57
Academiejaar 2014 - 2015 Tweedesemesterexamenperiode De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Promotor: Prof. Dr. Stijn Vanheule 01004606 Laura Loosveldt

De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

  • Upload
    others

  • View
    10

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

Academiejaar 2014 - 2015

Tweedesemesterexamenperiode

De logica van de psychotische agressie.

Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten.

Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van

Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie

Promotor: Prof. Dr. Stijn Vanheule

01004606

Laura Loosveldt

Page 2: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

ii  

 

 

Dankwoord

Bij aanvang van deze masterproef hield mij reeds de vraag naar de agressie bij

psychotici bezig. Het uiteenzetten van deze masterproef bood mij de mogelijkheid om

omtrent dit onderwerp diepere inzichten te verwerven en meer kennis te vergaren.

Hierbij zou ik graag een aantal mensen bedanken, die elk een bijdrage vormen tot het

tot stand komen van deze masterproef.

Graag zou ik mijn promotor, Prof. Dr. Stijn Vanheule, willen bedanken voor de

mogelijkheid die hij me bood om mijn thesisonderwerp te laten uitwerken.

Daarnaast wil ik Abe Geldhof bedanken voor zijn leerrijke insteken en de inzet bij de

begeleiding. Oprechte dank ook aan Kimberly Van Nieuwenhove voor het geven van

interessante en vernieuwende feedback. Alsook voor een constructieve begeleiding.

Als laatste wil ik in het bijzonder mijn ouders bedanken voor de steun die ze mij boden

om deze masterproef te volbrengen en de mogelijkheid die ze mij aanreikten om deze

studie aan te vangen.

Page 3: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

iii  

 

 

Abstract

Agressie, binnen de kliniek van de psychose, wordt vaak gezien als niet beredeneerd en

onvoorspelbaar, waarbij elk motief of rationele verklaring tekort lijkt te schieten

(Billiet, 2003). Vanuit de lacaniaanse psychoanalytische theorie, wordt ervan uitgegaan

dat agressie wel begrepen kan worden vanuit een bepaalde particuliere en singuliere

logica en worden op basis daarvan handvaten aangereikt voor de klinische praktijk

(Billiet, 2008; Kinet, 1999; Raes, 2000). De vertaalslag van de theorie naar de praktijk

is echter weinig systematisch onderzocht. Vanuit deze lacune, werd in deze studie

onderzocht hoe psychoanalytische therapeuten agressie begrijpen en hoe ze met agressie

omgaan in de klinische praktijk. Daartoe werd een exploratieve thematische analyse

uitgevoerd op semi-gestructureerd interviewmateriaal van 12 psychoanalytisch

geschoolde psychotherapeuten. Uit de resultaten komt naar voor dat volgende facetten

belangrijk zijn om de logica te achterhalen, namelijk de Ander, de omkering, het

hulpverlenersfantasma, het enigmatisch reële en de angst. Therapeuten benadrukken dat

wanneer er rekening gehouden wordt met deze facetten, dit een bruikbaar kader biedt

om de agressie van de psychoticus te begrijpen en te benaderen. Er is dus een duidelijk

verband tussen de manier waarop therapeuten agressie begrijpen en hoe ze ermee

omgaan. Zo wordt er in deze studie vastgesteld dat de singulariteit van ieder persoon

voorop staat, zowel in het begrijpen van als in het omgaan met agressie. Bijkomend

onderzoek is aangewezen gegeven de beperkingen van deze kwalitatieve studie.

Page 4: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

iv  

 

 

Inhoudsopgave

Dankwoord............................................................................................................................... ii  

Abstract ................................................................................................................................... iii  

Inleiding .................................................................................................................................... 1  Psychotische Structuur: Spiegelstadium en Forclusie ..............................................................2  De  imaginaire  dialectiek  in  de  paranoia. ............................................................................................4  De  imaginaire  dialectiek  in  de  erotomanie. ......................................................................................5  

Vormen van Agressie .......................................................................................................................7  Casus Aimée.......................................................................................................................................9  Klinische Implicaties .....................................................................................................................12  

Probleemstelling....................................................................................................................14  

Methode ..................................................................................................................................15  Steekproef........................................................................................................................................16  Materiaal .........................................................................................................................................17  Dataverzameling ............................................................................................................................17  Dataverwerking..............................................................................................................................18  

Resultaten ...............................................................................................................................21  Hoe wordt Agressie Begrepen door Psychoanalytisch Therapeuten? ...............................21  De  Ander........................................................................................................................................................21  Transitiviteit  -­‐  Omkering. ......................................................................................................................29  Hulpverlenersfantasma. .........................................................................................................................31  Enigma(tisch  reële). .................................................................................................................................32  De  angst. ........................................................................................................................................................33  Singuliere  thema’s.....................................................................................................................................33  

Hoe gaan Psychoanalytisch Therapeuten om met Agressie? ...............................................35  Buiten  de  positie  van  bedreigende  Ander  blijven. ......................................................................35  Uit  de  objectpositie  halen. .....................................................................................................................39  Barrière  plaatsen  voor  het  reële. ........................................................................................................39  Singulariteit  nagaan .................................................................................................................................41  

Discussie..................................................................................................................................42  

Referentielijst ........................................................................................................................50  

Page 5: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

1  

 

 

Al in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw houdt men zich bezig met de vraag

naar de verantwoordelijkheid en de toerekeningsvatbaarheid van mensen die

gewelddadige acten uitvoeren die soms in doodslag uitmonden. Zo was er onder andere

het klassieke geval van Christine en Lea Papin, zussen van respectievelijk 27 en 21 jaar,

die op 2 februari 1933 zonder aanwijsbare reden op gruwelijke wijze hun werkgeefster

en haar dochter vermoordden (Billiet, 2008). De dag van vandaag houdt men zich nog

steeds bezig met deze vraag. Denk bijvoorbeeld aan het proces De Gelder, waarbij het

ging om een steekpartij in een kinderdagverblijf en waarin de vraag naar

toerekeningsvatbaarheid en verantwoordelijkheid heel scherp aanwezig was.

Elk motief of rationele verklaring voor deze daden lijkt tekort te schieten. Deze

moorden zouden schijnbaar geen logica of motief bevatten. Ze kunnen gezien worden

als ‘meurtres immotivés’, ook wel ‘ongemotiveerde moorden’ genoemd (Billiet, 2003).

Er kan opgemerkt worden dat men in de media, alsook in de dagelijkse gesprekken, de

krankzinnigheid tot onmenselijkheid herleidt. Zo neemt men de persoon achter de feiten

niet waar. Men ziet niet de persoon voorbij de daad en gaat hierdoor niet na wat het

lijden van de persoon inhoudt (Billiet, 2003).

Binnen de lacaniaanse psychoanalytische theorie wordt geargumenteerd dat deze daden

wel degelijk aan de wetten van een bepaalde logica gebonden zijn. Er wordt dan ook

gesteld dat deze logica in beeld moet gebracht worden. Niet alleen om de daden te

kunnen duiden, maar vooral om handvaten te kunnen bieden voor verdere behandeling.

We zullen in deze masterproef ingaan op hoe de agressie verschijnt in de kliniek van de

psychose. Tijdens de therapeutische sessies of tijdens de opname in een instelling

kunnen zich immers ook agressieve incidenten voordoen. Het psychoanalytische

denkkader indachtig, kunnen we ervan uitgaan dat de agressie van de psychoticus hier

ook niet uit het niets opkomt en dat een bepaalde logica verondersteld kan worden in de

daad.

Om vanuit theoretisch standpunt deze agressie te begrijpen, zullen we de

literatuurstudie aanvangen met het onderscheid tussen de neurose en de psychose aan de

hand van het spiegelstadium en de forclusie. Hieruit zal blijken dat men binnen de

Page 6: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

2  

 

 

psychotische structuur een andere verhouding aanneemt tegenover de Ander. Verder

zullen twee vormen van psychose worden besproken waarbij agressie op de voorgrond

kan treden, namelijk de paranoia en de erotomanie. Ook wordt er dieper ingegaan op het

thema van de agressie. De verschillende vormen van ageren, i.e. de passage à l’acte, de

acting out en de act, zullen behandeld worden. Bij de casus van Aimée zal grondig stil

gestaan worden met als doel de voorgaande concepten te verhelderen, alsook de logica

achter de agressieve daad nauwgezet aan te tonen. Tot slot wordt ook de link gemaakt

met de klinische praktijk, waarbij er een vertaling plaatsvindt van de theorie naar de

praktijk.

Psychotische Structuur: Spiegelstadium en Forclusie

Lacan beschouwt de psychose als een structuur, een verhoudingswijze. Om dit te

kunnen begrijpen is het belangrijk om zowel het spiegelstadium als de forclusie nader te

bespreken. Hierbij zal ook het onderscheid tussen neurose en psychose aangebracht

worden.

Men kan het spiegelstadium – ook wel het imaginaire stadium genoemd - zien als de

basis van de subjectwording (Verhaeghe, 2002). Deze benamingen geven reeds aan dat

binnen deze eerste fase van de subjectwording het imago, het beeld, centraal staat. Het

imaginaire karakter van dit stadium komt tot uiting in de idee dat bij de

identiteitsontwikkeling een afhankelijkheidsverhouding van het subject ten opzichte van

de Ander1 bestaat. Het is namelijk zo dat via de Ander er een beeld voorgehouden wordt

aan het subject, waar het zich mee dient te identificeren (Verhaeghe, 2002). Een

concreet voorbeeld hiervan is het kind dat samen met zijn/haar verzorger (de eerste

Ander) voor de spiegel zit en een beeld ziet, namelijk de eigen reflectie. De Ander

maakt duidelijk dat het beeld in de spiegel en het kind voor de spiegel dezelfde zijn.

Meer abstract geformuleerd gaat het kind via het spiegelbeeld na wat hij/zij betekent

voor die Ander om een antwoord te kunnen bieden op het verlangen van de Ander/de

moeder (Vanheule, 2005; Verhaeghe, 2002). Het spiegelbeeld waar het kind mee

geconfronteerd wordt zal hierbij functioneren als een ideaal Ik. Het Ik tracht samen te

vallen met deze versie van zichzelf om zo een ervaring van ‘zelfbemeestering’ te

                                                                                                               1  De  grote  Ander  behoort  tot  de  symbolische  orde  en  kan  gezien  worden  als  de  belangrijke  anderen,  alsook  duidt  het  de  wet/de  taal  aan  (Verhaeghe,  2002).  

Page 7: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

3  

 

 

kunnen ervaren (Vanheule, 2013, p. 29). Het kind kan echter nooit volledig samenvallen

met zijn spiegelbeeld, aangezien het hier een identificatie met een beeld inhoudt. Dit

benoemt Lacan als de miskenningsfunctie van het spiegelstadium (Lacan, 1966). De nog

beperkte subjectiviteitervaring is volgens hem fundamenteel gekenmerkt door

vervreemding omdat de oorsprong van de eerste Zelf-ervaring of subjectiviteitservaring

van buitenaf komt. De oorsprong ligt immers niet in het subject zelf, maar in het

spiegelbeeld dat hem aangereikt wordt door de Ander: “C'est dans l'autre que le sujet

s'identifie et même s'éprouve tout d'abord” (Lacan zoals geciteerd in Krikilion, 1998, p.

95). Deze identificatie kunnen we in letterlijke zin verstaan, waarbij geen onderscheid

tussen ‘Zelf’ en ‘beeld’, tussen ‘Ik’ en ‘Ander’ bestaat. Het individu is zijn beeld, wat

ook geldt voor de Ander om hem heen. Dit kan teruggevonden worden in het voorbeeld

waarbij een kind een ander kind ziet vallen op de speelplaats en zelf begint te huilen. De

ander wordt niet als ander erkend maar wordt daarentegen miskend en gelijkgeschakeld.

Vanwege de gelijkstelling noemt Lacan deze relatievorm duaal (de Wolf, 2013).

Elk subject zal dit imaginaire stadium doorlopen. Om de overgang van het imaginaire

stadium naar het symbolische stadium te doen plaatsgrijpen, is de intrede van de Naam-

van-de-Vader noodzakelijk. De notie van de Naam-van-de-Vader kan gezien worden als

een metafoor voor ‘de wet’, ‘de taal’, waaraan men onderworpen is (Vanheule, 2013).

Waar voordien, in het imaginaire stadium, het kind wilde voldoen aan het verlangen van

de moeder, zal in een volgende fase een nieuw punt geïnstalleerd worden, namelijk de

Naam-van-de-Vader. Deze laatste zal het verlangen van de moeder benoemen

(Vanheule, 2013). Waar het kind voordien vast zat in een duale, imaginaire verhouding

met de moeder, zal de vader (als tweede Ander) een wetmatigheid, de taal, installeren

zodat de koppeling tussen moeder en kind verbroken kan worden (de Wolf, 2013). Zo

komt er een verschuiving van het duale naar het triangulaire en treedt het kind vanuit

het imaginaire stadium binnen in het symbolische stadium. In het symbolische stadium

slaagt het kind er in om niet langer vast te zitten aan het verlangen van de moeder maar

een eigen verlangen te ontwikkelen en zich in te schrijven in de sociale band.

Lacan introduceerde het concept van de Naam-van-de-Vader om een onderscheid te

kunnen maken tussen de neurotische en de psychotische structuur. De metafoor van de

Page 8: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

4  

 

 

Naam-van-de-Vader wordt immers niet geïnstalleerd bij een psychotisch subject

(Vanheule, 2013). Deze afwezigheid van de Naam-van-de-Vader benoemt Lacan als de

forclusie (Vanheule, 2013). Hierdoor blijft de triangulaire relatie uit en kan er geen

betekenis toegekend worden aan het verlangen van de moeder. Men vindt geen intrede

in de symbolische orde en blijft als object als het ware vastzitten aan het verlangen van

de Ander, waarbij de het subject geen eigen verlangen kan ontwikkelen (Vanheule,

2013). De Ander heeft met andere woorden een verlangen waarbij de psychoticus de

indruk heeft dat hij dit verlangen moet invullen, waardoor hij samenvalt met het object

van verlangen van de Ander (Vanheule, 2013). Dit verlangen zal echter onbegrensd

blijken. De psychoticus kan er geen betekenis aan linken. Daarbij stoot men op het

reële, de dimensie (naast het imaginaire en symbolische) van het radicaal niet-betekende

(Vanheule, 2013). Doordat de Naam-van-de-Vader, dat als buffer tegen het reële

functioneert, niet geïnstalleerd werd, kan in de psychose het reële overweldigend

aanwezig zijn. Hierdoor moet de psychoticus een eigen oplossing creëren (Verhaeghe,

2002). In wat volgt worden twee vormen van psychose besproken, namelijk de

paranoïde en erotomane psychose, waarbij binnen deze twee subvormen op een eigen

distinctieve manier wordt omgegaan met het overspoelende reële en de Ander.

De imaginaire dialectiek in de paranoia.

Binnen een psychotische structuur, kan de paranoia op de voorgrond treden. Bij de

paranoia kunnen er volgens Lacan drie perioden onderscheiden worden (Vanheule,

2013). In de eerste fase wordt het subject geconfronteerd met een vreemd element uit

het reële dat niet gesymboliseerd geraakt. Hierdoor kan een vorm van perplexiteit

ontstaan.

Hieruit volgt een tweede fase, die Lacan benoemt als de fase van affectieve bezinning,

waarbij diverse gevoelens op de voorgrond kunnen treden, waaronder een enorme angst

en vervreemding (Vanheule, 2013).

Om hiermee om te kunnen gaan kan de paranoïcus, in een derde fase, een paranoïde

waan opbouwen waarin de Ander als schuldige aangeduid wordt. Deze

waaninterpretatie kan een hanteringmiddel zijn om met het vreemd element, komende

uit het reële, om te gaan en zo de angst te onderdrukken (Vanheule, 2013). De

psychotische angst, die de psychoticus oorspronkelijk overviel, wordt dus bewerkt

doordat deze gekoppeld wordt aan de bedreigende Ander (Verhaeghe, 2002).

