75
Academiejaar 2015-2016, tweedesemesterexamenperiode De functies van kunst en creativiteit voor psychotische patiënten Een kwalitatief onderzoek naar de perceptie van begeleiders van creatieve ateliers Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie. 01001351 Promotor: Mattias Desmet DESMARICAUX Lize Begeleider: Joachim Cauwe

De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

  • Upload
    others

  • View
    6

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

Academiejaar 2015-2016, tweedesemesterexamenperiode

De functies van kunst en creativiteit voor psychotische patiënten

Een kwalitatief onderzoek naar de perceptie van begeleiders van creatieve ateliers

Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie,

afstudeerrichting Klinische Psychologie.

01001351 Promotor: Mattias Desmet

DESMARICAUX Lize Begeleider: Joachim Cauwe

Page 2: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de
Page 3: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

Abstract

De link tussen kunst en geestesziekte is een thema dat tot de verbeelding spreekt en waar al

heel lang over geschreven wordt. Ook vanuit klinisch oogpunt kan dit een interessant gegeven

zijn. Er bestaan namelijk veel verschillende vormen van ‘creatieve therapie’, waarbij een bepaalde

vorm van creativiteit aangewend wordt in de behandeling van een patient. In het kader van

creatieve therapie werd tot op heden vooral empirisch onderzoek gedaan naar de outcome: wat

kan bij welke stoornis werken? Welke effecten kan dit hebben? De vraag naar de manier waarop

dit dan kan werken en wat het voor de patient kan betekenen, bleef echter nog vaak achterwege.

In deze masterproef wordt de visie van begeleiders van creatieve ateliers onderzocht: welke rol

kunnen beeldende kunst en creativiteit spelen in de behandeling en de genezing van psychotische

patiënten? Hiervoor werden diepte-interviews afgenomen van vijftien creatieve therapeuten en

begeleiders van creatieve ateliers in Vlaanderen. Zij werden bevraagd over hun visie op hoe

creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan

hebben tijdens de therapie, wat hun ervaringen daarmee zijn en op welke manier gaan ze dit dan

concreet vormgeven binnen het creatief atelier. Via thematische analyse werd nadien nagegaan

welke relevante ideeën naar boven kwamen over de mogelijke functies van kunst en creatie voor

de psychotische patiënt.

Trefwoorden: Creatieve ateliers, psychose, psychoanalyse, kwalitatief onderzoek

Page 4: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de
Page 5: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

Dankwoord

Het is geen geheim dat het schrijven van een masterproef een werk van lange adem is.

De laatste twee jaar waren op dit vlak een proces van vallen en opstaan, en ik heb het

geluk gehad om steeds de juiste mensen naast me te hebben om me op weg te helpen.

Daarom is een dankwoord hier wel op zijn plaats.

In de eerste plaats wil ik mijn begeleider Joachim Cauwe bedanken voor het geven van

de mogelijkheid om een onderwerp uit te werken dat ik zelf aanbracht en dat me nauw

aan het hart ligt, voor het vele nalezen, voor de vele hulp en voor het geven van de vrijheid

om uiteindelijk mijn eigen beslissingen te nemen. Bedankt voor de fijne samenwerking.

Ook Pauline, Nicolas en Ines wil ik bedanken, de intervenants en medestagiaire met wie

ik deelnam aan een creatief atelier op mijn stageplaats in de Courtil. Ik heb mijn

ervaringen op deze plaats misschien niet rechtstreeks kunnen gebruiken voor het

schrijven van deze masterproef, maar ik heb er zo veel geleerd en het heeft het onderwerp

voor mij nog zoveel rijker en veelzijdiger gemaakt, dat een kleine vermelding hier wel

op zijn plaats is.

En tot slot aan mijn vrienden: een welgemeende dankjewel voor de welkome afleiding en

ontspanning, en de goede gesprekken en steun op de juiste momenten. Vooral Liesa,

Annemie en Nicolas wil ik bedanken voor de sociale controle, de leuke pauzes en het van

tijd tot tijd aanvaarden van een portie zelfmedelijden tijdens het schrijven van deze

masterproef. Ook een dikke, welgemeende dankjewel aan Robbe, mijn broer Benoit en

mijn papa om op het laatste moment alles nog eens na te lezen en de laatste taalfouten uit

de tekst te halen. Tot slot wil ik mijn ouders nog bedanken voor alle steun en

aanmoediging die ze me gegeven hebben en voor het doorgeven van hun liefde voor de

kunst.

Page 6: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de
Page 7: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

Inhoudstafel

Inleiding 1

Probleemstelling 1

Kunst en geestesziekte doorheen de tijd 2

Theoretisch kader 5

Waarom psychoanalyse? 5

Oedipus en het neurotisch subject 6

Het psychotisch subject 8

Stabilisatie en oplossingspogingen 10

Creatieve ateliers 11

Psychotische creaties: Wat doe je er mee? 12

Kenmerken van psychotische werken 12

Een vorm van taal: gardez-vous de comprendre! 12

Werkt creatieve therapie? 13

Het hoe en waarom 15

Beeldende therapie 15

Eindeloze herhaling 16

Een poging tot genezing 17

Het verlangen 17

Het Imaginaire 17

Sociale relaties en communicatie 18

Onderzoeksvraag 19

Methode 20

Kwalitatieve onderzoeksmethoden 20

De steekproef 20

De bevraagde items 22

Het interview 22

De data-analyse 23

Resultaten 25

Onderzoeksvraag 1. Welke functies kan creatieve beeldende therapie 25

hebben voor psychotische patiënten?

De taal 25

Een spreken zonder woorden 25

Kanaliseren en bewerken 26

Page 8: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

De waan ver-beelden 27

Het genot van de taal 28

Een lichaam aan het werk 28

Het fysieke en het tastbare 28

Het verbrokkelde bijeenhouden 29

Circuleren 30

Het product 30

Van duaal naar triangulair 30

Via het werk tot spreken komen 31

Construeren, eerder dan analyseren 32

Een psychotische leegte invullen 32

Dit ben ‘ik’ 32

Identificatie met ‘de kunstenaar’ 33

Zelfvertrouwen opbouwen 34

Los van het creatieve en het kunstzinnige 35

De sociale band 35

Plezier en ontspanning 35

De stap naar de maatschappij 36

Onderzoeksvraag 2. Hoe wordt dit concreet ingevuld binnen de ateliers? 37

De vrijheid van de patiënt 37

Werken met opdrachten 38

Spelen met wat moeilijk is 39

De rol van de therapeut 40

Gardez-vous… 40

Tussenkomen 41

Ingebed in een ruimere context 41

Groep en individu 42

Het materiaal 43

Aanwezigheid 43

Een grote diversiteit 44

Klei 44

Kunst van afval 45

De focus op het artistieke 45

Een kunstenaar als therapeut 45

Lesgeven 46

Page 9: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

Niet ‘therapeutisch’ 47

Artistieke projecten 47

Tentoonstellen 47

Het werk verkopen 48

Samenwerken met kunstenaars 49

Het esthetisch aspect 50

Het resultaat is niet belangrijk 50

Het moet mooi zijn 50

Conclusie en discussie 52

Het onderzoeksopzet en de onderzoeksvragen 52

Plaats in een ruimere context 52

Tekortkomingen en toekomstig onderzoek 57

Referenties 60

Bijlage 65

Page 10: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de
Page 11: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

1

Inleiding

Probleemstelling

Wanneer men aan psychotherapie denkt, krijgt men vrij snel het beeld voor ogen van de patiënt

die op de sofa ligt en spreekt en spreekt en spreekt, tot alle symptomen uitgesproken op tafel

liggen. Het woord krijgt dan ook een centrale plaats binnen de therapiesoorten.

Er zijn echter ook andere vormen van therapie waarin het woord een heel wat minder prominente

plaats inneemt. Denk maar aan muziektherapie, dramatherapie, danstherapie, beeldende therapie,

enzovoort. In deze masterproef wil ik het dan ook vooral hebben over deze laatste soort: de

beeldende creatieve therapie. Wat kan creativiteit betekenen voor patiënten en wat kunnen ze

ermee bereiken?

Het is niet haalbaar om binnen de limieten van een masterproef de verschillende functies van

beeldende therapie na te gaan voor alle verschillende soorten stoornissen. Daarom moesten er

keuzes gemaakt worden. Het lijkt me vooral interessant om hier te focussen op psychotici, omdat

deze mensen vanuit een psychoanalytische visie in een andere verhouding ten opzichte van de

taal staan. Op welke manier kunnen zij misschien via het beeld bereiken waar zij via het woord

niet in slagen? En kan beeldende kunst ook nog een andere rol spelen voor deze patiënten? Om

een antwoord op deze vraag te formuleren laat ik creatieve therapeuten en begeleiders van

creatieve ateliers aan het woord: wat zijn hun visies en hun ervaringen met dit onderwerp?

De link tussen psychose en creativiteit is geen nieuw idee. Er zijn veel voorbeelden te vinden van

bekende creatievelingen met een psychotische structuur, zoals bijvoorbeeld James Joyce (Lacan,

2005), Camille Claudel (Walleghem, 2005), Marina Abramovic (Hakobyan, 2014), Jean-Jacques

Rousseau (Demangeat, 2010) en David Nebreda (Geldhof, 2014a). Deze casussen kunnen ons

iets leren over hoe een psychoticus zijn oplossing kan vinden in de kunst.

Verschillende onderzoeken toonden reeds aan dat er een genetisch verband zou kunnen bestaan

tussen de twee. Heston (1966, in: De Groote, 2009) onderzocht bijvoorbeeld nakomelingen van

schizofrene moeders die opgevoed werden in pleeggezinnen. De ene helft vertoonde eveneens

een psychosociale problematiek, maar de andere helft had geen al te grote problemen en toonde

blijk van artistiek talent. McNeil (1971, in: De Groote, 2009) constateerde dat zeer creatieve

adoptiekinderen en hun biologische ouders hoger scoorden op geestesstoornissen. Eysinck (1995,

in: De Groote, 2009) stelt dat dezelfde persoonlijkheidstrekken aan de basis hiervan liggen.

Wanneer men deze op een succesvolle manier aanwendt kunnen ze leiden tot een grote

Page 12: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

2

creativiteit. In het andere geval kunnen ze ontaarden in een psychotische aftakeling.

De laatste jaren wordt er meer en meer wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de werking van

creatieve therapie. Hierbij gaat men vooral op zoek naar wat er in welke situatie werkt. De vraag

naar het hoe en het waarom blijft echter nog vaak achterwege. Dit wil ik in deze masterproef

graag onderzoeken. Niet alleen door een grote persoonlijke interesse, maar ook omdat een beter

begrip van de onderliggende mechanismen van wat er gebeurt tijdens creatieve therapie zou

kunnen zorgen voor een betere of gerichtere toepassing ervan.

Kunst en Geestesziekte Doorheen de Tijd

Sinds lange tijd bestaat er een zekere fascinatie voor de relatie tussen kunst en geestesziekte.

Reeds in de Klassieke Oudheid werden theorieën hierrond naar voor geschoven. Zo had Plato het

bijvoorbeeld over ‘mania’, een vorm van gekte waar kunstenaars aan zouden leiden (Van den

Bos, 2007). Volgens de humorenleer van Claudius Galenus zou een teveel aan zwart gal mensen

gek maken. Hieruit kwam de term ‘melancholie’ voort (melas: zwart en chole: gal). Aristoteles,

een leerling van Plato, stelde dat melancholie eerder gezien moest worden als een goddelijke

waanzin, waaruit kunstenaars en genieën hun inspiratie konden putten. Een echte kunstenaar

moest met andere woorden een beetje gek zijn. De ideeën veranderden doorheen de jaren, maar

lagen vaak in het veld van de magie en de religie. Dat is geen toeval, aangezien het hier gaat om

een raakvlak tussen twee gebieden die elk op hun manier een intrigerende aantrekkingskracht

uitoefenen (Florence, 1997).

Met het boek ‘Genio e follia’ van antropoloog en psychiater Cesare Lombroso (1853-1909) kreeg

het wetenschappelijk onderzoek een boost. Hij beweerde dat genialiteit/kunstzinnigheid een vorm

van geestesziekte was, en definieerde dertien kenmerken op basis waarvan je de kunst van een

‘gek’ zou kunnen herkennen: originaliteit, onbruikbaarheid, uniformiteit, imitatie, criminaliteit

en morele gekte, fixatie op details, absurditeit, arabesk, atavisme, excentriciteit, gekheid als

onderwerp, obsceniteit en symbolisme (Van den Bos, 2007). Op zijn methodes kan echter veel

commentaar gegeven worden. Patiënten van wie de werken geen tekenen van ziekte vertoonden,

werden uit het onderzoek weggelaten, want dat ondermijnde zijn stelling dat geestesziekte een

invloed uitoefent op creativiteit. Toen later bleek dat geen enkele van zijn patiënten onder de

categorie ‘geniaal’ bleek te vallen, negeerde hij dit gewoon en probeerde het zelfs verborgen te

houden (Laan, 1994). Hoewel veel van zijn ideeën ondertussen achterhaald zijn, heeft hij wel veel

invloed gehad op later onderzoek. Zo inspireerde hij onder andere Hans Prinzhorn.

Page 13: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

3

Een van de bekendste outsiderkunstenaars1 is Adolf Wölfli (1864-1930), een schilder, componist

en auteur met schizofrenie. Zijn leven en werk werden uitgebreid beschreven door zijn psychiater

Walter Morgenthaler (1882-1965) in het boek ‘Ein Geisteskranker als Kunstler’ in 1921. Ook dit

beïnvloedde Prinzhorn.

De Duitse psychiater en kunsthistoricus Hans Prinzhorn (1886-1933) interesseerde zich voor het

Expressionisme2 en deed onderzoek naar kunst in de psychiatrie. Hij verzamelde ongeveer 5000

werken van 450 patiënten uit verschillende instellingen in West-Europa en stelde deze tentoon.

Op basis hiervan gaf hij zijn boek ‘Bildnerei der Geisteskranken’ uit in 1922, een boek dat de

interesse in outsiderkunst sterk deed toenemen in zowel de psychologie- als in de kunstwereld

(Haakma, 1994). De relativiteit van bestaande theorieën werd benadrukt. Men ging de

aangenomen vooronderstellingen weer in vraag stellen en keerde terug naar de realiteit zoals die

eruit ziet vooraleer ze begrepen, geïnterpreteerd, gereduceerd en als ‘normaal’ of ‘abnormaal’

bestempeld wordt (Florence, 1997). Prinzhorn kan beschouwd worden als een van de pioniers

van de kunsttherapie.

Op zijn beurt inspireerde Prinzhorn de Franse kunstenaar Jean Dubuffet (1901-1985) tot het

verzamelen van kunstwerken van patiënten. Deze verzameling nam enorme proporties aan, en

werd ondergebracht in een museum in Lausanne voor Art Brut. De term ‘Art Brut’ werd trouwens

door hem geïntroduceerd, en later overgenomen door de rest van de wereld. Het betreft hier echter

niet enkel de artistieke creaties van patiënten, het gaat hier om ‘kunstwerken die gemaakt worden

door individuen die om de een of andere reden aan het culturele klimaat en het sociaal

conformisme zijn ontsnapt en werken vanuit een innerlijke noodzaak’, volgens Dubuffet

(Haakma, 1994, p. 5). Hij stelt dat elke psychiatrische patiënt als kunstenaar een Art Brut-

kunstenaar is, terwijl niet elke Art Brut-kunstenaar een psychiatrische patiënt hoeft te zijn (De

Witte, 2008, in: Buikema, 2013). Het gaat om pure, rauwe kunst, die niet gemaakt wordt om aan

een of andere norm te voldoen, maar ontspruit uit de nood van de maker om te creëren.

Art Brut kan dus niet echt als een kunststroming beschouwd worden. Het is een overkoepelende

term voor een heterogene verzameling werken die op een grote afstand van het reguliere

kunstcircuit worden geproduceerd. De kunstenaars vormen geen duidelijk aanwijsbare groep

1 Outsiderkunst, de de door Roger Cardinal geïntroduceerde Engelse vertaling voor Art Brut, is een term

die wordt gebruikt om de kunstwerken die buiten de officiële kunstwereld tot stand komen aan te duiden,

zoals bijvoorbeeld de werken van psychiatrische patiënten. 2 Binnen het Expressionisme gingen de kunstenaars zich vooral focussen op het uiten van hun gevoelens

en onbewuste ervaringen. Het is een kunststroming die gekend is door een grote vrijheid om te

experimenteren met ideeën en media. Er is niet echt een duidelijke kenmerkende stijl, het is vooral een

vorm van zelfexpressie, een manier om de eigen innerlijke werkelijkheid tot uitdrukking te brengen

(Buikema, 2013).

Page 14: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

4

(Van den Bos, 2007).

Dit alles trok de aandacht van de professionele kunstwereld. In het begin van de twintigste eeuw

ontstond het Expressionisme. Binnen deze stroming gingen kunstenaars schilderen vanuit hun

eigen gevoel en psyche. Ze focusten zich op zelfexpressie. Na de Tweede Wereldoorlog deed de

expressionistische Cobra-beweging zijn intrede. In Parijs zagen Appel en Corneille - twee

Nederlandse Cobra-schilders - voor het eerst het primitivistisch werk van Jean Dubuffet en

bezochten een tentoonstelling van geesteszieken in de psychiatrische kliniek St. Anne. Dit bezoek

inspireerde hen, wat de interesse voor het beeldend werk van geesteszieken, primitieven en

kindertekeningen deed toenemen. ‘Binnen de Cobra-beweging gaat men op zoek naar de oerbron

van het scheppen, waarbij men zich verschillende vormen van primitieve kunst ten voorbeeld stelt.

Ze zoeken naar een kunst waarin de ziel wordt uitgedrukt in een symbolentaal, die voortkomt uit

de fantasie.’ (Stokvis, 2008, in: Buikema, 2013, p.12).

Rond dezelfde periode waarin de belangstelling vanuit de kunstwereld voor psychiatrische

patiënten toenam, groeide ook het enthousiasme binnen instellingen voor creatieve, expressieve

en kunsttherapieën (Outtier, 1989). Volgens Plokker (1962, in: Buikema, 2013) kwamen de

patiënten - na steeds verborgen te zijn geweest voor de samenleving - dankzij de interesse van de

expressionisten in hun kunst uit de anonimiteit. Er ontstond een soort wisselwerking.

Het begin van de georganiseerde creativiteits- en expressietherapie situeerde zich pas rond 1930

(Van den Bos, 2007). Via deze therapie probeerde men patiënten tot inzichten te laten komen die

verbaal niet of moeilijk uitgedrukt kunnen worden. Die aangeleerde vaardigheden en inzichten

zouden dan in het dagelijks leven gebruikt kunnen worden. Wat er tijdens de therapie gebeurt,

zou ook een hulp kunnen zijn bij de diagnosestelling (Outtier, 1989).

Men zou kunnen stellen dat de focus op psychopathologische kunst een bloeiperiode beleefde -

mede dankzij het Expressionisme - vanaf 1920 tot halverwege de twintigste eeuw. Rond 1920

ontstonden overal ter wereld creatieve, expressieve en kunsttherapieën in de psychiatrische

klinieken (Outtier, 1989).

In de tweede helft van de twintigste eeuw daalde dit plots drastisch. In 1953 komt

chloorpromazine, een neurolepticum, op de markt. Dit geneesmiddel zorgt ervoor dat

hallucinaties en wanen van de patiënten zo goed als verdwijnen. Ze zorgt echter ook voor

psychomotorische vertraging, verminderde interesse, een gebrek aan initiatief en emotionele en

affectieve onverschilligheid. Het massale gebruik van chloorpromazine in psychiatrische

instellingen zorgt ervoor dat de spontane artistieke creatie door patiënten zo goed als stilviel (Van

den Bos, 2007).

Page 15: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

5

Ook vandaag worden creatieve ateliers ingericht voor patiënten, zowel binnen psychiatrische

instellingen als in privépraktijken. Net zoals de gewone spreektherapie kan ook de creatieve

therapie op heel diverse manieren ingevuld worden, afhankelijk van de visie en het theoretisch

kader van de therapeut.

‘Creatieve therapie’ is een groot containerbegrip dat verschillende soorten creativiteit, invullingen

en theorieën omvat. Vooraleer ik het heb over de verschillende visies die ik terugvond in de

literatuur, en over de mogelijke functies die kunst en creativiteit kunnen hebben voor psychotische

patiënten, lijkt het me aangewezen om eerst kort de theorie te schetsen die ik als kader hanteer

voor het schrijven van deze masterproef, en die de betekenis van bepaalde begrippen als

‘psychose’ en ‘oplossing’ bepaalt.

Theoretisch Kader

Waarom psychoanalyse?

Waar vroeger de nadruk lag op het luisteren naar het psychotisch subject, wordt vandaag

voornamelijk gefocust op een farmacologische en neurobiologische aanpak van psychische

stoornissen (Verhaeghe, 2009). Men houdt zich voornamelijk bezig met biologisch onderzoek,

net zoals in de 19de en het begin van de 20ste eeuw, toen clinici zoals Claude en De Clerembault

ervan uitgingen dat de oorzaak van psychosen louter cerebraal was (Vanheule, 2013).

Lacan interesseerde zich voor dit strikt neurologisch onderzoek, maar vond het ontoereikend om

iets van de complexiteit van de psychotische ervaring van de patiënt te vatten. Het gaat

voornamelijk om descriptieve theorieën die weinig verklaring bieden. De subjectieve beleving

van het psychotisch subject komt in deze theorieën zo goed als niet aan bod, evenals de ervaring

van het zelf en de ander. Dergelijke biologische modellen zijn relevant voor het construeren van

hersenmodellen, maar bieden weinig bruikbare handvaten voor de studie en behandeling van

psychosen. Ze geven geen inzicht in hoe het therapeutische werk met concrete psychotische

patiënten het best georganiseerd kan worden (Vanheule, 2013).

Lacan stelde daarom dat het voor de behandeling van een psychotische patiënt noodzakelijk is

om inzicht te hebben in de specifieke oorzaken en condities die leiden tot de doorbraak van de

psychose. Hiervoor is het nodig om te focussen op de specifieke levensgebeurtenissen en de

levensgeschiedenis van de patiënt (Lacan, 1932 in Vanheule, 2013). De psychoanalyticus moet

zich eerder richten op de singuliere en particuliere kenmerken van een patiënt dan op universele

inzichten over stoornissen (Lacan, 1962 in Vanheule, 2013). Voor de studie van het onderwerp

van deze masterproef lijkt het me dus aangewezen om vanuit een psychoanalytisch kader te

werken. Bij de vraag naar welke functies creativiteit en kunst kunnen hebben in de genezing en

Page 16: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

6

het leven van het psychotisch subject is het nodig om het singuliere op de voorgrond te stellen.

In deze masterproef kies ik er dus voor om gebruik te maken van het theoretisch kader van de

psychoanalyse, en meer bepaald de structurele diagnostiek van Lacan. Binnen deze structurele

diagnostiek stelt hij dat alle mensen - ziek of gezond - ofwel neurotisch, ofwel psychotisch, ofwel

pervers zijn. Psychose is hier dus een onderliggende structuur van een subject. Men kan met

andere woorden psychotisch zijn, zonder dat de psychotische problematiek ooit echt doorbreekt

of ‘declencheert’3. Dit in tegenstelling tot de voorwaarden van de DSM, waarin enkel naar

gedeclencheerde psychosen gekeken wordt.4 Dit heeft een grote invloed op het doel van de

therapie: het subject moet - en kan - niet van zijn psychose genezen worden, maar gaat op zoek

naar een leefbare manier om met zijn psychose om te gaan.

