent men als volgt:

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 𝛽𝛽 = 𝑥𝑥ℎ

Waarin:

β = Belemmeringshoek.

x = afstand (loodrecht op het projectievlak op belemmering tot aan het maximale overstek binnen

de doorlaat).

h = hoogte van de belemmering ten opzichte van het midden van de doorlaat.

Voorbeeld 3

In Figuur 3.8 bedraagt de doorlaat van de daglichttoetreding 2 m2. De hoogte van de doorlaat is 1,8 m

en het overstek (x) bedraagt 1,5 m.

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 𝛽𝛽 = 𝑥𝑥ℎ

=1,50,9

= 1,67 => 𝛽𝛽 ≈ 59°

Uitgaande van situatie dat er alleen een belemmering aanwezig is door een overstek bedraagt de be-

lemmeringshoek α 25°. In tabel 1 van de NEN2057 (zie bijlage 2) kan men nu aflezen dat de belemme-

ringsfactor Cb 0,49 bedraagt. De uitwendige reductiefactor Cu bedraagt 1.

De equivalente daglichtoppervlakte bedraagt dan:

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 2 × 0,49 × 1 = 0,49 𝑚𝑚2

4 Afsluiting

In dit dictaat worden alleen de “basis situaties” omschreven. In bijlage 3 en op het college worden nog

voorbeelden behandeld waarin combinaties van belemmeringen voorkomen en zijwaartse belemmerin-

gen.

Page 21: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

19

Literatuur VROM, Bouwbesluit 2003, zoals deze luidt per 1 januari 2009

NEN 2057:2001/C1:2003, uitgave NEN Delft (www.nen.nl)

Burgerlijk Wetboek, Boek 4: www. overheid.nl

SBR infoblad 325 Wat is een verblijfsgebied en wat is een verblijfsruimte? (www.sbr.nl)

Dr. Ir R. van Overveld, daglicht, uitgave handleiding Normworm versie 2.0.0, de Twee Snoeken Automa-

tisering.

Dr. Ir R. van Overveld en ir. J.S. Bosch, daglichttoetreding, Handboel Bouwbesluit Praktijk, SDU uitgevers,

www.sdu.nl

Page 22: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

20

Page 23: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

BIJLAGE 1 Tekst afdeling 3.20 Bouwbesluit en het

Burgerlijk Wetboek 5, Titel 4, art. 50 en 51

Page 24: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Daglichteisen in het Bouwbesluit

Afdeling 3.20. Daglicht

§ 3.20.1. Nieuwbouw

Artikel 3.133 stuurartikel

Lid 1 Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat daglicht in voldoende mate kan toetreden.

Lid 2 Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 3.133 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voorschrif-ten.

Lid 3 Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 3.133 geen voor-schrift is aangewezen.

Tabel 3.133

Artikel 3.134 daglichtoppervlakte

Lid 1 Een verblijfsgebied heeft een volgens NEN 2057 bepaalde equivalente daglichtoppervlakte in m² waarvan de getalwaarde niet kleiner is dan de getalwaarde van het in tabel 3.133 aangegeven deel van de vloeroppervlakte in m² van dat verblijfsgebied.

Lid 2

Een verblijfsruimte heeft een volgens NEN 2057 bepaalde equivalente daglichtoppervlakte die niet kleiner is dan de in tabel 3.133 gegeven oppervlakte.

Lid 3

Een equivalente daglichtoppervlakte als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt niet gereali-seerd door middel van een lichtopening in een inwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt met een aangrenzend verblijfsgebied, een toiletruimte, een badruimte of een technische ruimte.

Page 25: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Lid 4 Bij het bepalen van een equivalente daglichtoppervlakte als bedoeld in het eerste en tweede lid:

blijven bouwwerken en daarmee gelijk te stellen belemmeringen, die op een ander perceel lig-gen, buiten beschouwing, blijven daglichtopeningen in een uitwendige scheidingsconstructie, die op een loodrecht op het projectievlak van die openingen gemeten afstand van minder dan 2 m vanaf de perceelsgrens liggen, buiten beschouwing, waarbij, indien het perceel waarop de gebruiksfunctie ligt, grenst aan een openbare weg, openbaar water of openbaar groen, de af-stand wordt aangehouden tot het hart van de weg, het openbaar groen of het openbaar water, en is de in rekening te brengen belemmeringshoek α, bedoeld in NEN 2057, voor elk te onder-scheiden segment niet kleiner dan 25°.