Page 9: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

5  

 

 

De Ander neemt dus een belangrijke plaats in binnen de paranoïde structuur. Lacan

plaatst in dit verband de volgende stelling voorop: “het subject identificeert zich met het

object van jouissance van de Ander” (zoals geciteerd in Vanheule, 2013, p. 161). In de

paranoia zal men met andere woorden het genot, de jouissance, situeren bij de Ander.

Hieruit kan afgeleid worden dat de paranoïcus reeds initieel de gedachte heeft dat de

Ander van hem geniet (Verhaeghe, 2002). Meer nog, deze Ander heeft het op de

paranoïcus gemunt (Billiet, 2008; Vanheule, 2013).

Het komt voor dat het subject in eerste instantie geen idee heeft van wie de Ander

precies is, wat diens jouissance precies inhoudt. Er is hierbij enkel de zekerheid van een

angstaanjagende bedreiging die het subject viseert en achtervolgt. In tweede instantie

wordt daarom een specifieke constructie, een waan, opgebouwd als verklaring van wat

het subject overkomt en waardoor de jouissance en de Ander geïdentificeerd kunnen

worden. Indien deze waanvorming geen soelaas biedt, kan eventueel de agressie

opkomen die een verdere poging kan inhouden om met de angst en het overspoelende

reële om te gaan (Billiet, 2008). Doordat het intrusief element zich op de plaats van de

Ander bevindt, kan deze agressie zich richten ten aanzien van de Ander.

Lacan benoemt de paranoia zelfs als een lotsbestemming van de agressieve pulsie

(Billiet, 2008). Hij benoemt de agressie als een basiseffect van de paranoia waarbij het

intrusief element zich langs de kant van de Ander bevindt. Lacan verklaart dit vanuit het

spiegelstadium waarbij hij stelt dat het subject onvoldoende afstand heeft kunnen

innemen tegenover het beeld van de ander-gelijke (Verhaeghe, 2002). Doordat het genot

in de paranoia terugkeert op de plaats van de Ander zal het genot ook daar bewerkt of

behandeld moeten worden door het subject (Vanheule, 2013). Wanneer dit niet lukt via

de waan, kan het subject via een agressieve daad trachten om het object in de Ander te

treffen om zo alsnog de Ander van zich af te slaan (Billiet, 2008). Dit kan een gevaar

voor de Ander en zijn omgeving met zich meebrengen.

De imaginaire dialectiek in de erotomanie.

Niet enkel bij de paranoïde psychose kan agressie aan bod komen, ook bij de erotomane

psychose kan dit het geval zijn. Zowel in de paranoia als in de erotomanie keert het

genot namelijk terug op de plaats van de Ander waardoor het genot ook daar bewerkt

dient te worden door het subject (Vanheule, 2013). Onder erotomanie verstaat men een

ingebeelde gepreoccupeerde liefde vanuit de Ander, gericht naar het subject, ondanks

Page 10: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

6  

 

 

bewijzen die het tegendeel aantonen (Kraft, 1984). Het subject is ervan overtuigd dat de

Ander verliefd is op hem of haar waarbij men het idee ontwikkelt beschouwd te worden

als liefdesobject van de Ander (De Kok, 1995). Zo ziet het subject het eerste initiatief

van liefde als komend van de Ander (Geldhof, 2014).

De Clérambault beschrijft drie fasen in het verloop van de erotomanie. De

waanovertuiging, die amoureus van aard is, kan in eerste instantie een optimistische fase

met zich meebrengen. Hierbij zal een toenadering van het liefdesobject door de patiënt

plaatsvinden (Vrieze & Pieters, 2007). Deze fase beschrijft De Clérambault ook als de

fase van hoop (De Kok, 1995). Hierop kan de fase van de teleurstelling of

ontgoocheling volgen. De Ander vertoont in deze fase, volgens het subject, paradoxaal

gedrag aangezien deze Ander niet direct instemt op de toenadering en liefdesuitingen

van het subject. Indien de liefde niet beantwoord wordt en er een afwijzing plaatsgrijpt,

kan dit voor het subject een onverwachte teleurstelling met zich meebrengen. Liefde en

haat liggen, ook in de psychose, niet ver van elkaar en de verliefdheid bij het erotomane

subject kan kantelen in haatgevoelens. Dit wordt weergegeven in de overgang van de

tweede naar de derde fase. De teleurstelling kan hierbij plaats maken voor gevoelens

van wrok. Er kan kwaadheid ontstaan ten aanzien van de Ander wat zich kan uiten in

een agressieve act. Deze laatste fase benoemt De Clérambault als de fase van de

rancune (De Kok, 1995). Agressie binnen de erotomanie kan dus zowel binnen de

tweede als derde fase plaatsgrijpen.

De casus van Vrieze en Pieters (2007) illustreert hoe deze fasen zich kunnen voordoen.

De auteurs beschrijven een vrouw van 21 jaar die ervan overtuigd is dat haar docent

verliefd op haar is. Zo getuigt ze dat hij signalen overbracht via zijn lichaamshouding en

gebaren, wat haar ervan overtuigde dat hij verliefd op haar is (i.e. de optimistische fase).

Een ‘toevallige’ ontmoeting op straat ziet ze als een bevestiging van de gedachte dat de

docent naar haar op zoek is. Dit getuigt ervan dat de interpretatie van het subject

gekleurd is door de ingebeelde liefde die van de Ander uitgaat. Na één jaar gaat ze over

tot een toenadering via mail. Wanneer de man afwijzend reageert op haar

liefdesverklaring en uiteindelijk niet meer antwoordt, steekt de ontgoocheling de kop op

(i.e. fase van de teleurstelling). Aangezien hij bij aanvang wel op haar e-mails

Page 11: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

7  

 

 

reageerde, ziet ze zijn signalen als paradoxaal en zo komen ook haatdragende gedachten

in haar op. Deze kwaadheid uit ze dan ook in haar e-mails, waarbij onder andere

bedreigingen uitgesproken worden (i.e. fase van wrok). Hoewel deze vrouw haar

bedreigingen niet effectief uitgevoerd heeft, toont dit voorbeeld in elk geval wel aan hoe

de liefde kan kantelen naar haat, waarbij agressie potentieel kan optreden. Deze fasen

kunnen gezien worden als een mogelijk proces binnen de erotomanie. Deze fasen zijn

dus niet veralgemeenbaar naar ieder subject. Ieder subject wordt gekenmerkt door zijn

eigen persoonlijke logica (Verhaeghe, 2002). Men moet dus de logica van het subject

trachten na te gaan om duidelijkheid te krijgen van waaruit de agressie komt.

Net zoals bij de paranoïde verhouding, heeft het subject de zekerheid iets te hebben dat

aan de Ander ontbreekt. Zowel bij de paranoia als bij de erotomanie keert het genot

namelijk terug op de plaats van de Ander, waardoor het genot daar behandeld of

bewerkt moet worden door het subject (Vanheule, 2013). Deze bewerking loopt bij de

erotomanie, in vergelijking met de paranoia, anders. Het subject bevindt zich hier in een

positie waarbij hij het complement is van de Ander en zich aangetrokken voelt om het

tekort van de Ander in te vullen (Geldhof, 2014). Dit kan aanleiding geven voor het

subject om een vorm van ongelimiteerde beschikbaarheid met zich mee te brengen.

Deze structuur kan gekaderd zijn in de sociale band waarbij het subject een rol inneemt,

bijvoorbeeld via het beroep dat een verzorgende functie vervult, waarbij het subject de

Ander helpt en zo het tekort tracht in te vullen (Geldhof, 2014). Indien de Ander echter

afwezig is, kan het subject de indruk krijgen dat men hem of haar verwerpt. Het subject

is ervan overtuigd het object te zijn van de Ander dat hem doet leven en enige vorm van

afkering vanuit de Ander wordt dan ook niet in dank afgenomen. Dit zou immers

impliceren dat het subject niet datgene is of heeft wat aan de Ander ontbreekt. Hier kan

opnieuw, net zoals bij de paranoïde structuur, de omkering in de verhouding ten aanzien

van de Ander vastgesteld worden waarbij het niet de Ander is die centraal staat voor het

subject, maar het subject diegene is die telt voor de Ander.

Vormen van Agressie

We hebben reeds gezien dat de agressie in de psychose kan verschijnen, alsook vanuit

welke logica dit gebeurt. Nu zal er dieper ingegaan worden op de verschillende vormen

van agressie. Om de definiëring van agressie te kaderen kan men de term ageren

Page 12: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

8  

 

 

hanteren waaronder men zowel de acting out als de passage à l’acte kan verstaan. Freud

spreekt over agieren, wat een mechanisme voorstelt waarbij de patiënt driften en

verlangens in een handeling omzet (Kinet, 1999). In deze context kan ook een

onderscheid gemaakt worden tussen de actie en de act. Zo geeft men uitdrukking aan de

actie met behulp van motorische begrippen, en is de act niet denkbaar zonder het

symbolisch kader waar ze zich tegenover plaatst (Billiet, 2003). Lacan stelt drie vormen

van ageren voorop, met name de passage à l’acte, acting out en de act. Kinet (1999)

ziet deze opdeling als een interessant gegeven doordat het verschillende vormen van

ageren inhoudt die mogelijks andere eisen aan de therapeut naar voor schuiven. Deze

drie vormen van ageren zijn niet steeds uitingen van agressie, maar zullen hier verder

wel in die context besproken worden.

De passage à l’acte houdt een gewelddadige of impulsieve act in. Het kan gezien

worden als een poging om iets van het reële, het onvoorstelbare, op een handelende

manier te regelen om zich er zo tegen te verdedigen (Billiet, 2008). Het is een poging

van het subject om zijn angst af te weren en het reële in stand te houden (Raes, 2000).

Waar er voordien een aanwezigheid was van een voorstelling, die handelde als defensie

tegen het reële, valt deze weg en neemt deze act de plaats in van de defensie. Zo kan de

passage à l’acte gezien worden als een antwoord dat niet bemiddeld kan worden door de

voorstelling (Billiet, 2003). Deze vorm van ageren kan in relatie gebracht worden met

de psychose waarbij de symbolisatie ontbreekt en het subject overrompeld wordt door

het reële. De passage à l’acte bevat mogelijks een oplossingsgerichte dimensie, dit wil

echter niet zeggen dat het dé oplossing in zich draagt (Billiet, 2008). Men tracht via de

passage à l’acte het ondragelijke van zich af te slaan, wat de oplossing niet noodzakelijk

met zich meebrengt. Het subject heeft met deze act niet de intentie om iets te tonen aan

de Ander. Integendeel, de Ander bestaat niet meer voor het subject (Raes, 2000).

Dat de passage à l’acte niet aan een voorstelling beantwoordt, heeft invloed op de

voorspelbaarheid. De act kan volkomen onverwacht optreden (Billiet, 2003). Hiermee

kan de link gemaakt worden met acten die schijnbaar geen motief bezitten. Men vindt

als buitenstaander in deze daden geen rationaliteit. Enige logica achter de daad blijft

achterwege. Dergelijke gewelddadige acten zijn aangrijpend en schokkend doordat elk

Page 13: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

9  

 

 

motief afwezig lijkt. Dit tast het ideaalbeeld aan van een rationeel handelende persoon,

die weet wat hij doet en waarom hij het doet, en waarbij de motieven begrijpbaar zijn.

Het gebeuren wordt door buitenstaanders als niet inleefbaar ervaren. Er wordt

gesproken van een schijnbare zinloosheid (Billiet, 2003). Het is doordat het genot

betrokken is, wat niet beantwoordt aan de logica van de begrijpelijkheid, dat deze acten

doorgaan als ‘ongemotiveerd’ (Billiet, 2008). Toch moet men deze schijnbaar

ongemotiveerde daden trachten te zien binnen de logica van de structuur. Men moet

trachten op zoek te gaan naar een subject in de passage à l’acte.

Als tweede vorm, naast de passage à l’acte, haalt Lacan de acting out aan waar de vraag

naar betekenis centraal staat. Datgene wat niet gezegd geraakt, wordt uitgespeeld, als

het ware op scène gebracht, tegenover de Ander (Raes, 2000). Zo wordt iets dat mentaal

gerepresenteerd en voorstelbaar is, opgevoerd (Billiet, 2003). Een acting out kan tot

stand komen doordat bepaalde inhibities wegvallen en zo onbewuste voorstellingen

doorbreken (Billiet, 2003). Deze daad kan gezien worden als een boodschap naar de

Ander en vraagt hiermee om interpretatie. Het adres is een impliciet adres dat zeer

subtiel aanwezig is. Deze act kan voor de buitenstaander inleefbaar zijn, net doordat de

daad uitdrukking geeft aan een onbewuste voorstelling (Billiet, 2003). Men toont zich

bij wijze van spreken op het toneel en brengt zo datgene wat niet te zeggen valt naar

buiten, geadresseerd aan de Ander.

Tenslotte spreekt Lacan over een act, waarbij de persoon zijn eigen verlangen onder

ogen kan zien en hiervoor zijn verantwoordelijkheid opneemt. Terwijl de twee

voorgaande gevallen getuigen van een onwetendheid waarbij het verlangen zich

opdringt en het subject hier blind voor is, is de act een vorm van betekenisgeving. Het

subject weet wat hij wilt en weet daarmee ook wat hij doet (Kinet, 1999). Deze vorm

van ageren zal minder teruggevonden worden bij een subject met een psychotische

structuur (Kinet, 1999).

Casus Aimée

De casus van Aimée illustreert hoe de singuliere logica in de gewelddadige daad

gedacht kan worden. In deze casus kan zowel de paranoïde als erotomane structuur

Page 14: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

10  

 

 

teruggevonden worden, alsook de passage à l’acte, als manier om het reële te

bedwingen, wanneer de paranoia en erotomanie ondragelijk worden.

Aimée was een patiënte van Lacan. Hij volgde haar gedurende anderhalf jaar toen ze in

Sainte Anne terechtkwam, de instelling waar hij tewerk gesteld was. Aimée werd

binnengebracht nadat ze een agressieve act gesteld had. Op 10 april 1931 wachtte

Aimée de actrice Huguette Duflos op aan de artiesteningang van een theater. Nadat de

actrice bevestigd had dat zij wel degelijk Huguette Duflos was, haalde Aimée een mes

boven en hief het hoog de lucht in. De actrice verdedigde zichzelf door het lemmet van

het mes vast te nemen, waarbij ze ernstig gewond raakte aan haar vingers. De

assistenten grepen op tijd in en Aimée werd afgevoerd.

De manier waarop Aimée zich verhoudt ten aanzien van de Ander kan gedacht worden

vanuit een psychotische structuur. Zo wordt Aimée door bepaalde hechte relaties met

anderen zowel gegrepen als overweldigd (Vanheule, 2013). Ik en Ander zijn eerder

inwisselbaar, zonder veel mogelijkheden tot differentiatie (Geldhof, 2014; Vanheule,

2013). Dit kan voor verwarring zorgen waarbij intrusieve gevoelens de overhand

kunnen nemen (Vanheule, 2013). Aimée tracht met deze intrusiviteit om te gaan door

middel van externalisatie (Vanheule, 2013). Ze installeert een paranoïde waan. Al reeds

10 jaar voor de gewelddadige act ontwikkelde Aimée paranoïde interpretaties rond haar

miskraam die vier jaar na haar huwelijk plaatsvond. Een jaar later, bij haar tweede

zwangerschap, keerde de angst terug en staken vergelijkbare paranoïde gedachten de

kop op. Zo ontwikkelde zich een waan waarbinnen iedereen haar kind bedreigt. Ze

ervoer een constante dreiging van buitenaf waarbij zij diegene was die haar kind moest

beschermen. Haar ideaalbeeld bestond dan ook uit een koppel met een kind, zonder

enige bemoeienissen van buitenaf. Deze jaloezie van Aimée kan gezien worden als een

genot dat bij de Ander verondersteld wordt waar zij van weerhouden wordt (Geldhof,

2014).

