62
Jaarverslag 2012

Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Citation preview

Page 1: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

J a a r v e r s l a g2 0 1 2

Page 2: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Inhoudsopgave

1 Leeswijzer 2

2 Missie en visie 4

3 Organisatiestructuur 6

Flore Basis

4 Ruimte om te bloeien 10

5 Verslag van het College van Bestuur 14

6 Verslag van de Raad van Toezicht 16

7 Verslag van het Dagelijks Bestuur van de GMR 21

8 Verslag van de agendacommissie

van het Directieberaad 23

Flore Extra

xtra Thema Passend Onderwijs 24

xtrb Thema Talentontwikkeling 27

xtrC Thema Opbrengstgericht werken 28

xtrd Thema Informatie- en Communicatie Technologie 28

9 Samen zijn we Flore 32

10 Toekomstbestendige organisatie 33

Ontwikkeling aantal leerlingen 33

Ontwikkeling personeelsaantallen 36

Ontwikkeling schoolgebouwen 38

Financiën 39

Jaarrekening 2012 42

Exploitatierekening 2012 42

Baten 2012 43

Lasten 2012 47

Baten 2013 52

Lasten 2013 52

11 Special Asbest op scholen 56

12 Lijst met afkortingen 58

Colofon 60

1Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 3: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

1Leeswijzer

Met de overgang van 2011 naar 2012 werd ook het Koersplan 2012-2016 van kracht. Het Koersplan kreeg als titel

‘Ruimte om te bloeien, kwaliteit geeft vrijheid’.

De kernwaarden van de organisatie: vooruitstrevend, kwaliteit, daadkracht en duurzaamheid, die zijn vastgesteld in

het Communicatiebeleidsplan van de stichting, liggen ten grondslag aan het koersplan. Het vorige koersplan is tot

stand gekomen gedurende het fusieproces tussen Kaprion en Valete in 2007. Om de organisatie goed te structureren

was het noodzakelijk om in dit plan ook vele praktische zaken op te nemen. Een nieuwe organisatiestructuur en

-cultuur werd daarmee in de steigers gezet. Dit heeft geleid tot een sterke en professionele onderwijsorganisatie die

nu in staat is om de eerder genoemde kernwaarden vorm en inhoud te geven.

In 2012 kunnen we voortbouwen op de verworven kwaliteit en structuur. In het traject van opstellen van het koers-

plan is er een organisatiebrede dialoog met verschillende geledingen gevoerd over de toekomst van het onderwijs in

het algemeen en de rol die Stichting Flore en haar scholen daarin willen en kunnen spelen. De organisatiebrede dia-

loog heeft geleid tot een aantal inzichten dat bepalend is voor de manier waarop we onze strategie en organisatie

willen inrichten:

Er worden door diverse belanghebbenden (waaronder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,•

ouders, medewerkers, voortgezet onderwijs) hoge eisen gesteld aan Stichting Flore. Daarnaast heeft de stichting

zelf een hoog ambitieniveau.

De ontwikkelingen in de maatschappij, en dus ook in het onderwijsveld, gaan snel en maken dat de eisen die aan•

het onderwijs en de organisatie ervan, gesteld worden continu in beweging zijn. Deze dynamiek vraagt om flexi-

biliteit en professionele opmerkzaamheid in alle lagen van de organisatie.

Er is een behoefte aan een duidelijke richting om keuzes te kunnen maken in de veelheid van de ontwikkelingen•

die op de organisatie afkomen en om de accenten te leggen die Stichting Flore onderscheidt van andere besturen.

Genoemde inzichten hebben ertoe geleid dat er voor is gekozen is om het Koersplan 2012-2016 in twee delen op te

stellen.

Deel 1: Flore-BasisIn dit deel wordt aandacht besteed aan de twintig kernindicatoren van onderwijskwaliteit. Kenmerkend in onze orga-

nisatie is dat vanuit heldere financiële en onderwijskwaliteitskaders, op basis van vastgestelde KPI’s, wordt geïnven-

tariseerd, gemonitord en frequent gerapporteerd. Op basis van een analyse van de resultaten worden acties uitgezet

en uitgevoerd.

Deel 2: Flore-ExtraAanvullend willen we met dit deel ruimte voor de scholen creëren om te kunnen bloeien. Stichting Flore heeft

daarom in dit deel gekozen voor een meer organische vorm van organiseren, waarin op hoofdlijnen een aantal rele-

vante thema’s wordt uitgewerkt aan de hand van de volgende vragen:

Waarom is dit thema belangrijk voor Stichting Flore?•

Wat willen we, werkend vanuit de missie, bereiken op dit thema?•

Hoe gaan we dat vanuit de visie realiseren?•

Wanneer zijn we tevreden? •

2Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 4: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

VerantwoordingIn dit jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over het eerste jaar van het koersplan. U kunt lezen welke doelen

uit koersplan zijn gerealiseerd en op welke wijze.

Ook is dit jaarverslag en de jaarrekening het medium waarin wordt gecommuniceerd met de stakeholders van Stich-

ting Flore. Met het jaarverslag en de jaarrekening legt de stichting verantwoording af aan de overheid over de wijze

waarop zij de publieke gelden besteedt. Het verslag biedt Stichting Flore echter ook de mogelijkheid verantwoording

af te leggen aan verschillende belanghebbenden zoals personeel, ouders, toezichthouders etc.

Dit jaarverslag geeft een toelichting op de organisatie, het beleid en de financiën van Stichting Flore. Nadere informa-

tie per school vindt u niet in dit jaarverslag maar in de 32 afzonderlijke jaarverslagen die de scholen over het school-

jaar 2011-2012 hebben opgesteld.

Het verslag is als volgt opgebouwd: de eerste twee hoofdstukken geven inzicht in de organisatiestructuur en de mis-

sie en visie van Stichting Flore.

In het hoofdstuk Ruimte om te bloeien wordt verantwoording afgelegd over de behaalde onderwijskwaliteit binnen

de scholen en Stichting Flore. Vervolgens geven de in de hoofdstukken daarna de verschillende betrokkenen, het da-

gelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, de voorzitter van het Directieberaad, de leden

van het College van Bestuur en diverse leden van de Raad van Toezicht verslag over het jaar 2012 aan de hand van

het koersplan van Stichting Flore.

De themacoördinatoren doen verslag over de thema’s van Flore-extra in de paragrafen die daarop volgen. In het

hoofdstuk ‘Samen zijn we Flore’ krijgt u een beeld van hetgeen het servicekantoor voor de scholen betekent. In het

hoofdstuk ‘Toekomstbestendige organisatie’ worden de financiële processen en financiën nader toegelicht.

Als uitsmijter kunt u nog lezen hoe we binnen Stichting Flore de verplichte asbestinventarisatie en de daaruit voor-

vloeiende rapportages het hoofd hebben geboden.

Tenslotte Kortom, een jaarverslag dat zeer de moeite waard is om te lezen als e-magazine op onze website. De ouders/verzor-

gers worden op de hoogte gesteld van het jaarverslag, doordat de websites van de scholen gekoppeld zijn aan de

website van Stichting Flore. Op deze manier is het eenvoudig en efficiënt aan te bieden aan onze grootste groep sta-

keholders: de ouders/verzorgers van de leerlingen die aan onze zorg zijn toevertrouwd.

3Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 5: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

2Missie en visie

Stichting Flore biedt 8.000 leerlingen kwalitatief hoogstaand onderwijs. Met ruim 800 medewerkers - verdeeld over

32 basisscholen en een servicekantoor - richten wij ons vol overgave op onze kerntaak: het beste uit kinderen halen.

Wij bereiden onze leerlingen voor op de toekomst, hun rol daarin en hun verantwoordelijkheid daarvoor. Wij helpen

de leerling uit te groeien tot een evenwichtig en volwaardig lid van de maatschappij.

Interconfessioneel Onder Stichting Flore ressorteren scholen met een katholieke, protestants-christelijke en interconfessionele identiteit.

Stichting Flore biedt ruimte voor levensvragen en zingeving voor leerlingen, leerkrachten en andere medewerkers.

Door met de ander deze ruimte in te vullen kun je worden wie je bent. Daarbij wordt uitgegaan van een verbonden-

heid tussen authentieke scholen op basis van christelijke waarden. Stichting Flore gaat ervan uit dat mensen met hun

verschillende levensbeschouwingen elkaar inspireren, aanvullen en elkaar laten groeien.

Flore-scholenDe 32 Flore-scholen zijn één in verscheidenheid. Iedere school heeft zijn eigen gezicht, onderwijsstijl en werkwijze.

De ene school is groot, de andere klein. Er zijn dorpsscholen en stadsscholen. Er zijn traditionele scholen, brede scho-

len, een Dalton- en een Jenaplanschool en een school voor speciaal basisonderwijs. Kortom, voor iedere leerling is er

een school die bij hem past.

College van Bestuur en servicekantoorHet College van Bestuur ziet er op toe dat de onderwijskwaliteit van de Flore-scholen hoog blijft. Op het servicekan-

toor wordt op een creatieve en op samenwerking gerichte manier de ontwikkeling van het onderwijsbeleid onder-

steund. Scholen, maar ook ouders, kunnen er terecht met vragen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Het

servicekantoor adviseert, ondersteunt en neemt veel werk uit handen van de schooldirecteuren/scholen, zodat zij zich

kunnen richten op hun kerntaak: het beste uit kinderen halen.

De belangrijkste beleidsvelden zijn:

Onderwijsinhoudelijke zaken:

kwaliteitsbeleid, Passend Onderwijs, ICT-toepassing in de klas, taal- en rekenpilots, opbrengstgericht werken.

Personeelsbeleid:

vervanging, mobiliteit, arbo, werving en selectie, begeleiden nieuwe leerkrachten, opleiden en begeleiden

nieuwe directeuren, bijscholing, cursussen, verzuimpreventie en begeleiding, salarisadministratie,

loopbaanontwikkeling.

Financieel en huisvestingsbeleid:

toedeling van middelen over de scholen, het maken van financiële afwegingen, beleid ten aanzien van beheer,

onderhoud en nieuwbouw.

Algemene Zaken:

communicatie en PR, informatieverstrekking, ontwikkelen van draaiboeken en protocollen,

ouderbetrokkenheid, klachtenbehandeling, ICT-hardware, contractmanagement.

4Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 6: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Missie Stichting Flore is een vooruitstrevende en interconfessionele primair onderwijsorganisatie die met persoonlijke aan-

dacht een bijdrage levert aan de ontwikkeling van kinderen vanuit de waarden kwaliteit, daadkracht en duurzaam-

heid.

Visie Stichting Flore signaleert, selecteert en motiveert om aan te sluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen. •

Stichting Flore stimuleert op alle niveaus professioneel handelen dat wordt gekenmerkt door aantoonbare ver-•

betering. Op het niveau van de klas gaat deze aantoonbare verbetering verder dan de cognitieve en sociaal-

emotionele ontwikkeling alleen.

Stichting Flore heeft lef om ontwikkelingen aan te gaan waarvan zowel het verloop van het proces als het eind-•

resultaat nog niet van te voren tot in detail geheel duidelijk is.

Stichting Flore bouwt aan duurzame relaties en duurzame resultaten. De duurzame relaties worden gekenmerkt•

door vertrouwen en transparantie. Vanuit deze kenmerken wordt de voortgang van de initiatieven en ontwikke-

lingen die worden ingezet gemonitord, zodat deze duurzaam van aard zijn. Een goede bedrijfsvoering maakt on-

derdeel uit van dit handelen.

KernwaardenKernwaarden verwoorden de identiteit van een organisatie. Zij bepalen het karakter van de organisatie en geven rich-

ting bij keuzes in de beleidsontwikkeling, strategie en activiteiten. Daarnaast vormen zij de leidraad voor medewer-

kers hoe zij zich in hun werk gedragen en met elkaar omgaan. Dankzij gedeelde kernwaarden ontstaat er

saamhorigheid die leidt tot betrokkenheid en trots.

Stichting Flore is vooruitstrevend en staat voor kwaliteit, daadkracht en duurzaamheid.

VooruitstrevendBij Stichting Flore wegen wij de maatschappelijke ontwikkelingen. Wij pakken kansen en durven op zoek te gaan

naar ‘out of the box’-oplossingen. Dit komt terug in de manier waarop wij onze leerlingen voorbereiden op hun ac-

tieve rol in de (toekomstige) maatschappij.

KwaliteitBij Stichting Flore ontwikkelen leerlingen hun talenten optimaal. Kwaliteit staat of valt met de leerkracht voor de

klas. Daarom investeren wij bij Stichting Flore in de ontwikkeling van alle medewerkers. Wij beschikken over veel des-

kundigheid in de 32 scholen en versterken elkaar door kennisuitwisseling en het delen van ervaringen. Deze samen-

werking levert onderwijskundige, organisatorische en financiële voordelen op.

DaadkrachtVol overgave richten wij ons op onze kerntaak: het beste uit kinderen halen. Om resultaten neer te zetten is daad-

kracht nodig. We pakken door en maken af waar we aan zijn begonnen. En wij durven keuzes te maken. Dat betekent

soms ook dat we dingen niet doen. Dit alles in het belang van de leerling.

DuurzaamheidDuurzaamheid vormt het hart van ons onderwijs. Bij Stichting Flore bereiden we de leerlingen voor op de toekomst,

hun rol daarin en hun verantwoordelijkheid daarvoor. Wij helpen de leerling uit te groeien tot een evenwichtig en vol-

waardig lid van de maatschappij. Wij investeren in duurzame relaties, met vertrouwen en transparantie als uitgangs-

punt. Duurzame resultaten behalen we door het efficiënt inzetten van middelen en het uitvoeren, evalueren en

borgen van plannen.

Bekijk onze film

5Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 7: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

3Organisatiestructuur

Stichting Flore werkt volgens de volgende organisatiestructuur:

Raad van Toezicht

Dhr drs. P.H.M. Roemer Voorzitter

Mevr H.C. Schipperus Lid

Dhr J.F.T. Quick Lid, auditcommissie

Dhr C.P.A. Mosch Lid, remuneratiecommissie

Dhr J.G. Min Lid, remuneratiecommissie

Dhr dr. H. van der Weijden Lid

Dhr M.M.M. Castricum QC Lid, auditcommissie

De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. De Raad vergadert ongeveer vijf maal per

schooljaar, of meer indien nodig. De RvT kent een Auditcommissie (AC) die zich bezig houdt met financiële vraagstuk-

ken en een Remuneratiecommissie (RC) die zich buigt over het bezoldigingsbeleid voor de leden van het CvB en de

RvT.

College van Bestuur

Dhr A.J.M. Groot Voorzitter

Dhr P.H.F. Claessen Lid (tot november 2012)

Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van de stichting en legt hiertoe verantwoording af aan

de Raad van Toezicht.

6Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 8: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Algemeen directeuren

Dhr S.J.C. Konst Algemeen directeur Onderwijs en Personeel

Dhr R.W.J. Zaal Algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering

De Algemene Directie heeft, met inachtneming van de beleids- en financiële uitgangspunten die door het College van

Bestuur zijn vastgesteld, vastgestelde taken en bevoegdheden. Deze taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in het

managementstatuut van Stichting Flore.

Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

Dhr J.P. de Goede Voorzitter

Mevr C.M.B. Wieland Vice vz/secretaris

Mevr M. Fygi Lid

De Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) vertegenwoordigt ouders en leerkrachten van de Flore scho-

len.

Agendacommissie Directieberaad 2012-2013

Dhr W.J. Schölzel Voorzitter (directeur)

Dhr L.M.A. Settels Lid, themacoördinator Talentontwikkeling (directeur)

Mw R. Ybema-Kuiper Lid, themacoördinator Passend Onderwijs (directeur)

Mw A.M. Ruiter Lid, themacoördinator Opbrengstgericht werken (directeur)

Dhr K.J. Wolf Lid, thema coördinator ICT (directeur)

Dhr S.J.C. Konst Lid (algemeen directeur Onderwijs en Personeel)

Dhr R.W.J. Zaal Lid (algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering)

Het directieberaad is het overleg van, voor en door de directeuren. De agenda, het voorzitterschap en de voorberei-

ding liggen in handen van de agendacommissie die bestaat uit themacoördinatoren/directeuren en de Algemeen Di-

recteur Onderwijs en Personeel en de Algemeen Directeur Financiën en Bedrijfsvoering.

7Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Juni 2012 Onthulling schildje van het officiële

Jenaplan certificaat door wethouder De Boer,

gemeente Heerhugowaard. RKBS De Zonne-

wijzer is de enige officieel gecertificeerde

Jenaplan school in Heerhugowaard.

Page 9: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

DirecteurOnder de verantwoordelijkheid van Stichting Flore ressorteren 31 scholen voor bijzonder basisonderwijs en één

school voor speciaal basisonderwijs. De schooldirecteur is belast met de algehele leiding van de school en geeft di-

rect leiding aan de medewerkers. De schooldirecteuren leggen verantwoording af aan het College van Bestuur en de

MR.

MedezeggenschapsraadElke school heeft een medezeggenschapsraad (MR). Deze bestaat uit ouders en leerkrachten van de school.

Servicekantoor De Raad van Toezicht, het College van Bestuur en directeuren laten zich ondersteunen door een servicekantoor. Op

het servicekantoor wordt, zoals al eerder genoemd, op een creatieve manier, op samenwerking gericht de ontwikke-

ling van het onderwijsbeleid ondersteund. Scholen, maar ook ouders, kunnen er terecht met vragen over de meest

uiteenlopende onderwerpen. Het servicekantoor adviseert, ondersteunt en neemt veel werk uit handen van de

schooldirecteuren/scholen, zodat zij zich kunnen richten op hun kerntaak: het beste uit kinderen halen.

Het doel en de grondslag zijn in de statuten van Stichting Flore in 2012 aangepast.

De nieuwe tekst luid:

De Stichting heeft ten doel het oprichten en in stand houden van (onderwijs)instellingen voor alle vormen van

basisonderwijs, waaronder bijzonder onderwijs, neutraal onderwijs, algemeen bijzonder onderwijs en

samenwerkingsscholen.

8Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12Februari, brand in de bovenbouwlocatie van

KBS De Doorbraak, Warmenhuizen

Page 10: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

9Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

11

F l o r e B a s i s

Page 11: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

10Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

4Ruimte om te bloeien

Stichting Flore is een vooruitstrevende interconfessionele onderwijsorganisatie, die vanuit persoonlijke aandacht een

bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van kinderen vanuit onze kernwaarden; vooruitstrevend, kwaliteit, daad-

kracht en duurzaamheid. De Flore-kwaliteit van het onderwijs staat bij ons voorop. Dit betekent voor ons als organi-

satie, dat wij iedere leerling de mogelijkheid willen en kunnen bieden om het maximale uit zichzelf te halen.

Stichting Flore monitort de kwaliteit van haar school. De kwaliteitsindicatoren van de inspectie zijn daarbij richting-

gevend en moeten binnen alle scholen in ieder geval als voldoende beoordeeld worden.

Kijken we terug naar het jaar 2012 dan zijn over kwaliteit van onderwijs de volgende conclusies te trekken:

Borging van opbrengstenDe opbrengsten van de scholen van Stichting Flore zijn, gemeten naar de eisen die de Inspectie van het Onderwijs

hiervoor stelt, voor alle scholen van voldoende niveau. Dit betekent dat eind 2012 alle Flore scholen van de Inspectie

een basisarrangement hebben gekregen. Een nuancering is echter op zijn plaats. Ruim een derde van de scholen is

niet in staat om ieder jaar voldoende eindopbrengsten te genereren en ook bij de tussenopbrengsten voor de onder-

delen technisch lezen bij de groepen 3 en 4, rekenen bij de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6, zien we

dat niet alle scholen op ieder onderdeel een voldoende scoort. Een nadere analyse leert ons dat er aandacht moet

blijven voor het technisch leesonderwijs en dat met name het begrijpend lezen op veel scholen een punt van zorg is.

Dit verdient daarom in de komende jaren de nodige aandacht.

In 2012 is het leestraject van het CPS afgerond en monitoring bij de twaalf scholen die deelgenomen hebben, leert

dat we hier een structurele en duurzame verbetering kunnen waarnemen van het pedagogisch en didactisch hande-

len van de leerkrachten, gekoppeld aan een sterker klassenmanagement. Wel zijn ook bij deze groep scholen de op-

brengsten nog wisselend te noemen. Borging van de nieuw verworven vaardigheden is daarom zeker van belang.

Een vijftal scholen heeft weliswaar een basisarrangement, maar de opbrengsten zijn van dien aard,

dat hier sprake is van een wankel evenwicht. Deze scholen zijn gebaat bij een structurele ondersteuning om er zorg

voor te dragen dat de scholen blijvend voldoende opbrengsten behalen.

De cultuur binnen Stichting Flore kan op een aantal scholen nog meer het kenmerk krijgen van het hoog leggen van

de lat, om de onderwijskwaliteit te versterken en om een veilige marge in te bouwen, zodat men niet steeds naar de

inspectienorm hoeft te kijken.

Het onderwijsleerproces en het efficiënt gebruik maken van de onderwijstijd is bij alle Florescholen goed te noemen.

Hierin zien we een afspiegeling van de waarden en de normen die we binnen al onze scholen stellen aan het onder-

wijsleerproces. Op Florescholen heerst een professioneel en positief leerklimaat gekenmerkt door duidelijke uitleg,

een efficiënte organisatie van het onderwijsaanbod, een veilig schoolklimaat en respectvolle omgangsvormen. Een

punt van verdere ontwikkeling en daarom ook van aandacht op een aantal scholen is de mate waarin de leerlingen

actief betrokken worden bij hun eigen leerproces.

Passend onderwijs voor elke leerlingDe zorg voor de kinderen staat binnen de Florescholen centraal. Leerlingen krijgen daar waar nodig extra zorg aan-

geboden. De leerkrachten houden rekening met de verschillen tussen de leerlingen en zijn in staat om te werken met

Page 12: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

drie niveaus van instructie. De leerkrachten volgen systematisch de ontwikkeling van hun leerlingen. In 2012 is geko-

zen voor een nieuw leerlingvolgsysteem genaamd ParnasSys, waarmee in 2013 is gestart. Met dit programma hopen

we het volgen van de leerlingen beter en efficiënter te kunnen organiseren. Punten die op scholen nog nadere aan-

dacht behoeven zijn het systematisch analyseren van de opbrengsten van de leerlingen en op basis van die analyse

kunnen komen tot een beredeneerd aanbod voor leerlingen. Ook het aanbod voor kinderen die meer aankunnen is

voor een groot aantal scholen een punt van ontwikkeling. Wel is het verheugend dat we een groep scholen hebben,

die hierin voorop loopt. Dit is de alliantie Hoogbegaafdheid. Daarnaast zien we veel teamscholing over dit thema,

veelal aangeboden door het instituut Novilo.

KwaliteitszorgDe directies van de Florescholen worden zich meer en meer bewust van de noodzaak om te komen tot een gestructu-

reerd systeem van kwaliteitszorg. Hierbij evalueert de school onder leiding van de directie jaarlijks de resultaten van

de leerlingen en evalueert men ook regelmatig het onderwijsleerproces. Op basis van deze evaluaties werkt de school

planmatig aan verbeteractiviteiten, binnen de scholen van Stichting Flore jaarlijks vastgelegd in een schoolontwikkel-

plan (SOP). Alle scholen stellen een jaarverslag op, waarbij een aantal scholen dit verslag ook al gebruikt om zich

naar belanghebbenden, en in ieder geval naar de ouders, over te gerealiseerde onderwijskwaliteit te verantwoorden.

Scholen kunnen de borging van de kwaliteit verder versterken door nog meer planmatig te werk te gaan en vooral

door afspraken vast te leggen en personeel aan te spreken op gemaakte afspraken. Cyclisch leren werken aan onder-

wijskwaliteit vanuit een gestructureerde zelfanalyse kan scholen duurzaam verder helpen op de weg naar een hogere

onderwijskwaliteit. In 2012 is de laatste groep van acht scholen gestart met een zelfevaluatie- en visitatietraject,

waarin scholen een werkwijze krijgen aangeboden om structuur aan te bieden in de evaluatie en deze ook onder-

zoeksmatig te kunnen uitvoeren.

Alle scholen van Stichting Flore voldoen aan de wettelijke zaken zoals het opstellen van de jaarlijkse schoolgids, een

schoolplan, zorgplan en jaarverslag.

TalentontwikkelingRuimte om te bloeien betekent ook soms ruimte bieden om zaken uit te proberen. Voor experimenten is tijd en geld

nodig. In 2012 heeft het College van Bestuur de Flore KwaliTijd middelen ingesteld, waardoor de scholen voor een

jaar extra middelen kregen om zaken op te pakken. In totaal is € 350.000 beschikbaar gesteld. Van deze regeling is

gretig gebruik gemaakt. Scholen hebben gekeken naar zaken zoals hoogbegaafdheid, mogelijkheden om ICT in te

zetten binnen het onderwijs en ook naar kansen die er liggen in het anders groeperen van kinderen. Iedere school

schrijft op het einde van het traject een verantwoording, waar we in de loop van 2013 de lessen uit hopen te trekken.

Wat kunnen we leren van deze werkwijze en in hoeverre hebben deze initiatieven een bijdrage geleverd aan een

duurzame onderwijsontwikkeling.

In 2012 hebben we voor het eerst middelen beschikbaar gekregen voor het versterken van het onderwijs op de ge-

bieden passend onderwijs, opbrengstgericht werken, professionalisering (talentontwikkeling) en het versterken van

wetenschap en techniek. In totaal was ruim € 548.000 beschikbaar. Alle scholen hebben een bedrag per leerling ge-

kregen voor het versterken van de cultuureducatie (€ 10,90) en het verbeteren van het taal- en rekenonderwijs

(€ 15,50).

Deze bedragen zijn in 2012 voor een groot gedeelte ingezet en besteed aan de vastgestelde bestemmingen.

Onderwijskwaliteit en de zorg voor deze kwaliteit zijn onderwerpen die blijvend aandacht vragen. Stichting Flore en

haar scholen moeten structureel de vraag stellen hoe de kwaliteit kan worden verbeterd. Ook het Ministerie van

OCW stelt eisen, onder andere aan de beroepskwaliteit van leerkrachten en directeuren.

Binnen Stichting Flore moeten scholen durven om te excelleren en moeten zij worden uitgedaagd om op zoek gaan

naar aspecten waarin zij zich kunnen onderscheiden om de toekomst aan te kunnen.

11Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 13: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Door een goede kwaliteitszorg zijn we gezamenlijk in staat om een duidelijke en herkenbare koers te varen, die leidt

tot duurzame verandering en verbetering van het onderwijs en een permanente verankering van de kwaliteit gevoed

door het doorlopend mensen te prikkelen om na te denken over onderwijs.

Siebrand KonstAlgemeen directeur Onderwijs en Personeel

Flore-KwaliTijdbudgetHet Bestuur van Stichting Flore heeft, met instemming van de Raad van Toezicht, in het najaar van 2011 besloten

om scholen een eenmalig Flore-KwaliTijdbudget ter beschikking te stellen. Dit betrof een bedrag van € 350.000

zijnde een vast bedrag van € 6.900 per school en daarbij een bedrag van € 15 per leerling. Het bedrag is te gebrui-

ken voor een eenmalige versnelling in onderwijskwaliteit. Een eenmalige investering die moet leiden tot een duur-

zame hogere onderwijskwaliteit. De scholen hebben allemaal een onderbouwing van de inzet ingediend alsmede

een indicatie gegeven van de mogelijk te behalen opbrengsten.

Opbrengsten

Het blijft lastig voor scholen om op dit moment de concrete opbrengsten inzichtelijk te maken. Daar waar het een

investering betreft in scholing en materieel is eenvoudig vast te stellen of dit is gerealiseerd. Ook de investeringen

in optimalisering van leerlijnen, betere afstemming van overdracht en het verbeteren van communicatie en besluit-

vorming zijn door scholen vertaald in verbeteringen. De inzet van specialisten in de groepen ter ondersteuning van

leerkrachten in hun professionaliseringstraject worden algemeen als zeer positief ervaren. Echter, het is nu nog te

vroeg om dit vertaald te zien in hogere eindopbrengsten en hogere onderwijskwaliteit. De algemene reactie van de

directies is dat zij het beschikbaar gestelde budget goed hebben kunnen inzetten en dat het mede een bijdrage le-

vert aan de integrale verbetering van onderwijskwaliteit.

12Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 14: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Inzet van Flore-KwaliTijdbudget

13Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Onderwerp Opmerkingen

Personele inzet

Vrijroosteren leescoördinator voor extra ondersteu-•

ning van leerkrachten bij leesonderwijs.

Tijd voor de bouwcoördinatoren om hun rol te herij-•

ken en over te gaan tot andere, meer efficiënte,

werkwijze.

Mogelijk maken van collegiale consultatie door mid-•

del van vrij roosteren van leerkrachten.

Mogelijk maken van extra inzet van SEN-leerkracht,•

intern begeleider en taalspecialisten in de groep ter

ondersteuning van de leerkracht naar verdere profes-

sionalisering.

Het tijd beschikbaar stellen voor leerkrachten om de•

overdracht van het dossier van leerlingen aan het

einde van het schooljaar te optimaliseren.

Het ontwikkelen van een specifiek onderwijsaanbod•

voor meer- en hoogbegaafde leerlingen.

Optimaliseren van zelfstandig werken en het profes-•

sionaliseren van het handelen van de leerkracht

daarin, waardoor leerkrachten meer tijd over houden

voor de specifieke onderwijsbehoefte van kinderen.

Tijd vrijmaken voor leerkrachten om zich de analyse-•

vaardigheden eigen te maken om betere analyse,

zelfstandig en in bouw-verband, te maken van op-

brengsten van leerlingen en groepen.

Is vaak in samenwerking met andere scho-•

len opgepakt in de Alliantie Meer- en

Hoogbegaafdheid.

Het Opbrengstgericht werken, waar de•

analyse fase enorm belangrijk is, wordt

ook in gezamenlijkheid in de Alliantie Op-

brengstgericht werken opgepakt.

Scholing

Scholing voor het hele team in het kader van om-•

gaan in inrichten van het onderwijs voor meer- en

hoogbegaafde leerlingen.

Deelname van leerkrachten mogelijk gemaakt aan•

landelijke conferenties zoals MakingShiftHappen en

Singapore rekenen.

Meestal ingevuld met ondersteuning van•

Novilo.

Opgedane kennis en ervaring wordt ge-•

deeld via Flore-Kwekerij en/of Flore-dag.

Materieel

Aanschaf iPad per bouw. De aanschaf is met name bedoeld om de iPad te

gebruiken bij klasseconsultaties door directie of

bouwcoördinatoren en door middel van opna-

mes in het nagesprek met de leerkracht concre-

ter te kunnen inzoomen op zichtbaar of

niet-zichtbaar leerkrachtgedrag.

Page 15: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

5Verslag van het College van Bestuur

Hoewel de focus in onze onderwijsorganisatie natuurlijk ligt op het bieden van onderwijskwaliteit is het goed om re-

gelmatig, en zeker aan het einde van het jaar, stil te staan bij alle goede voornemens, projecten en trajecten. Wat is er

van terecht gekomen? Hebben we onze doelen bereikt en zijn we financieel op de goede weg? Dit jaarverslag 2012

zal integraal en uitgebreid stil staan bij de doelstellingen van onze organisatie en de wijze waarop deze geheel of

deels zijn gerealiseerd.

Het jaar 2012; een spannend jaar waarin krimp, financiën, fusies en bezuinigingen schreeuwden om aandacht van

alle geledingen in onze organisatie. Het CvB dient in deze hectiek op koers te blijven en gelukkig kon daarbij gebruik

gemaakt worden van het vastgestelde Koersplan 2012-2016. Een Koersplan met een stevige, integrale en ambitieuze

inhoud. Tot stand gekomen met een zeer actieve inbreng van het personeel van de scholen, de medezeggenschapsra-

den, ouders, leden van de Raad van Toezicht en vele anderen die direct of indirect betrokken zijn bij onze organisatie.

