38
EKONOMIKA berichten Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 Magazine van de Ekonomika Alumni Driemaandelijks • 62ste jaargang • oktober - november - december 2004 Jaarfeest: met Eyskens, Baeck, Vinck en 500 economisten. Welke ondernemer redt onze economie?

EKONOMIKA berichten

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKAberichtenAfgiftekantoor 3000 Leuven 1

Magazine van de Ekonomika Alumni Driemaandelijks • 62ste jaargang • oktober - november - december 2004

Jaarfeest: met Eyskens, Baeck,Vinck en 500 economisten.

Welke ondernemer redt onze economie?

Page 2: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 2

De onvolprezen

schoonheid van Afrika.

Een intiem onderonsje: Bob Elsen (Joker) en Dirk en mevrouw Vyncke.

Fleurig Afrika gaf kleur aan de receptie na de academische zitting. Oud-praeses Wim Moens (l) kan het wel waarderen.

Oost-West, in Ekonomika is het best, met links Ivan Vande Maele (voorzitter West-Vlaanderen) en naast hem Didier Devooght (oud-voorzitter Oost-Vlaanderen).

JAARFEEST

DANNY WUYTSAl eens gedacht aan Danny Wuyts “live” op uw volgende feest of evenement ?Naast “de notenclub” op TV1 brengt Danny ook de nodige muziek, humor en ambiance op uw bedrijfsfeest, heropening of productvoorstelling, galadiner, privé- of andere gelegenheid.Er zijn diverse formules gaande van een gastoptreden tot avondvullend, inclusief live-optreden, DJ, licht, geluid. Waaronder:

ONE MAN BAND:verrassend veelzijdige solo-act met stemimitaties, piano en synths.

DANNYMALS:superswingende live band met non stop dance- en partyhits

E-mail ons vrijblijvend voor meer info en prijzen.Vermeld naam, telefoonnummer en evt. datum en gelegenheid : [email protected].

Page 3: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 3

EDITORIAAL

DE BESTE ECONOMISTENKOMEN UIT LEUVEN.Niet dat wij een ‘dikkenek’ mogen krijgen, want dat zou juist het bewijs zijn dat we niet de beste economisten zijn. Maar het wordt steeds weer door de feiten bewezen. Zoals op het Ekonomika Jaarfeest van 23 oktober jl. het debat met vier alumni van de jubileumpromotie van preses Luc Deneffe die 20 jaar geleden afstudeerden leverde het levendige bewijs.

Kaat Peeters (van Indicator adviesbrieven), Dirk Vanden Bossche (van Sanoma Magazines zoals Humo), Michel Soubry (van Soubry, de bekende fabrikant van pas-taproducten) en Frank De Moor (topman van Mackintosh Retail Group) stan allen aan de top van een succesvolle onderneming. Visie, ondernemerschap, strategische keu-zes … zijn de voornaamste ingrediënten van hun succes. Hun studies aan de Faculteit E.T.E.W. aan de KULeuven hebben hun intrinsieke kwaliteiten nog verder aange-scherpt. De vereisten van een grondig analy-tisch inzicht, van een groot abstractievermo-gen, en stressbestendigheid (véél leerstof op

korte termijn kunnen verwerken) maken van de Leuvense economisten toppers die zich daardoor positief onderscheiden van andere hooggeschoolden.

Het nieuwe systeem van bachelor-master zal daar niets aan veranderen, zoals decaan Filip Abraham het duidelijk stelde op de academische zitting van 23 oktober jl. De aantrekkingskracht van de Faculteit E.T.E.W. neemt zelfs nog toe, tegen de markttrend in, met 10% méér nieuwe studenten.

Onze samenleving staat voor grote uitdagin-gen. Het is van fundamenteel belang dat er een breed en sterk economische draagvlak blijft bestaan, samengesteld uit vele succes-volle bedrijven in uiteenlopende activiteits-takken. Het zijn de Leuvense economisten die ervoor zullen zorgen dat die succesvolle bedrijven er ook in de toekomst nog zullen zijn.

Fa Quix Hoofdredacteur

[ De vereisten van een grondig analytisch inzicht, van een groot abstractievermogen, en stressbestendigheid maken van de Leuvense economisten toppers ]

INHOUD

EDITORIAAL

4 Tot en met bladzijde 12 kan u alles lezen over het Jaarfeest. Eindigen doen wij met de cantus, waarmee het weekend van het JAARFEEST op 22 oktober is begonnen. Haal er alvast uw codex bij. Gastspreker Karel Vinck begaf zich spoorslags naar het spreekge-stoelte in de promotiezaal.

6 MARK EYSKENS over onze toekomst. Het noodzake-lijke is niet onmogelijk. Maar dan zullen we vandaag een beetje onrechtvaardigheid moeten aanvaarden om een nog veel grotere onrechtvaardigheid morgen te ver-mijden. Op blz. 6 verklaart hij zich nader. Louis Baeck komt daarna aan het woord.

13 Honger en geen tijd? Eden snelle hap in een fastfood-tent helpt je er zo doorheen. Wat kan een hamburger toch smaken! “Niet doen!” roept MORGAN SPURLOCK, “Voor je het weet ben je oversized”. Filmonomika ana-lyseert en relativeert.

13 Welke ondernemer redt onze economie? BART CLARYSSE van de Vlerick Leuven Gent Management School doet alvast een poging om te vinden wie hij zoekt. Hij geraakt aan vier types van innova-tieve ondernemers. Herkent u uzelf? Indien niet, zie Boekonomika.

15 JAGDISH BHAGWATI. Een naam die klinkt als een goeroe. En dat is deze Amerikaanse prof, die dit jaar in ons land op bezoek was, ook wel een beetje: de goeroe van de globalisten. Bent u anti? Innige deelneming, zegt Bhagwati.

27 En hoe zou het nu nog zijn met de Ekonomika Studenten? En wat is dat nu met die villa? Preses van het 75ste jaar TOM VAN ASSCHE geeft tekst en uitleg.

Page 4: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 4

JAARFEEST

Het Jaarfeest van Ekonomika Alumni op 23 oktober jl. kende vele hoogtepunten, waarvan de academische zitting in de Leuvense Universitietshallen er één van was. Voor de gelegenheid werd deze academische zitting opgeluisterd door het koor Organum, die de ons welbekende cantusliedjes van de dag voordien met stijl brachten. Het was bevreemdend om die cantusliedjes te horen zingen door een koor en dat in de statige promotie – en jubileumzaal van de Leuvense Universiteitshallen.

EKONOMISTEN VAN DE JAREN ‘80: ‘THE SELFMADE GENERATION’

JAARFEEST

1e jaar Bachelor

Na de huldiging van de lustrumprofesso-ren, Willy Gochet en Lambert Vanthienen, werd een beeld geschetst

van het voorbije jaar. Decaan Filip Abraham beet de spits af. Hij had vooral goed nieuws te brengen over de faculteit. Het aantal studenten in de eerste kandidatuur, of beter 1ste jaar bachelor, is de laatste jaren stijgende en bedraagt nu 640. Vermits in de andere universiteiten,behalve in Gent, het aantal stu-denten economie in dalende lijn zit, betekent dit dat het marktaandeel van Leuven groeit. Belangrijk is ook dat de studie handels-ingenieur vrij goed stand houdt ondanks het feit dat de universiteit Gent sinds dit jaar ook de richting handelsingenieur aanbiedt.Ten tweede verzekerde de decaan ons ook nog dat de creatie van associaties er niet toe zal lei-den dat het onderwijs aan de universiteiten en hogescholen één grote eenheidsworst zal wor-den. Er blijft een sterke mate van differentiatie

waarbij aan de universiteit de nadruk blijft lig-gen op het analytische denkvermogen in het vormen van leidinggevenden, terwijl hoge-scholen meer nadruk leggen op de meer prak-tische, rechtstreeks toepasbare kennis.

Het gaat dus goed met de Faculteit E.T.E.W., en als het aantal ingeschreven studenten stijgt, moet dat natuurlijk ook positief nieuws zijn voor Ekonomika studenten. Toch wees Tom Van Assche, praeses van de studentenvereni-ging, erop dat het moeilijk blijft om voldoende vrijwilligers aan te trekken. Het engagement bij de jongeren gaat immers gestaag achteruit. Ekonomika mag dan een prachtige structuur hebben, het is een mooie, grote villa om zijn beeldspraak te gebruiken, maar wat ben je met een prachtige villa als er geen mensen zijn om die villa te bewonen? Dan is het maar een kille, lege plaats waar het niet gezellig is om te vertoeven.

Eenzelfde problematiek stelt zich natuurlijk ook voor de alumnivereniging. Walter Herssens, voorzitter van de alumni, was tevre-den over het voorbije werkingsjaar, er waren niet minder dan 64 activiteiten wat neerkomt op meer dan twee activiteiten per werkweek. De publieke opkomst was ook heel groot te noemen. Op structureel vlak werd vooral gewezen op het belang van communicatie en de versterking van de interne werking met als initiatieven de integratie van het secretariaat in het studentensecretariaat, de creatie van een nieuwe website en de rol van Ekonomika Berichten. Ook de wijziging van de statuten werd aangehaald met als belangrijkste punt dat alle afgestudeerden nu automatisch lid zijn van de alumni. Kenniseconomie stimuleren.

Dat alumniverenigingen een belangrijke rol kunnen spelen, bleek uit de speech van Karel Vinck, gedelegeerd bestuurder van de NMBS en voorzitter van Alumni Lovaniensis. Hij had het over de houdbaarheid van onze welvaartsstaat. Hij benadrukte vooral het belang van innovatie en onderwijs. “Willen we onze welvaartsstaat behouden, dan moeten we een competitieve economie in stand houden. Dit kan enkel door als land niet achterop te Goedgevulde Promotiezaal in de Universiteitshallen.

Page 5: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 5

blijven, maar in tegendeel steeds voorop te blijven, pro-actief te zijn, op het vlak van tech-nologische ontwikkeling. De overheid moet daartoe het gepaste kader scheppen door onder andere het budget voor onderzoek te verhogen. Natuurlijk is dat maar mogelijk als het aanbod aan goed gevormde mensen vol-doende groot is. Vandaar de noodzaak tot kwa-litatief hoogstaand onderwijs. Ook hier is de rol van de overheid overduidelijk. De overheid zou er moeten naar streven om zoveel moge-lijk mensen te laten afstuderen aan het hoger onderwijs”, aldus Karel Vinck. Maar de over-heid kan enkel maar het kader scheppen, het is aan de bevolking om dit alles mogelijk te maken en daarbij is volgens Vinck een belang-rijke rol weggelegd voor de Alumniverenigingen. De Alumniverenigingen, en dus ook Ekonomika Alumni kunnen het platform zijn waar bedrijven, beleidsdragers, academici en onderzoekers elkaar ontmoeten. Het is ook een brug tussen verleden en toe-komst. Dialoog is nodig tussen de verschillen-de groepen om tot een innovatieve kenniseco-nomie te komen. Bovendien kunnen de alum-ni een stimulans bieden tot permanente vor-ming.

Verenigingen in het algemeen, en Alumni-verenigingen in het bijzonder, kunnen ook een dam opwerpen tegen een steeds groeiend indi-vidualisme in onze samenleving. Die verbon-denheid is nodig willen we de grote uitdagin-gen van de toekomst tot een goed einde bren-gen. Misschien is het nodig dat mensen leren beseffen dat onze welvaart niet langer een evi-dentie is, een verworvenheid waar we zonder meer kunnen over beschikken. Dan pas zal men misschien inzien dat flexibiliteit en ver-bondenheid met anderen noodzakelijk zijn. Laat ons hopen dat dit niet de noodzakelijk-heid van het onmogelijke is, om de woorden van professor emeritus Mark Eyskens te gebruiken (zie apart artikel).

Succesverhalen.

Een succesvolle carrière uitbouwen blijkt alvast niet onmogelijk voor economisten. De academische zitting werd afgesloten met een debat met vier promovendi uit het jubileum-jaar 1984 die het tot bedrijfsleider geschopt hebben. Deze vier waren Kaat Peeters van Indicator, uitgeverij van adviesbrieven; Frank de Moor, van Macintosh Retail Group, actief in de non food distributie, en bij ons onder ande-re bekend van Superconfex; Michel Soubry van het gelijknamige pastabedrijf, en Dirk Van den Bossche, van Sanoma Magazines België, uitge-verij van o.a. Humo en Flair. Het debat werd gemodereerd door Fa Quix en er werd onder

Gastspreker Karel Vinck.

Twee jonge emeriti werden gelauwerd: Prof. Willy Gochet (midden) en Prof. Lambert Van Thienen (rechts). Links : Frank De Moor (Macintosch Retail Group), panellid op het debat over “De veertigers”.

Kaat Peeters (Indicator), panellid in het debat over “De veertigers”: “Zelfstandige zijn zit mij in het bloed”.

