Individualisme en corporatisme Ton van Schaik, maart 2013
Dia 2
Wat er aan vooraf ging Wim Blockmans, Metropolen aan de
Noordzee, De geschiedenis van Nederland, Amsterdam, 2010 Eeuwen van
explosieve (bevolkings)groei, 1100-1290 Tijdens de 12de en 13de
eeuw veranderde vrijwel alles in de Lage Landen, en wel zo grondig
dat een aantal basispatronen van de huidige samenleving direct tot
die tijd is terug te voeren. De inwoners van ontginnersdorpen
kregen grote vrijheidsrechten en werden feitelijk eigenaar van hun
land en hoeve. (Vergelijkbaar met pioniers Amerika) 2
Dia 3
Europa, 1290-1430 In vergelijking met de explosieve groei in de
periode 1100-1290 was dit een turbulente periode in Europa Aan de
bevolkingsgroei kwam een einde Voedsel werd duur, en hier en daar
stak hongersnood de kop op Erfenis van de Zwarte Dood (1348-1349)
Wim Blockmans noemt dit de periode van het gebroken elan Nederland
kende vanaf de Zwarte Dood daarentegen een vliegende start:
Inhaalgroei 3
Dia 4
Vliegende start, 1350-1500 Bas van Bavel en Jan Luiten van
Zanden (2004), The jump-start of the Holland economy, 1350-1500,
Economic History Review, pp. 503-532 Bas van Bavel (2007), The
Transition in the Low Countries: Wage Labour as an Indicator of the
Rise of Capitalism in the Countryside, 1300-1700 Bas ter Weel e.a.,
The Legacy of the Brethren of the Common Life, CPB Discussion
Paper, 228, 21 januari 2013 4
Dia 5
Pioniers-economie Proto-industrile ontwikkeling door goedkope
brandstof (turf) en goedkoop transport (via water) Massaproductie
en export van stenen, tegels, krijt, bier, turf, kalk, haring,
kaas, boter, kleding, linnen (voor de opkomende middenklasse in
Europa na de Zwarte Dood (rond 1350) Hoge lonen: rond 1500 werkte
40% in de industrie en 20% in de dienstensector (marketing)
Kapitaal-intensieve productie (lonen maar 25% van de totale kosten
van een schip) 5
Dia 6
Pionier neemt voorsprong Bron: Jan de Vries en Ad van der Woude
(1995), Nederland 1500-1815, De eerste ronde van moderne
economische groei Kneedbare geografische ruimte Trek naar de stad
Lage transactiekosten Infrastructuur als basic commodity
(basisgoed) Voorsprong op rest Europa 6
Dia 7
Kneedbare geografische ruimte Vergeleken met de rest van Europa
nam het gebied in de delta van Rijn, Maas en Schelde een
uitzonderlijke positie in Geen erfenis uit de middeleeuwen in de
vorm van adel en geestelijkheid gericht op handhaven status quo
Lage gedeelte onder de zeespiegel (Sint- Elisabethsvloed van 19
november 1421) Hollanders waren in feite kolonisten Doorbraken
infrastructuur en transportsystemen Organisatie in vrije
boerengemeenschappen 7
Dia 8
Trek naar de stad Door overstromingen weinig landbouw Trek van
boeren naar de stad Rond 1500 veel economische minisystemen
Voedingsbodem voor het ontstaan van een redelijk geschoolde
beroepsbevolking Die bevolking raakte al doende vertrouwd met de
basisinstituties van een moderne markteconomie Rond 1650 woonden er
meer mensen in de steden dan in de steden van alle Duitse landen
bij elkaar 8
Dia 9
Lage transactiekosten Rivieren en zeegaten waren van nature een
kant en klaar netwerk van verbindingen Deze werden al in de
middeleeuwen bewust verbeterd, bijvoorbeeld door het aanleggen van
sluizen Hoge mate van verkeersmobiliteit, waardoor de economie uit
veel zelfstandige eenheden bestond. Geen enkele eenheid kon
domineren, zodat de markten voldoende efficint konden blijven
werken Toenemende voorsprong op Vlaanderen en Oost Engeland 9
Dia 10
10
Dia 11
Bruisend Brugge Frits van Oostrom, Geschiedenis van de
Nederlandse literatuur 1300-1400, februari 2013 Drie milieus
omstreeks 1400: Het Hollandse hof (blz. 457-484) Moderne Devotie
