Economische Vooruitzichten Wereldeconomie - April 2014

Embed Size (px)

DESCRIPTION

De zwakke conjunctuurdata van de voorbije maanden zijn allicht niet meer dan een tijdelijke groeipauze. De koude Amerikaansewinter speelde daarbij een rol. De kwetsbaarste economie blijft de eurozone, met een oncomfortabel lage inflatie. Ondertussen creëert de stimulering van de Japanse binnenlandse vraag een bijkomendegroeipool voor de wereldeconomie. De recente crisis in de opkomende economieën is wat geluwd, maar de schokgolven van de Oekraïne-crisis kunnen nog roet in het eten gooien.• Amerikaanse conjunctuur laat barre winter achter zich• Hervormingen eurozone nog lang niet voltooid• Lage inflatie eurozone baart zorgen• Bank of England in moeilijk parket• Japanse Abenomics zorgt voor stevige groei binnenlandse vraag• China zet verdere stappen naar financiële liberalisering• Oekraïne bron van onzekerheid

Citation preview

  • 1Economische Vooruitzichten

    Onze publicaties zijn online beschikbaar, via www.kbc.be/economischevooruitzichten/. U kunt ze ook gratis ontvangen per e-mail. Surf naar www.kbc.be/sb/e-nieuwsbrieven en registreer uw gegevens.

    Verantwoordelijke uitgever: Dieter Guffens, Havenlaan 2, B-1080 Brussel, (32) (0)2 429.62.87 ([email protected])Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, Global Services, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel, E-mail: [email protected] publicatie komt tot stand op de afdeling Economic Research van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorge-stelde scenarios, risicos en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemidde-laars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan. Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 24 maart 2014, tenzij anders vermeld. De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 25 maart 2014.

    Algemeen perspectiefEconomische omgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Conjunctuuroptimisme krijgt domper

    AmerikaVerenigde Staten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 Winterblues doet uitkijken naar economische lente

    EuropaEurozone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Conjunctuurhemel klaart op

    Verenigd Koninkrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Bank of England bereidt exit(s) voor

    Centraal-Europa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Positieve dynamiek intact

    Azi - Latijns-AmerikaJapan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Consument zet zich schrap

    China . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Einde van een zekerheid

    Ontluikende markten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Kalmering

    TabellenGroei - Inflatie - Rentes en Wisselkoersen . . . . . . . 13

    WereldeconomieApril 2014

    De zwakke conjunctuurdata van de voorbije maanden zijn allicht niet meer dan een tijdelijke groeipauze . De koude Amerikaanse winter speelde daarbij een rol . De kwetsbaarste economie blijft de eurozone, met een oncomfortabel lage inflatie . Ondertussen creert de stimulering van de Japanse binnenlandse vraag een bij-komende groeipool voor de wereldeconomie . De recente crisis in de opkomende economien is wat geluwd, maar de schokgolven van de Oekrane-crisis kunnen nog roet in het eten gooien .

    Amerikaanse conjunctuur laat barre winter achter zich Hervormingen eurozone nog lang niet voltooid Lage inflatie eurozone baart zorgen Bank of England in moeilijk parket Japanse Abenomics zorgt voor stevige groei binnenlandse vraag China zet verdere stappen naar financile liberalisering Oekrane bron van onzekerheid

  • 2Intact

    De opwaartse trend van de wereldcon-junctuur, die de voorbije maanden wat aan bloedarmoede leed, lijkt nog altijd intact . Nadat onder meer de barre win-ter in de VS voor een terugval van de economische activiteit had gezorgd, sta-biliseerde het producentenvertrouwen in de verwerkende nijverheid in februari . Ook de werkgelegenheidscreatie in die maand viel beter mee dan gevreesd . Ondertussen zette in Europa de conjunc-tuurherleving zich voort . Het groeitempo van de eurozone ligt weliswaar een stuk onder dat van de VS, maar is niettemin vrij robuust . De start van de verbeterende trend van het producenten- en consu-mentenvertrouwen dateert immers al van de tweede helft van 2012 . Goed nieuws blijft ondertussen ook uit Japan komen . Het Abenomics-beleid blijft de groei van de binnenlandse vraag, en de particuliere consumptie in het bijzonder, stimuleren . Zozeer zelfs dat het traditionele externe-overschotland Japan een tekort op de lopende rekening kreeg en er van een krapte op de arbeidsmarkt sprake is .

    Domper

    In vergelijking met eind 2013 heeft het conjunctuuroptimisme wel een zekere

    domper gekregen . Dat wordt vooral zichtbaar in de tienjaarse obligatieren-tes van de VS en Duitsland, die nu zon 40 basispunten lager liggen dan eind 2013 . Daar zijn een aantal redenen voor . Vooreerst waren er de weersgere-lateerde zwakke data in de VS, die de waarschijnlijkheid van een spoedige ver-krappingscyclus door de Fed verkleinde . Daarnaast veroorzaakte de start van de tapering door de Fed een uitstroom van internationaal kapitaal uit opko-mende economien . Vooral landen met bestaande economische onevenwichtig-heden hadden daaronder te lijden . Nadat echter voldoende duidelijk werd dat de start van de tapering een weerspiege-ling is van de fundamentele gezondheid van de Amerikaanse economie en niet automatisch een nakende renteverho-ging impliceert, keerde een zekere rust terug . Die maakte dan op haar beurt weer plaats voor een grote risicoaversie als gevolg van de Krimcrisis . De vlucht naar kwaliteitsobligaties stuurde de refe-rentie-obligatierentes naar het huidige lage peil . Kwetsbaar

    Van de grote ontwikkelde economien is de eurozone allicht het kwetsbaarst voor dergelijke externe schokken . We ver-

    wachten dat in 2014 de rele bbp-groei in de eurozone (1,2%) de laagste zal zijn van grote economien (VS +2,7%, het VK +2,5% en Japan +1,6%) . Het is allicht geen toeval dat ook de inflatie in de eurozone uit de band springt . Terwijl in de VS, het VK en Japan de inflatie op een relatief normaal peil ligt (respectievelijk 1,2%, 1,9% en 1,4%), is de inflatie in de eurozone slechts half zo hoog (0,7%) . Dat komt doordat enkel in de eurozone de monetaire omgeving almaar krapper wordt . De groei van de geldhoeveelheid in de rele economie bedroeg in januari slechts 1,2% terwijl ook de wisselkoers van de euro langzaam maar zeker stijgt . Ter vergelijking: in Japan groeit die geld-hoeveelheid met 3,2% en in de VS zelfs met 6,3% .