Het panel : “De veertigers, een crisisgeneratie ? vlnr : Dirk Vanden Bossche (Sanoma Magazines), Kaat Peeters (Indicator), jubileum-praeses Luc Deneffe, moderator Fa Quix, Michel Soubry (Soubry pastaproducten), Frank De Moor (Macintosh Retail Group).

meer gepeild naar hun personeelsbeleid, en naar wat zij als hun grote uitdagingen zien. Ook hier bleek dat het voor veel bedrijven een hele opgave is om het meest geschikte perso-neel te vinden. Medewerkers blijken veel mon-diger te zijn dan vroeger, maar daarom niet altijd even flexibel en men is ook niet altijd in staat om de realiteit onder ogen te zien waar-door het moeilijk is om in te grijpen tenzij men werkelijk met de rug tegen de muur staat.

We mogen er heel trots op zijn dat Ekonomika 75 jaar oud is en nog zo springlevend is ondanks haar gezegende leeftijd. De relevantie van Ekonomika Alumni is misschien wel gro-ter dan ooit. Maar zonder leden en vrijwilligers is er geen Ekonomika en dus moeten er in deze tijd van cocooning misschien nog meer inspanningen geleverd worden om mensen warm te maken voor Ekonomika zodat ze nog eens minstens 75 jaar kan verder bloeien en groeien.

Jurgen VAN HAVERBEKE

Page 6: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 6

Onze samenleving wordt gekend door een tetranoom, een vierspan van krachten. De vier krachten zijn de vier pijlers van

onze samenleving met name democratie, vrije-markteconomie, rechtsstaat en sociaalzekerheidstelsel. “Het verschil tussen de VS en de EU ligt in het vierde punt, namelijk het sociaalzekerheidstelsel dat in het West-Europese Rijnlandmodel sterk is uitgebouwd, maar steeds meer begint te wankelen”, aldus Mark Eyskens. Vreemd genoeg komt het systeem in moeilijkheden door zijn eigen suc-ces. Mark Eyskens parafraseert Minister Frank Vandenbroucke, toen hij in de Federale rege-ring nog verantwoordelijk was voor sociale

MARK EYSKENS: DE ONMOGELIJKHEID VAN HET NOODZAKELIJKE

Staat België model ? Wat is de houdbaarheid van onze welvaartsstaat ? Volgens Prof. em. Mark Eyskens toont ons model steeds grotere barsten. Er zou dringend moeten gereageerd worden. Maar dat gebeurt vooralsnog niet. Hij noemt dat “de onmogelijkheid van het noodzakelijke”. Wat hij daarmee precies bedoelt heeft hij uitgelegd op een gastcollege ter gelegenheid van het Ekonomika-Jaarfeest van 23 oktober jl. te Leuven.

zaken en pensioenen, en die stelde dat de ver-grijzing een teken van succes is voor onze samenleving. Tijdens de voorbije 50 jaar is de gemiddelde levensduur in ons land met niet minder dan 15 jaar opgetrokken, een nooit geziene stijging in de geschiedenis van ons volk. Maar tegelijkertijd is hierdoor de druk op de pensioenen en de gezondheidszorgen sterk toegenomen, en zal de druk in de toekomst niet afnemen. Wel integendeel : de druk van de ver-grijzing op ons BBP zal tegen 2020 nog met 3,4 procentpunten zijn toegenomen. “En vol-gens mij is dit nog een onderschatting”, zegt Mark Eyskens.

“Het grote probleem is dat onze uitgebreide sociale zekerheid moet worden gedragen door de factor arbeid die daardoor zwaar belast wordt. De Europese arbeid is de zwaarst belaste in de hele wereld. En dat is ook een paradox : wij beschouwen ons in Europa als een sociaal-progressief continent dat wel arbeid dodelijk belast. En wij wijzen tegelijkertijd de USA aan als superkapitalistisch, terwijl het kapitaal daar meer belast wordt dan bij ons en de factor arbeid minder belast wordt”, zo analyseert Mark Eyskens.

“En zelfs binnen de Europese context doen wij het nog slechter dan onze buurlanden, vermits wij onze bedrijven opzadelen met een loonkos-tenhandicap van ca. 7 à 8 % t.o.v. het gemiddel-de van onze belangrijkste handelspartners Frankrijk-Duitsland-Nederland. Dat arbeid daar-door uit de markt wordt geprijsd mag dan ook niet verwonderen. Het grootste stuk van onze werkloosheid is structureel, maar dan nog doet er zich een eigenaardigheid voor. In Vlaanderen kunnen heel wat knelpuntberoepen niet wor-den ingevuld, ondanks de torenhoge werkloos-heid. Naar schatting kunnen in Vlaanderen zowat 50.000 banen niet worden ingevuld. Er schort dus duidelijk ook iets met het arbeids-marktbeleid waardoor wij er niet in slagen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt op elkaar af te stemmen. Mark Eyskens is er dan ook van overtuigd dat onze uitgebreide sociale zeker-heid op een andere wijze zal moeten worden gefinancierd en dat we weg moeten van het kapotbelasten van de arbeid. Wij moeten zoe-ken naar alternatieve stelsels, waarbij hij heil ziet in o.a. het verhogen van de indirecte belas-

“De jongste 50 jaar is het welvaartspeil in ons land

verzesvoudigd. En toch kunnen wij deze wereldprestatie maar

weinig appreciëren.”

JAARFEEST

Page 7: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 7

JAARFEEST

tingen zoals de BTW en de accijnzen.

Globalisering begint maar pas

De context van de vergrijzing, de druk op de sociale zekerheid, en de onhoudbaarheid van de financiering op louter de factor arbeid moe-ten bovendien worden bekeken tegen de ach-tergrond van de versnellende globalisering van de wereldeconomie. “Economische reuzen zoals China, India en Brazilië beginnen nu nog maar pas te ontwaken. Zij zijn actief in activi-teitsdomeinen waar onze concurrentiepositie erg gevoelig voor is. Het gevaar van een nog snellere uitstoot van arbeid en dus van structu-rele werkloosheid zal nog toenemen.

Sommigen zeggen dat wij moeten evolueren

naar de zgn. “service-economie”. Maar ik zeg u : ook de diensten worden vandaag gedelokali-seerd : informatica, telecommunicatie, callcen-tra, … kunnen vandaag even goed worden gedaan in India als bij ons maar wel aan een kostprijs die 1/10 tot 1/20 lager is. Ik deel dan ook niet de mening van collega Prof. Paul De Grauwe die hier geen toekomst meer ziet voor de zgn. traditionele industrie. Het is waar dat de industrie vandaag nog voor slechts een kwart van de directe tewerkstelling instaat. Maar er zijn ook heel veel indirecte afgeleide dienstenjobs die verbonden zijn aan de indus-triële activiteiten. En vooral : er is vandaag geen alternatief voor onze industriële jobs. We moeten de onvermijdelijke vermindering van het aantal jobs in de industrie zo geleidelijk mogelijk laten verlopen zodat we voldoende tijd en ruimte krijgen om nieuwe activiteiten te ontwikkelen”, doceert Mark Eyskens. Nieuwe activiteiten hebben immers tijd nodig om te ontstaan. Neem nu het voorbeeld van de “spin-offs” voortvloeiend uit het wetenschappelijk onderzoek aan de KULeuven. In de voorbije jaren zijn er rond Leuven zo’n 60 spinn-offs ontstaan goed voor 2.000 jobs. Maar dat is op zich niet voldoende om het jobverlies in de tra-ditionele industrie te compenseren.

Het Gulliver-effect van de overheid

En wat doet de overheid ? Die kan haast niet meer bewegen, zoals Gulliver. Het beleid is versnipperd over 6 regeringen. En bovendien worden we geconfronteerd met een mentaliteit van een bevolking die niet hervormingsgezind is. Dat geldt trouwens niet alleen voor België

maar ook in onze buurlanden. Het moet nog veel erger worden vooraleer iets grondig zal veranderen, zo stelt Mark Eyskens.

Onderzoek en ontwikkeling zijn zeer zeker de sleutel voor de toekomst. Maar waarom komen bijna alle Nobelprijzen uit Amerika ? Omdat het interessanter is om daar aan onderzoek te doen, is het eenvoudige antwoord. Niet min-der dan 400.000 Europese onderzoekers wer-ken in de VS (een kwart daarvan komt terug). Dr. Verfaillie oogst veel lof, maar zijn stamcel-onderzoek doet hij wel in de VS. We moeten bijgevolg meer investeren in O & O, met fisca-le stimuli om researchers terug uit de VS naar hier te krijgen. Is dat onrechtvaardig tegenover andere werknemers ? Allicht wel, “maar we zullen een beetje onrechtvaardigheid vandaag moeten aanvaarden om een nog veel groter onrechtvaardigheid morgen te vermijden”, aldus Mark Eyskens.

Thatcheriaans model ?

Mark Eyskens denkt dat een radicale verande-ring van het sociaal beleid noodzakelijk is. Betekent dit het invoeren van een Thatcheriaans model dat de sociale verworven-heden radicaal gaat afbouwen ? “Zeer zeker niet. Het sociaal beleid moet garanties inbou-wen dat de armoede niet zal verhogen. Ik pleit voor een wetenschappelijk verantwoorde “armoede-index”, ook per regio. Armoedebestrijding moet het kernpunt zijn van elk sociaal zekerheidsbeleid, gebaseerd op solidariteit. Maar alle voordelen behouden zal echt niet meer kunnen : werkloosheidsuitke-ringen onbegrensd in de tijd, gezondheidszor-gen volledig afgewenteld op de collectiviteit, … We moeten ons daar ernstig over beraden.”Hoe lang het nog gaat duren voor het beleid echt wakker schiet ? Mark Eyskens : “Tot de dag dat het onmogelijke noodzakelijk wordt”.

Fa QUIX

Eyskens tegen Baeck:“Er zijn 1 miljoen laaggeletter-den in ons land. Dat is een groot probleem.” Waarom, vraagt Baeck.“Omdat zij onze boeken niet kunnen lezen, waarde collega.”

Luc Deneffe, jubileumpraeses, start de uitzonderlijke academische zitting met gastcolleges van de professoren Eyskens en Baeck.

“Zeker de helft van de economische voorspellingen is fout. Jammer genoeg weten we pas achteraf welke helft.”

Page 8: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 8

JAARFEESTJAARFEEST

LOUIS BAECK : HET GLOBALISERINGS-DEBAT IN CHINA EN IN DE ISLAMWERELD

“Globalisering verwijst naar een complexe dynamiek waarbij alle landen en volkeren van onze planeet op een ingrijpende maar ongelijke manier worden beïnvloed in hun ontwikkeling. Globalisering verschilt naargelang van culturen en ideologische voorkeuren. Het Chinese regime heeft de liberale globalisering omhelst, evenwel niet zonder grote interne spanningen. In de Islamwereld is globalisering in de eerste orde echter een culturele invasie met verloedering van de zeden. Maar er zijn dan ook vernieuwers die positief en creatief inspelen op de stimuli die komen vanuit de buitenwereld en die de pas wensen af te snijden van de Islamfundamentalisten”, zo schrijft Prof. em. Louis Baeck in een recent Leuvens Economisch Standpunt (1). Wie Professor Louis Baeck als lesgever heeft gehad aan de KULeuven herkent onmiddellijk het boeiende discours dat hij steeds weer kan houden over veranderingen in de wereld.

Het kapitalisme op Chinese wijze

Sinds Deng Xiaoping de hervormingen in de Chinese economie heeft ingezet, is de stapsgewijze privatisering onstuit-

baar gebleken. De derde generatie leiders, pre-sident Jiang Zemin en vooral premier Zhu Rongjii, stelden economische groei met invlechting in de wereldeconomie prioritair, met de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie WTO in 2001 als bekroning. Zij zagen de economische globali-sering als hefboom van hun inhaalstrategie. Met een jaarlijkse groei tussen de 8 en de 10 % sinds nu al twee decennia zijn de macro-economische resultaten van deze hervormin-gen spectaculair. China is een autoritair staats-kapitalisme dat zich tegenover de massa profi-leert als een modern, d.w.z. marktgeoriënteerd socialisme. Een meerderheid van opiniema-kers conformeert zich aan de gevolgde partij-lijn.

Toch komt er steeds meer kritiek. Vooreerst is er het offensief van nieuw links. Deze linkse kritiek kwam en komt van jonge Chinezen die aan prestigieuze universiteiten in de VS doceerden. Zij stellen o.m. dat de overstap van de ene dictatuur (de revolutionaire utopie) naar een andere (het dictaat van onheilige alli-anties voor materiële belangen) niet van aard is om het goede leven te brengen waarbij ieder zijn rechtmatig deel krijgt. Bovendien veroor-zaakt globalisering uitholling van nationale identiteit. Zij betogen ook dat het lidmaat-schap van de WTO de export wel zal stimule-ren, maar tegelijkertijd China’s autonomie zal inperken met opgelegde regelgeving die in het belang is van de dominante Westerse groot-machten zoals de EU en de VS. Andere pun-ten van kritiek zijn : de corruptie gepleegd door partijbonzen bij de privatisering van staatsbedrijven, en de verkommering van het binnenland.

