5
De nieuwe NHG-Kaderopleiding Bewegingsapparaat Dr. G.J. Vrielink, 1 prof. dr. P. Bindels, 2 mevr. prof. dr. S. Bierma-Zeinstra 3 en drs. J.M. van Ochten 4 1 Gedragswetenschappelijk docent, afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam 2 Hoogleraar Huisartsgeneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam 3 Hoogleraar Artrose, afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam 4 Huisarts-docent, afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam Samenvatting Huisartsen worden veelvuldig geconsulteerd voor klachten van het bewegings- apparaat. Steeds vaker wordt voor deze klachten een appel gedaan op de eerste lijn. Ook de complexiteit van de zorgvraag rondom chronische klachten van het bewegingsapparaat neemt toe. De nieuwste wetenschappelijke inzichten leiden voortdurend tot nieuwe methoden van diagnostiek en behandeling. Acute sportletsels vormen onder andere een probleem vanwege het ziekteverzuim, en voor patie ¨nten met chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat staan de disease-managementprogramma’s nog in de kinderschoenen. Om op al deze ontwikkelingen in te spelen start het NHG in april 2011 de Kaderopleiding Bewegingsapparaat. Kaderhuisartsen zijn huisartsen met bijzondere medisch- inhoudelijke of organisatorische bekwaamheden. NHG-kaderopleidingen De organisatie van de gezondheidszorg is volop in beweging. Dat geldt ook voor het huisartsenvak. Mensen leven langer, het aan- tal chronisch zieken neemt toe. Marktwer- king in de gezondheidszorg heeft zijn intrede gedaan. Er staan enorme bezuinigingen voor de deur die met name de gezondheidszorg zullen raken. Om daar adequaat op te kunnen inspelen is de structuur van de huisartsen- zorg de afgelopen vijf jaar drastisch veran- derd; er zijn steeds meer samenwerkingsver- banden gekomen, huisartsenposten zijn nu overal in Nederland en er zijn praktijkonder- steuners in dienst genomen.

De nieuwe NHG-Kaderopleiding Bewegingsapparaat

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: De nieuwe NHG-Kaderopleiding Bewegingsapparaat

De nieuwe NHG-KaderopleidingBewegingsapparaat

Dr. G.J. Vrielink,1prof. dr. P. Bindels,

2mevr. prof. dr. S. Bierma-Zeinstra

3en drs. J.M. van Ochten

4

1Gedragswetenschappelijk docent, afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam

2Hoogleraar Huisartsgeneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam

3Hoogleraar Artrose, afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam

4Huisarts-docent, afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam

Samenvatting

Huisartsen worden veelvuldig geconsulteerd voor klachten van het bewegings-apparaat. Steeds vaker wordt voor deze klachten een appel gedaan op de eerstelijn. Ook de complexiteit van de zorgvraag rondom chronische klachten van hetbewegingsapparaat neemt toe. De nieuwste wetenschappelijke inzichten leidenvoortdurend tot nieuwe methoden van diagnostiek en behandeling. Acutesportletsels vormen onder andere een probleem vanwege het ziekteverzuim,en voor patienten met chronische aandoeningen van het bewegingsapparaatstaan de disease-managementprogramma’s nog in de kinderschoenen. Om opal deze ontwikkelingen in te spelen start het NHG in april 2011 de KaderopleidingBewegingsapparaat. Kaderhuisartsen zijn huisartsen met bijzondere medisch-inhoudelijke of organisatorische bekwaamheden.

NHG-kaderopleidingen

De organisatie van de gezondheidszorg isvolop in beweging. Dat geldt ook voor hethuisartsenvak. Mensen leven langer, het aan-tal chronisch zieken neemt toe. Marktwer-king in de gezondheidszorg heeft zijn intredegedaan. Er staan enorme bezuinigingen voor

de deur die met name de gezondheidszorgzullen raken. Om daar adequaat op te kunneninspelen is de structuur van de huisartsen-zorg de afgelopen vijf jaar drastisch veran-derd; er zijn steeds meer samenwerkingsver-banden gekomen, huisartsenposten zijn nuoveral in Nederland en er zijn praktijkonder-steuners in dienst genomen.

Page 2: De nieuwe NHG-Kaderopleiding Bewegingsapparaat

Een en ander betekent dat de taak en prak-tijkvoering van de huisarts herzien zijn, endat er behoefte is aan inhoudsdeskundigendie de huisarts ondersteunen bij het toepas-sen van nieuwe kennis en technologieen. Te-gen deze achtergrond heeft het NHG kader-opleidingen opgezet voor huisartsen.5 In 2010waren er tien beschikbaar, en in 2011 komtdaar de Kaderopleiding Bewegingsapparaatbij (zie kader hieronder).Kaderhuisartsen voorzien in de vraag –

vanuit het werkveld en vanuit beroepsorgani-saties – naar huisartsen met specifieke be-kwaamheden. In het competentieprofiel vande kaderhuisarts zijn zeven taakgebied gede-finieerd (zie kader hieronder).