    De oorzaak van de lage Europese inflatie ligt in de nog altijd lopende schuldaf-bouw en gezondmaking van de finan-cile sector, die in de eurozone slechts traag op gang kwamen . Dat is een gelij-kenis met het Japan van de eerste helft van de jaren 90, zij het niet in dezelfde mate . Het contrast met de VS, die wel snel en kordaat daarvan werk maakten, springt in het oog . Terwijl in de eurozone de uitstaande kredietverlening aan de private sector in januari 3% lager lag dan een jaar eerder, was die in de VS op

    Economische omgeving

    Conjunctuuroptimisme krijgt domper

    -3,5

    -3

    -2,5

    -2

    -1,5

    -1

    -0,5

    0

    0,5

    1

    1,5

    2005 06 07 08 09 10 11 12 13 14

    Inflatie eurozone laagste van zijn peers(jaarwijziging in %)

    Wereldwijd producentenvertrouwen laat vrieskou achter zich(verwerkende nijverheid, standaardafwijking van LT-gemiddelde)

    -3

    -2

    -1

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    EMU VS VK Japan

    2005 06 07 08 09 10 11 12 13 14

    Eurozone VK VS Japan

    Economische Vooruitzichten Algemeen perspectief

  • 3datzelfde ogenblik met 7% gegroeid . Een stap in de goede richting om dat probleem aan te pakken is de doorlich-ting van de Europese banksector door de ECB in de loop van dit jaar .

    Naast de ondermaatse groei van de kre-dietverlening is een te sterke wisselkoers van de euro een tweede belangrijke risi-co voor de Europese conjunctuur en lage inflatie . Dat herinnert aan de Japanse ervaring na de val van Lehman in 2008 . Bij de start van de financieel-economi-

    sche crisis deed de Bank of Japan als enige grote centrale bank niet mee aan de diverse ronden van geldcreatie . Daardoor apprecieerde de Japanse yen ten opzichte van de dollar met 34% tussen september 2008 en de komst van Abenomics . De sterke yen woog op de Japanse groei en zorgde voor een stevige defla-toire druk .

    De Europese Centrale Bank bevindt zich nu in een soortgelijke, maar niet zo extreme situatie . De monetaire basis groeit

    maand na maand gestaag in de VS en Japan (die in het VK blijft relatief stabiel), terwijl die in de eurozone daalt . Dat is een van de redenen voor de gestage versterking van de wisselkoers van de euro . Als die versterking zich voortzet, zal ze een neerwaartse druk op de Europese inflatie blijven uitoefenen . De ECB zal dan vroeg of laat een aankoop-programma moeten starten . Ze kan haar beleidsrente van 0,25% immers niet meer betekenisvol verlagen . De aankoop van financile activa, zoals overheids-

    obligaties, kan dan een gepaste manier zijn om de geldgroei met vers gedrukt geld op te krikken, de euro te verzwak-ken en de inflatie opnieuw dichter naar haar inflatiedoelstelling van net geen 2% te tillen .

    Evenwichtiger

    Ondanks de relatieve kwetsbaarheid van de Europese conjunctuur blijft het con-juncturele glas halfvol . Vooral het feit dat de groei van de wereldeconomie nu in toenemende mate stoelt op de binnenlandse vraag, en dus verscheide-ne groeipolen kent, stemt optimistisch . Bovendien is met de afbouw van de grote externe onevenwichtigheden van de VS, China en Japan een belangrijk risico voor de duurzaamheid van de eco-nomische groei afgenomen . Zonder een nieuwe negatieve schok is de dynamiek van de wereldeconomie allicht sterk genoeg om de hoge werkloosheid en onderbenutte productiecapaciteiten die de recessie van 2009 veroorzaakte, ein-delijk betekenisvol af te bouwen .

    Rele bbp-groei 2013 2014 2015

    Amerika 2,1 2,8 3,1

    Noord-Amerika 1,8 2,6 2,9

    Latijns-Amerika 2,8 3,2 3,6

    Europa 0,6 1,8 2,2

    Eurozone -0,4 1,2 1,7

    Centraal-Europa 1,0 2,2 2,7

    Azi 5,2 5,5 5,5

    Japan 1,5 1,6 1,3

    Azi excl . Japan 5,9 6,3 6,3

    China 7,7 7,5 7,0

    India 3,8 5,1 6,3

    Wereld 2,9 3,7 3,9

    Olieprijs (Brent per vat in USD, einde jaar) 110 98 95

    Eurozone VS

    -25

    -20

    -15

    -10

    -5

    0

    5

    10

    15

    20

    25

    US EMU

    1999 2001 03 05 07 09 11 13

    Kredietgroei in de eurozone ondermaats(uitstaande kredieten aan niet-financile ondernemingen, jaarwijziging in %)

    Appreciatie Japanse yen tijdens Grote Recessie afschrikkend voorbeeld voor eurozone

    (JPY per USD)

    Dieter [email protected]

    [email protected]

    70

    75

    80

    85

    90

    95

    100

    105

    110

    115

    2008 09 10 11 12 13 14

  • 4Economische Vooruitzichten Amerika

    De VS zette in het vierde kwartaal van 2013 haar economisch herstel gestaag voort . Hoewel het Amerikaanse rele bbp met 2,4% op jaarbasis trager groei-de dan in het derde kwartaal, lag dit per-centage in het verlengde van de cijfers uit de eerste helft van 2013 . Opnieuw lag de consumptie aan de basis van het herstel, terwijl het aandeel van de investeringen er licht op achteruitging . Overheidsuitgaven waren, voornamelijk onder invloed van de overheidsshut-down in oktober, verantwoordelijk voor het aftoppen van de kwartaalgroei met 1 procentpunt .

    Terwijl de volatiele component van de voorraden maar liefst 1,5 procentpunt van de groei in het derde kwartaal van 2013 voor zijn rekening nam, ver-dween die bijdrage in het niets gedu-rende het daaropvolgende kwartaal . Een nieuwe voorraadcyclus kan beginnen wegen op de groei, wanneer produ-centen starten met de afbouw van hun bestaande voorraden . We verwachten dat het zware winterweer eveneens een nadelige impact zal hebben gehad op de groeicijfers in het eerste kwartaal van 2014 . Economische indicatoren zoals het producentenvertrouwen wijzen alvast in die richting .

    Weer als spelbreker

    De indicatoren met betrekking tot het producentenvertrouwen in de VS schets-ten een gemengd beeld voor de maand februari, mogelijk door toedoen van de strenge winter . In de dienstensector nam de economische activiteit toe, zij het aan het laagste tempo sinds begin 2010 . De verwerkende nijverheid vertoonde een versneld herstel van de economische activiteit in vergelijking met januari . Toch stellen we een krimp in de productie vast, na 17 maanden van onafgebroken groei . De weersfactor wordt hier met de vinger gewezen als zijnde verantwoor-delijk voor onderbrekingen in de toe-voerketens, waardoor er een tekort aan onderdelen ontstond en de productie vertragingen opliep . Tenzij er sprake is van meer structurele gevolgen, verwach-ten we dat met het einde van de winter het producentenvertrouwen zich verder zal herstellen .