Een tweede stroming in China is de “liberale thematisering”. Ze zijn talrijker dan hun zonet genoemde linksgerichte tegenstrevers, maar worden tevens ook meer gewantrouwd door het regime. Zij trekken de globalisering immers volledig door, met een rechtsstaat en politiek pluralisme, hetgeen de macht van het

Page 9: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 9

JAARFEEST

éénpartijstelsel van de Chinese communisti-sche partij zou ondergraven. Deze jongere groep van critici uit deze onderstroom pleit voor meer marktmechanismen, meer demo-cratie, ethiek en humanisme. In feite klagen zij dezelfde mistoestanden aan als de linkse critici, maar stellen wel meer marktconforme remedies voor.

Islamitische heropleving tegenover globalisering

Heel anders kijkt de Islamwereld tegen het fenomeen van de globalisering aan. De 1.300 miljoen moslims leven verspreid over 55 lan-den waarvan de meeste, bij uitzondering van de Aziatische tijgers Maleisië en Indonesië, geen markante economische dynamiek beleef-

den. Het uitblijven van materiële lotsverbete-ring en toekomstperspectieven voor de jeugd is natuurlijk een voedingsbodem voor de reli-gieuze en culturele heropstanding, gepredikt door radicale groepen. Tegen de globalisering in roepen de fundamentalisten op tot religieu-ze herbronning volgens de letter van de Koran en Sjaria. Maar er zijn ook vernieuwers die ijveren voor een eigentijdse Islam waar de archaïsche geboden en verboden moeten plaats ruimen voor nieuwe normen die steu-nen op de humanistische traditie. In de Islamwereld is het debat over globalisering in eerste instantie dus een cultureel debat. Tegenover de globalisering met de slogan “modernisering is de oplossing”, proclameren de Islamisten : “al Islam kuwa al hall”, of isla-misering is de oplossing.

Naast de culturele benadering is er ook de eco-nomische invalshoek. Professor Louis Baeck citeert de invloedrijke schriftgeleerden Ysuf al-Qaradawi. Volgens deze auteur huldigt het Westen een materialistisch project en econo-miseert de wereldsamenleving. De Islam hul-digt het beginsel van “istiqlaf” of de opdracht die de mens krijgt om in Allah’s naam de wereld bewoonbaar te maken. Dit moslimden-ken bekritiseert de wijze waarop wij in het Westen het begrip modernisering invullen. Het stelt dat wij ons wel democratisch noe-men, maar leven onder een “nieuwe tirannie van dwangmatige welvaartmaximalisering”. Deze denker stelt dat het Westers consumptie-patroon niet realiseerbaar is voor 6 miljard

mensen. In de moslimwereld zou al-Qaradawi’s boodschap ook een therapie zijn tegen de frus-tratie van de Islamwereld.

Tot slot stelt Louis Baeck nog dat ongeveer 82 % van de moslims niet-arabisch zijn, maar wel Aziatische volkeren zoals in Maleisië, dat hij beschouwt als een koplopend groeiland met een moderniserende Islam. Hun leiders zoe-ken eerder hun voorbeeld in het Chinese suc-ces en daarmee zijn we weer bij China belan-d en is de cirkel dus rond.

Fa QUIX

(1) “Het Globaliseringsdebat in China en in de Islamwereld”, Louis Baeck, Leuvense Economische Standpunten, nr. 104, september 2004, 17 blz.

“De fertiliteitsgraad optrekken is een taak van een hele generatie. Wij hebben ons best gedaan, niet waar collega Baeck, ik heb vijf kinderen en gij hebt er zes.”

“De Chinese leiders zien de economische globarisering als hefboom voor hun inhaalstrategie.”

“Een deel van de moslimdenkers bekritiseert de westerse modernisering als een ‘tirannie van dwangmatige welvaartmaximalisering’ “.

Page 10: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 1

0

JAARFEEST

Dit aanlokkelijke aanbod viel duidelijk in de smaak bij een breed publiek, want niet minder dan een zeventigtal

cantus-fanaten daagden op. Verschillende generaties, jong en “oud” hadden hun codex na al die jaren van onder het stof gehaald en zaten broederlijk naast elkaar aan tafel. De leeftijd weerhield er echter niemand van om weer als vanouds te cantussen. Het was net alsof de tijd was blijven stilstaan en iedereen nog steeds student was. De cantus werd voor-gezeten door jubilerende praeses Luc Deneffe en drijvende kracht achter dit weekend van het Jaarfeest, geflankeerd door nog een aantal pro-senoren.

De cantus begon misschien wel wat schoor-voetend. Het was voor een aantal mensen klaarblijkelijk nog wat wennen na al die jaren. Zeker als dan nog eens bleek dat de generatie van ‘84 niet eens het echte econo-mistenlied scheen te kennen, maar wel een vreemdsoortige versie “wij zijn al bijeen …”. Maar na enkele liedjes – of waren het enkele ad fundums – kwam de cantus echt op dreef. Al snel werd duidelijk dat een aantal alumni hun wilde haren nog niet verloren waren, althans in figuurlijke zin. Men zong en dronk opnieuw zoals vroeger (maar kon men er wel nog tegen?), de kennis van Freddy Nurski van het menselijke lichaam was nog altijd feilloos, tafels en stoelen dienden steeds meer als een platform voor geïnspireerde speeches, het lied over die Schot werd fel gesmaakt om nog te zwijgen over de lawine van Limburgermoppen waarop we getrakteerd werden. Zeker voor de jongeren in het publiek was het een aangename kennisma-king met die oudere en onbekende liedjes en de toch wel mondige en creatieve pro-sen-oren.Maar ook die andere pijler van Ekonomika, de revue kon en mocht niet ontbreken. Een aan-tal bekenden hadden immers een mini-revue in mekaar gestoken. De professoren Karel Tavernier, Louis – “Ik heb een boek geschre-ven” – Baeck en Raymond Vuerings werden schitterend gepersifleerd terwijl ze ons onder-hielden over de meest innovatieve en recente modellen van tijdsoptimalisatie. Ook hun imi-tatie van de ganzenpas van Van Winckel Franz was best een hilarisch moment.

CANTUS : DE TIJD VAN TOEN, HERINNERINGEN, MELODIETJES…

Het jaarfeest is de jaarlijkse hoogmis van de Ekonomika Alumni, waar telkens opnieuw herinneringen opgediept worden aan die mooie studententijd van toen. Waarom moet het echter bij die herinneringen blijven? Waarom zouden we niet opnieuw die prachtige momenten van weleer echt herbeleven? Dat was dan ook het opzet van dit weekend van het jaarfeest van 22 en 23 oktober 2004. En wat kon er dan beter georganiseerd worden dan een cantus, toch wel hét symbool bij uitstek van het rijke Leuvense studentenleven.

Pol Bastin trekt de aandacht van Dirk Vyncke, Walter Herssens (Ekonomika-voorzitter) en René Piot (oud-senioren-voorzitter).

Decaan Filip Abraham en Tom Devos, voorzitter van Ekonomika vzw (studenten-vzw).

Page 11: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 11

Wijze grijze cellen samen: Karel Tavernier, Olivier Vanneste en Louis Baeck.

De “veertigers” : Mark Van Riet, Josette Leenders, Ria Claessens.

Drukke discussies tussen Peter Lauwers (KPMG), Jo Robberechts en Dirk Vanden Bossche (Sanoma Magazines).

Een krachtmeting tussen de verschillende generaties kon natuurlijk ook niet uitblijven. Daarom werd een estafette gehouden waarbij het erop aankomt om met een team van ver-schillende mensen zo snel mogelijk een aantal fundis te drinken. Een logische overwinning van de jongeren denk je dan. Niets was min-der waar. De eerste estafette eindigde nog op een gelijke stand, maar de tweede werd gewonnen door de promotiejaren van vòòr 1984. Dat zij daarbij een aantal regels aan hun laars lapten, werd door de vingers gezien. De vos verliest misschien wel zijn haren, maar duidelijk niet zijn streken. Net zomin verliest een ware Ekonomist zijn “studentenhart”. Heimwee doet zijn hart nog steeds verlangen naar die goede oude studententijd. Dat bleek op deze cantus. Voor een aantal was het duide-lijk pure nostalgie. Meteen misschien een plei-dooi voor meer van dergelijke initiatieven?

Page 12: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 1

2

Na de heel gezellige cantus werd er achteraf nog tot in de late uurtjes verder gefeest, o.a. in de Dulci. Het was weer zoals de tijd van toen. Maar net als toen zullen er een aantal onge-twijfeld met kleine oogjes en een minder fris-se kop de dag erop in de les hebben gezeten van de echte professoren Louis Baeck en Mark Eyskens.

Jurgen VANHAVERBEKE

Geduldig aanschuivende ‘jonge turken’. Illusionist Jan Bardi verbaasde alweer met een onwaarschijnlijke voorspelling.

Page 13: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 13

JAARFEESTDe presides van de lustrumjaren (of hun vertegenwoordigers) zingen het Ekonomika-lied : (vlnr) : Luc Deneffe, Peter Vyncke, Paul Geyssens, Jan De Mey, Jean-Paul Macken en Alexander Lambrecht.

Fiere jubilarissen tonen hun lint (vlnr) : Theo Peeters, Bernard Cattrysse, Luc Deneffe en Chris Smets.

Genieten van lint en pint.

Jubileumpraeses Luc Deneffe deelt de erelinten uit aan zijn jaargenoten.

De jubilarissen wachten vol ongeduld op hun ere-lint

Page 14: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 1

4

JAARFEEST

JAARFEEST

Beste Vrienden,

Op 24 oktober was iedereen gelukkig. De deel-nemers aan het jaarfeest, omdat zij een fantas-tisch weekend beleefd hebben; het bestuur van Ekonomika, omdat het jaarfeest opnieuw een succes werd en de organisatoren omdat alles perfect verlopen is. We weten nog niet hoeveel mensen er uiteindelijk op ons feest afgeko-men zijn want de ponskaarten zijn stuk en de tellers zijn vermoeid !

De formule is succesvol gebleken want de jubilarissen hebben op vrijdagavond een gepersonaliseerde cantus meegemaakt, vervol-gens op zaterdagvoormiddag twee begenadig-de professoren kunnen meemaken en kennis maken met de huidige faculteit en op zater-dagavond hebben zij hun viering in een eigen tent kunnen vieren. De oude getrouwen van Ekonomika hebben op zaterdagnamiddag een gesmaakte academische zitting meegemaakt waar vier jubilarissen onder leiding van Fa Quix hun zorg uitgesproken hebben over de verloren generatie van de veertigers die hele-maal niet verloren is, maar integendeel de

TERUGBLIK OP HET JAARFEEST

Gezellig smikkelende vijftigplussers Oud-presides Peter Vyncke en Alexander Lambrecht kijken geamuseerd toe.

“selfmade generation” blijkt te zijn.Rond 19.00 uur zijn de meer bezadigden naar huis gegaan en de anderen, inclusief een groot deel jong-afgestudeerden, naar de Waaiberg getrokken om een grandioos feest te bouwen. En of dit gelukt is !

Namens mezelf, het ganse bestuur en alle leden van Ekonomika een ferm proficiat aan de jubilerende preses Luc Deneffe en de leden van zijn organisatieteam. En een welgemeen-de dank van alle aanwezigen.

Kristof Dekoninck, de volgende jubilerende prases, weet wat hem te doen staat.

Walter HERSSENSVoorzitter

Page 15: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 15

FILMONOMKA

FILMONOMIKA

Natuurlijk heeft Morgen Spurlock een punt. Een dik punt zelf, wanneer hij beweert dat de USA “the fatest country in the world” is. Wie er geweest is, kan er niet omheen kijken: het aantal ongezond zwaarlijvigen ligt er opmerke-lijk hoog, maar vooral: de omvang van die zwaarlijvigheid oogt verpletterend. Je vraagt je af: waarom stoppen ze niet als ze bv. 120 kg of meer wegen? Neen, ze gaan dóór tot ze 150 kg, 200 kg of meer wegen. De Amerikaanse samenleving is een ongezonde samenleving. Na roken is zwaarlijvigheid (of beter de gevol-gen ervan, in beide gevallen) de grootste doodsoorzaak in het land. Met Texas als “dik-ste” staat en Houston als hoofdstad van de “fat people”.

Om te bewijzen dat dit allemaal de fout is van de fastfoodindustrie, en van Mac Donalds in het bijzonder, ondergaat Morgan Spurlock vrij-willig een “Mac Donalds-dieet”: 30 dagen drie volledige Mac Donalds-maaltijden per dag met minstens 9 supersize dinners in die periode. Hij start als kerngezond persoon (na uitgebrei-de medische tests) op een gewicht van 83,5 kg voor 1,85m. De 30 dagen – met soms langdra-dige en drammerige filmmomenten – zijn voor Morgan een ware martelgang. Al vraag ik u: hoe zou u reageren na 30 dagen en 90 maaltijden in uw favoriete restaurant? Trop is teveel. Altijd en overal.

Mede daardoor overtuigt Morgan Spurlock

SUPERSIZE ME. HOUSTON YOUHAVE A PROBLEM.

