108
KRITISCHE REFLECTIE Doelgericht co-creatief samenwerken aan innovatie Instellingsreview - 8 september 2016

KRITISCHE REFLECTIE

  • Upload
    vunhan

  • View
    250

  • Download
    3

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: KRITISCHE REFLECTIE

KRITISCHE REFLECTIEDoelgericht co-creatief samenwerken aan innovatie

Instellingsreview - 8 september 2016

Page 2: KRITISCHE REFLECTIE

AFKORTINGENLIJST

WOORD VOORAF

METHODOLOGIE VAN DE KRITISCHE REFLECTIE

1 ORGANISATIE1.1 Inspirerende hogeschool

1.2 Slagkrachtig door een tweelagen organisatiestructuur

1.3 Responsief door een nabij en collegiaal management

1.4 Verbindend door thematische fora, werkgroepen, KVT’s

1.5 Adequate ruimte voor participatie

1.6 Sterk door een geschikte schaalgrootte 1.6.1 Arteveldehogeschool 1.6.2 Professionele bacheloropleidingen 1.6.3 Bachelor-na-bacheloropleidingen en postgraduaten 1.6.4 Bijscholingen, studiedagen en leerstoelen

1.7 Actief in netwerking 1.7.1 Participatie in de Associatie Universiteit Gent 1.7.2 Arteveldeleernetwerk 1.7.3 Betrokkenheid bij externe regionale/nationale en internationale organen

Reflectie hoofdstuk 1 Sterke punten Aandachtspunten Toekomstperspectieven

2 STRATEGIE 2.1 Visie op kwaliteit van onderwijs

2.2 Strategische aansturing: co-creatief en veelzijdig

Reflectie hoofdstuk 2 Sterke punten Aandachtspunten Toekomstperspectieven

3 RESULTAATGERICHT SAMENWERKEN 3.1 Onderwijsbeleid 3.1.1 De motiverende leeromgeving als gangmaker voor onderwijsvernieuwing en -innovatie 3.1.2 Kwaliteitsvolle onderwijsaanpak

3.2 Transversale beleidsthema’s: internationalisering, onderzoek,

ondernemingszin en duurzaamheid 3.2.1 Beleid internationalisering

3

5

5

56

7

7

8

8

1010101111

12121212

14141414

1515

16

19191919

202020

22

24

24

1

Page 3: KRITISCHE REFLECTIE

3.2.2 Beleid praktijkgericht onderzoek en maatschappelijke dienstverlening 3.2.3 Ondernemingszin en ACCIO als expertisecentrum en ondersteuningsplatform 3.2.4 Duurzaamheid

3.3 Ondersteuningstrajecten en onderwijsinnovatietrajecten

3.4 Onderwijsondersteunende dienstverlening naar studenten 3.4.1 Begeleiding op maat 3.4.2 Studentenvoorzieningen 3.4.3 Elektronisch leerplatform Chamilo 3.4.4 Mediatheken

3.5 Personeel en HR-beleid 3.5.1 Personeelsinzet 3.5.2 Personeelsbeleid 3.5.3 Professionalisering

3.6 Resultaten 3.6.1 Doorstroom- en uitstroomresultaten 3.6.2 Kwaliteit van opleidingsonderdelen 3.6.3 Alumniwerking 3.6.4 Bachelorproefprijs

Reflectie hoofdstuk 3 Sterke punten Aandachtspunten Toekomstperspectieven

4 KWALITEITSCULTUUR, MOTOR VAN ONTWIKKELING4.1 Visie op kwaliteitscultuur

4.2 Aanpak van kwaliteitsmanagement: top-down en bottom-up 4.2.1 Kwaliteitsbepaling 4.2.2 Kwaliteitsborging 4.2.3 Kwaliteitsverbetering 4.2.4 Kwaliteitsverantwoording

4.3 Resultaten van verbetering

Reflectie hoofdstuk 4 Sterke punten Aandachtspunten Toekomstperspectieven

BESLUIT

LIJST VAN BIJLAGEN

28 3031

33

3535363636

37373738

40404141 43

43434444

4545

4545454547

48

50505050

50

50

2

Page 4: KRITISCHE REFLECTIE

ACCIOAKWARISARAUGentAVAVMBEN(-label)BusoC1COHEHRE CoP CPBW Cvba-soCVO DESTEP

DINAR DLREANECTS EDO EFYE ERASMUS EU EUA EURASHE FAGASTGENT BC HBO5 HELMO HOCHoGent HRM IBC ICOM(project) ICT IKZ iMinds IMPROVE

IP IVV

Arteveldehogeschool Centrum voor Creativiteit, Innovatie en Ondernemingszin Arteveldehogeschool KWAliteitszorg Registratie- en InformatieSysteem Academische RaadAssociatie Universiteit GentAlgemene VergaderingAudioVisueel MateriaalBijna Energie NeutraalBuitengewoon secundair onderwijsTaalvaardigheidsniveau van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen COnsortium of institutes of Higher Education in Health and Rehabilitation in Europe Community of PracticeComité ter Preventie en Bescherming op het WerkCoöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met sociaal oogmerkCentrum voor Volwassenen Onderwijs(analysemethodiek van) Demografische, Economische, Sociaal-culturele, Technologische, Ecologische, Politieke en juridische factorenDigitaal geïntegreerd platform Arteveldehogeschool Domeinspecifieke LeerResultatenEuropean Access NetworkEuropean Credit Transfer SystemEducatie voor Duurzame OntwikkelingEuropean First Year ExperienceEuropean Region Action Scheme for the Mobility of University Students Europese UnieEuropean University AssociationEURopean ASsociation of institutions in Higher EducationForum ArteveldedienstenGentse Associatie STudentenraadGENT Big in CreativityHoger BeroepsOnderwijs (Niveau 5)Haute Ecole Libre MOsaneHogeschoolOnderhandelingsComitéHogeschool GentHumanResourcesManagementInterne BeroepsCommissieInternationale COMpetentiesInformatie- en CommunicatieTechnologieIntegrale KwaliteitsZorgVlaamse onderzoeksinstelling voor digitale innovatieInstrument voor Mindmapping, om PRestaties/performantie Op te lijsten en VErbeteringen te etalerenIntensieve Programma’sInstituut Voor Verpleegkunde Sint-Vincentius Gent

AFKORTINGENLIJST

3

Page 5: KRITISCHE REFLECTIE

Karel de Grote Hogeschool AntwerpenKatholiek Instituut voor Sociale Promotie, Gent Kort OpleidingsInitiatiefKwaliteitVerbeterTeamLearning And Study Strategies Inventory(dienst) Onderwijsontwikkeling en Internationalisering OpleidingsAdviesRaadOnderzoeks- en DienstverleningsCentrumOnthaalonderwijs Anderstalige Nieuwkomers Opleidingsonderdeelspecifieke Leerresultaten OpleidingsonderdeelOpleidingsspecifieke Leerresultaten OpleidingsManagementTeamOpleidingsRaadOpleidingsStudentenRaadProfessionele BAchelorPedagogie van het Jonge Kind (PBA in de pedagogie van het jonge kind) Praktijkgericht Wetenschappelijk OnderzoekRaad Van BestuurStudie-InformatieDagenStudentenRaad Arteveldehogeschool Studentenoverleg Stad Gent StudentenvertegenwoordigerStudentenvoorzieningenStudentVolgSysteemStudie en Werk combinerenTrots op Realisaties, de Ongewone ideeën en de Talenten van onze Studenten TAlenten en COmpetenties in OntwikkelingUniversiteit GentUNIe van Zelfstandige OndernemersVrije Avondschool Zuid-Oost-Vlaanderen Oudenaarde Vlaamse Dienst voor ArbeidsbemiddelingVlaamse KwalificatieStructuurVerbond van Kristelijke Werkgevers en kaderleden (nu ETION) VLaamse HOgescholenRaadVlaamse Universiteiten Hogescholen RaadVlaams Netwerk van OndernemingenVormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk VolTijdse Eenheid /EenhedenVlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en technische Bijstand Vlaamse Vereniging van StudentenVereniging zonder winstoogmerkWerkgroepZorg en Welzijn (Hogere Beroepsopleiding voor Verpleegkunde voorheen HBOV Brugge)

KdG KISP KOIKVT LASSIO&I (OEI)OAR ODC OKANOLD OLODOLR OMTOR OSR PBA PJK PWORVBSID-in SRAStu Gent Stuver Stuvo(raad) SVSSWITCH(traject)T.R.O.T.S.TACOO UGent UNIZO VAZOV VDABVKS VKWVLHORAVLUHR VOKA VSPW VTE VVOB VVS VZW WG ZoWe

4

Page 6: KRITISCHE REFLECTIE

WOORD VOORAF

Op het moment dat deze kritische reflectie geschreven wordt, bevindt de Arteveldehogeschool zich in een overgangsfase: het strategische instellingsplan van 2010-2015 wordt afgerond en tegelijk is de uitrol van het nieuwe strategische instellingsplan 2015-2020 gestart. Als we even terugblikken, zijn we trots op de realisaties van de voorbije vijf jaar en ontzettend dankbaar voor de onverdroten inzet en het vele werk van alle medewerkers en studenten. Tezelfdertijd is deze fase ook een moment van reflectie: stilstaan bij wat minder goed lukte en leerkansen grijpen voor de toekomst.

De opmaak van het nieuwe strategische instellings-plan geeft vooral kracht: het brengt mensen samen in een golf van dynamiek en samenhorigheid. Het is fijn vast te stellen hoe we in co-creatie met een enthousiaste ploeg medewerkers en studenten, en met het werkveld en maatschappelijke actoren, plannen smeden voor de toekomst en samen aan de weg timmeren voor nog kwaliteitsvollere opleidingen aan de Arteveldehogeschool. We danken iedere stakeholder voor de inbreng.

Deze kritische zelfreflectie stimuleert ons om, samen met alle stakeholders, in de spiegel te kijken en aan introspectie te doen. Het resultaat beschrijft de werking en de uitvoering van het onderwijsbeleid en de regie voor het borgen van de onderwijskwaliteit van de opleidingen (in een afzonderlijk document). Dat betekent dat een behoorlijk aantal andere domeinen niet onmiddellijk in beeld komen ondanks hun bijzondere waarde voor het onderwijsproces.

We danken van harte iedereen die zich heeft ingezet om deze kritische zelfreflectie inhoud te geven en te verrijken. We kijken met belangstelling uit naar de dialoog met de reviewcommissie.

Johan VeeckmanAlgemeen Directeur

Tony Van ParysVoorzitter

METHODOLOGIE VAN DE KRITISCHE REFLECTIE

Deze kritische reflectie is tot stand gekomen dankzij de inbreng van velen. In eerste instantie ging een beperkte schrijfgroep aan de slag om een eerste ontwerp op te stellen. Deze draft werd besproken tijdens de strategische driedaagse 2016 in de Artevelderaad. De Artevelderaad formuleerde voor elk hoofdstuk sterktes, aandachtspunten en toekomstperspectieven.

In een derde fase verzamelde de schrijfgroep feedback bij alle stakeholders.

• Tijdens een event voor alle Opleidingsadviesraden (OAR) met vertegenwoordigers uit het werkveld kregen de leden de kans te reflecteren over de sterkte-zwakteanalyse.

• De kritische reflectie werd onder de loep genomen met de leden van het HogeschoolOnderhandelings-Comité (HOC), de personeelsafvaardiging in alle Opleidingsraden (OR) en de leden van de Academische Raad (AR).

• Er werd ook feedback gevraagd aan de leden van de Studentenraad Arteveldehogeschool (SRA) en aan een afvaardiging van studenten uit iedere opleiding.

• De kritische reflectie stond op de agenda van een strategische dag van het forum Arteveldediensten (FA). Alle leden van de FA gingen uitgebreid in discussie over de tekst, samen met alle leden van de managementteams van alle opleidingen.

Na deze intensieve feedbackrondes verwerkte de schrijfgroep alle aanvullingen tot een definitieve tekst die ter bespreking en goedkeuring werd voorgelegd aan de raad van bestuur.

Tot slot werd het definitieve document breed gecommuniceerd in de hogeschool en besproken in alle opleidingsteams en diensten van de Arteveldehogeschool.

5

Page 7: KRITISCHE REFLECTIE

1. ORGANISATIE

Page 8: KRITISCHE REFLECTIE

De zeven kenmerken van de organisatie van de Arteveldehogeschool worden hieronder besproken.

1.1 Inspirerende hogeschool

De Arteveldehogeschool is een ‘university college’ dat zich profileert door innovatief en kwaliteitsvol hoger onderwijs, praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening. Ondernemingszin, internationalisering én de professionele begeleiding van diverse doel- groepen studenten kenmerken de Arteveldehogeschool. De hogeschool is een expertisecentrum voor onderwijs, praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en dienst-verlening, waar studenten, medewerkers en externe partners in een stimulerende leer- en werkomgeving samenwerken.

De Arteveldehogeschool is een christelijk geïnspireerde hogeschool en vertaalt deze identiteit in een heden-daagse context als dialoog-hogeschool. De hogeschool staat voor een warme, waarderende en innovatieve organisatiecultuur die geënt is op een samenleving die zich kenmerkt door superdiversiteit en complexiteit. De hogeschool leidt professionals op die door creativiteit, innoverend denken en ondernemingszin in de maatschappij van betekenis zijn.

De hogeschool draagt als baseline ‘denk.doe.word’. Dat vat precies samen waar de Arteveldehogeschool voor staat: in de opleidingen ‘denk’ en ‘doe’ je (als student bij het verwerven van de leerresultaten en als medewerker in het realiseren van je opdrachten) en zo ‘word’ je. Op die manier word je als student een startbekwame professional, die klaar is voor het werkveld of om verder te studeren of levenslang te leren.

De studenten en medewerkers ontwikkelen hun talenten tot competenties in een toekomstgerichte en internati-onaal georiënteerde hogeschool. De opleidingen en de hogeschool verankeren zich regionaal en internationaal door strategische partners met de opleidingen en de instelling te verbinden.

Op hogeschoolniveau werd een Memorandum of Understanding afgesloten met Metropolia

University of Applied Sciences (Helsinki, Finland). Er zijn ook gesprekken met een Nederlandse partner om nog dit jaar benchmarking op hogeschoolniveau te starten.

De regionale verankering concretiseert zich in een doorgedreven samenwerking onder andere in projecten met de Universiteit Gent, de stad Gent en de provin-cie Oost-Vlaanderen, de vele scholen en ziekenhuizen, middenveldverenigingen, bedrijven, verenigingen voor

ondernemers en werkgevers... Zo heeft de hogeschool een belangrijke samenwerking met het AZ Maria Midde-lares kunnen uitbouwen door een gezamenlijk ‘state of the art’ trainingscentrum te realiseren voor verpleegkun-de, vroedkunde, ergotherapie... voor zowel studenten als werknemers van het ziekenhuis.

Heel wat studenten zijn betrokken in projecten van ‘community service learning’ (www.artevelde-

hogeschool.be/over-ons/engagement). Studenten van de opleidingen PBA in het sociaal werk, PBA in het onder-wijs: lager onderwijs en PBA in het onderwijs: secundair onderwijs werken als tutor in gezinnen waar ze leerbege-leiding van jongeren voor hun rekening nemen.

Internationaal wil de hogeschool een erkende kwaliteits-volle instelling zijn met opleidingen die ook aantrekkelijk zijn voor internationale studenten en participeren in strategische internationale netwerken.

Het belang van de nexus onderzoek-onderwijs is duide-lijk: kwaliteitsvol, innovatief hoger onderwijs wordt onder meer gevoed vanuit praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek, door implementatie van nieuwe kennis en inzichten. De hogeschool vervult eveneens haar maat-schappelijke rol door de interne expertise te valoriseren en te dissemineren naar het werkveld en naar de brede samenleving.

In welzijnswerk, gezondheidszorg en in onderwijs worden ‘dagboeken’ als hulpverleningsinstrument

gebruikt om de evolutie van een cliënt/patiënt/leerling op te volgen.Slechts sporadisch zijn die dagboeken online beschikbaar. Daarom werd een professioneel ‘onlinedagboek’ ontwikkeld via een TETRA-project van de Arteveldehogeschool i.s.m. de KU Leuven. Zo werd de transfer gemaakt van bestaande dagboek-ICT naar het welzijnswerk, de geestelijke gezondheidszorg, de kinderopvang en het onderwijs waarbij de knowhow van (onlinehulp-)methodiek werd geconcretiseerd. Op basis van vormingsmomenten, intervisies en eindevaluaties bij 46 organisaties werd de onlinedag-boektool geoptimaliseerd.

De hogeschool hanteert een integrale benadering in haar beleidsvoering. De processen die behoren tot haar kern- opdrachten worden evenwaardig beschouwd aan de on-dersteunende processen (ICT, financiën, infrastructuur...) en in een coherent samenspel zorgvuldig op elkaar afge-stemd. Goed onderwijs kan immers niet georganiseerd worden zonder sterke ondersteuning. Om die reden is de kwaliteitszorg ook integraal.

6

Page 9: KRITISCHE REFLECTIE

1.2 Slagkrachtig door een twee-lagen organisatiestructuur

De hogeschool is ontstaan in 2001 en heeft van bij het begin gekozen voor een vlakke structuur met twee lagen, namelijk opleidingen en diensten (zie organigram, bijlage 1). Enerzijds geven de opleidingen als kleinste functionele eenheid de verticale pijlers van de hogeschool vorm en inhoud, en anderzijds verzekeren de algemene diensten als functionele units de dwars-verbanden in de organisatie, stippelen ze het beleid uit in hun domein en ondersteunen ze de opleidingen bij het implementeren van het beleid. De vlakke structuur maakt korte beslissings- en communicatielijnen mogelijk en laat toe om een krachtig beleid te voeren geënt op co-creatie met alle betrokken partners.

De opleidingen worden geleid door een opleidingsdirec-teur die zich laat bijstaan door een of meerdere oplei-dingscoördinator(en). De opleidingsdirecteur rapporteert aan de algemeen directeur. De opleidingen ontwikkelen hun pedagogisch project binnen de contouren van het onderwijsconcept van de Arteveldehogeschool (zie bijlage 2) en de toekomstvisie op hun opleiding.

De algemene diensten ontwikkelen het algemeen beleid en ondersteunen de opleidingen. Ze worden geleid door een directeur van het directieoverleg, die rapporteert aan de algemeen directeur. Alle algemene diensten worden aangestuurd door een diensthoofd. De dienst ‘onderzoek en dienstverlening’ wordt aangestuurd door de directeur onderzoek en dienstverlening die eveneens rapporteert aan de algemeen directeur.

De hogeschool wenst ook haar medewerkers en studenten uit te dagen om in een snel veranderende maatschappij en onderwijscontext nieuwe antwoorden, oplossingen, werkwijzen en ideeën te realiseren. Daartoe werd ACCIO opgericht, om creativiteit, innovatie en ondernemingszin in opleidingen en diensten te stimuleren.

1.3 Responsief door een nabij en collegiaal management

De Arteveldehogeschool heeft als vzw een algemene vergadering, een raad van bestuur en een dagelijks bestuurder. De Arteveldehogeschool beschikt niet over decentrale bestuurlijke organen. De Artevelde- hogeschool zet expliciet in op een open organisatie- en overlegcultuur.

De Algemene Vergadering is het hoogste beslissings-orgaan en delegeert bevoegdheden aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is het tweede beslissings- niveau in de Arteveldehogeschool en vergadert ongeveer tienmaal per jaar. De Algemene Vergadering en de raad van bestuur worden voorgezeten door de voorzitter van de Arteveldehogeschool.

Het dagelijkse bestuur wordt gedelegeerd aan de algemeen directeur. De algemeen directeur wordt bijgestaan door de leden van het directieoverleg: de algemeen secretaris, de directeur informatietech- nologie en facilitair beheer, de directeur onderwijs en studentenbeleid en de directeur financiën en personeelsbeleid. Het directieoverleg werkt hoofdzakelijk aan de vertaling en opvolging van het strategisch beleid en stuurt het operationele niveau aan.

De leden van het directieoverleg, de opleidingsdirecteurs en de directeur onderzoek en dienstverlening vormen samen de Artevelderaad. De Artevelderaad is het orgaan waarin de operationele uitrol van het algemeen beleid wordt besproken en beslist en waarin bottom-up vanuit de opleidingen en diensten wordt gerapporteerd.

Het Forum Arteveldediensten is samengesteld uit de leden van het directieoverleg en alle diensthoofden. In het Forum Arteveldediensten komen afspraken en beleid tot stand in een klimaat van open en wederzijdse dialoog tussen de leden.

De hogeschool heeft de Onderzoekraad omgevormd tot het forum onderzoek en dienstverlening. De directeur onderzoek en dienstverlening start binnenkort met een nieuwe Onderzoekraad waarin vooral externe onderzoekexperten en werkvelddeskundigen zetelen en die adviesbevoegdheid heeft over het onderzoeksbeleid van de hogeschool.

In het (opleidings)managementteam bespreekt iedere (opleidings)directeur met de opleidingscoördinatoren/ diensthoofden de operationele uitvoering van de organisatiedoelen voor de betrokken opleiding/dienst.

De (curriculum- en) toetscommissie speelt een belangrijke proactieve rol, zowel op beleidsniveau als ter ondersteuning van docenten bij hun toetspraktijk.

De opleidings(team)vergadering en het Hoogpoort- overleg zijn het middel bij uitstek om te werken aan een draagvlak voor beleidsbeslissingen en om informatie-deling te realiseren.

7

Page 10: KRITISCHE REFLECTIE

1.4 Verbindend door thematische fora, werkgroepen, KVT’s

Diverse fora maken een belangrijke verbinding tussen opleidingen en diensten. De opdrachthouders in een forum rapporteren functioneel aan hun voorzitter, maar blijven hiërarchisch aangestuurd door de opleiding/dienst. Deze ‘thematische’ fora zijn het forum ombudswerking, trajectbeheer, trajectcoaching, leercoaching, diversiteits- coaching, studentenparticipatie, uitstroom en alumni, taalcoaching, onderwijsontwikkeling, internationalisering, professionalisering, integrale kwaliteitszorg, ACCIO, onderzoek en dienstverlening, studentvolgsysteem en communicatie. De fora hebben niet alleen een operationele maar ook een beleidsvoorbereidende rol. Er wordt eveneens informatie over bepaalde beleidstopics en hun operationalise-ring (good practices) uitgewisseld.

(Ad-hoc) werkgroepen en kwaliteitverbeterteams (KVT’s) zowel in opleidingen als in diensten worden door de betrokken directie of (indien hogeschoolbreed) door de algemeen directeur geïnstalleerd.

1.5 Adequate ruimte voor participatie

Participatie van alle betrokken actoren over de onderwerpen die hen rechtstreeks aanbelangen, is essentieel om het beleid van de hogeschool mee vorm geven en te komen tot breed gedragen beslissingen en adviezen. De Arteveldehogeschool voorziet hiervoor acht platformen.

De Academische Raad is samengesteld uit zes vertegen- woordigers van het hogeschoolbestuur (3/8), zes vertegenwoordigers van het personeel (3/8) en vier vertegenwoordigers van de studenten (2/8).

Om aan de studenten naast een actieve beraadslagings- en raadplegingsrol ook de decretaal voorziene beslissingskracht toe te kennen, werd in overleg met de studenten beslist om een decretaal Participatieforum op te richten. Zo wordt de nodige inspraak en het beslissingsrecht voor de studenten verzekerd voor alle materie die hen aanbelangt. De raad van bestuur delegeerde een aantal bevoegdheden naar het Participatieforum, zoals de goedkeuring van de academische kalender, besteding van middelen uit het inschrijvingsgeld en het studiecontract voor de professionele bacheloropleidingen.

De Studentenraad Arteveldehogeschool (SRA) is het officiële inspraakorgaan van de studenten op het niveau van de hogeschool waarin alle opleidingen vertegenwoordigd zijn. De SRA geeft advies over onder andere de onderwijs- en examenregeling en de kwaliteitsbewaking, de evaluatie van het onderwijzend personeel door de studenten, de evaluatie van opleidingsonderdelen...

Het forum IKZ legt verbindingen en schept ‘kwalitijd’ voor kwaliteit. ASE VERMEIRE, LID VAN HET FORUM IKZ

8

Page 11: KRITISCHE REFLECTIE

VVS3 stuvers

plaatsvervangerswerkgroepen

GAST3 stuvers,

plaatsvervangers

AV AUGent1 stuvers

nl.voorzitter SRA1 plaatsvervanger

nl. ondervoorzitter SRA

StuGent2 stuvers

2 plaatsvervangers

Studentenraad Arteveldehogeschool (SRA)

3 afgevaardigde stuvers per opleiding

Stuvoraad8 stuvers, 8 plaatsvervangers

Werkgroepen onderwijs en studenten-beleid bv. studiecontract

Academische raad + Participatieforum4 stuvers, 4 plaatsvervangers

CPBW1 stuver, 1 plaatsvervanger

1 of 2 effectieve stuvers en 1 plaatsvervanger per groep

Opleidingsstudentenraad (OSR)Aantal stuvers = aantal groepen

Opleidingsraad (OR)Aantal stuvers = aantal leden opleidingsteam + plaatsvervangers

OPLEIDINGSNIVEAU

ARTEVELDENIVEAU

MACRONIVEAU

FIGUUR 1: DE PARTICIPATIESTRUCTUUR

De studentenvertegenwoordigers (stuvers) zetten zich in om de belangen van hun medestudenten te vertegen-woordigen op zowel opleidings- als instellingsniveau. De participatiegids voor studenten wordt jaarlijks geactuali-seerd en bevat alle informatie ter ondersteuning van hun vertegenwoordigende taak. De hogeschool investeert in studentenparticipatie o.a. door een opleidingsgebonden en een hogeschoolbrede participatiecoach in te zetten.

De opleidingsraad (OR) is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van het opleidingsteam en de studenten van de opleiding. De opleidingsraad overlegt en brengt advies uit over onderwerpen uit de opleiding, wijzigingen in het curriculum en de opleidingscontext.

In het hogeschoolonderhandelingscomité (HOC) onderhandelen vertegenwoordigers van het hogeschool-bestuur en de personeelsafgevaardigden over perso-neelsmaterie. De onderhandelingen, gevoerd tussen het hogeschoolbestuur en het HOC, resulteren in een protocol dat ter beslissing wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. Het HOC werkt actief mee in de opgerichte werkgroepen, geeft kritische feedback en is een gewaar-deerde partner in beleidstoetsing en –reflectie.

De opleidingsadviesraad (OAR) bestaat uit leden van het opleidingsmanagementteam en uit vertegenwoordigers, alumni en experts uit het werkveld. De opleidingsadvies-raad zorgt ervoor dat de curricula goed aansluiten bij de beroepspraktijk en de behoeften uit het werkveld op het

vlak van het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en de dienstverlening gedeeld worden. Zo wordt ook de nood in het werkveld aan bepaalde bijscholingen en professionalisering (www.arteveldehogeschool.be/per-manente-vorming/thematisch-overzicht) besproken.

De opleidingsstudentenraad (OSR) vertegenwoordigt alle studenten van een opleiding. Tevens vormt de OSR het medium tussen de studenten van de opleiding en de overkoepelende studentenraad van de Arteveldehoge-school (SRA). Studenten brengen agendapunten aan die hen aanbelangen zoals feedback op de planning van een examenrooster op opleidingsniveau.

Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) speelt een rol in het beleid rond de veiligheid en het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk in de hogeschool.

De Stuvoraad is paritair samengesteld uit vertegen-woordigers van het hogeschoolbestuur en studenten en behandelt onderwerpen m.b.t. de acht decretale velden van studentenvoorzieningen. In de Stuvoraad zetelen acht stuvers, verkozen in de SRA, die op constructieve wijze feedback geven in het belang van alle studenten.

9

Page 12: KRITISCHE REFLECTIE

1.6 Sterk door een geschikte schaalgrootte

1. ARTEVELDEHOGESCHOOL

2. PROFESSIONELE BACHELOROPLEIDINGEN 3. BANABA &POSTGRADUAAT

4. BIJSCHOLINGEN,STUDIEDAGEN EN LEERSTOELEN

VIJF STUDIEGEBIEDEN VERDELING STUDENTEN OVER DE PROVINCIES IN VOLLEEXPANSIE

NEGEN CAMPUSSEN

21,7%

25,8%

33,8%

12% 6,7%

STERK GERATIONALISEERDE

MET UITSLUITENDHOGESCHOOLBACHELOROPLEIDINGEN

INTERNATIONALE ERVARING

64% Oost-Vlaanderen26% West-Vlaanderen5% Vlaams-Brabant3% Antwerpen2% Overige provincies

Acht campussen voor de opleidingen: zes ervan zijn gesitueerd in de binnenstad van Gent en twee in de periferie. Op campus Hoogpoort, de negende campus, zijn de algemene diensten gehuisvest.

55% ASO

4% ANDERE

35% TSO3% BSO3% KSO

vooropleiding studentenin het secundair onderwijs

21,7% gezondheidszorg25,8% onderwijs12% sociaal-agogisch werk33,8% handelswetenschappen en bedrijfskunde6,7% industriële wetenschappen en technologie (2014-2015)

23,3% van de afgestudeerden heeft een internationale ervaring achter de rug van minimum 2 maanden binnen of buiten Europa.

Groei van meer dan

studenten-aantallenop 10 jaar

(academiejaar 2014-2015)

1068 STUDENTENMET BIJZONDER STATUUT

WAARVAN 664DOOR EEN FUNCTIEBEPERKING

BEURSSTUDENTEN24,7%

Aantal opgenomen studiepunten in de periode oktober 2010 tot oktober 2015 is met meer dan 18%toegenomen. De opleidingen in het studiegebied handels-wetenschappen en bedrijfskunde en gezondheids-zorg zijn de sterkste stijgers.

11 733STUDENTEN

67%STUDENTENVROUWELIJKE

BIJNA ALLEOPLEIDINGEN

STUDENTENAANTALLENIN TOP DRIE QUA

4 NIEUWE OPLEIDINGEN

VOLLEDIG ENGELSTALIGE OPLEIDING

INSCHRIJVINGEN41,5% EERSTE

PBA INTERNATIONAL BUSINESS MANAGEMENT

7 SWITCHTRAJECTENwerken en studeren

24,2% generatiestudenten

33%

14.000 opgenomen studiepuntenbanaba's zijn verdiepend of verbredendbanaba's sluiten aan op enkele professionele bachelors banaba's zijn toegankelijk voor masterspostgraduaten spelen in op vragen voor professionalisering vanuit het werkveld Engelstalig postgraduaat “fluency disorders” samen met 12 partners in 8 Europese landen.

disseminatie van praktijkgericht weten-schappelijk onderzoek en implementatie van nieuwe (internationale) tendensenflexibel in aanbod door antwoord op actuele vragen van het werkveld

MEER DAN

100DOCENTEN METC1 CERTIFICAAT

5BACHELORNA BACHELOROPLEIDINGEN20POSTGRADUATEN

STERKE GROEISINDS STRATEGISCHINSTELLINGSPLAN

2bidiplomerings-trajecten 326 studenten zowel in banaba’s als in postgraduaat

( in 2014 - 2015 )ORGANISATIEVAN LEERSTOELEN

10

Page 13: KRITISCHE REFLECTIE

1.6 Sterk door een geschikte schaalgrootte

1. ARTEVELDEHOGESCHOOL

2. PROFESSIONELE BACHELOROPLEIDINGEN 3. BANABA &POSTGRADUAAT

4. BIJSCHOLINGEN,STUDIEDAGEN EN LEERSTOELEN

VIJF STUDIEGEBIEDEN VERDELING STUDENTEN OVER DE PROVINCIES IN VOLLEEXPANSIE

NEGEN CAMPUSSEN

21,7%

25,8%

33,8%

12% 6,7%

STERK GERATIONALISEERDE

MET UITSLUITENDHOGESCHOOLBACHELOROPLEIDINGEN

INTERNATIONALE ERVARING

64% Oost-Vlaanderen26% West-Vlaanderen5% Vlaams-Brabant3% Antwerpen2% Overige provincies

Acht campussen voor de opleidingen: zes ervan zijn gesitueerd in de binnenstad van Gent en twee in de periferie. Op campus Hoogpoort, de negende campus, zijn de algemene diensten gehuisvest.

55% ASO

4% ANDERE

35% TSO3% BSO3% KSO

vooropleiding studentenin het secundair onderwijs

21,7% gezondheidszorg25,8% onderwijs12% sociaal-agogisch werk33,8% handelswetenschappen en bedrijfskunde6,7% industriële wetenschappen en technologie (2014-2015)

23,3% van de afgestudeerden heeft een internationale ervaring achter de rug van minimum 2 maanden binnen of buiten Europa.