Lacan begrijpt de paranoïde waan als een vluchtreactie die gedurende jaren aansleept

om zo de agressieve act niet te moeten stellen (Geldhof, 2014). Uiteindelijk zal Aimée

de Ander, Huguette Duflos, toch aanvallen vanuit de afgunst ten opzichte van het

Page 15: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

11  

 

 

ideaalbeeld dat deze Ander in zich draagt. Doordat deze geniale Ander haar eigen ideaal

voorstelt, ontstaat er een haat ten opzichte van deze persoon. Lacan spreekt van de

zelfbestraffende paranoia doordat de aanval gericht is op een veruitwendigd aspect van

haarzelf (Vanheule, 2013). Het oorspronkelijke object van de haat bestaat volgens

Lacan uit de zus van Aimée (Geldhof, 2013). Dit ontstaat nadat haar zus intrekt bij haar

thuis en zich autoritair opstelt in haar huishouden. Door affectieve weerstanden zal ze

haar haat niet projecteren naar haar zus toe, maar richt ze deze naar personen die steeds

meer van het reële object afwijken (Geldhof, 2013). Zo vindt er een verschuiving plaats

van haar zus, via haar collega/vriendin naar Pierre Benoit, om uiteindelijk bij Duflos

terecht te komen. Kenmerkend is dat Aimée deze personen steeds moeilijker kon

benaderen.

Naast deze paranoïde verhouding ten opzichte van de Ander, ontwikkelt zich bij Aimée

de erotomanie. Hierbij wordt de Prins van Wales als het object gezien. Het contact

gebeurt uitsluitend schriftelijk via briefwisseling. Ook deze erotomane verhouding was

voor Aimée een poging om de dreigende passage à l’acte tegen de gaan (Geldhof,

2014). Dit blijkt uit het feit dat Aimée pas haar agressieve daad stelt nadat, bij haar

laatste briefwisseling met de Prins van Wales waarbij ze twee eigen geschreven romans

mee opstuurde, na een maand nog steeds enig respons uitblijft. Zelf zag Aimée zich als

een ‘vrouw van de letteren en de wetenschap’ en was ze gefascineerd door het schrijven

(Geldhof, 2014). De ‘afwijzing’ van de Prins van Wales, kan gezien worden als een

afwijzing van de ‘vrouw van de letteren’. Zo schuift Biagi-Chai naar voor dat Aimée

tussen twee posities in balanceert (Geldhof, 2014). Namelijk deze van ‘vrouw van de

letteren’ en ‘moeder zijn’, wat voor haar een destabiliserend effect met zich meebrengt.

Eenmaal ‘vrouw van de letteren’ verworpen wordt, wordt er gekozen voor het ‘moeder’

zijn waarbij ze haar kind zal gaan beschermen en de daad stelt. Teruggaande naar de

erotomanie kan de vraag gesteld worden of deze verwerping van liefde door de Prins

van Wales geen teleurstelling met zich meebracht waarbij de haat op kan komen duiken.

Zo werd voordien beschreven, binnen de fasen van De Clérambault, dat bij een

verwerping een teleurstelling plaats kan maken voor gevoelens van wrok die zich

eventueel kunnen uiten in een act (De Kok, 1995). Deze act richt zich echter bij Aimée

niet tot het erotomane object.

Page 16: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

12  

 

 

Aimée tracht via de paranoïde en erotomane waan haar eigen positie, als object van de

Ander, te bewerken. Eenmaal dit mislukt gaat ze over tot een agressieve aanval die het

statuut inhoudt van een passage à l’acte (Vanheule, 2013). Lacan stelt dat de passage à

l’acte voor een verlichtend effect kan zorgen. Door deze agressieve daad te stellen

probeert Aimée een afstand te creëren tot het object van de Ander. De uitwerking van

deze casus toont aan dat de logica in de daad een belangrijke aangrijpingspunt is om de

agressie te kunnen kaderen. Dergelijke aangrijpingspunten zijn ook noodzakelijk naar

de behandeling toe.

Klinische Implicaties

Freud ging ervan uit dat de psychoanalytische behandeling van psychotici niet mogelijk

is doordat ze niet in staat zijn tot overdracht (Verhaeghe, 2002). De overdracht ziet

Freud als een karakteristiek verschijnsel dat ieder subject ontwikkelt, waarin liefdes- en

haatverhoudingen worden uitgewerkt (Verhaeghe, 2002). Het ontwikkelen van een

overdracht binnen een therapeutische relatie ontstaat onder andere door een vertrouwd

klimaat tussen therapeut en patiënt, waardoor een therapeutische alliantie kan ontstaan

(de Blécourt, 1974). De uitspraak van Freud, waarin hij aangeeft dat de

psychoanalytische behandeling van psychotici niet mogelijk is, werd onder andere door

Lacan genuanceerd en gecorrigeerd. Zoals we hierboven reeds hebben gezien wordt de

psychose ook getekend door een bepaalde, typische verhouding ten aanzien van de

Ander. De overdracht, die een herhaling is van deze verhoudingsmodaliteit, kan dus ook

bij de psychose verschijnen, zij het op een andere manier dan bij de neurose. De

psychotische overdrachtsverhouding wordt dikwijls getypeerd als zeer intens,

ambivalent en massaal. Toch moet de overdracht bij de psychoticus, in vergelijking met

de overdracht binnen de neurose, niet voornamelijk gezien worden als meer bezield of

intens maar als een overdracht die verschilt qua structuur (Zenoni, 2008). Zo zien we in

de psychotische structuur een omkering met betrekking tot de overdracht, in

vergelijking met de neurotische structuur. De richting van de overdracht in de psychose

gaat veeleer uit van de Ander die te intrusief ervaren wordt en te dicht op het vel zit van

de psychoticus (Zenoni, 2008). Zo zal de psychotische structuur een andere verhouding

impliceren ten opzichte van het tekort van de Ander en dient de behandeling zich te

richten op de overdracht van die Ander (Zenoni, 2008).

Page 17: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

13  

 

 

Wanneer er vanuit een structuralistische opvatting gekeken wordt naar de psychose, kan

dit implicaties met zich meebrengen wat betreft de behandeling en het omgaan met een

agressieve act. Als een subject binnen de psychotische structuur de Ander ziet als

diegene die iets van het subject wilt, wat bedreigend overkomt, en de therapeut deze

figuur van Ander incarneert, kan mogelijks agressie op de voorgrond treden

(Verhaeghe, 2002). De therapeut moet dus aandacht hebben voor deze particuliere

verhoudingsmodaliteit en erop toezien niet de bedreigende Ander te worden (Zenoni,

2008).

Doordat het onbewuste in de psychose een externe status kent, waarbij het onbewuste

buiten henzelf ligt, is het klinisch aangewezen om de behandeling niet te richten op het

ontcijferen van interne symptomen, bijvoorbeeld hallucinaties en wanen (Vanheule,

2013). Wel kan er in de behandeling door de therapeut ruimte gegeven worden,

waardoor de psychoticus de mogelijkheid krijgt om vrij te getuigen over de manier

waarop hij subjectief overvallen wordt door de externe manifestaties (Vanheule, 2013).

Verhaeghe (2002) geeft verder aan dat men als therapeut, via de hantering van de

overdracht, de psychoticus in staat dient te stellen om een bemeesteringspoging te

installeren en uit te werken. Zo kan er een plaats geïnstalleerd worden waar het

overweldigende reële, waarmee het subject overspoeld wordt, ruimte kan krijgen in

relatie tot het symbolische en het imaginaire (Vanheule, 2013). Hierin moet evenwel

steeds rekening gehouden worden met de logica van het subject.

Binnen de hedendaagse psychiatrie wordt de overdracht binnen de psychotische

structuur, in relatie met agressie, vaak op een andere manier gehanteerd. Zo ziet men

zich binnen de psychiatrie vaak genoodzaakt om, als gevolg van agressief gedrag van de

patiënt, vrijheidsberovende dwangmaatregelen toe te passen waaronder separatie en

fixatie (e.g., Nijman, et al. 1996). Men richt zich hierbij uitsluitend op de agressieve act,

zonder rekening te houden met de logica van het subject en na te gaan van waaruit de

agressie plaats vindt. Deze manier van handelen kan ook teruggevonden worden in de

casus van Jonathan Jacob (Leestmans & Vandenberghe, 2013).

Page 18: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

14  

 

 

Jonathan Jacob overleed op 6 januari 2010 in een cel van de lokale politie te Mortsel na

een gewelddadig optreden van de politie. Men gaf aan dat Jonathan onder invloed was

van amfetamines waardoor hij een psychotische opstoot kreeg. Wanneer Jonathan die

dag een politiecombi passeerde vroeg hij eigenwillig om hulp. Reeds op dat moment

kon er opgemerkt worden dat hij geagiteerd was. Dit uitte zich onder andere in het niet

kunnen verdragen van zijn kleding. Jonathan stemde in met de idee van de politie om

hem te laten colloqueren in een psychiatrisch ziekenhuis. Gedurende deze procedure

was er geen sprake van agressie. De agressie kwam op wanneer Jonathan in het

psychiatrisch ziekenhuis opmerkte dat hij in een isolatiecel opgesloten zou worden. Hij

begon de politie van zich af te slaan en riep dat hij niet opgesloten wilde worden,

waarna hij naar buiten liep. Er werd opgemerkt dat zijn agressieve daden, waarbij hij

een politieman een bloedneus sloeg, niet noodzakelijk gericht waren om mensen te

schaden, maar eerder om hen van zich af te slaan en ruimte te krijgen om zo weg te

kunnen uit de benauwde situatie. Na dit voorval weigerde het psychiatrisch ziekenhuis

om Jonathan op te nemen. Zo verklaarde psychiater Marc Hermans na het voorval dat

verslavingszorg een deel van de psychiatrie is, maar dat gewelddadig optreden geen

deel uitmaakt van de psychiatrie (Leestmans & Vandenberghe, 2013). Hierbij kan

opgemerkt worden dat agressie vaak gezien wordt als een exclusiecriteria. We zouden

kunnen stellen dat men, in het geval van Jonathan, enkel rekening hield met de

agressieve daad, zonder de logica van het subject mee in rekening te nemen. Er werd

besloten om hem een kalmerende injectie te geven, opdat hij rustiger zou worden en

toch kon opgenomen worden. Om deze injectie te kunnen toedienen werd er beslist hem

te laten overmeesteren door het Bijzonder Bijstandsteam van de Antwerpse politie, met

alle gevolgen vandien.

Probleemstelling

Uit voorgaande casus kan het belang van deze masterproef aangeduid worden. Het lijkt

erop dat de manier waarop agressie benaderd wordt, bepalend is voor hoe men met

agressie zal omgaan. In de literatuur worden twee structuren binnen de psychose naar

voor geschoven waarbij agressie mogelijks kan ontstaan. Enerzijds kan agressie

optreden binnen de paranoia, waarbij de paranoïcus zich door de Ander achtervolgd en

bedreigd voelt (Verhaeghe, 2002). Doordat het genot in de paranoia terugkeert op de

Page 19: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

15  

 

 

plaats van de Ander, zal het genot ook daar bewerkt dienen te worden door het

psychotisch subject (Vanheule, 2013). Dit kan via een agressieve daad waarbij men

tracht om het object in de Ander te treffen om zo deze Ander van zich af te slaan

(Billiet, 2008). Anderzijds kan agressie ook optreden binnen de erotomanie. Uit de

literatuurstudie blijkt dat het erotomaan subject ervan overtuigd is dat de Ander verliefd

is op hem of haar en de overtuiging bezit dat het initiatief van liefde komt van deze

Ander (De Kok, 1995; Geldhof, 2014). Het subject bezit de zekerheid iets te hebben dat

aan de Ander ontbreekt en voelt zich bovendien aangetrokken om dit tekort van de

Ander in te vullen (Geldhof, 2014). Indien de liefde echter niet beantwoord wordt, kan

teleurstelling bij het psychotisch subject overslaan naar gevoelens van wrok waardoor

deze kwaadheid zich kan uiten in een agressieve reactie (De Kok, 1995). Bij beide

structuren wordt de persoonlijke logica benadrukt, waarbij voor ieder subject nagegaan

dient te worden wat voor hem of haar bedreigend kan zijn.

Ook de rol van de therapeut kwam uit de literatuurstudie naar voor. Er wordt op

gewezen dat de positie die de hulpverlener aanneemt binnen de overdracht kan

meespelen in de mogelijke ontwikkeling van agressie. Zo kan uit hoofde van de logica

van het subject de agressie zich ook voordoen binnen de overdracht. De manier waarop

hulpverleners omgaan met deze logica kan dus een invloed hebben op het al dan niet

ontstaan van agressie. Verder wordt in de literatuur handvaten aangeboden om met

agressie om te gaan, bijvoorbeeld door het bieden van ruimte aan de psychoticus of het

psychotisch subject in staat stellen tot het installeren van een bemeesteringspoging

(Vanheule, 2013; Verhaeghe, 2002).

De vertaalslag van de theorie naar de kliniek werd bij ons weten nog niet systematisch

onderzocht. Daarom wordt eerst onderzocht op welke manier psychoanalytisch

geschoolde therapeuten agressie binnen de kliniek begrijpen. Daarnaast onderzoeken we

op welke manier psychoanalytisch geschoolde therapeuten omgaan met agressie in de

kliniek.

Methode

Voor het tot stand komen van dit onderzoek werd samengewerkt met vijf master-

thesisstudenten: Niels Theuns, Anya Hoorelbeke, Elise Buffel, Eva Van Houdt en Elien

Ooghe. Deze samenwerking vloeide voort uit de vaststelling dat de onderzoeksvragen

Page 20: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

16  

 

 

van elke individuele master-thesisstudent nauw aansloten bij het ruimere

onderzoeksdomein van de psychose. Binnen deze geassocieerde masterproeven werd

daarom de data-verzameling gemeenschappelijk uitgevoerd. Hiermee hangt samen dat

enkele onderdelen van de methode-sectie (i.e. steekproef, materiaal, data-verzameling)

samen tot stand zijn gebracht bij het opmaken van deze masterproef.

Aangezien de onderzoeksvragen, namelijk hoe clinici agressie begrijpen en hoe clinici

met agressie omgaan, exploratief van aard zijn, werd geopteerd voor een kwalitatief

onderzoeksopzet. Kwalitatief onderzoek is immers uitermate geschikt voor het

bestuderen en begrijpen van een fenomeen in zijn eigen context. Het doel van deze

studie bestaat eruit het fenomeen van agressie in de kliniek meer in de diepte te

onderzoeken, eerder dan het kunnen vormen van een veralgemeend beeld (Swanborn,

2004). In ons onderzoek staan de ervaringen en het individueel perspectief van de

therapeuten dan ook centraal. Kwalitatief onderzoek laat toe om zo dicht mogelijk bij de

persoonlijke werkelijkheid van de therapeuten te blijven (Elliot, Fischer, & Rennie,

1999). Het biedt in dat opzicht de mogelijkheid om gedetailleerd en descriptief te

onderzoeken op welke manier clinici in de praktijk agressie, komend van de

psychoticus, benaderen. Hierbij moet de subjectiviteit en diversiteit van de data mee in

rekening gebracht worden.

Meer expliciet werd gekozen voor een thematische analyse op semi-gestructureerd

interviewmateriaal bij 12 psychoanalytisch geschoolde therapeuten. Een thematische

analyse laat immers toe op een systematische, exploratieve en inductieve manier de

bekomen data te beschrijven, onderzoeken en rapporteren (Braun & Clarke, 2006).

Steekproef

Doordat de interesse binnen deze studie uitgaat naar de expertise en ervaring van clinici,

werd gekozen voor een beperkte en selecte steekproef (i.e. intensity sampling, Patton,

2002). De steekproef bestaat uit twaalf therapeuten. Allen doorliepen een drie jaar

durende permanente vorming Psychoanalytische therapie vanuit Freudiaans-Lacaniaans

perspectief. Het gaat om vijf vrouwen en zeven mannen, met leeftijden tussen 27 en 43

jaar (M=35). De participanten wonen en werken allemaal in Vlaanderen: West-

Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Brussel. Ze hebben tussen 5 en 18 jaar

ervaring (M=10) in het werkveld. Drie participanten werken residentieel, vijf

Page 21: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

17  

 

 

participanten werken ambulant en vier participanten werken zowel residentieel als

ambulant. De doelgroepen waarmee ze werken zijn zeer uiteenlopend: een forensisch

publiek, bijzondere jeugdzorg, mensen met een mentale beperking,

verslavingsproblematiek, enzovoort.