Tot welke structuur men behoort, hangt vooral af van de verhouding van het subject tot de Ander.

Deze Ander, met hoofdletter, omvat zowel de eerste Ander (de moeder), als de tweede Ander (de

vader), als de taal (Verhaeghe, 2009). Aangezien het overgrote deel van de mensen neurotisch

van structuur is, valt de verhouding tot de taal niet echt op. We delen namelijk een conventioneel

taalgebruik. Het is pas wanneer we ons op de psychose gaan focussen, dat het belang van deze

verhouding opvalt.

Maar wanneer heeft men een psychotische structuur? Wat is het verschil met de neurotische

structuur? En hoe ontstaat dit?

Oedipus en het neurotisch subject.

Zoals hierboven reeds werd vermeld, onderscheidt Lacan drie structuren: de neurose, de

psychose en de perversie. Waar het ontstaan van de neurose haar oorsprong vindt in de oedipale

periode, situeert de psychose zich daarvoor, in de zogenaamde ‘pre-oedipale periode’

(Verhaeghe, 2009). De pathologische symptomen van de psychotische structuur kan men dan ook

zien als een poging om met het ontbreken van het hele oedipale verhaal om te gaan (Leader,

2012). Om dit te verduidelijken ga ik eerst even dieper in op wat er zich juist afspeelt in deze

3 Het concept ‘declencheren’ hangt nauw samen met biologische opvattingen over de psychose, en verwijst

naar het moment waarop een mechanisme wordt uitgelokt. Het duidt het punt aan waarop de pathogene

processen waarvoor een persoon kwetsbaar is daadwerkelijk in gang worden gezet (Vanheule, 2013).

Declenchering houdt de confrontatie in van het subject met het Reële (Verhaeghe, 2009). 4 In de DSM IV-TR vindt men de psychose onder het hoofdstuk ‘Schizofrenie en andere psychotische

stoornissen’, waarbinnen schizofrenie onderverdeeld wordt in schizofrenie van het paranoïde type, het

gedesorganiseerde type, het katatone type, het ongedifferentieerde type en het resttype. Verder zijn er ook

nog de schizofreniforme stoornis, de schizoaffectieve stoornis, de waanstoornis, de kortdurende

psychotische stoornis, de gedeelde psychotische stoornis (‘Folie à Deux’), de psychotische stoornissen door

somatische aandoeningen, de psychotische stoornis door een middel en de psychotische stoornis Niet

Anders Omschreven (APA, 2007).

Page 17: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

7

periode, die zich situeert tussen het derde en vijfde à zesde levensjaar van het kind.

Het oorspronkelijke idee bij Freud is ondertussen min of meer achterhaald. Freud geeft nergens

in zijn oeuvre een uitgebreide uitleg over wat het Oedipuscomplex juist inhoudt, maar geeft

illustraties aan de hand van enkele bekende casussen, zoals bijvoorbeeld die van Dora, Kleine

Hans en de Wolvenman. Hierin wordt duidelijk dat zijn Oedipuscomplex een vadercomplex is

met een centrale rol voor de zoon (Verhaeghe, 2011). De moeder krijgt slechts een zeer passieve

rol toegewezen, en over eventuele dochters wordt al helemaal niet gesproken.

Freud legde het gevaar bij het verlangen van de zoon naar de moeder, dat door de vader moet

worden ingetoomd. Lacan draait deze rollen later om: het gevaar schuilt in het verlangen van de

moeder naar het kind toe (Verhaeghe, 2011).

In Lacans versie van het Oedipuscomplex heeft de aanwezigheid van de moeder een dubbele

status: aan de ene kant is ze uitermate kostbaar voor het kind, aan de andere kant boezemt ze ook

angst in. Het kind is volledig afhankelijk van haar aanwezigheid, van haar liefde. Hij is passief

onderworpen aan haar wil. In de zogenaamde oersituatie met de verzorger lijkt er niets te bestaan

buiten het kind zelf en de moeder, die op onvoorspelbare wijze verschijnt en verdwijnt. Dit roept

vragen op bij het kind: ‘Hoe belangrijk ben ik voor haar? Wat wil ze?’ Via deze vragen probeert

hij orde te scheppen in deze eerste situatie vol liefde en angst. Hij staat voor het raadsel van het

verlangen van de moeder, en probeert dit te interpreteren. Hij zoekt een verklaring voor haar

periodieke afwezigheid (Leader, 2012).

Het kind begrijpt dat hij niet het enige is waar de moeder naar verlangt. Er is iets anders dat haar

ook aantrekt en dat haar soms weglokt. In een volgende fase zoekt hij wat haar nu juist weglokt,

en hoe hij dit kan overtreffen. Hier verschijnt de kleine verleider, die de moeder tevreden probeert

te stellen, en haar verlangen volledig wil invullen. Het kind wil het sluitend antwoord zijn op het

tekort van de moeder, hij wil volledig datgene zijn waar haar verlangen naar uit gaat (Leader,

2012).

Al snel wordt duidelijk dat dit niet mogelijk is. De moeder verlangt naar het kind, maar ook naar

de vader en naar nog zoveel andere zaken. Ze is niet langer het almachtige wezen dat de wereld

van het kind compleet beheerst. Ze heeft ook haar eigen twijfels, haar tekorten, haar verdeelde

verlangens. Het kind moet erkennen dat hij niet alles voor haar kan zijn. Ook al probeert hij nog

zo hard, de moeder mist iets. Dit gemis krijgt een naam door de intrede van de vader5 in deze

5 Het gaat hier niet zozeer om de vader als persoon, maar eerder om de symbolische functie die door hem

vervuld wordt. Hetzelfde geldt trouwens voor de moeder: wanneer ik over ‘de moeder’ spreek, dan hoeft

dat niet daadwerkelijk om de biologische moeder te gaan, maar om de persoon die deze rol inneemt.

Page 18: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

8

relatie, door Lacan aangeduid als ‘de metafoor van de Naam van de Vader’. Dit is een tragisch

moment voor het kind dat verdriet met zich meebrengt en onherroepelijk een structureel tekort

installeert: hij is niet langer één met de moeder (Leader, 2012).

Tegelijk werkt dit ook bevrijdend. De Naam van de Vader schept orde in de wereld van het kind

door grenzen te stellen. Het libido, het overweldigende genot (‘de jouissance’ volgens Lacan) van

het lichaam, wordt afgebakend en in de buitenwereld geprojecteerd. Deze vadermetafoor schrijft

het kind in binnen een symbolisch kader, waardoor het gebruik kan maken van een conventionele

taal (Leader, 2012). Dankzij dit gedeelde talig discours slaagt het neurotisch subject er in zich

tegen het Reële6 te beschermen. Hoe meer woorden we produceren om iets te vatten, hoe meer

we dit Reële inperken. Het Symbolische beschermt dus tegen het Reële, maar kan het nooit

volledig omvatten (Verhaeghe, 2009). Dankzij de Naam van de Vader worden het Symbolische,

het Imaginaire en het Reële met elkaar verknoopt (Vanheule, 2013).

Dankzij deze overgang van een duale (het kind en de moeder) naar een triangulaire relatie (het

kind, de moeder en de vader) kan het kind een veilige afstand creëren tot de moeder. Hij is niet

langer het passief wezen dat binnen een verstikkende duale verhouding aan haar wil is

overgeleverd. Door de installatie van het tekort wordt er een ruimte gecreëerd voor het kind om

een eigen verlangen te hebben, om een eigen positie in te nemen tegenover de Ander.

Samengevat zorgt het Oedipuscomplex dus voor drie cruciale zaken. Ten eerste introduceert het

betekenis - een conventionele taal - door het verlangen van de moeder te benoemen. Ten tweede

wordt het libido afgebakend en krijgt het een plaats waardoor de objecten van verlangen buiten

het lichaam in de buitenwereld geplaatst worden. Ten derde krijgt het kind de kans om op veilige

afstand een positie in te nemen ten opzichte van de Ander (Leader, 2012).

Het psychotisch subject.

Bij het psychotisch subject vond de installatie van dit Oedipuscomplex nooit plaats. Men zou

de uitingen van de psychotische problematiek dus kunnen zien als een poging om met het gemis

van deze drie cruciale aspecten om te gaan: men probeert op een alternatieve manier betekenis te

geven aan de werkelijkheid, het libido in het lichaam te verankeren, een veilige afstand tot de

Ander te scheppen, of een combinatie hiervan (Leader, 2012).

Freud werkte vooral met neurotische patiënten. Simpel gesteld draait alles hierbij rond

verdringing: iets raakt verdrongen in het onbewuste, en het doel van de therapie is om het

6 Het Reële kent verschillende betekenissen en invullingen, maar is steeds gelinkt aan datgene wat

onmogelijk is. Het is datgene wat buiten de taal valt en dat we maar moeilijk kunnen vatten (Verhaeghe,

2009).

Page 19: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

9

vergetene terug in het bewustzijn te krijgen. Een voorwaarde hiervoor is dat datgene wat uit het

onbewuste gehaald moet worden, zich in de eerste plaats ooit in het bewustzijn bevond.

Bij psychotische patiënten lijkt echter nog een radicaler proces plaats te vinden. Freud spreekt in

deze context over ‘verwerping’ in plaats van verdringing. Ook bij Lacan vinden we dit idee terug.

Hij spreekt over ‘forclusie’, en meer bepaald over ‘de forclusie van de Naam van de Vader’. Door

de Naam van de Vader worden we ingeschreven in het Symbolische, we worden talige wezens.

Datgene wat bij het neurotisch subject verdrongen wordt, werd dus ooit eerst overgeschreven naar

het conventionele talig discours. Via hypnose, vrije associatie of andere technieken kan dit dan

weer in het bewustzijn gehaald worden. Bij het psychotisch subject werd de Naam van de Vader

om een of andere reden verworpen, waardoor hij niet werd ingeschreven in het Symbolische. Het

psychotisch subject is buitengesloten uit de veiligheid van een gedeelde taal. Hij kan geen gebruik

maken van deze conventionele oplossing om om te gaan met het Reële en moet dus op zoek gaan

naar een privé-oplossing, zoals bijvoorbeeld de waanmetafoor (Leader, 2012).

Let wel, het feit dat de psychoticus niet is ingeschreven in het Symbolische, wil niet zeggen dat

hij volledig buiten de taal valt. Het psychotisch subject kan wel spreken, begrijpt woorden, kan

lezen, enzovoort. Het gaat hier echter om psychotische taal, niet de conventionele taal van een

neuroticus. Er is op cruciale punten geen verdeeldheid aanwezig, geen tekort (Lacan, 1975 in

Verhaeghe, 2009). Betekenaars en betekenden7 plakken als het ware samen, zonder dat

verschuiving mogelijk is, of staan volledig los van elkaar, waardoor de dingen hun betekenis

verliezen en alles raadselachtig wordt (Leader, 2012).

Dit alles heeft niet enkel gevolgen voor de manier waarop psychotici zich tegenover de taal

verhouden, maar eveneens voor de manier waarop ze zich tegenover hun eigen lichaam

verhouden. Woorden situeren ons in de symbolische wereld. Ze bieden een bescherming tegen

het Reële, en helpen ons loskomen van het Imaginaire. Terzelfdertijd onderwerpen ze ons aan de

regels en gebruiken van de samenleving. Er wordt een kader op de wereld geplaatst en er worden

grenzen gesteld, waardoor de dingen voorspelbaar en minder chaotisch lijken. Dit alles heeft ook

gevolgen voor het lichaam, want ook aan het libido worden grenzen gesteld. Door het genot, de

‘jouissance’, in te perken, wordt het leven leefbaar. Taal brengt ordening in het Reële van het

lichaam. Het libido is in het geval van neurose onlosmakelijk verbonden met een gevoel van

7 De Saussure maakt de opdeling tussen en ‘betekenaar’ en ‘betekende’. Het betekende verwijst hierbij

naar het concept of het idee die het taalteken tot uitdrukking brengt, terwijl de betekenaar verwijst naar de

materiele, fonetische zijde van het taalteken. De relatie tussen beide is arbitrair: er zijn geen intrinsieke

redenen waarom bepaalde betekenaars gebruikt worden om te verwijzen naar bepaalde ideeën. Hun relatie

is op een conventionele manier verbonden door de Naam van de Vader. Door de verschuiving en combinatie

van verschillende betekenaars, kunnen steeds nieuwe betekenden ontstaan (Vanheule, 2013).

Page 20: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

10

verlies, een volledig genot is niet meer te bereiken, door de symbolische afscheiding van de

moeder.

In het geval van psychose is dat overvloedig genot echter maar al te prominent aanwezig. De

psychoticus plaatst dit soms buiten zichzelf, bij de overheersende, bedreigende Ander. In dat

geval gaat het eerder om ‘genoten worden’ in plaats van genieten. Soms is het libido compleet en

onverdeeld overal tegelijk aanwezig in het lichaam, zonder dat het gekanaliseerd kan worden. Het

is dan ook geen toeval dat een beginnende schizofrenie vaak eerst gezien wordt als hypochondrie:

de patiënt heeft last van pijn en bizarre lichamelijke gewaarwordingen door het libido dat overal

in zijn lichaam huishoudt. Er lijkt een hapering te bestaan in de constructie van het lichaamsbeeld,

alsof er geen eenmakingsproces tijdens het spiegelstadium8 heeft plaatsgevonden. Dit is een

gevolg van het feit dat het Symbolische, het Imaginaire en het Reële niet met elkaar verknoopt

zijn door de Naam van de Vader. Er ontbreekt een innerlijk kader dat het lichaamsbeeld vastlegt.

Er lijkt een scheiding te bestaan tussen het lichaamsbeeld en het zelf. Men heeft er geen vat op.

De psychoticus zal dan pogen om hier op een alternatieve manier controle over te krijgen,

bijvoorbeeld door te diëten en te sporten, maar bijvoorbeeld ook door automutilatie. Het lichaam

moet namelijk coherent worden gemaakt in een bepaald beeld (Leader, 2012).

Stabilisatie en oplossingspogingen.

Psychotische patiënten vinden vaak unieke manieren om stabiliteit te vinden en de

ondraaglijkheid te verlichten. De meest gekende manier om zich te beschermen tegen

psychotische verschijnselen is het creëren van een georganiseerde waan. Op die manier ontstaat

er nieuwe betekenis, worden betekenaar en betekende weer aan elkaar gekoppeld en worden er

grenzen aan het libido en aan de jouissance gesteld. Maar er zijn meer oplossingen mogelijk die

soms samen met de waan vorm krijgen, soms onafhankelijk ervan.

Zo beschrijft Leader (2012) dat de psychoticus bijvoorbeeld een ideaal kan creëren. Op die

manier heeft hij een beeld dat hem een oriëntatiepunt biedt. Dit werd voor het eerst besproken

door Ludwig Binswanger. Een andere mogelijkheid, beschreven door Helene Deutsch, is het

simpelweg compleet kopiëren van een andere persoon. Ze gebruiken dit beeld tot in de kleinste

details om hun eigen gedrag vorm te geven. Genevieve Morel bespreekt een derde

oplossingspoging die te maken heeft met het creëren van idealen en het opstellen van

gedragsformules. Een psychotische vrouw identificeert zich bijvoorbeeld compleet met het

concept ‘de moeder’. Dit zorgt ervoor dat ze duidelijke instructies heeft over wat het leven van

8 Het spiegelstadium is de fase waarin het kind zich gaat identificeren met het ideaalbeeld dat de ander

hem voorhoudt. De identificatie met dit totaalbeeld zorgt voor de vorming van lichaamsbeeld en de

beleving van een gevoel van eenheid (Verhaeghe, 2009).

Page 21: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

11

haar verwacht, hoe haar dag er moet uitzien, enzovoort. Nog een ander mechanisme is de creatie

van een eigen persoonlijke symbolische orde: je sluit je als het ware aan op het symbolische

systeem dat je nooit hebt geïncorporeerd.9 Omdat je er geen innerlijke toegang toe krijgt, zoek je

het buiten je. Een laatste mogelijkheid tot stabilisering die Leader (2012) bespreekt is datgene

wat door Lacan als ‘sinthoom’ wordt aangeduid: het gaat hier om het creëren van een andere,

unieke manier - anders dan de Naam van de Vader - om het Symbolische, het Imaginaire en het

Reële met elkaar te verknopen10 (Leader, 2012).

De meeste van deze vormen van stabilisatie kunnen perfect naast elkaar en terzelfdertijd bestaan.

De kans is zelfs groot dat we er meer dan één zullen aantreffen in het leven van de psychoticus,

aangezien één mechanisme vaak niet volstaat om de realiteit bijeen te houden. Het creëren van

systemen van oplossingen en compensaties beschermen de psychoticus en geven hem de ruimte

om subject te worden. Dit kost echter veel tijd en energie. De nadruk kan eerder op het Imaginaire

of op het Symbolische liggen, maar beiden hebben een gelijkaardig doel: een compensatie bieden

op de vreemde gedachten en lichamelijke sensaties die hen dreigen te overweldigen. Al deze

mechanismen, en waarschijnlijk nog veel andere kunnen hen in staat stellen om op een eigen

unieke manier een regelmatig en draagbaar leven te leiden (Leader, 2012).

Creatieve Therapie

Tot nu toe besprak ik de geschiedenis die kunst en psychose samen doorgemaakt hebben.

Daarnaast maakte ik ook een korte schets van het psychoanalytisch kader van waaruit ik deze

masterproef schrijf en die mijn invalshoek op de psychose bepaalt.

Binnen deze visie op de psychose wordt, zoals hierboven besproken, aandacht besteed aan de

‘oplossingspogingen’ om ermee om te gaan. Dit kan gekoppeld worden aan het onderwerp van

deze masterproef: op welke manier kunnen beeldende kunst en creativiteit een oplossing zijn voor

de psychotische patiënt? Welke rol speelt kunst binnen creatieve beeldende therapie? Wat is haar

9 Colette Soler beschreef in dit verband hoe Jean-Jacques Rousseau zijn eigen compenserende symbolische orde schiep. Rousseaus vader zag zijn zoon als de oorzaak van de dood van de moeder.

Mogelijk heeft deze vermeende verantwoordelijkheid bijgedragen tot zijn verzet tegen de chaos van de

wereld en de verdorven zeden van zijn tijd: het verworpen schuldgevoel kwam van buitenaf terug en schiep

het waanbeeld dat iedereen tegen hem samenspande. In zijn werk situeert hij dit schuldgevoel, deze

negativiteit, bij de Ander en biedt vervolgens als oplossing een ideale orde aan. Waar de conventionele

symbolische orde buitengesloten is, kan de psychoticus een nieuwe creëren (Leader, 2012). 10 Lacan stelt het Reële, het Symbolische en het Imaginaire voor als drie cirkels die met elkaar verknoopt

zijn in een ‘borromeaanse ketting’. Die verknoping gebeurt door middel van een symptoom, in de meeste

gevallen de Naam van de Vader. Bij psychotici gebeurt dit echter niet via deze weg. Zij hebben een

zogenaamde vierde ring, een ‘sinthoom’ nodig om het Reële, het Symbolische en het Imaginaire in een

bepaalde verhouding te verknopen (Geldhof, 2014b).

Page 22: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

12

statuut? Welke verklaringen worden gegeven over de werking ervan? Waar wordt de nadruk op

gelegd? Op deze vragen wil ik in dit hoofdstuk dieper ingaan.

Psychotische creaties: Wat doe je er mee?

Kenmerken van psychotische werken.

Oorspronkelijk diende het gebruik van creatieve expressie binnen de psychiatrische setting -

naast een vorm van bezigheidstherapie - vooral als een hulpmiddel bij de diagnosestelling. Hierbij

ging men op zoek naar welke typische kenmerken, qua stijl of qua inhoud, een tekening of

schilderij van een patiënt bevat en hoe men die kon interpreteren. Hier bestaan veel verschillende

invullingen van. Zo beschreef Lombroso (1835-1909) in zijn boek ‘Genio e Follia’ zoals eerder

vermeld dertien formele kenmerken. Aan de hand van de stijl van een werk, het onderwerp en het

gedrag van de maker beweerde hij te kunnen zeggen aan welke stoornis de patiënt leed (Van den

Bos, 2007). Jean Vinchon (1789-1855) legt in de jaren ‘20 de link tussen twintig stijltypen en

bepaalde mentale stoornissen (Outtier, 1989). Prinzhorn (1886-1933) schoof eveneens een aantal

kenmerken naar voor, en stelde dat wanneer meerdere kenmerken samengaan in een werk, er met

enige voorzichtigheid over ‘een schizofrene Gestaltung’ gesproken kan worden (Bryssinck,

2005).

Er kwam echter veel kritiek op het willen interpreteren en diagnosticeren aan de hand van de

creaties van patiënten. Er zit een grond van waarheid in de theorieën over de stijlkenmerken, maar

ze kunnen niet als maatstaf gebruikt worden aangezien ze vaak niet kloppen. Ook impliceert deze

visie dat alle psychotici op dezelfde manier zouden tekenen en schilderen wanneer ze eenmaal

ziek zijn, net zoals dat het geval zou zijn bij alle patiënten met stemmingsstoornissen, enzovoort.

Op die manier gaat men voorbij aan het singuliere van de patiënt.

Een vorm van taal: gardez-vous de comprendre!

Volgens Hans Prinzhorn is de artistieke creatie, net zoals het spel en de dagdroom,

gestructureerd als een taal. Het zijn vormen van een symbolische productie, waarvan de

betekenaars de betekenis nooit volledig afdekken en dus openstaan voor interpretatie (Florence,

1997). Men zou dit kunnen beschouwen als een vorm van spreken zonder woorden. Leo Navratil

(1921 - 2006) liet patiënten bij het begin van hun opname en tijdens hun verdere verblijf in de

instelling tekeningen maken. Parallel aan het ziekteverloop merkte hij duidelijke overeenkomsten

op in deze tekeningen (Bryssinck, 2005). Het moment van declenchering van de psychose zal

vaak beklemtoond worden door een ‘declenchering’ in het werk van de patiënt. ‘De ontluistering

van het beeld gaat vaak gepaard met een destabilisering van het woord.’(Vande Veire, 1989, p.

83).

Page 23: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

13

Het feit dat de artistieke creatie openstaat voor interpretatie, wil niet zeggen dat men bijgevolg

alles tot in de puntjes moet gaan interpreteren, begrijpen en verklaren. Wanneer men een te strikt

en rigide schema probeert toe te passen op een werk of een reeks werken aan de hand van de

kenmerken, zal er veel interessant materiaal verloren gaan. Verder zal een therapeut zijn

hypothesen snel bevestigd zien, juist omdat er zo’n openheid voor interpretatie is (Florence, 1989)

‘Gardez-vous de comprendre!’11 zei Lacan, en dat is ook hier van toepassing. Interpretatie kan

soms nodig zijn in het therapeutisch proces, maar men mag er zeker niet mee overdrijven. Dit

probleem is iets minder dringend bij neurotici. Het ontleden van hun creaties lukt slechts via vrije

associatie, lapsussen en dergelijke bij het ongecensureerd spreken binnen een analytische

therapie, waar overdracht zich kan installeren, en waar het verlangen van de therapeut het spreken

van de patiënt op gang kan houden (Késenne, 2003). In die zin kunnen interpretaties dan eventueel

wel wenselijk zijn. Maar wat met psychotici? Hoe bedreigend komt de blik over van iemand die

elke verborgen boodschap schijnt te kunnen ontcijferen aan de hand van een lijstje met

kenmerken?