Groei van meer dan

studenten-aantallenop 10 jaar

(academiejaar 2014-2015)

1068 STUDENTENMET BIJZONDER STATUUT

WAARVAN 664DOOR EEN FUNCTIEBEPERKING

BEURSSTUDENTEN24,7%

Aantal opgenomen studiepunten in de periode oktober 2010 tot oktober 2015 is met meer dan 18%toegenomen. De opleidingen in het studiegebied handels-wetenschappen en bedrijfskunde en gezondheids-zorg zijn de sterkste stijgers.

11 733STUDENTEN

67%STUDENTENVROUWELIJKE

BIJNA ALLEOPLEIDINGEN

STUDENTENAANTALLENIN TOP DRIE QUA

4 NIEUWE OPLEIDINGEN

VOLLEDIG ENGELSTALIGE OPLEIDING

INSCHRIJVINGEN41,5% EERSTE

PBA INTERNATIONAL BUSINESS MANAGEMENT

7 SWITCHTRAJECTENwerken en studeren

24,2% generatiestudenten

33%

14.000 opgenomen studiepuntenbanaba's zijn verdiepend of verbredendbanaba's sluiten aan op enkele professionele bachelors banaba's zijn toegankelijk voor masterspostgraduaten spelen in op vragen voor professionalisering vanuit het werkveld Engelstalig postgraduaat “fluency disorders” samen met 12 partners in 8 Europese landen.

disseminatie van praktijkgericht weten-schappelijk onderzoek en implementatie van nieuwe (internationale) tendensenflexibel in aanbod door antwoord op actuele vragen van het werkveld

MEER DAN

100DOCENTEN METC1 CERTIFICAAT

5BACHELORNA BACHELOROPLEIDINGEN20POSTGRADUATEN

STERKE GROEISINDS STRATEGISCHINSTELLINGSPLAN

2bidiplomerings-trajecten 326 studenten zowel in banaba’s als in postgraduaat

( in 2014 - 2015 )ORGANISATIEVAN LEERSTOELEN

11

Page 14: KRITISCHE REFLECTIE

De leerstoel van de PBA in het bedrijfs- management wordt georganiseerd als hulde aan

stichtend voorzitter em. prof. dr. Erik De Lembre die in september 2012 afscheid nam als voorzitter van de vzw Arteveldehogeschool. Het programma van de leerstoel met als thema ‘Management by accounting’ werd over twee dagen gespreid: op donderdagavond 20 maart 2014 was er een Academische Zitting en op vrijdag 21 maart 2014 vond een congres plaats. Op dat congres werden vijftien sessies georganiseerd, thematisch ingedeeld volgens de belangrijkste afstudeer- richtingen van de opleiding PBA in het bedrijfs- management, aangezien ook de studenten deelnamen. Uit de evaluatie blijkt dat de doelstellingen van de eerste Leerstoel Erik De Lembre met succes gerealiseerd zijn, en dat de Arteveldehogeschool en de opleiding zich naar de buitenwereld sterk geprofileerd hebben.

De opleiding PBA in de journalistiek organiseerde in samenwerking met Medianet Vlaanderen op

donderdag 14 april 2016 de leerstoel J-earn-alism rond nieuwe werkvormen en verdienmodellen in de jour-nalistiek. Nieuws bereikt ons vandaag steeds vaker via mobiele wegen waardoor de advertentiemarkt in elkaar zakt en de (klassieke) media op zoek moeten naar an-dere verdienmodellen. Nieuwe werkvormen tonen aan dat journalistiek en ondernemerschap een geslaagde combinatie kan zijn. De opleiding liet hiermee zien dat ze zelf ook kritisch kijkt naar het journalistieke beroep. Door de aanwezigheid van de verschillende stakeholders (studenten en docenten van eigen en andere opleidin-gen, alumni en werkveld) heeft de opleiding zich zowel intern als extern kunnen profileren.

1.7 Actief in netwerking

1.7.1 Participatie in de Associatie Universiteit Gent

Sinds 2003 is de Arteveldehogeschool lid van de vzw Associatie Universiteit Gent (AUGent). De voorzitter en algemeen directeur zijn lid van de raad van bestuur en de algemene vergadering van de AUGent. De associatie overlegt onder andere over een aantal decretaal bepaalde onderwerpen inzake onderzoek, onderwijs, vorming en infrastructuur. Dat heeft onder meer geleid tot een verbeterde doorstroom van PBA- studenten naar de master, oprichting van onderzoeks- platformen, gezamenlijke afstudeerbeurs... .

1.7.2 Arteveldeleernetwerk

In opvolging van het ‘Decreet betreffende de versterking van het hoger beroepsonderwijs (HBO5) in Vlaanderen (12 juli 2013)’ hebben volgende onderwijsinstellingen en Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO’s) gekozen voor een samenwerking met de Arteveldehogeschool:

• CVO Vormingsleergang voor Sociaal Pedagogisch Werk, Gent (CVO VSPW);• vzw Instituut voor Verpleegkunde Sint-Vincentius, Gent (IVV Sint-Vincentius);• vzw ZoWe VERPLEEGKUNDE (voorheen Hoger Beroepsonderwijs voor Verpleegkunde HBOV), Brugge en Oostende;• vzw KISP (met CVO Vrije Avondschool Zuid-Oost Vlaanderen, VAZOV), Mariakerke.

Een beleidsgroep stuurt het netwerk en een aantal werkgroepen werken samen rond de thema’s toe- latingsbeleid, kwaliteitszorg, communicatie, internatio- nalisering en toetsbeleid.

De samenwerking opent perspectieven tot doorgroei van HBO5-afgestudeerden naar een bacheloropleiding. Daarnaast ontstaan er mogelijkheden tot heroriëntering voor bachelorstudenten. Er werd een gezamenlijke website ontwikkeld: www.arteveldeleernetwerk.be.

1.7.3 Betrokkenheid bij externe regionale/nationale en internationale organen

De hogeschool is lid van de VLHORA (Vlaamse Hoge-scholenraad; de algemeen directeur neemt het huidig voorzitterschap waar) en de VLUHR (Vlaamse Universi-teiten en Hogescholenraad, het ondervoorzitterschap wordt door de algemeen directeur waargenomen) en Flanders Knowledge Area. De hogeschool is tevens lid van vzw Katholiek Onderwijs Vlaanderen, en werkzaam in de bestuursorganen en werkgroepen. Er zijn nauwe contacten met het Diocesaan Bestuur van het Bisdom Gent en het netwerk van Gentse katholieke secundaire en basisscholen. De algemeen directeur is lid van de Algemene Raad en Raad Hoger Onderwijs van de VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) en voorzitter van een aantal werkgroepen. Medewerkers van de Artevelde- hogeschool participeren in diverse werkgroepen van de VLOR en VLHORA.

In 2011 startte ACCIO samen met Durf Ondernemen van de UGent en het Centrum voor Ondernemen van de HoGent ‘Student Ghentrepreneur’ op, waarvan de Arteveldehogeschool coördinator is. Binnen het brug-project Student Ghentrepreneur organiseren de drie onderwijsinstellingen samen met Unizo, iMinds en de Stad Gent een brede waaier van activiteiten gericht op ondernemende studenten.

12

Page 15: KRITISCHE REFLECTIE

Tieke Scheerlinck, studente PBA in de ergotherapie, werd in 2013 met haar bedrijf

CreaTieke (juwelenontwerp) door Student Ghent- repreneur verkozen tot de Gentse Student-Ondernemer van het jaar. School is Cool, dEUS, Sigur Ros en Adele zijn intussen slechts enkele van haar referenties. “Vroe-ger zette ik me altijd af tegen alles wat naar economie rook maar dankzij de kansen die ik met het runnen van mijn eigen onderneming krijg, begon ik er de ‘fun’ van in te zien. De steun die ik via ACCIO kreeg, was hierbij van groot belang. Mocht ACCIO mij niet verteld hebben over de verkiezing van de Gentse student-ondernemer van het jaar, dan stond ik vandaag niet waar ik sta. De titel heeft immers heel veel deuren voor mij geopend en ik vind het fantastisch om te zien hoe ACCIO blijft groeien en jaar na jaar studenten helpt om hun dromen waar te maken.

De hogeschool heeft zelf de Studentencoöperatieve Artepreneur opgericht die kadert in het gesubsidieerd pilootproject ‘Jongerencoöperatieven’. De hogeschool is bovendien ook actief in twee andere coöperatieven: de cvba-so Startpunt Gent (De Punt vzw) en de cvba-so Haven (vzw Formaat).

De hogeschool participeert ook in de raad van bestuur van het nieuwe initiatief van stad Gent m.b.t. onderne-men namelijk de Startersfabriek.

ARTEpreneur is zonder twijfel het beste initiatief dat op mijn pad kwam. Het biedt me de moge-

lijkheid om het ondernemerschap te ontdekken op een niet-geforceerde manier en zonder mogelijke fatale risico’s. Door ARTEpreneur hoef ik me geen zorgen te maken dat mijn boekhouding niet in orde is of dat mijn ouders het kindergeld mislopen. Na mijn studies maak ik sowieso een doorstart, dan zal het gespaarde kapitaal zeker en vast van pas komen. Of ik ARTEpreneur aanraad aan elke Gentse student die ook graag vroegtijdig wil beginnen te ondernemen? Volmondig Ja! - Shaun Janssens, studente in het bedrijfsmanagement.

De hogeschool is lid van Gent BC (‘Big in Creativity’). In samenwerking met de industrie probeert Gent BC, opgericht door de lokale kennisinstellingen, de Stad Gent en de Provincie Oost-Vlaanderen, om het innovatief vermogen van Gent en de omliggende regio te versterken.

De hogeschool is actief lid van Community Gent. De belangrijkste ambitie van de Community is de strategische positie van Gent en haar regio als wijze, creatieve, innoverende, ondernemende en duurzame stad en regio mee uit te bouwen en uit te dragen in eigen land en internationaal.

Verder heeft elke opleiding en vrijwel elke dienst zowel regionale/nationale als internationale lidmaat- schappen (bijvoorbeeld COHEHRE, EUA, VKW, VOKA, Legends, Eurashe, EAN, EFYE...) die belangrijk zijn om de zichtbaarheid en representativiteit van de hogeschool op belangrijke topics te verzekeren en hierbij ook het voortouw te nemen.

Van 4 tot 6 april 2016 vond aan de Artevelde- hogeschool het tiende European First Year

Experience congres (EFYE) plaats, een internationaal congres rond de overgang naar en het eerste jaar in het hoger onderwijs. Tijdens de drie dagen namen 275 deelnemers uit twintig landen deel aan de drie keynotes en de 120 presentaties. De Artevelde- hogeschool kwam positief in beeld door een vlek- keloze en warme organisatie en door haar interessante bijdragen, waaronder een zeer gesmaakte keynote en elf presentaties verzorgd door de opleidingen en diensten. Kortom, EFYE als een waar staaltje samen meer_waarde creëren. - Pieterjan Bonne, dienst studieadvies.

13

Page 16: KRITISCHE REFLECTIE

REFLECTIE HOOFDSTUK 1

Sterke punten

• De Arteveldehogeschool is een groeiende en sterk gerationaliseerde hogeschool, ingebed in een grote studentenstad. De schaalgrootte van de opleidingen laat toe om kwaliteitsvolle innovatieve opleidingen te organiseren en medewerkers te laten groeien in hun expertise.

• De Arteveldehogeschool is een inspirerende hogeschool, regionaal verankerd en internationaal gericht. De medewerkers uit de opleidingen en diensten van de hogeschool dragen bij tot de ontwikkeling van de stad Gent en de regio. De sterke staf- en studenten-mobiliteit accentueren de internationale gerichtheid.

• De vlakke matrixstructuur, en de dwarsverbindingen via thematische fora, zorgen voor samenwerking tussen opleidingen en diensten en een goede doorstroming van informatie top-down en bottom-up. Deze structuur garandeert ook korte beslissingslijnen.

Aandachtspunten

• De hogeschool wil de open debatcultuur verder versterken en de participatie van medewerkers en studenten nog verhogen.

• De hogeschool wil de nexus onderwijs-onderzoek verder uitbouwen om het onderwijs kwaliteitsvol en innovatief te houden.

Toekomstperspectieven

• De hogeschool koos in haar strategische instellingsplan 2015-2020 voor co-creatie als belangrijke hefboom voor verdere groei en innovatie. De projecten van het nieuwe strategische instellingsplan zullen uitgewerkt worden door transversale thema- en projectgroepen waarin medewerkers uit opleidingen en diensten maar ook studenten samen aan de slag zullen gaan. De hogeschool wil ook zoveel mogelijk talent en specifieke expertise van medewerkers inzetten.

• De hogeschool wil in de toekomst nog meer werken aan een internationaal netwerk op instellingsniveau en grotere internationale netwerken vormen met de stra-tegische partners van gekozen institutionele partners. Hierbij bouwt de hogeschool verder op bestaande rela-ties. De opleidingen zijn immers heel sterk verbonden met internationale partners via benchmarking, interna-tionale beroepsfederaties, internationale stageplaatsen en internationale collega-instellingen/opleidingen.

• De hogeschool bouwt de curricula verder uit op basis van de ‘21st century skills’ ondernemerschap, duur-zaamheid, wereldburgerschap en onderzoekgerichtheid.

• De overheidsbeslissingen inzake de uitbouw van het hoger beroepsonderwijs en de toekomstige integratie van de verschillende HBO5-opleidingen zullen vanaf september 2019 impact hebben op de structuur en de werking van de hogeschool.

14

Page 17: KRITISCHE REFLECTIE

2. STRATEGIE

Page 18: KRITISCHE REFLECTIE

2.1 Visie op kwaliteit van onderwijs

De hogeschool heeft een nieuw onderwijsconcept ontwikkeld (zie bijlage 2) naar aanleiding van het nieuwe strategische instellingsplan 2015-2020. Het omschrijft de visie van de hogeschool op goed onderwijs.

De hogeschool wil een motiverende leeromgeving creëren (zie ook hoofdstuk 3, 3.1.1). Daarmee wordt samenvattend bedoeld dat aan studenten, medewerkers en externe stakeholders een sterk inhoudelijke, doelge-richte en waarderende leeromgeving wordt geboden. De leeromgeving is gericht op co-creatie en heeft oog voor diversiteit waardoor studenten en medewerkers, vanuit het vertrouwen in de kracht van mensen om te groeien, vorm kunnen geven aan hun professionele identiteit. Een motiverende leeromgeving is een noodzakelijke voorwaarde om tot professionele, persoonlijke en groei tot wereldburger te komen. In de Arteveldehogeschool wordt daarom de onderwijs- en toetspraktijk zo ontwor-pen dat voldaan wordt aan de drie basisbehoeften om tot autonome motivatie te komen: de ervaring van com-petentie, het evenwicht tussen autonomie en structuur en het gevoel van verbondenheid.

Studenten uit de PBA in de pedagogie van het jonge kind worden in het kader van hun bachelor-

proef begeleid bij hun zoektocht naar een ontwikkel-vraag die leeft in het werkveld. Ze leren autonoom en ondernemend te zijn en oplossingsgericht uitdagingen aan te gaan. Dit voorbeeld van “learning by developing” combineert de drie basisbehoeften om tot autonome motivatie te komen: verbondenheid via persoonlijke begeleiding en contact met het werkveld, autonomie via de eigen keuze van het onderwerp, via de wijze waarop ze het ontwikkelonderzoek voeren en via het belang van onderzoek voor het effectieve werkveld, ervaren competentie via de ondersteuning en structuur die de opleiding hen aanbiedt.

In de opleiding PBA in de logopedie en audiologie oefenen studenten hun communicatieve

vaardigheden in kleine groepen. Ze krijgen uitdagende opdrachten die ze via begeleid-samenwerkend-leren uitvoeren. Sommige van deze opdrachten voeren ze als groep zelfstandig uit, anderen op begeleide momen-ten. Ze worden tijdens deze begeleide momenten door een docent geobserveerd en krijgen zeer regelmatig feedback op hun communicatieve vaardigheden. De nabijheid van de docent is zeer groot maar ook het leren in groep bevordert de verbondenheid. De opdrachten sluiten aan bij het competentieniveau van de studenten en ze worden ondersteund via een samenwerkingsme-thodiek, beoordelingscriteria met bijhorende rubrieken en reflectielijsten (competentie en structuur).

De opleidingen krijgen ruimte om dit onderwijsconcept op eigen wijze in te vullen via de ontwikkeling van een opleidingsconcept dat de vertaling maakt naar hun specifiek didactisch concept (voorbeeld, ter zitting raad-pleegbaar).

De hogeschool beschikt naast het onderwijsconcept ook over een onderwijsraamwerk (zie bijlage 2). Het onderwijsraamwerk expliciteert wat de hogeschool verwacht op het vlak van de kwaliteit van het onderwijs van haar opleidingen en diensten. Het onderwijsraam-werk beschrijft de kwaliteit van onderwijs die nu aanwezig is in de opleidingen waardoor het DNA van de hogeschool op het vlak van onderwijs duidelijk wordt. Opleidingen en diensten kunnen zich spiegelen aan deze kwaliteitseisen. Het onderwijsraamwerk biedt de opleidingen ook ruimte om zich te profileren en hun specifieke eigenheid te versterken. Het onderwijsraam-werk wordt jaarlijks gereviseerd en vijfjaarlijks grondig bijgestuurd. Immers, wat ooit vanuit strategische keuzes in ontwikkeling was en vervolgens zorgvuldig geïmplementeerd werd in de hogeschool, wordt nadien een evidente onderwijsrealiteit, die in het onderwijsraamwerk thuishoort.

FIGUUR 2: ONDERWIJSRAAMWERK

15

Page 19: KRITISCHE REFLECTIE

2.2 Strategische aansturing: co-creatief en veelzijdig

De hogeschool wil zich op diverse vlakken verder ontplooien en zich daarbij voorbereiden op een veranderende toekomst. In het strategische instellings-plan worden de bakens uitgezet voor groei en innovatie die systematisch verder uitgerold worden in opleidingen en diensten. De hogeschool heeft haar eerste strategi-sche instellingsplan 2011-2015 afgerond en geëvalueerd (ter zitting raadpleegbaar). Het nieuwe strategische instellingsplan 2015-2020 wordt volop uitgerold en geïmplementeerd (zie bijlage 2).

Uit het vorige strategisch instellingsplan is een aantal leerpunten afgeleid: hoewel na evaluatie blijkt dat de meeste strategische doelen gerealiseerd werden, is nu een strategisch instellingsplan opgesteld met een beperkter aantal strategische doelen. De drie strategische doelen zorgen ervoor dat aan alle stakeholders verhalend uitgelegd kan worden waaraan de hogeschool de komende jaren doelgericht werkt waardoor de betrokkenheid van iedere stakeholder toeneemt. Het nieuwe strategische instellingsplan werd ook co-creatief gerealiseerd: na een aantal strategische denkoefeningen volgens de DESTEP methodiek werd een visie 2030 geformuleerd van waaruit een eerste ontwerp voor het strategisch instellingsplan 2015-2020 opgesteld werd. Dat ontwerp werd in de bestuurs-, overleg- en adviesorganen van de hogeschool via interactieve methodieken bijgestuurd. Op die manier kwam een definitief concept, voorgesteld als een simplex, tot stand.

Ook aan een verbeterde communicatie van het nieuw strategisch plan wordt zorgvuldig gewerkt. Het com-municatieplan werd door de dienst communicatie uitgewerkt. Er ontstaat hierdoor bij de medewerkers een concreter beeld van de koers die de hogeschool de volgende jaren wil varen.

De Artevelderaad focust in haar vijfjaarlijks strategisch plan van de instelling steeds op een beperkt aantal waarden. Het strategisch instellingsplan 2015-2020 ‘Samen meer_waarde creëren’ is gestoeld op drie waarden: betrokken, open en vernieuwingsgericht.

Deze waarden zijn onderliggend aan de krachtlijnen van het instellingsplan. Die krachtlijnen geven richting en dagen medewerkers, studenten en werkveld uit om de komende vijf jaar verder te groeien. De hogeschool kiest co-creatie, zelfsturing en engagement als hefbomen om het strategisch instellingsplan te realiseren. Alle stakeholders samen vormen een dynamisch (leer)netwerk waarin ze in openheid en vertrouwen kunnen

samenwerken als ‘co-creators’. Ondernemingszin en autonome motivatie worden aangescherpt. Engagement en ambitie worden met elkaar verbonden, niet alleen in functie van persoonlijke groei, maar ook om als we-reldburger met een kritische kijk de maatschappij mee gestalte te geven.

Het strategisch instellingsplan 2015-2020 ‘Samen meer_waarde creëren’ omvat drie strategische instellingsdoelen (zie bijlage 2):

• inzetten op innovatief onderwijs, onderzoek en dienstverlening;• werken aan een waarderende omgeving;• verder uitbouwen van strategische partnerschappen en netwerken, zowel regionaal als internationaal.

Die strategische instellingsdoelen werden uitgewerkt in negen strategische programma’s waaraan de opleidin-gen en diensten werken, samen met de studenten en het werkveld:

• de waarderende benadering als kern van de organisatiecultuur;• regionaal verankerd, sterke relatie met het werkveld;• internationaal profiel versterken;• bouwen aan bruggen naar Vlaamse Kwalificatie- structuur (VKS) 5 en VKS 7;• de nexus onderwijs - onderzoek versterken;• door innovatieve onderwijsprojecten naar het onderwijs van de 21ste eeuw;• campussen als creatieve/inspirerende ontmoetingsplaatsen;• de digitale hogeschool 2020;• nieuwsgierige studenten en inspirerende docenten vormen een leergemeenschap.

FIGUUR 3: STRATEGISCH INSTELLINGSPLAN

16

Page 20: KRITISCHE REFLECTIE

Deze strategische programma’s moeten het mogelijk maken om negen strategische resultaten te realiseren:

• studierendement neemt toe;• algemene studententevredenheid neemt toe;• medewerkerstevredenheid neemt toe;• studentenbetrokkenheid bij het strategisch plan is hoog;• aantal innovatieve onderwijsprojecten neemt toe;• aantal docenten dat participeert in onderzoek en dienstverlening neemt toe;• formele professionaliseringsactiviteit neemt toe;• samenwerking met strategische partners wordt uitgebouwd;• instroom vanuit HBO5 naar de professionele bachelor neemt toe.

Voor elk van deze strategische resultaten werden indicatoren gedefinieerd. De definitie, de bron, het beheer van de indicator, de nulmeting en de streef- waarde werden vastgelegd (ter zitting raadpleegbaar). Zo kan de evolutie van de strategische instellingsdoelen continu gemonitord en bijgestuurd worden om in 2020 bij de evaluatie na te gaan of de strategische doelen

van het instellingsplan 2015-2020 bereikt werden. Diverse dashboards worden hiervoor uitgewerkt.

De negen strategische programma’s zijn verder vertaald in 10 strategische hogeschoolbrede projecten waaraan alle opleidingen en betrokken diensten samenwerken in gemengde projectgroepen over de periode 2015-2020:

• duurzame loopbaan in de Arteveldehogeschool: een visie ontwikkelen op duurzaam werk in een teamgericht concept.

• portfolio van Engelstalige opleidingen verder uitbreiden: investeren in Engelstalige varianten van bestaande opleidingen en meer internationale studenten aantrekken in de Arteveldehogeschool, die samen met Vlaamse studenten een internationaal georiënteerde opleiding volgen.

• bruggen tussen HBO5 (VKS 5) en bachelor (VKS 6): vervolgtrajecten en heroriënteringstrajecten tussen beide niveaus vormgeven. Doorstroom vanuit HBO5 optimaliseren en heroriëntering vergemakkelijken.

3 STRATEGISCHE DOELEN

Onze visie en ambities voor de organisatie als geheel

Campussen als creatieve

& inspirerende ontmoetingsplaatsen

De digitale hogeschool 2020

Nieuwsgierige studenten en inspirerende

docenten vormen een leergemeenschap

Bouwen aan bruggen naar VKS 5 en VKS 7

De nexus onderwijs-onderzoek versterken

Door innovatieve onderwijsprojecten naar

het onderwijs van de 21ste eeuw

De waarderende benadering als kern van

de organisatiecultuur

Regionaal verankerd, sterke relatie met het

werkveld

Internationaal profiel versterken

3 KRACHTLIJNEN

3 WAARDEN 9 STRATEGISCHE PROGRAMMA’S

FIGUUR 4: STRATEGISCH INSTELLINGSPLAN 2015 - 2020

17

Page 21: KRITISCHE REFLECTIE

• bruggen tussen bachelor (VKS 6) en master (VKS 7) versterken: de aansluiting van professionele bachelors naar aansluitende mastersopleidingen optimaliseren.

• integratie van de 21ste eeuwse vaardigheden (‘21st century skills’) in de curricula: innovatie van het curriculum door implementatie van de ‘21st century skills’ waaronder duurzaamheid (zie ook 3.2.4), internationalisering (zie ook 3.2.1), onderzoekvaardigheid (zie ook 3.2.2) en ondernemingszin (zie ook 3.2.3).

• excellentieprogramma’s ontwikkelen: talenten van studenten op diverse wijzen ontsluiten.

• inspirerende campussen: de campus straalt de identi-teit van de opleiding(en) uit en creëert een inspirerend thuisgevoel voor studenten en medewerkers.

• welkom nieuwsgierigheid: ontwikkelen en implemen-teren van een actieplan dat inspeelt op de nieuwsgierig-heid van abituriënten die instromen in de hogeschool.

• het T.R.O.T.S-project: Trots op de Realisaties, de Ongewone ideeën en de Talenten van onze Studenten.

• beroep inspireren: een vormings- en portfoliotraject voor medewerkers gericht op het ontwikkelen van motiverende leeromgevingen in de hogeschool.

Van de opleidingen wordt verwacht dat ze samen met de betrokken diensten aan minstens acht strategische projecten meewerken die ze opnemen in hun opleidingsplan 2015-2020. Opleidingen kunnen ook nog eigen strategische doelen formuleren, los van de strategische projecten of programma’s die eigen zijn aan het strategische instellingsplan, en die passen in hun eigen strategieontplooiing en/of in functie van de eigen profilering of van het beroep waartoe ze opleiden of het domein waarin ze actief zijn.

Het opleidingsproject ‘Studenten als junior medewerkers’ van de opleiding PBA in de

pedagogie van het jonge kind komt tegemoet aan het strategische project ‘Integratie van 21st century skills in de curricula’. De opleiding heeft als doel het profiel van de pedagogisch coach als bruggenbouwer en ondersteuner van co-creatie te ondersteunen. Studenten zullen participeren in elke context (onderwijs, onderzoek, werkveld, samenleving), functioneren in een coach-rol en afstuderende studenten zullen competent zijn als junior onderzoeksmedewerker. Concreet wordt er een lijn peercoaching ontwikkeld en krijgen studenten kansen tot deelname aan betekenisvolle onderzoeks- activiteiten. Daarnaast wil de opleiding via dit opleidingsproject het potentieel van studenten,

ook hun zelfsturing, maximaal aanspreken. Zo wordt er een opbouwende leerlijn rond zelfsturing doorheen de opleiding ontwikkeld en ondersteunt een digitaal portfolio het leerproces van studenten.

De opleiding PBA in de grafische en digitale media werkt mee aan het strategische project

‘Excellentieprogramma’s ontwikkelen’ van de hogeschool. Ze heeft daartoe de Honours Class uitgewerkt met ESKO (bedrijf in de grafische sector en wereldspeler op het vlak van grafische software voor flexotoepassingen). Dit veertiendaags programma staat open voor excellente studenten uit het binnen- en buitenland en telt negen ECTS. Het onderwijs wordt gedoceerd in het Engels door medewerkers van ESKO. Naast een aantal theoretische lessen staan ook werkbezoeken aan Vlaamse KMO’s gespecialiseerd in flexodrukwerk op het programma. Aan de editie van 2016 namen zestien studenten uit zes verschillende landen deel.

Zestien projecten, die in de strategische oefening naar voor werden geschoven, bleken voorwaardenscheppend en dus een kritische succesfactor te zijn voor andere projecten, die hierop kunnen volgen. Zij worden onder leiding van de diensten uitgewerkt in een bestaand forum of in een nog nieuw op te richten expertgroep.

Een van de voorwaardenscheppende strategische projecten is ‘Informatiemanagement’ dat door

de dienst informatie- en communicatietechnologie wordt geleid, waarbij men alle kanalen en platformen die nu al bestaan in de hogeschool wenst te inventariseren en hun onderlinge relaties wenst te verduidelijken. Er wordt een duidelijk kader voor, een visie op informatiemanagement aan de hogeschool geformuleerd.

De verdere operationele opvolging van de strategische projecten, programma’s en strategische doelen, eigen aan opleidingen en diensten, gebeurt door middel van Akwaris (Artevelde Kwaliteitsregistratie- en -informatiesysteem), een digitaal systeem voor het opvolgen en registreren van alle kwaliteitsverbeterings- en/of -innovatieprojecten (zie hoofdstuk 4). Een rapporteringsmodule laat toe via een dashboard de evolutie van deze projecten op te volgen.

18

Page 22: KRITISCHE REFLECTIE

REFLECTIE HOOFDSTUK 2

Sterke punten

• De visie en het strategische instellingsplan werden opgemaakt volgens de DESTEP-analyse en de aandachts-punten uit het vorige instellingsplan werden in acht genomen. Het instellingsplan werd vervolgens co- creatief met alle stakeholders uitgewerkt. Het is een inspirerend verhaal, dat gebaseerd is op waarden, en het is helder. Het plan biedt voldoende ruimte voor kwalitatieve groei en innovatie en is ambitieus.

• Het uitgewerkte onderwijsraamwerk bevat de kwaliteitseisen voor goed onderwijs voor alle opleidingen en diensten. Het is een dynamisch concept dat houvast biedt.

• Het strategische instellingsplan stelt negen strategische resultaten voorop. Er is hiervoor een dashboard met strategische indicatoren opgesteld, die duidelijk gedefinieerd en eenvoudig meetbaar zijn.

Aandachtspunten

• Het strategische instellingsplan werd uitgebreid gecommuniceerd bij de start, het verhaal zal wel blijvend onder de aandacht gehouden en tussentijds geëvalueerd moeten worden . Een gedeeld eigenaarschap in een cultuur van wederzijds vertrouwen tussen alle stake- holders wordt daarbij nagestreefd.

• Het is belangrijk het strategische instellingsplan voldoende te blijven verbinden met de doelen van de opleidingen en diensten, die zelf ook ruimte krijgen voor toekomstgerichte projecten.

Toekomstperspectieven

• Een visionaire attitude van leidinggevenden zal toelaten om trendsetter te zijn én te blijven. Daarbij blijvend inzetten op co-creatie met alle stakeholders geeft garanties voor de toekomst.

• Omdat het opstellen van een strategisch instellingsplan in co-creatie met stakeholders tijd vraagt, is op tijd starten met het strategische instellingsplan 2020-2025 aangewezen.

19

Page 23: KRITISCHE REFLECTIE

3. RESULTAATGERICHT SAMENWERKEN

Page 24: KRITISCHE REFLECTIE

3.1 Onderwijsbeleid

3.1.1 De motiverende leeromgeving als gangmaker voor onderwijsvernieuwing en -innovatie

De visie op onderwijs van de hogeschool is omstandig uitgewerkt in het onderwijsconcept. Het creëren van een motiverende leeromgeving staat daarbij centraal. In een motiverende leeromgeving leren studenten vanuit de eigen kracht en worden ze geboeid door relevante leerinhouden. Studenten hebben het gevoel dat ze erbij horen, dat ze vertrouwen kunnen hebben in hun mogelijkheden en dat ze voldoende autonomie krijgen in het realiseren van de vooropgestelde leerresultaten. Op de website en in het filmpje (www.arteveldehoge-school.be/over-ons/onze-strategie-samen-meerwaar-de-creeren) wordt dit concept uitvoerig geduid.

De motiverende leeromgeving heeft drie doelen (professionele ontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en ontwikkeling tot wereldburger) en zes partners (studenten, docenten, directie en medewerkers, werkveld en alumni, sociaal netwerk en de samenleving). De motiverende leeromgeving wordt vormgegeven door vijf kenmerken:

1. Een inhoudelijk sterke leeromgeving

De opleidingsprogramma’s krijgen vorm via inhouden die wetenschappelijk onderbouwd zijn én relevant zijn voor de praktijk. In de eerste plaats gebeurt dit via inhoudelijke, didactische en pedagogische experten, in het bijzonder via de docenten, maar ook dankzij stageplaatsen en de wisselwerking met het werkveld kunnen studenten kennismaken met de nieuwste inzichten, technologieën en methodieken uit het professionele leven. Studenten worden, waar mogelijk, bij deze co-creatie betrokken tijdens onderwijsactiviteiten, praktijkgericht wetenschap-pelijk onderzoek (PWO), projectwerk en werkplekleren.