Het is eens iets anders als thuis een versgekookte warme maaltijd eten, of een dagschotel in een oerdegelijk Belgisch restaurant, nl. eens een etentje-uit in een fastfoodtent, bv. Mac Donalds, waar de kinderen u in ’t weekend met plezier zullen mee naartoe sleuren. Dat kan toch best leuk zijn. Maar de Amerikaanse filmmaker Morgan Spurlock ziet dat niet echt zitten. In “Supersize Me” trekt hij ten strijde tegen de fastfoodindustrie, die volgens hem een nieuwe nationale epidemie

niet echt. Ook al zijn de medische tests na die 30 dagen ontluisterend: een gewichtstoename met 11,5 kg tot 95 kg, een forse verhoging van cholesterol en bloeddruk, een aantasting van de lever, een verdubbeling van zijn vetgehalte en zelfs erectieproblemen (zegt zijn vrouw). Eerlijkheidshalve geeft hij toe dat na 2 maan-den “kuren” hij opnieuw 9 kg kwijt was en alle negatieve fysische ontwikkelingen volledig waren teruggedraaid. Een deel van zijn fysieke achteruitgang komt trouwens ook door een gebrek aan beweging, vermits hij zich “aan-past” aan het gemiddelde “lopen” van de Amerikanen.

En dat is meteen de kern van de zaak: er is niet zomaar één oorzaak voor de vele gevallen van obesitas in de VS. Waarom is de situatie in West-Europa veel minder erg, ook al is “fast food” ook hier duidelijk in het straatbeeld aan-wezig? Erg wetenschappelijk onderbouwd is Morgan’s thesis niet.

Spurlock wijt het succes van fastfood in de VS aan de uitvoerige reclame gecombineerd met de efficiënte lobbying van de voedingsindu-strie in Washington. Maar in de film geeft hij toch aan dat sommige scholen niet meespelen met de fast food (andere scholen wel), en zij het alternatief van gezonde voeding met veel verse groenten en fruit aan de kinderen aan-bieden. Ook de twee slanke zwarte gabbers die met veel appetijt de “supersize menu’s” van

versgekookte warme maaltijd eten, of een versgekookte warme maaltijd eten, of een

een fastfoodtent, bv. Mac Donalds, waar een fastfoodtent, bv. Mac Donalds, waar de kinderen u in ’t weekend met plezier de kinderen u in ’t weekend met plezier zullen mee naartoe sleuren. Dat kan toch zullen mee naartoe sleuren. Dat kan toch

Page 16: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 1

6

FILMONOMKA

Mac Donalds aanprijzen, zijn niet meteen “bewijsmateriaal” voor zijn thesis. Of die moe-der die zegt dat haar zwaarlijvige dochter “er niet kan aan doen, omdat het in de genen van de familie zit, al honderden jaren” (en dus van lang vòòr dat Mac Donalds bestond).

Natuurlijk is de reclame een “verlokker” en Mac Donalds mikt handig op de “weerloze” kinderen, met de bekende clown, de “Happy Meals”, de kinderspeelhoek, de Mac Donalds-verjaardagsfeestjes, … Maar het is aan de ouders om waakzaam te zijn, aan de scholen om gezondheidsopvoeding te geven (al heeft George W. Bush in de VS de middelen daartoe verminderd, dixit Spurlock), en aan de verko-zenen des volks om desnoods wetgevende ini-tiatieven te nemen. Maar dat laatste niet te snel: wij hebben onze eigen verantwoordelijk-heid, en het moet niet teveel en te snel de overheid zijn die voor ons de keuzes maakt.

Al bij al is dit toch geen vervelende film geworden. Wij, Europeanen, hebben een gezonde kritische ingesteldheid en kunnen die eenzijdigheid van Amerikaanse filmmakers relativeren (zoals dat ook geldt voor “Fahrenheit 9/11” van Michael Moore). Toch is het goed dat zulke films een breed publiek via het reguliere bioscoopcircuit kunnen bereiken. Vrijheid van meningsuiting is immers een essentiële voorwaarde voor een goedwerkende democratie én vrijemarkteconomie. “Supersize Me” heeft voor gevolg gehad dat Mac Donalds in de VS de extreem grote porties “Supersize” uit het aanbod geschrapt heeft, dat het meer gezonde producten aanbiedt en dat een haviklobbyist van de voedingsindustrie zijn plaats is kwijt geraakt. En vooral: het is goed dat wij als consumenten kritisch blijven, vol-doende gevarieerd eten, en dan kan af en toe een “Mac Donalds” geen kwaad.

Fa QUIX

HORIZONTAAL 1. Doctrine achter spuitwater

met stip. (10) 6. Kenmerk van de aan de

persoon zelf toebehorende legplank. (10)

8. Een noot in Enschede. (2) 9. Niet hier hier invullen. (4)11. Onder meer voorbij. (2)12. De tweede man in heel

veel firma’s. (2)13. Verlaat de frisdrank zon-

der ‘t water. (4)14. Synoniem van 8 maar niet

in Enschede. (2)16. Foto van een betaalmid-

del. (10)17. Airconditioner voor longpa-

tiënten. (10)

(oplossing op p. 26)

VERTIKAAL 1. Een toestel dat gauw

saaier wordt. (10) 2. Ruit uit de Charente? (10) 3. Voegt metalen samen tot

hinder. (4) 4. Afglijdend fijn weefsel

begrenst een autoweg. (10)

5. Deze vrachtondernemer komt blijkbaar alleen gewezen voor. (10)

7. Op dit ogenblik moet je het antwoord weten. (2)

10. Ruimtelijke ordening. (2)11. Half omgebouwde stier.

(2)14. De vergrotende trap van

dit smelten zit in een ei. (4)

15. Bovenaan uitgeput. (2)

EKONOMIKA GEKRUISIGD

Page 17: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 17

BOEKONOMIKA

Bart Clarysse start zijn werk met de definië-ring van het begrip “innovatief“ : enerzijds wordt dit gelinkt aan activiteiten uit de high tech sector waarbij een hoge toegevoegde waarde geschapen wordt, anderzijds onder-streept hij het belang van het ontwikkelen én commercialiseren van nieuwe producten alvo-rens men kan spreken van innovatief onderne-men.

De auteur poneert tevens dat innovatief onder-nemen zou moeten leiden tot de creatie van nieuwe bedrijfsactiviteiten in Vlaanderen, gepaard gaande, op termijn weliswaar, met de creatie van substantiële werkgelegenheid en de daarmee samenhangende welvaart. Een aantal spin-offs zoals ondermeer Coware zijn van-daag reeds een illustratie van deze stelling.

Innovatief ondernemerschap vertrekt meestal van de ontwikkeling van een nieuwe of de implementatie van een bestaande technologie : tussen het moment van de initiële uitvinding en de start van de commercialisatie verloopt gemiddeld 28 jaar blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. De technologie van de genetische manipulatie of de ontwikkeling rond brand-stofcellen zijn goede voorbeelden hiervan.

Innovatieve ondernemers zijn typisch geen “einzelgangers” en worden heel sterk gedreven door de realisatie van hun droom. Zij gaan meestal in groep iets opstarten, typisch met collega’s waarmee ze tot dan toe of vroeger reeds in dienstverband hebben samengewerkt. Dit is fundamenteel verschillend met die andere bouwpijler van onze economie, name-lijk de familiebedrijven.

BOEKONOMIKA

EENDAGSVLIEG OF PIONIER : WELKE ONDERNEMER REDT ONZE ECONOMIE ?

Wie is de innovatieve ondernemer, vanuit welke omgeving komt hij en wat is zijn profiel? Deze vragen behandelt Bart Clarysse, docent innovatie en onder-nemerschap aan de Universiteit Gent en de Vlerick Leuven Gent Management School in zijn boek “Eendagsvlieg of pionier: welke ondernemer redt onze economie?” Hij schetst een beeld van de innovatieve economie in Vlaanderen. Hij was één van de sprekers op het seminarie rond innovatie, georganiseerd door de vakgroep Marketing & Strategie in mei jongstleden.

Bart Clarysse onderscheidt een viertal types innovatieve ondernemingen :• De “Venture capitalists backed” onderne-

mingen : zij hebben een zeer ambitieus business plan en beschikken over veel geld. Het betreft een kleine groep van 15% die eigenlijk een beetje onder vuur ligt wegens te zeer gefocust op groei en niet noodzake-lijk op een langetermijn rendabiliteit of winstoptimalisatie.

• Een tweede, zij het ook niet zeer talrijke groep, vertrekt van een startklaar product.

• De derde meest voorkomende vorm zijn de „transitionele“ bedrijven, waarbij typisch een of andere dienst aangeleverd wordt door een consultant die van daaruit een bepaalde steeds terugkomende vraag distilleert en hiervoor dan een product ontwikkelt en commercialiseert.

• De prospectors zijn de ondernemers die nog bezig zijn met de ontwikkeling van een tech-nologie in een zeer vroege fase, maar dan typisch met minder geld dan in de eerste categorie.

Statistisch stelt men vast dat een bepaald type starter samenhangt met een bepaald soort industrie. Ook merkt men vandaag dat de transitionele innovatieve starter het meeste kans op succes biedt, ook al omdat hij op het vlak van risico’s het voorzichtigste tewerk gaat. Op het vlak van de financiering geldt hetzelfde fenomeen : de transitionele ondernemer heeft veel kleinere kapitaalsnoden dan de „Venture capitalist backed“ ondernemer.

Dit leidt de auteur naar een overzicht van de verschillende vormen van kapitaalverstrekkers op de Belgische markt, gerangschikt volgens de fase in de levensloop van “start-up compa-nies”. Dit gaat van het privé-vermogen over privé-zaaifondsen, business angels tot uitein-delijk de beurs. De auteur wijst ook op de beperkte interesse van de overheid om stimu-lansen te geven aan fondsen die willen inves-teren in innovatie. Bijvoorbeeld door via een lagere fiscaliteit de werknemer meer mogelijk-heden te bieden om een startkapitaal bijeen te sparen dat hij dan later kan gebruiken bij de eventuele opstart van zijn bedrijf.

Als men een vergelijking maakt met de ons

B. Clarysse (red.)Eéndagsvlieg of pionier: welke ondernemer redt onze economie? Garant Uitgevers nv Verschenen - bestelbaar - leverbaar ISBN: 9044115405 / Prijs: EUR 34,90

Page 18: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 1

8

BOEKONOMIKA

omringende landen is het duidelijk dat Vlaanderen op dit vlak een competitieve ach-terstand heeft en minder kansen geeft. Privé of semi-private instellingen proberen deze kloof op te vullen door zelf fondsen op te rich-ten maar dit is niet altijd de beste oplossing, ondermeer omdat zij andere rendementsdoel-stellingen hebben. De auteur laakt ook de opstelling van de overheid zelf die mogelijk beschikbare fondsen zoals het Belgacom pen-sioenfonds liever gebruikt om begrotingsnor-men te realiseren dan het in de economie te herinvesteren bijvoorbeeld via de weg van het durfkapitaal ….

Bart Clarysse heeft ook empirisch onderzoek verricht naar de rol van Venture Capitalists bij starters en hieruit komt naar voren dat zij voornamelijk een klankbord zijn voor de ondernemer en minder operationeel betrok-ken zijn. Opvallend is echter wel dat de ven-ture capitalist in 50% van de ondervraagden betrokken is bij de vervanging van de stichter van het bedrijf door een professionele CEO.

In een tweede deel gaat de auteur op zoek naar de oorsprong van innovatie. Het blijkt dat er duidelijk veel meer initiatieven academisch gestuurd zijn, met de combinatie KUL-IMEC met een duidelijke stipnotering. De universi-teit speelt zonder enige twijfel een belangrijke rol in het naar de markt brengen van belofte-volle technologieën die qua rendement in een eerste fase nog te laag zitten om de interesse van professionele kapitaalsverstrekkers op te wekken.

In de bedrijfswereld daarentegen moet men vaststellen dat, ondanks het feit dat Vlaanderen op wereldniveau ligt inzake uitga-ven voor Onderzoek & Ontwikkeling, het aan-tal zogenaamde corporate spin offs zeer laag is. Ook hier kunnen diverse redenen aange-haald worden die voor een groot stuk kunnen teruggebracht worden tot het algemene onder-nemingsklimaat in Vlaanderen.

Een structurele samenwerking tussen univer-siteit en bedrijfswereld komt zeer vaak voor in de Verenigde Staten onder de vorm van de zogenaamde „embedded laboratoria“, public private partnerships waarbij bedrijven op de campus zelf labo’s gaan oprichten om inten-sief met de academici samen te werken. Een combinatie van twee doelstellingen als het ware, zijnde het valoriseren van technologie enerzijds gecombineerd met het van bij de start inbrengen van het ondernemerschap.

En zo komen we bij het laatste hoofdstuk waarbij de rol van de overheid bij het stimule-

ren van het innovatief ondernemerschap besproken wordt. Haar taak is onmiskenbaar groot, door het ter beschikking stellen van budgetten, of via de verwachtingspatronen die ze als beheerder van de onderwijsinstellingen creërt of algemeen via haar fiscaal-financieel beleid. Hogerop werden reeds een aantal voor-beelden aangehaald met betrekking tot de wijze waarop de overheid kan helpen. Het is volgens de auteur echter zeer duidelijk dat het creëren van een kader dat ook de buitenlandse multinationals aanzet om terug naar België te komen niet alleen belangrijk is voor de directe werkgelegenheid maar ook om innovatie te doen toenemen en als dusdanig ook indirect het economisch weefsel zal versterken.

