49
WWW.MO.BE - WINTER 2014 - NR 114 - P309696 - 5.5 EURO - KWARTAALUITGAVE © Illustratie Klaas Verplancke MO114-001_Cover WIT_MO114-001 Cover 25/11/14 10:39 Pagina 1

MO*magazine 114

  • Upload
    -mo-

  • View
    238

  • Download
    2

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Winternummer van MO*magazine 2014

Citation preview

Page 1: MO*magazine 114

WWW.MO.BE - WINTER 2014 - NR 114 - P309696 - 5.5 EURO - KWARTAALUITGAVE

© Illustratie Klaas Verplancke

MO114-001_Cover WIT_MO114-001 Cover 25/11/14 10:39 Pagina 1

Page 2: MO*magazine 114

� De regering-Michel vindt het klimaat heel erg belang-rijk. Dat wil zeggen: het investeringsklimaat en het onder-nemingsvriendelijke klimaat. Wat klimaatverandering enhet daarbij horende beleid betreft, is het echter vaagheidtroef. De federale overheid belooft onder andere de gewes-ten te stimuleren om hun engagementen te formuleren,zegt het regeerakkoord. Dat treft! Het regeerakkoord van deVlaamse regering-Bourgeois ademt dezelfde ambitie. Welezen onder andere dat ‘elke overheid binnen de federalestaat voldoende ambitie aan de dag moet leggen om deBelgische klimaatdoelstellingen te bereiken’. In een gesprekdat we op MO.be publiceerden, zegt ook minister vanOntwikkelingssamenwerking De Croo dat er meer zanddan olie in de machine zit: ‘In België geraken we het voor-lopig niet eens over wie wat moet bijdragen om tot een fat-soenlijke bijdrage aan het mondiale klimaatfonds te komen.Ontwikkelingssamenwerking zal daar toe bijdragen, als deanderen – met name de gewesten – ook over de brugkomen. Ik hoop dat we dat binnenkort kunnen rond krijgen,zodat België niet met het schaamrood op de wangen naar deklimaattop in Lima moet.’De stilstand in het klimaatbeleid illustreert dat de Belgischeinstitutionele software lang niet zo efficiënt en innovatief isals vaak beweerd werd. Maar dat is het mindere probleem.Indien alleen dit koninkrijk met zijn federale, gewestelijkeen gemeenschapsregeringen niet tot de nodige klimaatda-den zou komen, dan zou het voor de planeet nog meevallen.De realiteit is dat het communautaire spel in België verhultwat in de meeste andere landen duidelijk is: overheden,bedrijven én burgers hechten meer belang aan de korteter-mijngroei van hun economie dan aan de langetermijndrei-ging van een snel veranderend en opwarmend klimaat.Zelfs al waarschuwen klimaatwetenschappers en moedigepolitici nu al jaren dat de onvermijdelijke kosten voor aan-passing en omschakeling exponentieel hoger worden metelk jaar dat we echte actie uitstellen. ‘Nooit eerder waren de

tekenen van een opwarmend klimaat zo duidelijk en dewetenschappelijke gegevens hierover zo overvloedig’,schrijft Alma De Walsche verder in dit nummer. ‘En nooiteerder werd al die kennis zo pertinent genegeerd als van-daag.’ Het is niet dat er niets gebeurt. De EU heeft haar doelstel-ling voor de vermindering van CO2-uitstoot aangescherpten in november kondigden zelfs de presidenten van deVerenigde Staten en China – de grootste economieën en degrootste uitstoters van broeikasgassen – een akkoord overvrijwillige verbintenissen aan. Het is dat er te weinig gebeurt. Indien het Amerikaans-Chinese akkoord uitgevoerd wordt – wat met eenRepublikeinse meerderheid in beide kamers van het parle-ment vrij onwaarschijnlijk lijkt – blijft het toch onmogelijkde klimaatopwarming te beperken tot de afgesproken 2°Cdeze eeuw. Specialisten zien deze plannen eerder passen ineen 4°C-opwarmingsscenario. En dat, stelde de Wereldbankal twee jaar geleden in het wetenschappelijk gereviseerderapport Turn Down the Heat, is een scenario dat ongezienehittegolven en droogtes, overstromingen en orkanen, endaardoor conflicten en armoede zal teweegbrengen. Het is allemaal al zo vaak gezegd dat er, ook in de media,een zekere moeheid is ontstaan. De klimaatverandering isgeen nieuws meer. Dat is waar, maar de klimaatveranderingis ook niet een probleem zoals we er nog een paar tientallenandere aan te pakken hebben. Het gaat zelfs niet alleen omde sociale én economische kosten van inactiviteit, het gaatom het overleven van de menselijke beschaving zoals we diekennen. En dan is het toch vreemd dat zoveel mensen enbeleidsniveaus liever afwachten. Après nous le déluge. Het isnog nooit zo waar en zo cynisch geweest als in deze tijdenvan aanzwellende klimaatcrisis.

Volg op MO.be de klimaatgesprekken en de klimaatconferentiein Lima. Alma De Walsche bericht van ter plaatse.

VOORWOORD

door Gie Goris

Een nieuw klimaat

3MOQ • winter 2014 • www.mo.be

MO114-003_Voorwoord_MO114-003_Voorwoord 25/11/14 10:40 Pagina 3

Page 3: MO*magazine 114

28 In Beeld: SjanghaiIn China begon de

geschiedenis opnieuw.

30 Francis FukuyamaInterview met de auteur van

The End of History?, die een

lans breekt voor goed bestuur.

34 De nieuwe toekomstDemocratie, graffiti, Afghani-

stan, CERN, digitale revolutie,

gemeenschaps goederen

36 Het begin van velegeschiedenissenHoe de geschiedenis, dood

verklaard in 1989, een kwart-

eeuw later terug is van nooit

weggeweest. Analyse door

John Vandaele

44 Reportage EcuadorAlma Dewalsche onderwerpt

de revolutie van president

Correa aan een duurzaam-

heidstest.

52 ‘De toekomst is pluralistisch’Pankaj Mishra over koloniale

actualiteit en radicaal verzet.

56 Ik, mijn Nikes en de uitzichtloze toekomstIn Marokko dagen jongeren de

samenleving uit met selfies die

criminaliteit suggerreren. Een

kreet om erbij te horen, zegt

schrijfster Fatima Mernissi.

58 De eeuw van het kalifaatHet uitroepen van de Islamiti-

sche Staat in delen van Syrië

en Irak maakt het kalifaat

brandend actueel.

62 Het juiste doenDe Duitse socioloog Harald

Welzer houdt een pleidooi

voor een duurzaam beleid.

66 Museum EuropaDe EU bouwt aan een

gezamenlijk verleden.

Dure vergissing?

70 De kracht van veranderingPodemos (Spanje) en Syriza

(Griekenland) zetten de

politiek op haar kop.

74 Lectrr over geschiedschrijving.

5MOQ • winter 2014 • www.mo.be

INHOUD

f o c u s 2 7 - 7 4t r e n d s 6 - 2 5 v e r h a l e n 7 6 - 9 8

HET BEGIN VAN DE GESCHIEDENIS

4 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

6In Beeld: SyriëMet de winter voor de deur

8 Opvallende trends deze winterEerlijke belastingen, pleinrevoltes,

islamofobie, verkiezingen in Latijns-

Amerika, de sterke man in Europa,

delen zonder winstoogmerk

10 Investeren in defensieJonathan Holslag versus Tom Sauer

12Reportage Wit-RuslandEen modeldemocratie is Wit-Rusland

hoegenaamd niet maar het land is

meer dan president-voor-het-leven

Loekasjenka, stelt Julie Reniers vast.

16Reportage NigeriaNigeria is Afrika’s grootste economie en

volkrijkste land. Stefan Anrys sprak met

jonge Nigerianen over de toekomst.

24Kwartaalcijfers: klimaatNooit eerder waren de wetenschappe-

lijke gegevens over klimaatverandering

zo overvloedig.

76In Beeld: NigerWest-Afrika is niet alleen ebola

78Fiji vecht tegen het wassende waterFiji ligt in de frontlinie van de

klimaatverandering. De eilandenstaat

ondergaat de gevolgen van stijging van

temperatuur en zeewater verontrustend

snel.

84De schaamte van de kerkGesprek met Karlijn Demasure,directeur van het Centrum voor deBescherming van Kinderen, over deschande en de schaamte van de kerk.

88Atjeh: tien jaar na de tsunamiFotografe Matilde Gattoni portretteert

in Indonesië overlevers van de tsunami

die op 26 december 2004 aan

280.000 mensen het leven kostte.

92RecensiesNelson Mandela intiem, Afghanistan

na 2014, Guantanamo wereldwijd

98Het Laatste Woorddoor Hugo Van de Voorde

62

© F

atin

ha R

amos

© S

tefa

an A

nrys

© G

ie G

oris

© M

atild

e G

atto

ni

MOQ maakt de globalisering ervaar-baar, begrijpbaar en hanteerbaar.ContactVlasfabriekstraat 11 - 1060 BrusselTel. 02.536 19 77 - [email protected] - www.MO.be

Hoofdredacteur � Gie GorisRedactie � Stefaan Anrys, Samira Bendadi,Najet Boulafdal, Kristof Clerix, Tine Danckaers,Alma De Walsche en John VandaeleEindredactie � Herman JacobsWebredactie � Kilian De Jager, Jago KosoloskyStagiairs � Hümeyra Cetinel, Charis Bastin,Willem Staes, Thomas Van Roey, AurélieHombroukx en Lothar BoeykensWerkten mee � Harald Welzer, Matteo Fagotto,Matilde Gattoni, Tom Sauer, Jonathan Holslag,Hugo Van de Voorde, Julie Reniers, LaurensCerulus, Lisa DeveltereCreatie en vormgeving � Chris Defossez en Inge D’haenKaarten en grafieken � Dirk Billen Illustraties � Klaas Verplancke, Lectrr, Fatinha Ramos en Jeroen LosCoverontwerp � Klaas Verplancke /www.klaas.beDruk � Roularta PrintingMarketing, communicatie en agenda � Jan Buelinckxreclameregie � ADeMAR -www.ademaronline.com - 03 448 07 57Administratie � Dominique De GrooteZakelijke leiding � Wim Depickere Verantwoordelijke uitgever � Frank Beke ISSN 1379-5619

• MO* is een uitgave van Roularta Publishing NV inopdracht van Wereldmediahuis vzw. Volwaardige ledenvan Wereldmediahuis vzw zijn 11.11.11, BroederlijkDelen, Stichting Liedts en Vredeseilanden. Gewone leden zijn FOS, Oxfam Wereldwinkels, Plan België, Trias en Wereldsolidariteit. • MO* krijgt de steun van de Belgische Ontwikkelings -samenwerking en de Vlaamse regering. Overname vanartikels is toe gestaan mits bronver melding en toestem-ming van de hoofdredacteur.

Abonnementen MO*Postbus 360 - 8800 RoeselareTel 078 35 33 13 - Fax 078 35 33 [email protected], www.abonnementen.beLezersservice, voor inschrijving, wijziging of info overuw abonnementPrijs Jaarabonnement België: 20 euro voor 4 nummersJaarabonnement buitenland: vraag inlichtingen.Betaling Ofwel gewoon uw naam en adres opgevenen wachten op ons bericht.Ofwel rechtstreeks op rekeningnummer IBAN: BE574721 0111 8135 en BIC: KREDBEBB met vermeldingvan het exacte afleveradres. Ofwel door opgave vannummer en vervaldag van uw kredietkaart (AmericanExpress, Diners, Eurocard, Visa).

colofon

78

96

88

16

© B

runo

en

Dav

id C

énou

MO114-004_Inhoud NEW_MO114-004_Inhoud 25/11/14 10:41 Pagina 4

Page 4: MO*magazine 114

© K

ai P

faffe

nbac

h

Syrië: met de wintervoor de deur

� Sinds het uitbreken van de burgeroorlogin maart 2011 zijn naar schatting 9 miljoenSyriërs het conflict ontvlucht. De burgeroorlogeiste ondertussen al meer dan 190.000 doden.

The Syria Campaign is een burgerbewegingdie meer aandacht wil voor het Syrische con-flict. In oktober van dit jaar deed de organisatieeen oproep voor handtekeningen en financiëlesteun met de niet mis te verstane boodschap:‘Turkije heeft meer Syrische vluchtelingenopgenomen de laatste drie dagen dan Europain de laatste drie jaar. Vraag Europa om meerte doen.’ Vooralsnog lijken Syrische vluchtelin-gen inderdaad niet al te welkom in Europa.

meerderheid is intern vluchtelingMeer dan 3 miljoen Syriërs zijn gevlucht naarbuurlanden Turkije, Libanon, Jordanië enIrak. De overige 6,5 miljoen is vluchteling ineigen land. Ongeveer 150.000 vluchtelingenvonden asiel in Europa. Dat is anderhalve pro-cent van het totaal aantal Syrische vluchtelin-gen. In België vonden 150 Syriërs een (tijdelij-ke) thuis. Hulporganisaties zoals Oxfam heke-len de Europese houding tegenover de Syri -sche vluchtelingencrisis. Europees Commis -saris voor Binnenlandse Zaken Cecilia Malm -ström zei in juli van dit jaar dat Europa meerSyrische vluchtelingen zou moeten accepteren.België heeft beloofd het aantal te verdubbelenmaar dat blijft een druppel op een hete plaat.

Er zijn meer middelen nodigBasisvoorzieningen zijn in de vluchtelingen-kampen vaak afwezig. Met de winter op komstdreigt de situatie voor de vluchtelingen nogmoeilijker te worden. De UNHCR, de vluchte-lingenorganisatie van de Verenigde Naties,heeft een nieuw kantoor en een opslagplaatsgeopend in de zuidelijke Syrische stad Sweida.Men poogt op die manier humanitaire hulp tebieden aan de vele interne vluchtelingen. Hetkantoor in Sweida biedt opvang, onderwijs engezondheidszorg. De UNHCR is verder ookactief in Damascus, Aleppo, Al-Hassakeh,Qamishly, Homs en Tartus. Men helpt waarmen kan, maar de middelen zijn niet toerei-kend.

tekst Hümeyra Cetinel beeld Kai Pfaffenbachin beeld

7

MO114-006_INBEELD_MO114_006_INBEELD 25/11/14 10:42 Pagina 6

Page 5: MO*magazine 114

� Eerlijke belastingenUit een recent onderzoek door ruim 80journalisten in 26 landen, waar ook MO*aan deelnam, blijkt dat meer dan 340bedrijven confidentiële belastingafsprakenhebben gemaakt met de Luxemburgseoverheid. Daardoor liepen andere landenmiljarden euro’s aan belastinginkomstenmis. Het nieuws, uitgebracht door hetInternational Consortium of InvestigativeJournalists (ICIJ) met zijn #LuxLeaks-pro-ject, sloeg in als een bom, niet het minst inBelgië: ook 26 steenrijke Belgische fami-lies en bedrijven hebben in het groother-togdom om fiscale voordelen aangeklopt.De regering-Michel veroordeelde deLuxemburgse praktijken, net als vele ande-re regeringen wereldwijd. De timing en de

inhoud van de primeur waren bijzondervervelend voor de voorzitter van deEuropese Commissie, Jean-ClaudeJuncker, die net enkele dagen eerder wasaangetreden. Voorheen was hij immersjarenlang premier van Luxemburg.Nadat ICIJ met zijn Offshore Leaks-onder-zoek naar belastingparadijzen in 2013 eerlij-ke belastingen op de agenda van de G20-topzette, zwengelt zijn werk nu het internatio-nale debat over fiscaliteit opnieuw aan. DeOeso krijgt daarmee de wind in de rug voorhaar project om tot nieuwe internationalebelastingafspraken te komen. Lees het heledossier en alle details op MO.be. (kc)

� PleinrevoltesWie een centraal plein in een belangrijkestad bezet, wordt gehoord door de macht.Dat was de boodschap van Tahrir in 2011.Toch moesten zowel de Spaanse Indigna dosals de Amerikaanse Occupy-beweging huntenten afbreken zonder zichtbaar resultaat. Ook 2014 had zijn pleinrevoltes. De Oekra -iense opstand op Euromaidan wist presidentJanoekovitsj van de macht te verdrijven. Eenvergelijkbare poging in het PakistaanseIslamabad bloedde dit najaar echter dood naweken van volgehouden protest. Ook deparaplu-opstand in Hongkong kon de mas-sa’s niet echt op straat houden. Niet alleen het binnenlandse succes van depleinopstanden is moeilijk voorspelbaar, ookde internationale steun ervoor varieert erg. In

Kiev struikelden Europese en Ameri kaansepolitici over elkaar om als eerste of meestuitgesproken pleitbezorger van de mo cratie inbeeld te komen. In Islamabad en Hongkongwas er minder internationale steun. Drie tipsvoor succesvolle pleinbezetters: 1. succeslijkt makkelijker tegenover een verzwaktedictator dan tegen een functionele democra-tie; 2. internationale steun helpt om de inter-ne doelstellingen te realiseren, maar die isafhankelijke van de geopolitieke belangenvan het Westen; 3. zorg vooraf voor ordedien-sten, degelijk materiaal en voldoende finan-ciering – klop eventueel eens aan bij GeorgeSoros voor een kredietje. (gg)

� Islamofobie groeitDe geweldsexcessen van IS en het feno-meen van de Syriëstrijders hebben tot nutoe niet geleid tot zichtbare groei van deislamofobie in België. Maar die blijft toene-men in Europa, al blijft ze onderbelicht. Datzegt het Europese Net werk tegen Racisme.En de berichtgeving over IS en de Syrië -strijders doet het beeld van moslims en deislam geen goed, waarschuwen organisa-ties. ‘We zien geen directe invloed op hetaantal meldingen van straf bare discrimina-tie, haatboodschappen of haatmisdrijven,maar het haatdiscours is een ander paarmouwen’, zegt Jozef De Witte van het In -terfederaal Gelijke kansen centrum. ‘Bele -digen van een religie of een cultuur valtonder de vrijheid van meningsuiting en is

niet verboden. Ik maak me wel zorgen overhet langetermijneffect van IS of al-Qaeda2.0 in een samenleving die sowieso al wan-trouwig tegen de islam staat.’ Volgens DeWitte hebben media maar vooral politici eengrote verantwoordelijkheid om het tij tekeren. Alleen is het klimaat er niet naar. ‘Injuli, tijdens het Gaza-offensief, roept deburgemeester van Antwerpen op de Bel -gische joden niet te identificeren met Israël.In augustus zegt die zelfde burgemeesterdat de Belgische moslims zich moeten dis-tantiëren van de IS in Syrië en Irak.Compleet onevenwichtig, maar met beideboodschappen oogst hij wel applaus.’ (td)

WERELDWATCHENt r e n d s

8 MOQ • winter 2014 • www.mo.be 9MOQ • winter 2014 • www.mo.be

� Zuid-Amerika heeft gekozenIn drie presidentsverkiezingen na elkaarheeft Zuid-Amerika dit najaar zijn sociaalgeoriënteerde koers bekrachtigd. In Boliviasleepte Evo Morales een derde ambtster-mijn in de wacht. In Brazilië kreeg DilmaRousseff, zij het heel nipt, een nieuw man-daat. En in Uruguay ziet het ernaar uit dathet Breed Front (Frente Amplio) metTabaré Vázquez in de tweede ronde van 30november voor de derde keer na elkaar deoverwinning zal behalen. Daarmee hebben de leiders loon naarwerken gekregen: ze hielden de economieop koers en verminderden armoede enongelijkheid. Toch ontbrak het niet aanverhitte politieke discussies en conflicten.Ook de komende jaren zullen Morales en

Rousseff niet op hun lauweren kunnenrusten, want er is fundamentele kritiek,naar aanleiding van samenleven in etni-sche diversiteit, economische groei versusmilieubeleid, historische achterstelling,consumptiedrang en politieke participatie.Het laaghangende fruit is al geplukt – desociale maatregelen, betaald met extrainkomsten uit natuurlijke rijkdommen. Dedrie presidenten staan op een twee-sprong: ofwel werken aan diepere, struc-turele veranderingen voor een sociaal enecologisch duurzame samenleving. Ofwelterugvallen op oude (neoliberale) recep-ten. (adw)

� De terugkeer van “de sterkeman” in EuropaDe gespierde bestuursstijl van VladimirPoetin lijkt sommige leiders in Europa teinspireren. De Hongaarse premier ViktorOrbán sympathiseert met Poetin: ook hijstaat sceptisch tegenover westerse “aber-raties” als homorechten en wil ngo’s diebuitenlandse steun ontvangen aanpakken.Hij ondertekende – tegen de zin van deEuropese Unie - contracten met Ruslandvoor de bouw van twee kerncentrales. ‘Dewind waait uit het Oosten’, liet Orbánonlangs noteren. De Turkse premier Tayyep Erdogan traddan weer in Poetins spoor door het pre-mierschap in te ruilen voor het president-schap. In principe is dat een veeleer cere-

moniële functie, maar Erdogan gaf al teverstaan dat hij een actieve president zalzijn. Erdogan en Poetin staan dicht bij hunrespectieve nationale religie en ambiëreneen vroeger groot rijk te herstellen. OokOrbán betreurt dat zoveel voormaligeHongaarse gebieden nu bij de buurlandenhoren. De mix van verwijzingen naar denationale volksaard en het roemrijke ver-leden, een gespierde invulling van hunmandaat en meer afstand tegenover dewesterse democratieën en hun vrijheden iswat deze leiders verenigt. De lakmoes-proef is hoeveel ruimte er blijft voor oppo-sitie. (jvd)

� Delen zonder winstoogmerk Autodelen, gedeeld gebruiken, boekenruil-kasten... Het rijtje “deeleconomische” ini-tiatieven die de jongste jaren in het kielzogvan de crisis én door het groeiend milieu-bewustzijn zijn ontstaan, wordt almaar lan-ger. Het concept is even eenvoudig als suc-cesvol. Deel spullen die je niet voortdurendnodig hebt met mensen die er ook gebruikvan kunnen maken. Geefpleinen en freecy-cle-gemeenschappen gaan nog een stapverder. Hier wordt niet geruild of gedeeld,maar gegeven. De geefpleinen willen soli-dariteit tussen de mensen bevorderen enopnieuw een geefcultuur creëren. Defreecyclegroepen hebben dan weer eengroeiend succes op sociale media. In Genten Antwerpen tellen deze gemeenschap-

pen respectievelijk 35.800 en 22.500 leden.Mensen zoeken niet alleen creatieve oplos-singen voor de economische crisis waarinwe verzeild zijn geraakt. Ze zijn in veelgevallen op zoek naar manieren om andersmet onze economie, maar ook met onsmilieu om te gaan. Het westerse consump-tiemodel leidt namelijk tot een wegwerp-mentaliteit en daardoor ook tot eenimmense afvalberg. Vlaanderen is nog ver van een deelecono-mie af, maar de exponentiële groei vandergelijke initiatieven toont aan dat steedsmeer mensen overtuigd zijn van de voorde-len van delen. (kdj)

Opvallende trends deze winter

© T

im M

eko

/ Sh

utte

rsto

ck

© R

eute

rs/D

amir

Sago

lj

© R

eute

rs/U

esle

i Mar

celin

o

© R

eute

rs/Y

ves

Her

man

© R

eute

rs/U

mit

Bekt

as

© C

ambi

o

MO114-008_Trendwatchen_MO114-008_Trendwatchen 25/11/14 10:42 Pagina 8

Page 6: MO*magazine 114

‘Ik denk niet dat het nu het juiste moment is – ook al gelet op debesparingen en de financieel-economische crisis die aanhoudt – ommeer te gaan uitgeven aan defensie. Dus stel ik voor om de defen-siebegroting te bevriezen. België geeft vandaag de facto ongeveer éénprocent van zijn bbp uit aan defensie. Dat is genoeg. Twee procent isabsoluut onhaalbaar.’ Generaal Delcour, de voormalige stafchef vanhet Belgische leger, waarschuwde in november op deredactie.be ech-ter voor een ‘uitdovingspolitiek’. Sauer: ‘Als de huidige begroting vandefensie ontoereikend is, dan moet het ambitieniveau naar omlaagworden bijgesteld. Het is tijd om af te stappen van een volwaardigedefensie met een lucht-, zee- én landmacht die – bijna – alle taken wilwaarmaken. We moeten ze niet alle drie blijven doen, te meer daarwe in een Europees kader zitten waarbij we afspraken maken en deEuropese defensie meer en meer geïntegreerd wordt.’Investeringen in nieuw materieel wegen zwaar op de defensiemid-delen. Sauer is géén voorstander van een nieuwe generatie Belgischegevechtsvliegtuigen. ‘Die zijn ergenoeg in Navo-verband, ook los vande VS. Geen gevechtsvliegtuigen bete-kent ook eindelijk verlost worden vande inhumane kernwapens op onsgrondgebied. Wel moeten we speciali-seren in dingen die Europa niet ofnauwelijks heeft – denk aan strategi-sche transportfaciliteiten, special for-ces… Ook bestaat er een grote behoefteaan vredestroepen, die na een inter-ventie het grote werk aanvatten.’‘Natuurlijk moeten we ons defensiebe-leid afstemmen op de reële bedreigin-gen. Maar geen haar op mijn hoofdgelooft dat Rusland zo’n reële bedrei-ging is, dat Moskou de intentie – laatstaan de capaciteit – zou hebben omhet Westen aan te vallen of tot inBrussel te wandelen. Wel is er vandaageen probleem in Oost-Oekraïne.’‘Ik denk dat wij daar zelf mee schuldig aan zijn. Ons buitenlandsbeleid – meer bepaald het basisidee dat wij deel moeten uitmakenvan een collectief defensiesysteem – is vandaag fundamenteel ver-keerd. Eigenlijk hadden we na de Koude Oorlog ons collectief defen-siesysteem moeten omvormen tot een collectieve veiligheidsorgani-satie. Een mini-VN als het ware, hier in Europa, misschien ook meteen rol voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking inEuropa. In ieder geval moest die Navo structureel worden aangepast,en dat hebben we niet gedaan. Integendeel, we hebben ze behoudenen uitgebreid. Zo creëer je natuurlijk problemen. We moeten deNavo dan ook omvormen tot een veiligheidsorganisatie en Ruslandopnemen als lid.’

kan zijn om een sterke verdediging te bouwen rondom een zwak-ke samenleving. Het heeft inderdaad weinig zin om te staan brul-len voor meer bewapening als je samenleving zelf verder blijftafbrokkelen.’‘Je mag niet aan doemdenken doen, maar de grote trends die zichin de wereld manifesteren zijn bijzonder weinig geruststellend. Jekunt de conflicttheaters een voor een aflopen. Volgens mij is dekans heel erg groot dat het veiligheidsklimaat in onze onmiddellij-ke omgeving en daarbuiten zal verslechteren.’ ‘Rusland bevindt zich momenteel in een slecht demografisch eneconomisch klimaat om een nieuwe Koude Oorlog en een nieuwefinanciële uitputtingsslag te wagen. Ik ben er dan ook redelijkgerust op dat het conflict in Oekraïne in de komende maanden zalluwen. Wel blijft er één grote factor van onzekerheid: wat zijn deaspiraties van Vladimir Poetin en hoezeer kun je hem als een echterationele actor beschouwen?’

‘Harde macht is nooit de enige oplos-sing. Europa moet in de eerste plaatshet partnerschap met Rusland corri-geren, en tegelijkertijd zijn economi-sche invloed versterken in landen alsOekraïne. Voorts moet Europa werkmaken van een nieuw economischparadigma. Het huidige groeimodelloopt op zijn laatste benen – nietalleen in Europa, maar ook internati-onaal. Als Europa niet snel mee helptzoeken naar een alternatief, zal hetniet alleen intern meer problemenondervinden, maar zal het ook heelmoeilijk in staat zijn om meer stabili-teit in zijn nabuurschap te brengen.’ ‘Dat alles brengt me ertoe bijzondervoorzichtig te blijven in de inschat-ting van de veiligheid in onze omge-ving. En dan heb je nog het grote

machtsspel in en rondom de Stille Oceaan, en de vraag hoe zuide-lijk Azië en sub-Saharaans Afrika zich verder zullen ontwikkelen.Vraagtekens genoeg, denk ik, die maken dat je veiligheid en defen-sie ernstig moet nemen.’‘Op Belgisch niveau – en ik hoop dat onze nieuwe minister vanDefensie dat echt gaat stimuleren – moeten we een grondige ana-lyse maken van waar het met de wereld naartoe gaat. Zekerhedenheb je niet, maar ik denk wel dat je een aantal trends kunt aflezen.Op basis daarvan kan je je belangen bepalen. De kwestie is nietzozeer of we meer of minder geld moeten uitgeven aan defensie.De eerste en de belangrijkste vraag is of we überhaupt een stevigedefensie nodig hebben. En dan neig ik op dit moment toch naareen stellig ja.’

1110 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

OPINIEt r e n d s

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

De besparingen die regering-Michel I bij defensie wil doorvoeren, beroeren de gemoederen. Op de Navo-top in Wales verbonden alle lidstaten van het bondgenootschap zich er toe om binnen

de tien jaar hun defensiebudget te verhogen tot twee procent van hun bbp. Zijn extra investeringen in defensie de juiste keuze om te komen tot meer vrede en veiligheid? MO* vroeg

het aan Tom Sauer, hoofddocent aan het Departement Politieke Wetenschappen van deUniversiteit Antwerpen, en Jonathan Holslag, die als onderzoeker verbonden is aan het Brussels

Institute of Contemporary China Studies van de Vrije Universiteit Brussel.

‘Vorm de Navoom tot een veiligheids -organisatie.’Tom Sauer

‘De grotetrends zijn weinig geruststellend.’Jonathan Holslag

‘Rusland vormt géén bedreiging’ ‘Het veiligheidsklimaat zal verslechteren’

Meer defensie-investeringenvoor meer vrede en veiligheid?

© B

elga

imag

e/An

dy W

olfe

10

door Kristof Clerix

� ‘Ik ben geen pacifist die zegt dat je het leger helemaal moetafschaffen. We hebben een leger nodig. Maar je moet een redelijkevenwicht vinden tussen wat nodig is voor defensie en voor alle ande-re maatschappelijke doelstellingen en behoeften. Het armoedecijferin Vlaanderen blijft steken op 15 procent. Dat is schrikbarend hoog,en in Brussel ligt het nog veel hoger – 40 procent van de jongeren inde hoofdstad heeft geen baan. En de gebouwen waar onze kinderenles volgen dateren uit de jaren vijftig, zestig.’

� ‘We mogen zeker niet verzanden in een dogmaoorlog. Voormij is noch de 2% de heilige graal, noch het standpunt van een aan-tal mensen dat het in Europa best met wat minder kan voor dedefensie-uitgaven. Het belangrijkste uitgangspunt is dat defensieniet noodzakelijk als doel heeft om vrede te bewerkstelligen, omdatje dat nooit met wapens kan doen. Wel kan defensie een bijdrageleveren aan de veiligheid van onze Belgische en Europese samen-leving. Verder ben ik het ermee eens dat het voor Europa nooit zaak

MO114-010_Opinie_MO114-010_Opinie 25/11/14 10:43 Pagina 10

Page 7: MO*magazine 114

12 MOQ • herfst 2014 • www.mo.be

verslag dat niet de ultieme waarheid overWit-Rusland bevat maar in de eerste plaatseerlijk wil zijn, een verslag van aparteindrukken en ontmoetingen in die blindevlek van Europa, wars van de propaganda –en ook de clichés, hopelijk.Wanneer je de nieuwe supermoderne treinneemt die Vilnius en Minsk verbindt, kanhet contrast nauwelijks groter zijn. Er is eenduidelijke keuze gemaakt: in Litouwen staande oude Sovjetmonumenten er triest en ver-laten bij, voor zover die niet vernietigd zijnof verbannen naar het “Sovjetdisneyland” inDruskininkai. Zo heb je het Sportpaleis, eenontwerp dat misschien nog het meest weg-heeft van een golf, en waarvan elkeSovjetrepubliek er wel eentje toebedeeldkreeg: in Vilnius staat het weg te rotten aande overkant van de rivier, een lompe herin-nering aan bezetting, gruwel en gevangen-schap die niemand nog wil zien. Het enigewaartoe de Litouwse overheid zich verwaar-digde, was een groezelig papiertje latenophangen met de waarschuwing dat het ver-boden is er alcoholfeestjes te houden. In Minsk staat krek hetzelfde gebouw –maar dan onlangs nog blakend wit geschil-derd, trots en drukbezocht. En niet alleenaan de oever van de Nemiga, ook op debankbiljetten prijkt dit staaltje van sovjetar-chitectuur.Die totaal andere kijk op de geschiedenisaan deze kant van de grens krijgt een stembij een tentoonstelling gewijd aan sovjetanti-quaria. ‘Waar komt u vandaan? O, België!Hier komen veel jonge mensen kijken,maar de meesten komen uit Rusland, diekennen de Sovjet-Unie nog uit de verhalenvan hun ouders en grootouders. Misschienhebt u in België ook weleens horen pratenover de Sovjet-Unie? De Sovjet-Unie, wel,dat was de tijd vanaf de Wereldoorlogen datalle volkeren van Litouwen tot Kazachstan invrede samenleefden.’

vernisNiks geen verhalen over goelags of dwanghier. De geheime dienst, die haar hoofdzetelheeft in een enorm okerkleurig gebouw met

zuilen en fronton op de centrale laan vanMinsk, draagt nog steeds compromisloos denaam KGB. ‘De beweging van het volk zaltot in eeuwigheid leven’, ‘De beweging vanhet volk is onsterfelijk’ – in metershoge let-ters staan de slogans uitgespeld op flatge-bouwen in de stad. Een stad waar je overigens van de stratenkunt eten, zo schoon als die zijn, geenpapiertje of hondenpoep te bekennen.Fietspaden langs de rivier, peddelbootjes ophet water, kleuters die spelen in en rond defonteintjes aan het monument voor de sov-jetpartizanen. Overal bloemen, en woonto-rens die, van buitenaf gezien in ieder geval,in betere staat lijken te zijn dan wat je inBrussel bij het Weststation of aan dePapenvest ziet. Is ze dit dan, de communistische utopie,bewaarheid een kwarteeuw na het einde vande superstaat die haar propageerde? Nounee. Een laagje vernis, een pose lijkt het wel.En het hele land wekt eigenlijk een beetje deindruk te doen alsof: zo zijn alle straatna-men en officiële bordjes in het Wit-Russisch, maar slechts 20procent van debevolking spreekt het ook af en toe,Russisch is de gangbare taal. De mevrouwnaast me in de trein heeft Wit-Russischgeleerd uit principe. ‘Mijn grootouders voch-ten in de ondergrondse tegen de nazi’s, voorWit-Rusland. En nu hebben we met vrien-dinnen een dichtclubje in het Wit-Russischopgericht.’ ‘Wat is een moedertaal?’ werptiemand anders op wanneer ik haar dezelfdevraag stel. ‘Is het de taal die je met je moe-der spreekt, of de taal die je verkiest? Als hethet eerste is, zou mijn antwoord “Russisch”zijn, maar als je moedertaal een keuze is, ishet voor mij het Wit-Russisch.’

buur beerDe relatie met Rusland is een gevoelig punt.Naast Oekraïne is Wit-Rusland het echtekleine Slavische broertje ten westen van debeer. Rusland is levensbelangrijk: een grootdeel van de inkomsten komt uit de exportvan geraffineerde olieproducten, en dat opbasis van ruwe Russische olie die Minsk ver

onder de marktprijs kan aankopen. Wit-Rusland erfde een redelijke industriële basisuit de sovjetperiode, en na een aantal kleinegolven van privatisering en hernationalise-ring is nog steeds driekwart van de bedrij-ven staatsbezit. Zo’n 70procent van debevolking werkt voor de staat. Tot 2008deed de economie het bijzonder goed, meteen groei van zo’n 8procent per jaar. Maarvanaf dat jaar kreeg het land enkele rakeklappen: de wereldwijde financiële crisisarriveerde, en Rusland schroefde zijn ener-giekortingen terug.Het resultaat: nulgroei en een inflatie vanmeer dan 100 procent. De centrale bankhanteerde de hakbijl en besloot dat de Wit-Russische roebel vanaf nu nog maar de helftwaard was. De crisis werd pas echt beteu-geld eind 2011, toen president Loekasjenkatoegaf aan Moskou en de nationale gaslei-ding verkocht aan de Russische energiereusGazprom. De goedkope energieleveringenwerden hervat, en er kwamen een paar ste-vige leningen om de put te dempen. Datneemt niet weg dat mijn reis begon meteven vijf miljoen af te halen – in Wit-Rusland tellen ze in honderdduizendjes, dekoers van de nationale roebel staat tegen-woordig op zo’n 13.800 voor één euro.In 2011 trad het land ook toe tot de douane-unie met Rusland en Kazachstan, de eerstefase van Poetins Euraziatische droompro-ject. Niet dat de Wit-Russen altijd even braafaan de leiband lopen. Bij momenten weetLoekasjenka de twee machtsblokken waar-tussen zijn land zich bevindt, het Kremlinen de Europese Unie, bijzonder handigtegen elkaar uit te spelen. En verzekert hijzo zijn regime van een continue geld-stroom. Sinds Aljaksandr Loekasjenka in1994 aan de macht kwam, bij de eerste enmeteen ook laatste Wit-Russische verkiezin-gen die naar westerse normen vrij en eerlijkverliepen, is hij de belichaming van vadertjestaat. En hij kan relatief goede cijfers voor-leggen: een bnp per inwoner dat een stukhoger ligt dan in buurland Oekraïne, eenscholingsgraad tot zestien jaar van net geenhonderd procent, een relatief gelijke verde-

13MOQ • winter 2014 • www.mo.be

� Vijf dagen bracht ik in Wit-Rusland door, een land dat hier over het alge-meen weinig bekend is, behalve dan in clichés: een vergeten uithoek van onscontinent, het rijk der aardappeleters, zoals Jeroen Meus het ons een keer voor-schotelde op Eén. Een primitieve halve wildernis, afgesloten van de wereldeco-nomie en van de zee, ingesloten tussen Polen, de Baltische staten en het “ech-te” Rusland. “De laatste dictatuur van Europa”, misschien vooral dat. En eendictatuur is het, met politieke gevangenen, een president die nu zijn twintigja-rige jubileum viert en zich om de zoveel tijd laat herverkiezen, een uitgebreidnetwerk van interne “veiligheidsdiensten” en verklikkers, zonder vrije pers,zonder algemeen betrouwbare informatie of statistieken van de overheid. Daarom ook: een land dat moeilijk te kennen is, en waarvan het onmogelijkis na nauwelijks vijf dagen een volledig beeld te schetsen. Wat volgt is een

REPORTAGET R E N D S

Er is ook een Wit-Rusland achter de clichés. Nee, een modeldemocratie ishet land zeker niet. Geen democratieüberhaupt. Maar er is meer dan president-voor-het-leven Loekasjenka(zo heet hij in het Wit-Russisch). Een verslag van een vijfdaags verblijf in een moeilijk te kennen land.

Modern sovjetantiek

Wit-Rusland, een land tussen de plooien

© N

ick

Han

nes

door Julie Reniers

‘De Sovjet-Unie,wel, dat was detijd vanaf deWereldoorlogendat alle volkerenvan Litouwen totKazachstan invrede samenleef-den.’