Een grote onderwijsorganisatie, met ongeveer 8000 leerlingen en 800 personeelsleden op koers houden in deze roe-

rige tijden valt niet mee. Het Koersplan 2012-2016 geeft richting aan de strategie op lange termijn en vertaalt deze

naar concrete stappen voor de komende periode. Echter de, zich steeds sneller opvolgende, nieuwe inzichten en ont-

wikkelingen, vragen het uiterste van de organisatie. Het valt dan niet mee om als leerkracht, maar ook als ondersteu-

ner, beleidsmedewerker of bestuurder niet teveel af te dwalen bij “goed onderwijs voor elk kind”. Vooral het nieuwe

regeerakkoord 2012-2016 van de VVD-PvdA regering kan vergaande consequenties hebben voor de samenleving,

maar zeker voor de kwaliteit van onderwijs. Stichting Flore zal dit akkoord moeten vertalen naar het Koersplan 2012-

2016 van Stichting Flore en daar waar noodzakelijk actief moeten anticiperen op aangekondigd beleid.

Flore staat, als interconfessionele vooruitstrevende organisatie voor kwaliteit, daadkracht en duurzaamheid. Vanuit

een intensieve communicatie met alle geledingen, intern en extern, wordt daar vorm aan gegeven. De vele blijken

van waardering en ook constructieve feedback maken duidelijk dat we daarmee op de goede weg zijn. De fusietrajec-

ten van de verschillende scholen in Graft-de Rijp, Akersloot, Limmen, Heerhugowaard en Schoorl-Groet maken ook

hier duidelijk dat consequente betrokkenheid van ouders en personeel in een open en vertrouwenwekkend klimaat

leidt tot een constructief proces met een haalbaar en algemeen geaccepteerd resultaat. Een gefuseerde school

waarin het voor personeelsleden mogelijk wordt gemaakt om ook op langere termijn onderwijskwaliteit te leveren.

In 2012 hebben we afscheid genomen van Peter Claessen als gewaardeerd lid van het College van Bestuur. En dat is

niet zomaar een afscheid, maar een afscheid van één van de grondleggers van onze organisatie, van iemand die zich

ruim 40 jaar ingezet heeft voor goed onderwijs in Heerhugowaard en later ook in de omgeving. En van iemand die

met zijn specifieke kennis en ervaring een belangrijke invloed heeft gehad op de onderwijscultuur van onze organisa-

tie. Een passend afscheid, en dat is het zeker geweest, was dan ook op zijn plaats. Het afscheid gaf de organisatie te-

vens de mogelijkheid om een nieuwe keuze te maken in de invulling van bestuurlijke organisatie. Daarom is er voor

gekozen om bestuurlijke en operationele verantwoordelijkheid beter te positioneren en over te gaan tot de benoe-

ming van twee algemeen directeuren. Siebrand Konst als algemeen directeur Onderwijs en Personeel en René Zaal

als algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering. De dagelijkse operationele verantwoordelijkheid van onze orga-

nisatie ligt vanaf 1 augustus 2012 in hun handen. De bestuurlijke kaders worden vastgesteld door het College van

14Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 16: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Bestuur met, op onderdelen, instemming van de Raad van Toezicht en/of Gemeenschappelijke Medezeggenschaps-

raad. Adrie Groot zal, als enige bestuurder, daar invulling aan geven.

Het Koersplan 2012-2016 geeft niet alleen bouwstenen aan voor de strategische ontwikkeling van Stichting Flore

maar maakt ook een onderscheid in Flore-Basis elementen en Flore-Extra onderwerpen. Deze elementen worden in

dit jaarverslag per onderdeel uitgewerkt en van commentaar voorzien.

De genoemde strategische ontwikkeling is verder gericht op het realiseren van onderwijskwaliteit, door scholen met

een minimale omvang, in brede scholen of integrale kindcentra. Sterke scholen, gehuisvest binnen een voldoende

groot voedingsgebied, zodat de continuïteit is gewaarborgd. Scholen als centraal ontmoetingspunt in de wijk of het

dorp waarin ouders, naast de basisschool, ook gebruik kunnen maken van kinderopvang, jeugd- en welzijnsactivitei-

ten of gewoon elkaar kunnen ontmoeten. Stichting Flore kent al vele brede scholen en in samenwerking met andere

partijen waaronder de kinderopvang, andere schoolbesturen en de gemeente zal deze ontwikkeling verder worden

ingevuld en geoptimaliseerd. In sommige gevallen blijken deze voorzieningen zeker in het continuïteitsperspectief, al-

leen maar mogelijk als scholen samen gaan. Niet alleen Flore-scholen, maar soms ook het samengaan met een

school van een ander schoolbestuur. In dit verband is er voor gekozen om de contacten met het ISOB (Stichting voor

openbaar onderwijs in onder andere Heiloo, Schermer, Graft-de Rijp, Akersloot, Egmond en Schoorl-Groet) en De

Blauwe Loper (Stichting voor openbaar onderwijs in Heerhugowaard en Langedijk) te intensiveren. Ook in het kader

van de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 wordt helder dat niet alleen passend onderwijs, maar

ook andere belangrijke onderwerpen, zoals instandhouding van scholen of het realiseren van een professionele

PABO-opleiding, alleen succesvol kan worden opgepakt binnen een stevige samenwerking tussen schoolbesturen.

Adrie Groot

Voorzitter College van Bestuur

15Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Juli, ondertekening intentieverklaring samen-

werking De Blauwe Loper, St. Kinderopvang

Heerhugowaard en St. Flore.

Page 17: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

6Verslag van de Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht (RvT) heeft tot taak om toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en de al-

gemene gang van zaken bij Stichting Flore. Daarnaast is de RvT de werkgever van het College van Bestuur en tevens

haar sparringpartner.

De RvT ziet er op toe dat het gevoerde beleid overeenkomt met wettelijke, statutaire en andere voorschriften en dat

de continuïteit wordt gewaarborgd.

De RvT hanteert de uitgangspunten van de Code Goed Bestuur Primair Onderwijs (in 2004 vastgesteld door de werk-

groep Code Bestuurlijk Handelen Primair Onderwijs). Deze code dient nog door alle betrokkenen bij Stichting Flore te

worden besproken.

De raad is lid van de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen) en heeft zo contact met andere

toezichthouders.

VerantwoordingIn 2012 werden, in aanwezigheid van het CvB, zes reguliere vergaderingen van de RvT gehouden.

Voorafgaand aan deze bijeenkomsten vond overleg plaats tussen de voorzitter van de RvT en het CvB. Tijdens dit

overleg werd de algemene gang van zaken in de organisatie besproken, werd de agenda voor de vergaderingen van

de RvT voorbereid en kwamen personele (waaronder arbeidsrechtelijke) zaken aan de orde.

Een terugkerend en belangrijk thema tijdens de vergaderingen van de RvT vormde het bespreken van

de voortgangsrapportages van het Koersplan 2012-16. Onder het kopje kwaliteit wordt hier verder op ingegaan. De

voorzitter en een lid van de RvT hebben met de leden van het CvB gesprekken gevoerd over hun doelstellingen voor

het schooljaar 2011-2012. Deze zijn ook geëvalueerd.

Tweemaal per jaar heeft de voorzitter van de RvT samen met de voorzitter van het CvB een informeel gesprek met

het dagelijks bestuur van de GMR. In 2012 is onder andere gesproken over:

actuele ontwikkelingen binnen de organisatie;•

de financiële situatie in relatie tot krimp;•

handhaving onderwijskwaliteit;•

stand van zaken samenwerking met andere schoolbesturen en kinderopvangorganisaties;•

rooster van aftreden Raad van Toezicht;•

Transitierapport 2012-2014.•

16Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 18: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

SamenstellingDeze bestaat uit zeven onafhankelijke leden, die voor een periode van vier jaar worden benoemd,

met de mogelijkheid deze termijn één keer te verlengen.

Bij de start van Stichting Flore is rekening gehouden met de verschillende aandachtsgebieden voor de

samenstelling van de RvT.

Naam Functie Benoemd Aftredend

Drs P.H.M. Roemer Voorzitter 1-1-2007 1-1-2015 (aftredend)

Dr. H. van der Weijden Lid 1-1-2012 1-1-2016 (herkiesbaar)

M.M.M. Castricum Lid 1-1-2012 1-1-2016 (herkiesbaar)

C.P.A. Mosch Lid 1-1-2007 1-1-2014 (aftredend)

J.F.T. Quick Lid 1-1-2007 1-1-2014 (aftredend)

J.G. Min Lid 1-1-2007 1-1-2013 (aftredend)

Mevr. H.C. Schipperus Lid 1-1-2007 1-1-2013 (aftredend)

College van BestuurNaam Functie

Dhr. A.J.M. Groot Voorzitter

Dhr. P.H.F. Claessen Lid, uit dienst per 1-11-2012

CommissiesDe RvT heeft twee commissies ingesteld, de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie. Voor deze commissies zijn

reglementen opgesteld, waarin werkzaamheden en bevoegdheden zijn opgenomen.

AuditcommissieIn de Auditcommissie hebben de heren M.M.M. Castricum en J.F.T. Quick zitting. Hun gesprekspartners vanuit de

stichting zijn de heren A.J.M. Groot en R.W.J. Zaal. Deze commissie houdt zich bezig met financiële vraagstukken.

De Auditcommissie heeft als taak om de RvT te adviseren over met name bedrijfseconomische aspecten, om zo de

besluitvorming te optimaliseren.

Voor de Auditcommissie is een reglement vastgesteld, met daarin een uitgebreide taakomschrijving.

In 2012 is een nieuwe auditcommissie ingericht na het afscheid van de twee voorgaande leden. De commissie heeft

in 2012 drie keer vergaderd. Hierbij zijn onder andere de verschillende rapportages beoordeeld en toegelicht, te

weten de jaarrekening 2011, de voortgangsrapportage van het tweede kwartaal 2012 en de begroting 2013. De ad-

viezen van de auditcommissie inzake deze rapportages zijn integraal overgenomen door de Raad van Toezicht.

Wij hebben kunnen vaststellen dat het solide financieel beleid van Flore ook in 2012 is voortgezet en een goede basis

houdt voor de toekomst. Ook in huidige tijden van krimp en bezuinigingen, is de organisatie hierdoor in staat een

goede financiële koers te varen. Deze koers wordt door de organisatie goed beheerst.

Gezien de nieuwe samenstelling van de auditcommissie is in de overleggen ook veel aandacht besteed aan het ver-

krijgen van een goed inzicht in de verschillende (financieel georiënteerde) processen van Flore. Wij zijn tevreden over

de coöperatieve en transparante houding van onze gesprekspartners van Flore en de accountant en willen hiervoor

bij deze onze dank uitspreken. Wij hebben er alle vertrouwen in dat deze goede relatie in de toekomst voortgezet zal

worden.

17Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 19: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

RemuneratiecommissieDe Remuneratiecommissie bestaat uit twee leden van de Raad van Toezicht, te weten de heer C.P.A. Mosch en de

heer J.G. Min.

De Remuneratiecommissie wil in deze bijdrage aan het jaarverslag 2012 van de Stichting Flore stilstaan bij een vijftal

onderwerpen.

Plannings- & beoordelingsgesprek leden College van Bestuur

Door de remuneratiecommissie is in 2012 een plannings- en beoordelingsstructuur ontwikkeld voor de leden van het

College van Bestuur. Een gestructureerd plannings- en beoordelingsinstrument was voor het CvB nog niet beschik-

baar. Het nieuwe beleid houdt in dat vanaf 2013 een plannings- en beoordelingsgesprek met de leden van het Col-

lege van Bestuur wordt gevoerd. In het planningsdeel worden de doelstellingen en resultaatafspraken voor het

nieuwe jaar besproken en vastgesteld. Vervolgens wordt in het beoordelingsgesprek teruggekeken op het voor-

gaande jaar en worden de behaalde resultaten geëvalueerd. Deze gesprekken worden door de voorzitter van de Raad

van Toezicht en de voorzitter van de remuneratiecommissie gevoerd.

Beloning leden Raad van Toezicht

Met ingang van 1 januari 2012 is de vergoeding van de leden van de RvT verhoogd met het percentage van de Con-

sumenten PrijsIndex over het jaar 2011, te weten 2,3%.

De vergoeding voor de leden van de Raad van Toezicht was over 2012 als volgt:

Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Flore:

Bezoldiging per jaar: € 3.375 bruto

Vergoeding onkosten per jaar: € 750 netto

Lid Raad van Toezicht Stichting Flore:

Bezoldiging per jaar: € 2.250 bruto

Vergoeding onkosten per jaar: € 500 netto

Werving nieuw lid Raad van Toezicht

Het derde onderwerp betreft de werving van een nieuw lid voor de RvT. Door het vertrek van de leden J.G. Min en

H.C. Schipperus op basis van het vastgestelde rooster van aftreden ontstaan per 1 januari 2013 twee vacatures. Een

vacature, een kandidaat met een financieel-economische achtergrond, kon gelukkig worden vervuld in de persoon

van de heer drs. R. van Seventer. De tweede vacature is gericht op een juridisch-bestuurlijke kandidaat. Deze proce-

dure liep ultimo 2012 nog.

Corporate Governance

De remuneratiecommissie was in 2012 actief betrokken bij de voorbereiding van een discussie over de organisatie

van de governance (het toezicht) bij de Stichting Flore. In 2013 moet dit resulteren in een document waarin de ver-

sterking en verbetering van de toezichthoudende structuur van de stichting wordt verankerd. Onderwerpen zoals be-

schrijving van de bevoegdheden van het CvB en RvT, spelregels bij investeringen en benoemingen, inbedding van

kwaliteit en integriteit in de organisatie, etc. komen in het document aan de orde.

18Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 20: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Samenstelling en beloning leden College van Bestuur

De beloning van de leden van het CvB is op grond van een waardering van deze functie vastgesteld. De functie van

voorzitter is in salarisschaal 16 ingedeeld en de functie van lid College van Bestuur is ingeschaald in salarisschaal 15,

zoals vermeld in de CAO voor het Onderwijs. De voorzitter van het CvB is met ingang van 1 augustus 2012 inge-

schaald in salarisschaal 16. Daarnaast heeft hij de beschikking over een dienstauto, waar een eigen bijdrage tegen-

over staat. De vermelde bedragen zijn gangbaar voor het niveau van deze functies.

Bestuurders Arbeidsovk./ Ingang Taak Dienst Beloningen Bonusbet./ Beloning

Uitsplitsing werkzaamheden dienst- omvang betrekking periodiek gratificatie bet. op

dienst- verband verband Fte /Interim termijn

Vanaf Tot Datum D of I 2012 2012 2012

A.J.M. Groot 01-01-2012 31-12-2012 01-01-2007 10 D 93415 1860 14854

P.H.F. Claessen 01-01-2012 31-10-2012 01-01-2007 10 D 74778 250 12044

Totaal bestuurders 168193 2110 26897

Peter Claessen heeft in november 2012 afscheid van onze stichting genomen. Wij zijn hem veel dank verschuldigd

voor alle werkzaamheden die hij voor de Stichting Flore verricht heeft.

Adrie Groot is voorzitter van het CvB. Momenteel wordt onderzocht of het vanuit de nieuwe managementstructuur,

die in de loop van 2012 bij de stichting is ingevoerd, nog nodig is of het CvB met een lid uitgebreid gaat worden.

KwaliteitBinnen de Flore organisatie staat het begrip kwaliteit centraal. In het koersplan 2012-2016 worden de beleidsvoorne-

mens geconcretiseerd. Door middel van voortgangsrapportages krijgt de RvT de benodigde informatie om haar toe-

zichthoudende rol professioneel te kunnen vervullen.

In 2012 heeft de raad zich intensief met de volgende onderwerpen beziggehouden.

De pensionering van Peter Claessen vormde de aanleiding om het bestuursmodel tegen het licht te houden. Na uitge-

breide discussie is gekozen voor een tweehoofdig College van Bestuur, als groeimodel, omdat vormen van samenwer-

king met andere besturen worden onderzocht.

In de praktijk van dit moment werken we met een éénhoofdig CvB, ondersteund door twee algemeen directeuren.

Het proces om te komen tot een optimale samenwerking tussen de algemeen directeuren en het CvB, met een schei-

ding tussen bestuurlijke en operationele verantwoordelijkheid, is nog in volle gang.

Naast de Auditcommissie Financiën en de Remuneratiecommissie, die hun werkzaamheden naar volle tevredenheid

uitvoeren, heeft de RvT de wenselijkheid van het instellen van een Auditcommissie Onderwijs en Personeel bespro-

ken. De RvT beschouwt het als een kerntaak om toe te zien op het tot stand brengen, respectievelijk handhaven, van

een hoge onderwijskwaliteit op de Flore-scholen.