    Ook de groei van de kleinhandelsverko-pen kreeg in de eerste helft van februari af te rekenen met de naween van het barre winterweer . De cijfers lieten uitein-delijk een bescheiden herstel optekenen, dankzij een heropleving in de tweede helft van de maand . Deze inhaalbewe-ging stemt tot optimisme omtrent de

    verkoopcijfers met de komst van de lente . Voor het eerste kwartaal gaan we er wel nog van uit dat de consump-tiegroei een tijdelijke terugval zal ken-nen, maar ook hier verwachten we een herstel gedurende de daaropvolgende kwartalen . Voorzichtig optimisme in arbeidsmarkt

    Sinds Janet Yellen tijdens haar eerste publieke optreden als Fed-voorzitter het belang van een lage inflatie en een bredere verbetering in de arbeidsmarkt onderstreepte in de bepaling van het taper-tempo, gaat de aandacht des te meer naar de maandelijkse arbeids-marktindicatoren . Voor februari was het rapport vrij gunstig en verrassend genoeg had het winterweer slechts een beperkte negatieve impact . Zo werden er meer jobs in de privsector gecre-eerd in februari (175 000 banen) dan in december 2013 en januari 2014 (respec-tievelijk 84 000 en 129 000 banen), hoe-wel dat aantal nog lang niet het niveau van de eerste elf maanden van 2013 heeft bereikt . Het gemiddelde uurloon kende een sterkere stijging (0,4% t .o .v . 0,2% in januari 2014), maar dit cijfer moet worden genuanceerd aangezien ook hier de weersfactor een impact had .

    Verenigde Staten

    Winterblues doet uitkijken naar economische lente

    -10

    -8

    -6

    -4

    -2

    0

    2

    4

    6

    8

    2009 10 11 12 13

    Private consumptie Overheidsconsumptie Investeringen Netto-uitvoer Voorraden BBP

    Producentenvertrouwen schetst gemengd beeld(ISM > 50 is expansie; ISM < 50 is contractie)

    Groei blijft consumptiegedreven (bijdragen tot rele bbp-groei, in procentpunten)

    30

    35

    40

    45

    50

    55

    60

    65

    2007 08 09 10 11 12 13

    ISM Verwerkende nijverheidISM Dienstensector

    Private consumptie Netto-uitvoer Overheidsconsumptie Voorraden Investeringen Rele bbp-groei

    ISM verwerkende nijverheid ISM dienstensector

  • 5Het weer bleek niet zozeer de jobcreatie te hebben benvloed, wel was er een negatief effect op het aantal gewerkte uren . In het geval van vaste maand- of weeklonen verhoogt dat het gemid-delde uurloon, zonder een toename in de koopkracht te realiseren .

    De werkloosheidsgraad kende op het eerste gezicht een minder gunstige ont-wikkeling: die steeg van 6,6% naar 6,7% . Er is echter geen reden tot paniek . De stijging is voornamelijk te wijten aan een toename in de participatie-graad . De participatiegraad in de VS kent historische laagtes als gevolg van het groot aantal ontmoedigden die hun actieve zoektocht naar een job hebben gestaakt . Er heerste recentelijk dan ook ongerustheid in de markt dat er krapte in het arbeidsaanbod dreigde, hetgeen zou resulteren in een opwaartse

    druk op de lonen en bij-gevolg in een toename van de inflatie . De dyna-miek achter de stijgende werkloosheidsgraad voor februari zendt dus enig-zins een positief signaal uit, daar een terugkeer naar de arbeidsmarkt op een optimistische hou-ding wijst wat de banen-

    vooruitzichten betreft .

    Taper-tempo

    Met het stijgen van de werkloosheids-graad en een inflatie die waarschijnlijk nog geruime tijd onder de 2,5% zal blijven, daalt voor de Fed de druk om tijdens de eerstvolgende bijeenkomsten de tapering te versnellen en het verho-gen van haar beleidsrente te vervroe-gen . Dat het bereiken van n van de drempelwaarden voor werkloosheid of inflatie echter niet automatisch leidt tot een stijging van de beleidsrente maar een verdere evaluatie van de gezondheid van de arbeidsmarkt zal initiren, doet stemmen rijzen om over te schakelen naar een qualitative guidance . Door expliciet afstand te nemen van de voor-opgestelde drempelwaarden probeerde de Fed op haar vergadering in maart

    onzekerheid met betrekking tot het toe-komstig Fed-beleid weg te nemen . De markt dient immers gerust gesteld te worden dat er geen plotse stijging van de rente kan optreden als de werkloos-heid sterk daalt en het inflatiecijfer toch onder controle blijft .

    Vooruitzichten VS 2013 2014 2015

    Rele bbp-groei 1,9 2,7 3,0

    Inflatie 1,5 1,6 2,1

    24-03-2014 +3m +6m +12m

    Beleidsrente 0,25 0,25 0,25 0,25

    Tienjaarsrente 2,77 3,00 3,20 3,60

    USD per EUR 1,38 1,35 1,33 1,25

    Stephanie [email protected]

    62

    62,5

    63

    63,5

    64

    64,5

    65

    65,5

    66

    66,5

    67

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    8

    9

    10

    11

    2005 06 07 08 09 10 11 12 13 14

    Werkloosheidsgraad (in %, linkeras)Fed streefwaarde (in %, linkeras)Activiteitsgraad (in %, rechteras)

    Banencreatie neemt weer toe (in duizendtallen)

    Werkloosheid stijgt door terugkeer naar arbeidsmarkt

    0

    50

    100

    150

    200

    250

    300

    350

    400

    2012 13 14

    Totale economie Private sector

    Werkloosheidsgraad (in %, linkse schaal) Participatiegraad (in %, rechtse schaal) Fed-drempel (in %, linkse schaal)

    Totale economie Private sector

  • 6Economische Vooruitzichten Europa

    De conjunctuurhemel boven de eurozone klaart op . Economische data wijzen op een breder gedragen herstel . Lage infla-tie en krimpende kredietverlening blijven echter zorgen baren en kunnen de ECB tot verdere actie dwingen . De felge-plaagde perifere eurolanden hijsen zich intussen geleidelijk uit het moeras . Toch is er nog veel werk aan de winkel, want de hervormingsagenda is verre van voltooid .

    Herstel in de breedte

    Het economisch herstel van de eurozone wordt steeds breder gedragen . Het diep-tepunt van de huidige conjunctuurcyclus werd al bereikt in het laatste kwartaal van 2012, maar het herstel verliep tot nu toe tergend traag . Dat is normaal in het geval van een gecombineerde economische n financile crisis . Toch hebben zowat alle landen de reces-sie intussen achter zich gelaten . Het valt hierbij op dat economien met de grootste openheidsgraad (export plus import als percentage van het bbp) het sterkst profiteren van het wereld-wijde conjunctuurherstel . Dit was in het vierde kwartaal het geval in Duitsland (kwartaal-op-kwartaalgroei van 0,4%), Belgi (0,5%) en Nederland (0,7%), waar de netto-uitvoer een solide groeimotor blijft . Meer gesloten economien zoals

    Frankrijk (0,3%) en Itali (0,1%) lijken dan weer een deel van dat exportge-leid herstel te missen . Daarnaast zijn het vooral de niet-eurolanden die tot de sterkste groeiers van de EU beho-ren: Zweden (1,7%), het VK (0,7%) en Centraal-Europa behaalden duidelijk hogere groeicijfers . De depreciatie van hun munten gaf hun exportsector een duwtje in de rug .

