Upload
stichting-carmelcollege
View
230
Download
5
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Jaarverslag Stichting Carmelcollege 2009
Citation preview
’09JaarverslagStichtingCarmelcollege
Hengelo, 19 mei 2010
Drienerparkweg 16
Postbus 864
7550 AW Hengelo
(074) 245 55 55
www.carmel.nl
Jaarverslag Stichting Carm
elcollege’09
3
Stichting Carmelcollege - Woord vooraf
Woord vooraf
Stichting Carmelcollege staat er goed voor en is een sterke organisatie die op alle niveaus de moge-
lijkheden heeft om haar ambities te verwezenlijken. Financieel gezond en met de ambitie om hoge
kwaliteit te bieden op het gebied van onderwijs, zorg en aandacht.
Een verbond van scholen die midden in de samenleving staan, partners van ouders, leerlingen en
maatschappelijke instellingen om samen in de lokale of regionale context verantwoordelijkheid te
nemen voor de toekomst van onze maatschappij: de jeugd van nu.
Een verbond van scholen met grote ruimte voor eigenheid, maar ook met gemeenschappelijke ver-
antwoordelijkheid zonder vrijblijvendheid. Onderling verbonden en betrokken.
2009 is in veel opzichten een mooi jaar geweest. Er zijn concrete stappen gezet om onze aantrekke-
lijkheid als werkgever te vergroten, onder meer door royaal invulling te geven aan landelijke afspra-
ken rondom loopbaanbeleid en professionalisering. Maar ook door een project op te starten rondom
moderne arbeidsverhoudingen: wat mogen we over en weer van elkaar verwachten, hoe scheppen
we ruimte om op individueel niveau waardering duidelijker zichtbaar te maken.
Aanscherping en concretisering van ons strategisch beleid op stichtingsniveau krijgt in 2010 grote
prioriteit. Een scherpere focus op de resultaten en opbrengsten van ons onderwijs is noodzakelijk om
onze beloften en ambities waar te maken. Met de betrokkenheid en inzet van al onze medewerkers,
ouders, leerlingen en partners gaat dat lukken. We zijn ervan overtuigd en noblesse oblige!
Wij spreken onze grote dank en waardering uit aan allen die zich in het afgelopen jaar voor onze
leerlingen hebben ingezet.
Hengelo, 19 mei 2010
Romain Rijk
Ton Thomassen
’09 Jaarverslag
4
Inhoud
Kerngegevens 7
Stichting Carmelcollege: wie zijn wij? 11
Verslag Raad van Toezicht 55
Bestuursverslag 63
Carmel: missie, cultuur en 65onderlinge verbondenheid
• Waardegericht leren 65
• De menselijke maat 67
• Ouderparticipatie 67
• Horizontale verantwoording 69
• Instellingen 70
• Goed onderwijsbestuur 73
• Overleg met diverse gremia en 73 CvB-vergaderingen
• De beleidsomgeving van de Stichting 75
• Communicatie 77
De leerling en het leren 78op een Carmelinstelling
• Onderwijs en examenresultaten 79
• Opbrengstenkaart 91
• Aantal leerlingen 93
• Leerlingenzorg 96
• Maatschappelijke stages 98
• Leermiddelen 98
Werkgever- en werknemerschap 101binnen Carmel
• Goed werknemerschap verdient goed 102 werkgeverschap
• Personele zaken 103
• Medewerkers in cijfers 104
De meerwaarde van Carmel 106
• Risicomanagement 106
• Financiën 109
• Treasury management 109
• Bestuurskosten 120
• Bestuursbureau 121
• Commissie Vermogensbeheer 123 Onderwijsinstellingen (Commissie-Don)
Toekomstige ontwikkelingen 125
5
Stichting Carmelcollege - Inhoud
Jaarrekening 2009 129
Grondslagen voor de jaarrekening 130
Geconsolideerde balans 136
Geconsolideerde staat van baten en lasten 137
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 138
Toelichting op de onderscheiden posten 139van de geconsolideerde balans
Niet uit de balans blijkende rechten en 153verplichtingen
Toelichting op de onderscheiden posten 154van de geconsolideerde staat van baten en lasten
Enkelvoudige balans 162
Enkelvoudige staat van baten en lasten 163
Toelichting op de onderscheiden posten 164van de enkelvoudige balans en de enkelvoudige staat van baten en lasten
Bezoldiging van bestuurders 167en toezichthouders
Honorarium externe accountant 168
Wet Openbaarmaking uit 169Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT)
Overige gegevens 173
Accountantsverklaring 174
Resultaatbestemming 174
Gebeurtenissen na balansdatum 174
Bijlagen 177 (deel uitmakend van het jaarverslag)
1. Gegevens over de rechtspersoon 178
2. Specifieke posten OCW 179
3. Kengetallen financieel 180
4. Enkelvoudige staat van baten en 182 lasten per school
5. Kengetallen leerlingen 186
6. Examenresultaten in het schooljaar 188 2008 - 2009
7. Kengetallen personeel 212
8. Personele lasten naar kostendragers 218
9. Specificatie leningen 220
10. Specificatie effecten 221
11. IDU-overzichten instellingen 222
12. Gegevens leden Raad van Toezicht 230
13. Ledenlijst Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 232
14. Samenstelling directies 233
15. Adreslijst Carmelscholen 235
16. Lijst van veel voorkomende begrippen 240
17. Lijst van veelgebruikte afkortingen 244
’09 Jaarverslag’09 Jaarverslag
6
77
Kerngegevens
’09 Jaarverslag
8
9
Stichting Carmelcollege - Kerngegevens
Kerngegevens
’09 Jaarverslag
10
Stichting Carmelcollege: wie zijn wij?
11
’09 Jaarverslag
Stichting Carmelcollege bestaat uit
12 instellingen voor bijzonder voortgezet
onderwijs in Nederland. Op ruim 50 school-
locaties wordt een breed onderwijsaanbod
verzorgd. Door deze veelheid aan
school locaties waarborgen onze instellingen
een kleinschalige, veilige leer omgeving
voor hun leerlingen. In totaal worden ruim
35.000 leerlingen in hun leerproces
begeleid door circa 4.200 medewerkers.
Stichting Carmelcollege
Verbonden en betrokken Stichting Carmelcollege stelt de zorg voor de
mens (leerlingen en medewerkers) centraal.
Niet alleen bij haar primaire taak: het
aanbieden van bijzonder voortgezet onderwijs,
maar ook bij het scheppen van noodzakelijke
randvoorwaarden voor dat onderwijs.
Deze zorg biedt ruimte voor en nodigt uit
tot eigen inzet en verantwoordelijkheid
van onderwijsdeelnemers, medewerkers
en schoolleiders, bestuursleden en
toezichthouders. Zo draagt de zorg voor
de mens bij aan de grondslag van Stichting
Carmelcollege, aan humanisering en
ontwikkeling van individu en school.
We geven daaraan invulling door intensief
bij te dragen aan onderwijsvernieuwing en
waardegericht leren, maar ook door een
zorgvuldig en uitgekiend personeelsbeleid.
1. De scholen van Stichting Carmelcollege
bieden kwalitatief hoogwaardig onderwijs
in een veilige en tegelijkertijd uitdagende
leeromgeving voor alle leerlingen.
2. Het onderwijs biedt leerlingen voldoende
perspectief - mede door de aandacht voor
zingevingsvraagstukken.
3. De scholen van de Stichting geven individu-
ele leerlingen de mogelijkheid om zeggen-
schap over en verantwoordelijkheid voor
hun eigen leerproces te ontwikkelen.
4. De Stichting biedt al haar medewerkers
een aan hun professionaliteit appellerende,
inspirerende leer- en werkomgeving die hun
eigen ontwikkeling stimuleert in een werk-
klimaat van loyaliteit en vertrouwen.
5. De Stichting geeft individuele medewerkers,
de scholen en het bestuursbureau binnen de
noodzakelijke kaders maximale zeggenschap
over en verantwoordelijkheid voor het eigen
leer- en ontwikkelingsproces.
www.carmel.nl
12
’09 Jaarverslag
13
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
Onder Stichting Carmelcollege ressorteren de volgende instellingen:
14
’09 Jaarverslag
15
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
Bonhoeffer College
Alle ruimte voor ontwikkeling Het Bonhoeffer College stelt zich ten doel
bij zijn taak van onderwijs en opvoeding de
leerlingen te begeleiden en te stimuleren op
hun weg naar volwassenheid. De leerlingen
worden in staat gesteld om aan het eind van
hun schoolperiode over voldoende kennis,
inzicht en vaardigheden te beschikken.
Leerlingen dienen daarbij gestimuleerd te
worden om zelf een actieve rol te spelen in het
vergaren van kennis, inzicht en vaardigheden.
Het Bonhoeffer College stelt zich ten doel
leerlingen zich maatschappelijk en cultureel
te laten vormen op een wijze die past bij
hun individuele aanleg, belangstelling en
capaciteiten, zodat zij zich optimaal kunnen
ontwikkelen als medemensen en als mondige,
kritische en verantwoordelijke burgers van
onze samenleving. Het Bonhoeffer College
levert een bijdrage aan de opvoeding van de
leerlingen tot verantwoordelijke volwassenen,
die in staat en bereid zijn hun krachten in te
zetten voor een betere samenleving in het
licht van christelijke normen en waarden. Het
Bonhoeffer College is een interconfessionele
scholengemeenschap met een breed
onderwijsaanbod: gymnasium, atheneum, havo,
vmbo, lwoo en praktijkonderwijs. Behalve dit
reguliere onderwijsaanbod biedt het Bonhoeffer
College nog meer:
BegaafdheidsprofielschoolDe locatie Van der Waalslaan is een
gecertificeerde begaafdheidsprofielschool en
biedt hoogbegaafde leerlingen een aangepast
onderwijsprogramma. In een speciale vwo+klas
krijgen leerlingen extra verrijkingsstof
aangeboden. Ze worden geacht met minder
www.bc-enschede.nl
16
uitleg toe te kunnen en zelfstandiger aan
opdrachten te werken.
MaatwerkOp de locatie Geessinkweg wordt gewerkt
volgens het eigen onderwijskundig concept
“Maatwerk” dat de leerlingen een goede
aansluiting geeft op het mbo en hbo. Leerlingen
bepalen voor een groot deel zelf hoe,
wanneer en waaraan ze hun tijd besteden.
Het onderwijs is niet versnipperd over een
groot aantal vakken, docenten en lesuren,
maar overzichtelijk gebundeld en geclusterd.
Onderwijsassistenten hebben een belangrijke
taak in het primaire proces en nemen een
deel van het werk van de docenten voor
hun rekening. Doel van dit alles: actieve,
gemotiveerde en dus gelukkige en succesvolle
leerlingen (en docenten!).
TechnasiumDe locatie Bruggertstraat is een van de scholen
in Nederland die meedoet aan het technasium.
Op het technasium (vwo en havo) staan de
bètavakken centraal. Een onderdeel van het
technasium is het examenvak Onderzoeken
en Ontwerpen (O&O). Dit vak kan al gevolgd
worden vanaf de eerste klas. Bij O&O wordt
per jaar een aantal verschillende projecten
doorlopen. Het technasium werkt vooral met
opdrachten die zijn geformuleerd vanuit de
beroepspraktijk en het hoger onderwijs. Deze
opdrachten zijn veelal voor groepjes leerlingen,
waardoor het samenwerken in een team
centraal staat.
Vmbo met intensieve leerlingenbegeleiding De locatie Lijsterstraat verzorgt maatwerk
voor vmbo-leerlingen die net een beetje meer
ondersteuning nodig hebben. De organisatie
en de onderwijsprogramma’s zijn hiervoor
aangepast. Tevens functioneert de locatie in
een netwerk van scholen waardoor leerlingen,
indien nodig, individuele onderwijstrajecten
krijgen aangeboden die leiden naar een
vervolgopleiding en/of een kwalificatie.
Werkend leren “Leren door doen” is kenmerkend voor het
praktijkonderwijs bij de locatie Vlierstraat.
Door in een aantal sectoren (bedrijfsruimten)
realistische werksituaties te creëren
worden leerlingen voorbereid op zelfstandig
functioneren. Met behulp van een individueel
ontwikkelplan wordt in samenspraak met
leerling en ouders een onderwijstraject op
maat aangeboden.
Scholingsboulevard EnschedeDrie onderwijsinstellingen -Het Stedelijk
Lyceum, Bonhoeffer College en het ROC van
Twente- bundelen samen met de gemeente
Enschede hun krachten in de geheel nieuwe
vmbo-/mbo-school. Een groot percentage
van de scholieren in Enschede gaat naar het
vmbo, om vervolgens door te stromen naar
het mbo. Die overstap blijkt vaak erg groot.
De Scholingsboulevard Enschede verkleint de
overstap tussen het vmbo en het mbo.
’09 Jaarverslag
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
17
18
’09 Jaarverslag
Carmel College Salland
Zichtbaar in de regio
Het Carmel College Salland is een brede
scholengemeenschap voor praktijkonderwijs,
vmbo (incl. lwoo), havo, atheneum en
gymnasium die openstaat voor alle leerlingen
binnen de regio. Het is een bijzondere school
met als basis christelijke waarden, die expliciet
aandacht besteedt aan haar grondslag en
zingevingvraagstukken.
Het Carmel College Salland wil een
professionele en lerende onderwijsgemeenschap
zijn. De school wil de talenten van elke leerling
en medewerker optimaal ontwikkelen in een
veilig en inspirerend klimaat en een gezonde
werkomgeving, met respect voor elkaar en
elkaars eigenheid. Daartoe is er aandacht en
zorg voor heel de mens.
Waardevol onderwijs, waarbij het leren van de
leerling centraal staat, vormt de kern van de
onderwijskundige en pedagogische opdracht
van de school. Dit is herkenbaar in een brede
onderwijskundige, culturele en sportieve
vorming. Het Carmel College Salland ziet
de omgeving en externe ontwikkelingen als
uitdagingen en bronnen van inspiratie.
Carmel Classes: talentontwikkelingNaast het reguliere lesprogramma kiezen
leerlingen voor één van de ‘Carmel Classes’.
Leerlingen ontdekken hun talenten en krijgen
de kans deze nader te ontwikkelen. Leerlingen
maken een keuze uit vijf classes: Discovery
(breed oriëntatieprogramma), Sports & Lifestyle
(sport en een gezonde leefstijl), Art & Music
(allerlei facetten van kunst, muziek, zang,
dans, musical en toneel), Science & Technology
(technische creativiteit) en International
(internationale contacten en vreemde talen).
www.carmelcollegesalland.nl
19
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
Fit for LifeSalland wil de jeugd van 12 tot 23 jaar ‘fit
for life’ krijgen met een eigentijdse aanpak,
zodat schoolverlaters beter voorbereid zijn op
zelfstandig functioneren in de maatschappij
en de eisen die het vervolgonderwijs en het
bedrijfsleven aan hen stelt. Klaar voor het
echte leven, oftewel ‘fit for life’. Hiervoor
is integratie van sociale competenties in het
beroepsonderwijs van groot belang. Denk
hierbij aan zelfvertrouwen, zelfsturing,
zelfredzaamheid, doorzettingsvermogen,
betrokkenheid, communicatieve vaardigheden,
inzet en oplossingsgericht handelen. Dat
gebeurt al in het reguliere onderwijs, maar
wellicht kan het nog beter. Daartoe werkt de
school samen met 14 andere partners (ROC,
werkgevers, sport- en cultuurverenigingen,
woningbouwstichting en de gemeente Raalte).
Gezamenlijk hebben zij zich ten doel gesteld
de Sallandse jeugd deze competenties mee
te geven in een project “Fit for Life” door
aantrekkelijke doorlopende vmbo/mbo-, sport-
en cultuurtrajecten te ontwikkelen. Eén van
de belangrijkste doelen is bijdragen aan een
positieve levensstijl van jongeren.
Carmel & TopsportHet ontwikkelen van talenten staat centraal
op het Carmel College Salland. Eén van
de pijlers is sport. Sporters die op hoger
niveau sporten krijgen de mogelijkheid
om school en sport te combineren. Samen
met de topsportcoördinator wordt gekeken
naar individuele roosteraanpassingen,
verlofregelingen etc. De school ondersteunt
het Carmel Wielerpark en is medeoprichter
van de Carmel Handbalschool Salland (een
samenwerking met de Stichting Sporttalent
en Landstede) en biedt handbaltalenten uit
de regio Salland de mogelijkheid hun talenten
individueel te ontwikkelen tot nationaal en
internationaal niveau.
UniversumschoolCarmel College Salland is voor de havo-/
vwo-sector een universumschool. Een
universumschool onderscheidt zich van andere
scholen doordat het extra aandacht geeft aan
het bètaonderwijs.
20
’09 Jaarverslag
Carmelcollege Emmen
Kanjers kiezen voor Carmel Carmelcollege Emmen is een brede
scholengemeenschap met opleidingen vmbo-
beroepsgericht, mavo, havo en atheneum.
Daarnaast kent de school tweetalig onderwijs
(tto) voor havo- en vwo-leerlingen, faciliteiten
voor topsportleerlingen (LOOT) en sportklassen
voor leerlingen van het eerste en tweede
leerjaar. Het Carmelcollege profileert zich met
maatwerk en bijzondere opleidingen.
MaatwerkMaatwerk betekent dat het leren van de indivi-
duele leerling centraal staat. De school ontwikkelt
een concept waarbij iedere leerling een eigen
individueel leertraject volgt en zijn eigen leerroute
kiest in het tempo dat hij/zij aan kan. Tijdens de
lessen wordt er ingezet op individuele trajecten op
alle niveaus, van vmbo t/m atheneum.
Bijzondere opleidingenNaast deze ‘traditionele’ opleidingen biedt het
Carmelcollege Emmen een aantal bijzondere
stromen en programma’s:
• Tweetalig onderwijs (tto)
Hierbij volgen leerlingen de helft van de
lessen in het Engels. Naast hun havo- of
atheneumdiploma sluiten zij hun studie af met
het Cambridge-examen (onder supervisie van
het Europees Platform) en/of met het
IB-certificaat Engels (uitgegeven door het IBO
in Genève).
• LOOT-school
Het Carmelcollege Emmen heeft de LOOT-
status. Dit betekent dat topsporters de
mogelijk heid hebben om een aangepast
programma te volgen zodat zij hun school-
www.carmelemmen.nl
21
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
’09 Jaarverslag
22
opleiding kunnen combineren met hun sport.
Het Carmelcollege Emmen biedt hierbij
onderwijs op maat.
• De beroepsgerichte leerweg van
het vmbo is intersectoraal ingericht
Leerlingen krijgen op het vmbo een brede,
oriënterende opleiding. Daarbij wordt de
opleiding Technologie & Dienstverlening
aangeboden waarmee leerlingen (elk op hun
eigen niveau) een voortreffelijke aansluiting
hebben op het mbo.
Verder kent de school de vmbo-opleiding Sport,
Dienstverlening & Veiligheid, voor een van de
uniformberoepen of voor een beroep in de
recreatie of de sport.
Kwalitatief sterkHand in hand met ‘maatwerk’ en ‘bijzonder’
kiest de school er voor om kwalitatief sterk
te zijn. Dat betekent aan de ene kant dat de
school de zaken goed voor elkaar heeft. Verder
wil het Carmelcollege Emmen een school zijn
waar leerlingen meer dan goed presteren en
prima resultaten behalen. De school en de
leerlingen hebben een sterke ambitie.
TalentencentraHet Carmelcollege Emmen kent een eigen
voetbaltalentencentrum waarbij nauw wordt
samengewerkt met de KNVB. Het centrum
bestaat uit talentvolle spelers uit de regio
die onderwijs volgen op het Carmelcollege
in Emmen. Naast de trainingsmomenten bij
de club, krijgen leerlingen onder leiding
van bekwame oefenmeesters, een paar
keer per week training op het veld van het
Carmelcollege.
Daarnaast is er de Carmel Handbalschool
Drenthe, een door het NHV gecertificeerde
opleiding, waar talentvolle handballers onder
een deskundige begeleiding verder aan hun
ontwikkeling werken. Ook hier staat de
combinatie van school en sport centraal.
Gewoon leukNaast alle opleidingen en trainingen is er ook
voldoende ruimte voor andere activiteiten.
Het Carmelcollege Emmen is voor heel veel
leerlingen een leuke school waar veel gebeurt,
tijdens de lessen... maar ook daaromheen.
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
23
Carmelcollege Gouda
Carmelcollege Gouda is werelds! Het Carmelcollege Gouda is een brede open
katholieke scholengemeenschap. De school
gaat ervan uit dat we leven in een pluriforme
samenleving, zowel in maatschappelijk,
cultureel als in levensbeschouwelijk opzicht.
De katholieke traditie wordt dan ook respectvol
met deze werkelijkheid in relatie gebracht.
Onze school staat daarom open voor alle
ouders, leerlingen en medewerkers die bereid
zijn, vanuit de eigen levensbeschouwelijke
achtergronden, onze doelstellingen te
onderschrijven.
Het Carmelcollege Gouda gaat uit van een
positieve houding ten opzichte van de
medemens. Hieronder verstaan we dat we
in principe uitgaan van positieve intenties.
De nadruk ligt op het benoemen van positief
gedrag en van wat goed gaat en niet op wat
fout is en het bestraffen van negatief gedrag.
Het Carmelcollege Gouda heeft een leefklimaat
dat gekenmerkt wordt door zorg voor elkaar,
veiligheid en betrokkenheid. Leerlingen, ouders
en medewerkers hebben hierbij allen een
eigen verantwoordelijkheid. Iedereen wordt
geacht daadwerkelijk bij te dragen aan het
gewenste leefklimaat. Duidelijke grenzen en
regels leveren een wezenlijke bijdrage aan
een schoolklimaat waarbinnen iedereen zich
veilig en op zijn plaats voelt. Tegen gedrag dat
geen positieve bijdrage levert en de grenzen
overschrijdt, nemen wij krachtig stelling.
www.carmelcollegegouda.nl
24
Jaarverslag’09
25
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
Het onderwijsaanbod bestaat uit:
• Mavo, havo, atheneum, gymnasium en
tweetalig onderwijs (tto) op de locatie
Antoniuscollege Gouda.
• Vmbo-t/g/k/b, eventueel met
leerwegondersteuning en Eerste Opvang
Anderstaligen (EOA) op locatie De Meander.
• Brede instroom havo, vwo (eerste
drie leerjaren) en mavo op de locatie
Antoniuscollege Bodegraven.
Carmelcollege Gouda wil aantrekkelijk en
eigentijds onderwijs geven. De drie locaties
profileren zich in het onderwijsaanbod dan ook
nadrukkelijk vanuit een specifieke merkbelofte.
Het Antoniuscollege Gouda, werelds en
grensverleggend, heeft als speerpunten
Internationalisering, Wetenschap en Kunst en
Cultuur. Tweetalig onderwijs, Universum en Jet
Net en de theaterklassen geven de speerpunten
vorm en inhoud, naast de bestaande
uitwisselingsprogramma’s en de inzet voor onze
zusterschool in Peru. De Meander, werelds en
ondernemend, profileert zich vanaf cursusjaar
2010-2011 met drie ‘specials’, Football,
Fashion&Styling en Digi Media; elke leerling
kiest naast het reguliere vmbo programma voor
één van deze specials. Het Antoniuscollege
Bodegraven, wereldklasse(n), geeft vanuit een
specifiek onderwijsconcept (Start@23) invulling
aan het centraal stellen van de leerling.
Maatwerk en eigen verantwoordelijkheid
zijn trefwoorden in dit concept. Week- en
maandtaken, korte instructielessen, zelfstandig
en individueel werken onder begeleiding van
docenten en ict-rijk onderwijs geven invulling
aan dit ‘onderwijs op maat’-concept.
26
’09 Jaarverslag
Etty Hillesum Lyceum
Het Etty Hillesum Lyceum leidt op, begeleidt, daagt uit, overlegt en vernieuwtHet Etty Hillesum Lyceum heeft ongeveer 4600
leerlingen en is een algemeen bijzondere school
met een breed onderwijsaanbod: gymnasium,
atheneum, havo, vmbo en praktijkonderwijs
verdeeld over zes scholen. De zes scholen
hebben elk een onderscheidende positie
verworven.
Onze leerlingen en hun ouders hebben zich
uitgesproken over hun hoge verwachtingen.
We spannen ons in daaraan te voldoen.
We hebben een duidelijk beeld van die
verwachtingen. Ze hebben alles te maken met
gedegen onderwijskwaliteit, communicatie en
individuele aandacht.
Van de leerlingen verwachten we dat ze hun
talenten ten volle benutten, ieder op zijn
eigen niveau. We vragen een flexibele en
ondernemende opstelling, weerbaar en kritisch
gedrag en de motivatie om te leren.
De verwachtingen over en weer zijn mede
leidend voor de koers die het Etty Hillesum
Lyceum wil inslaan. In “Koers EHL 2015”
staan verantwoordelijkheid, betrokkenheid,
vertrouwen en open communicatie centraal.
De nieuwe koers is niet alleen intern gericht
op hoge kwaliteit. Inmiddels zijn we veel
meer dan voorheen extern gericht. Er zijn
vele connecties met allerlei organisaties,
bedrijven en instellingen. Daarmee verruimen
we de mogelijkheden aan zorg, begeleiding en
onderwijs.
www.ettyhillesumlyceum.nl
27
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
’09 Jaarverslag
28
In zeven punten vatten we onze koers samen:
1. Kwalitatief sterk en goed georganiseerd
onderwijs
We willen dat onze scholen voldoende
uitdaging bieden voor alle leerlingen op alle
niveaus. Specifiek getalenteerde leerlingen
krijgen de ruimte. Voor hoger begaafden
ontwikkelen we herkenbare programma’s of
mogelijkheden.
Op alle niveaus willen we kwalitatief goed
onderwijs bieden met kwalitatief goede
docenten. Werving en scholing zijn hierin de
belangrijkste instrumenten.
2. Begeleiding en zorg voor elke leerling die
daaraan behoefte heeft
Optimale leerlingenzorg staat hoog in ons
vaandel. De zorg wordt in principe op de
school, zo dicht mogelijk bij de leerling
georganiseerd. Communicatie met ouders
en externe zorgpartners neemt een centrale
plaats in. Als voorbereiding op de Wet op de
Zorgplicht gaan we verder als koploper op
het gebied van Passend Onderwijs.
3. Stimuleren van waarden en normen in het
onderwijs, binnen en buiten de school
Onderwijs zonder waarden en normen
is binnen het Etty Hillesum Lyceum
onmogelijk. Waarden en normen krijgen
binnen en buiten de lessen een gezicht. Het
versterken ervan vraagt samenwerking met
diverse externe partners. Burgerschap, in
de zin van verantwoordelijkheid nemen voor
de omgeving en de mensen daarin, zal de
komende jaren een belangrijk begrip binnen
de scholen zijn.
4. Samenwerken met partners
buiten de school in het onderwijs,
het bedrijfsleven en ouders
Ouders zijn onze belangrijkste partners.
De scholen houden het overleg met
ouders warm en spelen in op gedeelde
verantwoordelijkheid bij de opvoeding. De
relaties met organisaties, bedrijfsleven en
instellingen in en om Deventer, breiden zich
de komende jaren uit onder andere door de
invoering van de maatschappelijke stages.
5. Goed werkgeverschap
De medewerkers maken voor een belangrijk
deel de scholen. Het is zaak dit kapitaal
te bewaken en goed te verzorgen.
Personeelsbeleid krijgt daarom meer
aandacht, onder meer door de integraliteit
van het beleid te bevorderen. De sterke
punten van het personeelsbeleid worden
behouden of uitgebreid, de zwakke
verbeterd. Voortdurende scholing van
medewerkers is vanzelfsprekend.
6. Gastvrij communicatiebeleid
Het Etty Hillesum Lyceum wil open en
eerlijk communiceren. Zowel intern
als extern wordt gewerkt aan optimale
communicatie.
7. Transparant en controleerbaar
kwaliteitsbeleid
We vinden transparant en controleerbaar
kwaliteitsbeleid belangrijk.
Kwaliteitsonderzoek zal worden
geïntensiveerd. Dat geldt ook voor de
communicatie erover, zowel intern als
extern.
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
29
Het Hooghuis
Kleurt je leven Binnen Het Hooghuis werken we vanuit
gezamenlijke waarden aan ontplooiing en
ontwikkeling. Dit doen we met respect voor
ieders eigenheid. Iedereen krijgt hier de ruimte
om gelukkig te worden.
Het Hooghuis zet betekenisvolle stappen in
de richting van vraag- en interessegestuurd
leren binnen de maatschappelijke context. We
doen dit in onderwijskundige, pedagogische
en organisatorische samenhang. We werken in
teams op coachende, autonome, competente
en betrokken wijze samen. Bij dit alles zijn we
ons bewust van onze verantwoordelijkheid voor
elkaar en zijn daarop aanspreekbaar.
Voor ons als katholieke school mag het
hoogste goed niet liggen in het verlengde
van economische waarden. Wij zien markt en
geld niet als de enige graadmeters voor de
waardebepaling van mensen en dingen. Het
Hooghuis zet haar handelen in het perspectief
van de dynamiek van de liefde. We willen
een school zijn waar mensen ‘liefde doen’,
handelen uit liefde en gelukkig zijn. Liefde
is altijd relationeel en gericht op de ander.
De primaire taak van ons onderwijs is gericht
op de ontwikkeling van het individu als uniek
persoon in relatie met de ander. Ons onderwijs
is gericht op ontmoeting en samenwerking.
Niet alleen gericht op kennisoverdracht, maar
ook op opvoeding. We kiezen op onze school
nadrukkelijk voor fair onderwijs. Geluk heeft
immers alles te maken met gelukken/slagen.
Met doen waar je goed in bent. Op basis
hiervan richten we ons onderwijs/leerproces in
en geven we ons pedagogisch handelen vorm.
Jaarverslag’09
30
www.hethooghuis.nl
31
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
Het Hooghuis heeft een katholieke
onderwijstraditie in Oss e.o. sinds 1907 en heeft
sindsdien ambitieuze onderwijsvernieuwingen
in gang gezet. Het Hooghuis is een brede
scholengemeenschap met alle vmbo-afdelingen
en leerwegen, havo, atheneum en gymnasium.
De school is gehuisvest op acht locaties: zes
in Oss, één in Heesch en één in Ravenstein.
Vernieuwende inspanningen zijn kenmerkend
voor Het Hooghuis.
UniversumschoolVanaf 1 april 2009 mag de locatie Titus
Brandsma Lyceum zich een “Universumschool”
noemen. Een universumschool onderscheidt
zich van andere scholen doordat het extra
aandacht geeft aan het bèta-onderwijs.
Talentencampus OssDe Talentencampus Oss is een (nieuwbouw-)
project waarbij nieuwe verbindingen
worden gelegd tussen onderwijs, sport en
bedrijfsleven. Het gaat om competentiegericht
leren, om het creëren van doorlopende
leerlijnen en het stimuleren en ontwikkelen
van eigentijdse antwoorden op problemen
als voortijdige schooluitval. Samenwerking
tussen beroepsonderwijs, bedrijfsleven,
sportinstellingen en gemeente is van het
grootste belang. Initiatiefnemers zijn Het
Hooghuis, ROC De Leijgraaf, Top Oss (amateurs
en profs) en gemeente Oss.
Gymnasium- en atheneummasterclasses13 (atheneum-) of 14 (gymnasium-) vakken,
waarin extra verdieping plaatsvindt. Een
internationale oriëntatie ter voorbereiding op
een stage, studie of carrière in het buitenland.
En masterclasses Versterkt talenonderwijs
(Engels en Spaans), waarbij de internationaal
erkende diploma’s Cambridge certificate
(voor Engels) en het DELE-certifcaat (voor
Spaans) worden behaald. Daarnaast zijn er
masterclasses Science en Art.
’09 Jaarverslag
32
Maartenscollege
Maartenscollege. Verlegt je grenzen, broadens your horizonOp het Maartenscollege hebben we een
duidelijke missie:
Het Maartenscollege leidt jonge mensen op tot
verantwoordelijke wereldburgers, die op een
creatieve, kritische en zinvolle wijze bijdragen
aan de samenleving waarvan zij deel uitmaken.
In onze visie gaat het om het stimuleren van de
volgende kernwaarden:
• Initiatief nemen;
• Succes ervaren;
• Respect tonen;
• Verantwoordelijkheid nemen en
verantwoording afleggen.
Wij stellen alles in het werk om deze visie
betekenis te geven in de dagelijkse praktijk. Dit
doen we door te zorgen voor:
• Veiligheid in de groep, klas en school;
• Ontwikkeling van kennis, vaardigheden en
houding;
• Openheid naar de maatschappij;
• Samenhang in de dingen die we doen;
• Kwaliteit: uitstekende prestaties en talent
stimuleren.
Het Maartenscollege is een interconfessionele
school in Haren (Gn) voor mavo, havo,
atheneum, gymnasium, tweetalig onderwijs
(tto) en Internationaal Onderwijs. Het
Maartenscollege onderscheidt zich ten opzichte
van andere scholen als volgt:
www.maartenscollege.nl
33
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
34
’09 Jaarverslag
UniversumschoolHet Maartenscollege is een universum school,
die ook meewerkt aan het JetNet programma.
Deze programma’s hebben ertoe geleid dat er
binnen de school aanzienlijk aantal leerlingen is
met een N-profiel (NT of NG).
TtoEen groot onderdeel van het Maartenscollege,
met circa een derde van alle nieuwe
inschrijvingen, is het tto. Het volgen van dit
tweetalig onderwijs is mogelijk voor leerlingen
van het atheneum en gymnasium. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van internationale didactiek,
het Middle Years Programme (MYP).
Het MYP introduceert verschillende mogelijk-
heden om te leren waarbij de wereld wijde
communicatie en het flexibele onderwijs-
programma een wezenlijk verschil vormt met
het traditionele onderwijs. Het basis idee
van het MYP is een onderwijsprogramma dat
geschikt is voor elke school waar ook ter
wereld. Elke school moet daarmee voldoen
aan de eisen die het IBO (International
Baccalaureate Organisation) stelt.
Dit doet het volgens drie idealen:
• Intercultural Awareness; interculturele
bewustwording;
• Holistic Learning; het gehele leren, met de
nadruk op persoonlijke ontwikkeling;
• Communication; goed kunnen communiceren.