Zeker nu het er op lijkt dat het externe toezicht op de scholen aan betekenis zal verliezen en het interne toezicht

steeds belangrijker wordt, kan deze commissie een rol van betekenis gaan spelen. In 2013 zal het eerste overleg van

de commissie met het CvB plaatsvinden.

Zoals blijkt uit het rooster van aftreden, is de raad begin 2015 volledig “vernieuwd”. De zittende leden vinden het

van groot belang om de opgebouwde expertise over te dragen op de nieuwe. We hebben met elkaar besproken op

welke manier dit het beste kan gebeuren. Het streven is om onder begeleiding van een externe deskundige de opge-

dane kennis en ervaring zoveel mogelijk schriftelijk vast te leggen.

19Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 21: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

RondritOp vrijdag 5 oktober heeft de Raad van Toezicht een bezoek aan een twee Flore-scholen gebracht. In het schooljaar

2012-2013 staat ICT als Flore-extra thema centraal binnen de Flore organisatie. Het was dan ook een logisch gevolg

dat de rondrit van de RvT in het teken van dit thema zou staan. Met de themacoördinator ICT, Karel Wolf, werd een

bezoek gebracht aan de St. Barbara in Tuitjenhorn en de Willibrordschool in Heiloo. Op de St. Barbaraschool werd

aandacht besteed aan de nieuwbouw van de school en hoe de schoolorganisatie daar vorm in heeft gekregen, met

behulp van de nieuwe digitale hulpmiddelen, zoals een draadloos netwerk en een digibord in elke klas. De leden van

de RvT woonden een lesje bij. Op de Willibrordschool kregen de RvT leden les van de leerlingen in groep 8 met be-

hulp van een iPad. Karel Wolf en Wytze Niezen gaven hun visie op lesgeven in de 21e eeuw, met behulp van ICT.

20Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Ondertekening samenwerkingsovereenkomst

VU Centrum Brein en Leren en Stichting Flore

op afscheidsreceptie Peter Claessen, tevens

oprichting Claessen Kas

Page 22: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

7Verslag van het Dagelijks Bestuur van de GMR

InleidingDe Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is een bij wet geregeld orgaan, waarin ouders en personeels-

leden zijn vertegenwoordigd. De primaire taak van de GMR is het toetsen van voorgenomen beleid, opgesteld door

het College van Bestuur (CVB) en, conform het GMR reglement, advies geven over of instemmen met voorgenomen

beleidsbesluiten.

De GMR werkt met een dagelijks bestuur (DB). Het DB bestaat uit drie leden, in 2012 allen afkomstig uit de perso-

neelsgeleding. De leden van het DB worden voor één dag per week gefaciliteerd en werken met een omschreven ta-

kenpakket.

Het DB wordt tweemaandelijks ondersteund door een juridisch medewerker van de CNVO.

Doel van de ondersteuning is de vergroting van de juridische kennis aangaande medezeggenschap en concrete advi-

sering in praktische aangelegenheden die de GMR betreffen.

Samenstelling en werkwijze van de GMRDe GMR had in 2012 24 zetels, 12 voor de oudergeleding (OGMR) en 12 voor het personeel (PGMR).

In 2012 waren voor de PGMR 12 zetels bezet en 10 voor de OGMR.

Alle leden nemen zitting in één van de drie werkgroepen (Middelen, Onderwijs en Personele Zaken).

In deze werkgroepen worden de aangeboden beleidsdocumenten besproken en zij stellen desgewenst stemadviezen

en adviezen op, die in de eerstvolgende plenaire vergadering worden behandeld.

Welke ontwikkelingen vroegen afgelopen jaar onze aandacht?

1. Het teruglopend aantal leerlingen binnen Flore en de personele gevolgen.

Hierover wordt Decentraal Georganiseerd Overleg gevoerd tussen het College van Bestuur en de vakbonden.

Dit is conform het Sociaal Statuut. Formeel gezien heeft de GMR geen rol bij het DGO. De GMR is vanaf 2009

betrokken bij dit proces. Zij volgt actief de relevante ontwikkelingen, in het bijzonder het personeelsbeleid, de

onderwijskwaliteit en de beoogde fusies tussen scholen.

2. De realisatie van het Koersplan 2012-2016.

Hierbij zijn de kwartaalrapportages leidend voor de GMR. Bij instemmingen op nieuw beleid en aanpassingen

op bestaand beleid wordt gekeken naar de relatie met het Koersplan.

3. Passend Onderwijs

Het volgen van het invoeringsproces; met name de inrichting van nieuwe samenwerkingsverbanden en onder-

steuningsplanraad.

4. De realisatie van het Transitierapport.

De GMR volgt de ontwikkelingen met betrekking tot de bestuurlijke herinrichting van Flore actief.

21Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 23: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

5. Het organiseren van cursussen voor GMR en MR.

De GMR wil een professioneel orgaan zijn. Dit wordt onder andere bereikt door het volgen van cursussen.

Ieder jaar organiseert de GMR een GMR- en een MR cursus in samenwerking met de Christelijke Nationale

Vakorganisatie voor het Onderwijs (CNVO) Tijdens deze avonden worden de bevoegdheden van de MR-en be-

sproken. Daarnaast komen de Wet Medezeggenschap Scholen, het MR-reglement, het Medezeggenschapssta-

tuut en de CAO primair onderwijs aan de orde.

Ook worden er concrete onderwerpen aangaande medezeggenschap besproken en wordt de toepassing van

de reglementen in de praktijk belicht.

Voor de MR-en is op 18 januari 2012 een cursusavond georganiseerd, waarin de artikelen over advies- en in-

stemmingsrecht en concrete onderwerpen aangaande medezeggenschap expliciet zijn besproken; toepassing

van de reglementen in de praktijk. Er namen 36 personen deel aan de cursus.

6. Het organiseren van een jaarlijkse contactavond van het DB GMR met alle MR-en.

Op 18 april 2012 heeft het DB een thema-avond over de “krimp” georganiseerd, waarbij GMR, MR-leden en

alle personeelsleden waren uitgenodigd. Cor Duinmaijer, vakbondsonderhandelaar vanuit het CNVO, en

Siebrand Konst gaven een toelichting op de personele consequenties van een krimpsituatie.

7. Het onderhouden van het contact met de MR-en en het personeel.

Dit aspect acht de GMR van groot belang. De GMR onderhoudt het contact via de Flore Flits en een jaarlijkse

ontmoetingsbijeenkomst voor alle MR-en. Via de mail worden alle MR-en op de hoogte gehouden van de in-

houd van de GMR vergaderingen.

De GMR kijkt terug op een vruchtbaar jaarWe hopen in 2013 vanuit onze toetsende rol met een positief kritische houding en vanuit een actieve betrokkenheid

een meerwaarde te kunnen zijn voor onze stichting.

Jos de Goede

Corrie Wieland

Marieke Fygi

Dagelijks bestuur GMR

22Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 24: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

8Verslag van de agendacommissie van het Directieberaad

Het Directeurenberaad (DiB) heeft zich in 2012 verder ontwikkeld. Hiertoe heeft de agendacommissie bestaande uit

Steven de Wit, Cees Dane, Peter Rokebrand en Wim Schölzel gezocht naar een nieuwe organisatievorm, die recht doet

aan zowel de ontwikkelingen op Floreniveau als op individueel schoolniveau.

De nieuwe agendacommissie bestaat dientengevolge uit een voorzitter (Wim Schölzel) en vier themacoördinatoren

(Karel Wolf, Regina Ybema, Loek Settels en Annemiek Ruiter). De themacoördinatoren zijn directeuren van Flore-scho-

len die zich gespecialiseerd hebben op één van de thema’s van Flore-extra uit het Koersplan 2012-2016.

De agendacommissie bepaalt gezamenlijk de agenda, in overleg met de algemeen directeur Onderwijs en Personeel

en de algemeen directeur Financiën en Bedrijfsvoering.

Op deze wijze wordt een continue afweging gemaakt met betrekking tot de zaken die in het DiB aan de orde gesteld

worden en een bijbehorende prioritering.

Ook voor de agendacommissie is het Koersplan leidend, waarbij Flore-basis de eerste prioriteit houdt.

De themacoördinatoren en de voorzitter zijn door de directeuren gekozen. Er is een bewuste keuze gemaakt om op

deze wijze de regie van de uitvoering van het koersplan in eigen hand te houden. Middels de coördinatoren zijn de

directeuren meer in de gelegenheid zich te richten op de eigen school. Immers, zij kunnen zich op de themagebieden

laten ondersteunen en de uitwerking op stichtingsniveau wordt voor een deel uit handen genomen. Hierbij is het wel

van belang op te merken dat de directeuren zelf verantwoordelijk blijven voor het behalen van de doelen.

Na afloop van het eerste schooljaar (uiterlijk juni 2013) wordt de werkwijze geëvalueerd.

In een wekelijks overleg tussen de themacoördinatoren en de voorzitter van het DiB worden de dwarsverbanden tus-

sen de thema's, het koersplan en de afzonderlijke schoolontwikkelplannen van de scholen gezocht en bewaakt.

Sinds augustus 2012 wordt op deze wijze steeds duidelijker wat gezamenlijke en wat afzonderlijke wegen zijn.

Doordat het DiB voor een langere periode met dezelfde voorzitter werkt, is een gemeenschappelijk punt ontstaan. De

voorzitter bezoekt de scholen regelmatig (op uitnodiging én ongevraagd) en wordt zo tot een bindende factor in de

grote groep.

Het is duidelijk geworden dat een tweetal zaken verder ontwikkeld dient te worden:

De organisatie van het DiB. Het is nu een (te) grote groep, die het wenselijk maakt naar andere organisatievor-1

men te zoeken en tegelijk de mogelijkheid biedt aan afzonderlijke directeuren om hun invloed op het beleid te

hebben.

De status van het DiB in de totale organisatie. Deze is soms wat onduidelijk, waardoor een reglement een goede2

aanvulling zou kunnen zijn.

23Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 25: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

De voorzitter zoekt hiertoe naar mogelijkheden. Hij oriënteert zich daarbij bij andere stichtingen en neemt de wensen

van de directeuren daarin mee.

Het DiB heeft in het afgelopen jaar gezocht naar gezamenlijkheid en een opbouwende inbreng naar elkaar en naar

Flore. Duidelijkheid is daarbij van groot belang.

Wij zijn daarbij op de goede weg. De formele invulling zal op basis daarvan in het komend jaar ook zeker verder ge-

stalte krijgen.

Wim Schölzel

Voorzitter Directieberaad

24Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Maart, officiële opening brede school

De Hoge Akker door wethouder

Scheltema de Heere, Tuitjenhorn.

RKBS St. Barbara is gehuisvest in deze brede

school.

Page 26: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

F l o r e E x t r a

25Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 27: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

xtraThema Passend Onderwijs

Een van de thema’s in het Koersplan 2012-2016 is Passend Onderwijs. Als themacoördinator aan mij de taak om in-

zicht te brengen in wat de Wet op Passend Onderwijs van onze scholen vraagt en wat dit betekent voor de Flore -

scholen. De Wet op Passend Onderwijs treedt in werking op 1 augustus 2014. In augustus zijn we enthousiast gestart

met het maken van de schoolondersteuningsprofielen. Leidraad voor het opstellen van dit schoolondersteuningspro-

fiel is de handleiding van de PO Raad. Het format voldoet aan het wettelijk kader en aan het referentiekader.

Met betrekking tot de volgende vier onderwerpen hebben de scholen beschreven wat zij als school kunnen bieden.

Preventieve en licht curatieve interventies•

De onderwijsondersteuningsstructuur•

Het planmatig werken•

Extra ondersteuningsmogelijkheden•

Per onderwerp is een aantal vragen opgesteld, waarop de scholen hebben gereageerd. Hierdoor zijn de profielen sta-

pelbaar en kunnen er conclusies getrokken worden voor het bestuursondersteuningsprofiel.

Als werkvorm is gekozen voor het werken in kleine groepjes scholen. Tijdens deze werkbijeenkomsten werd in goede

gesprekken meningen gevormd en bijgesteld.

Per 1 januari 2013 is de doelstelling uit het Koersplan: ‘Alle scholen van Stichting Flore hebben een schoolondersteu-

ningsprofiel vastgesteld’, gehaald. De volgende stap is het samenstellen van het bestuursondersteuningsprofiel en

het bediscussiëren van de extra ondersteuningsarrangementen.

De SEN alliantie is in oktober bijeen geweest in Warmenhuizen. Per bijeenkomst zijn er ongeveer 10 scholen actief in

dit netwerk. Op basisschool De Doorbraak in Warmenhuizen werd de alliantie geïnformeerd over het werken met

meerbegaafden en sociale vaardigheidstraining. Eerder werden De Boomladder en De Vaart in Heerhugowaard be-

zocht. De SEN alliantie komt drie keer per jaar bij elkaar om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren.

Tijdens het Directieberaad en het Flore IB netwerk werden directeuren en intern begeleider bijgepraat door de the-

macoördinator. Gedurende de laatste maanden van het verslagjaar zijn er contacten gelegd met beleidsmedewerkers

van andere besturen over het nieuw te vormen samenwerkingsverband.

Regina Ybema

themacoördinator Passend Onderwijs

26Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Juni, festiviteiten rondom 100-jarig bestaan

Pater Jan Smitschool en renovatie van het

gebouw

Page 28: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

27Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

xtrbThema Talentontwikkeling

De kweekvijver (opleiding tot directeur)De eerste helft van het jaar 2012 stond in het teken van de Kweekvijver. Zeven talentvolle leerkrachten rondden het

tweede jaar van hun schoolleidersopleiding af. Een drietal senior-directeuren zorgde voor advies, begeleiding en

coaching van deze zeven talenten, met als doel dat zij zo goed mogelijk voorbereid werden op hun mogelijke direc-

teurstaak. Ze hebben op hun eigen school diverse directietaken en een groot schoolontwikkelpunt aangepakt in het

kader van deze opleiding. Er vonden zo’n vijf gespreksmomenten tussen cursist en de coachende directeur. Dit waren

waardevolle en leerzame momenten voor zowel de cursist als de coach! Een goed voorbeeld van “van en met elkaar

leren”. De afstudeerdag had een hoog professioneel gehalte.

In september ging de coördinatie Talentontwikkeling van start. Een breed begrip, maar de KPI’s vanuit het Koersplan

gaven een duidelijk welke onderwerpen van belang zijn. In de tweede helft van 2012 is er hoofdzakelijk aan drie on-

derwerpen gewerkt:

DossiervormingEr is allereerst duidelijkheid verschaft in de terminologie. Het personeelsdossier is verdeeld in een bevoegdheidsdeel,

een bekwaamheidsdeel en een algemeen gedeelte. Daarbij is een overzicht gemaakt welke documenten in welk ge-

deelte van het dossier thuishoren. De privacy van de medewerkers is hierbij een belangrijk bespreekpunt geweest.

Het document “Flore houdt het bij” is hierop aangepast en is ter controle aan een jurist voorgelegd. Diverse scholen

zijn als pilot, nu een digitaal personeelsdossier aan het opbouwen in ParnasSys.

CompetentiesDe competenties zijn door de NSA ontwikkeld en van overheidswege zo vastgesteld. Het werken met EFFECt stuitte

bij een aantal directeuren op bezwaar, anderen leek het juist wel wat. Het staat de scholen vrij om te werken met

EFFECt, met WMK of zonder instrument door bijvoorbeeld een gesprek met een collega te voeren. Een ieder organi-

seert een 360 graden feedback op zijn competenties. Het maken van competenties voor adjunct-directeuren staat in

het voorjaar van 2013 gepland, met het maken van competenties voor intern begeleiders wordt in mei gestart en zal

dus komend schooljaar nog een vervolg krijgen.

De Flore Kwekerij Dit staat in het teken van de professionalisering van de individuele leerkracht. Daaraan levert teamscholing ook een

bijdrage. Van groot belang is het gevoel van vraaggestuurd werken: wat is belangrijk voor de ontwikkeling van deze

leerkracht, van dit team. Leerkracht en directies hebben daar veel input op gegeven. Ook de themacoördinatoren en

de schoolopleiders hebben vanuit hun onderwerp scholingswensen aangegeven.