Een patiënt valt nooit samen met zijn werk, en ook niet met het beeld dat de therapeut zich van

hem of haar vormt (Geerardyn, 2005). Wanneer men louter kijkt naar het kunstwerk, zonder daar

het verhaal van de patiënt en zijn context naast te leggen, zal men dus veel over het hoofd zien.

Zo was er rond het begin van de twintigste eeuw een veelvuldige aanwezigheid van seksuele

motieven in de werken van psychiatrische patiënten. Dit werd toen geïnterpreteerd als de uiting

van een gedegenereerde geest. Achteraf bedacht men dat dit echter ook gezien kon worden als

een gevolg van het langdurig opgesloten zitten, en de gedwongen seksuele onthouding die

daarmee gepaard gaat (De Preester, 2004). Luisteren naar wat de patiënt te vertellen heeft is dus

cruciaal, wil men iets van het werk begrijpen.

Werkt creatieve therapie?

Creatieve therapie kan op verschillende manieren ingevuld worden, waarvan beeldende kunst

slechts één mogelijkheid is. Naar de verschillende kunstvormen is reeds onderzoek gedaan en

over het algemeen werd aangetoond dat ze kunnen werken. Zo toonden Pavlicevic, Trevarthen en

Duncan (1994) bijvoorbeeld aan dat ‘muzikale gesprekken’ tussen de schizofrene patiënt en de

muziektherapeut de kwaliteit en de duur van de interactie verbeteren. In het kader van

muziektherapie vonden Smeijsters en Van der Hunk (1999) dat melodische stemimprovisatie het

uitdrukken van verdrongen gevoelens en het identiteitsgevoel verstevigt van patiënten met een

chronische depressie als gevolg van een stagnerende rouwverwerking. In een onderzoek naar

11 ‘Hoed u voor het begrijpen!’

Page 24: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

14

dramatherapie stelden Cogan en Paulson (1998) vast dat therapeutisch theater leidt tot een

vermindering van angst, een groter vermogen tot conflicthantering en een toename van empathie

bij cliënten die geïnterneerd zijn voor gewapende diefstal en mishandeling. Mannheim,

Liesenfeld en Weis (2000) deden onderzoek naar dans- en bewegingstherapie en vonden dat een

combinatie van trainingsgerichte en improviserende expressieve danstherapie bijdraagt tot de

revalidatie van kankerpatiënten wat betreft ontspanning, positieve stemming, contact en fysiek

prestatievermogen. Binnen dezelfde context toonde Dibbel-Hope (2000) aan dat Authentic

Movement12 leidt tot een verbetering van de stemming, het lichaamsbeeld en de zelfachting bij

vrouwen met borstkanker. In een onderzoek naar beeldende therapie vonden Saunders en

Saunders (2000) dat het beeldend vormgeven van gevoelens leidt tot een vermindering van de

frequentie en intensiteit van gedragsstoornissen bij kinderen. De Brief Image-Making Experience,

voorafgegaan en gevolgd door een moment van focus, zou het zelfinzicht verhogen en de

lichaamservaring veranderen bij de neurotische problematiek, volgens Fenner (1996) (Smeijsters,

2002).

Aan de hand van twintig diepte-interviews gevolgd door twee focusgroepen vond Deirdre Heenan

(2006) dat deelnemers aan creatieve ateliers over het algemeen extreem positief zijn over hun

ervaringen. Zelfvertrouwen en zelfbewustzijn waren twee thema’s die tijdens de interviews vaak

aangehaald werden. Op hun beurt leidden deze dan weer tot een groter emotioneel en sociaal

welzijn.

Er wordt eveneens aangetoond dat creatieve therapie verschillende effecten heeft op de

verschillende symptomen van schizofrenie, in die zin dat de impact groter is op de negatieve

symptomen dan op de positieve13. Deze resultaten zijn van belang aangezien negatieve

symptomen vaak zwaarder doorwegen voor de schizofrene patiënt. Het zijn ook de symptomen

die minder sterk reageren op antipsychotica (Crawford & Patterson, 2007).

Rond de jaren ’70 begon men experimenteel onderzoek te doen naar de impact van creatieve

therapie op schizofrenie. Over het algemeen komt muziektherapie er het meest positief uit: deze

vorm van therapie brengt de grootste verbetering in het globaal functioneren en de mentale

toestand bij schizofrene patiënten. De bevindingen rond drama en kunsttherapie zijn doorgaans

eveneens positief, maar ze vertonen vaak methodologische tekorten. Bij beide therapievormen

12 Authentic Movement is een expressieve bewegingsimprovisatie waarbij men tot een soort vrije

associatie van het lichaam probeert te komen. Zelfontdekking en bewustwording spelen een belangrijke

rol. 13 Positieve symptomen van schizofrenie zijn hallucinaties, wanen en gestoorde spraak. Negatieve

symptomen zijn bijvoorbeeld sociale teruggetrokkenheid, gebrek aan energie en verminderde concentratie.

De symptomen krijgen dus de titel ‘positief’ of ‘negatief’, afhankelijk van het feit of ze respectievelijk iets

toevoegen aan het leven van de patiënt, of net iets wegnemen of afvlakken (Birchwood & Jackson, 2001).

Page 25: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

15

kwam men tot dezelfde conclusie, namelijk dat de voor- en nadelen van de interventies niet altijd

even duidelijk zijn. De steekproeven zijn vaak klein, wat voor een lagere power zorgt. Follow-up

periodes zijn meestal aan de korte kant, waardoor het moeilijk is om in te schatten of de voordelen

blijvend zijn of niet (Crawford & Patterson, 2007).

De meeste onderzoeken die tot op heden werden uitgevoerd, focussen voornamelijk op de

outcome van dit soort therapieen. Er wordt met andere woorden vooral gekeken naar welke

effecten er zijn in welke omstandigheden. Het accent ligt in deze masterproef echter op het proces

zelf, minder op het resultaat.

Het hoe en waarom.

Creatie en beeldende expressie kunnen veranderingsprocessen en eventueel verbetering en

genezing teweeg brengen. Creativiteit lijkt trouwens voor elk subject - ziek of gezond - een

mogelijke belangrijke rol te spelen (Outtier, 1989). ‘S’exprimer ne peut que faire le plus grand

bien.’14 (Florence, 1997, p. 141). Maar op welke manier kan men iets bereiken? Hoe en waarom

werkt creatieve therapie?

Volgens een artikel van Crawford en Patterson (2007) zou creatieve therapie van grote waarde

kunnen zijn voor bepaalde mensen die moeite hebben om zichzelf verbaal uit te drukken, zoals

mensen met cognitieve gebreken of mensen met schizofrenie. Vooral bij schizofrene patiënten

zou creatieve therapie een voordeel hebben in vergelijking met traditionele therapieën, omdat het

artistiek product (een verhaal, een schilderij, een geïmproviseerd muziekstuk, enzovoort) een

‘veilige ruimte’ kan creëren tussen de patiënt en de therapeut. Dit kan helpen om sterke gevoelens

en gedachten te kanaliseren die de patiënt anders kunnen overweldigen.

In de vakliteratuur zijn de meningen verdeeld en bestaan er veel verschillende visies over wat er

zich afspeelt tijdens zo’n creatieve therapie en op welke manier het iets kan betekenen voor de

patiënten. Hoe moet je wat interpreteren? Moet je nota bene gaan interpreteren? Wordt het creëren

zelf als inherent therapeutisch gezien, of is het een psychologisch fenomeen dat de weg vrijmaakt

voor het spreken? Welke mechanismen zijn aan het werk? In het volgend deel geef ik een

overzicht van de voornaamste ideeën die ik terugvond in de vakliteratuur. In deze masterproef

zou het te ver leiden om een volledig overzicht van alle verschillende soorten creatieve therapie

te geven, daarom beperk ik me tot de beeldende creatieve therapie.

Beeldende therapie.

De Preester (2004) onderscheidt drie belangrijke kenmerken bij psychotische kunstenaars: een

14 ‘Zich uitdrukken kan niets anders dan het beste voortbrengen.’

Page 26: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

16

eindeloze herhaling, een nood tot creëren die zich manifesteert als een poging tot genezing en een

karakteristieke poging tot communicatie of tot het installeren van een sociale band. Deze drie

kenmerken zijn niet fundamenteel anders dan bij neurotische kunstenaars, maar wel veel

nadrukkelijker aanwezig. Andere auteurs schuiven andere visies en verschillende ideeën naar

voor, maar in grote lijnen kunnen ze steeds ondergebracht worden bij één van deze kenmerken.

Eindeloze herhaling.

Over het algemeen worden betekenaars vooral op het niveau van de taal gesitueerd. Ze hoeven

hier echter niet toe beperkt te worden. Betekenaars kunnen evengoed op het afgebeeld niveau

meespelen: de zogenaamde ‘signifiants imaginaires’ of ‘beeldbetekenaars’ (Metz, 1975).

Creatieve expressie staat namelijk niet los van de taal. ‘Als het creëren van beelden een soort

spreken zonder woorden is, een taal die niet via het woord passeert, dan effent beeldende

creativiteit het pad voor de woorden die effect creëren.’ (Késenne, 2003, p. 188).

Volgens Marysse (2003) wordt elk thema dat binnen een bepaalde reeks herhaald wordt

onvermijdelijk een persoonlijke betekenaar. Dit herhaalde thema kan van alles zijn: een

onderwerp, een kleur, een bepaalde compositie of een combinatie van dit alles.

Het subject representeert zich door een betekenaar S1 voor een volgende betekenaar S2. Op die

manier ontstaat een continue productie van verschuivende betekenissen. Door deze

‘Durcharbeitung’ wordt het basisfantasma15 gevormd (Geerardyn, 2005).

Dit toont het belang aan van de herhaling in creaties van psychotische subjecten: het kan een

dwangmatige herhaling door het fantasma en de daarmee gepaard gaande wanen zijn, als een

gevecht om de jouissance op afstand te houden en een poging om vat te krijgen op het Reële. Het

object a is hierbij de bron van deze oneindige herhaling.

Marysse (2003, p. 229) schrijft dat ‘het beschermende effect van het fantasma zijn prijs heeft.

Men moet eindeloos nieuwe werken in het kader schuiven wil het niet verontrustend leeg worden.

(...) De geruststellende afstand die het fantasma installeert tot het Reële van het object a is immers

slechts een constructie van en binnen het onbewuste. Het is uit de herhaling ervan dat het

fantasma en tegelijk het subject hun (symptomatische) stabiliteit halen.’

15 Het basisfantasma is de verhouding van het subject tegenover datgene wat wegvalt uit de

betekenaarsketting S1 - S2: het object a. De wijze waarop dit object a in een psychoanalytisch proces

verschijnt, staat niet los van de levensgeschiedenis van het subject. Wanneer men in deze context dan vrij

gaat associëren, aanknopend bij de elementen van de tekeningen, wordt dit object a op de duur als het ware

omcirkelt in de verhalen en reminiscenties die bovenkomen (Geerardyn, 2005).

Page 27: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

17

Een poging tot genezing.

Het verlangen.

Késenne (2003) onderscheidt twee dimensies binnen het therapeutisch gebeuren: een eerste

gebeuren dat zich afspeelt binnen het psychisme tijdens de creatieve activiteit en een tweede dat

zich retroactief doorzet tijdens het analytisch gesprek achteraf. Zowel tijdens het eerste als tijdens

het tweede gebeuren wordt iets gevormd dat zich zowel in de uitbeelding als in het spreken

achteraf uit: het verlangen16.

Tijdens dit eerste gebeuren draait het vooral rond de act van het creëren zelf: tijdens de creatieve

expressie is er sprake van een psychische constructie die tegelijk beeldend en talig is. De

psychoticus gaat vanuit zijn massieve gesloten wereld op zoek naar het creëren van een opening

van waaruit een verlangen kan ontstaan. Gevangen in de dualiteit moet de psychoticus namelijk

zelf nog de leegte scheppen waarbinnen hij als subject zou kunnen verlangen. Als therapeut is het

dus van groot belang om ruimte te maken voor deze opening en ze niet dicht te metselen met al

te snelle duidingen en interpretaties.

Dankzij de verschuivingen die optreden tijdens het eerste therapeutisch gebeuren, kan tijdens het

tweede het verlangen van de ander toegelaten worden binnen die leegte. Vanzelfsprekend is de

overdrachtsrelatie hierbij van groot belang (Késenne, 2003).

De openheid die gecreëerd kan worden, lokt voor de psychoticus angst uit voor een doorbraak

van het Reële. Een manier om dit Reële, dit ondraaglijke genot, een plaats te geven en er zelf een

positie tegenover in te nemen, is via de creatie. Het kunstwerk zou in de therapie als een derde

punt kunnen dienen dat de psychoticus helpt om afstand te nemen uit de verstikkende duale relatie

en het pad effent voor het spreken. Op die manier zou kunst als object a een zeker verlangen tot

stand helpen komen, waar er eerst enkel plaats was voor het genot, de ‘jouissance’. Op die manier

kan de psychoticus zichzelf een bestaan toe-eigenen en kan hij een ingang vinden tot een discours

waar hij voorheen buiten stond.

Het Imaginaire.

In zijn zoektocht naar de plaats waar creativiteit ontstaat, stelt Oury (1989, in: Bryssinck,

2005) dat het spiegelstadium heel dicht aanleunt bij wat Ponge (1971, in: De Preester, 2004) ‘la

zone du pre’ noemt: le pre-spéculaire, le pre-représentative et le pre-intentionnelle. Deze pre-

16 ‘Het is veeleer iets wat, omdat het zich terugtrekt, in staat is te scheppen. Het is datgene wat Lacan het

verlangen noemt. Het voorwerp van verlangen is niet iets welbepaalds, is niet iets wat het verlangen kan

bevredigen, dus kan stoppen. Het is iets onbepaalds, open, eeuwig verschuivend. Het is datgene wat

ongezegd blijft. De kunstenaar kan alleen wijzen in de richting van zijn werk. Het toont zich in zoverre het de psychoticus vertegenwoordigt.’ (Késenne, 2003, p. 186).

Page 28: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

18

representatieve ruimte van de creatie zou ook de ruimte van de psychotische problematiek zijn:

het is de ruimte van het lichaam dat nog rond de leegte gevormd moet worden, het laat toe dat het

Ik zich kan vormen en begrenzen.

Dit gevoel van eenheid wordt gevormd tijdens het spiegelstadium. Zoals ik in het vorig deel reeds

schreef, situeren zich voor het psychotisch subject hier echter problemen: het gevoel van eenheid

ontbreekt, het lichaam voelt aan als een verbrokkelde verzameling.

Creatieve expressie kan de psychoticus helpen door via een soort ‘autocreatie’ - vergelijkbaar met

de waanmetafoor - het Imaginaire te herstellen. Het gaat hier om een imaginaire constructie van

het Ik en van de buitenwereld. Dit stelt de psychoticus in staat om vanuit zijn verbrokkelde positie

toch een gevoel van eenheid te vinden (Bryssinck, 2005).

Sociale relaties en communicatie.

Een ander aspect dat eveneens van belang is, is dat de act van de creatie vaak tot een publiek

gericht is. Het is meer dan een psychische autoconstructie, er wordt ook een poging gedaan om

een brug naar de ander te slaan. Het psychotisch subject vervalt namelijk snel in een vervreemding

van de Ander. Het leggen van sociaal contact en het krijgen van sociale erkenning kunnen in dat

geval helend werken (Van Eeckhout, Willems & Buytaert, 2004).

Kunst kan een rol spelen in de verovering van een plaats binnen sociale relaties. Waar het

schilderij of de tekening een kadrering van het fantasma van het subject is, kan het tevens een

object voor de toeschouwer zijn (Marysse, 2003). Van Eeckhout, Willems en Buytaert (2004)

schrijven dat wanneer een creatie als symptoom een effect heeft op een ander subject, als het een

ander sterk raakt, dan kunnen we van kunst spreken.

Steeds vaker worden kunstenaars betrokken bij kunstprojecten in psychiatrische instellingen om

patiënten op creatief vlak te stimuleren, maar ook om een deel van de maatschappij bij de

psychiatrische instelling te betrekken. Het kunstwerk kan daarbij dienen als communicatiemiddel.

Van den Bos (2007) pleit hiervoor, omdat ze vindt dat het een manier kan zijn om de

communicatie tussen de patiënten en de maatschappij en tussen de patiënten onderling in gang te

zetten, met de kunstenaar als tussenschakel (Van den Bos, 2007).

Ook het samenwerken in groepsverband kan een manier zijn om in contact te treden met anderen,

om op die manier het sociaal isolement te doorbreken en de eenzaamheid te overwinnen

(Buikema, 2013). Nieuwe mensen leren kennen en ermee in interactie treden binnen de veiligheid

van de atelierruimte kan eveneens een belangrijke rol spelen voor de patiënt (Heenan, 2006).

Page 29: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

19

Onderzoeksvraag

Na me door veel boeken en artikels geworsteld te hebben en na veel verschillende ideeën en

en theorieën de revue gepasseerd te zien hebben, kom ik nu tot de conclusie van deze inleiding:

de onderzoeksvraag van deze masterproef.

Mijn idee was om op zoek te gaan naar functies die kunst en creativiteit kunnen hebben voor

psychotische patiënten. In het voorgaande beschreef ik de voornaamste visies die ik terugvond in

de literatuur. Het lijkt me een waardevolle toevoeging om nu na te gaan hoe creatieve therapeuten

hier zelf over denken. Wat is er volgens hen werkzaam tijdens creatieve beeldende therapie? Op

welke manier kan creatief bezig zijn iets betekenen voor hun patiënten? En hoe vullen ze dit

concreet in binnen de therapie?

De onderzoeksvragen luiden dus als volgt:

1. Welke functies kunnen beeldende kunst en creativiteit hebben voor psychotische patiënten

volgens de therapeuten en begeleiders van creatieve ateliers?

2. Hoe wordt dit concreet ingevuld binnen deze ateliers?

Page 30: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

20

Methode

Kwalitatieve Onderzoeksmethoden

Kwalitatieve onderzoeksmethoden onderscheiden zich voornamelijk van kwantitatieve

onderzoeksmethoden op vlak van vraagstelling, dataverzameling en rapportering. Wat de

vraagstelling betreft, is het eerder de betekenisgeving die centraal staat, niet de frequentie waarin

iets voorkomt. Men gaat zich in het onderzoek richten op ervaringen, beleving en visies, eerder

dan op cijfers en feiten. Dit wordt dan uitgevoerd via idiografische17 methodes zoals bijvoorbeeld

case studies, observaties of interviews.

Het is niet zozeer de bedoeling om veralgemenende uitspraken te gaan doen aan de hand van grote

steekproeven, waarbij theoretische hypothesen afgetoetst worden. Bij deze methode is het eerder

de bedoeling om de theorie te gaan vormen aan de hand van wat er in de dataverzameling naar

boven komt. Dit komt ook tot uiting in de rapportering, waarin de gevonden betekenissen

geïllustreerd worden aan de hand van citaten (Mortelmans, 2013).

Om deze redenen vond ik dat kwalitatieve onderzoeksmethoden meer aangewezen waren om een

antwoord te bieden op mijn onderzoeksvraag. Binnen deze masterproef besteed ik namelijk vooral

aandacht aan het perspectief van de respondenten en hun ervaringen. Het was niet mijn bedoeling

om te gaan aftoetsen in hoeverre de antwoorden van de therapeuten die ik geïnterviewd heb

overeenkomen met de theorieën die ik in de literatuur vond. Het was veeleer de bedoeling om na

te gaan wat hun ideeën en ervaringen zijn omtrent dit thema, om op die manier de - niet al te

uitgebreide - vakliteratuur voor een stuk aan te vullen. Daarom koos ik voor een open manier van

interviewen, waarbij de geïnterviewde zich niet moest inpassen binnen categorieën die ik

vooropstel, maar waarbij ik vooral het verhaal van de geïnterviewde volgde. Deze interviews

werden dan achteraf geanalyseerd aan de hand van thematische analyse om na te gaan welke

belangrijke thema’s er naar voor kwamen.

De Steekproef

Bij kwalitatieve interviews hoeft een steekproef niet representatief te zijn voor de populatie.

Men gaat doelgericht te werk (‘purposive sampling’) en zoekt naar relevante cases (Mortelmans,

17 Idiografische benaderingen draaien om de uniciteit van het individu. De dynamiek van interactie speelt

een belangrijke rol. Het idee dat de ene persoon niet te vergelijken is met de andere staat centraal.

Menselijke ervaringen kunnen niet aan de hand van eenvoudige vragenlijsten worden gemeten, aangezien

vooropgestelde categorieën steeds te beperkt en oppervlakkig zijn volgens deze visie (Mullins, 2007).

Page 31: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

21

2013). Daarom stelde ik enkele criteria voorop waaraan de respondenten moesten voldoen: voor

deze masterproef ging ik op zoek naar creatieve therapeuten en begeleiders van creatieve ateliers

die aan de hand van beeldende kunst werken met psychotische patiënten. Voor de haalbaarheid

van het onderzoek beperkte ik me hierbij tot therapeuten in Vlaanderen. Het doel van deze criteria

is om een groter inzicht te verwerven in dit onderwerp en om een zo rijk mogelijk antwoord te

kunnen formuleren op de onderzoeksvraag.

Aangezien ik bij aanvang van het onderzoek geen duidelijk overzicht had van welke creatieve

therapeuten ik het beste zou interviewen, maakte ik gebruik van de zogenaamde

‘sneeuwbalsteekproef’. Aan elke therapeut die ik interviewde, vroeg ik of ze eventueel collega’s

kenden die ook interessant zouden kunnen zijn voor mijn masterproef. Deze nieuwe therapeuten

contacteerde ik dan ook, en ik vroeg hen eveneens of ze me konden doorverwijzen (Mortelmans,

2013). Allen ondertekenden ze een informed consent. Een leeg exemplaar van zo’n informed

consent is als voorbeeld te vinden in de bijlage.

Het is in dit geval moeilijk om op voorhand te bepalen hoe groot de steekproef moet zijn. De

interviews moeten namelijk niet per se omvangrijk zijn in de breedte, maar in de diepte. Het is

niet de bedoeling dat steekproeven in kwalitatief onderzoek even omvangrijk zijn als

steekproeven in kwantitatief onderzoek, omdat representativiteit en power geen rol spelen in de

analyse achteraf. Ik ging dus door met interviewen en namen van nieuwe therapeuten vragen tot

dezelfde namen steeds opnieuw genoemd werden (het aantal mensen die in aanmerking kwamen

voor een interview was namelijk eerder beperkt) en tot er geen nieuwe relevante informatie meer

gevonden werd (Mortelmans, 2013).

Zo nam ik uiteindelijk vijftien interviews af. Door een spijtig technisch probleem verloor ik de

opnames van twee interviews. Eén hiervan had ik reeds voor de helft getranscribeerd, maar de

rest van de data heb ik dus niet kunnen gebruiken. Verder was er ook nog een therapeute die

tijdens het interview niet met psychotische, maar met borderlinepatiënten bleek te werken. Ook

deze informatie heb ik niet in de analyse kunnen opnemen. In totaal werd dus informatie uit

dertien van de vijftien interviews in de resulaten verwerkt.