International School Groningen (ISG)De ISG is een kleinschalige school voor
voortgezet onderwijs die lesgeeft aan kinderen
van wie de ouders een korte tijd in Noord-
Nederland werkzaam zijn (zgn. expats). De
school geeft, door gebruik te maken van de
IBO, kwalitatief hoogwaardig les in het Engels.
Ook hierbij wordt als didactische methode het
IBMYP programma gehanteerd. Na vijf jaar het
IBMYP programma te hebben gevolgd kunnen
de leerlingen de laatste twee jaar doorstromen
naar het International Baccalaureate Diploma
Programme (IBDP). Dit is de enige internationale
‘pre-university’ opleiding waarmee leerlingen
wereldwijd aan universiteiten kunnen gaan
studeren.
Culturele activiteitenIn de school is een breed aanbod van culturele
activiteiten, hierbij valt te denken aan muziek
en toneel.
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
35
Pius X College
Missie en identiteit Pius X CollegeDe visie van het Pius X College kan in
5 oneliners samengevat worden:
1. het gaat om jou
2. leren doe je overal
3. ook hier ben je thuis
4. school zijn we samen
5. onderwijs voor deze tijd
We willen de leerling uitdagen om te leren.
Om hem samen met medeleerlingen actief
te laten bouwen aan eigen kennis en
vaardigheden, met het doel de leerling te
vormen en toe te rusten om adequaat te leren.
De leerling en zijn leren zijn dan ook het
uitgangspunt van het leerproces.
We zoomen in op zijn interesses, competenties
en persoonlijke drives. Met de vaardigheden,
attitudes en kennis die hij op deze wijze opdoet
kan hij beter functioneren in vervolgopleiding
en beroep en blijft het leren een continu
proces. Daarbij geven we ook aanvullende en
vormende bagage mee, zoals zelfstandigheid,
eigenheid en betrokkenheid.
We geven waarden en normen door. De leerling
leert medeleerlingen en de wereld om hem
heen met respect te benaderen, om mensen in
hun waarde te laten. Hij leert keuzes maken
en krijgt alle ruimte om zijn persoonlijke
vermogens te ontplooien. Ons pedagogisch
klimaat, dat inspeelt op de ontwikkeling van
een schoolkind tot puber en jongvolwassene
sluit daarbij aan.
Onze wortels vinden we in de samenleving van
de katholieke inspiratie.
www.piusx.nlJaarverslag’09
36
37
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
Van daaruit brengen wij onze leerlingen zorg
en respect voor de schepping bij. We leren hem
opkomen voor anderen. Bij ons is de leerling
uniek. Met medeleerlingen en volwassenen
maakt hij/zij deel uit van een leefgemeenschap
die aandacht heeft voor ieder individu en
waarden en normen deelt. In dit geheel hebben
volwassenen een voorbeeldfunctie als het gaat
om tolerantie, open attitude, respectvol en
zelfverantwoordelijk handelen.
Zo scheppen we een schoolklimaat waarin ieder
zich veilig weet. Waarin vertrouwen heerst
en mensen elkaar aanspreken, een school die
leerlingen een thuisbasis biedt, waar ze met
plezier naar toe gaan en verblijven. De school is
dan ook meer dan een leerpraktijk. Het is een
plek, waar ook het lesgeven, de ontwikkeling
van de sociale vaardigheden van de leerlingen
en hun vorming tot verantwoordelijke jonge
mensen voortdurend onderwerp van gesprek is.
’09 Jaarverslag
38
Sg. St.-Canisius
Onze school wil leerlingen en medewerkers
een uitdagende en innovatieve leer- en
werkomgeving bieden, die hen stimuleert in
hun ontwikkeling tot een breed georiënteerde
en zelfstandige persoonlijkheid.
Onze school wil leerlingen en medewerkers een
veilige en overzichtelijke leer- en werkomgeving
bieden, waarin tolerantie, zorg en respect voor
elkaar bijdragen aan ieders welbevinden. Onze
school wil leerlingen en medewerkers een op
de samenleving gerichte leer- en werkomgeving
bieden, waarin de leerlingen vanuit de
katholieke levensvisie en met respect voor
andere levensvisies in samenwerking met de
ouders bewust worden gemaakt van hun rol als
verantwoordelijk burger.
Onze r.k. school heeft als onderwijsinstelling
een eigen plaats en taak in de opvoeding van
onze leerlingen. Het geven van goed onderwijs
draagt bij tot het vergaren van kennis en
vaardigheden in alle vakken. Van een r.k. school
mag daarnaast verwacht worden dat zij de
waarden en normen van de christelijke traditie
doorgeeft aan haar leerlingen en daaraan
concreet gestalte geeft. Tijdens het dagelijkse
schoolleven proberen wij ons op allerlei
manieren van deze taak te kwijten.
www.canisius.nl
39
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
’09 Jaarverslag
40
41
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
KSG Marianum
Het Marianum is een waardengeoriënteerde,
pedagogische en culturele gemeenschap
voor alle vormen van voortgezet onderwijs.
Leerlingen worden opgeleid tot breed
inzetbare op ontwikkeling gerichte mensen.
Opgeleid om snel, creatief en effectief
oplossingen te vinden. We bieden hoogwaardig
onderwijs in een veilige en tegelijkertijd
eigentijdse en uitdagende leeromgeving. Dat
gebeurt op basis van waarden uit de Joods-
christelijke traditie, verankerd in de katholieke
geloofsgemeenschap.
Marianum kiest voor groei in betekenisvolle
leerlingparticipatie met daarbij een
actieve rol voor ouders, professionele
personeelsparticipatie en de best realiseerbare
kwaliteit van een op de leerling toegesneden
onderwijsaanbod.
OrganisatieEssentieel voor het Marianum is de
kleinschaligheid, die vormgekregen heeft in
de teamstructuur. Verschillen tussen teams
en sectoren blijven mogelijk zolang de
hoofdthema’s van beleidsvorming (leerhouding,
zelfverantwoordelijkheid en menselijke maat)
maar overeind blijven. Dat de hoofdthema’s
overeind blijven is van belang om de teamleden
ook daadwerkelijk de ruimte te geven om
concreet aan de slag te gaan met participatie
van ouders en leerlingen. Tegelijkertijd is
het van groot belang de samenhang tussen
de teams en de beide vestigingen goed te
bewaken.
Cultuur en klimaatCultuur en klimaat bepalen in een niet te
onderschatten mate de sfeer binnen de
www.marianum.nl
42
’09 Jaarverslag
school. Op het Marianum wordt dat zichtbaar
in kleinschaligheid, waardengerichtheid,
innovatie, een “klantgerichte” houding, een
veilige en uitdagende leeromgeving, actief
burgerschap en sociale integratie. Maar ook
schooltoneel, concerten, sportactiviteiten, de
jaarlijkse personeelsdag, het vieren van jubilea,
internationalisering en werkweken dragen
actief bij aan een weldadig schoolklimaat.
Zelfverantwoordelijk lerenVanuit de maatschappij bestaat de wens
dat leerlingen over een grote mate van
zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid
beschikken als ze de arbeidsmarkt betreden
en zich maatschappelijk ontwikkelen.
Marianum ziet het als een belangrijke taak die
zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid
te bevorderen. Een leerling kan nooit geheel
zelfverantwoordelijk zijn voor zijn leerproces,
maar Marianum werkt vanuit de overtuiging dat
elke leerling gedurende zijn onderwijsloopbaan
verder kan en zal groeien. De mate en de aard
van die groei is afhankelijk van capaciteiten,
intrinsieke motivatie, leeftijd en leerjaar,
niveau van de opleiding en de verblijfsduur
binnen de school. De ontwikkeling naar
zelfverantwoordelijk leren wordt stapje voor
stapje doorgevoerd, waarbij de lat steeds een
stukje hoger komt te liggen.
Waardengericht onderwijsMarianum wil een pedagogische
waardengemeenschap zijn: een professionele
en prettige schoolomgeving waar medewerkers
en ouders het de leerlingen mogelijk maken
hun talenten maximaal te ontwikkelen. Op
die manier kunnen onze leerlingen uitgroeien
tot onafhankelijke burgers die zichzelf kunnen
redden, eigen normen en waarden ontwikkelen,
verantwoordelijk zijn voor eigen handelen
en verantwoordelijkheid nemen voor het
functioneren van de gemeenschap waarin zij
leven.
GemeenschapsschoolIn 2007 is binnen de locatie Lichtenvoorde
het Technieklokaal voor de basisscholen van
de gemeente Oost Gelre geopend. Doel is de
oudste leerlingen van de basisschool actief te
interesseren voor de wereld van de techniek
alvorens zij overstappen naar het voortgezet
onderwijs. Op deze manier ontwikkelt
het Marianum zich steeds meer tot een
gemeenschaps school, die haar poorten openzet
naar de omgeving.
UniversumschoolScholengemeenschap Marianum is een van
de 35 scholen die is geselecteerd voor het
“Universumprogramma”. Binnen dit programma
worden scholen door de overheid gestimuleerd
om zich te profileren op de bètavakken.
Deelnemende scholen ontvangen hiervoor
subsidie. “Universum” heeft als streven dat er in
2010 15% meer afgestudeerden bètatechniek zijn.
In het kader hiervan heeft de school een
hypermodern bètalab ingericht.
43
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
’09 Jaarverslag
44
Sg. Augustinianum
Men leert iemand pas echt kennen door vriendschap “Het Augustinianum ziet het als zijn primaire
opdracht om aan jonge mensen kennis en vaardig -
heden op niveau bij te brengen in de breedste zin
en zo aan hun vorming, groei naar zelfstandig heid
en verantwoordelijkheid bij te dragen.
Vanuit deze zorg wordt de leerling -als unieke
persoon- serieus genomen, uitgedaagd en
begeleid. Op onze kleinschalige school dragen
we samen bij aan een veilige en warme sfeer,
waarin iedereen zich gekend voelt. We werken
op een professionele en betrokken manier
samen, in open communicatie en op basis van
respect en vertrouwen.”
Zo luidt de missie van het Augustinianum in
Eindhoven. De school is opgericht door de
Augustijnen in 1898 en is de oudste school
van de stad. Sterk punt van de school is de
gemoedelijke, vriendelijke sfeer. Die uit
zich onder andere in de goede persoonlijke
begeleiding. De onderwijsresultaten zijn
uitstekend te noemen. Daarnaast is er veel
aandacht voor vorming op andere gebieden.
Zo staat drama als vak op de lessentabel, is er
veel ruimte voor sport in het jaarrooster en
heeft de muzikale vorming een heel speciale
vorm: de school kent tientallen schoolbands die
jaarlijks binnen en buiten de school optreden.
De school telt momenteel circa 920 leerlingen
die voor de helft uit Eindhoven en voor de
andere helft uit de directe omgeving afkomstig
zijn. Het Augustinianum biedt een gymnasium-,
atheneum- en havo-opleiding.
www.augustinianum.nl
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
45
Voor leerlingen die méér willen en een extra
uitdaging aankunnen is er de gymnasiumbrugklas.
Naast de andere vakken wordt hier ook antieke
cultuur en Latijn aangeboden. De school is
Universumschool en heeft in dat kader veel
contacten via Jet-Net met bedrijven in de regio
die het bètaonderwijs een extra dimensie geven.
Voor de komende jaren wordt er meer beleid
ontwikkeld om talenten een kans te geven.
Zo wordt Cambridge Engels ingevoerd en wordt
er gewerkt aan mogelijkheden om leerlingen de
kans te bieden ook in andere talen certificaten
te halen die verder gaan dan een havo- of vwo-
diploma.
Op de havoafdeling participeert het
Augustinianum in Havisten Competent, een
landelijk project om havisten competent in het
hbo te laten starten.
46
Jaarverslag’09
Goed in ontwikkeling Sg. De Grundel is een scholengemeenschap
voor gymnasium, havo, atheneum en vmbo
met lwoo, telt 1.886 leerlingen en ongeveer
230 medewerkers. De instelling heeft vier
locaties in Hengelo; een Lyceum De Grundel
(gymnasium, havo en atheneum), Parkcollege
(vmbo-onderbouw breed en leerjaren 3,
4 vmbo-tl), Citycollege (vmbo 3, 4 kb en bb)
en Orthopedagogisch Centrum De Arcade (met
leerjaren 1, 2 vmbo) dat ook in dienst staat
van alle scholen voor regulier voortgezet
onderwijs in Hengelo. Met Sg. Twickel deelt
Sg. De Grundel de centrale directie en de
centrale dienst.
Missie en identiteitDe identiteit van sg. De Grundel wordt
gevormd door de samenhang tussen onderwijs,
leerlingbegeleiding en levensbeschouwing.
Katholieke en protestants-christelijke
bronnen vormen de leidraad in onderwijs
en de leerlingenbegeleiding. Leerlingen en
medewerkers vinden bij Sg. De Grundel een
sfeer van geborgenheid, duidelijkheid en
betrokkenheid. De didactische werkvormen
nodigen de leerling uit tot actief en zelfstandig
leren. Sg. De Grundel wil een school zijn met
kwaliteit: leerlingen worden aangesproken op
hun eigen niveau en in staat gesteld datgene
te bereiken wat binnen hun mogelijkheden
ligt. Talent krijgt de ruimte binnen vmbo en
havo/vwo. Voor de echte uitblinkers is er het
gymnasium.
Binnen Sg. De Grundel leeft de gedachte dat
leren ook heel goed kan buiten de klas, het
leslokaal. Regelmatig trekken de klassen er
Sg. De Grundel
www.grundel.nl
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
47
met hun docenten op uit voor een excursie,
bedrijfsbezoek, of luisteren in de aula naar
het boeiende verhaal van een gastspreker.
Sg. De Grundel biedt leerlingen goede
begeleiding en uitstekend onderwijs. Ouder- en
leerlingenplatforms op locatie geven de stem
van leerlingen en ouders een plek binnen de
organisatie.
48
’09 Jaarverslag
Sg. Twickel
Onderwijs altijd dichtbij Sg. Twickel is een scholengemeenschap voor
atheneum, havo en vmbo met lwoo, telt zo’n
2.300 leerlingen en ruim 300 medewerkers.
De instelling heeft vijf locaties; in Hengelo een
locatie vmbo-tl en een havo-/vwo-locatie met
onderbouw vmbo-tl, in Delden een locatie voor
de leerjaren 1 en 2 vmbo en havo/vwo, in Borne
een locatie voor vwo-bovenbouw en een locatie
voor leerjaren 1 en 2 vmbo en havo/vwo. Met
sg. De Grundel in Hengelo deelt Sg. Twickel de
centrale directie en de centrale dienst.
Missie en identiteitKwaliteit door goede resultaten en eigentijdse
onderwijsvormen, optimale ontplooiing van alle
leerlingen en een persoonlijke benadering staan
centraal. Sg. Twickel wil bij alle leerlingen het
plezier in leren bevorderen. Het onderwijs
is gericht op actieve leerlingen die werken
aan de ontwikkeling van hun zelfstandigheid.
Maar ook de ontwikkeling van medewerkers
is belangrijk. Daarom is er volop ruimte
voor scholing en creëren we een open en
stimulerend werkklimaat. Belangrijk speerpunt
is echt samenwerken: in een sfeer van sterke
betrokkenheid tussen docenten, leerlingen en
ouders.
De aanpak binnen Sg. Twickel gaat uit van de
natuurlijke nieuwsgierigheid en creativiteit
van de leerlingen. Docenten stimuleren de
leerlingen om te leren, actief te zijn, om
creatief te zijn en het beste uit hen zelf te
halen. Samenhang in de didactiek en een
uitdagende leeromgeving moet leerlingen
prikkelen hun talenten optimaal te ontwikkelen.
De sfeer van Sg. Twickel wordt door zowel
leerlingen als medewerkers omschreven als:
www.sgtwickel.nl
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
49
‘Hier gebeurt altijd wat’. Van toneelstukken en
concerten tot kunstfestival en aandacht voor
sportactiviteiten; ieders talent krijgt de ruimte.
De atheneum+stroom binnen de locatie Hengelo
biedt leergierige leerlingen extra uitdaging met
aansprekende vakoverstijgende projecten.
Voor alle leerlingen geldt: ‘Jouw stem télt!’
Sg. Twickel wil weten wat hun mening is en wat
hun ideeën zijn.
Jaarverslag
50
’09
Twents Carmel College
Vrijheid in verbondenheid Het Twents Carmel College wil een
onderwijsinstelling zijn die zich inspant om
leerlingen en medewerkers het volgende te
bieden:
• Ruimte om te kiezen
We streven naar zelfverantwoordelijkheid
bij alle mensen op school: leerlingen en
medewerkers. Ruimte om te kiezen en
vertrouwen zijn hierbij onontbeerlijk.
• Wederzijdse betrokkenheid
Naast het individueel leren richten wij ons in
het bijzonder op samenwerkend leren en de
ontwikkeling van vaardigheden om de zorg
voor leerlingen en voor elkaar waar te maken.
Dit impliceert dat we respectvol met elkaar
omgaan.
• Onderwijs dichtbij
Enerzijds maken we ons hard voor het behoud
van onderwijsaanbod in de kleine kernen en
de één op één relatie met het basisonderwijs.
Anderzijds betekent dit vooral onderwijs op
maat voor elk individu als uniek persoon, wat
leidt tot maatwerk in aanbod en zorg.
• Externe gerichtheid
We leren van de buitenwereld door die
wereld de school in te halen. Tegelijkertijd
treden wij zelf, leerlingen en medewerkers,
buiten de schoolmuren en leren van en in die
buitenwereld.
• Maximale ontplooiing voor iedereen
Onze school is een lerende organisatie waar
elke medewerker een leven lang leert.
www.twentscarmelcollege.nl
51
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
We vragen van leerlingen maar ook van elke
medewerker blijvende ontwikkeling en groei.
Het leren van en tussen individuen, het
leren van en tussen teams en het leren van
de organisatie staan centraal. Hierbij wordt
uitgegaan van een hoog ambitieniveau waarbij
we streven naar het maximaal haalbare.
• Hoge verwachtingen
Passend bij de individuele kwaliteiten en
mogelijkheden spreken we hoge verwachtingen
uit naar onze leerlingen en medewerkers en
stimuleren wij ontwikkeling van (bijzondere)
talenten.
Het Twents Carmel College is een brede
scholengemeenschap, die voor noordoost
Twente een breed aanbod voortgezet
onderwijs verzorgt: praktijkonderwijs,
geïntegreerd en breed opgezet vmbo met
leerwegondersteunend onderwijs, havo
en vwo (atheneum en gymnasium). Binnen
het vmbo wordt in extra-zorg groepen aan
voormalige VSO-LOMleerlingen onderwijs
verzorgd; in het kader van passend onderwijs
wordt onderzocht om specifieke doelgroepen
binnen ons regulier onderwijs op te nemen.
Ons beleid is gericht op in kwantitatief opzicht
verbreding van het onderwijsaanbod (intra- en
intersectorale beroepsgerichte programma’s en
extra examenvakken) en op een kwalitatieve
verbetering waarbij samenwerkend leren,
opbrengstgericht onderwijs en talent-
maximalisatie leidend zijn.
Vwo-extraMet ingang van het schooljaar 2010-2011
wordt op alle vier brede instroomlocaties
gestart met vwo-extra onderwijs. De
meer getalenteerde leerlingen worden in
een aparte setting opgevangen op grond
van resultaten, een intakegesprek en een
specifiek onderzoek vanuit het Centrum
voor Begaafdheidsonderzoek (CBO). Er wordt
gewerkt aan een specifieke leerlijn voor
deze doelgroep, die ook voor de bovenbouw
wordt ontwikkeld. In regionaal verband
wordt samengewerkt binnen de Kenniskring
Talentmaximalisatie Twente.
Maatschappelijke stageOp alle locaties wordt in de onderbouw
ca. 30 klokuren maatschappelijke stage
in de vorm van naoberschap gerealiseerd
(kleinschalig, herkenbaar en goed organiseer-
baar). Het accent van de ontwikkeling ligt
nu in het proces van “doortrekken naar
de bovenbouw”, voor vmbo een mogelijke
integratie met reguliere stages en loopbaan-
oriëntatie-activiteiten en in de bovenbouw
havo/vwo geïntegreerd met praktische
profieloriëntatie en loopbaanoriëntatie-
activiteiten.
’09 Jaarverslag
52
53
Stichting Carmelcollege - Wie zijn wij?
OrganogramHet organogram van Stichting Carmelcollege kan als volgt worden weergegeven:
Raad vantoezicht
College van bestuur
Convent van schoolleiders
Bestuurs-bureau GMRController
Carmelinstellingen(ruim 50 schoollocaties)
’09 Jaarverslag
54
Stichting Carmelcollege
55
Verslag Raad van Toezicht
’09 Jaarverslag
56
Samenstelling Stichting Carmelcollege is bevoegd gezag van
katholieke, interconfessionele en algemeen
bijzondere scholen. Deze samenstelling wordt
ook in de Raad van Toezicht (RvT) tot uitdruk-
king gebracht. Bij de selectie van nieuwe
leden hanteert de Raad het door hem vastge-
stelde document ‘Taak en profiel van de Raad
van Toezicht’. De Orde der Karmelieten in
Nederland heeft het recht van voordracht voor
één zetel in de Raad van Toezicht.
In het verslagjaar bestond de Raad van Toezicht
uit 6 personen. De samenstelling van de RvT
weerspiegelt een brede maatschappelijke ori-
entatie, die verder gaat dan de eigen stichting.
De leden van de Raad zijn onafhankelijk. Ze
hebben geen relatie met enig onderdeel van
Stichting Carmelcollege.
De Raad was in het verslagjaar als volgt
samengesteld:
• De heer dr. J.G.F. Veldhuis voorzitter
• De heer prof. dr. C.J. Waaijman
plv. voorzitter
• Mevrouw mr. H.C.M. Boon lid
• Mevrouw drs. J.M. Bos-Vonk
lid tot 1 januari 2010
• De heer drs. W.G. De Lange RA lid
• De heer prof. dr. ir. O.A.M. Fisscher lid
Voor nadere gegevens over de leden van
de Raad van Toezicht, evenals voor een
gedetailleerde weergave van hun hoofd- en
nevenactiviteiten, wordt verwezen naar
bijlage 12.
Bezetting Raad van Toezicht
Mevrouw drs J.M. Bos-Vonk heeft na 3 zittings-
periodes van 3 jaar (maximale aantal termijnen
voor benoeming) de Raad van Toezicht
verlaten. Mevrouw Bos was lid sinds januari
2001. Tijdens de vergadering van 15 december
2009 is afscheid van haar genomen. Stichting
Carmelcollege is mevrouw Bos veel dank
verschuldigd voor haar grote betrokkenheid bij
Carmel en haar inbreng in de afgelopen jaren,
vooral op het gebied van personeelsbeleid,
beleidsvorming en waardegericht onderwijs.
Gedurende vele jaren hebben de Raad van
Toezicht en het College van Bestuur gebruik
gemaakt van haar kennis en ervaring,
voor een goede uitoefening van de functie
als toezichthouder, maar ook voor de zo
belangrijke klankbordfunctie.
De Raad van Toezicht heeft besloten de heren
Veldhuis en Fisscher, met inachtneming van de
positieve adviezen van het College van Bestuur,
Convent van Schoolleiders en de GMR, te
herbenoemen voor een derde termijn van drie
jaar, tot respectievelijk 01-01-2012 en 01-09-2012.
Verslag Raad van Toezicht
57
Stichting Carmelcollege - Raad van Toezicht
CommissiesDe Raad van Toezicht kent twee commissies:
• de Auditcommissie, samengesteld uit
2 leden van de Raad: de heer De Lange
(voorzitter) en mevrouw Boon (lid);
ten behoeve van het functioneren van
deze commissie is er een reglement
Auditcommissie Stichting Carmelcollege.
• de ‘Commissie Personele Zaken CvB en
RvT’, eveneens samengesteld uit leden van
de Raad, te weten de heer Veldhuis als
voorzitter en de heer Waaijman als lid.
WerkgeversschapIn het verslagjaar hebben functionerings-
gesprekken plaatsgevonden met de individuele
leden van het CvB. Voorafgaande aan deze
gesprekken heeft een delegatie van de RvT
gesproken met zowel het dagelijkse bestuur
van het CvS als met het dagelijkse bestuur
van de GMR en het managementteam van
het bestuursbureau. Het betrof evaluatieve
gesprekken over de ervaringen in het werken
met het CvB.
Waarborg eigen kwaliteit Op 2 december 2009 heeft de Raad van
Toezicht zijn eigen functioneren geëvalueerd
tijdens een Beraadsdag. De evaluatie had
betrekking op het samenspel RvT versus
CvB, de teameffectiviteit van de RvT en de
beoordeling van de individuele leden. In de
huidige samenstelling beschikt de RvT over de
vereiste brede verscheidenheid en expertise.
De RvT functioneert als een goed team dat de
eigen verantwoordelijkheid kent en indien nodig
neemt. Binnen de RvT heerst collegialiteit en
de leden hebben een positief-kritische houding
naar elkaar en naar het CvB.
Een goede kwaliteit van het toezicht houden
vraagt, naar de mening van de Raad, meer
dan het enkel toezien op het handelen van
het bestuur en de organisatie overeenkomstig
wetgeving en bestaande codes (compliance).
Ook het morele karakter van toezichthouders
is van groot belang. Daarbij kunnen zich
soms lastige dilemma’s aan dienen. Waar
toezichthouders verantwoordelijk zijn voor
toezicht in een grote en complexe organisatie
is er altijd een risico dat niet helemaal
helder is wat de gevolgen zijn van de te
nemen beslissingen. Mede daarom is het van
belang dat het toezicht als een persoonlijke
verantwoordelijkheid wordt ervaren. Een
toezichtfunctie behoort alleen te worden
aanvaard bij voldoende deskundigheid, zowel
inhoudelijk als qua bekwaamheid om toezicht
te houden.
58
’09 Jaarverslag
Er behoort ook voldoende tijd en energie
aan de toezichtfunctie te kunnen worden
besteed. Op die wijze wordt gestreefd naar een
kwalitatief hoogwaardige RvT.
De Raad vindt het zijn taak bijzondere
aandacht te geven aan spiritualiteit en ethische
normen en dat ook te vragen van leraren en
leerlingen. De leden van de RvT zijn zich van de
omschreven morele taken bewust en voldoen
daar naar hun oordeel aan.
In het verslagjaar was geen sprake van
frequente afwezigheid van een van de leden bij
de vergaderingen.
Relatie tussen bestuur en toezichtVastgesteld werd dat er sprake is van een
goede formele én informele relatie met elkaar,
met expliciet afgegrensde en onderscheiden
rollen. Er is de afstand, die nodig is voor
de toezichthoudende taak, maar ook is er
nabijheid nodig voor de rol van sparringpartner.
De vergaderingen van de RvT en het CvB
kenmerken zich door een open dialoog en
wederzijds begrip. Op een constructief-
kritische wijze, met een gezonde argwaan
en met een redelijke gestrengheid, bevraagt
de RvT het CvB. Zowel formeel als informeel
is er tussen de RvT en het CvB openheid,
wat het klankborden bevordert. Dit geldt in
het bijzonder voor het klankborden tussen
het CvB en de voorzitter van de RvT. De
informatieverstrekking van het CvB naar de RvT
wordt als goed en voldoende uitvoerig ervaren.
Zowel de schriftelijke informatie ten behoeve
van de vergaderingen als de tussentijdse
mededelingen via de mail helpen de RvT bij het
uitoefenen van zijn functie. De communicatie
met het CvB stemt tot tevredenheid. Tussen
de vergaderingen van de RvT door hebben de
voorzitter van de RvT en de voorzitter van het
CvB periodiek overleg met elkaar.
VergaderingenIn 2009 vergaderde de RvT vijf maal, telkens
in aanwezigheid van het CvB, behalve wanneer
over de beoordeling en/of de beloning van
individuele leden van het CvB werd gesproken
en tijdens een deel van het overleg met de
accountants.
Zoals in dit verslag bij een aantal onderdelen
al vermeld, heeft de RvT naast het overleg met
het CvB ook regelmatig contact met andere
betrokkenen binnen en buiten de Stichting. Zo
hebben leden van de RvT in het verslagjaar de
Schoolleidingendag en de bijeenkomst voor de
Medezeggenschapsraden bijgewoond. Daarnaast
vond op 2 december 2009 een interne
Beraadsdag Raad van Toezicht plaats.
59
Stichting Carmelcollege - Raad van Toezicht
Behalve de kwaliteit van het eigen toezicht
kwamen tijdens deze dag ook andere onder-
werpen aan de orde:
• Het waarborgen van de identiteit. Dit wordt
door de RvT als een van de belangrijkere
taken van toezicht gezien. De identiteit is
op voldoende wijze formeel vastgelegd in
de statuten en ook de randvoorwaarden
zijn goed geformuleerd. De RvT zal het CvB
blijven stimuleren de identiteit regelmatig op
de agenda te plaatsen, opdat deze ook in de
praktijk gestalte krijgt.
• Het verkrijgen van informatie. Hier wordt
door de Raad gezocht naar de balans
tussen afstand en nabijheid. De bestaande
contacten op de Schoolleidingendag en op
de MR-endag en het uitnodigen van rectoren
in de vergaderingen worden als zeer nuttig
gezien.
• Het aantal leden van de RvT wil de Raad
op zeven te houden ten einde een brede
verscheidenheid en expertise te waarborgen.
• Een goede balans tussen het bevorderen
van gelijke kansen en van kwaliteit. Met
voldoening heeft de Raad van Toezicht
geconstateerd dat binnen de stichting en
haar scholen veel aandacht wordt besteed
aan het realiseren van een dergelijke
balans. In lijn met de missie krijgen juist
de minder kansrijken extra stimulering.
De Raad heeft het College van Bestuur
wel de vraag voorgelegd of, mede gelet
op de nog steeds stijgende procentuele
deelneming aan havo en vwo en de hieruit
ook voortvloeiende toenemende competitie
in het onderwijsveld, ook niet aan de
andere kant van het spectrum nog meer
uitdagingen kunnen worden geconstrueerd:
profilering van kwaliteit via extra stromen,
excellente tracés, bèta labs; stimulering
van samenwerking met universiteiten;
bevordering van internationalisering door
deelneming aan prestigieuze programma’s
in met name de USA, en het verlenen van
onderscheidingen en prijzen aan leerlingen
en docenten en andere personeelsleden.
De RvT besprak in zijn vergaderingen de
statutair voorgeschreven aangelegenheden,
zoals onderwijsbeleid, innovatie, financiële
zaken, interne ontwikkelingen op organisatie-
en personeelsgebied. Goedkeuring werd
verleend aan de voorgelegde begroting 2010 en
de jaarrekening 2008.
De Auditcommissie vergaderde in het
verslagjaar tweemaal. In de vergaderingen
kwamen als belangrijkste onderwerpen aan
de orde: de meerjarenbegroting 2010-2013, de
jaarrekening en het accountantsverslag over
2008 en het auditplan van de accountant voor
2009. De commissie Personele Zaken besprak
met de individuele leden van het CvB hun
functioneren.
Behalve deze gebruikelijke onderwerpen heeft
de RvT in dit verslagjaar nadrukkelijk aandacht
besteed aan de volgende onderwerpen:
• Identiteit en waardegericht onderwijs
• Scholingsboulevard Enschede
• Benoeming accountant
• Beleggingen
’09 Jaarverslag
60
In de vergaderingen van de RvT is zowel
mondeling als schriftelijk uitvoerig
gerapporteerd over de ontwikkelingen bij
de Scholingsboulevard Enschede. Over de
jaren 2008 en 2009 zijn verliezen geleden.
Het CvB heeft de RvT deelgenoot gemaakt
van de discussies die gaande zijn op basis
van welke onderwijskundige en bestuurlijke
uitgangspunten de koers van Scholingsboulevard
Enschede zal worden bijgesteld.
In 2009 heeft een openbare procedure
plaatsgevonden voor de dienstverlening
door een externe accountant. De RvT is
actief betrokken geweest bij de selectie en
benoeming van de accountant. Op voorstel
van de selectieadviescommissie onder
voorzitterschap van een lid van de RvT heeft
de Raad de selectiecriteria vastgesteld voor
de Europese aanbesteding. In het verdere
traject heeft de gunningscommissie onder
voorzitterschap van een lid van de RvT
uitvoering gegeven aan het beoordelen van
de ingediende offertes en een unaniem
benoemingsadvies verstrekt. De Raad van
Toezicht heeft vervolgens KPMG benoemd
als accountant voor een periode van vijf jaar
met ingang van de controle over het nieuwe
boekjaar.
De RvT is elke vergadering geïnformeerd over
treasuryzaken en de ontwikkelingen rond de
portefeuillebeleggingen in het bijzonder.
KlokkenluiderregelingIn 2009 heeft het CvB een reglement
klokkenluiderregeling vastgesteld. In de
voorbereidende fase is een concept- regeling
met de RvT besproken en heeft de RvT zijn
opmerkingen hierbij gemaakt
Elke vergadering wordt de Raad van Toezicht
met een schriftelijke periodieke rapportage
uitvoerig geïnformeerd over de belangrijkste
onderwerpen, die de bijzondere aandacht
van het CvB hebben gevraagd in de voorbije
maanden, dan wel de aandacht (nog) vragen.
Bij de bespreking van deze rapportage laat de
RvT zich nog aanvullend mondeling informeren
en worden vragen door het CvB beantwoord.
Op het einde van de vergaderingen kregen
elke keer twee rectoren de gelegenheid de RvT
op de hoogte te stellen van de lopende zaken
en/of bijzondere ontwikkelingen binnen hun
instellingen. De RvT is de rectoren erkentelijk
voor de reële en openhartige informatie. Deze
werkwijze zal in 2010 worden gecontinueerd.
61
Stichting Carmelcollege - Raad van Toezicht
Honoreringen Raad van ToezichtIn de vergadering van 18 maart 2008 heeft
de Raad besloten om tweejaarlijks een
inflatiecorrectie toe te passen op de honorering
en de honorering per 1 januari 2008 te
verhogen met 5%.
