15
1 Klinische neuropsychologie (3 e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel Agnosie Verlies van het vermogen om personen, voorwerpen, geluiden, geur, … te herkennen De zintuiglijke waarneming is (grotendeels) intact en er is geen sprake is van significant geheugenverlies over de betreffende waarneming Agrafie Dysgrafie Medisch onvermogen om de gedachten schriftelijk uit te drukken als gevolg van een hersenletsel Alexie Visuele afasie Onvermogen tot begrijpend lezen, terwijl het gezichtsvermogen nog intact is Amnesie Geheugenverlies Anesthesie Ongevoeligheid voor tast Apraxie Stoornis bij het uitvoeren van aangeleerde bewegingen op (meestal verbaal) commando Vanaf 126 Ataxie Verstoring van het evenwicht en de bewegingscoördinatie Dysartrie Spraakstoornis (≠ afasie) veroorzaakt door een letsel aan he ZS → verzwakte spieren die nodig zijn voor ademhaling, stemgeving en uitspraak Neglect Aandachtsstoornis Eén zijde van het lichaam/gezichtsveld wordt genegeerd Verminderde modaliteitsafhankelijke aandacht (attentie) en exploratie (intentie) voor de ruimte/het object (en hun mentale representaties) Contralateraal aan het hersenletsel Disconnectiesyndromen Syndroom Uitleg Zakboek Ideomotorische apraxie Onvermogen om aangeleerde handelingen bewust (op verbaal commando) uit te voeren Transitief: concreet, bij het gebruiken van voorwerpen (bv. hamer, tandenborstel, gaan zitten op stoel) Intransitieve taken: symbolische gebaren (bv. duim opsteken, hand schudden, zwaaien, niezen) Letsel meestal in linker hemisfeer 133 Unilaterale ideomotorische apraxie Hemiapraxie Aan één zijde Letsel: anterieure deel van corpus callosum 135

Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

  • Upload
    others

  • View
    13

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

1

Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst

Algemeen

Syndroom Uitleg Zakboek

Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

Agnosie Verlies van het vermogen om personen, voorwerpen, geluiden, geur, … te herkennen De zintuiglijke waarneming is (grotendeels) intact en er is geen sprake is van significant geheugenverlies over de betreffende waarneming

Agrafie Dysgrafie Medisch onvermogen om de gedachten schriftelijk uit te drukken als gevolg van een hersenletsel

Alexie Visuele afasie Onvermogen tot begrijpend lezen, terwijl het gezichtsvermogen nog intact is

Amnesie Geheugenverlies

Anesthesie Ongevoeligheid voor tast

Apraxie Stoornis bij het uitvoeren van aangeleerde bewegingen op (meestal verbaal) commando

Vanaf 126

Ataxie Verstoring van het evenwicht en de bewegingscoördinatie

Dysartrie Spraakstoornis (≠ afasie) veroorzaakt door een letsel aan he ZS → verzwakte spieren die nodig zijn voor ademhaling, stemgeving en uitspraak

Neglect Aandachtsstoornis Eén zijde van het lichaam/gezichtsveld wordt genegeerd Verminderde modaliteitsafhankelijke aandacht (attentie) en exploratie (intentie) voor de ruimte/het object (en hun mentale representaties) Contralateraal aan het hersenletsel

Disconnectiesyndromen

Syndroom Uitleg Zakboek

Ideomotorische apraxie

Onvermogen om aangeleerde handelingen bewust (op verbaal commando) uit te voeren

Transitief: concreet, bij het gebruiken van voorwerpen (bv. hamer, tandenborstel, gaan zitten op stoel)

Intransitieve taken: symbolische gebaren (bv. duim opsteken, hand schudden, zwaaien, niezen)

Letsel meestal in linker hemisfeer

133

Unilaterale ideomotorische apraxie

Hemiapraxie Aan één zijde Letsel: anterieure deel van corpus callosum

135

Page 2: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

2

Occulmotorische apraxie

Apraxie van de ogen Onvermogen om oogbewegingen op commando uit te voeren Bv. ogen niet meer open krijgen op vraag van diagnosticus