De overheid heeft recent ook een aantal intia-tieven genomen die het risicokapitaal moeten doen toenemen, denken we maar aan Arkimedes of het Participatiefonds. Maar om verschillende redenen zijn dit ook niet dé won-dermiddelen. Algemeen pleit de auteur om het venture capital professioneler te organiseren en te structureren.

Bart Clarysse pleit echter vooral voor een ande-re rol die de overheid zou kunnen spelen, namelijk het opzetten van een kader waarbin-nen het middle management in de grote bedrijven zou gestimuleerd worden om een eigen activiteit te starten, bijvoorbeeld door hen een vorm van loopbaanonderbreking aan te bieden waardoor het risico en de stap van een dergelijk initiatief als minder groot zal ervaren worden. Het minimumloon door de Vlaamse regering recent voorgesteld, is een andere maatregel binnen hetzelfde kader.

Tenslotte kijkt de auteur ook in eigen boezem en deze van de management schools die sterk de klemtoon leggen op cursussen rond de ver-betering van het dagelijks bedrijfsmanage-ment en minder op vormingen tot onderne-merschap.

Als finale conclusie meent hij dat Vlaanderen gedwongen is keuzes te maken, te komen tot clusters van activiteiten die elkaar kunnen ver-sterken en kruisbestuiven. Als men hiervoor kiest heeft dit echter ook een fundamentele invloed op het beleid naar buitenlandse inves-teerders.

Als dusdanig is de visie op innovatief onderne-merschap een zaak met een allesomvattende invloed op het Vlaamse beleid. Een duidelijke boodschap naar de nieuwe Vlaamse regering.

Frank VANDENBORRE

Page 19: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 19

BOEKONOMIKA

BOEKONOMIKA

Volgens Moesen is er dus wel degelijk iets aan de hand met de kwaliteit van de Belgische overheid volgens de internationale standaar-den. Ook een rapport van de Europese Commissie in 2001, waarin België aange-maand wordt tot ‘improving the efficiency of the public administration’ - terwijl dit bij de

BELGIUM: ‘THOSE WHO SAY THE SHOW MUST GO ON HAVE NEVER SEEN THE SHOW!’

‘Zit het goed met de NV België?’ Met deze prangende vraag start Professor Wim Moesen zijn vrije wetenschappelijke tribune over het functioneren van onze overheid. In de hitparade van de concurrentiekracht van landen, opgesteld door het elitaire World Economic Forum, schommelt België de laatste jaren rond de 25ste plaats. Professor Moesen wijst er echter op dat de 15de plaats behaald wordt wanneer er een engere definitie gevolgd wordt, nl. de concurrentiekracht van het bedrijfsleven en niet van de gehele economie. En dit verschil komt van de lage kwaliteit van de overheid die de globale score naar beneden trekt.Ook uit andere bronnen blijkt dat de Belgische overheid ondermaats presteert vergeleken met de andere EU landen. Onderstaande tabel spreekt hierbij boekdelen.

andere EU-landen nauwelijks terug te vinden was in de aanbevelingen - wijst in deze rich-ting.Waar komen deze verschillen dan vandaan?Aan de budgettaire middelen kan het volgens Professor Moesen niet liggen, want met een budget van 48% van het BBP bekleedt België een mooie 5de plaats t.o.v. de andere EUlanden.Een verschil in perceptie tussen de verschillen-de EU-onderdanen, waarbij ‘de kniezerige Belg steevast zurig antwoordt in elke enquête over om het even welk thema’? Ook niet, schrijft Moesen. De Belg maakt wel degelijk een ver-schil in appreciatie binnen de publieke sector. Zo scoren politie, justitie, leger en overheids-administratie ondermaats tov het Europese gemiddelde, maar scoren gezondheidszorg, onderwijs en sociale zekerheid voorbeeldig. Van Belgisch negativisme kan volgens Moesen aldus geen sprake zijn.Waaraan ligt de ondermaats presterende over-heidswerking dan wel? In zijn antwoord op deze vraag spreekt de auteur over ‘de vloek van de natuurlijke rijkdom (the resource curse)’, die maakt dat welvaartscreatie vergemakkelijkt wordt. De politieke elite wil zoveel mogelijk van de meerwaarde uit productie en export aan zichzelf of hun achterban toeëigenen (eco-nomen noemen dit een vorm van rent-

LandenUitgaven van de globale

overheid als % van het BPPPerformantie

overheidsadministratiePerformantie publieke

sectorVertrouwen

in de overheid

Score Rang Score Rang Score Rang Score Rang

België 48 5 0.73 11 0.95 9 44.3 13

Denemarken 52.4 2 1.16 4 1.06 5 68.2 1

Duitsland 44.8 8 1.02 8 0.96 8 52.4 7

Finland 46.4 7 1.26 1 1.01 7 57.6 4

Frankrijk 48.5 3 0.72 12 0.93 10 49.6 11

Griekenland 48.3 4 0.6 13 0.78 15 33.3 15

Groot-Brittannië 37.8 13 1 9 0.91 11 50 10

Ierland 29.3 15 1.06 6 1.05 6 57.1 5

Italië 44.6 9 0.52 15 0.83 13 41.5 14

Luxemburg 38 12 1.05 7 1.21 1 63.3 2

Nederland 43.2 10 1.16 5 1.11 3 51.2 9

Oostenrijk 47.3 6 1.21 2 1.12 2 57 6

Portugal 38.3 11 0.54 14 0.8 14 52.2 8

Spanje 35.9 14 0.77 10 0.89 12 46 12

Zweden 55.1 1 1.16 3 1.07 4 59.1 3

Prof. Wim Moesen: De politieke elite wil zoveel mogelijk van de meerwaarde uit productie en export aan zichzelf of hun achterban toeëigenen.

Page 20: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 2

0

EKONOMIKA GLOBAAL

seeking), waardoor er volgens Moesen een cul-tuur van ‘graaien’ in alle vezels van de samen-leving ontstaat.Voor België is de natuurlijke rijkdom de cen-trale ligging in Europa op het vlak van Europese instellingen en forums, alsook het middelpunt van 450 miljoen Europese consu-menten. Hierdoor, alsook door andere gunsti-ge factoren (verkeersinfrastructuur, technische scholing van de bevolking, constructief sociaal overleg, openheid voor vreemde talen, enz.), streken zowel politieke vertegenwoordigers en journalisten uit diverse landen alsook multina-tionals in België neer.Moesen toont aan dat al deze troeven België meer dan proportionele economische baten heeft opgeleverd, zowel direct als indirect, die niet zouden verwezenlijkt zijn enkel door de interne dynamiek van het Belgische bedrijfsle-ven. Om deze welvaartscreatie te creëren moest er door de politiek niet veel stuurkunst getoond worden, aldus Moesen. Het is deze decennialange ‘gemakszucht’ die ook tot uiting komt in de lage objectieve en subjectieve metingen van de kwaliteit van de overheid.

Een van de voorbeelden van “rent-seeking” die we in België hebben zien gebeuren is de uit-bouw van immense kabinetten, die bijna een duplicaat zijn van de administratie zelf. Dit heeft volgens de auteur als nefast gevolg dat het wantrouwen dat daardoor ontstaat in de

politici overslaat op de overheidsadministratie, wat de goede ambtenaren frustreert.Ook het misbruik van de kabinetten als snelle springplank naar topbenoemingen in een (semi)overheidsinstelling demotiveert de bete-re ambtenaar en veroorzaakt negatieve percep-tie en vertrouwen in de overheid.

België kan echter in de toekomst niet blijven teren op deze gemakkelijke welvaartscreatie. Onze centrale ligging komt in het gedrang door de uitbreiding van de EU, waardoor het zwaartepunt verschuift naar het oosten (Duitsland). Er zijn nu al talrijke delokalisaties van bedrijven uit België naar de vroegere Oostbloklanden en het is te verwachten dat deze tendens verder zal aanhouden. België zal onder impuls van zijn beleidsmakers uit z’n pijp moeten komen en een duidelijke koers moeten uitstippelen en varen. Vooraan op de politieke agenda hoort volgens Professor Moesen de ijver om de kwaliteit van de over-heid in de buurt te brengen van landen met een reputatie op dat vlak als Zweden, Denemarken en Finland, want partnerlanden zullen in de toekomst meer en meer concurre-ren via de kwaliteit van hun instellingen. Misschien moet Premier Verhofstadt maar eens op reis naar het Noorden ipv naar Toscane.‘Those who say the show must go on have never seen the show!’, besluit Moesen.

Sara COENE

Instelling, ligging en economische welvaart – Professor Wim Moesen

Leuvense Economische Standpunten 2004/103

OPLOSSING GEKRUISIGD

Page 21: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 21

EKONOMIKA GLOBAAL

EKONOMIKA GLOBAAL

‘Het is ironisch. De rijke landen liberaliseer-den omdat zij in de globalisering geloofden. Vandaag zijn zij het die zich zorgen maken. De arme landen daarentegen zijn steeds meer voorstander van globalisering. De vrees voor outsourcing en uitwijking leiden in de rijke landen tot een dalend enthousiasme voor de globalisering.’

Bhagwati was in België op uitnodiging van de Vereniging voor Economie (VVE), de koepel boven de alumniverenigingen van de economi-sche faculteiten en departementen van Vlaamse universiteiten en hogescholen. De in 1934 in India geboren Bhagwati is een wereld-autoriteit in internationale handel. Hij stu-deerde in Oxford, Cambridge en het Amerikaanse MIT.

Uw meest recente boek, ‘In Defense of Globalization’, is een pleidooi ten gunste van de globalisering. Kunt u uitleggen waarom de globalisering goed is?De wereld telt veel antiglobalisten. Toen ik in 1999 in Seattle was (waar de Wereldhandelsorganisatie overlegde in een kli-maat van gewelddadige protesten), werd ik geconfronteerd met twee soorten antiglobalis-ten: de beschaafde, die zich beperkten tot debatten en vergaderingen, en de niet-beschaafde, die stenen door de etalages van winkels gooiden. In mijn boek kijk ik naar hun argumenten, naar de redenen waarom zij ongelukkig zijn over de globalisering.

Globalisering leidt niet tot al de slechte dingen die de tegenstanders beweren: ecologische schade, meer armoede en kinderarbeid en slechtere arbeidsomstandigheden. Na een

‘CENTRUM VREEST NU CONCURRENTIE VAN PERIFERIE’

‘De tafels zijn gedraaid. Vroeger vreesde de periferie de concurrentie van het centrum. Nu vreest het centrum de concurrentie van de periferie. Het enthousiasme voor de globalisering is vandaag in veel rijke landen een stuk kleiner dan in menig ontwikkelingsland. Tot voor kort was dat het omgekeerde.’ Dat zegt Jagdish Bhagwati, hoogleraar economie aan de Columbia University in New York en een groot kanshebber op een Nobelprijs economie.

grondige analyse ben ik tot de conclusie geko-men dat dat niet het geval is. De impact van de globalisering is niet kwaadaardig, wel goedaar-dig. Wat de tegenstanders ook beweren, de globalisering heeft een menselijk gelaat. Globalisering leidt tot betere arbeidsomstan-digheden, minder kinderarbeid, minder armoede.

Wat zijn dan de positieve effecten van de globalisering?Nemen we kinderarbeid. De tegenstanders zeggen dat globalisering de kinderarbeid doet toenemen. Maar er zijn tal van studies die aan-tonen dat de kinderarbeid daalt, omdat ouders, als ze meer inkomen krijgen, hun kinderen naar school sturen in plaats van ze te laten werken. Neem Vietnam. Door de liberalisering van de handel in rijst steeg het inkomen van de rijstboeren met gemiddeld 30 procent. Het resultaat waren minder werkende kinderen en meer kinderen op school.

En wat is de impact van de globalisering op de armoede?De tegenstanders van de globalisering stellen dat globalisering leidt tot een verlies-verliessi-tuatie. In hun ogen leidt vrijhandel tot meer armoede in bijvoorbeeld de Verenigde Staten en België bovenop meer armoede in de ont-wikkelingslanden. Wederzijdse schade in plaats van wederzijdse winst dus. Maar alle

Jagdish Bhagwati, hoogleraar economie aan de Columbia University in New York en een groot kanshebber op een Nobelprijs economie.

© D

e T

IJD

Page 22: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 2

2

PRODUCTIE & LOGISTIEK

EKONOMIKA GLOBAAL

onderzoek wijst in de richting van minder armoede als gevolg van meer handel. Want de liberalisering van de handel leidt tot meer han-del, meer handel tot meer groei en meer groei tot minder armoede. India en China zijn de beste voorbeelden. De armoede is er fors gedaald door hervormingen die beide landen openden voor de rest van de wereld. Het Oost-Aziatische economische mirakel zou zonder de globalisering zeker niet plaats hebben gevonden.