Lid 5

Bij het bepalen van een equivalente daglichtoppervlakte als bedoeld in het eerste of tweede lid: blijven bouwwerken, niet zijnde de woonwagen, en andere daarmee gelijk te stellen belemme-ringen buiten beschouwing, en is de in rekening te brengen belemmeringshoek α, bedoeld in NEN 2057, voor elk te onderscheiden segment niet kleiner dan 25°.

Lid 6 Het eerste en tweede lid gelden niet voor een bouwwerk of een gedeelte daarvan voor de landsverdediging of de bescherming van de bevolking.

Lid 7

Het tweede lid geldt niet voor een verblijfsruimte met een vloeroppervlakte van meer dan 150 m². Bij het bepalen van de equivalente daglichttoetreding van het verblijfsgebied waarin die verblijfsruimte ligt, blijft, in afwijking van het eerste lid, de vloeroppervlakte van die ruimte bui-ten beschouwing.

Page 26: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

§ 3.20.2. Bestaande bouw

Artikel 3.135 stuurartikel

Lid 1 Een bestaand bouwwerk is zodanig dat daglicht in voldoende mate kan toetreden.

Lid 2

Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 3.135 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eis voldaan door toepassing van die voor-schriften.

Lid 3

Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 3.135 geen voor-schrift is aangewezen.

Page 27: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Artikel 3.136 daglichtopppervlakte

Lid 1

Een verblijfsruimte heeft een volgens NEN 2057 bepaalde equivalente daglichtoppervlakte die niet kleiner is dan de in tabel 3.135 gegeven oppervlakte.

Lid 2

De equivalente daglichtoppervlakte als bedoeld in het eerste lid, wordt niet gerealiseerd door middel van een lichtopening in een inwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt met een toiletruimte, een badruimte of een technische ruimte.

Lid 3

Bij het bepalen van de equivalente daglichtoppervlakte als bedoeld in het eerste lid: blijven bouwwerken en daarmee gelijk te stellen belemmeringen, die op een ander perceel lig-gen, buiten beschouwing; blijven daglichtopeningen in een uitwendige scheidingsconstructie die op een loodrecht op het projectievlak van die openingen gemeten afstand van minder dan 2 m vanaf de perceelsgrens liggen buiten beschouwing, waarbij, indien het perceel waarop de ge-bruiksfunctie ligt, grenst aan een openbare weg, openbaar water of openbaar groen, de afstand mag worden aangehouden tot het hart van de weg, het openbaar groen of het openbaar water, en is de in rekening te brengen belemmeringshoek a, als bedoeld in NEN 2057, voor elk te on-derscheiden segment niet kleiner dan 25°.

Lid 4

Bij het bepalen van de equivalente daglichtoppervlakte als bedoeld in het eerste lid: blijven bouwwerken, niet zijnde de woonwagen, en andere daarmee gelijk te stellen belemmeringen buiten beschouwing, en is de in rekening te brengen belemmeringshoek a, bedoeld in NEN 2057, voor elk te onderscheiden segment niet kleiner dan 25°.

Lid 5

Het eerste lid geldt niet voor een bouwwerk of een gedeelte daarvan voor de landsverdediging of de bescherming van de bevolking.

Lid 6

Het eerste lid geldt niet voor een verblijfsruimte met een vloeroppervlakte van meer dan 150 m².

Burgerlijk Wetboek 5, Titel 4

Artikel 50

Lid 1

Tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming heeft gegeven, is het niet geoor-loofd binnen twee meter van de grenslijn van dit erf vensters of andere muuropeningen, dan wel balkons of soortgelijke werken te hebben, voor zover deze op dit erf uitzicht geven.

Lid 2

De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van zodanige openingen of werken, indien zijn erf een openbare weg of een openbaar water is, indien zich tussen de erven openba-re wegen of openbare wateren bevinden of indien het uitzicht niet verder reikt dan tot een bin-nen twee meter van de opening of het werk zich bevindende muur. Uit dezen hoofde geoorloof-de openingen of werken blijven geoorloofd, ook nadat de erven hun openbare bestemming hebben verloren of de muur is gesloopt.