Twee geïnterviewde therapeuten werken in een privépraktijk met creatieve therapie. Drie andere

participanten organiseren elk een verschillende creatief atelier, buiten alles wat met psychiatrie

of therapie te maken heeft. Waarin deze mensen toch interessant zijn voor deze masterproef komt

later aan bod. De overige participanten werken allen binnen instellingen, zowel in ambulante als

in residentiële settings.

Page 32: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

22

De Bevraagde Items

Zoals ik reeds vermeldde, wou ik een vrij open manier van interviewen hanteren waarin het

verhaal van de geïnterviewde zoveel mogelijk centraal staat. Een volledig open interview is echter

niet wenselijk voor de analyse achteraf en voor het gericht beantwoorden van de onderzoeksvraag.

Ik nam dus semi-gestructureerde interviews af van de respondenten. Daarom bereidde ik een

topiclijst18 voor. Het voordeel hiervan - ten opzichte van een vragenprotocol, waarbij iedereen

dezelfde vraag in dezelfde volgorde krijgt - is dat ik niet gebonden was aan bepaalde

zinsconstructies, waardoor de conversatie veel natuurlijker verliep en waardoor ik beter kon

doorvragen en inspelen op wat de geïnterviewde vertelde. Dit kwam de spontaniteit van het

interview en het naar boven komen van niet-voorziene maar wel relevante informatie absoluut

ten goede.

Het nadeel van een topiclijst is dat het voor moeilijke analyses kan zorgen. Afhankelijk van het

verloop van het interview werden de topics anders omgezet in vragen. Dit kon leiden tot subtiele

verschillen in de vraagstelling, wat een invloed kon hebben op de antwoorden. Op die manier zou

men zich dan kunnen gaan afvragen of de verschillen in antwoorden te wijten zijn aan de

vraagstelling of aan de geïnterviewde (Mortelmans, 2013). Het was van belang dat ik me hier op

voorhand goed bewust van was om dit probleem zoveel mogelijk te minimaliseren. De vragen die

ik stelde waren zo open mogelijk, om op die manier suggestieve vragen te vermijden die het

verhaal van de respondent zouden kunnen beïnvloeden. Ook vermeed ik academische en abstracte

begrippen, want het was de bedoeling dat de vragen logisch aanvoelden en makkelijk te begrijpen

zouden zijn. Wanneer ik niet zeker was of ik wel voldoende begrepen had wat ze wilden zeggen,

liet ik de participanten er verder op ingaan. Op die manier probeerde ik een zo volledig mogelijk

beeld van hun visie te krijgen, waarbij er minder ruimte zou zijn voor eventuele subjectieve

interpretaties van mijn kant.

Naarmate er meer interviews kwamen en ik een beter zicht kreeg op de belangrijke ideeën, werd

de topiclijst verder aangevuld en bijgestuurd om geen belangrijke data voor de analyse te missen.

Er bleef echter wel een grote continuïteit over de interviews heen. De belangrijke onderwerpen

die ik al van in het begin bevraagd had, zijn doorheen het hele proces dezelfde gebleven.

Het Interview

Tijdens het interview zelf speelde flexibiliteit langs mijn kant een belangrijke rol. Ik legde

18 ‘Een topiclijst is een lijst van onderwerpen die de interviewer in de loop van het interview aan bod moet

laten komen.’ (Mortelmans, 2013, p. 217).

Page 33: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

23

tijdens de voorbereiding enkele onderwerpen vast in de topiclijst, maar tijdens het interview bleef

er steeds ruimte om niet-voorziene elementen aan bod te laten komen, afhankelijk van wat de

therapeut me vertelde. Ik wilde me niet beperken tot de onderwerpen die ik zelf had vastgelegd:

als er tijdens het interview andere zaken naar boven kwamen dan waar ik aan gedacht had, dan

was dat zeker ook de moeite om daar verder op in te gaan. Het hoofddoel was om door een open

houding en een oprechte interesse zoveel mogelijk te weten te komen over de visie en de

ervaringen van de geïnterviewde therapeut, om op die manier een grotere diepgang te krijgen in

de informatie.

Het interview gebeurde dus op een vrij non-directieve manier. De antwoorden die ik uiteindelijk

kreeg, zijn het resultaat van een interactief proces, met aan de ene kant het verhaal van de

therapeut dat centraal staat en aan de andere kant de richtlijnen die ik heb afgebakend om op het

einde van de rit een antwoord te kunnen formuleren op mijn onderzoeksvraag (Mortelmans,

2013).

De Data-Analyse

Aangezien er weinig wetenschappelijke literatuur bestaat rond het thema van deze

masterproef, ontbreekt een duidelijke theorie vanwaaruit de data geanalyseerd kan worden.

Daarom werd voor dit onderzoek geopteerd om exploratief tewerk te gaan. Dit houdt in dat ik

niet gericht op zoek ging in de data om vooraf bepaalde hypothesen te bevestigen of te verwerpen,

maar dat ik me open opstelde om me op basis van de informatie uit de semigestructureerde

interviews een beeld te vormen van het onderwerp van deze masterproef.

Na het afnemen van de interviews en het transcriberen, ging ik over tot het analyseren van de

data. Dit deed ik door middel van thematische analyse. In hun artikel ‘Using thematisch analysis

in psychology’ beschrijven Braun en Clarke (2006) hoe je dit in zes fasen aanpakt. Voor het

uitvoeren van de analyse baseerde ik me op dit artikel.

In een eerste fase dompelde ik me in de data onder om een goed beeld te hebben van wat er precies

aan bod kwam in de interviews. Dit hield in dat ik de getranscribeerde tekst een aantal keren

doorlas. Het lezen gebeurde op een actieve manier: ik ging actief op zoek naar zaken die van

belang konden zijn bij het beantwoorden van de onderzoeksvraag en probeerde al initiële linken

te leggen. Hiervan hield ik notities bij die me zouden kunnen helpen om aan het echte coderen te

beginnen. In een tweede fase begon ik dan met het open coderen. Hierbij koppelde ik een code

aan elk idee en elke uitspraak die interessant zou kunnen zijn voor dit onderzoek. De code die ik

gebruikte bleef zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke ruwe data. Hierbij ging ik ‘data-driven’

te werk. Ik zocht niet actief naar bepaalde concepten, maar liet alle bruikbare informatie uit de

Page 34: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

24

data naar boven komen. Tijdens deze fase vond er tweemaal een intervisie met mijn begeleider

plaats. We codeerden elk apart twee interviews, en legden vervolgens de codes samen om te

vergelijken. Dit had als doel de betrouwbaarheid te vergroten. Op die manier konden we namelijk

kijken of we de data op dezelfde manier interpreteerden. De derde fase hield in dat ik aan de hand

van die codes op zoek ging naar thema’s. Ik probeerde de gevonden codes op verschillende

logische manieren samen te leggen en te groeperen, om op die manier tot een algemenere

themastructuur te komen. Aangezien er niet één ‘juiste’ manier is om dit aan te pakken, heeft deze

fase vrij veel tijd in beslag genomen. Vervolgens ging ik in de vierde fase na in hoeverre de

gevonden thema’s werkelijk coherent en belangrijk zijn. Aan de ene kant ging ik hiervoor alle

initiële codes herlezen, om te zien of die samen per thema wel een samenhangend geheel

vormden. Aan de andere kant ging ik ook na of de gevonden thema’s wel overeenkwamen met

wat er eigenlijk in de oorspronkelijke dataset gevonden werd. Wanneer de themastructuur zoals

ze nu is dan uiteindelijk vaststond, kon ik in de vijfde fase de titels vastleggen. Tot slot schreef ik

in de zesde fase alle bevindingen uit per thema (Braun & Clarke, 2006).

Waar ik steeds rekening mee heb proberen te houden, is het feit dat ik persoonlijk sterk

geïnteresseerd ben in dit onderwerp. Dat zorgde ervoor dat ik soms al snel een eigen idee had

over wat de mogelijke antwoorden zouden kunnen zijn, waardoor ik het met de ene geïnterviewde

al meer eens was dan met de andere. Om objectief tewerk te gaan, heb ik op voorhand een lijst

met thema’s opgesteld die ik in elk interview zou bevragen. Daarnaast nam ik een open houding

aan en kon deze lijst met elk thema aangevuld worden dat de geïnterviewde aanbracht en van

belang vond. Op die manier probeerde ik te vermijden om louter mijn eigen ideeën te bevestigen

of te verwerpen, maar open te staan voor wat er in het interview zelf naar boven komt, om op die

manier echt bottom-up te werk te gaan. Tijdens het coderen en het analyseren van de interviews

heb ik meerdere keren samen gezeten en gediscussieerd met mijn medestudenten en

medestagiairs. Daarnaast heeft mijn begeleider het onderzoeksproces gesuperviseerd en waren er

verschillende audits. Dit alles had hetzelfde doel: mijn reflexiviteit in kaart brengen en de

validiteit van het onderzoek vergroten. Op deze manier probeerde ik mijn eigen perspectief en

perceptie steeds te ondervragen, om zo goed mogelijk het perspectief van de respondenten weer

te kunnen geven.

Page 35: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

25

Resultaten

Onderzoeksvraag 1. Welke functies kunnen beeldende kunst en creativiteit hebben voor

psychotische patiënten volgens de therapeuten en begeleiders van creatieve ateliers?

Figuur 1

In de analyse van de afgenomen interviews kwamen heel wat elementen aan bod. Om dit

hoofdstuk leesbaar te houden en de rode draad voor de lezer duidelijk te maken is in figuur 1 een

overzicht opgenomen van de gevonden thema’s en subthema’s in verband met het eerste grote

domein: de functies. Verder in deze tekst worden in figuur 2 de thema’s en subthema’s

weergegeven die gevonden werden omtrent de vraag hoe dit concreet georganiseerd wordt binnen

de creatieve ateliers.

De taal.

Een spreken zonder woorden.

Psychotische patiënten zijn vaak niet, of niet voldoende te bereiken via de taal. Dat kwam in

acht van de dertien interviews ter sprake. Het lukt niet om te spreken over zichzelf of over dat

wat niet gaat. De onmogelijkheid om van de taal gebruik te maken vraagt dus om een alternatieve

manier om een band met hen op te bouwen en met hen te werken. Vandaar het belang van

creatieve ateliers, want dit kunnen bij uitstek ateliers zijn waar het verbale niet centraal staat.

Functies

De taal

Een spreken zonder woorden

Kanaliseren en bewerken

Het genot van de taal vermijden

Het lichaam

Het fysieke en het tastbare

Het verbrokkelde bijeenhouden

Circuleren

Het product

Van duaal naar triangulair

Via het werk tot spreken komen

Construeren, eerder dan analyseren

Een psychotische

leegte invullen

Dit ben 'ik'

Identificatie met 'de kunstenaar'

Zelfvertrouwen opbouwen

Los van het creatieve

De sociale band

Plezier en ontspanning

De stap naar de maatschappij

Page 36: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

26

‘Waar dat atelier ook heel sterk voor dient is voor mensen die je niet goed kan bereiken

in het spreken. Via die weg kan je dan wel soms in contact komen, door samen iets te

doen.’ (respondent 15)

Verschillende therapeuten zien het creatief werken en uitbeelden van wat niet gezegd kan worden

als een vorm van spreken zonder woorden. Hier kwamen verschillende voorbeelden van naar

voor. Respondent 4 sprak bijvoorbeeld over een psychotische patiënte die er niet in slaagde om

te vertellen dat ze ooit misbruikt was geweest. Ze kon wel vertellen dat ze zich slecht voelde en

dat er in het verleden dingen gebeurd waren die ze niet kon aanvaarden. Maar wanneer ze tot de

kern van de zaak wilde komen, stopte haar spreken telkens. Uiteindelijk heeft ze dan tekeningen

gemaakt van zichzelf en de man in kwestie. Ze kon er alleen naar wijzen, uitleggen wat ze

getekend had lukte niet. Maar de therapeute zei dat dit niet nodig was. Het was duidelijk genoeg

zo. Voor haar is tekenen dan ook een andere vorm van taal.

‘Voor sommige patiënten is het echt een manier om dingen te vertellen die ze niet gezegd

kunnen krijgen. Zo was er bijvoorbeeld een meisje dat misbruikt was geweest, en dat daar

niet over kon vertellen. (…) Ze heeft het dan getekend, en dat is evengoed een taal.’

(respondent 4)

In deze ateliers proberen de therapeuten om via het aanreiken van creatieve expressie de patiënt

tot oplossingen te laten komen, daar waar dit via het spreken niet lukt. De nadruk wordt hier dus

gelegd op het verbeelden in plaats van op het verwoorden. Het kan een andere manier zijn om

dingen uit te drukken die ze niet gezegd krijgen. Een andere therapeut vertelt dat alle vormen van

beeldende expressie goed kunnen zijn, zolang de patiënt maar de kans krijgt om te verbeelden

wat hij niet gezegd krijgt.

‘Voor psychotici is het niet evident om dingen te verwoorden. Ik denk dat psychotici over

het algemeen wel makkelijker dingen in beelden kunnen omzetten dan in woorden, hetzij

via tekeningen, collages of boetseren.’ (respondent 6)

Kanaliseren en bewerken.

Het creatief werken kan dus een manier zijn om toch uit te drukken wat ze met woorden niet

gezegd krijgen. Op welke manier gaat dat dan in zijn werk volgens de geïnterviewde therapeuten?

In zes interviews werd over het algemeen gezegd dat het een manier is om te kanaliseren waar ze

het moeilijk mee hebben.

‘Ze worden overprikkeld, ze krijgen zoveel invloed binnen. Door op hun werk te focussen

kan dat samenkomen. Heel de chaos die zich binnen hen afspeelt kan geconcentreerd

worden in dat werk.’ (respondent 9)

Page 37: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

27

Bij bepaalde patiënten is het beeldend werken bijna iets dwangmatig. Er zit geen stop op.

Sommige therapeuten vertelden over patiënten die jarenlang non-stop bleven schilderen, het ene

werk na het andere. Op die manier slaagden ze erin om hun psychose te stabiliseren. Eenmaal ze

daar min of meer in slaagden, vielen de creativiteit en de noodzaak ervan soms volledig weg.

‘Dat was een soort kanalisering. Zijn verhaal kwam ergens terecht en werd daar even

vastgehouden. Jaren hebben ze daar samen aan gewerkt en dat heeft zijn psychose enorm

gestabiliseerd. Daarna viel die drang om alles op papier te zetten volledig weg.’

(respondent 15)

Bij andere patiënten is het dan weer een manier om kortstondig tot een soort ontlading te komen.

Datgene wat de patiënt overspoelt, kan op die manier even in een kunstwerk gekanaliseerd

worden. Zo gaf de volgende therapeute een voorbeeld over een patiënt die normaal altijd werken

maakt rond spreekwoorden die hij met kalligrafische letters op zijn blad schildert. Wanneer het

echter minder goed gaat met deze man, begint hij zonder ophouden in stift kwade gezichten te

tekenen. Op die manier slaagt hij er in om even weer een rustpunt te vinden.

‘Hij maakte altijd hetzelfde, dat repetitieve, met alcoholstift, het ene na het andere. Dan

kwam daarna ook echt een ontlading. Dat duurde nooit lang, het probleem was daardoor

niet weg. Maar het zorgde wel dat dat ambetante gevoel even verdween.’ (respondent 2)

Het visueel maken van wat niet gaat en het in een beeld vormgeven kan helpen om er afstand van

te nemen. Op die manier wordt het ook ‘bewerkbaar en hanteerbaar’, waardoor ze er beter mee

om kunnen. Ze plaatsen iets van zichzelf in de buitenwereld, waardoor ze ernaar kunnen kijken

en verwijzen. Het is voor hen vaak makkelijker om te vertellen wat iets in hun werk doet, in plaats

van wat het voor hen persoonlijk betekent.

‘Door het in beeld te zetten kunnen ze er afstand van nemen en er naar kijken. Op die

manier wordt het bewerkbaar en hanteerbaar.’ (respondent 14)

De waan ver-beelden.

Wanneer de patiënten zelf kiezen rond welk onderwerp ze willen werken, kiezen ze volgens

deze therapeuten dus vaak voor thema’s die moeilijk voor hen zijn. De vraag kan hier natuurlijk

wel gesteld worden in hoeverre die keuzes bewust gemaakt worden. Wat me opviel, is dat in vier

verschillende interviews verteld werd dat de patiënten vaak spontaan hun wanen en hun

hallucinaties proberen af te beelden. De verschillende therapeuten koppelden hier verschillende

functies aan: het kan een poging tot communicatie zijn waarbij ze een ander proberen te tonen

wat ze ervaren, het kan een manier zijn om het zelf te vatten, om het even op een vast punt te

fixeren, enzovoort.

Page 38: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

28

‘Wat mensen ook vaak proberen is hun wanen en hun hallucinaties op papier zetten, ze

in een beeld te vatten.’ (respondent 15)

Het genot van de taal vermijden.

De taal schiet niet alleen tekort om bepaalde zaken uit te drukken. Sommige therapeuten

vertelden dat het spreken de patiënt nog harder kan confronteren met dat wat niet gaat. Anderen

stellen dat de taal hen kan overspoelen, omdat de taal in de psychose van de orde van het genot

kan zijn.

‘De taal op zichzelf is ook een genot. Dus in de mate dat je psychotici laat spreken, in die

mate gaan ze ook meer en meer genieten. Niet in de zin van het plezierig vinden, het gaat

werkelijk over het overspoeld worden. De nadruk ligt dan ook meer op het faire in plaats

van op het dire. In die zin is een praktijk van creatieve therapie een praktijk van het doen.’

(respondent 11)

In die gevallen kan het werken met de handen een opluchting zijn. De nadruk ligt op het doen,

niet op het spreken, omdat dit spreken soms meer kwaad dan goed kan doen.

Een lichaam aan het werk.

Het fysieke en het tastbare.

Volgens sommige therapeuten zit het belang van het creatief werken niet in wat de patiënten

precies maken of representeren, maar in de handeling zelf. Zoals ik verder nog zal bespreken, is

het vaak niet aan te raden om in de psychose veel te gaan graven naar wat ze precies bedoelen,

niet in het spreken en niet in hun werk. Volgens sommige therapeuten vermijd je dit beter omdat

het te confronterend kan zijn. Anderen zeggen dat dit zinloos is omdat dit niveau niet bij hen

aanwezig is. Binnen beide interpretaties vindt men dus het betekenisverlenende spoor niet zinvol.

In het ene geval omwille van het overspoelende of excessieve dat dit met zich kan meebrengen,

in het andere omdat het niet aansluit bij het psychisch functioneren. De volgende therapeut stelde

bijvoorbeeld dat het belang van het creatief werken in de handeling zelf zit. Op het niveau van

het representatieve zal je volgens hem niet veel vinden.

‘Bij de mensen waarmee ik werk is vooral het tactiele van belang. Het beeld op zich is

vaak niet waar je het moet gaan zoeken. Het beeld, de representatie, dat niveau is er vaak

niet. ‘Ik maak iets’, maar niet ‘ik maak een beeld’. Het is meer het bezig zijn, de handeling

zelf die van belang is.’ (respondent 3)

Volgens andere geïnterviewde therapeuten kan de concrete activiteit van met het lichaam in het

hier en nu te werken voor de patiënten een verademing zijn, omdat het spreken snel vastloopt of

hen kan overspoelen. Zo vertelde een therapeute dat wanneer ze ziet dat het niet goed gaat met

Page 39: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

29

iemand, dat ze die patiënt dan vraagt met een doek of een blad van groot formaat te werken tijdens

de sessie. Op die manier is die persoon verplicht om met zijn hele lichaam aan de slag te gaan.

‘Ik zei dat ik zag dat het niet goed ging. Ik heb de tafels samen gezet om in het groot te

werken. Dat doe ik dan vaak, in het groot werken, omdat ze dan met heel hun lichaam

moeten werken.’ (respondent 2)

Het werken met het fysieke en het tastbare heeft dus verschillende voordelen en verschillende

functies, afhankelijk van de doelgroep. Voor de ene patiënt is het belangrijk omdat er op het

niveau van het representeren niets is. Voor de andere patiënt is het belangrijk omdat het focussen

op wat ze precies afbeelden of willen representeren hen net kan overspoelen.

Het verbrokkelde bijeenhouden.

Het fysieke staat niet alleen centraal in het creatief werken, het is ook een centraal punt dat de

psychose kenmerkt. Vooral de schizofrenie wordt gekenmerkt door een ‘verbrokkeling’ van het

lichaam. Vaak ontbreekt een gevoel van samenhang bij deze patiënten in hun zelfbeleving. In vijf

interviews werd gesproken over dat verbrokkelde van het lichaam in de psychose. Zeker in een

gedeclencheerde psychose kan het gevoel van eenheid snel verdwijnen en lijkt het lichaam niet

meer samen te hangen. Tijdens het tweede interview beschrijft een therapeute dat op het moment

dat de psychose doorbreekt bij één van haar patiënten dat verbrokkelde zich ook toont in de

werken die hij dan maakt. Ze toonde daarbij de vrij herkenbare tekeningen die deze man maakt

tijdens stabielere momenten, en de losse krabbels en lijnen wanneer dat stabiele wegvalt.

‘Wat er ook opvalt in de werken van mensen met een psychose is dat verbrokkelde.

Normaal tekent hij eerder zo’n dingen, maar als de psychose dan plots heel erg aanwezig

is, zie je hoe dat uit elkaar valt.’ (respondent 2)

Aan de ene kant kan die verbrokkeling tevoorschijn komen in hun werken, aan de andere kant

kan het werken met het lichaam en het betrekken van de zintuigen ervoor zorgen dat hun lichaam

even samengehouden wordt. Ook het bijeenbrengen van verschillende elementen in één beeld kan

voor een tijdelijk gevoel van eenheid zorgen. Deze therapeut vertelt dat de patiënten door zich te

concentreren en te fixeren op één beeld er in kunnen slagen om toch even hun verbrokkeld

lichaam samen te houden.

‘Dat gevoel van verbrokkeling bij de psychose, dat niet aanwezig zijn op de plaats waar

ze zitten maar verspreid zijn over de ruimte… Door de verbinding met hun beeld kunnen

ze er toch in slagen het gevoel te hebben dat ze dat een beetje samenhouden.’ (respondent

14)

Page 40: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

30

Verder kan ook in hetgeen ze representeren een poging gevonden worden om zichzelf bijeen te

houden. In het vierde interview gaf de respondent hierbij als voorbeeld dat ze een patiënte heeft

die zichzelf in klei uitgebeeld had. Rond benen had ze ijzerdraad gewonden, omdat ze het gevoel

had dat ze op die manier iets samenhield. Dat moest ze doen omdat ze de indruk had dat ze anders

uit elkaar zou kunnen vallen, volgens de therapeute.

Circuleren.

Een belangrijk aspect dat door verschillende respondenten aangehaald werd, was de ruimte

van het atelier binnen de voorziening. Ze zien het atelier als één van de vele plaatsen waartussen

patiënten kunnen circuleren. Er moeten verschillende ateliers zijn, verschillende plaatsen en

verschillende stijlen. Op die manier geraken ze niet vastgeroest op dezelfde plaats in hetzelfde

discours. Aan de andere kant blijven ze zo ook niet ronddwalen, maar zijn er plaatsen waar ze

even kunnen halt houden, waar er iets kan gebeuren.

‘De circulatie en overgang van het één naar het ander. Het verplaatsen van de ene sessie

naar de andere, dat is evenzeer belangrijk. Het stilstaan en kunnen halt houden bij iets.

Mensen mogen hier circuleren en kunnen hier vrij rondlopen, maar wij moeten zorgen

dat er hier en daar iets is waar ze kunnen toekomen, waar er iets gebeurt.’ (respondent

14)

Het product.