MO114-012_WITRUSLAND_MO114-012_WITRUSLAND 25/11/14 10:44 Pagina 12

Page 8: MO*magazine 114

voor elke dag die je in de Europese Uniedoorbrengt vijftig euro op je bankrekeninghebt staan.’ Om historische en politieke redenen –Polen heeft een broertje dood aan Ruslanden doet alles wat in zijn mogelijkheden ligtom de invloedssfeer van de beer in te dijken– hebben de Polen nog een extraatje in hetleven geroepen voor de inwoners van Brest:de “karta poljaka”, “Polenkaart”. De grenzenin deze regio waren lange tijd bijzonderonvast, Brest heeft in de geschiedenis eenaantal keer van natie gewisseld. Het werdpas definitief deel van de Sovjet-Unie na deConferentie van Jalta aan het eind van deTweede Wereldoorlog. Wit-Russen die van-daag een paar woorden Pools spreken, kun-nen bewijzen dat hun voorouders op eenbepaald moment Pools waren en op hetPoolse consulaat “op eer verklaren zichPools te voelen”, krijgen een soort verblijfs-

vergunning die hun het recht geeft in Polente werken en te wonen, inclusief eenSchengenvisum voor een jaar.In de straat waar het consulaat gevestigd is,staan lange rijen. Wat verderop wordt han-del gedreven in verzekeringen, want dat iseen van de visumvoorwaarden.

oekraïens scenario?En dan de grote vraag: staat Wit-Rusland opde drempel van een Oekraïens scenario? Ofzijn de schone straten en de lage huurprij-zen voldoende om het protest binnenska-mers en Loekasjenka in het zadel te hou-den? Bij de presidentsverkiezingen van2006 en 2010 kwamen mensen op straat,op het hoogtepunt waren er telkens zo’ntienduizend betogers tegen het regime. De Oekraïnecrisis lijkt echter meer zegendan vloek voor de president. In zijn rol alsbemiddelaar en gastheer voor de onderhan-

delingen tussen het Kremlin en PetroPorosjenko leek hij zich kiplekker te voelen:Rusland zal er zich voor hoeden het kleinebroertje al te zeer te ontstemmen, en onder-tussen kan hij nog eens aantonen hoe hetWit-Russische vredesidee het land behoedtvoor de chaos die de buren verscheurt. Veelanimo voor revolutie lijkt er niet te zijn –‘Wij Wit-Russen zijn rustige mensen, datligt niet in onze aard, zulk geweld’ is de alge-mene teneur. Het land is ook niet etnisch entaalkundig verdeeld zoals Oekraïne. Dat isde buitenkant, en die is erg gemoedelijk, eenbeetje saai haast. Dieper zitten de strafkam-pen, de politieke gevangenen, de frustratiesvermoedelijk. Eén ding is wel zeker: op zijnlaatst op de dag dat evenwichtskunstenaarLoekasjenka het voor bekeken houdt, dangaat het stomen – en zullen we allemaalweten waar Wit-Rusland ligt.

*Niet zijn of haar echte naam.

15MOQ • winter 2014 • www.mo.be

ling van de rijkdom, vergelijkbaar met deScandinavische landen. Voorwaar, niet zo’n vreselijke dictator. Nietzo’n nachtmerrie als die andere postsovjetdi-nosaurussen die het contact met de werke-lijkheid een beetje lijken kwijt te zijn, zoalsRachmon in Tadzjikistan of de Aliëv-clan inAzerbeidzjan. Een welwillende autoritaireleider zeg maar, die het beste met zijn landvoorheeft. Toch?

loekasjenkismeIn Vitebsk ontmoet ik Nikolaj*, decorbou-wer bij de opera van deze oostelijke stad. Hijis geen fan van de president. ‘Het systeemdat we vandaag hebben, is geen kapitalisme,geen communisme of socialisme, maar“loekasjenkisme”.’ Hij maakt een weidsgebaar, om de hele stad te omvatten. ‘Al dienieuwe kerken, terwijl de kwaliteit van destukken die in de opera en het theater hiergespeeld worden zienderogen keldert. Hijwil de mensen dom houden.’ We wandelenlangs de rivier vanaf het Plein van deOverwinning, waar het monument van deDrie Fronten staat ter herdenking van hetslagveld dat Vitebsk tijdens de TweedeWereldoorlog was. Na 1944 stond er nauwe-lijks nog iets van de stad overeind, de talrijkejoden (volgens een volkstelling van vijftigjaar eerder was de helft van de inwonersjoods, een van hen de kunstschilder MarcChagall) werden uitgemoord onder de nazi-bezetting. Nikolaj wuift naar een bouwput die watlager ligt. ‘Dat is weer zo’n prestigeproject.Er werken mensen die niet betaald worden,leerkrachten. Ze werden gedwongen doorde directie van de school, met de boodschap:als je niet gaat, ben je geen goede burger enverdien je het niet hier les te geven.Dwangarbeid.’ Een verhaal dat ik niet koncontroleren. Het sluit wel aan bij een anderdat doet denken aan de donkerste sovjetja-ren: werkloosheid zou strafbaar kunnenworden in Wit-Rusland.

vrede, vrede, vredeVrede is het Wit-Russische sleutelwoord. Na

de Tweede Wereldoorlog was het land eentotale ruïne, vermalen tussen de heen enweer schuivende frontlinies. Ook vandaagnog lijkt dat trauma de basis vanLoekasjenka’s propaganda te vormen. ‘Ik ofde chaos’ is de boodschap.In Brest, aan de grens met Polen, ontmoetik Galina*. Het is de stad van de vrede vanBrest-Litovsk, het verdrag dat de bolsjewie-ken na de Oktoberrevolutie sloten met deDuitsers om Rusland van verdere oorlog tevrijwaren, en zo de ruimte te hebben omhun communistische staat uit te bouwen.Het werd ondertekend in het fort van Brest,een plek die twee decennia later opnieuwonder de voet gelopen werd. Vandaag is heteen verbijsterend monument. Als je wiltweten waar de Sovjet-Unie zelf voor wildestaan, moet je door die massieve ingang, diebestaat uit een constellatie van betonblokkenwaarin een ster is uitgespaard. En dan zie jede megalomane sovjetsoldatenkop, 35meterhoog, naast de obelisk met de eeuwige vlam.Galina werkt voor de cultureel-geschiedkun-dige organisatie die zich met de vestingbezighoudt. Ze studeerde aan de EHU, deWit-Russische universiteit in ballingschap inVilnius. Die instelling werd opgericht inMinsk in 1992, en wilde studenten voorbe-reiden op een nieuw land, vrij van het rigidesovjetonderwijs, dat vooral neerkwam op“luister en herhaal”. Maar dat was buitenLoekasjenka gerekend, en toen hij zijn

macht consolideerde, zag de universiteitzich gedwongen te verhuizen om haar onaf-hankelijkheid te bewaren.Als ons gesprek op het regime en vrijheidkomt, glimlacht ze een beetje cynisch. ‘Wezijn nog nooit zo vrij geweest als nu. Wit-Rusland is eeuwenlang verscheurd en gedo-mineerd door Polen, Duitsland, Litouwenen Rusland. Vandaag hebben we ons eigenland, onze eigen taal. Onze eigen tolerantieook, als het bijvoorbeeld over religie gaat.We hebben twee officiële kerstdagen: 25december voor de katholieken en protestan-ten, 7 januari voor de orthodoxen.’Galina is geen politiek beest, ze is een cul-tuurmens. Ze trekt op met de mensen vanhet Vrij Wit-Russisch Theater, een toneel-groep die zich verzet tegen de beperkingendie het regime de kunsten oplegt, en daar-door vooral in het buitenland optreedt. Ineigen land treden ze op in kleine flats, bijmensen thuis.

karta poljakaBrest ligt dus aan de grens met Polen, endaarmee ook aan die met de Schengenzone,waarin vrij verkeer van goederen en mensengeldt. Galina vertelt hoe het relatief makke-lijk is om een Schengenvisum voor een paarweken te krijgen. ‘Landen als Litouwen enPolen doen er niet moeilijk over om tijdelij-ke visa aan Wit-Russen te geven. Het groot-ste probleem is dat je moet bewijzen dat je

14 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Het hele land wekt eigenlijk een beetje de indruk te doen alsof.

REPORTAGET R E N D S

Q

Wit-Rusland heefteen bnp per inwo-ner dat een stukhoger ligt dan inbuurland Oekraïneen een scholings-graad tot zestienjaar van net geenhonderd procent.

© N

ick

Han

nes

MO114-012_WITRUSLAND_MO114-012_WITRUSLAND 25/11/14 10:44 Pagina 14

Page 9: MO*magazine 114

16 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

meetelden, zoals mobiele telefonie, e-com-merce en Nollywood (de Nigeriaanse film-industrie), hadden het bnp opgekrikt tot510miljard dollar, een stuk meer dan Zuid-Afrika (370miljard dollar bnp).Nigeriaanse expats hebben die cijfers echterniet nodig om in te zien wat een potentieeler voor het grijpen ligt. ‘Tegen 2050 zalNigeria meer inwoners hebben dan deVerenigde Staten. Kunt u zich dat voorstel-len?’ vraagt Henry. In Lagos ontmoet ik nog meer jonge retur-nees: consultants, bankiers of HR-managers,hooggeschoolde emigranten die the Queen’sEnglish spreken en zich al dan niet definitiefhervestigd hebben in Lagos of Abuja, respec-tievelijk de economische en de administratie-ve hoofdstad van het land.Henry neemt geen blad voor de mond, isvriendelijk en hartelijk, zoals de meesteNigerianen die ik op mijn reis ontmoet. Vandag twee af val ik als een blok voor dit hart-verscheurende en enthousiasmerende land.Onmetelijke rijkdom en ontiegelijke armoe-de. Eindeloze mogelijkheden en nauwelijksregelneverij. Dat doet iets met een mens.

corruptie en 419-mailsIn Nigeria is de helft van de bevolking jon-ger dan achttien jaar. De helft van de bevol-king is met andere woorden jonger danachttien. Het gros van die jongeren is opge-groeid nadat Olusegun Obasanjo in 1999een einde maakte aan de militaire dictatuur.Helaas hebben die jaren van corruptie enongelijkheid een lange nasleep.De fraudeuleuze mails uit Nigeria zijn daar-van een van de bekendste manifestaties.Met de valse belofte grote sommen naar jebankrekening te zullen sluizen, vragenzogenaamde “hoogwaardigheidsbekleders”uit Afrika, hoge officieren, bankdirecteurenof weduwen van ex-dictators, je in gebrokenNederlands bankgegevens te sturen of eenvoorschotje te storten. Google even“Nigerian 419 scams” en je weet genoeg. Het fenomeen is vernoemd naar strafwetar-tikel 419, dat fraude vervolgt, en ontstond inde jaren tachtig, toen de olieprijzen een

duik namen. Hoogopgeleide Nigerianenvonden geen werk en raakten gefrustreerddoor de corruptie van hun militaire leiders.Volgens sommigen stonden de praktijkenvan generaal Ibrahim Babangida(1985-1993) model voor de wilde verhalendie 419-fraudeplegers nog altijd opdissen inhun brieven. Have you got something for me? Ik benamper geland of het clichébeeld wordtbevestigd. ‘Ik heb papier voor u’, zeg ik meteen uitgestreken gezicht en geef de douane-beambte mijn paspoort. ‘Ik eet geenpapier’, antwoordt hij. Ik ook niet. Ik komweg met een grap.‘Aan de corruptie in Nigeria is niets tedoen’, geeft een politicus zelf toe. ‘Iedereenwil een greep in de kassa doen en van deene dag op de andere rijk worden.’ TonyeAmatoru was tussen 2011 en 2014 gemeen-teraadslid in Port Harcourt en verdiende

naar eigen zeggen maandelijks 650.000naira (3250 euro), onkostenvergoedingeninbegrepen. “Dat geld was niet alleen voormij en mijn familie. Aan een werkloze geefje wel eens 1000 naira (5 euro). Dan vraagtiemand 30.000 naira voor het ziekenhuis.Die mensen moet je helpen, want per slotvan rekening hebben zij op jou gestemd.’Port Harcourt ligt in de Nigerdelta, in hetzuiden van Nigeria. Shell en andere groteoliemaatschappijen pompen er olie op,maar de hele regio is zwaar vervuild en ach-tergesteld. Een rapport uit 2011, opgemaaktdoor het VN-Milieuprogramma, heeft uitge-wezen dat een eventuele sanering vanOgoniland – een deel van de Nigerdelta –alleen al 25 tot 30 jaar zou vergen.

een meisje op het strandHet bnp van Nigeria is de laatste vijf jaargegroeid met gemiddeld 7 procent, maartegelijk nam ook de ongelijkheid toe. Het

merendeel van de Nigerianen leeft in abso-lute armoede en het zuiden is ondanks deolierijkdom niet beter af. ‘Wij voedenNigeria, maar krijgen alleen kruimels’, zegteen groenteverkoopster in Port Harcourt.Het onverharde marktplein in de oude stadligt er drassig bij, zelfs na het einde van hetregenseizoen. Er is weinig werk en het per-centage van de olie-inkomsten dat door defederale regering in Abuja wordt terugge-stort naar de zes staten die samen deNigerdelta vormen, blijft bespottelijk laag. In de plaatselijke supermarkt praat ik methooggeschoolde jongeren die de rekken vul-len. ‘Het is mogelijk werk te vinden bij olie-bedrijven in Port Harcourt, maar niet zon-der connecties. Man no man, zoals wij hetzeggen. Wie erin raakt, zal alles doen omzijn familieleden aan een contract te hel-pen.’ Tonye Amatoru heeft zich na zijn carrière

als lokaal politicus ingelaten met illegaleoliehandel. Hij voorziet nu jongeren van denodige logistiek, zoals motorboten, om inde bush illegaal olie af te tappen en te raffi-neren. Ongezond en levensgevaarlijk, maarsoms de enige uitkomst voor verpauperdevisserskinderen, wier kreken vervuild envergiftigd zijn. Ons gesprek wordt vroegtijdig onderbrokenals een meisje komt aanzetten met in haarhand een emmer vol groene slakjes. Rachelheeft vrij genomen van school om naar dekreken te roeien en er slakken te plukken.Ze is een hele dag in de weer geweest enprobeert de lekkernij nu aan de man tebrengen. In haar emmertje drijft een roes-tig blikje. Eén zo’n portie brengt nog nieteens een euro op. Later die dag zie ik opweg naar de vissershaven een danfo, eenminibusje dat als taxi dienst doet, tanken bijeen krakkemikkig kraampje waar de illegalebrandstof aan de man wordt gebracht.

17MOQ • winter 2014 • www.mo.be

� ‘De jeugd is de toekomst van Nigeria’, parafraseert een jonge zakenman hetdiscours van zijn regering. ‘Dat hoor ik al van kindsbeen af. Denken die politicinu echt dat ik ga wachten tot er grijs haar op mijn ballen staat?’ Henry Obi Okeyia is na een lang verblijf in België teruggekeerd naar Nigeriaen heeft een jaar lang het land afgereisd. Hij is zijn geloof in vadertje staat allang kwijt, maar gebruikt niettemin zijn politieke connecties om Belgischebedrijven aan lucratieve contracten in de bouwsector te helpen. De Nigeriaanse bevolking wordt geraamd op tussen de 170 en de 200mil-joen: een immense markt voor ondernemers met ballen aan hun lijf, om hetop zijn Henry’s te zeggen. Toen in maart Nigeria zijn rekeningen nog eens maakte, bleek het land plot-seling de grootste economie bezuiden de Sahara. Sectoren die voordien nooit

REPORTAGET R E N D S

Volgend jaar in februari gaan deNigerianen naar de stembus. De campagne wordt overschaduwd dooraanslagen van Boko Haram. Zelfs deVS kijken er met argusogen naar.Nigeria is immers Afrika’s grootsteeconomie en het volkrijkste land vanheel Afrika. De West-Afrikaanse reuskampt echter met groeiende ongelijkheid en corruptie. MO* zocht uit hoe jonge Nigerianen daarmee omgaan. Deel een van een reportage in twee delen.

In het land van man no man

Welke toekomst voor jonge Nigerianen?

© Stefaan Anrys

door Stefaan Anrys

Jongeren onderéén afdak inIkota, een slum in Lagos.

‘De corruptie is hopeloos. Iedereen wil een greep in dekassa doen en van de ene dag op de andere rijk worden.’

MO114-016_NIGERIA_MO114-016_NIGERIA 25/11/14 10:44 Pagina 16

Page 10: MO*magazine 114

� Olubukoza Macarthy, Pele voor de vrienden, is een kale man met harde trek-ken. Hij is naar eigen zeggen CSO van Freedom Park, Chief Security Officer.Ons is verteld dat hij een van de area boys is uit de wijk rond Broad Street enMarina. We zijn in Ikoyi, een van Lagos’ duurste wijken.Lagos telde aan het eind van de achttiende eeuw 5000 inwoners, maar isintussen een megalopolis met een geschatte bevolking van tussen de 17 en de21 miljoen. Freedom Park is een oase van rust en cultuur in een van de duur-ste hoogbouwwijken van Lagos. In 2011 werd van dit terrein waar vroeger eenBritse gevangenis stond een heritage centre gemaakt, ter gelegenheid van devijftigste verjaardag van de Nigeriaanse onafhankelijkheid. Theo Lawson is dearchitect: ‘Het terrein heeft lang braak gelegen, omdat de opeenvolgende mili-taire regeringen altijd andere projectontwikkelaars wilden plezieren.’ Freedom Park is ommuurd en omvat onder meer een restaurant en café, eenmuseum en repetitielokalen. Waar vroeger de galg stond, staat vandaag een

19MOQ • winter 2014 • www.mo.be

occupy nigeriaBij aankomst in de hoofdstad van Nigeriabegrijp ik de wrevel van de groenteverkoop-ster beter. Abuja ligt er kraaknetjes bij. Erzijn nauwelijks files op de veel te bredewegen. Overal zie ik groen en bouwkranensteken af tegen een staalblauwe hemel.Toch is dat glas en beton maar schijn, ofalthans maar een deel van het verhaal.Lawrence Owunna is de kruier van House14. Wanneer hij mijn koffers naar mijnhotelkamer draagt, is het alweer 24 uurgeleden sinds hij van de hotelbaas eenmaaltijd heeft gekregen. ‘Een hongerige man is een boze man’,citeert hij Bob Marley. Hij is 23 en verdient23.000 naira, 115 euro, per maand.Daarmee moet hij de bus heen en terugnaar huis betalen en op de koop toe zijndrie zussen en broer in de provincie onder-houden. Hij woont in een van de vele slop-penwijken die als een krans om de stad lig-gen. ‘Als ik kon, ging ik naar het buiten-

land’, zegt hij me wanneer hij me thuis ont-vangt. ‘Maakt niet uit waarheen, als er maarmet euro’s of dollars wordt betaald.’ Sterkevaluta kan hij bij terugkeer inwisselen tegennaira’s en zo een eigen zaak beginnen. Bijde toegang tot zijn sloppenwijk ligt eenenorme vuilnisbelt. Elektriciteitskabels han-gen als een spinnenweb over de golfplatendaken. ‘Nigeria valt alleen maar niet uit elkaarom dat het een petro-economie is’, zegt Je -remy Weate, een Britse uitgever en mijn-bouwconsultant uit Abuja. ‘Wie de machtkan grijpen in Abuja, heeft toegang totmiljarden dollars. Haal olie en gas uit de vergelijking en Nigeria houdt op tebestaan. In dat geval zou de vetpot overvele kleintjes verdeeld moeten worden enis er voor de winnende partij gewoonminder te rapen.’ De eenhoud van hetland zou dus onder druk komen, nuinternationaal de olieprijzen dalen enNigeria’s rol als olieproducent tanende is.

Minder olie betekent ook minder overheids-geld voor de regering, die vooralsnog voed-sel en brandstof kunstmatig goedkoop konhouden. Een daling van de overheidssubsi-dies kan de vlam in de pan doen slaan,zoals in januari 2012, toen liefst één mil-joen Nigerianen op straat kwamen uit pro-test tegen een plotselinge verdubbeling vande brandstofprijs. De eerste Occupy Nigeriawas een feit.Weate: ‘Het klopt dat die betogingen maareen paar weken geduurd hebben, maar deschrik zit er sindsdien goed in bij onze lei-ders. Er hoeven alleen maar een paar subsi-dies te worden geschrapt en het protest zalweer in alle hevigheid oplaaien.’Dat valt nog te bezien. Nigerianen mogendan wel al een rebels kantje hebben, ze zijnna jaren dictatuur en hardhandige orde-diensten ook bang. Bovendien sneuvelt nie-mand graag voor een verloren zaak. Wiemet het hoofd een kokosnoot breekt, zalnooit genieten van zijn smaak.

18 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Q

Jongeren kijkennaar een voetbal-match op hetdrassige markt-plein in PortHarcourt.

Jaarlijks zakkenduizendenYoruba’s en

andere aanbid-ders van water-godin Osun af

naar Osogbo, éénvan Nigeria’slaatste heilige

wouden.

Wanneer rijk en arm tegen elkaar aanschurken

Area boys, straatraces en hekserij

Al weert men bedelaars, venters enmotortaxi’s uit het straatbeeld, tochzitten rijk en arm in Nigeria heel dichttegen elkaar aan. Deel 2 van onzeNigeria-reportage: MO* ging kijken bijde area boys in Lagos, de straatracersin Abuja en dook een kerk binnen inPort Harcourt. Rijke en arme jongeren:een gedwongen samenlevingscontract,doortrokken van afkeer en verlangen,angst en medeplichtigheid.

REPORTAGET R E N D S

© Stefaan Anrys

© Stefaan Anrys

MO114-016_NIGERIA_MO114-016_NIGERIA 25/11/14 10:45 Pagina 18

Page 11: MO*magazine 114

de go slows: de beruchte files van Lagos.Syreeta, de vrouw in het verhaal, hoopt naeen verkeersovertreding makkelijk weg tekomen met een steekpenning aan thatLastma guy. De auteur laat in het midden ofhet haar lukt.‘Lagos is bipolair’, vindt Barrett. Hij is eenvan de schrijvers die zijn gelecteerd voorhet in Port Harcourt gepresenteerde Africa39, een bloemlezing met jong Afrikaansschrijftalent onder de 39 jaar. ‘Lagos ischaos, maar daaronder zit structuur. Er

staan amper wegwijzers en toch vindt ieder-een zijn weg.’ Het is een stad van stilzwij-gende afspraken, van compromissen, vangrijswaarden en grijze zones. ‘Met onzegraad van ongelijkheid had Nigeria allangmoeten ontploffen, zoals Somalië. Tochgebeurt dat niet. Ik krijg er kop noch staartaan.’

straatraces in abujaIn een buitenwijk van Abuja, vlak bij hetgloednieuwe Turkse ziekenhuis Nizamiye,komen de telgen van de politieke en econo-mische elite elke zondagmiddag rondjes rij-den met hun dure auto’s. Op een weinigbereden asfaltweg draaien ze driftig in hetrond tot hun banden klappen en hetpubliek – meestal onbemiddeldeNigerianen uit de buurt of de sloppen rondAbuja – aan het juichen gaat. De verlaten weg draagt de littekens vanremsporen. Opeengepakt in de zwartemensenzee zien we rond vijf uur de grotelichten van een metallic Mercedes E ver-vaarlijk snel onze richting uitzwenken. Demotor loeit en de geur van verbrand rubberprikt in mijn neusgaten. ‘Een schande’, roept Uwaisu Idris. Uwaisuis de Hausa-sprekende correspondent voorDeutsche Welle, de Duitse openbare wereld-omroep die ook actief is in Nigeria. Opmijn verzoek heeft hij me meegenomen

naar de races. ‘Pure verkwisting. Zeg nuzelf. Twee nieuwe achterbanden stukrijdenin geen drie minuten, terwijl veel toeschou-wers geen nagel hebben om hun gat tekrabben?!’Zijn collega’s hebben in kranten en onlinemedia al vaker afgegeven op de illegalestraatraces, die op de koop toe levensgevaar-lijk zijn voor de omstaanders. ‘Is dit nu hetleiderschap dat we willen promoten? Diegasten geven het slechte voorbeeld.’Wanneer de chauffeurs uit hun wagens

stappen, gedragen ze zich inderdaad alschiefs. Ze stappen met rustige tred op me af,schouder aan schouder, in het midden vande verlaten weg, onder de nieuwsgierigeblikken van honderden toeschouwers. Slechts één van hen, een zekere Sir Runs,wil mij kort te woord staan. De anderen wil-len zelf geen interviews geven zolang hunvoorzitter niet gearriveerd is. Voor Sir Runsis het louter een uitlaatklep, een verzetje naeen drukke werkweek. ‘Op één avond 500euro weggooien aan drank en vrouwen?Dan zit ik liever achter het stuur van mijnBMW.’

rolex en mercedesIk stel mij voor hoe de toeschouwers metafgunst naar deze parvenu’s staren en niet-temin gebiologeerd zijn door de rijkdomdie ze uitstralen. De bijna tastbare nabijheidvan zoveel glamour verschaft de bezitlozenmisschien even de illusie dat zoveel glitterop hen zal afstralen. Nigerianen hebben een haat-liefdeverhou-ding met geld én met hun elite, weet BabaTunde, een journalist uit Lagos. ‘Nergensworden zoveel Mercedes G-modellen ver-kocht als in Nigeria’, zegt Tunde. ‘Het lijktwel alsof wij Nigerianen met een minder-waardigheidscomplex kampen en overcom-penseren. Een discreet horloge is niet goedgenoeg. Het moet een knoert van een Rolex

zijn.’Al mag iedereen druk in de weer zijn metritselen om de dag door te komen, toch ishet fout om Nigerianen van geldzucht tebetichten. Jongeren vallen beslist voor deverlokkingen van het geld – wie is daarhelemaal ongevoelig voor? –, maar tochklinkt, zacht of minder zacht, hun afkeervan zoveel ongelijkheid en corruptie. Seculiere ngo’s, zoals het bewonderens-waardige LEAP Africa, helpen young potenti-als om goed van kwaad te onderscheiden enreligieuze organisaties preken goede zedenen vooral hoop, in barre tijden. ‘Vandaag verandert jullie peil’, roept EneNkechi, de pastor van de Carpenter Churchin Port Harcourt. Aan haar gehoor van dui-zenden gelovigen vraagt ze met dwingendestem: ‘Hoe moet jullie peil veranderen?’Ook ik durf niet anders dan mijn duim opte steken. ‘Ja, jullie peil gaat omhoog.’Morgen kan nooit slechter zijn dan van-daag, besluit ze tevreden. Het klopt dat pinksterkerken behalve spiri-tueel heil ook materiële welvaart in hetvooruitzicht stellen. Hun toenemend succesin het Zuiden is echter ook te wijten aanhet morele en politieke verval, de ongelijk-heid en de corruptie. Niet toevallig hangener in de straten van Port Harcourt meeraffiches voor pinksterkerken dan voor politi-ci, terwijl we toch voor de verkiezingen vanvolgend jaar staan.

baby in een vijzelPinksterkerken en Boko Haram, area boysen burgerwachten, etnisch nationalisme enmilitantisme, studentenbendes of secretcodes, ja zelfs hekserij wordt door sommigewetenschappers in verband gebracht met destijgende ongelijkheid in Nigeria.Een heks werd vroeger gezien als iemanddie zijn eigen kinderen of verwanten opatom na afloop, boem pats, gezegend te wor-den met rijkdom. Hij of zij deelde dus nietin zijn geluk, maar teerde voor zijn eigenwinstbejag op zijn eigen vlees en bloed. In veel traditionele samenlevingen mocht jerijk worden als je de familie of de clan maar

‘Lagos is chaos, maar daaronder zit structuur. Er staanamper wegwijzers en toch vindt iedereen zijn weg.’

21MOQ • winter 2014 • www.mo.be

podium. De Duits-Nigeriaanse zangeresNneka is zopas ingevlogen en paradeertmet haar adembenemende afrokapsel langsde haagjes die de oude celmuren verbeel-den.‘Noodgedwongen hebben we de area boysuit de buurt moeten aannemen als park-wachters’, zegt Theo, ‘want dit was hun ter-rein. Vandaag beschouwen zij FreedomPark als van hen en vallen zij niemand las-tig. Integendeel. Sinds zij onze securityofficers zijn, houden ze andere amokmakersweg.’ Zogenaamde area boys bestonden eigenlijkal onder de Britse bezetter, maar maaktenvooral in de jaren negentig de straten onvei-lig, door bewapend met zwepen, riemen enstokken geld te eisen van passanten. De mannen en vrouwen aan wie Pele me ’sanderendaags voorstelt, in Broad Street enlangs de Marina, zien er ongevaarlijk uit.Sommigen werken als ambtenaar of chauf-feur. Heel anders dan de werkloze area boysin de wijk Isole Eko, die naar verluidt bewa-pend zijn door politici. ‘Om met het oog op

de verkiezingen van volgend jaar hun vuileklussen op te knappen en opposanten uit teschakelen’, weet Pele. Iemand biedt me schnapps aan in een zil-veren scheurzakje en ik steek een sigaretop. De sfeer is ontspannen. Adelaja, diezichzelf de koning van de boys noemt,draagt glimmend zwarte schoenen en ver-rast mij door zijn belezenheid.‘Ze noemen mij area boy, maar kijk nutoch. Ik ben godbetert vijftig jaar’, sakkerthij. ‘Politici behandelen ons als vuil, ter-wijl zij wel over onze ruggen in weeldebaden! We mogen stemmen, maar nooitkrijgen wij een stuk van de taart.’ Hijklaagt over de slechte staat van de wegen,de constante stroomstoringen en degebrekkige gezondheidsvoorzieningen opLagos Island.

stroper wordt boswachterDoor werkloze area boys nu in te schakelenin Lastma en KAI, meent de regering vanLagos State twee vliegen in één klap teslaan. Lastma staat voor Lagos State Traffic

Management Authority. Samen met hun col-lega’s van KAI, Kick Against Indiscipline,surveilleren zij in opdracht van het lokalebestuur de straten. Ze jagen straatventersweg of beboeten doorroodrijders en andereverkeersovertreders. Zij krijgen een inko-men, de staat heft belastingen en de ver-keersdoorstroming in Lagos verbetert.‘Sinds er heel wat van hen bij Lastma wer-ken, zijn er aanzienlijk minder problemen’,weet Ijeoma Nwachukuru. Zij werkt voorBethesda, een organisatie van de pinkster-kerk die een schooltje runt in de sloppen-wijk Ikota bij Lekki, het nieuwe stadsdeelvan Lagos. ‘Helaas zijn niet alle straatjon-gens hun oude streken verleerd.’ In dekrant lees ik dat er aardig wat Lastma-boysin de cel zitten. Ook Ikota heeft zijn gevaar-lijke buurtjongens. Area boys wordt verweten dat ze geweldda-dig en corrupt zijn, zelfs in hun uniformvan Lastma of KAI. Anderzijds profiterenchauffeurs ook van die speelruimte. In WhyRadio DJs are Superstars in Lagos beschrijftA. Igoni Barrett hoe een stel terechtkomt in

��

REPORTAGET R E N D S

20 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

(links)Elke zondag

komen jongerenin Abuja bijeentijdens illegale

streetraces.(rechts)

Lawrence heeftzijn eigen stek in

een slum vanAbuja.

© Stefaan Anrys

© Stefaan Anrys

MO114-016_NIGERIA_MO114-016_NIGERIA 25/11/14 10:45 Pagina 20

Page 12: MO*magazine 114

liet delen in je welstand. In ruil verkreeg jeprestige en bleef de ongelijkheid tussen deverschillende leden van je samenleving bin-nen de perken. In dat opzicht is de zelf-zuchtige kapitalist dan ook een anomalie,een “heks”. In de kranten lees je wel vaker over afge-hakte hoofden of babylijkjes die ergens inhet land gevonden zijn, zogenaamdgebruikt tijdens occulte rituelen die de klant

op slag rijk moeten maken. Ook Nollywood-films zoals Jujuwood zijn doorspekt met welerg verwrongen verwijzingen naar Nigeria’srijke traditie.Zelfs Tunde hecht geloof aan dit soortverhalen: ‘Ik weet van een vriend in

Abuja dat hij een goed-betaalde overheidsbaanzou krijgen. Nadat hijdoor vier mannen wasontvangen, moest hijzich helemaal uitkledenen een wit gewaad aan-trekken. Hij werd naareen kamer gebracht waar hij met eenstamper een levende baby moest verbrij-

zelen. Die lag in een vijzel waar wijgewoonlijk yamswortel in stampen. Hij isgevlucht.’Of dit soort broodje-aapverhalen waarheids-getrouw zijn of niet doet er weinig toe,vindt Igoni Barrett, die deze en andere ver-

halen verwerkte in zijn verhalenbundelFrom Caves of Rotten Teeth. Enerzijds druk-ken de verhalen het afgrijzen vanNigerianen uit over de schrijnende ongelijk-heid en de willekeur waarmee de petrodol-lars verdeeld worden. Anderzijds spreekt erook fascinatie uit: wat als het manna mijooit ten deel valt? ‘Even afzien of vreselijkedingen doen lijkt voor sommigen aanlokke-lijker dan knokken voor je baan.’ Niet zo verrassend, denk ik dan, in het landvan man no man, waar connecties je toe-komst mee bepalen.

��

22 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Q

‘Met onze graad van ongelijkheid had Nigeria allangmoeten ontploffen, zoals Somalië. Toch gebeurt dat niet.’

Online extra’s opMO.be• Boko Haram, studentenbendes & Occupy

Nigeria. Jonge schrijvers vertellen hun verhaal• LEAP leert young potentials ethisch zakendoen

• Van Fela tot Nneka: muziek uit Naija• Mode-ontwerpers stoppen traditie in nieuw kleedje

• ‘Olie houdt Nigeria samen’ (Jeremy Weate) • Africa39 bundelt jong schrijftalent uit

sub-Saharaans Afrika.• schrijver Ben Okri geeft reistips voor Nigeria.

REPORTAGET R E N D S

MO114-016_NIGERIA_MO114-016_NIGERIA 25/11/14 10:45 Pagina 22

Page 13: MO*magazine 114

10 km 10 km

25MOQ • winter 2014 • www.mo.be

De kwartaalcijfers

24 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

door Alma De Walsche

Ik ga naar Lima en ik neem mee...

� Jim Yong Kim, voorzitter van de Wereldbank, vergeleek

klimaatverandering met de ebola-epidemie: bij beide problemen

komt de internationale gemeenschap te laat in actie en dat onver-

mogen kost mogelijk miljoenen mensenlevens. MO* vat enkele

belangrijke vaststellingen uit het jongste klimaatrapport samen en

signaleert nieuwe inzichten.

Een opwarmende wereldUit het recentste rapport van het Intergouvernementeel Panel

voor Klimaatverandering (IPCC) van de VN blijkt dat de

opwarming sneller gaat dan verwacht:

� tussen 2002 en 2011 kromp de Groenland ijskap zesmaal

sneller dan gemiddeld in het vorige decennium

� ook de ijskap van Antarctica smelt vijfmaal sneller dan vorig

decennium

� de zeespiegel stijgt met 3,17 mm per jaar. De vorige eeuw

steeg de zeespiegel met gemiddeld 1,78 mm per jaar.

� Met de huidige uitstoot stevenen we af op een opwarming

van 4 tot 6°C, volgens onderzoekers van het Tyndall Centre. We

zouden al in 2046 een opwarming van 2°C kunnen bereiken.

� vorig jaar overschreed de concentratie van broeikasgasdeel-

tjes in de atmosfeer de 400 ppm (deeltjes per miljoen). Als we

de temperatuurstijging willen beperken tot 2°C, mag de concen-

tratie de 450 ppm niet overschrijden. Maar volgens klimaatex-

perts als James Hansen en Bill McKibben, daarin gevolgd door

de kleine eilandstaten, is 2°C al te veel en moeten we ons focus-

sen op 1,5°C, wat neerkomt op een concentratie van niet meer

dan 350 ppm.

� De olie-industrie blijft een enorme subsidieslurper: wereld-

wijd gaat nog steeds zo’n 1,4 biljoen euro overheidssubsidie

naar deze belangrijke bron van broeikasgasuitstoot.

Nooit eerder waren de tekenen van een opwarmend klimaat zo duidelijk en de wetenschappelijke gegevens hierover zo overvloedig.

En nooit eerder werd al die kennis zo pertinent genegeerd als vandaag.Toch is de enige hoop op vooruitgang op de Klimaattop in Lima, Peru,

dat politici de cijfers bekijken en ernaar willen handelen.

Klimaat bedreigt pensioen?Om de opwarming onder de 2°C te houden, mag er maximaal nog

565 tot 886 gigaton CO2 bijkomen in de atmosfeer. Concreet

komt dat erop neer dat nog maar 20procent van de nu bekende

reserves van fossiele brandstoffen opgebruikt mag worden. De

overige 80 procent, waar oliebedrijven nu al reële investeringen in

doen, moet onder de grond blijven. Toch hebben de top tweehon-

derd olie-, gas- en mijnbedrijven in 2013 nog 530miljard euro in

de zoektocht naar nieuwe voorraden fossiele brandstoffen

gepompt. Indien werkelijk beslist wordt dat al die voorraden niet

meer mogen worden aangeboord, dreigt de beurswaarde van deze

bedrijven meteen in te storten. Op 31 december 2013 vertegen-

woordigden de aandelen in de tien grootste oliebedrijven een

waarde van 1,4 biljoen euro.

Bij zo’n crash zouden ook de investeringen in de olie- en gasindus-

trie van pensioenfondsen waardeloos worden.

Het Overheidspensioenfonds van Noorwegen heeft al een groep

experts aangesteld om de portefeuilles te analyseren en risicokapi-

taal uit de olie-en gasindustrie weg te halen. Het Noorse

Pensioenfonds Storebrand besliste vorig jaar zijn investeringen in

negentien olie-en gasbedrijven weg te halen wegens het toekomst-

risico. Het Zweedse Pensioenfonds AP4 besloot om dezelfde

reden zijn investeringen in koolstofintensieve bedrijven te reduce-

ren en het Pensioenfonds AP2 trok zijn aandelen in twaalf steen-

koolbedrijven en acht olie- en gasbedrijven terug, in totaal voor een

waarde van 116miljoen dollar. Ook de Zweedse stad Örebro haal-

de haar investeringen weg uit fossielebrandstofindustrieën, voor

een waarde van 225miljoen euro. De Nederlandse ASN Bank

heeft zichzelf tot doel gesteld om tegen 2030 in al haar investerin-

gen “koolstofneutraal” te zijn.

Het groene klimaatfonds Op de klimaattop van 2010 gingen de rijke landen akkoord met de

afspraak dat overheden en privé tegen 2020 jaarlijks 100miljard

dollar zouden samenbrengen voor klimaatfinanciering van de

arme landen. Tot nog toe is er slechts 2,3miljard dollar toegezegd,

wat nog fors onder de 10miljard dollar ligt die VN-secretaris gene-

raal Ban Ki Moon vooropgesteld had om tegen het einde van dit

jaar in te zamelen. Privébanken hebben beloofd voor 20miljard

dollar groene obligaties uit te geven, en dat tegen 2015 op te trek-

ken naar 50miljard. Verzekeraars beloofden om tegen 2015 hun

groene investeringen te verdubbelen, tot 82miljard dollar.