    Het herstel wordt echter niet alleen meer door de export gedragen . Er zijn duide-lijke tekenen van een herleving van de binnenlandse vraag . De bedrijfsinveste-ringscyclus komt geleidelijk op gang . De industrile capaciteitsbezettingsgraad zit vrij dicht bij zijn historisch gemiddelde . Na bijna zeven jaar van economische cri-sis zijn heel wat vervangingsinvesteringen nodig . Toch wachten bedrijven voorlopig op gunstigere signalen vooraleer zij hun ruime cashpositie aanspreken en zich aan uitbreidingsinvesteringen wagen .

    Het Europese consumentenvertrouwen zit al meer dan een jaar in de lift . We zien heel wat redenen voor dat optimisme . De werkloosheidsgraad is gestabiliseerd rond de 12%, het begrotingsbeleid is zowat groeineutraal na jaren van zware saneringen, de lagere (energie-)prijzen geven de consumenten meer koopkracht

    en het verbeterde financile klimaat ondersteunt traditioneel het economisch optimisme . Recent vertaalde zich dit al in een sterkere groei van de kleinhandels-verkopen .

    Hervormingen werpen vruchten af

    Vooral de euforie in de europeriferie springt in het oog . Spanje en Itali kon-den twee jaar recessie van zich afschud-den, de rentevoeten daalden tot his-torische laagteniveaus en ratingagent-schap Moodys verhoogde de ratings van Spanje en Ierland . Zelfs voor staats-obligaties van Portugal en Griekenland bestaat een zekere appetijt . Het hoog-tepunt van de eurocrisis ligt dus achter ons . Het is maar de vraag of de landen nu niet te snel op hun lauweren gaan rusten . Het adagium never let a good crisis go to waste is zeker van toepas-sing . Tot op zekere hoogte hebben de eurolanden werk gemaakt van hervor-mingen . De concurrentiekracht geme-ten volgens loonkosten per eenheid pro-duct is fors verbeterd in Ierland, Spanje en Griekenland . De grote tekorten op de lopende rekening en handelsbalans zijn gecorrigeerd naar overschotten, die volgens een studie van de Europese Commissie grotendeels blijvend van aard

    Eurozone

    Conjunctuurhemel klaart op

    Kapitaalsinvesteringen trekken terug aan na lange winter (investeringscomponent van het bbp, piek Q1 2008 = 100)

    Open economien pikken extra graantje mee van herstel (verhouding bbp-groei en openheidsgraad (% export + import /bbp))

    Duitsland VK Frankrijk Belgi Nederland

    Duitsland

    Frankrijk

    Itali Spanje

    Hongarije

    Tsjechi

    Litouwen

    Letland

    Belgi

    Nederland

    Oostenrijk Bulgarije

    Sloveni

    Ierland

    0,50

    0,70

    0,90

    1,10

    1,30

    1,50

    1,70

    1,90

    0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4

    Ope

    nhei

    dsgr

    aad

    in %

    bbp

    Gemiddelde bbp-groei H2 201370

    75

    80

    85

    90

    95

    100

    105

    2006 07 08 09 10 11 12 13

    Germany France Netherlands UK Belgium

  • 7Siegfried [email protected]

    (*) GIIPS: Griekenland, Itali, Ierland, Portugal en Spanje

    Negatieve werkloosheidstrend lijkt gekeerd (driemaands voortschrijdend gemiddelde, verandering aantal werklozen)

    Begrotingsbeleid opnieuw quasi-neutraal in eurozone(verbetering structureel begrotingssaldo in % van het bbp)

    GIIPS (*) Duitsland

    Belgi Eurozone

    Frankrijk

    0

    0,2

    0,4

    0,6

    0,8

    1

    1,2

    1,4

    1,6

    2010 11 12 13 14-100

    -50

    0

    50

    100

    150

    200

    250

    300

    GIIPS

    Belgium

    France

    Germany

    EMU

    Jul-2011 12 13 14

    zijn . De arbeidsmarkthervormingen wer-pen hun eerste vruchten af, getuige de recente krimp van het werklozenleger .

    maar zijn niet voltooid

    Toch is de eurozone nog geen land van melk en honing . In Frankrijk en Itali valt er weinig concurrentiekrachtverbe-tering te bespeuren . De sterkere euro heeft zelfs tot een verslechtering geleid . Van arbeidsmarkthervormingen kwam de voorbije twee jaar weinig terecht, wat mee verklaart waarom net daar de werk-loosheid nog stijgt . Itali kreeg begin maart een rode kaart van de Commissie voor zijn gebrek aan daadkracht, een duidelijk signaal aan de nieuwe rege-ring Renzi . Zonder arbeidsmarkthervor-mingen en liberaliseringen stevent Itali af op een nieuw verloren decennium . Hetzelfde geldt in mindere mate voor Frankrijk . Daarnaast blijven ook de hoge

    schuldgraden van zowel de publieke als privsec-tor als een zwaard van Damocles boven de hele eurozone hangen . Dat alles doet vermoeden dat zowel de rele groei als de kredietvraag nog een tijdje aan de zwakke kant zullen blijven .

    Neveneffecten

    De lage groei van de binnenlandse vraag en inflatie zijn deels te wijten aan de hervormingen . Bovendien zouden ingrij-pende concurrentiekrachtverbeteringen in Frankrijk en Itali, samen 40% van de eurozone, tot verdere neerwaartse prijsdruk leiden . Daardoor kan het defla-tiespook tegenwoordig nooit veraf in de eurozone - terug opdoemen . De ECB hield in maart zijn zwaar geschut achter de hand, maar zal bij herople-vende deflatievrees niet aan de zijlijn toekijken . Voorlopig schuift de ECB de hete aardappel wat door . De banksector ondergaat dit jaar een doorlichting van zijn balans en stresstesten, die met zoge-noemde zombiebanken ondergeka-pitaliseerde banken die amper nieuwe kredieten geven moeten afrekenen . Daarnaast wees Draghi meermaals op de

    verantwoordelijkheid van overheden om hun besparingen niet terug te schroe-ven, structurele hervormingen door te voeren en het Europese huis verder op orde te brengen . Europa kiest

    De Europese verkiezingen van eind mei kunnen een belangrijke katalysator voor hervormingen zijn . De voorbije maanden was de Commissie vrij mild voor ont-sporingen op begrotingsvlak of gemak-zucht tegenover arbeidsmarkthervormin-gen . Een nieuw parlement en sterkere Commissie met pro-Europese voorzitter kunnen hier verandering in brengen . Het Europees institutioneel kader en de bankenunie moet verder worden uit-gebouwd . Arbeidsmarkthervormingen en begrotingsdiscipline afdwingen is noodzakelijk om het groeipotentieel van Europa op lange termijn te ontsluiten en zo de welvaart voor toekomstige genera-ties te vrijwaren . De sociaaleconomische crisis heeft echter diepe wonden nagela-ten . Het risico bestaat dan ook dat euro-sceptische partijen een belangrijk deel van de zitjes verwerven . Het zou zonde zijn indien het Europese integratieproject hierdoor een terugslag krijgt .