Voor de jaren 2008 en 2009 bedroeg de
honorering (inclusief de onkostenvergoeding):
• € 475 per maand voor RvT-leden
• € 575 per maand voor RvT-leden die deel
uitmaken van een commissie
• € 735 per maand voor de voorzitter RvT
Hengelo, 19 mei 2010
De Raad van Toezicht,
Dr. J.G.F. Veldhuis, voorzitter
Mr. H.C.M. Boon
Drs. W.G. De Lange RA
Prof.dr.ir. O.A.M. Fisscher
Prof.dr. C.J. Waaijman (O. Carm.)
’09 Jaarverslag
62
Stichting Carmelcollege
63
Bestuursverslag
’09 Jaarverslag
Het opstellen van een strategisch beleidskader
is de primaire verantwoordelijkheid van het
College van Bestuur (CvB). Dit beleidskader
bepaalt in belangrijke mate de agenda van de
Stichting.
Het CvB heeft in Koers 2013 het strategisch
beleidskader voor de periode 2007 – 2013
vastgelegd.
De procesgang die geleid heeft tot dit
document is beschreven in Koers 2013.
In vier hoofdstukken van Koers 2013 worden
de strategische kaders van het betreffende
onderwerp beschreven. Elk hoofdstuk met
uitzondering van hoofdstuk 4 wordt afgesloten
met concrete beleidsvoornemens.
In dit bestuursverslag over het jaar 2009 geven
we aan wat de stand van zaken nu is, wat
inmiddels is bereikt en waar nog aan gewerkt
moet worden. Wij volgen hiervoor de indeling
van Koers 2013 met de hoofdstukken:
1. Carmel: missie, cultuur en onderlinge
verbondenheid
2. De leerling en het leren op een
Carmelinstelling
3. Werkgever- en werknemerschap binnen
Carmel
4. De meerwaarde van Carmel
Inleiding
64
65
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
De concrete beleidsvoornemens, zoals
opgenomen in Koers 2013, waren:
“Het bestuursbesluit inzake levens
beschouwelijk en waardegericht onderwijs
blijft in de komende jaren kaderstellend. Maar
er is meer nodig: instellingen en daarbinnen
teams zullen zich verder moeten bezinnen op
de waardekant van hun onderwijs en op de
competenties van medewerkers die samen de
waardegemeenschap die elke Carmelschool is,
moeten vormgeven. De notitie “Waardegericht
leren in Carmelscholen” biedt handreikingen om
waardegericht leren inhoud te geven in relatie
tot intern opleiden, leiderschap, teamvorming
en ouderbetrokkenheid. School en ouders
lopen een traject parallel aan de loopbaan
van het kind. Ouderbetrokkenheid krijgt bij
voorkeur vorm op teamniveau, waar immers
het makkelijkst een inhoudsvolle dialoog
tussen school en ouders mogelijk is. Teams die
zelf horizontale verantwoording vorm geven,
met ouders en omgeving spreken, moeten
hun eigen onderwijs evalueren: dat is een
belangrijke beleidsdoelstelling voor de komende
jaren. Dat vraagt nog meer scholing voor
teamleiders, vooral op het terrein van gedrag
en vaardigheden en daarin zal het College
van Bestuur blijven investeren. Ook scholen
zullen hun teamstructuur moeten blijven
versterken en teams congruenter maken met
leerlingengroepen, zodat uiterlijk in 2010 een
situatie is bereikt waarin teams en teamleiders
overal functioneren zoals bedoeld.
Het College van Bestuur stelt zichzelf ook
concrete doelen: in 2008 een jaarverslag
op stichtingsniveau produceren dat meer is
toegesneden op de maatschappelijke gevraagde
transparantie en dat meer onderwijsprestaties
op het overkoepelende niveau van de Stichting
laat zien. Onder andere daarmee wil het
College van Bestuur een bijdrage leveren aan
de transparantie van de onderwijssector op
landelijk niveau. Ook anderszins zal het College
van Bestuur de Stichting landelijk blijven
positioneren als een kwaliteitsbewuste en
innoverende onderwijsgroep, die zich tegelijk
bewust blijft van zijn herkomst en missie.
Tenslotte heeft het College van Bestuur intern
huiswerk: verder gaan met de uitzuivering van
rollen binnen de Stichting en de reglementen en
statuten waar nodig aanpassen.”
Waardegericht lerenHet waardegericht leren is een van de
beleidsspeerpunten van de Stichting. In de
statuten benadrukt de Stichting “de zorg voor
de mens” centraal te stellen en om bij te
dragen aan “humanisering en de ontwikkeling
van mens en individu”. Overeenkomstige
missies treffen we aan bij onze scholen,
die allen méér willen zijn dan instellingen
die kennis overbrengen en vaardigheden
Carmel: missie, cultuur en onderlinge verbondenheid
66
’09 Jaarverslag
aanleren. Wij willen nadrukkelijk ook vormen,
om onze leerlingen voor te bereiden op hun
plek in beroep en samenleving. Om ze op te
leiden tot kritische burgers met gevoel voor
verantwoordelijkheid.
In de afgelopen jaren is er op verschillende
manieren aan gewerkt om de waardegerichte
dimensie van ons Carmelonderwijs onder de
aandacht te houden en te versterken. Op
stichtingsniveau zijn de randvoorwaarden al
enige jaren goed geformuleerd.
Het waardegericht leren begint binnen een
aantal scholen langzaam een plaats te krijgen,
maar heeft tijd nodig om die plaats te krijgen
die het verdient. Daarbij is het van belang
leerlingen, ouders en teams nadrukkelijk te
betrekken bij die ontwikkelingen. Op sommige
scholen leeft het waardegericht leren maar
beperkt en wordt het niet breed gedragen
binnen de school.
Ruime aandacht vragen voor zingeving-
vraagstukken en waardegerichtheid gebeurt
niet overal structureel. Het is voor veel
locaties een ontwikkelpunt qua programma en
inhoudelijke afstemming.
Onze scholen tonen een grote diversiteit en
op een aantal scholen gebeurt er meer dan
wij denken. Op het Marianum bijvoorbeeld
is een nieuw project waardegericht leren in
voorbereiding om de indifferente basishouding
ten opzichte van de katholieke identiteit van
de school om te buigen tot een fundament van
inspiratie. En Het Hooghuis heeft een notitie
identiteit geschreven en voor één dag per
week een coördinator identiteit aangesteld
om op elke locatie aandacht te vragen voor de
concretisering daarvan.
In het bestuursverslag over 2008 schreven
we dat op het niveau van de Stichting
informatie over wat de scholen doen slechts
fragmentarisch aanwezig is. “In de komende
jaren zullen wij instellingen (laten) bezoeken
met het doel te praten over de wijze hoe
invulling wordt gegeven aan het waardegericht
leren. En hoe kunnen of geven ook anderen dan
de docenten levensbeschouwing daar invulling
aan. Door participerend onderzoek willen wij
zo een beeld krijgen van de feitelijke situatie
en achterhalen waar de mensen staan. Een
volgende stap is het verbreden ervan binnen
de instelling. Gebruikmaken van het creatieve
beginsel van kijken naar en onderzoeken van
wat er is. Hierbij zullen we ook aandacht
besteden aan het aspect van borgen. Wie is
(zijn) de kartrekker(s) en van wie krijgt(en) hij
(zij) ondersteuning.”
Voorbereidingen om deze zaken nu te gaan
verzamelen, te benoemen en te expliciteren
zijn getroffen. In 2010 zullen enige instellingen
bezocht worden om aan ons voornemen
uitvoering te geven.
Voor het verbreden van waardegericht leren
ontplooit en stimuleert de Stichting diverse
activiteiten, zoals de jaarlijkse studiedagen
en de cursussen die op dit terrein de laatste
jaren binnen de Stichting zijn verzorgd. Een
belangrijke rol hiervoor is weggelegd voor
de Carmelwerkgroep Waardegericht leren.
Evenals in 2009 wordt ook begin 2010 een
brochure uitgebracht met de best practices,
67
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
samengesteld uit informatie vanuit onze
instellingen.
De menselijke maatDe Stichting geeft onderwijs aan ca. 35.400
leer lingen en telt ca. 4.200 medewerkers. Hoe
past dit bij “de menselijke maat” en “de zorg
voor de mens centraal stellen”?
Onze instellingen staan midden in de
samenleving. Wij hechten veel belang aan
contacten met onze belanghebbenden. Al die
contacten en activiteiten echter draaien om
hetzelfde doel: onze leerlingen.
Met 52 locaties (gemiddeld dus 680 leerlingen
per locatie) en per locatie meerdere teams
wordt het onderwijs georganiseerd in kleine
scholen (de teams).
Niet de school als systeem maakt het
onderwijs, maar de mensen in de school.
Onderwijs wordt gemaakt door een team van
mensen: teamleider, docenten en onderwijs-
assistenten, die daarbij geholpen worden door
conciërges, roostermakers, medewerkers van
de administratie e.a., kortweg gezegd het
onderwijsondersteunend personeel.
Teams vormen de onderwijzende school binnen
de school; de teamleider en de docenten
kennen hun leerlingen. Voor veel leerlingen is
het feit dat ze persoonlijk worden gekend door
docenten een sterke drijfveer om te leren. Als
zelfstandige persoon te worden herkend, geeft
zelfvertrouwen en het bewustzijn van eigen
kracht. Beide zijn belangrijke voorwaarden
om te leren. Maar niet alleen leerlingen
hebben baat bij het feit dat ze gezien en
gehoord worden. Voor docenten en andere
personeelsleden is het een krachtige motivatie
om zich voor leerlingen in te zetten. En voor
ouders vergroot het hun betrokkenheid bij en
hun inzet voor het schoolleven.
TeamstructuurIn het algemeen kunnen we constateren, dat
de teamvorming op scholen is voltooid en dat de
teamstructuur op de instellingen goed op orde is.
Aandachtspunt voor de komende jaren
is het versterken van de kwaliteit van de
teamleiders. Teamleiders zijn de sleutels en
katalysatoren voor de onderwijsontwikkeling
en de professionalisering van medewerkers en
processen. De kwaliteit van onze medewerkers
is immers zeer gerelateerd aan de kwaliteit
van onze leidinggevenden. Zo zijn ook voor de
teamleiders niet vrijblijvende scholingstrajecten
noodzakelijk, die een bijdrage kunnen en
moeten leveren aan de attitude, vaardigheden
en instrumentele bagage voor leidinggevenden.
Op diverse instellingen kan de functionele
samenwerking binnen en tussen de teams nog
worden versterkt. De horizontale verant woording
en het evalueren van het eigen onderwijs staan
nog in de kinderschoenen.
Voor de instellingen vragen deze aandachts-
punten de komende jaren veel zorg en aandacht.
OuderparticipatieWij willen ouders graag betrekken bij de
ontwikkelingen op onze scholen en ze tijdig
informeren. De vraag is hoe doe je dat?
Hoe betrek je de ouders als groep en zeer
belangrijke belanghebbenden bij de school?
’09 Jaarverslag
68
Is het realistisch om te wensen dat alle ouders
bij de school worden betrokken? Onderzoeken
wijzen aan, dat dit niet zo is. Een klein
gedeelte is slechts actief. De meerderheid van
de ouders bereiken we niet met participatie in
het schoolbeleid en -activiteiten. Dit betekent
niet, dat we niet zoeken naar mogelijkheden
om ze mee te laten denken en mee te laten
werken. In ieder geval zorgen wij ervoor dat
de juiste informatie beschikbaar is voor ouders
op het moment dat ze ernaar gaan zoeken. Als
ouders om welke reden dan ook zich willen
verdiepen in een onderwerp en/of actief
worden, moeten wij ze van de juiste informatie
kunnen voorzien.
De kleinere groep actieve ouders is op
diverse manieren bij de school betrokken,
zoals ouderraden en ouderklankbordgroepen.
Ouderbetrokkenheid is vooral goed te
organiseren op teamniveau. Bij de teamleider is
de ouder immers meteen aan het goede adres.
Deze schoolleider kent zijn leerlingen en kent
de gang van zaken binnen zijn team als geen
ander.
Op veel instellingen is de invloed van ouders
goed geregeld. Ouders hebben een vaste
plaats in de ouderraad, in de MR en als lid
van klankbordgroepen. Ouders worden actief
uitgenodigd en geïnformeerd. Hoe dit per
instelling is georganiseerd kan per school
of instelling verschillend zijn. Onze scholen
hebben samen met ouders de ouderparticipatie
georganiseerd. Samen hebben ze de structuur
en organisatie gekozen die hen het beste past,
met het doel de samenwerking tussen school
en ouders te bevorderen, om gezamenlijk onze
kinderen een optimaal klimaat te bieden voor
hun ontwikkeling en vorming. Op sommige
scholen is er sprake van betrokkenheid van
ouders op teamniveau. Dit werkt goed voor het
proces van wederzijds contact en feedback.
Op diverse wijzen wordt vorm gegeven aan de
samenwerking tussen scholen en ouders:
• ouders die actief zijn in verschillende
werkgroepen, (thema-avonden, buiten-
schoolse activiteiten, diploma-uitreiking,
open dag, veiligheid van leerlingen in het
verkeer en binnen de school, e.d.);
• praktische hulp;
• ouderklankbordgroepen communiceren met
teamleiders over allerlei schoolzaken in het
team/de afdeling of de schoollocatie;
• contactouders, die geraadpleegd kunnen
worden om informatie te geven over de
school van hun kinderen.
Ook zijn er op scholen de informatieve
ouderavonden voor ouders van één of meer
klassen, die tot doel hebben informatie te
verstrekken en van gedachten te wisselen
over een bepaald thema: de brugklas, de
pakketkeuze, het examen e.d. De rapport-
ouderavonden bieden individuele ouders
de gelegenheid leraren te spreken over het
rapport van hun zoon of dochter. In enkele
scholen worden de rapporten niet meer naar
het huisadres verstuurd, maar persoonlijk aan
de ouders verstrekt om op die manier (nog
enig) contact met ouders “af te dwingen”. Veel
ouderverenigingen gebruiken ook de website
van de school om informatie te verstrekken
aan de ouders. Zij zorgen voor plaatsing
69
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
van de verslagen en maken melding van
zaken die spelen binnen de oudervereniging.
Ook zorgen zij voor werving van nieuwe
ouderverenigingsleden.
In de Interscolaire Oudervereniging
Carmelscholen (ISOC) zijn alle ouderraden van
de Stichting Carmelcollege verenigd. Er worden
ervaringen uitgewisseld en de leden krijgen
informatie en voorlichting. Gemiddeld worden
er drie bijeenkomsten per jaar in Deventer
georganiseerd. Op uitnodiging van de ISOC is
het CvB voor één of meerdere agendapunten
aanwezig om het beleid van de Stichting op die
onderwerpen toe te lichten.
Zowel Stichting als instellingen zullen altijd op
zoek moeten blijven naar verbeterpunten voor
de betrokkenheid van ouders en leerlingen.
Grote betrokkenheid van ouders, niet alleen bij
activiteiten, maar ook bij het meedenken over
ontwikkelingen en het geven van feedback, stellen
onze instellingen en ook het CvB zeer op prijs.
Horizontale verantwoordingHorizontale verantwoording heeft zich deels
nog niet ontwikkeld. Met leerlingen en ouders
vindt een dialoog plaats in klankbordgroepen,
leerlingenraden, ouderraden, ouderavonden
e.a. Met andere belanghebbenden vindt dit in
veel mindere mate plaats. Enkele instellingen
werken met een omgevingsraad.
De Stichting en enkele instellingen zijn actief
betrokken bij het project “Vensters voor
verantwoording” van de VO-raad, dat na een
pilotfase eind 2010 operationeel wordt. In
“Vensters voor verantwoording” worden via
de website voor de deelnemende scholen 20
prestatie-indicatoren vermeld die vergeleken
worden met landelijke cijfers. Verwacht wordt
dat (alle) scholen op deze wijze hun resultaten
bekend maken en op basis hiervan de dialoog
met belanghebbenden aan gaan. Ook hebben
nog niet alle instellingen een zelfevaluatie
uitgevoerd, waarvan de resultaten met
belanghebbenden worden besproken.
Kortom de komende jaren zal de horizontale
verantwoording nadrukkelijker op de agenda
van de instellingen komen. Participatie aan het
VO-project “Vensters voor verantwoording” is
daarbij voor het CvB vanzelfsprekend.
Het CvB heeft over het jaar 2008 een jaar-
verslag geschreven dat als eerste aanzet mag
gelden om te komen tot een verantwoording die
meer is toegesneden op de maatschappelijke
gevraagde transparantie en meer onderwijs-
prestaties op het overkoepelende niveau van de
Stichting laat zien. Het CvB is landelijk actief,
onder meer door te participeren in het bestuur
van de VO-raad (de voorzitter is vice-voorzitter
van de VO-raad) en in (ad-hoc) werkgroepen.
In 2009 zijn door het CvB gesprekken gevoerd
met de overlegvergadering en de RvT over de
rollen van de gremia en over mandatering of
delegatie. Het resultaat uit deze gesprekken
was dat de bestaande situatie voldeed en
geen aanpassing behoefde. In beperkte mate
werden enige reglementen aangepast (het
betrof verbeteringen / verduidelijkingen van de
bestaande situatie). In die zin worden nu ook
wijzigingen van de statuten voorbereid.
’09 Jaarverslag
70
Instellingen
AlgemeenOnze scholen zijn in merendeel stabiele scholen
met een toereikend beleidsvoerend vermogen
en interne kwaliteitszorg. In het verslagjaar
vroeg een aantal instellingen extra aandacht
van het CvB, soms voor een benoeming van een
directielid, soms voor andere organisatorische
kwesties. Deze instellingen worden onderstaand
kort gememoreerd.
Carmelcollege GoudaIn het bestuursverslag van 2008 werd
aangegeven dat de instelling op het gebied
van profilering, kwaliteit, formatie en
financiën nog een forse slag moet maken en
dat de instelling in de komende jaren nog
zeer forse inspanningen te wachten staat. De
organisatie is hier volop mee bezig en maakt
korte stapjes vooruit, onder een positieve
en toekomstgerichte leiding. De stemming
bij het MT is positief en toekomstgericht.
De aanmeldingen lijken zich te stabiliseren,
echter op een te laag niveau. Met de gemeente
Bodegraven zijn gesprekken gevoerd over
doordecentralisatie van de huisvestingsgelden
en nieuwbouw voor de locatie in Bodegraven.
Wel zijn hier strikte voorwaarden aan
verbonden. De instelling is voor het CvB nog een
blijvend punt van aandacht en zorg.
Carmelcollege EmmenCarmelcollege Emmen stond de afgelopen jaren
al regelmatig op de agenda van het CvB. In
2008 zijn wij nadrukkelijk met de directie in
gesprek geweest en is een revitaliseringsplan
geschreven. Het belangrijkste punt was wel
een noodzakelijke cultuurverandering binnen
de school. Nu kunnen we constateren dat
de urgentie breed gedragen wordt en dat op
diverse terreinen voortgang is geboekt. Toch
zal de instelling ook in het komende jaren
nadrukkelijk op de agenda van het CvB blijven.
Scholingsboulevard EnschedeDe Scholingsboulevard Enschede is een
coöperatie, waarin het Bonhoeffer College, het
Stedelijk Lyceum en het ROC van Twente deel-
nemen. De coöperatie heeft een bestuur en een
Raad van Toezicht.
De ontwikkelingen van de Scholingsboulevard
Enschede (SBE) hebben gedurende het gehele
jaar steeds zorgen gebracht, hoewel in de loop
van het jaar ook duidelijk verbeteringen waren te
constateren op verschillende terreinen. Ook de
pers besteedde regelmatig aandacht aan de SBE.
De voor 2009 opgestelde begroting
gaf een beperkt begroot verlies en de
liquiditeitsprognoses gaven aan dat SBE in
staat was om dit verlies te financieren. Niets
bleek minder waar te zijn. De kwaliteit van de
periodieke informatie heeft er toe geleid dat
het CvB besloot om vanaf september 2009 de
controller van Stichting Carmelcollege actief in
te zetten op de SBE.
Eind van die maand bleek uit een mede door
hem opgestelde exploitatieprognose dat het
jaar 2009 naar verwachting met een verlies
van circa € 3,3 miljoen zou worden afgesloten.
Belangrijkste redenen voor dit te verwachten
grote verlies waren: achterblijvende
71
leerlingaantallen (door diverse oorzaken),
te hoge personeelsformatie (tot nu toe
vrijwel geen afstemming tussen behoefte en
feitelijkheid) en een te dure facilitaire opzet
(gebouwen, inrichting e.d.). Ook kon worden
gesproken van een te laag kostenbewustzijn
bij het management van SBE. De beperkte
managementinformatie en de juistheid en
tijdigheid van deze informatie waren hiervan
mede de oorzaak. Ook was duidelijk dat bij
ongewijzigd beleid in 2010 een verlies van circa
€ 3 miljoen zal worden geleden.
Bovenstaande verliezen hebben ook tot
acute liquiditeitsproblemen geleid. Een
niet onbelangrijk punt in deze moeilijke
liquiditeitsfase was de slechte financiële
situatie van het Stedelijk Lyceum.
De inspectie van Onderwijs heeft in de loop
van 2009 de SBE meerdere keren bezocht.
Het laatste inspectierapport was genuanceerd
en gaf duidelijk aan dat op tal van terreinen
vooruitgang was geboekt, maar dat er tevens
een fors aantal aandachtspunten ligt, met
name rond kwaliteitszorg. In de hectiek van
de afgelopen periode heeft het SBE-bestuur en
management de bewuste keuze gemaakt eerst
zorg te dragen voor een goed verloop van de
dagelijkse gang van zaken (veiligheid, roosters,
zorg, lesuitval etc.).
Op basis van de informatie over onderwijs,
financiën en de beheersbaarheid van de
organisatie hebben de partners in de SBE
besloten tot het reduceren van de coöperatie
tot een voorziening voor huisvesting om
onderwijs te geven. De verantwoordelijkheid
voor het onderwijs valt direct onder de
moederscholen. Alle tekorten over de jaren
tot en met 2009 zijn of worden door de
moederscholen betaald naar evenredigheid voor
de verantwoordelijkheid van de tekorten.
De consequenties van deze besluitvorming
worden nu uitgewerkt.
Instelling HengeloIn het voorjaar heeft het CvB de heer Hammink
per 1 augustus 2009 benoemd tot lid van
de Centrale Directie in de vacature die was
ontstaan door de benoeming van de heer Put
tot rector van KSG Marianum.
Nieuwbouw Hengelo/BorneNa jarenlange discussie en een impasse
ten gevolge van de economische crisis is
er uiteindelijk een doorbraak bereikt voor
nieuwbouw voor de vmbo-leerlingen. Er
komt één gebouw in de wijk Medaillon
voor alle leerlingen van de beroepsgerichte
afdelingen van zowel Twickel/De Grundel als
de Stichting OSG, alsmede een deel van de
vmbo-t-leerlingen van Twickel. Beide scholen/
schoolbesturen zullen gaan samenwerken om
een krachtig vmbo in Hengelo neer te zetten,
uitgaande van de eigen verantwoordelijkheid.
Etty Hillesum LyceumIn 2007 zijn op de locatie Het Vlier aanzienlijke
constructieve gebreken geconstateerd. De
gemeente Deventer wil uitsluitend de kosten
voor de gevelrenovatie financieren (€ 2,3
miljoen). De kosten voor vervanging van de
kozijnen, die integraal vervangen dienen te
worden, en overige renovatiekosten komen
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
’09 Jaarverslag
72
voor rekening van Stichting Carmelcollege.
In november 2008 is goedkeuring verleend
voor de uitvoering van het vervangen van de
buitengevel inclusief het vervangen van de
kozijnen. Het vervangen van de gevel kon
echter niet solitair worden uitgevoerd. De
slechte staat van de installaties c.q. overige
voorzieningen, het slechte binnenmilieu en
het hoge energieverbruik dwongen ons de
aangeboden opties integraal uit te voeren.
Uitstel van delen van het project was
slechts korte tijd mogelijk gezien de huidige
technische staat en deze zou over circa zes
jaar weer voor aanzienlijke overlast zorgen.
Het was efficiënter en effectiever om in één
bouwstroom de genoemde werkzaamheden uit
te voeren. De mogelijkheid bestond nu om in te
zetten op duurzaamheid en maximale verlaging
van de exploitatiekosten op de middellange
en lange termijn door extra te investeren in
aanvullende energiebesparende maatregelen.
De directie en het CvB hebben besloten tot
het vervangen van de gebouwgebonden
installaties (elektriciteits- en warmtenetwerk),
revitalisering van de overige voorzieningen
en het realiseren van energiebesparende
maatregelen. De totale investering bedraagt
€ 14,5 miljoen.
MaartenscollegeHet CvB heeft de heer Zipper, die al benoemd
was tot waarnemend rector, met ingang van
1 augustus 2009 benoemd tot rector van het
Maartenscollege.
Pius X College/Sg. St.-CanisiusPer 1 september 2009 heeft het CvB mevrouw
Veerbeek benoemd tot lid van de Centrale
Directie.
Sg. AugustinianumBegin juli heeft het CvB een bijeenkomst
bijgewoond van de MR en het MT van
Sg. Augustinianum. Het bleek helaas nog
steeds niet goed te gaan met de onderlinge
communicatie en de noodzakelijke
cultuuromslag. In september heeft het CvB
een procesbegeleider ingehuurd die gedurende
drie dagen per week tot aan de herfstvakantie
samen met alle betrokkenen de onderlinge
verhoudingen en de professionele cultuur heeft
geanalyseerd en aanzetten heeft gegeven tot
verandering. Na deze analyse is betreffende
persoon aangesteld om in de daarop
volgende maanden het afgesproken traject te
begeleiden. Het traject had zowel betrekking
op versterking van de positie van de rector,
het functioneren van de schoolleiding als een
team en het veranderen van de cultuur op het
Augustinianum. Samen met de rector zijn in
alle teams gesprekken gevoerd om te komen tot
een meer professionele cultuur. De belangrijke
vraag bij deze gesprekken was: wat kan
iedereen zelf aan de beoogde veranderingen
bijdragen? Bij de meeste medewerkers
op school is doorgedrongen dat iedereen
een bijdrage kan en moet leveren aan de
verbeterslag van het Augustinianum. De sfeer
is aanmerkelijk verbeterd en de spanning, die
intern aanwezig was, is duidelijk afgenomen.
Augustinianum is op de goede weg. Gedurende
de laatste maanden van het schooljaar 2009-
2010 zal de focus gericht zijn op de verbetering
van een aantal interne processen, waaronder de
73
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
professionalisering van de MR. Aan het eind van
het schooljaar 2009-2010 zal het CvB nog een
keer spreken met de MR.
Een positieve ontwikkeling laat zich zien met
betrekking tot het slepende huisvestingsdossier.
De gemeente Eindhoven heeft een voor-
bereidings krediet beschikbaar gesteld van
€ 400.000 voor nieuwbouw.
Het HooghuisAan het eind van het jaar was er sprake van
een vertrouwenscrisis binnen Het Hooghuis. Na
diverse besprekingen is op 31 december 2009
overeenstemming bereikt met de voorzitter
van de Centrale Directie over het neerleggen
van zijn functie per 1 januari 2010 en het
beëindigen van de arbeidsovereenkomst
per 1 mei 2010. Het lid CD is belast met de
waarneming van het voorzitterschap tot de
benoeming van een nieuwe voorzitter.
Goed onderwijsbestuur
Als lid van de VO-raad onderschrijft
Stichting Carmelcollege de code “Goed
onderwijsbestuur”, zoals vastgesteld door de
VO-raad op 27 mei 2008. De Stichting voldoet
aan de bepalingen in deze code.
Overleg met diverse gremia en CvB-vergaderingen
Gemeenschappelijke MedezeggenschapsraadIn het verslagjaar heeft het CvB 4 maal
vergaderd met de GMR. De vergaderingen
hebben op een constructieve wijze en in een
goede sfeer plaatsgevonden.
In de afgelopen periode kwamen als
belangrijkste zaken van overleg aan de orde:
• De invoering van de functiemix;
• De klokkenluidersregeling;
• Studiedag gedifferentieerd belonen;
• De financiële stukken, zoals het financiële
beleid van de Stichting, de (meerjaren-)
begroting 2010-2013, de jaarrekening 2008;
• Scholing;
• Passend onderwijs;
• Voortgang van het project Goed
Werknemerschap verdient Goed
Werkgeverschap.
De GMR heeft een jaarverslag 2009 opgesteld,
waarin informatie wordt verstrekt over de
verrichte werkzaamheden en het functioneren
van de Raad.
Convent van SchoolleidersBij de overlegvergaderingen met het CvS zijn
behalve de eindverantwoordelijke schoolleiders
(de leden van het Convent) ook de leden van de
centrale directies aanwezig. In 2009 vonden
4 overlegvergaderingen plaats. De onderwerpen
voor deze vergadering worden door het CvB in
overleg met het bestuur van het CvS bepaald.
De voorbereidingen van de stukken geschiedt
’09 Jaarverslag
74
door het bestuursbureau en/of de controller.
Tijdens deze vergaderingen vinden sonderingen
van nieuwe beleidsvoornemens plaats, komen
de eerste (uitgewerkte) ideeën ter sprake en
worden stukken ter advisering besproken,
voordat ze in een vergadering van het CvB
behandeld worden om daarna als voorgenomen
bestuursbesluit de besluitvormingsprocedure
in te gaan. Maar ook wordt er gebrainstormd,
plenair of in discussiegroepen en vindt over en
weer uitwisseling van informatie plaats.
Managementteam van het bestuursbureauHet CvB vergadert maandelijks met het
managementteam van het bestuursbureau.
Tijdens deze vergaderingen komen
meestal onderwerpen ter sprake die in een
voorbereidings fase zijn, of waar het CvB om
uiteenlopende redenen extra aandacht aan
besteedt. Vergaderingen hebben vaak het
karakter van een wederzijdse informatie-
uitwisseling en/of voortgangsbespreking.
Managementgesprekken met directies van de instellingenHet is gebruikelijk om twee keer per jaar een
managementgesprek te voeren met de voltallige
directie van een instelling (Centrale directie en
locatiedirecteuren). In deze gesprekken komen
primair de schriftelijke rapportages aan de
orde, zoals die zijn uitgebracht door de directie
aan het CvB. De directie stuurt driemaal per
jaar een voortgangsrapportage. In het voorjaar
maakt ook de jaarrekening van de instelling
deel uit van het overleg en in het najaar de
(meerjaren-)begroting.
Vergadering van de RvTDe RvT vergadert in principe vijfmaal per jaar
in aanwezigheid van het CvB. In 2009 werd
bovendien een Beraadsdag georganiseerd door
en voor de leden van de RvT.
OverigeVerder neemt het CvB als college of vertegen-
woordigd door één van beide leden deel aan
diverse interne beraden of werkgroepen, zoals:
het strategische kernberaad, het onderwijs-
beraad, het werkgeversberaad, het LTA, de
werkgroep leermiddelen en overleg met het
bestuur van het CvS.
Vergaderingen van het CvBMet uitzondering van de zomervakantie
vergadert het CvB in principe op elke dinsdag
van de maand. Maandelijks vindt een formele
vergadering plaats en een vergadering met
het Managementteam van het bestuursbureau.
Op de overige dinsdagen is er een onderling
informeel overleg.
75
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
De beleidsomgeving van de Stichting
De invloed van de kredietcrisis op de sector
onderwijs, uitmondend in maatregelen van
het kabinet of het ministerie van OCW, is nog
onbekend. Of de crisis naast de bedreigingen
ook kansen biedt voor de sector is ook nog niet
duidelijk. Wellicht wordt het in de komende
onzekere tijden weer interessanter om te
kiezen voor een baan in het onderwijs. In 2009
werd door de Commissie Vermogensbeheer
Onderwijsinstellingen (de Commissie-Don)
een rapport uitgebracht over het financiële
beleid van onderwijsinstellingen. Voor onze
reactie op dit rapport verwijzen wij naar
het onderdeel ‘Commissie Vermogensbeheer
Onderwijsinstellingen’ in het hoofdstuk ‘De
meerwaarde van Carmel’, verderop in dit
bestuursverslag.
Verder zijn er ten opzichte van het jaar 2008
geen noemenswaardige wijzigingen opgetreden
wat de beleidsomgeving van de Stichting
betreft. Daarom is de schets die in 2008 werd
gemaakt hieronder weer opgenomen, en slechts
op een enkel punt aangepast.
In de externe beleidsomgeving zijn
veranderingen opgetreden die kunnen worden
samen gevat als een beweging naar minder
vertrouwen in besturen en management.
De volgende drie aspecten kunnen worden
genoemd.
De beeldvorming ten aanzien van het
voortgezet onderwijs is vaak niet positief.
Er is veel kritiek geuit op aspecten als
onderwijsvernieuwingen, onderwijskwaliteit,
goed bestuur en eigenaarschap. De Stichting
heeft zich vaak niet herkend in deze beeld-
vorming, maar heeft wel de gevolgen ervaren.
De doorwerking van de verworvenheden van
Slash 21 (dit project werd formeel beëindigd in
september 2006) is er vrijwel door tot stilstand
gekomen. Alle vergelijkbare projecten in
Nederland die later dan Slash 21 waren gestart,
verkeren in zwaar weer.
De tendens om de grenzen van het oude stelsel
krampachtig te bewaken en het klimaat om
zoveel mogelijk bij het oude te laten, leidt tot
risicomijdend gedrag en het meewerken aan de
landelijke restauratietendens die “uitstel van
keuze” als pedagogisch-didactisch doel verder
uit het vizier bracht. (Grote) Schoolbesturen
zijn veelvuldig voorgesteld als ongecontroleerde
machten die zich vooral zouden laten leiden
door bedrijfsmatig denken, verdergaande
bureaucratisering zouden bevorderen en
onderwijsgelden onterecht zouden oppotten,
eerder dan dat ze gericht zouden zijn op het
verzorgen van goed onderwijs en op het welzijn
van de leraar.
Soms lijkt het wel of de overheid de autonomie
van schoolbesturen wil uithollen en de gedachte
achter lumpsum bekostiging wil terugnemen.
Zo is in de afgelopen jaren het inspectie-
toezicht en het toezicht op de examens op een
aantal onderdelen strenger geworden, is er ten
aanzien van steeds meer zaken een meldings-
of verantwoordingsplicht ingevoerd (voorbeeld:
signaleringsgrenzen eigen vermogen). Ook de
gedetailleerde recente eisen van de Minister
betreffende de functiemix zijn van invloed op
de beleidsruimte van de werkgevers.