Hebben de antiglobaliseringsbeweging en de soms gewelddadige betogingen zoals in Seattle het gezicht van de globalsering veranderd?De antiglobalisten hebben ons verplicht na te denken over de globalisering. Maar de bewe-ging lijkt over haar hoogtepunt. In Washington dagen steeds minder betogers op tegen het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. In Cancún (waar in 2003 de Wereldhandelsorganisatie vergaderde) werd nauwelijks gedemonstreerd. De beschaafde antiglobalisten hebben het overgenomen van de onbeschaafde. De beschaafden raken geïn-stitutionaliseerd. ‘Davos heeft hen gecoöp-teerd; het zijn bourgeoisvechters geworden’, luidt het verwijt van de onbeschaafden. Er is geen rol meer voor de gewelddadige antigloba-listen. Ze zijn wel belangrijk geweest om de kwestie op de internationale agenda te plaat-sen.

De antiglobalisten hekelen de hoge invoerheffingen van de rijke landen op producten uit de derde wereld. Maar de tariefmuren tussen de ontwikkelingslanden… ...zijn inderdaad nog veel hoger. De ervaringen uit het verleden tonen nochtans aan dat lan-den die hun handelsbelemmeringen afbouwen economisch beter presteren dan landen die dat niet doen. Oxfam en andere organisaties zijn dus verkeerd wanneer zij het tegendeel bewe-ren, behalve dan wanneer de landen bijzonder arm zijn.

De landbouwsubsidies van de rijke landen zijn wel erg hoog, terwijl de ontwikkelingslanden geen geld hebben om subsidies te geven. Daar is het argument van Oxfam correct. Doe de subsidies en barrières weg en de prijzen stij-gen, wat nefast kan zijn voor de voedselimpor-terende arme landen, vooral Afrikaanse.

Kan de evolutie naar steeds meer globalisering ooit in achteruit gaan? Wat zou een terugslag kunnen veroorzaken?De globalisering heeft twee motoren. Stijgende inkomens, betere communicatie en technolo-gische veranderingen leiden tot meer handel en dus meer globalisering. De tweede motor is het beleid dat de handel liberaliseert. Omdat de mens het beleid maakt, kan hij het ook ongedaan maken. Een beleid kan in achteruit worden geschakeld, wat verwoestend kan zijn. We moeten vechten tegen mensen die pleiten voor protectionisme. Ik zou zeker nooit stem-men voor mensen die zich zorgen maken over de negatieve invloed van handel op de econo-mische groei. De Amerikaanse president, George Bush, heeft tot nu toe weerstand gebo-den aan de roep om minder vrijhandel. Hij staat nochtans onder druk.

Hoe komt het dat er ten gunste van de globalisering zo weinig beststellers zijn gepubliceerd in tegenstelling tot een aantal grote bestsellers tegen globalisering?Niemand heeft ooit een bestseller ten gunste geschreven. Van mijn boek zijn in een maand tijd 15.000 exemplaren verkocht, wat niet slecht is.

Maar in tegenstelling met de boeken van bijvoorbeeld Naomi Klein is dat niets.Klopt. Het heeft te maken met de intensiteit van de emoties. Antiglobalisten zijn erg gepas-sioneerd. Telkens als Klein of Noam Chomsky een boek publiceert, rennen de antiglobalisten naar de boekwinkel. Dat is niet het geval bij de pro-globalisten.

Carl PANSAERTS

Page 23: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 23

PRODUCTIE & LOGISTIEK

EKONOMIKA GLOBAAL

PRODUCTIE & LOGISTIEK

Bart De Ridder, senior manager Supply Chain Management bij Accenture, beet de spits af met een toelichting rond het waarom en wat er nodig is ivm centrale customer service orga-nisatie. Voornaamste drijfveer is de waarde-creatie door enerzijds een hogere productivi-teit en anderzijds kostenbesparing op ‘work in capital’ en systemen. Naast aanpassing van processen ivm centralisatie wordt meestal ook een centrale rechts en tax entiteit opgericht.

Na de korte contextschets kwam DirkVerheyden, Customer Logistics Manager bij P&G, aan het woord. Voornaamste begrip-pen binnen het P&G model zijn de “centrale” Retail Entrepreneur (RE) en de “lokale” Commisionaire. De RE is een onafhankelijke legale entiteit, gelokaliseerd in Genève, Zwitserland en het handelt als verkoop-onder-nemer in alle West-Europese landen. De RE is eigenaar van alle stock in de markt, afgezien van de fysische lokatie van de stock. De Commissionaires zijn legaal onafhankelijke marketing companies die enerzijds met de RE handelen en anderzijds met de klant. Zo is de RE verantwoordelijk voor het marketing, prijs-zetting, aankoop en bevoorrading maar zijn de Commisionaires verantwoordelijk voor order to cash en promoties.

Vervolgens lichte Mevr. Myriam Vansteenkiste, Customer Service Supervisor bij Dupont, hun model toe.In een eerste fase werden de opslagplaatsen en logistiek gecentralizeerd. Na supply & demand management werd ook order flow zowel fysiek als systeemtechnisch gecentra-liseerd. Binnen hun customer service organi-satie hebben zij 3 contacten voor hun klant, nl.

CENTRALE ‘COSTUMER SERVICE’ ORGANISATIE

De vakgroep Productie & Logistiek nam een geslaagde start van het academiejaar met een sessie rond Centrale Customer Service organisatie op 14 oktober jl. Een 80-tal aanwezigen leverden het bewijs van het feit dat dit topic op de agenda van velen stond. Tijdens het avondseminarie werd eerst een context geschetst. Getuigenissen uit de praktijk (P&G, Dupont en Tyco) gaven inzicht in de verschillende gradaties en interpretaties die men kan hebben rond centralisatie.

centrale customer responsable (CSR), lokale customer responsible (MSR) en een lokale verkoopsvertegenwoordiger. Het model bij Dupont was het meest gecentraliseerde daar het niet enkel flows maar ook personen gecen-traliseerd heeft. Zo bevinden alle CSR’s voor Europa zich op één fysieke plaats.

Last but not least kwam Peter Cnudde, materi-al manager bij Tyco, aan het woord. Typisch aan Tyco is dat hier vooral informatiestromen over orders en demandplanning gecentrali-seerd zijn in één systeem maar dat lokale orga-nisaties wel blijven bestaan. Het mooie aan het systeem is dat nieuwe verkoopsorganisa-ties of productieplants vrij eenvoudig in het centrale systeem kunnen toegevoegd worden. Daarbuiten is er ook een consolidatie van de verschillende opslagplaatsen doorgevoerd. Momenteel worden binnen de vakgroep de voorbereidingen getroffen voor een veelbelo-vend voorjaarsprogramma. Op 24 februari hebben we een sessie omtrent contract manu-facturing. Op 7 april zal een gemeenschappe-lijke sessie plaatsvinden samen met de vak-groep SCAF omtrent Time driven activity based costing.

Benoît Dewaele

P&L, Vakgroep Productie & Logistiek, is een vakgroep van de Ekonomika Alumni. Zij wenst de permanente vorming van haar afgestudeerden te ondersteunen via een gedifferentieerd aanbod van studieavonden, bedrijfsbezoe-ken en seminaries op het vlak van productie en logistiek.Voor meer informatie omtrent P&L kan u terecht bij Gerlinde De Meester (0497/58.45.12– [email protected] ) of Bart De Ridder (0477/59.72.08 – [email protected]). Andere actieve leden zijn Joos Verstraete, Dominiek Calewier, Philip Vanderheeren, Karen Stroobants, An Claes, Anne David, Bjorn Borghs en Benoit Dewaele.

Page 24: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 2

4

IN MEMORIAM

SPORT-O-NOMIKA

SPORT-0-NOMIKA

Tom Omey : ‘Zoals ik zelf aan den lijve heb ervaren is de combinatie ‘universiteit en top-sport’ een keuze zonder veel complicaties in vergelijking met de combinatie ‘werken en topsport’. Je offert het studentenleven op maar krijgt er ook een pak voldoening voor terug. Eens aan het werk, gaat het vaak ten koste van de levenskwaliteit en zijn de opofferingen veel groter. Kiezen voor een professionele carrière in de sport is vaak ook een avontuur van korte duur en in de meeste sporten ook niet de goudmijn waarmee profsport vaak wordt geas-socieerd. In de Belgische atletiek is dat alles-zins niet het geval.

De combinatie ‘werken en topsport’ is veel moeilijker, zegt u. Toch heeft u al in het bedrijfsleven gewerkt :Na mijn studies (afgestudeerd TEW in 1998) heb ik 3 jaar gewerkt bij Bekaert Textiles (in Waregem) tot duidelijk was dat de combinatie werken-topatletiek gewoon onhoudbaar was. Ik heb dan met spijt in het hart maar met volle overtuiging het werk laten staan en voor de sport gekozen. 3 jaar later en een pak positieve ervaringen rijker (zie www.tomomey.be)

TOM OMEY: ATLEET IN LAND ZONDER TOPSPORTBELEIDNa de Olympische Spelen in Athene in augustus jl., waar de Belgische medaille-oogst met 3 stuks aan de magere kant was, laaide het debat over het topsportbeleid in ons land weer hoog op. Maar intussen is dit debat, samen met de bladeren, weer op een laag pitje gevallen. Tom Omey (TEW-promotie 1998) is een van onze vooraanstaande atleten, gespecialiseerd op 800 m en 1500 m. Hoe ervaart hij de combinatie ‘universiteit en topsport’ ?

beklaag ik het mij niet maar besef ik dat een terugkeer naar het professionele leven zich stilaan opdringt, wil ik mijn kansen op carriè-re niet verder hypothekeren.

Met een echt topsportbeleid, waar atleten een professionele ondersteuning krijgen en zich tij-delijk geen financiële zorgen hoeven te maken, zou het voor u misschien anders gelopen zijn ? Want sponsoring op zich is niet evident, niet waar ?Het is jammer te moeten vaststellen dat in onze maatschappij deze veelzijdigheid, zoals sporter en universitair, niet in een win-win situatie kan omgezet worden. De link tus-sen sport en economie is broos. Inzake spon-soring concentreert het zich te vaak rond zichtbare aanwezigheid of persoonlijke betrok-kenheid. En zo gaan er zeker een aantal oppor-tuniteiten verloren. Hoe groot is de identifica-tie van de sporter met de sponsor? Wat ver-wacht een atleet van het bedrijf in kwestie en omgekeerd - maar misschien belangrijker - wat kan de atleet betekenen voor een bedrijf? Wat kan hij of zij als return aanbieden? Kan er tussen de verschillende partijen op eenzelfde niveau gecommuniceerd worden? Een sporter met de nodige intellectuele background is mis-schien wel de geschikte persoon om de link sterker te maken. Vanuit een sportieve spirit de bedrijfswereld benaderen of, omgekeerd, zijn sportieve ambities in termen van doelstel-lingen zetten. Dus gewoon een meerwaarde betekenen omdat hij of zij weet waar het bedrijf voor staat.En wat zijn de mogelijkheden na de sportieve loopbaan? Is de combinatie topsport/werk misschien toch mogelijk binnen bepaalde bedrijven zodat de keuze niet gemaakt hoeft te worden?Ik denk dat wij als afgestudeerden van de faculteit ETEW in een bevoorrechte positie verkeren maar dat de mogelijkheden niet echt benut worden.

Hoe bereid u uw toekomstige terugkeer naar het bedrijfsleven voor ?Ik probeer mij ondertussen zo goed en zo kwaad mogelijk op de hoogte te houden van de economische realiteit en mij bij te scholen op vlak van talen zodat mijn jaren sport naast de schat aan levenservaring ook nog een troef opleveren bij de zoektocht naar een gepaste job.

Page 25: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 25

IN MEMORIAM

SPORT-O-NOMIKA

IN MEMORIAM

IN MEMORIAM PROFESSOR ROBERT VAN DRIESSCHE

Meer dan twintigduizend studenten, vooral econo-misten, werden door Professor Robert Van Driessche onderwezen in de categorische impera-tief van Kant en andere filosofen zoals Levinas, Jaspers en andere denkers. Hij was sterk betrok-ken bij de opstart van het Centrum voor Economie en Ethiek. Op elk kerstfeestje van de studenten van Ekonomika was hij aanwezig zowel voor de misviering als voor het samenzijn nadien. Steeds stond hij tussen de studenten, gedurende een hele periode eveneens als bezielende kracht van de vereniging van internationale studenten. Jarenlang was hij ook verantwoordelijk voor de organisatie van de abituriëntendag. Zeer loyaal stond hij tegenover de Leuvense Faculteit ETEW, alhoewel hij er vakken doceerde die er niet zo van-zelfsprekend waren.

Hij geloofde fundamenteel in de goedheid van de mens en droeg een grote bewondering voor wie hij graag zag, en dat waren er velen. Voor hem waren het allen helden. Enkele daarvan : Professor Gaston Eyskens, Kardinaal Romero, zijn zes petekinderen, zijn familie, een goede vriend Leo en een gezin dat hij jarenlang ondersteunde. Rang en stand waren voor hem van geen tel. Hij sprak met ingetogenheid over zijn contacten met Professor Gaston Eyskens, met bewondering voor de moeder van het gezin dat vocht voor een waar-dig bestaan. Zijn echte eenvoud en zijn spreek-woordelijke bekommernis voor het welzijn van

mensen sierden hem. Hij kon intens genieten van de vriendschap en van cultuur. Samen tafelen bij een goed glas wijn was een aangename verpozing.