Lid 3

De in dit artikel bedoelde afstand wordt gemeten rechthoekig uit de buitenkant van de muur daar, waar de opening is gemaakt, of uit de buitenste naar het naburige erf gekeerde rand van het vooruitspringende werk tot aan de grenslijn der erven of de muur.

Lid 4

Wanneer de nabuur als gevolg van verjaring geen wegneming van een opening of werk meer kan vorderen, is hij verplicht binnen een afstand van twee meter daarvan geen gebouwen of werken aan te brengen die de eigenaar van het andere erf onredelijk zouden hinderen, behou-dens voor zover zulk een gebouw of werk zich daar reeds op het tijdstip van de voltooiing van de verjaring bevond.

Lid 5

Ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van schade, ontstaan na het tijdstip waartegen opheffing van die toestand is aangemaand.

Artikel 51

Lid 1 In muren, staande binnen de in het vorige artikel aangegeven afstand, mogen steeds lichtope-ningen worden gemaakt, mits zij van vaststaande en ondoorzichtige vensters worden voorzien.

Page 28: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Page 29: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

BIJLAGE 2 Tabel 1 NEN 2057, bepaling belemmeringsfactor Cb

Page 30: Daglichttoetreding V2.0

Tabel 1 ‐ NEN2057 Belemmeringsfactor Cbi voor verticale en naar buiten hellende daglichtopingen 

van t/m 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 >650 0,86 0,83 0,83 0,8 0,8 0,76 0,76 0,74 0,74 0,71 0,71 0,69 0,69 0,67 0,67 0,65 0,65 0,64 0,64 0,61 0,61 0,6 0,6 0,59 0,59 0,57 0,57 0,56 0,56 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,42 0,42 0,35 0,35 0

1 2 0,85 0,82 0,82 0,79 0,79 0,76 0,76 0,73 0,73 0,71 0,71 0,69 0,69 0,66 0,66 0,65 0,65 0,64 0,64 0,61 0,61 0,6 0,6 0,58 0,58 0,57 0,57 0,55 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,39 0,39 0,32 0,32 0

3 4 0,84 0,81 0,81 0,78 0,78 0,76 0,75 0,73 0,73 0,7 0,7 0,68 0,68 0,66 0,66 0,64 0,64 0,64 0,64 0,61 0,61 0,59 0,59 0,58 0,58 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,52 0,52 0,52 0,52 0,44 0,44 0,37 0,37 0,3 0,3 0

5 6 0,83 0,81 0,81 0,77 0,77 0,75 0,74 0,72 0,72 0,69 0,69 0,68 0,68 0,66 0,66 0,64 0,64 0,62 0,62 0,61 0,61 0,59 0,59 0,57 0,57 0,56 0,56 0,55 0,55 0,53 0,53 0,52 0,52 0,49 0,49 0,42 0,42 0,35 0,35 0,27 0,27 0

7 8 0,82 0,79 0,79 0,76 0,76 0,74 0,74 0,71 0,71 0,69 0,69 0,67 0,67 0,65 0,65 0,64 0,64 0,61 0,61 0,6 0,6 0,58 0,58 0,57 0,57 0,56 0,56 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,39 0,39 0,32 0,32 0,27 0,27 0

9 10 0,81 0,78 0,78 0,75 0,75 0,74 0,72 0,71 0,71 0,68 0,68 0,66 0,66 0,64 0,64 0,64 0,64 0,61 0,61 0,59 0,59 0,58 0,58 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,52 0,52 0,49 0,49 0,44 0,44 0,37 0,37 0,3 0,3 0,25 0,25 0

11 12 0,79 0,76 0,76 0,74 0,74 0,72 0,71 0,69 0,69 0,67 0,67 0,65 0,65 0,64 0,64 0,61 0,61 0,6 0,6 0,59 0,59 0,57 0,57 0,56 0,56 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,39 0,39 0,35 0,35 0,27 0,27 0,22 0,22 0

13 14 0,77 0,74 0,74 0,72 0,72 0,71 0,7 0,68 0,68 0,66 0,66 0,64 0,64 0,64 0,64 0,61 0,61 0,58 0,58 0,58 0,58 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,44 0,44 0,37 0,37 0,32 0,32 0,25 0,25 0,2 0,2 0