126

Buccofaciale apraxie Apraxie van lichaamsdelen gerelateerd aan de mond (kin, lippen, tong, farynx/slokdarmhoofd, larynx/strottenhoofd)

127

Diagonistische apraxie “Vreemde hand syndroom” Door verstoring van de SMC (supplementaite motorische cortex) wordt het ene hand niet geïnhibeerd wanneer deze hetzelfde wil doen als het andere hand

139

Constructieve apraxie Geen handelingen kunnen uitvoeren (tekenen, toren bouwen, …) op commando Letsel van de pariëtale lobben

/

Alexie zonder agrafie Men kan wel schrijven, maar niet lezen wat ze schrijven Meestal door een letsel van het splenium van corpus callosum en de linker occipitale cortex

Conductie afasie Afferente motorische afasie Vooral problemen met nazeggen van lange zinnen en getallen + struikelen soms over woorden → wordt meteen bewust gecorrigeerd Bv. ‘automobielinspectie’ niet volledig kunnen nazeggen Horen zichzelf wel praten en merken het wanneer ze een fout maken (“dat klonk raar he”) Veroorzaakt door verstoorde geleiding van de wittestofbanen

154

Collosale syndromen Bv. split brain Bv. alien hand syndroom → letsel aan corpus callosum: bewegingsprogramma gefaciliteerd tegen de wil van de patiënt in → hand lijkt een eigen leven te leiden (bv. gaat zomaar omhoog)

Linker hemisfeer

Productie van taal

Syndroom Uitleg Zakboek

Afasie van Broca Motorische/efferente/expressieve afasie Niet vloeiend spreken of herhalen Wel taalbegrip (begrijpt heel goed wat tegen hem/haar wordt gezegd) Kunnen geen grammaticale verbanden uitdrukken Spreken in telegramstijl (zonder lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden) Bv. “Home… doctor… legs… walking… no good.”

151

Transcorticaal motorische afasie

Dynamische afasie Onvermogen om een spontane communicatie te initiëren (extreme reductie van de spontane taal) Haperende spontane en responsieve taal (gesproken/geschreven) Merk op: goed bewaard begrip van de betekenis van gesproken/geschreven taal (woorden, zinnen en uitdrukkingen)

157

Page 3: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

3

Merk op: goed bewaard vermogen tot het herhalen van kort voordien gehoorde mondelinge uitdrukkingen Linker anterieure frontale letsels

Afasie van Wernicke Sensorische afasie Stoornis in de receptieve taal Vloeiend spreken Geen begrip (semantische problematiek, patiënt begrijpt niet wat er tegen hem/haar gezegd wordt of wat er geschreven staat) → herhaalt wel soms de vraag (echolalie), wanneer dit lang aanhoudt spreken we van verbale intoxicatie Bv. “tono tono tono tono” (wel verschillende intonaties en handgebaren, ook al geen begrip) Merk op: ≠ zuivere woorddoofheid Logorrhea: ziekelijke spraakzaamheid (op verhoogd tempo, met normale intonatie, allerlei woorden en zinsdelen aaneenschakelen, zonder dat daarin enig verband te vinden is)

99

Transcorticale sensorische afasie

Akoestische amnestische afasie Vloeiend spreken Geen taalbegrip Kunnen wel herhalen (enige verschil met afasie van Wernicke)

103

Globale afasie Niet vloeiend spreken Geen taalbegrip Kunnen niet herhalen → zeer zwaar (patiënt zit volledig vast)

155

Afasie Vloeiend Begrip Herhalen

Afasie van Broca/ motorische afasie

- + -

Transcorticaal motorische afasie

- + +

Afasie van Wernicke/ sensorische afasie

+ - -

Transcorticale sensorische afasie

+ - +

Conductie afasie + + -

Globale afasie - - -

Amnestische afasie ± + ±

Reproductie van taal

Syndroom Uitleg Zakboek Conductie afasie Afferente motorische afasie

Vooral problemen met nazeggen van lange zinnen en getallen + struikelen soms over woorden → wordt meteen bewust gecorrigeerd Bv. ‘automobielinspectie’ niet volledig kunnen nazeggen Horen zichzelf wel praten en merken het wanneer ze een fout maken (“dat klonk raar he”)