’09 Jaarverslag
76
De recente aandacht voor het lerarentekort
heeft uiteraard ook veel positieve kanten
(structureel meer budget voor het onderwijs),
maar de eraan gekoppelde voorschriften
over de volumepercentages (LB-, LC- en LD-
docenten) zijn ingrijpend.
De derde waarneembare ontwikkeling is
dat de overheid steeds vaker handelt vanuit
de aanname dat het onderwijs alleen kan
verbeteren als ouders en leraren ten opzichte
van het schoolbestuur in een sterkere
positie worden gebracht. Men verwacht veel
van een beleidsinstrument als horizontale
verantwoording, versterkt de positie van de
medezeggenschapspartijen en benadrukt de
professionele autonomie van leraren.
De oprichting van de VO-raad in 2006, bedoeld
om de positie van de werkgevers in het voort-
gezet onderwijs juist ten opzichte van de
overheid en de vakcentrales te versterken,
heeft -geconfronteerd met bovenstaande
ontwikkelingen- gelukkig voor steeds meer
eenheid in het veld kunnen zorgen. Langzaam
maar zeker wordt de VO-raad erkend als
primaire spreekbuis van de besturen in de
richting van politiek en overheid.
Een laatste ontwikkeling die hier vermelding
verdient is het ontstaan en groeien van
allerlei pseudo-bestuurlijke structuren om
schoolbesturen heen: regionale arrangementen,
planningsconvenanten, rechtspersonen
in het kader van extra leerlingenzorg,
arbeidstoeleiding, achterstandenbeleid en
passend onderwijs. Deze structuren zorgen
vaak voor onvermijdbare overhead en dus
kosten. Bovendien is het besluitvormingstraject
vaak ondoorzichtig.
Samengevat: de externe beleidsomgeving van
de Stichting is in de afgelopen jaren complexer
en moeilijker beïnvloedbaar geworden als
gevolg van enerzijds het publieke debat (met
bijbehorende vaak negatieve beeldvorming) en
anderzijds een toename van het aantal actoren
op landelijk en regionaal niveau. Van het CvB
vraagt dit heel goede bestuurlijke antennes,
het bevorderen van een meer uniform
Stichtingsgeluid en meer aandacht voor public
affairs.
77
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Communicatie
ExternVoor de informatieverstrekking naar derden
maken wij gebruik van diverse informatie-
middelen.
Het jaarverslag in het kader van de verticale
verantwoording naar het Ministerie van OCW.
Het publieksvriendelijke jaarverslag met tekst
en cijfers voor de horizontale verantwoording
op stichtingsniveau wordt verspreid onder de
eigen bestuursorganen, de schoolleidingen, alle
locaties en externe relaties.
Het strategisch beleidsplan heeft dezelfde
groep geadresseerden als het publieks-
vriendelijke jaarverslag.
Het Carmel Magazine verschijnt 4 keer per jaar.
Behalve inhoudelijke onderwerpen over zaken
waar de Stichting zich mee bezig houdt, bevat
het nieuws uit instellingen en human interest
over Carmelmedewerkers. Het blad wordt
voornamelijk gestuurd aan alle medewerkers en
externe relaties.
Intern5 keer per jaar ontvangen alle medewerkers
Carmel Actueel met mededelingen van
organisatorische en inhoudelijke aard, nieuws
vanuit projecten en uitwerkingen van beleid.
Gemiddeld 1 keer per 3 weken ontvangen
de schoolleiders (eindverantwoordelijke
schoolleiders, locatieleiders en teamleiders)
Management Informatie. Behalve de zaken zoals
vermeld bij Carmel Actueel, bevat Management
Info ook onderwerpen van bestuurlijk-juridische
aard.
Via Carmel Intranet is voor alle medewerkers
informatie beschikbaar over regelgeving,
modellen, handleidingen, werkgeverszaken etc.
’09 Jaarverslag
78
De concrete beleidsvoornemens, zoals
opgenomen in Koers 2013, waren:
“Als we willen dat de kwaliteit van
Carmelscholen door ouders en leerlingen overal
erkend wordt, dan moeten we zorgen dat we bij
externe kwaliteitsmetingen (door inspectie of in
de media) steeds bovengemiddeld scoren. Is dat
een enkele keer op onderdelen niet het geval,
dan zal het College van Bestuur de schoolleider
steeds opdragen daar gericht en snel aandacht
aan te besteden. Eveneens vraagt het College
van Bestuur de schoolleiders in hun schriftelijk
rapportages voortaan de kengetallen over het
primaire proces standaard op te nemen. De
invoering van een nieuw leerlingvolgsysteem
binnen Carmel maakt dat ook mogelijk.
Los van eventuele invoering van de wettelijke
zorgplicht, blijft Carmel handelen vanuit het
principe dat voor elke eenmaal geaccepteerde
leerling een juiste en haalbare leerroute wordt
gevonden. Lukt dat niet binnen de Stichting,
dan achten we ons ook nu al verantwoordelijk
voor een goed vervolg elders. Om dit te kunnen
waarmaken, blijven we kennis en expertise
binnen de Stichting inzake leerlingenzorg en
zorgarrangementen uitbreiden. Het College
van Bestuur zal vormen van samenwerking met
instellingen voor jeugdzorg onderzoeken en de
vraag beantwoorden hoe Carmel daaraan de
komende jaren uitbreiding kan geven.
Overigens geldt leerlingenzorg niet alleen voor
moeilijk lerende leerlingen, maar evenzeer
voor hoog of anders begaafden voor wie
Carmelscholen ook een uitdagende en rijke
leeromgeving moeten bieden.
Tweetalig onderwijs, versterkt bètaonderwijs
of meer internationale oriëntatie zijn
daartoe goede mogelijkheden die binnen
Carmel verder kunnen worden uitgebouwd.
In maatschappelijke stages ziet het College
van Bestuur een mogelijkheid om het
Carmelonderwijs voor leerlingen juist van die
breed vormende component te voorzien die ons
dichter brengt bij de missie van de Stichting.
Het College van Bestuur vraagt de schoolleiders
stappen te zetten om zulke maatschappelijke
stages voor leerlingen mogelijk te maken,
ook als onderdeel van “leren in levensechte
contexten”. De mogelijkheid om (een deel
van) de toekomstige leermiddelen in eigen
beheer en gezamenlijk te ontwikkelen, wordt
door College van Bestuur en Convent van
Schoolleiders onderzocht. Het oogmerk daarbij
is niet om Carmelonderwijs te uniformeren,
maar om verzamelingen van digitaal materiaal
aan scholen ter beschikking te stellen, zodat
daaruit eigen keuzes kunnen worden gemaakt.
Nieuwe financieringsvormen nodigen juist een
grote stichting als Carmel uit om op dit vlak
innovatief te denken.”
’09 Jaarverslag
De leerling en het leren op een Carmelinstelling
79
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Onderwijs- en examenresultaten
De examenresultaten in het schooljaar 2008/2009 waren voor de Stichting als geheel:
In vergelijking met het schooljaar 2007/2008 zijn de examenresultaten minder geworden.
De volgende verschillen(in procentpunten) zijn gerealiseerd:
Geslaagden 08/09 07/08 verschil
vmbo 96.0% 97.1% - 1.1
havo 94.7% 96.8% - 2.1
vwo 97.1% 98,2% - 1.1
Examenresultaten schooljaar 2008/2009In het beleid van de Stichting staat de kwaliteit
van het onderwijs centraal, waarvoor het CvB de
eindverantwoordelijkheid draagt. Als Stichting
pretenderen we goed onderwijs te geven, maar
als we scherp kijken naar de onderwijsresultaten
van nogal wat locaties, dan scoren we helaas
zeker niet bovengemiddeld. En soms ver onder
het gemiddelde.
Dit is een niet acceptabele situatie. De focus
kan, mag en moet scherper, niet in de laatste
plaats rond de opbrengsten van het primaire
proces. De eindverantwoordelijke schoolleiders
is gevraagd om de eindexamencijfers SE en CE te
analyseren en waar nodig maatregelen te nemen
gericht op verbetering van de resultaten. In de
managementgesprekken in het voorjaar 2010
zal dit onderwerp uitvoerig worden besproken.
Onderstaand zijn conclusies opgenomen
naar aanleiding van de examenresultaten en
de percentielscores. Aan het eind van deze
conclusies is beknopt weergegeven hoe scholen
in december 2009 gereageerd hebben op de
examenresultaten. De percentielscores waren bij
de schoolleiders toen niet bekend.
In bijlage 6 zijn de examenresultaten in het
schooljaar 2008-2009 opgenomen. De cijfers
zijn afkomstig van Onderwijs in cijfers, DUO en
kwamen pas beschikbaar op 20 april 2010. Als
bestuurlijke informatie komen deze gegevens
veel te laat beschikbaar. Het nieuwe schooljaar,
2009-2010, loopt al op zijn eind.
’09 Jaarverslag
80
De examenresultaten van het vmboIn de overzichten zijn 13 brede scholen
opgenomen. Op basis van de totaal resultaten
per school (gebaseerd op een gewogen
gemiddelde) moeten we constateren, dat
slechts 4 scholen, te weten Carmel College
Salland, Het Hooghuis, Pius X College en Twents
Carmel College zowel voor het SE als het CE
percentielscores hebben gerealiseerd tussen
3.0 en 4.0. Met andere woorden een gemiddeld
tot net bovengemiddeld resultaat. 2 scholen,
Sg. St.-Canisius en Sg. Twickel hebben een
percentielscore van respectievelijk 3,2 en 3,5
behaald op het CE, maar behalen op het SE
een percentielscore van 2,2 respectievelijk
2,8. De overige 8 scholen hebben een resultaat
onder het landelijke gemiddelde. De verschillen
tussen de cijfers SE en CE variëren van 0,0 tot
-0,4 (cijfer CE lager).
De examenresultaten van het vmbo
per school en per vak
Bonhoeffer College
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.5 (SE) en 2.7 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
op de vakken Maatschappijleer (SE: 2 en
CE: 2), Nederlands (SE: 2), Wiskunde (SE: 2),
Economie (CE: 2), en Natuur- & Scheikunde
(CE: 2). Bij de vakken Economie en
Maatschappij leer is het verschil tussen de
cijfers SE en CE respectievelijk -0.6 en -0.8.
Bij het vak Maatschappijleer is het landelijke
verschil tussen SE en CE overigens -0.7
(Bonhoeffer College: -0.8).
Carmel College Salland
De gewogen gemiddelde percentielscores van 4.0
(SE) en 3.0 (CE) voor alle vakken worden in het
bijzonder beïnvloed door de lagere scores op het
vak Duits (SE: 2) en de vakken Aardrijkskunde
(CE: 2), Engels (CE: 1) en Frans (CE: 2).
Bij de vakken Frans, Maatschappijleer en
Nederlands zijn de verschillen tussen de cijfers
SE en CE respectievelijk -0.6, -1.2 en -0.6.
Bij het vak Maatschappijleer is het landelijke
verschil tussen SE en CE overigens -0.7 (Carmel
College Salland: -1.2).
Carmelcollege Emmen
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.9 (SE) en 2.4 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
op de vakken Aardrijkskunde (SE: 1 en CE: 1),
Frans (SE: 1), Economie (CE: 1), Engels (CE: 2)
en Natuur- & Scheikunde (CE: 1).
Bij de vakken Aardrijkskunde, Economie,
Frans, Natuur- & Scheikunde en Nederlands
zijn de verschillen tussen de cijfers SE en CE
respectievelijk -0.6, -0.7, +1.1, -0.7 en -0.6.
Carmelcollege Gouda
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.5 (SE) en 2.3 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
op de vakken Aardrijkskunde (zowel SE als
CE: 2), Natuur- & Scheikunde (SE: 2 en CE: 1),
Wiskunde (SE: 1 en CE: 2) en de vakken Biologie
(CE: 2), Frans (SE: 2) en Nederlands (CE: 2). Bij
zowel Biologie als Nederlands is het verschil
tussen de cijfers SE en CE -0.6.
81
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Etty Hillesum Lyceum
De gewogen gemiddelde percentielscores van
1.7 (SE) en 2.9 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
bij het SE op 8 van de 10 vakken.
Alleen voor de vakken Frans en Maatschappij-
leer is de percentielscore 3 (SE). Voor de
vakken Engels en Natuur- & Scheikunde is de
percentielscore 2 (SE). De overige 6 vakken
hebben een percentielscore van 1 (SE).
Wat het CE betreft heeft het vak Biologie een
1 (CE). De vakken Aardrijkskunde en Economie
4 (CE). De overige 7 vakken hebben een score
van 3 (CE). Bij de vakken Duits, Economie en
Maatschappijleer zijn de verschillen tussen
de cijfers SE en CE respectievelijk +0.8, +0.6
en -0.7. Bij het vak Maatschappijleer is het
landelijke verschil eveneens -0.7.
Het Hooghuis
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 3.7 (SE) en 3.4 (CE) voor alle vakken zijn
bovengemiddeld. Alleen voor het vak Frans
is de percentielscore 4 (SE) en 1 (CE). Het
deelnamepercentage bedroeg hier 2. Het
verschil tussen de gemiddelde cijfers SE en CE
bedroeg bij Frans -1.5.
Maartenscollege
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.2 (SE) en 2.8 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
bij het SE op 6 van de 9 vakken, en bij CE bij
3 van de 9 vakken.
Alleen voor de vakken Engels, Natuur- &
Scheikunde en Wiskunde zijn de percentiel-
scores respectievelijk 4, 3 en 3 (SE). Voor
de vakken Duits, Frans en Nederlands is de
percentielscore 2 (SE). De overige 3 vakken
hebben een percentielscore van 1 (SE).
Wat het CE betreft heeft het vak Nederlands
een score van 1 (CE). De vakken Economie en
Wiskunde 2 (CE). De vakken Aardrijkskunde en
Engels hebben een score van respectievelijk
4 en 5 (CE). De overige 4 vakken hebben een
score van 3 (CE). Bij het vak Nederlands is het
verschil tussen de cijfers SE en CE -0.7.
Pius X College
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 3.1 (SE) en 3.0 (CE) voor alle vakken
zijn gemiddeld. Voor het vak Biologie is de
percentielscore 2 (SE) en 2 (CE). De vakken
Natuur- & Scheikunde en Nederlands hebben
voor het SE een score van respectievelijk 2 en
1. Het verschil tussen de gemiddelde cijfers
SE en CE bedroeg bij Frans -0.7. Bij het vak
Maatschappijleer is het verschil -0.4 tegenover
het landelijke cijfer -0.7.
Sg. St.-Canisius
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.2 (SE) en 3.2 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
bij het SE op 5 van de 9 vakken. Voor de vakken
Duits, Frans en Nederlands is de score 2 (SE).
De vakken Engels en wiskunde hebben een
score van 1 (SE). Bij het CE heeft het vak Engels
een score van 2. De overige vakken hebben
3 of hoger bij het CE (het vak Duits een score
van 5). Het verschil tussen de gemiddelde
cijfers SE en CE bedroeg bij Duits +0.8
’09 Jaarverslag
82
KSG Marianum
De gewogen gemiddelde percentielscores van
3.1 (SE) en 2.6 (CE) voor alle vakken worden
in het bijzonder beïnvloed door de lagere
scores bij het CE op 4 van de 8 vakken. Voor de
vakken Economie, Engels, Maatschappijleer en
Nederlands is de score 2 (CE). Bij het SE scoren
Economie en Maatschappijleer ook 2 (SE). Bij
de vakken Maatschappijleer en Nederlands zijn
de verschillen tussen de gemiddelde cijfers SE
en CE respectievelijk -0.8 en -0.7 (De landelijke
verschillen zijn -0.7 en -0.4).
Sg. De Grundel
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.0 (SE) en 2.6 (CE) voor alle vakken worden
in het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
bij het SE voor de vakken Biologie
(SE: 2), Maatschappijleer (SE: 1), Nederlands
(SE: 1) en Wiskunde (SE;2) en wat CE betreft
voor de vakken Aardrijkskunde (CE: 2) en
Nederlands (CE: 1). Bij het vak Aardrijkskunde is
het verschil tussen de gemiddelde cijfers SE en
CE -0.8 (landelijke verschil -0.3).
Sg. Twickel
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 2.8 (SE) en 3.5 (CE) voor alle vakken
worden in het bijzonder beïnvloed door
de lagere scores bij het SE voor de vakken
Engels (SE: 2) en Nederlands (SE: 2). Bij het
CE is voor het vak Frans de score 2 (CE). Bij
de vakken Aardrijkskunde en Frans zijn de
verschillen tussen de gemiddelde cijfers SE
en CE respectievelijk -0.7 en -0.8 (landelijke
verschillen respectievelijk -0.3 en -0.4).
Twents Carmel College
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 3.2 (SE) en 3.3 (CE) voor alle vakken
zijn bovengemiddeld. Alleen voor het vak
Aardrijkskunde zijn de percentielscores 2(SE) en
2 (CE). Het deelnamepercentage bedroeg hier
12. Het verschil tussen de gemiddelde cijfers
SE en CE bedroeg bij Maatschappijleer -1.1
(landelijke cijfer -0.7).
De examenresultaten van havoIn de overzichten zijn 14 brede scholen
opgenomen. Op basis van de totaal resultaten
per school (gebaseerd op een gewogen
gemiddelde) moeten we constateren, dat
slechts 3 scholen, te weten Carmelcollege
Emmen, Maartenscollege en Twents Carmel
College zowel voor het SE als het CE
percentielscores hebben gerealiseerd tussen
3.1 en 3.8. Met andere woorden een gemiddeld
tot net bovengemiddeld resultaat. 4 scholen,
Carmel College Salland, Etty Hillesum Lyceum,
Sg. Augustinianum en Sg. Twickel hebben
percentielscores van respectievelijk 3.4, 3.2,
3.3 en 3.3 behaald op het CE, maar behalen
op het SE percentielscores van respectievelijk
2.9, 2.8, 2.6 en 2.7. Drie scholen, Het Hooghuis,
Pius X College en Sg. De Grundel behalen
percentielscores van respectievelijk 3.1,
3.1 en 3.3 op het SE, maar behalen op CE
respectievelijk 2.8, 2.8 en 2.7. De overige
4 scholen hebben een resultaat onder het
landelijke gemiddelde. De verschillen tussen de
cijfers SE en CE variëren van +0.1 tot -0.4.
83
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
De examenresultaten van het havo
per school en per vak
Bonhoeffer College
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.9 (SE) en 2.9 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
op de vakken Engels (SE: 1), Frans (SE: 2) en
Maatschappijleer (SE: 1) en Maatschappijleer
(CE: 1) en Management & Organisatie (CE: 2).
Bij de vakken Maatschappijleer en Nederlands
zijn de verschillen tussen de cijfers SE en
CE respectievelijk -1.1 en -0.6 (landelijke
verschillen zijn respectievelijk -0.5 en-0.5).
Carmel College Salland
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.9 (SE) en 3.4(CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
op de vakken Aardrijkskunde (SE: 2), Engels
(SE: 2) en Management & Organisatie (SE: 2). Bij
de vakken Culturele en Kunstzinnige vorming,
Duits, Management & Organisatie en Wiskunde
A zijn de verschillen tussen de cijfers SE en CE
respectievelijk -0.8, -0.6, +1.1 en +0.9.
Carmelcollege Emmen
De gewogen gemiddelde percentielscores van
3.2 (SE) en 3.2 (CE) voor alle vakken zijn net
bovengemiddeld. Lagere scores zijn er voor de
vakken Culturele en Kunstzinnige vorming
(SE: 1), Frans (SE: 2 en CE: 1) en Natuurkunde
(CE: 2). Bij de vakken Engels, Frans en Wiskunde
A zijn de verschillen tussen de cijfers SE en CE
respectievelijk -0.7, -0.7, en +0.7.
Carmelcollege Gouda
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.7 (SE) en 2.4 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores op
de vakken Aardrijkskunde (zowel SE als CE: 1),
Biologie (SE: 1 en CE: 2), Culturele en Kunstzinnige
vorming (CE: 2), Economie (zowel SE als CE: 1),
Geschiedenis (CE: 2), Management & Organisatie
(CE: 2) en Wiskunde A (CE: 1). De verschillen
tussen de cijfers SE en CE zijn voor de volgende
vakken groot: Aardrijkskunde (-0.6), Culturele en
Kunstzinnige vorming (-0.8), Duits (-0.6), Frans
(-0.7), Natuurkunde (-0.6) en Wiskunde A (-1.0).
Etty Hillesum Lyceum
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.8 (SE) en 3.2 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores bij
het SE voor de vakken Culturele en Kunstzinnige
vorming (SE: 2), Frans (SE: 2), Management &
Organisatie (SE: 2) en Scheikunde (SE: 1). Bij de
vakken Management & Organisatie en Wiskunde
A zijn de verschillen tussen de cijfers SE en CE
respectievelijk +0.9 en +0.6.
Het Hooghuis
De gewogen gemiddelde percentielscores van
3.1 (SE) en 2.8 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
bij de vakken Aardrijkskunde (SE: 2), Duits (SE:
1) en Economie (SE: 2), evenals voor de vakken
Biologie (CE: 2), Engels (CE: 2), Geschiedenis
(CE: 2) Natuurkunde (CE: 2), Scheikunde (CE: 1)
en Wiskunde A (CE: 2). Bij de volgende vakken
zijn de verschillen tussen de cijfers SE en CE
groot: Biologie (-0.7), Economie (+0.6), Engels
(-0.6), Geschiedenis (-0.8) en Scheikunde (-0.8).
’09 Jaarverslag
84
Maartenscollege
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 3.4 (SE) en 3.8 (CE) zijn bovengemiddeld.
Lagere scores zijn er voor de vakken
Aardrijkskunde (SE: 2), Biologie (SE: 1) en
Management & Organisatie (SE: 1). Bij de
volgende vakken zijn de verschillen tussen de
cijfers SE en CE groot: Biologie (+0.6), Engels
(-0.7), Frans (-0.6), Management & Organisatie
(+0.8) en Nederlands (-0.6).
Pius X College
De gewogen gemiddelde percentielscores van
3.1 (SE) en 2.8 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
bij de vakken Aardrijkskunde (SE;2 en CE: 1),
Economie (SE: 1) Engels (CE: 1), Nederlands
(SE: 2) en Wiskunde A (CE: 2). Bij de volgende
vakken zijn de verschillen tussen de cijfers SE
en CE groot: Aardrijkskunde (-0.8), Culturele
en Kunstzinnige vorming (-1.0), Economie
(+0.8), Engels (-0.7), Geschiedenis (+0.6) en
Management & Organisatie (-0.8).
Sg. St.-Canisius
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.6 (SE) en 2.9 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
bij de vakken Economie (SE: 1), Engels (CE:
1), Frans (SE: 1), Management en Organisatie
(SE: 2) en Wiskunde A (SE: 2). Bij de volgende
vakken zijn de verschillen tussen de cijfers SE
en CE groot: Economie (+0.7), Engels (-0.8),
Geschiedenis (+0.6), Management & Organisatie
(+0.7), Nederlands (-0.6) en Wiskunde A (+0.7).
KSG Marianum
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.9 (SE) en 2.6 (CE) voor alle vakken worden
in het bijzonder beïnvloed door de lagere
scores bij de vakken Culturele en Kunstzinnige
vorming (CE: 2), Engels (SE: 1 en CE: 2), Frans
(SE: 2), Management & Organisatie (SE: 2) en
Nederlands (CE: 1). Bij de vakken Culturele en
Kunstzinnige vorming, Duits en Nederlands zijn
de verschillen tussen de gemiddelde cijfers SE
en CE respectievelijk -1.0, -1.1 en -0.9.
Sg. Augustinianum
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.6 (SE) en 3.3 (CE) voor alle vakken worden
in het bijzonder beïnvloed door de lagere
scores bij de vakken Aardrijkskunde (CE: 1),
Engels (SE: 2), Geschiedenis (SE: 2 en CE: 1),
Management & Organisatie (SE: 1), Natuurkunde
(SE: 1), Nederlands (SE: 1), Scheikunde (SE: 1)
en Wiskunde A (CE: 2). Bij de volgende vakken
zijn de verschillen tussen de cijfers SE en CE
groot: Aardrijkskunde (-1.4), Duits (-0.7), Engels
(+0.7), Natuurkunde (+0.6) en Scheikunde (+0.7).
Sg. De Grundel
De gewogen gemiddelde percentielscores van
3.3 (SE) en 2.7 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
bij de vakken Economie (CE: 1), Engels (SE: 2
en CE: 1), Frans (CE;2), Geschiedenis (CE: 2) en
Management & Organisatie (SE: 1 en CE: 2). Bij
de volgende vakken zijn de verschillen tussen
de cijfers SE en CE groot: Aardrijkskunde (-0.7),
Culturele en Kunstzinnige vorming (-0.8), Duits
(-0.7), Economie (-0.6), Frans (-0.6), Nederlands
(-0.6) en Wiskunde A (+0.6).
85
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Sg. Twickel
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.7 (SE) en 3.3 (CE) voor alle vakken worden in
het bijzonder beïnvloed door de lagere scores
bij het SE voor de vakken Aardrijkskunde
(SE: 1), Biologie (SE: 1), Culturele en
Kunstzinnige vorming (SE: 2), Frans (SE: 1),
Natuurkunde (SE: 2) en Wiskunde B (SE;1).
De verschillen tussen de gemiddelde cijfers
SE en CE bij Natuurkunde en Wiskunde B zijn
respectievelijk +1.0 en +0.7.
Twents Carmel College
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 3.1 (SE) en 3.6 (CE) voor alle vakken
zijn bovengemiddeld. Alleen voor het vak
Aardrijkskunde bij het SE is de percentielscore
2. Bij de volgende vakken zijn de verschillen
tussen de cijfers SE en CE groot: Economie
(+0.8), Frans (-0.6), Wiskunde A (+0.8) en
Wiskunde B (+0.7).
De examenresultaten van het vwoIn de overzichten zijn 14 brede scholen
opgenomen. Op basis van de totaal resultaten
per school (gebaseerd op een gewogen
gemiddelde) moeten we constateren, dat
slechts 4 scholen, te weten Bonhoeffer College,
Carmelcollege Emmen, Etty Hillesum Lyceum
en Sg. Augustinianum zowel voor het SE als
het CE percentielscores hebben gerealiseerd
tussen 3.0 en 3.6. Met andere woorden een
gemiddeld tot net bovengemiddeld resultaat.
Vier scholen, Het Hooghuis, Maartenscollege,
Pius X College en Sg. Twickel hebben
percentielscores van respectievelijk 3.2, 3.4,
3.3 en 3.4 behaald op het CE, maar behalen
op het SE percentielscores van respectievelijk
2.8, 2.8, 2.6 en 2.7. KSG Marianum behaalt een
percentielscore van 3.1 op het SE, maar behaalt
op CE 2.6. De overige scholen 4 scholen hebben
een resultaat onder het landelijke gemiddelde.
De verschillen tussen de cijfers SE en CE
varieert van -0.2 tot -0.9.
De examenresultaten van het vwo
per school en per vak
Bonhoeffer College
De gewogen gemiddelde percentielscores van
3.1 (SE) en 3.0 (CE) zijn gemiddeld. Voor het
vak Latijn is de percentielscore 2 voor SE.
Bij de volgende vakken zijn de verschillen
tussen de cijfers SE en CE groot: Duits (-0.8),
Engels (-0.7), Geschiedenis (-0.6), Grieks
(-0.6), Maatschappijleer (-0.7), Management &
Organisatie (-0.7) en Natuurkunde (-0.7).
Carmel College Salland
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.5 (SE) en 2.7 (CE) voor alle vakken worden
met name beïnvloed door de lagere scores op
de vakken Economie (SE: 2), Engels (CE: 1),
Frans (SE: 1), Geschiedenis (SE: 1), Grieks
(zowel SE als CE 2), Latijn (CE: 2), Management
& Organisatie (SE: 1) en Nederlands (CE: 2). Bij
de volgende vakken zijn de verschillen tussen
de cijfers SE en CE groot: Duits (-0.6), Economie
(+0.6), Engels (-0.9), Grieks (-0.9), Latijn
(-1.1), Nederlands (-0.7), Wiskunde A (-0.7) en
Wiskunde B (-0.6).
’09 Jaarverslag
86
Carmelcollege Emmen
De gewogen gemiddelde percentielscores van
3.6 (SE) en 3.5 (CE) voor alle vakken zijn net
bovengemiddeld. Lagere scores zijn er voor de
vakken Scheikunde (SE: 1) en Natuurkunde
(CE: 2). Bij de volgende vakken zijn de
verschillen tussen de cijfers SE en CE groot:
Duits (-0.6), Economie (-0.6), Engels (-0.8),
Geschiedenis (-1.3 en Natuurkunde (-0.8).
Het CvB constateert dat de scherpere focus
op de examenresultaten (naar aanleiding van
kritische opmerkingen van de Inspectie), snel
tot resultaat leidt.
Carmelcollege Gouda
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 2.6 (SE) en vooral 1.8 (CE) zijn slecht.
Met uitzondering van het vak Latijn hebben
alle vakken of voor SE of voor CE een
percentielscore lager dan 3. Van 15 vakken
hebben 8 vakken voor het CE een score van 1,
en twee vakken een score van 2. Bij 10 van de
15 vakken zijn de verschillen van de gemiddelde
cijfers tussen SE en CE kleiner dan -0.5 of groter
dan +0.5. Het grootste verschil is voor het vak
Grieks (-3.0).
Etty Hillesum Lyceum
De gewogen gemiddelde percentielscores van
3.3 (SE) en 3.2 (CE) zijn net bovengemiddeld.
Alleen het vak Aardrijkskunde heeft voor het
SE een percentielscore 2. Bij de vakken Duits,
Geschiedenis en Natuurkunde zijn de verschillen
tussen de cijfers SE en CE respectievelijk -0.9,
-1.0 en -0.7.
Het Hooghuis
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.8 (SE) en 3.2 (CE) voor alle vakken worden
met name beïnvloed door de lagere scores bij
de vakken Aardrijkskunde (SE: 1), Economie
(SE: 1) en Wiskunde A (SE: 2). Bij de volgende
vakken zijn de verschillen tussen de cijfers
SE en CE groot: Aardrijkskunde (+0.8), Engels
(-0.8), Geschiedenis (-0.7), Latijn (-1.0),
Management & Organisatie (-0.6), Scheikunde
(-0.6) en Wiskunde B (-1.1).
Maartenscollege
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.8 (SE) en 3.4 (CE) voor alle vakken worden
met name beïnvloed door de lagere scores
bij de vakken Aardrijkskunde (SE: 2), Biologie
(CE: 2), Geschiedenis (SE: 2), Management &
Organisatie (zowel SE als CE: 1), Natuurkunde
(SE: 1) en Wiskunde B (SE: 2). Bij de volgende
vakken zijn de verschillen tussen de cijfers SE
en CE groot: Biologie (-0.6), Engels (-0.7), Grieks
(+0.7), en Management & Organisatie (-0.8).
Pius X College
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.6 (SE) en 3.3 (CE) voor alle vakken worden
met name beïnvloed door de lagere scores
bij de vakken Aardrijkskunde (SE: 2 en CE: 2),
Economie (SE: 1 en CE: 2), Geschiedenis (SE: 2),
Grieks (SE: 2), Latijn (CE: 2), Nederlands (SE: 1)
en Scheikunde (SE: 2). Bij de volgende vakken
zijn de verschillen tussen de cijfers SE en CE
groot: Aardrijkskunde (-0.7), Frans (-0.8), Grieks
(+0.8), en Latijn (-1.1).
87
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Sg. St.-Canisius
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 2.3 (SE) en 2.7 (CE) voor alle vakken
ligt beneden het gemiddelde. Bij 8 van de
13 vakken is voor SE de percentielscore 2.
Voor CE zijn de percentielscores slecht bij
Economie (CE: 2), Engels (CE: 1), Frans (CE:
2), en Nederlands (CE: 1). Bij de volgende
vakken zijn de verschillen tussen de cijfers SE
en CE groot: Duits (-0.8), Engels (-1.0), Frans
(-0.9), Nederlands (-0.7), Wiskunde A (+0.6) en
Wiskunde B (+0.6).
KSG Marianum
De gewogen gemiddelde percentielscores van
3.1 (SE) en 2.6 (CE) voor alle vakken worden
met name beïnvloed door de lagere scores voor
CE bij de vakken Economie (CE: 2), Engels (CE:
2), Natuurkunde (CE: 2), Nederlands (CE: 1) en
Wiskunde B (CE: 2). Bij 9 van de 15 vakken zijn
de verschillen tussen de gemiddelde cijfers SE
en CE groot en variëren van -0.6 tot -1.3.
Sg. Augustinianum
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 3.4 (SE) en 3.3 (CE) voor alle vakken
liggen net bovengemiddeld. Bij SE worden de
percentielscores met name beïnvloed door
de lagere scores bij de vakken Economie
(SE: 2), Grieks (SE: 2) en Scheikunde (SE: 1).
Bij de volgende vakken zijn de verschillen
tussen de cijfers SE en CE groot: Frans (-0.7),
Geschiedenis (-1.0), Grieks (+1.0) en Nederlands
(-0.8).
Sg. De Grundel
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 2.8 (SE) en 2.2 (CE) voor alle vakken zijn
slecht. Slechts bij 5 van de 16 vakken zijn de
percentielscores bij SE en CE 3 of 4. Bij
11 vakken zijn de percentielscores of bij SE of
bij CE lager dan 3. Voor CE zijn van de 8 laag
scorende vakken 5 vakken met een score van
1. Bij 10 van de 16 vakken zijn de verschillen
tussen de cijfers SE en CE groot en variëren van
-0.7 tot -1.6.
Sg. Twickel
De gewogen gemiddelde percentielscores van
2.7 (SE) en 3.4 (CE) voor alle vakken worden
met name beïnvloed door de lagere scores bij
het SE voor de vakken Aardrijkskunde
(SE: 2), Biologie (SE: 2 en CE: 2), Engels (SE: 2),
Frans (SE: 2), Natuurkunde (SE: 2), Scheikunde
(CE: 1) en Wiskunde B (SE: 2). De verschillen
tussen de gemiddelde cijfers SE en CE zijn
bij de volgende vakken groot Geschiedenis
(-0.9), Maatschappijleer (-0.8), Management &
Organisatie (-0.6) en Scheikunde (-1.1).