15 16 0,76 0,73 0,73 0,71 0,71 0,7 0,69 0,67 0,67 0,65 0,65 0,64 0,64 0,61 0,61 0,6 0,6 0,58 0,58 0,57 0,57 0,56 0,56 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,42 0,42 0,35 0,35 0,3 0,3 0,22 0,22 0,17 0,17 0

17 18 0,74 0,71 0,71 0,69 0,69 0,69 0,68 0,66 0,66 0,64 0,64 0,62 0,62 0,61 0,61 0,59 0,59 0,57 0,57 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,52 0,52 0,49 0,49 0,44 0,44 0,37 0,37 0,32 0,32 0,25 0,25 0,2 0,2 0,15 0,15 0

19 20 0,72 0,7 0,7 0,68 0,68 0,68 0,66 0,65 0,65 0,64 0,64 0,61 0,61 0,6 0,6 0,58 0,58 0,57 0,57 0,56 0,56 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,39 0,39 0,35 0,35 0,3 0,3 0,22 0,22 0,17 0,17 0 0 0

21 22 0,71 0,69 0,69 0,67 0,67 0,66 0,65 0,64 0,64 0,61 0,61 0,6 0,6 0,59 0,59 0,57 0,57 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,52 0,52 0,49 0,49 0,44 0,44 0,37 0,37 0,32 0,32 0,25 0,25 0,2 0,2 0,15 0,15 0 0 0

23 24 0,69 0,68 0,68 0,66 0,66 0,65 0,64 0,64 0,64 0,61 0,61 0,59 0,59 0,58 0,58 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,39 0,39 0,35 0,35 0,3 0,3 0,22 0,22 0,17 0,17 0 0 0 0 0

25 26 0,68 0,66 0,66 0,65 0,65 0,64 0,64 0,61 0,61 0,6 0,6 0,58 0,58 0,57 0,57 0,56 0,56 0,54 0,54 0,54 0,54 0,52 0,52 0,49 0,49 0,42 0,42 0,37 0,37 0,32 0,32 0,25 0,25 0,2 0,2 0,15 0,15 0 0 0 0 0

27 28 0,67 0,65 0,65 0,64 0,64 0,64 0,62 0,61 0,61 0,59 0,59 0,58 0,58 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,39 0,39 0,35 0,35 0,27 0,27 0,22 0,22 0,17 0,17 0 0 0 0 0 0 0

29 30 0,66 0,64 0,64 0,64 0,64 0,62 0,61 0,6 0,6 0,58 0,58 0,57 0,57 0,56 0,56 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,49 0,49 0,42 0,42 0,37 0,37 0,3 0,3 0,25 0,25 0,2 0,2 0,17 0,17 0 0 0 0 0 0 0

31 32 0,65 0,64 0,64 0,61 0,61 0,61 0,6 0,59 0,59 0,57 0,57 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,44 0,44 0,39 0,39 0,35 0,35 0,27 0,27 0,22 0,22 0,17 0,17 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0

33 34 0,64 0,62 0,62 0,61 0,61 0,6 0,59 0,58 0,58 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,42 0,42 0,37 0,37 0,3 0,3 0,25 0,25 0,2 0,2 0,17 0,17 0 0 0 0 0 0 0 0 0

35 36 0,64 0,61 0,61 0,6 0,6 0,59 0,58 0,57 0,57 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,52 0,52 0,49 0,49 0,44 0,44 0,39 0,39 0,32 0,32 0,27 0,27 0,22 0,22 0,17 0,17 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0

37 38 0,61 0,6 0,6 0,59 0,59 0,58 0,57 0,56 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,39 0,39 0,35 0,35 0,3 0,3 0,25 0,25 0,2 0,2 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

39 40 0,61 0,59 0,59 0,58 0,58 0,57 0,56 0,55 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,49 0,49 0,42 0,42 0,37 0,37 0,32 0,32 0,27 0,27 0,22 0,22 0,17 0,17 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

41 42 0,6 0,58 0,58 0,57 0,57 0,56 0,56 0,54 0,54 0,54 0,54 0,52 0,52 0,52 0,52 0,44 0,44 0,39 0,39 0,35 0,35 0,27 0,27 0,25 0,25 0,2 0,2 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