Het geloof was voor hem de hoeksteen : het door-leven ervan, dat telde voor hem, want de kerk-structuren waren dat minder. Na zijn academische loopbaan vond hij het voor zichzelf een plicht zich verder ten dienste te stellen van de geloofsge-meenschap. Hij werd pastoor in Zulzeke, een klei-ne parochie in Oost-Vlaanderen, waar hij verwel-komd werd als “de Professor uit Leuven”. De parochiale ploeg, de Kerkfabriek, misdienaars, zie-kenbezoeken werd zijn nieuw dagelijkse ervarin-gen en gespreksonderwerpen. Maar diezelfde bewondering en liefde bleven aanwezig.

Hij zou samen met Donaat Dumon de misviering van het Ekonomika Jaarfeest op 23 oktober opdra-gen. Want hoewel hij de laatste jaren meer ver-vreemde van de universiteit was een weerzien met de Alma Mater, studenten en collegae iets waar hij naar uitzag. Hij heeft die datum helaas niet meer gehaald. Hij overleed op 19 augustus.

Voor vele studenten blijft filosofie verbonden met Professor Robert Van Driessche, bij nog meer per-sonen leeft de herinnering aan een doorgoed man met een sterke geest en warm gemoed.

Luc DENEFFE

Page 26: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 2

6

IN MEMORIAM

20 november 2005

Geachte familie en geachte aanwezigen,

Vandaag gedenken wij het heengaan van Prof Vic Van Rompuy. Ongetwijfeld is hij één van de meest prominente emeriti van de faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen. Maar in de eerste plaats was hij een man met een hart en een visie.

Vic Van Rompuy was een prof met een hart voor zijn studenten. Vele generaties Leuvense economen maakten in de eerste kandidatuur kennis met de economische wetenschap in het door hem gedoceerde college Inleiding tot de Economie. Ik ben één van hen en ik herinner mij nog goed hoe geboeid ik was door de gestructureerde en heldere colleges. Vic Van Rompuy spande zich ook in voor de ontwikke-ling van het monitoraat met de bedoeling een betere begeleiding van eerstejaarsstudenten te garanderen. Daarnaast lag hij ook aan de basis van het handboek economie dat nog steeds in Leuven en in vele plaatsen in Vlaanderen als tekstboek gebruikt wordt.

Vic Van Rompuy was een prof met een hart voor collega’s, in het bijzonder voor jongere collega’s. Hij was nauw betrokken met de werkzaamheden van zijn assistenten en onder-zoekers. Hij analyseerde met hen niet alleen wetenschappelijke onderwerpen maar even-zeer brede politieke thema’s en de prestaties van zijn favoriete voetbalploeg Anderlecht. Hij had een warme persoonlijkheid met een oog voor menselijke details, emotionele intelligen-tie zou dit in het jargon van vandaag genoemd worden of beter nog - in zijn geval- intelligente emotie. Zelf zal ik nooit vergeten dat hij mij als pas benoemd piepjong docent onmiddellijk na mijn terugkeer uit de Verenigde Staten per-soonlijk welkom kwam heten met de woorden dat jongere professoren de toekomst waren van het departement.

Ik herinner mij dat in mijn allereerste les in de eerste kandidatuur Prof Van Rompuy doceerde dat economie inhield dat men met de inzet van de gegeven middelen een maxi-maal resultaat behaalt. Dit principe heeft hij in zijn welgevulde loopbaan steeds toegepast. De

IN MEMORIAM

BEGRAFENIS VIC VAN ROMPUY

inspanningen van Prof Van Rompuy hebben dan ook op vele gebieden een maximale vrucht afgeworpen. Hij was een academicus met een brede economische belangstelling maar met een voorliefde voor het gebied van de openba-re financiën in het algemeen en de openbare schuldproblematiek in het bijzonder. Dit uitte zich in een continue stroom van artikels en boeken die getuigden van scherp wetenschap-pelijk inzicht maar ook relevant waren voor het beleidsdebat. Want Vic Van Rompuy was geen geïsoleerde academicus in een hoge aca-demische toren. Integendeel, hij was een voor-aanstaand lid van de school van Leuvense eco-nomen die zich in het maatschappelijk debat durfden mengen en deze discussie naar een hoger niveau tilden. De actieve politiek liet hij over aan zijn zonen maar hij was prominent aanwezig op de achtergrond als economisch adviseur op diverse ministeriële kabinetten, als voorzitter van meerdere commissies, raden en instituten en als secretaris van het CEPESS.

Zijn invloed als beleidsgericht denker was diepgaand. Zo werkte hij mee aan de ophef-makende studies van de Leuvense economen over de staatshervorming en de geldstromen tussen de gewesten. Tevens was hij de hoofd-auteur van het CVP-programma dat de Belgische economie terug op de rails probeer-den te zetten na de eerste olieschok van de jaren ’70. Voorspoed door moed was de titel van dit programma en deze titel typeert uitste-kend Vic Van Rompuy’s eigen rol als academi-cus in het economisch beleidsdebat. Voorspoed voor eigen land en gewest was Vic Van Rompuy’s hoofdmotivatie om een bijdra-ge te leveren aan het beleid. Dit deed hij steeds met een grote dosis moed: waar moge-lijk zocht hij de consensus, waar nodig schuw-de hij de controverse niet.

Zijn maatschappelijke engagement verminder-de zijn inzet voor de universiteit geenszins. Prof Vic Van Rompuy was een hoeksteen waarop een universiteit zijn faculteiten bouwt. Hij was jarenlang verbonden als gewoon hoog-leraar aan het departement economie en het Centrum van Economische Studieën. Nooit ging hij administratieve verantwoordelijkhe-den uit de weg. Zo was hij een wijs en bekwaam voorzitter van zijn departement. En

Page 27: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 27

IN MEMORIAM

hij leidde de faculteit als decaan met vaste hand.

Waarde familie, de Katholieke Universiteit Leuven, de faculteit economische en toegepas-te economie en het departement economie wensen hun innige deelneming te betuigen bij het heengaan van een voorbeeldig echtgenoot en vader, een excellente hoogleraar in alle opzichten, een minzaam collega en een groot man.

Page 28: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 2

8

Bij het eeuwfeest van het Departement Toegepaste Economie van de Faculteit E.T.E.W. van Leuven in 1998 werd door het Departement de titel van Fellow van het Hogenheuvelcollege gecreëerd. Deze titel wordt toegekend aan een selecte groep van kaderleden en bedrijfsleiders.

DE FELLOWS VAN HET HOGENHEUVELCOLLEGE, ANNO 2004

Prof. Willy Herroelen met 3 Fellows : Freddy Nurski (praeses 1976-77 en Eurobizz), Jan Callewaert (Option International) en Peter Vyncke (Vyncke Energietechniek).

Drijvende kracht achter het Fellows-initiatief Prof. Guido Dedene, hier naast decaan Prof. Filip Abraham.

Gezellig tafelen in de Leuvense faculty Club (vlnr) : Pieter Klingels (Tyco), Prof. Guido Dedene, en vooraan rechts Tony Mary (VRT).

In 2004 werd deze groep opnieuw uitgebreid met personen die eveneens hun uitmuntend-heid hebben bewezen door het toepassen van principes van wetenschappelijke bedrijfsvoe-ring.

Drijvende kracht achter het initiatief van de Fellows is Prof. Dr. Guido Dedene. De Fellows werden in Leuven gehuldigd op 16 september jl. Na een informatief sterk academisch gedeel-te volgde een informele feestviering in de Faculty Club.

Met dank aan de sponsors Application Engineers, Barco, Fortis, Guidance, Douwe-Egberts, Mercator, KBC, Ormit, Inbev, Inno.Com, Accenture en i-merge.

Fa QUIX

FELLOW

Page 29: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 29

Op 21 december viert Ekonomika Brussel zijn 35ste verjaardag in Brussel. Dit is een enige gelegenheid om jaargenoten, vroegere studie-makkers of collega’s terug te ontmoeten. Vooral zij die nog niet of al lang niet meer hebben deelgenomen aan de activiteiten van Ekonomika, vinden hier een uitstekende kans

om bij te praten voor en na het culturele deel van het programma, dat een aanrader is om de kerstperiode in te zetten.Deze culturele avond vindt plaats in het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel, Regentschapsstraat 38.

EKONOMIKA BRUSSELVIERT ZIJN 35 JAAR!

Alle voorzitters van Ekonomika Alumni

– regionale kern Brussel:

1966 stichters: Gaston Meuleman

(voorzitter), André Hons en Willy Boes

1972 André Hons

1974 Edward Thielemans

1978 Marcel De Doncker

1981 Felix Michielssen (+)

1984 Willy Boes

1987 Erik Swaelen

1990 Fernand Van Lierde

1993 Guy Standaert

1996 Fa Quix

1999 Jules Ackermans

PROGRAMMA19.00 u Ontvangst en overhandiging van de kaarten.19.15 u Incontro, in de Tentoonstellingszaal: musicologe Kristien Van den

Buys geeft toelichting over het Weihnachtsoratorium van Johann Sebastian Bach. Het Weihnachtsoratorium is een cyclus van zes cantates die Bach schreef voor de periode van Kerst 1734 tot Driekoningen 1735. U hoort de eerste drie cantates, geschreven voor eerste, tweede en derde kerstdag. Ze bezingen de menswording van Jesus, de verkondiging van de geboorte van Jezus en het bezoek van de herders aan Jezus. De teksten zijn ontleend aan het evangelie van Lucas en Mattheus.

Uitvoerders: - Barokorkest van het Conservatorium Brussel- Koor van het Lemmensinstituut van Leuven- dirigent: Erik Van Nevel- solisten: Marina Smolders (sopraan), Marianne Vliegen (alt),

Philip Defrancq (tenor) en Lieven Termont (bariton).

20.00 u Uitvoering van de eerste drie delen van het oratoriumDaarna receptie, met korte historiek van Ekonomika Brussel, en wandelbuffet.

Deelname in de kosten: 25 euro pp, zo spoedig mogelijk te storten op rek. nr. 210-0450950-49 van Ekonomika Brussel, met vermelding naam.

(vlnr) : Willy Boes (ex-topman Delcredere), Luc Van Nevel, Luc Mensschaert (Laborelec), Jules Ackermans (ex-Volkswagen en voorzitter Ekonomika Brussel).

BRUSSEL ONTVANGT LUC VAN NEVELOp 29 september jl. heeft de regionale kern Ekonomika Brussel Luc Van Nevel (ex-topman van Samsonite) ontvangen. Hij stak een boeiend betoog af over het gewijzigde consumptiepatroon en distributielandschap en de wijze waarop Samsonite daarop heeft ingespeeld, en met succes. Luc Van Nevel en Jules Ackermans

BRUSSEL

Page 30: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 3

0

REGIONALE KERN LIMBURG

De hardware van de vzw bestaat uit 70ha bronsgroen eikenhout die de vzw huurt van de gemeente Heusden-Zolder. In dat bos ligt een stroom asfalt van vier kilometer waarop auto ‘s, moto’s en fietsen kunnen varen. Men noemt dit Circuit Zolder, dat volledig uitgerust is om alle mogelijke competities te organise-ren. Opnieuw F1 in Zolder is de eerste 10 jaar uitgesloten, zoniet voorgoed. Dit vergt te zware investeringen en is duidelijk geen prioriteit voor Vlaanderen, wat het wel is voor Wallonië. Van 1973 tot 1984 werden tien Belgische GP F1 op Circuit Zolder gereden. Het ronderecord staat nog steeds op naam van Mario Andretti op Ferrari. Tot nader order en zolang Wallonië nog wil en kan betalen blijft het F1-circus in Spa-Francorchamps.

IN POLE POSITION

De vzw Terlaemen bezet op gebied van organisatie van topsportwedstrijden de pole position in Vlaanderen. Meerdere malen WK Wielrennen, WK Cyclo-cross, Motorcross der Naties, F1 en vele andere competities. Ekonomika Limburg bezocht de vzw in actie tijdens de 30th European Historic Grand Prix.

Commerciële mogelijkheden.

De uitbating van een circuit vergt een milieu-vergunning. Voormalig Vlaams milieuminis-terVera Dua gaf de vzw een milieuvergunning voor 20 jaar, wat langetermijnplanning toelaat. De vzw heeft een omzet van vijf miljoen euro. De meeste inkomsten komen van de verhuur van het circuit, sponsoring en inschrijvingen in kampioenschappen. Bedrijven kunnen hun klanten uitnodigen op de grote evenementen., maar net zo goed het circuit huren. Men kan er slipschool volgen, pilotenopleidingen enz. Men kan in een sportief kader jaarvergaderin-gen en recepties organiseren.