Twents Carmel College
De gewogen gemiddelde percentielscores
van 2.9 (SE) en 2.6 (CE) voor alle vakken zijn
beneden het gemiddelde en worden met name
beïnvloed door lagere scores bij de vakken
Biologie (CE: 2), Engels (CE: 2), Geschiedenis
(CE: 2), Management & Organisatie (CE: 1) en
Nederlands (zowel SE als CE 2). Bij de volgende
vakken zijn de verschillen tussen de cijfers SE
en CE groot: Biologie (-0.7), Duits (-0.8), Engels
(-0.6), Geschiedenis (-1.0), Grieks (-0.6), Latijn
(-0.9) en Nederlands (-0.6).
’09 Jaarverslag
88
Ingezette verbeteractiesWelke acties hebben instellingen genomen naar
aanleiding van de examenresultaten?
Bonhoeffer College
In de managementcontracten met de locatie-
directeuren zijn afspraken gemaakt gericht op
de verbetering van de resultaten.
Carmel College Salland
De instelling heeft een grondige analyse
uitgevoerd. Door de sectorleiding zijn
gesprekken gevoerd met sectie(leider)s om
de verschillen te benoemen, te zoeken naar
verklaringen en aanpassingen om verschillen tot
aanvaardbare proporties terug te brengen.
Carmelcollege Emmen
De analyses van de verschillen zijn per vak
uitgewerkt. Gerichte actie ter verbetering was
al gaande.
Carmelcollege Gouda
De instelling heeft een grondige analyse
gemaakt over de afgelopen jaren. De analyses
en heroriëntatie leiden in maart 2010 tot
een plan van aanpak. De doelstellingen voor
slagingspercentages zijn duidelijk en liggen
voor havo en vwo fors boven de behaalde
slagingspercentages.
Etty Hillesum Lyceum
Op het vmbo worden gesprekken gevoerd met
secties, teams en individuele docenten gericht op
het verbeteren van de resultaten. Wat havo en
vwo betreft zijn de resultaten goed in beeld en
geanalyseerd. Waar nodig zijn verbeterprogramma’s
afgesproken met de docenten.
Het Hooghuis
De locaties hebben een analyse uitgevoerd. In
het bijzonder voor de locatie Ravenstein is een
gedegen plan van aanpak gemaakt gericht op
resultaatverbetering.
Maartenscollege
Een analyse van de cijfers heeft plaatsgevonden.
Waar nodig leidt dit tot gerichte actie.
Pius X College
Per vak worden de cijfers van de afgelopen
3 jaar geanalyseerd en waar opportuun worden
afspraken gemaakt ter verbetering.
Sg. St.-Canisius
De locatiedirecteuren hebben inmiddels alle
cijfers SE en CE per vak van de afgelopen 5 jaar
verzameld en intern vindt een analyse plaats,
waarop gericht actie zal plaatsvinden waar dit
opportuun is.
KSG Marianum
Voor de locatie Lichtenvoorde (vmbo) zijn
grondige analyses gemaakt en zijn maatregelen
genomen ter verbetering van de resultaten.
Sg. Augustinianum
De analyse van de verschillen heeft
plaatsgevonden.
Twents Carmel College
Gedegen analyses zijn voor handen. De
instelling wil met opbrengstgericht onderwijs
bovengemiddeld scoren, hetgeen zich vertaalt
in CE-cijfers die allen boven het landelijk
gemiddelde liggen.
89
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
De doorstroomcijfers waren als volgt:
De gegevens inzake instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen
kunnen als volgt worden weergegeven:
IDU (In-, Door- en Uitstroomgegevens van leerlingen)
Stichting Carmelcollege (exclusief PRO-leerlingen)
’09 Jaarverslag
90
Voor de toelichting op dit overzicht wordt verwezen naar hetgeen is vermeld in bijlage 11 van dit
jaarverslag.
Het aantal bevorderde leerlingen per leerjaar is met uitzondering van havo-4 afgenomen ten
opzichte van de doorstroompercentages van het schooljaar 2007/2008. Het meest opvallende is de
lagere doorstroom van vwo-5. Hier is sprake van een verschil van 4.7 procentpunt. Opvallend blijft
ook het hoge percentage niet bevorderde leerlingen van havo-4. De onderstaande tabel geeft de
verschillen in procentpunten weer.
Bevorderden 08/09 07/08 verschil
leerjaar 1 97.8% 98.1% 0.3
leerjaar 2 96.0% 96.5% 0.5
vmbo-3 94.8% 95.7% 0.9
havo-3 91.4% 92.9% 1.5
vwo-3 97.6% 98.0% 0.4
havo-4 85.9% 85.5% 0.4
vwo-4 90.7% 91.4% -0.7
vwo-5 90.2% 94.9% -4.7
Uit het IDU-overzicht blijkt een totale uitstroom Overig 31 juli 2009 van 1.185 leerlingen.
Deze leerlingen vertrokken om uiteenlopende redenen.
Vertrokken per einde schooljaar 2008-2009 in verband met:
Andere school/opleiding 812
Buitenland 34
Verhuizing 53
Opleiding afgebroken 23
Werken, einde uitwisseling, jeugdinrichting 12
Overig 39
Onbekend 212
1.185
91
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Opbrengstenkaart
’09 Jaarverslag
92
Uit voorgaand overzicht blijkt dat de Inspectie
aan 4 locaties het oordeel zwak heeft gegeven.
Carmelcollege Emmen heeft voor het vwo
dit oordeel gekregen. De instelling heeft een
gedegen plan van aanpak opgesteld om dit
resultaat te verbeteren en werkt hard aan de
uitvoering van het plan. De examenresultaten
waren in ieder geval bemoedigend. De
percentielscores waren voor SE: 3.6 en voor
CE: 3.5. Een bovengemiddeld resultaat. De
verwachting is, dat een volgend oordeel weer
voldoende zal zijn.
De locatie De Boerhaave van het Etty Hillesum
Lyceum heeft het oordeel zwak gekregen voor
zowel havo als vwo. Het CvB heeft met de
eindverantwoordelijk schoolleider afspraken
gemaakt voor een plan van aanpak dat
vervolgens met de inspectie is doorgesproken.
Ook de locatie Ravenstein van het Hooghuis
heeft het oordeel zwak gekregen. Ravenstein
heeft een uitvoerige analyse gemaakt op basis
waarvan een plan van aanpak is gemaakt. Het
CvB zal de ontwikkelingen volgen.
Van KSG Marianum heeft de locatie
Lichtenvoorde het oordeel zwak gekregen. Ook
hier is een plan van aanpak opgesteld. Uit de
analyse van de cijfers blijkt een stijging van
de resultaten. Het is wel noodzakelijk deze
trend vast te houden. Ook hier zal het CvB de
ontwikkelingen volgen.
De Scholingsboulevard Enschede, waarin
het Bonhoeffer College participeert, heeft
zowel voor vmbo-bb als vmbo-kb het oordeel
onvoldoende gekregen.
Het Inspectierapport was genuanceerd en
gaf duidelijk aan dat op tal van terreinen
vooruitgang was geboekt, maar dat er tevens
een fors aantal aandachtspunten ligt, met
name rond kwaliteitszorg. In de hectiek van de
afgelopen periode is het voor het bestuur SBE
en management een bewuste keuze geweest
eerst zorg te dragen voor een goed verloop
van de dagelijkse gang van zaken (veiligheid,
roosters, zorg, lesuitval etc.).
93
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Aantal leerlingen
’09 Jaarverslag
94
Het aantal leerlingen nam af met 22 tot
35.369, een niet noemenswaardige wijziging.
Op de meeste scholen was sprake van een
geringe toename. Op 5 scholen nam het aantal
leerlingen af, te weten:
• Bonhoeffer College, een daling van
71 leerlingen (1.8% lager dan in 2008);
• Carmelcollege Emmen, een daling van
107 leerlingen (9.0% lager dan in 2008);
• Carmelcollege Gouda, een daling van
116 leerlingen (7.3% lager dan in 2008);
• Maartenscollege, een daling van 39 leerlingen
(2.5% lager dan in 2008);
• Sg. Twickel, een daling van 69 leerlingen,
(2.9% lager dan in 2008).
95
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
De belangrijkste verschillen ten opzichte van 2008 betreffen:
Minder leerlingenbasisvorming lwoo - 123
vmbo overig - 341
lyceum - 1.048
- 1.512
Meer leerlingenbasisvorming overig 127
vmbo lwoo 68
havo 328
gymnasium 97
atheneum 791
tweetalig onderwijs 3
internationale school 2
praktijkonderwijs 28
vavo 46
1.490
- 22
’09 Jaarverslag
96
Leerlingenzorg
Het CvB heeft ten behoeve van het
stichtingsbeleid in het najaar van 2009 op het
Etty Hillesum Lyceum een onderzoek laten
uitvoeren naar de effecten en opbrengsten
van leerwegondersteuning. De resultaten van
dit onderzoek bieden vele aanknoping- en
aandachtspunten. Er zal veel gedaan moeten
worden aan de verdere professionalisering
van de docenten. Zeker nu duidelijk wordt
dat de middelen voor het speciaal onderwijs
beperkt zullen gaan worden, zullen zij beter
toegerust moeten zijn op leerlingen die nu
aangewezen zullen zijn op speciaal onderwijs.
Daarnaast is een belangrijk aandachtspunt
de positiebepaling van teamleider en
zorgcoördinator. Het rapport zal in 2010 met
de eindverantwoordelijke schoolleiders worden
besproken.
De leerlingenzorg bij de instellingen is op
een goed niveau. Diverse instellingen hebben
met andere scholen plannen opgesteld om
tot een samenhangend beleid te komen. Hier
en daar zijn met samenwerkingsverbanden
reboundvoorzieningen ontstaan.
De ontwikkeling van de leerlingenzorg zal, ook
nu de toekomst van Passend Onderwijs onzeker
is geworden, een belangrijk speerpunt zijn de
komende jaren.
Het uitdagen van begaafde leerlingen en
leerlingen die meer willen is onderkend, maar
de onderwerpen excelleren, aandacht voor
talent en talentoptimalisatie staan in het
algemeen nog in de kinderschoenen. Er zal
meer aandacht moeten worden besteed aan de
talentontwikkeling van leerlingen.
Ten aanzien van het aantal zorgleerlingen kan
het volgende overzicht worden gegeven:
Zorgleerlingen (lwoo + pro)
1-10-2005 5.346 15%
1-10-2006 5.763 16%
1-10-2007 6.128 17%
1-10-2008 6.174 17%
1-10-2009 6.147 17%
97
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
’09 Jaarverslag
98
Maatschappelijke stages
Diverse instellingen zijn bezig met de
voorbereidingen van de maatschappelijke
stages. Sommige zijn in de fase van opbouw,
andere in de fase van implementatie.
Leermiddelen
Met ingang van het schooljaar 2009/2010
hebben onze leerlingen hun leerboeken
van Van Dijk Educatie ontvangen. Dat is het
resultaat van de Europese aanbesteding van
leermiddelen die op 13 januari 2009 met succes
is afgerond. De Adviescommissie Europees
aanbesteden heeft in de periode van oktober
2009- december 2009 de daadwerkelijke
levering van de boeken door Van Dijk
Educatie, geëvalueerd. Voor deze evaluatie
heeft de commissie vragenlijsten verstuurd
aan alle boekenfondscoördinatoren van de
instellingen. Daarnaast heeft de commissie in
samenwerking met Van Dijk Educatie regionale
evaluatiebijeenkomsten georganiseerd voor
zowel de schoolleiders als de boekenfonds-
coördinatoren. Uit deze evaluatie zijn de
volgende conclusies getrokken:
• Van Dijk heeft aangegeven dat de levering
van de boeken voor het extern boekenfonds
en intern boekenfonds uiterlijk in week 0
op ongeveer 98% lag. Een nog niet eerder
bereikt percentage. De tijdige Europese
aanbesteding heeft hiertoe bijgedragen.
Leerlingen hebben de leermiddelen gekregen
op het afgesproken moment, wat door de
instellingen zeer belangrijk wordt gevonden.
Een aantal instellingen gaf bovendien aan
dat de levering beter was dan voorgaande
jaren. Ook vier instellingen met een intern
boekenfonds hebben aangegeven dat de
levering van de boeken nog nooit zo goed is
geweest als in het afgelopen jaar. Het was
nog strakker georganiseerd dan andere jaren.
• De gemiddelde pakketprijs per leerling
(vergoeding € 321,50) van onze Stichting ligt op
€ 278,31. De verklaring hiervoor is dat wij een
zeer gunstige prijs hebben gecontracteerd,
zowel op het intern als extern boekenfonds.
Het huurpercentage voor het extern boeken-
fonds ligt met 35% op een gemiddeld laag
niveau ten opzichte van huurpercentages die
worden berekend binnen andere instellingen
uit het voortgezet onderwijs.
• Van Dijk Educatie kan terugkijken op
een goed jaar. De instellingen hebben
volgens Van Dijk Educatie allemaal goed
meegewerkt en dit heeft er onder andere
voor gezorgd dat de juiste leermiddelen op
de juiste plaats en tijd geleverd zijn. Ook de
retourzending bij foutief bestelde boeken
verliep probleemloos.
• Volgens van Dijk heeft onze Stichting een
goed bestek geleverd in verhouding tot andere
bestekken. Goed betekent onder andere een
concreet programma van eisen en wensen en
een heldere scheiding tussen de percelen van
een intern en extern boekenfonds.
• Door één instelling is aangegeven dat er
een goede overeenkomst is gesloten over
de overname van de boeken. Dit betrof een
instelling die van een extern boekenfonds
over is gegaan naar een intern boekenfonds.
99
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Behalve conclusies heeft de evaluatie ook
een aantal aanbevelingen opgeleverd. Deels
hebben deze aanbevelingen betrekking
op verbeterpunten in de logistiek,
gebruikersvriendelijkheid van software en
koppelingen tussen computersystemen.
Afspraken hierover zijn gemaakt. Maar ook
zijn door Van Dijk adviezen verstrekt die
betrekking hebben op de efficiency bij het
gebruik van leermiddelen, de financiële en
administratieve verwerking en het faciliteren
van boekenfondscoördinatoren.
Zowel de Europese aanbesteding als de
uitvoering van de gesloten overeenkomst door
Van Dijk Educatie en onze instellingen stemmen
tot tevredenheid.
Toekomstig beleid leermiddelenInmiddels is in het schooljaar 2008-2009 de
Europese aanbesteding van leermiddelen
(het korte termijnperspectief) voor alle
leerlingen binnen de Stichting Carmelcollege
afgerond en kan de focus gelegd worden op
het lange termijnperspectief. Om te werken
aan dit lange termijnperspectief, is door
de werkgroep leermiddelen in november
2009 een verkenmiddag georganiseerd.
Verschillende externe partijen (Kennisnet,
SLO en Microweb Edu) zijn ingegaan op een
aantal Carmelspecifieke vraagstukken. Deze
vragen kwamen voort uit discussies tijdens
de overlegvergaderingen met de centrale
directies en het CvB, uit de bijeenkomsten
van de werkgroep leermiddelen, maar ook
uit de resultaten van een inventarisatie en
een verdiepend onderzoek, die beide in het
schooljaar 2008-2009 zijn uitgevoerd. Het
doel van de bijeenkomst in november was het
verkennen van beelden en opvattingen om
aan de hand daarvan richting te geven aan
beleidsontwikkeling. Daarnaast verwachtte de
werkgroep dat deze externe partijen op basis
van een vooraf verstrekte casusbeschrijving van
onze Stichting:
• advies zouden geven over
leermiddelenbeleid binnen de Stichting;
• richtlijnen zouden aanbieden;
• zouden meedenken vanuit verschillende
invalshoeken en zouden reflecteren op onze
specifieke situatie.
Tegelijkertijd heeft in november 2009 voor het
eerst binnen de Stichting een ict-conferentie
plaatsgevonden. De werkgroep leermiddelen
werd gevraagd hieraan een bijdrage te leveren.
Deze ict-conferentie heeft de werkgroep
leermiddelen als een kans opgepakt om mensen
vanuit het primaire proces mee te laten denken
over ons langere termijnperspectief. Daarvoor
heeft de werkgroep leermiddelen besloten
om niet alleen aan de externe partijen tijdens
de verkenmiddag de casusbeschrijving van
onze Stichting voor te leggen, maar ook aan
de deelnemers van de ict-conferentie om op
deze manier inzicht te krijgen wat er binnen
de instellingen speelt, maar ook waar de
behoeften en wensen liggen ten aanzien van
het leermiddelenbeleid binnen de Stichting.
’09 Jaarverslag
100
Zowel uit de verkenmiddag als de ict-
conferentie zijn de volgende gemeen-
schappelijke uitgangs punten naar voren
gekomen:
• professionele autonomie bij docent;
• arrangeren in plaats van ontwikkelen;
• aansluiting landelijke open
leermiddelenbank;
• geen Carmelbreed leermateriaal;
wel een open Carmeldatabank;
• gebruik van e-books/e-readers;
• behoefte aan deskundigheidsbevordering;
• een faciliterende rol voor de
Stichting wat betreft financiën,
organisatie, netwerkmakelaar en
deskundigheidsbevordering;
• gebruik maken van externe deskundigen.
Deze gemeenschappelijke uitgangspunten
sluiten aan bij de conclusies uit de eerder
gedane inventarisatie en het verdiepend
onderzoek, die beide in het schooljaar
2008-2009 zijn uitgevoerd. Aan deze gezamen-
lijke uitgangspunten kunnen de volgende
onderzoeksresultaten toegevoegd worden:
• Er wordt tot nu toe nog weinig lesmateriaal
in de Elo gezet;
• Bij de ontwikkeling van eigen materiaal
werken docenten het meest samen met een
systeembeheerder/ict-medewerker.
In de loop van 2010 zullen deze gemeen-
schappelijke uitgangspunten onderwerp van
gesprek zijn tijdens de overlegvergaderingen
van CvB met de centrale directies.
101
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Werkgever- en werknemer-schap binnen Carmel
De concrete beleidsvoornemens, zoals
opgenomen in Koers 2013, waren:
“Om de goede naam die Carmel als werkgever
heeft te behouden en te versterken, zal het
College van Bestuur de volgende stappen
zetten:
• een project inrichten dat gericht is op de
inhoud van het begrip professionaliteit
en een andere invulling van de relatie
werknemer werkgever. De uitkomst dient een
bijdrage te leveren aan de Carmel corporate
identity en aan de aantrekkelijkheid van
Carmel als werkgever. Daarnaast moet
dit project een bijdrage kunnen leveren
aan de discussies met betrekking tot een
professioneel statuut;
• een project inrichten om de mogelijkheden
van beloningsdifferentiatie nader te
onderzoeken, criteria te ontwikkelen en te
bekijken op welke wijze voldoende middelen
hiervoor kunnen worden vrijgemaakt;
• bevorderen dat instellingen op
onderwijskundige gronden een aantrekkelijk
functiebouwwerk over de volle breedte
realiseren;
• bevorderen dat het traject naar een breed
toegankelijke LCfunctie een vervolg krijgt
op LDniveau.
Tenslotte vraagt het College van Bestuur de
instellingen verder te gaan met het opzetten of
uitbouwen van een interne opleidingsstructuur
ten behoeve van nieuwe en zittende docenten.”
’09 Jaarverslag
102
Goed werknemerschap verdient goed werkgeverschap
Met dit project is de Stichting een zoektocht
gestart naar volwassen arbeidsverhoudingen.
De aantrekkingskracht van een baan in het
onderwijs kan hiermee worden vergroot.
Volwassen arbeidsverhoudingen vind je in
de visie van de Stichting alleen met elkaar,
door samen na te denken hoe het anders en
beter kan. Voor alle medewerkers én in nauwe
samenwerking met elkaar.
De naam van het project “Goed werknemer-
schap verdient goed werkgeverschap” (GWGW)
drukt expliciet een ruilverhouding uit: de
Stichting Carmelcollege geeft veel, maar
verwacht hiervoor ook veel terug. Op dit
moment vraagt ze vooral om de ontwikkeling
van een professionele visie op de vraag hoe we
het onderwijs kwalitatief goed kunnen houden,
gelet op de veranderende omstandigheden op
de arbeidsmarkt. Deze visie vormt de basis
om het werken in het onderwijs voor huidige
en toekomstige werknemers aantrekkelijk
te houden. Het begint met het zoeken naar
condities waarin goede werknemers behouden
kunnen worden. En waarmee zij ambassadeurs
kunnen worden voor het werven van nieuwe
collega’s. Het eindigt met verbeterde
opbrengsten van het onderwijs.
In het afgelopen jaar heeft het projectteam
sessies georganiseerd met medewerkers,
leidinggevenden, bestuurders en
wetenschappers. De samenvatting van wat het
projectteam heeft meegekregen heeft zijn
weerslag gevonden in een boekje, dat aan alle
medewerkers is verstuurd. Het boekje vormt
de basis om met medewerkers een dialoog te
starten, zowel met onderwijzend als onderwijs
ondersteunend personeel. Het doel van de
dialoog is om de werkelijkheid met elkaar
te verhelderen en is een hulpmiddel bij het
zoeken naar volwassen arbeidsverhoudingen.
Volwassen arbeidsverhoudingen bestaan niet
uit een cafetariamodel, waarbij werknemers
hun arbeidsvoorwaardenpakket (deels) zelf
kunnen samenstellen. Ook worden volwassen
arbeidsverhoudingen uiteindelijk niet ingevuld
door betere voorwaarden voor scholing of
doorgroei in salaris. Dit zijn verbeteringen,
veranderingen van de eerste orde. Een echte
transformatie in het denken over de verhouding
tussen werkgever en werknemer is hiermee
echter niet bereikt. Een transformatie betekent
een perspectief- of paradigmawisseling. Een
paradigma is bijvoorbeeld dat het management
uiteindelijk toch bepaalt hoe het er in een
school aan toegaat (vanuit een machtspositie).
Een paradigmawisseling is dat onderwijsmensen
zelf verantwoordelijkheid nemen voor de
inhoudelijke inrichting van het onderwijs,
waarbij het management verantwoordelijkheid
neemt om dit binnen kaders te faciliteren: een
gedeelde verantwoordelijkheid gebaseerd op
samenwerking en vertrouwen en een leerling-
gerichte oriëntatie. Geen geringe uitdaging
dus, zo’n dialoog. Maar we komen zo wel steeds
een stapje verder in de kennis over het thema
goed werkgeverschap. Op basis hiervan kunnen
experimenten worden gestart, waarvoor
wetenschappelijke begeleiding is gezocht.
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
103
Wat gebeurt er al om het docentschap aantrekkelijk te maken?De Stichting heeft voortvarend een nieuw
loopbaanbeleid vastgesteld, dat docenten veel
kansen biedt om versneld binnen hun schaal
tredeverhogingen te realiseren (verkorting van
de carrièrelijnen). Ook is het mogelijk geworden
om zowel door middel van een vakspecifieke
verdieping als een pedagogische specialisatie
(opleiding, onderzoek, werkervaring) een
hogere schaal te bereiken. Voor docenten die
zich willen ontwikkelen is het salarisperspectief
concreet fors verbeterd.
De Stichting heeft meegewerkt aan het
onderzoek “Plezier in Werk”van het Titus
Brandsma Instituut, onderdeel van de Radboud
Universiteit Nijmegen. Het onderzoek is gericht
op welke factoren een belangrijke invloed
hebben op een positieve arbeidsbeleving
van werknemers. De resultaten wijzen uit
dat onderwijsmensen hun bijdrage aan de
toekomst van de leerlingen –en via hen aan
de maatschappij- als een belangrijk zingevend
element beschouwen. Echte onderwijsmensen
geven les omdat het hun aard is. Als de
condities minder worden willen ze dit blijven
doen, omdat zij hierin een weg zien om
betekenis te geven aan hun eigen leven. Dit
kan worden beschouwd als een opbrengst uit
werk. Wat dit precies betekent voor beloning,
waardering en goed werkgeverschap moet nog
nader worden uitgediept.
Personele zaken
In het voorjaar 2010 zal het nieuwe functieboek
onderwijs ondersteunend personeel worden
vastgesteld. Hierdoor wordt de mogelijkheid
gecreëerd om ook voor deze categorie mede-
werkers werk te gaan maken van loopbaan-
beleid en het ontwikkelen van professiona-
liserings trajecten.
De focus op de complete gesprekkencyclus
is versterkt. Binnen veel instellingen
worden op het gebied van voeren van
beoordelingsgesprekken scholingstrajecten door
leidinggevenden gevolgd.
Er is de afgelopen periode aandacht
geweest voor het beleidsthema “belonings-
differentiatie”, maar er is nog weinig voortgang
geboekt.
De deelnemers aan de overlegvergadering,
te weten de centrale directies, het
managementteam van het bestuursbureau, de
controller en het CvB volgen een betekenisvol
professionaliseringstraject in de vorm van zes
tweedaagse masterclasses bij TiasNimbas.
Een werkgroep heeft een voorstel voor
Management Development voor de leden van
tweede en derde managementlaag binnen de
Carmel ontwikkeld. In de loop van 2010 zal op
basis hiervan een besluit worden genomen.
’09 Jaarverslag
104
Medewerkers in cijfers
Het aantal personeelsleden in fte is licht
gestegen met 25 fte tot 3.477 fte per
31 december 2009. In aantallen medewerkers
is eveneens sprake van een lichte stijging met
19 tot 4.212 medewerkers.
Het percentage medewerkers in vaste dienst
bedraagt 89%. Van het percentage medewerkers
in tijdelijke dienst (11%) is 77% werkzaam
binnen het OP en 23% binnen het OOP.
Het percentage 1e graads bevoegde docenten
is afgenomen van 42% tot 40%. Het percentage
2e graads bevoegde docenten nam toe van 51%
tot 53%. Het percentage onbevoegde docenten
bleef op 7%.
In het verslagjaar is het aantal LB-docenten met
322 fte gedaald tot 1.357 (57% van het totaal),
terwijl het aantal LC-docenten met 350 fte is
gestegen tot 679 (29% van het totaal). Uit deze
ontwikkeling blijkt dat het opleidingsbeleid
van de stichting daadwerkelijk leidt tot een
verhoging van het gemiddelde functieniveau
van het onderwijzend personeel. Het aantal
LD-docenten is met 12 fte gedaald tot 329. Deze
daling kan worden toegeschreven aan natuurlijk
verloop van docenten die gebruik maken van de
FPU-regeling danwel met pensioen gaan.
Het aantal fte docenten is in 2009 afgenomen
met 27, terwijl het aantal onderwijsassistenten
is toegenomen met 15 (beiden gebaseerd op
het gemiddelde van het kalenderjaar).
Het ziekteverzuimpercentage is afgenomen
van 6,0% tot 5,6%.
De verhoudingen directie, OP en OOP zijn
hetzelfde gebleven ten opzichte van 2008.
De toename van het aantal fte vond plaats
105
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
bij de directie met 4 fte, het OP met 16 fte
en het OOP met 6 fte. Het verschil met de
totale toename van 25 fte en deze specificatie
wordt veroorzaakt, omdat in dit jaarverslag
is afgerond op hele getallen. Bij het OP is het
aantal fte met een tijdelijk dienstverband
toegenomen met 36 en is het aantal fte met
een vast dienstverband afgenomen met 20 fte.
Ook bij directie en OOP is de toename het saldo
van mutaties in tijdelijk en vast dienstverband,
zij het dat de toename daar betrekking heeft
op medewerkers met een vast dienstverband.
Voor meer informatie verwijzen wij naar de
verschillende grafieken en tabellen die zijn
opgenomen in bijlage 7.
Jaarverslag’09
106
De meerwaarde van Carmel
Risicomanagement
Vanaf 2008 werkt de Stichting aan risico-
management met het doel te komen tot een
adequaat en effectief risicomanagementproces.
Zowel instellingen als de Stichting hebben de
risico’s die het behalen van onze doelstellingen
bedreigen, geïdentificeerd. Ook de huidige
beheersmaatregelen zijn in kaart gebracht,
de effectiviteit hiervan zal worden bepaald
en eventuele aanvullende maatregelen
zullen in kaart worden gebracht. We streven
naar een integrale benadering van het
risicomanagement door eindverantwoordelijke
schoolleiders te adviseren aan de top van
de organisatie een functionaris ermee te
belasten, die zich toelegt op de verschillende
soorten risico’s. Risicomanagement mag
niet worden gezien als een ondersteunende
functie, het moet op het juiste niveau in de
organisatie verankerd worden. Belangrijk is
dat directies bij belangrijke beleidsplannen
expliciet naar de risico’s kijken. Of dit in alle
gevallen al gebeurt is de vraag. Belangrijker
is dat we stappen zetten op dit gebied. In de
managementgesprekken van mei 2009 is aan
de directies gevraagd om in de loop van het
jaar voor een aantal gesignaleerde risico’s
maatregelen te bedenken om het risico te
reduceren.
Het proces op zich is eenvoudig en is gebaseerd
op de Demming cirkel: plan – do – check – act.
Lastiger is het om dit proces consequent uit te
voeren zonder dat het als een bureaucratisch
proces wordt ervaren. De nadruk mag daarom
niet te veel komen te liggen op het naleven
van regels. Bij een aantal instellingen wordt
de uitvoering van risicomanagement gezien
als een verplichting, dus uitvoering geven
aan van bovenaf opgelegde regels, al of niet
veroorzaakt ter bepaling van het noodzakelijke
weerstandsvermogen. Bij deze instellingen
moet nog een cultuurverandering plaatsvinden.
Het hogere management zal zich meer in het
onderwerp moeten verdiepen. Overigens vraagt
het aandacht om dit risicomanagementproces
in te bedden in de normale bedrijfscyclus
(planning & control), en niet zoals nu gebeurd is
in een apart traject.
De aanpak tot nu toe is vooral geweest om
vanuit de belangrijkste processen de risico’s
en beheersmaatregelen in kaart te brengen
(bottom-up). Vervolgens is ook vanuit de
doelstellingen (top-down) gekeken naar de
risico’s. Door de integrale verantwoordelijkheid
hoog in de top van de instellingen neer te
leggen en aandacht te vragen voor vroegtijdige
signalering van risico’s zal deze benadering (top
down) de komende jaren nog verder worden
uitgevoerd.
107
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
De meerwaarde van Carmel We willen het risicoprofiel voor elke instelling
definiëren, bepalen welke risico’s we willen
accepteren, welke we willen reduceren en
welke we willen vermijden.
De eindverantwoordelijke schoolleider moet
dit profiel opstellen, rekening houdend met de
strategische doelstellingen van de instelling.
Kansen en risico’s zijn in dit geval de kanten
van dezelfde medaille (bijvoorbeeld bij een
dalend leerlingenaantal het tweetalig onderwijs
Engels op starten). Ook de wisselwerking van
risico’s die elkaar kunnen versterken, vraagt om
een grondige analyse.
Belangrijk echter is ook het besef, dat een
risicoloze maatschappij niet bestaat. Met een
goede risicoanalyse kunnen we proberen de
kans op risico’s zo klein mogelijk te maken.
Pretenderen dat een risico nooit voorkomt
kunnen we niet. Onzekerheid en twijfel in een
besluitvormingstraject verhogen overigens
de kwaliteit van de besluitvorming, juist
omdat over de onzekerheden en twijfels
gediscussieerd wordt. Ook een reden om je
bewust te zijn van risicomanagement.
Risicomanagement moet bijdragen aan de
doelstellingen van onze Stichting en onze
instellingen. Rekening houdend met de
strategische doelen van de instellingen,
betekent het te allen tijde beheerst risico’s
nemen.
Top-10 risico’s die blijken uit de inventarisaties:
1. Wijziging in wet- en regelgeving
(onvoorspelbare overheid).
2. Stijging van het gebruik door medewerkers
van de Bapo-regeling.
3. Niet of in onvoldoende mate kunnen
inspelen op de afnemende behoefte aan
personeel.
4. Niet goed functionerende medewerkers
en MT-leden.
5. Daling van leerlingenaantallen.
6. Aannemen van niet gebudgetteerd
personeel.
7. Projectkosten hoger dan begroot.
8. Scholingsboulevard Enschede.
9. Doordecentralisatie van huisvestingsgelden
naar scholen.
10. Achterstallig onderhoud.
Sommige van de top-10 risico’s die door de
instellingen zijn opgevoerd hebben te maken
met het feit dat kennelijk de interne beheersing
van de processen nog verbeterd kan en moet
worden. Dit leidt dan tot een vermindering van
deze risico’s.
Gezamenlijk vertegenwoordigen de top-10
risico’s 60% van het benodigd risicovermogen,
dat voor de Stichting op grond van de
inventarisaties en zonder onderstaande
overwegingen, geraamd is op € 20 miljoen.
Risicomanagement kan leiden tot het gevoel dat
alle risico’s tot een juist bedrag zijn ingedekt
’09 Jaarverslag
108
en kan daarmee leiden tot een besteding van
het gehele vermogen dat boven dit bedrag
uitkomt. De ontwikkelingen in de afgelopen
jaren van de kredietcrisis hebben laten zien dat
risicomanagement nog in de kinderschoenen staat.
Alertheid blijft derhalve noodzakelijk. De
volledigheid van de risico’s inschatten is
onmogelijk, gewoon omdat zich gebeurtenissen
kunnen voordoen waar geen mens zich nu een
voorstelling van kan maken. Dit is inherent
aan onze samenleving. Dit geldt ook voor de
operationele risico’s die betrekking hebben
op en voortkomen uit systemen, processen en
mensen.
Vanwege bovenstaande overwegingen voegt het
CvB aan de top-10 toe de grote onzekerheden
als gevolg van de kredietcrisis. Te denken valt
bijvoorbeeld aan waardevermindering van
financiële activa als gevolg van kredietcrisis
door bijvoorbeeld het omvallen van financiële
dienstverleners (denk aan DSB in Nederland),
of de tegoeden bij de banken (denk aan
debiteurenrisico zoals banken dat hanteren).