43 44 0,58 0,57 0,57 0,56 0,56 0,56 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,42 0,42 0,35 0,35 0,3 0,3 0,25 0,25 0,2 0,2 0,17 0,17 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

45 46 0,57 0,56 0,56 0,55 0,55 0,55 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,49 0,49 0,42 0,42 0,37 0,37 0,32 0,32 0,27 0,27 0,22 0,22 0,17 0,17 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

47 48 0,56 0,56 0,56 0,54 0,54 0,54 0,53 0,52 0,52 0,49 0,49 0,47 0,47 0,39 0,39 0,32 0,32 0,27 0,27 0,25 0,25 0,2 0,2 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

49 50 0,56 0,54 0,54 0,54 0,54 0,53 0,52 0,52 0,52 0,47 0,47 0,42 0,42 0,35 0,35 0,3 0,3 0,25 0,25 0,2 0,2 0,17 0,17 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

51 52 0,55 0,54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,47 0,47 0,42 0,42 0,37 0,37 0,32 0,32 0,27 0,27 0,22 0,22 0,17 0,17 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

53 54 0,54 0,53 0,53 0,52 0,52 0,52 0,47 0,42 0,42 0,37 0,37 0,32 0,32 0,3 0,3 0,25 0,25 0,2 0,2 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

55 56 0,53 0,52 0,52 0,49 0,49 0,47 0,44 0,37 0,37 0,32 0,32 0,3 0,3 0,25 0,25 0,2 0,2 0,17 0,17 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

57 58 0,52 0,49 0,49 0,44 0,44 0,44 0,39 0,35 0,35 0,3 0,3 0,25 0,25 0,22 0,22 0,17 0,17 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

59 60 0,49 0,44 0,44 0,39 0,39 0,39 0,35 0,3 0,3 0,25 0,25 0,22 0,22 0,2 0,2 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

61 62 0,44 0,39 0,39 0,35 0,35 0,35 0,3 0,27 0,27 0,22 0,22 0,2 0,2 0,17 0,17 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

63 64 0,39 0,35 0,35 0,32 0,32 0,3 0,27 0,22 0,22 0,2 0,2 0,17 0,17 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

65 66 0,37 0,32 0,32 0,27 0,27 0,27 0,22 0,2 0,2 0,17 0,17 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

67 68 0,32 0,27 0,27 0,25 0,25 0,22 0,2 0,17 0,17 0,15 0,15 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

69 70 0,27 0,25 0,25 0,22 0,22 0,2 0,2 0,17 0,17 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

71 72 0,25 0,22 0,22 0,2 0,2 0,2 0,17 0,15 0,15 0,15 0,15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

73 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

αβ

Page 31: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

BIJLAGE 3 voorbeelden

Page 32: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Voorbeeld A1

Situatie

Een raam zonder enige vorm van belemmering (maten in mm).

Gevraagd

Bepaal de equivalente daglichtoppervlakte Ae

Antwoord

De doorlaat Ad bedraagt 1,2 x 1,75 = 2,1 m2

α = 25° => Cb = 0,86

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 2,1 × 0,86 × 1 = 1,81 𝑚𝑚2

Page 33: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Voorbeeld A2

Situatie

Een raam (zoals weergegeven in voorbeeld A1) met een belemmering van 5 m hoogte op een afstand

van 6 m (maten in tekening in mm).

Verticale doorsnede Horizontale doorsnede

Gevraagd

Bepaal de equivalente daglichtoppervlakte Ae

Antwoord

De doorlaat Ad bedraagt 1,2 x 1,75 = 2,1 m2 (zie voorbeeld A1)

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 ∝ = ℎ𝑥𝑥

=40006000

= 0,7 => ∝ = 33,7°

α = 34° => Cb = 0,71

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 2,1 × 0,71 × 1 = 1,49 𝑚𝑚2

Page 34: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Voorbeeld A3

Situatie

Een raam (zoals weergegeven in voorbeeld A1) met een belemmering van 5 m hoogte in de sectoren 4, 5

en 6 op een afstand van 6 m (maten in tekening in mm).