De Kwekerij biedt ook de gelegenheid om gebruik te maken van talenten van het eigen personeel. Wie in een be-

paald onderwerp deskundig is, wordt uitgedaagd deze met anderen te delen. Het van en met elkaar leren zal hier-

door worden verbeterd.

Loek Settels

themacoöordinator Talentontwikkeling

Page 29: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

28Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

xtrcThema Opbrengstgericht werken

De beginsituatie voor het Flore-extra thema Opbrengstgericht werken is opgesteld en de verwachtingen zijn uitge-

sproken en verwerkt. Opbrengstgericht werken in brede zin betekent doelgericht werken aan onderwijskwaliteit.

Toch ligt de focus van de coördinatie nu met name op de leerresultaten van lezen/taal- en rekenonderwijs.

Daardoor wordt het thema door een aantal scholen als te smal ervaren en niet in het belang van het kind. De afre-

kencultuur wordt veelvuldig genoemd, vanwege ‘een overwaardering voor cijfers’.

De scholen die participeren in het netwerk opbrengstgericht werken, ervaren de ontwikkeling rondom opbrengstge-

richt werken als positief en inspirerend. Daar waar de druk vanwege de inspectienorm groot is, vormt het onderwerp

tegelijkertijd een bedreiging.

Andere netwerken binnen Flore, die met onderdelen van opbrengstgericht werken bezig zijn, zijn de taalspecialisten

en het FIB (Flore-intern begeleiders).

De korte termijn ondersteuning op een drietal scholen, waar de eindopbrengsten wederom onder de inspectienormen

dreigden te komen, heeft zijn vruchten reeds afgeworpen.

De resultaten van de Cito M van januari en februari 2013, zullen in de eerste kwartaalrapportage van 2013 vermeld

worden. Uitspraken die de scholen aan de geboden ondersteuning geven zijn:

ondersteunend;•

op weg helpen;•

luisterend oor;•

op een andere manier naar de situatie kijken;•

gebruik kunnen maken van materialen van een andere school.•

Het onderwerp ‘Opbrengstgericht werken’ stuit zowel op weerstand als op belangstelling bij de Flore-scholen. De

wenselijkheid van de autonomie van de scholen enerzijds en het gezamenlijk Flore-breed optrekken ten behoeven

van kwaliteit op de scholen komen regelmatig met elkaar in botsing. Welke onderwerpen uit het Koersplan zijn ver-

plicht en waar heeft een school de vrijheid? Discussies waren er volop.

Na vier maanden werken als themacoördinator is mijn bevinding dat het belangrijk is dat er ondersteuning en coördi-

natie geboden kan worden bij het ontwikkelen van een opbrengstgerichte cultuur en structuur. Zodat de resultaten

voor lezen/taal en rekenen kunnen verbeteren én dat de verbetering geborgd wordt. Het is enerzijds de taak en ver-

antwoording van de directeur, maar anderzijds ook de gezamenlijke verantwoordelijkheid vanuit de Stichting.

In de laatste maanden van het jaar 2012 is er aandacht besteed aan de voorbereiding van de directietweedaagse op

7 en 8 februari 2013. Uitgangspunt voor dit programma is het Koersplan en de thema’s: Leiderschap en Passend On-

derwijs.

Opbrengstgericht werken vraagt om opbrengstgericht leiderschap in alle lagen: de klas, de school en op boven-

schools niveau. Goede basiszorg in de groep (passend onderwijs) betekent de leerresultaten op effectieve professio-

nele wijze behalen.

Page 30: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Het nieuwe digitale leerlingvolgsysteem ParnasSys is in december geïmplementeerd binnen de schoolorganisaties van

Stichting Flore. Het betekent dat de monitoring op een andere wijze tot stand zal komen. We zitten in een overgangs-

fase. Nog niet alle scholen hebben hun leerlingresultaten in ParnasSys kunnen plaatsen. In overleg met de algemeen

directeur Onderwijs en Personeel worden de vervolgstappen bepaald.

Het in beeld brengen van de resultaten lezen-taal-rekenen cito M, middels ParnasSys biedt veel mogelijkheden. Nu is

de vraag wat willen we in beeld hebben en wat doen we ermee? Hier zullen we in 2013 antwoord op moeten kun-

nen geven.

Tevens wordt er aandacht besteed aan twee activiteiten die niet in het projectplan opgenomen zijn:

-Begrijpend lezen onderzoek (vijf Flore-scholen) door de VU, Brein en Leren

-VU-traject Brein en Leren: Wetenschap en techniek (scholen doen praktijkonderzoek).

Annemiek Ruiter

themacoördinator Opbrengstgericht werken

29Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Maart, Floredag 2012. 17 praktijkgerichte

workshops, leren van en met elkaar.

Thema: Duurzaam leren

Page 31: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

30Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

xtrdThema Informatie- en Communicatie Technologie

De wereld verandert snel. De toenemende ICT-mogelijkheden op vrijwel alle gebieden, maar vooral de grenzeloze

toegang tot oneindige hoeveelheid kennis en de nieuwe manieren van communiceren (sociale media). Net zoals het

gehele onderwijs, meestal voorzichtig volgend in deze ICT wereld, probeert ook Stichting Flore een antwoord te for-

muleren op deze grote maatschappelijke verandering.

Gezamenlijke inkoop computersZo gaf de gezamenlijke inkoop van computers Flore, vijf jaar geleden, een krachtige impuls, een flinke stap vooruit.

Anno 2012 zijn de keuzemogelijkheden zeer divers op alle gebieden: welke software willen wij (zowel educatief maar

ook besturingssystemen), welke soort devices willen wij, mobiel of vast, hoe organiseren wij het beheer, welke scho-

ling is daarbij van belang etc. etc.

Een lastige bijkomstigheid hierbij is dat elke specifieke vraag of oplossing een specifieke ‘aanvliegroute’ vraagt.

Het grote voordeel van deze keuzemogelijkheden is dat scholen steeds beter passend bij hun specifieke onderwijsvi-

sie hun eigen keuze kunnen maken.

Alle scholen hebben hun ambitieniveau vastgesteld en ongeveer 30% van de Flore scholen hebben hun eerste stap in

deze richting gezet. Er hebben verschillende gesprekken plaats gevonden met de Themacoördinator ICT.

Draadloos netwerkEen enkele, in de toekomst wellicht belangrijke, ‘vliegbestemming’ wordt binnen Flore verkend door middel van een

pilot, de alliantie draadloos netwerk. Drie scholen experimenteren met mobiele devices. Na een wat stroef begin

waarbij aan de technisch voorwaarden werd voldaan, richt men zich nu op de kerntaak, het onderwijs. Begrippen als

adaptief, efficiënt, motiverend, flexibel en dergelijke. worden steeds zichtbaarder in de school. Tijdens de thema DIB

dag in december hebben alle directies kunnen ervaren hoe dit er in de praktijk uit kan zien.

MediawijsheidAltijd en overal beschikken over internet zal op den duur op alle Flore scholen mogelijk zijn. De vraag hoe hiermee

om te gaan, zal prominenter op de onderwijsagenda komen te staan, zoals het ook wordt beschreven in het koers-

plan. In het Directieberaad van Stichting Flore is gediscussieerd over mediawijsheid. Bovendien is in het directiebe-

raad (themadag in december) inzicht verkregen in de mogelijkheden èn de risico’s van sociale media.

Ook hier speelt de diversiteit en daarmee samenhangende autonomie van de scholen; elke school heeft zijn eigen

visie op onderwijs. Het is onmogelijk en onwenselijk gebleken om een uitputtend Flore mediawijsheidprotocol te for-

muleren. Wij willen echter wel meer focus en grip (veiligheid), meer behoefte om weloverwogen richting te geven

aan de mediawijsheid van kinderen en Floremedewerkers. Wij hebben dat vastgelegd in de notitie Mediawijsheid.

Mediawijsheid heeft structureel een plek in ons onderwijs gekregen.

21st Century SkillsScholing is evident om mee te kunnen gaan in deze ontwikkeling. Afgelopen half jaar zijn de digibordcursussen in de

kwekerij op alle niveaus goed bezocht.

Ook de Kennis- en Innovatiedagen van Stichting Flore dragen hier aan bij. In november is ingezet op software (KPI uit

het koersplan) en in december is het onderwerp ‘21st century skills’ verkend. Beide dagen zijn goed bezocht en hoog

gewaardeerd.

Page 32: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Zo eerder gezegd, op vrijwel alle gebieden zijn vernieuwingen gaande, vaak met raakvlak op ICT gebied. Zo zal in

2013 met het nieuwe administratie- en leerlingvolgsysteemsoftware ParnasSys worden gestart. Bovendien wordt be-

keken hoe het intranet van Flore kan worden verbeterd.

Vraagt deze continue snelle ontwikkeling om een andere kijk op onderwijs? Kunnen wij onze kinderen wel voorberei-

den op de toekomst als wij niet weten hoe die wereld er straks uit ziet? Ook in 2013 gaan wij daarmee aan de slag.

Karel Wolf,

themacoördinator ICT

31Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

April, leerlingen groep 8 Willibrordschool

geven iPadles aan wethouder Ouderkerken

van de Gemeente Heiloo

Page 33: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

9Samen zijn we Flore

De dienstverlening van het servicekantoor

De doelstelling van Flore en haar scholen is het geven van goed onderwijs aan de kinderen. Natuurlijk moet een

school voldoen aan wettelijke kaders, eisen van de onderwijsinspectie en handelen binnen de financiële budgetten,

maar in de wijze waarop een school onderwijs geeft hij zij een redelijk mate van autonomie.

ScholenFlore heeft onder andere klassikaal georiënteerde scholen, OGO scholen, Jenaplan scholen, een Dalton school. Qua

identiteit zij er verschillen tussen katholiek, protestants christelijk en interconfessioneel. Ook kan een Flore school

zich onderscheiden via thema’s als Wetenschap & Techniek, ICT, muziek en cultuur etc.

ServicekantoorEr zijn ook zaken waarbij het vanuit deskundigheid of efficiency beter is om werkzaamheden uniform en centraal uit

te voeren.

Het salaris van personeelsleden moet worden betaald, facturen moeten worden betaald, er moet dagelijks en meerja-

renonderhoud worden uitgevoerd, grote contracten moeten worden gemanaged, scholing, praktijkbegeleiding, com-

municatie, coaching, projectmanagement en casemanagement moet worden uitgevoerd.

Deze activiteiten worden uitgevoerd of gecoördineerd door het servicekantoor van Stichting Flore.

32Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 34: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

10Toekomstbestendige organisatie

Ontwikkeling aantal leerlingen

Leerlingen vormen de toekomst van de organisatieDe basis van Flore en haar scholen wordt gevormd door de leerlingen aan wie onderwijs wordt gegeven. Het aantal

leerlingen is bepalend voor het aantal leerkrachten, het aantal en de grootte van de schoolgebouwen, de boven-

schoolse organisatie en het scala aan benodigde lesmaterialen. Al is de onderwijskwaliteit nog zo goed, zonder leer-

lingen geen Flore scholen…

Om alle leerlingen les te kunnen geven ontvangt Flore geld van het Ministerie van OCW. Per leerling worden bedra-

gen ontvangen en hiervan kunnen leerkrachten worden aangesteld, boeken worden aangeschaft, scholen worden

schoongemaakt en onderhouden etc.

Leerlingenkrimp De afgelopen jaren is het aantal leerlingen op de Flore scholen gedaald. De verwachting voor de toekomst is dat het

aantal leerlingen verder zal dalen. Minder leerlingen betekent minder inkomsten en dus minder geld voor leerkrach-

ten, huisvesting, leermaterialen etc.

Om zicht te krijgen op de daling van het aantal leerlingen stellen de Flore scholen al vanaf 2009 jaarlijks zelf een

leerlingenprognose op.

Het officiële, door het Rijk vastgestelde meetmoment voor leerlingentelingen is 1 oktober. Basis voor de leerlingen-

prognose vormt het aantal aanwezige leerlingen op 1 oktober van het jaar. Bekend is wanneer deze leerlingen zullen

uitstromen uit groep 8. Instroom in groep 1 is deels bekend op basis van inschrijving en kan verder worden ingeschat

op basis van gemeentelijke geboortecijfers en ervaringscijfers. Zij-instroom en zij-uitstroom (bijvoorbeeld verhuizing)

is lastiger in te schatten. In januari 2012 hebben de schooldirecteuren een leerlingenprognose opgesteld voor de ok-

tobertelling in 2012, 2013, 2014 en 2015.

In oktober 2012 kon de prognose voor 1 oktober 2012 worden vergeleken met de realisatie:

aantal leerlingen

Pognose 01-10-2012 7.737

Realisatie 01-10-2012 7.759

Verschil 22

% 0,3%

De gerealiseerde oktobertelling 2012 lag op het totale Flore niveau in lijn met de prognose.

33Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 35: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Onderstaande grafiek geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal leerlingen in het afgelopen jaar en de progno-

ses voor de komende jaren. In deze grafiek is duidelijk de krimp van het aantal leerlingen te zien. De komende jaren

wordt een krimp verwacht van 3 à 4%.

In maart 2013 wordt een nieuwe leerlingenprognose door de scholen opgesteld.

34Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 36: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Ontwikkeling aantal leerlingen per maandNaast prognoses voor de komende jaren wordt maandelijks per school de ontwikkeling van het aantal leerlingen ge-

volgd. Omdat een school in schooljaren werkt wordt dit per schooljaar, dus niet per kalenderjaar, gevolgd. Voor de

schooljaren 2011-2012 en 2012-2013 (t/m december) ziet de ontwikkeling van het aantal leerlingen er als volgt uit.

2011-2012

2012-2013

35Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 37: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Ontwikkeling personeelsaantallen

Minder leerlingen, minder personeelDaling van de inkomsten als gevolg van krimp en bezuinigingen is geen nieuw fenomeen voor Flore. Al in april 2009

is de noodklok geluid en zijn acties in gang gezet om de personele bezetting mee te laten dalen met de daling van

het aantal leerlingen en daling van inkomsten als gevolg van overheidsbezuinigingen. De personele lasten bedragen

immers ruim 80% van de totale lasten.

De grafiek geeft inzicht in de ontwikkeling van de gemiddelde werktijdfactor (in FTE) over de afgelopen jaren en de

begroting. De begroting 2011-2015 is in juni 2011 vastgesteld. Het begrotingsproces schooljaren 2012-2016 in juli

2012 afgerond. De formatiebegroting 2012-2016 ligt in lijn met de vorige formatie begroting 2011-2015. In mei 2013

zullen de schooljaarbegrotingen 2013-2017 worden vastgesteld.

36Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 38: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Ontwikkeling aantal FTE per maandNaast prognoses voor de komende jaren wordt maandelijks per school de ontwikkeling van het aantal FTE gevolgd.

Omdat een school in schooljaren werkt wordt dit per schooljaar, dus niet per kalenderjaar, gevolgd. Voor de schoolja-

ren 2011-2012 en 2012-2013 (t/m december) ziet de ontwikkeling van het aantal FTE er als volgt uit.

2011-2012In de onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling van de werktijdfactor (WTF) per maand gepresenteerd voor het

schooljaar 2011-2012. De gemiddelde WTF augustus t/m juni is 495,5. Dit ligt iets (0,8%) hoger dan de begroting.

2011-2012In de onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling van de werktijdfactor (WTF) per maand gepresenteerd voor het

schooljaar 2012-2013. De bezetting start conform verwachting maar in september is een toename in de werktijdfac-

tor zichtbaar. Onder andere het volgende speelt: vanaf het nieuwe schooljaar is de financiering van zwangerschaps-

verlof veranderd. Zwangerschapsverlof kan niet meer bij het Vervangingsfonds worden gedeclareerd maar de

financiering verloopt via het UWV. Dit betekent dat fte zwangerschapsverlof voortaan zichtbaar wordt in de formatie.

Naast deze verandering is er onder andere ook sprake van extra personele inzet vanuit de Prestatiebox.

37Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 39: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Ontwikkeling schoolgebouwen

Minder leerlingen, minder schoolgebouwenDaling van het aantal leerlingen betekent ook daling van de inkomsten om de huisvestingslasten (energie, schoon-

maak, onderhoud etc) te kunnen dekken. Minder leerlingen betekent echter ook dat er minder vierkante meters

schoolgebouw nodig zijn. In de praktijk is te zien dat door minder leerlingen, scholen voor een deel leeg staan. In die

situaties waar dat mogelijk is probeert Flore dure leegstand te voorkomen door de huisvestingsituatie te optimalise-

ren. Onder andere de volgende projecten zijn gaande:

In Schermerhorn zijn de scholen St Joseph en Kompas gefuseerd tot de Bonte Mol. De school bestond nog wel uit

twee gebouwen. Op de plek van de St Josephschool worden op dit moment voorbereidingen getroffen voor de bouw

van een nieuw schoolgebouw. Na oplevering in 2013 zal het oude schoolgebouw van het Kompas worden afgestoten

en worden overgedragen aan de gemeente.

In Akersloot heeft Flore twee scholen: de Johannes- en de Jacobusschool. In beide gebouwen was sprake van leeg-

stand. Met ingang van 1 augustus 2013 zullen beide scholen fuseren. Vooruitlopend op deze fusie is de Jacobus-

school per augustus 2012 ingehuisd bij de Johannesschool en zijn tijdelijk extra lokalen gerealiseerd. Het

schoolgebouw van de Jacobusschool is in 2012 afgestoten en overgedragen aan de gemeente.

In Warmenhuizen zijn de Theresia en Vincentiusschool gefuseerd tot De Doorbraak. De Doorbraak bestaat nog wel uit

twee oude schoolgebouwen. Op dit moment worden de voorbereidingen getroffen voor de nieuwbouw van een grote

nieuwe brede school in Warmenhuizen. Na oplevering van de nieuwbouw in 2014 zullen de oude schoolgebouwen

worden afgestoten en worden overgedragen aan de gemeente.

In Schoorl en in Groet hebben zowel Flore als het schoolbestuur ISOB een school staan. Het aantal leerlingen daalt

echter zodanig dat het continueren van twee scholen per dorp niet meer mogelijk is. In goed overleg tussen Flore en

ISOB zullen naar verwachting in 2014 de scholen worden gefuseerd en zal per dorp één school overblijven.

In gemeente Graft–De Rijp staan twee Flore scholen, één in De Rijp en één in Graft. Op dit moment worden de voor-

bereidingen getroffen voor een nieuwe brede school in de Rijp. Beide Flore scholen volgen een proces tot fusie. Bij

oplevering van het nieuwe gebouw, naar verwachting in 2015 zullen de twee Flore-scholen worden gefuseerd tot één

brede school. De beide oude schoolgebouwen zullen dan worden afgestoten en worden overgedragen aan de ge-

meente.

In Limmen heeft Flore twee scholen: de Sint Maarten en de Pax Christi. Beide scholen hebben te maken met krimp

van leerlingenaantallen. Op dit moment worden voorbereidingen getroffen voor een fusie tussen de twee scholen.

Naar verwachting zal in 2015 de fusie worden geeffectueerd en zal het gebouw van de Pax Christi worden afgestoten

en overgedragen aan de gemeente.

In Heerhugowaard zijn twee scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) gevestigd, Bommelstein van Flore en de

Witte Raven van de Blauwe Loper. Met ingang van 1 augustus 2013 zullen beide SBO scholen worden gefuseerd tot

één school die wordt ondergebracht bij Flore. De leerlingen worden ingehuisd in het schoolgebouw van Bommelstein.

De Blauwe Loper zal het gebouw van de Witte Raven afstoten en overdragen aan de gemeente.

38Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 40: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Financiën

De Planning & Control cyclus

Koersplan vormt de basis

De basis van het planning & control proces wordt gevormd door het Koersplan 2012-2016 van Stichting Flore. In dit

koersplan zijn de richting en de doelen beschreven die de stichting wil realiseren.

Kalender- versus schooljaren

Een stichting voor primair onderwijs als Stichting Flore moet zich jaarlijks verantwoorden middels een jaarverslag en

een jaarrekening. Deze jaarrekening dient te worden opgesteld per kalenderjaar, ook de begroting moet daarom wor-

den opgesteld per kalenderjaar.

Een school werkt echter in schooljaren. Personeels-formatieplannen worden per schooljaar gemaakt en ook de

meeste bekostigingen worden per schooljaar vastgesteld.

Stichting Flore heeft er daarom enkele jaren geleden voor gekozen om voor de begroting en de voortgangsrappor-

tage te werken met twee parallelle processen:

Een begrotings- en rapportageproces op totaal stichting niveau per kalenderjaar ten behoeve van de externe1

verantwoording in de jaarrekening. Volgens de principes die de landelijke Raad voor de Jaarverslaglegging stelt

aan een jaarrekening.

Een begrotingsproces en rapportage proces per school en kantoor per schooljaar ten behoeve van de interne be-2

sturing op een manier die de directeur begrijpt zonder boekhouder te worden.

Interne besturing per schooljaar

Voor het interne begrotings- en rapportageproces wordt gebruikt gemaakt van door Stichting Flore ontwikkelde

“knips”.

Wat zit er in de knip?

In het meerjarenbegrotings- en rapportageproces op schoolniveau wordt gewerkt met “knips” per schooljaar. De vol-

gende knips worden gebruikt:

De formatieknip: betreft de formatie-inkomsten en -uitgaven.

De schoolknip: betreft de direct door een schooldirecteur te beïnvloeden materiële kosten.

De investeringsknip: dit betreft het meerjareninvesteringsplan voor meubilair, leermethoden en ICT.

Zowel de scholen als het kantoor stellen deze begrotingen op en ontvangen tweemaandelijks voortgangsrapporta-

ges. Daarnaast worden kosten waarop een schooldirecteur niet direct invloed heeft zoals kosten van het meerjaren-

onderhoud, energiecontract, contract met schoonmaakbedrijven etc. begroot door het servicekantoor.

Het beleid ten aanzien van de inhoudelijke behandeling van de knips is de afgelopen jaren ontwikkeld in het Directie-

beraad van Stichting Flore. Periodiek vindt evaluatie en bijstelling plaats.

De scholen en het kantoor hebben in mei/juni 2012 een meerjarenbegroting per knip opgesteld. Zo zijn er 33 forma-

tieknips (32 scholen en het kantoor), 33 schoolknips, 99 investeringsknips (33 meubilair, 33 leermiddelen en 33 ICT).

Elke knip bevat vier of meer schooljaren.

39Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 41: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Na afloop van een schooljaar legt een school verantwoording af in een schooljaarverslag. De financiële verantwoor-

ding in het schooljaarverslag wordt overgenomen uit de financiële voortgangsrapportages per school. Hiermee ko-

mende de onderwijsinhoudelijke en de financiële doelen en ontwikkelingen van een school bij elkaar.

Externe verantwoording per kalenderjaarOm zich volgens de geldende wet en regelgeving te kunnen verantwoorden stelt Flore in december een meerjarenka-

lenderjaarbegroting vast. De basis hiervoor vormt het Koersplan. Na afloop van elk jaar verantwoordt Flore zich mid-

dels een jaarverslag en jaarrekening voorzien van een accountantsverklaring.

Elk kwartaal wordt onder verantwoordelijkheid van de algemene directie van Stichting Flore een koersplan kwartaal-

rapportage opgesteld. Deze rapportage wordt opgesteld voor het CvB en bevat kwalitatieve, kwantitatieve, financiële

informatie en de voortgang op de Koersplan thema’s.

Het CvB kan zich met deze rapportage verantwoorden aan de RvT, de GMR en de schooldirecties.

Het Koersplan 2012-2016 van de stichting staat op de internetsite van Stichting Flore en is voor iedereen openbaar.

De kwartaalrapportages staan op het intranet van Stichting Flore en zijn toegankelijk voor intern betrokkenen.

40Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 42: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Versterkende parallelle processen

In een jaar zien deze twee parallelle processen per kalender- en schooljaar er als volgt uit:

Het inrichten van twee parallelle processen is complex, maar sluit goed aan bij de kalender- en schooljaar processen

van respectievelijk het bestuur en de scholen. Het voordeel is dat beide processen elkaar versterken. De meerjarenbe-

groting per kalenderjaar die in december 2011 is vastgesteld plus het Jaarverslag 2011 dat gereed was in april 2012

vormen input voor de meerjarenbegroting per schooljaar die in mei/juni 2012 is opgesteld. Deze meerjaren schooljaar

begroting vormt vervolgens weer input voor de meerjaren kalenderjaar begroting 2013 t/m 2016 die in december

2012 is vastgesteld.

41Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Planning & Control proces Stichting Flore 2012

Meerjaren Begroting

kalenderjaar

Jaarverslagvorig

kalenderjaar

EX

TE

RN

E V

ER

AN

TW

OO

RD

ING

INT

ER

NE

BE

ST

UR

ING

1e kwartaal

rapportage

2e kwartaal

rapportage

3e kwartaal

rapportage

4e kwartaal

rapportage

MeerjarenBegroting

kalenderjaar

meerjaren leerling

prognoses

meerjaren schooljaarbegroting

6e definitieverapportageschooljaar

T

1e rapportageschooljaar

T1

jaarverslagvan school

T

2e rapportageschooljaar

T

3e rapportageschooljaar

T

4e rapportageschooljaar

T

5e rapportageschooljaar

T

Strategisch Koersplan 2012-2016"Ruimte om te bloeien"

Bestuursformatie

planT+4

Page 43: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Jaarrekening 2012

Exploitatierekening 2012In onderstaande tabel wordt de exploitatierekening 2012 van Stichting Flore weergegeven:

Het boekjaar 2012 is afgesloten met een tekort van € -443 dzd. In de begroting was uitgegaan van een tekort van

€ -176 dzd. De prognose op basis van de 3e kwartaalcijfers ging nog uit van een tekort van € -612 dzd.

Zowel bij de baten als de lasten zijn afwijkingen ten opzichte van de begroting zichtbaar. Per saldo liggen de baten

lager dan de lasten. In het derde kwartaal werd de stichting geconfronteerd met een financiële tegenvaller door een

naheffing van de Belastingdienst voor WGA premie in de jaren 2007 t/m 2009. Deze naheffing is geadministreerd

onder de bijzondere personele lasten. Een vervelende situatie, maar omdat Stichting Flore financieel gezond is ze in

staat om een dergelijke tegenvaller op te vangen, zonder dat dit nadelige consequenties heeft voor de scholen of

voor het personeel.

In de volgende paragrafen wordt de ontwikkeling van de baten en de lasten nader toegelicht ten opzichte van de be-

groting.

42Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Exploitatierekening

bedragen x € 1.0002011

Realisatie

2012

Realisatie

2012

Begroting

2012

Verschil

Realisatie-

Begroting

2012

prognose obv

3e kwartaal

Baten Rijksbijdragen OCenW 34.846 34.746 33.612 1.134 34.690

Overige overheidsbijdragen 2.489 2.049 2.335 -286 2.030

Overige baten 1.967 2.270 1.789 481 2.124

Totaal Baten 39.302 39.065 37.736 1.329 3,5% 38.845 -1%

Lasten Personele lasten 32.537 32.356 31.733 623 32.402

bijzondere personele last 690 690 690

Afschrijvingen 1.062 1.062 993 69 1.060

Huisvestingslasten 3.344 3.117 3.063 54 3.119

Leermiddelen 1.283 1.314 1.231 84 1.290

Overige instellingslasten 1.280 1.168 1.113 55 1.106

Totaal Lasten 39.506 39.706 38.132 1.574 4,1% 39.667 0%

Saldo baten - Lasten -204 -641 -396 -245 -822

Financiele baten en lasten Financiele baten 242 198 220 -22 210

Exploitatie saldo 39 -443 -176 -267 -612

Page 44: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Baten 2012

De baten 2012 komen € 1.329 dzd (+3,5%) hoger uit dan begroot. Dit wordt met name verklaard door:

Rijksbijdragen OCW: +€1.134 dzd

De verschillen betreffen met name:

€ 170 dzd Hogere bedragen per leerling: Het Ministerie van OCW heeft in september 2012 met terugwerkende

kracht de tarieven per leerling voor het schooljaar 2011-2012 verhoogd. Dit is als zodanig ook in de

boekhouding verwerkt. Ook voor 2012-2013 zijn de tarieven hoger. Door deze onverwachte tariefsaan-

passing komen de baten hoger uit dan begroot.

€ 143 dzd Extra baten in verband met groeiregeling 11-12: De bedragen die het bestuur in schooljaar 2011-2012

van het Rijk ontvangt zijn gebaseerd op de leerlingentelling 1-10-2010. Als gedurende het schooljaar

11-12 het totaal aantal leerlingen bij Flore boven een bepaalde grens stijgt, heeft de stichting recht op

een groeitelling. Als gevolg van de krimp was een groeitelling niet begroot. In de realisatie bleek dat het

aantal leerlingen de groeigrens toch bereikte. Als deze grens eenmaal is bereikt is levert nieuwe in-

stroom van leerlingen geld op, per saldo extra inkomsten van € 143 dzd.

43Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 45: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

44Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

€ 245 dzd Hogere inkomsten LGF: Ten tijde van het opstellen van de schooljaar (juni 2011) en vervolgens de kalen-

derjaar (december 2011) begrotingen werden nog grote bezuinigingen op Passend Onderwijs verwacht.

De scholen hebben de begroting van de Leerling Gebonden Financiering (LGF, het rugzakje) daarom toen

behouden opgesteld.

€ 549 dzd Nieuwe subsidie van uit het Rijk: de Prestatiebox (zie toelichting in kader). Het Prestatiebox budget was

ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet bekend.

Besteding Prestatiebox 2012Schoolbesturen ontvangen vanaf 2012, naast de reguliere lumpsumbekostiging, ook een bedrag via de zogenoemde

Prestatiebox. Het budget in de Prestatiebox is grotendeels afkomstig uit het regeerakkoord. Dit geld (Prestatiebox)

ontvangt het bestuur in het kader van het bestuursakkoord primair onderwijs, dat de PO Raad met het Ministerie van

OCW heeft gesloten. Dat akkoord gaat over landelijke ambities met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs.

Het is de bedoeling dat een schoolbestuur in het kader van deze ambities de Prestatiebox inzet om, passend bij de

eigen situatie en op basis van eigen prioriteiten, het onderwijs te verbeteren.

Onderdelen Prestatiebox PO:

opbrengstgericht werken (bedrag per lln)•

professionalisering (bedrag per lln)•

subsidie cultuureducatie (bedrag per lln)•

professionalisering schoolleider (bedrag per school)•

beschikking per kalenderjaar•

de regeling loopt in principe vier jaar.•

Page 46: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Voor kalenderjaar 2012 ontvangt Stichting Flore in totaal: € 548.787. Dit wordt op basis van 1/12e maandelijks in de

baten opgenomen.

De onderdelen binnen de Prestatiebox sluiten goed aan bij het koersplan van Stichting Flore. Voor een grootste deel

van de Prestatiebox gelden is op dit moment duidelijk hoe ze binnen Flore ingezet gaan worden.

De Prestatiebox inkomsten worden maandelijks geboekt als baten in boekjaar 2012. Inzet van deze gelden (de las-

ten) vindt echter plaats gedurende het schooljaar 2012-2013. De lasten drukken dus deels op boekjaar 2013. De las-

ten ijlen na en dat geeft op dit moment nog een positief effect op het exploitatieresultaat. Na verloop van tijd is het

effect per saldo 0. Over de wijze waarop dit kan worden verantwoord in de jaarrekening 2012 is overleg gevoerd met

de accountant. Het nog niet bestede deel van de Prestatiebox 2012 zal in de jaarrekening zichtbaar worden als be-

stemmingsreserve. De verdeling van de lasten is als volgt: 2012: € 347.011 en 2013: € 201.707

Voor het bedrag van € 201.707 wordt een bestemmingsreserve “Prestatiebox” opgenomen. Deze dient ter dekking

van de lasten die in 2013 vallen.

45Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Prestatiebox bedrag 2012 548.787 prestatiebox onderdeel

bedrag cultuur educatie 36.282 cultuur educatie

bedrag taal en rekenen 51.765 professionalisering / opbrengstgericht werken

1. oude afspraken/besluiten 88.046

2. Koersplan Thema coördinatoren DIB 119.016 diverse thema's in koersplan

3. IB agendacommissie

3 x 30 uur a € 38 p/u agenda cie 2011-2012 3.420

3 x 30 uur a € 38 p/u agenda cie 2012-2013 3.420

inhuur deskundigheid 2012-2013 1.500

totaal IB 8.340 professionalisering

4. compensatie verbeterplan Bommelstein 8.836 opbrengstgericht werken

5. bekostiging verbeterplan Tweemaster 15.036 opbrengstgericht werken

6. facilitering IB en admie kracht werkgr.aanbesteding LVS 4.176 opbrengstgericht werken

7. kosten Claessen kas - VU project 32.000 professionalisering

8. inzet "8.9-budget" 79.811 professionalisering

9. mobiliteit specifiek 105.243 professionalisering

10. KIC 12.880 professionalisering

11. extra inzet mbt aanbesteding LVS 625 opbrengstgericht werken

12. verbeterplan zonnewijzer 1.500 opbrengstgericht werken

13. verbeterplan Paperclip 900 opbrengstgericht werken

14. DIB thema Dag ICT 1.300 professionalisering

15. ondersteuning nieuw leerlingsysteem Parnassys 22.535 professionalisering / opbrengstgericht werken

16. ondersteuning St Michael school 6.849 opbrengstgericht werken

17. 75% kosten I-coach opleidingen 6.225 professionalisering

18. taal/leesproject 8.066 opbrengstgericht werken

NOG NADER TE BESLUITEN 27.335

Page 47: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Overige overheidsbijdragen: -€ 286 dzd

€-350 dzd Lagere baten Vervangings- en Risicofonds: Indien personeel ziek of afwezig is dan worden vervangers in-

gezet om de groep wel te kunnen blijven draaien. De inzet van vervangers kost geld (loonkosten). Vanuit

het Vervangings- en Risicofonds ontvangt Flore baten ter dekking van deze vervangingsloonkosten. Omdat

de kosten van vervangers lager zijn dan begroot, zijn ook de bijdragen vanuit de fondsen lager.

Vanaf het nieuwe schooljaar is ook de financiering van zwangerschapsverlof veranderd. Zwangerschaps-

verlof kan niet meer bij het Vervangingsfonds worden gedeclareerd maar financiering verloopt via het

UWV. Deze baten vallen niet meer onder “overige overheidsbijdragen” maar onder de “overige baten”.

€ 22 dzd Betreft egalisatierekening (ter dekking hogere afschrijvingen).

€ 42 dzd Betreft baten voor projecten en divers.

Overige baten: € 481 dzd dit betreft onder andere:

€ 66 dzd Hogere inkomsten uit verhuur: ten opzichte van de huidige realisatie is de begroting van de verhuurop-

brengsten te laag geweest.

€ 90 dzd Meer inkomsten uit detachering onder andere is personeel gedetacheerd bij De Blauwe Loper, het samen-

werkingsverband en InHolland. De inkomsten zijn hoger dan verwacht.

€ 40 dzd Vrijval oude schuld in de balans.

€ 282 dzd De post overige baten bestaat uit een verzameling van diverse verschillende baten. De begroting blijkt te

behoudend te zijn geweest. De volgende zaken spelen:

De bijdragen vanuit het UWV zijn enerzijds hoger zijn dan verwacht anderzijds zijn deze inkomsten

hoger als gevolg van veranderende financiering van het zwangerschapsverlof. Inkomsten vanuit ge-

meente voor inzet huisvestingspersoneel. Er zijn er meer SBO rugzakken verstrekt door het samenwer-

kingsverband. Extra inkomsten in het kader van het project Wetenschap en Techniek.

46Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 48: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Lasten 2012

De lasten zijn € 1.574 dzd (+4,1%) hoger uit dan begroot. Dit wordt grotendeels verklaard door:

Personele lasten € 623 dzd

€ 558 dzd De loonkosten komen hoger uit. Er is personeel ingezet op de hogere inkomsten uit LGF-financiering (rug-

zakje), de groeiregeling en middelen vanuit de Prestatiebox. De extra personele inzet is met name ingezet

via Payroll of gedetacheerde leerkrachten.

€-104 dzd Lagere loonkosten voor vervanging bij ziekte, rechtspositioneel- en zwangerschapsverlof

€ 100 dzd Kosten pensioencompensatie. Dit betreft een bedrag dat is betaald aan medewerkers die eerder zijn ge-

stopt met werken. Dit was voor de betreffende medewerkers en de organisatie een goede oplossing maar

dit bedrag was niet begroot. Deze kosten worden bovenschools gedekt uit de Prestatiebox.

€ 69 dzd Diversen: dit betreft onder andere scholing, arbo, en personele dotaties.

Bijzondere personele last € 690 dzd

Medio 2012 ontving Stichting Flore een naheffing van de Belastingdienst met betrekking tot WGA/WAO premies voor

de jaren 2007 (€ 397 dzd), 2008 (€ 201 dzd) en 2009 (€ 6 dzd). In totaal ± € 604 dzd. Analyse leerde dat de premie

afdracht in die jaren te laag is geweest en dat de premies met terugwerkende kracht zijn verhoogd. Dit was niet eer-

der bij Flore bekend. Flore heeft het administratiekantoor en de accountant hierop aangesproken. Naast de naheffing

47Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 49: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

heeft de Belastingdienst ook € 86 dzd heffingsrente in rekening gebracht voor 2007 (€ 63,5 dzd), 2008 (€ 21,7 dzd)

en 2009 (€ 0,5 dzd). Dit betekent dat deze naheffing en de heffingsrente nu volledig als last moet worden genomen

in het boekjaar 2012. Het betreft loonkosten maar omdat het een incidentele last betreft uit oude jaren wordt dit be-

drag verantwoord als bijzondere personele last.

Flore leidt geen financiële schade van de naheffing. Het resultaat over de jaren 2007 t/m 2009 zou bij juiste afdracht

lager zijn geweest, dat wordt nu in 2012 gecorrigeerd.

Afschrijvingen € 69 dzd

Ten tijde van het opstellen van de begroting is een inschatting van de afschrijvingen gemaakt. Deze bleek te laag.

Een deel van deze afschrijvingen wordt wel gecompenseerd middels extra baten via de egalisatierekening.

Huisvestingslasten € 54 dzd

De totale huisvestingslasten liggen grotendeels in lijn met de begroting. Op onderdelen zijn wel verschillen onder an-

dere hogere energie lasten en lagere schoonmaaklasten.

Leermiddelen € 84 dzd

€ 48 dzd Leermiddelen overig: dit betreft onder andere culturele activiteiten.

€ 11 dzd Leermaterialen.

€ 24 dzd Meer kosten gemeente projecten, hier staan ook hogere baten tegenover.

Overige instellingslasten € 55 dzd

De overige instellingslasten bestaan uit een diversiteit van verschillende lasten onder andere kosten voor het admini-

stratiekantoor, juridische zaken, kantoorbenodigdheden, telecommunicatiekosten, porti en dergelijke,

contributies/abonnementen, verzekeringen, bankkosten, ICT-kosten etc. Op onderdelen zijn er verschillen zitten tus-

sen begroting en realisatie. Onder andere de ICT exploitatiekosten komen hoger uit dan begroot.

Ontwikkeling en Onderzoek (O&O)

Omdat St. Flore geen activiteiten ontplooit inzake ontwikkeling en onderzoek volgens de definitie in de richtlijnen

voor de jaarverslaggeving, heeft geen van de lasten hierop betrekking.

Financiële baten -€ 22 dzd

Naast de hiervoor genoemde baten en lasten heeft Flore ook financiële, rente-, baten. Als gevolg van een lage rente

komen de financiële baten lager uit dan begroot.

Treasury

Flore beschikt over een treasurystatuut. Treasury is het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het

toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan ver-

bonden risico's. In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de

bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie. Het treasurystatuut heeft tot doel stu-

ring te geven aan de treasuryfunctie en risico's te beperken. Het uitgangspunt van de stichting is dat zij een zodanig

financieel beleid en beheer voert, dat haar voortbestaan in financieel opzicht is gewaarborgd. Het treasurybeleid van

Stichting Flore vindt plaats binnen de kaders van de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs

en onderzoek” van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten

van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling ge-

stelde verplichtingen.

48Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 50: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Alleen rente, geen beleggingen of derivaten

De stichting houdt haar liquide middelen aan op een Rabobank rekening courant en op verschillende spaar -

rekeningen bij de Rabobank en de ABN-AMRO.

Stichting Flore belegt geen gelden. De stichting heeft geen aandelen, geen derivaten of wat voor complexe financiële

producten dan ook alleen spaarrekeningen. Het rendement op spaarrekeningen in het huidige financiële klimaat is

beperkt, het risico ook.

Bestemming van het resultaat

Het resultaat 2012 komt uit op een tekort van € 443 dzd. Zoals toegelicht in de paragraaf over de Prestatiebox, zijn

de Prestatiebox baten 2012 al volledig opgenomen in boekjaar 2012. De lasten worden gemaakt gedurende het

schooljaar 2012-2013 en hebben dus voor een deel betrekking op het boekjaar 2013. Om deze lasten dan te kunnen

dekken wordt een Prestatiebox reserve gevuld.

De algemene reserve neemt af met -€645 dzd. De Prestatiebox reserve wordt gevuld met +€202 dzd.

Per saldo €-443.

Toelichting op de balans

Naast het huishoudboekje in de vorm van de exploitatierekening is de financiële balans van de stichting een belang-

rijk gegeven. Jaarlijks wordt op 31 december de balans opgemaakt. De balans geeft inzicht in de bezittingen en de

wijze waarop deze bezittingen zijn gefinancierd door eigen vermogen dan wel vreemd vermogen.

Activa:

De vlottende activa zijn substantieel toegenomen. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt doordat er bij de overlo-

pende activa vorderingen zijn geboekt inzake huisvestingsprojecten tbv € 114 dzd en het vervangingsfonds van

€ 115 dzd. Ook zijn de liquide middelen met € 452 dzd toegenomen, hiervan is € 297 dzd afkomstig van het penvoer-

derschap Techniekproject.

Passiva:

Doordat het negatieve resultaat van 2012 geheel ten laste wordt gebracht van de reserves daalt het eigen vermogen

met € 443 dzd.

De toename op post voorzieningen wordt vooral veroorzaakt door de, in verhouding tot 2011, lage onttrekking aan

de voorziening groot onderhoud.

De kortlopende schulden zijn toegenomen met € 667 dzd. Hiervan wordt € 297 dzd veroorzaakt door het penvoerder-

schap, € 146 dzd door vooruit ontvangen investeringssubsidies (inrichting Hoge Akker en de vergoeding inzake de

brand bij de Doorbraak) en € 200 dzd inzake het vervangings- en participatiefonds.

49Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 51: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Financiële positie Stichting Flore

In 2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek ingesteld naar de financiële posities van besturen in het

primair onderwijs (zie toelichting in volgende paragraaf)

Het begrip kapitalisatiefactor werd in dit onderzoek gebruikt om een oordeel te vellen over omvang van de middelen

die een bestuur in haar reserves heeft staan.

De Kapitalisatie factor (KF = Totaal kapitaal -/- Boekwaarde van gebouwen en terreinen) heeft de volgende functies:

De transactiefunctie (TF): de middelen die nodig zijn om de kortlopende schulden te voldoen (Totaal kortlopende

schulden)

De financieringsfunctie (FF): de middelen die nodig zijn om overige vaste activa te kunnen vervangen (Financierings-

behoefte * vervangingswaarde van overige materiele vaste activa)

De financiële bufferfunctie (B): de middelen die nodig zijn om onvoorziene risico’s te kunnen opvangen.

(B = KF -/- TF -/- FF)

Voor diverse elementen zijn signaleringswaarden bepaald door de CVO voor vergelijkbare besturen.

Voor Stichting Flore zien we, samengevat, het volgende beeld:

2010 2011 2012 Signalerings % CVO

Kapitalisatiefactor 19.564.071 17.271.791 1.722.313

Kapitalisatiefactor % 49,0% 43,9% 45,6% 35,0%

Transactiefunctie 7.375.438 5.154.794 5.665.176

Transactiefunctie % 18,5% 13,1% 14,4% 8,8%

Financieringsfunctie (FB*AW of BW) 7.181.059 7.519.557 7.963.918

Financiele buffer (KF-TF-FF) 5.007.575 4.597.440 4.293.219

Financiele buffer %(KF-TF-FF) 12,5% 11,7% 10,9% 5,0%

50Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Toelichting op de balans

Page 52: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

De percentages worden berekend door het aantal euro’s te delen door de totale baten van het betrokken kalender-

jaar. Bovenstaande cijfers zijn conform de berekeningswijze van de onderwijsinspectie, gecorrigeerd voor de juiste

aanschafwaarde van de gewaardeerde activa, zonder de bestuursspecifieke correctie ten aanzien van dotatie aan

voorzieningen en afschrijvingen tot en met 2014.

Deze waardes sluiten niet direct aan met de cijfers in de jaarrekening omdat er rekening is gehouden met het private

vermogen, de in de kortlopende schulden opgenomen post “investeringssubsidie overige vaste materiële activa” en

een aanpassing van de historische aanschafwaarde van de overige vaste materiële activa, een en ander conform de

instructies gegeven in het onderzoek van de Inspectie.

De kapitalisatiefactor ligt boven de signaleringswaarde van het CVO. Dit betekent dat er ten opzichte van vergelijk-

bare besturen meer middelen in reserve worden gehouden.

Dit is deels nodig omdat er meer kortlopende schulden zijn dan bij vergelijkbare besturen. Dit kunnen we zien aan de

transactie functie die hoger is dan de signaleringswaarde.

Na correctie voor de financieringsfunctie zien we een buffer die hoger is dan de signaleringswaarde. Wel daalt deze

vanaf 2010. Deels wordt dit veroorzaakt door bewust afbouwen van de reserves en te investeren in onderwijs kwali-

teit, deels omdat er onvoorziene tegenvallers zijn geweest in de vorm van o.a. de naheffing WGA over oude jaren in

2012.

Penvoerderschap projecten

In 2012 heeft Stichting Flore het penvoerderschap op zich genomen van een omvangrijk Wetenschap & Techniek pro-

ject dat gezamenlijk met diverse partijen in het onderwijsveld wordt uitgevoerd.

De administratie van het project wordt bijgehouden in een rekeningcourant binnen de boekhouding van de stichting.

Dit heeft gevolgen voor de cijfers die wij zien in de balans. De subsidie die voor het gehele project beschikbaar is, is

toegevoegd aan de liquide middelen van Flore. Hier tegenover staat de rekeningcourant opgenomen als een kortlo-

pende schuld. Ultimo 2012 resteert van het totale bedrag € 297 dzd.

In de staat van baten en lasten staat alleen het deel dat de deelname van Stichting Flore aan het project zelf betreft

opgenomen en is, in verhouding, van kleine omvang.

Blik in de toekomst: Exploitatie begroting 2013-2016De meerjarenbegroting 2013-2016 staat niet op zichzelf. Zoals in een vorige paragraaf is toegelicht vormt deze be-

groting een onderdeel van een totale planning & control cyclus met leerlingenprognoses, meerjarenbegrotingen en

voortgangsrapportages op verschillende niveaus (per school of totale organisatie) en perioden (school- of kalenderja-

ren).

In december 2011 is de meerjarenbegroting 2012-2015 door de Raad van Toezicht (RvT) vastgesteld. De begroting

2013-2016 moet in lijn liggen met deze vorige begroting aangevuld met nieuwe inzichten die gedurende 2012 in

beeld zijn gekomen.

In december 2011 is de meerjarenbegroting 2012-2015 door de Raad van Toezicht vastgesteld. Deze meerjarenbegro-

ting vormt de leidraad voor de toekomst. Op basis van nieuwe inzichten en ontwikkelingen kunnen onderdelen bin-

nen de begroting wijzigen. Huidige inzichten, nieuwe leerling-tellingen, nieuwe prognoses, nieuwe

schooljaarbegrotingen zijn immers van invloed op de meerjarenkalenderjaarbegroting 2013-2016 die in december

2012 is vastgesteld. In de onderstaande tabel wordt de nieuwe meerjarenbegroting vergeleken met de begroting

zoals deze vorig jaar is opgesteld.

51Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

zelfde periode

2012 2013 2014 2015 2016

begroting 12-15 dec-11

begroting 13-16 dec-12

Page 53: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

In de volgende paragraaf worden de verschillen tussen de “oude” en “nieuwe” begroting 2013 kort toegelicht. De

totale meerjarenbegroting 2013-2016 is te vinden op de internetsite van Stichting Flore.