(blz. 485-512) Bruisend Brugge (blz. 513-547) 11
Dia 12
Instituties en het Pad naar de Moderne Economie Avner Greif
(2006): Er bestaat een opvallende overeenkomst tussen de
economische en politieke instituties van de commercile expansie in
de late Middeleeuwen en die van de moderne economie (blz. 395) In
beide perioden domineren culturele waarden en normen die
samenhangen met individualisme en corporatisme. De vroege opkomst
van de Nederlandse Republiek en de politieke suprematie van het
Engelse Parlement na 1688 berusten op laat-Middeleeuwse
funderingen. 12
Dia 13
Infrastructuur als basic commodity Turf: goedkope energiebron
Inklinking grond in de steden 1540-1565: Voedselprijzen in Europa
stijgen Antwoord: constructie van polders waardoor het waterpeil
kunstmatig geregeld kon worden Windmolentechnologie (1450-1650)
Uitgebreid net van trekvaarten, waardoor de technologie van het
verwerken van hout belangrijke impulsen kreeg. 13
Dia 14
Voorsprong op rest Europa Scheepsbouw (kogge, fluit)
Houtzagerij (houtzaagmolen) Visserij (haringkaken, haringbuis)
Papierindustrie (papiermolen, witpapier) Grafische industrie
(export boeken) Afschaffing 50 chistelijke feestdagen in 1574,
waardoor arbeidstijd en bedrijfstijd langer waren dan in de rest
van Europa Ruim arbeidsaanbod, elastisch en geografisch mobiel
14
Dia 15
15
Dia 16
Waarom ontwikkelde Nederland zich zo vroeg? Unieke geografische
positie. Instituties van de pioniers-economie. Inhalen en voorbij
streven van koplopers. Reacties op Kerk (1300-1450) 16
Dia 17
Reacties op Kerk (1300-1450) Kerk wist zich geen raad met de
crises die heel Europa troffen in de vorm van honger, pest en
oorlog Geestelijken vertoonden op ruime schaal een bedenkelijke
levenswandel Lekenbewegingen kanaliseerden de behoefte aan een
authentieke religieuze beweging Vanaf eind dertiende eeuw:
begijnhoven Vanaf eind veertiende eeuw: Moderne Devotie. In de
volkstaal werd op ruime schaal vrome lectuur vervaardigd voor
individuele lectuur en bezinning 17
Dia 18
De erfenis van de Broeders van het Gemene Leven (BGL) Bas ter
Weel, Dinand Webbink and Semih Akcomak Why Did the Netherlands
Develop so Early? The Legacy of the Brethren of the Common Life CPB
Discussion Paper, 228, 21 januari 2013 18
Dia 19
Moderne Devotie Woongemeenschappen van de Zusters des Gemeenen
Levens en iets later ook van de Broeders Gemeenschappen van niet
gewijde geestelijken Nadruk op soberheid in navolging van de
evangelische Christus De Moderne Devotie wordt wel gezien als een
wegbereider voor de Reformatie, die vooral wortel schoot in het
verspreidingsgebied van de Moderne Devotie 19
Dia 20
Broeders Gemene Leven (BGL) 20 Geert Groote (1340-1384), woonde
in Deventer Oprichting in 1374 Meester-Geerthuis in Deventer
Stimuleerde oprichting Huizen in andere steden Motivatie: onvrede
met moreel verval RK kerk Doel: terugkeer naar gebruiken vroege
Chistenen Vertaalde delen van de bijbel in het Nederlands Probeerde
BGL erkend te krijgen door Utrecht In 1398 instemming bisschop met
de organisatie en de religieuze motivieven BGL
Dia 21
21
Dia 22
22
Dia 23
Organisatie BGL Geen geloften aan God Geen handenarbeid in de
landbouw Wel: Vertalen en copiren van boeken Na 1450 (Mainz)
drukken van boeken en onderwijs BGL bevorderde lezen en schrijven
als instrument om de kerk en de maatschappij te hervormen Burgers
konden contracten opmaken in het economisch verkeer 23
Dia 24
24
Dia 25
BGL Huizen Rood: 23 grote steden met BGL Huizen Grote stad:
1000 inwoners of meer in 1400 Blauw: 12 kleine steden mer BGL
Huizen In 1400 zijn er 67 grote steden (23 met en 44 zonder) Bron:
Lourens en Lucassen, Inwoneraantallen van Nederlandse sfeden ca.