Materiaal

Er werd gebruik gemaakt van een semi-gestructureerd interview. Om tot een gedegen

interviewschema te komen, werd initieel de literatuur omtrent psychose geraadpleegd.

Op basis daarvan stelde elke master-thesisstudent relevante vragen op met betrekking

tot de eigen onderzoeksvraag. De vragen omvatten volgende thema’s: hallucinaties en

wanen, interpretatie, agressie, het object a, liefde en seksualiteit en de subtiele psychose.

De vragen die gesteld werden in het kader van deze studie zijn:

Hoe presenteert agressie zich tijdens de sessie vanuit de cliënt psychoticus?

Zijn er bepaalde thema’s die agressie kunnen uitlokken?

Is er een specifieke plaats binnen het begeleiden waar het gevaar van agressie

meer aanwezig is?

Hoe ziet u de betekenis en functie van agressie in de psychotische structuur en in

de relatie tussen u en uw patiënt?

Heeft de psychotische structuur meer kans op het ontstaan van irritaties of angst

bij de therapeut in vergelijking met andere structuren? Hoe wordt dit gehanteerd

in de relatie met uw patiënt?

Dataverzameling

Via de thesisbegeleider werd een lijst verkregen van psychotherapeuten die de opleiding

tot klinisch psycholoog en de permanente vorming in Freudiaans-Lacaniaans

psychoanalytische therapie volgden.

Twee studenten namen het contacteren van de therapeuten op zich. In totaal werden

achttien personen op de lijst via e-mail gevraagd om deel te nemen aan een interview. In

deze mail werd het doel en de thema's van het interview meegedeeld. Tevens werd ook

de anonimiteit van de therapeuten verzekerd. Twaalf van de achttien therapeuten

reageerden positief. Slechts één therapeut nam liever niet deel. Vijf therapeuten gaven

geen antwoord.

Page 22: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

18  

 

 

Vervolgens nam één van de personen die het interview zou afnemen, het contact over.

In overeenkomst werd een concrete afspraak gemaakt en werden de interviewvragen in

bijlage doorgestuurd. Dit gaf de therapeuten de mogelijkheid om voordien al stil te

staan bij de vragen en voorbeelden te bedenken.

De interviews werden telkens afgenomen op een locatie naar keuze van de therapeut. In

het merendeel van de gevallen vond het interview plaats in een gespreksruimte op de

werkplaats van de therapeut. Het interview met B, F en L vond plaats bij hen thuis. Bij

B was de partner en een kind in dezelfde ruimte aanwezig.

Elk interview werd per twee afgenomen. Ieder stelde bij het eigen thema zowel

hoofdvragen als bijkomende vragen. Uit de vragen van de medestudenten werd

voornamelijk stil gestaan bij de hoofdvragen. Op die manier verkreeg iedereen ongeveer

evenveel informatie rond het eigen thema. Bij één van de interviews stuurde de

therapeut wegens tijdgebrek aanvullend een e-mail met de overige antwoorden. In de

data-verwerking wordt naar het eigenlijke interview verwezen met D1 en naar de e-mail

met D2.

Aangezien het interview per twee afgenomen werd, was er de gelegenheid om elkaar

aan te vullen en bijkomende vragen te stellen om zo dieper in te gaan op hetgeen verteld

werd. De gemiddelde duur van een interview bedroeg anderhalf uur en alle interviews

werden opgenomen met een audiorecorder. Dit is een essentieel middel om de

betrouwbaarheid en transparantie te bevorderen (Baarda, De Goede, & van der Meer-

Middelburg, 1996).

Tenslotte werd het transcriberen van de interviews opgedeeld, zodanig dat ieder twee

interviews diende uit te typen. Deze transcripties vormen een letterlijke weergave van

de interviews.

Dataverwerking

Na het transcriberen van de data werd deze systematisch geanalyseerd aan de hand van

een thematische analyse met behulp van het programma Nvivo. Een thematische

analyse is een kwalitatieve onderzoeksmethode die thema’s (terugkerende patronen)

binnen de data kan identificeren (Braun & Clarke, 2006). De thema's kunnen we

omschrijven als belangrijke patronen die we terugvinden in de data en die in relatie

staan tot de onderzoeksvragen die gesteld worden (Braun & Clarke, 2006). Deze

Page 23: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

19  

 

 

thema’s hebben als doel om structuur aan te brengen binnen het onderzoeksmateriaal en

zo de data op een samenvattende manier weer te geven.

Braun en Clarke (2006) onderscheiden zes verschillende stappen binnen een

thematische analyse. Aan de hand van deze stappen werd dit onderzoeksproces

doorlopen. Hierbij moet in acht genomen worden dat het gaat om een recursief proces

waarbij de verschillende stappen niet los van elkaar te zien zijn maar er een

wisselwerking is en er heen en weer gegaan wordt doorheen de zes stappen. Het is een

proces dat zich geleidelijk aan ontwikkeld over tijd om zo de analyse te optimaliseren

(Braun & Clarke, 2006).

De eerste stap bestaat uit het vertrouwd geraken met het onderzoeksmateriaal. Deze fase

gaat reeds van start bij het afnemen van de interviews en het transcriberen van de data.

Alle interviews werden grondig doorgenomen en op basis hiervan werden al enkele in

het oog springende citaten en interessante gedachtegangen gemarkeerd en

opgeschreven.

Binnen het zes-stappen model van Braun en Clarke (2006) bestaat de tweede stap uit het

coderen van de data. Zo wordt de data georganiseerd in groepen die van belang zijn

voor de onderzoeksvragen. Dit gebeurt aan de hand van het toekennen van een code aan

elk fragment of elke zin binnen het interview die van betekenis is voor de

onderzoeksvragen. Een aantal voorbeelden van codes die in dit onderzoek toegepast

werden zijn: de Ander, thema’s, singulariteit, genot, de zekerheid, enzovoort.

In een volgende stap wordt gepoogd om binnen de initiële codering patronen te zoeken

en deze te gaan groeperen in potentiële thema's (Braun & Clarke, 2006). Codes worden

omgezet in thema’s door verschillende coderingen te combineren tot overkoepelende

thema’s. Dit kwam tot stand door het neerpennen van de verschillende codes om zo

deze visueel te categoriseren en in relatie tot elkaar te plaatsen.

De vierde stap houdt het herbekijken van de verschillende thema’s in (Braun & Clarke,

2006). Zo werd de data opnieuw doorgenomen en werden (bijkomende) codes

toegekend aan het bijpassende thema. Het bevragen van de mening en adviezen van

andere onderzoekers houdt een meerwaarde in met betrekking tot de betrouwbaarheid

van de resultaten (Braun & Clarke, 2006). Omwille daarvan ging ik in deze stap ten

rade bij mijn begeleidster. Binnen het overleg kwam naar voor dat bepaalde data niet

correct paste binnen het vooropgestelde thema waardoor thema’s herbenoemd of

Page 24: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

20  

 

 

opgedeeld werden. Zo werden bijvoorbeeld subthema’s toegevoegd aan het thema

“verhouding tot de Ander”.

In de vijfde stap worden de definitieve thema’s opnieuw geanalyseerd en indien nodig

geoptimaliseerd en uitgezuiverd (Braun & Clarke, 2006). Men dient er zich bewust van

te zijn dat de bewoording en de inhoud van de thema’s optimaal aansluiten bij de data.

Deze voorlaatste stap bracht ook nog enkele wijzingen met zich mee.

Tenslotte wordt er in de laatste stap overgegaan tot het in detail beschrijven van de

resultaten van de analyse (Braun & Clarke, 2006). Hierbij worden zowel de thema’s als

subthema’s uitgebreid besproken en geïllustreerd aan de hand van enkele relevante

citaten uit de interviews.

Hierna zullen de resultaten geïllustreerd worden aan de hand van citaten, wat de lezer

ertoe in staat stelt om de interpretaties van de onderzoeker te volgen.

Page 25: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

21  

 

 

Resultaten

Hoe wordt Agressie Begrepen door Psychoanalytisch Therapeuten?

Er werden verschillende thema’s en subthema’s gedestilleerd om de vraag te

onderzoeken hoe psychoanalytisch therapeuten agressie begrijpen bij psychotici (zie

Tabel 1). Deze verschillende thema’s verschaffen een inzicht over hoe therapeuten

agressie zien en welke belangrijke aspecten zich aanwezig stellen binnen de logica van

de agressie. Er dient reeds opgemerkt te worden dat de verschillende thema’s met elkaar

in relatie staan en een wederzijdse beïnvloeding op elkaar uitvoeren.

Tabel 1

Overzicht van het aantal therapeuten (bronnen) en het aantal verwijzingen in de tekst

(referenties) per thema

Bronnen Referenties

n = 9 n = 115

De Ander 9

15

Bedreigende Ander die iets wil 8 12 Genietende Ander 5 13 De blik van de Ander 6 8 Regels van de Ander 4 6 Op afstand houden van de Ander 6 10

Transitiviteit – Omkering 8 14

Hulpverlenersfantasma

5 6

Enigma(tisch reële) 5 11

De Angst 3 5

Singuliere thema’s 9 15

De Ander.

Therapeuten geven aan dat de aanwezigheid van de Ander een centrale plaats inneemt

binnen de logica van de agressie. Zo wordt de aanwezigheid van de Ander 15 keer

aangehaald door 9 verschillende therapeuten. De verhouding van de psychoticus tot de

Page 26: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

22  

 

 

Ander wordt door de therapeuten aangekaart in relatie tot agressie. Zodoende wordt dit

opgenomen als eerste hoofdthema.

“(Participant A) De agressie in de psychose komt altijd in de eerste plaats van de

Ander.”2

“(Participant G) Bij de man die zich exhibitioneerde is dat bijna iets niet-

gedialectiseerd van ‘ik word bekeken, de Ander wil iets van mij, awel ik zal het een keer

tonen.’ Eerder een vorm van passage à l’acte zo van iets hebben en daar dan vanaf

willen en u ervan scheiden omdat het net dat is wat de Ander van u wilt.”

“(Participant F) Ik denk dat de agressie een barrière kan vormen tegen de Ander dat

veel te intrusief aanwezig is.”

“(Participant K) Een man is zijn vrouw beginnen stalken. Dit was niet van de ene op de

andere dag. Hij was zijn werk kwijt gespeeld en komt thuis terecht waar hij weinig of

niets te doen heeft en ineens begint hij zich te fixeren op zijn vrouw. Dus voornamelijk

haar kledij, die hem doet declencheren. Want ineens draagt ze smallere broeken en

hakken. Hij begint haar dan ook overal te achtervolgen omdat hij ervan overtuigd is dat

de andere mannen het op haar gemunt hebben. Dat de andere mannen haar van hem

willen afpakken.”

“(Participant L) Agressie is gewoon altijd om de Ander op een afstand te houden. Het

teveel en het genot in de Ander, waarvan zij het object zijn.”

Therapeuten geven dus aan dat de Ander een centrale plaats inneemt binnen de logica van

de agressie bij het psychotisch subject. Uit het analyseren van de data komt naar voor dat

de invulling van deze Ander kan verschillen. Zo bestaat het eerste subthema uit de

bedreigende Ander waarbij de psychoticus er van uitgaat dat de Ander iets van het

subject wil. Deze Ander wilt bovendien van het psychotisch subject genieten. De blik

van de Ander alsook regels komende van de Ander worden door de therapeuten in

                                                                                                               2  Bij  sommige  illustraties  wordt  niet  rechtsreeks  de  koppeling  gemaakt  met  agressie,  maar  deze  antwoorden  kwamen  naar  aanleiding  van  een  agressiegerelateerde  vraag.  

Page 27: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

23  

 

 

relatie gebracht met agressie. Als laatste komt het subthema op afstand houden van de

Ander aan bod, waarbij agressie door de therapeuten gezien wordt als een mogelijkheid

voor het psychotisch subject om de Ander die te dicht komt op afstand te houden.

Bedreigende Ander die iets wil.

Het hoofdthema bestaat uit de aanwezigheid van de Ander die in relatie gebracht wordt

met de agressie. Acht therapeuten halen verder aan dat deze aanwezigheid van de Ander

gekarakteriseerd wordt door een bedreigende Ander. Men geeft aan dat de Ander als

bedreigend gezien wordt door de psychoticus, doordat de Ander iets van het subject

tracht af te nemen. Hierbij wordt dit naar voor geschoven als eerste subthema.

“(Participant J) De paranoïde psychoticus heeft het object a op zak. Het zit als het ware

in zijn broekzak en iedereen wil het van hem. De mensen zitten achter hem en willen het

hebben van hem. Ook bij de erotomanie past dit concept. Ze willen iets van hem. Dit is

niet van ‘wij zijn op zoek naar een lief en die heeft het’. Nee, ze zijn op zoek naar hem

en ze willen het van hem hebben. Wat zeer bedreigend is. Bij zowel paranoia en

erotomanie is het zoiets van ‘ze willen het van mij hebben’.”

“(Participant I) Ik moet denken bij de paranoia aan de waan. Zij hebben het en de

Ander probeert het van hen af te nemen. Het is vaak zo dat de Ander iets van hen moet

hebben en zij eraan moeten ontsnappen. Het is de Ander die hen gaat opslorpen, ik

denk dat daar de agressie van komt.”

“(Participant K) Een man die zijn vader had geslagen moest bij ons komen op gesprek.

Die man was in alle staten waarbij hij zei: ‘Eigenlijk moet ik hier niet zitten want ik heb

niets gedaan. Ik ben niet agressief, mijn vader is agressief. Ik heb mezelf gewoon

verdedigd en mijn vader is tegen mijn vuist gelopen.’ Dit is het interpreteren van een

situatie, ik heb niets mis gedaan, het is de Ander die het kwaad bedoeld heeft en het is

de Ander die geslagen heeft.”

“(Participant H) De Ander heeft het op hem gemunt. De paranoia identificeert zich met

het object van de Ander. Hij is hetgeen wat de Andere nodig heeft om te genieten.”

Page 28: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

24  

 

 

Genietende Ander.

Waar het eerste subthema bestaat uit de Ander die iets van het subject tracht af te

nemen, wat in rekening gebracht dient te worden om de logica van de agressie te

begrijpen, kan een belangrijke concept hier aan toegevoegd worden. Zo geven

therapeuten aan dat het subject er niet enkel vanuit gaat dat de Ander iets van hem wil,

maar bovenal van hem geniet. Ook het genot kent volgens vijf therapeuten een aandeel

in het ontstaan van agressie waardoor dit opgenomen wordt als tweede subthema.

“(Participant A) Heel vaak is het zo dat bij psychose meteen geïnterpreteerd wordt dat je

als therapeut of hulpverlener of analist gewoon op een heel smerige manier aan het

genieten bent van hen. In de paranoia gebeurt het dat het genot en de jouissance volledig

aan de kant van de Ander ligt. Het is de Ander die geniet en ik ben het object van zijn

genot.”

“(Participant H) Bij de paranoia zit het object a in het genietende van de Ander. Het is

de Ander die geniet van het subject. Daar zit het genot, in de Ander die iets wil. Ik denk

dat agressie vooral voorkomt als genot niet op een andere manier afgevoerd kan

worden. Als het genot te veel blijft plakken. Zo komt een meisje altijd bij mij en ze wil

dat ik gedachten van haar elimineer. Er zit genot in die gedachten en wanneer die

gedachten niet afgevoerd konden worden werd ze super agressief.”

“(Participant E) Ik denk dat agressie een antwoord is op iets dat niet gaat. Dat iets kan

van alles zijn, het is iets van een genotskwestie. Dat genot is iets die zich zeer specifiek

toont in verschillende velden al naargelang verschillende soorten psychose. Je hebt

psychotici waarbij dit genot vooral in hun eigen lichaam zit. Je hebt er waarbij dit

vooral in de Ander zit, de Ander die iets van hen wil, positief of negatief. De plaats van

agressie is dus de plaats van het genot, wat voor elke psychoticus anders is.”