Baten 2013Als gevolg van de inzichten uit 2012 liggen de baten in de begroting 2013 bijna € 1 mln (2,7%) hoger dan de vorig

jaar opgestelde begroting voor 2013. Dit kent onder andere de volgende verklaringen:

Verhoogde tarieven per leerling;•

Meer rugzakfinanciering dan vorig jaar begroot;•

Nieuwe subsidie prestatiebox;•

Hogere inschatting overige subsidies.•

Als gevolg van veranderende financiering vanuit het Vervangingsfonds (overige overheidsbijdragen) richting UWV

(overige baten) is een verschuiving tussen beide posten zichtbaar. Ten opzichte van de vorig jaar opgestelde begro-

ting 2013 zijn de vervangingsbaten ook verlaagd.

Lasten 2013Als gevolg van de inzichten uit 2012 liggen de lasten in de begroting 2013 € 1,4 mln (3,9%) hoger dan de vorig jaar

opgestelde begroting voor 2013. Dit kent dit onder andere de volgende verklaringen:

Personele lasten +1,2 mln

Extra personele inzet als gevolg van personele inzet door meer rugzak financiering.•

Inzet van personeel vanuit de nieuwe prestatiebox subsidie onder andere inzet thema coördinatoren koersplan•

en verbeterplannen.

Hogere kosten personeel via payroll dan vorig jaar begroot. •

Mobiliteitskosten. •

Hogere gemiddelde personele last per persoon.•

52Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Vergelijk oude en nieuwe begroting

bedragen x € 1.000oude begroting

2013

2013

begroting

oude begroting

2014

2014

begroting

oude begroting

2015

2015

begroting

2016

begroting

Baten Rijksbijdragen OCenW 32.569 33.735 31.324 32.703 30.283 31.557 30.487

Overige overheidsbijdragen 2.216 1.598 2.105 1.500 2.029 1.443 1.397

Overige baten 1.624 2.058 1.594 1.935 1.563 1.894 1.854

Totaal Baten 36.409 37.390 35.023 36.137 33.875 34.894 33.738

Lasten Personele lasten 30.045 31.243 28.779 29.714 27.817 28.555 27.387

Afschrijvingen 991 1.005 941 966 929 926 1.011

Huisvestingslasten 3.069 3.182 3.028 3.213 3.009 3.128 3.147

Leermiddelen 1.063 1.190 1.020 1.108 981 1.062 1.070

Overige instellingslasten 1.216 1.168 1.233 1.278 1.250 1.351 1.397

Totaal Lasten 36.384 37.788 35.000 36.279 33.985 35.023 34.012

Saldo Baten - Lasten 26 -399 23 -141 -110 -129 -275

Financiele baten 220 220 220 220 220 220 220

Buitengewone lasten

EXPLOITATIE SALDO 246 -179 243 79 110 91 -55

Vergelijk begrotingen 2013

bedragen x € 1.000oude begroting

2013

2013

begrotingVerschil

Baten Rijksbijdragen OCenW 32.569 33.735 1.165

Overige overheidsbijdragen 2.216 1.598 -619

Overige baten 1.624 2.058 434

Totaal Baten 36.409 37.390 980 2,7%

Lasten Personele lasten 30.045 31.243 1.198

Afschrijvingen 991 1.005 14

Huisvestingslasten 3.069 3.182 113

Leermiddelen 1.063 1.190 127

Overige instellingslasten 1.216 1.168 -47

Totaal Lasten 36.384 37.788 1.405 3,9%

Saldo Baten - Lasten 26 -399 -424

Financiele baten 220 220 0

Buitengewone lasten

EXPLOITATIE SALDO 246 -179 -424

Page 54: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Huisvestingslasten +113 dzd

Als gevolg van krimp en bezuinigingen moeten de huisvestingslasten omlaag. Daling van het aantal leerlingen bete-

kent daling van inkomsten. Niet alleen voor personele inkomsten maar ook de inkomsten voor dekking van onder-

houd, schoonmaak en energie.

Minder leerlingen – minder vierkante meters nodig – minder scholen/lokalen.

Voor leegstaande inefficiënt gebruikte ruimtes wordt geen geld ontvangen maar de exploitatie daarvan kost jaarlijks

wel geld. Deze exploitatie kosten stijgen jaarlijks ook als gevolg van prijsindexering etc.

In de oude begroting 2013 was een bezuinigingsdoelstelling opgenomen van € 105 dzd op exploitatielasten huisves-

ting in verband met krimp. Op basis van de huidige inzichten zal deze doelstelling nog niet in 2013 gerealiseerd kun-

nen worden. Het afstoten van lokalen of samenvoegen van scholen is een complex proces. De organisatie maakt hier

wel stappen in.

Leermiddelen +127

Dit betreft met name een lage inschatting van projectsubsidies in de vorige begroting en meer inzet van middelen uit

de prestatiebox.

Exploitatiesaldo 2013Uit het voorgaande blijkt dat de baten begroting 2013 hoger is dan de vorige begroting 2013 (onder andere meer

LGF en Prestatiebox). Tegenover deze hogere baten staan ook hogere lasten. De lasten stijging in de nieuwe begro-

ting 2013 is echter hoger dan de baten stijging. Oorzaak hiervan is met name: hogere kosten personeel via payroll,

mobiliteitskosten, hogere gemiddelde personele last per persoon en de hogere huisvestingslasten.

Ontwikkeling van het Eigen VermogenEen belangrijke post op de balans van Stichting Flore is het eigen vermogen. Het eigen vermogen neemt af als de or-

ganisatie in haar exploitatierekening verlies lijdt. Het neemt toe als de exploitatierekening een positief resultaat laat

zien.

Flore is een financieel gezonde organisatie en beschikt over een aanzienlijk eigen vermogen. Om te bepalen hoe

hoog het eigen vermogen van Flore zou moeten zijn, is op basis van een risico-inventarisatie het Flore norm vermo-

gen vastgesteld.

Risico Management & InventarisatieEnkele jaren geleden is onder leiding van Deloitte accountants een proces van risico-inventarisatie gestart. Eerst met

directeuren en adjunct-directeuren en later ook met de Raad van Toezicht en het College van Bestuur zijn risico’s in

kaart gebracht. Risico’s voor de volgende clusters zijn in kaart gebracht: Leerlingen, Onderwijs en leerlingenzorg, Per-

soneel, Middelen, Besturing en beheer, Externe contacten.

Elk cluster bestond uit ongeveer 10 risico onderwerpen in totaal dus 60 risico onderwerpen. Per onderwerp is een

score gegeven aan het risico: 1 is laag, 5 is hoog risico. Deze risico-inventarisatie score is vervolgens ingevoerd in een

berekeningsmodel van Deloitte. Op basis van dit model wordt dan berekend hoe hoog het eigen vermogen van Stich-

ting Flore moet zijn. Het resultaat op basis van dit proces is: noodzakelijke hoogte van het eigen vermogen = € 10

mln.

Deze inventarisatie staat niet op zichzelf. Ontwikkelingen op het gebied van onderwijskwaliteit, leerlingen, personeel,

financiële middelen worden elk kwartaal toegelicht in de koersplan kwartaalrapportages.

53Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 55: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Onderzoek onderwijsinspectie

De Flore vermogensnorm is opgesteld op basis van een eigen risico inventarisatie. De onderwijs inspectie heeft, als

onafhankelijk toezichtsorgaan recent ook de financiën van Stichting Flore onderzocht. Op basis van analyse van de

jaarcijfers 2010, aanvullende informatie en begrotingen komt de onderwijsinspectie tot de volgende conclusie:

54Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 56: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Voorzichtige afbouw van het vermogen

De afbouw van het vermogen de komende jaren is voorzichtig, het eigen vermogen biedt nog ruimte om te investe-

ren in het onderwijs. Additionele afbouw van het vermogen is in de begroting 2013-2016 nog niet opgenomen maar

is via een separaat besluitvormingstraject met de Auditcommissie en de Raad van Toezicht mogelijk. De reden voor

voorzichtigheid is onzekerheid over een aantal ontwikkelingen:

veranderende en lagere financiering en premie stromen met betrekking tot vervanging;•

afnemende reserves van scholen;•

meer dynamiek in ontwikkeling leerlingaantallen;•

mogelijke bezuinigingen.•

Voor een nadere toelichting op deze onderwerpen wordt verwezen naar de meerjarenbegroting 2013-2016 die op de

internetsite van Flore staat.

Huidig beleid en nieuwe ontwikkelingenDe uitdaging voor onze organisatie is om, binnen de financiële kaders die voor onze organisatie en het primair onder-

wijs gelden, door hervormingen en ombuigingen financiële ruimte te creëren voor nieuwe ontwikkelingen. En dit bin-

nen het bestaande exploitatiebeleid. In 2012 is het gelukt om het gehele terrein van scholing te optimaliseren door

het inrichten en open stellen van de Flore Kwekerij. Via een digitale tool kunnen leerkrachten zich aanmelden voor

korte of langlopende scholingstrajecten. Kwalitatieve scholing in-company of op locatie tegen een concurrerend tarief

en gegeven door, door Flore, geselecteerde kennis-partners. De versterking van de professionele onderwijscultuur

door het steeds meer, schoolnabij, organiseren van ondersteuning, onder andere door de inzet van thema-coördinato-

ren heeft zijn eerste vruchten al afgeworpen. We zetten stevig in op meer betrokkenheid van de werkers in het veld

bij de organisatieontwikkeling en het organiseren van ondersteuning in de school. Opbrengstgericht werken vraagt

om actuele data die efficiënt kan worden ontsloten en vraagt om kennis en vaardigheden bij leerkrachten en direc-

teuren om tot een goede analyse en vertaling naar het onderwijsaanbod te komen. Met de investering in ParnasSys,

beschikbaar vanaf 1 januari 2013 is een aantoonbare boost gegeven aan het organiseren van data en met de inzet

van de Vrije Universiteit in het kader van het opleiden van leerkrachten in onderzoeks- en analysevaardigheden

wordt ook deze noodzakelijke kwaliteit versterkt.

55Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Ontwikkeling Eigen Vermogen

bedragen x € 1.0002010

realisatie

2011

realisatie

2012

realisatie

2013

begroting

2014

begroting

2015

begroting

2016

begroting

Eigen Vermogen 13.395 13.434 12.991 12.643 12.722 12.812 12.758

Mutatie Eigen Vermogen 39 -443 -179 79 91 -55

Page 57: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

11Special Asbest op scholen

We kregen dit jaar te maken met de asbestinventarisatie op onze scholen.

Uit onderzoek onder scholen is gebleken dat er asbest is toegepast in circa 80% van de schoolgebouwen van voor

1994. Om incidenten met asbest op scholen te voorkomen heeft de Tweede Kamer besloten dat er in 2012 op alle

scholen onderzoek moet plaatsvinden naar de aanwezigheid van asbest. Stichting Flore heeft gehoor gegeven aan

deze oproep door Ingenieursbureau Broomans asbestinventarisaties te laten uitvoeren op de schoolgebouwen ouder

dan 1994.

Bij 11 Flore-scholen is er asbest aangetroffen. Hierbij gaat het om de volgende scholen: Pax Christi, De Bonte Mol, De

Baanbreker, De Doorbraak, De Vaart, De Zevensprong (kinderopvang), St. Michaël, Willibrord, St. Jan, St. Jozef De Rijp,

en de Familieschool.

Nadat de onderzoeksresultaten bekend waren, hebben wij contact gezocht met de GGD. Deze deskundigen hebben

op basis van de onderzoeksrapporten geconcludeerd dat de gezondheid van kinderen, medewerkers en bezoekers

niet in het geding is geweest. Het is veilig om de school te bezoeken.

Asbest ligt gevoelig. Zodra het woordje ‘asbest’ valt, is het eerst wat mensen willen weten of hun gezondheid in het

geding is. Bij scholen gaat het om de veiligheid van de schoolmedewerkers en om de veiligheid van kinderen, waar-

door er ook bezorgde ouders betrokken zijn. Het is daarom noodzakelijk om rond deze asbestinventarisatie onrust te

voorkomen en open, eerlijk en duidelijk met alle betrokkenen te communiceren. We hebben hiertoe een communica-

tieplan opgesteld en alle betrokkenen conform geïnformeerd. Dit heeft goed gewerkt, want er is geen onrust ont-

staan, niet bij ouders noch bij personeel.

56Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 58: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Voor Stichting Flore heeft een veilige werk- en leeromgeving voor medewerkers en leerlingen de hoogste prioriteit.

Daarom hebben we besloten het asbest zo snel en zorgvuldig mogelijk te laten verwijderen door een gespecialiseerd

bedrijf, zodat een optimale veiligheid gedurende en na de sanering gewaarborgd is. Voor de locaties waarbij de ge-

vonden asbest was gekwalificeerd in de urgentie ‘hoog’ is het asbest direct gesaneerd in de herfstvakantie, zodat het

geen gevolgen heeft gehad voor het lesprogramma.

In overleg met Ingenieursbureau Broomans is bepaald of we het asbest met kwalificatie urgentie ‘laag’ en ‘matig’ al

dan niet saneren. De eventuele sanering staat gepland in de meivakantie 2013. Voor alle scholen is een asbestbe-

heersplan opgesteld, dat van kracht is tot de eventuele sanering. Dit asbestbeheersplan beschrijft welke maatregelen

noodzakelijk zijn om een gebouw waarin asbest verwerkt is veilig te gebruiken, zodat blootstelling aan asbestvezels

wordt voorkomen.

57Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 59: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

12Lijst met afkortingen

AC Auditcommissie

ADV Arbeidsduurverkorting

AO/IB Administratieve Organisatie/Interne Beheersing

AWVN Algemene WerkgeversVereniging Nederland

BAPO Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen

BSO Buiten Schoolse Opvang

CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst

CFI Centrale Financiën Instellingen (uitvoeringsorgaan van het Ministerie van OCW), heet nu DUO

CPI Consumenten Prijs Index

CPS Christelijk Pedagogisch Studiecentrum

CvB College van Bestuur

CNVO Christelijk Nationaal Vakverbond Onderwijs

DB Dagelijks Bestuur

DiB Directieberaad

DGO Decentraal Georganiseerd Overleg

DUO Decentraal Uitvoerings Orgaan (uitvoeringsorgaan van het Ministerie van OCW), voorheen CFI

DZD Duizend

F&O Financiën & Organisatie

FPU Flexibele Pensioen Uittreding

FTE Full-time equivalent

GGL Gemiddelde Gewogen Leeftijd

GMR Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

IB Intern Begeleider

ICT Informatie en Communicatie Technologie

IGDI Interactieve Gedifferentieerde Directe Instructie

KPI Kritische Prestatie Indicator

LB Leerkracht salarisschaalniveau B

LGF Leerling Gebonden Financiering

58Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 60: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

MLN Miljoen

MOP Meerjaren Onderhouds Plan

MR Medezeggenschapsraad

NKO Nederlandse Katholieke Vereniging van Ouders

OCW Onderwijs Cultuur en Wetenschappen

OCW/LNV Onderwijs Cultuur en Wetenschappen/Landbouw Natuurbeheer en Visserij

OGMR Oudergeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

PGMR Personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

PO Primair Onderwijs

PR Public Relations

RC Remuneratiecommissie

RKBS Rooms Katholieke Basisschool

RvT Raad van Toezicht

RT Remedial Teaching

SBO Speciaal Basis Onderwijs

SEN Special Educational Needs

SWV AMR Samenwerkingsverband Alkmaar

SWV HHW Samenwerkingsverband Heerhugowaard

VBM Versterking Bestuur en Management

VF Vervangingsfonds

VTOI Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen

WTF Werktijdfactor

59Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 61: Jaarverslag 2012 Stichting Flore

Colofon

Bestuursnummer: 73919

Stichting Flore

W.M. Dudokweg 47

Postbus 279

1700 AG Heerhugowaard

Contactpersoon:

De heer R.W.J. Zaal

Hoofd Financiën & Organisatie

072 – 566 0214

www.stichtingflore.nl

[email protected]

Ontwerp en opmaakSdH Vormgeving

Stroet

60Ja

arv

ersla

g S

tichtin

g F

lore

20

12

Page 62: Jaarverslag 2012 Stichting Flore