154

Page 4: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

4

Veroorzaakt door verstoorde geleiding van de wittestofbanen

Zuivere woorddoofheid

Auditieve verbale agnosie (≠ auditieve agnosie) Problematische reproductie van taal Stoornis in de receptieve functies Enkel last van het gesproken woord (≠ taal, want taal is gesproken én geschreven) “Wat is dat woord?” Gestoord begrip van lexicale elementen (mbt woordenschat) van gesproken/luidop voorgelezen zinnen Vlotte, maar gestoorde herhaling Horen wel, maar begrijpen de klank niet wanneer deze verbaal wordt geuit Kunnen wel lezen (geen last van het geschreven woord) Bv. geblinddoekt kunnen ze niemand verbaal begrijpen Bv. liplezen gaat wel (niet-verbaal) → als HV mond bedekt, dan niet meer begrijpen Bv. begrijpen het geluid van een ambulance, elektrische tandenborstel, … niet Merk op: onderscheid met afasie van Wernicke → deze kunnen ook het geschreven woord niet begrijpen Door letsel van secundaire auditieve cortex

101

Woordvindingsvaardigheid

Syndroom Uitleg Zakboek

Amnestische afasie Vloeiend spreken: ± Taalbegrip: + Herhalen: ± Geheugenproblematiek die interfereert met het taalsysteem Praten vlot, maar kunnen niet op een woord komen → continu zoeken naar woorden Bv. “Euhm… euhm…” Meestal woorden van dezelfde categorie

145

Anomie Geen woorden kunnen plakken op objecten, afbeeldingen, figuren, … → zeer sterk categorisch geordend, dus kans dat dit zich slechts voordoet binnen één categorie

Anomische afasie

Idem als amnestische afasie, maar dan minder ernstig Bv. geen dieren meer kunnen benoemen, maar wel lichaamsdelen → voldoende stimuli nodig om te weten welke categoriën aangetast zijn

145

Page 5: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

5

Ideomotorische praxis

Syndroom Uitleg Zakboek

Ideomotorische apraxie

Onvermogen om aangeleerde handelingen bewust (op verbaal commando) uit te voeren

Transitief: concreet, bij het gebruiken van voorwerpen (bv. hamer, tandenborstel, gaan zitten op stoel)

Intransitieve taken: symbolische gebaren (bv. duim opsteken, hand schudden, zwaaien, niezen)

Letsel meestal in linker hemisfeer

133

Ideationele apraxie Inaccurate sequentiëring van de afzonderlijke stappen binnen een doelgerichte reeks van handelingen Kunnen de taken afzonderlijk wel uitvoeren en ook herhalen, maar maken fouten in de planning (volgorde) Bv. ♀ die onderlijfje pas op einde aantrekt, bovenop alle andere kleren

137

Apractische agrafie Niet meer kunnen schrijven als gevolg van een apraxie Bij het schrijven volgens dictee, op commando, of als reactie op een stimulus, produceert de patiënt een slecht gevormd handschrift dat kan evolueren tot onherkenbare krabbels. Dit syndroom doet zich voor aan beide handen Merk op: ze kunnen wel spellen Letsel in de pariëtale cortex

173

Verstoringen van het lichaamsschema (linker pariëtale lob)

Syndroom Uitleg Zakboek Vingermislokalisatie Inaccurate identificatie (door aan te wijzen of te

bewegen) van de vingers die, bij afgedekt gezichtsvermogen, door de diagnosticus aangeraakt werden ( aan één of beide handen)

93

Vingeragnosie Onvermogen om op een visuele manier de afzonderlijke vingers van de handen te herkennen Kunnen perfect praten, maar niet aanduiden op het lichaam → krijgen dit conceptueel niet aangetoond

94

Autotopagnosie Inaccuraatheid in het lokaliseren van lichaamsdelen aangegeven door diagnosticus (zowel op het eigen lichaam als op het lichaam van de onderzoeker als op een schaalmodel) Merk op: kunnen deze lichaamsdelen wel herkennen en benoemen, maar op geen enkele manier aanduiden Merk op: dit syndroom kan ook unilateraal voorkomen (disconnectie)