Frankrijk en Duitsland beloofden een miljard dollar de komende

jaren, Zwitserland en Zuid-Korea 100miljoen dollar, Tjechië

5,5miljoen dollar. Denemarken trekt 70miljoen uit en Noorwegen

33miljoen dollar.  België beloofde om tussen 2010 en 2012150mil-

joen euro te storten, maar dat bleef beperkt tot 92miljoen in 2012.

In 2013 kwam daar nog eens 3,35miljoen bij, maar dit jaar heeft

ons land nog geen nieuwe toezegging gedaan.

Steden maken het verschilTegen 2030 woont 60procent van de wereldbevolking in steden.

Steden staan nu al voor 70procent van de broeikasgassen, hoewel

ze slechts 2procent van het landoppervlak beslaan.

Een recent rapport van de Global Commission on the Economy

and Climate, Better Growth, Better Climate, stelt dat steden de

komende vijftien jaar 2,3 biljoen euro kunnen uitsparen in infra-

structuuruitgaven als ze compact en klimaatbestendig bouwen.

De organisatie van het openbaar vervoer in de groeiende steden is

van cruciaal belang voor het beheersen van de uitstoot. Atlanta

(VS) en Barcelona (Spanja) hebben ongeveer evenveel inwoners

en een vergelijkbare levensstandaard, maar Atlanta stoot tienmaal

zoveel broeikasgassen uit afkomstig van transport als Barcelona.

Atlanta, VS Barcelona, Spanje

MO114-024 Kwartaalcijfers_MO114-024 Kwartaalcijfers 25/11/14 10:45 Pagina 24

Page 14: MO*magazine 114

27MOQ • winter 2014 • www.mo.be

28 In China herbegon de geschiedenis

30 Francis Fukuyama vreest het einde van het regeren

34 De nieuwe toekomst

36 Het begin van vele geschiedenissen

44 Ecuador: het Correaanse model

52 Pankaj Mishra: de toekomst is pluralistisch

56 Ik, mijn Nikes en de uitzichtloze toekomst

58 De eeuw van het kalifaat?

62 Geschiedenis zonder groei

66 Het museum van Europa

70 Podemos en Syriza: de kracht van verandering

74 Lectrr

Het begin van de geschiedenis

F O C U S

© c

over

illus

tratie

Kla

as V

erpl

anck

e /

ww

w.k

laas

.be

MO114-027_Binnencover _MO114-027_BINNENCOVER 25/11/14 10:46 Pagina 27

Page 15: MO*magazine 114

© M

ads

Nis

sen

door John Vandaele foto Mads Nissenin beeld

29

� Als er één land is dat zijn eigen geschiedenis en die vande wereld herschreef de voorbije 25 jaar, dan wel China. Hetland tekende voor de snelste economische ontwikkeling ende grootste verstedelijkingsgolf uit de menselijke geschiede-nis. Honderden miljoenen mensen die generaties lang aanhet voorvaderlijke land of dorp waren gebonden, waar zezo’n klein stuk land bewerkten – zo gaat dat in het volkrijk-ste land ter wereld – dat ze daar nooit welvarend konden vanworden, trokken naar de stad, waar ze ander emplooi von-den. Waarom vonden ze daar werk? Omdat China door zijnopname in de wereldeconomie het atelier van de wereldwerd. Multinationals aller landen verenigden zich in hunlange mars naar China. Gevolg: uw hemd, i-Pad, gsm ofkerstversiering worden tegenwoordig massaal in het Rijkvan het Midden geproduceerd. China wordt wellicht dit jaaral de grootste economie ter wereld.Maar vooral in China zelf is de verandering zichtbaar. WaarBeijing in 1989 nog een fietsstad was, verlammen nu enor-me files het verkeer, ondanks de razendsnelle bouw van hetgrootste metronet ter wereld. Milieuvervuiling en groeiendeongelijkheid zijn de keerzijde van de economische bloei:China is ’s werelds grootste producent van broeikasgassen. De boom steunt vooral op de bouw van massaal veel nieuwesteden: overal in China werd in een ongelooflijk tempohoogbouw opgetrokken om de nieuwe stedelingen te huis-vesten. Daarvoor moeten vaak oude wijken tegen de grond,waarvoor dan eendere rijen betonblokken in de plaatskomen. De vraag bij dat alles is of de rijker wordendeChinezen hun autoritaire bestuursmodel blijven aanvaarden. China was zo succesvol als leverancier van goedkope maarrelatief goed geschoolde arbeidskrachten dat het die rol nu alontstegen is. Onlangs raakte bekend dat China dit jaar voorhet eerst zelf meer buitenlandse investeringen zal doen inde rest van de wereld dan omgekeerd. Overal ter wereldbeleeft de Chinese aanwezigheid een stormachtige opgang.Of en hoe dit opkomende China zich kan inpassen in dewereldorde die zich voor de 21ste eeuw ontwikkelt, daaroverzal de komende 25 jaar nog veel te doen zijn.

In China begonde geschiedenisopnieuw

MO114-028_INBEELD_MO114_028_INBEELD 25/11/14 10:46 Pagina 28

Page 16: MO*magazine 114

��

31MOQ • winter 2014 • www.mo.be

‘Goed bestuur is moeilijker dan democratie’

Francis Fukuyama vreest het einde van het regeren

30 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

INTERVIEWF O C U S

door John Vandaele

� Een tekst kan het leven van een mensveranderen. Francis Fukuyama is in datgeval. In 1989 publiceerde hij in het Ameri-kaanse tijdschrift The National Interest zijnartikel The End of History? en toen de Berlijnse Muur enkele maanden later viel,werd hij wereldberoemd. De val van deMuur betekende volgens hem dat kapita-lisme en democratie voor altijd het modelzouden zijn. De naam Fukuyama zal vooraltijd met het einde van de geschiedenisverbonden blijven, ook al schreef hij intus-sen boeken die aantonen dat hij niet deeendimensionale verdediger van het kapi-talisme en de westerse democratie is die hijin 1989 leek. Het gewicht van dat verleden blijkt als wehem bellen voor een interview over zijnnieuwe boek De oorsprong van de politiek enverwijzen naar de lezing ‘De terugkeer vande geschiedenis’ die hij in Amsterdam zal

geven. Fukuyama hoort het in Keulen don-deren: ‘Hebben ze er die titel aan gegeven?’Er ontsnapt hem een kleine zucht: hij lijkter niet helemaal tevreden mee. Het zijndezer dagen zonder twijfel soms verve-lende tijden voor wie 25jaar geleden heteinde van de geschiedenis uitriep. Ook wijwillen natuurlijk, een kwarteeuw na de fei-ten, beginnen bij zijn vaststellingen vantoen. Lijkt het er inderdaad niet op dat degeschiedenis terug is?

Francis Fukuyama: Het zijn niet echt goedetijden voor de democratie, dat klopt. 2014 iseen moeilijk jaar. De geopolitiek is terug.Twee grote autoritair geleide staten, Chinaen Rusland, stellen zich assertief op enstellen territoriale eisen. Islamitische Staatveroverde grondgebied in Syrië en Irak; ookdat is niet meteen een democratische be-weging. Dat is een uitdaging voor het Wes-

ten. Temeer omdat de democratieën hetniet zo goed gedaan hebben de jongste tijd.Zowel de VS als de EU reageerden nietkrachtig op de financiële crisis. De financi-ële sector behoudt zijn greep op de politiek.De democratie gaat op zijn minst door eenmoeilijke periode.

Weerlegt dat uw stelling niet?Francis Fukuyama: Je moet dat in perspec-tief zien. Tussen 1970 en nu steeg het aan-tal democratieën van 35 naar 120. Zelfs algaan we nu door turbulente tijden, totnader order blijft de democratie – bij ge-brek aan beter – dé bestuursvorm. Heteinde van de geschiedenis heb ik nooit opeen mechanistische manier bedoeld: na-tuurlijk zullen er dingen blijven gebeuren.Wat ik wilde zeggen is dat de toekomst vande geschiedenis de democratie is. Dat isnog steeds het geval. Of gelooft u dat hetsocialisme de toekomst heeft? Of het Poeti-nisme? Of het kalifaat? Denken we echt datveel Japanners of Brazilianen zich daardooraangesproken voelen? Ik denk van niet.

Het Chinese model lijkt ontwikke-lingslanden als Rwanda of Ethiopiëwel te inspireren.

Francis Fukuyama: Dat is de plausibelstekandidaat. Al worstelt ook China onder deoppervlakte van zijn half-kapitalistischesysteem met spanningen. De vraag is of de

geschiedenis op dat model afkoerst. HetChinese model is sterk verbonden met deChinese cultuur.

U stelde voorop dat democratie enkapitalisme voortaan het modelzouden zijn, maar er zijn grotespanningen tussen de twee. Hetlijkt geen goed stel. De ongelijkheidis door het globale kapitalisme zosterk toegenomen dat ze de demo-cratie bedreigt.

Francis Fukuyama: Die enorme ongelijkheidbedreigt inderdaad de democratie. De oli-gopolistische elites hebben greep op de po-litiek, waardoor die laatste erg polariseert.Populisme tiert welig en de instabiliteitneemt toe.

Maar u schreef toen dat het klas-senprobleem in de VS was opge-

lost, dat het de egalitaire samenle-ving was zoals Marx die had ge-droomd.

Francis Fukuyama: Ik zou dat vandaag nietmeer zeggen. Ongelijkheid is overigens eenmondiaal probleem dat veroorzaakt wordtdoor globalisering en technologie. Europaverzet zich met zijn grote herverdelingvoorlopig vrij goed tegen die ongelijkheid,maar de vraag is of het dat financieel kanvolhouden. Dat weet ik dus niet. Een anderevraag is of je de middenklassebanen kuntbeschermen zonder aan groeipotentieel enconcurrentievermogen te verliezen.

Als je het niet doet, dreigt hetdraagvlak voor de globalisering teverdwijnen. Populistische partijenstellen vragen bij migratie, vrijhan-del, vrij kapitaalverkeer…

Francis Fukuyama: Het klopt dat de meeste

populistische bewegingen steunen op deangst van de lagere klassen om hun baan teverliezen. Maar betekent dat dat de demo-cratie niet langer het ideale model is? Ik ziegeen alternatief. Autoritaire regimes gevenevenmin een antwoord op de globaliseringen haar gevolgen. Klopt het dat globalise-ring en ongelijkheid de democratie bedrei-gen? Ja. Het beste is dat we in de contextvan de democratie herverdelings maatre-gelen nemen zonder dat die kansen vernie-tigen.

Dat is ook wat Thomas Pikettyvoorstelt, al wijst hij er wel op datje, om dat goed te doen, internatio-nale samenwerking nodig hebt.

Francis Fukuyama: Zijn voorstel van eenmondiale vermogensbelasting vergt onrea-listisch veel internationale samenwerking.Al worden er de voorbije jaren stappen

Francis Fukuyama zag na de val van het commu-nisme het einde van de geschiedenis opdoemen. Eendeel van wat hij toen schreef, is achterhaald. Datgeeft hij zelf ook toe, maar democratie blijft de norm,vindt hij. In de loop der jaren ging hij steeds meerwijzen op het belang van goed bestuur: ‘We lijdennog steeds onder Reagans erfenis, die zo laatdunkenddeed over besturen.’ ©

Reu

ters

/Lar

ry D

owni

ng

Francis Fukuyama: ‘2014 is een moeilijkjaar. De geopolitiek

is terug.’

MO114-030 Interview Fukuyama_MO114-030 Interview Fukuyama 25/11/14 10:48 Pagina 30

Page 17: MO*magazine 114

vooruit gezet in dat verband. Belas-tingparadijzen staan onder druk omtransparanter te worden. Er is meerdruk op staten om financiële informa-tie uit te wisselen.

U noemt democratie wel heteinde van de geschiedenis,maar hebt er geen heilsver-wachtingen over.

Francis Fukuyama: Er zijn veel span-ningen tussen democratie en goed be-stuur. Zowel in democratieën als inautoritaire systemen is er corruptie.Er zijn autoritaire systemen waar deleiders vooral aan hun eigen belangendenken, neem Zimbabwe of Noord-Korea, maar er zijn er ook waar de lei-ders handelen vanuit een besef vanhet algemeen belang, zoals in Singa-

pore of China. Elites verbinden er zichtot een beleid dat in grote lijnen gun-stig is voor de samenleving. Democra-tie is daarvoor geen garantie. InOekraïne wisten de leiders na deOranje Revolutie blijkbaar niet hoe zegoed moesten besturen: ze gingendoor in de vertrouwde postsovjetstijl,waardoor ze de volgende verkiezingenverloren en Janoekovitsj aan de machtkwam. En die deed weer hetzelfde. Degrote vraag is of de nieuwe regeringanders zal besturen.

U zegt eigenlijk dat we dekunst van het besturen onder-schatten?

Francis Fukuyama: Absoluut. We levenin de VS in een democratie en zijnvooral bang van tirannie, maar hoe wegoed moeten besturen, dat staatamper op de agenda. Soms lijkt heterop dat we naar het einde van bestu-

ren gaan, in de VS maar ook in delenvan de EU. Griekenland en Italië lijdenzwaar onder cliëntelisme. In noorde-lijk Europa ligt het anders. Daar vindje sommige van de beste democra-tieën, die ook het beste bestuur heb-ben.

Is die onderschatting van demoeilijkheid om goed te bestu-ren niet begonnen bij de neoli-berale golf?

Francis Fukuyama: Helemaal meeeens. De manier van denken die ont-stond onder Ronald Reagan – de rege-ring is niet de oplossing maar hetprobleem – was al te geringschattend over het belang van bestuur. De VS enheel de wereld lijden nog steeds onderdie erfenis. Het is makkelijk om te

spreken over goed bestuur, maar hoeverander je Nigeria in Zweden? Hetzijn beide democratieën, maar er zijngeen eenvoudige recepten voor. MaxWeber omschreef in de negentiendeeeuw al wat een goede bureaucratie is,maar hoe kom je daar? Er is politiekewil voor nodig.

Het heet dat mensen in een de-mocratie corrupte leiders weg-stemmen.

Francis Fukuyama: Verkiezingen zijnniet genoeg om dat te realiseren:cliëntelisme is sterker. Politici rakenverkozen door dingen te beloven. Dekiezers worden zo “gekocht”, het kor-tetermijnbelang gaat voor, maar depolitici slagen er daardoor niet in eencoalitie te vormen, zelfs al wil demeerderheid misschien een zuiverderpolitiek. Soms is wel aan de politiekevoorwaarden voldaan om die cirkel te

doorbreken: in de VS wilde de opko-mende middenklasse in de negen-tiende eeuw goed bestuur. Als datgebeurt, kan het lukken. Maar er isdus geen toverformule: het is een po-litieke kwestie. De kwaliteit van hetbestuur verbeteren is moeilijker dandemocratische instellingen invoeren.

Kunnen ontwikkelingslandeniets leren van China, dat tweeduizend jaar geleden aleffectief staatsbestuur ont wik - kelde?

Francis Fukuyama: Het is moeilijk omvan China te leren omdat veel ken-merken diep ingebed zitten in de Chi-nese geschiedenis. Neem de nadrukop onderwijs. Dat is er zo belangrijkomdat staatsexamens voor ambtena-ren er al tweeduizend jaar bestaan.Overal in het confucianistische Oost-Azië vind je “tijgermoeders” die eralles aan doen opdat hun kinderenhard studeren. In Afrika, het Midden-Oosten of Latijns-Amerika zijn die tij-germoeders er niet. Als Afrikaanseleiders dwepen met het Chinesemodel, denken ze vooral aan het auto-ritaire. Andere elementen – merito-cratie of geloof in het algemeenbelang – ontbreken. Dan kun je ookniet dezelfde resultaten verwachten.

Mijn indruk is dat u in de loopder jaren steeds meer bentgaan wijzen op het belang vande staat, van goede instellin-gen, van bestuur.

Francis Fukuyama: Daar hebt u gelijk in.

Nochtans leek u als auteur vanHet einde van de geschiedenisvooral een voorvechter van hetkapitalisme.

Francis Fukuyama: Het is een focus dieik over de jaren heb ontwikkeld. Het isinderdaad niet hoe ik begonnen ben. Ikben veranderd.

��

32 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

INTERVIEWF O C U S

‘Bedreigen globalisering en ongelijkheid de democratie? Ja.Het beste kunnen we in de context van de democratie her-verdelingsmaatregelen nemen.’

MO114-030 Interview Fukuyama_MO114-030 Interview Fukuyama 25/11/14 10:48 Pagina 32

Page 18: MO*magazine 114

� Klein is democratischer‘Het oorspronkelijke idee van democratie in de Griekse stadstaat was niet voorzienop de enorme complexiteit en schaal vande huidige natiestaten, waardoor burgerssteeds verder verwijderd raken van beleiden keuzeprocessen. Het antwoord op dieimpasse is meer gelijkheid, meer lokaledemocratie en kleinere staten. We moetenaf van die autoritaire mammoetstaten zoalsChina en India’, zegt de Indiase auteurPankaj Mishra. Voor sommigen er een pleidooi voor hetopbreken van België in lezen, er toch evenaan herinneren dat België bezwaarlijk totde mammoetstaten gerekend kan worden.En: ‘Als we vandaag nadenken over decen-tralisatie, moeten we dat vooral niet doen

vanuit het concept van een nationalegemeenschap op basis van één ras, éénvolk of één taalgemeenschap.’Decentralisatie van de macht is een receptdat in veel landen uitgeprobeerd wordt. InMali voorkwam decentralisatie niet dat hetnoorden zich probeert af te scheuren, inIndonesië zorgt ze wel voor grotere natio-nale samenhang, net als in Mishra’s eigenIndia. Maar nergens worden de conceptenvan de natiestaat echt ter discussiegesteld, en op veel plaatsen wordt juistgezocht naar schaalvergroting, waardoorde afstand tussen burger en bestuur alleenmaar toeneemt. Zie: Europese Unie. (gg)

� Graffiti voor geschiedenisIn het Midden-Oosten is onafhankelijkekunst van oudsher politiek getint. Voor deopstanden van de Arabische Lente was demaatschappijkritische boodschap vaak ver-holen en alleen te duiden door de goedeverstaander. Maar er is intussen veel ver-anderd. Opvallend is het wegvallen van deschroom om bijvoorbeeld als kunstenaaraan de slag te gaan. Vooral de beeldendekunsten beleven een ware explosie, die zichopenlijk manifesteert in het stadsbeeld.Kunstenaars zien het als hun plicht het volkeen geweten te schoppen. Net zoals in de andere Arabische postrevo-lutionaire staten ruilden Egyptische kunste-naars grootse werken over de farao’s invoor kunst over de hedendaagse geschiede-

nis. Ze zien het als hun plicht de stadsmu-ren te beschilderen om de ware toedrachtvan politieke gebeurtenissen op te tekenen.In de eerste plaats beogen ze met hunartistieke getuigenissen de officiële versievan dagelijkse gebeurtenissen tegen tespreken. Deze kunstenaars zijn zich bewust van hetrisico dat de revolutie op langere termijningekapseld of gedemoniseerd wordt.Daarom gaan ze met borstels, spuitbussenen een forse dosis humor de straat op enschuwen de controverse niet. (nb)Met dank aan Ruud Gielens, theatermaker inCaïro, voor de achtergrondinformatie.

� Jong, begaafd en AfghaansDoor Kaboel waait een democratische bries,zacht nog maar toch voelbaar. Terwijl hetaantal jongeren in Afghanistan blijft groeien,neemt ook hun honger naar politieke her-vorming en toegang tot economische bron-nen toe. Driekwart van de Af ghaanse bevol-king is niet ouder dan 25 jaar, terwijl demacht in handen van de oude elites is. Depresidentsverkiezingen waren in die zin nietalleen een test voor de kandidaten, maarook voor de Afghaanse generaties. Jongekiezers werden massaal opgeroepen om testemmen en voor het eerst werd eenAfghaanse verkiezingscampagne gevoerdvia sociale media en mobiele netwerken. Ofhuidig president Ashraf Ghani de belofte vanzijn verkiezingscampagne zal kunnen waar-

maken, namelijk het verjongen van zijnregering, zal de toekomst uitwijzen.Afghaanse jongeren willen niet wachten enverenigen zich, onder namen als “Afgha -nistan Nieuwe Generatie Organisatie”, omhun stem te laten horen. ‘De generatieklooftussen de oude elite en de jeugd is acuterdan ooit’, zegt Najib Sharifi van de organisa-tie. ‘Maar er zijn best wel wat uitdagingenom ons als jeugd te verenigen.’ Daarvan isde grootste wellicht de enorme diversiteitvan de Afghaanse jeugd: de verschillen tus-sen stedelingen en jongeren uit afgelegengebieden, tussen middenklasse en ongelet-terden, tussen radicalen en gematigden. (td)

OVERZICHTt r e n d s

34 MOQ • winter 2014 • www.mo.be 35MOQ • winter 2014 • www.mo.be

door de MO*redactie

� Een economie van gemeenschapsgoederenHet wereldwijde web in combinatie metnieuwe technologieën biedt ongekendemogelijkheden om onze samenleving recht-vaardiger en duurzamer te maken. Dat is dedrijfveer achter de P2P Foun dation van decyberfilosoof Michel Bau wens. Al een paareeuwen draait het beheer van de samenle-ving om de twee dominante krachten van demarkt en de staat. Een alternatief is de logi-ca van de gemene goederen, waarbij kennisof goederen beschikbaar gesteld wordenbinnen een gemeenschap van gelijkgestem-den die samen waarde creëren en delen.Iedereen draagt bij en het resultaat is meerdan de optelsom van de delen. Een voorbeeld: ruw geschat telt Europa vijf

miljoen daklozen en elf miljoen lege flats.Een duidelijk geval waar de markt nietwerkt, aldus Bauwens. Men zou die huizen-markt gemeenschappelijk kunnen beherenen ze zo in concessie geven.Zo’n economie kan ook exponentieel duur-zamer zijn. Bauwens: ‘Driekwart van dekostprijs van een auto zijn transportkosten.Via 3D-printen kunnen we de productierelokaliseren en die kosten uitsparen.Terwijl de gangbare economie gebaseerd isop een extractieve logica, gaat het hier omeen generatieve logica. In plaats vanschaarste te genereren, creëren we over-vloed.’ (adw)

� Hoe omgaan met de digitalerevolutie?Het lijkt erop dat de menselijke samenle-ving grote veranderingen zal ondergaandoor de nieuwe technologie die nu op onsafkomt – veranderingen die misschien weleven diepgaand zullen zijn als destijds deindustrialisering. De reden is dat de wetvan Moore nog altijd geldt: elk jaar wordtcomputerkracht half zo duur, of andersgezegd: voor hetzelfde geld kun je tweekeer zoveel computerkracht kopen.Dat klinkt banaal, maar exponentiële evo-luties hebben grote gevolgen. In de volgen-de twee jaar komt er evenveel computer-kracht bij als in de hele geschiedenis tot nutoe. De digitalisering van alles en nog watbetekent dat heel wat producten perfect en

gratis gekopieerd kunnen worden. Robotsdie even goed diagnosticeren als huisart-sen, auto’s die rijden zonder bestuurders,en eindeloze combinaties van technolo-gieën kunnen de weg effenen naar eensamenleving die veel productiever wordt,maar waar tevens de ongelijkheid en dewerkloosheid enorm toenemen. Wie over-bodig wordt gemaakt door de machines zalmoeite hebben om een inkomen te verwer-ven. Wie de machines ontwerpt, ermee kanwerken, of ze bezit, kan er (veel) rijker vanworden. De grote vraag is hoe we alssamenleving met die uitdaging zullenomgaan. (jvd)

� De medische toepassingenvan CERNIn het Europese laboratorium voor deeltjes-fysica CERN in Genève doen 3000 topweten-schappers experimenten in deeltjesversnel-lers. ‘We brengen deeltjes met elkaar inbotsing en proberen na te gaan wat er danprecies gebeurt’, zegt Steve Myers, hoofdMedische Toepassingen bij het CERN. ‘Hetpad tussen fundamentele ontdekkingen enhun toepassingen is heel moeilijk te voor-spellen. Toen we 25jaar geleden een manieraan het zoeken waren om een enorme hoe-veelheid data onder wetenschappers te ver-spreiden, stelde een van onze medewer-kers, Tim Berners-Lee, een wereldwijd webvoor. Dat heeft uiteindelijk ons leven com-pleet veranderd. Een klein deeltje van ons

onderzoek had dus enorme gevolgen. ToenEinstein zijn relativiteitstheorie bedacht, konhij niet vermoeden dat die kennis later ooitin gps-systemen zou opduiken.’Over toekomstige toepassingen durftMyers zich niet uit te spreken, maar hijwijst erop dat sommige CERN-technolo-gieën op andere gebieden gebruikt kunnenworden. ‘Zo werken we momenteel ondermeer aan nieuwe kankertherapie, aan ver-beterde MRI-scanners en betere technie-ken voor medische beeldvorming, en aande verwerking en opslag van grote hoe-veelheden data – wat ook van belang is inziekenhuizen.’ (kc)

6 x de nieuwe toekomst

© Reu

ters/A

mit Dave

CC W

olfgan

g Sterne

ck

CC Dan

Thom

pson

BY NC ND 2.0

© Ruters/Ah

mad

Masoo

d

© Reu

ters/A

ndrea Co

mas

© CER

N

MO114-034_de nieuwe toekomst_MO114-034_de nieuwe toekomst 25/11/14 10:49 Pagina 34

Page 19: MO*magazine 114

36 MOQ • winter 2014 • www.mo.be 37

ANALYSEf o c u s

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

door John Vandaele

Hoe de geschiedenis, dood verklaard in 1989, een kwarteeuw later terug

is van nooit weggeweest. Een verhaal in tien delen over

de geschiedenissen die sinds de val van het communisme (opnieuw) zijn

begonnen. Over grote nieuwe wendingen, mondiale monsters,

de verzwakkende sheriff en zijn wrekers en de zoektocht naar

gemeenschappelijke grond om de wereld de goede richting uit te sturen.

1De vrolijke tijd van de vallende muren

� Een vrijdagavond begin november 1989. Wereden van Gent met enkele vrienden naar deArdennen om daar het weekend door te brengen,toen we op de radio hoorden dat de Berlijners deMuur die hun stad verdeelde aan het afbrekenwaren. Dat was zulk verbijsterend nieuws dat webij Jezus-Eik even van de autoweg af gingen om tedelibereren of we niet meteen zouden doorrijdennaar Berlijn. Om de historische gebeurtenis en hetvolksfeest mee te kunnenmaken. We deden het niet,maar enkele weken laterreden we naar Praag om er deFluwelen Revolutie mee tebeleven. Na Berlijn vondenimmers ook in de andereOost-Europese landen revo-luties plaats. Het is intussen een kwart-eeuw geleden dat de BerlijnseMuur en het IJzeren Gordijnvoor onze ogen verkruimel-den. Voor de tijdgenoten washet nauwelijks te geloven. Deals in steen gehouwen twee-deling van de wereld in eencommunistisch en een kapita-listisch blok verdween inenkele jaren. Een gebeurtenisvan historische omvang waar-bij amper bloed vloeide. Maardes te meer inkt over wat ditnu betekende.

3

2Het einde van de geschiedenis en concurrerende verhalen

� Enkele maanden daarvoor, in de zomer van 1989, publiceerde de toenonbekende Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama een artikel datstelde dat de mensheid het einde van de geschiedenis had bereikt: kapitalis-me en democratie hadden de Koude Oorlog gewonnen en zouden nu vooreeuwig het model worden.Fukuyama werd op slag wereldberoemd. “Het einde van de geschiedenis”klonk goed en hielp sommigen wellicht om de geschiedenis een duwtje in de“juiste” richting te geven. Fukuyama was erg optimistisch. ‘Het klassenprobleem is succesvol opge-lost in het Westen,’ schreef hij. ‘Het egalitarisme van het moderne Amerikais de verwezenlijking van de klassenloze maatschappij van Marx.’ Hoezeerkun je je vergissen? In een interview in dit magazine geeft Fukuyama dat ooktoe. De ongelijkheid is in de VS intussen zo groot dat velen er een bedreigingvan de democratie in zien. Fukuyama verwachtte ook dat de wereld, op zijn Europees, één gemeen-

schappelijke markt zou worden. Dat werd dan de globalisering, die inderdaad een hoge vluchtnam. In zo’n wereld zouden staten geen oorlog meer met elkaar voeren. Nationalisme en religieusfanatisme bleven bestaan, maar zouden niet meer tot conflicten leiden. ‘Er is geen behoefte meeraan grote principes, bijgevolg ook niet meer aan generaals en staatslieden: wat overblijft, is vooraleconomische activiteit.’ Toch doet de huidige wereld bij momenten meer denken aan de botsing der beschavingen, datandere beroemde post-Koude-Oorlogsverhaal, dat de Amerikaanse hoogleraar Samuel Hunting-ton in 1992 verkondigde. Huntingtons indeling van de wereld in zeven grote beschavingen had met-een iets kunstmatigs, maar dat “beschavingen” een gevoeligheid zijn waarop politici kunnen inspe-len, lijkt dezer dagen onmiskenbaar. Fukuyama voorspelde tevens dat er geen politieke en militaire concurrentie tussen landen meerzou zijn. Anderen voorspelden daarentegen dat we zouden terugkeren naar de negentiende-eeuw-se machtsevenwichten en coalities. Zeker een deel van de internationale realiteit is vanuit de logi-ca van het machtsevenwicht te begrijpen: als Japan en India dezer dagen tegen elkaar aanschur-ken, is dat om een tegenwicht te vormen tegenover China. Fukuyama’s verhaal was dus veel teidealistisch, maar wat is er dan wel gebeurd?

Zegedronken� Het kapitalisme had de Koude Oorlog gewonnen, en dat werd geïnterpreteerd als een pleidooivoor een mondiale markt met zo weinig mogelijk regels. ‘Diegenen onder ons die de jaren dertighadden meegemaakt, konden niet geloven dat men opnieuw ging pleiten voor een markt zonderregels’, noteerde de Britse historicus Eric Hobsbawm begin jaren negentig. Ideologische euforie

speelde een rol: de neoliberale golf die in de jaren tachtig met Reagan en Thatcher inzette, werd na de val van de Muur een tsunami. Dezogenaamde Washington-consensus begon aan zijn reis rond de wereld: het ideeëngoed dat IMF, Wereldbank en het Amerikaanseministerie van Financiën – alle drie gebaseerd in Washington – voor de wereld in gedachten hadden. Financiële liberalisering, vrijhan-del, minder staat.Uiteraard speelden ook belangen: westerse multinationals stuurden aan op een wereldeconomie met zo vrij mogelijk handels- en geld-verkeer. Zo konden ze immers onder de sociale, fiscale en milieubeschermende regels van de welvaartsstaten uit komen. Die wereld-economie zonder regels werd mondialisering of globalisering genoemd. Anti- of andersglobalisten stelden daar al snel vragen bij envoorspelden dat het verkeerd zou aflopen als er geen sociale, financiële of ecologische regels voor die mondialisering kwamen. Ze zou-den gelijk krijgen, maar eerst kregen ze ongelijk. ��

1989-2014: 25 turbulente jaren

Het begin van vele

geschiedenissen

MO114-036_GESCHIEDENIS_MO114-036_GESCHIEDENIS 25/11/14 10:50 Pagina 36

Page 20: MO*magazine 114

39MOQ • winter 2014 • www.mo.be

��

38 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

ANALYSEf o c u s

��

Een mondiaal monster

� In de financiële sector nam de deregulering – bewerk-stelligd door de bankenlobby – een Icarisch hoge vluchten schiep een financieel kapitalisme zonder veel grenzenen beperkingen. Zo ontstonden gigantische financiëleondernemingen, die bovendien met elkaar verbondenwaren. Als er één failliet ging, dreigden ze allemaal overde kop te gaan en het hele systeem in hun val mee tesleuren. Daardoor werden ze te groot om bankroet tegaan, en de zekerheid dat de staat hen wel moest reddenals het mis ging, zette hen aan tot steeds grotere risico’sen steeds complexere producten. De sector bleef groeienen de bankiers verdienden schatten door het nemen vanuitzinnige risico’s onder het welwillende oog van de toe-zichters. Zo ontstond de grootste financiële crisis sindsde Grote Depressie. Sindsdien weten we dat we echt met een systemisch pro-bleem zitten. Martin Wolf, hoofdeconoom van de Financi-al Times: ‘De liberalisering heeft een monster gescha-pen: een financiële sector die in staat is economieën vanbinnenuit te verscheuren.’ Sinds 1970 telde de wereld147 financiële crisissen en die werden steeds groter. Delaatste crisis trof het hart van het systeem. Om het te red-den, moesten de betrokken landen even grote schuldenaangaan als voor een heuse oorlog. Als we bij een volgen-de crisis het systeem, bij gebrek aan middelen, niet meerkunnen redden, gaan we alsnog naar een Grote Depres-sie, met alle gevolgen van dien. ‘Dit is in feite een wanho-pige situatie’, aldus nog Wolf. Het financiële systeemweer dienstig maken aan de samenleving wordt een heleopdracht.

45

Het daghet in den Zuyden

� De voorstanders wezen erop dat mondialiseringvoor iedereen goed zou zijn: de ontwikkelingslandenzouden erop vooruit gaan en zouden nieuwe afzet-markten worden voor de rijke landen. Ook onze vak-bonden geloofden erin. En het klopte. Mondialisering opende een deur voorontwikkelingslanden die er klaar voor waren, hetgoed aanpakten en voldoende “sexy” waren: zij kon-den kapitaal, technologie en knowhow uit de rijkelanden aantrekken en hun producten wereldwijduitvoeren. China is daarvan hét grote voorbeeld. Deandere Aziatische reus, India, volgde voorzichtig.Dat China in 2001 lid werd van de Wereldhandelsor-ganisatie bleef haast onopgemerkt maar had grote gevolgen. Het land kreeg zo toegang tot de markten van de rijkelanden en kon het mondiale productiestation van de multinationals worden. We wisten het toen nog niet, maar daarmee liep tweehonderd jaar westerse dominantie op haar einde. Een grotenieuwe wending is aan de gang. Zeker, de meeste westerse kolonies waren op dat moment al decennia onafhanke-lijk, maar dat had de verhoudingen niet echt veranderd. Tot lang na de dekolonisering bleef het Westen militair, eco-nomisch en technologisch dominant. Die machtsbasis begon pas echt af te kalven na de Val van de Muur. China begon aan zijn opmars, met in zijn kielzogde meeste ontwikkelingslanden. De Chinese boom deed de vraag naar grondstoffen exploderen – China was in zijneentje goed voor de helft van de wereldvraag naar ertsen. Dat liet de kassa van de vele ontwikkelingslanden (Ango-la, Peru, Congo, Bolivia…) die leven van grondstoffenexport rinkelen. Hun bruto nationaal product groeide sterk,wat nog niets zegt over hoe die groeiende koek er werd verdeeld – meestal erg ongelijk. Latijns-Amerika – veelland, water, grondstoffen en relatief weinig mensen – profiteerde sterk van de grondstoffenexplosie en koos voorzijn eigen varianten van socialisme en sociaaldemocratie. Waardoor zijn traditioneel hoge ongelijkheid wat vermin-derde. Arvind Subramanian en Martin Kessler berekenden vorig jaar dat tussen 1960 en 2000 nog geen dertig procent vande ontwikkelingslanden sneller groeide dan de VS. Tussen 2000 en 2011 was negentig procent van de ontwikke-lingslanden in dat geval. De crisis versterkte die dynamiek nog. China wordt wellicht dit jaar al ’s werelds grootsteeconomie. We beseffen het hier te weinig, maar in veel ontwikkelingslanden zijn dit hoopvolle tijden. De grote vraagis welke geschiedenis de opkomende landen gaan schrijven.

6De terugkeer van de ongelijkheid

� Mondialisering was ook een deur voor individuen die ze wisten te vinden. Het IJzeren Gordijnwas er in de eerste plaats geweest om mensen (en geld en goederen) tegen te houden. Toen hetverdween, gingen de migratiesluizen open voor inwoners uit het voormalige Oostblok en alle Azia-tische landen ten oosten daarvan. De Europese uitbreiding legaliseerde bovendien de migratievanuit Oost-Europa. Ook uit Afrika nam de stroom almaar toe: de Middellandse Zee werd een mas-sagraf. De migratie gaf kansen aan immigranten, maar stootte ook op weerstand. Autochtonen voeldenzich bedreigd in hun baan en hun tradities. Heel wat rijke landen zagen succesvolle antimigratie-partijen ontstaan. Mondialisering had immers ook verliezers. Doordat er geen sociale regels waren in deze mondia-lisering, moesten de werknemers in de rijke landen concurreren met mensen die hetzelfde werk

wilden doen tegen veel slechtere voorwaarden – in 2000 verdiendenChinese arbeiders 60 euro per maand voor ellenlange werkdagen. Datzette de lonen van een deel van de westerse middenklasse onder druk,een deel van hun banen verdween naar lagereloonlanden. Bezitters van kapitaal of speciale talenten profiteerden dan weer van deglobalisering. Gevolg van dat alles is dat de ongelijkheid tussen landenwat afnam, maar dat binnen de meeste landen de inkomensongelijkheidsterk groeide en de vermogensongelijkheid nog sterker. Economen alsThomas Piketty brachten die evolutie de voorbije jaren steeds duidelij-ker in kaart. In de VS bezit één procent van de bevolking 35procent vanhet vermogen, in de EU is dat een kwart. Het kapitalisme zo bijsturen datalle mensen een aanvaardbaar deel van de koek krijgen, wordt een vande grote uitdagingen van de 21ste eeuw.

7De aarde wordt kleiner

� Een ander groot nieuw begin dat zich voor onze ogen ontvouwt, is dat demens voor het eerst in zijn geschiedenis echt op de grenzen van de aardestoot. Lokale vervuilingen zijn er altijd geweest – kwik in rivieren, Tsjernobyl,smog in megasteden… – maar de wereldeconomie is door het wereldwijdesucces van westerse productie- en consumptiepatronen zo groot gewordendat ze mondiale ecosystemen onder druk zet. Klimaatverandering is daarvanhet voorbeeld bij uitstek. De mondialisering zwengelde de klimaatverande-

ring nog stevig aan – mondiaal mon-ster nummer twee, om zo te zeggen.In 2013 bevatte de atmosfeer van deaarde voor het eerst 400 deeltjes CO2per miljoen deeltjes. De eindigheid van de aarde doet zichook voelen in de schaarste van som-mige grondstoffen. De EU publiceer-de in 2010 een lijst van veertien kri-tieke grondstoffen. Ook water wordtsteeds schaarser, van China over Irantot Californië.De schaarste werkt wedijver tussenlanden en regio’s om natuurlijke rijk-dommen in de hand: zal elk landvechten voor zijn deel, of slagen weerin de verdeling van natuurlijke rijk-dommen met elkaar af te spreken enzuiniger om te springen met de rijk-dommen van de aarde? Op een ver-standige manier omgaan met eenkleinere wereld is een zeer grote uit-daging voor deze eeuw. In een werelddie kleiner wordt, heeft extreme rijk-dom een nieuwe dimensie: als desuperrijke erg veel consumeert, blijfter misschien niet genoeg meer overvoor de anderen.

We beseffen het hier te

weinig, maar in veel

ontwikkelingslanden

zijn dit hoopvolle tijden.