In de opleidingen PBA in de ergotherapie en PBA in de verpleegkunde liepen in 2013 tot 2016 drie

PWO-projecten met als kerndoel het ‘empoweren’ van een kwetsbare groep ouderen, in casu bewoners van een woonzorgcentrum, om bij te dragen aan een betere kwaliteit van zorg en levenskwaliteit. Een belangrijk resultaat was de ontwikkeling van de “BAM – Betekenis-volle Activiteiten Methode”. Ruim 93 studenten werden betrokken bij deze drie PWO-projecten. Bovendien werden ook 335 ouderen en 194 zorgverleners op een of andere manier betrokken. Het BAM-protocol wordt simultaan uitgerold in vijf woonzorgcentra, gefinancierd door het agentschap Zorg van de Vlaamse Regering. Ten slotte resulteerde dit project ook in twee grote studiedagen, deelname aan externe studiedagen als keynote spreker, vormingsmomenten en inservicetrainingen.

LAAT JE INSPIREREN15000 dromen

DIRECTIE & MEDEWERKERSIN OPLEIDINGEN EN DIENSTEN

DOCENTEN

WERKVELD & ALUMNI

SOCIAAL NETWERK

SAMENLEVING

STUDENTEN

6 par

tner

s

LEEROMGEVING GERICHT OP CO-CREATIE

LEEROMGEVING MET OOG VOOR DIVERSITEIT

WAARDERENDE LEEROMGEVING

DOELGERICHTE LEEROMGEVING

INHOUDELIJK STERKE LEEROMGEVING

5 ken

mer

ken

PROFESSIONELE ONTWIKKELING

ONTWIKKELING TOT WERELDBURGER

PERSOONLIJKE ONTWIKKELING3 doe

len

FIGUUR 5: ONDERWIJSCONCEPT

20

Page 25: KRITISCHE REFLECTIE

2. Een doelgerichte leeromgeving

Een doelgerichte leeromgeving biedt houvast en structuur aan studenten. Het is een leeromgeving die studenten stimuleert om in een uitdagende context richting te kiezen en doelen na te streven. De hogeschool en haar opleidingen zetten in op transparante en coherente opleidingsprogramma’s. Docenten leggen de link tussen de lesinhoud en het latere beroep. De onderwijsvisie, het toetsbeleid, de strategische doelen en de dagelijkse lespraktijk vormen één verhaal.

3. Een leeromgeving gericht op co-creatie

De leeromgeving is gericht op co-creatie en prikkelt studenten om samen en in wederzijds respect diepgaand en levenslang te leren. Co-creatie is wat er gebeurt wanneer studenten, docenten, medewerkers van de hogeschool, het werkveld en de samenleving samen oplossingen zoeken voor complexe vraagstukken. Co-creatie stimuleert tevens de creativiteit en de ondernemingszin. Docenten geven taalontwikkelend les vanuit de overtuiging dat taal mensen verbindt en ook de leerresultaten verbetert. Blended learning wordt ingezet om studenten nog meer mogelijkheden te bieden tot diepgaande verwerking van kennis, tot het oefenen van vaardigheden, tot communicatie en samenwerking met docenten, medestudenten en partners dichtbij en over de grenzen. 4. Een leeromgeving met oog op diversiteit

De Arteveldehogeschool beschouwt diversiteit als een meerwaarde. De hogeschool investeert reeds jarenlang in een toegankelijke leeromgeving en differentieert op vlak van onderwijs- en evaluatievormen. De opleidingen bieden waar mogelijk en wenselijk diverse leertrajecten (begeleid afstandsleren, duaal leren, modulair leren...) en redelijke aanpassingen aan. Studenten krijgen de mogelijkheid om zich te profileren via keuzeopleidings- onderdelen, extra-curriculaire opleidingsonderdelen en activiteiten, internationalisation@home of tijdens een buitenlandse studie of stage.

Het samenstellen van trajecten en het toekennen van faciliteiten gebeurt steeds op

maat en in dialoog met verschillende actoren. Voor dove studenten Vlaamse Gebarentaal (VGT) uit de lerarenopleidingen secundair onderwijs werd een traject ontworpen waarbij specifieke opleidingsonderdelen vervangen worden door opleidingsonderdelen uit het traject Tolk Vlaamse Gebarentaal (bv. gesproken Frans werd vervangen door modules VGT aan de onderwijsin-stelling Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk, VSPW). Het traject werd ook aangevuld met het

opleidingsonderdeel ‘dovencultuur’. Op die manier krijgen dove studenten VGT optimale kansen om hun potentieel te ontwikkelen en zich met een sterk profiel op de arbeidsmarkt te positioneren: dove leerlingen kunnen voortaan les krijgen van dove leerkrachten in gebarentaal.

Ik ben een Gentse studente lager onderwijs met Maleisische roots. Ik werd geboren zonder linker-

arm, en draag sinds peuterleeftijd een armprothese. Met de diversiteitscoach van de opleiding besprak ik wat de moeilijkheden en mogelijkheden op praktisch vlak kunnen zijn bij mijn studies. De diversiteitscoach verleende onderwijs- en examenfaciliteiten, maar belangrijker: ze was ook een steunpunt. Er was begrip, openheid en aanmoediging van het hele opleidings-team: de focus lag steeds op mijn kwaliteiten en wat ik wel kan, eerder dan wat niet lukt door mijn beperking. Dat was altijd een motiverende boost! - naam te verkrijgen bij diversiteitscoach

5. Een waarderende leeromgeving

Door op een authentieke wijze in te zetten op de waarden, sterktes, doelen en wensen van studenten, zet de hogeschool hen in beweging. Naast de focus op remediëring en bijsturing wordt ook gekozen om te werken met de talenten van studenten. Via begeleiding op maat kiezen studenten op vrijwillige basis voor advies, begeleiding en coaching. De begeleiding is gericht op het verhogen van de zelfsturing en het welbevinden van de studenten.

21

Page 26: KRITISCHE REFLECTIE

Ik heb een lichte vorm van autisme, vroeger bekender als het Syndroom van Asperger. Daardoor heb ik ondersteuning nodig tijdens mijn studies Journalistiek, een opleiding met nogal wat sociale vaardigheden. Ik krijg faciliteiten voor groepsopdrachten en deadlines van werkstukken, en volg ondersteuning bij de leercoach. Wekelijks bekijken we samen hoe ik elke taak stap voor stap kan aanpakken en stellen we een planning op. Ik kan er mijn hart luchten als ik last heb van stress of onzekerheden. Ik participeer ook aan de praat- avonden voor studenten met autisme, waar ik ervaringen met andere studenten kan delen, ook dat werkt ondersteunend. - naam te verkrijgen bij diversiteitscoach

Page 27: KRITISCHE REFLECTIE

3.1.2 Kwaliteitsvolle onderwijsaanpak Afstemming onderwijs- en leeractiviteiten met toetsing in functie van beoogde leerresultaten

De domeinspecifieke leerresultaten per opleiding/ domein (DLR) zijn Vlaamsbreed geformuleerd.

De domeinspecifieke leerresultaten worden vertaald in opleidingsspecifieke leerresultaten. Die geven aan waartoe een student opgeleid wordt (‘wat kunnen na de opleiding?’). Ook op het niveau van opleidings- onderdelen zijn leerdoelen geformuleerd (‘wat kunnen na het afwerken van een opleidingsonderdeel?’). De opeenvolging van leerdoelen die uiteindelijk leiden tot het verwerven van een bepaald leerresultaat is een leerlijn. Gedragsindicatoren zijn observeerbare prestaties die beoordeeld kunnen worden en zijn een verdere verbijzondering van de leerdoelen. Om de beoordeling mogelijk te maken, wordt een basisnorm tot slagen vastgelegd (minimale verwachting) en wordt er een norm geformuleerd die aangeeft hoe de student kan excelleren. De basisnorm en norm tot excelleren worden opgenomen in de correctiesleutel van het betreffende opleidingsonderdeel. Deze aanpak zal de volgende jaren geïmplementeerd worden in de opleidingen. Vanuit deze nieuwe visie op onderwijs wil de hogeschool waar mogelijk meer inzetten op geïntegreerd toetsen. Binnen deze nieuwe onderwijscontext werd het toetsbeleid van de hogeschool herzien zodat het nog beter beantwoordt aan de huidige onderwijs- en opleidingsdoelstellingen. Ook dit nieuwe toetsbeleid wordt de komende jaren uitgerold. Op die manier ontstaat er consistentie tussen onderwijs- en leeractiviteiten en toetsing waarbij de leerresultaten richtinggevend zijn. De toetscommissie staat daarbij in voor het ondersteunen van de toetscultuur in de opleiding.

De opleidingen staan voor de uitdaging om de zorgvul- dige afstemming van de onderwijs- en leeractiviteiten met toetsing in functie van de realisatie van hun leerresultaten verder te implementeren. De dienst on-derwijsontwikkeling en internationalisering ondersteunt de opleidingen bij de implementatie van dit beleid.

In de tabel op de volgende pagina wordt een voorbeeld gegeven van de opbouw van een leerresultaat wat de basis vormt voor het opbouwen van een leerlijn rond beroepsgericht presenteren.

Dit leerresultaat wordt behaald na het succesvol voldoen aan zes leerdoelen (weergegeven in vet). De eerste drie leerdoelen situeren zich op elementair niveau: er worden basiskennis en/of basisvaardigheden aangeleerd in eenvoudige leersituaties en er is aandacht voor attitudevorming. Op het verdiepend en/of verbredend niveau komen leerdoelen aan bod die gericht zijn op een doorgedreven integratie van de elementaire componenten. Hier kunnen aanvullende kennis, vaardigheden en attitudes aangeleerd worden die verbonden zijn aan meer gespecialiseerde of complexere contexten. Op het derde (afsluitende) autonoom en/of complex niveau komen leerdoelen aan bod die gericht zijn op het autonoom uitvoeren van beroepseigen activiteiten in een complexe context.

DLR

OLD A1 OLD B1

OLR A OLR B

OLD A2

Basis Basis BasisExcelleren Excelleren

FIGUUR 6: AFWIKKELING DLR TOT GEDRAGSINDICATOREN

DOMEINSPECIFIEKELEERRESULTATEN

OPLEIDINGSONDERDEEL-SPECIFIEKE LEERDOELEN

OPLEIDINGSSPECIFIEKELEERRESULTATEN

GEDRAGSINDICATORENEN NORM

22

Page 28: KRITISCHE REFLECTIE

2 Beleid blended learning

In haar strategische instellingsplan kiest de Artevelde-hogeschool in twee van haar strategische programma’s, in het bijzonder ‘de digitale hogeschool 2020’ en ‘door innovatieve onderwijsprojecten naar het onderwijs van de 21ste eeuw – subthema: blended learning’ duidelijk voor een verhoogde inzet op digitalisering. Dat gaat van het digitaliseren van heel wat administratieve en onderwijskundige processen in de organisatie over begeleiding van studenten via een studentvolgsysteem tot het digitaal toetsen en het inzetten van een elektronische leeromgeving.

In de hogeschool werd een beleidsnota over blended learning ontwikkeld. De hogeschool vertrekt vanuit de visie dat over blended learning wordt gesproken wanneer de digitale leeractiviteiten ervoor zorgen dat de functie van de contactmomenten verandert. Het komt erop neer om de voordelen van het contact-moment te combineren met de voordelen van het digitaal gedeelte. De beleidsnota verduidelijkt de rol van de verschillende actoren: de werkgroep blended learning, die zich vooral buigt over de noodzakelijke infrastructurele aspecten, de Community of practice (Cop) blended learning, waarbij vooral de kennis- en expertisedeling voorop staat en het forum onderwijs- ontwikkeling waarin het beleidsvoorbereidend werk inzake ‘hogeschoolbreed’ blended learning plaatsvindt. In elke opleiding is er ook een opdrachthouder blended learning actief die als ondersteuner expertise deelt in het ontwerpen van instructie (instructional design), curriculumontwikkeling en onderwijstechnologie.

De eigen website www.onderwijstools.be wordt voortdurend bijgewerkt en geactualiseerd. Op die manier wordt tegemoet gekomen aan de ondersteuning- vraag vanuit de opleidingen naar een overzicht van interessante tools voor de aanmaak van digitaal studie-materiaal en voor het gebruik van digitale werkvormen algemeen. Deze website dient als uitgangspunt voor de workshops die de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering in de opleidingen verzorgt.

De opleidingen staan dus voor de uitdaging om blended learning verder te implementeren. Ze kunnen hiervoor een ondersteuningstraject of een onderwijsinnovatie- traject aanvragen (zie 3.3).

Op diverse niveaus tekenen zich intussen al onder im-puls van het nieuwe strategisch plan 2015-2020 mooie initiatieven af: de individuele docent die aan de slag gaat met blended learning en hierdoor zijn contactmomenten anders invult, Switch-trajecten waar het aantal contact-momenten wordt gereduceerd ten voordele van meer zelfstudie en opleidingsinitiatieven waar men op curricu-lumniveau nadenkt over de implementatie van blended learning. Zo wordt op opleidingsniveau onder meer nagedacht over het type ‘blend’ dat het best past bij de opleidingscontext en hoe hierin gevarieerd kan worden, afhankelijk van bijvoorbeeld de doelgroep (werkende versus niet-werkende studenten, mate van zelfsturing bij studenten...) en de context van het opleidingsonderdeel (elementair, integratie of afsluitend niveau). Deze initia-tieven illustreren een groeiend bewustzijn met betrek-king tot de meerwaarde van blended learning voor het onderwijsleerproces.

4. MONDELINGE ARGUMENTATIE OPBOUWEN

1. ARGUMENTEN FORMULEREN

2. PRESENTATIE OPBOUWEN

3. PRESENTATIETOOLS SECLECTEREN 5. PRESENTATIETOOLS GEBRUIKEN

6. OVERTUIGEND PRESENTEREN

De student somt de principes van goede argumentatie op.De student formuleert duidelijke argumenten.De student toont zich zelfzeker.

De student omschrijft de structuur van een goede presentatie.De student structureert een presentatie op logische wijze.

De student benoemt de belangrijkste presentatietools.De student kiest gepaste presentatietools.

De student combineert diverse communicatie-tools op correcte wijze.

De student staaft gestructureerd boodschap-pen met argumenten en beelden.

De student formuleert mondeling een onderbouwde redenering. De student presenteert relevante informatie in beroepsspecifieke contexten.

FIGUUR 7: LEERRESULTAAT “BEROEPSGERICHT PRESENTEREN”Presenteert beroepsgericht en professioneel aan zowel specialisten als leken

VERDIEPING EN/OF VERBREDING AUTONOOM EN/OF COMPLEXELEMENTAIR

23

Page 29: KRITISCHE REFLECTIE

Met afstandsonderwijs via blended learning richt de opleiding PBA in het onderwijs: secundair

onderwijs zich vooral op volwassenen die zich wensen te scholen, om te scholen of bij te scholen tot leraar secundair onderwijs. Het modeltraject duurt vier jaar, maar er kan hiervan afgeweken worden op basis van de vooropleiding(en) van de student. Dankzij de intakeprocedure is de opleiding in staat om zeer gericht de verwachte doelgroep aan te trekken en te motiveren om de opleiding succesvol te kunnen volgen en blijven volgen. Opleidingsonderdelen worden via een digitaal leerpad aangeboden en afgewisseld met gerichte begeleiding. In het academiejaar 2015-2016 schreven er zich 60 studenten in.

3.2 Transversale beleidsthema’s: internationalisering, onderzoek, ondernemingszin en duurzaamheid

De hogeschool heeft internationalisering, onderzoek, ondernemingszin en duurzaamheid als transversale beleidsthema’s uitgekozen. Deze thema’s bestrijken verschillende facetten in de hogeschool en zijn dus niet uitsluitend in de curricula of het onderwijs van opleidingen terug te vinden. Ze kunnen ook uitgewerkt worden in andere geledingen van de opleiding, in projecten, diensten of andere entiteiten.

3.2.1 Beleid internationalisering

In de Arteveldehogeschool is internationalisering geen doel op zich, maar een middel om de kwaliteit van haar kernopdrachten onderwijs en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek te verbeteren. De hoge-school heeft deze ambitie verankerd in het strategische instellingsplan 2015-2020. Tegelijk is het proces van internationalisering een hefboom om het strategisch instellingsplan 2015-2020 te faciliteren en te realiseren. Internationalisering is bijgevolg een zaak van alle stakeholders in de hogeschool. In die zin is internatio-naliseren ook een cultuur, een manier van denken om in alles wat de hogeschool onderneemt ook vanuit het internationaal, intercultureel en globaal perspectief te benaderen en van hieruit te handelen.

INTERNATIONALISERING IN ONDERWIJS

INTERNATIONALE DIMENSIE IN DE CURRICULA De opleidingen leverden al heel wat inspanningen om de curricula van opleidingen internationaal te maken. Elke opleiding werkte een visie rond internationalisering uit en er zijn een of meerdere opleidingsonderdelen - vaak modules die het internationaal perspectief van de

opleiding of het beroep vormgeven. Bovendien kunnen studenten intekenen op ‘intensive programmes’ (IP) die meestal opleidingsoverstijgend georganiseerd worden en ook voor buitenlandse studenten opengesteld worden. Er is in elke opleiding, naast de vele mogelijkheden voor internationale uitwisseling, een mooi aanbod aan internationalisation@home. Vaak worden internationale gastdocenten uitgenodigd die in een specifiek opleidingsonderdeel of in een internationale week actief zijn. Sommige opleidingen hebben ook een internationale studiereis geïntegreerd in hun opleidingsprogramma.

De ‘summerschool Creative Business Modelling: from idea to model’ is een internationaal

tiendaags ‘bootcamp’ voor studenten uit de hele wereld. De Arteveldehogeschool en de Karel de Grote Hogeschool werken samen om voor het tweede jaar op rij tijdens de maand juli een boeiend programma op te zetten waarbij jonge ondernemende studenten leren om creatief te denken en hun ideeën leren omzetten naar prototypes. Elk jaar participeren ongeveer vijftien studenten.

Het ‘Intensive Programme on Audiology across Borders (IPAB)’ is een internationaal uitwisselings-

programma van twee weken voor laatstejaarsstudenten uit de opleiding PBA in de logopedie en audiologie uit verschillende landen en universiteiten of hogescholen. Naast een hoogwaardig inhoudelijk programma comple-mentair aan het onderwijscurriculum levert dit jaarlijks ook boeiende ontmoetingen en ervaringen op voor studenten en betrokken lesgevers. Ook het audiologisch werkveld ontbreekt niet en is jaarlijks talrijk aanwezig op enkele kwalitatieve studiedagen binnen het programma, zo ook in 2016 op de studiedag ‘Vestibular assessment and vestibular pathologies’ en de studienamiddag ‘Hearing aid fitting in older people with complex needs’.

Toch kiest de hogeschool ervoor om in haar strategisch instellingsplan 2015-2020 nog een stapje verder te gaan: zo kiest de hogeschool ervoor om de interculturele en internationale dimensie in alle curricula nog verder te integreren via de leerresultaten ter versterking van de professionele identiteit van studenten. Er werd een leerresultaat gedefinieerd dat bestaat uit een aantal deelaspecten: het eerste betreft de interculturele competentie, het gepast en effectief beheren van interactie tussen mensen die, in zekere mate, verschil-lende of uiteenlopende affectieve, cognitieve of gedrags-matige oriëntaties in de wereld vertegenwoordigen. Een tweede heeft te maken met het verbeteren van taalvaardigheid. Een derde betreft de relatie tussen student en de maatschappij. Het uiteindelijke doel ligt in een actieve maatschappelijke betrokkenheid van de

24

Page 30: KRITISCHE REFLECTIE

student op nationaal, Europees of internationaal niveau. Een vierde deelaspect betreft vooral de persoonlijke groei van de student. En tot slot is er de internatio- nale vakkennis: het gaat om de internationalisering en interculturaliteit van de opleidingsinhouden en van het beroepenveld (ICOMs-project: www. internationalecompetenties.be/nl/icoms/).

De ambitie is dat alle opleidingen dit leerresultaat vertalen naar hun eigen opleidingscontext en integreren in hun leerresultaten, leerdoelen, inhouden, werk- en toets- en begeleidingsvormen. Studenten worden op die

manier ‘100% mobile minds’, ze kunnen met de juiste ‘mindset’ diverse standpunten innemen om de complexe maatschappelijke uitdagingen in respect voor de medemens te begrijpen en ernaar te kunnen handelen.

Het verwerven van deze internationale competenties kan op diverse manieren verlopen: via uitgaande of inkomende studentenmobiliteit en via internationalisation@home.

De hogeschool heeft een sterke traditie in studenten-mobiliteit. Ze slaagt erin bij 23,3% van haar afgestudeer-den een middellange tot lange internationale ervaring bij afstuderen te garanderen, wat de Vlaamse ambities

ruimschoots overtreft. De Arteveldehogeschool streeft naar 33% mobile students en stimuleert opleidingen om mobility windows in het curriculum van de opleidingen structureel in te bouwen.

FIGUUR 8: AANTAL UITGAANDE EU EN NIET EU-STUDENTEN 2011 -2016

700

600

500

400

300

200

100

0

2011 - 2012TOTAAL

2012 - 2013 2013 - 2014 2014 - 2015 2015 - 2016Academiejaren

470526

565

664

337

FIGUUR 9: AANTAL INKOMENDE STUDENTEN PER ACADEMIEJAAR 2011-2016

300

250

200

150

100

50

0

2011 - 2012TOTAAL

2012 - 2013 2013 - 2014 2014 - 2015 2015 - 2016Academiejaren

136

214 194

272

125

25

Page 31: KRITISCHE REFLECTIE

De hogeschool is trots op het stijgende aantal inkomende studenten: meer dan een verdubbeling van het aantal op vijf jaar tijd. De hogeschool wil verder haar internationaal profiel versterken en nog meer internationale studenten aantrekken. Ze heeft daartoe het strategische project ‘portfolio van Engelstalige opleidingen uitbreiden’ in haar plannen opgenomen. De uitbreiding kan via het uitwerken van exchange programmes (uitwisseling via Engelstalige semesterprogramma’s) en degree programmes (Engelstalige bacheloropleidingen). Daarom zal de hogeschool o.a. inzetten op de uitbreiding van het aantal Engelstalige degree programmes en de uitwerking van bi- of multidiplomeringen. Het wordt nog interessanter als er in deze Engelstalige programma’s ook Vlaamse studenten inschrijven, dan wordt de ‘international classroom’ gerealiseerd.

Dergelijke initiatieven bevorderen het intercultureel leren, de in- en uitgaande mobiliteit en de kans voor excellente studenten om honours-trajecten in een internationale context te volgen.

INTERNATIONALISATION@HOME Om internationale competenties te verwerven, hoeft niet noodzakelijk internationale mobiliteit opgestart worden. Er zijn diverse vormen van internationalisation @home mogelijk. De focus komt te liggen op de integratie van internationale competenties in de inhouden, de werkvormen, het studiemateriaal, de evaluatiemethodes, het onderzoek en de dienst- verlening van de verschillende studieprogramma’s.

Om de ambitie van opleidingen hierin te realiseren kunnen ze zowel een ondersteuningstraject als een onderwijsinnovatietraject indienen (zie 3.3).

Studenten PBA in het onderwijs: secundair onderwijs vormen duo’s met ‘inburgeraars’.

Ze hebben acht ‘dates’: samen naar de markt of een stadswandeling, het kan allemaal. De studenten stappen hiervoor in een bestaand project van de stad Gent (www.ingent.be). Dat is een van de initiatieven van de module projectwerk ‘urban education’ binnen het onderwijsvak Nederlands. Andere projecten zijn: deelnemen aan informele gesprekken met anderstaligen in het Huis van het Nederlands (conversatietafels), inoefenen van functionele mondelinge vaardigheden in een CVO of een OKAN-klas (onthaalklas anderstalige nieuwkomers), of voorlezen bij OKAN-kinderen of bij leerlingen van het buitengewoon secundair onderwijs (BuSo).

INTERNATIONALISERING IN ONDERZOEK EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

De Arteveldehogeschool participeert als coördinator of partner in een aantal strategisch gekozen internationale projecten. Dat kunnen zowel onderwijs- als onderzoeks-projecten zijn of projecten die onderwijsontwikkeling en praktijkgericht onderzoek en/of maatschappelijke dienstverlening combineren.

ProuD! is een onderzoeksproject in cofinanciering tussen de Arteveldehogeschool en de Metropolia

University of Applied Sciences (Helsinki, Finland). Binnen de Arteveldehogeschool situeert het project zich in PBA in de pedagogie van het jonge kind en PBA in het onderwijs: kleuteronderwijs. ProuD! is een ontwerponderzoek in samenwerking met twee Vlaamse kinderdagverblijven (0-3 jaar), twee Vlaamse kleuter- scholen (2.5 – 6 jaar) en vier Finse opvangvoorzieningen voor kinderen (0-6 jaar). De doelstelling van het ProuD!- project is de ontwikkeling van een tool om reflectief col- legiaal leren te ondersteunen op basis van pedagogische documentatie en met het oog op professionele groei.

De demografische transitie vereist een grotere aandacht voor de oudere bevolking. Er werd vanuit

de opleiding PBA in de ergotherapie in Vlaanderen onderzoek opgezet omtrent de functionaliteit van en de valproblematiek bij deze populatie. Het onderzoek in Vlaanderen werd via knowledge transfer gebruikt om in samenwerking met de Universiteit van Stellenbosch ge-lijkaardig onderzoek op te zetten in Zuid-Afrika. Deze on-derzoekslijn resulteerde in een klinische richtlijn omtrent valpreventie, een evidence based onderzoeksprotocol voor de Vlaamse ouderen en een behoeftenonderzoek bij de Zuid-Afrikaanse ouderen.

Door haar talrijke internationaliseringsactiviteiten leert de Arteveldehogeschool ook de onderzoeksactiviteiten van haar buitenlandse partners kennen. Het echte werk en de ware creativiteit krijgt op het terrein via co-creatie gestalte.

INTERNATIONALISERING IN KWALITEITSZORG VIA BENCHMARKING

Internationalisering versterkt ook de kwaliteitszorg van de Arteveldehogeschool via internationale bench-marking. Internationale benchmarking is een reflectief en systematisch proces. Sinds 2012 is er gestart met benchmarkinitiatieven en dat vooral in de opleidingen. Een hogeschoolbrede aanpak werd hierin opgesteld en ter ondersteuning aan opleidingen aangeboden. In de hogeschool zijn er al een vijftiental benchmarkinitiatieven met internationale partners afgerond of lopende.

26

Page 32: KRITISCHE REFLECTIE

De opleiding PBA in de ergotherapie heeft samen met de Hogeschool Arnhem-Nijmegen

en de Metropolia University of Applied Sciences in Helsinki een benchmarkproject afgerond in 2015 rond vier kernthema’s: de implementatie van de beroepsrol ‘diagnosticus’ in het curriculum, ondernemingszin en ‘entrepreneurship’ binnen ergotherapie, onderzoeks- gerichte bachelorproeven en hoe studenten betrekken bij integrale kwaliteitszorg.

INTERNATIONALISERING IN DE UITBOUW VAN EEN INTERNATIONAAL NETWERK

De Arteveldehogeschool beschikt over een ruim netwerk aan partnerinstellingen binnen en buiten Europa, om waardevolle uitwisselingen en allianties tot stand te brengen. De hogeschool heeft 312 inter-institutionele akkoorden, ook wel uitwisselingsakkoorden, met 178 hoger onderwijs partnerinstellingen, die geregistreerd zijn in de digitale databank Mobility Online.

In 2007 werd van start gegaan met het door de hoge-school gefinancierde project van de strategische allian-ties, met als voornaamste doel het uitbouwen van een samenwerking buiten Europa op het vlak van onderwijs, onderzoek en dienstverlening in doelbewust gekozen landen die ook aansloten bij de Vlaamse strategie voor samenwerking. In 2007 werd overeengekomen om een strategische alliantie met vijf partnerlanden uit te bou-wen: Canada, Vietnam, Turkije, Ecuador en Zuid-Afrika. Elke strategische alliantie wordt vertegenwoordigd door een strategisch agent. In 2014 werd Turkije vervangen door China.

Binnen de strategische alliantie Zuid-Afrika wordt duurzaamheid nagestreefd. Om dit te bereiken

worden drie factoren in rekening genomen: (1) interdisciplinaire samenwerking binnen de opleidingen aan de Arteveldehogeschool, (2) focus op een mix van dienstverlening, onderzoek en onderwijs en (3) optimale betrokkenheid van lokale stakeholders. Het project Obonjaneni/Zwelisha gesitueerd in KwaZulu Natal is hierbij een good practice. Reeds operationele studentenmobiliteit in kader van stage binnen onder-wijs, een kinderopvangcentrum en de community vanuit de opleidingen PBA in de ergotherapie, PBA in het onderwijs: lager onderwijs en PBA in het onderwijs: secundair onderwijs, wordt uitgebreid met stages in een ‘preschool daycare center’ voor studenten van de opleiding PBA in de pedagogie van het jonge kind en PBA in het onderwijs: kleuteronderwijs. Praktijkgericht onderzoek naar de noden van de oudere bevolking, in samenwerking met de Universiteit van Stellenbosch, een focusgroepinterview met jongeren en explorerende gesprekken over early childhood education binnen de community brengen inzicht in de noden van de lokale bevolking.

In de periode 2015-2020 zal per strategische alliantie gefocust worden op het verfijnen van de werking van het netwerk.

INTERNATIONALISERING IN PERSONEELSBELEID

De hogeschool heeft een hoge stafmobiliteit. In academiejaar 2014-2015 is er een lichte daling merkbaar, maar dit herneemt zich in 2015-2016 waarbij de geschatte mobiliteit wellicht het aantal van 400 overstijgt (nog niet gevalideerd op datum van redactie).

FIGUUR 10: UITGAANDE STAFMOBILITEIT

440

480

400

360

320

280

240

200

2010 - 2011AANTAL

2011 - 2012 2012 - 2013 2013 - 2014 2014 - 2015Academiejaren

330365

390351 349

27

Page 33: KRITISCHE REFLECTIE

De Arteveldehogeschool ziet internationalisering als een krachtige vorm van professionalisering. Niet alleen groeien de internationale competenties en de expertise van de medewerkers hierdoor, maar vaak leren medewerkers ook op een andere manier naar het eigen vakgebied kijken, meer relativerend, met een betere kijk op de essentie ervan. De ambitie is dat internationalisering ingebed wordt in het HRM-beleid van de hogeschool: al bij aanwerving rekening houden met de internationale gerichtheid van de medewerkers en internationale horizonverruiming tijdens functione-ringsgesprekken nog meer stimuleren.

Ook in de diensten wordt door steeds meer medewerkers de internationale kaart getrokken. Zo zijn al verschillende medewerkers via ‘Erasmus+ Key Action 1 Jobshadowing’ een aantal dagen bij een internationale collega op werkbezoek geweest.

Medewerkers van de dienst studenten- voorzieningen hebben met collega’s uit Berlijn

hun visie en activiteiten vergeleken en hieruit leerpunten voor de eigen werking gedistilleerd. Eenzelfde proces werd doorlopen met de dienst communicatie en de collega’s in Edinburgh (University of Edinburgh).

Sinds academiejaar 2015-2016 organiseert de hogeschool ook een ‘International Erasmus staff

exchange week’ waarbij experten uit internationale partnerinstellingen, werkzaam in onderwijsonder- steunende dienstverlening, best practices uitwisselen die ook in de hogeschool relevant zijn. In academiejaar 2015-2016 werd de International Erasmus staff exchange week samen met KdG-hogeschool georganiseerd rond communicatie. Er waren ongeveer 30 ingeschreven ‘staff members’ van andere internationale partners aanwezig samen met de eigen communicatiedienst. Dergelijk project zal tweejaarlijks worden georganiseerd, telkens rond een ander thema, in samenwerking met een andere hogeschool.