NHG-KaderopleidingenHuisartsgeneeskunde, anno 2011

1 Astma/COPD2 Beleid en beheer3 Bewegingsapparaat4 Diabetes mellitus type 25 GGZ6 Hart- en vaatziekten7 Ouderengeneeskunde8 Palliatieve zorg9 Supervisie en coaching10Urogynaecologie11 Wetenschappelijke vorming en opleidingtot huisartsonderzoeker

De zeven taakgebieden van dekaderhuisarts

1 Diagnosticeren/behandelen2 Verbeteren praktijkvoering3 Adviseren4 Initieren5 Bijscholen6 Netwerken7 Ontwikkelen van de eigen professionali-teit

Waarom deze kaderopleiding?

Klachten van het bewegingsapparaat doeneen flink appel op de huisarts. Het gaat vaakom complexe materie waarin de wetenschap-pelijke inzichten snel evolueren en de diag-

nostische en therapeutische mogelijkhedenzich navenant ontwikkelen. Bewegen we teveel, bewegen we te weinig? Hoe wordenklachten van het bewegingsapparaat veroor-zaakt? Zijn er biologische oorzaken aan tewijzen? In hoeverre spelen bijvoorbeeld stressof depressie een rol? Acute en chronischeklachten van het bewegingsapparaat zijn, naluchtwegklachten, zelfs de frequentste rede-nen om de huisarts te consulteren. De meestevan deze klachten kunnen door de huisartszelf worden afgehandeld.Met de vergrijzing van de Nederlandse be-

volking neemt het aantal patienten met chro-nische aandoeningen van het bewegingsappa-raat toe, met artrose als aanvoerder van delijst. Besteden we als huisartsen voldoendeaandacht aan deze groep patienten? Nog tevaak ziet de huisarts deze patienten alleen adhoc, bij een verergering van hun (pijn)klach-ten, en houden de medische interventies opbij het periodiek voorschrijven van pijnstil-ling, een verwijzing naar de fysiotherapeut ofeen verwijzing naar de orthopedisch chirurgals een gewrichtsvervangende operatie geın-diceerd lijkt. Hoe houden we als huisartsenrekening met eventuele multimorbiditeit? Depatient leert te leven met de chronische pijn-klachten, maar zou de huisarts niet moetenwerken aan gerichte zorgprogramma’s voormensen met chronische klachten van het be-wegingsapparaat?De huisarts wordt ook frequent geconsul-

teerd voor acute klachten van het bewegings-apparaat, met name sportletsels. Zijn onzeadviezen hierbij gericht en onderbouwd? Ver-wijzen we doelmatig? Sportletsels zijn eenbelangrijke reden voor (kortdurend) ziekte-verzuim; er is dus ook een economisch belangverbonden aan adequate behandeling en ad-viezen door de huisarts.

Cijfers over klachten van hetbewegingsapparaatOp basis van het landelijke onderzoek naarklachten en aandoeningen van het bewe-gingsapparaat (KAB-onderzoek) is in 2000een analyse gemaakt van de prevalenties,consequenties en risicogroepen voor pijn-klachten van het bewegingsapparaat. HetKAB-onderzoek was een enqueteonderzoekin een aselecte steekproef uit de Nederlandsebevolking van 25 jaar en ouder, per post uit-gevoerd door het RIVM in samenwerkingmet het CBS. Onderscheiden werden tien

Dr. G.J. Vrielink, prof. dr. P. Bindels, mevr. prof. dr. S. Bierma-Zeinstra en drs. J.M. van Ochten38

Page 3: De nieuwe NHG-Kaderopleiding Bewegingsapparaat

locaties van de klachten, verdeeld in vijfgroepen;1 nek, schouders of hoog in de rug;2 elleboog, pols of hand;3 lage rug;4 heup of knie;5 enkel of voet.

Vastgelegd werden de periodeprevalentie(twaalf maanden), de puntprevalentie, diversekenmerken (duur, ernst, beloop) en conse-quenties (gezondheid, zorg en werk). De zelf-gerapporteerde prevalentie van pijnklachtenwas zeer hoog. De top drie van locaties was:1 lage rug (puntprevalentie 26,9%);2 schouders (puntprevalentie 20,9%);3 nek (puntprevalentie 20,6%).