“(Participant F) Ze zijn kwaad wanneer er iets van het genot bij de Ander opduikt. Ze

hebben vaak het gevoel gebruikt te worden. Er is ook irritatie rond het genot bij de

hulpverleners. Er is namelijk een genot bij de hulpverlener: ‘ik ga u verzorgen, ik heb

het hier voor het zeggen, ik weet wat goed is voor u.’ Als dat optreedt, kunnen ze daar

Page 29: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

25  

 

 

heel kwaad voor zijn. Ik vind wel dat dit iets van de agressie uitlokt, althans iets van de

irritatie.”

“(Participant L) Er was iemand bij mij die constant interpretaties deed, alles keert hem

om. Hij begint over seksualiteit, waarop ik doorga en vraag of hij daar nog iets meer

over wil vertellen maar onmiddellijk word ik de seksmaniak en ligt het initiatief bij mij

alsof ik diegene ben die dat onderwerp heeft aangebracht. Je wordt onmiddellijk de

genietende Ander. Ze zijn non-stop bezig met zich te verdedigen tegen het genot van de

Ander.”

De blik van de Ander.

Een derde subthema bestaat uit de blik. Tijdens de interviews halen zes therapeuten

verschillende malen aan dat de blik een invloed kan hebben op het psychotisch subject.

Zo kan het subject zich bekeken voelen of kan de blik van de Ander op zich een

bedreiging met zich meebrengen waar het psychotisch subject mee tracht om te gaan.

Therapeuten geven aan dat als reactie op deze intrusieve blik die het psychotisch subject

ervaart, er een agressieve daad gesteld kan worden vanuit het subject.

“(Participant E) Er was een man die mij elke ochtend zeer vriendelijk bejegende. Ik zag

er wat een grootvaderfiguur in. Ik had sympathie voor die man en waarschijnlijk merkte

hij dit ook. Op een bepaald moment kom ik binnen, ik kijk naar hem en kom naar hem

en hij slaat op mijn oog. Ik heb dat niet helemaal begrepen, maar het is zeer duidelijk

dat er iets van mijn blik hem geviseerd moet hebben en hij slaat er op.”

“(Participant L) Ik heb al stenen naar mijn hoofd gehad omdat ik te veel keek.”

“(Participant I) In de overdracht naar mij toe kan je een blik hebben die anders

geïnterpreteerd wordt. Een man die plots zei dat ik er altijd voor hem ben en hij mij op

een bepaalde manier heeft zien kijken. Hij was ervan overtuigd dat ik iets van hem

wilde.”

Uit de interviews blijkt dat niet enkel binnen de therapeutische relatie de blik een

invloed op het psychotisch subject kent. Ook buiten de kuur kan de blik van de Ander

Page 30: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

26  

 

 

een bedreiging vormen wat door het subject bewerkstelligd dient te worden via een al

dan niet agressieve daad.

“(Participant G) Er passeerden altijd jonge meisjes bij een man thuis en hij had het

gevoel dat die meisjes hem uitlachten, wat best wel eens waar zou kunnen zijn want het

is een zonderling mens. Hij had iets van het zien, iets van bekeken worden. Hij werd

door iedereen bespied, hij werd door iedereen bekeken, iedereen hield hem in de gaten.

En uiteindelijk heeft hij zich geexhibitioneerd. En wat daar interessant aan is, is dat je

zou kunnen zeggen dat een exhibitionist de blik bij de ander uitlokt om bekeken te

worden. Terwijl dat deze mens eigenlijk niet bezig was met die blik op te roepen bij de

ander, want de blik is er constant voor hem. Dus dat is een misverstand om dat puur als

exhibitionisme te zien. Voor hem was dat bijna zoals een seksueel agressieve daad van

‘hier si, is het dat wat dat je wil zien, awel ik zal het een keer tonen’.”

“(Participant J) Een meisje op mijn stage begon zich plots te snijden. De agressie naar

haarzelf, maar eigenlijk kwam de agressie van de Ander. Ze werd bekeken door

iedereen, wat voor haar heel agressief was.”

Regels van de Ander.

Vier therapeuten geven aan dat regels die een Ander oplegt voor personen met een

psychotische structuur moeilijk begrijpbaar zijn, wat bedreigend kan overkomen en

agressie met zich mee kan brengen.

“(Participant B) Wat voor die psychotische gasten als een objectpositie ervaren wordt,

is rond regels die ze moeten volgen. Ze moeten de regels volgen omdat dat nu eenmaal

iets is wat goed zou zijn voor hen, terwijl dat zij zich door die regels volledig

onderdrukt voelen. Omdat er een discours vanuit de Ander aan gekoppeld wordt die

zegt ‘ik weet wat het beste is voor jou, ik ben hier de baas en jij moet doen wat ik zeg’.

Het feit dat zij zich agressief benaderd voelen door zich als object behandeld te voelen,

kan ertoe leiden dat ze hetzelfde gaan doen met hun act.”

“(Participant F) Die pikken al die stomme neurotische regels er uit zou je kunnen

zeggen. Sommige gaan daarrond echt - in de aanval is iets te veel gezegd - maar vinden

Page 31: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

27  

 

 

dat heel vervelend. Bijvoorbeeld de kleine regels op een afdeling en een

verpleegkundige die zegt dat iemand vijf minuten te laat is, maar eigenlijk ook van haar

machtspositie geniet, daar vind ik dat psychotici gevoelig voor zijn en ook heel

agressief rond kunnen worden.”

“(Participant K) Als je een soort oordeel uitspreekt, waarvan zij het gevoel hebben dat

er een oordeel wordt uitgesproken, bijvoorbeeld dat de persoon zich niet gedraagt

volgens de sociale regels, kan dat agressie uitlokken. Omdat psychotici niet in staat zijn

om de sociale regels te interpreteren of gewoon niet begrijpen wat de bedoeling is van

die sociale regels. Als men zich op een bepaald moment als iemand gaat opstellen die

gaat zeggen hoe het moet, dan kan agressie uitgelokt worden. Op het moment dat ze

zich ingekapseld voelen of teveel regels opgelegd krijgen, kan dat heel bedreigend zijn

voor sommige psychotici, maar dit moet je geval per geval bekijken.”

Eén van de therapeuten haalt aan dat regels ook een structurerende functie kunnen

hebben, indien deze logisch van aard zijn.

“(Participant K) Bij die jongen was dat dus zo. Hij vond geen werk, hij was zowat

depressief geworden en hij ontmoet een oudere man. Die man neemt hem in huis en

begint hem zowat aan te sporen om werk te zoeken, steeds meer en meer. Op den duur

begint hij alles te controleren. Hij houdt al zijn geld bij. En dat is voor hem eigenlijk op

het einde teveel geweest, en hij heeft hem dan neergestoken. Maar hij zegt dan ook van

het is precies of dat hij wel iemand nodig heeft die hem structuur oplegt, die hem zegt

wat hij moet doen. Maar als het teveel wordt, dus als die te dicht komt, ja, dan wordt

het natuurlijk bedreigend. Hij zegt dat hij in de gevangenis goed functioneert: ‘De

gevangenis is wel goed voor mij omdat die regels logisch zijn, ze zijn niet persoonlijk’.

Dus met zijn partner was dat zeer persoonlijk naar hem gericht en blijkbaar in de

gevangenis als dat echt een instantie is waar dat er logische regels zijn, lukt het wel.”

Op afstand houden van de Ander.

Agressie wordt door zes therapeuten gezien als een mogelijkheid om het verlangen van

de Ander op afstand te houden, wat hierbij gezien wordt als het vijfde subthema. Door

Page 32: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

28  

 

 

zich agressief op te stellen tracht men de Ander, die te dicht en intrusief aanwezig is, op

afstand te houden.

“(Participant F) Op het moment van de agressie denk ik dat ze de Ander wel op een

afstand houden.”

“(Participant H) Agressie is om het verlangen van de andere weg te duwen. Als ze te

dicht komen met de verlangens en verwachtingen en iets willen hebben, kan dit zeer

bedreigend worden. Dat moet weggeduwd worden.”

“(Participant K) Als het teveel wordt, dus als die te dicht komt, dan wordt het natuurlijk

bedreigend.”

“(Participant L) De specifieke betekenis van agressie is volgens mij de Ander op afstand

houden.”

Twee therapeuten halen aan dat het psychotisch subject zelf ook op een andere manier,

in plaats van een agressieve handeling, kan omgaan met het verlangen van de Ander die

te dicht komt. Zo kan het subject gebruik maken van ironie om de Ander op afstand te

houden.

“(Participant H) Als iemand te dicht komt, kunnen ze soms door ironie de Ander

reguleren. Als het verlangen te dicht komt, kan dit zeer ontredderend werken. Ik heb

bijvoorbeeld een meisje begeleid die me probeerde uit te schakelen door ironie. Dan zei

ze bijvoorbeeld: ‘Goh, je hebt toch maar een kleintje, uw handtas meenemen vraagt om

gestolen te worden.’ Ik denk dat dit was om mij op afstand te houden. Dat mijn

verlangen zeker niet te dicht bij haar zou komen. Ironie, om het verlangen van de Ander

weg te duwen. Ik denk dat dit geen slechte manier is. Het is een betere manier dan

agressie om het verlangen van de Ander op afstand te houden.”

“(Participant B) Een jongetje heeft veel agressie meegemaakt in het verleden. Hij is

getuige geweest en heeft het waarschijnlijk ook lijfelijk ondervonden door zijn eigen

vader. Die vader was fan van acteurs die in actiefilms spelen, die er stoer en macho

Page 33: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

29  

 

 

uitzien. Hij was daar ook fan van. Onlangs heeft hij daar dan een manier op gevonden

om daar ironisch op te antwoorden. Hij heeft de hoofden van die acteurs weggedaan en

het hoofd van kabouter plop er op gezet. Een zeer ironische manier. Zo heeft hij een

beetje afstand kunnen nemen van zijn vader. Zo is hij minder bang en onderdrukt door

zijn vader en is hij minder geneigd om hetzelfde pad op te gaan als zijn vader. Die

ironie heeft er voor gezorgd dat hij daar wat meer afstand in kan vinden. Ironie is een

manier hoe ze met de Ander kunnen omgaan.”

Transitiviteit - Omkering.

Therapeuten halen het belang aan om het spiegelstadium en de afwezigheid van de

Naam-van-de-Vader in acht te nemen. Zo heeft het subject onvoldoende afstand kunnen

innemen tegenover het beeld van de ander-gelijke. Uit de interviews komt naar voor dat

de inname van een bepaalde positie in de verhouding tegenover de Ander in rekening

gebracht dient te worden om de logica van agressie na te kunnen gaan. Waar hierboven

voornamelijk kenmerken van de Ander weergegeven worden, staat hier de verhouding

ten aanzien van de Ander meer centraal. Zo wordt de transitiviteit, waarbij Ik en Ander

samenvallen, achttien keer door acht verschillende therapeuten aangehaald.

“(Participant L) Het probleem is de transitiviteit, Ik is de Ander. Het spiegelstadium

heeft niet gefunctioneerd, ze hebben geen abstractie kunnen maken van de ander is echt

de ander. Het is door de blik van de ouders, een derde punt dat met een bepaald

verlangen naar het kind kijkt, dat het kind een persoon wordt. Dit is niet geïnstalleerd

bij psychotische kinderen. Als ze u geweld aandoen, dan doen ze zichzelf ook geweld

aan.”

“(Participant G) Een psychoot slaat, in het slaan van de Ander, iets in zichzelf.”

“(Participant A) Die agressie wordt in de praktijk altijd verantwoord door psychotici

zelf: ‘Ik ben niet agressief geweest ik heb mij gewoon verdedigd tegen de agressie van de

Ander.’ Bij het paranoïde is het vaak niet ‘ik ben het die’ maar ‘jij bent het die’. Dat is

een projectie: ik en jij zijn inwisselbaar en dat is een spiegelrelatie die geen eind meer

kent omdat het symbolische er geen pak meer op heeft.”

Page 34: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

30  

 

 

“(Participant I) Als je te dicht zit, of te dicht in het imaginaire of in de spiegelrelatie zit,

dan krijg je agressie.”

Doordat het psychotisch subject onvoldoende afstand heeft kunnen innemen tegenover

de ander-gelijke, kan een omkering opgemerkt worden tussen Ik en Ander. Zo merken

drie therapeuten op dat het psychotisch subject de Ander aan de ene kant als intrusief en

achtervolgend ziet en aan de andere kant bemerkt dat de Ander niet met hen bezig is.

“(Participant E) De meest extreme vorm van agressie die ik gezien heb is een moord

van een patiënt die we niet hadden opgenomen. Dat was ‘liegen lassen’ van die man.

Hij vroeg om opgenomen te worden en dat kon niet meer in het team, hij had het te

bond gemaakt. Hij had dus, geviseerd naar ons, twee mensen vermoord en dan is hij

binnen gekomen en zei: “Voila, is het nu genoeg? Kan ik nu een plaats krijgen?” Ik heb

dit altijd geïnterpreteerd van zichzelf in de kijker schieten. Je moet met mij bezig zijn.

Dat kan natuurlijk snel omkeren ‘van je bent met mij bezig’. Ik heb een andere patiënt

die zeer agressief is naar mij. Bij haar is de moeilijkheid dat het telkens kantelt van ‘je

bent niet met mij bezig’ en als ik met haar bezig ben is het zeer achtervolgend.”

“(Participant J) Een meisje op mijn stage begon zich plots te snijden. De agressie naar

haarzelf, maar eigenlijk kwam de agressie van de ander. Ze werd bekeken door

iedereen, wat voor haar heel agressief was. Je krijgt daar een agressie naar haarzelf

door de agressie die ze moet ondergaan.”

“(Participant L) Ze kunnen zeer weinig hun daden of hun passage à l’acte assumeren.

Zo zeggen ze dat zij het niet zijn, maar ze gereageerd hebben op iemand die teveel keek

naar hen. In de paranoia is het dat. Ik loop bijvoorbeeld op mijn werk mee met een

meisje naar beneden. Ze is kwaad en ik loop achter haar en ze zegt: ‘Je moet mij niet

achtervolgen, ik ga het gaan zeggen aan de directie.’ Waarna ik voor haar ga lopen en

ze zegt: ‘Ja, ja, ik zal het wel zeggen dat je niet van mij moet weten, dat je mij laat

vallen.’ Dus als je teveel ervoor loopt laat je hen vallen, loop je teveel er achter, dan

achtervolg je hen. En zo is dat in het spreken ook. Als je teveel vraagt ben je

achtervolgend, zeg je niets dan ben je niet geïnteresseerd.”

Page 35: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

31  

 

 

Hulpverlenersfantasma.

Het derde thema bestaat uit het hulpverlenersfantasma waarbij men als hulpverlener

tracht om therapeutisch aan het werk te gaan met de patiënt en deze, als een soort

barmhartige Samaritaan, te ontdoen van zijn of haar problematiek. Dit kan bij

psychotische patiënten een averechts effect met zich meebrengen. Zo merken vijf

therapeuten op dat juist hieruit agressie kan ontstaan.

“(Participant A) Inschatten dat het louter traumatisch is geweest en dat er toch een

inschrijven is geweest in de symbolische orde in de neurotische zin van trauma. En je

gaat daar naar toe om die doos te openen en te denken van ‘we gaan er eens een therapie

rond doen’. Dan is het toch beter dat je ziet hoe die mensen reageren, dat kun je niet doen

soms. Vaak wat er nog rest is agressie.”

“(Participant D1) Bijvoorbeeld een andere man, paranoïde man, die op een bepaald

moment ervan overtuigd was dat zijn broer, die hij eigenlijk al 10 jaar niet meer had

gezien, hem ging vermoorden. Op een bepaald moment komt hij bij mij, ook in paniek. Ik

had met die patiënt een vaste afspraak in de week. Door zijn paniek had ik hem gezegd

‘gezien dat het probleem voor u zo dringend is, als je wilt kun je morgen ook komen’, met

de bedoeling die man te helpen. Waarop dat die man bijzonder kwaad is geworden omdat

ik mij moeide met zijn leven, volgens hem. Ik was één maal in de week zijn psycholoog, en

plots ging ik op andere dagen ook tussenkomen.”

