2
114 TBV 22 / nr 3 / maart 2014 zijden’ kent. Dit betreft de exclusie van ‘buiten- staanders’, rigiditeit van groepsnormen en beper- king in individuele vrijheid. Blue collar medewer- kers zijn hier wel bij gebaat i.v.m. meer aangewe- zen zijn op ‘horizontale contacten’, maar voor hun leidinggevenden is het ‘extra eenzaam aan de top’. Dit is een studie met complexe opzet en complexe resultaten. Toch zijn bedrijfs- en verzekeringsart- sen gebaat bij meer studies die zicht geven op de interacties tussen individuele, organisatiefactoren en gezondheidsuitkomsten. Deze studie laat bij- voorbeeld zien dat organisatiefactoren invloedrij- ker zijn dan individuele kenmerken voor de mate van depressieve symptomen. Vervolgstudies zijn nodig om meer helderheid te krijgen en leiden hopelijk tot conclusies over wat op individueel, beroepsmatig en organisatieniveau effectieve maatregelen zijn. Rob Hoedeman Etnische verschillen voor oorzaak van ziekteverzuim REFERAAT The association between health and sickness absence among Danish and non-Western immigrant cleaners in Denmark Carneiro IG, Rasmussen CD, Jørgensen MB, Flyvholm MA, Olesen K, Madeleine P, Ekner D, Søgaard K, Holtermann A. Int Arch Occup Environ Health 2013; 86: 397-405 Zoals bekend verschilt het ziekteverzuim van au- tochtonen en niet-westerse-migranten. In deze Deense studie worden deze verschillen geanaly- seerd, door het ziekteverzuim van Denen en eer- ste generatie niet-westerse-migranten (migran- ten) gedurende 6 maanden na de start van het onderzoek met elkaar te vergelijken. Kernvraag was of indicatoren voor chronische gezondheids- problemen samenhingen met het ziekteverzuim. De onderzoekspopulatie bestond uit werknemers afkomstig van 9 verschillende schoonmaakbe- drijven. In totaal werden 758 werknemers schrif- telijk benaderd. 589 respondeerden (47% Denen, 48% Migranten en 5% onduidelijk). In hoeverre dit een representatieve steekproef is blijft een vraag. Het kan bovendien zijn dat sommige mi- granten afhaakten vanwege taalproblemen, aan- gezien de vragen in het Deens waren gesteld. Maar bij de statistische bewerking werden wel de verschillen in lifestyle en gezondheid karakteris- tieken verdisconteerd. Uiteindelijk bleken 351 werknemers geschikt en bereid om aan dit onder- zoek deel te nemen: 144 Denen en 132 migranten. De vier grootse migrantengroepen kwamen uit Turkije (32), Macedonië (16), Thailand (13), en Pa- kistan (32). Gegevens over de ziektefrequentie en ziekteduur waren afkomstig van de sociale verze- keringsorganen en de werkgevers. Men categori- seerde het cumulatieve verzuim over 6 volgende maanden als volgt: ‘in geen verzuim’, ‘tot 10 da- gen verzuim’ en ‘10+ dagen verzuim’. Als gezond- heidsindicatoren gebruikte men de subjectieve gezondheidsbeleving, de aanwezigheid van alge- mene pijnklachten, de aanwezigheid van een of meer chronische aandoeningen (klachten na een vroeger ongeval, CV-aandoeningen, respiratoire aandoeningen, depressie en andere psychische ziekten, musculoskeletale-pijnklachten door o.a. reuma, artrose, etc.). Voorts de BMI, bloeddruk en personale- en arbeidsgegevens. De regressieana- lyse werd met SAS 9.2 software uitgevoerd. De migranten waren jonger en er waren onder hen tweemaal meer mannen (25.8% tegen 12.5%). Zij rookten minder en hadden minder overge- wicht. Denen toonden meer hypertensie terwijl migranten meer algemene pijnklachten aan ga- ven. Migranten verzuimden iets meer dan de De- nen maar dit verschil was niet significant. (Denen 48/144 en migranten 39/132 zonder verzuim). Lang verzuim (10+ dagen) Denen: 17/144, migran- ten 21/132. Migranten hadden vaker twee of meer chronische aandoeningen dan de Denen (19% te- gen 14%). Musculoskeletale klachten zag men bij migranten meer dan bij Denen (22% tegen 14%). Ziekteverzuim bij Denen was gerelateerd aan een slechte gezondheidsbeleving (OR=3.41; 1.00- 12.22) en hoge bloeddruk (OR=3,80; 1,01-15.00). Bij migranten bestond eveneens een sterke relatie met slechte gezondheidsbeleving (OR=4.36; 1,24- 15.32) voorts was verzuim gerelateerd aan alge- mene pijnklachten (OR=1,14; 1,04-1.26) en vooral de aanwezigheid van twee of meer chronische ziekte aandoeningen (OR=4,98 ; 1,34-15.33). Dit onderzoek toonde aan dat de verzuimduur van Denen en migranten weinig met elkaar ver-

Etnische verschillen voor oorzaak van ziekteverzuim

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Etnische verschillen voor oorzaak van ziekteverzuim

114 TBV 22 / nr 3 / maart 2014

zijden’ kent. Dit betreft de exclusie van ‘buiten-staanders’, rigiditeit van groepsnormen en beper-king in individuele vrijheid. Blue collar medewer-kers zijn hier wel bij gebaat i.v.m. meer aangewe-zen zijn op ‘horizontale contacten’, maar voor hun leidinggevenden is het ‘extra eenzaam aan de top’.