Een maand voor de val van Lehman Brothers
werd nog een single A-rating verstrekt door
de ratingbureaus. Te denken is ook aan de
grote financiële steun van de overheid aan
de financiële sector. De gevolgen van de
kredietcrisis, de problemen, actueel, potentieel
en verbeeld, zijn zo wijd verspreid, dat de
meeste mensen niet weten (en waarschijnlijk
niet willen weten) wat de uiteindelijke impact
van de crisis zal zijn. De pensioenfondsen
staan onder grote druk, huizenprijzen zijn fors
gedaald, de werkloosheid zal stijgen, zware
monetaire maatregelen zijn op komst, wat
vaak leidt tot inflatie. Staten (bijvoorbeeld
Griekenland) staan op het randje van
faillissement. Aflossingen aan banken door die
staten zijn onzeker. Indien de aflossingen niet
plaatsvinden komen banken weer in financiële
problemen, en dient zich wellicht weer een
kredietcrisis aan, en zullen overheden weer
ingrijpen. Wat te denken van de effecten van
deze dreigingen op de financiële markten.
Koersen zullen dalen (waardevermindering
financiële vaste activa) etc.
De Nederlandse overheid gaat de komende
jaren fors bezuinigen. De gevolgen hiervan
zullen vele mensen en organisaties lange
tijd raken. Zo is het onvoorspelbaar hoe de
investeringen door het bedrijfsleven zich
zullen ontwikkelen ondanks het feit dat de
aandelenmarkten zich langzaam lijken te
herstellen. Het CvB vindt het wenselijk te
zorgen voor financiële buffers. Recent werd
bekend, dat de lumpsumvergoeding voor
2010 niet verhoogd zal worden. Voor het
kalenderjaar 2010 betekent dit een verlaging
van het exploitatieresultaat met € 1,5 miljoen.
Risicovermogen € 30 miljoenRekening houdend met de kredietcrisis, de
meest recente ontwikkelingen in verschillende
Europese landen, en met de nog onbekende,
maar ongetwijfeld grote gevolgen stelt het CvB
het risicovermogen op € 30 miljoen.
109
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Financiën
Financieel beleidDe Stichting beschikt over een geformaliseerd
financieel beleid, waarin de uitgangspunten
en de kaders rondom financiële sturing en
beheersing zijn vastgelegd. Bij de uitvoering
van dit beleid is uiteraard een centrale rol
weggelegd voor de onderwijskundige visie en
doelstellingen; het financiële beleid is slechts
ondersteunend daaraan.
Uitgangspunt bij het financieel beleid is het
‘resultaatverantwoordelijk management’ van de
schoolleidingen en van het management van het
bestuursbureau. De instellingen worden via BRIN-
bekostiging gefinancierd. Het bestuursbureau
en de centrale fondsen en activiteiten worden
gefinancierd door een afdracht door de
instellingen van een deel van de OCW-baten.
Via de centrale fondsen en activiteiten worden
diverse risico’s en verantwoordelijkheden
gezamenlijk, bovenschools afgedekt. De
instellingen worden financieel én administratief
als zelfstandige onderwijsinstellingen gezien
met een eigen balans en resultatenrekening.
De instellingen beschikken derhalve ook over
een ‘eigen’ Eigen vermogen, dat uitsluitend na
instemming van het CvB ter beschikking staat
van de betrokken instelling. Er is geen sprake
van het opvangen van tekorten van de ene
instelling ten laste van het eigen vermogen
van een andere instelling dan wel ten laste van
bovenschools eigen vermogen.
Het beheer van liquide middelen en beleggingen
geschiedt op stichtingsniveau. Instellingen met een
rekening-courantschuld aan de Stichting betalen
hierover geen rente. De van banken ontvangen
renten en de rendementen van de beleggingen
vloeien terug naar de overige instellingen.
Het financieel beleid van Stichting
Carmelcollege voorziet ook in een regeling
voor ‘solidariteitsbijdragen’. In uitzonderlijke
situaties kan het College van Bestuur besluiten
om bepaalde instellingsgerelateerde kosten
bovenschools te dragen.
Treasury managementHet beleggingsbeleid van Stichting Carmelcollege
is vastgelegd in het treasury statuut en voldoet
aan de voorschriften van het Ministerie van
OCW. Reeds jaren is het beleid gericht op het
beleggen in effecten met een laag risico.
MeerjarenramingDe begroting van elk volgend kalenderjaar
maakt deel uit van een jaarlijks bijgestelde
meerjarenraming die zich uitstrekt over vier
kalenderjaren. In deze meerjarenraming wordt
zowel op stichtingsniveau als per afzonderlijke
instelling inzage gegeven in de verwachte
meerjarige exploitatie. Daarnaast wordt
hierin aandacht besteed aan de meerjaren
investeringsbegroting, de ontwikkelingen van het
eigen vermogen en de effecten van de geplande
bedrijfsvoering op de liquiditeitspositie. Tevens
wordt op instellingsniveau aandacht besteed aan
een beperkt aantal concrete actiepunten voor
het komende jaar, zowel in beleidsmatige als in
financiële zin. Het streven is er niet opgericht
om elk jaar een exploitatieoverschot te creëren.
De “foto” van de vier jaren moet een gezond
’09 Jaarverslag
110
financieel beeld laten zien op de aspecten
exploitatie, balans en weerstandsvermogen per
instelling. Deze financiële planning moet mede
leiden tot een adequate sturing op instellings-
niveau, en daarmee op stichtingsniveau.
Planning & ControlcyclusVoor de financiële beheersing gebruiken wij
de jaarlijkse Planning & Controlcyclus, waarin
opgenomen strategiebepaling, meerjarenraming,
begroting, realisatie en rapportage. Deze
cyclus wordt zowel op stichtingsniveau als op
het niveau van de individuele instellingen,
het bestuursbureau en de centrale fondsen en
activiteiten toegepast.
De ontwikkelingen van de exploitatie worden
per instelling (en in een aantal gevallen
per locatie binnen een instelling) en op
stichtingsniveau maandelijks gevolgd door
budget bewakingsoverzichten en per vier
maanden door management rapportages.
In de managementrapportages worden
belangrijke verschillen geanalyseerd en wordt
een (bijgestelde) prognose van het te verwachten
exploitatieresultaat op jaarbasis vermeld. Op deze
wijze hebben schoolleiders en het management
van het bestuursbureau frequent inzicht in
hun financiële stand van zaken en tevens de
mogelijkheid om waar nodig bij te sturen.
Bapo-voorzieningIn 2009 en 2010 is, evenals in 2008, op
ministerieel niveau intensief overleg gevoerd
over de wijze van verwerking van de bapo-
verplichtingen in de jaarrekeningen, in relatie
tot het gestelde in RJ 660. Gegeven het feit
dat dit overleg tot nu toe niet heeft geleid tot
gewijzigd beleid, is in de jaarrekeningen 2009 de
verwerkingswijze niet veranderd. Dit houdt in
dat op grond van de brief van het Ministerie van
OCW d.d. 26 februari 2009, kenmerk AD/104458
en de Regeling OCW d.d. 28 april 2009 met
kenmerk VO/FBI-2009/107875, voor de bepaling
van de voorziening voor toekomstige Bapo
wordt uitgegaan van de systematiek die in de
jaarrekening van 2008 en 2007 werd gehanteerd.
Hieronder een kort overzicht van wat de
consequenties zijn voor het eigen vermogen
van de Stichting bij het volledig toepassen van
de RJ 660 met het wel én niet rekening houden
met toekomstige baten.
Overigens dient opgemerkt te worden dat de
Bapo-vergoeding die door het Ministerie van
OCW aan VO-instellingen worden uitgekeerd
absoluut niet kostendekkend is. De feitelijke
kosten inzake Bapo bedroegen in het
verslagjaar circa € 7,2 miljoen,
Dotatie aan Bapo-voorziening Eigen vermogen na dotatie
in € 1.000 in € 1.000
Wel rekening houdend met toekomstige baten 10.524 50.050
Geen rekening houdend met toekomstige baten 72.783 -/-12.208
111
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
(2008: circa € 6,6 miljoen), hetgeen ruim 70%
hoger is dan de 2% (circa € 4,2 miljoen) die door
het Ministerie wordt aangeduid als zijnde de in
de lumpsumvergoeding opgenomen component
inzake Bapo-kosten.
Ontwikkeling eigen vermogenZoals hierboven bij het onderwerp Bapo-
voorziening is beschreven, kan het eigen
vermogen extreem variëren al naar gelang het
wel of niet toepassen van RJ 660 op dit punt.
Daarnaast is in het verslagjaar het eigen
vermogen van de Stichting aan het begin van
2009 éénmalig met € 2,8 miljoen verhoogd
ten gevolge van een stelselwijziging, waarbij
de aanschaf van boeken voortaan niet meer
rechtstreeks in de exploitatierekening wordt
verwerkt, maar als voorraad op de balans
wordt gezet en naar rato van de verwachte
gebruiksduur ten laste van het resultaat wordt
gebracht.
Doordat tenslotte in 2009 het opgetreden
exploitatieverlies ten laste van het eigen
vermogen is gebracht, bedraagt het
geconsolideerde eigen vermogen van de
Stichting ultimo 2009 € 60,6 miljoen.
Vanuit het risicomanagement/project is
recent bepaald dat de minimale omvang van
het eigen vermogen € 30,0 miljoen dient te
bedragen. Rekening houdend met de begrote
exploitatieresultaten 2010-2013 ad 2,2 miljoen,
betekent dit dat er binnen het eigen vermogen
een bestedingsruimte van circa € 32,8 miljoen
bestaat. Hierbij gaan wij ervan uit dat de Bapo-
verplichtingen in de toekomst als periodekosten
worden behandeld.
Het CvB heeft enkele nog niet uitgewerkte en
nog niet besproken ideeën voor het aanwenden
van deze bestedingsruimte. Ook schoolleiders
zullen hun wensen hebben. Daarnaast heeft de
VO-raad een Investeringsagenda opgesteld voor
de komende jaren. Uitvoering geven aan deze
Investeringsagenda zal leiden tot een duidelijke
verlaging van het eigen vermogen. Het komende
jaar zullen concrete bestedingsplannen worden
opgesteld, die naar verwachting zullen leiden
tot verdere kwaliteitsverbetering van het
onderwijs. Uiteraard zal daarbij een inschatting
moeten worden gemaakt van het effect van
de overheidsbezuinigingen en zal het gevolg
voor de liquiditeitspositie goed in kaart moeten
worden gebracht, alvorens tot feitelijke
besteding kan worden overgegaan.
’09 Jaarverslag
112
Financiële situatie per 31 december 2009De geconsolideerde balans van de Stichting kan als volgt worden samengevat:
De toename van de materiële vaste activa is
het gevolg van bouwkundige investeringen
in een groot aantal gebouwen. Enerzijds is
er sprake van grootschalige renovatie en
bouwkundige aanpassingen ter verlenging
van de onderwijskundige en economische
levensduur; anderzijds is er sprake van
nieuwbouwtrajecten, waarbij door de Stichting
eigen middelen worden toegevoegd aan de
door de gemeenten ter beschikking gestelde
nieuwbouwbudgetten.
De afname van de financiële vaste activa houdt
verband met de verkoop en uitloting van een
aantal beleggingen (totaal € 4,3 miljoen), die ten
dele wordt gecompenseerd met een koersstijging
van de ultimo verslagjaar nog in portefeuille
zijnde beleggingen (totaal € 1,9 miljoen).
De nieuwe post voorraden is het gevolg van
de reeds genoemde stelselwijziging, waarbij
ingaande 2009 de aanschaf van leer- en
werkboeken als voorraad wordt gezien.
113
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Hieruit blijkt dat de liquiditeitspositie
(quick ratio) lager is dan 1,0, hetgeen betekent
dat er sprake is van een relatief beperkte
liquiditeit. Gezien de huidige aard en omvang
van de beleggingen (€ 22,0 miljoen) vormt
dit lage percentage geen bedreiging voor
de continuïteit van de organisatie. Voor een
gedetailleerd inzicht in het verloop van de
liquide middelen wordt verwezen naar het in de
jaarrekening opgenomen kasstroomoverzicht.
De daling van de liquide middelen met
€ 6,9 miljoen wordt grotendeels veroorzaakt
door het hoge investeringsniveau; in het verslag
jaar is € 6,2 miljoen meer geïnvesteerd in
materiële vaste activa dan aan afschrijvingen
is vrijgemaakt.
De liquiditeitspositie kan als volgt worden weergegeven:
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt (in € 1.000):
’09 Jaarverslag
114
Het eigen vermogen kan ultimo 2009 als volgt worden gespecificeerd (in € 1.000):
Gang van zaken gedurende het verslagjaarDe geconsolideerde staat van baten en lasten
over 2009 kan als volgt worden samengevat:
Voor een nadere toelichting op het eigen vermogen wordt verwezen naar de in de jaar rekening
opgenomen toelichting.
115
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Het genormaliseerde geconsolideerde resultaat
komt, rekening houdend met bovengenoemde
bijzondere posten, derhalve uit op € 2.136.000
positief (2008: € 4.881.000 positief), zijnde
circa 0,8% van de totale baten (2008: 1,9%). Dit
positieve resultaat wordt met name veroorzaakt
door het feit dat de OCW-inkomsten hoger
uitkwamen dan was voorzien. Doordat deze
inkomsten ten dele pas laat in het jaar door
het Ministerie van OCW definitief worden
vastgesteld, is Stichting Carmelcollege niet in
staat het uitgavenpatroon hier volledig op aan
te passen, waardoor het hierboven genoemde
positieve exploitatieresultaat op de normale
bedrijfsvoering is ontstaan.
Over 2009 werd een negatief resultaat behaald
van € 4.270.000 (vorig jaar negatief € 666.000),
terwijl een verlies van € 249.000 was begroot.
In het exploitatieresultaat 2009 zijn enkele
omvangrijke bijzondere posten opgenomen,
die niet tot het normale operationele resultaat
kunnen worden gerekend. Door deze posten
buiten beschouwing te laten, ontstaat een
beter beeld van het resultaat voortvloeiend uit
de feitelijke bedrijfsactiviteiten. Onderstaand
is dit genormaliseerde resultaat nader
gespecificeerd (in € 1.000):
’09 Jaarverslag
116
Het verschil tussen begroting 2009 en de uiteindelijke realisatie
kan op hoofdlijnen als volgt worden toegelicht:
117
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Het gerealiseerd exploitatieresultaat kan worden onderverdeeld in drie parten,
te weten (in € 1.000):
resultaat van de onderwijsinstellingen 1.708
bovenschools resultaat -6.538
resultaat geconsolideerde partijen 560
- 4.270
Resultaat van de onderwijsinstellingenHet exploitatieresultaat van de gezamenlijke
onderwijsinstellingen bedroeg in 2009
€ 1.708.000, terwijl een negatief resultaat was
begroot van € 396.000. Deze positieve afwijking
vind met name haar oorsprong in het feit dat de
Carmelinstellingen voor 2009 een voorzichtige
begroting hebben opgesteld.
Als gevolg van de kredietcrisis is bij het
opstellen van de begroting 2009 voorzichtig-
heids halve uitgegaan van een beperkte stijging
van de Rijksbijdragen en een daling van de
overige inkomsten. In de loop van 2009 werd
duidelijk dat de onderwijssector minder hard
werd getroffen door de bezuinigingen dan werd
gevreesd, waardoor de totale baten circa 7,25%
(€ 18,8 miljoen) hoger zijn uitgekomen dan was
begroot. Van deze stijging komt circa 3% voort
uit de verhoging van de van het Ministerie van
OCW ontvangen personele lumpsum.
De hoger dan begrote baten hebben vervolgens
geleid tot een hoger uitgavenpatroon. De
loonkosten van het eigen personeel kwamen
4,9% hoger uit dan begroot (€ 9,9 miljoen);
daarnaast zijn de loonkosten derden circa
€ 2,1 miljoen boven de begroting uitgekomen.
De huisvestingslasten zijn € 2 miljoen hoger
dan begroot; met name de kosten van
onderhoud, schoonmaak en energie hebben
in 2009 een forse stijging gekend. Ook de
overige kosten lagen circa € 3 miljoen boven
de begroting, hetgeen met name veroorzaakt
is door additionele aanschaf van kleine
inventaris en apparatuur (circa € 1 miljoen),
alsmede een bijdrage in de exploitatie -
verliezen van de Scholingsboulevard Enschede
(circa € 1,4 miljoen).
Per saldo kan worden geconcludeerd dat
de Carmelinstellingen ten gevolge van een
voorzichtige exploitatiebegroting in staat zijn
gebleken het moeilijk voorspelbare jaar 2009 af
te sluiten met een positief exploitatieresultaat
ter grootte van € 1,7 miljoen, zijnde 0,6% van
de totale baten.
Bovenschools exploitatieresultaat 2009Carmel instellingen dragen een vooraf overeen-
gekomen deel van de door het Ministerie
van OCW toegekende lumpsumbekostiging
af aan een bovenschoolse fondsenstructuur,
‘Centrale Fondsen en Activiteiten’ genaamd.
De afdrachtpercentages zijn daarbij gebaseerd
op de verwachte kosten van de bovenschools
te dekken kosten en risico’s. De hoogte van de
afdrachtpercentages wordt periodiek bepaald.
’09 Jaarverslag
118
Vanuit de afdrachten door Carmelinstellingen worden bovenschools
de volgende instellings gerelateerde lasten gefinancierd:
Huisvestingsfonds: kosten van technisch buitenonderhoud gebouwen
Sociaal vereveningsfonds: kosten van eigen risicodragerschap WGA-WIA, WAO, ziektevervanging en
wachtgeld (werkloosheid), alsmede collectieve IPAP-verzekering
Egalisatiefonds: kosten voor Bapo, jubileumuitkeringen, ouderschapsverlof,
overlijdensuitkeringen, wervingskosten en personele mobiliteit
ICTfonds: kosten inzake Vocus (leerlingenregistratie- en leerlingenvolgsysteem),
intranet, tokens (beveiliging) en bovenschoolse ict-ontwikkeling
Bestuursfonds: bovenschoolse projecten (waaronder Goed Werkgeverschap en Personeels
Registratie Systeem) en innovatietrajecten
Solidariteitskosten: instellingsgerelateerde kosten, welke onder specifieke voorwaarden
bovenschools worden gedragen
Vanuit de afdrachtpercentages worden daarnaast de volgende
stichtinggerelateerde kosten betaald:
Bestuurskosten: Raad van Toezicht, Convent van Schoolleiders, College van Bestuur,
Controller en GMR
Bestuursbureau: Financiële administratie, Personeels- en Salarisadministratie, Planning
& Control, Huisvesting, PR en Communicatie, ICT, Bestuurssecretariaat,
alsmede Advies en Support
Onroerende zaken: kosten van bovenschools onroerend goed
De koersresultaten van de gezamenlijke beleggingsportefeuille van de Carmelinstellingen en
de ‘Centrale fondsen en activiteiten’ worden eveneens verantwoord in het bovenschoolse
exploitatieresultaat.
119
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
In onderstaand overzicht wordt de financiële uitwerking in 2009 van de bovenschoolse
exploitatierekening nader gespecificeerd.
Het negatieve resultaat van het Huisvestings fonds
wordt veroorzaakt door een extra dotatie aan
de voorziening buitenonderhoud ad € 7.968.000,
die grotendeels het gevolg is van het feit dat de
renovatie van een aantal onderwijsgebouwen
duurder is uitgevallen dan gepland dan wel
eerder plaatsvindt dan was gepland.
Het positieve exploitatieresultaat van het
Vereveningsfonds Sociale Zekerheid toont
aan dat, ten opzichte van de oorspronkelijke
externe kosten bij herverzekering, het eigen
risicodragerschap leidt tot een aanzien-
lijke kostenbesparing. De kosten van ziekte-
vervanging en werkloosheid ontwikkelen zich
daarbij gunstiger dan was begroot, terwijl de
kosten van WGA in 2009, ten gevolge van een
verhoogde instroom, hoger lagen dan begroot.
Het negatieve exploitatieresultaat van het
Egalisatiefonds wordt grotendeels veroorzaakt
door een toenemend gebruik van medewerkers
van lopende Bapo-rechten; de inzet van de
in het verleden opgebouwde rechten wegens
spaar-bapo bleef in het verslagjaar echter
achter bij de begroting.
’09 Jaarverslag
120
Het exploitatietekort in het ICT-fonds houdt,
evenals in 2008, verband met de versnelde
afschrijving van het leerling-registratiepakket
‘Vocus’; hiertoe is in het voorjaar van 2009
besloten in verband met de toen aangekondigde
samenwerking tussen de producent van het
pakket (Topicus) met het softwarebedrijf
Simac.
De positieve exploitatie-uitkomst van het
bestuursfonds houdt verband met het feit
dat de kosten van de projecten ‘Goed
Werkgeverschap’, ‘Management Development’
en ‘Employee Benefits’ in het verslagjaar lager
lagen dan begroot. Voor het project ‘Goed
Werkgeverschap’ is daarbij sprake van een
langere opstartfase van het project; de overige
projecten bleken te ruim begroot.
De solidariteitskosten kwamen lager uit dan
begroot, doordat er slechts beperkt gebruik is
gemaakt van de post ‘onvoorzien’ en doordat
bij één van de Carmelinstellingen het geplande
revitaliseringstraject een langere doorlooptijd
kent dan was gepland, waardoor de kosten
deels in 2010 zullen vallen.
De hogere kosten van het Bestuur houden
verband met hogere externe advieskosten,
almede deelname aan niet-begrote projecten,
waaronder het Solar-Challenge project.
De exploitatie van de onroerende zaken komt
voort uit de aankoop in 2009 van het klooster
van de Orde der Karmelieten; dit klooster zal
worden ingezet ten behoeve van de huisvesting
van één van de Carmelinstellingen.
De koersresultaten van de beleggingen vinden
hun oorsprong in de toegenomen beurswaarde
van de aangehouden beleggingsportefeuille,
die niet was begroot vanwege de onvoorspel-
baarheid van het koersverloop.
BestuurskostenInstellingen droegen 0,3 % van hun personele
lumpsumvergoeding en 1,2 % van hun
materiële lumpsumvergoeding af aan het
bestuursapparaat. Vanuit deze afdracht werden
de salarissen van de twee leden van het
College van Bestuur betaald, maar ook onder
andere de kosten van de Raad van Toezicht, de
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad,
het Convent van Schoolleiders en de controller.
De bijdragen aan de bestuurskosten en de
overige inkomsten bedroegen in 2009 totaal
€ 926.000; de totale lasten bedroegen €
1.135.000. Dit leidde tot een exploitatietekort
van € 209.000, terwijl een tekort van € 76.000
was begroot. De overschrijding van de begroting
houdt verband met een aantal incidentele
uitgaven, waarvoor niet was begroot.
De salariskosten, inclusief werkgeverslasten
voor de leden van het huidige College van
Bestuur bedroegen in 2009: € 150.000 voor de
voorzitter en € 137.000 voor het lid.
121
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Bestuursbureau
AlgemeenHet bestuursbureau in Hengelo is het centrale
dienstverlenende orgaan van Stichting
Carmelcollege. Het ressorteert rechtstreeks
onder de verantwoordelijkheid van het
College van Bestuur, dat overigens in het
bestuursbureau zetelt. In het bestuursbureau
werken in totaal ca. 65 mensen.
ManagementteamHet bestuursbureau, ‘het bureau’ in de
Carmelvolksmond, wordt als resultaat-
verantwoordelijke eenheid geleid door een
managementteam van twee personen, een
lid en een voorzitter. Aan de hand van een
meerjarenbegroting, uitgewerkt naar inhoud
van dienstverlening in samenhang met formatie
en financiën, legt het managementteam
periodiek in managementgesprekken verant-
woording af aan het College van Bestuur.
Instandhouding via afdrachtHet bureau wordt in stand gehouden door de
scholen. Zij dragen vanuit hun normatieve
lumpsumvergoeding 4 % van hun materiële
vergoeding en 1,8 % (met ingang van het
begrotingsjaar 2011 te verlagen tot 1,7%) van
hun personele vergoeding ten behoeve van
het bureau af. De uiteindelijke vergoeding
geldt voor het bureau als lumpsum. De
vergoeding is bedoeld om het geheel van
interne bedrijfsvoering en de dienstverlening
te financieren. Voor het bureau gelden de
beleidskaders rond begroten, realiseren en
verantwoorden zoals ze ook voor de instellingen
van de Stichting zijn vastgesteld. De geldsomzet
waarover (de voorzitter van) het MT uiteindelijk
de resultaatverantwoordelijke is bedraagt
€ 5.008.000; de totale kosten bedroegen in het
verslagjaar € 4.910.000. De begroting van het
bestuursbureau maakt deel uit van die van de
Stichting, zoals ook zijn jaarlijkse afrekening.
Sturing op realisatie van vastgesteld en
goedgekeurd beleid vindt (onder meer) plaats
aan de hand van budgetbewakingsoverzichten
en managementrapportages.
OrganisatieDe organisatie van het bureau valt uiteen in
twee hoofddomeinen: Service & Beheer en
Advies & Support en een aantal – zo we noemen
- stafeenheden.
Service en Beheer
Het domein Service & Beheer, waar tweederde
van de bureauformatie terug te vinden is, richt
zich op het geheel aan beheer en administratie.
Hieronder wordt de maandelijkse verwerking
van salarissen én het digitaal verwerken van
de integrale factuurstroom voor alle scholen
van de Stichting. Daarnaast richt Service &
Beheer zich vooral op de voorbereiding op de
financiële jaarverslaglegging, de verwerking en
toepassing van regelgeving op het brede terrein
van personeelsbeheer en sociale zekerheid én
de ondersteuning van scholen (schoolleiders,
medewerkers) over het gehele werkgebied.
Elke instelling heeft in Service & Beheer vaste
en direct toegankelijke accountmedewerkers.
Vanuit Service & Beheer wordt verder een
terreinendienst in stand gehouden.
’09 Jaarverslag
122
Advies en Support
In het domein Advies en Support opereren
beleidsadviseurs. Zij adviseren het College van
Bestuur en de scholen van de Stichting op voor
hen relevante beleidszaken, maar in ieder geval
op gebied van P&O/HRM, Onderwijsorganisatie,
Juridische zaken (inclusief griffie
klachtenregelingen) en Bestuur en Management.
De advisering naar de scholen is tweedelijns,
hetgeen wil zeggen dat ze complementair moet
zijn aan de behoeften en eigen redzaamheid
van de scholen.
Bureauleiding
De domeinen Service en Beheer en Advies en
Support worden elk geleid door een teamleider.
Met het managementteam vormen deze
het managementoverleg. Dit overleg komt
tweewekelijks bijeen. Één keer in formele
vergadersetting, bedoeld ter voorbereiding
van Collegevergaderingen en daaraan
verwant overleg en ter afdoening van interne
beslissingen. De andere keer om in meer
informele setting onderwerpen van allerlei aard
met wat meer diepgang te kunnen bespreken.
Stafeenheden
Rechtstreeks onder het managementteam
ressorteren vijf kleinere (in de wandelgang
zogeheten) ‘stafafdelingen’: ICT, Concern-
communicatie, Planning en Control, Huisvesting
en Bestuurssecretariaat. Vanuit deze staf-
afdelingen worden het College van Bestuur en
de scholen bediend met meer specialistische
advisering op de relevante deelterreinen. Het
bestuurssecretariaat neemt in dat opzicht een
bijzondere positie in: deze afdeling verzorgt
het geheel aan ambtelijk secretariaat voor het
College en de verwante bestuursorganen onder
directe aansturing van de voorzitter MT.
DienstverleningDe dienstverlening van het bestuursbureau
ondersteunt de collectieve ambitie van de
Stichting, zoals deze door het College van
Bestuur in samenspraak met het Convent
van Schoolleiders en de Gemeenschappelijke
Medezeggenschapsraad is vastgesteld. Ze
brengt ze ten uitvoer en draagt bij aan het
afleggen van verantwoording daarover (intern
en extern). Binnen financiële kaders geeft
het bestuursbureau vorm aan eigen R&D en
productontwikkeling, overigens veelal in
nauwe samenspraak met c.q. op verzoek
van de scholen (verenigd in het Convent
van Schoolleiders) en/of het College van
Bestuur zelf. Actuele voorbeelden daarvan
zijn de inrichting van het beleidsterrein
Huisvesting in een ‘stafafdeling’ (gericht
op onderhoudsplanning, gebouwenplanning
en beleidsontwikkeling), digitale
factuurverwerking, werving en selectie,
loopbaanbeleid voor docenten (op basis van
het Convenant Leerkracht), aanbesteding van
leermiddelen, arbo en accountancy.
123
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie-Don)
De Commissie signaleert een aantal
mogelijkheden voor verbetering:
Versterking financieel beleid:1. Meerjarige begrotingen (maatwerk)
2. Risico-analyses en hierop afgestemde
financiële buffer (maatwerk)
3. Risicobuffer 5% (grote VO-instellingen)
voldoende
4. Betere benutting vreemd vermogen
5. Meer financiële deskundigheid bij
instellingen
6. Collectief dragen van risico’s
Met uitzondering van punt 3 –een risicobuffer
van 5% (grote VO-instellingen) is voldoende- en
met punt 6 –collectief dragen van risico’s-
zijn wij het eens met de commissie om het
financiële beleid binnen de VO-sector in het
algemeen te versterken.
De Stichting werkt al jaren met
meerjarenbegrotingen en voert een actief
risicomanagement. De noodzaak tot meer
financiële deskundigheid onderstrepen wij
van harte en praktiseren wij. De financiële
deskundigheid is de laatste jaren zowel op
instellingsniveau, als op het niveau van de
Stichting toegenomen.
Ook met punt 4, een betere benutting van
vreemd vermogen, zijn wij het eens. De
visie van banken is echter bepalend. Zo
zullen banken de zienswijze van Don, dat de
voorzieningen tot het eigen vermogen worden
gerekend, niet delen. Het wel of niet tot het
eigen vermogen rekenen van voorzieningen is
van grote invloed op de solvabiliteitsratio’s.
Zoals bekend zijn deze voor banken belangrijk
bij hun risicoinschatting en is vaak de
opslagfactor op de rente afhankelijk van deze
ratio.
Wij vinden een risicobuffer van 5% te laag en
verwijzen naar de paragraaf risicomanagement
in dit jaarverslag. Het is vreemd te moeten
constateren dat de commissie stelt dat alle
VO-scholen eenzelfde risicoprofiel hebben. Hoe
anders is de standaard van 5% te verklaren.
Niets is minder waar. In het collectief dragen
van risico’s buiten de Stichting zien wij niets.
Uiteraard dragen we als Stichting gezamenlijk
de risico’s van onze instellingen. Om als VO-
sector bijvoorbeeld gezamenlijk de risico’s
te dragen, kan onbedoeld uitnodigen tot
ongewenst gedrag van individuele besturen.
Versterking van het beoordelingsinstrumentarium:De commissie introduceert de kapitalisatie-
factor als kengetal en stelt voor het kengetal
weerstandsvermogen niet meer te gebruiken.
Wij zijn van mening dat alle kengetallen die
nuttig kunnen zijn bij het voeren van het
financiële beleid gebruikt mogen en kunnen
worden. Bij de waarde van elk kengetal kunnen
kritische opmerkingen worden geplaatst. Een
te rigide sturen op de kapitalisatiefactor is niet
goed. Dit kengetal zegt ook niet zo veel en
moet tenminste verder ontwikkeld worden. Bij
het beoordelen van het kengetal rentabiliteit
met de grenswaardes 0% en 5% moet naar
’09 Jaarverslag
124
onze mening niet alleen en/of te star gekeken
worden naar het verslagjaar, maar dient de blik
gericht te zijn op de meerjarige rentabiliteit.
Bij de beoordeling van solvabiliteitsratio’s
is rekening te houden met het wel of niet
aanwezig zijn van eigen gebouwen.
Aanbevelingen inzake toezicht:De commissie ziet hier een taak voor de
Inspectie, die toezicht moet houden op de
doelmatigheid van het financiële beleid.
Het CvB deelt deze opvatting niet. Het is de
verantwoordelijkheid van het bestuur van de
school. Interne toezichthouders moeten in staat
zijn om zich een oordeel te vormen over dit
aspect en zo nodig maatregelen te nemen ten
aanzien van de bestuurders.
Aanbevelingen inzake het beleid van OCW:De commissie bepleit een aantal maatregelen,
zoals het wegnemen van belemmeringen om
vreemd vermogen aan te trekken, vroegtijdig
en helder zijn over de Rijksbijdrage, minder
beperkingen op de besteding van de middelen
en doordecentralisatie. Het CvB is het van harte
eens met deze aanbevelingen.
125
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Toekomstige ontwikkelingenEen nieuw of bijgesteld strategisch planHet afgelopen jaar zijn er met enige regelmaat
discussies gevoerd over de wenselijkheid
en noodzakelijkheid van aanscherping en
actualisering van onze strategische beleidsnota,
Koers 2013, en een gewenste nadere profilering
van onze Stichting. Die discussie vindt zijn
legitimatie in de afspraak die we in Koers
2013 zelf hebben gemaakt. In 2010 zullen we
die Koers, het richtinggevende strategische
document op stichtingsniveau, gaan bijstellen
en actualiseren. Omdat tijden, accenten en
inzichten veranderen. Maar bijstelling en
actualisering is ook gewenst, zo constateert
het CvB, omdat we als Stichting zelf ook
veranderen. Gesprekken tussen CvB en in eerste
instantie de eindverantwoordelijk schoolleiders
hebben in positieve zin vaak een andere inhoud
en toon dan een paar jaar geleden. We zijn ook
zelf toe aan een vervolgstap. Koers 2013 is nog
steeds een mooi en waardevol document, maar
het is in een aantal opzichten ook wel een erg
voorzichtig document.
Koers 2013 geeft vooral richting aan, stelt
thema’s centraal, inspireert op basis van een
gedeelde analyse en wil bijdragen aan de
verbetering van het onderwijs, onze kerntaak.
Er staan in Koers 2013 mooie passages over
leren in een veranderende wereld, in een
internationale context, vol ict en technologie,
kortom we zijn het er over eens dat we opleiden
voor de wereld van 2050, zonder dat we precies
weten hoe die er uit zal zien, en niet langer voor
de wereld van 1950. Daar hebben we best wel
beelden bij, maar het blijft nog wat vaag.
We spreken over hoogwaardig en betekenis-
vol onderwijs en de leerling als de maat
der dingen. De naam Carmel als garantie
voor kwaliteit van onderwijs en zorg.
Carmel als garantie voor scholen die boven-
gemiddeld scoren. Immers, bij ons zijn de
randvoorwaarden gemiddeld zodanig, dat we
het beter zouden moeten kunnen doen dan heel
veel andere scholen. Noblesse oblige!