95

Unilaterale autotopagnosie

Disconnectie Inaccuraatheid enkel aan één lichaamszijde in het localiseren van lichaamsdelen aangegeven door de diagnosticus → andere helft heeft perfect lichaamsschema Bv. “steek beide handen in de lucht” → lukt maar met

/

Page 6: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

6

één hand

Heterotopagnosie Inaccuraatheid in het lokaliseren van lichaamsdelen aangegeven door diagnosticus op het lichaam van de diagnosticus

/

Links-rechts verwarring/disoriëntatie

Inaccuraatheid in het onderscheiden van links en recht bij lichamen of in de ruimte, of beide, vanuit het eigen gezichtspunt of vanuit het gezichtspunt van een ander persoon, die met het aangezicht naar de patiënt toe zit

97

Gerstmann syndroom Alle bovenstaande syndromen (behalve heterotopagnosie) + dyscalculie

/

Kleur benoemen en associaties

Syndroom Uitleg Zakboek

Stimulusspecifieke afasie (kleurafasie/kleuranomie)

Verminderd vermogen om te communiceren over kleuren 149

Rechter hemisfeer

Emotionele expressie in communicatie

Syndroom Uitleg Zakboek

Aprosodie Geen emoties van anderen kunnen afleiden (expressies, intonatie, …) → Niet meer “tussen de regels” kunnen lezen Bv. clue van een mop niet snappen Bv. niet kunnen interpreteren van spreuken, zegswijzen Bv. niet begrijpen van metaforen Letsel in de rechter hemisfeer: emotioneel-affectief

Vanaf 207

Tactiele perceptiestoornissen

Syndroom Uitleg Zakboek

Tactiele objectagnosie Astereoagnosie Onvermogen om tactiel aangeboden (voorheen bekende) objecten te herkennen Vermogen tot vergelijking en discriminatie van tactiel gepresenteerde stimuli is vrij goed bewaard gebleven Het aantonen van een intacte tactiele objectherkenning is op geen enkele manier mogelijk!

57

Page 7: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

7

Visuomotorische integratie

Syndroom Uitleg Zakboek

Visuoconstructiestoornis Constructionele apraxie Visuoconstructieve stoornis Inaccuraatheid bij het maken van een tekening volgens een model De patiënt is zich hiervan bewust, maar is toch niet in staat om zijn prestatie te verbeteren Ook in 3D (bv. bouwen van een blokkentoren) Wel intact vermogen om fouten en inaccurate elementen in de tekening, toren, … te zien

120

Visuele perceptiestoornissen

Syndroom Uitleg Zakboek

Achromatopsie Kleuramnesie Stoornis in het herkennen van visuele stimuli Inaccuraat sorteren van kleuren volgens schakering Inaccurate matching van kleuren Inaccurate detectie van gekleurde stimuli in gekleurde achtergronden

62

Visuele objectagnosie Visuele perceptiestoornis Onvermogen om visueel gepresenteerde bekende objecten te herkennen Het vermogen om visueel gepresenteerde objecten te discrimineren en te vergelijken is vrij goed bewaard gebleven Het aantonen van visuele objectherkenning is op geen enkele manier mogelijk!

67

Stoornissen in het herkennen van aangezichten

Inaccurate matching of discriminatie van gezichten wanneer dit gebeurt op basis van visuele details Merk op: kunnen gezichten wel herkennen Bv. Benten Face Recognition Task

65

Stoornissen in de visuele vormperceptie

Apperceptieve agnosie Inaccurate matching of discriminatie van complexe visuele stimuli, met uitzondering van gezichten Bv. gestoorde figuur-achtergrond discriminatie (stoornissen in discriminatie van complexe patronen) Bv. inaccurate identificatie van visuele stimuli die gedeeltelijk verborgen zijn, of getoond worden vanuit ongewone hoeken, of waarbij opvallende details ontbreken Merk op: intact vermogen om diezelfde stimuli te identificeren wanneer deze duidelijk aangeboden worden

64

Kleuragnosie Onvermogen om de karakteristieke kleuren van bekende objecten te identificeren