3.2.2 Beleid praktijkgericht onderzoek en maatschap-pelijke dienstverlening

Kwaliteitsvol praktijkgericht onderzoek en dienst- verlening, gericht op innovatie en professionalisering van de praktijk, is het adagium van het beleid voor onder-zoek- en dienstverlening in de hogeschool. De hogeschool heeft vier hogeschoolbrede thematische speerpunten inzake onderzoek en dienstverlening gedefinieerd (zie ook website):

• Communicatie, perceptie en beeldvorming (www.arteveldehogeschool.be/speerpunten/ communicatie-perceptie-en-beeldvorming)

• Ondernemerschap, organisatie en competenties (www.arteveldehogeschool.be/speerpunten/ ondernemerschap-organisatie-en-competenties)

• Onderwijs, opvoeding en jongerencultuur (www.arteveldehogeschool.be/speerpunten/ onderwijs-opvoeding-en-jongerencultuur)

• Zorg, welzijn en zelfredzaamheid (www.arteveldehogeschool.be/speerpunten/ zorg-welzijn-en-zelfredzaamheid)

Zes onderzoeks- en dienstverleningscentra (ODC’s) brengen onderzoekers en docenten samen uit diverse opleidingen en disciplines en bouwen deze thematische speerpunten uit via onderzoeks- en dienstverlenings-projecten. Elk ODC (Entrepreneurship 3.0, Gezinskracht, Leer+, Quest, TACOO, Zorginnovatie) bestaat uit een kerngroep met een hoofdpromotor en een aantal promo-toren die elk uit een andere opleiding komen om zo de multidisciplinariteit te waarborgen. De leden van het ODC zoeken samen, over de opleidings- en disciplinegrenzen heen, naar concrete praktijkoplossingen en -toepassingen voor actuele problemen en trachten een duidelijke economische en maatschappelijke meerwaarde te creëren. Naast het onderzoek en de dienstverlening in de ODC’s is er ook onderzoek georganiseerd vanuit specifieke expertisedomeinen. (www.arteveldehoge-school.be/expertisedomeinen/opleidingsgebonden-ex-pertisedomeinen)

PRAKTIJKGERICHT WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK IN ONDERWIJS

Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek in de professioneel gerichte bacheloropleidingen heeft als hoofdkenmerk dat het thematisch en praktijkgebaseerd is. De Arteveldehogeschool profileert zich als een expertisecentrum op de verschillende domeinen die aansluiten bij de basisopleidingen.

De hogeschool heeft in haar strategische programma’s 2015-2020 ook de nexus

onderwijs-onderzoek opgenomen. Hierrond werden reeds een duidelijke visie en beleid ontwikkeld. Het realiseren van de nexus is een gedeelde ambitie en praktijk van opleidingen en diensten. De kern van de visie is dat de hogeschool als kenniscentrum werkt aan de permanente co-creatie van kennis en die inzet voor de professionalisering van studenten, docenten, werkveld en samenleving.

Het project ‘Van Factor C naar C-light. Van drempels en succesfactoren naar een nieuwe

methodiek voor communicatief beleid’ (1/2/2013 tot

28

Page 34: KRITISCHE REFLECTIE

31/8/14) van de opleiding PBA in het communicatie- management bracht in kaart hoe Vlaamse beleidsma-kers, projectleiders en communicatiemedewerkers van Vlaamse (lokale) overheden stonden tegenover ‘Factor C’, een in Nederland gebruikelijke methodiek. Vervolgens realiseerde men een nieuwe methodiek om communi-catief beleid te ontwikkelen voor de Vlaamse gebruiker. Deze nieuwe methodiek heet CB-link. Door dit onder-zoek worden vanuit de opleiding heel wat vormingen georganiseerd voor de Vlaamse overheid. De nexus wordt als volgt gerealiseerd:

• kennisoverdracht van de nieuwe methodiek in lessen overheidscommunicatie van de opleiding• begeleidingsvaardigheden aanleren aan studenten communicatiemanagementDe opleidingen kunnen ook onderwijsinnovatie- projecten in het kader van de nexus onderwijs- onderzoek indienen.

ONDERZOEK DOOR INTERNE EN EXTERNE PROJECTEN

In de hogeschool worden jaarlijks middelen voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (PWO) ingezet. Elk jaar werken onderzoekers, studenten en externe partners samen in PWO-projecten rond actuele thema’s, allemaal vragen uit het werkveld, en ontwikkelen ze toepassingen voor de praktijk. Elk PWO-projectteam wordt ondersteund door een adviescommissie, samengesteld uit relevante partners uit het werkveld en de wetenschappelijke wereld. In het academiejaar 2014-2015 werd 12,5 VTE toegekend voor het uitvoeren van een veelheid aan PWO-projecten. De hogeschool trekt ook externe middelen aan om samen met stakeholders, overheden en derden, onder andere in nationale en internationale consortia en netwerken, aan projecten te werken. Zo participeert de hogeschool bijvoorbeeld ook in projecten Strategisch Basisonderzoek (SBO) in consortia met universiteiten en werkveldorganisaties en verwierf de hogeschool in augustus 2016 financiering voor vier jaar voor twee INTERREG projecten in het 2 Seas programma.

Het Interreg 2 Seas project ‘Providing Access to Childca-

re and Employment’ (PACE) heeft als doel de vaar-digheden van personeel binnen de kinderopvang

te verbreden en de ‘soft skills’ van vrijwilligers en ouders te verbeteren. Daarnaast zal het project (kwetsbare) ouders coachen bij het vinden van werk om uiteindelijk het leven en de levensvooruitzichten van kwetsbare en arme gezinnen te verbeteren. Er zijn twaalf partners uit vier landen bij betrokken. Voor de hogeschool zijn de opleidingen PBA in de pedagogie van het jonge kind en PBA in het sociaal werk betrokken.

Valorisatie is een essentieel onderdeel van onderzoeks- en dienstverleningsprojecten. De hogeschool heeft samen met de Associatie Universiteit Gent (AUGent) een algemeen onderzoeks- en samenwerkingsreglement uitgewerkt, waarbij haar valorisatiecel onder andere instaat voor de opbouw en het beheer van de eigen-domsrechten, de onderhandeling en het beheer van de valorisatiecontracten en het bevorderen van de samenwerking tussen de partnerinstellingen en de bedrijven.

Leidraad “klaar voor redelijke aanpassingen”: Dit materiaal kwam tot stand in het praktijkgericht

wetenschappelijk onderzoek (PWO-project) ‘Redelijke aanpassingen en Universal Design for Learning: captain universe voor het leren?’ waarin onderzoekers van de Arteveldehogeschool samen met leerlingen, leraren en leerlingbegeleiders de mogelijkheden van Universal Design for Learning in de klas en op school onderzochten. De leidraad geeft aan hoe onderwijs meer universeel ontworpen kan worden zodat al van bij aanvang rekening gehouden wordt met de (specifieke) onderwijsbehoeften van leerlingen. De leidraad wordt online aangeboden en is eveneens in gedrukte versie verkrijgbaar. www.arteveldehogeschool.be/sites/de-fault/files/attachments/klaar_voor_redelijke_aanpassin-gen_een_leidraad.pdf

Vlaamse Test Begrijpend Lezen: Deze test meet het begrijpend lezen bij

kinderen van het eerste tot en met het zesde leerjaar. De test is bedoeld voor kinderen met lees-, spelling- en/of rekenproblemen die aangemeld worden op een gespecialiseerde dienst. Door een grondige fouten- analyse kan een behandeling/aanpak geïndividualiseerd worden. Hertesten na de behandeling is ook mogelijk omdat er een parallelversie beschikbaar is. Deze test werd in een praktijkgericht wetenschappelijk onder-zoeksproject (PWO) ontwikkeld in nauwe samenwerking met studenten en actoren uit het werkveld. De test wordt door een uitgeverij verdeeld via www.boek.be/boek/vtbl

PWO-projecten 14

2

3

2

PWO-onderzoeksprojecten met cofinanciering

Verkennende PWO-onderzoeksprojecten

Verkennende valorisatieprojecten

FIGUUR 11: AANTAL PWO PROJECTEN

Academiejaar 2014 - 2015 Aantal

29

Page 35: KRITISCHE REFLECTIE

Ik ben op stage geweest in India. Een ongelooflijke ervaring! Ik heb geleerd dat vooroordelen leiden tot discriminatie. Daar waar geld vroeger centraal stond, besef ik nu wat echt belangrijk is. Ik ben enorm dankbaar voor de kans die ik heb gekregen. Ik start mijn bedrijf op in India, Online Food Delivery. BENOIT DECLERCQ, STUDENT PBA IN HET BEDRIJFSMANAGEMENT, AFSTUDEERRICHTING INTERNATIONAAL ONDERNEMEN.

Page 36: KRITISCHE REFLECTIE

3.2.3 Ondernemingszin en ACCIO als expertisecentrum en ondersteuningsplatform

Het Arteveldehogeschool Centrum voor Creativiteit, Innovatie en Ondernemingszin (ACCIO - www.artevelde-hogeschool.be/accio-home), gegroeid vanuit een kenniskring opgericht in 2011-2012 en nadien als centrum verdergezet, wil studenten en docenten van de Arteveldehogeschool inspireren, faciliteren en professionaliseren om creatief te denken en te handelen en ondernemend en innovatief te zijn. De ACCIO-com-munity verenigt docenten, studenten, werkveldpartners en belanghebbenden uit de regio. De ACCIO-opdracht-houder in elke opleiding vertaalt de ACCIO-pijlers creativiteit, innovatie en ondernemingszin naar de specifieke opleiding. De hogeschool zet ook een creativiteitscoach in voor alle opleidingen en diensten. ACCIO zal ook in academiejaar 2016-2017 van naam veranderen nl. Idea Factory Arteveldehogeschool omdat deze naam meer aansluit bij de leefwereld van studenten.

ACCIO ondersteunt studenten door o.a. het faciliteren van brainstormprocessen en dienstverlening ‘op maat’ bij alle stappen die een student-ondernemer of kandidaat-ondernemer zet: van idee over businessplan tot opstart. Ondernemende studenten kunnen sinds het academiejaar 2011-2012 het bijzonder statuut van student-ondernemer of kandidaat-student- ondernemer aanvragen, waarbij ze faciliteiten krijgen die de combinatie studeren en ondernemen beter haalbaar maken. Studenten kunnen sinds kort ook instappen in de studentencoöperatie, ARTEpreneur die werd opgericht en uniek is voor Vlaanderen. ACCIO faciliteert de student bij de combinatie ‘studeren en ondernemen’ door mee te zoeken naar mogelijkheden om binnen het curriculum aan het eigen project, de eigen onderneming te werken, bijvoorbeeld in de vorm van een bachelorproef, of door stage te lopen in het eigen bedrijf. In dergelijk traject kan ACCIO fungeren als mentor en de student-ondernemer coachen.

ONDERNEMINGSZIN IN ONDERWIJS

In de curricula worden creativiteit, innovatie en ondernemingszin gestimuleerd. Hiervoor werd reeds een specifiek leerresultaat geformuleerd. Deze compe-tentiematrix wordt vertaald naar iedere specifieke opleiding. ACCIO ijverde in 2015 ook met succes voor het verkrijgen van de bevoegdheid om als eerste hogeschool het attest bedrijfsbeheer uit te reiken aan studenten.

De opleiding PBA in het Bedrijfsmanagement verwierf in 2015 het Bijzonder (kwaliteits)

Kenmerk Ondernemen in de pilots die door de NVAO werden opgezet.

Het is een uitgelezen kans om een jaar sneller dan voorzien met mijn onderneming officieel

te starten. Een droom die werkelijkheid wordt - Dieter Plas, student PBA in het bedrijfsmanagement, afstudeerrichting Internationaal Ondernemen

ONDERNEMINGSZIN IN PRAKTIJKGERICHT WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

ACCIO wordt betrokken in brainstormsessies rond PWO-topics en verbindt het werkveld met de oplei-ding(en) voor de uitwerking van specifieke projecten.

Tijdens de uitwerking van hun bachelorproef krijgen ondernemende studenten coaching rond de ACCIO- pijlers en/of verwijst men hen door naar het ACCIO- netwerk en Student Ghentrepreneur, http://www.ghen-trepreneur.be/. ACCIO zoekt naar mogelijkheden om een ‘living lab’ aan te bieden voor de ondernemende studenten, waar ze kunnen ‘co-worken’ tijdens de uitwerking van hun project, of prototypes kunnen maken en uittesten, experimenteren. ACCIO wordt mee betrokken bij de valorisatie van het project.

In 2015 organiseerde ACCIO vanuit Student Ghentrepreneur 30 evenementen rond onderne-

mingszin: ondernemende studenten werden met elkaar in contact gebracht om op een laagdrempelige manier ideeën te delen en ervaringen uit te wisselen en werden begeleid bij de uitwerking van hun project. Dit project heeft ondertussen al ongeveer 1881 student-onderne-mers in meer dan 60 activiteiten bereikt.

Student Matthias Browaeys is een van de vele studenten aan de Arteveldehogeschool die met

ondersteuning en coaching vanuit ACCIO via het project Student Ghentrepreneur de stap naar een eigen onder-neming zet. Hij ontwikkelde als student-ondernemer het platform WinWinner, en stond hiermee ook op het podium van de competitie voor de Gentse student-on-dernemer van het jaar. WinWinner is een online plat-form voor de winwin-lening die het mogelijk maakt om geld te lenen bij particulieren om een zaak of KMO op te starten en daarmee voor hen het aanbod beleggingspotentieel vergroot.

Vanaf september 2015 is de Arteveldehogeschool gestart met een studenten coöperatieve vennootschap, Artepreneur. Het opzet beoogt een veilig kader te bie-den waarbinnen ondernemende studenten als coöpe-ranten hun eigen project vorm kunnen geven zonder hun statuut van student te verliezen. Het project is een pilot voor Vlaanderen.

Page 37: KRITISCHE REFLECTIE

ONDERNEMINGSZIN IN INTERNATIONALISERING

ACCIO stimuleert de studenten om deel te nemen aan studentenmobiliteit rond het thema ‘ondernemerschap’. Via Erasmus+ kunnen student-ondernemers individueel een stageplaats aanvragen bij een buitenlandse onder-nemer om zo van coaching en begeleiding te kunnen genieten.

In 2015 ondernam ACCIO ook een bench- marking- en inspiratiebezoek aan de University of

Applied Sciences van Oulu, Finland. Het Finse concept van de ‘business kitchen’ kan model staan voor verdere toekomstige initiatieven vanuit ACCIO.

ONDERNEMINGSZIN IN PERSONEELSBELEID

Doorheen het jaar organiseert ACCIO inspiratiesessies rond creativiteit, innovatie en ondernemingszin voor medewerkers. Daarnaast worden op aanvraag train- de-trainer sessies ‘Creativiteit’ georganiseerd. Daarnaast organiseert ACCIO vanuit Student Ghentrepreneur een docententraject met als doel de docenten tools aan te reiken die onmiddellijk inzetbaar zijn in het lesgebeuren, en best practices uit te wisselen rond de ACCIO-pijlers. Alle medewerkers kunnen een basistraining creatieve denktechnieken, brainstorming, Business Model Canvas… volgen. Teams kunnen een beroep doen op coaching om specifieke projecten op een creatieve manier aan te pakken, door te denken en te handelen vanuit nieuwe invalshoeken.

3.2.4 Duurzaamheid

De Arteveldehogeschool engageert zich om de doel-stellingen van Duurzaam Hoger Onderwijs Vlaanderen (DHO) te realiseren. De elementen van de visietekst werden naar doelen duurzaam hoger onderwijs in de Arteveldehogeschool vertaald. De term ‘duurzaamheid’ wordt niet meer uitdrukkelijk vermeld in het strategisch instellingsplan 2015-2020 omdat duurzaamheid en duurzame ontwikkeling in de doelstellingen, de krachtlijnen, waarden en missie zijn geïncorporeerd. Immers, een waarderende organisatie voert op duurzame wijze haar kernopdrachten uit en daarbij is duurzaamheid in het personeelsbeleid en in de bedrijfsvoering geïntegreerd.

DUURZAAMHEID IN ONDERWIJS

De Arteveldehogeschool streeft ernaar dat alle afgestu-deerden en cursisten competenties bezitten om vanuit hun eigen discipline bij te dragen aan duurzame ontwik-keling en dat in hun latere werkveld en de samenleving tot uitdrukking kunnen brengen.

Duurzaamheidscompetenties zijn intrinsiek onderdeel van de ‘21st century skills’. Wanneer het VESTIA+D model van competenties voor duurzame ontwikkeling van Roorda getoetst wordt aan de inhouden van de ECTS-fiches, zijn er in alle opleidingen opleidingsonder-delen met aandacht voor competenties in verband met verantwoordelijkheid, emotionele intelligentie, systeem-gerichtheid, toekomstgerichtheid, inzet, actievaardig-heid… Deze competenties zijn evenwel niet of zelden met de term ‘duurzaamheid’ gelabeld. Er wordt verder gewerkt aan de curricula om dit nog meer te explicite-ren. In de opleidingen PBA in het office management, de lerarenopleidingen, PBA in het bedrijfsmanagement, PBA in het sociaal werk en PBA in de grafische en digitale media zijn er in de competentiematrices expliciete ver-wijzingen naar duurzaamheid of duurzame ontwikkeling.

In de uitwerking van het leerresultaat van de opleiding PBA in het office management ‘Ethisch

en maatschappelijk verantwoord handelen conform de beroepsdeontologie, normen en waarden van het bedrijf/de organisatie en hierbij rekening houden met het duurzaam aspect van ondernemen, ook onder moeilijke omstandigheden, is rekening gehouden met het VESTIA+D model van Roorda (2010). Het leerresul-taat wordt onder meer verworven in het opleidings- onderdeel ‘Eventorganisatie’ en ‘Praktijkproject 2’ van de afstudeerrichting Event & Project management. Een voorbeeld daarvan is het project ‘Lifecycling’. Dat is een doorlopende educatieve beurs met informatieve, interactieve standen. Thema’s variëren van voeding, afval, recyclage en mobiliteit tot ‘co-housing’ en ‘ur-ban farming’. Tijdens de dag zijn er ook gastcolleges en wordt een relevante documentaire vertoond om het bewustzijn van de studenten rond duurzaamheid aan te scherpen. ’s Avonds is er optioneel een modeshow met gerecycleerde kledij. Studenten stellen daarna een werkstuk op waarin ze reflecteren over de activiteiten en uitleggen hoe ze in hun eigen project duurzaamheid toepassen. In hun werkstuk nemen ze ook hun advies aan de opdrachtgever op gebaseerd op de ‘Groene-vent-scan’ (www.ovam.be/degroenevent) om het evenement in de toekomst nog duurzamer te maken.

In het opleidingsonderdeel ‘Grondstoffen’ in de tweede schijf van de opleiding PBA in de grafische

en digitale media wordt papier en inkt als duurzame grondstof behandeld. Papier en inkt zijn controversiële grondstoffen. Onder de terechte druk van de publieke opinie is de papierindustrie een koploper geworden in ecologisch, economisch en sociaal verantwoord onder-nemen. Getuige daarvan zijn bijvoorbeeld de vele labels voor papier (FSC, PEFC, Blauwe Engel, Nordic Swan, Europees Ecolabel) en de traceerbaarheid van grondstof tot eindproduct (chain of custody). Deze situatieschets

31

Page 38: KRITISCHE REFLECTIE

wordt als uitgangspunt gebruikt om de student erop te wijzen dat de perceptie (papier is geen duurzaam pro-duct) niet altijd correct is (kritische houding). De student wordt uitgedaagd om een gelijkaardige schets te maken van de voedingsindustrie, textielindustrie en consumen-ten elektronica-industrie (onderzoekende houding).

DUURZAAMHEID IN ONDERZOEK

In het uittekenen van het onderzoeksbeleid en het beleid van met PWO-middelen gefinancierde projecten staat duurzaamheid centraal. Projecten moeten aantonen dat ze in hun methoden solide en stevig verankerd zijn en dat de maatschappelijke impact en de werkveldrelevantie gegarandeerd zijn. In de uitvoering van projecten worden deze aspecten niet alleen gemonitord, maar onderzoekers worden ook ondersteund in de uitvoering hiervan. Duurzaamheid is naast het beleid en structuur rond onderzoek en dienst-verlening, ook aanwezig in de onderzoeksthema’s zelf.

In het onderzoeksproject ‘EDOEL, Educatie Duur-zame Ontwikkeling, Evaluatie van de lespraktijk‘

wordt een zelfevaluatie-instrument EDO voor leraren basis- en secundair onderwijs ontwikkeld. ‘De ‘whole school’ benadering als leidraad voor een implementatie van EDO in het basisonderwijs loopt binnen de speer-punt Onderwijs, opvoeding en jongerencultuur (ODC Quest) en wordt uitgevoerd door onderzoekers uit de drie lerarenopleidingen. Eén van de cruciale rollen van onderwijs is om leerlingen en leerkrachten met competenties uit te rusten die hen in staat stellen om met complexe duurzaamheidsuitdagingen om te gaan.

DUURZAAMHEID IN BEDRIJFSVOERING

De Arteveldehogeschool beoogt een duurzame inter-ne bedrijfsvoering. Interne bedrijfsvoering is een ruim domein en omvat processen op drie vlakken:

• een duurzaam personeelsbeleid De Arteveldehogeschool voert sinds enkele jaren een actief talentenbeleid zowel naar de medewerkers als naar de studenten. Die talentbenadering draagt bij tot duurzaam werk in de hogeschool. Een breed actieplan 2013-2015 voor de medewerkers bevat een tiental actiepunten (detectie, ontsluiting, jobcrafting...) in verschillende gebieden (functieprofielen, in team- verband, loopbaanbegeleiding…).

Talenten krijgen aandacht van bij de instroom van medewerkers. Al in de vacature wordt er expliciet

verwezen naar talenten en worden belangstellenden uitgenodigd om hun talenten weer te geven in hun sollicitatiedossier. Niet enkel worden de competenties

van kandidaat-medewerkers afgetoetst aan het competentieprofiel; er is ook ruimte om hun talenten te bespreken. Daartoe is er voor selectiecommissieleden een brochure ‘talentgericht werven en selecteren’ uit- gewerkt met methodieken en instrumenten om talenten te detecteren. Het instrumentarium is beschikbaar in de hogeschool. Ook bij onthaal en ingroeibegeleiding wordt verwezen naar talenten en mogelijkheden om die in de hogeschool aan te wenden. Talent- en loopbaan-beleid is al enkele jaren een speerpunt in het profes-sionaliseringsbeleid. Initiatieven richten zich zowel op docenten (talent in relatie tot studenten), leidinggeven-den als op alle medewerkers. Onder de noemer ‘Vitami-nes voor je loopbaan’ biedt de hogeschool al meerdere jaren sessies aan over talenten verkennen, netwerken en talenten inzetten. Het professionaliseringsbeleid is er in de eerste plaats op gericht om sterktes en talenten van medewerkers verder te ontwikkelen; enkel waar nodig wordt er geremedieerd.

• Een duurzaam studenten- en onderwijsbeleid: in het raamwerk talentontwikkeling bij studenten staat het streven centraal naar de integratie van de professionele en persoonlijke ontwikkeling. Op die wijze wordt de talentgerichte benadering in het competentiegericht onderwijs ingebracht. Leercom-petenties, taalcompetenties, sociale competenties zijn hefboomvaardigheden om talenten te laten groeien.

Talenten zijn net als reflectie een gedeelde aangelegenheid. Het zijn kwaliteiten die slechts

vorm krijgen doorheen de interactie en samenwerking met anderen. Vanuit deze overtuiging maken de studen-ten van bij aanvang in de opleiding PBA in de pedagogie van het jonge kind en in kleine groepen kennis met verschillende werkvormen rond talenten. Dat gebeurt aan de hand van het kwaliteitenspel van Gerrickens (in het opleidingsonderdeel ‘Onderzoeken en innoveren’), waarin studenten talentenkaarten uitdelen aan elkaar om zo in een waarderend klimaat zichzelf en de ander te leren kennen. Daarnaast werken de studenten een eigen werkvorm uit gebaseerd op ‘Ik kies voor mijn talent’ van Luk Dewulf (in het opleidingsonderdeel ‘Communicatie en samenwerking in team’), waarin ze uitgedaagd wor-den de uitwisseling en reflectie rond talent te bevorde-ren. Deze verkenning, beleving en uitwerking van diverse werkvormen stimuleert de student om actief op zoek te gaan naar de eigen kwaliteiten in verhouding tot de an-deren. Een student getuigt achteraf tijdens een individu-eel coachingsmoment: “In het talentenspel omschreven medestudenten mij als ‘een kansengever’, iets wat ik nog niet van mezelf wist, maar nu sterk naar voor kwam”.

32

Page 39: KRITISCHE REFLECTIE

• een duurzaam middelenbeleid Het duurzame middelenbeleid omvat zowel het optimaal inzetten van de beschikbare middelen als het voeren van een duurzaam aankoop- en investeringsbeleid waarbij ook aandacht besteed wordt aan het sociale luik. Het energie-, water- en gasverbruik wordt strikt gemonitord en bijgestuurd. Duurzame relaties in het aankoopbeleid houden naast milieucriteria en eco-labels ook rekening met sociaal-ethische criteria. Duurzame bouwmaterialen en -systemen dragen tevens bij tot duurzaamheid.

Het dienstencentrum Mozaïek is actief op verschillende campussen van de hogeschool met

hun enclavewerking waarbij volwassen mensen met een verstandelijke beperking worden ingezet in de hogeschoolwerking

Bij de renovatie van campus Hoogpoort werd bewust gekozen voor de realisatie van een

duurzaam gebouw en voor een duurzaam renovatie- proces. Voor het duurzaam karakter van het gebouw werd er gekozen voor drie-lagig glas, warmterecuperatie uit ventilatielucht, aanwezigheidsdetectie die voorname-lijk LED-verlichting schakelt. Daarnaast werd er rekening gehouden met een duurzaam renovatieproces. Bij de afbraakwerken werden, waar mogelijk, bepaalde materi-alen afzonderlijk afgevoerd om ze te hergebruiken in het productieproces van nieuwe materialen.

Het ontwerp van de sporthal met lesaccommo-datie (campus Watersportbaan) voorziet in de

realisatie van een gebouw dat een BEN-label zal krijgen (Bijna Energie Neutraal). Hiervoor wordt er uiteraard aan een door gedreven isolatie van het gebouw gewerkt, maar ook de ventilatie-eisen worden strenger uit- gevoerd dan bij een doorsnee-gebouw. Het gebouw zal ook volledig voorzien zijn van LED-verlichting (gekoppeld aan aanwezigheidsdetectie, toegangscon-trole en daglichtdimming) en een elektriciteitsproductie door fotovoltaïsche cellen.

De Arteveldehogeschool kiest in haar beleid rond voeding voor een duurzame en veelzijdige bena-

dering, en wil zo bijdragen tot een gezond studentenle-ven. Deze doelstelling vertaalt zich ook in de gemaakte keuzes bij de uitbating van het restaurant ‘de Kantiene’: zo wordt dagvers en ter plaatse gekookt met seizoens-gebonden groenten en enkel gecertificeerd duurzaam vlees en vis; er wordt prioriteit gegeven aan bio- en fairtradeproducten, en er worden in het studenten- restaurant geen gefrituurde maaltijdcomponenten aangeboden. Er zijn dagelijks meerdere vegetarische alternatieven, een ruim fruitaanbod en gratis drinkwater. Er wordt bovendien een duidelijk prijs- onderscheid gemaakt tussen gezonde en minder gezonde (vet- en suikerhoudende) producten.

3.3 Ondersteuningstrajecten en onderwijsinno-vatietrajecten

In functie van de onderwijsinnovatie en om de kwali-teitsverhoging van het onderwijsproces te ondersteunen werden twee types van trajecten voorzien waardoor de opleidingen hun verdere groei en ontwikkeling kunnen vormgeven: ondersteuningstrajecten en onderwijsinno-vatietrajecten.

ONDERSTEUNINGSTRAJECTEN

Samen met de diensten professionalisering, studieadvies en mediatheken werkt de dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering (O&I) mee aan het verder uitbouwen van de onderwijskundige ondersteuning en professionalisering in de Arteveldehogeschool. Hierbij staat kwaliteit voorop. Dat betekent dat de onderwijskundige ondersteuning en professionalisering op zich kwaliteitsvol is, maar ook dat ze beklijft en tot effectieve gedragsveranderingen leidt. Om dit doel te bereiken willen de verschillende diensten samen een aanbod uitwerken dat te plaatsen is binnen drie grote pijlers: ondersteuning en professionalisering op maat van de opleidingen, op maat van de medewerker of opleidingsoverstijgend.

De ondersteuningstrajecten kunnen allerlei vormen aannemen. De medewerkers van de dienst O&I en de dienst professionalisering bezoeken elke opleiding bij de start van het academiejaar om de noden te inventariseren en het aanbod voor te stellen. In academiejaar 2016-2017 wordt gewerkt aan drie thema’s: design curriculum, design onderwijspraktijk en design toetsing. Via dialoog kan de opleiding ervoor kiezen om ondersteuning aan te vragen die aansluit bij deze noden en behoeften. Er wordt ook meer geïnvesteerd in de planning.

De nadruk van de ondersteuning wordt in dit overzicht aangeduid in het blauw. Omdat elke ondersteuning die in een opleiding georganiseerd wordt, moet gedragen zijn vanuit het management, wordt dit aangeduid in het groen. Het overleg dat gevoerd wordt zal op zich vaak een ondersteuning zijn. De kwaliteitscriteria, good practices en literatuurlijsten zijn voorwaarden voor een goede ondersteuning. Deze voorwaarden voor een goede ondersteuning werden in het fuchsia aangeduid.

33

Page 40: KRITISCHE REFLECTIE

ONDERWIJSINNOVATIETRAJECTEN

Voor de onderwijsinnovatietrajecten heeft de hogeschool bijkomende middelen (jaarlijks 3 VTE) gereserveerd om via een jaarlijkse projectoproep rond vier thema’s te werken: blended learning, internationali-sering van het curriculum, ‘learning by developing’ en de nexus onderwijs-onderzoek-dienstverlening. Bij goedkeuring van het project verwerven de opleidingen 0,20 VTE uit het fonds, aangevuld met 0,20 VTE die ze zelf financieren. Het opzet is dat de projecten ook voor andere opleidingen implementeer-baar zijn en als ‘good practices’ uitgewisseld kunnen worden. De projecten, die in academiejaar 2015-2016 werden uitgevoerd, zijn ter zitting raadpleegbaar. Volgende thema’s komen aan bod:

Blended learning De opleiding PBA in het communicatie- management wil inzetten op een vlotte academi-

sche integratie voor startende studenten met verschillen-de profielen. Academische integratie is een belangrijke voorspeller van studiesucces. Men zal een blended module ontwikkelen (een digitaal leerpad gecombineerd met contactmomenten) waarin startende studenten op eigen tempo het start-traject kunnen afleggen en zich de

juiste en specifieke opleidingsspecifieke en hogeschool-brede informatie op een makkelijke manier en op het juiste moment eigen kunnen maken.

Learning by developing De opleiding PBA in de grafische en digitale media wil het curriculum zo ontwerpen dat het aantrek-

kelijker wordt voor het werkveld om samen te werken met de opleiding. Er zal gezocht worden naar synergie tussen de afstudeerrichtingen zodat multidisciplinaire teams gevormd kunnen worden (studenten, docenten en werkveld) die samen complexe projecten uitwerken. Deze leercontexten hebben de bedoeling om ontwerp-, technologische-, management skills en ondernemerschap te stimuleren.

Internationalisering De BNB in het onderwijs: buitengewoon onderwijs wil onderzoeken hoe ze kunnen inspelen op de

gewijzigde opdracht die scholen en leerkrachten uit het buitengewoon onderwijs kunnen opnemen naar aanleiding van het M-decreet. Aangezien dit een geheel nieuwe evolutie in Vlaanderen is, zal de opleiding inspiratie daarvoor in het buitenland zoeken en in kaart brengen hoe de evolutie naar een meer inclusief onderwijslandschap in andere landen verlopen is.

EXPERTEN

VERBINDER

EXPERTEXPERT EXPERTEN

CRITICAL FRIEND

EXPERTEN

CRITICAL FRIEND

EXPERTEN

COACH

VORM

ROLLEN EXPERTEN

COACH

FIGUUR 12: ROLLEN, VORMEN EN THEMA’S VAN ONDERSTEUNINGSTRAJECTEN IN 2016 - 2017

Nieuw curriculum

Curriculumvernieuwing

Internationalisation@home

ECTS

Ontwerp van olods

Motiverend en activerend onderwijs

Taalontwikkelend lesgeven*

Blended learning

Studiemateriaal

Afsluiten toetsen: Stage en BAP

Kwaliteitsvol toetsen (en feedback geven)

.... ....