Van duaal naar triangulair.

Hierboven schreef ik hoe uit de interviews naar voor kwam dat het creatief werken een andere

manier van spreken kan zijn wanneer dit via de taal niet lukt. Daarnaast bleek dat het werken met

het lichaam, de pure act van het creatief bezig zijn ook een rol kan spelen. In dit deel wil ik het

hebben over het belang van het eindproduct, het kunstwerk op zich.

In een gesprekstherapie heb je enkel de therapeut en de patiënt. Los van het feit dat een gesprek

niet altijd de ideale strategie is om met psychotische patiënten te gaan werken, kan het duale van

zo’n één-op-één contact snel als bedreigend en te direct ervaren worden. In zes interviews werd

gesproken over het feit dat werken met beeldende kunst voor een veilige afstand tussen de patiënt

en de therapeut kan zorgen. Een creatief atelier waarin met beeldende kunst gewerkt wordt,

impliceert immers dat er een werk, een bepaald object gecreëerd wordt. Dat werk kan dan

eventueel gaan dienen als een ‘derde punt’ tussen de patiënt en de therapeut, om het directe van

een duale relatie te vermijden, zoals onder andere de therapeut uit interview 15 het zo mooi stelt.

‘Ik denk dat dat enerzijds bemiddeld is, dat dat geen één-op-één is. Daar staat een

activiteit tussen als een derde punt waarlangs ze kunnen passeren.’ (respondent 15)

Page 41: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

31

Aangezien ze dus met drie en niet met twee aanwezig zijn, hoeft de aandacht niet volledig naar

de patiënt te gaan. Wanneer spreken over de patiënt zelf te confronterend of te direct zou zijn,

kan er wel altijd over het werk gesproken worden. De focus ligt dan ook op het werk zelf, niet op

de patiënt.

‘De beelden die ze gebruiken, de kleuren, de vormgeving, daar stel ik wel vragen over.

Hen zal ik niet te veel gaan bevragen. Op zichzelf terugvallen is in een groot gat vallen.’

(respondent 14)

Via het werk tot spreken komen.

In het eerste thema bij deze onderzoeksvraag beschreef ik het feit dat creatief werken een

manier kan zijn om de onmogelijkheid van de taal achterwege te laten. Toch kwam in zeven

interviews de vraag ter sprake of het al dan niet nodig is om uiteindelijk via het werk toch tot een

spreken te komen.

Vier geïnterviewden benadrukken het feit dat het creatief werken tot doel heeft om het spreken

op gang te brengen. Daarbij is het wel belangrijk dat dit spreken via het werk gebeurt. Dat werk

is namelijk iets objectief, en dat maakt het spreken gemakkelijker en veiliger. Het gemaakte beeld

kan eventueel ook de taal aanvullen op plaatsen waar die anders wegvalt. Een therapeut gebruikte

de metafoor van een rebus: hij laat de patiënten spreken, en op het moment dat dit stilvalt kunnen

ze een beeld maken. Dit beeld laat hen dan misschien toe om weer verder te spreken.

‘Je gebruikt het werk eigenlijk als middel om een spreken op gang te krijgen. Denk

bijvoorbeeld aan Magritte, die schreef zinnen en liet sommige woorden weg en verving

die door tekeningen. Je hebt dus taal en beeld die elkaar afwisselen en aanvullen. Je

spreekt met die mensen, onder andere over wat ze gaan maken. Dan komt er een werk en

dat werk is eigenlijk onderdeel van de dialoog die je hebt. Het vult mekaar aan. Het woord

wordt vervangen door het beeld. En doordat je een beeld hebt, kan je verder praten.’

(respondent 9)

De overige drie therapeuten vinden dat het niet per se noodzakelijk is om via het werk tot een

spreken te komen. Het creatief werken kan misschien een weg vrijmaken voor het verbale, maar

dat hoeft niet. De patiënten kiezen zelf of ze er iets over willen zeggen of niet. Een therapeut

merkte op dat er ook een reden kan zijn waarom bepaalde zaken uitgebeeld worden. De patiënt

dan gaan forceren om daar toch over te vertellen kan dan misschien afbreuk doen aan dat beeld

of het kapotmaken.

Page 42: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

32

‘Een beeld laat ik een beeld zijn binnen het atelier. Ik ga niet beginnen vragen wat ze

gedaan hebben. Er is vaak ook een reden waarom iets in een beeld gegoten is en niet in

woorden. Woorden kunnen het beeld soms kapot maken.’ (respondent 6)

Construeren, eerder dan analyseren.

Een psychotische leegte invullen.

Het werk binnen de ateliers draait volgens de meeste therapeuten rond het opbouwen van iets,

eerder dan het analyseren van wat er gebeurt en wat ze maken. De gapende leegte van de psychose

moet ingevuld worden, niet verder opengetrokken worden. Er wordt niet te veel naar persoonlijke

beleving gevraagd of in hun verleden gegraven, het is eerder de bedoeling dat de therapeut helpt

om iets te ondersteunen.

‘Iemand met een psychose heeft ook niet echt een goede subjectontwikkeling. Dus dan is

het veel interessanter om daar wat rond te werken, een beetje ‘stutten’, en niet teveel in

hun verleden en hun persoonlijke beleving te gaan graven.’ (respondent 4)

De therapeut moet die leegte natuurlijk niet voor de patiënt gaan invullen, maar van tijd tot tijd

kan het nodig zijn dat ze wel iets aanbrengen of voorstellen, zodat de patiënt niet in die leegte zou

verdwijnen of erdoor overspoeld zou raken. Verschillende geïnterviewden benadrukten het

belang hiervan. Het is aan de ene kant belangrijk om de patiënt te volgen en niet alles voor hem

in te vullen. Dus het kan wel even stil blijven maar zeker niet te lang, zoals deze therapeut het

verwoordt.

‘Bij psychotici kijk ik gewoon naar wat er komt. Ik laat het wel geen uur stil zijn, want de

leegte kan heel overspoelend zijn.’ (respondent 4)

Eén enkele therapeute is het daar niet mee eens. Zij vertelde dat haar patiënten onbewust veel

elementen verstoppen in hun werk en vindt het haar taak om die onbewuste boodschappen aan de

oppervlakte te brengen. Op die manier kunnen ze volgens haar tot meer zelfinzicht komen. Dit is

een belangrijk verschil. Zij gaat er dus vanuit dat er wel een bepaald ‘ego’ (om het met haar

woorden te zeggen) aanwezig is, maar dat dat verborgen zit. De andere therapeuten gaan er van

uit dat er helemaal geen verborgen kern aanwezig is, en dat die juist opgebouwd moet worden.

Dit maakt het verschil tussen de nadruk leggen op analyseren of construeren.

Dit ben ‘ik’.

In verschillende interviews draait dat invullen van die leegte rond het verder uitwerken van

die subjectontwikkeling (anderen noemen dat een ‘identiteit’, ‘ego’ of een ‘ik’). Via de taal slaagt

de psychotische patiënt er niet in een subjectieve positie in te nemen. Aan de hand van het creatief

werken en bewerken lukt dat soms wel. In interview 4 gaf de therapeute hier een mooi voorbeeld

Page 43: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

33

van. Ze vertelde over een patiënte die op zoek was naar wie ze is. Ze probeert iets van een eigen

identiteit te vinden of te definiëren, maar via het spreken slaagt ze daar niet in. Ze is nu gedurende

een lange tijd zelfportretten aan het schilderen, soms op een doek van groot formaat, soms op

klein formaat, altijd in verschillende kleuren, verschillende vormen, enzovoort. Op die manier

probeert ze zichzelf toch vorm te geven.

‘Er is ook een andere vrouw die al de hele tijd zelfportretten aan het maken is. Ze wil op

zoek gaan naar wie ze zelf is, en geeft daar via verschillende zelfportretten verschillende

invullingen aan. Dat is voor haar een manier om te zoeken naar zichzelf, en om een

oplossing te vinden.’ (respondent 4)

Dit is echter vaak geen langdurige en blijvende oplossing. Het is voor sommige therapeuten eerder

de bedoeling om ze een kortstondig gevoel van eenheid en samenhang te bieden, om ze even een

gevoel van ‘dit ben ik’ te geven. De therapeute in interview 14 verwoordt het als volgt:

‘Het is eerder de bedoeling om af en toe momenten te krijgen of de ervaring te krijgen

van ‘dit ben ik’, zonder dat je daardoor de verwachting zou hebben dat die leegte of dat

tekort weg zouden zijn. Je moet niet denken dat die persoon plots zijn kern ontdekt zou

hebben. Het gaat erom om even die ervaring te hebben van ‘dit ben ik’, door de keuzes

in kleur en materiaal die ze maken en de subjectieve invulling die ze daaraan geven.’

(respondent 14)

Andere respondenten hebben het over het feit dat patiënten na een lang verblijf in een instelling

vaak niets anders meer zijn dan ‘een psychiatrische patiënt’. Het atelier moet dan een plaats zijn

waar ze meer kunnen zijn dan enkel ‘gek’. Vandaar het belang van een ruim aanbod aan ateliers,

zodat iedereen iets kan vinden wat hem of haar ligt en waar er iets nieuws kan bovenkomen.

‘We hopen dat er toch veel mensen een activiteit of een plek vinden waar ze nog iets

anders kunnen zijn dan ‘zot’.’ (respondent 15)

Het atelier dient in dat geval om een plaats te kunnen innemen waar iets van een identiteit

geconstrueerd en ondersteund kan worden. Die ‘identiteit’ is eerder een beeld, een imago waarin

ze zichzelf kunnen plaatsen en bijeenhouden. Het gaat hier niet om het genuanceerde en

veelzijdige lappendeken in de neurose.

Identificatie met ‘de kunstenaar’.

In zes interviews werd gesproken over het statuut van kunstenaar waarmee ze zich kunnen

identificeren. Ze krijgen de kans om niet meer enkel ‘de psychiatrische patiënt’ te zijn, maar

daarnaast ook ‘de kunstenaar’. In de literatuur wordt in deze context gesproken over een

Page 44: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

34

imaginaire identificatie. Door zich te identificeren met een bepaald beeld of concept krijgt de

psychoticus een oriëntatiepunt van waaruit hij zijn eigen persoon en zijn wereld kan gaan

inrichten. In interview 9 beschrijft de atelierbegeleider het als volgt:

‘We geven hen een nieuwe identiteit, namelijk kunstenaar. Ze kunnen kunstenaar worden

als een soort prothese, zeg maar. Een psychische prothese die ze opbouwen voor zichzelf

en waarmee ze zich kunnen identificeren.’ (respondent 9)

In deze context kwam ook het belang van tentoonstellen, hun werk verkopen, enzovoort ter

sprake. Een therapeute geeft het voorbeeld van een psychotische man die zich als kunstenaar

profileerde, en voor wie de publicatie van zijn werk een rustpunt vormde. Dat bleek voor hem

even een ultieme bevestiging van zijn statuut te zijn.

‘Die waren daar echt mee bezig, en die profileerden zich dan ook als kunstenaar. Er was

er zo één bij wie dat nu veranderd is omdat er een publicatie zal komen, en voor die

persoon is dat precies een rustpunt.’ (respondent 1)

Zelfvertrouwen opbouwen.

In deze context werd ook het belang aangehaald van de bevestiging en het opbouwen van hun

zelfvertrouwen, want door de psychose of door een lange opname kan dat soms een moeilijk punt

zijn. Binnen deze ateliers wordt gefocust op de sterktes van de patiënten. Er wordt stap voor stap

gewerkt en het positieve wordt benoemd. Het interessante aan creatief beeldend werken is dat de

patiënten een spoor achterlaten dat ze achteraf opnieuw kunnen bekijken. Ook het achteraf

bekijken van de evolutie die ze maken kan het zelfvertrouwen stimuleren.

‘Een pluspunt aan creatieve therapie is dat je een tastbaar spoor achterlaat, waar je later

altijd nog naar kunt terugkijken. Door de evolutie te bekijken die ze doormaken kan er

ook iets van hun zelfvertrouwen bevestigd worden.’ (respondent 2)

Veel therapeuten en begeleiders die ik geïnterviewd heb, nemen met hun atelier deel aan

kunstprojecten of organiseren tentoonstellingen. Wat eveneens van belang is en een bijdrage

levert aan het opbouwen van het zelfvertrouwen, is de erkenning van de buitenwereld voor hun

werk.

‘Hun werk tentoonstellen en gezien worden door anderen, erkenning krijgen van de

buitenwereld, voor ons is dat eigenlijk het therapeutisch aspect.’ (respondent 9)

Page 45: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

35

Los van het creatieve en kunstzinnige.

De sociale band.

Aangezien de meeste ateliers in groep georganiseerd worden, komt er ook een belangrijk

sociaal aspect bij kijken. Dit kwam vooral ter sprake tijdens de interviews met begeleiders van

creatieve ateliers die buiten elke therapeutische context georganiseerd worden. Een langdurige

opname of een psychose in het algemeen kunnen iemand sterk isoleren. Deze ateliers hebben de

bedoeling die isolatie te doorbreken en de stap om terug buiten te komen en andere mensen te

ontmoeten kleiner te maken.

‘Iedereen is welkom, of het nu iemand met geestelijke problemen is, iemand die in de

buurt woont en wat eenzaam is of iemand die zich gewoon wil komen amuseren. Door het

feit dat je die mix aanbiedt, merk je ook dat mensen terug sociaalvaardiger worden en

meer zelfvertrouwen krijgen.’ (respondent 8)

Ook binnen instellingen speelt dit aspect een rol. Enkele therapeuten kiezen er bewust voor om

hun ateliers in groep te laten doorgaan, omdat de patiënten zo automatisch met anderen in contact

komen. Op die manier wordt hun isolement automatisch een beetje doorbroken.

‘Natuurlijk heeft dat atelier ook een sociale functie. Dat sociale aspect van samen werken

en samen koffie drinken en met elkaar praten is natuurlijk ook belangrijk.’ (respondent

9)

Plezier en ontspanning.

Creatief werken hoeft niet per se enkel therapeutische doeleinden te dienen. Vier therapeuten

spraken over het feit dat het atelier ook gewoon leuk moet zijn. Het kan een plaats zijn waar de

patiënten heen kunnen om zich even te ontspannen en er hun gedachten te verzetten.

‘Het is belangrijk om meer manieren te vinden om met wat er in je leeft om te gaan.

Uitingsvormen of afleiding en ontspanning. Bijvoorbeeld ondervinden dat tekenen helpt

om het allemaal even minder zwaar te maken in je hoofd.’ (respondent 15)

In de meeste gevallen gaat het over patiënten die al jaren in de psychiatrie verblijven. Het draait

hierbij zelden om het beteugelen van een gedeclencheerde psychose. Het is eerder de bedoeling

om terug wat leven te krijgen in gestabiliseerde patiënten die door een langdurige opname en veel

medicatie neigen stil te vallen. Volgens deze therapeuten is het van vitaal belang dat deze mensen

niet in deze spiraal blijven neerdalen, maar dat ze af en toe ook nog eens plezier kunnen maken.

‘Afleiding, niet alleen aan hun ziekte denken maar ook eens plezier beleven, ook dat is

van groot belang.’ (respondent 2)

Page 46: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

36

De stap naar de maatschappij.

Ongeveer de helft van de geïnterviewden had het over het feit dat het creatief atelier ook oog

heeft voor rehabilitatie na het verblijf in de instelling. In deze gevallen gaan ze niet enkel focussen

op het creatieve en het artistieke aspect van het atelier, maar gaan ze de patiënten ook confronteren

met alledaagse zaken zoals op tijd komen, omgaan met saaiheid en frustraties, opruimen na het

werken, enzovoort. Sommige therapeuten zorgen ervoor dat het atelier telkens iets vreemds of

confronterends is, zodat de patiënten niet te hard gewoon raken aan de routine en het

beschermende van de instelling. Hoe moeten ze zich anders ooit terug aanpassen aan de

onvoorspelbaarheid van het dagelijks leven in de maatschappij? De therapeut in interview 3 stelt

dat creativiteit niet alleen als medium in het atelier gebruikt kan worden, maar evengoed als een

manier om de routine en het starre van de instelling wat losser te maken.

‘Het creatief werken is ook een manier om de dingen in vraag te stellen en de routine

eens te doorbreken. Je zou kunnen zeggen dat we creativiteit evengoed aanwenden om de

starheid van de instelling wat losser te maken. Het is nodig om die routine en dat

voorspelbare wat te doorbreken, anders blijft de stap naar de buitenwereld veel te groot.’

(respondent 3)

Enkele interviews vonden plaats binnen organisaties die zich bewust buiten alles wat met

psychiatrie en therapie te maken heeft plaatsen. Het kan soms een grote stap zijn om opnieuw in

de maatschappij te komen na een langdurig verblijf in de psychiatrie, en deze organisaties

proberen de drempel te verlagen door creatieve ateliers in ‘de buitenwereld’ te organiseren, buiten

instellingen en privépraktijken. In deze ateliers is iedereen welkom, zowel mensen die uit de

psychiatrie komen als mensen die nooit patiënt geweest zijn.

‘Het idee is vooral om de binding met de maatschappij te vergemakkelijken. Want iemand

die in opname is geweest, heeft een stempel en vindt heel moeilijk terug aansluiting bij de

maatschappij. Dus we willen een plaats creëren binnen de maatschappij waar ze zich wel

op hun gemak voelen en waar ze niet worden geviseerd.’ (respondent 12)

Op die manier hopen ze de drempel om naar buiten te komen te verlagen, omdat die na een

langdurig verblijf in de psychiatrie soms heel groot geworden is.

Tot zo ver antwoorden die ik kreeg op de vraag welke functies kunst en creativiteit kunnen hebben

voor psychotische patiënten. Daarnaast ging ik ook na hoe de therapeuten en begeleiders van

creatieve ateliers die ik interviewde dit concreet aanpakken. Deze resultaten geef ik weer in het

volgend deel.

Page 47: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

37

Onderzoeksvraag 2. Hoe wordt dit concreet ingevuld binnen deze ateliers?

Figuur 2

De vrijheid van de patiënt.

In negen van de dertien interviews werd gesproken over het feit dat de geïnterviewde

respondenten de patiënten inspraak geven in de organisatie van de ateliers. Op de meeste plaatsen

mogen ze dan ook zelf kiezen aan welke ateliers en aanwelke activiteiten ze deelnemen. Enkele

geïnterviewde therapeuten hebben de ateliers opgestart in samenspraak met de patiënten. Ze

leggen de mogelijkheden voor en de patiënten kunnen dan voorstellen wat ze zouden willen doen.

In interview 15 vertelde de therapeute dat dit belangrijk is, omdat het aanbod op die manier echt

in functie van de patiënten groeit.

‘Hier in het dagcentrum zijn we gestart met een leeg blad. We gingen elke week met de

mensen samenzitten en bespraken de mogelijkheden: deze mensen en deze ruimtes zijn

beschikbaar, hoe gaan we dat nu invullen? Dat doen we nu nog altijd. Wekelijks houden

we zo’n vergadering. Zo groeit het aanbod in functie van de patiënten.’ (respondent 15)

In interview 10 werd een voorbeeld gegeven over een atelier waar de twee begeleiders met een

heel duidelijk idee gestart waren. Ze wilden met psychotische patiënten werken rond ‘soapseries’.

Daarna gingen ze op zoek naar patiënten die daaraan wilden deelnemen. Dat atelier werkte niet,

de patiënten waren daar niet enthousiast over. Het was op het moment dat ze dat concept loslieten

Concrete invulling

De vrijheid van de patiënt

Werken met opdrachten

De rol van de therapeut

Gardez-vous...

Tussenkomen

Ingebed in een ruimere context

Groep en individu

Materiaal

Aanwezigheid

Een grote diversiteit

De focus op het artistieke

Een kunstenaar als therapeut

Niet 'therapeutisch'

Artistieke projecten

Het esthetisch aspect

Page 48: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

38

en begonnen te werken met wat er door de patiënten werd binnengebracht, dat er iets kon

gebeuren.

Ook binnen de ateliers laten de meeste therapeuten en begeleiders de patiënten het initiatief nemen

over wat ze willen maken en waarmee ze willen werken. Dit werd enkele keren in contrast

geplaatst met neurotische patiënten. Deze manier van werken is niet eigen aan het creatief werken,

maar sluit vooral beter aan bij psychotische patiënten. Zo beschreef een therapeute dat ze haar

psychotische patiënten zelf laat kiezen wat ze doen. Wanneer er dan soms niets gebeurt, gaat ze

het nog niet voor hen invullen. Dan vraagt ze hen om de volgende sessie met een idee te komen.

Het volgen van de ideeën van de patiënten en het geven van die vrijheid laat toe om ruimte vrij te

houden voor wat voor hen belangrijk is en wat het voor hen kan betekenen.

‘In het atelier volg ik iedereen zijn ideeën zoveel mogelijk. Als iemand dit of dat wil doen,

in zowel houtbewerking, fietsen herstellen als schilderen, boetseren en muziek spelen.

Naarmate je de mensen de vrijheid geeft en daarmee bezig bent, dan wordt de betekenis

van die dingen ook duidelijk.’ (respondent 8)

Is het dan aan te raden om psychotische patiënten altijd alle vrijheid te geven, zowel in het kiezen

van de ateliers waaraan ze deelnemen als in het bepalen van de inhoud van die ateliers? Dat hangt

natuurlijk af van patiënt tot patiënt. Als iemand niet met keuzes en met vrijheid en openheid om

kan, dan is het misschien meer aangewezen om die persoon structuur te bieden.

‘Dat hangt ervan af. Als iemand al weken thuis zit en niet kan beslissen of hij in opname

zou komen of niet, niet weet waarnaar toe, niet weet wat te doen, dan gaan wij die persoon

niet de keuze geven wanneer ze het liefst afkomen en wat ze het liefst willen doen. Dan

kan je die persoon juist helpen door een structuur te bieden. Dat past dan ook in mijn

pleidooi om heel particulier en individueel te gaan werken. Het is niet omdat iets voor

één iemand goed is, dat dat voor iemand anders dan automatisch ook zo is.’ (respondent

8)

Werken met opdrachten.

In de lijn met het vorige, zijn ongeveer de helft van de geïnterviewde therapeuten van mening

dat het geen goed idee is om de tijd van het atelier te vullen met opdrachten. Ze laten de patiënten

liever zelf kiezen wat ze maken en met welk materiaal ze werken. De meest voorkomende uitleg

hiervoor was dat een eventuele opdracht de patiënt teveel zou beïnvloeden.

‘Ik ben ook bang dat ze zich naar de opdracht zouden beginnen gedragen. Ik denk dat dat

zo al vaak genoeg gebeurt, ook zonder opdrachten te geven. Het is niet de bedoeling dat

ze hier iets voor mij komen maken.’ (respondent 1)

Page 49: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

39

Op sommige plaatsen verdwijnen de patiënten snel in een passieve positie, waarbij ze ervan

uitgaan dat alles voor hen beslist wordt en dat alles voor hen gedaan wordt en stellen zich daar

geen vragen bij. Daar net niet in meegaan, en niet telkens alles opvullen door hen te vertellen wat

ze moeten doen, kan een manier zijn om dat wat losser te proberen te maken, waarvan de

respondent in het onderstaande citaat getuigt. Op die manier kan er dan misschien toch iets van

het subject verschijnen.