63

Prosopagnosie Herkennen gezichten niet /

Page 8: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

8

Visuospatiale perceptiestoornissen

Syndroom Uitleg Zakboek

Topografische disoriëntatie

Inaccuraatheid in pogingen tot het volgen van een route met behulp van niet-verbale kaarten Inaccuraatheid bij het aangeven van de richtingen (noord/zuid/oost/west) bij het afleggen van een bestaande route of bij het volgen van een route op een kaart Bv. juf die de provincies van België niet meer kan aanduiden op een kaart

79

Topografische agnosie Onvermogen om voorheen bekende oriëntatiepunten in het landschap te herkennen Het vergelijken en discrimineren van oriëntatiepunten is wel intact Het aantonen van een intacte herkennen is op geen enkele manier mogelijk!

69

Spatiale disoriëntatie Inaccurate beoordeling van de ruimtelijke oriëntatie van visueel of tactiel gepresenteerde stimuli Bv. judgement of angularity or line orientation

77

Spatiale inflexibiliteit Inaccuraatheid in het mentaal roteren of het zich voorstellen van bewegingen van stimuli in de ruimte Inaccuraatheid in het mentaal veranderen van stimulusvormen Inaccuraatheid bij het mentaal samenvoegen van afzonderlijke fragmenten tot een geheel object Bv. Hooper Visual Organisation test Inaccuraatheid in het zich voorstellen hoe een object of tafereel eruit zou zien vanuit een andere invalshoek of richting

78

Spatiale misschatting Inaccurate schatting van het aantal afzonderlijke elementen in een geheel (reeks stippen, letters, blokken, …), gebaseerd op de spatiale configuratie van de reeks

79

Astereopsie Stoornis in de diepteperceptie

Lokaal Inaccurate perceptie van diepte bij objecten gezien onder stereoscopische condities Bv. Stereo Fly test (niet meer gebruikt)

75

Globaal Inaccurate perceptie van diepte bij het onder stereoscopische condities bekijken van patronen van randomsgewijs verdeelde stippen of letters

76

Allesthesie Allochirie Stimulusmislokalisatie Inaccuraatheid in het lokaliseren van de positie van visuele/auditieve/tactiele stimuli in de omgeving → deze worden verdraaid in het brein, waardoor je de sensatie gewaarwordt aan de andere kant Bv.rechts letsel: links prikken → rechts voelen

80

Optische ataxie Ruimtelijke ordening verstoord (bv. ergens naast grijpen) Letsel in de pariëtale lobben

/

Page 9: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

9

Stoornissen in de expressieve taal

Constructionele agrafie Spatiale/visuospatiale agrafie Stoornis van het geschreven woord Inaccuraat schrijven van afzonderlijke letters tijdens een dictee, het schrijven op commando, het schrijven als reactie op een stimulus of afbeelding, of bij het kopiëren Geen zelfcorrectie Deze stoornis doet zich voor in beide handen Betrekkelijk goed bewaard vermogen tot mondelinge spelling Betrekkelijk goed bewaard vermogen tot het spellen mbv anagramletters

174

Gerichte aandacht en unilateraal neglect

Syndroom Uitleg Zakboek

Neglect

Hemi-inattentie Stimulusneglect (aandachtsstoornis) Verminderde aandacht voor de ruimte rond zichzelf aan één zijde van het lichaam of het gezichtsveld Merk op: wel verbeterde stimulusdetectie aan de genegeerde zijde wanneer de aandacht speciaal naar die plaats wordt gericht Merk op: de stoornis kan zich voordoen in één of verschillende zintuigelijke modaliteiten tegelijkertijd

84

Hemispatiaal neglect Stimulusneglect (aandachtsstoornis) Onvermogen om de linker- of rechterzijde van het visueel veld of van een stimulus in het visueel veld te exploreren of op te merken Bv. “Ik wil de loog zien.” → bedoelt psycholoog, maar linkerzijde genegeerd, dus niet waargenomen OF Onvermogen om ofwel het bovenste ofwel het onderste deel van het visuele veld of van een object of andere stimulus in het visuele veld op te merken (altitudinaal neglect) OF Onvermogen om tijdens een geheugenreproductie details van ofwel de rechter ofwel de linker zijde van een stimulus op te merken Bv. marktplein herinneren → enkel de gebouwen aan ipsilesionele zijde opsommenS Merk op: welke informatie genegeerd wordt, is afhankelijk van het referentiepunt van waaruit men zich de stimulus inbeeldt