Verder halen vier therapeuten aan dat de agressie kan ontstaan door de positie die de

hulpverlener inneemt, alsook kan de positie van de hulpverlener een defensie vormen

tegen mogelijke agressie vanuit de psychoticus.

“(Participant J) Ik kom dat weinig tegen en de keren dat ik het tegen kom dan weet ik dat

ik iets verkeerd gedaan heb.”

“(Participant F) Ik vind vaak dat het meer te maken heeft met de positie dat je als

hulpverlener inneemt. Ik heb het gevoel dat je als een welbepaalde positie inneemt, je een

serieuze buffer kunt zijn tegen die agressie.”

Page 36: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

32  

 

 

Enigma(tisch reële).

Vijf therapeuten maken de redenering dat het psychotisch subject er niet in slaagt om

een eigen verhaal rond het reële op te bouwen, te symboliseren, waardoor het reële een

bedreiging kan vormen en kan leiden tot agressie. Dit wordt, als derde thema, geplaatst

onder enigma(tisch reële), wat gezien kan worden als de dimensie van het radicaal

niet-betekende (Vanheule, 2013).

“(Parcipant A) Die agressie zie ik dan als een allerlaatste antwoord in het reële. Dus

daar waar er geen woorden meer zijn.”

“(Participant G) Vragen verschijnen in het reële en dat heeft iets heel bedreigend voor

een psychoot. Er duikt een vraag op of er duikt iets op in het reële waarop geen

antwoord is. Het kan overgaan naar een passage à l’acte omdat er iets onverdraagbaar

is waarvan ze zich willen ontdoen.”

“(Participant D1) Een psychotisch iemand die op een bepaald moment helemaal

overstuur wordt door iets en van daaruit daar invalt en eigenlijk agressief reageert.

Bijvoorbeeld iemand die in paniek bij mij kwam omdat hij ’s nachts een heel agressieve

droom had gehad, waar alle mensen werden kapot gemaakt en waar hij eigenlijk door te

vertellen opnieuw in de modus van de droom komt. Voor hem werd het door het te

vertellen terug reëel. En die man geraakt dus in paniek en wordt ook agressief door het

gewoon te vertellen.”

“(Participant I) Wanneer een waan te solide wordt is er het gevaar dat het te reëel zou

worden. Als je teveel ingaat op iets dat bedreigend is, kan je agressie krijgen.”

“(Participant B) Ze vinden iets uit om op dat enigma te antwoorden, anders kan het

leiden tot een passage à l’acte. Er is verbale agressie of effectief fysieke agressie,

meestal in een soort passage à l’acte, omdat er iets is waar ze niet mee om kunnen,

waar ze geen weg mee weten en waar ze iets mee moeten doen. Bijvoorbeeld een man

die stemmen hoort naar aanleiding van zijn kinderen die geplaatst zijn. Hij kan daar

niet mee om, hij begrijpt dit niet. Voor hem is dat een enigma in de zin dat hij dit niet

Page 37: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

33  

 

 

kan vatten, ook niet als het hem uitgelegd wordt. Ze zijn van hem weggerukt en dit zorgt

voor een leegte. Als hij met die vraag afkomt zal eender welk antwoord dat je geeft

agressie uitlokken omdat er daar voor hem geen antwoord op is. En daar komt agressie

vandaan, omdat het hem juist confronteert met dat enigma.”

De angst.

Drie therapeuten merken op dat de angst vanuit het psychotisch subject mogelijks een

invloed kan hebben op het stellen van een agressieve daad. Zo kan de agressieve act

gezien worden als een antwoord op angst die de psychoticus overvalt.

“(Participant G) Ik denk dat agressie in de gevallen dat ik zie, ik weet niet of dat

theoretisch enige grond heeft, vaak een antwoord op angst of iets bedreigend is. Het is

precies een antwoord op angst en het gaat precies gepaard met angst.”

“(Participant I) Een man die ooit bij criminele mensen geweest is, heeft dit dan

paranoïde opgevat. Hij is er heilig van overtuigd dat hij achtervolgd wordt door een

bende die hem wilt vermoorden. Hij is er zeker van dat ze hem komen afknallen. Maar

dat gaat zo ver dat hij op een bepaald moment een passage à l’acte doet en rondloopt

met een mes op straat. Die man zit in een ongelofelijke angst. Het is vaak pure angst bij

de psychose, omdat ze anders stoppen van te bestaan.”

“(Participant H) Bij patiënten zie ik agressie meer buiten de kuur voorkomen. En vaak

bij dingen die wij niet goed door hebben. Er zit vaak angst achter. Het is niet altijd

eenvoudig om te vinden wat die angst veroorzaakt, wat zo enigmatisch is dat er agressie

komt.”

Singuliere thema’s.

Wanneer binnen het interview gevraagd werd of de therapeut bepaalde thema’s kon

herkennen binnen de logica van de agressie, kwam het belang van de logica van het

subject en de subjectiviteit naar voor. Voorgaande subthema’s die in verband staan met

het psychotisch subject en de agressieve daad, moeten aldus gezien worden binnen de

singuliere logica van dat subject. Negen therapeuten benadrukken de stelling dat wat

Page 38: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

34  

 

 

agressie uitlokt, verschilt van persoon tot persoon en zo is elk thema singulier.

Zodoende wordt dit opgenomen als vijfde en laatste thema.

“(Participant C) Thema’s van agressie is specifiek per persoon.”

“(Participant J) Je ziet agressie verschijnen op het moment dat de agressie naar hen

toe is en dat is voor iedereen anders. Je ziet een punt verschijnen waar ze niet mee

kunnen omgaan en dat geïnterpreteerd wordt vanuit agressie. Agressie kan op ieder

moment verschijnen, op heel veel manieren, afhankelijk van de persoon.”

“(Participant G) Thema’s die agressie uitlokken is voor de ene mens als het over zijn

vader gaat, of de wet, justitie, of werkgerelateerde dingen. Alles dus wat voor die

persoon gevoelig ligt, dat heel manifest aanwezig is.”

“(Participant A) Ik zie agressie als een verdediging tegen iets. Tegen iets dat altijd

anders is.”

“(Participant B) Agressie wordt meestal uitgelokt door zaken waar het enigma

verschijnt en dit is natuurlijk voor iedereen anders. Vanaf dat het hen iets raakt, voor

dat enigma zetten of teveel in die objectpositie duwen, dat zijn de momenten waarop je

agressie kan hebben.”

“(Participant E) Ik denk dat agressie een antwoord is op iets dat niet gaat. Dat iets kan

van alles zijn. De plaats van agressie is de plaats van het genot en dit is voor elke

psychoticus anders. De plaats is altijd singulier.”

“(Participant L) Thema’s die agressie uitlokken is alles wat je vraagt dat persoonlijk is.

Alles waar ze een soort weten, een betekenis moeten weergeven.”

Page 39: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

35  

 

 

Hoe gaan Psychoanalytisch Therapeuten om met Agressie?

Naast de vraag hoe psychoanalytisch therapeuten agressie zien, wordt ook nagegaan hoe

men met de agressie, komende van het psychotisch subject, omgaat. Zo geven

therapeuten aan op welke manier men tracht om de agressie te voorkomen, alsook de

aanwezige agressie te beperken. Hierbij worden vier hoofdthema’s en drie subthema’s

vooropgesteld om deze onderzoeksvraag te onderbouwen (zie Tabel 2).

Tabel 2

Overzicht van het aantal therapeuten (bronnen) en aantal verwijzingen (referenties) per

thema

Bronnen Referenties

n = 7 n = 41

Buiten de positie van bedreigende Ander blijven 7 6

Meerdere hulpverleners 4 5 Installeren van een tekort/het niet-willen-weten

3 6

Afstand houden 4 5

Uit de objectpositie halen 2 3

Barrière plaatsen voor het reële

4 7

Singulariteit nagaan 7 9

Buiten de positie van bedreigende Ander blijven.

Waar voordien uit de interviews reeds naar voor kwam dat de Ander binnen de

psychotische structuur een bedreiging kan vormen, geven zeven therapeuten aan dat

men uit deze positie moet trachten te blijven om agressie tegen te gaan. Zo tracht men

om niet in de positie van de bedreigende of genietende Ander terecht te komen. Uit het

analyseren van de data kunnen drie subthema’s gedestilleerd worden, drie manieren om

niet in de positie van bedreigende Ander terecht te komen, namelijk: het installeren van

meerdere hulpverleners, het installeren van een tekort en het niet-willen-weten en, als

laatste, afstand houden.

Page 40: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

36  

 

 

“(Participant A) Het gevaar van agressie is meer aanwezig als je te veel begint met u

bezig te houden met hun subject, dan is het gevaar veel reëler.”

“(Participant D1) Als op de een of andere manier, en vaak onbedoeld, de therapeut te

intrusief wordt dan kan een agressiviteit komen.”

“(Participant H) In een kuur of overdracht is het belangrijk dat je niet de genietende

wordt. Je moet getuige zijn maar je moet daar niet teveel verlangen of verwachten.”

“(Participant I) Het is vaak zo dat de Ander iets van hen moet hebben en dat zij eraan

moeten ontsnappen. Bijvoorbeeld een man die dacht dat hij het geheim van de

illuminatie wist. Dit geheim kwam tot bij hem via puzzelstukjes en hij mocht daar niet

over spreken. Ik heb hem dan ook letterlijk gezegd dat hij dit dan ook niet tegen mij

moet vertellen, want vroeg of laat ging ik pech hebben want ik ging geweten hebben wat

zijn geheim was. De geheimen moest ik niet weten, maar wel wat het probleem was.”

“(Participant J) Het gevaar zit daar, ik ben ook een gamer en die mens gamed ook heel

veel en hij vindt dat de max om met mij over games te babbelen. Maar het is opletten op

een bepaald moment dat ik niet iets bedreigend wordt voor hem, die te veel interesse

heeft. Dus je moet uzelf daar heel goed in afgrenzen.”

“(Participant E) Met de paranoïcus is het logisch dat je zorgt dat je niet de

achtervolgende wordt en dat je uit die positie blijft.”

Meerdere hulpverleners.

Een eerste subthema binnen het thema ‘buiten de positie van bedreigende Ander

blijven’ is meerdere hulpverleners. Een manier om uit de positie van de bedreigende

Ander te blijven, kan volgens vier therapeuten mogelijk gemaakt worden door meerdere

hulpverleners te betrekken. Zo kan er een circulatie plaatsvinden voor het psychotisch

subject en kan de bedreigende dualiteit tussen therapeut en patiënt doorbroken worden.

“(Participant G) Bij een psychoot moet je van in het begin beseffen of voor ogen

houden dat je maar één van de velen bent. Niet een band creëren zodanig dat hij van

Page 41: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

37  

 

 

alles vertelt, zodat je dan iets therapeutisch kan doen, maar eerder werken zodat je met

drieën bent met een andere hulpverlener, precies meer circuleren.”

“(Participant A) Ik probeer in de behandeling het adres te pluraliseren. Het idee van

practique à plusieurs: de overdracht moet je pluraliseren waardoor je niet de enige bent.

Waardoor het gewicht die je incarneert als grote Ander, dat je dat minder zwaar, minder

gewichtig, minder genotsvol maakt.”

“(Participant L) De grote Ander, daar moet je een barrière plaatsen. Door bijvoorbeeld

het opsplitsen zodanig dat het niet één persoon is die zowel contact met de ouders

onderhoudt, als het zakgeld bijhoudt, als de therapieën doet. Dat is veel te massief. Je

moet dat spreiden. Het is in eerste plaats een behandeling van de Ander.”

“(Participant I) Wat je moet doen is plaatsen installeren. Jij bent niet de enige plek.

Altijd zorgen voor de overdracht van meerderen. Zo zorg je ook dat het duale karakter

wegblijft.”

Installeren van een tekort/het niet-willen-weten.

Het tweede subthema bestaat uit een andere manier om uit de positie van de

bedreigende Ander te blijven, namelijk door een tekort te installeren. Zo halen drie

therapeuten aan dat men zich, om niet de bedreigende achtervolger te worden, moet

trachten op te stellen als diegene die niet geïnteresseerd is in het genot van de

psychoticus. Alsook installeert men een tekort, wat toont dat men als therapeut het

weten niet in zich draagt. Zo tracht de therapeut aan de psychoticus aan te geven dat hij

niet een bedreigende en achtervolgende Ander is die er op uit is om zijn genot op te

vullen.

“(Participant F) Ik vind dat het werk het zoeken naar een evenwicht is waardoor dat

het leefbaar is en ze zich niet constant, elke minuut van de dag, achtervolgd voelen. U

opstellen als een subject dat het ook niet weet, met een tekort. Dat je u zo opstelt werkt

echt goed tegen de agressie.”

Page 42: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

38  

 

 

“(Participant I) Psychotici hebben het en als therapeut moet je daar van weg blijven.

Dus je opstellen als ik heb het niet, hou het maar en laten blijken dat je het niet wilt

weten en niet geïnteresseerd bent.”

“(Participant J) Een bedachtzaam niet begrijpen en volgehouden interesse hebben.

Zonder dat het lijkt alsof je iets wil van hen.”

Afstand houden.

Waar voordien reeds aangehaald werd dat de psychoticus agressief gedrag kan stellen

om zo de Ander op afstand te houden, halen vier therapeuten aan dat dit ook van belang

is naar behandeling toe. Zo moet men als therapeut trachten niet te dicht te komen en

kan letterlijk afstand gehouden worden om uit de duale positie te blijven en zo de

afstand te bewaren.

“(Participant D1) Je moet een duale situatie vermijden door je letterlijk in een ruimte te

zetten waar je constant wordt gestopt door anderen. In de living, in de tuin, door een

wandeling te maken waardoor je contact hebt met de wereld daarrond. Vooral een

manier om het duale te vermijden.”

“(Participant I) Je moet je afstand juist kunnen inschatten, en soms ook letterlijk kunnen

separeren. Bijvoorbeeld een vrouw op mijn stage die aan het hallucineren was. Ze zei:

‘Stop met wijzen.’ en ik stond gewoon stil. Maar ik voelde dat ze zot werd, dat was te

dicht. Ik heb dan gezegd dat ik mijn been naar rechts ging zetten en mijn rug naar haar

toe ging draaien en naar daar weg zou gaan. Zo uitleggen wat ik ging doen omdat ze

aan het vervloeien was in mijn lichaam. Ze was namelijk constant zelf aan het wijzen. Ik

heb dan ook letterlijk de separatie toegepast omdat ik blijkbaar in een dualiteit zat waar

zij vast in zat.”

Vier therapeuten halen aan dat men de afstand kan bewaren en uit de duale positie kan

blijven door zich naast de persoon te plaatsen.

“(Participant A) Je moet naast hen gaan zitten en niet hen viseren maar samen met hen

kijken naar de grote Ander en die gaan behandelen. De kunst in de psychose is samen met

Page 43: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

39  

 

 

hen proberen de Ander te gaan behandelen. Dit is beeldend, maar vaak is het soms

letterlijk, die face à face gesprekken dat je uw stoel wegdraait en kijkt naar dat derde

punt.”

“(Participant I) Als je jou opstelt als secretaris van de ander of partner van de

psychoticus. Als je er wat naast gaat staan, want de psychoticus denkt dat hij het object a

op zak heeft en dat je het wilt afpakken.”

Uit de objectpositie halen.

Therapeuten benadrukken aan de ene kant het belang om zelf niet in de positie van de

bedreigende Ander te staan. Aan de andere kant wordt door twee therapeuten

aangehaald dat men ook moet trachten om het psychotisch subject uit de positie van

het object te halen. De positie van het object kan gezien worden als de positie waar de

psychoticus zich in bevindt omdat hij ervan uitgaat dat hij datgene bezit wat de Ander

wil.