MO114-036_GESCHIEDENIS_MO114-036_GESCHIEDENIS 25/11/14 10:50 Pagina 38

Page 21: MO*magazine 114

41MOQ • winter 2014 • www.mo.be

��

40 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

ANALYSEf o c u s

De verzwakkende sheriff en zijn wrekers� Het einde van de Koude Oorlog bleek niet het aanbreken van de eeuwige vrede, zoals Fukuyama verwachtte.Zeker, er was een vredesdividend – de mondiale bewapeningsuitgaven daalden met vijftig procent tussen 1990 en1996 – en het aantal gewapende conflicten tussen landen nam af. Maar verschillende staten stortten in toen ze desteun uit Washington of Moskou verloren. Dat leidde tot falende staten en vreselijke burgeroorlogen in Somalië enCongo. Voorts waren er de VS die genoten van hun unipolaire moment, de korte periode (zo bleek achteraf) dat ze als eni-ge supermacht onaantastbaar leken. Nu het tegenwicht van de Sovjet-Unie weg was, voelden de VS zich vrijer ommilitair in te grijpen in andere landen, vaak door het gooien van bommen. Een rechte lijn zat daar niet in: de VN-regel dat landen andere landen niet mogen aanvallen, werd selectief toege-past. Toen het Irak van Saddam Hoessein Iran binnenviel in 1980, kreeg het steun van de VS. Toen datzelfde Irak in1990 het kleine Koeweit binnenviel, brachten de VS meteen een internationale coalitie op de been om Irak te ver-drijven. Israël mocht dan weer wel, onder Amerikaanse bescherming – meer dan tien Amerikaanse veto’s in deVeiligheidsraad –, decennialang Palestijnse gebieden bezetten. De aanwezigheid van ’s werelds grootste olievoorraden en de staat Israël betekende dat het Midden-Oosten deregio bij uitstek was die in een soort neokoloniale houdgreep van het Westen bleef. Dat verklaart waarom zichdaar het hevigste verzet ontwikkelde. En waarom de zwakheden van de Amerikaanse aanpak zich daar het meestdeden voelen. Een leider of een regime wegblazen lukte de VS wel, maar een stabiel democratisch nieuw regimeop de been brengen bleek veel moeilijker: zie Irak, Libië, Afghanistan…Het gevolg van de bombardementen, bezettingen en zogenaamde zijdelingse schade (collateral damage) wasgewelddadig verzet – een bomwagen, de luchtmacht derarmen, is snel gemaakt. Al-Qaeda, dat zich stoorde aande “bezoedeling” van de heilige Saoedische grond doorwesterse troepen, bracht een kettingreactie van wraaken weerwraak op gang. 9/11 leidde tot de inval in Afgha-nistan en in Irak. Die leidde dan weer tot aanslagen inonder meer Madrid en Londen. Omdat de Amerikaanse bommen vaak op moslimlandenvielen, voelden veel moslims zich het mikpunt. Datwerkte in op het gevoel van uitsluiting dat veel moslim-jongeren in westerse landen sowieso al hadden. Is hetdie combinatie die verklaart waarom westerse moslim-jongeren nu in Irak en Syrië gaan vechten voor het kali-faat? Dat het economische gewicht van de VS afneemt, knaagtaan hun vermogen om politieman van de wereld te spe-len. En als zij het niet meer doen, komt er dan een nieu-we hegemoon om orde te scheppen, of moeten we oponze kleine wereld leren leven zonder hegemoon? Nei-gen we dan naar anarchie, of kunnen de internationaleinstellingen die na de Tweede Wereldoorlog werdengeschapen om de vrede te bewaren dienst doen? Gewelden wie dat mag gebruiken in de 21ste eeuw, het is eengigantisch probleem. Intussen zijn de defensie-uitgavensinds 2000 weer sterk gestegen, niet het minst in opko-mende landen als China. De wereld geeft nu meer uitaan wapentuig dan in 1989.

van Marine Le Pen de grootste partij van Frankrijk en vanUKIP de grootste van het VK. Zij stellen het vrije perso-nenverkeer in de EU en de Europese integratie ter dis-cussie. Dat lukt des te makkelijker omdat de werkloos-heid in heel wat eurolanden erg hoog is sinds de crisis.Schotse, Catalaanse of Vlaamse onafhankelijkheidspreekt meer mensen aan. Het globale kapitaalverkeer isgehalveerd sinds de crisis. Wereldhandelsakkoordenlukken al twintig jaar niet meer. Rusland en het Westenleggen elkaar economische sancties op. De mondialise-ring heeft nationalisme gebaard en dat nationalismefnuikt nu de mondialisering. Bovendien is er niet echt meer één land dat zo machtig envisionair is dat het de andere in zijn orde kan inkopenen/of afschrikken. Het land dat het meest in de buurtkomt, de VS, kan en wil minder een orde overeind houdendie macht herverdeelt onder tegenstanders.

� De democratie heeft gewonnen, daarover zal niet meer geredetwistworden, voorspelde Fukuyama. Nu moet hij vaststellen dat ‘de geopolitiekterug is. Niet-democratische staten – Rusland en China – stellen territori-ale eisen aan het Westen.’ Ze stellen expliciet hun model tegenover hetwesterse. Heel wat ontwikkelingslanden, onder de indruk van de Chinese groei, zienwel iets in het Chinese autoritaire model, te meer omdat het Westen doorde crisis krediet heeft verloren. Zelfs in Europa neigen het Hongarije vanOrbán en Erdogans Turkije naar het Poetinmodel. Bovendien maaktFukuyama zelf in zijn laatste boeken duidelijk dat democratie niet per seleidt tot goed bestuur. Ook die andere poot van Fukuyama’s magische duo loopt mank: als hetkapitalisme zich niet hervormt, leidt het tot ongelijkheid en crisissen. Endat ondergraaft de democratie. Zelfs al houdt Fukuyama vol dat kapitalisme en democratie de minstslechte modellen zijn, dat brengt ons niet dichter bij de oplossing van fun-damentele problemen als klimaatverandering, ongelijkheid of financiëleinstabiliteit. Een kwarteeuw na de val van de Berlijnse Muur gaat het eromte zeggen welk kapitalisme en welke democratie. Die zoektocht is eenconstante strijd. Dat is precies de geschiedenis, weten we nu. Een geschie-denis die nooit af is. Zeker niet omdat nu de vraag rijst hoe we het groeiende aantal internatio-nale problemen samen kunnen aanpakken. Ebola, financiële instabiliteit,klimaatverandering, terrorisme, fiscale fraude: zulke kwesties kun jealleen met internationale afspraken, liefst zo democratisch mogelijk, aan-pakken. De mondiale monsters temmen en de grote wendingen de goederichting uitsturen, vergt internationaal beleid. Maar hoe komen we tot internationaal bestuur op een moment dat mensen envolkeren zich meer terugtrekken in het lokale? De noodzaak om samen mon-diale publieke goederen te realiseren botst met die politieke fragmentering. Een ander probleem is dat de rijke democratieën wel voor democratie zijnin eigen land, maar veel minder op mondiaal niveau. Daardoor is het moei-lijk om de bestaande internationale instellingen aan te passen aan denieuwe machtsverhoudingen. Waardoor ze hun legitimiteit dreigen te ver-liezen en de opkomende landen hun eigen instellingen oprichten. Kunnen we leren samen de wereld te sturen? Dat wordt misschien wel degrootste uitdaging van de 21ste eeuw. Regeringen en sociale bewegingenaller landen zullen het antwoord op die vraag moeten geven. Besturen is,ondanks alle lelijkheid en ellebogenwerk die er meestal mee gepaardgaan, een kunst.

108

9� De wereld zoals wij hem hier schetsen, roept verzet opin allerlei vormen. Gewelddadig verzet tegen Amerikaan-se bemoeienissen in het Midden-Oosten, Chinese werk-nemers die opkomen voor betere arbeidsvoorwaarden ofzogeheten kleurenrevoluties voor meer democratie. Vantijd tot tijd ontstonden globale verzetsnetwerken:andersglobalisten, Occupy, Indignados. Die hadden nietmeteen de kracht om systemische veranderingen door tedrukken, maar beïnvloedden vaak wel het politiekedebat. Ongelijkheid staat nu echt op de agenda, de Tobin-taks is een reële optie geworden, fiscale paradijzen staanonder druk. Zo zijn er vele voorbeelden. Vaker nog lijken groepen mensen zich terug te trekken inzichzelf of in iets wat ze ervaren als van hen, lokaal, tradi-tioneel: lokale warmte als bescherming tegen de mon-dialiseringsstorm. Die reactie zien we ook in kernlandenvan het Westen. Migratie maakte van het Front National

Het kapitalisme

zo bijsturen dat

alle mensen een

aanvaardbaar

deel van de koek

krijgen wordt

een van de grote

uitdagingen van

de 21ste eeuw.

Politieke verbrokkeling in een samenhangende wereld

De geschiedenis is terug

MO114-036_GESCHIEDENIS_MO114-036_GESCHIEDENIS 25/11/14 10:50 Pagina 40

Page 22: MO*magazine 114

45

REPORTAGEf o c u s

��

� Rafael Correa is anno 2014 de langst rege-rende Ecuadoraanse president sinds de terug-keer naar de democratie in 1978. Onder zijnbewind is Ecuador een modern land geworden.In de internationale statistieken klom het op vanontwikkelingsland tot middeninkomensland. Dieevolutie is zichtbaar: tot in de verste uithoekenwerden asfaltwegen aangelegd, kwam er elek-triciteit en werden inheemse gemeenschappenontsloten. Elke stad die zichzelf respecteertheeft vandaag zijn winkelcentra en verkeersop-stoppingen. Het onderwijssysteem wordt op eennieuwe leest geschoeid en een miljoen Ecuado-ranen werd uit de armoede getild, op een bevol-king van 15miljoen. De Ecuadoranen hebben depresident ook beloond voor die transformatie.Bij de presidentsverkiezingen van 2013 behaal-de Correa al in de eerste ronde een absolutemeerderheid.Maar het tij lijkt te keren. Bij de lokale verkiezin-gen van februari 2014moest zijn partij AlianzaPaís (AP) een ernstige nederlaag incasseren. Intien van de belangrijkste Ecuadoraanse stedenis vandaag de oppositie aan de macht en op 17september kwamen, voor het eerst in al diejaren, mensen massaal op straat omdat ze geenvertrouwen meer hebben in de goede afloop vanhet experiment.

VERBODEN TE VERGETEN‘Wij zijn Correístas!’ Greta is Belgische, heeftjarenlang op de Belgische ambassade gewerkten is gehuwd met een Ecuadoraanse arts. Almeer dan veertig jaar woont ze in Ecuador. ‘Wemogen niet vergeten hoe het vroeger was!’ Pro-hibido olvidar, verboden te vergeten, het is eenvan de slogans van Rafael Correa. Het minimumloon is opgetrokken tot 540 dollarper jaar, de bonus aan de armen verdubbelde van50 tot 100 dollar. De sociale zekerheid werd inorde gebracht en bedrijven en instellingen wer-den verplicht hun werknemers erbij aan te slui-ten. Het belastingsysteem werd grondig her-vormd. Er wordt geïnvesteerd in de basisgezond-heidszorg, meer dan 3000 Ecuadoraanse artsenzijn teruggekeerd uit het buitenland en er zijn nogeens 300 Cubaanse dokters bijgekomen.‘Maar de conservatieve restauratie is ook reëel’,vervolgt Greta. ‘Vanuit Peru en de VS worden deEcuadoraanse media bestookt met goedkope,ongefundeerde kritiek. Die vindt gehoor bij men-sen die het altijd goed gehad hebben maar metde recente hervormingen moeten inleveren. Wijzijn Correístas, niet omdat we het financieelnodig hebben maar omdat er vandaag meersociale rechtvaardigheid is dan vroeger.’Dora Bravo, een leerkracht van middelbare leef-

Enthousiaste aanhangster van deburgerrevolutievan Rafael Correa.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Zeven jaar geleden begon Ecuador aan eennieuwe bladzijde in zijn geschiedenis. Nade historische onderontwikkeling en eendecennium van politieke instabiliteit zou

Rafael Correa het land de toekomst inloodsen, niet langer als een olie- of

bananenrepubliek, maar als een kennismaatschappij. Die

vernieuwingsdrang stuit vandaag op grenzen. Er is gemor en frustratie, en er is

te weinig geld. Zijn dit groeipijnen of ontspoort het proces? En hoezeer kan een

land, ingebed in een geglobaliseerd kapitalisme, revolutionair hervormen?

MO* ging ter plaatse kijken.

Het Correaanse

model

Een nieuw begin voor Ecuador?

door Alma De Walsche

© R

eute

rs /

Serg

io M

orae

s

© A

lma

De

Wal

sche

MO114-044_ECUADOR_corr_MO114-044_ECUADOR 25/11/14 10:51 Pagina 44

Page 23: MO*magazine 114

natuur(lijke rijkdommen) uit.Acosta is het daar fundamenteel meeoneens. ‘Denken dat je van de olie afraaktdoor nog meer olie te gaan ontginnen, dat isals een dokter die iemand van zijn versla-ving wil genezen door een hogere dosis voorte schrijven. Ecuador kan niet van de enedag op de andere stoppen met olie te exploi-teren. Maar nieuwe gebieden ontginnen endan zeggen dat men af wil van dit model, datis een contradictie. Er is gewoon geen beleidom af te komen van het ontginningsmodel.’

BANANENREPUBLIEK EN DE EUEcuador wil ook eigen productieketensopzetten voor koffie en cacao, fruit, melk-producten, farmaceutische producten ensoftware. Een nobel plan, maar juist nu, inaugustus, heeft Ecuador de onderhandelin-gen afgerond voor een handelsverdrag metde Europese Unie en dat akkoord legt hetland voorwaarden op die lijnrecht ingaantegen de ontwikkeling van eigen productie-ketens. De Ecuadoraanse markt zal overspoeld

worden door Europese bedrijven en geenkans krijgen om zich te ontwikkelen, vreestMauricio León op het ministerie voor de Ver-andering van het Productiemodel: ‘Er is bin-nen de regering hevig gedebatteerd over ditakkoord. Vooral de thema’s van openbareaanbestedingen en intellectuele eigen-domsrechten en patenten liggen heelgevoelig. Ik vrees inderdaad dat er eennegatieve impact zal zijn.’Omdat Ecuador drie jaar na elkaar door deWereldbank gekwalificeerd is als land metmiddelhoog inkomen, verliest het de voor-keurstarieven van het GSP (General Systemof Preferences) voor de Europese markt. Datbetekent dat het hoge invoerrechten moetbetalen op zijn bananen. Colombia, dat al eenakkoord heeft met Europa, betaalt die niet.Het niet sluiten van een akkoord met Europazou de bananensector dan ook kelderen en300.000 banen op de tocht zetten. Ook de gar-nalenkwekers zouden 120miljoen dollar perjaar aan invoerrechten moeten betalen.Ambitieus als hij is, droomt Rafael Correaervan om Ecuador op te tillen tot een ken-

nismaatschappij met academische instellin-gen die meetellen in de internationale ran-kings. Vier nieuwe universiteiten moeten hetuithangbord worden van de hele operatie. Vooral het Yachay-complex is een ambitieusmiljardenproject. Het moet een kennisparkworden voor onderzoek, ontwikkeling eninnovatie, met behalve een universiteit ookeen gedeelte voor bedrijven, laboratoria enwooneenheden. Critici vragen zich af of hetzin heeft voor een land als Ecuador om deconcurrentie te willen aangaan met de VS ofSingapore. Anderen stellen dat dit alleengefinancierd kan worden met onderzoeks-geld van de grootste multinationals en welksoort ontwikkeling stimuleert men dan?Past dit nog bij een alternatief project? Hetvrijhandelsverdrag met Europa maakt deontwikkeling van eigen kennis voor Ecuadorook heel moeilijk. Maar Yachay is het para-depaardje van de president en zal er komen.

GELDPROBLEMENAl die plannen en projecten kosten ontzet-tend veel energie, inzet van de medewer-

47MOQ • winter 2014 • www.mo.be

tijd, zit helemaal op dezelfde lijn. ‘Dit land isveranderd, we zijn bezig aan een herge-boorte. En ja, dat lokt verzet uit, omdat som-migen nu pas doorhebben dat het echt omiets helemaal nieuws gaat. De president iseen sterke persoonlijkheid, hij durft in tegaan tegen sterke machtsgroepen en bezitde gave van het woord. Het is de eerste keerin mijn leven dat ik geneigd ben een presi-dent te bewonderen. Van mij mag hij nogeen tijd doorgaan. Hij moet alleen soms devolumeknop een beetje dicht draaien.’

HETMINISTERIE VAN VERANDERINGCambia, todo cambia.Dat prachtige lied vanMercedes Sosa is het lijflied van Rafael Cor-rea en is te horen op alle publieke manifes-taties van zijn partij. Alles verandert, inder-daad: hervormingen in het onderwijs en depensioenen, bij de politie en het leger, op dearbeidsmarkt, in de media, in het politiekelandschap en bij de middenveldorganisa-ties. Ook het economische model zelf moetveranderen. Sinds de herverkiezing vanCorrea in 2013 ligt de nadruk op “verande-ring van productiemodel” en “veranderingvan energievoorziening”. Sinds augustus loopt er een campagne vande overheid om de Ecuadoranen – 3,5mil-joen huishoudens – ertoe aan te sporen hungasvuur te vervangen door een elektrischinductiefornuis, want de regering wil af vande subsidies voor gas. Het is een moedigemaatregel, die hip en groen oogt: subsidiesaan fossiele brandstoffen afschaffen en ver-vangen door groene energie. De elektriciteitzal geleverd worden door de acht water-krachtcentrales die in aanbouw zijn en tus-sen 2015 en 2016 in gebruik worden geno-men. De eerste drie jaar zal die elektriciteitnog gesubsidieerd worden, nadien zullen deconsumenten de volle pot betalen.In 2013 betaalde Ecuador 6,6miljard dollaraan subsidies, waarvan 68,75procent aanbrandstof (diesel, benzine en gas). Ecuador iseen olieland, maar heeft onvoldoende ver-werkingscapaciteit, waardoor het gas invoertuit Panama, Peru, Argentinië, de VS en Nige-ria. Die hoge subsidies zijn nog een restant

van de dictatuur in de jaren zeventig, toen deoliehausse begon, en nooit eerder heeft eenpresident het gewaagd die af te schaffen. Deinductiefornuizen zouden ook door eigenEcuadoraanse bedrijven geleverd worden,om zo de eigen industrie te stimuleren. De mensen reageren maar lauw op het ini-tiatief. De installatie, met aangepast kook-gerei, is duur en ook het net moet aangepastworden: inductiefornuizen werken op 220volt, terwijl de netspanning 110 volt is. Ookde eigen productie blijft achterop, zodat ertoch weer ingevoerd moet worden uit Duits-

land, Spanje en Frankrijk. Mauricio León is econoom en als expert ver-bonden aan het ministerie voor de Verande-ring van het Productiemodel. León: ‘Jam-mer genoeg blijven we na zeven jaar nogaltijd een economie die in zeer grote mateafhangt van petroleum, die 60procent vanonze export uitmaakt en 11procent van hetbnp. Maar Ecuador is Venezuela niet. Wehebben nog olie voor maximaal twintig jaaren dan is ze op. De komende jaren moetenwe gebruiken om onze economie te diversi-ficeren. En die transitie moet gefinancierdworden met oliegeld.’ De grootste bedrei-ging op dit moment is een daling van de olie-prijs, vindt León. En dat is precies wat ergebeurt, de prijs is gedaald van meer dan100 dollar per vat in 2008 naar iets van 84dollar vandaag.

WEGUIT DE OLIEOm zelf meer olieverwerkingscapaciteit tehebben, begint Ecuador weldra met debouw van een nieuwe raffinaderij in de kust-stad Manta. Kosten: 10miljard dollar. Een

groot deel van dat geld is geleend bij Chinaen zal deels in geld, deels met olieleverin-gen betaald worden. Een kleiner deel wordtdoor Venezuela gefinancierd, de rest is voorrekening van de staat. Die olieafhankelijkheid en de terugbeta-lingsverplichtingen aan China waren ook debelangrijkste reden waarom Ecuador zichgedwongen zag om de oliereserves in hetnatuurpark Yasuní toch te gaan ontginnen.Zes jaar lang is er een internationale cam-pagne gevoerd om die olie onder de grond tehouden, in ruil voor een gedeeltelijke com-pensatie door de internationale gemeen-schap. Ecuador oogstte overal lof voor ditinitiatief en stond in de kijker op verschillen-de klimaatconferenties. Tot in augustus

2013 president Correa bekendmaakte datYasuní toch ontgonnen zou worden, ‘omdatde internationale gemeenschap onvoldoen-de respons gaf’ en ‘omdat het nodig is om dearmoede te overwinnen’. Ecuadors olieafhankelijkheid is een dilem-ma. De regering zoekt naar uitwegen maarde context is complex en de wereld draaitnog steeds op olie. Alberto Acosta is hoogle-raar economie aan de Flacso-universiteit inQuito. Hij is een van de pioniers van dezerevolutie, was minister van Energie in deeerste regering-Correa in 2007 en vervol-gens voorzitter van de GrondwetgevendeVergadering. Hij was een van de bedenkersvan het Yasuní-initiatief. Vandaag heeft hij gebroken met de presi-dent. Ik leg hem het argument voor van deZuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang,die in het verleden ook de regering vanEcuador geadviseerd heeft. Als een land uitde onderontwikkeling wil geraken, heeft hetniet zoveel mogelijkheden, stelt Chang.Ofwel het buit zijn mensen uit, zoals Zuid-Korea gedaan heeft, of het buit zijn

��

46 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

REPORTAGEf o c u s

‘Het is de eerste keer in mijn leven dat ik geneigd beneen president te bewonderen. Van mij mag hij nog eentijd doorgaan.’

Het wekelijkse tv-programma vanpresident Correawordt in real timevertaald naarinheemse talen.

© A

lma

De

Wal

sche

��

MO114-044_ECUADOR_corr_MO114-044_ECUADOR 25/11/14 10:51 Pagina 46

Page 24: MO*magazine 114

huis sturen, moeten daar voortaan belastingop betalen. De fastfoodpatio’s in de winkel-centradoen gouden zaken en dus vindt depresident dat er een groter aandeel van dewinst naar de staat mag. De mobiele telefo-nie is een booming business. Daar geldt deregel dat op het einde van het jaar 15procentvan de winst onder de werknemers wordtverdeeld. De regering wil dat nu afromen:3procent voor de werknemers, de rest voor

de staat. Leerkrachten die nu met pensioengaan, krijgen niet meteen een pensioen uit-betaald, maar worden in ruste gestuurd meteen pakket obligaties ter waarde van 50.000dollar, die over vijftien jaar geïnd mogenworden. De bedoeling is dat je intussen vande rente leeft. Maar in vijftien jaar kan er vanalles gebeuren, als je 65 bent.Dat alles wekt frustraties. Te veel verande-ringen, te snel, te arbitrair. Men verwijt depresident ook een gebrek aan dialoog eneen allergie voor kritiek. De media en demiddenveldorganisaties zijn daar het direc-te slachtofer van.

Grote mediaconcerns in de zogenaamd link-se landen van Latijns-Amerika (van Argenti-nië en Brazilië over Ecuador en Bolivia tot inVenezuela) gebruiken steevast hun machtom rechtse oppositie te voeren, vaak op;basis van goedkope lastercampagnes. Denieuwe mediawet van Ecuador wil daar paalen perk aan stellen, maar Correa is welhypergevoelig. Een karikatuur van de presi-dent of een kritische opmerking bij een of

andere maatregel wordt publiekelijjk afge-straft in het zaterdagse tv-programma vande president. En dus passen kranten en tijd-schriften die willen overleven zelfcensuurtoe. Decio Machado werkte twee jaar alscoördinator voor de communicatie van depresident. Vandaag verdient hij zijn brood alsfreelancer. ‘De macht van de grote media-concerns is gebroken, maar in plaats daar-van is er niet een vrije, objectieve pers geko-men maar een mediaholding van de over-heid, met verschillende kranten, tv- en radio-zenders, en daarnaast een handvol media diezelfcensuur hanteren om te overleven.’ Rafa-

el Correa neemt intussen wel Julian Assangein bescherming in naam van de persvrijheid.Ngo’s zijn het andere doelwit. De meestetaken die ngo’s uitvoerden, worden nu doorde overheid behartigd, zo heet het. In depraktijk krijgen ngo’s die zich met politiekinlaten of enige scepsis aan de dag leggentegenover het beleid het knap lastig. Decreet16, de wet op niet-gouvernementele organi-saties die vorig jaar werd uitgevaardigd,betekende de doodsteek voor Pachamama,de ngo die de campagne rond Yasuní onder-steund heeft. Dat decreet legt de lat zo hoogdat verschillende organisaties niet aan decriteria kunnen beantwoorden.Wie minder last heeft van het Decreet 16 iseen ngo als Vredeseilanden, die focust opproductieve ketens. Hanneke Renkens, diede activiteiten van Vredeseilanden in Ecua-dor coördineert: ‘De regering doet eenberoep op onze knowhow en onze lokalenetwerken. Zowel het ministerie van Land-bouw als dat van Buitenlandse Handel heeftgevraagd om samen te werken in lokaleprojecten. Onze activiteiten liggen helemaalin de lijn van wat het ministerie van Socialeen Solidaire Economie doet.’

PROTEST CRIMINEEL?Op 17 september trokken de Ecuadoranenmet al hun frustraties de straat op. Het was

Correa wilde af van IMF en Wereldbank en ging lenen bij China. Daar betaalt hij echter 3procent rente meer dan bij de Wereldbank.

49MOQ • winter 2014 • www.mo.be

kers en slopende discussies. Terwijl ik inEcuador was, namen in twee weken tijd drieministers ontslag. De druk is enorm en depresident veeleisend. De sociale program-ma’s, de energietransitie, de productieom-schakeling, onderwijs en ontwikkeling, enhet staatsapparaat zelf dat is aangegroeidtot 500.000 ambtenaren: de veranderingkost ook hopen geld.In een eerste periode was dat geen pro-bleem. De olieprijs stond historisch hoog enCorrea had nieuwe contracten met de olie-bedrijven bedongen, zodat er een groteraandeel van de opbrengst naar de staatvloeide. De president deed ook een beroepop een petroleumfonds dat Ecuador in hetverleden bijeen gespaard had. Het belas-

tingsysteem werd op orde gebracht, watheel wat inkomsten genereerde. En eengeniale verdienste was dat Rafael Correaeen doorlichting liet maken van de buiten-landse schuld die Ecuador in het verledenhad opgebouwd. Dat resulteerde in eenreductie tot 30procent van het totale af tebetalen bedrag.Vandaag liggen de kaarten anders: de olie-prijs is gedaald en het petroleumfonds isleeg. Correa, die bij zijn aantreden een eindewilde maken aan “de lange nacht van hetneoliberalisme”, brak met de Wereldbank

en het IMF, en ging lenen bij China. Dieleningen hebben echter een rente van meerdan 7 procent, tegenover 4procent bij deWereldbank. De maximale kredietlijn bijChina is inmiddels bereikt. In augustusheeft Ecuador aan het IMF toestemminggevraagd om staatsobligaties op de marktte brengen voor 2miljard dollar. In ruildaarvoor heeft het de helft van zijn goud-voorraad in pand moeten geven bij GoldmanSachs. Correa is ook opnieuw bij de Wereld-bank gaan aankloppen, voor een lening vaneen miljard dollar.

HET VOLKMORTDe creativiteit om geld te vinden is groot engaat ver. Migranten die pakjes of geld naar

��

48 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

REPORTAGEf o c u s

��

Het is wat zoeken naar de locatie in het complex van de oude lucht-havengebouwen in Quito. Geen vlaggen of wimpels, slechts een be-scheiden letterbord onder een luifel. Daar is het ministerie van hetGoede Leven gevestigd. Ik heb een afspraak met de minister,Freddy Ehlers. Ehlers werkte dertig jaar als journalist en documen-tairemaker, met een bijzondere aandacht voor milieuthema’s. Ikvraag hem hoe je “het goede leven” – een concept ontleend aan deindiaanse filosofie – vertaalt naar een politieke agenda.Ehlers neemt een lange aanloop: ‘Het goede leven betekent geluken leven in harmonie met de medemens en met de natuur. De mo-derniteit heeft de verhoopte verwachtingen niet ingelost. Winsthon-ger heeft een wereld gecreëerd die gebukt gaat onder ongelijkheid.We moeten ons veel meer richten op het geluk van mensen. Al diemateriële goederen maken mensen niet gelukkig. Je mag groei nietverwarren met ontwikkeling.’ Goed, zeg ik, maar wat hebben mensen die de noodzakelijke basis-voorzieningen missen daaraan? ‘Ik heb hierover discussies met depresident’, vervolgt Ehlers. ‘Volgens hem is armoede het ergste,maar ik denk dat consumptiedrang even erg of erger is. Het kapita-listisch model vernietigt de planeet. Armoede moet uitgeroeid wor-den, maar waardigheid is veel belangrijker voor de armen danopstapeling van materiële goederen.’ Is het beleid van de regering georiënteerd op het goede leven?‘Neen’, antwoordt Ehlers onverbloemd. ‘Voorlopig blijft het bijmooie woorden en goede voornemens. Ecuador is ingebed in deglobalisering, een globalisering die wij niet sturen, maar die onsstuurt. En die ons indoctrineert met reclame, elk moment van dedag en tot in de verste uithoeken van de wereld. We moeten het op-

nieuw hebben over eerlijkheid, goedheid, solidariteit, verantwoor-delijkheid, geduld en vrede. Ecuador heeft behoefte aan een revolu-tie van de geest, een culturele revolutie.’We hebben een hele tijd gepraat. Een medewerkster komt langs enfluistert iets in het oor van de minister. Ehlers: ‘Het is twaalf uur, en dan wordt hier altijd twintig minuten zen-meditatie gedaan voorwie dat wenst.’ Ik ga mee naar de stille ruimte. Ehlers nodigt me uiteen tekstje te lezen op een willekeurige pagina van Eckhart TollesEn Unidad con la Vida. Dan volgt er twintig minuten stilte, elk verzonken in zijn of haar gedachten. Na afloop vraag ik waaromhij dat doet. ‘Het verfrist de geest, ze doen dat ook bij Google’, antwoordt Ehlers. ‘Maar vooral: zen is de beste remedie om het egote bestrijden. En het ego, dat is het grootste probleem. Zowel in hethuwelijk als bij presidenten.’

MINISTERIE VAN HET GOEDE LEVEN

Freddy Ehlers,minister van Het Goede Leven

Jongeren in Cuenca tegen hetbesparingsbeleidvan de regering.

Indignado- maskerswaren prominentaanwezig op de

betoging in Cuenca.

© A

lma

De

Wal

sche

© A

lma

De

Wal

sche

© A

lma

De

Wal

sche

MO114-044_ECUADOR_corr_MO114-044_ECUADOR 25/11/14 10:51 Pagina 48

Page 25: MO*magazine 114

het eerste massale protest tegen dezeregering. De betoging was samengeroependoor de koepel van vakbonden, inheemseorganisaties, sociale verenigingen en stu-denten. Een veel gehoorde slogan was: Cor-rea, escucha, el pueblo está en lucha (‘Correa,luister, het volk trekt ten strijde’). Uitgerekend die dag had president Correazijn aanhangers – partijgenoten en ambtena-ren dus – ertoe opgeroepen om ook op straatte komen voor het Festival van de Arbeid.‘Dat is de confrontatie zoeken’, werd ergefluisterd. In Quito liep het die avond uit dehand. Een aantal jongeren schopte rel op hethistorische San Franciscoplein en gooidemet kasseien. Aan het Montúfarcollegekwam het tot incidenten, met jongeren diemolotovcoctails gooiden. Uiteindelijk werdentientallen jongeren gearresteerd. De zater-

dag erop hield de president zijn wekelijksetv-programma vanuit een zwaar bewaaktMontúfarcollege. Wanneer ik uit de taxi stapom de uitzending live bij te wonen, en de rijenmilitairen zie, hoor ik achter me iemand vra-gen: ‘Wat gebeurt hier? Een staatsgreep?’Het schetst de sfeer van het moment.‘We hebben geen behoefte aan jongeren die

stenen werpen, maar die ideeën lanceren’,is de rode draad van Correa’s betoog tijdensde hele uitzending. ‘Men beschuldigt deregering van het criminaliseren van protes-ten. Maar dit zijn criminele protesten.’ Hetis, in de interpretatie van de president, alle-maal het werk van de rechtse restauratie,van gemanipuleerde jongeren, van leuge-nachtige vakbondsleiders en van belangen-groepen die het niet waar kunnen maken inde stembusslag.Tijdens de uitzending onderbreken AlianzaPaís-aanhangers de president geregeld metde aansporing ‘Herverkiezing!’ De herver-kiezing van de president is een van de

zeventien voorstellen voor grondwetswijzi-ging die het parlement heeft aangevraagd.Alianza País heeft de absolute meerderheidin het parlement.Het grondwettelijk hof moet zich uitsprekenover de vraag of het parlement kan beslis-sen over die wijzigingen, dan wel of het volkhierover geraadpleegd moet worden in een

referendum. Maar de president wil lievergeen referendum. ‘Die herverkiezing inte-resseert me het minst’, zegt Correa in zijnzaterdagshow. ‘We zijn allemaal nodig,maar niemand is onmisbaar. Maar de recht-se restauratie zal mijn opvolger willen ver-nietigen en de revolutie kapotmaken. Voormij persoonlijk hoeft die herverkiezing niet,maar ik ben bereid mijn leven te geven voordeze revolutie.’ Hij heeft dat al vakergezegd, en hij meent het.

‘MET CORREA IS ALLESMOGELIJK’‘De president is op een punt gekomen dat hijzichzelf niet meer kan voorstellen zondermacht. Hij vreest het moment dat de mensenniet meer geloven dat “met Correa allesmogelijk is”’, zegt Felipe Abril. Abril behoorttot Ruptura 25, een beweging die na de dicta-tuur is opgekomen voor democratie en in deeerste jaren deel uitmaakte van Alianza País. De droom die verankerd ligt in de progres-siefste grondwet ter wereld, waarin derechten van de natuur erkend worden en“het goede leven” als na te streven paradig-ma, is ver weg, vindt Fernando Carvajal,hoogleraar economie aan de Universiteitvan Cuenca. ‘Vandaag gaat het over een heelander model. De regering-Correa staat vooreen modernisering van het kapitalisme, datEcuador optilt en aansluiting geeft bij hetinternationale kapitalisme. Na het neolibe-ralisme van de jaren tachtig en negentig hadhet internationale kapitalisme behoefte aaneen nieuwe dynamiek, een sterke staat omorde op zaken te stellen.’ Alberto Acosta van de Flacso-Universiteitin Quito zit op dezelfde lijn: ‘Dit is geenrechtse regering, dit is geen neoliberalis-me, maar een modern kapitalisme. Meteen leider die absoluut gelooft in een line-air model van vooruitgang. Dat staat haaksop het concept van “het goede leven” vooreen pluriculturele staat. In plaats van eenalternatief project hebben we hier eencaudillo van de eenentwintigste eeuw diede droom helemaal naar zijn hand gezetheeft, om zijn eigen machtspositie te ver-ankeren.’

��

50 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

REPORTAGEf o c u s

Q

Elke zaterdag is er een livetv-programma waarbij depresident op verplaatsinggaat en de hoofdlijnen vande week overloopt. Hier:

Zaterdaguitzending in hetMontúfar College in Quito

© A

lma

De

Wal

sche

MO114-044_ECUADOR_corr_MO114-044_ECUADOR 25/11/14 10:51 Pagina 50

Page 26: MO*magazine 114

een generatiewissel, want de intelli-gentsia die eraan komt, is opgegroeidin een heel ander Europa dan de vijfti-gers en zestigers die vandaag demacht hebben in de politiek, de be-drijven en de media. Die oudere gene-ratie is nog opgegroeid in een wereldwaarin de overtuiging gold dat voor-uitgang erin bestond dat volkerenoveral ter wereld westerse ideeën enpraktijken zouden overnemen. Dedertigers van vandaag leven in eenheel andere wereld en zijn omringd

door veel diversere ideeën. Ze staanveel meer open voor de wereld envoor de ervaringen van anderen. Hetzal tien, twintig jaar duren, maar deverschuiving zal onvermijdelijk eenandere publieke opinie opleveren inEuropa, en dus ook een ander beleid.

U bent hoopvol gestemd, ookal zien we geregeld etnischgeweld en rellen in Europesesteden, winnen anti-immi-

grantenpartijen overal stem-men, en wordt racisme steedsmeer mainstream in Europa.

Pankaj Mishra: Begrijp me niet ver-keerd. Ik geloof niet in sprookjes.Maar de overtuiging dat de westerseheerschappij in de wereld vanzelf-sprekend en eeuwig is, die is nietmeer houdbaar. Dat is niet tegenge-steld aan de vaststelling dat er voort-durend allerlei extreem rechtseuitbarstingen plaatsvinden, die hunbron vinden in sociaaleconomisch on-genoegen en bedreigingen. In zekerezin is die gewelddadige polarisatie deEuropese norm en is de periode tus-sen 1945 en de jaren tachtig –met zijnwelvaartsstaat, democratische parti-cipatie en progressieve consensus –de uitzondering. Met de terugkeer vaneen diepe en continentale economi-sche crisis is het niet verwonderlijkdat ook de rechtse regeringen en dezondebokmechanismen terugkeren.Tegelijk zijn de minderheden die ont-stonden door migraties ook politiekvolwassen geworden en zijn ze nietlanger bereid over zich heen te latenlopen. Dat leidt tot conflict, uiteraard.

In uw jongste boek, Op de ruï-nes van het imperialisme, be-schrijft u een aantal Aziatischeintellectuelen van het eindevan de negentiende eeuw diede vernieuwende ideeën le-verden waarop de onafhanke-lijkheidsstrijd tegen dewesterse imperialistische ��

53MOQ • winter 2014 • www.mo.be

‘De toekomst is pluralistisch’

Pankaj Mishra, afscheid van het universalisme

52 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

INTERVIEWF O C U S

� Syrië. Libanon, Irak, Jemen, Palestina,Afghanistan en Pakistan. De gemeenschap-pelijke noemer van de landen die anno 2014in brand staan, is hun gedeelde meerder-heidsreligie, de islam. Dat zorgt in het Wes-ten voor veel bezorgdheid en voor tal vanstudies over de wezenlijke band tussen dieislam en geweld als manier om politiekeideeën op te leggen. Toch is er nog iets an-ders dat deze landen delen: hun kolonialeverleden. Daarover wordt veel minder na-gedacht in het Westen. Als het al ter sprakekomt, dan is het in de vorm van nauwelijksverhulde nostalgie naar de orde van toen.Of men veegt de vraag van tafel met dezucht dat die tijd al lang achter de rug is enniet eeuwig kan blijven gelden als excuusom armoede en slecht bestuur te verklaren.Pankaj Mishra:Het is een gekoesterdemythe in Groot-Brittannië dat het land opordentelijke wijze uit zijn koloniale gebie-den vertrokken is, in tegenstelling totFrankrijk, Nederland of Spanje. “Wij” zijnvrienden gebleven met de landen die weveroverd hadden, de nieuwe leiders kregen

allemaal een opleiding in Cambridge of Ox-ford, en ga zo maar door. Die illusie is be-hoorlijk ongeschonden gebleven, ondanksalle feitelijke tegenargumenten, zoals degewelddadige opdeling van het Indischesubcontinent, de opdeling van Palestina ende opdeling van Soedan. De onrust in het Midden-Oosten heeft directe wortels in de manier waarop Groot-Brittannië en Frankrijk de regio ge kolo ni -seerd en gedekoloniseerd hebben. Maardat maakt geen deel uit van de geschiede-nislessen en de meeste journalisten dievoor mainstream media werken, hebbenook geen idee van dat soort historische ver-banden. Daardoor kunnen nationale mythesnog steeds gebaseerd worden op de impe-riale verwezenlijkingen en successen vanmeer dan honderd jaar geleden, zonder datde werkelijkheid van geweld en onrecht dieovertuiging in de weg staat.