DESI

GN

CURR

ICU

LUM

DESI

GN

ON

DERW

IJS-

PRAK

TIJK

DESI

GN

TOET

SIN

G

34

Page 41: KRITISCHE REFLECTIE

De nexus onderwijs-onderzoek De PBA in het onderwijs: kleuteronderwijs wil een vernieuwde leerlijn ‘onderzoekende houding

en onderzoeksvaardigheden’ uitwerken die uiteindelijk geïntegreerd en getoetst zal worden in een vernieuwd bachelorproefconcept. Door het screenen en actualiseren van de huidige onderzoeksleerlijn zullen nieuwe leerdoe-len geformuleerd worden, en nieuwe werk- en evaluatievormen geïntroduceerd worden. De leraar als onderzoeker en de ‘onderzoekende school’ staan centraal.

3.4 Onderwijsondersteunende dienstverlening naar studenten

3.4.1 Begeleiding op maat

De hogeschool voorziet in een ruim aanbod van begeleiding op maat vanuit een emancipatorische visie op de student. De hogeschool vertrekt daarbij vanuit een talentbenadering. Iedereen die talent heeft en over de nodige intellectuele mogelijkheden beschikt om het diploma te behalen, maar daarbij mogelijk drempels ondervindt, verdient alle kansen om zijn diploma te behalen. Ook studenten helpen excelleren tijdens hun studieloopbaan, past in deze visie.

Begeleiding op maat start voor de inschrijving in de hogeschool. De hogeschool verspreidt informatie op papieren en digitale dragers, profileert zich op Studie- informatiedagen (SID-ins), organiseert proefstuderen en infodagen. Daarnaast biedt de hogeschool een oriënte-ringsplatform aan, www.klaarvoorhogeronderwijs.be, dat via secundaire scholen beschikbaar wordt gesteld aan leerlingen. Op dit platform testen kandidaat-studenten hun startcompetenties op het vlak van studiekeuze, leer-methode, ICT en taal. Onderdelen van ‘Klaar voor Hoger Onderwijs’ werden intussen geïntegreerd in de nieuwe oriënteringstoets van de Vlaamse overheid, COLUMBUS.

Opleidingen organiseren instroomprocedures om een optimale match te realiseren tussen student en opleiding. Als een student toch vaststelt dat hij een verkeerde studiekeuze maakte, voorziet de hogeschool in heroriëntering naar een andere opleiding in of buiten de hogeschool. Ook studenten buiten de hogeschool, of kandidaat-studenten op de arbeidsmarkt die kiezen om te heroriënteren, krijgen dezelfde instrumenten aangeboden. Voor studenten die werken en studeren wensen te combineren, zijn er in de opleidingen faciliteiten voorzien. Eens ingeschreven krijgt elke student de kans om (onder meer) de LASSI (‘Learning and Study Strategies Invento-ry’)-test af te leggen en/of zichzelf via diverse screenings

in te schatten. LASSI is een testinstrument met als doel de leer- en studiestrategieën van studenten na te gaan. Dat kan aanleiding geven tot remediëring.

Elk talent heeft coaching nodig. De opvolging gebeurt via een digitaal studentvolgsysteem (SVS). Dit systeem bevat alle informatie met betrekking tot de student en het traject van de student. De student heeft volledige toegang tot alle eigen informatie. De medewerker krijgt naargelang zijn rol in dit proces toegang tot bepaalde delen van de informatie in het systeem om zo de privacy van de student te waarborgen.

De hogeschool heeft sinds haar ontstaan een duidelijk beleid in het kader van bijzondere doelgroepen. Zowel studenten met een functiebeperking, werkstudenten, topsporters, studenten met een politiek mandaat, stu-denten-ondernemers, kandidaat student-ondernemers, studenten die kunsten beoefenen als studentenverte-genwoordigers komen in aanmerking voor een bijzonder statuut. Ook omwille van uitzonderlijke omstandighe-den kan de student een bijzonder statuut aanvragen om de hindernissen die de specifieke situatie met zich meebrengt op te vangen en/of om studenten de kans te geven hun talenten verder te ontwikkelen. Vanaf 2015-2016 is de aanvraagprocedure volledig gedigitaliseerd. Het verstrekken van de faciliteiten gebeurt steeds ‘op maat’ en in dialoog.

Iedere student die afwijkt van het regulier traject heeft een persoonlijk traject en krijgt begeleiding van de trajectbeheerder. De trajectbeheerder is onder meer de trajectontwerper en procesbegeleider van de student bij het uitstippelen van zijn studietraject. Traject- coaching houdt de begeleiding in van studenten bij het systematisch en op actieve wijze reflecteren op trajectkeuzes en het eigen trajectverloop. De diversiteitscoach is in de opleiding het aanspreekpunt

NL/EN

FIGUUR 13: TAALBELEIDSMODEL

SCHRIJVEN SPREKEN

STUDENTEN

TAALCOACHESdocenten en beleidsmakers

PROFESSIONALISE-RING

PREVENTIE

SCREENING/REMEDIËRING

LEREN LUISTEREN

35

Page 42: KRITISCHE REFLECTIE

voor studenten met een functiebeperking of met een specifieke zorg. De diversiteitscoach zoekt in samenspraak met de student en met respect voor de privacy naar redelijke onderwijs- en examenfaciliteiten. De taalcoach ondersteunt de student in het bijspijkeren en verder ontwikkelen van zijn taalvaardigheden. Taal is onlosmakelijk verbonden met studeren. Om zo succesvol mogelijk de opleiding te doorlopen, is soms ondersteuning en bevordering van taal aangewezen. Er is een algemeen aanbod van taalcoaching en in bijna alle opleidingen bestaat er al een taalbeleidsplan/ taalcharter waarin de krachtlijnen en de praktische toepassing van het taalbeleid vermeld worden.

De algemeen directeur stelt, na voorstel van de studen-ten, ombudsmedewerkers aan die een preventieve en bemiddelende rol opnemen bij (mogelijke) geschillen tussen de student en een of meerdere personeelsleden onder andere in verband met de toepassing van de onderwijs- en examenregeling, de rechtspositie van de student evenals bij de als onbillijk ervaren handelingen en situaties. Er is ook een instellingsbrede ombudsme-dewerker aangesteld, die onder andere wordt ingezet bij potentiële incompatibiliteit of afwezigheid van een ombudsmedewerker. De ombudsmedewerkers wisselen expertise uit in het forum ombudswerking. Het onder-wijs- en examenreglement wordt op basis van het instel-lingsbreed feedbackverslag regelmatig bijgestuurd.

3.4.2 Studentenvoorzieningen

De dienst studentenvoorzieningen werkt volgens alle velden die decretaal bepaald zijn: voeding, huisvesting, sociale dienstverlening, medische en psychologische dienstverlening, mobiliteit en studentenwerking. Naast individuele begeleiding, infosessies en groepstrainingen is recent een online zelfhulpprogramma ‘Studeren zonder Blokkeren’ voor de studenten van de hoge-school, (www.studerenzonderblokkeren.be/), uitge-werkt. Het programma biedt online begeleiding bij faalangst, uitstelgedrag en onzekerheid. De software is het resultaat van de jarenlange ervaring en opgebouwde expertise in het begeleidingswerk van studenten. Deze tool is volledig in lijn met de principes van de motiverende leeromgeving van het nieuwe onderwijsconcept. Op iedere campus zijn er medewerkers van de dienst studentenvoorzieningen werkzaam.

3.4.3 Elektronisch leerplatform Chamilo

Het elektronisch leerplatform Chamilo wordt door de opleidingen, zowel door medewerkers als studenten, actief gebruikt. In Chamilo zijn er 2.750 cursussen actief. Er zijn zo’n 15.000 actieve gebruikers, externe accounts zoals stagebegeleiders inbegrepen. Meer dan 90% van de studenten en docenten werkt met Chamilo.

Het elektronisch leerplatform is een belangrijke applicatie in een onderwijscontext. Via het studenten-tevredenheidsonderzoek en bijkomende bevragingen aan studenten en docenten is gebleken dat het actuele systeem op middellange termijn niet kan blijven voldoen aan de toenemende verwachtingen (o.a. video- en filmfragmenten) en toekomstige noden. De hogeschool is daarom gestart met een marktonderzoek naar andere elektronische leerplatforms. In 2016 wordt een aankoopprocedure voorbereid door een werkgroep, waarin opleidingen en diensten vertegenwoordigd zijn. Er is beslist om vanaf september 2018 een nieuw leerplatform te installeren.

3.4.4 Mediatheken

De hogeschool heeft vijf mediatheken (op de campussen Kantienberg, Sint-Amandsberg, Kattenberg, Sint- Annaplein en Mariakerke) die elk een of meerdere inhoudelijke domeinen opvolgen. Er is ook een mediatheekpunt voor de campus Brusselsepoort, waarbij de mediatheekmedewerker een onthaalpunt bemant op de campus. In 2015 werd ongeveer 53% van het budget besteed aan de fysieke collectie en 43% aan de digitale collectie. De rest van het budget wordt besteed aan AVM en overig materiaal. De mediatheken willen het onderwijs, het onderzoek en de diensten van de Arteveldehogeschool door kenniscreatie faciliteren. De mediatheken beheren ook samen met enkele andere collega-hogescholen de website ‘informatievaardig’. Voor de interne werking van de dienst mediatheken worden de principes van ‘lean agility’ nagestreefd.

Aanbod, financiering en gebruik van de collectie blijven verschuiven in het voordeel van de digitale collectie. In functie van het nieuwe strategische instellingsplan 2015-2020 zullen de mediatheken nog meer inzetten op digitaal materiaal. Het uitwerken van een ‘institutio-nal repository’ is een van de strategische projecten die in het strategisch instellingsplan 2015-2020 opgenomen is. Een institutional repository wil alle geformaliseerde kennis binnen een organisatie borgen, structureren, ontsluiten en beschikbaar stellen.

36

Page 43: KRITISCHE REFLECTIE

AGGREGERENInformatie verzamelen

en op maat herverpakken

ATTENDERENHelder communiceren,

delen en zichtbaar maken.

COACHENGebruikers begeleiden in

hun zoektocht naar betrouwbare informatie

CONNECTERENGebruikers samenbrengen

rond relevante info ifvinteractie en kennisdeling

Informatie vindbaar en toegankelijk maken

CUREREN

FIGUUR 14: BELEIDSOPDRACHT MEDIATHEKEN

Page 44: KRITISCHE REFLECTIE

3.5 Personeel en HR-beleid

3.5.1 Personeelsinzet

Op 1 december 2015 had de Arteveldehogeschool 876,05 VTE in dienst. Dat is 25,11 VTE meer dan in 2014, en meer dan 100 VTE meer in vergelijking met 2010. Na de eenmalige - en netto zeer beperkte - daling van het personeelsbestand in 2014, wegens integratie van de opleiding Master in de Revalidatiewetenschappen en de Kinesitherapie in de Universiteit Gent, wordt de stijgende lijn van het personeelsbestand in 2015 voortgezet. De toename situeert zich vooral in de studiegebieden gezondheidszorg, handelsweten- schappen en bedrijfskunde en industriële wetenschappen en technologie, en in de algemene diensten (door de integratie van medewerkers uit de vzw Studentenvoorzieningen).

De opleidingen van het studiegebied onderwijs stellen met 238,90 VTE het meest personeel te werk aan de Arteveldehogeschool. In 2015 behoorde 75,6% van de personeelsleden tot het onderwijzend personeel en 24,4% tot het administratief en technisch personeel, dat zowel in de diensten als in de opleidingen werkzaam is. Ongeveer 57% werkt deeltijds. De genderverdeling bedraagt 262,90 VTE (30%) mannen en 613,15 VTE (70%) vrouwen. Hiervan hebben 30,93% een bachelor-, 63,01% een master- en 6,06% een Phd-diploma behaald.

3.5.2 Personeelsbeleid

Hoger onderwijs is mensenwerk. Daarom zet de Arteveldehogeschool in op het aantrekken, inzetten en

professionaliseren van getalenteerde medewerkers. Het personeelsbeleid is afgestemd op de eigenheid van een kennisomgeving, waarbij, vertrekkend van een collectieve en gedeelde ambitie, sturing gericht is om mensen autonoom te laten werken met een evenwicht tussen het ‘wat’ en het ‘hoe’ en waarbij ruimte en vertrouwen gegeven wordt aan medewerkers.

1. Aantrekkelijke werkgever

De jaarlijkse uitstroom van medewerkers op rust en de behoefte aan nieuwe medewerkers onder andere door de groei van het aantal studenten, vraagt om een doelgericht instroombeleid. Attractief zijn op het vlak van jobinhoud, werkorganisatie en loopbaanmogelijk-heden gaat gepaard met een duidelijk beleid inzake duurzame inzetbaarheid, professionalisering en leiderschapsontwikkeling.

Het juiste gebruik van onder andere sociale media als wervingskanalen met aandacht voor (ontluikend) talent, een nog betere kandidatenopvolging en het aanwenden van nieuwe selectietechnieken zijn basisvoorwaarden voor een optimale rekrutering en selectie. Een online rekruteringsapplicatie ondersteunt het wervings- en selectieproces. Aanwervingen gebeuren altijd via open competitie.

Ontmoeting van medewerkers tussen opleidingen en diensten, opleidingen onderling en diensten onderling

1100,00

1200,00

1000,00

900,00

800,00

700,00

600,00

500,00

2010

AANTAL KOPPEN OP 01/12

VTE

2011 2012 2013 2015Begrotingsjaren

1052,00 1091,00 1134,001154,00 1124,00

1208,00

2014

FIGUUR 15: EVOLUTIE PERSONEEL 2010-2015

1300,00

775,98 797,70 820,60 854,27 850,93 876,05

37

Page 45: KRITISCHE REFLECTIE

biedt kansen: elkaar leren kennen, zich thuis voelen, uit-wisseling, informeel leren, talenten zien, opportuniteit ontdekken, innovatieve ideeën delen. Ontmoeting kan zowel via de elektronische platformen (interne sociale media), infrastructurele stimulansen als door evenementen en overleg. Ontmoeting en delen van kennis zijn voorwaarden om tot co-creatie te komen.

Van deze vacatures zijn er meestal 70 à 75% functies voor het onderwijzend personeel. 10% bestaat uit knelpuntvacatures; deze situeren zich voornamelijk in

het domein van ICT, verpleegkunde en technologie en bij de (middel)managementposities. De jobavond, die jaarlijks wordt georganiseerd, telt telkens ongeveer 300 geïnteresseerden. Gemiddeld blijken er ongeveer 23 kandidaten voor administratief technisch personeel (ATP)-functies te kandideren en 28 voor onderwijzend personeel. Hiermee wordt ruimschoots het gemiddelde van de Vlaamse arbeidsmarkt overschreden waarbij er gemiddeld vier à vijf goede kandidaten per selectie kunnen worden beoordeeld.

2. Duurzame inzetbaarheid

De maatschappelijke ontwikkeling om als medewerker langer aan de slag te blijven, de eerder relatief beperk-te beschikbaarheid voor interne mobiliteit en de grote instroombehoefte, maakt dat blijvende inzetbaarheid van medewerkers een centraal thema is in het perso-neelsbeleid. Medewerkers kunnen ervoor kiezen om, in functie van de kansen die worden geboden, in een andere opleiding of dienst een nieuwe uitdaging aan te gaan. Werkbevlogenheid of werkgoesting is de motor voor duurzame inzet van medewerkers. Ook aandacht voor loopbaanontwikkeling, (psychosociaal) welbevin-den en aandacht voor diversiteit zijn onderdelen van een duurzaam personeelsbeleid. Personeelsbeleid zet ook in op werkdrukbeheersing, de wijze waarop het werk georganiseerd is en hoe er wordt samengewerkt.

Een versnippering van opdrachten wordt zoveel mogelijk tegengegaan. De aandacht spreiden over

te veel en soms kleine opdrachten draagt bij tot een hoge werkdrukbeleving. Bij opleidingsondersteunen-de opdrachten (coördinatie- en staftaken en bepaalde mesotaken) is de voorbije jaren gewerkt aan een toe-nemende clustering. Ook de spreiding van opdrachten over de semesters geniet nu meer aandacht dan voor-heen. Opleidingsteams maken werk van taakheront-werp (bv. m.b.t. stagebegeleiding) i.f.v. de werkbaarheid.

Een talentgerichte taaktoewijzing laat toe om opdrachten af te stemmen op de talenten van me-

dewerkers waardoor de opdracht als minder belastend wordt ervaren. Taaktoewijzing wordt bovendien steeds meer een zaak van teams. Dat laat toe om de comple-mentariteit van teamleden beter te benutten. Jobcraf-ting (en als het op teamniveau gebeurt: teamcrafting) wordt gestimuleerd om opdrachten op maat te maken van het profiel van de medewerker.

De hogeschool erkent het belang van autonomie voor het werk van de professionals.

De Arteveldehogeschool heeft een uitgebouwd zorgbeleid, getuige daarvan de vertrouwensper-

soon-functie die de focus legt op werken met veerkracht en het welbevinden van medewerkers. In haar professi-onaliseringsbeleid heeft de hogeschool een permanent aanbod aan sessies en trajecten rond zelfzorg, stressma-nagement, persoonlijke effectiviteit.

3. Organisatieontwikkeling

Uitdagingen op het vlak van organisatieontwikkeling si-tueren zich in het faciliteren van interne samenwerking, zowel in de kernprocessen als in de ondersteunende processen, het realiseren van een geïntegreerde interne dienstverlening, en een plaats geven aan tijdelijke, pro-jectmatige structuren in het organogram. Elektronische platformen faciliteren de samenwerking.

3.5.3 Professionalisering

1. Ontwikkeling van medewerkers

Professionalisering van medewerkers is een antwoord om medewerkers inzetbaar te houden en talenten te stimuleren. Professionaliseringsinitiatieven worden gestuurd door organisatienoden enerzijds (gebaseerd op het strategische plan) en behoeften en talenten van medewerkers anderzijds. Het open professionali-seringsaanbod vormt een coherent geheel, ingedeeld in thema’s. Bijzondere aandacht gaat naar onderwijs-kundige professionalisering, zowel voor beginnende als voor ervaren docenten. Opleidingen en diensten zetten tevens teamgerichte professionaliseringsactiviteiten op gebaseerd op beleidskeuzes en vastgestelde noden.

201092 84 102 80 121 116

2011 2012 2013 2014 2015

FIGUUR 16: AANTAL VACATURES PER KALENDERJAAR

38

Page 46: KRITISCHE REFLECTIE

De plannings-, functionerings- en evaluatiecyclus is een belangrijk instrument voor het ontplooien, bijsturen, waarderen en inzetten van medewerkers. Deze ge-sprekkencyclus gedijt het best in een organisatiecultuur

waarin regelmatig feedback gegeven wordt. Resultaten van bevragingen met het oog op kwaliteitsverbetering zijn een waardevolle bron van feedback voor medewer-kers en teams.

2. Leiderschap

Leidinggevenden vervullen een cruciale rol in het realise-ren van het personeelsbeleid. De wijze van leidinggeven is een van de bepalende factoren voor het werkplezier, de ontplooiing en de resultaten van medewerkers. Daar-om is leiderschapsontwikkeling belangrijk. Dat houdt enerzijds verband met de keuze voor sterke profielen voor leidinggevende functies en anderzijds met een versterking van de leiderschaps- en managementcapaci-teiten van leidinggevenden.

3. Hogeschoolbreed professionaliseringsaanbod: de Academie

De Academie bundelt alle hogeschoolbrede vormings-initiatieven samen met partners binnen en buiten de hogeschool. Het open professionaliseringsaanbod wordt aangevuld met het professionaliseringsaanbod op maat van teams dat in opleidingen en diensten vormgegeven wordt. In de Zomeracademie, vroeger vormingsweek genaamd, die in de weken voorafgaand aan de opstart van het academiejaar wordt georganiseerd, komen vormingen aan bod op maat van docenten en onderwijs-ondersteuners.

Er wordt jaarlijks een Onderwijsdag georganiseerd, waaraan massaal wordt deelgenomen door medewer-kers van alle opleidingen en diensten. De dag kadert in

een vooraf bepaald thema. Zowel gerenommeerde sprekers als praktijkexperts werken mee aan de key-notes, presentaties en workshops. Door de grote betrokkenheid van de eigen medewerkers wordt ook aan interne kennisdeling gewerkt. Twee thema’s die de voorbije jaren aan bod kwamen, zijn duurzaamheid en internationalisering. Ook de onderzoeksdag kent jaarlijks een grote opkomst.

Jaarlijks, bij de start van het academiejaar, wordt een algemene onthaaldag voor nieuwe medewerkers gepland. Op deze dag volgt het onthaal van de nieuwe medewerker op de eigen campus. In januari wordt jaarlijks een tweedaagse vorming georganiseerd voor startende docenten. Thema’s die hierin aan bod komen zijn lesgeven aan grote groepen, scoringsvoor-schriften en feedback, Chamilo voor beginners…

Het extern professionaliseringsaanbod dat de hogeschool bereikt, wordt verzameld in de nieuwsbrief Evident en verspreid bij alle medewerkers die hierop kunnen intekenen.

In 2015 werden 1.044 unieke vormingen gevolgd, met een totaal aantal van 7.481 deelnames. Dat stelt onge-veer 45.513 vormingsuren voor. Ongeveer 90% van de medewerkers heeft in 2015 minstens een geregistreerde vorming gevolgd.

50,0%

40,0%

30,0%

20,0%

10,0%

0,0%

0 1 2 3 4 6 7 8 9 10

0,1% 0,3% 0,6% 1,2% 2,2%

5

4,8%12,0%

25,3% 30,3%18,2%

5,0%

FIGUUR 17: TEVREDENHEID DOCEER- EN BEGELEIDINGSGEDRAG BIJ STUDENTEN 2011 - 2014

algemene tevredenheids-

scorepercentage

39

Page 47: KRITISCHE REFLECTIE

Door het ontwikkelen van ‘learning analytics’ zullen opleidingen in de toekomst studenten die risico lopen op uitval tijdig kunnen detecteren, en didactiek en begelei-ding beter afstemmen op de persoonlijke oriëntatie van de studenten, zodat uiteindelijk het globale studiesucces

stijgt. Longitudinaal onderzoek op basis van onder an-dere geanonimiseerde data uit het studentvolgsysteem, dat stilaan in elke opleiding volledig is uitgerold, kan hiervoor een interessante bron vormen. De eerste aan-zet hiervoor wordt in de periode 2015-2020 uitgewerkt.

3.6 Resultaten

3.6.1 Doorstroom- en uitstroomresultaten

Sinds de start van de Arteveldehogeschool worden er in de hogeschool uitgebreide doorstroomrapporten opge-steld. Naast de generieke analyse ontvangen de opleidin-gen ook gedetailleerde informatie over het studierende-ment, zowel per schijf als naar vooropleiding en

geslacht, als resultaten van generatiestudenten en kansengroepen. Hiermee kunnen de opleidingen aan de slag om hun instroombeleid nog verder te verbeteren en te verfijnen en kandidaat-studenten beter te informeren. Figuur 18 geeft een voorbeeld van de academiejaren 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015.

2012 - 20132013 - 20142014 - 2015

70%

80%

90%

60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%

BEM

100%

75%74%79%

COM78%79%82%

ERG84%85%85%

GDM74%74%72%

JOU74%79%79%

L&A85%86%83%

OFM77%77%80%

OKO84%82%77%

OLO77%78%79%

OSO77%77%78%

PJK75%79%80%

POD79%83%82%

SOW86%84%83%

VPK81%85%84%

VRK81%81%79%

FIGUUR 18: DOORSTROOMANALYSE OPLEIDINGEN

40

Page 48: KRITISCHE REFLECTIE

3.6.3 Alumniwerking

1. contacten met alumni

Alumni zijn een belangrijke bron van informatie. Ze heb-ben net de opleiding afgerond en kunnen de effectiviteit van hun opleiding toetsen aan hun eerste ervaringen in het werkveld. Het is daarom vanzelfsprekend dat alumni in vele opleidingen deel uitmaken van de opleidingsad-viesraad, dat ze worden uitgenodigd om deel te nemen aan kwaliteitsonderzoek en dat de ze vaak een graag ge-ziene gastspreker zijn in opleidingen om een getuigenis te brengen of om deel uit te maken van een bachelor-proefjury. Ze kunnen ook als stagebegeleider fungeren en samen mee praktijkgericht wetenschappelijk onder-zoek voor hun organisatie/bedrijf uitvoeren.

De opleiding PBA in het communicatiemanage-ment heeft haar alumnibeleid innovatief inge-

vuld. Zo organiseren ze de succesvolle A2A-opleidingen (alumni to alumni), waarbij een alumnus vanuit de eigen expertise opleiding geeft aan andere alumni. Deze op-leiding, die zeer laagdrempelig en budgetvriendelijk is, geniet ook bijzondere interesse van de docenten. Naast het netwerkmoment met alumni is dit ook voor hen een uniek professionaliseringsmoment.

De samenwerking met Jobat voor de jobsite (www.arteveldehogeschool.be/vacatures) laat toe dat de alum-ni de vacatures kunnen raadplegen en hun cv kunnen opladen. Bedrijven en organisaties kunnen hun vaca-

tures kenbaar maken op deze site en cv’s raadplegen van uitstromende studenten of alumni. Zowel laatste-jaars- als oud-studenten kunnen gebruik maken van een uitgebreid aanbod e-learningcursussen, aangeboden in samenwerking met de VDAB.

Iedere opleiding onderhoudt een groep voor alumni via Facebook en/of LinkedIn. Sommige opleidingen zoals de opleiding PBA in de logopedie en audiologie, PBA in het communicatiemanagement, PBA in het onderwijs: secundair onderwijs kiezen ervoor om af en toe hun oud-studenten ook te informeren via een digitale nieuwsbrief.

Sinds 2016 heeft de Arteveldehogeschool het mandaat van loopbaanbegeleidingscentrum. Hierdoor kunnen onder andere oud-studenten terecht voor loopbaan- begeleiding aan de Arteveldehogeschool, waardoor de cirkel van begeleiding op maat (zie ook 3.4.1) rond kan worden gemaakt: van instroom over door-stroom tot uitstroom, nu ook tot en met de eerste 10 jaar van de loopbaan.

Een alumnus Communicatiemanagement was in 2016 een van de eerste klanten van het Loop-

baanbegeleidingscentrum. Na twee jobs in de fashion-industrie werd gezocht naar een antwoord op haar vraag of ze moest specialiseren dan wel een generalist blijven, en in welke sector. Op basis van een concrete vacature schreef ze een pitch met elementen uit haar talentenwij-zer en haar persoonlijke profielanalyse, en bereidde zo

25,0%

20,0%

15,0%

10,0%

5,0%

0,0%

0 1 2 3 4 6 7 8 9 10

0,8% 0,8% 1,5% 2,8% 4,5%

5

9,2%

19,0%

29,8%

22,8%

7,2%1,6%

algemene tevredenheids-

score

30,0%

35,0%

FIGUUR 19: ALGEMENE TEVREDENHEID OPLEIDINGSONDERDELEN 2011 - 2015

percentage

3.6.2 Kwaliteit van opleidingsonderdelen

Sinds academiejaar 2011-2012 doet de hogeschool systematisch onderzoek naar de kwaliteit van de oplei-dingsonderdelen bij studenten. Alle data sindsdien ver-zameld (in totaal 23.460 ingevulde vragenlijsten) tonen een gemiddelde algemene tevredenheid van de studen-ten op de opleidingsonderdelen over alle opleidingen

heen van 6,62 op 10. Meer dan 61% van de studenten geven daarbij een cijfer van 7 of meer op 10. De resulta-ten per opleiding worden samen met de hogeschoolbre-de score aan de opleidingsdirecties overhandigd en met de verantwoordelijke lesgevers/vakgroepvoorzitters van de opleidingsonderdelen besproken. Hogeschoolbrede resultaten zijn op Dinar te consulteren.

41

Page 49: KRITISCHE REFLECTIE

haar sollicitatie voor. “Het interview is heel goed gegaan - heel erg goed. Ik heb op alle vragen kunnen antwoorden dankzij onze grondige voorbereiding. Ik heb de marke-ting calendar kunnen aanhalen, mijn sterktes uitgelegd, verteld waarom ik de job wil, ...”. Uiteindelijk werd ze aangenomen en werkt ze sinds 1 april bij haar nieuwe werkgever, dichter bij huis en in een specialistenfunctie.

2. tevredenheid alumni hogeschoolbreed

In het uitstroomonderzoek wordt een hoge mate van te-vredenheid van afgestudeerden gemeten. Meer dan 74% van de respondenten die deelnamen aan dit onderzoek,

gaven een score van 7 of meer op 10. Het alumni-onder-zoek is een bron van informatie voor de opleidingen. Ze geven feedback over de kwaliteit van hun opleiding en mogelijke leemtes en tekorten die ze ervaren eens aan de slag in het werkveld. Er wordt ook kwalitatief onderzoek met afgestudeerden georganiseerd.

De opleiding PBA in de pedagogie van het jonge kind heeft op basis van de verschillende onderzoe-

ken, focusgroepsgesprekken met alumni en stagecontac-ten uit het werkveld beslist om haar competentieprofiel te verbreden. De visitatiecommissie heeft tevens deze beslissing in haar rapportering bekrachtigd.

3. tewerkstellingsgraad

De tewerkstellingsgraad bij de afgestudeerden is hoog en de afgestudeerden scoren in vergelijking met de VDAB-cijfers beter. Meer dan 55% van de respondenten is ongeveer zes maanden na de diplomering aan het werk.

Ook valt op dat 25% van de respondenten nog verder studeert. Slechts 13% is werkzoekend. Verder is er een kleiner percentage afgestudeerden dat werk of werkzoekend is en dat met studeren combineert.

250

200

150

100

50

0

0 1 2 3 4 6 7 8 9 10

5 2 4 18 28

5

29

101

242 232

538

algemene tevredenheids-

score

FIGUUR 20: ALGEMENE TEVREDENHEID AFGESTUDEERDEN 2013 - 2014

aantal studenten

FIGUUR 21: WERKEN EN/OF STUDEREN - WERKZOEKEND

Andere

Ik ben werkzoekend en studeer

Ik werk en studeer

Ik studeer

Ik ben werkzoekend

percentage

Ik werk

0 10 20 30 40 50 60

12,5 25,2 4,7 1,6 0,955,2

Ik werken studeer

Ik studeerIk ben werkzoekend

Ik werkIk ben

werkzoekenden studeer

Andere

42

Page 50: KRITISCHE REFLECTIE

Tewerkstelling is arbeidsmarktgebonden en is daarom niet helemaal bepalend voor de kwaliteit van de oplei-dingen. De resultaten van dit onderzoek geven aan de opleidingen informatie over de verruiming of verdieping van leerresultaten, over ontbrekende of overlappende leerinhouden, over mogelijke kansen voor bijscholingen en nieuwe postgraduaten.

De hogeschool neemt deel aan het de Afstudeerbeurs die de Associatie Universiteit Gent jaarlijks organiseert. De vorige editie, met meer dan 170 deelnemende werk-gevers, werd door meer dan 5.500 enthousiaste job-zoekers bezocht. Het doel van de beurs is laatstejaars-studenten en jonge onderzoekers hulp te bieden bij het zoeken naar een (eerste) job én werkgevers in contact brengen met jong talent. Daarnaast krijgen de bezoekers allerhande informatie omtrent de overstap van student naar werknemer en over verder studeren.

Ook in de opleidingen zelf zijn er heel wat initiatieven rond afstuderen en verder studeren opgenomen.

Ik had vernomen dat de kwaliteit van het onderwijs binnen de Arteveldehogeschool

goed is. Dat is ook de reden waarom ik mij inschreef. De opleidingen aan Arteveldehogeschool zijn veel moeilijker, maar het diploma biedt ook meer kansen op werkgelegenheid. – Jennifer Coucke, studente PBA in de pedagogie van het jonge kind.

3.6.4 Bachelorproefprijs

In functie van valorisatie kent de hogeschool jaarlijks een bachelorproefprijs toe in elke professionele bachelor-opleiding. De prijs wordt toegekend aan de bachelor-proef die zich onderscheidt op vlak van praktijkgericht onderzoek en ontwikkeling, creativiteit of innovatie. De bachelorproeven worden beoordeeld op het vlak van nauwgezetheid, originaliteit en taal.

De winnaar van de bachelorproefprijs 2015 van de opleiding PBA in het sociaal werk is Lieselot

Everaert, met haar bachelorproef “Vervoersarmoede bij kansarme inwoners in de Vlaamse centrumstad Gent”. De jury loofde deze bachelorproef omdat de student erin is geslaagd om een zeer sterk onderzoek uit te voeren, met de nodige methodologische onder-bouw om tot praktijkgerichte resultaten te komen. Deze bachelorproef toont aan dat een hoogstaand onder-zoek ook erg relevante en innovatieve resultaten kan opleveren voor het werkveld. Uit het juryverslag: “Het thema van vervoersarmoede is zeer actueel waar nog weinig onderzoek is naar gedaan. De zeer doorleefde ingesteldheid van de studente toonde een oprechte be-trokkenheid op het thema. Binnen de beperkte omvang

van zo’n bachelorproef slaagde de student erin om een zeer diepgaand uitgewerkt onderzoek op te zetten. Haar schrijfwijze is zeer vlot en de creatieve presentatie was gevat en to-the-point op zeer originele wijze.”