“(Participant B) Het is niet de bedoeling om de positie of de manier waarop het

psychotisch subject zich als object positioneert in vraag te stellen. Wel proberen hen

wat meer in de subjectpositie te gaan krijgen. Bijvoorbeeld een jongen met een laag

zelfbeeld en agressie en seksuele gedragingen waren voor hem een manier om daar mee

om te gaan. Maar dit leverde hem niet veel op, dit was ook problematisch. Daar moet je

gaan zoeken, hoe kunnen we dat anders aanpakken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat

hij zich niet meer tot gebruiksvoorwerp gereduceerd voelt.”

“(Participant I) Hoe kan je als therapeut omgaan met paranoia? Weg van het object

denk ik, want je krijgt anders passage à l’acte.”

Barrière plaatsen voor het reële.

Zoals eerder aangehaald kan het reële, door de afwezigheid van de Naam-van-de-Vader,

bedreigend worden voor het psychotisch subject, wat agressie met zich mee kan

brengen. Therapeuten trachten met het reële, waaronder het genot, om te gaan door een

barrière te plaatsen voor dit reële en iets anders te installeren. Zo geven therapeuten aan

Page 44: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

40  

 

 

dat een barrière voor het reële geïnstalleerd kan worden door een halt in het spreken toe

te roepen, een ander onderwerp aan te kaarten of van een bepaald punt af te blijven.

“(Participant B) Een man die stemmen hoort naar aanleiding van zijn kinderen die

geplaatst zijn. Voor hem is dat een enigma in die zin dat hij dit niet kan verstaan.

Eender welk antwoord dat je geeft lokt agressie uit omdat er daar voor hem geen

antwoord op is. Wat dan wel eerder werkt is over iets anders beginnen, bijvoorbeeld

hoe zijn kinderen het op school stellen. Omdat dat ook iets van zijn positie als vader

concreet maakt, wat voor hem niet enigmatisch is. Het zorgt ervoor dat hij niet in de

vaderpositie wordt gesteld van agressieveling die zijn kinderen slaat, maar wordt

betrokken bij kinderen die resultaten halen op school. Dat is iets concreet waar hij als

vader een positie krijgt en dan valt die agressie weg. Proberen een grens te stellen aan

het reële. Duidelijk tonen dat er daar een houvast voor hen kan zijn.”

“(Participant L) Je moet neen zeggen tegen het genot en ja tegen iets anders. Ik werk

als intervenient, tussen het subject en hetgeen hen bedreigt. Daartussen probeer ik te

staan, tussen te komen. Hen ruimte en tijd geven om het werk te kunnen doen. Iets wat

voor hen juist moeilijk is omdat ze continu, non stop bezig zijn met zich te verdedigen

tegen het genot van de Ander.”

“(Participant I) Je moet ze er soms over laten babbelen, maar je moet ergens ook een

rem kunnen plaatsen. Als je teveel ingaat op iets dat bedreigend is, ga je het krijgen.

Alles wat te reëel is moet je van blijven, anders ga je wel agressie krijgen. Bijvoorbeeld

die man die achtervolgd werd door een bende die hem wilt vermoorden. Hij is er zeker

van dat ze hem komen afknallen. Dat gaat zo ver dat hij op een bepaald moment

rondloopt met een mes op straat. Die man zit in een ongelofelijke angst. En dan blijf je

dat ondervragen en die angst gaat verdwijnen in een verhaal dat het wat tempert. Nu

heeft hij gevonden dat het alleen maar gevaarlijk is als hij alleen is. Dus hij gaat na de

opname beschut wonen doen. Je vindt dus een manier dat minder aan die passage à

l’acte en dat reële komt.”

Page 45: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

41  

 

 

“(Participant F) Als je merkt dat door te spreken over de dood, dat het minder reëel

wordt in de zin van dat het meer op het symbolische niveau geraakt en dat het niet zit in

een dreigende passage à l’acte, dan voel je dat het zinvol is om daar wat rond te

spreken. Als je voelt dat spreken rond dat punt ervoor zorgt dat hij nog meer langs de

kant van de dood gaat staan, dan weet je dat dit niet de beste manier is om daar mee om

te gaan en moet je iets anders gaan zoeken. Sommige punten binnen de psychose kun je

niet aanraken en moet je misschien zelfs van af blijven.”

Singulariteit nagaan

Zeven therapeuten benadrukken dat men, om de agressie te kunnen begrijpen, op zoek

moet gaan naar het punt vanwaar de agressie komt. Zoals eerder aangehaald verschilt

dit punt van persoon tot persoon en zijn de thema’s die agressie uitlokken singulier. Nu

geven therapeuten ook aan dat elk subject een singuliere manier van omgaan vereist. Er

komt naar voor dat de singuliere logica achter de agressie handvaten biedt om met de

agressie om te gaan. Daaruit wordt afgeleid dat de beste omgang met de agressie voor

ieder persoon anders is en dus singulier bepaald is.

“(Participant A) De thema’s die echt agressie kunnen uitlokken zijn de thema’s die het

meest gevoelig zijn. Thema’s die te maken hebben met wat Lacan noemt ‘onpeilbare

beslissingen van het zijn van een bepaalde persoon’. Vooral thema’s die het meest intiem

zijn, die het meest te maken hebben met datgene wat hen heeft doen ontsporen. Dus

proberen een zoektocht te gaan doen, eerder dan te weten hoe dat het moet gebeuren. Als

je op dat laatste teveel nadruk legt kan dat wel tot agressie leiden.”

“(Participant J) Ik denk dat als agressie verschijnt, je goed moet doorhebben waarom

het verschenen is want je kan daar veel mee doen.”

“(Participant I) Je moet steeds proberen nagaan op welk punt het gedeclencheerd is.”

“(Participant L) Je moet hun logica ontdekken, hoe zij in elkaar zitten. Want het is pas

door hun manier van denken te ontdekken dat je weet wat hen kwaad maakt en wat

niet.”

Page 46: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

42  

 

 

“(Participant D1) Als je weet dat een bepaald thema voor iemand heel precair is, dat je

daar afblijft. Ik denk dat het op dat punt vooral een kwestie is van daar heel particulier te

zijn.”

Discussie

In wat volgt wordt een summier overzicht gegeven van de belangrijkste resultaten en

wordt de terugkoppeling gedaan naar de literatuur. Zo kan bekeken worden op welke

manier de mening van de therapeuten strookt met de literatuur alsook op welke aspecten

meer of minder aandacht gevestigd wordt. Daarnaast worden ook de sterktes en zwaktes

van het onderzoek besproken en, daarmee samenhangend, mogelijkheden voor verder

onderzoek.

Uit de literatuur komt naar voor dat de Ander reeds centraal staat bij het begin van de

subjectwording, waarbij de Ander een beeld voorhoudt waar het subject zich mee dient

te identificeren (Verhaeghe, 2002). Verder speelt, binnen zowel de paranoïde als

erotomane structuur, de Ander een belangrijke rol doordat het genot terugkeert op de

plaats van de Ander (Vanheule, 2013). Op basis van de resultaten blijkt eveneens dat de

Ander een belangrijke en centrale plaats toebedeeld krijgt binnen de logica van de

agressie. Verder kon binnen de analyse van de data opgemerkt worden dat deze Ander

verschillende karakteristieke eigenschappen toegewezen krijgt door de psychoticus. Zo

komt uit de interviews naar voor dat de Ander door het psychotisch subject gezien kan

worden als een bedreiging, een genietend subject, dat iets van het subject tracht af te

nemen. De psychoticus gaat ervan uit dat de Ander hem nodig heeft om zijn genot op te

kunnen vullen.

Naast specifieke eigenschappen van de Ander, onderscheidden therapeuten ook

specifieke elementen in de verhouding ten aanzien van de bedreigende, genietende

Ander. Zo werd, in lijn met de psychoanalytische theorie, aangegeven dat bij de

psychotische structuur de Naam-van-de-Vader niet geïnstalleerd geraakt (Vanheule,

2013). De verhouding wordt door de therapeuten omschreven als de forclusie van de

Naam-van-de-Vader waarbij het object niet gesepareerd is maar in de persoon zelf ligt

waardoor de psychoticus ervan uitgaat dat de Ander iets van hem wil. Therapeuten

geven met andere woorden aan dat de psychoticus geen abstractie heeft kunnen maken

Page 47: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

43  

 

 

dat de Ander echt de Ander is. Zo ziet de psychoticus zichzelf niet als agressief maar

ervaart hij de Ander als de agressieveling. Er kan een overeenstemming gevonden

worden met de theorie waarbij men de forclusie van de Naam-van-de-Vader begrijpt als

het psychotisch subject dat als object vastzit aan het verlangen van de Ander, waarbij de

psychoticus de indruk heeft dat men dat verlangen moet invullen en men zo samenvalt

met het object van verlangen van de Ander (Vanheule, 2013). De literatuur geeft verder

aan dat het subject hierdoor onvoldoende afstand heeft kunnen innemen tegenover het

beeld van de Ander-gelijke (Verhaeghe, 2002). Ook dit komt uit het analyseren van de

data naar voor waarbij, volgens de therapeuten, Ik en Ander voor het psychotisch

subject inwisselbaar zijn. Waar de agressie vanuit het psychotisch subject zich richt naar

de Ander, kan, volgens de therapeuten, de psychoticus dit zien als een verdediging

tegen de Ander. Zo komt de verhouding tot de Ander centraal te staan. Deze verhouding

kan gekarakteriseerd worden door een omkering: waar aan de ene kant het psychotisch

subject zich bedreigd voelt, kan dit overslaan naar een gevoel dat de Ander niet met het

subject bezig is. Dit laatste komt zowel in de theorie als in de interviews naar voor en

dient in acht genomen te worden wanneer men tracht om te gaan met de agressie.

Uit de literatuur blijkt dat agressie ook binnen de overdracht kan optreden, wat

gekoppeld kan worden met de invulling van de therapeuten waarbij het

hulpverlenersfantasma naar voor geschoven werd (zie ook Verhaeghe, 2002).

Therapeuten geven aan dat agressie kan opduiken doordat de therapeut claimt te weten

hoe het psychotisch subject behandeld dient te worden. De vooringenomenheid van de

therapeut om de patiënt te gaan behandelen kan een averechts effect met zich

meebrengen, wat kan leiden tot agressie. Aan de andere kant halen therapeuten aan dat

het bewustzijn van de positie die je als hulpverlener inneemt ten aanzien van het

psychotisch subject, juist een buffer kan vormen tegen mogelijke agressie.

Verder blijkt dat therapeuten agressie begrijpen vanuit een ‘enigmatisch reële’. Waar

binnen het eerste thema therapeuten vooropstelden dat de Ander bedreigend kan zijn

voor de psychoticus, kan dit geplaatst worden binnen het reële dat overspoelend en

enigmatisch kan zijn voor het subject. Therapeuten geven aan dat agressie kan ontstaan

doordat er iets opduikt in het reële, wat onder andere ‘de Ander’ kan inhouden, waar het

psychotisch subject geen antwoord op heeft en geen weg mee weet. Uit de data kwam

Page 48: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

44  

 

 

naar voor dat als mogelijke oplossingspoging het subject gebruik kan maken van

agressie om het bedreigende van zich af te slaan.

Hierbij aansluitend kan opgemerkt worden dat uit de interviews de angst aan bod

gebracht werd door de therapeuten. Dit bedreigende reële dat het subject overspoelt kan

angst met zich meebrengen. Wat deze angst veroorzaakt, of wat met andere woorden

bedreigend is voor het subject, zien therapeuten als verschillend van persoon tot

persoon, wat ons brengt bij de singulariteit die door de therapeuten aangehaald wordt.

De verschillende thema’s en subthema’s staan met elkaar in relatie en oefenen hierdoor

een wederzijdse beïnvloeding op elkaar uit. De bedreigende Ander en genietende Ander

staan namelijk niet los van elkaar. Uit de interviews kan er opgemerkt worden dat de

gegevenheid dat de Ander geniet voor de psychoticus als bedreigend gezien kan

worden. Zowel binnen de literatuur als binnen de data kan teruggevonden worden dat

het psychotisch subject zich verdedigt, mogelijks via agressie, tegen het genot van de

Ander (Vanheule, 2013). Zo wordt de genietende Ander gezien als bedreigend en is de

Ander bedreigend doordat deze geniet van het subject. Hierbij kan ook de link gemaakt

worden met het thema singulariteit. Er wordt vooropgesteld dat de plaats van het genot

en datgene wat bedreigend is voor het subject verschilt van persoon tot persoon en

hierbij voor iedereen anders is. Zo kent niet enkel de genietende Ander voor het subject

een bedreiging.

Het blijkt dat veel van wat therapeuten aangeven ook in de literatuur beschreven staat.

Wat niet in de literatuur beschreven staat maar wel uit de interviews naar voor komt is

het belang van regels. Ook regels die vanuit de Ander naar voor geschoven worden

kunnen, volgens de therapeuten, bedreigend overkomen van waaruit agressie kan

ontstaan. Therapeuten halen aan dat het psychotisch subject zich bedreigd voelt

wanneer regels gehandhaafd worden doordat hij zich als een object benaderd voelt en

zich zo onderdrukt voelt door deze regels. Het bedreigend karakter van regels kent op

zijn beurt een koppeling met het thema ‘hulpverlenersfantasma’. Uit het analyseren van

de data kwam naar voor dat regels een machtsfenomeen in zich dragen, waarbij onder

andere het weten van de therapeut gepresenteerd wordt. Therapeuten geven aan dat

regels voor het psychotisch subject kunnen overkomen als de Ander die weet wat het

Page 49: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

45  

 

 

beste is voor het psychotisch subject. Ook binnen het genot komt het

hulpverlenersfantasma opduiken. Er kan namelijk een aanwezigheid zijn van het genot

bij de hulpverlener die ervan uitgaat dat hij/zij het psychotisch subject zal verzorgen en

weet wat al dan niet goed is voor het subject. Hierbij moet opnieuw benadrukt worden

dat de singulariteit in acht genomen dient te worden en men geval per geval moet

nagaan wat voor het subject bedreigend is, wat tot agressie zou kunnen leiden.

Gezien de Ander voor het psychotisch subject bedreigend kan zijn, doordat het genot

terugkeert op de plaats van de Ander en het genot ook daar bewerkt dient te worden

door het subject, kan het subject trachten om afstand te creëren tot deze bedreigende

Ander via een agressieve daad (Billiet, 2008). Deze manier van kijken naar agressie

werd reeds teruggevonden in de literatuur, alsook bij de clinici binnen de data. Wat uit

de interviews verder aan bod kwam en niet beschreven werd in de literatuur is dat naast

het gebruik van agressie ook ironie kan gebruikt worden om de bedreigende Ander van

zich af te slaan. Via de ironie tracht de psychoticus om de Ander, die te intrusief

aanwezig is, op afstand te houden. Dit kan gezien worden als een alternatief voor

agressie.

Uit de literatuur kwam ook reeds naar voor dat binnen de paranoïde structuur de fase

van affectieve bezinning kan leiden tot diverse gevoelens, waaronder een enorme angst

(Vanheule, 2013). De paranoïcus wordt namelijk blootgesteld aan intrusies, die een

vervreemdend en verwarrend effect met zich meebrengen. Bij de analyse van de data

kwam naar voor dat ook therapeuten de agressie van de psychoticus bekijken in het licht

van de angst. Het ervaren van angst kan ervoor zorgen dat het psychotisch subject een

agressieve daad stelt. Wat deze angst veroorzaakt of vanwaar deze angst komt is

afhankelijk van de logica van het subject, en dus verschillend van persoon tot persoon.

Zo kan er benadrukt worden dat de singulariteit een blijvend aanknopingspunt is van de

therapeuten. Verder kan opgemerkt worden dat er binnen de literatuur een onderscheid

gemaakt wordt tussen de paranoïde en de erotomane structuur, wat niet duidelijk

aangehaald werd bij de therapeuten en niet teruggevonden werd na het analyseren van

de data.