    Vooruitzichten eurozone 2013 2014 2015

    Rele bbp-groei -0,4 1,2 1,7

    Inflatie 1,3 0,9 1,3

    24-03-2014 +3m +6m +12m

    Beleidsrente 0,25 0,25 0,25 0,25

    Tienjaarsrente Duitsland 1,64 1,80 2,00 2,30

  • 8 Nieuwe vacatures (driemaands gemiddelde, in 000) Werkloosheidsuitkeringsaanvragen (in 000)

    Economische Vooruitzichten Europa

    Verenigd Koninkrijk

    Bank of England bereidt exit(s) voor

    Miraculeus snel herstel arbeidsmarkt sinds midden 2013

    Ja Neen

    20

    25

    30

    35

    40

    45

    50

    55

    60

    Jan-2013 Apr-13 Jul-13 Okt-13 Jan-14

    Yes

    No

    Voorstanders Schotse onafhankelijkheid winnen wat terrein, maar op ruime achterstand

    (antwoord op vraag: wil u een onafhankelijk Schotland, in %)

    De Britse economie zet zijn stevige groeispurt ondanks de kletsnatte winter voort . Het herstel is bovendien duur-zamer geworden . De Bank of England houdt er rekening mee dat ze binnenkort op de monetaire rem zal moeten staan, maar heeft voorlopig nog schrik om als eerste grote centrale bank het feestje af te breken . Intussen nadert ook het refe-rendum over Schotse onafhankelijkheid . Duurzaam herstel

    Het VK zit in een krachtige herstelfase, met drie opeenvolgende kwartalen van rond de 3% kwartaalgroei op jaarba-sis . Aanvankelijk was er scepsis over de duurzaamheid van dit herstel, omdat het vooral toe te wijzen was aan toenemende gezinsconsumptie en het overheidsgedre-ven herstel van de woningmarkt . Volgens nieuwe cijfers is het groeiplaatje ech-ter evenwichtiger, met ook een stevige versnelling van de bedrijfsinvesteringen . Vertrouwensindicatoren geven aan dat deze trend zich dit jaar allicht zal voortzet-ten, hoewel het eerste kwartaal wat ver-tekend is door de zware overstromingen .

    Eerste renteverhoging op radar

    De Bank of England zit wat verveeld met het vele positieve economische nieuws .

    Sinds midden 2013 han-teerde ze een beleid van forward guidance met een aantal doelstellingen, waaronder de werkloos-heidsgraad . Enigszins verrassend daalde deze sindsdien fors . De drempel van 7% wordt wellicht de komende maanden door-broken . De Bank dreigde zo achter de feiten aan te hollen en schrapte intussen de werk-loosheidsgraad als drempel . Gouverneur Carney gaf aan dat ze nu focust op de onderbenutte capaciteit in de economie, waardoor de Bank nog enige tijd groei boven potentieel zal tolereren vooraleer ze de rente zal optrekken . Daarnaast wil ze een hogere loongroei (2,5% jaar-op-jaar) zien dan nu het geval is (0,9%) . De beperkte inflatiedruk (1,9%) geeft de Bank nog enkele kwartalen respijt om de exit uit het uiterst soepele beleid voor te bereiden .

    Brexit of Scexit?

    Een andere kopzorg van de Britse beleids-makers zijn de twee referenda die op de agenda staan . Het referendum over het EU-lidmaatschap schuift de regering Cameron voor zich uit . Dat over Schotse onafhankelijkheid is gepland voor septem-

    ber . De discussie woedt nu of het voor Schotland wel zon goed idee is op eigen benen te staan . De omvang van de Schotse economie, met een bbp van 160 miljard euro voor 5 miljoen inwoners, is nauwelijks 1/10e van het VK . De Schotten zijn vrij eenzijdig afhankelijk van de olieproductie de verdeelsleutel met het rest-VK is een punt van discussie - en van de financi-ele sector, die 1200% van het Schots bbp uitmaakt . Schotland zou bovendien niet automatisch lid van de EU blijven en moet zich beraden over een munt: het pond, een eigen munt, of de euro? De Ierse ervaring leert dat ook Schotland zijn eigen weg kan gaan, maar dat dit niet noodzakelijk van een leien dakje zal lopen . Opiniepeilingen geven aan dat de Schotten voorlopig nog niet warm lopen voor zon avontuur .

    Siegfried [email protected]

    Vooruitzichten VK 2013 2014 2015

    Rele bbp-groei 1,8 2,5 2,2

    Inflatie 2,6 2,3 2,1

    24-03-2014 +3m +6m +12m

    Beleidsrente 0,50 0,50 0,50 0,75

    Tienjaarsrente 2,76 3,00 3,20 3,60

    GBP per EUR 0,83 0,82 0,81 0,80

    USD per GBP 1,65 1,65 1,64 1,56

    0

    200

    400

    600

    800

    1000

    1200

    1400

    1600

    1800

    Nieuwe vacatures (3maands gemiddelde, in '000)

    Werkloosheidsuitkeringsaanvragen (in '000)

    2005 06 07 08 09 10 11 12 13 14

    Bron: UK Polling report, SNP, TNS, Yougov, Sunday Times, Ipsos-Mori

  • 9Economische Vooruitzichten Europa

    Centraal-Europa

    Positieve dynamiek intact

    -6

    -4

    -2

    0

    2

    4

    6

    8

    10

    Tsjechi Slowakije Hongarije Polen Bulgarije

    Q3 2012 Q4 2012 Q1 2013 Q2 2013 Q3 2013 Q4 2013

    Lage inflatie schept monetaire speelruimte (jaarwijziging, in %)

    Groeidynamiek intact(kwartaalgroei op jaarbasis, in %)

    -1

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    2009 10 11 12 13 14

    Tsjechi Slowakije Hongarije Polen

    Q3 2012 Q2 2013 Q4 2012 Q3 2013 Q1 2013 Q4 2013

    Tsjechi Hongarije Slowakije Polen

    Dieter [email protected]