Uw artikels hierover en met nameuw polemiek met Nial Fergusonzijn behoorlijk heftig.

Pankaj Mishra:Misschien wel, maar er isreden tot verontwaardiging. Als je de boe-kenrekken ziet die gevuld werden met boe-ken over het Britse Rijk, dan word je tochvanzelf kwaad als je ziet hoe weinig daar-van het niet-westerse standpunt rechtdoen? En als er dan iemand is van niet-westerse afkomst die een uitgebreide po-ging doet om dat andere perspectief naarvoren te brengen, dan wordt hij meteen po-lemisch genoemd, omdat hij de gekoes-terde beelden en waarheden ter discussiestelt. Nochtans is de waarheid goed voor ie-dereen, ook voor wie haar niet graag hoort.

In Groot-Brittannië is een zekerenostalgie naar de tijd dat het Wes-ten zijn eigen wil en orde nog on-verkort kon opleggen nietongewoon.

Pankaj Mishra: Die imperiale nostalgie iseen soort terugvalpositie voor intellectue-len in Europa, maar ik geloof dat daar echtverandering in komt. Het is voor een deel

Pankaj Mishra heeft diepe wortels in kleinstede-lijk India, maar is tegelijk thuis in de westersemetropolen. Zijn stukken verschijnen in gere-nommeerde internationale bladen zoals de NewYork Review of Books, maar zijn kritiek op hetBritse imperialisme van weleer en op de onge-lijke machtsverhoudingen van vandaag makenhem niet altijd geliefd bij de mondiale elite. Om het zacht uit te drukken.

door Gie Goris

© B

elga

Imag

e / H

endr

ik S

chm

idt

MO114-052 Pankaj Mishra_MO114-052 Pankaj Mishra 25/11/14 10:52 Pagina 52

Page 27: MO*magazine 114

Pankaj Mishra:De media zouden beter enruimer moeten informeren, maar ze zijnniet de enige optie om de andere te lerenkennen. Je kunt goede romans lezen, je in-zetten in diverse wijken, zelf op zoek gaannaar andere perspectieven op internet,noem maar op.Je moet beseffen wat er gebeurt in de we-reld, maar je moet je even goed bewust zijnvan de verhalen die met de feiten gespon-nen worden. Want het zijn die betekeniska-ders die het handelen van mensen richten,niet de feiten op zich.

Getuigt de nieuwe populariteit vandeze politiek-religieuze bewegin-gen ook van het falen van de secu-liere, socialistische ofnationalistische, alternatieven voorhet kapitalistische imperialisme?

Pankaj Mishra:De tendens maakt duidelijkdat de ideologieën die ontstonden in het Eu-ropa van de negentiende eeuw ontoerei-kend zijn voor het Azië van vandaag. Datgeldt zowel voor het kapitalisme met zijneindeloze groeibehoefte als voor het socia-lisme en zijn revoluties. Die ideeën werdende wereld rondgedragen met de belofte vanwelvaart en macht voor al wie ze zou aan-nemen en realiseren. Ze werden overgeno-men, maar ze leverden absoluut niet hetresultaat op dat ervan verwacht werd. Deideeën en ideologieën die een kleine min-derheid van de wereldbevolking sinds denegentiende eeuw zeer goed gediend heb-ben, blijken onvruchtbaar voor de rest.

Heeft het gemondialiseerde kapita-lisme de voorbije twintig jaar nietgezorgd voor de vermindering vande armoede in China en India, waarhonderden miljoenen mensen eropvooruitgegaan zijn?

Pankaj Mishra:Natuurlijk kennen landenals China en India een groep mensen dieecht rijk of welvarender geworden zijn.Maar dat blijven ook daar kleine minderhe-den, terwijl het grootste deel van de bevol-king in wanhopige armoede blijft leven. Dat

levert groeiende tegenstellingen op, watleidt tot conflicten en onbeheersbare situa-ties. En dan heb ik het nog niet over de eco-logische crisis die door dat groeimodelveroorzaakt wordt. Dus: ja, er zijn beperktesuccessen, maar laten we onszelf toch nietverblinden door dat verhaal.

Hoe verklaart u dat falen van socia-lisme, nationalisme en kapitalismein de Derde Wereld?

Pankaj Mishra:De historische omstandighe-den waarbinnen deze ideeën werden ont-wikkeld en gerealiseerd, waren heelspecifiek. De natiestaat bijvoorbeeld krijgtconcreet vorm in de negentiende eeuw alsgevolg van de acties van Frankrijk onderNapoleon. De constructie van die statenging gepaard met enorme kosten voor di-verse minderheden die al eeuwen in dezerijken woonden en hun eigenheid moestenopgeven om binnen dat nieuwe staatscon-cept te passen. Dat hele proces van natiestaatvorming ende daarmee samenhangende, elkaar be-concurrerende imperialismen is medever-antwoordelijk voor de onvoorstelbaargewelddadige eerste helft van de twintigsteeeuw. Vandaag bekijken we dat verledenvooral door de lens van zijn relatieve suc-cessen: het tot stand komen van grote wel-stand voor een behoorlijk groot deel van debevolkingen van Europa, samen met deburgerlijke vrijheden van de liberale demo-cratieën. En we denken dat we een “model”hebben dat ook elders kan werken. Maar zonder een functionerende natiestaat,succesvol imperialisme, een industriële re-volutie en een krachtig maatschappelijkmiddenveld zouden de huidige resultaten in

Europa ook niet behaald zijn. Wie dus denkt dat de Europese ervaringeen “model” is, moet toch nog eens goednadenken. Bovendien beseffen we nu dat erecologische grenzen zijn aan het onderlig-gende economische systeem met eindelozegroei als motor. Nu de hele wereld datmodel, met zijn natievorming en industriëlerevoluties navolgt, wordt het allemaal noggewelddadiger.

Er zijn mensen die stellen dat hetfalen van democratie en staatsvor-ming vooral een uiting is van de an-dere normen en waarden waarnaarmensen streven, van de verschil-lende culturen waarbinnen hetmodel uitgeprobeerd wordt.

Pankaj Mishra:Die culturele uitleg grenstaan de racistische verklaring. Ik kan me ab-soluut niet vinden in de stelling dat be-paalde samenlevingen wezenlijk niet instaat zouden zijn individuele vrijheden, indi-viduele waardigheid, religieuze vrijheid ofdemocratie na te streven. Natuurlijk zijn er veel samenlevingen waardemocratie het moeilijk heeft, maar dat isniet beperkt tot landen in het Zuiden. Kijkmaar naar de impasse waarin de democra-tie in de Verenigde Staten zich bevindt, ofnaar de veralgemeende teleurstelling ofzelfs vijandigheid van de Europese burgerstegenover hun parlement en commissie diezichtbaar werden tijden de jongste Euro-pese verkiezingen. Mensen voelen zich niet meer vertegen-woordigd en hebben het gevoel dat politicivooral de belangen van grote bedrijven envan de eigen kaste behartigen. Is dat eencultureel probleem? Of is het een kwestievan machtsverhoudingen die verschovenzijn? Ik ben meer geneigd om die tweedeverklaring te kiezen. De voorbije decenniaheeft de elite een heleboel macht terugge-nomen van wat mensen in lange jaren vanstrijd verworven hadden. Het resultaat zijnextreem ongelijke maatschappijen, waar-door de democratie slecht functioneert.Q

55MOQ • winter 2014 • www.mo.be

machten gebaseerd werd. Zijn eraan het begin van de eenentwintig-ste eeuw ook dergelijke figuren,die nieuwe ideeën ontwikkelen omeen nieuwe emancipatie op te base-ren?

Pankaj Mishra: De historische omstandighe-den zijn radicaal verschillend. Mensen alsJalal-al-Din al-Afghani, Rabindranath Ta-gore en Liang Qichao leefden op een mo-ment dat de natiestaat in Azië pas aan dehorizon verscheen en zeker nog niet zo’ngestolde realiteit was als vandaag. Dat gafhen enorm veel intellectuele vrijheid enmanoeuvreerruimte. Die ruimte is vandaagradicaal gekrompen. Bovendien is het intel-lectuele leven verregaand geprofessionali-seerd, waardoor denkers als al-Afghani,zonder formele academische geloofsbrie-ven, vandaag niet eens meer ernstig geno-men zouden worden.

Misschien ontstaan de echt nieuweideeën over hoe maatschappijenmoeten functioneren vandaag min-der in het denken van uitzonder-lijke individuen en eerder in depraktijk van groepen of bewegin-gen die alternatieven gaandewegproberen te realiseren?

Pankaj Mishra:Dat klopt. De focus ligt min-der op heldere ideeën en meer op daad-werkelijk handelen. Dat alternatievehandelen kan de vorm aannemen van hetregionalisme van Schotten of Catalanen, deopkomst van de arbeiderspartij in Brazilië,de decentralisering in Indonesië, de eman-cipatiebewegingen in Bolivia en Uruguay…Er zijn overal krachten, bewegingen enmensen die verzet en alternatieven vormgeven, je moet die punten verbinden om hetgrotere beeld van verandering te zien. Elkebeweging heeft haar specifieke historischecontext en traject. Nieuwe ideeën en alter-natieve voorstellen moeten daarbinnen re-levant zijn. We moeten daarom ookafscheid nemen van het idee van universa-lisme. De toekomst is pluralistisch.

De voorbeelden die u geeft, zijn elkop hun manier uitgesproken posi-tief. Een ander alternatief voor hetgemondialiseerde kapitalisme datvandaag gestalte krijgt, is de poli-tieke islam, variërend tussen deeerder gematigde Moslimbroedersen de extremistische kalifaatstrij-ders van Islamitische Staat of Jab-hat-al-Nusra.

Pankaj Mishra:Het is in elk geval belangrijkom de enorme diversiteit onder die noemer“politieke islam” voor ogen te houden. InTunesië, waar de islamisten actief betrok-ken zijn, verloopt de machtsverschuiving nade Arabische Lente veel bevredigender danin Egypte, waar de islamisten met geweldvan de democratisch verworven macht ver-dreven zijn door machthebbers die dictato-rialer zijn dan de Moslimbroeders of zelfsMoebarak. De extreme versies die we in Irak en Syriëte zien krijgen, gedijen in de extreme chaosdie in die landen ontstaan is na de invasiedoor de VS en Groot-Brittannië in Irak in2003. Nu oproepen, zoals Tony Blair doet,tot een grote oorlog tegen het islamisme, iscontraproductief en vooral: het is het pro-bleem bestrijden met het wapen waarmeehet geschapen werd.Je kunt de actuele situatie in het Midden-Oosten nog het best vergelijken met de si-tuatie in de jaren zeventig in Cambodja,waar de Amerikaanse bombardementenresulteerden in een machtsvacuüm en poli-tieke chaos, waaruit allerlei extremistischegroepen ontstonden, waaronder de RodeKhmer.Tegelijk is het ook belangrijk te blijven ziendat de politieke islam in al zijn verscheiden-heid niet de enige tendens is die zich verzettegen het opdringen van de kapitalistischemoderniteit. In India gebeurt dat door inheemse gemeenschappen, traditioneleboeren of dorpsbewoners. Zij gebruikenook vaak religieuze symbolen als ze zichverzetten tegen het in beslag nemen vanhun land, woud of water. Ik begrijp hoemensen hun toevlucht nemen tot geweld

als ze geconfronteerd worden met geweld-dadige aanslagen op hun al precaire be-staan. Dat neemt niet weg dat het verzetzélf gewelddadig en repressief kan wordenen dat de toevlucht tot religieuze taal ensymbolen als uitsluiting kan werken, ook alis de eerste functie van religie in die strijder een van solidariteit en verzet tegenkrachten die nog veel gewelddadiger en uit-sluitender zijn.

In Europa gaat het debat vooralover de zogenaamde Syriëstrijders.Dat creëert angst voor de toekomsten onzekerheid over het verleden.

Pankaj Mishra:Het is een vraag die ik zowelin Groot-Brittannië als in India tegenkom,waar gewapende militanten ook een directebedreiging voor de veiligheid vormen. Erzijn ook Indiërs naar Syrië vertrokken enwe hebben de ervaring van duizenden land-genoten die naar Pakistan gegaan zijn omdaar getraind te worden als terroristischestrijders. Wie zijn afschuw uitdrukt voor het extre-misme en het geweld waartoe deze jonge-ren bereid zijn, zou even verontwaardigdmoeten zijn over de vele vormen van discri-minatie en uitsluiting die de gewone leef-omgeving van die jongeren en hungemeenschappen definiëren –zeker in India.Waar je zeker ook niet aan voorbij kuntgaan, zijn de fiasco’s van het westerse bui-tenlandse beleid van het voorbije decen-nium. De invasies van islamitische landenen de dood van honderdduizenden moslim-burgers als gevolg daarvan, zijn feiten dienauwelijks voorkomen op de radar van demeerderheid in Europa, maar die een zeerdiep gevoel van vervreemding en ongenoe-gen gecreëerd hebben bij veel moslims inde wereld, ook in Europa.

Wat is de oorzaak van die radicaalverschillende percepties van de in-ternationale realiteit tussen meer-derheid en moslimminderheden inEuropa?

��

54 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

INTERVIEWF O C U S

‘De waarheid is goed vooriedereen, ook voor wiehaar niet graag hoort.’

MO114-052 Pankaj Mishra_MO114-052 Pankaj Mishra 25/11/14 10:52 Pagina 54

Page 28: MO*magazine 114

56 MOQ • winter 2014 • www.mo.be MOQ • winter 2014 • www.mo.be 57

� In welvarende steden als Rabat en Casablanca lig-gen, niet zo ver van de cultuurhuizen, bruisende zaken-centra en hippe terrassen, wat men heel mooi “devolkswijken” noemt. Uit het zicht van de gegoede mid-denklasse leeft een klasse die zich van dag tot dag eenbestaan bij elkaar probeert te schrapen. Jongeren uitdeze wijken zagen decennialang de oversteek naarEuropa als enige uitweg uit de armoede. De overheid

ANALYSEf o c u s

Ik, mijn Nikes en de uitzichtloze toekomst

bood hun geen opvang of begeleiding bijwerkloosheid, de samenleving vergat henliever dan zich met hen te bemoeien en dejongens zelf leken zich neer te leggen bijhun uitsluiting. Tot dit voorjaar. In aprilmanifesteerden de verloren jongens van desloppenwijken zich op een uitermate ver-ontrustende manier.In de volkswijken van Marokkaanse grotesteden maken jongeren sinds dit voorjaarde straten, of in ieder geval de socialemedia, onveilig. De nationale media berich-ten over de tsjarmiel-beweging, waarin jon-geren, de zogeheten msjarmlien,poserenmet gestolen gympen en modieuze pettenterwijl ze zwaaien met slagersmessen enprovocerend pronken met hun Mario Balo-telli-kapsel – lokaal een hanenkamgenoemd.De “bende” ontleent haar naam aan deMarokkaanse keuken: tsjarmiel staatimmers voor de vleesmarinade, bereid doorde slager, die net als de msjarmlienuitge-rust is met grote, scherpe messen. Het isniet duidelijk of ze de uitgestalde luxegoe-deren echt gestolen hebben dan wel of zedat beweren om de samenleving uit tedagen.In de collectieve verbeelding van zowel poli-tie als de brede samenleving vormen dezemsjarmlien een heuse bedreiging voor deopenbare orde. Aanvankelijk vatten deordediensten de foto’s wel heel letterlijk open bij gebrek aan tastbare aanwijzingenarresteerden ze lukraak jongens met eenhanenkam. Zelfs jongeren die een videoclipopnamen als bewustmakingsactie tégen detsjarmielwerden opgepakt en veroordeeld.Nochtans zijn bendevorming en al dan nietverbeeld geweld uit de sloppenwijken oudnieuws. Dus waarom reageert de politieplots zo resoluut hardhandig? Wellicht stuithet brutale karakter van de beweging hetmeest tegen de borst. De Marokkaansesamenleving tolereert afwijkend gedragimmers zolang het zich niet openlijk mani-festeert. In dit geval doen de msjarmlien erheel bewust een schepje bovenop door hetgeweld, de diefstal en zelfs het kapsel niet

alleen te tonen, maar ook te claimen als hunidentiteit.Het hardhandige optreden van de politietegen jongeren met Mohikanenkapselmondde uit in een dramatisch incident toende politie van een dorpje een jonge landbou-wer arresteerde en hem vervolgens kaal-schoor. De jongen pleegde daarop zelf-moord.Er bestaat geen twijfel over dat de msjarm-liende samenleving willen uitdagen methun selfies. Toch is de beweging minderbezig met het vernietigen van de gevestigdeorde dan met het zoeken van een manier omecht deel uit te kunnen maken van desamenleving. Het verlangen naar luxepro-ducten als smartphones, gympen en desig-ner jeans wijst daarop.

RECHT OP WAARDIGHEIDDe sociale ongelijkheid in Marokko is vol-doende zichtbaar en geeft ieder een realis-

tisch beeld van de levenskwaliteit van deander. Het hoeft dan ook niet te verbazendat de minst bevoorrechten zich gekwetsten verwaarloosd voelen. Van de lerarensta-kingen tot de betogingen van de 20 februari-beweging, is elke eis eerst en vooral eenpleidooi voor het recht op waardigheid. Volgens het Marokkaanse middenveld is dereactie van de politie op de msjarmlienmeerdan een kwestie van machtsmisbruik. Fati-ma Mernissi, auteur van onder andere Hetverboden dakterras, De Europese harem enSheherazades weblog, verwijt de ordedien-sten een gebrek aan wat ze visuele gelet-terdheid noemt. Het gevolg daarvan is dat zede beelden enkel letterlijk opvatten en hunacties afstemmen op een werkelijkheid dieniet of slechts zeer gedeeltelijk bestaat. Nade arrestatie met fatale afloop is de politieoverigens te rade gegaan bij experts overbeeldcultuur om zulke uitspattingen tevoorkomen.

Sinds enkele maanden is Marokko in rep en roer over jongeren die zich als gewelddadige punks manifesteren. De goegemeente en de ordediensten reageren geschokt en repressief. Schrijfster FatimaMernissi leest in de provocerende beelden een heel ander verhaal: een noodkreet van jongeren die erbij willen horen. door Najet Boulafdal

Q

No future in MarokkoFatima Mernissi verza-melde een team van negenMarokkaanse deskundigendie de schrijfster zelf “dewevers van waardigheid”noemt: jeugdwerkers, psy-chiaters, journalisten, socia-lemedia-experts en eenvoormalige politieke gevan-gene. Samen binden ze ineen boek dat nog moet ver-schijnen de strijd aan tegenvisueel analfabetisme. MO*mocht de inleiding lezen.Enkele fragmenten.‘Het lijkt mij dat deze jongemsjarmlien, die de politievervolgt voor het tonen vanschoenen en luxehorlogesdie ze zich niet kunnen ver-oorloven, een wanhoops-kreet tot ons richten. Zijwillen deel uitmaken van de

wereld van de rijke consu-menten, in plaats van zichtegen hen te keren. Poserenmet hippe schoenen, pettenen horloges laat zien hoe-zeer deze jongeren uit devolksbuurten de klassenon-gelijkheid proberen uit teroeien.’‘(Tijdens de Arabische op-standen) schreeuwden jongerevolutionairen om karâmaof waardigheid. Daarmeehekelden ze de ostentatieverijkdom die de staatsleiderstentoonspreidden, evenalsde eindeloze stroom van re-clame voor luxe-objectendie de doorsnee burger zichniet kan veroorloven.Hierop reageerden reclame-agentschappen, meestal ge-domineerd door westerse

lobby’s, met verschillendefora en conferenties waarArabische experts hetwoord nemen over “Adver-teren in tijden van Revolu-ties”, zoals het tijdschriftMiddle East het samen-vatte.’‘Zo heeft deze generatie dereclamesector gedwongenzichzelf ter discussie te stel-len door het enigma van dewaardigheid te willen kra-ken. En Kamal had gelijktoen hij tsjarmiel, het feno-meen dat jongeren poserenmet luxeproducten die zezich alleen kunnen aan-schaffen door ze te stelen,interpreteerde als een herin-nering aan de schreeuw omwaardigheid tijdens de Ara-bische Lente.’

FATIMA EN DE JONGENS

Uitdagende beelden die

Marokkaansejongeren op huneigen Twitter- ofFacebookprofiel

plaatsten.

MO114-056_MAROKKO_MO114-056_MAROKKO 25/11/14 10:53 Pagina 56

Page 29: MO*magazine 114

59

Een steen in de vijver van het mondiale debat

BESCHOUWINGf o c u s

� De wederopstanding van het kalifaat waseen van de acht mogelijke toekomstbeeldenvoor 2020 die de Amerikaanse NationaleInlichtingenraad (NIC) reeds in 2004 voorzijn ministerie van Defensie onderzocht. Deneerslag van dat onderzoek bestaat uit eenbrief, geschreven door de fictieve kleinzoonvan Osama Bin Laden, waarin hij de prillejaren van het kalifaat beschrijft, met zijnverwezenlijkingen en grootste uitdagingen.‘Achteraf bekeken vraag ik me af hoe we deopkomst van de jonge kalief over het hoofdgezien hebben. We waren allen, moslim enongelovige, verbaasd. De jonge predikerhad een wereldwijde aanhang. Nog voor hijuitgeroepen was tot kalief, opvolger van deProfeet (vzmh), werd hij vereerd door degelovigen’, schrijft de fictieve MuhammadBin Laden in dat scenario.Zes jaar eerder dan voorzien door de NIC ishet kalifaat een feit. Dat is althans wat deIslamitische Staat en Aboe Bakr al-Bagdadide moslimwereld willen laten geloven. Hoe-wel er enkele cruciale verschillen zijn tus-sen het verbeelde kalifaat van NIC en dehuidige Islamitische Staat, valt het op dathet denkbeeld van een kalief reeds eendecennium geleden ook door niet-moslimsoverwogen werd.Stille wens van moslims of self-fulfilling pro-phecy van het Amerikaanse onderzoeksbu-reau, sinds eind juni jongstleden schudt dewereld op haar grondvesten door het kali-faat. Nochtans is het begrip op zich vrijwelonbekend bij de meeste mensen, en zij diede benaming wel kennen, associëren determ vaak met een ver vervlogen tijdperk uitde geschiedenisboeken, hoofdstuk ‘De valvan het Ottomaanse Rijk’.Maar wat was dat kalifaat precies? Welkelegitimiteit geniet het huidige kalifaat bijmoslims van de diaspora en moslims in‘Moslimistan’? Maar de belangrijkste vraagluidt wellicht: waarom zouden moslimsbehoefte hebben aan de restauratie van zo’nachterhaalde ruïne van een staat?

VANRECHTSCHAPENNAARRIVALISERENDNa de dood van de profeet omstreeks 633had de prille staat die we vandaag identifi-ceren als islamitisch een nieuwe leidernodig. De eerste vier soennitische opvolgersvan Mohammed, of kaliefen, maakten deeluit van de volgelingen van het eerste uur.Aboe Bakr, Oemar, Othman en Ali kregenlater de ietwat romantische eretitel van‘rechtschapen kaliefen’ vanwege hun recht-vaardig bestuur en hun integriteit. Sjiieten wijzen elke andere opvolger dan Aliaf. Het kalifaat, in zijn oude vorm of in de hui-dige situatie, betreft bijgevolg enkel desoennitische moslims.De islamitische staat van de zevende eeuwgroeit in nauwelijks een eeuw van het huidige

Marokko tot de grenzen van Afghanistan enIndia, met het grootste deel van het Iberischschiereiland erbij. Tot dan is het kalifaat eenverenigde islamitische staat waarin de over-grote meerderheid van de moslims verblijft.Ook nadien groeit het islamitische rijk lang-zaam maar zeker, in relatieve stabiliteit.Hoewel er in die eeuwen verschillende oor-logen gewoed hebben, denk aan de kruis-tochten en de verovering door de Mongolen(in de dertiende eeuw), is er steeds een con-tinuïteit geweest, zij het dat er rivaliserendeen/of parallelle kaliefen waren.Wanneer Mustafa Kemal in 1924 het kalifaatontmantelt, omvat het Ottomaanse Rijk, hettot dusver langst regerende kalifaat, Tur-kije, Syrië, Libanon, Palestina, Jemen, Jor-danië en delen van Saoedi Arabië. Ten tijde

Oost-Syrië: demoskee in hetdorp Tel Maroufwerd opgeblazendoor IS-strijders. MOQ • winter 2014 • www.mo.be

De eeuw van het kalifaat?door Najet Boulafdal

Het uitroepen van de Islamitische Staat indelen van Syrië en Irak heeft het debat overjihad en westerse dominantie plots een heelandere wending gegeven. Toch komt ditidee niet uit de lucht vallen. De (fictieve)kleinzoon van Bin Laden zag het tien jaargeleden al aankomen.

��

© R

epor

ters

/ Ed

die

Ger

ald

/ Lai

f

MO114-058_KALIFAAT_MO114-058_KALIFAAT 25/11/14 10:54 Pagina 58

Page 30: MO*magazine 114

werkelijkheid realiseert, is van een heelandere aard.In tegenstelling tot de projectie van het Ame-rikaanse onderzoeksbureau is de kalief nietuitverkoren door de moslims en is hij aller-minst geliefd binnen en buiten de moslimge-meenschap. De gewelddadige maar succes-volle militie die eind juni het nieuwe kalifaatafkondigde, is in een notendop wat SalmanSayyid, auteur van Recalling the Caliphate,beschrijft als een xenofobe autoritaire enti-teit, een soort Saoedi-Arabië op steroïden.De aanhang van IS lijkt vooralsnog beperkttot gemarginaliseerde jongeren die zich nietaltijd bewust lijken te zijn van de toedrachtvan de strijd. De zogeheten Syriëstrijderszijn er vooral op uit “iemand” te worden, of

ze denken zo een einde te maken aan deondergang van de moslimwereld en detirannieke onderdrukking door de Arabischeleiders – die daarin gesteund worden doorwesterse grootmachten.

HETKALIFAAT SLAAT TERUGIn de brief die de Amerikaanse NationaleInlichtingenraad presenteert als zijnde vande hand van de kleinzoon van Bin Laden, leesje al dat het geweld dat zijn grootvadergebruikte en vooral het vergieten van

onschuldig bloed de gelovigen afschrikte,waardoor de heroprichting van een kalifaatniet mogelijk was. In tegenstelling daarmeeverwachtten de onderzoekers de opkomstvan een jonge charismatische prediker dienooit gelieerd was aan al-Qaeda, noch ooiteen politieke beweging geleid had. Zijn vol-gelingen wereldwijd zouden hem uitroepentot kalief, waardoor hij niet besmet werd methet ‘onvermijdelijke vergieten van onschul-dig bloed’, in tegenstelling tot grootvaderOsama. Het heeft niet mogen zijn.De grootste voldoening put de fictieve klein-zoon van Bin Laden uit het ontrafelen van destructuren die het Westen ‘de moslimstatendoor de strot geramd heeft: de democratie,natiestaten en een internationaal systeem

waarin het Westen unilateraal de spelregelsbepaalt’.Zowel Benzine en Sayyid als de experts tendienste van het Amerikaanse ministerie vanDefensie zijn het erover eens dat de huidigesituatie van ongelijkheid, waarin het Westenbepaalt en het Midden-Oosten uitvoert,onhoudbaar is en onvermijdelijk zal leidentot een explosieve reactie.Het NIC gaf in zijn dossier van 2004 ook drieaandachtspunten voor de hachelijke situatiein het Midden-Oosten, maar die werden in

de wind geslagen. De studie wijst ten eersteop de dominante rol van de sociale media ende digitalecommunicatierevolutie, waar-door de botsing tussen de westerse en demoslimwereld zou kunnen verergeren. Tentweede, zo stelt het NIC, zou de afkondigingvan het kalifaat de terreurdreiging niet doenafnemen, integendeel. Het cultiveren vanconflicten zou een nieuwe generatie terro-risten voortbrengen die zowel binnen alsbuiten de grenzen van het Islamitische Rijkkunnen opereren. Ten slotte moeten wes-terse staten in een aanpak op maat voorzienom de aantrekkingskracht van het kalifaattegen te gaan. Ze zouden ook gebruik moe-ten maken van het dilemma waar Europesemoslims voor staan: de aantrekkingskrachtvan het idee van een spiritueel kalifaat ener-zijds en het materieel comfort dat de mon-dialisering hen in het Westen belooft ander-zijds.

De ontwikkelingen in Syrië en Irak zijnuiteraard niet exact wat het NIC “voor-spelde”. Salman Sayyid waarschuwt in elkgeval dat het idee van een kalifaat, tengoede of ten kwade, als een steen in devijver van het mondiale debat gegooid is.Ook volgens de Franse islamoloog Benzi-ne is het einde van het kalifaat niet inzicht. ‘Zelfs als de militaire coalitie erinzou slagen Baghdadi uit te schakelen, zouer meteen een opvolger of kalief opstaan.De mogelijkheid van het kalifaat heeft zichimmers opnieuw in de hoofden van mos-lims genesteld.’

61MOQ • winter 2014 • www.mo.be

van de laatste kalief, Abdülmecid II, is hetkalifaat volledig zelfvoorzienend en biedthet onderdak aan de helft van de “vrije mos-lims” (lees: moslims uit niet door Europesenaties bezette gebieden).De huidige Islamitische Staat gaat er prat opniet-moslims en andersdenkende moslimsletterlijk een kopje kleiner te maken enberoept zich daarvoor op de koran. In de vorige kalifaten waren bekeringenniet verplicht op straffe van de dood. Welmoesten niet-moslims, dat wil zeggen: deandere ‘Volkeren van het Boek’, christenenen joden dus, bijzondere belastingen beta-len en waren ze bij de wet tweederangs-burgers. Tegelijk bekleedden zowel sjiie-ten als joden en christenen vaak hoge poli-tieke functies. Over het algemeen ging hetreligieuze minderheden goed, op enkelebijzonder wrede uitzonderingen na. Zowerden de Arabische christenen tijdens dekruistochten tot buiten de stadswallen ver-dreven, uit angst dat ze hun geloofsbroe-ders zouden bijstaan.

SUCCES VAN DE ISLAMITISCHE STAATVolgens islamoloog Rachid Benzine is hetsucces van IS te danken aan een opeenvol-ging van gebeurtenissen, omstandighedenen politieke beslissingen, zoals de opdelingvan het Midden-Oosten naar aanleiding vanhet Brits-Franse Sykes-Picotverdrag(1916). ‘In het collectieve geheugen van deIS-aanhangers is zelfs de herinnering aande kruistochten, de eeuwenlange confron-taties tussen de islamitische en de wester-

se wereld, nog steeds levendig. Ook de her-innering aan de koloniale ondernemingenvan Napoleon in Egypte, tot de oprichtingvan Israël in 1948. IS teert op een diepgevoel van vernedering van de Arabischevolkeren door het Westen.’Niet alleen externe factoren, zoals devoortdurende inmenging van westersegrootmachten, brengen deze crisis in demoslimlanden teweeg, ook interne spelersbeïnvloeden de huidige situatie.Een van de meest doorslaggevende facto-ren is zonder twijfel het sektarischegedachtegoed van de puriteinse en steilorthodoxe wahabieten in Saoedi-Arabië, datde breuklijn tussen sjiieten en soennietenzowel binnen de Saoedische grenzen alsdaarbuiten cultiveert. De islamitische diaspora in het Westen,geconcentreerd in de steden, zorgt aldecennia voor spanning in de Europesesamenlevingen. Daarbij krijgt het zoge-naamde migrantenvraagstuk en in het bij-zonder het “moslimdebat” de proportiesvan het voormalige rode en gele gevaar.Sinds de aanslagen van 9/11 is de spanningniet alleen verscherpt, de vijandigheidtegen moslims wordt nauwelijks nog ver-huld. Meer dan eens vragen publieke per-sonen en zelfs politici moslims in het Wes-ten om verantwoording voor feitengepleegd door mensen met wie ze, behalvehun geloof, niets gemeen hebben. De zoge-naamde Oorlog tegen de terreur is in dehoofden van velen en in de ervaring vananderen een Oorlog tegen de islam.

KALIFAAT ALSTOEKOMSTSCENARIOAan beide kanten van de geloofsgrens leefthet idee dat de islam de alle andere overtref-fende identiteit zou moeten zijn van iederemoslim. Ondanks deze sterke identiteitsfac-tor die moslims aller landen zou moetenverenigen ontbreekt echter een zogenaamdislamitisch vaderland, waardoor dezeomvangrijke bevolkingsgroep steeds meervervreemdt van de wereldorde. De oprich-ting van een islamitische staat of kalifaat zouhet zelfbewustzijn van de moslimbevolkingvergroten, doordat het burgerschap vandeze staat moslims wereldwijd zou verbin-den en internationaal tot een serieus tenemen speler zou maken.Tijdens de kolonisering van verschillendelanden met een moslimbevolking na de ont-binding van het Ottomaanse Rijk in 1924, isde postume waardering voor het laatste kali-faat gestegen. De erkenning en romantise-ring van het laatste kalifaat wordt versterktdoor het ontbreken van een overkoepelendepolitieke structuur die moslims op wereldni-veau vertegenwoordigt. In de huidige contextzijn moslims in vrijwel elk internationaalconflict een partij, hetzij als onderdrukker inSyrië, of als onderdrukte in Palestina, ommaar twee voorbeelden te nemen. En hetvaakst strijden ze tegen elkaar.In die context stijgt de aantrekkelijkheid vaneen jonge charismatische figuur die sereende opdracht aanvaardt moslims van overalter wereld het lichtende pad te tonen. Deharde werkelijkheid van het kalifaat dat IS in

60 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

ACHTERGRONDf o c u s

Een van de bepalende factoren in deze hele kwestie is het sektarische gedachtegoed van de puriteinse en steil orthodoxe wahabieten in Saoedi-Arabië.

��

Q

• Aboe Bakr, de eerste opvolger van de Profeet, stierf op zijn sterfbed en stelde OemarIbn Khattab aan als opvolger.

• Umar regeerde van 634 tot 644, toen hij vermoord werd door een slaaf.• Othman werd verkozen door een commissie en heerste van 644 tot 656. Ook hijbreidde het islamitische rijk verder uit. Hij werd vermoord door rebellen.

• Ali, verkozen door de overige kompanen van de Profeet, regeerde van 656 tot 661,toen hij vermoord werd.

Tijdens deze dynastiekende het islamitische rijkzijn grootste expansie.

HET KALIFAAT DOOR DE EEUWEN HEEN

1. De Rechtschapen Kaliefen 2. De Oemayyaden

632-661

661-750

Het gouden tijdperk van deislam. De meest geromanti-seerde Harun al-Rachid kaliefregeerde van 786 tot 809 enwerd zelf gefictionaliseerd inhet beroemde boek 1001nachten.

3. De Abbassiden750-1517

Oemayyaden vanCordoba in het grootste deel van hetIberisch schiereiland.

Almohadenregeerden in Noord-Afrika en Zuid-Anda-lusië.

Ottomaanse Kalifaat(1453-1924) De eerstekalief was Fatih SultanMehmed, de laatsteAbdulmecid II.

4. Parallelle kalifaten

929-1031

1147-1269

1453-1924

MO114-058_KALIFAAT_MO114-058_KALIFAAT 25/11/14 10:54 Pagina 60

Page 31: MO*magazine 114

��

63MOQ • winter 2014 • www.mo.be

De juiste inzichten hebben is belangrijk – maar “woordenwekken, voorbeelden strekken”, betoogt de Duitsesocioloog Harald Welzer. Het is niet alleen van belang dewereld te begrijpen, maar vooral ook haar te veranderen.En wel in duurzame richting. Hieronder enige voorzettentot denk- en met name ook doewerk.

Het juiste doen

� De vooral door jonge mensen gedragen duurzaam-heidsbeweging is weliswaar fascinerend, maar maakttegelijk een zeer beperkte indruk. Zeker, de cijfers zijnindrukwekkend: honderden steden met Transition Town-initiatieven, in Duitsland alleen al meer dan duizendbedrijven die het principe van de welzijnseconomieonderschrijven, in iedere wat grotere stad van de wereldeen stedelijke moestuin. De Commons-beweging groeitzienderogen en “sharing” is het nieuwe toverwoord. Maarer nu nog even van afgezien dat het kapitalisme, als soe-pelste van alle bekende economische systemen, nu juistin de sharingeconomie bliksemsnel verdienmodellen ont-dekt en ze zo in haar winstmaximaliserende tegendeeldoet verkeren – zit die hele beweging niet fundamenteelin een tegenspraak tussen haar mondiale probleemana-lyse en een alleen op de rijke samenlevingen toegesne-den oplossingsstrategie? Meer nog: zijn die vaak ergindrukwekkende, maar alles welbeschouwd toch particu-liere voorbeelden van verandering niet heel klein tegen-over de reuzenparty die het gemondialiseerde kapitalis-me nu viert?Want terwijl in de niches van de rijke samenlevingennieuwe manieren van leven en nieuwe economische prak-

tijken uitgeprobeerd en duurzame technieken herontdektof uitgevonden worden, worden overal ter wereld duurza-me manieren van leven ingeruild voor niet-duurzame – inPeking nemen auto’s de plaats van fietsen in, en zelfszeer arme landen beginnen steeds meer vlees te consu-meren. En in de rijke landen, waar dan toch iets als eenduurzaamheidsbewustzijn bestaat, viert het permanenteopbod van de zinledigste luxe triomfen: van absurditeitenals “stadsterreinauto’s” en cruisevakanties zou je zeg-gen: wie verzinthet – maar ze hebben wel een eclatant ensteeds groeiend succes.

SOCIALE INTELLIGENTIEZijn al die aarzelende of energieke stappen in een duurza-me richting dan vergeefse moeite en alleen goed om heteigen geweten te sussen? Absoluut niet. Je kunt immers,punt een, niet weten welke verdere, onbedoelde enonvoorzienbare, gevolgen een trajectverandering heeftzoals die in de “kleine” niches wordt uitgeprobeerd. Elkestap in een richting die afwijkt van het business as usualvergroot de waarschijnlijkheid dat ook de daarop volgen-de tweede, derde, vierde stap in die richting wordt gedaan– net zoals omgekeerd het volgen van het conventionele,

Pleidooi voor een duurzaam beleid

BESCHOUWINGf o c u s

door Harald Welzer

© F

atin

ha R

amos

MO114-062 Welzer_MO114-062 Welzer 25/11/14 10:55 Pagina 62

Page 32: MO*magazine 114

pagne gaat uit van de eenvoudige maarhoogst brisante gedachte dat je het kleedonder hele bedrijfstakken weg kunt trekkendoor er je geld uit te halen. Dat levert al ophet niveau van gewone privé-investeerderseen niet onaanzienlijk bedrag op, maarkrijgt nog heel wat meer gewicht als ookAmerikaanse colleges en universiteiten,kerkelijke organisaties en gemeenten mee-doen. De campagne is een doorslaand succes:intussen zijn er op bijna 400 Amerikaansescholen, colleges en universiteiten soortge-lijke initiatieven, tien steden, waaronderSeattle en San Francisco, desinvesteren al.In Europa heeft zich het University CollegeLondon bij de actie aangesloten, en je hoeftalleen maar aan de bedragen te denken diestichtingen in Duitsland beheren om eenidee te krijgen van hoeveel kapitaal er aanverkeerd zakendoen kan worden onttrokken.