‘Maar je kan er soms ook eens niet in meegaan, ze confronteren met het feit dat ze geen

keuze initiëren. Maar als je dan zegt dat zij eens mogen kiezen, dan moet je niet denken

dat daar onmiddellijk een idee naar boven komt. Maar het kan een weg daarnaartoe zijn.’

(respondent 3)

Enkele therapeuten vinden het echter wel nodig om opdrachten te geven. In die gevallen gaat het

vooral om patiënten die weinig of geen initiatief nemen. Als de therapeut wacht tot ze zelf met

een idee komen, dan komt er vaak helemaal niets. Voor hen wordt het geven van een

groepsopdracht dan gebruikt als een soort motor voor het atelier. Hier zal ik dieper op ingaan in

het stuk ‘Groep en individu’.

Spelen met wat moeilijk is.

Bij de enkele therapeuten die wel met opdrachten werken, vroeg ik wat ze dan bijvoorbeeld

geven als opdracht. Iets dat hierbij vaak ter sprake kwam, is dat ze de patiënten willen laten

werken met net datgene waar ze het moeilijk mee hebben, maar dan op een minder directe manier.

Zo kwamen de stem, de blik, het lichaam en het contact met de anderen vaak aangehaald als

voorbeelden van waar een psychoticus het vaak moeilijk mee heeft. Door er een spel van te

maken, kan het allemaal wat draaglijker worden.

De volgende therapeute vertelde bijvoorbeeld over hoe ze binnen het atelier maskers maakten,

om daarmee het bedreigende van de blik in een spel om te zetten. Er was ook een micro met een

stemvervormer in het atelier aanwezig. Er werden dan quotes in kalligrafie opgeschreven van wat

de patiënten daarin vertelden (en dat konden soms heel ‘psychotische verhalen’ zijn). Van die

quotes werden dan collages gemaakt. Door die te directe moeilijkheden te vervormen en ermee

te spelen, kon er volgens haar iets ‘gecoupeerd’ worden.

‘Op die manier kon er een soort van spel komen. Soms kwamen er heel psychotische

verhalen in die micro’s naar voor. Maar door dat te vervormen kon dat precies

gecoupeerd worden. Dat ging niet volledig op in die drift.’ (respondent 10)

Page 50: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

40

De rol van de therapeut.

Wat is dan de plaats van de therapeut in dit verhaal, als er zoveel inspraak en keuzevrijheid aan

de patiënten wordt gegeven? De meeste geïnterviewden waren het er over eens dat de positie

waarin de therapeut moet proberen te geraken, de positie is van iemand die ondersteunt, iemand

die mee helpt zoeken naar een uitweg.

‘Het is alsof we allemaal op een schip zitten. De persoon in kwestie is de stuurman en wij

zijn matrozen die helpen om het schip te laten varen. Maar hij bepaalt zelf de richting die

het schip volgt. We willen de mensen hier dus de kans geven om zelf hun weg te vinden.’

(respondent 14)

Gardez-vous…

Acht van de dertien therapeuten deelden dezelfde mening: algemene interpretaties hebben

geen zin en zijn niet mogelijk, dus we gaan het werk niet interpreteren. Wat je eventueel wel kan

doen, is objectief beschrijven wat je ziet, en de patiënt vragen om er iets over te vertellen. Het

heeft geen zin om met typologieën te beginnen zoals denken dat een overmatig gebruik van zwarte

verf wil zeggen dat het niet goed gaat met de patiënt, volgens deze therapeuten. Misschien heeft

die zwarte kleur wel een heel andere betekenis voor deze patiënt. De enige betekenis die je in een

werk kan vinden, is in wat de patiënt er zelf over vertelt. De volgende therapeute steunt hierbij

op een theoretisch kader, ze verwijst letterlijk naar Lacan terwijl ze het heeft over haar visie op

de plaats van creatie in het therapeutisch proces.

‘Ik interpreteer niet. Lacan zei dat ook, dat je je moet behoeden voor het begrijpen.

Gardez-vous de comprendre. Het enige wat ik vraag is of ze er zelf iets over willen

vertellen. Dan zeg ik bijvoorbeeld dat er lichte kleuren zijn gebruikt. Soms is dat al

genoeg.’ (respondent 4)

Door gewoon te beschrijven wat ze zien, zoals het voorbeeld van de kleuren dat de therapeute

hier geeft, kan volstaan om de patiënt te laten vertellen over het hoe en waarom van wat ze

gemaakt hebben.

Het is een kleine minderheid, maar toch vinden twee therapeuten interpreteren wel noodzakelijk.

Ze vertellen daar wel bij dat het nog belangrijker is dat je je interpretaties ook in twijfel trekt en

toetst bij de patiënten zelf. Het kan een manier zijn om woorden aan te reiken en hen het te helpen

benoemen, wanneer ze dat uit zichzelf moeilijk kunnen.

‘Het is altijd zoeken, dat is bij ons ook zo. Waarom heb je die kleur gekozen? Dan reik je

wat woorden aan en dan kunnen ze daar ook wel keuzes uit maken of het past bij hun

keuze of niet.’ (respondent 14)

Page 51: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

41

Deze mening verschilt dan weer sterk tussen de therapeuten die het noodzakelijk vinden om via

het werk tot spreken te komen, en degene die vinden dat dit niet nodig is.

Als het al de bedoeling is om via het beeldend werken tot inzichten te komen, dan is het de

bedoeling dat ze zelf tot die inzichten komen volgens de meeste geïnterviewden. Ook dit hoort

bij de houding van het niet-weten. In interview 14 werd gezegd dat de therapeut beschikbaar moet

zijn en een spiegel voorhoudt. Hij gaat echter niet zeggen wat er in die spiegel te zien is en hoe

die persoon dat kan veranderen. Dat moeten ze zelf gaandeweg ontdekken. Een andere therapeut

verwoordt het als volgt:

‘Als begeleider neem je de functie op van de Ander als een soort klankbord waar ze hun

problemen waar ze mee worstelen op kunnen projecteren, zonder dat wij daar actief in

gaan tussenkomen.’ (respondent 9)

Tussenkomen.

Mits enkele uitzonderingen is de algemene consensus dus dat de therapeut niet moet gaan

interpreteren en duiden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je als therapeut enkel mag kijken en

volgen, zonder ooit in te grijpen. Volgens sommige therapeuten is het soms nodig om tussen te

komen, maar enkel wanneer je merkt dat er iets is dat hen eerder slechter dan beter maakt, of

wanneer je ziet dat ze vastzitten in een bepaald stramien. Van hun eigen oplossingen moet je

afblijven, anders krijg je crisissen. Maar wanneer je merkt dat die oplossing eigenlijk meer kwaad

dan goed doet, dan kan je tussenkomen en hen helpen zoeken naar iets nieuws.

‘Dat is een grove fout van psychologen en beginnende creatieve therapeuten. Ze willen

altijd interveniëren. Kijk, je moet interveniëren op het moment dat je merkt dat het iets is

dat hen overspoelt. Door de sessie te stoppen bijvoorbeeld, door de tijd te hanteren.’

(respondent 11)

Dat tussenkomen mag echter ook niet te direct gebeuren, dat moet via omwegen gaan. Deze

therapeut geeft het voorbeeld van het hanteren van de tijd. Dit aspect kwam ook in andere

interviews aan bod. Een ander voorbeeld was het voorstellen om eens met een ander materiaal te

werken. Dat kan soms ook voor een coupure zorgen die de patiënt de kans geeft om uit zijn

moeilijke positie weg te komen.

Ingebed in een ruimere context.

Wat niet vergeten mag worden, is dat de meeste ateliers in instellingen plaatsvinden. De

werking van het atelier staat dan niet los van de werking van die instelling. Op sommige plaatsen

is de deelname aan de ateliers bijvoorbeeld verplicht, bij andere niet. Dat maakt een groot verschil.

Een therapeut zei daar het volgende over:

Page 52: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

42

‘De mensen zijn eigenlijk verplicht om deel te nemen aan de activiteiten. Daar zit voor

mij al een eerste moeilijkheid. Verplichting en creativiteit, dat gaat niet goed samen.‘

(respondent 3)

Het creatief atelier is ook geen eiland op zich. Op de afdeling zijn vaak ook andere ateliers

aanwezig, zijn er individuele gesprekken, zijn er activiteiten en uitstappen, enzovoort. Wat er in

het atelier naar boven komt, wordt alleen nog rijker en interessanter wanneer dat samen wordt

gelegd met wat er op andere plaatsen gebeurt. Enkele respondenten haalden aan dat samenwerken

met het team belangrijk is, ook al staat dat op het eerste zicht misschien los van het atelier zelf.

‘Mijn observaties worden dan samengelegd met die van de collega’s: de psycholoog, de

psychiater, de sociaal assistent, de verpleegkundigen, enzovoort. Dat zijn heel veel

observaties die pas betekenis krijgen op het moment dat we ze in een rij leggen.’

(respondent 8)

Groep en individu.

De grote helft van de ateliers gebeurt in groep. Het sociale is vaak geen evidentie voor

psychotische patiënten. Er is vaak wel behoefte aan sociaal contact, maar het is moeilijk om dat

zelf georganiseerd te krijgen. Ateliers die in groep georganiseerd worden, kunnen dan op dat vlak

een duwtje in de rug zijn.

Sommige therapeuten geven groepsopdrachten, omdat er volgens hen een paar nadelen verbonden

zijn aan het individueel laten werken van de psychotische patiënten. Sommigen vinden dat dat de

patiënt te sterk viseert, dat er te intens gekeken wordt naar wie die patiënt is en wat er misgaat.

En wanneer ze te veel over zichzelf bevraagd worden, dan kunnen ze in een grote leegte

terechtkomen. Die overspoelende leegte kan ervoor zorgen dat de patiënt niet op gang komt of

stilvalt. Het in groep aan eenzelfde opdracht werken zorgt er dan voor dat er iets in gang gehouden

wordt. In interview 14 vertelt de therapeute dat ze groepsopdrachten gebruikt, omdat de

groepsdynamiek volgens haar de patiënten en het atelier in beweging houdt.

‘Aangezien bijna iedereen in deze groep psychotisch is, kies ik er vaak voor om met deze

groep een groepsoefening te doen. In psychose heb je snel de leegte, het niet weten wat,

die een traagheid en een neiging tot stilvallen inhoudt. De groepsdynamiek werkt dan

enorm. Want de groepsopdrachten zijn een manier om er terug wat beweging in te krijgen

wanneer je ziet dat de groep is stilgevallen.’ (respondent 14)

Dat gaat dan vaak echter meer in de richting van een bezigheidstherapie, zoals de volgende

therapeut beschrijft. De groepsopdrachten worden dan gebruikt als een soort basis, een beginpunt

vanwaar iedereen kan vertrekken. Wanneer er echter iets opduikt dat belangrijk is voor een

Page 53: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

43

patiënt, of wanneer een patiënt iets anders wil doen dan meewerken aan de groepsopdracht, dan

moet daar zeker aandacht aan besteed worden. Het individuele blijft centraal staan, de

groepsopdrachten zijn vooral een motor om de patiënten in gang te houden.

‘Dan zijn er ook individuele sessies, wanneer de groep te bedreigend is. Of wanneer ze

op iets willen doorwerken.’ (respondent 2)

Het materiaal.

Aanwezigheid.

De meest voor de hand liggende reden waarom de aanwezigheid van het materiaal van belang

is, is omdat het op die manier mogelijk is om te werken. Enkele geïnterviewde therapeuten

verwezen naar patiënten die dwangmatig constant aan het werk zijn. Als het creatief werken voor

hen op dat moment een noodzaak is, dan is het eveneens een noodzaak dat er steeds materiaal ter

beschikking is.

‘Dat waren zijn wanen waarover hij vertelde en schilderde. De begeleidster zorgde de

hele tijd dat hij doek had, want daar kon hij niet mee bezig zijn. Daarvoor was hij te

chaotisch. Dus het was dan ook haar werk om te zorgen dat hij steeds een drager voor

zijn werk had, dat er steeds papier en doek voor handen was.’ (respondent 15)

Naast het voor de hand liggend praktisch nut van de aanwezigheid van het materiaal, kan het ook

voor inspiratie zorgen en het verlangen om iets te maken op gang houden. Er is een groot verschil

tussen werken in een lege ruimte, of een ruimte waarin er van alles aanwezig is en waar het ‘leeft’.

Deze therapeut kiest er bijvoorbeeld bewust voor om zijn atelier niet te proper en opgeruimd

achter te laten.

‘Ik heb destijds ook gekozen om zo weinig mogelijk gesloten kasten te hebben. Ik probeer

zo een beetje de prikkelwaarde van het materiaal te benutten. Ik ruim ook zelden op in

het atelier. Ik wil er geen cleane, steriele ruimte van maken. Een atelier moet een atelier

zijn waar er materiaal ligt en waar je af en toe eens moet zoeken. Je zoekt dan naar een

potlood, en dan zie je andere dingen liggen en krijg je weer nieuwe ideeën. En dat werkt

wel, heb ik de indruk.’ (respondent 6)

Louter de aanwezigheid van het materiaal kan volgens deze geïnterviewden dus al effecten

hebben voor de patiënten die deelnemen aan het atelier. Het feit dat ze naar een plaats kunnen

waar ze omringd worden door alles wat binnen het plaatje van hun kunstenaarschap past, kan die

identificatie bevestigen en nog versterken.

Page 54: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

44

‘In het beste geval is het een ruimte waar ze naartoe kunnen komen om ten volle tekenaar

of schilder te zijn. Omdat het een ruimte is waar dat materiaal aanwezig is. Omdat alles

daarin bevestigd wordt.’ (respondent 1)

Een grote diversiteit.

In de verschillende ateliers en therapieruimtes die ik bezocht, wordt er met heel uiteenlopende

vormen van beeldende kunst gewerkt. Enkelen houden het bij tekenen of schilderen op doek of

papier, sommigen maken liever collages, op andere plaatsen wordt er geboetseerd, gebeeldhouwd

of genaaid. Het is niet alleen het onderwerp van het werk dat telt, ook het materiaal waarmee het

gemaakt wordt kan een rol spelen voor de patiënten. Vandaar dat het interessant kan zijn om een

grote diversiteit aan te bieden. Door met iets nieuws aan de slag te gaan, kan er misschien ook

iets nieuws bovenkomen volgens de therapeut in interview 3.

‘Je kunt met alles sporen nalaten. Schilderen doe je normaal met verf, maar je kan dat

evengoed doen met koffie, of met tandpasta. Het is toch de bedoeling om het ongewone

een beetje binnen te brengen, in de hoop dat daar plots iets nieuws bovenkomt dat we nog

niet hebben gezien.’ (respondent 3)

Klei.

Echter niet alle soorten materiaal zijn evident om mee te werken voor de patiënten. In drie

verschillende interviews werd bijvoorbeeld gesproken over het feit dat je niet zomaar iedereen

met klei kan laten werken. Met klei boetseren is iets heel rechtstreeks, je zit effectief met je handen

in het materiaal. Wanneer je tekent of schildert dan zit daar altijd nog een potlood of penseel

tussen. Met die directheid van de klei kunnen psychotische patiënten het blijkbaar lastig hebben,

volgens deze therapeuten.

‘Klei heeft een bepaalde structuur, dat is zacht. Sommige mensen verliezen zich daar een

beetje in. En het is natuurlijk niet de bedoeling dat ze hier declencheren. Als ze met klei

willen werken, geef ik meestal eerst een opwarmende oefening. Dat warmt de spieren in

de vingers een beetje op en dat warmt de klei ook op. Dan kunnen ze al even een beetje

aan het contact wennen.’ (respondent 4)

Een andere therapeut gaf een andere visie over waarom hij met klei werken liever vermijdt. Hij

legt de nadruk op het creëren van consistentie, zowel in de inhoud door het maken van reeksen,

als in het materiaal. Klei is een materiaal dat volgens hem geen consistentie biedt, dat brokkelt

snel af en valt uit elkaar. Met steen werken kan dan bijvoorbeeld een beter alternatief zijn, dat is

veel minder broos.

Page 55: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

45

‘Bij schizofrenen zal de nadruk liggen op het creëren van een consistentie, vooral op het

niveau van het lichaam. Als je hen laat schilderen zal die verbrokkeling heel snel

verschijnen in hun werk. Collages met foto’s maken biedt dan meer consistentie. Ik laat

ze ook liever kappen uit steen, eerder dan ze met klei te laten werken. Klei kruimelt, valt

uit elkaar en biedt geen consistentie, een steen wel.’ (respondent 11)

Kunst van afval.

In enkele interviews kwam het gebruik van afval of restmateriaal ter sprake. Het voordeel

hiervan is niet alleen dat het goedkoper is, sommige therapeuten zien er ook een bepaalde

symboliek in. Het is een creatieve bewerking van iets dat eigenlijk enkel goed is voor de

vuilnisbak, en daar maak je dan iets mooi van, iets artistiek. Wat op het ene moment nog afval is,

kan toch plots iets interessant worden, een plaats krijgen.

‘Ik werk graag met papier maché. Dat is werken met je handen, met je lichaam. Ik werk

graag met restmateriaal. Veel mensen hier hebben het financieel niet breed. Dus we

proberen zeker met niet te duur materiaal te werken. Werken met recyclage is ook iets

symbolisch, je werkt met wat er voor handen is.’ (respondent 2)

De focus op het artistieke.

Een kunstenaar als therapeut.

Het valt op dat een aanzienlijk deel van de geïnterviewden zelf ooit een kunstopleiding gehad

heeft. Aangezien het hier over creatieve ateliers gaat waarin er met beeldende kunst gewerkt

wordt, dringt de vraag zich op of de begeleidende therapeut dan zelf kunstenaar moet zijn, of

minstens aanleg moet hebben. Is dat een noodzakelijke voorwaarde? De meningen hierover zijn

verdeeld. Sommigen vinden dat dit absoluut niet nodig is, voor anderen is het noodzakelijk dat

de begeleiders van deze ateliers eerder artiesten dan therapeuten zijn. Sommigen vinden het nodig

dat de begeleider zelf aan het werk is tijdens het atelier, omdat dat inspirerend kan werken en een

te bedreigende blik vermijdt. Anderen vinden dat dan weer niet nodig, het atelier draait namelijk

niet rond de begeleider maar rond de patiënt. Over één ding waren de meesten het wel eens: de

begeleider moet op zijn minst persoonlijk in beeldende kunst geïnteresseerd zijn. Het verlangen

van de begeleider speelt namelijk wel een rol.

‘Elke begeleider moet komen werken vanuit zijn eigen verlangen. Maar in dat verlangen

moet er plaats zijn voor de bewoner. Bij ons zijn de begeleiders mensen die een

kunstopleiding hebben gehad, eerder dan psychologen.’ (respondent 11)

Volgens de meeste therapeuten is het echter geen noodzakelijke voorwaarde om zelf professionele

kunstenaar te zijn als therapeut, maar het is wel een voordeel als de begeleider een zekere kennis

Page 56: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

46

van materialen en technieken heeft. De volgende therapeute vertelde dat ze op die manier af en

toe iets nieuws kan aanreiken aan de patiënt, wanneer deze vast dreigt te geraken in vastgeroeste

patronen of wanneer deze niet weet waar te beginnen. Op die manier kan er dan misschien iets

nieuws ontstaan.

‘Op zich is het niet belangrijk om als beeldend therapeut zelf een groot beeldend

kunstenaar te zijn. Wat er wel van belang is, is dat je een beeldend medium kan inzetten

in functie van wat je patiënten nodig hebben op dat moment, dat ik voldoende technieken

ken en kan toepassen. Dan kan ik die indien nodig aan de mensen doorgeven om ze een

aanzet te geven om met iets aan de slag te gaan.’ (respondent 4)

Lesgeven.

Het is daarbij wel niet de bedoeling dat de begeleider les begint te geven, daar waren alle

geïnterviewden het mee eens, op één therapeut na. Het kan soms interessant zijn om iets nieuws

aan te reiken, omdat van methode of van materiaal veranderen hun discours kan verschuiven.

Maar het is niet de bedoeling dat het atelier een plaats wordt waar ze naartoe gaan om te leren

schilderen of boetseren.

‘Ik geef bijvoorbeeld geen les in kleuren maken. In Nederland waren ze woest toen ze dat

hoorden. ‘Je moet op zijn minst toch de primaire kleuren aanleren!’ Maar dat interesseert

de patiënten niet, dergelijke zever. Wat er wel gebeurt is dat op het moment dat ze zelf

aan het schilderen zijn en ze willen het echt laten lijken, dat ze dan bijvoorbeeld gaan

vragen hoe ze vleeskleur kunnen maken. En dan kan je dat wel doen. Dan pikken ze dingen

op, omdat het hen op dat moment interesseert omdat ze het nodig hebben voor hun werk.’

(respondent 11)

Je mag ze dus wel iets aanleren voor zover ze dat zelf willen en dat nodig hebben voor het

kunstwerk dat ze aan het maken zijn, volgens deze therapeut. Anders doe je dat niet, want dat

heeft geen zin.

Eén therapeut was het hier niet mee eens. Hij laat zijn patiënten kleine voorwerpen in klei maken,

en wanneer ze daar tevreden over zijn leert hij hen hoe ze dat dan in het groot kunnen maken via

beeldhouwkunst. Hij probeert afwisselend de rol van therapeut en leraar op te nemen binnen de

sessies die hij geeft.

‘Dan hadden we even dat therapeutische. En in het atelier ben ik dan eerder een

beeldhouwer. Dan zet ik me wel eerder in de rol van leerkracht, terwijl ik daar tijdens de

therapiesessies probeer uit te blijven.’ (respondent 12)

Page 57: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

47

Niet ‘therapeutisch’.

In vier organisaties waar ik met begeleiders van creatieve ateliers ging spreken, werd expliciet

gezegd dat ze niet therapeutisch te werk gaan. Ze organiseren alle vier creatieve ateliers voor

zowel patiënten als niet-patiënten, en houden dit bewust buiten alles wat met psychiatrie of

therapie te maken heeft.

‘Therapeutisch… we profileren ons niet als dusdanig. We geven hen een nieuwe identiteit,

namelijk kunstenaar. Wat we doen is artistiek consulentschap. (…) Ik denk dat het voor

hun identiteit goed is dat het niet therapeutisch aangepakt wordt, anders blijven ze steken

in die psychiatrische cocon.’ (respondent 9)

Het idee daarachter is dus dat de nadruk op kunst moet liggen, en niet op het feit dat de artiesten

ziek zijn. Dit kan helpen om nog iets anders te zijn naast ‘de patiënt’, en dat maakt de stap naar

de maatschappij misschien minder groot. De keuze om het woord ‘therapie’ achterwege te laten

is eerder strategisch om wat afstand te nemen van het institutionele. Er zijn namelijk vaak wel

therapeutische effecten, al was het maar op het niveau van hun identiteit of het krijgen van

erkenning van de buitenwereld.

Artistieke projecten.

Tentoonstellen.

Veel van de geïnterviewde therapeuten organiseren artistieke projecten voor de patiënten

binnen of buiten hun atelier. Het organiseren van tentoonstellingen kan bijvoorbeeld interessante

effecten teweegbrengen. Zeker voor patiënten die al gedurende een langere tijd opgenomen zijn

en door hun psychose en hun medicatie wat afgestompt zijn, kan het een manier zijn om nog eens

buiten de instelling te komen en nieuwe prikkels en indrukken op te doen, volgens verschillende

therapeuten. Anderen vertellen dat ze op die manier erkenning voor hun werk krijgen door de

buitenwereld, wat voor hun zelfvertrouwen en hun identiteit dan weer een belangrijke rol kan

spelen.