88

Sensoriële extinctie (na bilaterale simultane stimulatie)

Stimulusneglect (aandachtsstoornis) Stoornis in het detecteren van stimuli aan de rechter of linker kant bij dubbele of bilaterale simultane

86

Page 10: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

10

stimulusaanbieding Afgezwakte vorm van neglect Voorkeur voor stimuli aan de ipsilesionele zijde Sensorisch/motorisch Bv. ♀ balkje omhoog houden → lukt met linkerhand en rechterhand apart, maar wanneer met beide handen dan is er een verzwakking van links Bv. diagnosticus raakt beide oorlellen van patiënt aan → merkt dit slecht aan één zijde Merk op: één zijde tegelijk lukt wel

Simultaanagnosie Stimulusneglect (aandachtsstoornis) Onvermogen om meerdere stimuli tegelijk waar te nemen Onmogelijkheid om meer dan één aspect of gedeelte van een object of scène tegelijk waar te nemen Aandacht hangt vast aan één plaats, object, … Is een onderdeel van het syndroom van Balint (simultaanagnosie + oculomotorische apraxie + optische ataxie)

91

Pusher syndroom Neglect kan zich ook posturaal uiten → verstoord posturaal lichaamsschema Brein merkt de discrepantie op tussen loodrechte gravitatievector en schuine houding → probeert zwaartepunt naar andere kant te brengen → patiënt “wordt getrokken” naar één kant, en duwt terug wanneer hulpverlener hem/haar recht wil zetten

/

Allokinesie Andere kant bewegen dan gevraagd (ipsilateraal ipv contralateraal lidmaat bewegen)

/

Verminderde of verstoorde motorische responsen

Directionele hypokinesie/ Akinesie

Onvermogen tot initiatie (spontaan/op aanvraag) van bewegingen van gezicht, romp en ledematen Afwezigheid van betekenisvolle interacties met de omgeving Aanwezigheid van randomsgewijze en stimulusvolgende oogbewegingen Knipperen met de ogen is intact

242

Hemiakinesie Aan één zijde minder bewegen, deze minder inschakelen (gezicht, romp, ledematen) Merk op: ook al is dit perfect mogelijk

242

Page 11: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

11

Verdraaiingen (para-)

Parafasie Een hersenaandoening die ervoor zorgt dat iemand woorden in zijn of haar gedachten niet meer goed kan rangschikken. Hierdoor wordt het "kiezen" van de juiste woorden vrijwel onmogelijk. Iemand die aan parafasie lijdt, gebruikt vaak de verkeerde woorden. Deze hebben vaak wel een relatie met het woord dat eigenlijk bedoeld werd, zoals dezelfde klemtoon, spelling, klank, uitspraak of gebruik. Bv. iemand zegt tafel, wanneer hij stoel bedoelt. (semantisch/fonematisch/literaire parafrasieën of neologismen)

/

Paragrafie Schrijfstoornis waarbij iets ander wordt geschreven dan bedoeld (semantisch/ fonematisch/literaire parafasieën of neologismen)

/

Paralexie Leesblindheid (semantisch/ fonematisch/literaire parafasieën of neologismen) Bv. vliegtuig → “vloogtuipen… vliegtuin” Bv. boomstam → “boomstomp”

/

Page 12: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

12

Stoornissen in de gedragscontrole

Gewaarwording van het eigen lichaam

Anosognosie Stoornis in de controle van gedrag De patiënt is zich niet bewust van een duidelijke handicap of verminderde mogelijkheden Problemen met de metacognitie (denken over denken) Deze blijft het onvermogen ontkennen, ook nadat de aanwezigheid ervan duidelijk werd aangetoond De ontkenning volgt op het ontstaan van een zieke of trauma dat mogelijk hersenletsel tot gevolg kan hebben Merk op: deze ontkenning wordt niet veroorzaakt door angst voor de gevolgen of door een poging om deze gevolgen te vermijden