WELZIJNSECONOMIEEen verdere aanzet die poogt het economi-sche handelen weer sterker met de demo-cratische basiswaarden én met de socialeen ecologische doelstellingen van de huidi-ge westerse samenlevingen in overeen-stemming te brengen is het door ChristianFelber ontwikkelde concept van der wel-

zijnseconomie. De kerngedachte daarvan isdat geldelijk gewin niet langer het doel vanondernemen mag zijn, maar puur het mid-del om het eigenlijke doel te bereiken, enwel een zo groot mogelijke bijdrage aan hetalgemeen welzijn te leveren. Felber zelfwijst erop dat een oriëntering van het eco-nomische handelen in de richting van hetgemeenschappelijke welzijn nu al spoortmet hoe vele ondernemers aankijken tegenwat ze doen, en ook past in een lange tradi-tie van de democratische constitutionelestaten. Zo staat in de Duitse grondwet dat‘eigendom verplicht’ en het gebruik ervan

‘tegelijk het welzijn van de gemeenschapdienen’ moet. In de Beierse grondwet staatzelfs: ‘Het gehele economische bedrijf dienthet gemeenschappelijke welzijn.’In de welzijnseconomie moet dus niet ver-boden worden dat bedrijven winst (proberente) maken, alleen hoort dat wel niet hetultieme doel van het economische handelente zijn en niet ten koste van milieugoederen,mensenrechten en sociale rechten te gaan.Daarom stellen bedrijven in zo’n economieeen zogeheten algemeenwelzijnsbalans op,waar de nadruk op komt te liggen bij hetondernemen, in plaats van op de winstba-lans uit het klassieke kapitalistische onder-nemen. In deze algemeenwelzijnsbalansmoet zijn terug te vinden hoe er in debedrijfspraktijk met de waarden “menselij-ke waardigheid”, “solidariteit”, “ecologi-sche duurzaamheid”, “sociale gerechtig-heid” en “democratische inspraak & trans-parantie” rekening wordt gehouden.Sinds 2010 hebben zich al meer dan duizendbedrijven bij de welzijnseconomie aangeslo-ten (www.gemeinwohl-oekonomie.org).Een algemeenwelzijnsbalans is in de afge-lopen jaren voorgelegd door honderdenbedrijven, in Duitsland, Griekenland, Groot-Brittannië, Italië, Liechtenstein, Oostenrijk,Portugal, Zwitserland, Spanje en de VS zijn

er mensen mee bezig. De algemeenwelzijnsbeweging stelt zich opde langere termijn ten doel dat de alge-meenwelzijnsbalans wettelijk bindendwordt en voor ieder bedrijf verplicht gesteldmoet worden. En niet alleen dat: hoe meeralgemeenwelzijnspunten een bedrijf scoort,des te meer wettelijke voordelen zou het inde toekomst moeten gaan genieten. Te den-ken valt hier bijvoorbeeld aan lagere btwvoor bedrijven met een goede algemeen-welzijnsbalans, goedkoper krediet bijstaatsbanken, voorrang bij openbare aan-koopprogramma’s en aanbestedingen en

dergelijke. En fairgeproduceerde en ver-handelde evenals ecologisch duurzameproducten en diensten zouden op de mid-dellange tot lange termijn goedkoper moe-ten worden dan ethisch problematischeproducten en wegwerpartikelen.

ONVOORWAARDELIJK BASISINKOMENHet zogeheten onvoorwaardelijke basisin-komen gebruikt de ruimte die uit de steedstoenemende arbeidsproductiviteit voort-komt, als alternatief voor de vandaag domi-nante groeilogica. De kern ervan is dat iede-re burger recht heeft op een financiëlebasisgarantie, zonder daar een tegenpres-tatie voor te hoeven leveren. Het idee komtvoort uit voornamelijk humanistisch-eman-cipatorische overwegingen: iedereen dient,ongeacht de rol en de functie die men heeftin het systeem van maatschappelijkearbeidsdeling, als individu met gelijke rech-ten en behoeften erkenning te krijgen.In Duitsland is, opmerkelijk genoeg, eenondernemer een van de prominentste voor-standers van het basisinkomen. Götz Wer-ner, de oprichter van drogisterijketen dm,stelt voor de invoering ervan te financierenuit zwaardere belastingen op consumptie. Zulke aanzetten raken de huidige economi-sche praktijk in het hart en kunnen, andersdan goede argumenten voor een kleinerbeslag op de natuur en minder uitstoot, wéltot diepgaande veranderingen leiden. Datwil niet zeggen dat de vele kleinere aanzet-ten, initiatieven en experimenten uit de bur-gersamenleving onbelangrijk zouden zijn.Ze vormen veeleer het in de praktijkbeproefde maatschappelijke fundamentwaarop “grotere” en wellicht ook radicalereproeven kunnen voortbouwen. Alles bijelkaar, wil het mij voorkomen, moet diebeweging wél wezenlijk politieker wordendan ze nu is. Het is niet voldoende gewoonergens vóór te zijn. Je moet tegelijk ooktegen de niet-duurzame mainstreamingaan.

Harald Welzer is op 31 januari in Gent, op hetOikos Feestcongres. www.oikos.be

Het is niet voldoende gewoon ergens vóór te zijn. Je moet ook tegen de niet-duurzame mainstream ingaan.

Q

65MOQ • winter 2014 • www.mo.be

niet-duurzame pad de waarschijnlijkheidkleiner maakt dat er ooit iets afwijkendsontstaat. De eerste stap is zelf transformatief, hij leidttot nieuwe ervaringen en zo tot een nieuwezienswijze. Omdat men dingen andersbegint te zien, komen er mogelijkhedenvoor verdere stappen. Beginnen is alles.Natuurlijk rijzen bij de tweede, derde, vierdestap dezelfde vragen weer. Daarom is ertraining nodig, een soort politiseringsgym-nastiek, die je beter maakt in het afwijken.En precies hier krijgen, punt twee, succes-rijke veranderingsprojecten hun sociale enpolitieke functie: ze zijn immers allemaal,van open bron over het meergeneratieshuistot de energiecoöperatie, oefeningen in tra-jectverandering. Ze slaan immers allemaalniet alleen een ander pad dan het conventio-nele in, maar leveren daarmee tegelijk deinspiratie voor verdere trajectveranderin-gen.Een voorbeeld. In een Britse school moes-ten te veel leerlingen zich in de pauzes tege-lijk door de gangen persen. Men stond ophet punt over te gaan tot een verbouwing diemeer dan tien miljoen zou hebben gekost –tot iemand op het idee kwam dat de moei-lijkheid niet lag in te smalle gangen, maar inhet feit dat er maar één bel was. Als dieging, stortte iedereen zich uit de klaslokalende gangen in. Toen kwam er dus in elke klaseen bel, én werd er niet meer voor elke klastegelijk gebeld. Probleem opgelost, nietmet zware materiële ingrepen, maar metsociale intelligentie. Als je zulke voorbeel-den kent, dan kom je bij vergelijkbare pro-blemen ook veel sneller op vergelijkbareoplossingen dan als je dit voorbeeld nietgekend had. En bovendien worden afhankelijkheids- enmachtsverhoudingen veranderd wanneer ernieuwe opties en speelruimten voor actieontstaan. Wie een handmaaier gebruikt, zelffruit en groenten teelt of een wikihuisbouwt, wordt geleidelijk minder afhankelijkvan fossiele energie, industriële landbouw,conventionele samenlevingsmodellen,enzovoort. De rol die bio-energiedorpen en

energiecoöperaties bijvoorbeeld in Duits-land spelen en hoe ze, met name sinds de“Energiewende”, de grote energieconcernssteeds meer klem zetten laat zien wat eenveralgemeende trajectverandering zoukunnen betekenen.En hoe meer van zulke concrete verande-ringen er komen, des te waarschijnlijkerwordt de aantrekkelijkheid, en om te begin-nen eenvoudigweg de zichtbaarheid, vaneen maatschappelijke transformatie. Tege-lijk zit je met zo’n perspectief nog met hetbezwaar, dat met de correcties die hier aan-gebracht en de levensstijlen die hier ontwik-keld worden nog lang geen algemeen-maatschappelijke laat staan mondiaal bete-kenisvolle trajectverandering is ingezet. Hetzou ook naïef zijn erop te vertrouwen dat hetbetere de bovenhand haalt louter omdát hetbeter is. Het betere, dat hebben alle socialebewegingen aangetoond, haalt pas debovenhand als de conflicten die zijn intro-ductie altijd met zich meebrengt met succesbeslecht worden én wanneer het in de basisvan de productie- en reproductieverhoudin-gen wordt verankerd. De onder Stalin in1938 terechtgestelde Russische econoomNikolaj Kondratjev, die de theorie opsteldedat de kapitalistische ontwikkeling in cyclivan vijftig tot zestig jaar verloopt, heeftonder meer de volgende aantekeningennagelaten: ‘De meeste organisaties waarin mensenzich collectief te weer kunnen stellen, heb-ben geen eigen productiestructuur. Als heterop aankomt, zijn ze chantabel. We moetennaar organisaties van de solidariteit zoekendie een eigen productiestructuur bezitten.Die bestaan. In zulke organisaties kunnenmensen zich niet alleen verdedigen, maarook (zonder een systeem direct aan te val-len) autonome alternatieven presenteren.Niet utopie, maar heterotopie.’Zonder economische autonomie blijven pro-testbewegingen afhankelijk van de bestaan-de productieverhoudingen. Daaruit volgt dat

tegenbewegingen tegen het verwoestendeprincipe van de kapitalistische groei-econo-mie het niet bij bewustmaking, protest enargumenten kunnen laten, maar met eenalternatief voor de bestaande economie,politiek en cultuur van alledag moetenkomen. Een paar voorbeelden:

DIVESTMENTDe Amerikaanse milieuactivist Bill McKib-ben mikt op het aanvallen van de zakenmo-dellen zelf van verwoestende industrieën –die overigens absoluut van de steedsschaarser wordende grondstofvoorradenkunnen profiteren. Want de expansievestrategieën worden steeds meer geïntensi-veerd naarmate je duidelijker steeds grote-re schaarste krijgt, die uit conventioneeleconomisch perspectief trouwens ook wen-selijk is. Hoe schaarser een grondstof, deste groter de niet voldane vraag ernaar, endes te hoger de prijs die je ervoor kunt krij-gen. Hoe ongunstiger de situatie voor devragende partij wordt, des te plezierigerworden de zaken voor de aanbieder.Schaarste is dus fundamenteel helemaalniet slecht voor de omzet. Op basis van ditprincipe is de kapitalistische economie totnu toe buitengewoon succesrijk geweest – en misschien blijft ze dat ook tot het dode-lijke einde. Want het systeem is op zekerpunt begonnen de tak af te zagen waarophet zit. Van dat ogenblik af echter, en dat isde clou, presteert ze beter dan ooit – wantdan is het zaak, er nu nog zoveel mogelijk uitte slepen. Hieruit blijkt dus niet alleen dat het kapita-lisme – afgemeten aan zijn eigen doelstel-lingen – nog altijd prima functioneert, maarook dat de tot nu toe gevolgde interventie-strategieën een dergelijk systeem nauwe-lijks van de wijs kunnen brengen. We moe-ten dus op zoek naar strategieën die hetfantastisch soepele, maar helaas verwoes-tende principe van het kapitalisme niet kaninkapselen. De Fossil Fuel Divestment-cam-

��

64 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

BESCHOUWINGf o c u s

Sinds 2010 hebben zich al meer dan duizend bedrijvenbij de welzijnseconomie aangesloten.

MO114-062 Welzer_MO114-062 Welzer 25/11/14 10:55 Pagina 64

Page 33: MO*magazine 114

MOQ • winter 2014 • www.mo.be66 67

Opening Huis van de Europese Geschiedenis zou nog even kunnen duren

ESSAYv e r h a l e n

� Het Huis van de Horror. Een ijdelheids-project. Het Huis van de Kleinste GemeneDeler. Een nieuw Europees project kreeghet al stevig te verduren, met name in deBritse pers. Schietschijf is het Huis van deEuropese Geschiedenis, een museum waar-in Europa’s verleden centraal moet gaanstaan.De Duitse conservatieve politicus Hans-GertPöttering opperde het idee in een toespraakbij zijn intrede als Europees parlements-voorzitter, in 2007. ‘Europese geschiedeniswordt in nationale musea bijna altijd volle-dig uit nationaal perspectief voorgesteld’,meende Pöttering. ‘Ik zou een plaats willenvoorstellen voor de geschiedenis en de toe-komst, waar het idee van Europa kan blijvengroeien.’ Het Huis van de Europese Geschie-denis moet een plaats worden ‘waar onzeherinnering van de Europese geschiedenisen het werk van Europese eenmaking geza-menlijk gecultiveerd worden’. In concreto wordt het Eastmangebouw, eenart-decomonument in het Leopoldpark inBrussel, in gereedheid gebracht om hetmuseum in onder te brengen.Sinds de lancering van het project in 2007schieten critici met scherp. De euroscepti-sche Europarlementariërs en hun manne-tjesmakers gooien het meestal over de boegvan het geld: initieel werd de kostprijs op

zo’n 70miljoen euro begroot, maar recente-re schattingen komen meer in de buurt van170miljoen. Een onaanvaardbare investe-ring in tijden van besparingsbeleid, volgenscritici. De verbouwingen lopen achter opschema en het bij elkaar brengen van eenpermanente collectie liep tot nu toe niet vaneen leien dakje. Initieel was de openinggepland voor 2014, maar dat wordt nu wel-licht 2016. Het Parlement mort.

VAN ATHENE TOT OSLOMaar de kritiek strekt zich uit tot ver buitende politieke wereld. Het museum, eengeheel nieuw project in de presentatie vande EU, krijgt de wind van voren van eengroot deel van de geschiedkundige wereld.Europese historici lieten in tal van publica-ties hun ongenoegen blijken. Niet uit woede,maar uit bezorgdheid dat het museum zijndoel mist als het over geschiedenis gaat.Dat het te politiek is. Dat de geschiedeniseen instrument van de EU-honger naar legi-timiteit wordt.Het blijft ook onduidelijk wat het museumconcreet zal inhouden. De publieke docu-menten die het team van historici en muse-umkundigen vrijgaf, zijn op één hand te tel-len. De Conceptuele Basis, uit 2011, licht eentip van de sluier op. Het document bepaaltonder meer dat het een modern museummoet zijn, dat de toegang gratis moet zijn endat het zich tot alle bevolkingsgroepen moetrichten. Maar het document geeft ook een historisch

overzicht van Europa’s favoriete referen-ties, van de Grieks-Romeinse beschaving,over de middeleeuwen, de renaissance ende verlichting, tot de wereldoorlogen. Heteindpunt is de Europese Unie, die als lei-draad geldt door de tweede helft van detwintigste eeuw, getekend door de KoudeOorlog en het IJzeren Gordijn die het conti-nent verdeelden.

Europa is geworteld in de waarden demo-cratie, rechtvaardigheid en rationaliteit. Datis het officiële verhaal, dat echoot in hetpublieke discours van de EU en al wie haarliefheeft. Het vredesverhaal is er een ver-lengstuk van: de EU was een antwoord op deverdeeldheid van Europa tijdens het inter-bellum en de Tweede Wereldoorlog. DeUnie was noodzakelijk om het nationalismete overstijgen en vrede te verwezenlijken.Met een Nobelprijs tot gevolg, in 2012, zesdecennia na de oprichting van de allereersteembryonale unie.Uiteraard is die Nobelprijs voor de Vrede,medaille en oorkonde incluis, opgenomen inde collectie van het Huis van de EuropeseGeschiedenis. Hij moet het sluitstuk vormenvan een unieke Europese museumcollectie.

EUROPA’S CANON KLINKT VALSHet strookt allemaal met wat men “decanon van de Europese geschiedenis” kannoemen. Maar klopt het wel? ‘Heel veelmensen kennen dit verhaal, maar er is heelwat kritiek op’, zegt Patrick Pasture, hoog-leraar geschiedenis aan de KU Leuven, diezich op Europese identiteit toelegt. Dingenals de koloniale erfenis of de Keltische en deGermaanse invloeden vallen al te makkelijktussen de plooien.‘Tal van figuren die bij het ontstaan van deEuropese eenmaking betrokken waren,zagen Europa als een federatie of confede-ratie, maar ook als complementair aan deontwikkeling van de natie. De motivatie voor

de oprichting van de EU was voor een grootstuk ook koloniaal’, merkt Pasture op. Alsvoorbeeld geldt Eurafrique, een politiek pro-ject dat Europa en Afrika samen vooruitmoest stuwen en dat vooral de Fransen inhet achterhoofd hadden in de begindagenvan de Europese integratie.Daarbovenop komen de talloze keren datEuropese staten of gebieden met elkaar

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

De onzekere toekomst vanhet Europese verleden

De Europese Unie bouwt een museum om haar eigen geschiedenis en de Europeseidentiteit in de kijker te zetten.Doen Europese beleidsmakersin hun zoektocht naar de bandmet de burger aan herinnerings-politiek? En werkt dat negentiende-eeuwse trucje nogwel in deze digitijden?

��

© R

epor

ters

/ Ed

die

Ger

ald

/ Lai

f

Het museum krijgt de wind van voren van een groot deelvan de geschiedkundige wereld.

door Laurens Cerulus

Paul-Henri Spaak,die mee aan dewieg stond vande VN en de EU,mag zeker nietontbreken in het Huis van de EuropeseGeschiedenis.

© B

elga

imag

e

MO114-066_ESSAY_MO114-066_ESSAY 25/11/14 10:55 Pagina 66

Page 34: MO*magazine 114

overhoop lagen. De geschiedenis van hetcontinent is behoorlijk gruwelijk en in velegevallen zijn die gebeurtenissen nog nietverwerkt. Denk maar aan de heroplevingvan het debat over de slachtoffers van Fran-co’s dictatuur in Spanje. Of de Nederlandsestaat die dit jaar nog stevig worstelde metzijn schuld in het drama van Srebrenica tij-dens de Bosnische burgeroorlog. Geschiedenis wordt door de overwinnaarsgeschreven, naar men zegt. Maar dat laat

soms een beschaamde overwonnene ach-ter, die zich niet vindt in het officiële plaatje.Europa lijkt doortrokken van stukjes onver-werkt verleden. Nog het meest van al komt dit tot uiting alshet over de Tweede Wereldoorlog gaat. ‘Watwas het moeilijkste thema om te behande-len? Dat is wel duidelijk...’ bevestigt TajaVovk van Gaal, die aan het hoofd van hetacademische team staat dat in het EuropeseParlement aan de voorbereiding van hetmuseum werkt.In 2011 kwam aan het licht dat de perma-nente tentoonstelling van het Huis mogelijkpas bij 1946 zou beginnen. Eén jaar na deoorlog dus. Om redenen van politieke druk.Maar ook het academische team zelf hadgrote moeite tot een eensgezind standpuntte komen over hoe dit stukje geschiedenisbehandeld moest worden. De consternatie die ontstond toen hetnieuws de kranten haalde, leidde ertoe dathet plan toch verlaten werd. ‘Maar het zoude zaken wél eenvoudiger hebben gemaakt(namelijk in 1946 te beginnen, nvdr.), ‘ zuchteen Europarlementariër die het op de eer-ste rij meemaakte.

POLITIEK VAN DE HERINNERINGWaarom waagt de EU zich aan een projectwaarvan al wie Europa een beetje volgt zouzeggen dat het zéér gevoelig ligt? De EU

worstelt met een pijnlijk gebrek aan legiti-miteit bij haar burgers. De voorstanderswinden er ook geen doekjes om: een kijk oponze gemeenschappelijke geschiedenismoet de burgers verenigen, en liefst ookdichter bij de EU brengen. De Europese identiteit aanwakkeren is‘meer dan ooit nodig’, klinkt het bij DorisPack, een Duitse conservatieve Europarle-mentariër die in de stuurgroep van hetmuseum zat tot ze eerder dit jaar haar par-

lementszetel moest afstaan. ‘Een begripvan de geschiedenis maakt ons allemaalbetere Europeanen’, stemt ook AndrewDuff, Brits liberaal Europarlementslid, in.Het collectieve geheugen draagt bij tot eensamenhorigheidsgevoel en levert zo debasis voor politieke macht. Die theorie werduitgewerkt in een bekend exposé van depoliticoloog Benedict Anderson in 1983. Inzijn Verbeelde gemeenschappen legt Ander-son uit hoe mensen in gedachten tot eengemeenschap behoren, op basis van ver-beelde eigenschappen en gedeelde referen-ties – zelfs als velen binnen die gemeen-schap elkaar nooit of te nimmer zullen ont-moeten. Geschiedenis is er een hoeksteenvan: een gemeenschappelijk verleden is watons ons maakt. Het dient zo als politiekinstrument om een identiteit op te bouwen.Europese denkers dromen al langer vanzo’n samenhorigheidsgevoel bij de burger.In 1973, toen de unie nog negen lidstatentelde, tekenden de ministers van Buiten-landse Zaken een Verklaring over de Europe-se Identiteit. Die zou bijdragen tot een een-gemaakt Europa, aldus de Verklaring. DeEuropese vlag, diepblauw met gele sterren,gaat terug tot 1955. Ode aan de Vreugde, eengedicht op muziek gezet door Beethoven,werd in 1985 goedgekeurd als “volkslied”van de EU. En in de jaren 2000 werd heftiggedebatteerd over de vraag of de Europese

Unie in haar preambule van de (in 2005 weg-gestemde) Europese grondwet moest ver-wijzen naar de christelijke traditie waaruitEuropa voortgekomen was.Een vlag, een volkslied, een grondwet. Hetzijn de instrumenten waarmee een identiteitgebouwd kan worden. Het Huis van de Euro-pese Geschiedenis kan daar nu het verledenaan toevoegen, ter ‘cultivering van Europe-se eenmaking’ – lees: de EU.Of dat beleid zijn vruchten afwerpt, is minderduidelijk. Burgers omschrijven zichzelf weleens als “Europees”, maar de nadruk ligt opde nationale identiteit. In de pogingen om deEuropese identiteit te versterken, zit sinds1992 weinig verandering, zo blijkt uit Euro-pees opinie-onderzoek . De band met de EUzelf blijft ook problematisch. De verkiezingenvan mei 2014 legden de vinger op de wonde.De kiezer stemde meer eurosceptici het par-lement in dan ooit tevoren in de geschiedenisvan het Europese politieke project.

PLAATS VOOR DISCUSSIEAndersons Verbeelde gemeenschappen toonthoe identiteit tot instrument van politiekemacht gemaakt wordt. Alleen, zijn exposé iseen omschrijving van en kritiek op het ver-schijnsel nationalisme. Dat de EU haar toe-vlucht neemt tot identiteitspolitiek vloektmet het vredesverhaal dat ze zichzelf toe-schrijft.De onderzoeksgroep die het project nu moetverwezenlijken is zich ten zeerste bewustvan die kritiek. Zo zou de groep de rodedraad van de Europese identiteit al hebbenveranderd in het verbindende idee van hetcollectieve geheugen: het team gaat op zoeknaar processen en evenementen die deEuropese burgers delen, ook al heeft ieder-een er een andere kijk op. Dat het dan totconflicten kan komen in de interpretatie zietVovk van Gaal eerder als voordeel. ‘Het doelis het uitlokken van nieuwsgierigheid bij debezoeker, en een plaats voor discussiecreëren.’Of die discussie voldoende kansen krijgt inhet Huis van de Europese Geschiedenis blijfteen open vraag.

68 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

ESSAYv e r h a l e n

De ratio achter het project is het pijnlijke gebrek aanlegitimiteit bij haar burgers waar de EU mee worstelt.

��

Q

MO114-066_ESSAY_MO114-066_ESSAY 25/11/14 10:55 Pagina 68

Page 35: MO*magazine 114

MOQ • herfst 2014 • www.mo.be70 71

Podemos en Syriza zetten de politiek op haar kop

ANALYSEf o c u s

� De een combineert een scherpe rede-naarstong met een ietwat foute paarden-staart. El libertadorweigert zich te confor-meren aan kledingvoorschriften die te verafwijken van jeans en t-shirt en gaat als eenmatador het gevecht aan met de gevestigdeSpaanse macht. Winnen met als opdrachthet installeren van een nieuw Spaans poli-tiek concept is de enige uitkomst.De ander is een Griekse rebel in kostuum:conformistisch dus, maar dan wel zonder destropdas. Hij belichaamt een nieuw idee,ontsproten aan de oude politieke tijd: eenanti-imperialist die links Griekenland, vande radicalen tot het centrum, opnieuw wilverenigen.Ze verschillen in stijl en aanpak, maar PabloIglesias, leider van de Spaanse politiekepartij Podemos, en Alexis Tsipras, leider vanhet Griekse Syriza, vechten voor dezelfdezaak: verandering. Beiden zijn de voortrek-kers van politieke partijen die met groeien-de populariteit de traditionele regerings-partijen het nakijken geven.Zowel Podemos als Syriza verraste bij deEuropese verkiezingen in mei 2014 vrienden vijand met onverwachte scores. Syrizaklokte af op 26,6 procent, terwijl de rechtseNea Dimokratia (ND) en haar centrumlinksecoalitiepartner Pasok respectievelijk 22,7en 8procent van de stemmen behaalden. In Spanje behaalde Podemos met een XS-campagnebudget, opgehaald via crowdfun-ding, een vierde plaats. De vijf zetels diePodemos daarbij binnenhaalde waren een

onwaarschijnlijk resultaat voor een partijdie nauwelijks drie maanden oud was. DePartido Popular van premier Rajoy en desocialisten van de PSOE verloren meer dan30procent in vergelijking met de Europeseverkiezingen van 2009. Het succes bleef groeien. In recente peilin-gen heeft zowel Podemos als Syriza een noghogere vlucht genomen. In november bleek

Podemos volgens de krant El País de popu-lairste partij van Spanje, met een score van27,7 procent. In Griekenland haalde Tsipras’partij 35procent en de regeringspartij vanpremier Samaras, ND, 25 procent. Pasokovertuigt nog nauwelijks 5 tot 6procent vande Grieken.

CRISISSUCCESZowel in Spanje als Griekenland heeft decrisis geleid tot verregaande socialeafbraak. Volgens een groeiende groep criticihebben de traditionele regeringspartijen deburgers berooid gemaakt om kredietverle-ners en banken te bedienen. De belofte vanSyriza en Podemos om de macht van “deneoliberale dictatuur” te breken als zestraks mee mogen regeren, spreekt steedsmeer Grieken en Spanjaarden aan.‘Syriza dankt haar succes in de eerste plaatsdankt aan de proteststem’, zegt Bruno Ter-sago, VRT-correspondent in het GrieksePiraeus. ‘De Grieken hebben hun buik vol vande oude politiek, die na vijf jaar crisis en vierjaar in de wurggreep van de Trojka geen ver-andering heeft gebracht. Rechts en links, NDen Pasok, die de afgelopen veertig jaar afwis-selend geregeerd hebben en sinds 2012 ineen coalitie zitten, betoonden zich twee kan-ten van dezelfde medaille’, aldus Tersago. Terwijl de economische crisis continu inhak-te op het welzijn van de Grieken, bleven debeloofde hervormingen door de regerings-coalitie veeleer dode letter. De schuldenlastaan de EU verminderde nauwelijks. In 2010

daalden de lonen in de publieke sector metgemiddeld 15 procent, bij de staatsbedrijvenmet 30 procent. Sindsdien blijft de armoedebij de Grieken stijgen. Meer dan een derdevan de Grieken leeft vandaag op of onder deGriekse armoedegrens. De officiële werk-loosheid bedraagt 26,4procent (juli 2014, cij-fers van Eurostat). ‘De coalitie beloofde de economie aan te

Alexis Tsipras(partijleider vanSyriza) en PabloIglesias (secreta-ris-generaal vanPodemos) op eenontmoeting inMadrid middennovember.

MOQ • winter 2014 • www.mo.be

De kracht vanveranderingdoor Tine Danckaers

Er is iets aan de hand in Spanje en Griekenland,

twee crisislanden bij uitstek. Terwijl de regeringspartijen

zich plooien naar de eisen vande Trojka, dagen twee politiekepartijen, het Griekse Syriza enhet Spaanse Podemos, hen uit

in de politieke arena. Hun belofte dat ze het echt anders en socialer willen doen, doet

hun achterban groeien. Waarheid, durven of doen?

��

© R

epor

ters

/ Ed

die

Ger

ald

/ Lai

f

‘Politici kijken de andere kant op, omdat ze allemaal mee in het corruptiebad zitten.’

© R

eute

rs /

Juan

Med

ina

MO114-070_PODEMOS_MO114-070_PODEMOS 25/11/14 10:56 Pagina 70

Page 36: MO*magazine 114

2011 als reactie tegen het kapitalisme en deonverzadigbare hebzucht van banken enspeculanten. Ook na de grote protesten ble-ven wijkgroepen of círculos elkaar ontmoe-ten en acties opzetten rondom voedselbe-deling en tegen huisuitzettingen. ‘Podemoswil verandering brengen. Dat kan alleendoor met een nieuwe politieke oplossing tekomen’, zegt Rodriguez Morales. ‘Demanier waarop Podemos dat doet, via lokalevolksraadplegingen, is zeker nieuw. Pode-mos richt zich daarbij tot de meerderheid,en niet louter tot de linkse kiezer.’Podemos doet een beroep op het patriottis-me van de Spanjaarden, roept op om deSpaanse waardigheid te herstellen. ‘En juistdat’, zegt Sven Tuytens, ‘spreekt ook recht-se kiezers aan.’ Of de Griekse collega’s van Syriza eensoortgelijk politiek alternatief voorstellen isonderwerp van debat. ‘Hun boodschap, departijstructuur, hun doelen zijn zekernieuw’, zegt Malkoutzis. ‘De partij is eencoalitie van verschillende fracties, van radi-caal links tot meer in het centrum. Dat isnieuw, net zoals sterkere banden met desamenleving, het middenveld, de jongeren.Tegelijk herinnert het discours van Syriza

soms aan de oude politieke taal. Zal Syrizade wortels van de economische crisis aan-pakken, zal het de burger opnieuw een stemgeven en de centrale rol van de staat losla-ten? Die vragen vormen de reden waaromde partij nog niet echt overtuigend genoeguit de peilingen komt.’ En toch. Syriza beroert wel degelijk dezenuwen, in Griekenland én in het buiten-land. De Duitse minister van FinanciënWolfgang Schäuble noemde Tsipras vorigjaar nog de gevaarlijkste man van Europa.Bij de regeringspartijen regent het waar-schuwingen tegen de radicaal linkse enanti-Europese club van Syriza. ‘Als Syriza

ooit de kans krijgt om te regeren, zal hetgeld uit de banken vertrekken. Geen eurozal er overblijven’, verkondigde premierSamaras.Nochtans wil Syriza geen euro-exit, toch?‘De officiële lijn van Syriza is niet altijd mak-kelijk te volgen’, antwoordt Tersago. ‘Hetklopt dat Alexis Tsipras vroeger wel sprakvan het verscheuren van het memorandummet de Trojka. Maar hij heeft internationaalaan zijn imago gewerkt, en heeft zijn toonintussen sterk gematigd, richting centrum.Syriza werkt aan verruiming, maar dat departij nu te veel water bij de wijn doet, methet oog op electorale winst, wekt ook arg-waan.’ Tersago gelooft niet dat Syriza denieuwe politiek zal brengen die de partijwordt toegeschreven. ‘Je moet ook wetendat Syriza onderdak heeft geboden aan eenaantal ex-Pasokleden die zich niet kunnenvinden in de neoliberale koers die de ooitsocialistische partij nu vaart. Anders dan degrassrootspartij Podemos, die wél eennieuw model voorstelt, is Syriza een klas-sieke partij die dogmatisch gegroeid is.’Marika Frangakis is het daar niet mee eens.De econome is ervan overtuigd dat Syrizaeen nieuwe wind doet waaien en net als het

Spaanse Podemos vele thema’s in het vizierneemt waar de traditionele linkse partijenmet een wijde boog omheen lopen. ‘Met ver-schillende groepen, met verschillendeideeën een coalitie vormen is niet gemakke-lijk, het is wel innovatief.’

VERKIEZINGEN EN VALKUILENGriekenland bereidt zich in ieder geval voorop het scenario van vervroegde parlements-verkiezingen in februari 2015. Verwachtwordt dat de geplande presidentsverkiezin-gen, waarbij de kandidaten een meerder-heid van 180 stemmen moeten halen, zullenworden geboycot.’Als er geen meerder-

heidskandidaat wordt gevonden, wordt hetparlement ontbonden en komen er verkie-zingen’, legt Tersago uit.Maar de uitdagingen om een land met eenbankroete samenleving te besturen zijn opalle niveaus groot, zegt Frangakis. ‘De soci-aal-economische situatie is echt extreem.De afbraak van de gezondheidszorg en hetonderwijs is niet te harden. Op dit momentprotesteren zelfs leerlingen uit het lageronderwijs, kinderen nog, op straat tegen deonhoudbaar grote klassen.’ Precies daaromkrijgt Syriza vandaag het voordeel van detwijfel, simpelweg omdat het als enige eenalternatief voorstelt. Zowel Tersago, Mal-koutzis als Frangakis zouden Syriza aanvin-ken, als ze nu zouden stemmen. Een ander paar mouwen is het financiëleplaatje. Waar willen beide partijen het geldvandaan halen? Tuytens: ‘Volgens PabloIglesias moet dat komen van vermogensbe-lasting, de strijd tegen corruptie en belas-tingontduikers, eerlijke belastingen voor demultinationals en grote bedrijven, luxehef-fingen op luxegoederen. Of het genoeg zalzijn? Ik denk dat Iglesias de krachten onder-schat waartegen hij zal moeten vechten.’De aanpak van de crises die Griekenland enSpanje al zes jaar droogleggen vergt tijd, enin het oude politieke denken is die er niet.‘Op dit moment liggen vijf voorstellen op detafels van de círculos: over de staatsschuld,een kwaliteitsinjectie in het staatsonderwijsen de gezondheidssector, anticorruptie, enbelastinghervormingen. Er is tijd nodig omdie voorstellen te bespreken, en er in allevolksvergaderingen over te stemmen’, zegtRodríguez Morales. ‘En dat is koren op demolen van Podemos’ tegenstanders.’ ‘Podemos is als een steen in het water’,vindt Rodríguez Morales. ‘Zelfs als ze deregering niet halen, zullen ze al veranderinggebracht hebben. Burgemeesters van de PPen de PSOE vragen raad aan de bevolking,iets wat tevoren ze nooit gedaan hebben.’Het Podemos-effect is nu al voelbaar in deandere partijen, die eindelijk op zoek zijngegaan naar young potentials, besluit SvenTuytens.

73MOQ • winter 2014 • www.mo.be

zwengelen, de privésector zuurstof tegeven. Dat is niet gebeurd’, zegt Nick Mal-koutzis, journalist bij de krant Kathimerini.‘Men beloofde stellig investeringspakkettenen administratieve vereenvoudiging om hetondernemerschap te steunen. Maar inplaats van daar werk van te maken, bleef deregering kruipen voor de eurozone.’Ook de Spanjaarden hebben genoeg van deoude politieke elites. De Volkspartij (PP) ende socialisten (PSOE), beide post-Franco-regeringspartijen, brachten een politiekeklasse voort die zich verrijkte door corrup-tie. Intussen leverden de burgers zwaar in.5,9miljoen Spanjaarden zijn werkloos enSpanje zag al meer dan 700.000 burgersemigreren naar werkzekerheid over degrens. De huisuitzettingen a rato van hon-derden gezinnen per dag blijven voortduren.Na de Europese kapitaalinjecties, die vorigjaar afliepen, ligt ook de Spaanse staats-schuld nog steeds ver boven de Europeserichtlijnen. ‘Intussen volgen de corruptieschandalenelkaar op, tegen bankiers, politici, dekoninklijke familie’, zegt VRT-correspon-dent Sven Tuytens vanuit Madrid. ‘Hetschokkendste is dat het recente feitenbetreft die dateren uit volle crisistijd. De PPen de PSOE zijn niet in staat om in eigen huisorde op zaken te stellen, ondanks het groei-ende ongenoegen van hun achterban. Politi-ci kijken de andere kant op, omdat ze alle-maal mee in het corruptiebad zitten. Nie-mand durft de andere aan te klagen, uitangst voor zijn eigen vel.’

BELOFTEN‘Bovenaan op het programma van Podemosstaat hoe de torenhoge Spaanse overheids-schuld moet worden aangepakt’, zegt Tuy-tens. ‘Podemos wil niet langer naar het pij-pen van de Europese Commissie, de Euro-pese Centrale Bank en het InternationaalMonetair Fonds dansen. Met een grotereoverheidscontrole op de energiesector,nationalisering van de banken en vermo-gensbelastingen wil Podemos de Spanjaardopnieuw greep doen krijgen op zijn land.’

Naast een verhoging van de pensioenen, delonen en dus de koopkracht staan ook destrijd tegen corruptie en een politiek sane-ringsplan hoog op de agenda.Volgens de critici zijn de voorstellen vanPodemos niet haalbaar en getuigen ze vaneen naïeve economische kijk. ‘Podemosheeft goed opgeleide leden die op de univer-siteit hebben gezeten’, reageert socioloogJesús Rodríguez Morales. ‘Wie hun econo-misch alternatief niet haalbaar acht, moetzich dringend afvragen waar de crisis van-daan komt. Is het huidige economische-groeidenken en de daaraan gekoppeldepolitiek dan wél haalbaar? De burgerbetaalt de schulden af van een kapitalistischsysteem dat gefaald heeft. In tijden waarinLuxleaksschandalen de ongelijkheid tussengrootkapitaal en de modale burger quabelastingen blootlegt, verwachten we ver-andering.’De uitdaging om het Griekse bbp, dat in2014met 25procent is gekrompen, weer telaten groeien is enorm. ‘We moeten, evi-dent, opnieuw een productieve economieinstalleren’, legt de Griekse econome Mari-ka Frangakis uit. ‘Maar dat is een langeter-mijnproces, waarbij zowel investering,

ondernemerschap als vraag moeten wor-den gestimuleerd. Ondertussen wil Syrizaeen internationale conferentie bijeenroe-pen, om de afbetaling van de schulden teherzien en te koppelen aan economischegroei of krimp.’Op korte termijn wil Syriza zich richten opeen noodplan om de sociale crisis in te dij-ken. Op de tafel: hogere minimumlonen,een tijdelijke en overdachte pauze in deafslanking van de buitenmaatse ambtenarij,belastingshervormingen van indirecte hef-fingen – zoals de ENFIA-heffing, een belas-ting op vastgoedeigendom – naar progres-sieve belastingen die in verhouding staan tothet inkomen. ‘De Grieken zijn murwgebeukt met belastingen die elkaar blijvenopvolgen’, zegt Frangakis. ‘Tegelijk betalende reders geen inkomstenbelasting. Ookdaar wil Syriza iets aan doen.’