Bij vrouwen was de prevalentie hoger dan bijmannen. De meeste klachten komen op alleleeftijden veel voor, maar de pijnklachten vanknie en heup nemen duidelijk toe met deleeftijd. In de meeste gevallen is de klachtvoortdurend of regelmatig aanwezig en ge-karakteriseerd als ‘lichte/zeurende pijn’. In 3van de 10 gevallen gaan de klachten gepaardmet verhindering in de uitvoering van denormale bezigheden. Het beroep op de ge-zondheidszorg is hoog en ziekteverzuimwordt vaak gemeld. Op basis van algemenesociaal-demografische kenmerken zijn geenduidelijke risicogroepen te onderscheiden,behalve de groep die arbeidsongeschikt is.1

Uit de Tweede Nationale Studie in 2001bleken klachten en aandoeningen van het be-wegingsapparaat het vaakst voor te komen,met een incidentie van 240 per 1000 mannenen 292 per 1000 vrouwen, en een prevalentievan respectievelijk 340 en 450 per 1000.2 Deprevalentie van aandoeningen van het bewe-gingsapparaat in de algemene bevolkingbleek sinds de Eerste Nationale Studie (1987)toegenomen van 13% naar 16%.Bij de huisarts is de prevalentie van de rug-

klachten het hoogst (54 per 1000), gevolgddoor schouderklachten (35 per 1000), knie-klachten (32 per 1000) en nekklachten (30 per1000). De top drie van klachten en aandoenin-gen van het bewegingsapparaat die de huis-arts ziet, verschilt dus iets van die in denationale bevolking. De prevalenties vanlage rugpijn en schouderklachten zijn het-zelfde, maar knieklachten scoren in de huis-artsenpraktijk hoger.Ten slotte laten CBS-gegevens (statline) {ver-

slagperiode 2002-2008} zien dat de huisartsper duizend consulten ongeveer 290 klachtenvan het bewegingsapparaat registreert, soma-tisch onverklaarde lichamelijke klachten nogniet eens meegerekend.3 Dat betekent datgrofweg een op de drie huisartsconsulten be-trekking heeft op het bewegingsapparaat.Over sporttraumata en sportblessures zijn

cijfers bekend uit 2005.4 Jaarlijks doen zich inNederland circa anderhalf miljoen sportbles-sures voor. In 1,3 miljoen gevallen gaat hetom een plotseling ontstane sportblessure, bijde overige slachtoffers is de blessure geleide-lijk ontstaan. Ongeveer de helft van de sport-blessures (780.000 sportletsels) wordt me-disch behandeld door een huisarts, fysio-therapeut of afdeling Spoedeisende Hulp.

NHG-Standaarden

De NHG-Standaarden hebben de kennis enhandelwijze van de Nederlandse huisarts ophet terrein van klachten van het bewegings-apparaat in de afgelopen decennia sterk ver-beterd. Meer behandelingen (zoals injectie-technieken) zijn in eigen beheer gekomen,indicaties voor verwijzing naar de fysiothera-peut en de orthopedisch chirurg zijn aange-scherpt, en in de advisering is er meer aan-dacht gekomen voor gaan of blijven bewegen.Van de huidige 93 NHG-Standaarden hebbener twaalf betrekking op aandoeningen vanhet bewegingsapparaat (zie kader hieronder).

NHG-Standaarden betreffende hetbewegingsapparaat

– Aspecifieke lagerugpijn [M54]– Enkeldistorsie [M04]– Epicondylitis [M60]– Hand- en polsklachten [M91]– Lumbosacraal radiculair syndroom [M55]– Niet-traumatische knieproblemen bijkinderen en adolescenten [M65]

– Niet-traumatische knieproblemen bijvolwassenen [M67]

– Osteoporose [M69]– Polymyalgia rheumatica en arteriitistemporalis [M92]

– Schouderklachten [M08]– Traumatische knieproblemen [M66]– Artritis [M90]

De nieuwe NHG-Kaderopleiding Bewegingsapparaat 39

Page 4: De nieuwe NHG-Kaderopleiding Bewegingsapparaat

Doelstelling en inhoud van dekaderopleiding

Ondanks alle aangehaalde ontwikkelingenzijn huisartsen door de diversiteit van aan-doeningen en bijbehorende problematiekverre van experts op het gebied van het bewe-gingsapparaat. Met het ouder worden van deNederlandse populatie wordt de ruimte voorverbetering alleen maar groter. Bovendienneemt de wetenschappelijke kennis op ditgebied snel toe en worden er voortdurendnieuwe diagnostische mogelijkheden (echo,MRI) en behandelmethoden aangeboden.Aan de complexere problematiek van klach-ten van het bewegingsapparaat, bijvoorbeeldhet omgaan met chronische pijn, de invloedop de werksituatie of de preventie van aan-doeningen van het bewegingsapparaat, komtde huisarts nauwelijks toe.Omdat klachten van het bewegingsappa-