    Cyclisch herstel

    In het zog van het gradueel herstel van de eurozone wint ook de conjunc-tuur in Centraal-Europa aan kracht . In nagenoeg alle landen in de regio nam de economische activiteit in het vierde kwartaal toe ten opzichte van het derde kwartaal, al was de rele bbp-groei in de meeste gevallen nog steeds rela-tief matig . Zo was de rele bbp-groei in het vierde kwartaal op jaarbasis in Slowakije en Bulgarije respectievelijk 1,6% en 1,3%, nog steeds aanzienlijk lager dan de groeitempos van voor de Grote Recessie . Het meest opmerkelijke groeicijfer vinden we in Tsjechi waar de economische activiteit in het vierde kwartaal toenam met maar liefst 7,9% op jaarbasis . We moeten dat cijfer even-wel met enige voorzichtigheid inter-preteren . Enerzijds is het bemoedigend dat de Tsjechische economie nu al drie kwartalen op rij groeit wat op een duur-zame herstelbeweging wijst . Anderzijds mogen we niet te veel gewicht aan dit ene cijfer hechten . De Tsjechische bbp-cijfers worden gekenmerkt door een hoge mate van volatiliteit, voornamelijk ten gevolge van sterke schommelingen in de voorraadcomponent . Bovendien traden op 1 januari 2014 een aantal nieuwe belastingen en accijnzen in wer-

    king wat consumenten er wellicht toe heeft aangezet een deel van hun con-sumptie te vervroegen . Toch behoort de langstdurende Tsjechische recessie, met zes opeenvolgende krimpkwartalen star-tend met het vierde kwartaal van 2011 en eindigend met het eerste kwartaal van 2013, definitief tot het verleden .

    Monetair beleid werkt ondersteunend

    We verwachten dat de positieve dyna-miek dit jaar verder aanhoudt, gerugge-steund door een accomoderend mone-tair beleid . De bijzonder zwakke infla-toire dynamiek biedt hier immers ruimte voor . In navolging van de ECB bevinden de beleidsrentes van regionale centrale banken zich op historisch lage niveaus . In Polen bedraagt de beleidsrente 2,50% en uit de beleidsverklaring van de cen-trale bank blijkt dat de rentevoeten op zijn minst tot het einde van het derde kwartaal op de huidige lage niveaus zul-len blijven . De Hongaarse centrale bank verlaagde haar beleidsrente ondertussen al 20 maanden op rij tot actueel 2,60% . Aangezien de beleidsrente in Tsjechi al op 0,05% ligt sinds november 2012 opteerde de centrale bank voor wissel-koersinterventies . Sinds december vorig jaar hanteert de centrale bank een pla-

    fondkoers van 27 CZK per EUR waarbij ze desnoods ongelimiteerd kronen ver-koopt om die te handhaven .

    Donderwolken aan de oostflank

    Terwijl met het herstel in de eurozone de handelspartners in het westen einde-lijk in betere doen zijn rommelt het nu aan de oostflank . De Turkse economie worstelt met haar afhankelijkheid van externe financiering en de centrale bank zag zich genoodzaakt haar beleidsrente fors op te trekken . Daarnaast is er het schaakspel rond Oekrane wat vooral op de Russische economie weegt . De mees-te Centraal-Europese landen zijn echter voornamelijk ingebed in West-Europese productieketens . Zo is Polen met een gecombineerd aandeel van 8 % van zijn totale uitvoer bestemd voor Rusland en Oekrane n van de meest kwetsbare landen . Dit illustreert dat de handelsban-den relatief klein zijn en dat het besmet-tingsgevaar al bij al beperkt is .

  • 10

    Solide binnenlandse vraag

    De tweede jaarhelft van 2013 was van minder allooi dan de eerste jaarhelft voor de Japanse economie . In het derde kwartaal was de rele bbp-groei 0,9% op jaarbasis en volgens een voorlo-pige schatting voor het vierde kwartaal daalde de economische groei zelfs tot 0,7% op jaarbasis . Dat was ruimschoots onder de verwachtingen . In beide kwar-talen was dit vooral te wijten aan de teleurstellende prestatie van de netto-uitvoer . De wisselkoersdepreciatie sinds april 2013 heeft voorlopig niet geleid tot een substantile stijging van de uitvoer terwijl de invoer fors is toegenomen als gevolg van een beleid dat de bin-nenlandse vraag sterk stimuleert . Het is ondertussen al bijna drie jaar geleden dat Japan nog een handelsoverschot op maandbasis realiseerde, terwijl dit jaren-lang net een karakteristiek kenmerk was van de economie . Met een recordtekort op de handelsbalans in januari zet die trend zich ook in het begin van 2014 voorlopig voort . De keerzijde van deze medaille is even-wel de zeer solide binnenlandse vraag . De investeringscyclus wordt ondersteund door de lage rentes en ook het budget-tair beleid werkt nog accomoderend .

    De motor van de Japanse economie op dit moment is echter de consument . Hierbij is het voornamelijk het segment van de duur-zame goederen dat een sterke groei kent . Japanse consumenten proberen zo alsnog de btw-verho-ging van 5% naar 8% te ontlopen die ingaat in april . Hierdoor zal de pri-vate consumptie, en bij uitbreiding de rele bbp-groei in het eerste kwartaal bijzonder stevig zijn om in het tweede kwartaal een sterke terugval te kennen .

    Monetair duwtje in de rug

    De agressieve monetaire politiek en de daaruit resulterende wisselkoersver-zwakking sorteert alvast het gewenste effect op het prijspeil . De algemene inflatie in januari bedroeg 1,4% op jaarbasis en ook de kerninflatie (exclu-sief voeding en energie) is ondertussen gestegen tot 0,6% . De positieve inflatie-verwachtingen bewijzen dat Japanners vertrouwen hebben in het vermogen van de Japanse centrale bank om de economie structureel uit haar deflatoire spiraal te halen . Toch baart de loone-volutie enigszins zorgen . De Japanse

    nominale lonen geven blijk van een bijzonder sterke rigiditeit ondanks teke-nen van krapte op de arbeidsmarkt . De daaruit resulterende negatieve evolutie van de rele lonen dreigt op termijn dan ook de private consumptie te fnui-ken . De Japanse centrale bank heeft al meermaals haar onvrede geuit over het achterwege blijven van substantile loonstijgingen . We verwachten daarom dat het monetaire beleid binnenkort nog expansiever wordt en dat de conjunctuur op die wijze nog een extra duwtje in de rug krijgt .