HET NIEUWE LINKS?‘Podemos wil, als burgerpartij, de burgersecht mee laten beslissen waar ze naartoewillen met hun land en samenleving’, zegtRodríguez Morales. De partij heeft haarwortels in de 15-meibeweging van de indig-nados. Deze beweging ontstond in Spanje in

72 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

ACHTERGRONDf o c u s

‘Anders dan de grassrootspartij Podemos, die wél eennieuw model voorstelt, is Syriza een klassieke partij diedogmatisch gegroeid is.’

��

Q

Athene, mei 2014:Alexis Tsipras, partijleider van Syriza, tijdens de verkiezingscampagne.

© R

eute

rs /

Alki

s Ko

nsta

ntin

idis

MO114-070_PODEMOS_MO114-070_PODEMOS 25/11/14 10:56 Pagina 72

Page 37: MO*magazine 114

© L

ectrr

MO114-074_Lectrr_MO114-074_Lectrr 25/11/14 10:57 Pagina 68

Page 38: MO*magazine 114

© Lisa Develtere

West-Afrika is niet alleen ebola� West-Afrika telt het hoogste aantal kindbruiden van het continent.Koploper in absolute cijfers is Nigeria. In 2010 waren er bijna 2,8miljoenNigeriaanse kindbruiden. 39procent van de meisjes trouwt voor ze achttienzijn. In relatieve cijfers uitgedrukt kan Nigeria dan weer niet tippen aan buur-land en wereldkampioen kindhuwelijken Niger, waar 75procent van de meis-jes trouwt voor hun achttiende. Ruim één op de drie huwt zelfs voor haar vijf-tiende.

Ford Foundation deed een trendanalyse van voortijdige huwelijken inWest-Afrika tussen 2000 en 2012 en concludeerde dat in slechts drie West-Afrikaanse landen de mediane leeftijd om te huwen significant gestegen was(in Sierra Leone, Nigeria en Senegal). In vijf landen was er een trend naarlagere mediane huwelijksleeftijd (Kaapverdië, Togo, Burkina Faso, Benin enMauritanië) en in vier landen veranderde er niets (Ghana, Niger, Ivoorkust enMali).

Ebola is dus niet het enige probleem in de regio. Toch wil MaikibiKadidiato Dandobi, de Nigerese minister voor Bevolking, Vrouwen enKinderbescherming kindhuwelijken niet als een probleem beschouwen: ‘Uitwesters perspectief is dat misschien zo, maar u doet er goed aan om de con-text en de sociale normen van deze samenleving te begrijpen voor u het alseen probleem benadert.’ Het huwelijk van een adolescent in Niger moet vol-gens de minister begrepen worden in de context waarbij het onaanvaardbaaris om een zwangerschap te hebben buiten het huwelijk. ‘Je moet communi-ceren en bewustmaken. Als een fenomeen zo groot is, is het belangrijk dat debevolking aan de basis van de verandering staat.’

Yambaré is een dorp in het zuidwesten van Niger dat door de ngo PlanNiger aangewezen werd als dorp met een groot risico op kindhuwelijken. Opde vraag wat de gangbare leeftijd is waarop meisjes in zijn dorp trouwen, ant-woordt de dorpschef van Yambaré: ‘Achttien jaar.’ Een meisje zegt iets in hetDjerma, de lokale taal, waarop er wat rumoer ontstaat tussen alle mensen dieintussen het interview zijn komen volgen. ‘Normaal trouwen meisjes hiertussen vijftien en achttien jaar,’ corrigeert de dorpschef. ‘Het gebeurt weleens dat een meisje al vroeger trouwt, maar dat is uitzonderlijk.’ Later zegthet meisje in het Frans, terwijl niemand het kan horen: ‘Ze zeggen dat hetuitzonderlijk is, maar dat is niet waar. Ik ken verschillende meisjes die ophun veertiende getrouwd zijn.’

Het meisje heet Hassane en is zeventien jaar. Ze maakt deel uit van eengroep jongeren in het dorp die samen met Plan werken aan het propagerenvan onderwijs. Er is een sterk verband tussen kindhuwelijken en het onder-wijsniveau in Niger. 81procent van de meisjes die niet naar school gaan en63procent van hen die alleen basisonderwijs genoten, trouwt voor ze achttienzijn, in vergelijking met 17procent van de meisjes die middelbaar of hogeronderwijs volgen. Stoppen met school kan zowel een oorzaak als een gevolgzijn van kindhuwelijken.

‘Het is belangrijk om meisjes zo lang mogelijk op school te houden’, zegtSaa Gado van Plan Niger. ‘Maar je moet ook zorgen dat de leerkrachten goedzijn, dat er schoolboeken zijn en dat de benodigde infrastructuur er is.’

Op MO.be publiceerde Lisa Develtere uitgebreide reportages en interviews over kindhuwelijkenin Niger. Ze bezocht het land met steun van Plan België.

door Lisa Develterein beeld

7776

MO114-076_INBEELD_MO114_076_INBEELD 25/11/14 10:58 Pagina 76

Page 39: MO*magazine 114

MOQ • zomer 2014 • www.mo.be 79

REPORTAGEv e r h a l e n

Klimaatkreet uit de Stille Oceaan

Fiji vecht tegen het wassende water

� Wat rest, zijn wankele muurtjes met een verge-ten dak, een leeggemaakte kast waarvan het paarsgeschilderde middendeurtje herinnert aan de per-soonlijke smaak van een van de bewoners, en hetuitzicht op de Stille Oceaan.De Pacific, heet het onmetelijke blauw voor dezekust in het Engels: de Vredige. Dat is niet altijdterecht. Als de wind opsteekt, is de Stille Oceaanallesbehalve stil of vredig. Tussen oktober 2013en april 2014moesten de Fiji-eilanden zes tropi-sche orkanen en dertien tropische depressiesdoorstaan, waarbij windsnelheden tot 205kilo-meter per uur gemeten werden.Toch is het brutale geweld van de orkanen niet dereden dat de inwoners van Vunidogolo hun dorpaan de oostkust van Vanua Levu, het op één nagrootste eiland van Fiji, verlaten hebben. Datgeweld hebben ze gedurende generaties zienkomen en gaan. De wind brengt voorspoed engevaar, toekomst en vernietiging. De Fijianen vre-zen zowel zijn afwezigheid als zijn temperament.Het is de oceaan zelf. De nauwelijks hoor-bare, roerloos wiegende oceaan die zich tot

ver voorbij de einder uitstrekt vanaf het metkokospalmen omzoomde strand. ‘De oceaan’,zegt Sailosi Ramatu met een gebaar dat zijnweidsheid moet onderstrepen, ‘is steeds dichter-bij gekomen, tot hij over de drempels van onzewoningen spoelde. Wij hebben er jaren overgedaan, maar het werd steeds duidelijker: wijkonden hier niet blijven wonen, ook al was enblijft de oceaan onze bron van voedsel en inkom-sten.’De wassende getijden werden met name gevaar-lijk als ook de steeds minder voorspelbare weer-goden hun woede op Vanua Levu koelden.Tijdens de zwaarste dagen van het regenseizoenkomt het water van alle kanten: uit de donker-grijze wolken, van de rivier die naast het oudedorp in de oceaan stroomt, en van de steeds stij-gende oceaan. De verdedigingsmuren die deinwoners van Vunidogolo bouwden tegen al datdreigende water mochten niet baten. De klimaat-

verandering laat zich niet afwenden metdergelijke huis-, tuin- en keukenmiddel-tjes. �

Fiji ligt in de frontlinie van de klimaatverandering: de 330-eilandenstaat met zijn kleine 900.000inwoners ondergaat de gevolgen van de stijging van temperatuur en zeewater verontrustendsnel. ‘Onze toekomst hangt af van de impact van jouw artikel’, was de boodschap die Gie Gorismeekreeg. En dat was maar half plagend bedoeld. door Gie Goris

© G

ie G

oris

MO114-078_FIJI_MO114-078_FIJI 25/11/14 10:59 Pagina 78

Page 40: MO*magazine 114

eigen regering die ik doornam. De gemid-delde temperatuur van de oceaan rond Fijiis de voorbije halve eeuw met een halvegraad gestegen, maar het oppervlaktewaterwordt elk decennium 0,4°C warmer. Hetzeepeil steeg daardoor gemiddeld met6millimeter per jaar, want warmer waterzet uit. Bovendien is de impact van smel-tende gletsjers en ijsbergen nog onbekend,al gaat die zeker in de richting van nogmeer zeespiegelstijging.Op het eiland Mali wonen zo’n driehonderdmensen. Vissersgezinnen die slechts margi-naal met de geldeconomie verbonden zijn.Maar het zijn wel de hoeders van oeroudekennis van de oceaan. Ze weten hoe de bio-diversiteit van deze exotische omgevingbeheerd en aan de volgende generatie door-gegeven kan worden. Sally Riley van hetWereldnatuurfonds in Fiji bevestigt dat deuitkomst van wetenschappelijk onderzoek

naar de bescherming van vissoorten in dezeregio grote overlappingen vertoont met detraditionele taboegebieden, waar het jaarrond of gedurende bepaalde periodes eenreligieus gesanctioneerd visverbod gold. In toenemende mate worden die “taboes” –een origineel Polynesische term die verwijstnaar religieus opgelegde verboden – opge-nomen in de visserijlicenties van commer-ciële bedrijven. Dat betekent echter niet datde strijd tegen stropers, commerciële cow-boys en andere bedreigingen van het visbe-stand gestreden is. Dat bevestigen de inwo-ners van Nakowaga, die de afstand tussenregel en realiteit dagelijks gedemonstreerdzien in hun visnetten. ‘Het is bijna goedko-per om naar de markt in Labasa (de hoofd-stad van Vanua Levu, nvdr.) te varen om ervis te kopen, dan de benzine te betalen omzelf op visvangst uit te gaan’, zegt iemandonder de baka-boom.

alarmIn Togoru Navua, aan de zuidkust van Fiji’sgrootste eiland Viti Levu, lijkt de stilte com-pleet. En doods. Het dorp heeft droge voe-ten, voorlopig, maar de graven van een vori-ge generatie liggen reeds als wrakhout ophet strand, waar het zoute water hetgesteente aanvreet en de getijden het zanderrond wegspoelen. Paradoxaal genoeg zijndeze graven juist het anker dat de gemeen-schap aan deze grond bindt, ook al ver-dwijnt die grond in de oceaan. TogoruNavua staat in de alarmlijsten van de rege-ring hoog genoteerd als een dorp datbedreigd wordt door het stijgende zeepeil,maar de inwoners lijken voorlopig nietgeneigd hun voorouderlijke plek op tegeven.Het was een grijze, regenachtige dag toenik de troosteloze begraafplaats van TogoreNavua bezocht. Die zelfde dag, maar eenhalve wereld verderop, stond Kathy Jetnil-Kijiner uit de Marshalleilanden op het podi-um van de Verenigde Naties in New York.Tussen de slaapverwekkende toesprakenvan de wereldleiders door, las ze eengedicht voor, gericht aan haar zeven maan-den oude dochter Matafele Peinam: ‘… ikwil je vertellen over die lagune / die helde-re, slaperige lagune die aanleunt tegen dezonsopgang / sommigen zeggen dat dielagune / je op een dag zal verslinden / zezeggen dat ze aan de kustlijn zal knagen /dat ze zal kauwen op de wortels van jebroodvruchtbomen / je zelfgebouwde zee-muren zal neerslaan / en de verbrijzeldebeenderen van je eiland zal vermalen / zezeggen dat jij, je dochter / en ook je klein-dochter / ontworteld zullen ronddwalen /met alleen een paspoort als jullie thuis…’Voreque Bainimarama, de admiraal die in2006 een staatsgreep pleegde en die metzijn partij Fiji First op 17 september eenklinkende verkiezingsoverwinning boekte,maakte hetzelfde punt op het VN-podiumin New York, maar dan met minder poëzie:‘De geschiedenis zal een onverbiddelijk oor-deel uitspreken over ’s werelds grootstekoolstofuitstoters, tenzij ze onmiddellijke

81MOQ • winter 2014 • www.mo.be

belofteTwee kilometer landinwaarts en enkeletientallen meters hoger bereiden de inwo-ners van het hervestigde Vunidogolo eenruime schaal kava, een traditionele, lichtbedwelmende drank op basis van gedroog-de yaqonawortel die bij elk formeel welkomin Fiji hoort. Terwijl de mannen om beur-ten een kokosbeker melkwitte kava drinken,begeleid door het ritmische, gedemptehandgeklap van de anderen, vertellen zeover het lastige afscheid van het strand, overde lange jaren die nodig waren om iedereenin de gemeenschap te overtuigen van denoodzaak van de verhuizing en over dehulp van de overheid, die een kleine900.000 dollar investeerde om dertig nieu-we woningen te bouwen, minimale infra-structuur aan te leggen en nieuwe economi-sche activiteiten te stimuleren. Ze wilden het nieuwe dorp Kanaän noe-men, het Land van Belofte. Maar dat kanzomaar niet in Fiji, waar grond, identiteiten gemeenschap zo intiem verbonden zijndat de wet heel weinig individuele creativi-teit of experimenten toestaat – ook niet alsze geworteld zijn in een gemeenschapskeu-

ze en in een universeel gerespecteerde reli-gie. De oude naam bleef dus behouden,maar net zo goed het gevoel van een nieu-we kans.Op de vanzelfsprekende vraag welke belofteze van dit nieuwe Kanaän verwachten, welkedroom ze koesteren voor hun kinderen, blijfthet echter stil. De onzekerheid over het kli-maat heeft elke toekomstverwachting aange-tast. Deze mannen weten dat een opwar-mende oceaan niet enkel hun oude dorpbedreigt, maar ook de visbestanden waarvanze leven, ze weten dat de weerpatronen dieze kennen en de ziekten die ze gewoon zijnzullen veranderen. Maar ze weten niet hoe,dus wordt dromen een kwetsbare daad,waarover je niet al te luid vertelt.

taboesDezelfde stilte valt onder de enorme baka-boom in Nakowaga, een vissersdorp op het

kleine eiland Mali voor de westkust vanVanua Levu. Het is zondagmiddag en derustdag wordt hier ernstig genomen. Deinwoners van Nakowaga leven van de vis-vangst, maar dat wordt jaar na jaar moeilij-ker. De commerciële bedrijven vissen dezee leeg. De suikerindustrie op Vanua Levuvervuilt het water. En het Grote Zeerif datzich uitstrekt voor de kusten van Fiji heeftlast van het opwarmende en zuurder wor-dende water, wat op zijn beurt negatievegevolgen heeft voor de visbestanden. Op de vraag naar de toekomst van de vrolijkspelende kinderen laten de vissers de zee-bries antwoorden. En wat de wind wil, zul-len wij nooit weten, denk ik erbij. ‘Hoe komt het’, breekt een van de mannenhet stilzwijgen, ‘dat het water stijgt?’ Wantook daar heeft dit dorp, dit eiland mee af terekenen. Ik antwoord met de kortstesamenvatting van de rapporten van hun

80 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

‘Het is bijna goedkoper om naar de markt in de hoofdstad te varen om er vis te kopen, dan de benzine te betalen om zelf op visvangst uit te gaan.’

REPORTAGEv e r h a l e n

IN CIJFERS

� 332 eilanden, waarvan een derde bewoond is.� Viti Levu en Vanua Levu zijn de grootste eilanden met resp. 10.429 km² en

5556 km² oppervlakte. Samen vormen ze 87procent van de landmassa van Fiji.� De volledige oppervlakte (Exclusieve Economische Zone) van de natie

bedraagt 1,3miljoen km².� 840.000 inwoners, waarvan meer dan 80procent op Viti Levu woont en

ongeveer een half miljoen in de hoofdstad Suva. Bijna 55procent is inheemsFijiaans (Melanesisch), goed 40procent is van Indische afkomst (door de Britse kolonisator “ingevoerd” als contractarbeiders voor de suikerrietplantages).

� BNP per capita bedroeg 3900 US dollar in 2008.� 70procent van de Fijianen werkt in de landbouw, al levert die sector samen

met de industrie nog geen 25procent van het bnp op. Visserij staat slechtsvoor 1,9procent van het bnp, maar dat cijfer onderschat het belang van visvangst voor lokale consumptie.

� Suiker en toerisme zijn de belangrijkste exportproducten.� Meer dan 80procent van de grond is in handen van (inheemse)

gemeenschappen, en die grond is niet verkoopbaar of overdraagbaar.� 58procent van het land is bosgebied, waarvan het grootste deel

oorspronkelijk woud.� 75procent van de bevolking heeft toegang tot leidingwater; 25procent heeft

riolering.� 80procent van de bevolking heeft elektriciteit; 67procent van de elektriciteit

is hernieuwbare energie (grotendeels op basis van waterkracht).

Fiji

De inwoners vanNakowaga, eenvissersdorp op heteiland Mali, zienhun toekomst alsvissers bedreigddoor klimaat-verandering éncommerciële visbedrijven.

© G

ie G

oris

MO114-078_FIJI_MO114-078_FIJI 25/11/14 10:59 Pagina 80

Page 41: MO*magazine 114

verwerven, maar het leidt ook totgrote problemen bij vissersgemeen-schappen die niet over hogergelegengrond landinwaarts beschikken. Enhelemaal ingewikkeld wordt het alsbuurlanden zoals Tuvalu, Kiribati ofVanuatu hun bevolking zouden wil-len evacueren als hun laaggelegeneilanden door de stijgende oceaanverzwolgen worden. Dat laatste is niet zomaar een theore-tische mogelijkheid. De overheid vanKiribati heeft alvast een stuk grondvan 20 km² op Vanua Levu gekochtvan de methodistische kerk. ‘Om devoedselzekerheid te garanderen, nude eigen eilanden verzilten en over-spoeld worden’, luidt het. Maariedereen houdt er rekening mee datde grond ook als hervestigingsruimte

ingezet kan worden, als de nood echtaan de Kiribatiërs komt.‘Vergis je niet’, waarschuwt ElisabethHolland, als we haar over het onover-draagbare grondbezit aanspreken.‘De regels op Fiji zijn even vloeibaaren onderhevig aan getijden als deoceaan. Ze moeten problemen oplos-sen, niet creëren.’ Als dat anno 2014nog zou gelden, is het goed nieuwsvoor heel wat gemeenschappen diein klimaatnood komen. Maar langniet iedereen deelt het culturele opti-misme van Holland. PeterEmbarson van de Pacific Conferenceof Churches, bijvoorbeeld, signaleertdat er behoorlijk grote onrust bestaatbij inwoners van Vanua Levu over debedoelingen van Kiribati, met nameover de vraag wat de eventuele komst

van een nieuwe bevolkingsgroep zoubetekenen voor de eigen cultuur ensamenhang.

slaap in vredeKathy Jetnil-Kijiner sloeg in haarpoëtische hartekreet in New Yorkeen brug van de dreiging van de kli-maatverandering naar het breedgedeelde engagement om er tochnog iets aan te doen: ‘Wij zijn / dekano’s die de kolenschepen blokke-ren / wij zijn / de stralende dorpenop zonne-energie/ wij zijn / de rijkezuivere aarde uit het verleden van deboer / wij zijn / petities die ontsprui-ten aan de vingertoppen van tieners/ wij zijn / families die fietsen, recy-cleren, hergebruiken / kunstenaarsdie schilderen, dansen, schrijven…’ Of het “wij” in de brief aan MatefelePeinam ruimer wordt getrokken dande bedreigde burgers van de kleineeilandstaten valt nog te bezien. Degrote buren uit Australië en Nieuw-Zeeland geven in elk geval niet thuisals het op klimaatactie aankomt. Dekoloniale buren Nieuw-Caledonië,Frans Polynesië (Tahiti) en Guamvoegen hun stem niet toe aan de luidroepende burgers en overheden inde kleine eilandstaten. En de rest vande wereld houdt zich niet bezig methet lot van de kleine bevolkingen inde grote oceaan.Toch besluit Jetnil-Kijiner met debelofte aan haar dochter dat uiteinde-lijk alles goed zal komen. ‘Sluit jeogen, schatje / en slaap in vrede / wezullen je niet in de steek laten / datzul je zien.’ Q

83MOQ • winter 2014 • www.mo.be

en doortastende stappen doen om hun uit-stoot te beperken.’ Het is doodgewoononaanvaardbaar, zei Bainimarama, ‘dat dewereld toelaat dat kleine eilanden langzaamonder de golven verdwijnen, omdat de geïn-dustrialiseerde landen de verdediging vanhun eigen economische belangen belangrij-ker vinden’.Het gevoel van een onmiddellijke bedrei-ging van het puur overleven, en zeker vanhet cultureel floreren van de eeuwenoudegemeenschappen in de Stille Oceaan is tast-baar. Van hoog tot laag, van internationaalpodium over nationaal regeringsbeleid totgesprek in het vissersdorp. Als klimaatver-andering ergens ter wereld boven aan depolitieke agenda staat, dan is het op deeilanden in de Stille Oceaan.

eigen grond eerst?‘Er worden veel te veel beloften gedaan enveel te weinig harde verbintenissen aange-gaan’, zegt Pita Wise, hoofd van de admini-stratie op het ministerie van Planning, inzijn kantoor in de hoofdstad Suva. Fiji en

andere kleine eilandstaten beseffen heelgoed wat er op hen afkomt met de klimaat-verandering, zegt Wise, maar ze beschikkenjammer genoeg niet over de hefbomen omde rampzalige toekomst af te wenden. Hetzijn de grote vervuilers –China, deVerenigde Staten, de EU, Australië – dievolgens hem hun uitstoot van broeikasgas-sen snel en radicaal moeten terugdringen,en die bovendien mee de kosten van deaanpassing aan de onvermijdelijke klimaat-verandering die ze veroorzaakten moetenbetalen.Niet dat Fiji zich er met die redeneringmakkelijk van afmaakt. Dat bewijzen de tal-loze overheidsrapporten en beleidsdocu-menten die zowel Pita Wise als zijn collega,Mahendra Kumar, directeur van de afdelingKlimaatverandering op het ministerie vanBuitenlandse Zaken, op tafel legt. Ook uitacademische en niet-gouvernementele hoekklinken vooral positieve geluiden over demanier waarop de regering de klimaatuitda-ging aangaat. ‘Veel aandacht voor participa-tie’, zegt Sally Riley van WWF. ‘Ambitieuze

doelstellingen, gebaseerd op degelijk onder-zoek’, zegt Elisabeth Holland, hoogleraarKlimaatverandering en directeur van hetPacific Centre for Environment andSustainable Development (PaCE-SD).‘De moeilijkheid om al onze klimaat- engroene-economieplannen te realiseren, zitniet alleen in het gebrek aan middelen’,zegt Mahendra Kumar. ‘De noodzaak omde komende jaren veertig tot vijftiggemeenschappen te hervestigen, bijvoor-beeld, stoot ook op culturele weerstanden.’Daarmee verwijst Kumar niet alleen naarde inherent menselijke neiging om alles bijhet oude te laten, maar ook naar de heelspecifieke spanningen over grondbezit opFiji. Wie een gemeenschap wil hervestigen,heeft daarvoor immers grond nodig. En diegrond is in Fiji voor meer dan tachtig pro-cent in handen van (inheemse) gemeen-schappen, die hun grond bovendien nietkunnen verkopen of weggeven. Dat maakthet voor de Fijiërs van Indische afkomst zogoed als onmogelijk om landbouwgrond te

��

82 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Bronnen: A GreenGrowth Frameworkfor Fiji (goedgekeurddoor de ontslagne-mende regering inde zomer van 2014);Second NationalCommunication tothe United NationsFrameworkConvention onClimate Change(gepubliceerd begin2014); NationalClimate ChangePolicy (2012);Climate Change inthe Pacific: ScientificAssessment and NewResearch. Volume 2:Country Reports(2011)

Sailosi Ramatu uitVunidogolo: 'De oceaan is steedsdichterbij gekomen,tot hij over de drempels van onzewoningen spoelde.'

KLIMAATVERANDERING

� Tussen 1983 en 2012 tekende Fiji 106 natuurrampen op, waarvan 49 tropische orkanen en38 overstromingen, met een schade van minstens 1,2miljard Amerikaanse dollar alsgevolg.

� 676 gemeenschappen werden geanalyseerd als kwetsbaar voor klimaatgerelateerde pro-blemen. 42 gemeenschappen werden al bestemd voor hervestiging in de komende jaren.Op dit moment zijn er al twee gemeenschappen collectief verhuisd.

� De gemiddelde temperatuur is de voorbije 50jaar met 0,52°C gestegen. Het oppervlakte-zeewater in Fiji is sinds 1970 opgewarmd met ongeveer 0,4°C per decennium en het zeepeilsteeg er gemiddeld met 6mm per jaar (dat is bijna het dubbele van het wereldgemiddelde).

� Indien de huidige mondiale uitstoot van broeikasgassen aanhoudt, verwacht het IPCCtegen 2100 een stijging van het zeepeil van wel 80cm, boven op de stijging van 20cm deeerste drie decennia van deze eeuw.

� De projecties gaan uit van minder, maar krachtigere orkanen, met een toename van dewindsnelheden met 2 à 10 procent. Prof. Elisabeth Holland wijst er echter op dat de erva-ring van de jongste jaren eerder wijst in de richting van meer orkanen, terwijl ook de tropi-sche depressies in verwoestende kracht toenemen. Maar dat biedt geen houvast voorwetenschappelijke uitspraken, voegt ze eraan toe.

� Het veranderende klimaat heeft ook gezondheidseffecten, bijvoorbeeld de hogere inciden-tie van knokkelkoorts. Het voorbije jaar zouden zo’n 50.000mensen die ziekte opgelopenhebben. Ook worden meer gevallen van diarree verwacht, wat Fiji jaarlijks 300.000 dollarzou kosten tegen 2030.

REPORTAGEv e r h a l e n

De onzekerheid over het klimaat heeft elke toekomstverwachting aangetast.

© G

ie G

oris

Fiji

MO114-078_FIJI_MO114-078_FIJI 25/11/14 10:59 Pagina 82

Page 42: MO*magazine 114

� Toen Karlijn Demasure in de vroege jaren zeventig aanhaar eerste studie godsdienstwetenschappen begon, verteldede toenmalige decaan van de Leuvense faculteit haar datvrouwen de eerste veertig jaar niet op belangrijke of echtverantwoordelijke posities binnen de kerk mochten reke-nen. Dat vond hij jammer, maar hij was er helaas wel vanovertuigd. De man kon niet vermoeden dat de studente uitWest-Vlaanderen, wie hij deze vaderlijke waarschuwing gaf,bijna exact veertig jaar later gevraagd zou worden een cen-trum aan de belangrijkste theologische instelling voor dekatholieke kerk te leiden. Nog minder kon hij vermoedendat het centrum opgericht zou worden om te zorgen voormeer inzicht in en een betere aanpak van seksueel misbruikbinnen de kerk.Achteraf vraagt een mens zich wel af waarom een studentemet veel potentieel en een gezonde dosis ambitie bij zo’nmededeling niet meteen de eerste trein westwaarts nam, opzoek naar een omgeving waar ze wél ernstig genomenwerd. Op die vraag bestaat echter geen kort antwoord. ‘Ikben na die studies wel twintig jaar lang met andere dingenbezig geweest. Ik heb vier jaar in Bwamanda, Congogewerkt en daarna ben ik een aantal jaren thuisgebleven bijde kinderen. Toen ik in theologie ging doctoreren, was de

toestand al sterk veranderd. En met dat doctoraat ben ik westwaartsgetrokken, tot in Ottawa, Canada, waar ik aan de Saint Paul-univer-siteit decaan werd van zowel de faculteit Filosofie als die vanMenswetenschappen.’

laat duizend psalmen bloeien‘Ik heb in de kerk altijd kunnen doen wat ik wilde doen’, antwoordtDemasure op de vraag hoe moeilijk het is om het als vrouw in dekerk vol te houden. Ze kan toch niet ontkennen dat de kerk ertegenover vrouwen een discriminerende theologie op nahoudt?‘Dat klopt als je, zoals iedereen altijd doet, op de hiërarchische kerkinzoomt, op het machtsinstituut. Maar de bevrijdingstheologie is

ook een deel van de kerk. De feministische theologie is ook eendeel van de kerk. Voor mij is de kerk het volk van God, en dat isveel geschakeerder en rijker dan de hiërarchie. Door de vraagstel-ling telkens te verengen, spelen de media dat discriminerende dis-cours zelfs in de kaart, want ze behandelen het als het enige legitie-me spreken van de kerk.’Karlijn Demasure komt er in de loop van het gesprek telkens opterug: de kerk is niet de clerus, niet de hiërarchie, niet het instituut.Of toch niet uitsluitend. Daarin toont ze zich een katholiek van degeneratie van het Tweede Vaticaans Concilie en de jaren toen deramen van de duffe kerk wijd opengegooid werden. Dat aggiorna-mento heeft echter niet lang geduurd en tegen het einde van dejaren zestig was de katholieke culturele revolutie alweer grotendeelsvoorbij. De restauratie die ingezet werd onder paus Paulus VI ensystematisch doorgevoerd werd onder Johannes Paulus II maakteduidelijk dat het volk van God veelkleurig kan zijn, maar dat de kle-rikale kerk nog altijd de lakens en de hosties uitdeelt. Toch?Demasure: ‘Dat is waar, maar tegelijk heeft zowel de bevrijdings-theologie als de feministische theologie zich toch kunnen ontwikke-len binnen de kerk. Uiteindelijk waait de geest waar hij wil. Ikclaim daarom mijn toebehoren tot de katholieke kerk, maar even-goed mijn feministische opvattingen. Ik laat mijn denken nietbepalen door dogmatici binnen de kerk, maar evenmin door dege-nen die aan de zijlijn staan en willen dicteren hoe christenen moe-ten denken en leven.’

laat de slachtoffers tot mij komenIn 1996 kreeg Karlijn Demasure incestverhalen te horen van meis-jes aan wie ze les gaf. ‘Ik gaf godsdienst en vond dat de kerk eenbelangrijke rol te spelen had in het opvangen van slachtoffers enhet aanpakken van seksueel geweld in het gezin. Zodra ik daarmeeaan de slag ging, kwamen al snel verhalen die niet alleen over mis-bruik in het gezin gingen, maar ook over misbruik door priesters.Dat leidde tot artikels, een boek, een interview in Tertio, lezingenvoor mensen die in de pastoraal werkten en seminaristen…’ ��

85MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Gelovige katholieken zijn wellicht de meest onderbelichte minderheid inwesterse media, ook nu paus Franciscus voor een nieuwe wind in de gangenvan het Vaticaan zorgt. ‘Meestal word je behandeld als iemand met een

mentaal probleem’, lacht Karlijn Demasure. Zij is directeur van het Centrumvoor de Bescherming van Kinderen, dat aan de Gregoriana Universiteit in

Rome opgericht werd naar aanleiding van de misbruikschandalen in de kerk.Een gesprek over een theologie van de aanraking en Maria Magdalena, maar

ook over de schande en de schaamte van de kerk.

84 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Daders zijn daders, ook al zijn ze gewijd

NORMEN EN WAARDENv e r h a l e n

De normen en waarden van Karlijn Demasure

door Gie Goris

© G

F

MO114-084_Waardenormen_MO114-084_WAARDENENNORMEN 25/11/14 11:00 Pagina 84

Page 43: MO*magazine 114

geplaatst wordt. In het verhaal van de vrouwdie al twaalf jaar aan bloedvloeiing leed, gaathet om een helende aanraking. In het ver-haal van de verschijning van Jezus aan MariaMagdalena, wordt de aanraking verboden –in de beroemd geworden Latijnse vertaling:noli me tangere, raak mij niet aan. De tastzin is het zintuig dat over leven endood gaat, leert Demasure van Aristoteles.En de filosofen Derrida en Jean-Luc Nancy,en de Belgische Luce Irigaray leveren hetinzicht dat de aanraking het vrouwelijkezintuig is, tegenover zien en horen, diemeer afstand creëren tussen subject enobject, en daarom de voorkeur genieten vanmannen. Ze citeert ook de Amerikaansetheologe Mindy Makant, die zegt dat trau-ma’s die veroorzaakt werden door eengewelddadige aanraking, ook geheeld moe-ten worden door aanraking. Maar terwijlhet geweld een ongewenste overschrijding

was van de grenzen van het slachtoffer,moet de helende aanraking er komen opverzoek en met instemming van het slacht-offer.Demasure lijkt geneigd om het belang vanrituele aanrakingen, zoals zalvingen, teerkennen, maar voegt daar met het noli metangere toch een waarschuwend tweede per-spectief aan toe. Aanrakingen zijn wederke-rig, schrijft ze. Maar aanraken en aange-raakt worden impliceert nog niet dat er eengelijkheid in de relatie is. De meerderemoet veel omzichtiger omgaan met zijncultureel aanvaarde voorrecht om de anderaan te raken. En dan gaat het helemaal nietover seksueel onaanvaardbare handelingen.Respect begint bij het weloverwogen dage-lijkse contact.

vrouwen zijn betrouwbaar‘Ik ben heel erg geboeid door de vele

sterke en belangrijke vrouwen die in debijbel voorkomen’, zegt Demasure. Ze ismet name gefascineerd geraakt doorMaria Magdalena, ‘die niets heeft van deprostituee die van haar gemaakt is’. Hetis geen toeval, zegt ze, dat in de verhalenover de dagen na de kruisdood Jezuseerst aan Maria Magdalena verschijnt.‘Zij krijgt de taak de andere apostelenover de ontmoeting met de verrezenChristus te vertellen. Zo werd zij deapostel van de apostelen. Dergelijke tek-sten, waaruit de cruciale rol en verant-woordelijkheid van vrouwen in de vroegegeloofsbeleving en -traditie blijken, beho-ren tot de kernteksten van mijn geloof.De verhalen draaien heel vaak om vrou-wen die opvallen door hun grote geloof,terwijl Judas Christus verraden heeft,Petrus onbetrouwbaar leek en Thomasniet geloofde.

87MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Het Centrum voor de Bescherming vanKinderen, dat Demasure nu leidt, heeftover heel de wereld partners: in India,Indonesië, Ghana, Kenia, Polen, Italië,Duitsland, Ecuador, Argentinië. ‘Die inter-nationale samenwerking is belangrijk,’zegt Demasure, ‘omdat signalen over sek-sueel misbruik erg variëren naar gelangvan de culturele context. Ook de manierwaarop de kerk omgaat met misbruik vari-eert heel erg. Op een aantal plaatsen zitmen toch nog in de fase van de ontken-ning, zowel binnenkerkelijk als maatschap-pelijk. In Afrika of in India is het bijvoor-beeld al moeilijk om een open gesprek tehebben over seksualiteit, laat staan overmisbruik. Tijdens een cursus die ik dezezomer gaf aan een aantal priesters inTsjaad, kreeg ik in eerste instantie te horendat seksueel misbruik of incest nietbestaan, terwijl we weten dat het universeelvoorkomende problemen zijn.’Als ik vraag of het systeem van misbruik inde kerk vooral te verklaren is door machts-misbruik, onderdrukte seksualiteit, of nogwat anders, vindt Demasure het tochbelangrijk wat nuance aan te brengen. ‘Jemoet voorzichtig zijn voor je spreekt over“een systeem van misbruik”. De vaststellingis dat de prevalentie van seksueel misbruikin de kerk niet significant hoger ligt dan diein gezinnen. Er is voorlopig ook nog geenwetenschappelijk bewijs voor de stelling dathet verplichte celibaat de verklarende factoris. Dat wil, voor alle duidelijkheid, niet zeg-gen dat er niets moet gebeuren – integen-deel. Dat geldt ook voor de machtsfactor:elke organisatie is onderhevig aan machts-misbruik. Met andere woorden: in elkeorganisatie moet je de systemen onderzoe-ken die daar spelen, en op die specifiekestructuren van misbruik moet je antwoor-den formuleren.’

daders met een roepingWanneer de samenleving veel meer open-heid aan de dag legt voor allerlei seksuelerelaties en gezinssituaties dan de kerk aan-vaardbaar acht, dan zou je toch ook ver-

wachten dat de kerkelijke reactie op seksu-eel misbruik door haar eigen, gewijdebedienaren veel strenger zou zijn dan dievan de samenleving. Het tegendeel is echterhet geval.Demasure: ‘Dat klopt. En dat is dan ook deschande en de schaamte van de kerk. Datjuist degenen die een strenge moraal predi-ken zich daar zelf niet aan houden. Al moe-ten we blijven herhalen dat het misbruiktoch door een relatief klein aantal mensenvan de clerus gepleegd is, niet door alle-maal.’ En hoe hemeltergend de misdadenvan die klerikale minderheid ook zijn, zebreken het geloof of het vertrouwen vanDemasure in de brede kerk niet. ‘Voor mijzijn de daders exact dat: daders, geen heili-ge mannen van wie ik bovenmenselijke ver-wachtingen had. Dat neemt niet weg dat ikfundamenteel ontgoocheld ben in hetgedrag van de mannen die juist een voor-beeldfunctie zouden moeten hebben.’Naar aanleiding van alle ervaringen metseksueel misbruik heeft haar centrum eenwerkgroep opgezet om te onderzoekenwelke gevolgen dat misbruik heeft voor detheologie. ‘Als we geloven dat God zich ookin de geschiedenis openbaart, dan moetenwe de vraag durven stellen wat we leren uitdie geschiedenis, ook voor de belangrijkepunten van ons geloof.’

noli me tangereNa haar aanvankelijke inzet voor incest-slachtoffers, volgden jaren van actievebetrokkenheid bij allerlei initiatieven rond-

om misbruik in de kerk. Zo was Demasureonder andere lid van de commissie-Adriaenssens. Twintig jaar actief bezig zijnmet allerlei vormen van seksueel misbruik,heeft dat een impact op de manier waaropze zelf haar seksualiteit beleeft? In de sek-suele relatie met haar man heeft het werken hebben de verhalen geen echte impactgehad. Denkt ze. ‘Ik zou het hem eensmoeten vragen.’Maar als je erotiek ruimer definieert, dan isde impact er zeker wel. Demasure: ‘Ik bener een stuk afstandelijker door geworden. Ikwas vroeger nogal fysiek in de omgang,spontaan, maar ook uit de overtuiging datmensen aanraking nodig hebben. Dat iszeker veranderd. Vooral omdat slachtoffersvan misbruik ongevraagd of onverwachtfysiek contact vaak ervaren als een nieuweinbreuk op hun al geschonden integriteit.’ Dat is geen uitzonderlijke reactie. Er wordtwel eens gevreesd dat België door de schokvan het seksueel misbruik – van Dutrouxtot Vangheluwe – overreageert en terug-keert naar een samenleving waar een zwaartaboe op lichamelijkheid en seksualiteitrust. Demasure: ‘Dat gevaar is reëel, ja.Iemand die ik ken, geen priester, maar welcelibatair, vertelde me dat hij vroeger bijvrienden wel eens gevraagd werd om dekinderen in bad te doen als de ouders drukin de weer waren. Hij zou dat vandaagnooit meer doen, uit angst voor de verha-len, beschuldigingen, percepties. De aange-scherpte aandacht voor misbruik dreigt uitte lopen op een aanrakingsarmoede, en dathebben we in onze samenleving niet nodig.Maar misschien is er wel wat te zeggenvoor grotere terughoudendheid tegenovermensen die we niet kennen, die niet totonze onmiddellijke kring van familie ofintimi behoren.’De onzekerheid over fysiek contact en debehoefte aan aanraking vindt ook zijn neer-slag in het theologische werk van KarlijnDemasure. In een nog te verschijnen artikelonderzoekt ze twee verhalen uit het NieuweTestament waarin de aanraking van Jezusdoor vrouwelijke gelovigen heel anders

��

86 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

NORMEN EN WAARDENv e r h a l e n

© G

F

Q

‘Ik ben fundamenteel ontgoocheld in hetgedrag van de mannen die juist een voor-beeldfunctie zouden moeten hebben.’