Dit is een studie met complexe opzet en complexe resultaten. Toch zijn bedrijfs- en verzekeringsart-sen gebaat bij meer studies die zicht geven op de interacties tussen individuele, organisatiefactoren

en gezondheidsuitkomsten. Deze studie laat bij-voorbeeld zien dat organisatiefactoren invloedrij-ker zijn dan individuele kenmerken voor de mate van depressieve symptomen. Vervolgstudies zijn nodig om meer helderheid te krijgen en leiden hopelijk tot conclusies over wat op individueel, beroepsmatig en organisatieniveau effectieve maatregelen zijn.

Rob Hoedeman

etnische verschillen voor oorzaak van ziekteverzuim

r e f e r a aT

the associat ion between health and s ickness absence among Danish and non­Western immigrant c leaners in DenmarkCarneiro IG, Rasmussen CD, Jørgensen MB, Flyvholm MA, Olesen K, Madeleine P, Ekner D, Søgaard K, Holtermann A. Int Arch Occup Environ Health 2013; 86: 397-405

Zoals bekend verschilt het ziekteverzuim van au-tochtonen en niet-westerse-migranten. In deze Deense studie worden deze verschillen geanaly-seerd, door het ziekteverzuim van Denen en eer-ste generatie niet-westerse-migranten (migran-ten) gedurende 6 maanden na de start van het onderzoek met elkaar te vergelijken. Kernvraag was of indicatoren voor chronische gezondheids-problemen samenhingen met het ziekteverzuim.

De onderzoekspopulatie bestond uit werknemers afkomstig van 9 verschillende schoonmaakbe-drijven. In totaal werden 758 werknemers schrif-telijk benaderd. 589 respondeerden (47% Denen, 48% Migranten en 5% onduidelijk). In hoeverre dit een representatieve steekproef is blijft een vraag. Het kan bovendien zijn dat sommige mi-granten afhaakten vanwege taalproblemen, aan-gezien de vragen in het Deens waren gesteld. Maar bij de statistische bewerking werden wel de verschillen in lifestyle en gezondheid karakteris-tieken verdisconteerd. Uiteindelijk bleken 351 werknemers geschikt en bereid om aan dit onder-zoek deel te nemen: 144 Denen en 132 migranten. De vier grootse migrantengroepen kwamen uit Turkije (32), Macedonië (16), Thailand (13), en Pa-kistan (32). Gegevens over de ziektefrequentie en ziekteduur waren afkomstig van de sociale verze-keringsorganen en de werkgevers. Men categori-seerde het cumulatieve verzuim over 6 volgende

maanden als volgt: ‘in geen verzuim’, ‘tot 10 da-gen verzuim’ en ‘10+ dagen verzuim’. Als gezond-heidsindicatoren gebruikte men de subjectieve gezondheidsbeleving, de aanwezigheid van alge-mene pijnklachten, de aanwezigheid van een of meer chronische aandoeningen (klachten na een vroeger ongeval, CV-aandoeningen, respiratoire aandoeningen, depressie en andere psychische ziekten, musculoskeletale-pijnklachten door o.a. reuma, artrose, etc.). Voorts de BMI, bloeddruk en personale- en arbeidsgegevens. De regressieana-lyse werd met SAS 9.2 software uitgevoerd.

De migranten waren jonger en er waren onder hen tweemaal meer mannen (25.8% tegen 12.5%). Zij rookten minder en hadden minder overge-wicht. Denen toonden meer hypertensie terwijl migranten meer algemene pijnklachten aan ga-ven. Migranten verzuimden iets meer dan de De-nen maar dit verschil was niet significant. (Denen 48/144 en migranten 39/132 zonder verzuim). Lang verzuim (10+ dagen) Denen: 17/144, migran-ten 21/132. Migranten hadden vaker twee of meer chronische aandoeningen dan de Denen (19% te-gen 14%). Musculoskeletale klachten zag men bij migranten meer dan bij Denen (22% tegen 14%).

Ziekteverzuim bij Denen was gerelateerd aan een slechte gezondheidsbeleving (OR=3.41; 1.00-12.22) en hoge bloeddruk (OR=3,80; 1,01-15.00). Bij migranten bestond eveneens een sterke relatie met slechte gezondheidsbeleving (OR=4.36; 1,24-15.32) voorts was verzuim gerelateerd aan alge-mene pijnklachten (OR=1,14; 1,04-1.26) en vooral de aanwezigheid van twee of meer chronische ziekte aandoeningen (OR=4,98 ; 1,34-15.33).