In de opleiding PBA in het onderwijs: secundair onderwijs werd de bachelorproef “Eviva Epigrafia.

Een didactische verwerking van Latijnse inscripties uit Spanje” bekroond. De excellentie van deze bachelor-proef is het product van een magische combinatie: een origineel en innoverend opzet, intelligentie, werkkracht, kennis van het Latijn en Spaanse musea. De studenten zijn aan de slag gegaan met epigrafische bronnen of inscripties, in meerderheid grafschriften. Op basis hier-van werden gebruiksklare lessenpakketten ontwikkeld die de didactische mogelijkheden van Latijnse inscripties perfect illustreren. Achter elke module schuilt zeer veel noeste arbeid: duizenden Latijnse inscripties doornemen om er uiteindelijk, na strenge selectierondes een 70-tal over te houden, achtergrondinformatie zoeken en de bronnen verwerken tot eigentijds leermateriaal. Naast innovatief en wetenschappelijk verantwoord is dit pak-ket ook bijzonder gevarieerd, zowel qua doelgroep als op het vlak van inhouden en werkvormen en bulkt het van ICT-skills, durf en goede smaak.

REFLECTIE HOOFDSTUK 3

STERKE PUNTEN

• Er is een helder onderwijsconcept dat richting geeft aan kwaliteitsvol en innovatief onderwijs. In een motiverende leeromgeving leren studenten vanuit hun kracht in een uitdagende context en nemen hun studieloopbaan zelf in de hand. De motiverende leeromgeving zet niet alleen in op professionele vorming, maar ook op persoonlijke ontwikkeling en ontwikkeling tot wereldburger.

• De Arteveldehogeschool draagt diversiteit hoog in het vaandel. Tal van doelgroepen bij de studenten kunnen gebruik maken van adequate begeleiding. Er is een duidelijke visie ontwikkeld rond begeleiding op maat waarbij er een zorgvul-dig evenwicht wordt bewaard tussen coaching en ‘nabijheid’.

• De onderwijsinnovatietrajecten vormen een uitstekend vehikel voor onderwijsinnovatie over opleidingen heen waarbij de disseminatie bevor-derd wordt. Het leren van mekaar en het innove-ren groeit daardoor voortdurend.

43

Page 51: KRITISCHE REFLECTIE

• Internationalisering is sterk ingebed in de hogeschool en het belang ervan is nog steeds sterk groeiend. De strategische allianties en het concept van het ambassa-deurschap via de strategische agenten biedt groeikan-sen. Internationalisering wordt ook via stafmobiliteit meer en meer verankerd in de opleidingsprogramma’s. De hogeschool is trots op haar studentenmobiliteits-cijfers en de uitgaande stafmobiliteit. Er wordt verder gewerkt aan het uitbouwen van de interculturele com-petenties in de curricula van de opleidingen.

• Het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening is goed uitgewerkt in de opleidingen; het versterkt via de nexus onderwijs-onderzoek de curricula van de opleidingen en de praktijk in het werkveld. De onderzoeksteams zijn multidisciplinair samengesteld om nieuwe inzichten te verwerven voor een welbepaalde praktijkgerichte problematiek. Het onderzoek draagt op die manier bij tot de kwaliteit van het onderwijs en de verwetenschappelijking van het beroep.

• Door een grondige selectie en een cultuur van plan-ning, functionering en evaluatie inzake personeels- ontwikkeling kan de hogeschool bogen op een sterk en dynamisch team. Een goed uitgewerkt professionalise-ringsbeleid ondersteunt de innovatie. De hogeschool fungeert als een aantrekkelijke werkgever.

• De hogeschool levert goed opgeleide studenten af dankzij haar goede verankering met het werkveld en actuele (op het werkveld afgestemde) programma’s. Er is loopbaanbegeleiding en een jobdatabank voor alumni. Er is bovendien een opleidingsaanbod voor afgestu-deerden in het kader van bijscholingen, studiedagen en leerstoelen. • De Arteveldehogeschool kenmerkt zich als een hogeschool die jonge ondernemers en ondernemende medewerkers stimuleert, kansen geeft en begeleidt. ACCIO stimuleert studenten en medewerkers tot creatief handelen en ondernemen, zowel in onderwijs als in onderzoek o.a. via Ghentrepreneur, Artepreneur.

AANDACHTSPUNTEN

• Er liggen nog groeikansen voor synergie en interdisciplinair samenwerken tussen de verschillende opleidingen, zowel naar onderwijsaanbod in casu oplei-dingsonderdelen, als naar onderwijswerkvormen, geïn-tegreerde opdrachten en taken, gezamenlijke events.

• Internationalisation@home kan verder versterkt wor-den door nog meer internationale staf en studenten aan te trekken.

• De verdere ontwikkeling van blended learning als mo-tor voor een innovatieve en motiverende leeromgeving wordt verder uitgebouwd en biedt tal van voordelen voor diverse doelgroepen studenten. Investeren in een nieuw, nog gebruiksvriendelijker elektronisch leerplat-form dat ook basis kan zijn voor co-creatie tussen mede-werkers en/of studenten is daarbij nodig.

• De alumniwerking wordt vooral decentraal georga-niseerd, dicht bij de opleidingen. Een meer centrale aansturing en initiatieven zouden kunnen bijdragen tot een groter gevoel van verbondenheid met de hoge-school. Alumni blijven de beste ambassadeurs voor hun opleidingen en zijn preferentiële partners voor curri-culumvernieuwing, onderzoek en dienstverlening en stageplaatsen.

• Het is belangrijk de internationale benchmarking op institutioneel niveau in Vlaanderen en Europa te ver-sterken. Het internationaliseringsbeleid in de algemene diensten en internationale onderzoeksprojecten voor opleidingen dienen verder uitgebouwd te worden.

• De werkdruk is hoog en verdient om regelmatig gemo-nitord te worden. Niet alleen het verminderen van de planlast is noodzakelijk, maar ook het slanker maken van zoveel mogelijk processen waar nodig. De keuzes voor nieuwe initiatieven dienen in een goed evenwicht geno-men te worden tussen werkdruk en vernieuwing.

TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

• Transversale beleidsthema’s zoals duurzaamheid, we-reldburgerschap en onderzoekgerichtheid moeten nog sterker verweven worden in de curricula.

• De uitrol van excellentieprogramma’s in alle opleidin-gen biedt vele toekomstperspectieven.

• De uitbouw van nieuwe HBO5-opleidingen en het ver-sterken van de HBO5-opleidingen bij de huidige partners van het Arteveldeleernetwerk biedt kansen. Door de curricula op elkaar af te stemmen kunnen vlotte en inte-ressante overgangen tussen beide niveaus gerealiseerd worden zodat er geen talenten voor het hoger onderwijs en de maatschappij verloren gaan.

• Het HR-beleid, dat uitgaat van de talentbenadering, zal verder geëxpliciteerd worden. Duurzaam werken in een waarderende werkomgeving en de aanzet van jobcraf-ting moeten verder worden uitgewerkt.

44

Page 52: KRITISCHE REFLECTIE

4. KWALITEITSCULTUUR, MOTOR VAN ONTWIKKELING

Page 53: KRITISCHE REFLECTIE

4.1 Visie op kwaliteitscultuur

De Arteveldehogeschool is een hogeschool waarin een doorleefde kwaliteitscultuur aanwezig is. Dat betekent dat er een organisatiecultuur leeft die gebaseerd is op een effectieve kwaliteitszorg, die tot een aantoonbare kwaliteitsverhoging leidt en door alle niveaus van de organisatie actief wordt beleefd. De vele resultaten die kwaliteitverbeterteams en projectteams realiseren, en in het verleden al gerealiseerd hebben, op macro- en mesoniveau in de organisatie, zijn hiervan getuige. Maar ook de intrinsieke drive van iedere docent en medewerker om over de kwaliteit van het eigen werk te reflecteren en het bij te sturen, draagt bij tot de kwali-teitscultuur.

4.2 Aanpak van kwaliteitsmanagement: top-down en bottom-up

Kwaliteitscultuur kan uitsluitend geënt worden op een degelijk uitgebouwd intern kwaliteitszorgsysteem. In haar kwaliteitszorgsysteem hanteert de hogeschool de vier dimensies van kwaliteitszorg: kwaliteitsbepaling, kwaliteitsborging, kwaliteitsverbetering en (zowel inter-ne als externe) kwaliteitsverantwoording.

De hogeschool draagt de integrale kwaliteitszorg hoog in het vaandel. Opleidingen én diensten zijn verantwoor-delijk voor de uitbouw van hun specifieke kwaliteitszorg. Zorgvuldige afstemming in functie van het inherente samenspel tussen beide is aangewezen.

De hogeschool vertrekt vanuit een hogeschoolbreed kwaliteitszorgbeleid, maar de opleidingen en diensten zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoudelijke invulling en ontwikkeling van hun interne kwaliteitszorg.

4.2.1 Kwaliteitsbepaling

Kwaliteitsbepaling betekent dat de hogeschool bepaalt wat voor haar kwaliteit betekent, nu en in de toekomst. De minimale kwaliteit of basiskwaliteit van de hoge-school wordt in het onderwijsraamwerk (zie bijlage 2) uitgewerkt en regelmatig bijgestuurd. Het beschrijft de kwaliteit die de hogeschool verwacht van alle opleidin-gen en diensten en voor alle aspecten van onderwijs. Opleidingen en diensten kunnen deze basiskwaliteit overstijgen en worden daarin ook uitgedaagd.

Bovendien expliciteerde de hogeschool ook waar ze in de toekomst op het vlak van kwaliteit naar wil streven. Dat heeft ze bepaald door een strategisch instellings-plan 2015-2020 op te stellen (zie bijlage 2).

De opleidingen en diensten bewaken, naast de strategi-sche indicatoren, ook eigen indicatoren of kengetallen om de realisatie van hun doelen op te volgen. In de jaarlijkse managementreview en in de audits worden de indicatoren, streefwaarden en de resultaten ervan besproken en tegen het licht gehouden. Hoewel de ho-geschool al heel wat indicatoren verzamelt en opvolgt, werkt ze momenteel aan een visueel sterk onderbouwd en geïntegreerd managementinformatiesysteem dat de indicatoren of kengetallen kan opvolgen en integreren.

4.2.2 Kwaliteitsborging

Kwaliteitsborging staat voor hoe de opleidingen en dien-sten de beoogde kwaliteit bereiken. Dat gebeurt vaak aan de hand van procedures, documenten, leidraden of beleidsnota’s waarin de werking beschreven wordt.

De werking van de diensten wordt vastgelegd in hoge-schoolbrede procedures volgens een afgesproken for-mat. Voor de diensten is gekozen om enkel de dienstver-lenende processen uit te schrijven, met andere woorden daar waar diensten ondersteunend en dienstverlenend zijn naar opleidingen of andere diensten wordt een procedure uitgewerkt. De hogeschoolbrede procedures worden verzameld op de Dinar-site van de dienst Inte-grale Kwaliteitszorg (IKZ).

Dat format geldt niet voor de opleidingen. De keuze van de processen die de opleiding wenst te beschrijven en de inhoudelijke uitwerking ervan, is de verantwoor-delijkheid van de opleiding. De dienst IKZ adviseert om een bepaalde aanpak te documenteren van domeinen waar vaak problemen gesignaleerd worden of wanneer de kwaliteit van het proces een impact heeft op het leerproces van de student.

In lijn met het strategische instellingsplan 2015-2020 wordt werk gemaakt voor het aspect kwaliteitsborging van de principes van ‘lean agility’ en wordt meer ingezet op het modelleren van processen.

4.2.3 Kwaliteitsverbetering

Zoals figuur 22 aantoont, wordt kwaliteitsverbetering aangestuurd en opgevolgd door langetermijnplannen die over een periode van vijf jaar lopen (zoals opleidings-plannen en beleidsplannen van algemene diensten) en kortetermijnplannen die de kwaliteitsdoelen voor één academiejaar verzamelen (zoals een kwaliteitsplan).

Deze plannen ontstaan vanuit twee bewegingen: de top-downbeweging en de bottom-upbeweging. De top-downbeweging vertrekt vanuit het strategische instellingsplan dat de strategische doelen, de waarden

45

Page 54: KRITISCHE REFLECTIE

FIGUUR 22: KWALITEITSVERBETERING

STRATEGISCH INSTELLINGSPLAN 3 waarden, 3 doelen en 3 krachtlijnen

STRATEGISCHE PROGRAMMA’S 9 programma’s

STRATEGISCHE PROJECTEN

AKWARIS

IMPROVE

opleidingsplanbeleidsplan

kwaliteitsplan

ONDERZOEK ONDERWIJSKWALITEIT- Evaluatie OLOD’s en studeerbaarheid- Evaluatie doceer- en begeleidings- gedrag docenten

INTERN ONDERZOEK- Tevredenheidsonderzoek dienstverlening diensten- Medewerkerstevredenheidsonderzoek- Tevredenheid onderzoek en dienstverlening- Studententevredenheidsonderzoek- Uitstroomonderzoek- Werkveldonderzoek

INTERNEVERBETERDYNAMIEK

t

o

p

-

d

o

w

n

b

e

w

e

g

i

n

g

b

o

t

t

o

m

-

u

p

b

e

w

e

g

i

n

g

46

Page 55: KRITISCHE REFLECTIE

FIGUUR 22: KWALITEITSVERBETERING

STRATEGISCH INSTELLINGSPLAN 3 waarden, 3 doelen en 3 krachtlijnen

STRATEGISCHE PROGRAMMA’S 9 programma’s

STRATEGISCHE PROJECTEN

AKWARIS

IMPROVE

opleidingsplanbeleidsplan

kwaliteitsplan

ONDERZOEK ONDERWIJSKWALITEIT- Evaluatie OLOD’s en studeerbaarheid- Evaluatie doceer- en begeleidings- gedrag docenten

INTERN ONDERZOEK- Tevredenheidsonderzoek dienstverlening diensten- Medewerkerstevredenheidsonderzoek- Tevredenheid onderzoek en dienstverlening- Studententevredenheidsonderzoek- Uitstroomonderzoek- Werkveldonderzoek

INTERNEVERBETERDYNAMIEK

t

o

p

-

d

o

w

n

b

e

w

e

g

i

n

g

b

o

t

t

o

m

-

u

p

b

e

w

e

g

i

n

g

en de krachtlijnen omvat waarop de volgende vijf jaar ingezet wordt (zie hoofdstuk 2).

Bij de bottom-upbeweging zijn het vooral de verbeter- initiatieven die gedistilleerd worden via kwaliteitson-derzoek bij de stakeholders (studenten, medewerkers, werkveld en alumni), via IMPROVE-sessies of door de interne dynamiek van de opleidingen of diensten.

Om te bouwen aan de kwaliteitscultuur heeft de hogeschool een digitaal systeem Akwaris (Arteveldeho-geschool Kwaliteit Registratie- en Informatiesysteem) ontwikkeld. Via Akwaris worden de doelen van deze

plannen accuraat opgevolgd en is het tegelijk mogelijk medewerkers te responsabiliseren in het realiseren ervan.

De hogeschool voert kwaliteitsonderzoek uit bij haar stakeholders. Ze heeft de instrumenten voor de uit-voering ervan ontworpen. Er is eveneens een planning opgesteld die borg staat voor een regelmatige bevra-gingscyclus in de opleidingen en diensten.

Evaluatie van opleidingsonderdelen en doceer- en begeleidingsgedrag gebeurt eveneens op basis van een planning: studenten krijgen gemiddeld om de drie jaar de kans docenten te evalueren en om de zes jaar komt elk opleidingsonderdeel aan de beurt. De planning voor-ziet in een evenwichtige spreiding van de opleidingen over de jaren heen.

De opleidingen en diensten kunnen bovendien in het kader van hun eigen kwaliteitswerking kiezen om focus-gesprekken te organiseren met hun stakeholders om via kwalitatief onderzoek dieper in te gaan op de resulta-ten van bepaalde aspecten van tevredenheid, die door intern kwaliteitsonderzoek werden gemeten of om een ervaren of vermoedelijke (probleem)situatie te door-gronden. Hiervoor kan IMPROVE gebruikt worden. Het instrument bestaat uit mindmaps en biedt een handige leidraad om met stakeholders in gesprek te gaan.

De intrinsieke drive van medewerkers maakt dat ze voortdurend reflecteren op hun werkzaamheden en zelf verbetersuggesties formuleren. Deze interne dynamiek zorgt ervoor dat de kwaliteitscultuur verankerd is.

Het integraal kwaliteitszorgsysteem is bijna volledig uitgerold. Het tevredenheidsonderzoek ‘Partners van onderzoek en dienstverlening’ staat in de steigers en wordt in het academiejaar 2015-2016 voorbereid en in 2016-2017 voor de eerste maal uitgevoerd.

In het strategisch instellingsplan 2015-2020 wordt integrale kwaliteitszorg verder ingezet om feedback te verzamelen bij de stakeholders over de nieuwe onder-wijsaanpak en de impact en effectiviteit van de innova-tie. Verder worden de bevragingen afgestemd op het nieuwe onderwijsjargon en op de principes van een motiverende leeromgeving. De onderzoeksresultaten automatiseren en visualiseren, ook longitudinaal, zijn uitdagingen voor de toekomst.

4.2.4 Kwaliteitsverantwoording

Met de (interne en externe) kwaliteitsverantwoording wordt vooral bedoeld wat de hogeschool via haar oplei-dingen en diensten realiseert op het vlak van haar doel-stellingen, indicatoren en streefwaarden. De hogeschool hanteert verschillende instrumenten om de kwaliteit van opleidingen te borgen: de jaarlijkse managementreviews van opleidingen en diensten, de opleidingsaudits en de thematische audits.

Onderzoek tevredenheid en welbevinding studenten

Uitstroomonderzoek

Tevredenheid dienstverlening diensten

Tevredenheid partners onderzoek en dienstverlening

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Werkveldonderzoek

Kwalitatief onderzoek via improve/focusgroepen

Onderwijsonderzoek: doceer- en begeleidingsgedrag

Onderwijsonderzoek: evaluatie van opleidings-onderdelen m.i.v. studeerbaarheidsonderzoek

x (selectie volgens planning)

x

x

x

x

x

x

x (selectie volgens planning)

x (selectie volgens planning)

FIGUUR 23: INTERN ONDERZOEK - BEVRAGINGSCYCLUS

JAARLIJKS VIJFJAARLIJKS AD-HOC

47

Page 56: KRITISCHE REFLECTIE

Vanaf academiejaar 2016-2017 worden managementre-views ingevoerd. Die worden jaarlijks door de algemeen directeur georganiseerd en baseren zich op rapporten uit Akwaris en op de rapportering over indicatoren en streefwaarden die opleidingen en diensten zich stelden. Het opzet is vooral ondersteunend. De managementre-views van de diensten zullen besproken worden in de Artevelderaad.

In de hogeschool worden er opleidingsaudits geor-ganiseerd die de kwaliteit van de opleidingen in kaart brengen. Na de audit stelt de opleiding een opvolgings-rapport op met verbeterinitiatieven, gericht aan de algemeen directeur. Het definitieve auditrapport samen met de opvolging die door de opleiding hieraan wordt gegeven, wordt door de betrokken opleidingsdirecteur aan de raad van bestuur voorgesteld. De betreffende verbeterdoelen komen eveneens in Akwaris terecht.

Thematische audits peilen naar de implementatie- graad van een bepaald thema, onderwerp, procedure of beleidslijn in de opleidingen en diensten. De eerste thematische audit is voorzien in september 2016.

Een opleiding in een hersteltraject wordt opgevolgd door een begeleidingscommissie die bestaat uit het op-leidingsmanagementteam, een vertegenwoordiging van de docenten, een representatieve vertegenwoordiging uit het werkveld, de directeur onderwijs- en studenten-beleid, de algemeen directeur en het diensthoofd IKZ. Deze begeleidingscommissie staat in voor de opvolging van het herstelplan en wil een spiegelfunctie verlenen aan de opleiding in verandering. De planning van de kwaliteitszorginitiatieven wordt aangepast aan het hersteltraject en zijn in die zin ondersteunend aan het verloop ervan (zie ook deel 2: regierapportage).

De opleiding PBA in de journalistiek is de enige opleiding die een hersteltraject doorloopt en heeft

al een heel parcours afgelegd inzake vernieuwing. Na het rapport van de visitatiecommissie, wat resulteerde in een accreditatie met beperkte geldigheidsduur, werd er onmiddellijk een nieuw managementteam geïnstalleerd dat ingezet heeft op een volledig nieuw en eigentijds curriculum. Daarnaast werden ook het personeelsbeleid, het communicatiebeleid… grondig hervormd. Diverse diensten hebben op actieve wijze dit hervormingsproces mee ondersteund.

Andere initiatieven die door extra ondersteuning vanuit de hogeschool bijdragen aan het hersteltraject:

• een begeleidingscommissie biedt een spiegelfunctie en geeft input aan de opleiding in functie van het veranderingsproces.

• extra inzet van twee VTE’s om nieuwe profielen te kunnen aantrekken die het vernieuwd curriculum mee vorm geven en dit in een scenario met een dalend aantal medewerkers waarvan velen met een contract van onbe-paalde duur.

• bijkomende financiële middelen voor de bouw en inrichting van twee redactieruimtes en de aankoop van een nieuwe radiostudio.

• extra evaluaties (extra evaluaties van opleidingsonder-delen, focusgroepen bij de start van het hervormings-proces en tussentijds in najaar 2015, extra bevraging van alumni (nog te realiseren))

• aanstelling van een externe consultant die een proces van teamontwikkeling opgestart is om een sterker team te vormen dat onderling meer verbonden is.

4.3 Resultaten van verbetering

De resultaten van instroom-, doorstroom- en uit-stroomanalyses en alle rapporten die voor de opleiding relevant zijn, geven aanleiding tot inzichten en werkpun-ten. Veel opleidingen houden hiervoor in de aanloop van het nieuwe academiejaar een evaluatiemoment met het management waarbij ze de verschillende rapporten bij elkaar leggen. Hieruit halen ze verbetervoorstellen die ze opnemen in hun opleidingsplan en kwaliteitsplan dat geregistreerd wordt in Akwaris. Op die manier wordt de Plan-Do-Check-Act-cirkel mooi rond gemaakt. Ook bij de diensten is dat belangrijk.

De resultaten van het eerste strategisch instellingsplan 2010-2015 werden niet door alle diensten en opleidin-gen even systematisch geregistreerd in Akwaris. Deze softwareapplicatie werd immers pas halfweg de rea-lisatie van het strategische instellingsplan 2010-2015 opgeleverd en kende vervolgens een lange implementa-tietijd in opleidingen en diensten. De strategische doelen op instellingsniveau werden in Akwaris geëvalueerd en strikt geregistreerd. De realisaties op instellingsniveau zijn bijgevolg helder. Het opleidingsplan/beleidsplan met langetermijndoelen voor opleidingen en diensten werd nog schriftelijk opgesteld. Jaarlijkse kwaliteitsplannen werden ook door de opleidingen opgesteld, maar nog niet in de diensten omdat de kwaliteitscirkel in de dien-sten pas in een latere fase een effectieve registratie ken-de. De verdere uitrol in opleidingen en diensten heeft wel degelijk plaatsgevonden maar werd soms enkel op papier geregistreerd en niet in Akwaris. Ook in het kader van het jaarverslag evalueerden opleidingen jaarlijks hun kwaliteitsplan en werden (een deel van) de realisaties in het jaarverslag opgenomen.

48

Page 57: KRITISCHE REFLECTIE

In het nieuwe strategische instellingsplan 2015-2020 zul-len zowel de opleidingen als de diensten beter registre-ren. Een goede visualisering van de output van Akwaris biedt hier voordelen. De opleidingen en diensten kunnen terugkijken op heel wat realisaties als gevolg van het strategisch instellings-plan 2010-2015. Een kleine greep uit de vele realisaties (de volledige lijst is ter zitting raadpleegbaar):

De opleiding PBA in de grafische en digitale media heeft o.a. sterk ingezet op het gebruik van sociale

media om meer kandidaat-studenten, studenten en oud-studenten te bereiken.

De opleiding PBA in de ergotherapie heeft o.a. het ondersteuningscentrum Kronkels opgericht

als antwoord op de vraag naar projecten in functie van maatschappelijke problemen en vraagstukken.

De opleiding PBA in de logopedie en audiologie heeft o.a. het instellingsbreed studentvolgsysteem

geïmplementeerd.

De opleiding PBA in het office management heeft o.a. een toetsbeleidsplan opgesteld.

In de opleiding PBA in het onderwijs: kleuteronderwijs werd o.a. internationalisering

(internationale mobiliteit, onderzoek, curriculum en benchmarking) verankerd om de slagkracht van de opleiding te vergroten.

In de opleiding PBA in de pedagogie van het jonge kind heeft men o.a. gewerkt aan een uitgedragen

visie als verbinding en ondersteuning van de profilering van de opleiding.

In de opleiding PBA in de podologie heeft men o.a. gewerkt aan de ontwikkeling van (digitale)

zelfstudiepakketten.

In de dienst aankoop heeft men o.a. gewerkt aan een efficiënt, gecoördineerde centrale aankoop

van producten, diensten en werken met het oog op economische, transparante en gebruiksvriendelijke aankoopprocessen en de automatisering ervan.

In de dienst integrale kwaliteitszorg heeft men o.a. de kwaliteitverbetercyclus en daarbij horend

instrumentarium uitgewerkt.

In de dienst financieel beheer heeft men o.a. een performant facturatiesysteem voor

studiedagen uitgewerkt.

In de juridische dienst & verzekeringen heeft men o.a. gewerkt aan een fraudebestendig

verzekeringsbeleid.

De dienst infrastructuur, preventie en milieu heeft o.a. werk gemaakt van het monitoren van het

verbruik van nutsmiddelen (o.a. CO2-uitstoot).

49

Page 58: KRITISCHE REFLECTIE

REFLECTIE HOOFDSTUK 4

Sterke punten

• In de hogeschool heerst er een goede kwaliteitscul-tuur, zowel op micro-, meso- als macroniveau. Het kwali-teitsbeleid is goed uitgewerkt en geeft ruimte zowel voor de top-down-als de bottom-upbeweging. Kwaliteitsver-betering wordt aangepakt op basis van de PDCA-cirkel.• De hogeschool evalueert continu de kwaliteit van haar processen met als doel te verbeteren. Alle stakeholders worden bij de diverse metingen bevraagd.Naast een duidelijk strategisch instellingsplan die de lijnen voor de toekomst uitzet, kunnen de opleidingen en diensten zichzelf ook profileren en hun eigen ambities waarma-ken.• De hogeschool heeft tot op heden steeds goede resul-taten gehaald in de opleidingsvisitaties en in de proce-dure Toets Nieuwe Opleidingen. De enige opleiding die een accreditatie met beperkte geldigheidsduur kreeg, heeft onmiddellijk een nieuw herstelplan uitgeschreven en de hogeschool heeft tal van structurele maatregelen genomen.• De opvolging van het verbeterbeleid gebeurt via een eigen ontwikkeld systeem: Akwaris. Een boordtabel met kengetallen laat de directie en de raad van bestuur toe de processen in de hogeschool te volgen.

Aandachtspunten

• Kwaliteitszorg is sterk verankerd. De nieuwe oplei-dingsaudits zijn beloftevol en bieden veel leerkansen voor de opleiding. Er kan gezocht worden naar een ‘leaner’ kwaliteitszorgsysteem dat gebaseerd is op een waarderend kader. Er kan nog meer aandacht gaan naar het aggregeren van resultaten op hogeschoolniveau. • De registratie van de kwaliteitswerking in Akwaris kan verbeterd worden. Er is nood aan Akwaris als inspire-rende ondersteuner. De analyse van vroegere resultaten moeten explicieter als startpunt voor verbetering aange-wend worden.• Er kan in co-creatie nog meer ingezet worden op de gebruiksvriendelijkheid van rapporten en kwaliteitszorg- instrumenten.

Toekomstperspectieven

• Het werken met kengetallen en indicatoren in alle niveaus van de organisatie zal nog meer focus op re-sultaten en trends geven. Er werd een interne auditor aangesteld die start met het uitvoeren van de risicoana-lyse. De hogeschool beschikt over tal van auditrapporten door externe instanties (bedrijfsrevisoren, Rekenhof, EPOS, inspectie BTW), maar wil zelf ook haar eigen beleid auditen.

BESLUIT

De Arteveldehogeschool is een dynamische organi-satie die een gedreven koers vaart. Een strategisch instellingsplan en een sterk onderwijsconcept zor-gen voor een gezamenlijk verhaal in de organisatie. Vernieuwing wordt geschraagd door een duidelijk strategisch beleid. Docenten en studenten bouwen daarbij aan een co-creatieve leergemeenschap waarin het eigenaarschap groot is en waar er ruimte is voor eigen talenten, keuzes en verantwoordelijk-heden. Een toegankelijk en collegiaal management stuurt en ondersteunt. De kwaliteitscultuur krijgt hierdoor verder vorm waardoor het onderwijs gega-randeerd van hoogwaardige kwaliteit is. Dat wordt bekrachtigd door de alumni die met hun diploma snel aan de slag kunnen, gegeerd zijn en duidelijk gewaardeerd worden door het werkveld of voldoen-de gewapend zijn om verder te studeren.

De rol van het onderwijs is duidelijk: het leidt jonge mensen en zij-instromers op zodat zij met voldoen-de bagage in de maatschappij hun plaats vinden. Het werk is echter nooit af, de ultieme kwaliteit wordt nooit bereikt want in een veranderende maatschap-pij worden steeds nieuwe accenten gelegd, nieu-we betekenissen gegeven en nieuwe uitdagingen gecreëerd. Daarom is de veranderbereidheid en de wendbaarheid van de hogeschool een belangrijke eigenschap om in die veranderende toekomst een blijvende rol te kunnen spelen. Laat dit nu net de sterkte van de hogeschool zijn.