Page 50: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

46  

 

 

Bij de analyse van de data kan opgemerkt worden dat de manier waarop therapeuten

agressie begrijpen, terugkeert in de manier waarop ze met agressie omgaan. De

bedreigende en/of genietende Ander die een plaats inneemt binnen de logica van de

agressie bij de psychoticus werd reeds aangehaald. Het lijkt erop dat therapeuten deze

kennis hanteren naar de behandeling toe. Zo tracht men als clinici om uit deze positie te

blijven om zo agressie tegen te gaan. Vanuit de interviews komt naar voor dat men als

clinicus aandachtig moet zijn om niet in de positie terecht te komen van diegene die

voor het subject bedreigend is of van het subject wil genieten. Uit de analyse werd

duidelijk dat er verschillende mogelijkheden zijn om buiten deze positie van

bedreigende Ander te blijven. Zo halen therapeuten bijvoorbeeld aan dat het belangrijk

is om als clinicus een tekort te installeren, waarmee bedoeld wordt dat de therapeut het

weten niet in zich draagt en dus niet een bedreigende Ander is die er op uit is om zijn

genot op te vullen. Dit sluit aan bij hoe therapeuten agressie begrijpen als een reactie op

een bedreigende Ander. Ook het thema ‘afstand houden’ kan in overeenstemming

gebracht worden met de stelling dat agressie gehanteerd wordt door het psychotisch

subject om de Ander op afstand te houden. Hieruit volgt dat men als therapeut tracht om

zelf de afstand te bewaren en zich niet te dicht of intrusief aanwezig te stellen. Hierbij

dient een duale situatie vermeden te worden. Therapeuten geven aan dat door het

installeren van meerdere hulpverleners, de dualiteit tussen therapeut en patiënt

vermeden kan worden, wat minder bedreigend is voor het psychotisch subject en

vermindering van de mate van agressie met zich mee kan brengen.

Uit bovenstaande blijkt dat de verkregen data op sommige vlakken overeenstemt met de

beschreven literatuur. Vanuit deze bevinding zouden we kunnen veronderstellen dat

therapeuten de theorie aangrijpen om in de kliniek aan de slag te gaan. Het is echter ook

mogelijk dat therapeuten zich slechts baseerden op de psychoanalytische literatuur om

de vragen te beantwoorden. Dit wordt enigszins tegengesproken door het feit dat de

therapeuten, in hun replieken, de theorie ook toepassen op casussen, waarbij de praktijk

voor ogen gehouden wordt en men deze tracht de schetsen.

Het doel van deze studie was om na te gaan hoe de vertaalslag van de theorie naar de

praktijk gebeurt. Hiertoe werden enkel psychoanalytisch geschoolde therapeuten

Page 51: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

47  

 

 

bevraagd. Uit de analyse van de resultaten blijkt dat therapeuten zich inderdaad baseren

op de theorie, maar ook dat ze onderlinge overeenstemming vertonen met betrekking tot

welke aspecten van de theorie precies relevant zijn voor de praktijk. Vanwege de

exploratieve aard van deze studie, is generalisatie naar alle psychoanalytische

therapeuten niet mogelijk en kunnen de resultaten enkel geïnterpreteerd worden in de

specifieke context van deze sample. Verder onderzoek kan aangewezen worden waarbij

nagegaan kan worden hoe andere psychoanalytisch geschoolde therapeuten

(bijvoorbeeld therapeuten met minder ervaring of minder theoretische expertise)

omgaan met agressie. Verder zou het ook interessant zijn om na te gaan hoe therapeuten

vanuit andere therapiescholen of andere hulpverleners (bijvoorbeeld psychiaters,

verpleegkundigen) agressie zien en hoe zijn denken over het omgaan met agressie.

Ook binnen kwalitatief onderzoek zijn de betrouwbaarheid en de validiteit belangrijke

aspecten. Bij kwantitatief onderzoek benoemt men de betrouwbaarheid als de mate

waarin een meting onafhankelijk is van het toeval (Baarda, De Goede, & Teunissen,

2005). Zo is de betrouwbaarheid minder sterk wanneer de uitkomsten van een

onderzoek door toevallige factoren bepaald zijn en systematiek dus afwezig blijkt te

zijn. Nu is het zo dat de focus binnen kwalitatief onderzoek anders ligt. Hierbij richt

men zich immers niet op het veralgemenen en generaliseren van de uitkomsten van het

onderzoek. Toch moet er ook binnen kwalitatief onderzoek duidelijkheid aanwezig zijn

met betrekking tot de manier waarop de conclusies van het onderzoek tot stand

gekomen zijn. Kwalitatief onderzoek berust dus niet volledig op toeval. Zo werden in

dit onderzoek twee duidelijke onderzoeksvragen vooropgesteld waarbij nagegaan werd

hoe psychoanalytische clinici agressie bij de psychoticus begrijpen en hoe zij hiermee

omgaan. Binnen kwalitatief onderzoek wordt er verder ook systematisch en consequent

werk verwacht van de onderzoeker gedurende het volledige onderzoeksproces. Zo dient

het doel van het onderzoek en de bijhorende onderzoeksvraag steeds in acht genomen te

worden bij de keuze van de onderzoeksopzet. Eerder werd reeds aangegeven waarom

kwalitatief onderzoek, en specifiek een thematische analyse op semigestructureerd

interviewmateriaal, gehanteerd werd voor het beantwoorden van de vooropgestelde

onderzoeksvragen.

Page 52: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

48  

 

 

Via de hantering van het zes-stappen model van Braun en Clarke (2006) werd er

systematiek aangebracht binnen het analyseren van de data. Bij de weergave van de

resultaten werd deze structuur gehanteerd waarbij zowel de thema’s als subthema’s

vergezeld werden van bijhorende citaten die verstreken werden uit de data.

De validiteit definieert men als de mate waarin een test meet wat hij zou moeten meten

en in hoeverre de bevindingen van een onderzoek een goede weergave zijn van de

werkelijkheid (Baarda et al., 2005). Binnen kwalitatief onderzoek kan validiteit gezien

worden als het gedetailleerd en overzichtelijk omschrijven van de onderzoeksprocessen

(Meyrick, 2006). Zo werden de verschillende fasen van het onderzoek in voorgaand

deel nauwkeurig besproken. Allereerst werd de samenstelling van de steekproef

aangegeven, waarna een stapsgewijze beschrijving van de dataverzameling en

dataverwerking meegegeven werd.

Een steeds terugkerende vraag bij kwalitatief onderzoek is ook de vraag naar de omvang

van de steekproef. Er werd gekozen om slechts twaalf participanten te bevragen, wat

een acceptabel aantal is daar het gaat over kwalitatief onderzoek. Bij dit soort van

onderzoek staat immers de overdraagbaarheid niet centraal, maar wordt meer in de

diepte onderzocht hoe agressie begrepen wordt door clinici en hoe zij hiermee omgaan

(Netwerk Kwalitatief Onderzoek AMC-UvA, 2002).

Dit kan gezien worden als een sterkte van dit onderzoek. Er werd gekozen om een

kwalitatief onderzoek te verrichten met een exploratief karakter op basis van

semigestructureerde interviews bij een beperkte sample. Dit kleinschalig onderzoek,

omwille van het aanwerven van een beperkte steekproef, maakte het mogelijk om de

therapeuten in de diepte te gaan bevragen. Op deze manier kon een volledig beeld van

de ervaringen in de praktijk en de persoonlijke belevingen geschetst worden. Dit

kleinschalig, exploratief onderzoek kan de weg vrijmaken voor toekomstig onderzoek,

waarbij ook andere therapiestromingen bevraagd kunnen worden.

De kwalitatieve analyse van de interviews werd enkel door mezelf uitgevoerd. Doordat

meerdere beoordelaars ontbraken, bestaat er een mogelijkheid dat er bij het analyseren

Page 53: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

49  

 

 

van de data subjectieve interpretaties binnengeslopen zijn (Silverman, 2001). Dit werd

deels tegengegaan door de supervisie die ik verkreeg van mijn begeleidster.

Om tegemoet te komen aan de vernoemde beperkingen binnen de analyse kan er in

verder onderzoek gebruik gemaakt worden van triangulatie waarbij verschillende

methoden, theorieën en databronnen gecombineerd kunnen worden (Meyrick, 2006).

Waar in dit onderzoek enkel via kwalitatieve interviews informatie ingewonnen werd

omtrent het onderwerp, kan het een interessante insteek zijn om therapeuten samen te

brengen in focusgroepen om op deze manier tot data te komen. Dit kan zowel toegepast

worden binnen één andere therapiestroming, als over verschillende therapiescholen

heen.

Een andere piste kan bewandeld worden in verder onderzoek door het psychotisch

subject zelf te bevragen. Hoe ziet de psychoticus agressie (komende van zichzelf als van

de Ander) en hoe tracht men hiermee om te gaan? Hierbij kan de moeilijkheid ontstaan

waarbij zelfanalyse voor de psychoticus niet vanzelfsprekend is en men moet opletten

om niet de daad zelf maar de logica achter de daad te gaan bevragen. Om deze valkuilen

te omzeilen, bieden participerend onderzoek en observatiestudies goede alternatieven.

Waar in dit onderzoek agressie bekeken wordt in het licht van het psychotisch subject

en de nadruk gelegd wordt op de individuele persoon, kan in navolgend onderzoek de

logica van de agressie ruimer bekeken worden waarbij de context mee in rekening

gebracht kan worden. De klemtoon wordt gelegd om niet de agressieve daad op zich in

acht te nemen, maar de zoektocht aan te gaan naar de achterliggende logica. Deze logica

vindt men binnen het subject, al kan de vraag naar voor geschoven worden of de context

mede een invloed kent wat verder handvaten kan bieden voor hoe men met agressie kan

omgaan.

Page 54: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

50  

 

 

Referentielijst

Baarda, D. B., de Goede, M.P.M., & van der Meer-Middelburg, A. G. E. (1996).

Basisboek open interviewen. Praktische handleiding voor het voorbereiden en

afnemen van open interviews. Houten: Stenfert Kroese.

Baarda, D. B., De Goede, M. P. M., & Teunissen, J. (2005). Basisboek kwalitatief

onderzoek: praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief

onderzoek. Nederland: Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten.

Bergsma, M. (2003). Betrouwbaarheid en validiteit van kwalitatief georiënteerde

audits. Methoden en technieken die de betrouwbaarheid en validiteit van

kwalitatief georiënteerde audits waarborgen. Universiteit Rotterdam.

Billiet, L. (2008). Object, lichaam en passage à l’acte, Skripta, 1.

Billiet, L. (2003). Passage à l’acte in de psychose. In J. Smet, L. Van Bouwel

Vandenborre (Eds), Spreken en gesproken worden (pp 231-251). Antwerpen:

Garant

de Blécourt, A. (1974). Overdracht, tegenoverdracht en ageren in de psychoanalyse.

Tijdschrift voor psychiatrie, 16(1), 678-700.

Braun, V., & Clarke, V. (2006). Using thematic analysis in psychology. Qualitative

research in psychology, 3(2), 77-101.

Cooper, D., & Schindler, P. (1998). Business Research Methods (6th ed.).

Pennsylvania State University: Mc Graw-Hill Irwin.

De Kok, Y. (1995). Erotomanie: passie met psychotische complicaties? Tijdschrift voor

Psychiatrie, 10, 801-812.

Page 55: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

51  

 

 

Elliot, R., Fischer, C. T., & Rennie, D. L. (1999). Evolving guidelines for publications

of qualitative research studies in psychology and related fields. British Journal

of Clinical Psychology, 38, 215-229.

Geldhof, A. (2014). De namen van het genot: Lacan over jouissance en psychose.

Leuven: Acco.

Harinck, F. (2009). Basisprincipes praktijkonderzoek. Antwerpen: Apeldoorn.

Hubain, D. (2009). Kliniek van de neurose in de instelling: (Tegen)overdrachtsliefde en

het verlangen van de analyticus, Lezing van 2 december 2009 onder licht

gewijzigde vorm gepubliceerd in Walleghem, P. (2010). Psychoanalyse in de

klinische praktijk, Gent: Academia Press.

Kinet, M. (1999). Ageren en de klinische psychotherapie: onze dagelijkse kost,

Inleiding op de vierde tweejaarlijkse studiedag klinische psychotherapie te

Pittem ‘Ageren in klinische psychotherapie’.

Kraft, B. (1984). Verliefdheid, pathologische verliefdheid en verliefdheidswaan.

Tijdschrift voor Psychiatrie, 26, 653-664.

Krikilion, W. (1998). De merkwaardige alliantie van dood en leven: theologie en

psychoanalyse bij Jacques Pohier. Leuven: Garant.

Lapadat, J., & Lindsay, A. (1999). Transcription in research and practice: from

standardization of technique to interpretive positionings. Qualitative Inquiry, 64

86.

Lacan, J. (1966). Le stade du miroir comme formateur de la fonction du Je. Ecrits I,

103-118.

Leestmans, D., & Vandenberghe, C. (Regisseur). (2013, 21 februari). De gestoorde

procedure. In panorama. Geraadpleegd op 16 april 2015 via

Page 56: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

52  

 

 

http://www.canvas.be/programmas/panorama/server1

4f4f0310%3A13bae8811da%3A-3cfb

Maleval, J.-Cl. (1991). Logique du meurtre immotivé. In H. Grivois, Psychose

naissante, psychose unique, Paris: Masson, 43-65.

Meyrick, J. (2006). What is Good Qualitative Research? A First Step towards a

Comprehensive Approach to Judging Rigour/Quality. Journal of Health

Psychology 11(5), 799- 808.

Netwerk Kwalitatief Onderzoek AMC-UvA (2002). Richtlijnen voor kwaliteitsborging

in gezondheids(zorg)onderzoek: Kwalitatief Onderzoek. Amsterdam.

Nijman, H., Allertz, W., Boogaard, M., Chatrou, E., Dassen, M., Fleuren, W., Goertz,

T., & De Schinkel, C. (1996). Preventie van agressieve incidenten. Tijdschrift

voor Psychiatrie, 38, 723-734.

Nobus, D. (1998). Key concepts of lacanian psychoanalysis. Londen: Rebus Press.

Patton, M.Q. (2002). Qualitative research and evaluation methods (3e ed.). Thousand

Oaks,CA: Sage.

Raes, H. (2000). Psychosomatiek versus passage à l'acte: waar het ander genieten het

subject sprakeloos maakt. Psychoanalytische Perspectieven, 40, 51-68.

Saunders, M., Lewis, P., & Hornhill, A. (2004). Methoden en technieken van onderzoek

(3e ed.). Amsterdam: Pearson Education.

Silverman, D. (2001). Interpreting Qualitative Data: Methods for Analysing Talk, Text

and Interaction (2e ed.). London: Sage.

Page 57: De logica van de psychotische agressie.€¦ · De logica van de psychotische agressie. Een kwalitatieve studie bij psychoanalytisch psychotherapeuten. Masterproef II neergelegd tot

53  

 

 

Smith, J.A. (1995). Semi-Structured Interviewing and Qualitative Analysis. Rethinking

Methods in Psychology, 9-27. California: Sage Publications Inc.

Swanborn, P.G. (2004). Kwalitatief onderzoek en exploratie. Kwalon 26, 9(2), 7-13.

Geraadpleegd op 9 april 2015 via

http://www.boomlemmatijdschriften.nl/tijdschrift/KWALON/%202004/2/KW

LON 2004_009_002_002.pdf

Vanheule, S. (2005). Lacan's constructie en deconstructie van de dubbele

spiegelopstelling. Skripta, 1, 27-39.

Vanheule, S. (2013). Psychose anders bekeken: over het werk van Jacques Lacan. Tielt:

Lannoo Campus.

Verhaeghe, P. (2002). Over normaliteit en andere afwijkingen. Leuven: Acco.

Vrieze, E., & Pieters, G. (2007). Het syndroom van De Clérambault: een

gevalsbeschrijving en literatuuronderzoek naar het onderscheid tussen primaire

en secundaire erotomanie. Tijdschrift voor psychiatrie, 49(11), 845-849.

Wilkinson, H. (2008). Focus Groups. In J. Smith, Qualitative Psychology: A practical

guide to research methods. London: Sage, 186-206.

Zenoni, A. (2008). De logica van de overdracht in de psychose. Inwit, 4, 139-163.