Het zijn mooie woorden, maar te weinig
expliciet geformuleerd in termen van
doelstellingen en te bereiken prestaties. We
hebben op het terrein van onderwijs weinig,
(te) weinig geëxpliciteerde gemeenschappelijke
opvattingen op het niveau van de Stichting.
Begrijpelijk in het licht van de historie van
Carmel -onderwijs is van de scholen en niet
van de Stichting of het CvB- maar tijden
veranderen. Het is wenselijk een stap te
zetten naar een strategisch document dat
meer houvast biedt om te sturen en te meten,
centraal maar ook en vooral onderling. De
focus kan, mag en moet scherper, niet in de
laatste plaats rond de opbrengsten van het
primaire proces. Natuurlijk is onderwijs meer
dan rekenen en taal. Als Carmel hebben we de
neiging het vooral over de kwaliteit met een
grote K te hebben, de zorg, betrokkenheid,
aandacht voor iedere mens en heel de mens.
Dat is heel goed en dat moeten we vooral
blijven doen. Het raakt aan onze kernwaarden.
Jaarverslag’09
126
Maar anno 2010 gaat het ook om hele andere
basale zaken als gemiddelde eindexamencijfers,
verschil SO-CE en rendementen. De uitdaging
zit hem vooral in het vinden van de juiste
balans tussen een scherpere focus op primaire
opbrengsten enerzijds en zorg en kansen geven
aan de andere kant. Een balans tussen ruimte
geven binnen kaders en grenzen stellen. Zonder
grenzen is ruimte vooral leegte.
Talentoptimalisatie, professionalisering,
scholing en verantwoording zijn thema’s die
in de komende jaren nadrukkelijker aandacht
vragen en krijgen. Op basis van te formuleren
gemeenschappelijke opvattingen en concrete
doelstellingen, prestaties en budgetten. Ook
op het niveau van de Stichting. “Als succes
niet wordt gedefinieerd, kunnen we niet
goed sturen op passend gedrag en wordt
aansturing richtingloos” (Rob Vinke, HRM voor
de toekomst). We hebben voor onze Koers
scherpere doelstellingen nodig om in de goede
richting in beweging te komen.
Investeringsagenda VO-raadDe door de VO-raad in maart 2010 gepresen-
teerde Investeringsagenda 2011 – 2015, Ruimte
voor ieders talent, zal in 2010 op de agenda
van het CvB en de overlegvergadering komen.
Deze Investeringsagenda is het antwoord van
de VO-raad op de vraag hoe Nederland haar
beschikbare talenten nog beter kan benutten.
Ook bij de ontwikkeling van een nieuw
strategisch plan zal deze Investeringsagenda
een bijdrage kunnen en moeten leveren.
Evaluatie besturingsfilosofieDe besturingsfilosofie Resultaat Verant woorde-
lijk Management, die 2001 werd ingevoerd, zal
in 2010 worden geëvalueerd. Deze besturings-
filosofie stelt iedereen in de organisatie
verantwoordelijk en geeft verantwoordelijkheid
voor het behalen van vooraf gestelde doelen.
Deze filosofie sluit goed aan bij het werken met
professionals en hun verantwoordelijkheden.
Het mag er echter niet toe leiden, dat het leidt
tot territoriumafbakening.
PersoneelsinformatiesysteemIn 2010 zal de Stichting overgaan tot de
Europese aanbesteding van een personeels-
informatiesysteem.
Management controlDe vorig jaar al aangekondigde stappen
om te komen tot een volwaardig systeem
van management control zullen in 2010
worden voortgezet. De noodzaak hiertoe is
meer dan duidelijk als we kijken naar onze
onderwijsprestaties. Het systeem moet zowel
onze professionals als hun leidinggevenden
ten dienste staan om die onderwijsprestaties
te leveren, die van onze Stichting verwacht
worden.
127
Stichting Carmelcollege - Bestuursverslag
Begroting 2010
Tot slotWij spreken onze dank uit aan iedereen, die in
welke hoedanigheid dan ook betrokken is bij
Stichting Carmelcollege: de leerling, de ouder,
het lid van de medezeggenschapsraad, de
medewerker en de directeur. Kortom iedereen
hartelijk dank voor zijn of haar bijdrage aan de
prestaties van de Stichting in 2009. Wij rekenen
erop, dat wij in 2010 met uw steun en inzet in
staat zullen zijn de kwaliteit van ons onderwijs
weer een stap in de goede richting te brengen.
Dat zijn wij aan elkaar verplicht!
Hengelo, 19 mei 2010
Het College van Bestuur,
Mr. drs. R.W.J. Rijk (voorzitter)
A.G.M. Thomassen RA
’09 Jaarverslag
128
Stichting Carmelcollege
129
Jaarrekening 2009
’09 Jaarverslag
130
Algemeen
De jaarrekening wordt opgesteld op basis van
de grondslagen zoals opgenomen in boek 2, titel
9 van het Burgerlijk Wetboek en de adviezen
van de Raad voor de Jaarverslaggeving, zoals
vastgelegd in de Richtlijn Jaarverslaggeving
onderwijsinstellingen (RJ 660), met
uitzondering van de bepaling van de
voorziening voor Bapo-verplichtingen. Op grond
van de brief van het Ministerie van OCW d.d.
26 februari 2009, kenmerk AD/104458 en de
Regeling OCW d.d. 28 april 2009 met kenmerk
VO/FBI-2009/107875, is voor de bepaling van de
voorziening voor toekomstige Bapo uitgegaan
van de systematiek die in de jaarrekening van
2007 werd gehanteerd. In dit kader verwijzen
wij tevens naar hetgeen is vermeld bij de niet uit
de balans blijkende rechten en verplichtingen.
De jaarrekening is met ingang van 2009
opgesteld in duizenden euro’s, wat steeds
is aangegeven in de kop van de betreffende
tabellen. Tengevolge hiervan kunnen in
de specificaties die in de jaarrekening
zijn opgenomen en in de bijlagen
afrondingsverschillen optreden. Dit leidt
ertoe dat tellingen in deze specificaties en
bijlagen mogelijk geringe verschillen zullen
vertonen. In diverse tekstuele toelichtingen
en in enkele tabellen worden nog bedragen in
Euro’s vermeld, wat steeds zichtbaar is door
gebruikmaking van het €-teken.
De grondslagen die worden toegepast voor de
waardering van activa en passiva en de resultaat-
bepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
De opstelling van de jaarrekening vereist dat
het management oordelen vormt en schattingen
en veronderstellingen maakt die van invloed
zijn op de toepassing van grondslagen en
de gerapporteerde waarde van activa en
verplichtingen, en van baten en lasten. De
daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken
van deze schattingen. De schattingen en
onderliggende veronderstellingen worden
voortdurend beoordeeld. Herzieningen van
schattingen worden opgenomen in de periode
waarin de schatting wordt herzien en in
toekomstige perioden waarvoor de herziening
gevolgen heeft.
Consolidatie
De geconsolideerde jaarrekening omvat
de financiële gegevens van de organisatie
en haar groepsmaatschappijen en andere
rechtspersonen waarop overheersende
zeggenschap kan worden uitgeoefend
danwel waarover de centrale leiding bestaat.
Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen
waarin de organisatie een meerderheidsbelang
heeft, of waarin op een andere wijze een
beleidsbepalende invloed kan worden
uitgeoefend.
Grondslagen voor de jaarrekening
131
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
In de geconsolideerde jaarrekening zijn de
onderlinge schulden, vorderingen en transacties
geëlimineerd, evenals de binnen de groep
gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen
zijn integraal geconsolideerd, waarbij het
minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot
uitdrukking is gebracht.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn,
naast de financiële gegevens van Stichting
Carmelcollege, tevens de financiële gegevens
van de verbonden partijen Stichting tot Steun
aan het Voortgezet Onderwijs en Stichting
Huisvesting Internationaal Onderwijs Noord
Nederland opgenomen.
Nadere gegevens over deze verbonden partijen
staan vermeld in het hoofdstuk ‘Toelichting op de
onderscheiden posten van de enkelvoudige balans
en de enkelvoudige staat van baten en lasten’.
Stelselwijziging
In verband met het feit dat ingaande 2009 de
leermiddelen niet meer aan ouders in rekening
mogen worden gebracht, worden door Stichting
Carmelcollege met ingang van 1 januari 2009 de
boeken op de balans geactiveerd en naar rato
van de verwachte levensduur ten laste van de
staat van baten en lasten gebracht. In het kader
van een goede matching van baten en lasten
is daarbij de benaderde beginvoorraad op 1
januari 2009 ad € 2.771.000 ten gunste van het
eigen vermogen geactiveerd. In het verslagjaar
2009 is voor een totaalbedrag van € 3.013.000
aan boeken aangeschaft; in het oude stelsel
zouden deze uitgaven volledig ten laste van de
exploitatierekening zijn gebracht. Gegeven de
stelselwijziging heeft in 2009 ten laste van de
exploitatie een afschrijving van € 1.156.000 op
de benaderde beginvoorraad plaatsgevonden,
alsmede een afschrijving van € 1.603.000 op de
in 2009 aangeschafte boeken.
Deze stelselwijziging is, conform hetgeen
gesteld in RJ 140.211, per 1 januari 2009 op
prospectieve wijze ingevoerd. Over 2008 en
voorgaande jaren is geen voorraadadministratie
bijgehouden, waardoor het resultaatseffect van
2008 redelijkerwijs niet kan worden berekend.
Waardering van activa en passiva
De activa en de passiva worden opgenomen tegen
nominale waarde, tenzij anders is vermeld.
Immateriële vaste activaDe immateriële vaste activa worden gewaar-
deerd tegen aanschafwaarde verminderd
met afschrijvingen, bepaald op basis van de
verwachte economische levensduur.
Materiële vaste activaDe materiële vaste activa worden gewaardeerd
tegen aanschafwaarde verminderd met
afschrijvingen, bepaald op basis van de
verwachte economische levensduur. Indien
de investering gefinancierd is met door de
gemeenten gegarandeerde leningen, vindt
afschrijving plaats op basis van de annuïteit die
overeenkomt met de duur van de aangetrokken
leningen. De afschrijvingen vinden dan plaats
’09 Jaarverslag
132
in hetzelfde tempo als de aflossingen op de
aangetrokken leningen.
De investeringen in schoolgebouwen, nood-
lokalen e.d. worden op de balans opgenomen
voor zover deze uit eigen middelen zijn
gerealiseerd en het economisch claimrecht bij
het bevoegd gezag ligt. Op deze gebouwen
wordt lineair afgeschreven.
De investeringsgrens voor inventaris en appara-
tuur bedraagt € 2.500. Items met een lagere
aanschafwaarde worden rechtstreeks als last in
de staat van baten en lasten verantwoord.
Financiële vaste activaDe onder de financiële vaste activa
opgenomen effecten zijn beleggingen op lange
termijn. Deze worden gewaardeerd tegen
de aankoopwaarde of lagere beurswaarde.
De eventuele afwaardering naar lagere
beurswaarde geschiedt daarbij op totaalniveau.
De aard van de beleggingen en de daarmee
verbonden risico’s zijn in overeenstemming met
het treasurystatuut dat voldoet aan de ter zake
geldende voorschriften van het Ministerie van
OCW.
De langlopende leningen worden opgenomen
tegen nominale waarde onder aftrek van
noodzakelijk geachte waardeverminderingen.
VoorradenDe voorraden leermiddelen worden
gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De
verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en
bijkomende kosten, zoals invoerrechten,
transportkosten en andere kosten die direct
kunnen worden toegerekend aan de verwerving
van voorraden. Bij de waardering van de
voorraden wordt rekening gehouden met
de eventueel op balansdatum opgetreden
waardeverminderingen.
VorderingenIndien noodzakelijk wordt op de vorderingen
een voorziening voor oninbaarheid in mindering
gebracht.
De vordering op het Ministerie van OCW
inzake de op balansdatum nog te ontvangen
bekostiging voor overlopende ABP-premie,
loonheffing en vakantietoeslag is op nihil
gewaardeerd.
Eigen vermogenOnder het eigen vermogen worden de
algemene reserves, de bestemmingsreserves
en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De
algemene reserve bestaat uit de reserves die
ter vrije beschikking staan van het Bestuur.
Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid
door de organisatie is aangebracht, dan is
het aldus afgezonderde deel van het eigen
vermogen aangeduid als bestemmingsreserve.
Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid
door derden is aangebracht, dan wordt dit deel
aangemerkt als bestemmingsfonds.
Voorts is binnen het eigen vermogen een
onderscheid gemaakt naar publieke en private
middelen.
133
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
VoorzieningenOnder de voorzieningen worden de personele
voorzieningen en de overige voorzieningen
gepresenteerd. Tenzij anders aangegeven
worden de voorzieningen opgenomen tegen
de nominale waarde. Toevoegingen aan
voorzieningen vinden plaats ten laste van
de staat van baten en lasten. Uitgaven
vinden rechtstreeks plaats ten laste van de
voorzieningen.
Een voorziening in verband met verplichtingen
als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin
BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de
balansdatum aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in
rechte afdwingbaar of feitelijk);
b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling
van die verplichting een uitstroom van
middelen noodzakelijk is; en
c. er kan een betrouwbare schatting worden
gemaakt van de omvang van de verplichting.
Onderhoudsvoorzieningen
Uitzondering op voorgaande voorwaarden
betreft de egalisatievoorziening voor groot
onderhoud. De toevoegingen aan deze
voorziening zijn bepaald op basis van het
geschatte bedrag van het groot onderhoud
en de periode die telkens tussen de
werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt,
gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan
inzake planmatig binnen- en buitenonderhoud.
Voorziening Bapo
Deze voorziening is gevormd voor toekomstige
verplichtingen uit hoofde van spaar-Bapo
(bevordering arbeidsparticipatie ouderen).
De op balansdatum berekende voorziening
betreft 65% van de maximale kosten van de
per deze datum opgebouwde rechten. Dit
percentage is gebaseerd op het feitelijke
gebruik van de regeling. Gegeven het feit dat in
de komende jaren (als onderdeel van de door
OCW jaarlijks betaalbaar gestelde personele
lumpsumbedragen) een vergoeding voor de
Bapo-kosten wordt ontvangen, wordt voor de
ná balansdatum op te bouwen Bapo-rechten
geen voorziening gevormd; deze kosten worden
verantwoord in het jaar van opname.
Voorziening jubilea
Voor de verplichtingen uit hoofde van
ambtsjubilea en bestuursjubilea is een
voorziening gevormd, waarbij rekening is
gehouden met de kans op voortijdig vertrek.
De voorziening is berekend op basis van de
nominale waarde, vanuit de veronderstelling
dat een eventuele verlaging bij berekening
op basis van de contante waarde wordt
gecompenseerd door het effect van
toekomstige salarisstijgingen.
Voorzieningen WGA, wachtgeld en WAO
In het kader van het eigenrisicodragerschap van
Stichting Carmelcollege zijn per balansdatum
voorzieningen getroffen voor de feitelijk
bestaande uitkeringsverplichtingen aan
medewerkers van de Stichting inzake WGA,
wachtgeld en WAO.
’09 Jaarverslag
134
Langlopende schuldenSchulden met een resterende looptijd van meer
dan één jaar worden aangeduid als langlopend.
Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt
onder de kortlopende schulden opgenomen.
Schulden worden gewaardeerd tegen de reële
waarde.
Kortlopende schuldenSchulden met een op balansdatum resterende
looptijd van ten hoogste één jaar worden
aangeduid als kortlopend. Schulden worden
niet gesaldeerd met activa. Schulden worden
gewaardeerd tegen de reële waarde.
Overlopende passiva betreffen
vooruitontvangen bedragen (waaronder
geoormerkte bijdragen) en nog te betalen
bedragen terzake van lasten die aan een
verstreken periode zijn toegekend. Van
bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar
zijn gesteld, wordt het nog niet bestede
gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval
ten gunste van de staat van baten en lasten
geschiedt naar rato van de besteding.
De onder de kortlopende schulden opgenomen
post vooruit ontvangen investeringssubsidies
wordt gevormd uit specifieke subsidies,
tot het bedrag van de met deze middelen
bekostigde materiële vaste activa. Gelijktijdig
met de afschrijving op deze activa wordt
een evenredig deel van de vooruit ontvangen
investeringssubsidies ten gunste van de staat
van baten en lasten gebracht.
Bepaling van het exploitatiesaldo
De baten en lasten worden toegerekend aan
het boekjaar waarop ze betrekking hebben.
Verliezen worden genomen op het moment dat
deze voorzienbaar zijn.
Pensioenkosten
De pensioenregeling van de Stichting Bedrijfs-
pensioenfonds ABP is een zogenoemde
toegezegde pensioenregeling. Stichting
Carmelcollege betaalt een jaarlijks vast te
stellen premie aan het fonds en er bestaat
geen verplichting tot het betalen van
aanvullende bijdragen indien er sprake is
van een tekort bij het fonds anders dan een
hogere toekomstige premie. Het actuariële
risico, inclusief het beleggersrisico, ligt niet
bij Stichting Carmelcollege. De indexatie van
pensioenen is, zowel formeel als feitelijk,
voorwaardelijk en is afhankelijk van of er
voldoende middelen in het pensioenfonds zijn.
Stichting Carmelcollege is niet verplicht bij
te betalen voor indexatie van de uitkeringen.
Indien een overschot of tekort in het fonds van
invloed is op de toekomstige door Stichting
Carmelcollege te betalen premies, informeert
het ABP Stichting Carmelcollege door middel
van kwartaalberichten, het jaarverslag en
de jaarlijkse bekendmaking van premies en
franchises. De mogelijke gevolgen voor Stichting
Carmelcollege zijn niet anders dan een
verlaging of een verhoging van toekomstig te
betalen premies. De feitelijke premieverhoging
of -verlaging voor Stichting Carmelcollege kan
135
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
ook beïnvloed worden door een wijziging in
de pensioenbijdrage die bij de werknemer
geïnd wordt. Gezien het bovenstaande is deze
pensioenregeling in de jaarrekening verwerkt
als een toegezegde bijdrageregeling.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de
indirecte methode.
’09 Jaarverslag
136
Geconsolideerde balans
(na resultaatbestemming)
137
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Geconsolideerde staat van baten en lasten
’09 Jaarverslag
138
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
139
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
De immateriële vaste activa hebben betrekking op bijdragen aan verbonden partijen in de bouw kosten van een tweetal
onderwijsgebouwen, die door Stichting Carmelcollege zijn betaald, waarvan het juridisch en economisch eigendom
niet bij het bevoegd gezag ligt. Gegeven het feit dat de Stichting, als tegenprestatie voor deze bijdragen, een langjarig
gebruiksrecht voor deze gebouwen heeft, zijn deze bijdragen verantwoord onder de immateriële vaste activa.
De onderstaande afschrijvingstermijnen worden gehanteerd:
Rechten en vergunningen 10-20 jaar
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans
Immateriële vaste activa
’09 Jaarverslag
140
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa van de geconsolideerde partijen betreffen de gebouwen van het
Bestuursbureau en de Terreinendienst, een aantal van het Ministerie van OCW overgenomen
sportvelden, alsmede het gebouw en het terrein van de International School van het Maartenscollege
te Haren. De boekwaarde ultimo 2009 betreft € 340.000 gebouwen en € 992.000 terreinen (ultimo
2008: € 371.000 gebouwen en € 992.000 terreinen).
141
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
De onderstaande afschrijvingstermijnen worden gehanteerd:
Gebouwen 30-40 jaar
Terreinvoorzieningen 10 jaar
Audiovisuele apparatuur 10-15 jaar
Computerapparatuur 3-5 jaar
Gereedschap, machines en leermiddelen 5-20 jaar
Meubilair 10-40 jaar
De WOZ-waarde is hoger dan de boekwaarde omdat:
- deze waarde is gebaseerd op door gemeenten vastgestelde actuele waarde (geen rekening
houdend met afschrijvingen);
- deze waarde tevens betrekking heeft op gebouwdelen die niet zijn geactiveerd, omdat het
economisch claimrecht van deze gebouwdelen bij de gemeenten ligt.
De totale verzekerde waarde van de gebouwen is bij de Stichting niet in detail bekend, gegeven het
feit dat het economische eigendom van vrijwel alle gebouwen in handen is van diverse gemeenten.
’09 Jaarverslag
142
Financiële vaste activa
De in 2008 verstrekte langlopende lening betreft een renteloze lening aan de Scholingsboulevard
Enschede wegens inrichting van de onderwijspanden. Voor deze lening zijn nog geen definitieve
aflossingstermijnen overeengekomen.
143
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Voorraden
Met ingang van 1 januari 2009 heeft een stelselwijziging plaatsgevonden door leerboeken op
te nemen onder de activa en deze af te schrijven in het aantal jaren dat de instelling aangeeft
als gebruiksduur (0–6 jaar). De voorraad per 31 december 2009 betreft de boekwaarde van de
leerboeken die tot en met 2009 zijn aangeschaft. De waarde van de voorraden met een levensduur
langer dan 1 jaar bedraagt ultimo 2009 € 1.545.000.
’09 Jaarverslag
144
Vorderingen
De vorderingen hebben allen een verwachte looptijd korter dan 1 jaar.
Ministerie OCW
Ten aanzien van de vordering op het Ministerie van OCW wordt verwezen naar hetgeen gesteld is
in het hoofdstuk ‘Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen’.
Leerlingen
Deze vordering heeft betrekking op de ouderbijdragen voor het lopende schooljaar.
Gemeenten
Dit betreft met name vorderingen op gemeenten inzake onderhoud, aanpassing of nieuwbouw
van gebouwen.
145
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Overige vorderingen/overlopende activa
De leningen inzake vruchtgebruik betreffen aan derden verstrekte leningen in het kader van een
tweetal sale and lease-back-overeenkomsten die betrekking hebben op de inrichting van een tweetal
onderwijsgebouwen in Gouda en Deventer. Tegenover deze vorderingen staan huurverplichtingen tot
een bedrag van € 401.000. De huurverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Geconsolideerde partijen
De vorderingen van geconsolideerde partijen betreffen ultimo 2009 nog te ontvangen bankrente en
couponrente op beleggingen, alsmede nog te ontvangen huuropbrengsten (ultimo 2008: idem).
’09 Jaarverslag
146
Liquide middelen
De liquide middelen staan ter vrije beschikking en zijn direct opeisbaar.
Eigen vermogen
147
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
Het eigen vermogen is bestemd voor het afdekken van toekomstige risico’s in de (financiële)
bedrijfsvoering. Om zicht te krijgen op de omvang van deze risico’s is de Stichting in 2008 in het kader
van het project ‘Risicomanagement’ gestart met een risico-inventarisatie. Rekening houdend met
de kredietcrisis, de meest recente ontwikkelingen in verschillende Europese landen en met de nog
onbekende, maar ongetwijfeld grote gevolgen stelt het CvB het risicovermogen op € 30.0 miljoen.
Op basis van de intern opgestelde meerjarenbegroting wordt voor de periode 2010 t/m 2013 een positief
exploitatieresultaat van circa € 2,2 miljoen verwacht.
Het eigen vermogen van de geconsolideerde partijen (ultimo 2009 negatief € 672.000, zijnde het
eigen vermogen van Stichting tot Steun aan het Voortgezet Onderwijs) betreft een privaatrechtelijke
bestemmingsreserve, die besteed dient te worden conform de statuten van de betrokken rechtspersoon.
Ten aanzien van de hoogte van het eigen vermogen per 31 december 2009 verwijzen wij u tevens naar
hetgeen is vermeld onder het hoofdstuk ‘Niet uit de balans blijkende verplichtingen’, onderdeel van de
Richtlijn Jaarverslaggeving Onderwijsinstellingen (RJ 660).
’09 Jaarverslag
148
Voorzieningen
Personeelsvoorzieningen
Het kortlopende deel (0–1 jaar) van de personele voorzieningen bedraagt ongeveer € 2,1 miljoen.
Onderhoudsvoorzieningen
De voorziening voor buitenonderhoud is geheel als kortlopend (0–1 jaar) te beschouwen.
Van de voorziening voor binnenonderhoud is circa € 2,9 miljoen kortlopend (0–1 jaar).
149
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Langlopende schulden
De Rijksgegarandeerde leningen hebben betrekking op oorspronkelijk door het Ministerie van OCW
gegarandeerde geldleningen ten behoeve van het stichten van schoolaccommodaties. De aflossing en
rente van deze leningen worden volledig door het Ministerie vergoed. De aflossingsverplichting voor
het komende jaar is verantwoord onder de kortlopende schulden.
De langlopende schulden zijn nader gespecificeerd in bijlage 9.
’09 Jaarverslag
150
Kortlopende schulden
De vooruit ontvangen ouderbijdragen hebben betrekking op doelbijdragen, excursies en overige
ouderbijdragen, die op schooljaarbasis worden geïncasseerd. Met ingang van 2009 worden geen
boekengelden meer in rekening gebracht.
Het te betalen vruchtgebruik betreft huurverplichtingen uit hoofde van een tweetal sale and lease-
back-overeenkomsten. Tegenover deze schuld staan vorderingen tot een bedrag 310.000 wegens aan
derden verstrekte leningen. Deze vorderingen zijn verantwoord onder de overige vorderingen en
overlopende activa.
151
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
De overige kortlopende schulden van de geconsolideerde partijen hebben voor € 6.982.000
(ultimo 2008: € 12.303.000) betrekking op spaargelden van personeelsleden van Stichting
Carmelcollege; het resterende bedrag betreft overlopende passiva.
In onderstaand overzicht zijn de besteding van de door OCW verstrekte bekostigingsbedragen,
alsmede de ultimo 2009 nog te besteden OCW-bijdragen, weergegeven.
1. De in dit overzicht opgenomen omschrijvingen zijn conform de door het Ministerie van OCW bij de subsidiebetalingen gehanteerde benamingen.
2. Het resterende bedrag inzake zij-instromers ad € 125.000 betreft een feitelijke terugbetalingsverplichting aan het Ministerie van OCW.
’09 Jaarverslag
152
Het verloop van de reeds bestede investeringssubsidies OCW is als volgt:
153
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
RechtenUltimo 2009 heeft Stichting Carmelcollege een vordering op het Ministerie van OCW ten bedrage van
€ 16,0 miljoen (ultimo 2008: € 15,3 miljoen), die in de jaarrekening is gewaardeerd op nihil. Deze
vordering heeft betrekking op de op jaarlijks per balansdatum nog te ontvangen bekostiging voor de
betaling van de ABP-premie, de loonheffing over de maand december en de opgebouwde vakantie-
uitkering over de periode juni tot en met december.
VerplichtingenDe jaarlijkse verplichting voor lopende contracten bedraagt ca. € 25,9 miljoen. Daarnaast is voor
lopende bouwprojecten ca. € 21,8 miljoen aan verplichtingen aangegaan. Deze bouwprojecten
worden ten dele bekostigd door de betrokken gemeenten. Ten behoeve van de verbonden partij
Coöperatie Scholingsboulevard Enschede is door Stichting Carmelcollege verklaard dat zij gedurende
het kalenderjaar 2010 haar aandeel in de exploitatietekorten zal vergoeden. Verwacht wordt dat
deze vergoeding circa € 750.000 zal bedragen.
Lopende bezwaarproceduresEr lopen bezwaarprocedures wegens:
• niet-gehonoreerde aangiften omzetbelasting
• ESF-subsidies projectjaar 2004-2006
Invoering Richtlijn Jaarverslaggeving Onderwijsinstellingen (RJ 660)Per 1 januari 2008 is nieuwe regelgeving inzake verslaglegging van kracht geworden (Richtlijn
Jaarverslaggeving 660). Deze regelgeving schrijft voor dat ter zake van de voorziening voor
toekomstige Bapo-verplichtingen een voorziening dient te worden gevormd conform hetgeen is
vastgelegd in RJ 271. Voor Stichting Carmelcollege betekent dit ultimo 2009 een verhoging van deze
voorziening met een bedrag van € 72,8 miljoen. Indien rekening wordt gehouden met de contante
waarde van 2% van de toekomstige personele lumpsumvergoeding ad € 62,3 miljoen, dient ultimo
2009 aan de voorziening een bedrag ad € 10,5 miljoen te worden toegevoegd.
Op grond van de bij de grondslagen voor de jaarrekening genoemde ministeriële regeling is deze
verhoging van de Bapo-voorziening niet verwerkt in de balans van de Stichting; de toekomstige
Bapo-lasten worden in het jaar van optreden ten laste van de exploitatie gebracht.
’09 Jaarverslag
154
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde staat van baten en lasten
Baten
Rijksbijdragen
155
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Overige subsidies OCW:
Materiële normvergoeding:
De forse toename van de overige subsidies wordt met name veroorzaakt door vergoeding voor
leermiddelen (ruim € 11 miljoen) die met ingang van 2009 in de normvergoeding is opgenomen.
Overige overheidsbijdragen
’09 Jaarverslag
156
Overige baten
De ouderbijdragen zijn € 2,7 mln. lager ten opzichte van 2008. Doordat de leerboeken niet meer bij
de ouders in rekening worden gebracht, is de bijdrage ca. € 3,8 mln. lager (de bijdrage van ouders bij
scholen met een intern boekenfonds). Tegelijkertijd zien we dat scholen meer bij ouders in rekening
hebben gebracht voor de overige zaken, zoals schoolreizen en excursies.
In de ‘overige inkomsten’ is een grote diversiteit aan baten opgenomen. De grootste verschillen ten
opzichte van 2008 zijn:
Niet-bestede gelden in de Carmelprojecten € 759.000
Regionaal Zorgbudget en Reboundvoorziening € 646.000
Vergoedingen in verband met de lerarenbeurs € 556.000
Platform bèta-techniek € 396.000
Afwikkeling kosten ama’s (ROC Aventus) € 205.000
157
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Lasten
Personele lasten
De stijging van de loonkosten volgens Edukaat (het salarisberekeningssysteem) in 2009 wordt
grotendeels veroorzaakt door meerkosten wegens CAO-aanpassingen; daarnaast is de gemiddelde
formatieomvang in 2009 (3.370 fte) ten opzichte van 2008 licht gestegen (3.359 fte) en zijn de Bapo-
kosten in het verslagjaar toegenomen.
De dotaties aan de personele voorzieningen liggen circa € 1,7 miljoen boven de begroting, hetgeen
met name veroorzaakt wordt door hoger instroom in de WGA, waarvoor Stichting Carmelcollege
eigen risicodrager is, alsmede door een lagere vrijval van de voorziening voor spaar-Bapo, omdat
er minder uren zijn opgenomen dan werd verwacht. De kosten voor wachtgeld zijn echter lager
dan begroot, doordat het formatiebeleid van Stichting Carmelcollege leidt tot een kostenniveau dat
aanzienlijk lager ligt dan het landelijk gemiddelde.
’09 Jaarverslag
158
Afschrijvingen
De hogere afschrijvingskosten van inventaris en apparatuur houden met name verband met de
versnelde afschrijving van de software voor leerlingenregistratie.
De afschrijvingskosten van de geconsolideerde partijen betreft de afschrijving van het pand van het
Bestuursbureau.
159
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Huisvestingslasten
De hoge dotatie aan de onderhoudsvoorziening in 2009 houdt verband met het feit dat voor diverse
schoolgebouwen renovatietrajecten zijn ingezet, die slechts ten dele in de onderhoudsplanning
waren opgenomen.
’09 Jaarverslag
160
Overige lasten
De stijging van de post les- en verbruiksmateriaal met circa € 6,1 miljoen ten opzichte van voorgaand
jaar, houdt verband met het feit dat ingaande 2009 de leermiddelen niet meer aan ouders kunnen
worden doorbelast. Met ingang van 2009 worden de kosten van alle leermiddelen in de exploitatie
opgenomen, waar in de jaren daarvoor de baten en lasten van de externe boekenfondsen buiten
de administratie bleven. Tegenover deze kostenstijging staat een vergoeding van het Ministerie
van OCW.
De stijging van de post diversen wordt grotendeels veroorzaakt door de bijdrage aan het
exploitatietekort 2009 van Coöperatie Scholingsboulevard Enschede ad € 1.350.000.
161
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Financieel resultaat
Het ongerealiseerde koersresultaat beleggingen houdt verband met het feit dat op balansdatum de
marktwaarde van de beleggingen hoger ligt dan het jaar daarvoor.
De beleggingen in Lehman Brothers zijn vanwege het faillissement van deze bankinstelling
gewaardeerd op nihil.
’09 Jaarverslag
162
Enkelvoudige balans
163
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Enkelvoudige staat van baten en lasten
’09 Jaarverslag
164
Toelichting op de onderscheiden posten van de enkelvoudige balans en de enkelvoudige staat van baten en lasten
Voor de toelichting op de onderscheiden posten van de enkelvoudige balans en de enkelvoudige
staat van baten en lasten wordt, met uitzondering van het onderstaande, verwezen naar hetgeen
is vermeld bij de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten.
Overzicht verbonden partijen
Beslissende zeggenschap
Naam: Stichting tot Steun aan het Voortgezet Onderwijs
Juridische vorm: Stichting
Statutaire zetel: Hengelo
Code activiteiten: 3/4 (onroerende zaken/overig)
Eigen vermogen 31 december 2009: -/- € 672.000
Exploitatiesaldo 2009: € 560.000
Omzet 2009: € 221.000
Verklaring art. 2:403 BW: nee
Consolidatie: ja
De hoofdactiviteit van de Stichting tot Steun aan het Voortgezet Onderwijs is het beheren van de
spaargelden van het personeel van Stichting Carmelcollege. Daarnaast beheert de Stichting enkele
sportvelden en de panden van het bestuursbureau en de Terreinendienst van Stichting Carmelcollege.
Het bestuur van deze Stichting bestaat uit de leden van het College van Bestuur alsmede een vanuit
de personeelsgeleding van de GMR afgevaardigde medewerker van Stichting Carmelcollege.
165
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Naam: Stichting Huisvesting Internationaal Onderwijs Noord Nederland
Juridische vorm: Stichting
Statutaire zetel: Groningen
Code activiteiten: 3 (onroerende zaken)
Eigen vermogen 31 december 2009: € nihil
Exploitatiesaldo 2009: € nihil
Omzet 2009: € 7.000
Verklaring art. 2:403 BW: nee
Consolidatie: ja
De activiteiten van de Stichting Huisvesting Internationaal Onderwijs Noord Nederland betreffen het
behartigen van internationaal onderwijs. In dit kader beheert de Stichting een pand in Haren dat ter
beschikking is gesteld aan de International School het Maartenscollege.