225

Anosodiaforie Stoornis in de emotionele en uitvoerende controle van gedrag Onverschilligheidsreactie Onverschilligheid of gebrek aan bezorgdheid omtrent eigen medische toestand of handicap De patiënt is zich betrekkelijk goed bewust van zijn/haar medische status en van de aanwezigheid van de handicap Deze onverschilligheid ontstond in aansluiting op het ontstaan van een ziekte of trauma dat mogelijke hersenbeschadiging tot gevolg had Het huidige gebrek aan bezorgdheid wijkt af van de typische premorbide reactie op stress en persoonlijke tegenslagen

221

Somatoparafrenie Ontkenning van lichaamsdelen als behorende tot het eigen lichaam (ledematen) Volhouden van deze ontkenning ondanks het feit dat aangetoond werd dat het lichaamsdeel wel degelijk deel uitmaakt van de rest van het lichaam Ontkenning volgend op het ontstaan van een ziekte of een trauma die mogelijk hersenletsel tot gevolg heeft Merk op: patiënt heeft ook geen gevoel in dit lichaamsdeel Bv. wanneer je verkeerd op je arm slaapt, voel je dit even niet meer → zo voelt patiënt zich continu Merk op: het brein creëert steeds een eigen realiteit, ook al heeft het niet alle puzzelstukken

226

Page 13: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

13

Frontale lobben

Syndroom Uitleg Zakboek

Stimulus-bound gedrag Toegenomen disinhibitie van interfererende irrelevante omgevingsstimuli Doordat deze patiënten blijven vasthangen bij gedragingen (perseveratie), gaan ze meer blijven plakken aan de stimulus Ze worden meer afhankelijk van de omgeving Bv. alle bollen moeten aantikken, maar toch steeds “als een magneet” worden terug gezogen naar die ene bol

/

Perseveratie Onvermogen, om gedragingen op het vereiste tijdstip te beëindigen “blijven hangen” bij een respons die net uitgevoerd is Bv. schrijven “Wat is het het het het het…”

234-235

Verbale reïteraties (herhalingen)

Stoornis in de controle van gedrag Spontane herhaling van de woorden of uitdrukkingen, door iemand anders uitgesproken (echolalie) Spontane meervoudige herhaling van lettergrepen, woorden of uitdrukkingen van jezelf (palilalie) Onvermogen om deze neiging tot herhalen tegen te gaan Bv. “Kan je je naam zeggen?’ vraagt prof → ♀ “Kan je je naam zeggen?” → zegt alles na (dit is onbewust, ze kan het niet onderdrukken)

239

Grijpreflex Lijkt een reflex, maar eigenlijk geen controle meer over het gedrag. Bv. cliënt neemt vingers van diagnosticus vast en kan ze niet meer los laten. Hoe harder de diagnosticus trekt, hoe harder de cliënt terug trekt.

/

Impulsdisinhibitie/ ontremd gedrag/ agressief gedrag

Trigger wekt gedrag op dat oncontroleerbaar is Onvermogen om vorige ervaringen of feedback/consequenties te gebruiken om huidige of toekomstige gedragingen te leiden (leren uit vorig gedrag) Onvermogen om negatieve gevolgen te anticiperen of er zich door laten beïnvloeden Deze patiënten zijn mogelijks een gevaar voor de omgeving en zichzelf

236

Executieve stoornissen

Syndroom Uitleg Zakboek

Ideationele constrictie Constrictie = beperking Onvermogen om op een hoger abstractieniveau te redeneren Vb. zegswijzen niet snappen of kunnen uitleggen Stoornis in de tertiare gebieden van sensorische informatieverwerking (integratie)

227

Ideationele disoriëntatie Een verwarde gedachtegang 228

Anosognosie Gebrek aan ziekte inzicht Brein minimaliseert het letsel en klachten

225

Stoornis in de Bv. wanneer ene arm grijpreflex heeft komt men er niet zelf /

Page 14: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

14

probleemoplossing op om de andere arm te gebruiken om het object/persoon te lossen geen zelfredzaamheid

Stoornis in de interferentie Kunnen details niet meer onderscheiden van hoofdzaken Door alles afgeleid Presteren slecht op Strooptest Letsel in de thalamus?