‘Die was zo fier dat hij daar zijn eerste solotentoonstelling kon houden. Dat geeft een

naam. Dat is het idee erachter. Hij zei zelf dat dat één van de mooiste momenten van zijn

leven was.’ (respondent 12)

In enkele interviews werd wel gewaarschuwd dat het tentoonstellen van werken van patiënten

niet evident is, en dat je dit zeker niet met iedereen kan doen. Een belangrijk aspect dat

onlosmakelijk met tentoonstellen verbonden is, en dat vooral bij de psychotische patiënt meer

kwaad dan goed kan doen, is de blik van de Ander die heel sterk aanwezig is. In interview 11

wordt dit heel mooi verwoord.

Page 58: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

48

‘Bij paranoïci en schizofrenen ga je daarmee opletten, met tentoonstellingen. Dat mag je

niet te vlug doen, door het bekeken worden. De blik die te indringend kan zijn en binnen

de paranoia achtervolgend kan worden. Je moet daar dus mee opletten. Maar goed, bij

ons mogen ze zelf kiezen. Er zijn er die dat wel willen doen, en dan bestuderen ze het

effect van hun werk op het publiek. Het gaat niet over hen, het gaat over het werk.’

(respondent 11)

Voor één therapeut is het tentoonstellen van de werken van haar patiënten uitgesloten. Volgens

haar zijn deze mensen te fragiel. Het kan zijn dat ze op een bepaald moment met hun werk naar

buiten willen komen, maar het probleem is dat eenmaal hun werk, en hun daaraan verbonden

naam in de buitenwereld terechtkomen, ze daar geen vat meer op hebben. Het gebrek aan controle

en de blik van de buitenwereld zijn voor haar redenen om hier niet aan mee te doen.

‘Ik doe dat niet. Ik vind dat trouwens iets zeer delicaat. Sowieso zou ik dat nooit doen

zonder dat de patiënten daarmee akkoord zijn, dat spreekt voor zich. Maar stel dat ze dat

dan toch zouden willen doen, dan zou ik daar toch goed over nadenken, want dat heeft

wel wat consequenties.’ (respondent 4)

Het werk verkopen.

Sommige therapeuten sporen de patiënten aan om hun werk te verkopen. Het idee daarachter

is dat de neiging kan bestaan om het gemaakte kunstwerk als een deel van zichzelf te gaan

beschouwen waardoor ze er geen afstand meer van kunnen nemen. Het discussiëren, over de prijs

onderhandelen en verkopen, kan soms helpen om dat wat losser te maken.

‘Het is bijna een stuk van henzelf. Een kunstwerk verkopen, dat is er eigenlijk afstand van

doen. Je hebt dan iets gemaakt en dat komt nadien in de maatschappij terecht. Het

afgeven, het kunnen loslaten lijkt mij ook belangrijk in het hele proces. Dat maakt dat

wat flexibeler, heb ik de indruk.’ (respondent 9)

Het afstand doen van dat object is alsof ze afstand doen van een deel van zichzelf. Ze krijgen dan

geld in ruil voor het loslaten van dat kunstwerk. In interview 11 beschrijft de therapeut, in

theoretische termen, dat op die manier er dus iets reëel wordt geëxtraheerd, en er iets symbolisch

in de plaats komt.

‘Dat is een vorm van extractie van het object, ook al is het reëel. Maar het is niet aan hun

lichaam onttrokken. Het is te zeggen, het wordt gematerialiseerd in een werk buiten hen.

Dat stuk leren ze afstaan, en in ruil krijgen ze geld terug. Ze verliezen dus iets van het

Reële en krijgen iets symbolisch in de plaats.’ (respondent 11)

Page 59: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

49

Samenwerken met professionele kunstenaars.

Binnen sommige ateliers wordt ook samengewerkt met professionele artiesten. Binnen een

instelling heeft dit als voordeel dat deze kunstenaars de plaats van een andere Ander kunnen

innemen. Een therapeut vertelde dat dit bij hen nu ook verder gaat dan af en toe een kunstenaar

uitnodigen om het atelier bij te wonen. In deze voorziening is een artieste gedurende een paar

maanden bij de bewoners ingetrokken. Het onderscheid tussen patiënten en therapeuten wordt

hierdoor meer genuanceerd, omdat daar nog een extra positie bijkomt. Het creëert een ander soort

relaties en een nieuwe dynamiek, die het starre van een instelling wat losser kan maken.

‘Ze zijn gewoon om ons als begeleiding te hebben, maar die kunstenares zat op een soort

tussenpositie waar ze wel de hele tijd rond hen aanwezig was, maar ze was geen personeel

en ook geen patiënt. Ze kon dus ook andere banden leggen met hen.’ (respondent 13)

Binnen de ateliers die de nadruk leggen op het artistieke, en niet op het therapeutische worden

deze professionele artiesten ingezet om hun werk en hun techniek te verbeteren. Aan de ene kant

kunnen ze op deze manier hun niveau nog verder naar boven trekken, aan de andere kant is het

een vorm van erkenning die van belang kan zijn voor hun zelfvertrouwen en hun identiteit.

‘We nodigen die kunstenaars uit in het atelier om met hen te spreken over hun werk, om

hun werk verder te brengen. Zij kunnen daar commentaar op geven. Dat zijn artistieke

adviezen. Het belang van de erkenning, en dat ze op artistiek niveau verder zouden

geraken.’ (respondent 9)

Binnen deze organisaties, die hun deelnemers als kunstenaars beschouwen eerder dan patiënten,

wordt over het algemeen de visie gedeeld dat het onderscheid tussen insider- en outsiderkunst

achterhaald is. Zij willen dat hun deelnemers naam maken in de kunstwereld omdat hun werk dat

verdient, niet omdat ze een bepaalde psychische kwetsbaarheid hebben. Het samenwerken met

professionele kunstenaars is voor hen een manier om hun mensen het professionele circuit binnen

te krijgen. Op die manier worden de tentoonstellingen ook snel groter en professioneler, en

trekken ze een ruimer publiek aan dan wanneer de tentoonstellingen louter met patiënten

georganiseerd worden.

‘We willen de scheiding tussen outsiders en insiders verkleinen, omdat het werk van

outsiders eigenlijk vaak niet serieus genomen wordt, terwijl daar evengoed heel goede

werken tussen kunnen zitten. We proberen dus om het werk van onze outsiders binnen te

loodsen als een paard van Troje binnen de kunstwereld.’ (respondent 9)

Page 60: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

50

Het esthetisch aspect.

Het resultaat is niet belangrijk.

Voor het grootste deel van de geïnterviewde therapeuten is het niet belangrijk dat het resultaat

kunstzinnig of ‘mooi’ is. In het creatief atelier draait het voor hen vooral rond het proces van het

werken en creëren, niet om het eindproduct.

Als het niet belangrijk is dat het werk esthetisch verantwoord is, dan hoeven de patiënten die

deelnemen aan deze ateliers bijgevolg ook geen artistieke aanleg of talent te hebben. Eén

therapeut draaide deze redenering zelfs om en stelde dat het zelfs moeilijker is om met

getalenteerde mensen aan het werk te gaan. De focus ligt bij deze mensen vaak zo sterk op het

creëren van iets moois, dat het belang van het proces daar onder verdwijnt. Haar oplossing bestaat

erin om deze mensen dan met hun linkerhand of met een ander medium te laten werken.

‘De moeilijkere patiënten zijn de mensen die artistiek-technisch heel sterk zijn. Dat is veel

moeilijker, omdat dat heel hard gekoppeld is in hun hoofd. Ik laat ze dan vaak met hun

linkerhand werken omdat ze daar veel minder controle over hebben. Dat zijn veel

puurdere tekeningen. Die zijn opgeleid om zo technisch goed te tekenen, dat dat allemaal

perfect is en dat het onbewuste nog weinig ruimte krijgt. Soms kan het dan ook interessant

zijn om gewoon met een ander medium te gaan werken.’ (respondent 4)

Het moet mooi zijn.

Enkele geïnterviewden beweerden het tegendeel: het is belangrijk dat het werk dat ze maken

een bepaald niveau haalt. Dit haalt niet per se de visie die ik hierboven beschreef onderuit, want

het gaat hier om ateliers die de focus op andere aspecten leggen. Het valt op dat het de organisaties

die zich weghouden van het psychiatrische en het therapeutische zijn die de nadruk leggen op het

esthetische. Binnen deze ateliers wordt vooral gefocust op de identiteit van ‘de kunstenaar’ en

worden vaak tentoonstellingen georganiseerd. Volgens hen is het bijgevolg dus logisch dat het

werk ook van een bepaalde kwaliteit moet zijn.

‘Met de tentoonstellingen proberen we zeker een mix te maken met kunstenaars. We gaan

vooral naar het werk kijken, niet zozeer naar ziekte. Vandaar dat we werken met zowel

mensen met een psychische kwetsbaarheid als mensen zonder. Je hebt de klassieke

opdeling insider/outsider art. Wij zijn van mening dat dat achterhaald is. (…) Het is niet

gewoon kunst van mensen met problemen, het is kunst. Daarom maken we ook echt een

selectie van dingen die we goed vinden. Dat is misschien heel subjectief, maar ga naar

eender welke galerij en daar gebeurt dat ook. Waarom zouden wij dat dan niet mogen

doen?’ (respondent 13)

Page 61: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

51

Eén begeleider was hier genuanceerder in. Ook hij is van mening dat het eindproduct belangrijk

is wanneer je wil tentoonstellen. Maar hij vindt dat je mensen niet kan weigeren om aan het atelier

deel te nemen als ze niet voldoende getalenteerd zijn. Op andere plaatsen is dat soms wel het

geval. Op één van deze plaatsen worden de mensen die aan het atelier deelnemen geselecteerd op

basis van een portfolio die ze moeten voorleggen. De nadruk ligt op het artistieke, dus de

deelnemers moeten een bepaalde artistieke aanleg hebben.

‘Wij selecteren onze mensen op twee dingen, namelijk op hun psychiatrisch dossier en

een portfolio. Ze moeten dus bewijzen dat ze artistiek potentieel hebben. De meesten

waren ook al actief met kunst bezig voor ze in de psychiatrie terechtkwamen.’ (respondent

9)

Page 62: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

52

Discussie

Het Onderzoeksopzet en de Onderzoeksvraag

Wat opviel bij het schrijven van de inleidende literatuurstudie, is dat er heel weinig empirische

studies en artikels te vinden zijn over dit onderwerp. De beperkte wetenschappelijke literatuur die

ik vond, behandelde dan vooral de vraag óf creatieve therapie werkt. De vraag op welke manier

dit iets kan betekenen kwam nagenoeg nergens aan bod. Zeker de visie van de begeleiders van dit

soort ateliers werd nergens onderzocht of besproken. Auteurs die hier wel over schreven

baseerden hun ideeën dan weer zelden of nooit op onderzoek.

Met deze masterproef beoog ik dan ook tegemoet te komen aan deze lacune in de literatuur. Meer

concreet onderzocht ik op welke manier beeldende kunst en creativiteit een bepaalde functie

kunnen hebben voor psychotische patiënten. Ik wilde hierop een antwoord formuleren vanuit het

oogpunt van de begeleiders van deze creatieve ateliers. Verder wilde ik ook weten hoe ze hun

visie in de praktijk omzetten, en op welke manier ze deze ateliers organiseren en invullen.

De onderzoeksvragen zijn dus de volgende:

- Welke functies kunnen beeldende kunst en creativiteit hebben voor psychotische patiënten

volgens de begeleiders van creatieve ateliers?

- Hoe wordt dit concreet ingevuld binnen deze ateliers?

Plaats in een Ruimere Context

In de Lacaniaanse psychoanalytische theorie wordt algemeen aanvaard dat de psychoticus een

andere verhouding heeft tot de taal. Zo legde ik in het inleidend hoofdstuk reeds uit dat deze

mensen geen gebruik kunnen maken van een gedeeld talig discours om het Reële in te perken, als

een gevolg van de forclusie van de Naam van de Vader. Zij moeten dus naar andere manieren op

zoek om hiermee om te gaan. Dit sluit aan bij een belangrijk punt dat in verschillende interviews

aan bod kwam, namelijk dat creatief werken gezien zou kunnen worden als een vorm van spreken

zonder woorden. Ook in de literatuur kwam het idee dat psychotische patiënten zich misschien

beter uitdrukken aan de hand van beelden bij verschillende auteurs aan bod. Zo beschrijft Metz

(1975) dat betekenaars zich niet alleen op het niveau van de taal afspelen, maar dat er evengoed

zoiets bestaat als ‘beeldbetekenaars’. In dit verband schrijft Marysse (2003) dat elk thema dat

binnen een bepaalde reeks herhaald wordt een persoonlijke betekenaar kan worden. Dit herhaalde

thema kan dan van alles zijn: een onderwerp, een kleur, een bepaalde compositie, enzovoort.

Page 63: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

53

Waar ‘betekenaars’ normaal gezien in het gebied van het talige gesitueerd worden, kunnen ze

volgens deze auteurs dus ook op het niveau van het beeld bestaan.

In het onderzoek waren de meningen verdeeld of creatieve expressie dan een manier kan zijn om

tot spreken te komen, of dat het net de manier bij uitstek kan zijn om de taal te omzeilen. Volgens

een deel van de participanten is het noodzakelijk dat de patiënten steeds tot een spreken komen,

maar dan wel aan de hand van het werk dat ze maken. Andere participanten zeggen dat dit

inderdaad een mogelijkheid is, maar zeker geen noodzakelijke voorwaarde om iets te bereiken.

Ook in de literatuur kunnen deze twee visies teruggevonden worden. Késenne (2003) stelt

bijvoorbeeld dat beeldende kunst de weg voor het spreken kan vrijmaken. Beeldende kunst kan

dan als een tussenstap gezien worden waarbij de patiënt eerst iets verbeeldt, om het pas daarna te

verwoorden. Andere auteurs zijn dan weer van mening dat dit niet nodig is. Crawford en Patterson

(2007) schreven dat creatieve therapie van grote waarde kan zijn voor mensen die moeite hebben

om zichzelf verbaal uit te drukken. Het creatief werken kan volgens hen een alternatieve manier

zijn om sterke gevoelens en gedachten te kanaliseren die de patiënt anders overweldigen, omdat

hij ze niet uitgesproken krijgt.

De vraag dringt zich op of het hier werkelijk gaat om een tegenspraak, of eerder om een

nuanceverschil. Misschien is het zo dat het voor sommige patiënten inderdaad mogelijk is om via

beeldende creatie tot een spreken te komen, terwijl dit voor anderen een volstrekte

onmogelijkheid is. De mensen die ik interviewde werkten allen met psychotische patiënten, maar

wel in vrij uiteenlopende settings en met verschillende vormen van psychose. ‘Psychose’ is

namelijk een ruim begrip dat onder andere de schizofrenie, de paranoïa, de melancholie,

enzovoort omvat. De verschillende visies zouden bijvoorbeeld kunnen samenhangen met de graad

van mentale bewerking. Ik denk hierbij aan de opdeling die Paul Verhaeghe (2009) maakt tussen

actuaalpathologie en psychopathologie.19 Het zou dan kunnen dat patiënten die zich eerder langs

de psychopathologische kant van het spectrum bevinden, zoals bijvoorbeeld de paranoïci, wel tot

spreken kunnen komen, terwijl dit voor de patiënten langs de actuaalpathologische kant, zoals de

schizofrenen, onmogelijk blijft. Het zou interessant kunnen zijn om deze hypothese in de

toekomst verder te onderzoeken.

Als je creatief werken als een vorm van spreken beschouwt, dan impliceert dat dat de kunstenaar,

of de patiënt in dit geval, een boodschap via zijn werk probeert over te brengen. Dit lokt dan bijna

19 Volgens Paul Verhaeghe (2009) kan elke subject gesitueerd worden op een continuüm tussen de

actuaalpathologische en de psychopathologische positie. Wanneer men zich eerder langs de

actuaalpathologische kant situeert, impliceert dit dat de confrontatie met de traumatische angst op een meer

rechtstreekse en minder bemiddelde manier gebeurt. Een positie die meer naar de psychopathologische

positie neigt, impliceert een grotere mentale bewerking en een meer bemiddelde manier om met het Reële

om te gaan.

Page 64: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

54

automatisch de vraag uit of je die werken moet gaan interpreteren. Ook over deze vraag bestaat

discussie. Vanuit een Lacaniaans kader geldt de algemene regel dat je moet opletten met

interpretaties. In de literatuur waarin ik me verdiept heb, wordt deze positie vanuit theoretische

overwegingen ingenomen. Ook in dit onderzoek is het de visie die het vaakst naar voor kwam.

Binnen het onderzoek werden wel verschillende redenen voor de keuze van deze visie gegeven.

Sommigen zeggen dat het niet aan te raden is om veel te gaan graven in de persoonlijke beleving

en het verhaal van de patiënt, omdat dit voor hen heel confronterend en overspoelend kan zijn.

Andere participanten zeggen dat dit zinloos is, omdat dit niet aansluit bij hun psychisch

functioneren: het niveau van het representatieve ontbreekt gewoon. Binnen beide interpretaties

vindt men dus het betekenisverlenende spoor niet zinvol, maar ze geven er een andere uitleg aan.

Vertrekt een verschillende visie op al dan niet interpreteren ook van een verschillende visie op de

problematiek?

Met dit idee verlaten we het spoor van de taal en komen we terecht bij een visie waarin het lichaam

centraal staat. Het meest voorkomende subthema in dit verband is het samenhouden van het

verbrokkelde. Ook dit kwam in de literatuur vaak aan bod. Het idee om via het creatief werken

het verbrokkeld lichaam van de psychoticus samen te houden, steunt op de theorie van Lacan

rond ‘le corps morcelé’. Kort gezegd wordt hier gesteld dat de psychoticus nooit voorbij het

spiegelstadium geraakt is. Het spiegelstadium is het moment waarop het kind zichzelf in de

spiegel gaat herkennen. Het is echter meer dan louter een ontwikkelingsfase, het gaat eveneens

om de vorming van een ego, een ‘ik’. Het is de fase waarin het kind zich gaat identificeren met

het ideaalbeeld dat de ander hem voorhoudt. De identificatie met dit totaalbeeld zorgt voor de

vorming van een lichaamsbeeld en de beleving van een gevoel van eenheid (Verhaeghe, 2009).

Wanneer dit in het geval van de psychose niet geïnstalleerd wordt, ontbreekt dus de eenheid in

het ervaren van het lichaamsbeeld. In dit geval spreekt Lacan dus van ‘le corps morcelé’ of het

verbrokkeld lichaam. Zeker wanneer de psychose declencheert, kan het gevoel van samenhang

verdwijnen. Dit uit zich niet alleen in lichamelijke ervaringen, maar evengoed in bijvoorbeeld het

spreken. Vande Veire (1989) stelt dat dit ook in het creatief werken tot uiting kan komen. ‘De

ontluistering van het beeld gaat vaak gepaard met een destabilisering van het woord.’ Dit komt

eveneens ter sprake in het onderzoek. Ergens is het logisch dat dit thema aan bod komt, gezien

het psychoanalytisch kader waarop de meeste therapeuten in het onderzoek zich baseren. Het

interessante is echter dat dit op diverse manieren verschijnt. Een geïnterviewde therapeute vertelt

bijvoorbeeld over een psychotische patiënt bij wie je duidelijk ziet hoe zijn tekeningen uit elkaar

lijken te vallen en losse krabbels worden op momenten dat het niet goed gaat. In een ander

interview wordt verteld over een meisje dat zichzelf in klei boetseerde en die haar benen met

ijzerdraad omwond. Ze had het gevoel dat ze dat moest samenhouden, omdat ze anders uit elkaar

Page 65: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

55

zou vallen. In nog een ander interview vertelde de therapeute dat het werken met het lichaam en

de verbinding met een kunstwerk kan zorgen dat de patiënt tijdelijk bijeengehouden wordt, dat

dat die verbrokkeling even tegengaat. In deze drie voorbeelden verschijnt dit fenomeen dus op

drie verschillende niveaus: het uit zich niet alleen in hun kunstwerk, ze kunnen zowel op het

niveau van het representatieve als op het niveau van het lichamelijke een poging doen om deze

verbrokkeling tegen te gaan.

Uit het onderzoek blijkt dus dat de verbrokkeling zich niet alleen kan tonen in het werk, het

creatief werken op zich kan ook een manier zijn om de patiënt toch min of meer samen te houden.

In termen van de verknoping van het Reële, het Symbolische en het Imaginaire, zien we dat het

werk vaak een imaginaire consistentie verleent aan zowel de beleving van het eigen lichaam, als

aan de identiteit, het ‘imago’ van de patiënt. Het is dus niet zozeer een poging om iets via het

Symbolische te verknopen via de zinverlenende functie van de taal, dan wel via het Imaginaire.

Het citaat van respondent 6 kan hierbinnen gesitueerd worden en lijkt de kern van dit idee te

bevatten: ‘Er is vaak een reden waarom iets in een beeld gegoten is en niet in woorden. Woorden

kunnen het beeld soms kapot maken.’ Het is met andere woorden het Imaginaire, het niveau van

het beeld dat hier van belang is. De consistentie die hierin gevonden wordt kan door het

Symbolische ‘kapot gemaakt’ worden. Lacan spreekt in deze context over een ‘sinthoom’. Dit is

het creëren van een andere, unieke manier (anders dan de Naam van de Vader) om het Reële, het

Symbolische en het Imaginaire met elkaar te verbinden (Leader, 2012). Dit besprak ik reeds kort

in het inleidende hoofdstuk.

Een andere niveau dan het lichamelijke waarop het creatief werken eerder een imaginaire

consistentie biedt, is op het vlak van de identiteit. Bryssinck (2005) stelt dat creatieve expressie

de psychoticus kan helpen door via een soort ‘autocreatie’ - vergelijkbaar met de waanmetafoor

- het Imaginaire te herstellen. Het gaat hier om een imaginaire constructie van de identiteit en van

de buitenwereld. Dit stelt de psychoticus in staat om vanuit zijn verbrokkelde positie toch een

gevoel van eenheid te vinden. Dit idee komt duidelijk in de resultaten naar voor onder het

subthema ‘dit ben ‘ik’’. Zowel het creatief werken zelf als het statuut van kunstenaar kunnen op

een imaginaire manier een bepaalde consistentie bieden. In dit tweede geval, wanneer het statuut

van het kunstenaarschap hun identiteit en hun leven vorm geeft en bijeenhoudt, wordt in de theorie

gesproken over een ‘imaginaire identificatie’. In het geval van een imaginaire identificatie creëert

de psychoticus een ideaalbeeld dat hem te allen tijde een oriëntatiepunt biedt (Leader, 2012). Ook

dit komt uitgebreid in de interviews ter sprake. In bijna de helft van de interviews werd gezegd

dat niet enkel het creatief werken op zich van belang is, maar evengoed het feit dat ze zich kunnen

identificeren met het statuut van kunstenaar.