Page 31: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 31

Enkele dagen per maand staat het circuit ter beschikking (tegen betaling) van auto- of motor-piloten met licentie, die er in een pro-fessioneel kader kunnen trainen. De “software” omvat 35 man vast personeel en tot 1500 losse medewerkers die nodig zijn bij de organisatie van een WK Wielrennen. Alleen al de pers vertegenwoordigde 800 accreditaties voor een WK, wat logistieke problemen schept als men weet dat het Mediacenter van Circuit Zolder plaats biedt voor 75 journalisten. Maar met 800 persmensen aanwezig op dat ogen-blik weet heel de wereld Zolder liggen.

40 jaar Circuit Zolder.

Het circuit bestaat sinds1963. Ekonomika Limburg bezocht het tijdens de 30ste editie van de European Historic Grand Prix ( de ouder-domsdeken onder de evenementen op Circuit Zolder)Renault Alpine vierde hier zijn 50ste verjaardag met een verzameling van al de Renault Alpines uit heel Europa. We zagen bolides van de jaren ‘30 tot de jaren !90 uit alle soorten competities van grand toerisme tot F1. De decibels die deze F1 produceren zijn indruk-wekkend of beter gezegd oorverdovend. Om 16 uur werden we ontvangen in het Mediacenter waar Walter Goossens marketing manager van Circuit Zolder ons te woord stond. Hij schetste ons een beeld van leven van het Circuit. Hij vertelde over het verleden, het heden en de toekomst. Men werkt nu samen met Octagon CIS (organisator van bv. Proximus Diamond Games) aan de uitbouw van een triatlon die moet uitgroeien tot een Iron Man.-status. Na deze interessante uiteen-zetting zien we de laatste race van de dag. Tijdens de eerste ronde volgt als laatste wagen een medische ploeg om in geval van proble-men onmiddellijk de brokken te lijmen. We zien de auto ‘s door de bochten laveren en het gevecht van de piloten om de auto op de piste te houden. Het is een spel van vering, ophan-ging, rubber en rijkunst. Loopt er iets mis dan zijn er de grindbak, vangrails, kippendraad, ambulance, EHBO-post, … en reanimatiecen-trum. We horen het geluid van sommige motoren evolueren van gierende zaag naar pruttelend stoofpotje. Een pitsstop maakt van deze kakafonie terug een symfonie. Na de race

worden de auto ‘s opgesloten voor de techni-sche controle. Dit is het dopingonderzoek van de autosport.Vanaf 18 uur heerst er motorenstilte op het circuit en trekken we ons terug voor het avondmaal in een aangepast kader. Australisch bier en Australische wijn zorgen voor de geschikte stemming om ons hutje op de heide op te zoeken. Met dank aan de heer Goossens voor deze leerrijke dag.

G.GAS

WK WIELRENNEN 2002 ZOLDER

Page 32: EKONOMIKA berichten

������������������ ����� ����� �������������� ������� ��� ��

������������� ��� ������������������

��������������������������������������������� �� �����������

���������� ��� ����� ������������ ������� ��� ��

���� ���� ������� ��� �� ��� ����� ��������� ������� ��� ��

������������ ����� ���� ���� ����� �������������� ������� ��� ��

*De meest efficiënte manier van reizen tussen Brussel centrum en Londen centrum. www.eurostar.com/business

De reiziger naar Londen is geëvolueerd.Vandaag de dag neemt hij Eurostar.Hij zet zijn wagen met een gerust gemoed in de bewaakte parking van Brussel-Zuid. Na hooguit 10 minuten inchecken, wandelt hij verder. Dan zet hij zich in alle comfortin de trein en precies 2.20u later komt hij aan in het centrum van Londen. Uitgerust en ontspannen. Soms werkt hij tijdens de reis. Op zijn PC. Of telefoneert hij. Met zijnGSM. Kortom, de tijd vliegt voorbij. En omdat er tot 9 treinen per dag zijn, kan hij zijn aankomst en vertrek perfect plannen. Niet te vroeg, niet te laat. Sommige weten-schappers gaan ervan uit dat deze gedragsverandering te maken zou hebben met een lichte toename van het hersenvolume.Maar het lijkt nog te vroeg om dat te bevestigen.

_ _ _ / / g

Page 33: EKONOMIKA berichten

EKONOMIKA berichten | decem

ber 2004 | 33

75 JAAR EKONOMIKA

Waarde Decaan,Beste voorzitter Alumni Lovaniensis,Beste voorzitter,Geachte alumni,

EKONOMIKA bestaat 75 jaar! Het is een zin die je nog veel zal horen, maar het is een zin, een verwe-zenlijking waar we met zijn allen hier terecht trots op mogen zijn. Niet alleen bestaat Ekonomika namelijk 75 jaar, Ekonomika is bovendien levendi-ger dan ooit!

75 jaar geleden, Ekonomika-vrienden, werd de eer-ste steen door Wijlen Leo Charles gelegd. Dankzij de tomeloze inzet en het engagement van 75 prae-sidia, 75 jaar Ekonomika-vrijwilligers, 75 jaar Ekonomika-leden, 75 jaar FETEW studenten, is die éne steen omgetoverd tot een heuse villa, Ekonomika genaamd. Een villa die schittert bin-nen de Leuvense studentenwijk en menig niet-economist groen maakt van jaloezie. Een villa met stevige, rechtlijnige funderingen en een zwierig, comfortabel interieur.

Beste Ekonomika vrienden, op die villa, op Ekonomika mogen we dan ook fier zijn; mogen we met trots zeggen dat we er ooit in verbleven hebben, eraan hebben meegebouwd en er altijd welkom zullen zijn!

Commolitones, terugkijken is altijd een beetje ple-zant en zeker als je zo’n schitterend parcours hebt afgelegd als Ekonomika. Op deze 75e verjaardag, moeten we echter ook naar de toekomst durven kijken en de gevaren erkennen die de verdere uit-bouw van ons huis dreigen te ondermijnen. Een mooie villa met stevige funderingen kan namelijk een pareltje zijn, beste vrienden, maar volledig nutteloos zonder bewoners.

Ekonomika moet er dan ook blijvend over waken dat het een open huis is waar iedereen welkom is; een huis vol gezelligheid; een huis vol met creatie-ve mogelijkheden. Uiteraard moet een gebouw een stevig raamwerk hebben en uiteraard moet Ekonomika een zekere professionaliteit aanhou-den, toch beste vrienden, moeten we in het achter-hoofd er ons voor hoeden dat die mooie, zwierige villa niet verandert in een kil, grijs productiebe-drijf.

Ekonomikavrienden, zoals jullie wel beter zullen weten dan ik, is er aan elk huis voortdurend ver-fraaiingswerk nodig, zijn er uitbouwmogelijkhe-den en soms ook wel een beetje herstellingswerk. Voor al deze klusjes, commolitones, heb je vele handen, vele vrijwilligers nodig; vrijwilligers die Ekonomika steeds opnieuw heeft weten te mobili-

seren. Het zijn verijwilligers waarvoor we uiterst dankbaar zijn en die Ekonomika gemaakt hebben tot wat het reeds lange tijd is: de schoonste, de grootste, de meest actieve!

Commolitones, Ekonomika staat heden ten dage echter voor de enorme uitdaging in de toekomst blijvend herstellers, tuinmannen, bouwheren, decorateurs en nog veel meer voor haar mooie villa te vinden; blijvend studenten in te wijden en te motiveren in het studentenleven. Ekonomika heeft de taak als leidende kring, studenten te over-tuigen dat het studentenleven, zoals wij het hier allemaal gekend hebben, de moeite loont; dat het studentenleven in een kring een meerwaarde biedt, een meerwaarde die je zowel persoonlijk als professioneel verrijkt. Want zeg nu zelf, beste alumni, bestaat er een beter platform dan een stu-dentenkring om sociaal engagement, creativiteit, zin voor initiatief, ondernemingsgeest en teamspi-rit te leveren, net zoals nog zo vele andere dingen die je later in het leven van pas komen?

Laat ons dan ook samen (studenten, alumni, bedrijven, academici, ouders en alle betrokkenen) een heropleving van het studentenleven aanmoe-digen; laat ons samen een krachtig en duidelijk signaal geven dat een studentenvereniging een meerwaarde betekent.

En, Ekonomikavrienden, welke gelegendheid schikt zich hiervoor beter dan een 75e verjaardag, een lustrumweek van EKONOMIKA. Met de volle steun van jullie, beste alumni, geven we op vrijdag 18 februari dan ook het startschot van een lus-trumweek waarin iedereen zal kunnen proeven van de geneugten van het studentenleven. En geloof me vrij, na vrijdag 25 februari, een lustrum-weekje later, zullen dankzij jullie welgekomen hulp, heel wat nieuwe bewoners te vinden zijn in onze mooie Ekonomika-villa!Ut vivat, crescat et floreat EKONOMIKA!

Tom VAN ASSCHE - Preses 75ste - Ekonomika

Tom Van Assche (Praeses) en Peter Kesteloot (Vice-Praeses Serieuze zaken) in actie

Ook dit jaar werd er weer heel wat geconsumeerd op de Onthaal-TD

Een heleboel 1e bach-ersgingen weer mee op onthaalweekend

Het onthaalweekend stond weer garant voor menig feestje!

Jeroen Decroos (Vice-Praeses Sport) met zijn gevolg

Jeroen (Vice-Praeses Sport), Carly Vanderschelden (Vice-Praeses Ontspanning) en Bram Sabbe (Vice-Praeses Logistiek) op onthaalweekend

Laura Nurski (Vice-Praeses Jaarwerking en Erasmus) en Tom Broos (Vice-Praeses Ekobar) tijdens de cantus

75 JAAR EKONOMIKA

Page 34: EKONOMIKA berichten

Nieuws. Geen karikatuur ervan.

TIJD20041014

De TIJD_Leterme ekonomika 14-10-2004 18:37 Pagina 1

Page 35: EKONOMIKA berichten

Nieuws. Geen karikatuur ervan.

TIJD20041014

De TIJD_Leterme ekonomika 14-10-2004 18:37 Pagina 1

Page 36: EKONOMIKA berichten

EKON

OMIK

A be

richt

en |

dece

mbe

r 200

4| 3

6 Louizalaan 149 bus 33, 1050 Brussel - België

Tel.: +32 2 511 66 88 Fax: +32 2 511 99 69

20, rue Eugène Ruppert, L-2453 Luxembourg

Tel.: +352 26 47 85 85 Fax: +352 26 49 33 34

E-mail: [email protected]

http://www.robertwalters.com

Belgium & Luxembourg

EUROPE USA AUSTRALIA NEW ZEALAND SOUTH AFRICA ASIA

Finance ExecutiveSearch

InterimManagement

Driemaandelijks magazine van de Ekonomika Alumni

Vereniging van Alumni van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de KU Leuvenp.a. Marijke DecabooterNaamsestraat 693000 LeuvenTel.: 016/32.66.90Fax: 016/32.66.89e-mail:[email protected]

Hoofdredacteur:Fa Quix

Kernredactie:Nic Bal, Liesbeth Boogaerts, Sara Coene, Frederik Crab, Frederik Delaplace, Luc Galoppin, Patrick Moermans en Frank Vandenborre

Cartoons:Eduard Verbeke (EVER)

Verantwoordelijke Uitgever:Walter Herssens, Alfons Gossetlaan 49 b3, 1702 Dilbeek

AdvertentiewervingDecomTel. 02/481.78.41Tel. 02/481.78.81e-mail: [email protected]

EKONOMIKAberichtenEKONOMIKAberichten

����������������������������

�����������������������������������������������������������������������������������������������������

�������������������������������������������������������

�����������������������������������

Page 37: EKONOMIKA berichten

HUMO

Kleef uw Humo-sticker op een opvallende plaats en word miljonair.

Kleef uw Humo-sticker op een opvallende plaats en word miljonair.

Volgende week inVolgende week in

boekje 08-10-2004 15:51 Pagina 1

Page 38: EKONOMIKA berichten

Bier met liefde gebrouwen, drink je met verstand.

Het plezier van vers getapt bier…THUIS.Trakteer jezelf na een drukke dag op een heerlijke, zelfgetapte Stella Artois of Jupiler.Of verbaas je enthousiaste gezelschap met je tapkunst. De PerfectDraft thuistap garandeert je immers keer op keer een perfectgetapte verse pint op de ideale temperatuur van 3°C. Zie je zo’n huisgenoot wel zitten? Kijk dan snel op www.perfectdraft.com,dan krijg je de smaak nog meer te pakken. PerfectDraft is zeker hèt cadeau voor de eindejaarsfeesten. Schenken maar!

Schenk er eentje !

Nu metGRATIS vat enintroductiekit !

Wie nù een PerfectDraft koopt, krijgt er meteen een bon voor een gratis vat StellaArtois of Jupiler naar keuze bovenop. Plus al wat je nodig hebt voor de eerste rondjes:glazen, bierviltjes en een afschuimer. De PerfectDraft thuistap is verkrijgbaar in demeeste electrozaken en in de electro-afdeling van je hypermarkt. De vaatjes zijn tekoop in een groot aantal supermarkten.

702332 PD-strik_auto_nl 10-11-2004 14:55 Pagina 1