Het bestuur van deze Stichting wordt gevormd door het College van Bestuur van Stichting
Carmelcollege.
Overige verbonden partijen
Naam: Stichting Facilitair Beheer Van Renneslaan
Juridische vorm: Stichting
Statutaire zetel: Almelo
Code activiteiten: 3 (onroerende zaken)
Stichting Carmelcollege neemt voor 50% deel in het bestuur van deze Stichting, die tot doel heeft
het mogelijk maken van het verzorgen van vmbo-onderwijs op rooms-katholieke en protestants-
christelijke grondslag, alsmede het bevorderen van de samenwerking tussen Stichting Carmelcollege
en Stichting voor Protestants Christelijk Onderwijs voor Almelo en Omgeving.
Ter realisering van deze doelen exploiteert deze Stichting een in eigendom van de Gemeente Almelo
gebouwd schoolgebouw, waarin door beide genoemde stichtingen onderwijsactiviteiten worden
uitgevoerd.
’09 Jaarverslag
166
Naam: Coöperatie Scholingsboulevard Enschede
Juridische vorm: Coöperatie
Statutaire zetel: Enschede
Code activiteiten: 3/4 (onroerende zaken/overig)
De Coöperatie Scholingsboulevard Enschede betreft een samenwerkingsverband tussen ROC van
Twente, de openbare scholengemeenschap Het Stedelijk Lyceum en Stichting Carmelcollege.
In dit samenwerkingsverband is per 1 augustus 2008 gestart met een gecombineerde vmbo-/mbo-
school in Enschede, waarbinnen leerlingen van de bovenbouw van het vmbo en leerlingen van het
mbo, niveau 1 en 2, onderwijs volgen.
167
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
De beloning van bestuurders en toezichthouders over 2009 kan als volgt worden gespecificeerd:
De beloning van voormalige leden van het College van Bestuur betreft de uitbetaling van
Bapo- en vakantierechten, waarvoor in voorgaande jaren reeds reserveringen ten laste van de
exploitatierekening zijn gebracht.
’09 Jaarverslag
168
Honorarium externe accountant
In het boekjaar zijn de volgende honoraria van KPMG Accountants N.V. (2008: Deloitte Accountants
B.V.) ten laste gebracht van de rechtspersoon en de geconsolideerde partijen, een en ander zoals
bedoeld in artikel 2:382a BW:
169
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT)
In het verslagjaar zijn geen functionarissen geweest die een beloning hebben ontvangen boven
het grensbedrag in het kader van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde
Topinkomens (€ 188.000).
’09 Jaarverslag
170
Ondertekening
Dit jaarverslag is op 18 mei 2010 door het College van Bestuur vastgesteld.
Mr. drs. R.W.J. Rijk (voorzitter)
A.G.M. Thomassen RA
Op 19 mei 2010 is dit jaarverslag goedgekeurd door de Raad van Toezicht.
Dr. J.F.G. Veldhuis (voorzitter)
Mr. H.C.M. Boon
Prof. dr. ir. O.A.M. Fisscher
Drs. W.G. de Lange RA
Prof. dr. C.J. Waaijman (O. Carm.)
171
Stichting Carmelcollege - Jaarrekening
’09 Jaarverslag
172
Stichting Carmelcollege
173
Overige gegevens
’09 Jaarverslag
174
Accountantsverklaring
Verklaring betreffende de jaarrekeningWij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2009 van Stichting Carmelcollege te Hengelo
bestaande uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2009 en de geconsolideerde en
enkelvoudige staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuurHet College van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het
vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide
in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507).
Tevens is het College van Bestuur van de stichting verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van
de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in
overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.
Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een
intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van
vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude
of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van
aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de
gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle,
als bedoeld in artikel 18, derde lid van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht
in overeenstemming met Nederlands recht waaronder het Onderwijscontroleprotocol OCW 2009.
Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij
gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt
verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over
de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden
is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn
beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die
beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in
de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende wet- en
regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken
van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet
175
tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens
omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële
verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het College van Bestuur van de stichting heeft gemaakt,
alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van
Stichting Carmelcollege per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met de Regeling
jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507).
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2009 voldoen
aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in het
Controleprotocol OCW 2009 opgenomen relevante wet- en regelgeving, zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2. referentiekader.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag,
voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Enschede, 19 mei 2010
KPMG ACCOUNTANTS N.V.
Drs. J.F.G. Morsink RA
Stichting Carmelcollege - Overige gegevens
Resultaatbestemming
Gebeurtenissen na balansdatum
Het resultaat 2009 van Stichting Carmelcollege (enkelvoudig) ad negatief € 4.831.000 is ten laste
van de algemene reserve van de Stichting gebracht; het resultaat 2009 van de geconsolideerde
partijen ad. € 560.000 is toegevoegd aan de privaatrechtelijke bestemmingsreserve geconsolideerde
verbonden partijen (zie ook de toelichting op het eigen vermogen).
Er hebben zich geen gebeurtenissen ná balansdatum voorgedaan, die aanleiding geven tot het
wijzigen van de jaarrekening.
’09 Jaarverslag
176
Stichting Carmelcollege
177
Bijlagen (deel uitmakend van het jaarverslag)
’09 Jaarverslag
178
1. Gegevens over de rechtspersoon
Naam: Stichting Carmelcollege
Adres: Drienerparkweg 16
Postcode/plaats: 7552 EB Hengelo
Postadres: Postbus 864 7550 AW Hengelo
Telefoon: 074-2455555
Fax: 074-2430244
E-mail: [email protected]
Internetsite: www.carmel.nl
Bestuursnummer: 35647
Contactpersoon: K. van der Velden RA (Controller)
Telefoon: 074-2455555
Fax: 074-2430244
E-mail: [email protected]
In deze jaarrekening is de exploitatie opgenomen van de volgende scholen:
179
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
2. Specifieke posten OCW
Vordering Ministerie OCWDe vordering op het Ministerie van OCW wegens de ultimo boekjaar nog te ontvangen
vergoedingen voor loonheffing/premie ABP over december en de overlopende vakantie-
uitkeringen van het personeel is met ingang van 2006 gewaardeerd op nihil.
De nominale waarde van deze vordering bedraagt ultimo 2009 € 16 miljoen
(ultimo 2008: € 15,3 miljoen).
Overlopende passiva Ministerie OCWVoor een specificatie van de overlopende passiva ter zake van het Ministerie van OCW wordt
verwezen naar het bij de toelichting op de kortlopende schulden opgenomen overzicht.
’09 Jaarverslag
180
3. Kengetallen financieel
181
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
182
4. Enkelvoudige staat van baten en lasten per school
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
183
’09 Jaarverslag
184
185185
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
186
5. Kengetallen leerlingen
187
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
188
6. Examenresultaten in het schooljaar 2008 - 2009
Bron: Onderwijs in Cijfers, DUO
Onderstaand overzicht toont de examenresultaten voor vmbo, havo en vwo over het laatste school-
jaar van de meest voorkomende examenvakken, alfabetisch gerangschikt.
Van de school wordt per examenvak het gemiddeld cijfer van het schoolexamen (SE) en centraal
schriftelijk examen (CE) weergegeven. Vervolgens zijn de percentielscores aangegeven met de cijfers
1 t/m 5 voor zowel het schoolexamen als het centraal schriftelijk examen.
Percentielscores
Een percentielscore geeft aan hoeveel procent van de scholen een hoger gemiddeld cijfer voor het
schoolonderzoek respectievelijk centraal schriftelijk examen heeft. De percentielscores worden
weergegeven met de cijfers 1 t/m 5 voor zowel het school als centraal schriftelijk.
percentielscore omschrijving
cijfer 1 90% van de scholen heeft een hoger gemiddeld cijfer
cijfer 2 75-90% van de scholen heeft een hoger gemiddeld cijfer
cijfer 3 25-75% van de scholen heeft een hoger gemiddeld cijfer
cijfer 4 10-25% van de scholen heeft een hoger gemiddeld cijfer
cijfer 5 minder dan 10% van de scholen heeft een hoger gemiddeld cijfer
Deze indeling is overgenomen van de inspectie. Er is echter een belangrijk verschil: de inspectie
gebruikt een gewogen vergelijking waarin rekening is gehouden met verschillende kenmerken van de
leerlingenpopulatie (op basis van een regressieanalyse). DUO beschikt niet over die procedure en kan
alleen een absolute vergelijking maken.
189
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
190
191
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
192
193
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
194
195
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
196
197
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
198
199
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
200
201
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
202
203
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
204
205
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
206
207
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
208
209
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
210
211
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
212
7. Kengetallen personeel
213
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
214
215
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
216
217
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
218
8. Personele lasten naar kostendragers
219
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
De personele lasten van 2009 zijn in het onderstaande overzicht uitgesplitst naar schoolniveau.
’09 Jaarverslag
220
9. Specificatie leningen
221
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
10. Specificatie effecten
’09 Jaarverslag
222
11. IDU-overzichten instellingen
Toelichting op het IDU-overzicht
Ad. A
Hier staan de leerlingen die bij de instelling staan ingeschreven volgens de telling van
1 oktober 2008, onderverdeeld in leerjaren en studierichtingen.
Ad. B
Hierin worden de mutaties weergegeven tijdens het schooljaar:
- de interne overplaatsing van leerlingen.
- de tussentijdse in- en uitstroom: leerlingen die tijdens het schooljaar komen van of vertrekken
naar een andere school.
Ad. C
In dit deel van het overzicht staat aangegeven hoeveel leerlingen een examen hebben afgelegd
met een positief en met een negatief resultaat.
In de kolom ‘overig’ staat de in- en uitstroom aan het einde van het schooljaar in de overige
leerjaren.
Ad. D
In de ‘doorstroom met diploma’ wordt het aantal geslaagde leerlingen aangegeven dat binnen de
instelling een vervolgopleiding gaat volgen.
Ad. E en G
In deze kolommen staan de leerlingenaantallen aan het einde van het schooljaar 2008-2009 die ook
in het volgende schooljaar binnen de instelling lessen volgen. Hierin is de nieuwe instroom per
1 augustus 2009 níet opgenomen, waardoor dit aantal lager is dan het feitelijke aantal leerlingen bij
aanvang van het nieuwe schooljaar.
Ad. F
Hierin staat het leerjaar en studierichting waarin de leerlingen van kolom E staan ingeschreven voor
het schooljaar 2009-2010. Ook hierin is de nieuwe instroom per 1 augustus 2009 niet opgenomen.
223
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
224
225
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
226
227
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
228
229
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
’09 Jaarverslag
230
12. Gegevens leden Raad van Toezicht
Gegevens leden Raad van Toezicht Stichting Carmelcollege
Naam
drs. J.G.F. Veldhuis (1938)
Voorzitter,
Voorzitter Commissie Personele Zaken
prof. dr. C.J. Waaijman (1942)
Plaatsvervangend voorzitter,
Lid Commissie Personele Zaken
drs. J.M. Bos-Vonk (1945)
mr. H.C.M. Boon (1947)Lid Auditcommissie
Benoeming
Januari 2003, herbenoemd in 2009(aftredend in 2012 en niet herbenoembaar)
Maart 2008 (aftredend in 2011 en herbenoembaar)
Januari 2001, afgetreden in 2010
Juni 2004,herbenoemd in 2007(aftredend in 2010 en herbenoembaar)
Hoofdfunctie
Voormalig voorzitter College van Bestuur van de Universiteit Utrecht (1986-2003)
• Wetenschappelijk medewerker Titus Brandsma Instituut
• Lid Alg. Bestuur Nederlandse Karmelieten
• Emeritus hoogleraar Spiritualiteit Radboud Universiteit, Nijmegen
Voormalig advocaat, thans rechter Arrondissements-rechtbank Zutphen
Nevenfuncties
• Voorzitter bestuur van: Stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) – Utrecht; Nederlands Genootschap Internationale Zaken (NGIZ), afd. Utrecht
• Lid bestuur van Algemeen Bestuur NGIZ - Den Haag
• Voorzitter RvT Diakonessen (zieken)huis Utrecht-Zeist-Doorn
• Plv. voorzitter RvT (NUFFIC), Den Haag• Lid RvT van: Roosevelt Study Centre (RSC),
Middelburg; KPC-Groep, Den Bosch• Lid Commissie van Advies (NIOD), Amsterdam• Lid Commissie Evaluatie Koninklijke
Academie van Wetenschappen (KNAW), Den Haag/Amsterdam
• Lid bestuur Stichting Titus Brandsma Memorial
• Lid bestuur Stichting Vrienden Titus Brandsma
• Honorary President Spirituality Association South Africa
• Lid wetenschappelijke adviesorganen
231
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
Naam
prof. dr. ir. O.A.M. Fisscher (1947)
drs. W.G. De Lange RA (1947)
Voorzitter Auditcommissie
Benoeming
September 2003,herbenoemd in 2009(aftredend in 2012 en niet herbenoembaar)
December 2001,herbenoemd in 2007,(aftredend in 2010 en niet herbenoembaar)
Hoofdfunctie
Hoogleraar Organisatiekunde en Bedrijfsethiek Universiteit Twente
• Voormalig lid RvB van een accountants-maatschap
• Adviseur van accountants-kantoren
Nevenfuncties
• Lid RvC SOWECO NV• Lid RvC Bouwconsulting Twente BV• Vicevoorzitter RvC Woningcorporatie
De Woonplaats• Lid bestuur SIOO
• Lid RvC Rabobank Centraal-Twente• Lid Raad van Advies Novigo
Accountantsadviseurs BV, Almelo• Teamleider Commissie Kwaliteits- onderzoek Koninklijk NIVRA• Examinator Koninklijk NIVRA
’09 Jaarverslag
232
13. Ledenlijst Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
Carmelinstelling Geleding personeel Geleding ouders/leerlingen
Sg. De Grundel Dhr. F. Draaijer
Sg. Twickel Dhr. F. Karperien Dhr. P. Goossens
Carmelcollege Emmen Mw. D. Schipper-Bartol
Carmel College Salland Dhr. L. Bakkenes Mw. M. van der Wilt (tot sept. 2009)
Mw. E. Brinkhuis (vanaf sept. 2009)
Sg. Augustinianum Dhr. C. van Boort Dhr. S. Junges (tot sept. 2009)
Mw. A. van Rheden (vanaf sept. 2009)
Carmelcollege Gouda Dhr. J. Benjamens (vz.)
KSG Marianum Dhr. F. Gierveld (vanaf juni 2009) Mw. E. Bussmann
Dhr. H. Paf (vanaf september 2009)
Twents Carmel College Dhr. J. Nijhuis
Etty Hillesum Lyceum Dhr. P. van Grevenhof (lid DB) Dhr. R. Dijkhof
Het Hooghuis Dhr. A. Kooi (tot september 2009)
Dhr. T. Siebers (vanaf oktober 2009)
Bonhoeffer College Dhr. F. Rohaan
Pius X College Dhr. H. van Orsouw Dhr. J. Eshuis
Sg. St.-Canisius Dhr. H. Nieuwland Dhr. J. ter Halle (tot sept. 2009)
Maartenscollege Dhr. D. Rietveld (secr.) Dhr. A. Ferf
Bestuursbureau Mw. H. Wijma-Nijenhuis (vanaf juni 2009)
233
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
14. Samenstelling directies
’09 Jaarverslag
234
235
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
15. Adreslijst Carmelscholen
Bonhoeffer College (Centrale Directie)Vlierstraat 77/Postbus 3081 Leerlingen: 3.886
7544 GG/7500 DB Enschede Medewerkers: 483
Tel: 053-7512000 Brinnummer: 17VN
Fax: 053-7512009
Website: www.bc-enschede.nl
Vestiging: Lijsterstraat 117 Enschede
Vestiging: Bruggertstraat 60 Enschede
Vestiging: Geessinkweg 100 Enschede
Vestiging: Van der Waalslaan 35 Enschede
Vestiging: Vlierstraat (pro) Enschede
Vestiging: Scholingsboulevard, Wethouder Beversstraat 165 Enschede
Vestiging: Scholingsboulevard, Wethouder Beversstraat 195 Enschede
Vestiging: Scholingsboulevard, Boddenkampsingel 80 Enschede
Carmel College SallandFlorens Radewijnsstraat 6/Postbus 87 Leerlingen: 2.961
8101 BW/8100 AB Raalte Medewerkers: 326
Tel: 0572-348500 Brinnummer: 04OY
Fax: 0572-348502
Website: www.carmelcollegesalland.nl
Vestiging: Zwolsestraat 57 Raalte
Vestiging: Hofstedelaan 4 Raalte
Vestiging: Florens Radewijnsstraat 6 Raalte
Carmelcollege EmmenWendeling 59 Leerlingen: 1.191
7824 TB Emmen Medewerkers: 133
Tel: 0591-622870 Brinnummer: 00PF
Fax: 0591-628614
Website: www.carmelemmen.nl
’09 Jaarverslag
236
Etty Hillesum Lyceum (Centrale Directie)Postbus 199 Leerlingen: 4.691
7400 AD Deventer Medewerkers: 521
Laan van Borgele 60 Brinnummer: 01VJ
7415 DJ Deventer
Tel: 0570-504700
Fax: 0570-504710
Website: www.ettyhillesumlyceum.nl
Vestiging: De Keurkamp, Keurkampstraat 1 Deventer
Vestiging: Het Stormink, Storminkstraat 1 Deventer
Vestiging: Het Vlier, Het Vlier 1 Deventer
Vestiging: De Boerhaave, De Boerhaave 1 Deventer
Vestiging: Arkelstein, Arkelstein 8 Deventer
Vestiging: Het Slatink, Lebuïnuslaan 1 Deventer
Het Hooghuis (Centrale Directie)Nieuwe Hescheweg 11/Postbus 384 Leerlingen: 4.334
5342 EB/5340 AJ Oss Medewerkers: 567
Tel: 0412-658303 Brinnummer: 19XH
Fax: 0412-638933
Website: www.hethooghuis.nl
Vestiging: Oss-West, Verdistraat 75 Oss
Vestiging: Oss-Centrum, Koornstraat 12 Oss
Vestiging: Ravenstein, Middingstraat 1 Ravenstein
Vestiging: Heesch, postbus 35 Heesch
Vestiging: Den Bongerd, Staringstraat 4 (lwoo) Oss
Vestiging: Oss-Zuid, De Ruivert 5 Oss
Vestiging: TBL, Molenstraat 30 Oss
Vestiging: De Singel, Kap. Nausstraat 2 (pro) Oss
MaartenscollegeHemmenlaan 2/Postbus 6105 Leerlingen: 1.505
9751 NS Haren/9702 HC Groningen Medewerkers: 173
Tel: 050-5375200 Brinnummer: 01UH
Fax: 050-5343245
Website: www.maartenscollege.nl
Vestiging: Hemmenlaan 2 Haren
Vestiging: Rijksstraatweg 24 (International School) Haren
237
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
KSG MarianumD. Hooijmansingel 1/Postbus 35 Leerlingen: 1.939
7141 EA/7140 AA Groenlo Medewerkers: 218
Tel: 0544-477070 Brinnummer: 02QN
Fax: 0544-477050
Website: www.marianum.nl
Vestiging: De R. v. Heeckerenstraat 2 Lichtenvoorde
Vestiging: D. Hooijmansingel 1 Groenlo
Carmel College GoudaGroen van Prinsterersingel 49 Leerlingen: 1.477
2805 TD Gouda Medewerkers: 189
Tel: 0182-513822 Brinnummer: 02LG
Fax: 0182-527922
Website: www.carmelcollegegouda.nl
Vestiging: John Mottstraat 2-4 Gouda
Vestiging: Groen van Prinsterersingel 49 Gouda
Vestiging: W. de Zwijgerstraat 9 Bodegraven
Sg. AugustinianumV. Wassenhovestraat 26 Leerlingen: 921
5613 LL Eindhoven Medewerkers: 95
Tel: 040-2111069 Brinnummer: 01FY
Fax: 040-2127120
Website: www.augustinianum.nl
’09 Jaarverslag
238
Centrale Directie Sg. Twickel/Sg. De GrundelOude Hengeloseweg 123/Postbus 853
7622 HS Borne/7550 AW Hengelo
Sg. TwickelWoolderesweg 130 Leerlingen: 2.296
7555 LC Hengelo Medewerkers: 270
Tel: 074-2555333 Brinnummer: 19HG
Fax: 074-2555332
Website: www.sgtwickel.nl
Vestiging: Woolderesweg 130 Hengelo
Vestiging: P. Krugerstraat 49 Hengelo
Vestiging: Oude Hengeloseweg 123 Borne
Vestiging: Woolderweg 108 Borne
Vestiging: Schoppenstede 19 Delden
Sg. De GrundelGrundellaan 36 Leerlingen: 1.886
7552 ED Hengelo Medewerkers: 220
Tel: 074-2457777 Brinnummer: 18CR
Fax: 074-2457733
Website: www.grundel.nl
Vestiging: Grundellaan 36 Hengelo
Vestiging: Deurningerstraat 67 Hengelo
Vestiging: Bataafse Kamp 6-7 Hengelo
Vestiging: Sportlaan Driene 6-I Hengelo
Centrale Directie Pius X College/Sg. St.-CanisiusC. Franckstraat 6/Postbus 411
7604 JG/7600 AK Almelo
Tel: 0546-535626
Fax: 0546-535629
239
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
Pius X College Postbus 411 Leerlingen: 1.423
7600 AK Almelo Medewerkers: 169
Tel: 0546-535626 Brinnummer: 02EK
Fax: 0546-812704
Website: www.piusx.nl
Vestiging: Catharina van Renneslaan 35 Almelo
Vestiging: Aalderinkshoek, César Franckstraat 4 Almelo
Vestiging: Graaf Ottostraat 48 Rijssen
Sg. St.-Canisius Postbus 453 Leerlingen: 1.965
7600 AL Almelo Medewerkers: 234
Tel: 0546-535626 Brinnummer: 16VI
Fax: 0546-488477
Website: www.canisius.nl
Vestiging: Slot 31 Almelo
Vestiging: Huyerenseweg 1 Tubbergen
Twents Carmel College Potskampstraat 2/Postbus 220 Leerlingen: 4.991
7573 CC/7570 AE Oldenzaal Medewerkers: 554
Tel: 0541-572372 Brinnummer: 05AV
Fax: 0541-572379
Website: www.twentscarmelcollege.nl
Vestiging: Leliestraat 1 (pro) Oldenzaal
Vestiging: Oranjestraat 23 Denekamp
Vestiging: Oranjestraat 2 Losser
Vestiging: Thijlaan 30 Oldenzaal
Vestiging: Potskampstraat 2 Oldenzaal
Vestiging: Lyceumstraat 36 Oldenzaal
’09 Jaarverslag
240
16. Lijst van veel voorkomende begrippen
Aatheneum Zesjarige opleiding voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo)
zonder de klassieke talen Grieks en Latijn (voor 12 – 18 jarigen.BBasisvorming Het programma voor de eerste 2 a 3 jaren van het voortgezet onderwijs
(van vmbo tot gymnasium).
Basisberoepsgerichte leerweg Leerweg binnen het vmbo met de meeste praktijkelementen. Hierna
kunnen leerlingen doorstromen naar mbo-opleidingen op niveau 2.
Begaafdheidsprofielschool Een school voor voortgezet onderwijs, met een aangepast
onderwijsprogramma voor leerlingen die hoogbegaafd zijn; de school is
gecertificeerd.
Bestuursbureau Het centrale dienstverlenende orgaan van Stichting Carmelcollege.
Bètalab Dé werkplek waar leerlingen onderwezen worden in de vakken
natuurkunde, scheikunde en biologie, waar ook vakoverschrijdende
opdrachten kunnen worden uitgevoerd.
Bèta-onderwijs Extra aandacht wordt besteed aan de exacte vakken
B-/K-leerwegen Basisberoepsgerichte en Kaderberoepsgerichte leerwegen in het vmbo.
Bovenbouw De bovenbouw is de algemene benaming voor het derde en vierde
leerjaar van het vmbo, de vierde en vijfde klassen van de havo, en de
vierde, vijfde en zesde klassen van het vwo.
Brinnummer Het Ministerie heeft aan alle onderwijsinstellingen een Brin-nummer
toegekend (Brin: basisregistratie instellingen).CConvent van Schoolleiders Groep bestaande uit voorzitters van centrale directies en rectoren van
instellingen met adviesrecht.
Cultuurprofielschool School die ervoor kiest de vrije ruimte te gebruiken door zich te
profileren op het gebied van kunst en cultuur.
Curriculum Het geheel van cursussen/programma’s en de inhoud ervan, die
leerlingen op hun school krijgen aangeboden.DDoorstroom De weg die leerlingen tijdens hun schoolcarrière binnen een school
afleggen.EEerste Opvang Anderstaligen Via een aangepast onderwijsaanbod wordt geprobeerd anderstalige leer-
plichtige leerlingen zo snel mogelijk de Nederlandse taal te leren om hen
vervolgens toe te leiden naar reguliere onderwijstrajecten en/of werk.
Enkelvoudige jaarrekening In de enkelvoudige jaarrekening zijn alleen de financiële gegevens van
Stichting Carmelcollege opgenomen, zonder de financiële gegevens van
verbonden partijen.F
241
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
GGeconsolideerde jaarrekening In de geconsolideerd jaarrekening zijn, naast de financiële gegevens van
Stichting Carmelcollege, tevens de financiële gegevens van verbonden
partijen opgenomen.
Gemengde leerweg Leerweg binnen het vmbo met een combinatie tussen theorie en
praktijk. Bereidt leerlingen voor op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4.
Goed werknemerschap verdient Project waarin de Stichting zoekt naar volwassen arbeidsverhoudingen,
goed werkgeverschap (GWGW) om zo de aantrekkingskracht van een baan in het onderwijs te vergroten.
Volwassen arbeidsverhoudingen vind je in de visie van de Stichting alleen
met elkaar, door samen na te denken hoe het anders en beter kan. Voor
alle medewerkers én in nauwe samenwerking met elkaar.
gymnasium Zesjarige opleiding voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo)
met de klassieke talen Grieks en Latijn (voor 12 – 18 jarigen).Hhavo Hoger algemeen voortgezet onderwijs, het op één na hoogste
niveau binnen het voortgezet onderwijs. Opleiding duurt vijf jaar.
Het is algemeen vormend (theoretisch) en geen beroepsopleiding;
het havodiploma is een startkwalificatie en is vooral bedoeld als
voorbereiding op het hbo (hoger beroepsonderwijs)
Hoogbegaafdheidsprofielschool Zie begaafdheidsprofielschoolIInstelling Aanduiding van een organisatie-eenheid, bestaande uit een of twee
brede scholengemeenschappen, binnen Stichting Carmelcollege.
Instroom Het geheel van het aantal personen dat een nieuwe opleiding begint en
daarom wordt geteld.
Intersectoraal Zie vmbo intersectoraal. Internationale school School die een programma heeft dat vooral is gericht op het
onderwijsstelsel en de wettelijke voorschriften van een ander land dan
Nederland. Wordt voornamelijk bezocht door buitenlandse leerlingen.JKKaderberoepsgerichte leerweg Leerweg binnen het vmbo voor praktisch ingestelde leerlingen. Bereidt
leerlingen voor op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4. LLeerweg ondersteunend onderwijs Onderwijs in de leerwegen van het vmbo met extra zorg en
begeleiding.
LOOT-school Landelijk overleg onderwijs en topsport-school. Een school voor
voortgezet onderwijs die toptalenten in sport ondersteunt om hun
schoolcarrière met hun topsport te combineren.
Lyceum School voor voortgezet onderwijs waar voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs (vwo) en hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo)
gevolgd kan worden (voor 12- tot 18-jarigen)
’09 Jaarverslag
242
MMaatwerk Eigen onderwijskundig concept van de locatie Geessinkweg, dat
leerlingen een goede aansluiting geeft op het mbo en hbo.
mavo Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs. Tegenwoordig de
theoretische leerweg van het vmbo of vmbo-t genoemd.NOO. Carm. Orde der Karmelieten
Onderbouw De onderbouw is de algemene benaming voor het eerste en tweede
leerjaar van het vmbo, de eerste, de tweede en derde klassen van de
havo, en de eerste, tweede en derde klassen van het vwo.
Onderwijsondersteunend personeel Personeel niet behorend tot de functiecategorieën directie en
onderwijzend personeel; voorbeelden administratief medewerker,
conciërge, onderwijsassistent, technisch assistent etc.
Opbrengstenkaart Kaart die aangeeft hoe een Vo-school in een bepaald jaar presteert in
vergelijking met landelijke gemiddelden.PPraktijkonderwijs Verzorgt onderwijs voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 20 jaar die
op grond van hun capaciteiten niet in staat zijn om een diploma van
het vmbo te behalen. Een leerling kan worden toegelaten op grond van
een beschikking van een regionale Verwijzingscommissie (RVC). Het
praktijkonderwijs heeft als doel leerlingen voor te bereiden op een zo
zelfstandig mogelijk functioneren in de samenleving.QRRugzakje Leerling gebonden financiering voor leerlingen met een handicap
binnen het reguliere onderwijs. SScholingsboulevard Enschede Vmbo/mbo-school, waar drie onderwijsinstellingen hun krachten
hebben gebundeld: het Stedelijk Lyceum, Bonhoeffer College en het
ROC van Twente, samen met de gemeente Enschede.
Solvabiliteit Verhouding tussen het eigen vermogen en vreemd vermogen op de
balans.
Slash@21 Was voor een projectperiode van vier jaar een onderbouwschool voor
voortgezet onderwijs waar volgens een geheel nieuw onderwijskundig
concept werd lesgegeven. Zo was het traditionele vakkenpakket
verlaten voor vakoverstijgend in twee –nu inmiddels veel voorkomende-
hoofdstromen: Mens & Maatschappij en Mens & Natuur. (KSG Marianum).
Start@23 Onderwijsconcept op de locatie Bodegraven, met zelfstandig en
individueel werken door leerlingen gedurende de helft van de
wekelijkse schooltijd in aanwezigheid van een docent.
Startkwalificatie Het in de ogen van de Nederlandse overheid minimale onderwijsniveau
dat nodig is om kans te maken op duurzaam geschoold werk in
Nederland.
243
Stichting Carmelcollege - Bijlagen
TTechnasium Onderwijsstroom voor havo en vwo, waarin de bėta-vakken centraal
staan en met het examenvak Onderzoeken en Ontwerpen.
Theoretische leerweg Leerweg binnen het vmbo voor theoretisch ingestelde leerlingen.
Bereidt leerlingen voor op mbo-opleidinge op niveau 3 en 4.
Tweede fase Synoniem van bovenbouw voor havo en vwo
Tweetalig onderwijs Tweetalig onderwijs (tto) houdt in dat bij niet talenvakken, als
bijvoorbeeld geschiedenis en biologie, een andere taal dan de
moedertaal als instructie- en communicatietaal wordt gebruikt. UUitstroom Het geheel van het aantal personen dat op een bepaald tijdstip een
bepaalde fase van onderwijs verlaat, al of niet met een diploma.
Universumschool Een universumschool onderscheidt zich van andere scholen doordat het
extra aandacht geeft aan het bèta-onderwijsVvavo Voortgezet algemeen volwassenen onderwijs. Officieel kent de
Vavo een minimumleeftijdsgrens van 18 jaar, maar in de praktijk
maken ook 16- en 17-jarigen (drop-outs) gebruik van scholen voor
volwassenenonderwijs om alsnog een vmbo-diploma te behalen.
vm2 Tijdelijke regeling subsidiëring experimentele leergang vmbo-mbo2
2008-2010.
vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Is ontstaan uit de
samenvoeging van vbo en mavo en sommige vormen van voortgezet
speciaal onderwijs. Bestaat uit 4 leerwegen: theoretisch, gemengd,
kaderberoepsgericht en basisberoepsgericht.
vmbo intersectoraal vmbo intersectoraal betreft die beroepsgerichte programma’s, waarbij
in het niet-doorstroom relevante deel van het programma van de vier
leerwegen onderdelen van de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn en
Economie in samenhang worden aangeboden.
Voortgezet onderwijs Onderwijs dat volgt op basisonderwijs. Bestaat uit het
praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo.
vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, bestaande uit atheneum en
gymnasium.WWeerstandsvermogen Het vermogen om tegenvallers te kunnen opvangen; het eigen
vermogen in verhouding tot de totale baten (inclusief rentebaten). XYZ
’09 Jaarverslag
244
17. Lijst van veelgebruikte afkortingen
Bapo Bevordering arbeidsparticipatie ouderen
BRIN Basisregistratie instellingen
CvB College van Bestuur
CMR Centrale medezeggenschapsraad
DMR Deel medezeggenschapsraad
Eoa Eerste opvang anderstaligen
Fte Full time equivalent
OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
FPU Flexibel pensioen en uittreden
GMR Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
havo Hoger algemeen vormend onderwijs
hbo Hoger beroepsonderwijs
HRM Human resource management
ICT Informatie- en communicatietechnologie
Idu-gegevens In-, door- en uitstroomgegevens
I.S. Internationale school
KBVO Bond katholiek beroeps- en voortgezet onderwijs
LB salarisschaal LB voor docenten
LC salarisschaal LC voor docenten
LD salarisschaal LD voor docenten
Lj Leerjaar
LOOT Landelijk overleg onderwijs en topsport
LTA Langetermijnagenda
lwoo Leerwegondersteunend onderwijs
mavo Middelbaar algemeen vormend onderwijs
mbo Middelbaar beroepsonderwijs
Mln. Miljoen
NKO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
OOP Onderwijsondersteunend personeel
OP Onderwijsgevend personeel
P&O Personeel en organisatie
pro Praktijkonderwijs
ROC Regionaal opleidingencentrum
Sg. Scholengemeenschap
Tto Tweetalig onderwijs
vavo Volwassenen algemeen vormend onderwijs
vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
’09JaarverslagStichtingCarmelcollege
Hengelo, 19 mei 2010
Drienerparkweg 16
Postbus 864
7550 AW Hengelo
(074) 245 55 55
www.carmel.nl
Jaarverslag Stichting Carm
elcollege’09