Verticale doorsnede Horizontale doorsnede

Gevraagd

Bepaal de equivalente daglichtoppervlakte Ae

Antwoord

De doorlaat Ad bedraagt 1,2 x 1,75 = 2,1 m2 (zie voorbeeld A1)

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 ∝ = ℎ𝑥𝑥

=40006000

= 0,7 => ∝ = 33,7°

Segment x h αwerkelijk αin berekening αgemiddeld

1 - - 0° 25°

2 - - 0° 25°

3 - - 0° 25°

4 6000 mm 4000 mm 33,7° 33,7°

5 6000 mm 4000 mm 33,7° 33,7°

6 6000 mm 4000 mm 33,7° 33,7°

Totaal: 176,1 : 6 = 29°

α = 29° => Cb = 0,80

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 2,1 × 0,80 × 1 = 1,68 𝑚𝑚2

Page 35: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Voorbeeld A4

Situatie

Een raam (zoals weergegeven in voorbeeld A1) met een op eigen perceel gelegen zijwaartse belemme-

ring van 5,8 m hoogte in de sectoren 1 en 2 (maten in tekening in mm).

Verticale doorsnede Horizontale doorsnede

Gevraagd

Bepaal de equivalente daglichtoppervlakte Ae

Antwoord

De doorlaat Ad bedraagt 1,2 x 1,75 = 2,1 m2 (zie voorbeeld A1)

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 ∝1= ℎ𝑥𝑥

=4800

2078,5= 2,31 => ∝ = 66,6°

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 ∝2= ℎ𝑥𝑥

=48003297

= 1,46 => ∝ = 55,5°

Segment x h αwerkelijk αin berekening αgemiddeld

1 6000 mm 4000 mm 66,6° 66,6°

2 6000 mm 4000 mm 55,5° 55,5°

3 - - 0° 25°

4 - - 0° 25°

5 - - 0° 25°

6 - - 0° 25°

Totaal: 222,1 : 6 = 37,0°

α = 37° => Cb = 0,69

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 2,1 × 0,69 × 1 = 1,45 𝑚𝑚2

Page 36: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Voorbeeld B1

Situatie

Een raam met een overstek van 600 mm (maten in mm).

Gevraagd

Bepaal de equivalente daglichtoppervlakte Ae

Antwoord

De doorlaat Ad bedraagt 1,2 x 1,75 = 2,1 m2

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 𝛽𝛽 = 𝑥𝑥ℎ

=600925

= 0,648 => 𝛽𝛽 = 33,0°

α = 25°, β = 33° => Cb = 0,64

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 2,1 × 0,64 × 1 = 1,34 𝑚𝑚2

Page 37: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Voorbeeld B2

Situatie

Een raam (met de afmetingen van het raam in voorbeeld B1) met een overstek van 3200 mm (maten in

mm).

Gevraagd

Bepaal de equivalente daglichtoppervlakte Ae

Antwoord

De doorlaat Ad bedraagt 1,2 x 1,75 = 2,1 m2

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 𝛽𝛽 = 𝑥𝑥ℎ

=3200925

= 3,495 => 𝛽𝛽 = 73,9°

α = 25°, β = 74° => Cb = 0,0

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 2,1 × 0,0 × 1 = 0 𝑚𝑚2

Page 38: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Voorbeeld C1

Situatie

Een raam (met de afmetingen van het raam in voorbeeld B1) met een overstek van 600 mm en een be-

lemmering van 5 m hoogte op een afstand van 6 m.

Verticale doorsnede

Horizontale doorsnede

Page 39: Daglichttoetreding V2.0

D a g l i c h t t o e t r e d i n g , e e n i n l e i d i n g . V 2 . 0

Gevraagd

Bepaal de equivalente daglichtoppervlakte Ae

Antwoord

De doorlaat Ad bedraagt 1,2 x 1,75 = 2,1 m2

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 ∝ = ℎ𝑥𝑥

=40006000

= 0,7 => ∝ = 33,7°

In alle 6 de segmenten is de hoek α gelijk, dus α = 33,7°C

𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡 𝛽𝛽 = 𝑥𝑥ℎ

=600925

= 0,648 => 𝛽𝛽 = 33,0°

α = 34°, β = 33° => Cb = 0,56

𝐴𝐴𝑒𝑒 = 𝐴𝐴𝑑𝑑 × 𝐶𝐶𝑏𝑏 × 𝐶𝐶𝑢𝑢 = 2,1 × 0,56 × 1 = 1,12 𝑚𝑚2