Page 66: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

56

Uit het onderzoek bleek dat zelfs de puur fysieke aanwezigheid van het kunstwerk eveneens een

rol kan spelen. Dit werk kan gaan dienen als een derde punt dat van de duale relatie, die voor een

psychoticus te direct en bedreigend kan zijn, een triangulaire relatie maakt. Het contact kan via

het werk passeren. Dit creëert een bepaalde afstand waarbinnen de patiënt zijn plaats kan

innemen, in plaats van verstikt te worden in een te dichte één-op-één relatie. Dit is een idee dat

ook in de literatuur kan worden teruggevonden. Késenne (2003) schrijft hierover dat het

kunstwerk als een derde punt zou kunnen dienen in de therapie dat de psychoticus helpt om

afstand te nemen uit de verstikkende duale relatie. Op die manier kan het artistiek product een

‘veilige ruimte’ creëren tussen de patiënt en de therapeut (Crawford & Patterson, 2007). Denk

hierbij ook aan de psychoanalytische theorie over de vorming van het neurotisch en het

psychotisch subject in het inleidend hoofdstuk. In dit hoofdstuk schreef ik hoe het neurotisch kind

plots van een duale relatie met de moeder overgaat naar een triangulaire relatie, wanneer de vader

zijn intrede doet. Bij het psychotische kind gebeurt dit echter niet, waardoor het blijft steken in

die dualiteit. Hij moet blijven zoeken naar manieren om een afstand te installeren, omdat hij

anders riskeert in de ander te verdwijnen. Binnen deze context kan het kunstwerk dus een

metaforisch scherm zijn dat tussen de patiënt en de ander geplaatst kan worden, als een derde

punt waarlangs men moet passeren.

Een ander idee dat zowel in het onderzoek als in de literatuur aan bod kwam, is de rol die creatieve

ateliers kunnen spelen in het leggen van sociaal contact. Aangezien veel van de ateliers van de

geïnterviewden in groep georganiseerd worden, komen de patiënten automatisch met elkaar in

contact. Dit kan voor hen een manier zijn om de isolatie te doorbreken. Ook Buikema (2013)

beschreef reeds hoe het samenwerken in groepsverband een manier kan zijn om in contact te

treden met anderen, om op die manier het sociaal isolement te doorbreken en de eenzaamheid te

overwinnen. Daarnaast zou ook de link kunnen gelegd worden met het verkleinen van de stap

naar de maatschappij. In beide gevallen gaat het om een poging om toe te treden tot een gedeeld

discours. Uit de interviews bleek dat het organiseren van tentoonstellingen en het uitnodigen van

professionele kunstenaars dit vaak tot doel heeft. De psychotische patiënt treedt op die manier

buiten de cocon van de psychiatrie, maar wel nog binnen het veilig kader van zijn statuut als

artiest. In dit verband schrijven Van Eeckhout, Willems en Buytaert (2004) dat het creëren in deze

gevallen tot een publiek gericht is. Het is dus meer dan een psychische autoconstructie, er wordt

eveneens een poging gedaan om de stap naar de ander te zetten.

Dat er een stap naar de maatschappij gezet moet worden, impliceert dat de patiënt zich daarbuiten

bevindt. Enkele respondenten brachten ter sprake dat niet vergeten mag worden dat hun ateliers

binnen een instelling georganiseerd wordt, en dat dit een grote invloed heeft op wat er gebeurt.

Eén therapeut haalde het probleem aan dat de ateliers verplicht zijn, en dat creativiteit en

Page 67: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

57

verplichting niet samengaan. Een andere therapeut vertelde dat de mensen vaak zoveel medicatie

krijgen dat ze ‘te gedrogeerd’ zijn om nog iets te doen. Het idee dat een teveel aan medicatie en

creatief werken niet te combineren zijn, kan ook in de literatuur teruggevonden worden. Zo

beschreef ik in het deel ‘Kunst en geestesziekte doorheen de tijd’ hoe auteurs als Outtier (1989)

en Van den Bos (2007) het einde van de bloeiperiode van creatieve therapie associëren met de

opkomst van neuroleptica. Andere respondenten getuigden dan weer van de manier waarop ze

hier bewust mee om proberen te gaan. Ze beseffen dat de werking van hun atelier niet losstaat

van de werking van de instelling en proberen dit bewust mee te nemen binnen de sessie. Zo

vertelde een respondent dat hij zorgt dat er altijd iets vreemds of onverwachts gebeurt binnen het

atelier, om de voorspelbare routine van het dagelijks leven in een instelling te doorbreken. Eén

therapeut ging zelfs zover om te stellen dat creativiteit in het atelier niet enkel aangewend moet

worden om met de patiënten te werken, maar evengoed om het starre van de voorziening te

doorbreken. Als globaal idee zou je hier kunnen stellen dat de creatieve ateliers dus niet enkel

vorm krijgen door de patiënten en begeleiders die er aan deelnemen, maar eveneens door de

instelling waarbinnen ze georganiseerd wordt.

Een onderwerp dat in dit onderzoek naar voor kwam, en dat ik nergens in de literatuur gevonden

heb, is het feit dat je verschillende effecten kunt bekomen naarmate de materialen die je gebruikt.

Zo werd in verschillende interviews gezegd dat men moet opletten met klei. Werken met klei is

namelijk veel directer dan bijvoorbeeld schilderen, waar er een penseel tussen de patiënt en zijn

werk zit. Het is ook een vreemde, gladde substantie. Twee therapeuten gingen zelfs zo ver om te

stellen dat het fysiek contact met klei de psychotische patiënt zelfs kan doen declencheren als je

niet oplet. Een andere therapeut vertelde dat veranderen van medium ook de inhoud van het werk

en de betekenis ervan voor de patiënt kan veranderen. De respondenten getuigden op die manier

over de wederzijdse bepaling van vorm en inhoud.

Tekortkomingen en Toekomstig Onderzoek

Een beperking van dit onderzoek is het feit dat bijna alle geïnterviewden psychoanalytisch

geschoold waren, ook al was dat niet expliciet in de voorwaarden van de steekproefselectie

opgenomen. In deze masterproef vertrokken we in de literatuurstudie ook vanuit het

psychoanalytisch kader, dus het is logisch dat deze stem ook naar voor komt binnen het

onderzoek. Maar het feit dat dertien van de vijftien geïnterviewden vanuit dit theoretisch kader

werken, kan de resultaten wel sterk kleuren. Therapeuten met een andere theoretische achtergrond

zullen misschien een andere visie op dit onderwerp hebben en zullen hun ateliers misschien anders

organiseren. Nochtans ben ik niet actief op zoek gegaan naar psychoanalytisch geschoolde

creatieve therapeuten. Het kan zijn dat dit een gevolg is van de sneeuwbalsteekproeftrekking. De

Page 68: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

58

eerste therapeuten die ik interviewde hadden een psychoanalytische achtergrond. Zij verwezen

me dan door naar andere mensen die ik zou kunnen interviewen, die mij op hun beurt ook weer

doorverwezen. Op die manier ben ik mogelijks in een specifiek segment beland. Een andere

mogelijke verklaring is dat er gewoon veel meer creatieve therapeuten zijn die psychoanalytisch

geschoold zijn, omdat de opleiding creatieve therapie in Gent en in Hasselt vanuit deze theorie

gegeven wordt.

Dit is een kwalitatief onderzoek, waardoor de gevonden resultaten niet zomaar te generaliseren

zijn en waardoor er geen causale effecten uit afgeleid kunnen worden. Op zich is dat niet erg,

aangezien het onderzoek in deze masterproef verkennend van aard is en er gepeild wordt naar

ervaringen. Er werden op voorhand geen duidelijke en scherp gedefinieerde hypothesen

afgebakend, het was eerder de bedoeling om een breder onderzoek te voeren naar de verschillende

thema’s die omtrent deze vragen bovenkomen bij de geïnterviewden. Het is dus een exploratief

onderzoek, aangezien er maar weinig wetenschappelijk onderzoek bestaat om op verder te

bouwen. Een andere reden voor deze keuze van onderzoek, is dat het een blik biedt op de zeer

diverse praktijk van creatieve ateliers. Ook naar de verschillende vormen van beeldende

creativiteit, en de verschillende contexten waarin deze ateliers georganiseerd worden, werd nog

geen eerder onderzoek gevoerd.

In de toekomst zouden meer specifieke steekproeven vastgelegd kunnen worden en zou men de

onderzoeksvragen verder kunnen verfijnen. Een bepaalde geïnterviewde therapeut maakte

bijvoorbeeld hier en daar het onderscheid tussen de schizofrene, de paranoïde en de autistische

patiënten. In de toekomst zou de steekproef dus verfijnd kunnen worden van psychotische

patiënten naar schizofrene, paranoïde of autistische patiënten, of het verschil onderling. Psychose

is natuurlijk een ruim gedefinieerd begrip en voor een meer precies onderzoek zou hier een

differentiatie gemaakt moeten worden. Zo zou het kunnen dat bepaalde resultaten die ik gevonden

heb meer gelden voor de ene subcategorie dan voor de andere. Bijvoorbeeld de stelling dat

artistiek werken iets van de verbrokkeling bijeen kan houden, zou meer kunnen gelden voor een

schizofrene dan voor een paranoïde patiënt. Het verbrokkeld lichaam is vanuit een

psychoanalytisch standpunt namelijk een kenmerk van de schizofrenie. Daarnaast zal

bijvoorbeeld tentoonstellen waarschijnlijk ook niet dezelfde functie hebben voor paranoïci en

schizofrenen. Voor de eerste wordt de blik van de Ander snel ervaren als iets bedreigend en

achtervolgend, terwijl voor de tweede de Ander vaak niet eens bestaat. Dit zijn slechts

hypothesen, maar het zou interessant kunnen zijn om dit in de toekomst verder te gaan

onderzoeken.

Page 69: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

59

Een andere opdeling die verder uitgewerkt zou kunnen worden, is het gebruik van creatieve

therapie in instellingen en in privépraktijken. Vermoedelijk zullen de functies van het creatief

werken hier verschillen, omdat de doelgroepen waarschijnlijk niet dezelfde zijn, en omdat de

omstandigheden waarin er gewerkt wordt verschillen. Eveneens het onderscheid tussen patiënten

met een gedeclencheerde psychose en patiënten die al meer gestabiliseerd zijn zou in een volgend

onderzoek opgenomen kunnen worden. Op welke manier speelt kunst een andere rol voor

gestabiliseerde psychotici of voor patiënten bij wie de psychose doorgebroken is?

Verder zou het ook interessant kunnen zijn om te gaan kijken hoe dit alles op het niveau van één

enkele patiënt een rol kan spelen, via een ‘single-case studie’ met andere woorden.

In dit onderzoek interviewde ik de begeleiders van creatieve ateliers, en niet hun patiënten. Op

zich is dat geen probleem, want de begeleiders zijn actieve participanten in de ateliers en het

creatieproces. Men kan ervan uitgaan dat de wijze waarop zij dit proces benaderen ook een

invloed zal hebben op dit proces. Zij zijn zeker interessante actoren die het waard zijn om te

interviewen. Maar het zou wel een verrijking kunnen zijn om te onderzoeken of de visie van de

begeleiders overeenstemmen met die van de patiënten die aan deze ateliers deelnemen. Dit aspect

kwam in verschillende interviews naar voor: je kan eigenlijk weinig conclusies trekken of

interpreteren als je niet luistert naar wat de persoon er zelf over te vertellen heeft. Afhankelijk

van de doelgroep kan het zijn dat interviews niet de ideale strategie zijn. In dat geval zou een

onderzoek op basis van een participerende observatie interessant kunnen zijn. Enkele jaren

geleden deed Snackaert (2012) dit reeds voor haar Masterproef. Dit is een kwalitatief onderzoek

op één specifieke plaats met één specifieke groep patiënten. Dit soort onderzoek zou dus herhaald

kunnen worden in andere settings met andere patiëntengroepen om tot een meer genuanceerd en

rijker beeld te komen.

Page 70: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

60

Referenties

American Psychiatric Association. (2007). Beknopte handleiding bij de Diagnostische Criteria

van de DSMIV-TR. Washington D.C.: Harcourt.

Bex, F., Beyst, S., Boenders, F., De Koninck, P., Elias, W., & Geismar, J., et al. (2006). Artsiders:

tussen outsider- en insiderkunst. Herk-De-Stad: Disco-Print.

Binneveld, J. M., & van Lieburg, M. J. (1987). De eerste psychiatrisch revolutie in Nederland:

Een revolutie die niemand wilde. Tijdschrift voorpsychiatrie, 20(1), 517-534.

Birchwood, M., & Jackson, C. (2001). Schizophrenia. East Sussex: Psychology Press.

Buikema, A. (2013). Ik schilder dus ik besta: Kwalitatief onderzoek naar de meerwaarde van

schilderen in de rehabilitatie van mensen met schizofrenie [Masterproef]. Ontleend aan

https://www.hanze.nl/assets/academie-minerva/Documents/Public/annekebuikem

a_ikschilderdusikbesta.pdf.

Bungay, H., & Vella-Burrows, T. (2013). The effects of participating in creative activities on the

health and well-being of children and young people : a rapid review of the literature.

Perspectives in public health, 133(1), 44-52.

Braun, V., & Clarke, V. (2006). Using thematic analysis in psychology, Qualitative Research in

Psychology, 3, 77-101. Doi.: 10.1191/1478088706qp063oa.

Bryssinck, D. (2005). Tussen kunst- en vliegwerk: psychose en creatie. In: Geerardyn, F. (Ed.).

(2005). Psychoanalyse en kunst (163 - 176). Gent: Idesça.

Cogan, K. B., & Paulson, B. L. (1998). Picking up the pieces: Brief report on inmates’ experiences

of a family violence drama project. The Arts in Psychotherapy, 25(1), 37-43. Doi.:

10.1016/S0197-4556(97)00060-9.

Crawford, M. J., & Patterson, S. (2007). Arts therapies for people with schizophrenia: an

emerging evidence base. Evid Based Mental Health, 10, 69-70. Doi.:

10.1136/ebmh.10.3.69.

De Groote, C. (2009). Kunstpsychologie. Gent: Academia Press.

De Jonghe, M. (2011). Le fil du rasoir: A propos de David Nebreda. Ontleend aan Projections,

https://revueprojections.wordpress.com/2011/12/21/le-fil-du-rasoir-david- nebreda/.

Page 71: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

61

De Kroon, J. (2013). De Kunst van de Psychose. Plaats en betekenis van de psychose anno 2013.

In: Houppermans, S., de Kroon, J., & Verstraten, P. (Eds.). (2014). Psychose en de kunsten

(27 - 46). Antwerpen: Garant.

Demangeat, M. (2010). La problematique de l'identite, les masques, la psychose chez Jean-

Jacques Rousseau. Imaginaire & Inconscient, 26, 47-59. Doi.: 10.3917/imin.026.0047.

De Preester, F. (2004). Over het statuut van het creatief proces in de art brut. Psychoanalytische

perspectieven, 22(1), 19-29.

Dibbell-Hope, S. (2000). The use of dance/movement therapy in psychological adaptation to

breast cancer. The Arts in Psychotherapy, 27(1), 51-68. Doi.: 10.1016/S0197-

4556(99)00032-5.

Dierinck, P. (2005). Adolf Wölfli’s creatie als poging tot het installeren van tijd en ruimte. In:

Geerardyn, F. (Ed.). (2005). Psychoanalyse en kunst (277 - 290). Gent: Idesça.

Fenner, P. (1996). Heuristic research study: Self-therapy using the brief image-making

experience. The Arts in Psychotherapy, 23(1), 37-51.

Florence, J. (1997). Art et therapie, liaison dangereuse?. Bruxelles: Publications des facultes

universitaires Saint-Louis.

Geerardyn, F. (2005). Voorbij de "psychologische betekenis” van de artistieke creatie. In:

Geerardyn, F. (Ed.). (2005). Psychoanalyse en kunst. Gent: Idesça.

Geldhof, A. (2014). Alleen met kunst. Leuven: Acco.

Geldhof, A. (2014). De namen van het genot: Lacan over jouissance en psychose. Leuven: Acco.

Haakma, S. (1994). Art Brut: Teksten over kunst en waanzin. Utrecht: uitgeverij Perdu.

Hakobyan, R. (2014). De oplossing via de moderne kunst: de creatie van de kunstenares Marina

Abramovic. iNWiT: Psychose in het geek-tijdperk, 11, 326-337.

Heenan, D. (2006). Art as therapy : an effective way of promoting positive mental health?.

Disability & Society, 21(2), 179-191. Doi.: 10.1080/09687590500498143.

Késenne, J. (2003). De psychotherapeutische arbeid van het subject binnen beeldende creatieve

therapie. Psychoanalytische perspectieven, 21(2), 173-197.

King, R., Neilsen, P., & White, E. (2013). Creative writing in recovery from severe mental illness.

International Journal of Mental Health Nursing, 22, 444-452. Doi.: 10.1111/j.1447-

Page 72: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

62

0349.2012.00891.x.

Kris, E. (1953). Psychanalysis and the study of creative imagination. Bulletin of the New York

Academy of Medicine, 29(4), 334-351.

Laan, N. (1994). De psychiatrische patiënt als kunstenaar. In: Haakma, S. (Ed.). (1994). Art Brut:

Teksten over kunst en waanzin (pp. 19 - 29). Utrecht: Perdu.

Lacan, J. (2005). Le seminaire, livre XXIII [1975 - 1976], Le sinthome. Texte etabli par J.-A.

Miller. Paris: Seuil.

Leader, D. (2012). Wat is waanzin?. Antwerpen: De Bezige Bij.

Libbrecht, K. (1996). Lacan over psychose: een bijzondere klinische benadering. Tijdschrift voor

Psychiatrie, 38(10), 735-746.

Loontiens, R. (2003). Van spiegelstadium tot knoop, een wandeling doorheen enkele begrippen

van Lacan (I→S→R) Ψ RSI. Ontleend aan Gezelschap voor Psychoanalyse en

Psychotherapie, http://www.gezelschap.be/website/teksten/ Teksten/RL_van_spiegelstadi

um_tot_knoop.pdf.

MacGregor, J., M. (1989). The discovery of the art of the insane. New Jersey: Princeton

University Press.

Mannheim, E. G., Liesenfeld, M., & Weis, J. (2000). Tanztherapie in der onkologischen

Rehabilitation: Konzepte und empirische Ergebnisse zu Auswirkungen auf die

Lebensqualitat. Musik-, Tanz-und Kunsttherapie, 11(2), 80-86. Doi.: 10.1026//0933-

6885.11.2.80.

Marysse, F. (2003). Art brut: over het belang van de herhaling in het oeuvre van de kunstenaar

en over de sporen van de materie in zijn meesterbetekenaar. Psychoanalytische

perspectieven, 21(2), 225-255.

Metz, C. (1975). Le signifiant imaginaire. Communications, 23(23), 3-55. Doi.:

10.3406/comm.1975.1347.

Mooij, A. (1994). De psychoticus als ontoloog. In: Haakma, S. (Ed.). (1994). Art Brut: Teksten

over kunst en waanzin (pp. 30 - 36). Utrecht: Perdu.

Mortelmans, D. (2013). Handboek Kwalitatieve Onderzoeksmethoden. Leuven: Acco.

Mullins, L. J. (2007). Management van gedrag: individu, team en organisatie. Amsterdam:

Pearson Education Benelux BV.

Page 73: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

63

Outtier, M. (1989). Kunst en psychiatrie. In: Bohez, R. (Ed.). (1989). Open mind: (gesloten

circuits, circuiti chiusi) (pp. 37 - 50). Gent: Fabbri Bompiani.

Pavlicevic, M., Trevarthen, C., & Duncan, J. (1994). Improvisational Music Therapy and the

Rehabilitation of Persons Suffering from Chronic Schizophrenia. Journal of Music

Therapy, 31(2), 86-104. Doi.: 10.1093/jmt/31.2.86.

Saunders, E. J., & Saunders, J. A. (2000). Evaluating the effectiveness of art therapy through a

quantitative, outcomes-focused study. The Arts in Psychotherapy, 27(2), 99-106. Doi.:

10.1016/S0197-4556(99)00041-6.

Slayton, S. C. (2012). Building community as social action: An art therapy group with adolescent

males. The Arts in Psychotherapy, 39, 179-185. Doi.: 10.1016/j.aip.2011.12.010.

Smeijsters, H. (2002). De toegevoegde waarde van creatieve therapie. Congres: 40 jaar creatieve

therapie. Nederland, 7 juni 2002.

Smeijsters, H., & Van den Hurk, J. (1999). Music Therapy Helping To Work Through Grief and

Finding a Personal Identity. Journal of Music Therapy, 36(3), 222-252. Doi.:

10.1093/jmt/36.3.222.

Snackaert, H. (2012). De waarde van beeldende creativiteit in de ervaring van

geinstitutionaliseerde psychotische subjecten: een psychoanalytisch perspectief

[Masterproef]. Ontleend aan http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/894/129/RUG01-

001894129_2012_0001_AC .pdf. (rug01:001894129).

Van Bouwel, L. (2014). De investering van het lichaam in de artistieke creaties van kunstenaars

met een psychose. In: Houppermans, S., de Kroon, J., & Verstraten, P. (Eds.). (2014).

Psychose en de kunsten (pp. 47 - 74). Antwerpen: Garant.

Van Damme, C. (2005). Het statuut van outsiderkunst. Sporen van een kritisch denkproces. In:

Geerardyn, F. (Ed.). (2005). Psychoanalyse en kunst (pp. 149 - 162). Gent: Idesça.

Van den Bos, J. (2007). Kunst/Psychiatrie: Kunst als communicatiemiddel [Masterproef].

Ontleend aan: http://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/21387/verslag%20thesis.

pdf?sequence=1.

Vande Veire, F. (1989). De kracht van de kwetsbaarheid. In: Bohez, R. (Ed.). (1989). Open mind:

(gesloten circuits, circuiti chiusi) (pp. 77 - 84). Gent: Fabbri Bompiani.

Van Eeckhout, J.-P., Willems, S., & Buytaert, E. (2004). Kunst en psychoanalyse: Verslag van

een inspirerende ontmoeting. Psychoanalytische perspectieven, 22(3-4), 397-410.

Page 74: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

64

Vanheule, S. (2013). Psychose anders bekeken. Leuven: Lannoo.

Vanheule, S. & Geldhof, A. (2014). Met knoop- en kunstwerk: over Jacques Lacan, James Joyce

en David Nebreda. In: Houppermans, S., de Kroon, J., & Verstraten, P. (Eds.). (2014).

Psychose en de kunsten (pp. 75 - 94). Antwerpen: Garant.

Verhaeghe, P. (2009). Over normaliteit en andere afwijkingen: handboek klinische

psychodiagnostiek. Leuven: Acco.

Verhaeghe, P. (2011). Het oedipuscomplex bij Freud en Lacan: een noodzakelijk schimmenspel.

In: Dirkx, J., Hebbrecht M., Mooij, A. M. W., & Vermote, R. (Eds.). (2011). Handboek

psychodynamiek: een verdiepende kijk op psychiatrie en psychotherapie (pp. 73 - 83).

Utrecht: De Tijdstroom.

Verhaeghe, P. (2014). Het einde van de psychotherapie. Amsterdam: De Bezige Bij.

Walleghem, P. (2005). Camille Claudel en Auguste Rodin: een fatale ontmoeting. Over het

declencherende moment van een psychose. In: Geerardyn, F. (Ed.). (2005). Psychoanalyse

en kunst (pp. 249 - 266). Gent: Idesça.

Quackelbeen, J. (1994). De psychoanalytische benadering van de kunst. Duras, Heyboer en

Genet. In: Haakma, S. (Ed.). (1994). Art Brut: Teksten over kunst en waanzin (pp. 49 - 60).

Utrecht: uitgeverij Perdu.

Page 75: De functies van kunst en creativiteit voor psychotische ... · creativiteit iets kan betekenen voor hun psychotische patiënten, welke functies dit voor hen kan hebben tijdens de

65

Bijlage