Dit onderzoek toonde aan dat de verzuimduur van Denen en migranten weinig met elkaar ver-

Page 2: Etnische verschillen voor oorzaak van ziekteverzuim

115TBV 22 / nr 3 / maart 2014

schilde maar dat de oorzaak voor dit verzuim wel anders was. Bij Denen is hoge bloeddruk bij het verzuim een belangrijke factor, bij migranten al-gemene pijnklachten en vooral chronische aan-doeningen. In beide groepen is de gezondheidsbe-leving sterk met ziekteverzuim verbonden.

De sterkte van dit onderzoek is de beschikbaar-heid van nauwkeurige gegevens over het ver-zuimgedrag. Daarnaast beschikte men over uit-voerige subjectieve gegevens, ook over een aantal objectieve bevindingen.Zwak punt is echter dat deze onderzoeksopzet

geen causale conclusies toeliet wat betreft de ge-zondheidsbeleving en de invloed daarvan op het verzuim. Helaas was de onderzoekspopulatie ook te klein om de invloed van de specifieke chroni-sche aandoeningen op het verzuim in detail te toetsen. Tenslotte kan de heterogeniteit van de migrantengroep de specifieke kwetsbaarheid bij sommige specifieke nationaliteiten verhullen. De bevindingen bij dit onderzoek geven volgens de auteurs handvatten voor verzuimpreventie.

Jan-Willem Koten

een leven lang inzetbaar? Duurzame inzetbaarheid op het werk, interventies, best practices en integrale benaderingen.Dr. Annet de Lange en Prof.dr. Beatrice van der Heijden. Alphen aan den Rijn: Vakmedianet BV, 2013, ISBN 9789462150973, 476 pagina’s, € 51,95.

B o e K B e S P r e K i n G

In dit boek wordt het zeer actuele thema van duurzame inzetbaarheid aangesneden. Duur-zame inzetbaarheid betekent dat mensen, zowel jong als oud, nu en in de toekomst gemotiveerd, capabel en gezond kunnen functioneren in orga-nisaties.Zoals de definitie aangeeft, spitst duurzame inzet-baarheid zich niet enkel toe op oudere werkne-mers. Een lang leven inzetbaar begint al bij het begin van de carrière. In de praktijk wordt oudere mensen aan het werk houden echter vaak gezien als de uitdaging, terwijl dit eigenlijk niet zou mo-gen zijn. Oudere werknemers, of beter gezegd er-varen werknemers, zijn een meerwaarde binnen het bedrijf. Ze bezitten kennis van het vak en de onderneming die gebaseerd is op jarenlange erva-ring en ontwikkeling. Op deze aspecten wordt in dit boek de nadruk gelegd.Hoewel het boek zich vooral toespitst op werkge-vers en human resource managers, kan het ook voor bedrijfs- en verzekeringsartsen een zeer inte-ressant naslagwerk zijn. Annet de Lange en Beatri-ce van der Heijden geven samen met andere au-teurs een totaalbeeld over duurzame inzetbaar-heid, en dit op een onderbouwde manier. Er wordt een duidelijke omschrijving gegeven van het be-grip duurzame inzetbaarheid en het conceptueel kader hieromtrent. Ook resultaten van weten-schappelijke onderzoeken komen aan bod. Dit wordt op een leesbare manier aangevuld met praktijkvoorbeelden en good practices. Ook knel-

punten die men in de praktijk kan tegenkomen, worden besproken. Duurzame inzetbaarheid is een complex thema wat het vaak moeilijk maakt om dit in een onder-neming te implementeren. Toch kan men, op ba-sis van dit boek, als onderneming hiermee aan de slag. Als lezer kan men zich er een goed beeld van vormen hoe een integraal duurzaam inzetbaar-heidsbeleid eruit moet zien en hoe men dit kan implementeren. Ook bedrijfsartsen, verzeke-ringsartsen en werknemers zelf, kunnen bruik-bare informatie halen uit dit geactualiseerd over-zicht. Zo wordt doorheen het boek benadrukt dat er op een meer proactieve manier moet worden omgegaan met duurzame inzetbaarheid, daar waar men momenteel te vaak enkel oplossings-gericht te werk gaat.De visie doorheen het boek, vandaar ook het vraagteken in de titel, is dat duurzame inzetbaar-heid mogelijk is, maar dat iedereen hier hard aan moet werken. Duurzame inzetbaarheid is een breed domein waarin verschillende actoren een rol en verantwoordelijkheid moeten opnemen. Dit boek is een aanzet om de verschillende acto-ren op een evidence based manier hun rol te doen opnemen zodat men kan gaan van Duurzame in-zetbaarheid? naar Duurzame inzetbaarheid!

Karolien van Nunen, Katrien MortelmansExterne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, België