MO114-084_Waardenormen_MO114-084_WAARDENENNORMEN 25/11/14 11:00 Pagina 86

Page 44: MO*magazine 114

MOQ • herfst 2014 • www.mo.beMOQ • herfst 2014 • www.mo.be88 89

� de horrorfilm

‘Het was een muur van zwart waterdie uit twee verschillende richtingenop ons af rolde. Dichter bij de kustwerd dat een enorme golf, die vlakbij de kust brak en tot aan de voetvan de heuvel spoelde.’ RifdaliRahmatullah zag het allemaal gebeu-ren alsof hij naar een 3D-film stondte kijken. Hij overleefde de gruwel‘met dode vissen en lijken overal’,maar zat drie dagen vast omdat devallei in een oogwenk een meergeworden was. Pas toen het water devierde dag terugtrok, kon hij terugnaar huis. Tevoren was dat een ritvan een kwartiertje op de motor,maar nu werd het een helletocht vaneen volle dag door het water, langslijken en puin van alles dat kapotge-slagen was. Bij zijn thuiskomst kon-den zijn ouders niet geloven dat hijnog leefde. Een neef was vermist enhet duurde een volle maand eerRahmatullah hem kon opsporen.‘Maar ik was de hele tijd hoopvol’,vertelt hij. ‘Ik heb geen secondegeloofd dat hij verzwolgen was.’

BEELDVERHAALV E R H A L E N

Het was één minuut voor acht, op de ochtend van 26 december2004. Een zeebeving van 9,1 op de schaal van Richter, 160kilo-meter voor de westkust van Sumatra, veroorzaakte de grote tsu-nami die naar schatting 280.000 doden maakte en 1,6miljoenmensen uit hun huizen verdreef. Vier vijfde van de doden viel inde Indonesische provincie Atjeh, waar ook een half miljoen men-sen have en goed verloren. Achthonderd kilometer kustlijn werder weggevaagd door een van de krachtigste natuurrampen uitde recente geschiedenis.Matteo Fagotto en Matilde Gattoni gingen tien jaar na de rampde kust van Atjeh af om de verhalen van de overlevenden op tetekenen. De vloedgolf gaat nooit meer voorbij, hoe kalm hetwater van de Indische Oceaan ook is..

Wij kunnen niet weggaan.Hier is ons leven’

tekst Matteo Fagotto beeld Matilde Gattoni

Tien jaar na de tsunami: Atjeh vreest de stem van het water

© M

atild

e G

atto

ni

MO114-088_ATJEH_MO114-088_ATJEH 25/11/14 11:00 Pagina 88

Page 45: MO*magazine 114

91MOQ • winter 2014 • www.mo.be

� harde tijden

‘Voor de tsunami had ik een grote zaak. Ik verkocht welhonderd kilo vis per dag’, klaagt Nurul Hayati terwijl zehaar visstalletje opzet in Layuen, een dorp langs een hoofd-weg in Atjeh. ‘Sindsdien zijn de vissers te bang om de zeeop te gaan en is er haast geen vis meer om te verkopen.’De tsunami trof dit slaperige kustdorp met volle kracht.Hayati toont drie vingers: ‘Na de eerste golf was het dorpoverstroomd, maar kon je nog zwemmen. Na de tweedegolf stonden alleen de moskee en een paar huizen nog over-eind. De derde golf vernielde alles.’ Tegen die tijd was hetHayati en haar familie gelukt te ontkomen naar de heuvelachter hun huis. Dat geen van hen het leven liet, was eenklein mirakel, want 250 van de 800 inwoners van het dorpkwamen om.Vroeger, herneemt Hayati, bleven de vissers wel twaalf uurop zee, zelfs tijdens het seizoen met de krachtige winden.Nu varen ze tot hooguit drie kilometer voor de kust en bijde minste stormwind keren ze terug. Dat leidde tot minderaanbod en hogere prijzen, en dus tot een aanzienlijkekrimp in Hayati’s handel. Van een bloeiende zaak en eenmooi huis ging het naar puur overleven. ‘Het zijn harde tij-den, maar we hebben ten minste een dak boven ons hoofd.Dat is beter dan onder de bomen te slapen’, lacht ze.

BEELDVERHAALV E R H A L E N

90 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Q

� hier is ons leven

‘De herinnering stemt me treurig. Wat een vreselijke dag.’Het gekakel en gelach in de kamer waar haar ouders en jon-gere zusters zaten te kletsen valt plots stil. Iedereen luistertnaar het verhaal van Nurmalawati. Ze bracht die zondag 26december thuis door, samen met haar echtgenoot en eennichtje. Terwijl ze haar acht maanden oude baby Malik aanhet voeden was, werd het dorp plots door een zware aardbe-ving door elkaar geschud. Een paar minuten later begon hetwater van de oceaan zich terug te trekken. ‘Een Chinees dieeen geit heeft begon te schreeuwen dat we het dorp moestenverlaten en dat er een tsunami zou komen, maar we geloof-den hem niet.’ Toen het water het dorp overspoelde, bondNurmalawati’s echtgenoot de vier samen, in een poging defamilie samen te houden. Maar de tweede golf nam toch hetnichtje mee. Daarna werd Nurmalawati meegesleurd doorhet zuigende water. Ze belandde kilometers landinwaarts.‘Dat was de laatste keer dat ik mijn man en mijn kind gezienheb’, zegt ze.Ze herstelde van kneuzingen en verwondingen in een nabij-gelegen moskee, toen ze enkele dagen later het bericht kreegdat haar zus Maliks lijkje gevonden had. ‘Ik vroeg haar omhem te begraven. Ik kon het niet meer aan hem te zien’,bekent ze met tranen in de ogen. Nurmalawati verloor vijf-tien familieleden, maar Malik mist ze het meest.Van de 3000 inwoners van Alue Naga overleefden maar 700de tsunami. De regering probeerde het dorp te hervestigen ach-ter een beschermende heuvel, maar Nurmalawati en de anderedorpsbewoners kampeerden twee jaar op hun grond. ‘Wij kon-den niet weggaan. Hier is ons leven’, zegt ze. Nurmalawatileeft van de garnaalvangst. ‘En vandaag zijn we er meer danooit van overtuigd dat we inderdaad hier moesten blijven.’

� met eigen handen

‘Zie je deze kokospalmen?’ vraagt Suryani, en ze wijst naarde tien meter hoge bomen die langs de kustlijn staan. ‘Datwas hoe hoog het water kwam.’ Vandaag runt ze een win-keltje in Kuala Do, een afgelegen kustdorpje bij Calang. Erwoont verdriet in de blik van deze vrouw. Toen de golvenvan de tsunami het dorp troffen, logeerde haar negenjarigedochter bij haar zuster. Ze verloor haar, net als haar man,die hun kind ging ophalen na de aardbeving. ‘We hebbenhun lichamen nooit gevonden’, fluistert ze. Het CanadeseRode Kruis herbouwde haar huis, maar verder ontving zegeen enkele compensatie of hulp. ‘Ik heb alles met eigenhanden moeten heropbouwen.’De tsunami nam 70 van de 150 levens in Kuala Do. Uitvoorzorg werd het nieuwe dorp achter de kustweggebouwd, aan de voet van een heuvel waar mensen bij eennieuwe tsunami makkelijk toevlucht kunnen zoeken. Tochis de nieuwe locatie niet echt beter beschermd.Het dorp is niet meer wat het geweest is, en heel wat inwo-ners verhuisden naar Banda Aceh en Meulaboh, toch wilSuryani niet van wijken weten. ‘Het is niet makkelijk om televen hier, maar ik heb mijn verantwoordelijkheid tegen-over mijn twee overlevende kinderen.’

� de zee als graf

‘Soms komen de herinneringen aan de tsunami nog boven.Dan voel ik de kracht van het water in mijn gedachten.’Kamisari is pas 59, maar hij lijkt veel ouder. Hij komt aande kost met zijn zijspantaxi en woont in Calang, samen metzijn tweede vrouw en stiefdochter. De tsunami veegde zijneerste gezin weg: zijn vrouw, twee zonen en drie schoon-zussen.Hij was bezig met renovatiewerken aan de moskee, toenhet water hem trof en meesleurde in open zee. Daar zwomhij uren rond, vergeefs pogend de kust te bereiken. ‘Hetwas vreselijk frustrerend. Telkens als ik dicht bij de kustkwam, werd ik teruggeslagen door de stroming.’ Hij schudtzijn hoofd, het klinkt bijna vermakelijk. Uiteindelijk beland-de Kamisari op een strand acht kilometer van zijn dorp.De eerste hulp en de voedselrantsoenen arriveerden pasvier dagen later. Kamisari en vierhonderd andere overleven-den moesten het zo lang stellen met fruit en kokosnoten.‘Dat was extreem moeilijk’, herinnert hij zich. ‘Iedereenmoest voor zichzelf zorgen. Daar maakt je egoïstisch.’Een paar dagen na de ramp bezocht een van zijn zoonshem in zijn droom, om zijn dood te melden. De lichamenvan zijn familieleden werden nooit gevonden. ‘Ik denkaltijd aan hen als ik naar de zee ga. Voor mij zijn ze daarbegraven.’ Hij zegt het met een vredige en berustendeglimlach.

© M

atild

e G

atto

ni

© M

atild

e G

atto

ni

© M

atild

e G

atto

ni

© M

atild

e G

atto

ni

MO114-088_ATJEH_MO114-088_ATJEH 25/11/14 11:00 Pagina 90

Page 46: MO*magazine 114

tiek. ‘Je mocht geen politieke mening hebben als je opde B-afdeling werkte’, schrijft hij zelf. Wel was hij,zoals ook Mandela’s medegevangene Ahmed Kathradaaangaf, ‘een zeer zorgzame man die risico’s nam vooranderen, risico’s waardoor hij zelf in ernstige proble-men had kunnen raken’.Brand bedankte op achttienjarige leeftijd voor het legeren moest verkassen naar de strengbewaakte gevangenisvlak bij Kaapstad, Robbeneiland. Daar kwam hij al snelin de ban van Mandela, die toen zestig jaar was en hemverraste door zijn openheid. Brand had een liberalereopvoeding genoten dan Zelda en kreeg van jongsaf inge-peperd iedereen goed te behandelen, ongeacht kleur ofras. Hij zou als cipier grote risico’s nemen door ANC-gevangenen oogluikend te laten communiceren. Hijfaciliteerde illegaal bezoek van familie of kneep een oog-je toe als er lekkers werd binnengesmokkeld, een welko-me afwisseling van de gaarkeukenkost op Robbeneiland.Het was veeleer toevallig dat Christo Brand ook overge-plaatst werd naar de gevangenis van Pollsmoor toenMandela daarheen verhuisde. Opnieuw zou hij Mandelavergezellen, toen die kort voor zijn vrijlating in 1990naar een villa in de Victor Verster-gevangenis werd over-gebracht. ‘Het kostte Mandela zevenentwintig jaar omuit de gevangenis te komen en maar drie weken om erterug te keren.’ Na zijn vrijlating op 11 februari 1990kwam Mandela inderdaad opnieuw op bezoek bij zijn ex-bewaker in Pollsmoor. ‘Hij was in de officiersmessgeweest en had naar mij gevraagd.’ Beide mannen wer-den vrienden voor het leven, schrijft Brand. ‘Ik ben deenige die kan zeggen dat hij mijn gevangene was énmijn vriend.’ Vandaag is Brand boekhandelaar en gidsop Robbeneiland.

WaarheidsgetrouwerVerwacht van beide boeken geen nieuwe inzichtenover Mandela of de politieke context in Zuid-Afrika. Zevoegen weinig toe aan de baanbrekende bio’s die tij-dens Mandela’s leven zijn verschenen, zoals onze per-soonlijke favoriet, geschreven door Anthony Sampson.En wat Mark Gevisser vermocht met zijn biografie overMandela’s opvolger Thabo Mbeki, namelijk een diep-gravend psychologisch portret schetsen dat zelfs nieuwlicht wierp op Mbeki’s aanpak van aids of buurlandZimbabwe, is onmogelijk in Mandela’s geval. Daarvoorwas hij veel te gesloten. ‘De gevangenis had hemgeleerd zijn gevoelens te verbergen’, zegt Zelda laGrange terecht.

Een binnenvetterToch zijn beide boeken aanraders, omdat ze een geprivi-legieerd inkijkje bieden in Mandela’s leven en zijnentourage, en nu eens uit het standpunt van Afrikaners.Brands verhaal schetst onder meer hoe het eraan toegingaan de andere kant van de tralies. Zijn verhaal is dat vaneen diepe vriendschap over de kleurgrens heen. Volgenssommigen is het veel waarheidsgetrouwer dan JamesGregory’s Goodbye Bafana, waarop de gelijknamige filmis gebaseerd. Wie echter uit is op smeuïge details over Mandela zalbot vangen. Wel leren we meer over ’s mans manieën,zoals zijn onhebbelijke gewoonte om bekende mensenaan te spreken op hun gewicht – zelfs de Britse konin-gin! In La Granges relaas valt ook op hoe stroef de rela-tie was tussen ex-president Mandela en de regering diehem opvolgde, in de eerste plaats met Thabo Mbeki.Soms was die wrevel terecht, geeft La Grange toe,zoals wanneer Mandela snel even in een vliegtuigspringt om ‘de oorlog in het Midden-Oosten te gaanoplossen’.Naar ons aanvoelen is Good Morning, Mr Mandela inte-ressanter dan Vriendschap in gevangenschap, maar ookveel triester. Naarmate La Granges boek vordert enMandela ouder wordt, wordt haar toon bijwijlen ergbitter. Mandela’s vertrouwelinge heeft diens aftakelingvan dichtbij meegemaakt en zal uiteindelijk zelf doorde familie verstoten worden. ‘Nu werd ik uitgeslotenomdat hij niet langer op mijn aanwezigheid konstaan.’ De “portier” van Mandela staat nu zelf voor hethek. La Granges relaas van de ruzies tussen Mandela’snazaten en van zijn slecht georganiseerde uitvaart ishaar niet door iedereen in dank afgenomen.

93MOQ• winter 2014 • www.mo.be

recensies

� Brand en La Grange groeiden allebei op alsblanke Afrikaners onder het apartheidsregimein Zuid-Afrika. Hun leven veranderde radicaaltoen ze op jonge leeftijd in de ban raakten vanMandela’s charismatische persoonlijkheid.Christo Brand schreef daarover Vriendschap ingevangenschap. Memoires van de gevangenisbe-waarder van Nelson Mandela. Zelda gaf haarmemoires de titel Good Morning, Mr Mandela.Dat laatste boek is vooralsnog niet in hetNederlands vertaald.Zelda la Grange was 23jaar oud toen ze, veel-eer toevallig, terechtkwam op het kabinet vande nieuwbakken president. Mandela waskomen aanlopen in de gang en schudde dejonge typiste de hand. ‘Goedemorgen, mijn-heer Mandela.’ Ze kon wel door de grond zak-

ken van schaamte, omdat zeniet ‘mijnheer de president’had gezegd. Zeldina – zoalsMandela haar later zou gaannoemen – barstte in tranenuit. Slechts met moeite konde bejaarde Mandela haarbedaren. Dit is de jonge Zelda laGrange ten voeten uit: eenietwat naïef, hardwerkendboeremeisie uit een midden-klassegezin, dat weinig kaasgegeten heeft van politiek endaar ook eerlijk voor uit-komt, maar zich met volleovergave wijdt aan haar taak.‘Mijn wens om iemandonvoorwaardelijk te behagenpaste goed bij Mandela’s ver-

langen naar absolute loyaliteit.’ Het zou haarbloed, zweet en tranen kosten om de agenda tebestieren van een man die nooit moe scheen teworden. Zelf kon ze helaas geen privélevenuitbouwen die naam waardig en bij Mandela’sdood blijft ze wat verweesd achter.Mandela – zij mocht hem khulu, grootvader,noemen – nam haar aanvankelijk aan boordomdat hij vond dat zijn kabinet alle kleurenvan Zuid-Afrika moest vertegenwoordigen. Zeblijft hem blindelings volgen en stelt ook geenvragen bij verkeerde keuzes, zoals wanneerMandela zijn familie laten sponsoren door eenkoning of bedenkelijke relaties onderhoudtmet de rijke Sol Kerzner.Precies zo heeft de gevangenisbewaarderChristo Brand zich weinig ingelaten met poli-

92 MOQ• winter 2014 • www.mo.be

Christo Brand was meer dan tien jaar

gevangenisbewaardervan Nelson Mandela,

toen die opgesloten zatop Robbeneiland, in

Pollsmoor Prison en inPaarl. Zelda la Grange

begon als typiste op hetkabinet van president

Mandela en werd laterzijn vertrouwelinge en

deurwachter. Pas naMandela’s dood in

december vorig jaarpubliceerden zij hun

levensverhaal.

Witmensen intiem met Mandela

door Stefaan Anrys

MO*lezers krijgeneen exclusievekorting van €2,5bij aankoop vanelk gerecenseerdboek in volgendeboekhandels: DeGroene Waterman(Antwerpen), DeReyghere (Brugge)en de Accoboekhandels vanGent, Antwerpenen Leuven. Knipdeze bon uit engeef hem af bijaankoop van hetboek. De kortingis 2 maandengeldig napublicatie van ditMO*nummer Verschijnt op 3 december.

Exclusieve kortingvoor MO*lezers

| Vriendschap in gevangenschap. Memoires van de gevangenisbewaarder vanNelson Mandela door Christo Brand is uitgegeven door Luitingh-Sijthoff. 288 blzn.ISBN 9789021810461

| Good Morning, Mr Mandela door Zelda la Grange is uitgegeven door Penguin. 368blzn. ISBN-10 0525428283

© R

epor

ters

/ Ca

ters

MO114-092 Recensies_MO114-092 Recensies 25/11/14 11:01 Pagina 92

Page 47: MO*magazine 114

95MOQ• winter 2014 • www.mo.be

recensies

� Afghanistan was ook voor België een lang-durige en dure militaire operatie, zeker nadatin 2008 de F16’s ingezet en er rond de 600soldaten op drie plaatsen gestationeerd wer-den. Vanaf volgend jaar blijft er trouwens eenhonderdtal Belgische militairen actief inAfghanistan, om het Afghaanse leger verderop te leiden. Tussen 2002 en 2014 heeft ditNavo-engagement de Belgische schatkist eenklein miljard euro gekost. Toch vindt daar zogoed als geen publiek debat over plaats.In de Verenigde Staten, waar de overheid devoorbije tien jaar meer dan 730 miljard dollaruitgaf voor de Afghaanse oorlog, verschijnener wel boeken die de vraag naar de zin en het

resultaat van dezemega-uitgaven stellen.‘Het menselijke lijdenis veel te groot geweesten we zijn dan ook ver-plicht ons af te vragenwaardoor deze rampveroorzaakt werd’,schrijft Carlotta Gall. Carlotta Gall, HassanAbbas en AkbarAhmed benaderen deoorlog vanuit de reali-teit te velde. Ze kénnendat veld ook, op eenmanier zoals in Vlaan-deren niemand hetdoet. Carlotta Gallwerkte van 2001 tot2011 in Afghanistan alscorrespondente voorde New York Times;

Hassan Abbas begon zijn carrière als politie-man in de stammengebieden op de Paki-staans-Afghaanse grens en is nu een van detoonaangevende academische stemmen in deVS over de regio; Akbar Ahmed was ooitPakistaans ambassadeur in Londen en leidtnu de faculteit Islamitische Studies aan deAmerikaanse Universiteit in Washington.

Wat met de taliban?De centrale vraag in de drie boeken is hoe deAfghaanse taliban, na hun verpletterendenederlaag tegen de Amerikaanse en Britsetroepen in 2001, zo snel konden recupere-ren, en wat hun blijvende aantrekkings-kracht verklaart. Tweede, maar niet minderbelangrijke vraag: wat hebben de Pakistaan-se taliban te maken met hun Afghaansenaamgenoten en met de internationalistenvan al-Qaeda? Derde en beslissende vraag:waarom hebben westerse landen – hun over-heden, ruimhartig gefinancierde legers enelkaar beconcurrerende inlichtingendien-sten – de realiteit zo slecht begrepen dat zede opstanden te laat gezien of zelfs actiefaangewakkerd hebben?De antwoorden op de drie vragen variërenenigszins bij de drie auteurs. Akbar Ahmed,bijvoorbeeld, legt heel veel nadruk op de triba-le – Pasjtoense – identiteit van de taliban. Zijnstelling is dat de Amerikaanse War on Terror inde feiten uitgedraaid is op een oorlog van hetWesten tegen de tribale islam, en wel van dePakistaans-Afghaanse grensgebieden overJemen tot in Somalië. Het feit dat het Westendie oorlog steeds meer met drones voert,maakt de afstand met de stammenstrijders

De Navo beëindigt ditjaar haar gevechtsmissie

in Afghanistan, albehouden de duizendenAmerikaanse militairen

die achterblijven detoestemming de talibante bevechten. Het is dus

een goed moment omdertien jaar westerse

interventie te evalueren.'We voerden oorlogtegen de verkeerde

vijand', besluit Carlotta Gall.

Het einde van een oorlogdie gewoon doorgaat

door Gie Goris

WAT GAAT ER GEBEUREN MET AFGHANISTAN?

MO*lezers krijgeneen exclusievekorting van €2,5bij aankoop vanelk gerecenseerdboek in volgendeboekhandels: DeGroene Waterman(Antwerpen), DeReyghere (Brugge)en de Accoboekhandels vanGent, Antwerpenen Leuven. Knipdeze bon uit engeef hem af bijaankoop van hetboek. De kortingis 2 maandengeldig napublicatie van ditMO*nummer Verschijnt op 3 december.

Exclusieve kortingvoor MO*lezers

alleen maar groter. Volgens Ahmed is de combinatie vanonzichtbaarheid en de capaciteit om te doden zonderwaarschuwing, proces of oordeel voor die stammenstrij-ders niet alleen een oneerbare manier van vechten, maarwordt ze ook ervaren als godslasterlijk. Door met namede tribale islam te treffen, versterkt het Westen trouwensde salafistische islam, die zich verzet tegen elke mogelij-ke vermenging van lokale culturen met wat zij beschou-wen als de ahistorische en aculturele boodschap van deislam.Volgens Carlotta Gall verspeelde het Westen de kans opeen vernieuwd en stabiel Afghanistan vooral door demilitaire strategie van de beginjaren, toen de taliban noguitgeteld in de touwen hingen en probeerden te hergroe-peren in Pakistan. Ze geeft het ene na het andere voor-beeld van bombardementen op dorpen en bijeenkom-sten, waarbij telkens tientallen burgerdoden vielen. Zevertelt over de beruchte nachtelijke raids in de dorpen,waarbij geen enkele rekening gehouden werd met dePasjtoense culturele codes. Gall bezocht deze plaatsenen sprak met de slachtoffers in de dagen na de inciden-ten. Ze argumenteert daarbij overtuigend dat de meestedorpen en lokale leiders vragende partij waren om hettalibanhoofdstuk af te sluiten, maar dat ze door de com-binatie van westers geweld en regeringscorruptie terugin de armen van opstandelingen met een hoogstaandmoreel verhaal gedreven werden. Dat die opstandelin-gen de westerlingen als bezetters konden afschilderen,werkte als een turbo op een al draaiende motor.Hassan Abbas, ten slotte, focust op het verhaal dat ook inde andere boeken centraal staat: de rol van de Pakistaan-se staat, meer bepaald het leger en nog specifieker demilitaire inlichtingendienst ISI. Dat de Afghaanse tali-ban na 2001 enkel konden overleven dankzij de actievesteun van de Pakistaanse staat is geen nieuws. Tochslaagt Pakistan er nu al dertien jaar in dat dubbelspel–overigens met grote financiële steun van het Westen –vol te houden. De Navo vocht, met andere woorden, aldie tijd tegen een vijand die gesteund en gestuurd werddoor zijn belangrijkste bondgenoot in de regio. Abbasschenkt daarbij uitgebreid aandacht aan de sociaalecono-mische en politieke achterstelling van de stammengebie-den in Pakistan (de Federally Administered Tribal Areas)waar de Afghaanse taliban en de internationale strijdersvan al-Qaeda onderdak vonden na 2001. ‘Met zestig pro-cent van de inwoners onder de armoedegrens, een sterf-tecijfer van 600 baby’s op 100.000 geboorten en eenalfabetiseringsgraad rond de vijftien procent, was eensociale implosie redelijk voorspelbaar.’

Rawalpindi

Een zinvolle beoordeling van de Afghaanse oorlogensinds 1979 is onmogelijk indien de regionale en interna-tionale dynamiek niet meegenomen wordt, of zelfs cen-traal gesteld. De nieuwe Afghaanse regering is vanaf2015 in theorie zelf verantwoordelijk voor de veiligheiden de ontwikkeling van het land. Ze zal dat moeten reali-seren zonder de actieve militaire steun van de Navo en,belangrijker nog, met veel minder niet-militaire steunvan de internationale gemeenschap. Degenen die vrezendat er opnieuw een verwoestende burgeroorlog zal uit-breken, zoals in de jaren negentig gebeurde na de terug-trekking van de Sovjettroepen, herinneren zich het bestdat de postcommunistische regering-Najibullah het driejaar volhield tegen de verzamelde moedjahedien. Tot deSovjetunie in elkaar klapte en de steunkraan dichtge-draaid werd. Als het Westen een herhaling van dat sce-nario effectief wil voorkomen, moet de regering-AshrafGhani op duurzame steun en financiering kunnen reke-nen. Bovendien moet Pakistan bereid zijn het strategi-sche gepoker met Afghanistan te stoppen. De jongsteontwikkelingen in Pakistan, waarbij het leger zijn greepop het buitenlands beleid, vooral tegenover India enAfghanistan, steviger dan ooit in hand genomen heeft,geven op dat vlak echter weinig redenen tot hoop. De toe-komst van Afghanistan hangt nog altijd af van beslissin-gen die in Rawalpindi, waar het hoofdkwartier van hetPakistaanse leger is, genomen worden.

| The Taliban Revival. Violence and extremism on the Pakistan-Afghanistan frontierdoor Hassan Abbas is uitgegeven door Yale university Press. 280blzn. ISBN9780300178845

| The Wrong Enemy. America in Afghanistan, 2001-2014 door Carlotta Gall isuitgegeven door Houghton Mifflin Harcourt. 329blzn. ISBN 9780544046696

| The Thistle and the Drone. How America’s War on Terror Became a Global War onTribal Islam door Akbar Ahmed is uitgegeven door Brookings institution Press.424blzn. ISBN 9780815723783

© B

rech

t Gor

is

MO114-092 Recensies_MO114-092 Recensies 25/11/14 11:01 Pagina 94

Page 48: MO*magazine 114

97MOQ• winter 2014 • www.mo.be

recensies

� Buiten het blikveld van de samenlevingworden de mensenrechten van gedetineerdenin België almaar vaker met voeten getreden,waarschuwt Luk Vervaet. In zijn jongste boekGuantanamo chez nous? toont hij aan hoe degrondrechten van individuen moeten wijkenin naam van de staatsveiligheid. De voormali-ge gevangenisleraar baseert zich hiervoor opgetuigenissen van zowel gevangenen alsinternationale mensenrechtenorganisaties,uitspraken van Belgische en Europese recht-banken en parlementaire interpellaties, enuiteraard op zijn eigen ervaring met hetgevangeniswezen en de manier waarop hijplots en zonder afdoende uitleg afgedanktwerd.Sinds 2001 is de strafmaat verzwaard en wor-den rechten steeds vaker voorgesteld als voor-rechten. Al gelden maatregelen zoals eenza-me opsluiting uitsluitend voor extreme situa-ties, toch worden ze stilaan schering en inslagin bepaalde gevangenissen.Een uiterst verontrustende ontwikkeling is detoename van versterkte veiligheidsmaatrege-len zonder aantoonbare reden, even alarme-rend is het uitblijven van een draagvlak voorde bescherming van de grondrechten binnende gevangenis, waar de beperkte bewegings-vrijheid en het schaarse contact met de bui-tenwereld probleemloos beknot worden.Ook justitie bezondigt zich aan ernstige over-tredingen, zegt Vervaet. Voormalig ministervan Justitie Turtelboom leverde op 3 oktober2013 Nisar Trabelsi uit aan de Verenigde Sta-ten, terwijl het Europees Hof voor de Men-senrechten gevraagd had de uitlevering op teschorten.

Aangezien het om misdadigers gaat, lijkt deschending van hun rechten en integriteit depublieke opinie koud te laten. Nochtans heb-ben verschillende gevangenen een procesaangespannen tegen gevangenispersoneel of -directie vanwege onmenselijke en onterendebehandeling, zij het met wisselend succes.De titel van Vervaets boek verwijst naar deklacht van Ashraf Sekkaki, de “ontsnappings-koning”. In 2008 slaagde hij erin vanuit zijn

96 MOQ• winter 2014 • www.mo.be

Mensenrechten vangevangenen worden

straffeloos geschonden inEuropese en Amerikaanse

strafinrichtingen. In‘Panthers in the Hole’

doen de gebroedersCénou het relaas van de

mensonterendebehandeling van drie

Black Panthers. In‘Guantanamo chez

nous?’ wijst Luk Vervaetop de ongemakkelijke

waarheid datgevangenissen ook in

België allesbehalvevakantiekampen zijn.

Onrecht in de rechtsstaatdoor Najet Boulafdal

GEVANGENENISSEN EN MENSENRECHTEN: OOK BIJ ONS EEN SOMS MOEILIJK VERHAAL

MO*lezers krijgeneen exclusievekorting van €2,5bij aankoop vanelk gerecenseerdboek in volgendeboekhandels: DeGroene Waterman(Antwerpen), DeReyghere (Brugge)en de Accoboekhandels vanGent, Antwerpenen Leuven. Knipdeze bon uit engeef hem af bijaankoop van hetboek. De kortingis 2 maandengeldig napublicatie van ditMO*nummer Verschijnt op 3 december.

Exclusieve kortingvoor MO*lezers

eenzame opsluiting brieven naar de Franse krant LeMonde te zenden waarin hij de wrede behandelingvan de cipiers vergelijkt met de praktijken in Guantá-namo.De vraag die rijst is niet zozeer of dat legale geweldmoreel verantwoord is, als wel wat het de samenle-ving oplevert. Mag men verwachten dat een ex-gevan-gene zich integreert in de maatschappij wanneer hijjarenlang in eenzame opsluiting heeft gezeten?Vervaet gaat nog een stap verder in zijn analyse en wijstop onrustbarende ontwikkelingen, zowel in de wetge-ving over als in de uitvoering van gevangenisstraffen. Intien hoofdstukken belicht hij het grotere plaatje van hetBelgische gevangeniswezen en legt hij verbanden tus-sen het globale antiterrorismebeleid, islamofobie in hetWesten en de onverschilligheid voor geweld tegengevangenen van islamitischen huize.

In het hol van de pantersLangdurige eenzame opsluiting is geen nieuw feno-meen. In de Verenigde Staten werden Robert H. King,Herman Wallace en Albert Woodfox ruim veertig jaargeleden veroordeeld tot levenslange opsluiting in “hethol”, de isoleercellen waar gevaarlijke gevangenenopgesloten werden om de veiligheid en de goede orde tebewaren.Voor het stripverhaal Panthers in the Hole bundeldenAmnesty International en de gebroeders Cénou hunkrachten om het verhaal te vertellen van de “AngolaThree”. Tijdens hun opsluiting werden ze lid van deBlack Panthers, de Afro-Amerikaanse politieke organi-satie die eveneens actief was in de gevangenis.In april 1972 wordt de jonge cipier Brent Miller doodge-stoken tijdens gevangenisrellen in de Angola-gevange-nis in Louisiana, VS. Hoewel er geen enkel bewijs is datRobert H. King, Herman Wallace en Albert Woodfoxdeze moord gepleegd hebben, veroordeelt een jury hentoch tot levenslange opsluiting in eenzame afzonde-ring. Zelfs het waterdichte alibi van Robert King wordtgenegeerd door de juryleden. Op de dag van het fataleincident zat King immers zijn oorspronkelijke straf uitin een andere gevangenis. Hij werd pas enkele dagenlater overgeplaatst naar Angola.Gezamenlijk hebben de drie ruim honderd jaar doorge-bracht in “het hol”, een cel van zes vierkante meter waarze slechts een uur per etmaal uit mogen om metgeboeide handen en voeten in een kooi te luchten. Degevangenen zijn er overgeleverd aan de goede wil van

de bewakers, wat vaak leidt tot machtsmisbruik en wil-lekeurige straffen.Na 29 jaar in de isoleercel wordt Robert King in 2001vrijgelaten. Sindsdien ijvert hij voor de vrijlating vanzijn lotgenoten. Herman Wallace wordt in oktober 2013vrijgesproken, maar overlijdt enkele dagen later.Amnesty International en zelfs de weduwe van de ver-moorde bewaker pleiten nu voor de vrijlating van AlbertWoodfox, de zeventiger die al ruim veertig jaar in een-zame detentie doorbracht.

Orde, veiligheid en gebruik van dwangIn België moet het verblijf in de isoleercel zeer beperktin duur zijn. Toch stelt het Internationaal Observatori-um voor Gevangenissen vast dat deze periode veelaloverschreden wordt. Gevangen krijgen er overigens ookandere dwangmaatregelen te verduren, zoals rectalefouilleringen en vierentwintig uur lang in een verlichtecel doorbrengen. De gevangenisdirectie kan het verblijf in de beveiligdeafdeling verlengen, maar moet deze beslissing telkensmotiveren. Deze verplichting is echter gemakkelijkomzeild dankzij de wet-Dupont, in geval van veilig-heidsdreiging moet het motief niet meegedeeld wor-den.Zowel Panthers in the Hole als Guantanamo chez nous?kaart op zeer uiteenlopende manieren de problematiekaan van individuen die excessen van het gevangenisper-soneel moeten ondergaan. En ze stellen vooral de vraagaan de lezers of die het normaal vinden dat de mensen-rechten van gevangenen geschonden worden.

| Guantanamo chez nous? door Luk Vervaet is uitgegeven door Antidote, 190blzn.ISBN 9782930802008

| Panthers in the Hole door Bruno en David Cénou is uitgegeven door La boîte àbulles, 126blzn. ISBN 9782849531952

© B

runo

en

Dav

id C

énou

MO114-092 Recensies_MO114-092 Recensies 25/11/14 11:01 Pagina 96

Page 49: MO*magazine 114

2014 blijkbaar een climax bereiken.Deze en vele andere voorbeeldentonen aan dat het paradoxaal is omover het einde of het begin van degeschiedenis te spreken. De evolu-tie van de mensheid en vansamenlevingen ontvouwt zich inverschillende lagen, in een op- enneergang. De Franse filosoof ensinoloog François Jullien spreektliever over ‘transformations silenci-euses’. Hij wijst op het fundamen-tele belang van een brede, langza-me onderstroom; de feiten engebeurtenissen zijn vanuit dat per-spectief slechts erupties waardoordie onderstroom als het ware zijnbestaan signaleert. De drijfkrachtvan de evolutie wordt geleverddoor de correlatie tussen factorenen niet door tegenstellingen, aldusdeze in essentie Chinese visie opde historische evolutie.De historische visie die dat ooster-

se perspectief het dichtst nabijkomt, is die van Fernand Braudel.Hij zag de geschiedenis verlopen op verschillende niveaus entegen verschillende snelheden. Volgens hem is vooral de interac-tie tussen de verschillende niveaus bijzonder waardevol. Braudelsconcept laat ook veel ruimte voor de inbreng van de menselijkewil: mensen – bijvoorbeeld grote historische figuren – kunnendoor hun beslissingen en beleid de ontwikkeling een heel nieuwerichting uitsturen. Dat kan zowel positief als negatief uitpakken.Het einde of het begin van de geschiedenis? Vergeet het maar.Maar staar je niet blind op de korte termijn. Evenmin op de langeof de middellange termijn. Dan vermink je de geschiedenis. Heboog voor de diepe onderstroom. Denk aan de interactie. Kies vooreen integrale benadering van de geschiedenis. Die blijft de histori-sche realiteit het meest nabij. En stelt de mens centraal in het his-torisch proces.

Hugo Van de Voorde, Naar één wereld. De drie stappen van de globalisering. 16de-21ste eeuw, Pelckmans –Walburg Pers, 2014.

� Mensen hebben steeds vakerde indruk in een kantelend tijd-perk te leven. Ze voelen zich over-spoeld door gebeurtenissen enontwikkelingen dichtbij en veraf.Verandering troef.Dat was zeker zo in de jaren1989-1990-1991. De val van deBerlijnse Muur, het einde van deRussische dominantie overMidden- en Oost-Europa, de een-making van Duitsland en deimplosie van de Sovjet-Unie: deKoude Oorlog was voorbij. Heteinde van een tijdperk.In Washington was de euforiegroot: het fiasco van het commu-nisme werd er gevierd als de defi-nitieve triomf van het kapitalismeen de liberale democratie. De VSzouden voortaan het gidsland zijnin de Nieuwe Wereldorde. FrancisFukuyama publiceerde zijn “bij-bel” over het einde van de geschie-denis. De westerse democratie hadvolgens hem haar superioriteit bewezen over alle andere politiekesystemen. Vandaag erkent hij dat hij zich heeft vergist. ‘Het volko-men misplaatste geloof in de zelfregulering van de vrije markt isde oorzaak van de (huidige) crisis’, zegt Fukuyama nu. En intus-sen heeft het neoliberalisme het politieke leven in de VS geblok-keerd. De excessen van de neoconservatieven hebben zelfs hetfunctioneren van de rechtsstaat op losse schroeven gezet. Maar dergelijke kantelmomenten zijn legio in de geschiedenis.Denk aan de jaren rond 1900. Het was een boeiende tijd, waarin demensen, de samenleving, de economie, de technologie, de ethiek,de interne en externe machtsverhoudingen razendsnel verander-den, wat leidde tot vervoering maar ook tot diepe onrust. Het waren“vertigo years”. Ook het decennium 2000-2010 bestond uit duize-lingwekkende jaren. In 2000 werd George W Bush tot presidentvan de VS gekozen. In 2001 verbijsterden de terroristische aansla-gen op de Twin Towers en het Pentagon de hele wereld. De super-macht was kwetsbaar. De invasies in Afghanistan (2001) en Irak(2003) ontketenden ontwikkelingen in het Midden-Oosten die anno

HET LAATSTE WOORDv e r h a l e n

98 MOQ • winter 2014 • www.mo.be

Duizelingwekkende jarendoor Hugo Van de Voorde

© B

rech

t Gor

is

MO114-098_Het laatste woord_MO114-098_HETLAATSTEWOORD 25/11/14 11:02 Pagina 98