    Economische Vooruitzichten Azi - Latijns-Amerika

    Japan

    Consument zet zich schrap

    Vooruitzichten Japan 2013 2014 2015

    Rele bbp-groei 1,5 1,6 1,3

    Inflatie 0,4 2,3 1,8

    24-03-2014 +3m +6m +12m

    Beleidsrente 0,10 0,10 0,10 0,10

    Tienjaarsrente 0,62 0,60 0,70 0,90

    JPY per USD 102,48 106,00 108,00 110,00

    JPY per EUR 141,11 143,10 143,64 137,50

    Dieter [email protected]

    -10

    -5

    0

    5

    10

    15

    2011 12 13

    Private consumptie Overheidsconsumptie InvesteringenNetto-uitvoer Voorraden Rele bbp-groei

    Eindelijk positieve inflatie (jaarwijziging in %)

    Solide binnenlandse vraag (kwartaalgroeibijdragen op jaarbasis, in %)

    -3

    -2

    -1

    0

    1

    2

    3

    2008 09 10 11 12 13 14

    Totale inatie (linkse schaal, in %)

    Inatie excl. voeding en energie (linkse schaal)

    Private consumptie Netto-uitvoer Overheidsconsumptie Voorraden Investeringen Rele bbp-groei

    Totale inflatie Inflatie excl . voeding en energie

  • 11

    Economische Vooruitzichten Azi - Latijns-Amerika

    Plotse wisselkoersdepreciatie

    De wisselkoers is altijd al een belang-rijk beleidsinstrument geweest voor de Chinese overheid . Toen de wereldecono-mie in het najaar van 2008 wegzonk in de Grote Recessie koppelde de Chinese cen-trale bank de munt aan de USD . Samen met een forse kredietimpuls behoedde dit de Chinese economie van een te forse groeivertraging . Toen de tijd daar rijp voor was in 2010 hernam de RMB haar apprecirende trend . Dit paste immers in de noodzakelijke herbalanceringsoe-fening waar China voor staat, met een verschuiving van investerings- en uitvoer-geleide groei naar een groei die gedra-gen wordt door de private consumptie . Bedrijven en investeerders beschouwden het graduele versterken van de munt snel als een vaststaand gegeven en speelden hier handig op in . Aan deze zekerheid kwam in de tweede helft van februari een einde toen de RMB plots de andere kant uit bewoog . Hiermee wou de cen-trale bank wellicht het signaal geven dat de eenzijdige appreciatie van de munt niet als een certitude mag beschouwd worden en dat marktkrachten in de toekomst een grotere rol zullen spelen in de muntpolitiek . In dat kader past ook de beslissing om vanaf midden maart de schommelingsmarge van de renminbi ten

    opzichte van de dollar te verdubbelen tot 2% .

    Bovendien biedt deze wis-selkoersverzwakking wel-kom soelaas aan de sput-terende uitvoersector . De Chinese economie is dui-delijk aan het afkoelen . Het producentenvertrou-wen zit al een tijdje in een dalende lijn wat bevestigd wordt door de verzwakking in de industrile produc-tie en de kleinhandelsverkopen . Tegen deze achtergrond is de groeidoelstelling die het Nationaal Volkscongres in maart naar voor schoof ambitieus . Net zoals in 2013 wordt de lat op 7,5% gelegd . Met een gerealiseerde rele bbp-groei van 7,7% werd deze doelstelling in 2013 nipt gehaald en een herhaling van dit scena-rio dit jaar wordt uitdagend .

    Risico heeft een prijs

    De hervormingsoperatie beperkt zich niet tot de wisselkoerspolitiek . De Chinese overheid probeert ook grip te krijgen op de financile sector . Om de Chinese banken het belang van gezond liquidi-teitsbeheer duidelijk te maken, weigerde de centrale bank bijvoorbeeld in de zomer 2013 gedurende enkele dagen voldoende

    liquiditeiten ter beschikking te stellen, met een forse tijdelijke opsprong van de interbancaire rente tot gevolg . Als twee-de voorbeeld stond de overheid begin maart toe dat een zonnepanelenbedrijf in wanbetaling ging . Dat doorprikte de illu-sie van investeerders dat de Chinese over-heid impliciet garant stond voor terugbe-taling en maakte hen duidelijk dat rende-ment hand in hand gaat met risico . Het is een kenmerk van een goed geoliede markteconomie dat minder performante of overbodige bedrijven plaats ruimen en zo productiecapaciteit vrijmaken die elders effectiever kan worden ingezet . Op middellange termijn is die ontwikkeling toe te juichen . Toch zal moeten blijken of er bij deze financile liberaliseringsgolf en het aan banden leggen van het schaduw-bankieren geen lijken uit de kast vallen .

    China

    Einde van een zekerheid

    46

    48

    50

    52

    54

    56

    Producentenvertrouwen verwerkende nijverheid

    Producentenvertrouwen output

    Producentenvertrouwen nieuwe uitvoerbestellingen

    Mrt-2012 2013 2014

    Flukse wisselkoersdepreciatie (RMB per USD)

    Voorlopende indicatoren wijzen op conjunctuurverflauwing (50 is neutraal)

    6

    6,05

    6,1

    6,15

    6,2

    6,25

    Mrt-2013 Mei-13 Jul-13 Sep-13 Nov-13 Jan-14 Mrt-14

    Producentenvertrouwen verwerkende nijverheid Producentenvertrouwen output Producentenvertrouwen nieuwe uitvoerbestellingen

    Vooruitzichten China 2013 2014 2015

    Rele bbp-groei 7,7 7,5 7,0

    Inflatie 2,6 3,1 3,0

    24-03-2014 +3m +6m +12m

    Beleidsrente 6,00 6,00 6,00 6,00

    Tienjaarsrente 4,49 4,50 4,50 4,50

    RMB per USD 6,19 6,02 5,98 5,90

    Dieter [email protected]

  • 12

    Ontluikende markten

    Kalmering

    Economische Vooruitzichten Azi - Latijns-Amerika

    Dieter [email protected]

    De voorbije weken is de crisis van de opkomende economien opnieuw wat gekalmeerd . In de meeste gevallen stabi-liseerden de betrokken munten en obli-gatierentes, en waren er geen verdere forse verkrappingen van het monetaire beleid nodig . De aanleiding voor die cri-sis die begin dit jaar de kop op stak, was de toenemende marktverwachting van een ommekeer in het rentebeleid van de Amerikaanse Fed . Vooral opkomende economien die sowieso al kampten met macro-economische onevenwich-tigheden, zoals te grote externe tekor-ten, kwamen in de problemen door het wegvloeien van internationale liquiditeit richting de VS en Europa .

    Wereldwijde cyclus

    Ondertussen bleek dat die soep niet zo heet werd gegeten als opgediend . De reeks van zwakkere Amerikaanse con-junctuurindicatoren, vooral een gevolg van de koude winter, dempte de vrees voor een snel begin van een opwaart-se rentecyclus . Tegelijkertijd wezen de jongste vertrouwensindicatoren en het arbeidsmarktrapport van februari erop dat het conjunctuurdipje allicht maar tijdelijk is een dus geen bedreiging voor de wereldconjunctuur vormt .