LIJST VAN BIJLAGEN

Bijlage 1: Organigram

Bijlage 2: Brochure #arteveldehs2020 Samen meer_waarde creëren: strategisch instellingsplan 2015-2020, Onderwijsconcept en Onderwijsraamwerk

50

Page 59: KRITISCHE REFLECTIE

Alge

mee

n di

rect

eur

Raad

van

Bes

tuur

Audi

tcom

itéIn

tern

e au

dito

r

Alge

men

e ve

rgad

erin

g

Alge

mee

n se

cret

aris

Dire

cteu

r ond

erzo

ek&

die

nstv

erle

ning

Opl

eidi

ngsd

irect

eurs

Dire

cteu

r fina

ncië

n en

pe

rson

eelsb

elei

dDi

rect

eur

info

rmati

etec

hnol

ogie

&

faci

litai

r beh

eer

Dire

cteu

r ond

erw

ijs

en st

uden

tenb

elei

d

DIR

ECTI

E-O

VER

LEG

OP

LEID

ING

EN

INSP

RA

AK

- EN

PA

RTI

CIPA

TIEO

RG

AN

EN

AR

TEV

ELD

ERA

AD

Alge

mee

n se

cret

aria

at

Com

mun

icati

e

Ont

haal

Fina

ncie

el b

ehee

r

Pers

onee

lsbeh

eer

HRM

&

prof

essio

nalis

erin

g

ICT

Aank

oop

Faci

litai

r beh

eer

Vert

rouw

ensp

erso

on

Inte

gral

ekw

alite

itszo

rg (I

KZ)

Jurid

ische

die

nst

en v

erze

kerin

gen

Dire

cties

ecre

taria

at

Idea

Fac

tory

Ond

erzo

ek e

ndi

enst

verle

ning

Infr

astr

ucuu

r,pr

even

tie e

n m

ilieu

Stud

ente

nvoo

rzie

ning

en

Stud

iead

vies

Stud

ente

nadm

inist

ratie

Med

iath

eken

Ond

erw

ijson

twik

kelin

g en

inte

rnati

onal

iserin

g

Bach

elor

in h

et b

edrij

fsm

anag

emen

t

Parti

cipa

tiefo

rum

Acad

emisc

he ra

ad

Bach

elor

in h

et o

ffice

man

agem

ent

Bach

elor

of I

nter

natio

nal B

usin

ess

Man

agem

ent

Bach

elor

in d

e gr

afisc

he e

n di

gita

le m

edia

Bach

elor

in d

e er

goth

erap

ie

Bach

elor

in d

e lo

gope

die

en d

e au

diol

ogie

Bach

elor

in d

e po

dolo

gie

Bach

elor

in d

e cr

eatie

ve th

erap

ie (B

NB)

Bach

elor

in h

et so

ciaa

l wer

k

Bach

elor

in h

et o

nder

wijs

:kle

uter

onde

rwijs

Bach

elor

in p

edag

ogie

van

het

jong

e ki

nd

Bach

elor

in d

e jo

urna

listie

k

Bach

elor

in h

et c

omm

unic

atiem

anag

emen

t

Bach

elor

in h

et o

nder

wijs

: bu

iteng

ewoo

n on

derw

ijs (B

NB)

Bach

elor

in h

et o

nder

wijs

: lag

er o

nder

wijs

Bach

elor

in h

et o

nder

wijs

: zor

gver

bred

ing

en re

med

iëre

nd le

ren

(BN

B)Co

mité

pre

venti

e en

bes

cher

min

gop

het

wer

kBa

chel

or in

de

verp

leeg

kund

e

Bach

elor

in d

e vr

oedk

unde

Bach

elor

in d

e m

ondz

org

Bach

elor

in h

et o

nder

wijs

: sc

hool

ontw

ikke

ling

(BN

B)

Bach

elor

in h

et o

nder

wijs

: se

cund

air o

nder

wijs

Bach

elor

in d

e on

colo

gie

(BN

B) i.

s.m

. KdG

en

AP

Stuv

oraa

d

Arte

veld

e-st

uden

tenr

aad

Foru

m A

rtev

elde

dien

sten

(FA)

Hoge

scho

olO

nder

hand

elin

gsCo

mité

(HO

C)

Opl

eidi

ngs-

en

dien

stov

ersti

jgen

d ov

erle

g:

them

atisc

he fo

ra

Per o

plei

ding

:op

leid

ings

raad

ople

idin

gsad

vies

raad

ople

idin

gsst

uden

tenr

aad

Opl

eidi

ngen

zijn

gec

lust

erd

per o

plei

ding

sdire

cteu

r

BIJ

LAG

E 1

: OR

GA

NO

GR

AM

Page 60: KRITISCHE REFLECTIE

#arteveldehs2020SAMEN MEER WAARDE CREËREN

Bijlage 2

Page 61: KRITISCHE REFLECTIE

2

Page 62: KRITISCHE REFLECTIE

Inhoud

3

1. #arteveldehs2020

2. Strategisch instellingsplan 2015-2020

2.1 Drie krachtlijnen Co-creatie Zelfsturing Engagement

2.2 Drie waarden Open Betrokken Vernieuwingsgericht

2.3 Drie strategische doelen Inzetten op innovatief onderwijs, onderzoek en dienstverlening Werken aan een waarderende organisatie Uitbouwen strategische parnerschappen en netwerken

2.4 Negen strategische programma’s 2.5 Strategische projecten

3. Onderwijsconcept

3.1 Drie doelen Professionele ontwikkeling Persoonlijke ontwikkeling Ontwikkeling tot wereldburger

3.2 Zes partners Studenten Docenten Directie en medewerkers Werkveld en alumni Sociaal netwerk Samenleving

3.3 Vijf kenmerken

4. Onderwijsraamwerk

5

8

10

14

16

21 28

32

33

36

38

44

Page 63: KRITISCHE REFLECTIE

4

Page 64: KRITISCHE REFLECTIE

#arteveldehs2020samen meer waarde creëren Een nieuw strategisch instellingsplan, onderwijsconcept en onderwijsraamwerke

De Arteveldehogeschool zet met haar nieuw strategisch instellingsplan, onderwijsconcept en onderwijsraamwerk de bakens uit voor de komende vijf jaar.

Het strategisch instellingsplan samen meerwaarde creëren schetst onze visie en ambities voor de Arteveldehogeschool als geheel, onder de vorm van 3 krachtlijnen, 3 waarden en 3 strategische doelen voor de komende vijf jaren. Deze worden uitgewerkt in 9 strategische programma’s.

Het onderwijsconcept van de Arteveldehogeschool vertolkt onze visie op goed onderwijs, in lijn met de uitgangspunten van het strategisch instellingsplan. Het onderwijsconcept schetst 3 doelen, schuift 6 partners naar voor en 5 kenmerken van een motiverende leeromgeving.

Tot slot tekende de Arteveldehogeschool haar onderwijsraamwerk uit, haar kwaliteitshandboek voor haar onderwijsactiviteit. Dit expliciteert voor 11 aspecten wat de hogeschool verwacht op het vlak van de kwaliteit van haar opleidingen en diensten inzake onderwijs.

1

5

Page 65: KRITISCHE REFLECTIE

3 STRATEGISCHE DOELEN

STRATEGISCH INSTELLINGSPLAN 2015-2020

Onze visie en ambities voor de organisatie als geheel

Campussen als creatieve

& inspirerende ontmoetingsplaatsen

De digitale hogeschool 2020

Nieuwsgierige studenten en inspirerende

docenten vormen een leergemeenschap

Bouwen aan bruggen naar VKS 5 en VKS 7

De nexus onderwijs-onderzoek versterken

Door innovatieve onderwijsprojecten naar

het onderwijs van de 21ste eeuw

De waarderende benadering als kern van

de organisatiecultuur

Regionaal verankerd, sterke relatie met het

werkveld

Internationaal profiel versterken

3 KRACHTLIJNEN

3 WAARDEN 9 STRATEGISCHE PROGRAMMA’S

Page 66: KRITISCHE REFLECTIE

ONDERWIJSCONCEPT 2015-2020 ONDERWIJSRAAMWERK

Onze visie en ambities voor goed onderwijs Ons kwaliteitshandboek voor goed onderwijs

3 DOELEN 6 PARTNERS 11 ASPECTEN

15.000 DROMEN5 KENMERKEN

LEEROMGEVING GERICHT OP CO-CREATIE

LEEROMGEVING MET OOG VOOR DIVERSITEIT

WAARDERENDE LEEROMGEVING

DOELGERICHTE LEEROMGEVING

INHOUDELIJK STERKE LEEROMGEVING

LAAT JE INSPIREREN

DIRECTIE & MEDEWERKERSIN OPLEIDINGEN EN DIENSTEN

DOCENTEN

WERKVELD & ALUMNI

SOCIAAL NETWERK

SAMENLEVING

STUDENTEN

PROFESSIONELE ONTWIKKELING

ONTWIKKELING TOT WERELDBURGER

PERSOONLIJKE ONTWIKKELING

Page 67: KRITISCHE REFLECTIE

2 Strategisch instellingsplan 2015-2020samen meer_waarde creëren

Het strategisch instellingsplan vertolkt onze visie en ambities voor de Arteveldehogeschool als geheel voor de komende vijf jaar.

Een jaar lang werd door verschillende stakeholdersgroepen aan een steen geslepen om er een transparant prisma, een simplex van te maken. Een prisma met drie vlakken, symbolisch voor de drie gekozen waarden, de drie krachtlijnen en de drie strategische doelen in het nieuwe instellingsplan.

Het instellingsplan is gebaseerd op drie waarden die tonen wie of wat we willen zijn: betrokken, open en vernieuwingsgericht.

Het instellingsplan formuleert drie strategische doelen: inzetten op innovatief onderwijs, onderzoek en dienstverlening, werken aan een waarderende organisatie en het verder uitbouwen van strategische partnerschappen en netwerken, zowel regionaal als internationaal.

De krachtlijnen van het instellingsplan zijn co-creatie, zelfsturing en engagement. Dankzij deze krachtlijnen kunnen we bovenstaande doelen realiseren. Deze drie krachtlijnen dagen onze medewerkers, studenten en werkveld uit om de komende vijf jaar verder te groeien, elk vanuit hun eigen engagement. Alle stakeholders samen vormen een dynamisch leernetwerk waarin ze in openheid en vertrouwen, en in gelijkwaardigheid kunnen samenwerken als co-creators. Zo bloeit een onderzoeks- en innovatiecultuur waarin het mogelijk is complexe vraagstukken aan te pakken en veranderingen te realiseren.

8

Page 68: KRITISCHE REFLECTIE

Studenten en medewerkers worden gestimuleerd om vanuit eigen talenten hun professionele groei richting te geven en doelen te formuleren (zelfsturing). Ondernemingszin en autonome motivatie worden aangescherpt.

We verbinden engagement en ambitie met elkaar. Niet alleen voor de persoonlijke groei, maar ook om als wereldburger met een kritische kijk de maatschappij mee gestalte te geven.

Die strategische doelen werden uitgewerkt in negen strategische programma’s waaraan de opleidingen en diensten samen met de studenten en het werkveld zullen werken.

Wanneer we dit licht van het instellingsplan door het prisma sturen, merken we pas hoe mooi en kleurrijk de realisaties in opleidingen en diensten zullen zijn.

Ik nodig al onze stakeholders dan ook graag uit om mee de schouders te zetten onder dit nieuwe instellingsplan dat de Arteveldehogeschool richting geeft tot 2020.

Johan Veeckman, algemeen directeur Arteveldehogeschool

When I dream alone,

it is just a dream. When

we dream together,

it is the beginning of

reality. When we work

together, following our

dream, it is the creation

of heaven on earth.

Aangepast Braziliaans spreekwoord

9

Page 69: KRITISCHE REFLECTIE

We dagen al onze belanghebbenden uit om hun eigen groeiproces vorm te geven en engageren ons om hiervoor een inspirerende ruimte te bieden. We kiezen voor drie krachtlijnen: co-creatie, zelfsturing en engagement. Deze vormen tevens het vertrekpunt van ons innoverend onderwijsconcept.

Co-creatie

Kennis en inzichten komen best tot stand in co-creatie. Medewerkers, studenten, werkveld, alumni ... zijn partners en co-creators van kennis, inzichten en producten. Ze verrijken en beïnvloeden elkaar via onderwijs, onderzoek, praktijkprojecten, stages .... en vormen zo een dynamisch netwerk. Ze werken samen in gelijkwaardigheid, openheid en vertrouwen. Over grenzen heen vernieuwen en ondernemen ze in onderwijs en praktijkgericht onderzoek, in wisselwerking met de samenleving.

Zo groeit een onderzoeks- en innovatiecultuur en ontstaat een omgeving waarin studenten en docenten constructief en doelgericht samen leren en werken. Dit maakt het mogelijk om complexe vraagstukken, ook uit de samenleving, aan te pakken en veranderingen te realiseren.

De expertiseontwikkeling in de Arteveldehogeschool richt zich op maatschappelijke thema’s en focust op de domeinen die behoren tot het werkveld van de opleidingen die de hogeschool aanbiedt.

Het co-creatieprincipe is ook de basis voor onze samenwerking met alle partners en voor ons internationaliseringsbeleid. We internationaliseren onze curricula, organiseren uitwisseling van studenten en medewerkers, delen kennis en doen aan benchmarking. We bouwen aan een breed netwerk van internationale partners, maar kiezen ook voor een intensere samenwerking met een select aantal strategische partnerinstellingen.

2.1 Drie krachtlijnen voor het strategisch instellingsplan 2015-2020

Als lesgever vind ik dat we meer en meer de student moeten betrekken bij het onderwijsproces. Hij of zij moet

er zelf eigenaar van worden, en keuzes kunnen maken. Pieter-Jan Bonne, docent

10

Page 70: KRITISCHE REFLECTIE

11

Ik heb tijdens mijn opleiding al heel wat keuzes mogen én moeten maken. Dat maakt het boeiend. Mijn opleiding is een persoonlijk parcours. Matthias, student sociaal werk

Page 71: KRITISCHE REFLECTIE

Zelfsturing

De Arteveldehogeschool rekent op de ondernemingszin en autonome motivatie als basishouding bij haar studenten en medewerkers, en streeft een open en innovatieve organisatiecultuur na. We moedigen de studenten en medewerkers aan om vanuit eigen talenten doelen te formuleren, hun professionele groei richting te geven, en deze te verbinden met de leerkansen en de verwachtingen van de Arteveldehogeschool en de samenleving. Daartoe bieden we hen een inhoudelijk sterke en motiverende leeromgeving, die we vormgeven vanuit een toekomstgericht onderwijsconcept.

We engageren ons om verder te investeren in het digitaliseren van de leer- en werkomgeving en in het aanbieden van flexibele leervormen, toegankelijk op elk moment in de professionele loopbaan. Zo willen we levenslang leren stimuleren, ongeacht de vooropleiding, leeftijd of afkomst van studenten/cursisten.

We creëren de randvoorwaarden en de ruimte voor medewerkers om hun professionele doelen waar te maken die in de lijn liggen van de organisatiedoelstellingen en het strategisch instellingsplan.

We werken in onze opleiding zeven weken lang zoals een echt communicatiebureau: samenwerken

en projecten afwerken tegen een deadline. Daar leer je enorm veel van, aan het einde ben je echt gegroeid.

Manon, student communicatiemanagement

12

Page 72: KRITISCHE REFLECTIE

Engagement

De Arteveldehogeschool engageert zich tot het respectvol en duurzaam omgaan met haar belanghebbenden en haar omgeving.

Engagement en ambitie verbinden de medewerkers en de studenten van de hogeschool. Geëngageerde medewerkers en studenten stimuleren elkaar op een warme en waarderende manier. In ons handelen houden we rekening met de waarden, de behoeften, de eigenheid, de noden van de ander.

Studenten engageren zich om uit te groeien tot sterke professionals en betrokken wereldburgers. Medewerkers werken continu verder aan hun professionalisering en engageren zich als wereldburgers.

Medewerkers zijn ambitieus en leggen de lat hoog, met kwaliteitsvol onderwijs, praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke dienstverlening als doel.

In een steeds veranderende maatschappij geven de krachtlijnen ‘co-creatie, zelfsturing en engagement’ richting aan de belanghebbenden op hun weg naar de Arteveldehogeschool van de toekomst. We denken, doen en worden met het oog op morgen.

Na mijn stage in Nepal ben ik teruggekomen als een ander mens. Dit heeft me fundamenteel veranderd als persoon.

Sarah, student lerarenopleiding

13

Page 73: KRITISCHE REFLECTIE

2.2 Drie waarden voor het strategisch instellingsplan 2015-2020

Vanuit onze visie en krachtlijnen focussen we op drie kernwaarden, op wat we willen zijn.

Open

Studenten en medewerkers zijn nieuwsgierig en staan open voor nieuwe opvattingen, mensen en ervaringen. Ze handelen eerlijk, respectvol en transparant. We delen onze kennis en verkennen de visie van een ander, over de grenzen van de organisatie heen. We vragen en geven feedback in een waarderende cultuur waarin we leren van elkaar.

Betrokken

Medewerkers voelen zich verbonden met hun organisatie en hun werk. Betrokkenheid zorgt voor passie en maakt energie vrij. Studenten en medewerkers zijn trots op de hogeschool en tonen dat waar ze ook komen.

Medewerkers en studenten zijn ook actief betrokken bij de ontwikkelingen in de samenleving.

Vernieuwingsgericht

Medewerkers en studenten denken vooruit, zien kansen, zijn creatief en inventief en creeëren daardoor toegevoegde waarde. Ze proberen voortdurend te verbeteren, zijn ondernemend, zijn gedreven, durven zekerheden los te laten en nemen initiatief.

14

Wat ik sterk vind aan het strategisch plan, is de focus op de waarderende organisatie,

waar feedback gegeven wordt, waar talenten aandacht krijgen, waar successen ervaren

kunnen worden, maar waar ook kan omgegaan worden met fouten.

Bram Van Baarle, diensthoofd HRM

Page 74: KRITISCHE REFLECTIE

15

Page 75: KRITISCHE REFLECTIE

2.3 Drie strategische doelen voor het strategisch instellingsplan 2015-2020

Vanuit de visie met de drie krachtlijnen en de drie waarden stellen we drie strategische doelen voorop.

Inzetten op innovatief onderwijs, onderzoek en dienstverlening

We willen ons hoger onderwijs kwaliteitsvol houden door het te toetsen aan de meest recente ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de beroepspraktijk. Leden uit het werkveld participeren in adviesraden en comités. We investeren in een duurzame relatie met het werkveld. Onze alumni zijn geprefereerde partners.

Onze opleidingen worden verzorgd door gedreven en geëngageerde medewerkers, stuk voor stuk experten die onze studenten motiveren, inspireren en begeleiden. Docenten blijven up-to-date door het volgen van professionalisering, lezen van wetenschappelijke literatuur, uitvoeren van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en - indien relevant - door het op peil houden van hun expertise in de beroepspraktijk.

Het onderwijs in de Arteveldehogeschool is toekomstgericht en internationaal georiënteerd. We leren onze studenten ‘skills’ aan voor de 21e eeuw, waarin beroepen zullen verdwijnen en nieuwe

beroepen zullen ontstaan. We bereiden onze studenten voor op de implementatie van de snelle, opeenvolgende maatschappelijke en professionele veranderingen. Ze worden opgeleid om ‘levenslang te leren’.

We willen onze studenten geleidelijk aan meer verantwoordelijkheid geven door hen via zelfsturing hun studieloopbaan in de hand te laten nemen. We stellen hen instrumenten ter beschikking waardoor ze zelf hun talenten kunnen ontdekken, hun leerstijl bijstellen en de juiste opleiding kiezen die het best bij hen past. Door oordeelkundig gebruik te maken van hun talenten kunnen studenten zich profileren zowel in de opleiding als in het ondernemerschap, leren zij zich internationaal te oriënteren en zich in te zetten in participatie- en overlegorganen. Door vroegtijdig de drempels te detecteren die de studievoortgang kunnen verhinderen en deze systematisch weg te werken, kan het studiesucces verhoogd worden. Onze studenten zijn hierbij de gidsen van hun eigen groei- en studiesucces.

We bouwen onze internationale en regionale netwerken verder uit en verstevigen onze strategische allianties om de studenten- en medewerkersmobiliteit te verhogen. We breiden het aanbod anderstalig onderwijs uit om meer internationale studenten aan te trekken en ‘internationalisation@home’ te stimuleren.

16

Page 76: KRITISCHE REFLECTIE

Kwaliteitsvol onderwijs staat ook in rechtstreekse relatie tot innovatief praktijkgericht onderzoek. Nieuwe bevindingen, inzichten en innovatie leiden onder meer tot curriculuminnovatie. We investeren verder in speerpuntonderzoek dat aanleunt bij de kern van onze opleidingen. Studenten worden gestimuleerd om te participeren aan het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Er wordt hen een onderzoekende en zelfkritische houding aangeleerd zodat ze evidence based kunnen werken.

Diversiteit verbindt studenten en medewerkers in respect en in kracht. De Arteveldehogeschool biedt studenten uit diverse kansengroepen gelij-ke kansen om succesvol te studeren.

We differentiëren op vlak van onderwijs- en evaluatievormen in een toegankelijke leeromgeving en werken mogelijke drempels voor studiesucces weg. Zo kan diversiteit een reële meerwaarde creëren.

17

Alleen in een motiverende en innovatieve omgeving leren studenten echt. Onderzoek en kritisch denken

maken een onmisbaar onderdeel uit van een opleiding aan de Arteveldehogeschool.

Imran Uddin, directeur onderwijs en studentenbeleid

Page 77: KRITISCHE REFLECTIE

Werken aan een waarderende organisatie

De Arteveldehogeschool zet in op het aantrekken, engageren en professionaliseren van getalenteerde medewerkers. We vertrekken vanuit een gedeelde ambitie en geven medewerkers ruimte en vertrouwen om via zelfsturing hun doelen te bereiken. De Arteveldehogeschool wil inzetten op de talenten van haar medewerkers van bij de selectie en aanwerving.

We willen als hogeschool ook uitgroeien tot ‘employer of choice’ en attractief zijn vooral omwille van de jobinhoud, de werkorganisatie en de loopbaanmogelijkheden. We zetten in op duurzame inzetbaarheid van de medewerkers, professionalisering en leiderschapsontwikkeling.

Ook de hogeschool ontsnapt niet aan de maatschappelijke tendens van snelle, opeenvolgende veranderingen waardoor de levensduur van allerlei functies verkort. Medewerkers moeten blijvend inzetbaar zijn en dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van medewerker en hogeschool. ‘Goesting’ voor het werk is de motor voor een duurzame inzet van de medewerker. Een goed sociaal klimaat is een belangrijke voorwaarde voor een uitgebalanceerd personeelsbeleid.

De Arteveldehogeschool kenmerkt zich als een ‘warme’ hogeschool waarin betrokkenheid, respect en zorg voorop staan. Medewerkers moeten in vertrouwen een fout kunnen maken zonder dat er onmiddellijk wordt afgerekend. We willen ook hier uitgaan van een waarderende houding. Aandacht voor collega’s die zorg behoeven kenmerkt de hogeschool.

Waardering zit hem in het actief betrekken van medewerkers en studenten bij veranderingsprocessen

in de hogeschool. We wisselen maximaal ideeën en concepten uit, met respect voor verschillen in opvatting.

Naast een gedragenheid voor het gevoerde beleid, leidt dat tot creatieve acties waarin mensen de volle

verantwoordelijkheid voor de toekomst opnemen.Tomas Legrand, directeur financiën personeelsbeleid

18

Page 78: KRITISCHE REFLECTIE

Uitbouwen van strategische partnerschappen en netwerken

De Arteveldehogeschool zet in op regionale samenwerking en inter- nationale strategische partnerschappen. Beide dragen bij tot het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en dienstverlening.

De hogeschool werkt regionaal samen met de stad en de Gentse universiteit. Belangrijke partners voor de professionele bacheloropleidingen zijn het beroepenveld. Internationale strategische partnerschappen hebben tot doel het bestendigen en het verder uitbouwen van internationale samenwerking, dit zowel op het vlak van studenten- en stafmobiliteit, onderwijs, onderzoek en dienstverlening, kwaliteitszorg en beleid.

De intensieve samenwerking en de beoogde duurzaamheid van het strategisch partnerschap betekenen dat deze samenwerking gericht is op een relatief klein aantal instellingen waar een brede waaier van opleidingen en diensten mee samenwerken. Internationale strategische partners worden bijgevolg met zorg geselecteerd onder meer omwille van hun gelijkaardige visie en doelstellingen, en omdat hun kwaliteit wordt erkend door nationale en/of internationale accreditatieorganisaties.

Meer weten

Je kan de volledige visietekst van het strategisch instellingsplan downloaden op Dinar.

Op Dinar vind je ook een animatiefilmpje waarin de kernelementen van het plan worden voorgesteld, evenals een filmpje metgetuigenissen van medewerkers over wat het instellingsplan voor hen betekent.

Een beknopte flyer onder de vorm van een prisma brengt de kernelementen in beeld. Je vindt deze op Dinar. Gedrukte exemplaren van de flyer vind je op je op-leidingssecretariaat of bij je diensthoofd.

?

19

Ik ben heel trots dat ik voor de Arteveldehogeschool werk. Dat is al altijd zo geweest, maar in de toekomst zal dat des ter meer het geval zijn. Het nieuwe instellingsplan

biedt heel wat mogelijkheden en zal veel energie vrijmaken. Tim Vanden Hende, docent Bachelor in de pedagogie van het jonge kind

Page 79: KRITISCHE REFLECTIE

Een overzicht

De 3 strategische doelen, ondersteund door 3 waarden en 3 krachtlijnen, worden vertaald naar 9 strategische programma’s. Die moeten leiden tot evenveel strategische resultaten. Via een brede waaier aan projecten werken opleidingen en diensten samen aan het realiseren van deze programma’s.

20

26 ORGANISATIEBREDE PROJECTEN + TAL VAN PROJECTEN van opleidingen en diensten

NEGEN strategische RESULTATEN NEGEN strategische programma’s

Page 80: KRITISCHE REFLECTIE

2.4 Negen strategische programma’s

Strategisch programma 1: de waarderende benadering als kern van de organisatiecultuur

Natuurlijk gaat waardering over “schouderklopjes” en “zelfsturing”. Maar in dit programma gaat het over veel meer: we trachten de persoonlijke ambities van medewerkers en studenten zoveel mogelijk te verbinden met de doelen van de hogeschool en geven feedback in openheid en wederzijds respect. Onder dit programma nemen we een aantal initiatieven om waardering verder te verankeren in onze organisatiecultuur.

Tevens bouwen we verder aan duurzame loopbanen. Van een puur individuele benadering evolueren we naar een teamgerichte benadering van duurzaam werk, waarbij we interactief binnen de groep kijken hoe we de aanwezige talenten best inzetten en welke prioriteiten we leggen.

Strategisch programma 2: regionaal verankerd, sterke relatie met het werkveld

Een sterke verankering in de regio en in het werkveld is cruciaal voor een hogeschool. Ontwikkelingen in het beroepenveld, curriculum- wijzigingen, stagebeleid, kennisdeling, personeelsbeleid, onderzoek en dienstverlening zijn stuk voor stuk domeinen waarin we het werkveld betrekken. Ook de relatie met de regionale overheden en belangenorganisaties wordt actief behartigd. Maar een overzicht van deze expertise ontbreekt. Met dit strategisch programma willen we de vele bestaande netwerkingsinitiatieven in beeld brengen en ook beter ondersteunen, o.a. met een digitaal netwerkingsportaal. Vervolgens bekijken waar er nieuwe noden zijn aan netwerking.

Strategisch programma 3: internationaal profiel versterken

De Arteveldehogeschool is een koploper in uitgaande internationale mobiliteit van studenten en medewerkers. De inkomende internatio-nale mobiliteit scoort heel behoorlijk, maar minder.

21

9 STRATEGISCHE PROGRAMMA’S

9 STRATEGISCHERESULTATEN

Page 81: KRITISCHE REFLECTIE

Met dit programma willen we werken aan het uitbouwen van een strategisch partnerschap met een beperkt aantal buitenlandse hogescholen en universiteiten. Tevens willen we initiatieven nemen om meer studenten en medewerkers van buitenlandse hogescholen en universiteiten aan te trekken voor korte of lange ervaringen in onze hogeschool. We denken daarbij aan het uitbouwen van Engelstalige varianten van bestaande opleidingen en aan internationaliseringsactiviteiten “at home” in alle opleidingen. Op die manier zou iedere gediplomeerde van de hogeschool moeten afstuderen met een sterke internationale ervaring. In dit programma zetten we ook verder in op internationale solidariteit, gericht op het Zuiden.

Strategisch programma 4: bouwen aan bruggen naar VKS 5 en VKS 7

Het maximaliseren van de kans op het behalen van een diploma hoger onderwijs door zoveel mogelijk studenten is een belangrijke maatschappelijke uitdaging van de instellingen hoger onderwijs.

De afgestudeerden van het HBO5 verdienen een perspectief op een aansluitend bachelordiploma. En anderzijds moeten studenten die uitvallen in hun bacheloropleiding zich vlot kunnen heroriënteren naar een HBO5-opleiding. Hetzelfde geldt tussen de professionele en de academische opleidingen.

Met dit strategisch programma zetten we vervolg- en heroriënterings- trajecten op tussen de hoger onderwijsniveaus 5, 6 en 7. Tevens nemen we initiatieven om de communicatie over deze trajecten naar de studenten te conceptualiseren en op te voeren.

Strategisch programma 5: de nexus onderwijsonderzoek versterken

Met dit programma willen we de onderwijskwaliteit versterken door het wetenschappelijk onderbouwen van onderwijsactiviteiten. Dat is nodig omwille van de onderwijskwaliteit in het algemeen, maar ook als toetsingscriteria voor het niveau van onze bacheloropleidingen. We nemen initiatieven om de wetenschappelijke ingesteldheid en expertise van onze docenten te vergroten. Het gaat dan over het uittekenen van competentieprofielen, over professionalisering, over organisatorische kaders.

22

Page 82: KRITISCHE REFLECTIE

Strategisch programma 6: door innovatieve onderwijsprojecten naar het onderwijs van de 21ste eeuw

Met dit strategisch programma realiseren we onderwijsinnovatie op vier domeinen: blended learning, learning by developing, onderzoeks-vaardigheden en internationalisering.

Met deze initiatieven wordt ruimte gegeven aan de opleidingen om expertise op. deze domeinen in de diepte te onderzoeken, te ontwikkelen, te dissemineren en te evalueren.

Tevens zet dit programma in op het implementeren van 21st century skills in de curricula van de opleidingen. Ten slotte zet dit programma ook in op de talentontplooiing van de studenten. Wat ondernemen we om studenten boven zichzelf te laten uitstijgen?

232323

Page 83: KRITISCHE REFLECTIE

24

Strategisch programma 7: campussen als creatieve en inspirerende ontmoetingsplaatsen

De campus straalt de identiteit uit van de hogeschool en van de opleiding(en) en creëert een inspirerend thuisgevoel voor studenten en medewerkers. De campus is niet alleen een werkplek, het is ook een plaats waar je inspiratie kan opdoen. We zoeken concepten die het evenwicht houden tussen schaalgrootte en menselijke maat.

De noden op een campus volgen de trends in onderwijsinnovatie natuurlijk kort op. Met dit strategisch programma willen we een concept uitwerken dat deze noden vertaalt naar de bestaande en de toekomstige infrastructuur. Dit model wordt een toetssteen voor renovaties en mogelijke nieuwe projecten. De elementen van het con-cept zijn : inspireren, ontmoeten, multifunctioneel, overvloeien van ruimtes.

Strategisch programma 8: de digitale hogeschool 2020

We staan aan het begin van een nieuw digitaal tijdperk. De snelle ontwikkeling van de digitale netwerken en de snelle adoptie van vas-

Page 84: KRITISCHE REFLECTIE

25

te en mobiele internetuitrusting, maakt dat mensen op ongekende schaal en met een ongekende snelheid informatie kunnen delen.

Met dit strategisch programma willen we deze trend ondersteunen in onze hogeschool met tal van projecten. We zetten een ICT- community op om de digitale vaardigheden van iedere medewerker te vergroten. We zetten in op een nieuwe leeromgeving, die meer kansen biedt op het vlak van blended learning. In het programma worden ook initiatieven genomen om de digitale communicatie binnen de hogeschool te optimaliseren. Al deze initiatieven passen in een kader voor informatiemanagement: zowel conceptueel als organisatorisch worden heldere keuzes gemaakt over de implementatie van nieuwe toepassingen.

Strategisch programma 9 : nieuwsgierige studenten en inspirerende docenten vormen een leergemeenschap

Onze aankomende studenten zijn nieuwsgierig van nature. Met dit strategische programma willen we deze nieuwsgierigheid aanwakkeren.

Tijdens het instroomproces voeden we nieuwsgierigheid in onze communicatie, op de sid-ins, tijdens de infodagen, tijdens de wetenschapsweek, tijdens de introductiedagen. Maar we tonen ook onze nieuwsgierigheid naar de student: wie ben jij ? Wat brengt jou hier ? Welke verwachtingen heb je ?

Maar ook tijdens het opleidingstraject van de student voeden we nieuwsgierigheid. Alle “opmerkelijke” realisaties van studenten worden getoond tijdens events of via de sociale media. We zijn Trots op de Realisaties, de Ongewone ideeën, de Talenten van onze Studenten (TROTS).

Onze docenten willen hun studenten van nature inspireren, maar meer dan ooit krijgen ze daarbij concurrentie van het internet, de social media, events, enz.

Dit strategisch programma wil docenten ondersteunen. We bouwen - op maat van iedere docent die instapt – een profileringsportfolio op. Zo’n portfolio bestaat uit een onderwijs-, onderzoeks- en professio-naliseringstraject dat inspeelt op de talenten van de medewerker en de gekozen profilering..

Page 85: KRITISCHE REFLECTIE

9 strategische resultaten en indicatoren

De 9 strategische programma’s moeten leiden tot 9 strategische resultaten. Deze zijn vertaald naar indicatoren: waarden op basis waarvan kan geëvalueerd worden of het beoogde resultaat bereikt is. Onderstaand een overzicht van de 9 strategische resultaten en bijhoren-de streefwaarden. In het strategisch instellingsplan worden de waarden verder gedefinieerd en aangegeven welke dienst een bepaalde indicator beheert.

1. Het studierendement neemt toeDe verhouding tussen het aantal verworven en het aantal opgenomen studiepunten stijgt telkens met 1 % in de academiejaren 2017-2018 tot 2019-2020.

2. De algemene studententevredenheid neemt toeStudenten geven een gemiddelde score van 7,8 op 10 bij de vraag “Hoe tevreden ben je over jouw opleiding?” bij de bevraging in het academiejaar 2019-2020.

3. De medewerkerstevredenheid neemt toeMedewerkers geven een gemiddelde algemene tevredenheidsscore van 7,5 op 10 bij bevraging in het kader van het medewerkers- tevredenheidsonderzoek.