raat een belangrijk deel uitmaken van hetaanbod, en de kwaliteit en doelmatigheidvan de zorg op dit gebied voor verbeteringvatbaar zijn, is een krachtig initiatief tot hetverbreden en verdiepen van de kennis op ditgebied nodig, zodat de huisarts evidence-based en met vertrouwen zijn regiefunctiekan vervullen. De NHG-Kaderopleiding Be-wegingsapparaat heeft tot doel dit inititatiefte bestendigen. De opleiding beoogt de ken-nis op het gebied van het bewegingsapparaatte verdiepen en een kader aan te reiken waar-door huisartsen deze kennis voortdurendkunnen vernieuwen, toepassen en uitdragen.De opleiding heeft een brede focus. Voor eenbelangrijk deel is zij gericht op de zorg rond-om chronische klachten; een ander deel be-steedt aandacht aan (sport)letsels en aan derol van de huisarts hierbij. De kaderarts be-wegingsapparaat kan zo de kwaliteit van zorgin de eigen praktijk optimaliseren en voorandere huisartsen consultaties of nascholin-gen verzorgen op het gebied van het bewe-gingsapparaat. De kaderarts zal ook de spilmoeten zijn van regionale samenwerkin-gplannen tussen zorgverleners, en de huis-artsenzorg moeten vertegenwoordigen inrichtlijncommissies en andere landelijkeoverlegstructuren.Kortom, kaderhuisartsen bewegingappa-

raat gaan een ambassadeursrol vervullenvoor hun vakgebied. Zij zullen ook op dehoogte blijven van nieuwe evidence-basedontwikkelingen en verder wetenschappelijk

onderzoek op gebied van het bewegingsappa-raat initieren of begeleiden. Daarmee zal dekwaliteit van de zorg rondom het bewegings-apparaat voor de patient worden verbeterd opeen aantal aspecten:– voorkomen van klachten;– vermijden van chronisch worden van klach-ten;

– stimuleren van beweegprogramma’s;– verbeteren van voorlichting;– doelmatiger gebruik van gezondheidsvoor-zieningen stimuleren;

– ziekteverzuim verminderen.

Informatie

De kaderopleiding duurt twee jaar, waarbijgemiddeld zeven uur per week aan de oplei-ding wordt besteed, grotendeels in de prak-tijk zelf. Er zijn twintig onderwijsdagen,waarvan acht in vier tweedaagse blokken entwaalf die een dag duren. Per jaar wordtongeveer twintig uur aan stages besteed. DeNHG-Kaderopleiding wordt geaccrediteerdvoor veertig punten per jaar. Huisartsen diede volledige opleiding hebben gevolgd, kun-nen zich aanmelden bij het College voorHuisartsen met bijzondere bekwaamheden(CHBB).De opleiding start met een tweedaags blok

op 7 en 8 april 2011. Voor meer informatiekunt u terecht op onderstaand adres:Gerrit-Jan VrielinkCoordinator Kaderopleiding Bewegingsappa-raatErasmus MC Rotterdam afd. Huisartsgenees-kundeTelefoon: 010-7043281Email:[email protected]

Literatuur

1 Picavet HSJ, Gils HWV van, Schouten JSAG. Klach-

ten van het bewegingsapparaat in de Nederlandse

bevolking: Prevalenties, consequenties en risico-

groepen. Bilthoven: RIVM, 2000.

2 Linden MW van der, Westert GP, Bakker DH de,

Schellevis FG. Tweede Nationale Studie naar

ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk:

klachten en aandoeningen in de bevolking en in

de huisartspraktijk. Utrecht/Bilthoven: NIVEL/

RIVM, 2004.

3 CBS statline; Personen naar door de huisarts

Dr. G.J. Vrielink, prof. dr. P. Bindels, mevr. prof. dr. S. Bierma-Zeinstra en drs. J.M. van Ochten40

Page 5: De nieuwe NHG-Kaderopleiding Bewegingsapparaat

geregistreerde diagnose; herkomst [2002-2008];

www.statline.cbs.nl.

4 Vriend I, Kampen B van, Schmikli S, et al. Onge-

vallen en bewegen in Nederland: Ongevalletsels en

sportblessures in kaart gebracht. Amsterdam:

Stichting Consument en Veiligheid, 2005.

5 Dielissen PW, Jagt L van der, Lagro-Janssen ALM.

Kaderhuisarts bouwt bruggen. Medisch Contact

2009;(38):1593-5.

De nieuwe NHG-Kaderopleiding Bewegingsapparaat 41