    Landenspecifieke risicos op de voorgrond

    Nu het systemische risico voorlopig weer naar de achtergrond is verschoven, tre-den de landenspecifieke risicos opnieuw op de voorgrond . Een aantal van die pro-blemen zijn niet nieuw . In Turkije bijvoor-beeld blijft de politieke situatie onstabiel, met lokale verkiezingen eind maart en de belangrijke presidentsverkiezingen in de zomer . Onder meer de voortzetting van het economische hervormingsbe-leid zijn hierbij de inzet . Ondertussen blijft de Turkse economie kampen met een extern tekort, dat veroorzaakt werd door een inefficinte beleidsmix van een te soepel budgettair en monetair beleid .

    Ook andere conflicten in de opkomen-de economien zijn niet verdwenen . Zo duren de sociale onrusten in het belangrijke Opec-land Venezuela voort, en is er ook geen oplossing in zicht voor de politieke impasse in Thailand . Het meest in het oog springende con-flict was de voorbije weken echter de escalatie van de crisis in Oekrane . Een finaliteit van de ontwikkelingen is nog niet in zicht . Afgezien van de politieke gevolgen had de grote onzekerheid ook gevolgen voor de financile markten . De obligatierentes van de veilige havens

    VS en Duitsland daalden verder en staan nu zowat 40 basispunten onder hun peil van eind december . De toegenomen risico-aversie kwam ook tot uiting in dalende aandelenbeurzen en, daarmee samenhangend, met een oplopende koersvolatiliteit .

    Het meest waarschijnlijke scenario na het referendum op de Krim over toe-treding tot Rusland is een reeks van politieke en diplomatieke sancties door de VS en de EU . Alhoewel de handels-banden voor goederen met Rusland beperkt zijn, lijken grootschalige eco-nomische sancties onder Duitse druk onwaarschijnlijk . Een stopzetten van de gasinvoer uit Rusland is al helemaal niet aan de orde . Het feit dat een groot deel van het gas dat bestemd is voor de EU precies via Oekrane wordt getranspor-teerd, illustreert wel de onberekenbare economische risicos van dit politiek-militaire conflict .

    0

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Polen Tsjechi Hongarije

    Ukraine Russian Federation

    Oekraense hryvnia lijdt onder Krim-crisis (UAH per USD)

    Aandeel van Oekrane en Rusland in totale Centraal-Europese uitvoer

    (2012, in %)

    8

    8,5

    9

    9,5

    10

    10,5

    11

    Jan-2012 Jan-13 Jan-14Jul-12Jul-12

    Oekrane Rusland

  • 13

    Economische Vooruitzichten Tabellen

    Wisselkoersen

    24-03-2014 +3m +6m +12m

    USD per EUR 1,38 1,35 1,33 1,25

    GBP per EUR 0,83 0,82 0,81 0,80SEK per EUR 8,87 8,80 8,80 8,80

    NOK per EUR 8,35 8,20 8,00 7,80CHF per EUR 1,22 1,25 1,27 1,30PLN per EUR 4,20 4,15 4,12 4,05CZK per EUR 27,45 27,40 27,20 27,00HUF per EUR 313,07 318,00 308,00 300,00RON per EUR 4,48 4,50 4,55 4,60BGN per EUR 1,96 1,96 1,96 1,96RUB per EUR 49,74 51,00 51,50 52,00TRY per EUR 3,09 3,10 3,00 2,90JPY per EUR 141,11 143,10 143,64 137,50

    RMB per USD 6,19 6,02 5,98 5,90USD per AUD 0,91 0,88 0,87 0,86USD per NZD 0,85 0,82 0,82 0,78CAD per USD 1,12 1,12 1,12 1,14

    Rele bbp-groei Inflatie

    2014 2015 2014 2015

    VS 2,7 3,0 1,6 2,1Eurozone 1,2 1,7 0,9 1,3

    Belgi 1,2 1,6 0,9 1,4Duitsland 1,9 2,1 1,4 1,4

    Ierland 2,1 3,0 0,9 1,5VK 2,5 2,2 2,3 2,1

    Zweden 2,5 3,3 0,9 1,8Noorwegen 2,7 2,6 1,9 1,9Zwitserland 2,1 2,2 1,1 1,1

    Slowakije 2,0 2,0 1,0 1,7Polen 2,8 3,4 1,5 2,1

    Tsjechi 1,5 2,5 1,0 2,0Hongarije 2,0 1,8 1,2 3,0Bulgarije 1,8 2,5 0,8 2,7Rusland 1,6 1,8 5,7 4,8Turkije 1,2 3,8 7,5 6,3Japan 1,6 1,3 2,3 1,8China 7,5 7,0 3,1 3,0

    Australi 2,8 2,9 2,8 2,5NIeuw-Zeeland 3,0 2,8 2,0 2,3

    Canada 2,0 2,3 1,5 1,9

    Tienjaarsrentes

    24-03-2014 +3m +6m +12m

    VS 2,77 3,00 3,20 3,60Duitsland 1,64 1,80 2,00 2,30

    Belgi 2,27 2,50 2,60 2,90Ierland 3,07 3,10 3,20 3,40

    VK 2,76 3,00 3,20 3,60Zweden 2,22 2,30 2,50 2,80

    Noorwegen 3,07 3,00 3,20 3,40Zwitserland 1,02 1,20 1,40 1,70

    Slowakije 2,23 2,60 2,90 3,10Polen 4,28 4,30 4,50 4,70

    Tsjechi 2,22 2,45 2,65 2,90Hongarije 5,77 6,00 6,00 5,50Bulgarije 3,51 3,60 3,70 4,00Rusland 9,35 9,00 9,00 8,50Turkije 10,99 11,00 10,50 10,25Japan 0,62 0,60 0,70 0,90China 4,49 4,50 4,50 4,50

    Australi 4,17 4,40 4,45 4,70Nieuw-Zeeland 4,63 4,80 5,00 5,10

    Canada 2,49 2,80 3,00 3,30

    Beleidsrentes

    24-03-2014 +3m +6m +12m

    VS 0,25 0,25 0,25 0,25Eurozone 0,25 0,25 0,25 0,25

    VK 0,50 0,50 0,50 0,75Zweden 0,75 0,75 0,75 0,75

    Noorwegen 1,50 1,50 1,50 1,75Zwitserland 0,13 0,13 0,13 0,13

    Polen 2,50 2,50 2,50 3,00Tsjechi 0,05 0,05 0,05 0,05

    Hongarije 2,60(*) 2,50 2,50 3,25Roemeni 3,50 3,50 3,50 3,50

    Rusland 7,00 7,00 7,00 7,00Turkije 10,00 10,00 10,00 10,00Japan 0,10 0,10 0,10 0,10China 6,00 6,00 6,00 6,00

    Australi 2,50 2,50 2,50 2,75Nieuw-Zeeland 2,50 3,00 3,25 3,75

    Canada 1,00 1,00 1,00 1,00

    (*) 25-03-2014