4. De studentenbetrokkenheid bij het strategisch instellingsplan is hoogBij minstens 75% van de organisatiebrede strategische projecten maken minstens 2 studenten deel uit van het strategisch projectteam.

5. Het aantal innovatieve onderwijsprojecten neemt toeTegen het academiejaar 2019-2020 lopen minstens 50 onderwijsinnovatietrajecten die beantwoorden aan de door de hogeschool gedefinieerde criteria.

6. Het aantal medewerkers dat participeert in onderzoek en dienstverlening stijgt. Tegen 2020 participeren 5% meer medewerkers aan onderzoek en dienstverlening.

7. De formele professionaliseringsactiviteit van de medewerkers neemt toe. Het gemiddeld aantal uur vorming per medewerker per jaar stijgt met 5% tegen 2020.

26

Page 86: KRITISCHE REFLECTIE

2727

Streefdoel is dat een campus een thuisgevoel creëert, waar het aangenaam is om te werken en te leven,

waar ruimte geboden wordt aan inspirerende ontmoetingen tussen studenten, alumni, docenten en werkveld en waar via co-creatie nieuwe ideeën

en kennisuitwisseling tot stand komen. Luc Smet, directeur informatietechnologie en facilitair beheer

8. De samenwerking met strategische partners wordt uitgebouwdTegen 2020 heeft de hogeschool minimaal 2 binnenlandse en 2 buitenlandse strategische partners op instellingsniveau.

9. De instroom vanuit HBO5 naar de professionele bachelor neemt toe Het aantal studenten dat instroomt met een diploma HBO5 neemt toe tot minimaal 100 tegen academiejaar 2019 - 2020.

Page 87: KRITISCHE REFLECTIE

2.5 Strategische projecten opleidingen en diensten

Om het geheel van de 9 strategische programma’s te realiseren, werden een reeks projecten bepaald.

Onder een aantal van deze projecten zetten opleidingen en diensten samen hun schouders, bij andere projecten ligt het zwaartepunt eerder bij de opleidingen of eerder bij de diensten. Maar hoe dan ook: samen-werking tussen opleidingen en diensten zal altijd noodzakelijk zijn.

Naast de 26 organisatiebreede vastgelegd projecten, kunnen opleidingen en diensten zelf ook projecten formuleren, die de realisatie van de strategische programma’s ondersteunen.

6 organisatiebrede strategische projecten

Alle opleidingen werken mee aan elk van deze projecten. Trekker van het project is één van de diensten.

Duurzame loopbaan in de Arteveldehogeschool (2016-2019)Dienst human resources managementBruggen tussen bachelor en master versterken (2017-2020)Dienst studentenadviesIntegratie van 21st century skills in de curricula (2016-2018)Dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering

Excellentieprogramma’s ontwikkelen (2017-2020)Dienst onderwijsontwikkeling en internationaliseringHet T.R.O.T.S-project (2016-2017)Dienst communicatieBeroep: inspireren (2016-2019)Dienst human resources management

4 keuzeprojecten

Opleidingen kunnen kiezen of ze willen meewerken aan twee of meer van deze vier organisatiebrede projecten. Trekker van het project is één van de diensten.

Portfolio van Engelstalige opleidingen uitbreiden (2016 -2020)Dienst onderwijsontwikkeling en internationaliseringBruggen tussen HBO5 (Graduaten) en Bachelor (2016 -2020) Dienst studentenadviesInspirerende campussen (2016 -2020)Dienst infrastructuur, preventie en milieuWelkom nieuwsgierigheid (2017 -2018)Dienst studentenadvie

28

26 ORGANISATIEBREDEPROJECTEN

TAL VAN PROJECTENVOOR OPLEIDINGEN EN DINESTEN

Page 88: KRITISCHE REFLECTIE

16 voorwaardescheppende projecten

Deze projecten hebben als doel om de randvoorwaarden te realiseren om de bovenstaande organisatiebrede en keuzeprojecten te kunnen laten slagen. Deze projecten worden getrokken én in hoofdzaak uitgevoerd door de diensten.

De basis van de waarderende benadering in de Arteveldehogeschool (2016)Dienst human resources managementSysteem ontwikkelen voor interne competentie- en expertisemapping (2016-2017)Dienst human resources managementE-platform voor webbased co-creatie met alle stakeholders (2017)Dienst informatie- en communicatietechnologieBetrokkenheid van het werkveld verder versterken (2016)Dienst onderwijsontwikkeling en internationaliseringInternationalisation@home verankeren (2016)Dienst onderwijsontwikkeling en internationaliseringZuidbeleid verankeren (2016)Dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering

29

Het lijkt contradictorisch, maar in het tijdperk van de sociale media wordt de

fysieke ontmoeting op de campus steeds belangrijker voor het onderwijsproces

Page 89: KRITISCHE REFLECTIE

30

TAL VAN STRATEGISCHE PROJECTEN OP INITIATIEF VAN DE OP-LEIDINGEN EN DE DIENSTEN

De opleidingen en de diensten van de Arteveldehogeschool zijn bijzonder creatief en innovatief.

De visie van het strategisch instellingsplan kwam co-creatief tot stand. Nu willen we ook in de uitvoering van het plan samen meer-waarde creëren.

Alle opleidingen en diensten kunnen hun eigen projecten verbinden met één van de negen strategische programma’s. Als tevens wordt aangegeven tot welke van de negen strategische resultaten het opleidings- of dienstenproject een bijdrage levert, is er een match met het strategisch instellingsplan.

Naast deze projecten die bijdragen tot de strategische doelen van de hele hogeschool, zullen diensten of opleidingen ook projecten opzetten die niet kunnen verbonden worden met één van de strategische programma’s of één van de strategische resultaten, maar die cruciaal zijn voor de goede werking van de opleiding of dienst. Deze krijgen een duidelijke plaats in het eigen beleid van de opleiding of dienst en behoren tot de eigen beleidsaccenten

Optimale communicatie naar toekomstige afgestudeerden HBO5 (2016-2017)Dienst studentenadviesOnderzoekscompetenties van de lesgevers verhogen (2016-2019)Dienst onderzoek en dienstverleningOnderzoekscompetenties van de student versterken (2016-2017)Dienst onderwijsontwikkeling en internationaliseringInstitutional repository (2017-2018)Dienst mediathekenOnderwijsinnovatietrajecten (2015-2020)Dienst onderwijsontwikkeling en internationaliseringEen Arteveldebreed concept voor de campus als ontmoetingsplaats(2016-2017)Dienst infrastructuur, preventie en milieuDe Arteveldehogeschool ICT community (2017-2018)Dienst informatie- en communicatietechnologieOp naar een nieuwe elektronische leeromgeving (2016-2018)Dienst onderwijsontwikkeling en internationaliseringEen digitaal communicatieplatform (2018-2020)Dienst informatie- en communicatietechnologieInformatiemanagement (2016)Dienst informatie- en communicatietechnologie

Page 90: KRITISCHE REFLECTIE

van iedere opleiding of dienst. Opleidingen of diensten worden aangemoedigd om het initiatief te nemen voor eigen projecten, al dan niet in onderlinge samenwerking. Bedoeling is dat ze zelf conceptueel sterke keuzes maken. Het evenwicht tussen ambities en haalbaarheid is daarbij een aandachtspunt: een beperkte lijst welgekozen projecten, van een haalbare omvang, gespreid in de tijd.

31

Meer weten

Op MijnDinar vind je het overzicht van alle strategische projecten. ( Zoek op stra-tegisch instellingsplan )

Via je opleidingsdirecteur of diensthoofd verneem je welke eigen projecten je opleiding of dienst wil realiseren.

De realisatie van de projecten zal jaar na jaar opgevolgd worden via de Akwaris-software.

?

31

Page 91: KRITISCHE REFLECTIE

3Het onderwijsconcept vertolkt de visie van de Artveldehogeschool op goed onderwijs. Het is bedoeld om studenten én docenten te inspireren. Het schetst de 3 doelen van ons onderwijs, de 6 noodzakelijke partners voor goed onderwijs en 5 kenmerken van onze motiverende leeromgeving. En tot slot: 15000 dromen voor ons onderwijs.

Onderwijsconcept

32

PROFESSIONELE ONTWIKKELING

ONTWIKKELING TOT WERELDBURGER

PERSOONLIJKE ONTWIKKELING DIRECTIE & MEDEWERKERSIN OPLEIDINGEN EN DIENSTEN

DOCENTEN

WERKVELD & ALUMNI

SOCIAAL NETWERK

SAMENLEVING

STUDENTEN

LEEROMGEVING GERICHT OP CO-CREATIE

LEEROMGEVING MET OOG VOOR DIVERSITEIT

WAARDERENDE LEEROMGEVING

DOELGERICHTE LEEROMGEVING

INHOUDELIJK STERKE LEEROMGEVING

Page 92: KRITISCHE REFLECTIE

3.1 Drie doelen

Vanuit vertrouwen in de kracht van mensen om te groeien, geeft de Arteveldehogeschool vorm aan de professionele identiteit van haar studenten en medewerkers. Ze stimuleert hen om professioneel te handelen, kritisch na te denken en de persoon in de wereld te worden die ze kunnen en willen zijn.

Professionele ontwikkeling

De Arteveldehogeschool leidt studenten op tot startbekwame professionals die tegelijk goede doorstroomkansen hebben. Ons onderwijs verloopt via een motiverende leeromgeving die een wisselwerking nastreeft tussen denken, doen en voelen. Passie kenmerkt onze docenten én onze studenten. Onze afgestudeerden beschikken niet alleen over de nodige opleidingsspecifieke leerresultaten, maar ze zijn ook breed gevormd en bereid om levenslang te leren. Ze kunnen omgaan met nieuwe maatschappe-lijke uitdagingen en kunnen creatieve en innovatieve oplossingen bedenken.

33

We willen onze studenten niet enkel opleiden tot startklare professionals. Ook hun groei tot

ondernemende en creatieve personen is deel van de opleiding. Samenwerken en elkaar inspireren

zijn daarbij een krachtige motor. Hilde Van Puyenbroeck, diensthoofd

Onderwijsontwikkeling en Internationalisering

PROFESSIONELE ONTWIKKELING

ONTWIKKELING TOT WERELDBURGER

PERSOONLIJKE ONTWIKKELING

Page 93: KRITISCHE REFLECTIE

Persoonlijke ontwikkeling

De Arteveldehogeschool stimuleert authenticiteit en ondernemingszin bij haar studenten en docenten. Ons onderwijs laat hen reflecteren over leerpunten en sterktes. Vanuit vertrouwen in de groeikracht van mensen, koestert de hogeschool hoge verwachtingen en biedt zij kansen om hen te laten worden wie ze kunnen zijn (door hun opleiding, ervaring en leervermogen) en willen zijn (door hun motivatie en bereidheid). Wie sterk staat als mens, staat ook sterk als student, als werknemer of als werkgever. Aandacht voor persoonsvorming leidt tot zingeving, zelfverwezenlijking en welbevinden.

34

Page 94: KRITISCHE REFLECTIE

Ontwikkeling tot wereldburger

De Arteveldehogeschool daagt studenten en docenten ook uit om verder te kijken dan hun onmiddellijke omgeving reikt. Ons onderwijs verbindt hen binnen de contouren van de opleiding met de rest van de wereld. Een wereld die zich kenmerkt door diversiteit, globalisering, digitalisering en ecologische uitdagingen. Docenten nemen daarin een voorbeeldrol op. Ze zijn integer en gaan respectvol om met andere culturen, sociaal welzijn, milieu, economische welvaart en organisatorisch welzijn. Studenten worden aangemoedigd om empathisch te reageren en engagement op te nemen via lokale en/of internationale samenwerking.

Ik vind het belangrijk als docent om naar het buitenland te trekken, niet alleen om daar te gaan lesgeven, maar ook

om contacten te leggen en te kunnen vergelijken. Dat is een immens rijke ervaring, die me ook tot heel wat creativiteit in

mijn job heeft gebracht.Philip O’Neill, docent lerarenopleiding

35

Page 95: KRITISCHE REFLECTIE

3.2 Zes partners voor het onderwijsconcept

Studenten

Studenten nemen de verantwoordelijkheid op zich om geleidelijk aan steeds meer te investeren in hun ontwikkeling als professional, mens en wereldburger. Ze tonen inzet, spenderen energie in leerervaringen en proberen actief samen met hun medestudenten en docenten te leren. Ze zijn bereid tot kritische zelfreflectie en staan open om in dialoog en vanuit hun leerkracht mee vorm te geven aan hun eigen ontwikkeling/profilering en die van anderen in de Arteveldehogeschool als dynamische leergemeenschap.

Docenten

Docenten staan garant voor de kwaliteit van het onderwijs. Zij zijn bij uitstek de inhoudelijke, pedagogische en didactische experten. Cruciaal is dat zij de inhoud op een gepaste wijze kunnen vertalen naar de studenten en hen coachen in hun leerproces. Ook zij werken samen en in overleg. Door blijvend verder te werken aan hun professionele, persoonlijke en maatschappelijk ontwikkeling staan ze model voor hun studenten en het onderwijs dat ze nastreven. Door hun persoonlijke betrokkenheid en bezieling inspireren zij voortdurend nieuwe generaties.

Directie & medewerkers in opleidingen en diensten

Directie en medewerkers uit diensten en opleidingen zorgen voor een relevant, actueel en gedragen beleid, dat doelmatig en duidelijk is. Ze houden rekening met de noodzakelijke randvoorwaarden en gaan onderbouwd en afgewogen te werk. Ze werken dagelijks aan een transparante organisatie, een heldere communicatie en een gedragen kwaliteitscultuur. Ze borgen voortdurend de uitvoerbaarheid en willen steeds de kwaliteit verbeteren. Ze hebben daarbij oog voor de noden en het welbevinden van de studenten en docenten.

Werkveld & alumni

Het werkveld en de alumni staan in een voortdurende wisselwerking met de opleidingen en het beleid. Ze geven een dynamische en ambitieuze input in de ontwikkeling van de opleidingsprogramma’s en worden op een actieve wijze betrokken in onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Ze kunnen zich jaar na jaar laten inspireren door nieuwe generaties afgestudeerden en door innovaties ontwikkeld door de hogeschool en haar partners. Ze bieden mogelijkheden tot werkplekleren, wat een essentieel onderdeel uitmaakt van het leerprogramma in al onze opleidingen. Ze vervullen een belangrijke ambassadeursrol voor de hogeschool en haar opleidingen.

36

DIRECTIE & MEDEWERKERSIN OPLEIDINGEN EN DIENSTEN

DOCENTEN

WERKVELD & ALUMNI

SOCIAAL NETWERK

SAMENLEVING

STUDENTEN

Page 96: KRITISCHE REFLECTIE

Sociaal netwerk

Het sociaal netwerk van studenten bepaalt in belangrijke mate hun motivatie, leerstrategieën en welbevinden. Het combineren van studie, werk, vrije tijd, gezinsleven en/of ondernemen is een evenwichts- oefening voor elke student. De Arteveldehogeschool stimuleert studenten om samen te leren en te leven. Ze communiceert helder over haar studieverwachtingen en nodigt studenten uit om een realistisch beeld te vormen van hun studie in hun persoonlijke leven.

Samenleving

De samenleving biedt het kader waarbinnen onze hogeschool onderwijs verstrekt. Ze creëert de maatschappelijke noden waarop de Arteveldehogeschool wil inspelen. Ze inspireert ons onderwijs door uitwisseling van wereldwijde tendensen en internationale initiatieven. Ze biedt onze studenten dagelijks leerkansen wanneer zij in dialoog staan met hun medestudenten, hun vriendengroep, hun ouders, hun vrijwilligerswerk, hun stad, hun land en hun wereld. Zij biedt de context waarbinnen onze studenten worden wie ze kunnen en willen zijn.

37

SOCIAALNETWERK

SAMEN-LEVING

WERKVELD

HOGESCHOOL

STUDENT

37

Page 97: KRITISCHE REFLECTIE

3.3 Vijf kenmerken van onze motiverende leeromgeving voor het onderwijsconcept

38

In een motiverende leeromgeving leren studenten vanuit hun kracht en worden ze geboeid door relevante inhouden. Studenten hebben het gevoel dat ze erbij horen, dat ze vertrouwen kunnen hebben in hun mogelijkheden en dat ze voldoende autonomie krijgen in het realiseren van de vooropgestelde leerresultaten. De Arteveldehogeschool zet in op diepgaand leren en doet dit in voortdurende dialoog met de studenten zelf.

Een inhoudelijk sterke leeromgeving

De opleidingsprogramma’s krijgen vorm via inhouden die wetenschappelijk onderbouwd zijn én relevant voor de praktijk. De Arteveldehogeschool opent voor haar studenten de deur naar kwaliteitsvolle inzichten, vaardigheden en attitudes. In de eerste plaats gebeurt dit via onze inhoudelijke, didactische en pedagogische experten, met name de docenten. Dankzij onze stageplaatsen en onze wisselwerking met het werkveld kunnen onze studenten kennismaken met de nieuwste inzichten, technologieën en methodieken uit het professioneel leven. Onze mediatheken, praktijklokalen, en digitale leeromgeving faciliteren een passende ontsluiting van het studiemateriaal en bieden de mogelijkheid om heel diverse werkvormen en evaluatievormen in te zetten.

Naast het beschikbaar maken van bestaande kennis en inzichten is de Arteveldehogeschool een dynamisch expertisecentrum dat kennis, inzichten en producten creëert. Studenten worden bij deze co-creatie betrokken tijdens onderwijsactiviteiten, onderzoek, projectwerk en werkplekleren. Via de passie voor kwaliteitsvolle inhouden en de voortdurende zoektocht naar nieuwe en relevante inzichten kan de verwevenheid tussen onderzoek en onderwijs een attitude van levenslang leren teweeg brengen. In de Arteveldehogeschool wordt gestreefd naar specifieke leerlijnen over onderzoekscompetenties in alle professioneel gerichte bacheloropleidingen. Tegelijk worden docenten geadviseerd, geïnformeerd en gecoacht in het plaats geven van onderzoeksgerichte werkvormen in het curriculum.

De Arteveldehogeschool leert studenten om in de ontdekking en creatie van nieuwe inzichten, vaardigheden en attitudes, respect te hebben voor verschillende opvattingen en om kritisch na te denken over de kwaliteit en de relevantie ervan.

LEEROMGEVING GERICHT OP CO-CREATIE

LEEROMGEVING MET OOG VOOR DIVERSITEIT

WAARDERENDE LEEROMGEVING

DOELGERICHTE LEEROMGEVING

INHOUDELIJK STERKE LEEROMGEVING

Page 98: KRITISCHE REFLECTIE

Doel is dat al onze studenten wereldburgers worden. Dat kan door naar het buitenland te trekken, maar evengoed binnen de context van de eigen hogeschool.Katrien Gavel, medewerker dienst internationalisering

39

Page 99: KRITISCHE REFLECTIE

Een doelgerichte leeromgeving

Een doelgerichte leeromgeving biedt houvast en structuur aan studenten. Het is een leeromgeving die studenten stimuleert om in een uitdagende context richting te kiezen en doelen na te streven.

De Arteveldehogeschool en haar opleidingen zetten in op transparante en coherente opleidingsprogramma’s. Het zijn wegwijzers in het leren van studenten. Voor docenten zijn ze de handvaten die hun opleidingsonderdeel verbinden met de rest van de opleiding, de maatschappij en het werkveld. Docenten leggen waar mogelijk de link tussen de lesinhouden en het latere beroep.

De opleidingsprofielen verwijzen op een heldere manier naar de beoogde leerresultaten. De leerlijnen zijn zorgvuldig uitgewerkt en op elkaar afgestemd. De ECTS-fiches en opleidingsgids informeren de studenten op een correcte wijze over de verwachtingen. De onderwijsvisie, het toetsbeleid, de strategische doelstellingen en de dagelijkse lespraktijk vormen één verhaal.

De Arteveldehogeschool wil via deze structuur gecombineerd met ruimte voor eigen keuzes de zelfsturing van studenten faciliteren. Geen vrijheid zonder grenzen. Studenten leren om op een reflectieve

40

Het was een intensieve periode waarin ik zeer veel heb bijgeleerd: theoretische kennis, praktische vaardigheden en inzicht in mezelf.

Ik ben tevreden over het traject dat ik heb afgelegd. Ook in mijn huidige job kan ik meteen

de vruchten van mijn toegenomen kennis plukken.Sofie, student afstandsleren

Page 100: KRITISCHE REFLECTIE

Essentieel hierbij is de interdisciplinaire samenwerking tussen alle betrokken partners.

De nadruk op het sociale en actieve proces van leren impliceert het belang van de taal. Docenten geven taalontwikkelend les vanuit de wetenschap dat taal mensen verbindt. Sommige opleidingsonderdelen, keuzetrajecten en opleidingen worden in een vreemde taal gegeven. Zo verhogen we de kansen van onze studenten om later verder te studeren of te werken in het buitenland. Tevens brengen we de wereld binnen via inkomende studenten en staf en stimuleren we internationale co-creatie via onderwijs, onderzoek en dienstverlening.

In een co-creatieve omgeving wordt het kunnen delen van kennis steeds belangrijker. Daarom investeert de Arteveldehogeschool in de implementatie van onderwijstechnologie. Blended learning wordt ingezet om studenten nog meer mogelijkheden te bieden tot diepgaande verwerking van kennis, tot oefening van vaardigheden, tot communicatie en samenwerking met docenten, medestudenten en partners dichtbij en over de grenzen. Zo zorgen we er voor dat afgestudeerden actief kun-nen participeren in een snel evoluerende, hoogtechnologische, gemediatiseerde en genetwerkte kennismaatschappij.

(onderzoekende) wijze naar zichzelf te kijken en doelgericht na te denken én te handelen. Zo geven zij richting aan hun professionele, persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling.

Een leeromgeving gericht op co-creatie

Een leeromgeving die gericht is op co-creatie prikkelt studenten om samen en in wederzijds respect diepgaand en levenslang te leren. Co-creatie is wat er gebeurt wanneer studenten, docenten, medewerkers van de hogeschool, het werkveld en de samenleving samen oplossingen zoeken voor complexe vraagstukken. Co-creatie heeft een positief effect op de motivatie van de betrokkenen omdat de partners op een gelijkwaardige manier, elk vanuit hun discipline en talenten, een bijdrage kunnen leveren aan een groter geheel en het verschil kunnen maken. Co-creatie stimuleert tevens de creativiteit en de ondernemingszin van de partners omdat ze uitgedaagd worden om kansen te zien, problemen te herkaderen en innovatieve alternatieven te bedenken op de eigen werkplek.

Een methode om deze co-creatie tot stand te brengen vinden we in het concept ‘learning by developing’. In authentieke ontwikkel- en onderzoeksprojecten worden nieuwe vaardigheden en kennis ont-wikkeld met de bedoeling problemen op te lossen en te innoveren.

41

Page 101: KRITISCHE REFLECTIE

Een leeromgeving met oog voor diversiteit

Een leeromgeving met oog voor de diversiteit van studenten verbindt in respect en in kracht.

Diversiteit is voor de Arteveldehogeschool een meerwaarde. Onze hogeschool investeert in een toegankelijke leeromgeving en differentieert op vlak van onderwijs- en evaluatievormen. Alle medewerkers nemen een voorbeeldrol op in het omgaan met diversiteit. Studenten krijgen gelijke kansen om zich te informeren, problemen op te lossen, weloverwogen keuzes te maken en te participeren aan het onderwijs.

De opleidingen bieden waar mogelijk en wenselijk ook diverse leertrajecten (afstandsleren, duaal leren, modulair leren, enz.) en redelijke aanpassingen aan. Studenten krijgen de mogelijkheid om zich te profileren via keuze-opleidingsonderdelen, extra curriculaire opleidingsonderdelen en activiteiten, internationalisation@home of tijdens een buitenlandse studie of stage.

Een waarderende leeromgeving

Door authentiek contact te maken met waarden, sterktes, doelen en wensen, zet de Arteveldehogeschool studenten in beweging. Naast de vertrouwde focus op remediëring en bijsturing wordt gekozen om te werken met hun sterke punten.

Via begeleiding op maat kunnen studenten op vrijwillige basis kiezen voor advies, begeleiding en coaching. De begeleiding is gericht op het verhogen van de zelfsturing en het welbevinden van de studenten. Begeleiding op maat in de Arteveldehogeschool wil economische, lichamelijke en psychologische drempels om verder te studeren reduceren, hefboomvaardigheden remediëren en reflectievaardigheden via trajectcoaching stimuleren.

In een warme en waarderende omgeving durven studenten en docenten het beste van zichzelf te geven. Ze worden enthousiast om, met vallen en opstaan, te oefenen, te leren en verder te ontwikkelen.

42

Page 102: KRITISCHE REFLECTIE

15 000 dromen

Via dit onderwijsconcept bouwen we mee aan de samenleving waarvan we dromen: waar mensen de beste versie van zichzelf mogen worden, waar ze mogen falen én toch graag gezien worden, waar ze delen en zorgen voor anderen.

We gaan ervan uit dat onze studenten van nature nieuwsgierig zijn.

Hilde Van Puyenbroeck diensthoofd ontderwijsontwikkeling en internationalisering

Meer weten

Een animatiefilmpje geeft de essentie weer van het onderwijsconcept: www.arteveldehogeschool.be/ onderwijsconcept

Een beknopte gedrukte flyer herinnert je aan de sleutelelementen van het onderwijsconcept. Exemplaren zijn beschikbaar op je opleidingssecretariaat of bij je diensthoofd of je kan hem digitaal terugvinden op Dinar.

?

43

Page 103: KRITISCHE REFLECTIE

44

4Als sluitstuk van haar kwaliteitsbeleid tekende de Arteveldehogeschool haar onderwijsraamwerk uit. Dit expliciteert wat de hogeschool verwacht op het vlak van de kwaliteit van haar opleidingen en diensten inzake onderwijs.

Het onderwijsraamwerk is een belangrijk instrument in de ‘kwaliteitsbepaling’ van het kwaliteitszorgsysteem van de Arteveldehogeschool. Het is samengesteld uit elf aspecten die bepalend zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Ieder aspect is opgebouwd vanuit de visie, de betrokkenen en hun taken, de kwaliteitseisen die geformuleerd zijn, de verwijzingen naar in de hogeschool bestaande documenten en procedures en referenties van bronnen.

Door het expliciteren van de kwaliteit van onderwijs wordt het DNA van de hogeschool op het vlak van onderwijs duidelijk. Hiermee inspireert ze, geeft ze richting en biedt ze handvaten aan de opleidingen om de kwaliteit van hun onderwijs te realiseren. Opleidingen en diensten kunnen zich spiegelen aan deze kwaliteitseisen. Het onderwijs-raamwerk biedt hen ook de ruimte om zich te profileren en hun opleidingsspecifieke eigenheid te versterken.

Dit document wordt jaarlijks bijgestuurd en vijfjaarlijks grondig gereviseerd zodat de accuraatheid van de kwaliteitseisen nauwlettend wordt opgevolgd. Immers, visie en kwaliteitseisen zullen de kwaliteit van de hogeschool ook laten groeien en leiden naar een nieuw decennium.

Onderwijsraamwerk

Page 104: KRITISCHE REFLECTIE

Het onderwijsraamwerk inventariseert de kwaliteitseisen voor 11 aspecten. Ook de visie, de betrokkenen en taken, de kwaliteitseisen en procesbeschrijvingen worden voor elk aspect beschreven.

1 Identiteit

De Arteveldehogeschool is een ‘university college’ dat zich profileert door innovatief en kwaliteitsvol hoger onderwijs, praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek, ondernemingszin, duurzaamheid, internationalisering en door de professionele begeleiding van diverse doelgroepen studenten.

2 Bestuurlijke elementen

In dit onderdeel worden o.m. de hiërarchische en functionele rapporteringslijnen vastgelegd, de samenstelling en bevoegdheden van de centrale bestuurlijke organen, van de inspraak- en medezeg-genschapsorganen en van de hogeschool- en/of opleidingsspecifieke structurele overlegorganen. Ook de participatie in de Associatie Universiteit Gent, het Arteveldeleernetwerk en de betrokkenheid bij externe organen komen aan bod.

3 Onderwijsaanbod

De kwaliteitseisen inzake professionele bacheloropleidingen, bachelor-na-bacheloropleidingen en postgraduaten en bijscholingen en studiedagen worden bepaald.

4 Onderwijs in relatie tot onderzoek, dienstverlening en innovatie

De visie op onderzoek, dienstverlening en innovatie in relatie tot onderwijs wordt vastgelegd, evenals de ankerpunten voor de nexus onderwijs- onderzoek in diverse beleidsdomeinen. De betrokkenen en hun taken worden geïnventariseerd: opleidingen, algemene diensten, onderzoeks- en dienstverleningscentra, forum onderzoek, betrokkenen bij projecten en stakeholdernetwerken.

5 Onderwijs- en examenorganisatie

De Arteveldehogeschool vertaalt de decretale eisen gevat in de Codex Hoger Onderwijs in haar studiecontract dat de onderwijs- en examenregeling bevat. Deze onderwijs- en examenregeling omvat het onderwijsreglement, het examenreglement, de rechten en plichten van de student en bepalingen inzake de bescherming

Page 105: KRITISCHE REFLECTIE

46

6 Opleidingscurriculum

De Arteveldehogeschool wil de kwaliteit van haar opleidingscurricula waarborgen en gaat samen met de opleidingen, de studenten en haar partners continu op zoek om de kwaliteit te verbeteren. Alle curricula leiden tot de noodzakelijke kennis en praktijk voor het uitvoeren van het beroep en zijn geënt op de implementatie van de domeinspecifieke en opleidingsspecifieke leerresultaten (gepubliceerd op DINAR), onderwijs-, en indien relevant , beroepsgerelateerde wetgeving, de strategie van de instelling en haar onderwijsconcept en de visie en het opleidingsconcept van de opleiding.

7 Stage en bachelorproef

Vanuit de kernvisie op onze professionele bacheloropleidingen, worden de kwaliteitseisen voor stage en bachelorproef geformuleerd. Professi-onele bacheloropleidingen zijn gericht op de beroepspraktijk. Ze zetten in op de algemene vorming en het verwerven van professionele kennis en competenties, gestoeld op de toepassing van wetenschappelijke kennis en praktijkkennis. Vanuit deze professionele gerichtheid en het competentiegericht inzetten van leerresultaten zijn werkplekleren, stage en bachelorproef de sleutelmomenten om competenties op een geïntegreerde of afsluitende manier in kaart te brengen.

8 Toetsbeleid

Onze visie en de kwaliteiteisen van ons toetsbeleid worden geformu-leerd. Opleidingen werken binnen dit kader een eigen toetsbeleidsplan uit. Dit gebeurt in de Commissie curriculum en toetsen (CCT) die in elke opleiding is geïnstalleerd. De toetsing binnen een opleiding moet een consistent, coherent en transparant geheel vormen. De belangrijkste kwaliteitseisen voor toetsen zijn: transparantie, vergelijkbaarheid, herhaalbaarheid, authenticiteit, zelfsturing en betekenisvolheid voor het leerproces.

9 Begeleiding op maat

‘Elk talent heeft coaching nodig’. Met dit credo investeert de hogeschool in begeleiding op maat en werkt ze haar aanbod uit. De hogeschool staat voor 360° zorgzaamheid voor de studiekiezer, de student en de alumnus. De Arteveldehogeschool neemt zowel het leren als het leven van de studenten mee in deze visie.

Page 106: KRITISCHE REFLECTIE

10 Personeel

De basisprincipes van ons personeelsbeleid worden geformuleerd. Zo wil de Arteveldehogeschool zich profileren als een aantrekkelijke werkgever. Ook de betrokkenen en taken bij het personeelsbeleid worden in kaart gebracht, evenals de kwaliteitseisen.

11 Kwaliteitscultuur

Een uitgebreide visie maakt deel uit van dit onderdeel: de visie op kwaliteitscultuur, integrale kwaliteitszorg en op de inbouw van interne kwaliteitszorg op hogeschoolniveau en in de opleidingen en diensten.

47

Meer weten

Raadpleeg op Dinar het volledige onderwijsraamwerk.

?

47

Page 107: KRITISCHE REFLECTIE

v.u. Johan Veeckman, algemeen directeur Arteveldehogeschool vzw, Hoogpoort 15, 9000 Gent

#arteveldehs2020

zoek op Dinar: #arteveldehs2020www.arteveldehogeschool.be

versie mei 2016

Page 108: KRITISCHE REFLECTIE

Hoogpoort 15, 9000 Gent www.arteveldehogeschool.be versie 8 september 2016