1300-1800, NEHA, 1997. 25
Verspreiding van ideen De eerste huizen in Deventer (1374),
Amersfoort (1395) en Zwolle (1396) Daarna in veel andere steden
Delft (1403), Den Bosch (1424), Groningen (1430) De meeste rectors
kwamen van de huizen in Deventer en Zwolle Invloed van BGL op
Christelijk Humanisme (1470) Thomas van Kempen, Erasmus Invloed op
leidende denkers Reformatie vanaf 1517 27
Dia 28
Thomas van Kempen (1380-1472) Kwam in 1395 op de BGL-school in
Deventer Heel vaardig in kopiren van manuscripten en kon daardoor
zichzelf onderhouden Hij leidde een rustig leven in Zwolle (met een
boekje in een hoekje is van hem afkomstig) Zijn? bekendste werk:
Over de navolging van Christus Een leer over vroomheid en deugden
als onthechting, zuiverheid en eenzaamheid Het was na de Bijbel het
meest verspreide boek van de late middeleeuwen 28
Dia 29
29
Dia 30
Netwerken (1400-1550) Geert Groote en Florens Radewijns Twee
personen kennen elkaar als vrienden, collegas, medestudent of
soortgelijke nauwe relatie Twee personen hebben naderhand met
elkaar contact gehouden Twee personen hebben contact gehouden via
een derde persoon of brieven Twee personen hebben elkaar nooit
ontmoet, maar correspondeerden veel met elkaar Chronologisch
overzicht 30
Dia 31
Dia 32
Te verklaren: Het effect van BGL op het aandeel per stad in de
Nederlandse productie van nieuwe gedrukte boekuitgaven (1470-1500)
de geletterdheid in Nederland rond 1600 de verspreiding van de
Nederlandse Opstand vanaf 1 april 1572 (start in Den Brielle) de
bevolkingsgroei van 67 Nederlandse steden (1400- 1560) 32
Dia 33
Verschillen tussen steden, los van aanwezigheid BGL Huis
Bevolking in 1400 Afstand tot Deventer (hemelsbreed) Ligging aan
zee Ligging aan een rivier Afstand tot handelsroute uit Romeinse
tijd 33
Dia 34
34 Afstand tot Deventer BGL huis? Ja/nee Geschatte waarde BGL
Te verklaren
Dia 35
35 Gemiddelde bevolking Steden zonder BGL (44) Steden met BGL
(23) Bevolking 1400 25644026 Bevolking 1560 37208930
Dia 36
Boekproductie voor 1500 (druk) 36 Per 1000 inwoners Aantal
edities Aandeel in Ned/Bel Deventer91.436400.27 Zwolle21.861530.06
Antwerpen15.974790.20 Leuven15.712670.11 Gouda10.911200.05 Leiden
4.00 560.02 Utrecht 3.45 690.03
Dia 37
Boekuitgaven per capita 37 Voor 1500Bevolking (x 1000) Per
capita Nederland 1.110 9501.168 Belgi 1.268 1.4000.906
Itali10.55710.5001.005 Duits sprekend 10.48614.3000.733 Frans
sprekend 5.43715.3000.355 Spanje en Portugal 1.107 7.8000.142
Engeland 412 3.9420.105
Dia 38
38
Dia 39
Geletterdheid rond 1600 Bron: Amsterdamse trouwregisters
Periode 1580-1810: circa 1 miljoen huwelijken Plaats van geboorte
bekend; geeft informatie over geleterdheid in 33 steden Niet in
Amsterdam geboren: 40% einde 16e eeuw en 70% begin 17e eeuw Ook
informatie over Duitse steden Bron: Archief van Gemeentearchivaris
Simon Hart (1976), Geschrift en Getal 39
De verspreiding van de Opstand Gemeten als het aantal dagen na
1 april 1572 dat de Opstand in een bepaalde stad plaats vond 67
steden Den Brielle 0 dagen Vlissingen 21 dagen Enkhuizen 50 dagen
Hoorn 72 dagen Deventer 132 dagen 42
Dia 43
Dia 44
44
Dia 45
Economische groei Stedelijke bevolkingsgroei is een goede en
veelgebruikte maat voor economische groei in deze periode In de
Middeleeuwen groeide het bevolkingsaantal als de steden rijker en
welvarender werden Wanneer we naar de groei van de (Nederlandse)
steden voor 1400 kijken, zien we geen verschillen in
bevolkingsgroei; na 1400 wl Het lijkt er dus op dat de aanwezigheid
van de BGL heeft geleid tot meer economische voorspoed 45
Dia 46
46
Dia 47
Hoe robuust zijn de resultaten? Bouwde BGL voort op scholen die
al voor 1400 bestonden? NEE Speelde de Oostzeehandel (Hanze,
IJsselsteden) ook een rol? NEE, maar wel via de dummy ligging aan
zee! Wat gebeurt er als de afstand tot Deventer wordt vervangen
door de afstand tot een andere stad? NIETS Hebben andere religieuze
bewegingen ook invloed? NEE Wat gebeurt er als ook steden in Belgi
en Duitsland in de analyse worden meegenomen? NIETS 47
Dia 48
Weinig feodale beperkingen Kneedbare geografische ruimte Lage
transactiekosten Grote vrijheids- en eigendomsrechten Vliegende
start na 1350 Pionierseconomie Trek naar de stad (al rond 1400
sterke urbanisatie) Hoge graad van geletterdheid en informatisering
Infrastructuur als basic commodity (basisgoed) 48 Waarom
ontwikkelde Nederland zich zo vroeg? (1350-1550)
Dia 49
(Vervolg) Gebroken elan in rest Europa (1290-1430) Imitatie van
koplopers zoals Brugge (inhaalgroei) Weinig akkerbouw, nadruk op
veeteelt (kaas) Import van goedkoop graan Imitatie van Duitse
bierbrouwers Haring ging van de Oostzee naar de Noordzee Turf als
goedkope energiebron Dominantie van culturele waarden en normen die
samenhangen met individualisme en corporatisme 49