/

Disinhibitie

Syndroom Uitleg zakboek

Grijpreflex Lijkt een reflex, maar eigenlijk geen controle meer over het gedrag. Bv. cliënt neemt vingers van diagnosticus vast en kan ze niet meer los laten. Hoe harder de diagnosticus trekt, hoe harder de cliënt terug trekt.

/

Utilizatiegedrag Handelingen die bij objecten horen niet meer kunnen inhiberen Bv. patiënt een glas geven → gaat meteen beginnen ‘drinken’, ook al zit er niets in Bv. vork geven → meteen beginnen ‘eten’ Aangeboden object meteen gebruiken voor wat het dient, ook al is dit niet de bedoeling

/

Forced collectionsim Men kan niets meer weggooien /

Stimulus-bound gedrag Toegenomen disinhibitie van interferende irrelevante omgevingsstimuli

/

Echopraxie Stoornis in de controle van gedrag Imitatiegedrag: spontaan imiteren van geobserveerde bewegingen, ongeacht de situatie Patiënt kan dit niet tegenhouden Bv. onderzoeker raakt eigen oorlel aan → patiënt doet dit meteen na Bv. steekt armen omhoog → patiënt ook meteen Stoornis in onderdrukking door de spiegelneuronen

247

Echolalie Spontane herhaling van woorden of uitdrukkingen door iemand anders uitgesproken Bijna gelijktijdig of zelfs zinnen afmaken

239

Perseveratie Onvermogen om gedragingen op het vereiste tijdstip te beëindigen “blijven hangen” bij een respons die net uitgevoerd werd

234-235

Pathologische reïteraties (palilalie)

Spontane meervoudige herhalingen van lettergrepen, woorden of uitdrukkingen

239

Verbale reïteraties (uitgestelde echolalie)

Spontane herhaling van woorden of uitdrukkingen door iemand anders uitgesproken

239

Logorrhea “Spraakwaterval” Bv. op een simpele vraag een heel lang antwoord geven, waarbij de patiënt niet tot de clue komt

/

Pathologisch lachen/wenen

Plotse onvrijwillige lach- of huilbui Afwezigheid van een bijpassend subjectief gevoel Ontstaan in aansluiting met een ziekte of trauma met

224

Page 15: Klinische neuropsychologie (3 Bach): Syndromenlijst1 Klinische neuropsychologie (3e Bach): Syndromenlijst Algemeen Syndroom Uitleg Zakboek Afasie Taalstoornis als gevolg van een hersenletsel

15

mogelijks hersenletsel tot gevolg

Impulsdisinhibitie Onvermogen om vorige ervaringen of feedback te gebruiken om huidige of toekomstige gedragingen te leiden Onvermogen om negatieve gevolgen te anticiperen of er zich door laten beïnvloeden

/

Tics Stoornissen van de basale ganglia (striatum, klokhuis) /

Apathisch syndroom

Syndroom Uitleg Zakboek

Abulie Pseudodepressie Apathie Verminderde motivatie en interesse

219

Manie Euforie Opgewonden en euforische stemming ondanks de aanwezigheid van een belangrijke ziekte of handicap Deze ontstond in aansluiting op het ontstaan van een ziekte of trauma dat mogelijk hersenbeschadiging tot gevolg heeft

223

Apathisch syndroom Anterieure cingulate cortex - Verlies van motivatie - Verminderd doelgerichte activatie

Affectie - Vervlakking en onveranderde expressie

Emotioneel - Afwezigheid van interesse - Opwinding - Emotionele intensiteit - Gebrek aan emotionele responsiviteit t.o.v.

(positieve/negatieve) gebeurtenissen Cognitief

- Afgenomen generatief denken (genereren van nieuwe ideeën)

- Afgenomen benieuwdheid - Afgenomen engagement in normale activiteiten - Gebrek aan interesse in leren en nieuwe ervaringen - Gebrek in zorg (voor gezondheid, familie of

toekomst) Motorisch:

- Gebrek aan moeite - Afgenomen productiviteit - Afgenomen vermogen om activiteiten vol te

houden - Afgenomen imitatie van nieuwe activiteiten - Toegenomen afhankelijkheid van anderen

/