Upload
marjolijn-mercx
View
212
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
ZONMW
Onderzoekers en professionals speeddaten bij ZonMw
Marjolijn Mercx
Abstract ZonMw hield op 7 juni haar eerste MatchMa-
kersMeeting: een netwerkbijeenkomst waar professio-
nals uit de praktijk van jeugdzorg,
jeugdgezondheidszorg en jeugdwelzijn een op een werden
gekoppeld aan wetenschappelijk onderzoekers. Het doel:
bevorderen van praktijkgericht onderzoek. Bijna hon-
derd personen namen deel aan de bijeenkomst. Voor
iedere deelnemer had ZonMw drie ‘dates’ geregeld.
De opzet van de MatchMakersMeeting (MMM) is geın-
spireerd op het speeddaten voor singles. Het is een simpel
concept: zet mensen, al dan niet op basis van gemeen-
schappelijke interesses en kenmerken, gedurende tien
minuten tegenover elkaar aan een tafeltje. Na die tien
minuten weten ze of ze nader kennis willen maken, of
niet. Mireille van den Berg, programmasecretaris Jeugd
bij ZonMw: ‘Bij het programma Zorg voor Jeugd ont-
dekten we al vlug dat de onderzoekswereld en de praktijk
van jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg en jeugdwelzijn
elkaar nog niet echt hebben gevonden. Om die werelden
met elkaar in contact te brengen, ontstond tijdens het
laatste congres Jeugdzorg in Onderzoek het idee om ze
met elkaar te laten speeddaten. Een paar maanden later
was de MatchMakersMeeting een feit.’
Matches
Om goede matches te maken was het nodig dat onder-
zoekers en professionals zich aanmeldden met potentiele
onderzoeksvragen, of in ieder geval met onderwerpen die
hun onderzoeksinteresse hadden. Op de website www.
zonmw.nl/jeugd verscheen daarvoor een
aanmeldformulier en op verschillende wijzen zijn mensen
daarop geattendeerd. De telefoon bleek een goed middel
om mensen te werven. Van den Berg: ‘Vooral in gesprek-
ken konden we het concept goed uitleggen en duidelijk
maken wat we nodig hadden om mensen te kunnen mat-
chen: onderwerpen, thema’s. Opeens liep het storm. We
moesten zelfs een aanmeldstop instellen.’
Uiteindelijk meldden meer dan honderd mensen zich
aan en kon het matchen beginnen. Van den Berg: ‘Dat
was nog behoorlijk ingewikkeld. We wilden voor ieder-
een drie matches organiseren, waarbij onderzoekers tel-
kens gekoppeld zouden worden aan professionals.
Gelukkig is dat bij vrijwel iedereen gelukt. Daar waar
het niet mogelijk was om professionals aan een onder-
zoeker te koppelen, heb ik hen op onderwerp gematched,
of met een ZonMw-medewerker. Zelfs met onze
directeur.’
Tips en trucs
De deelnemers werden niet onvoorbereid met elkaar aan
tafeltjes gezet. Zo gaf Mariken Leurs, coordinator Jeugd
bij ZonMw, een korte inleiding op het programma Zorg
voor Jeugd en de volgende subsidieronde daarbinnen.
Leurs: ‘Een van onze nevendoelen met deMatchMakers-
Meeting was het stimuleren van samenwerking tussen
onderzoekers en professionals bij het opstellen van sub-
sidieaanvragen voor de tweede ronde van Zorg voor
Jeugd. Die tweede ronde heeft als deadline 30 oktober.’
Vervolgens gaven Maja Dekovic, hoogleraar pedago-
gische en onderwijskundige wetenschappen aan de Uni-
versiteit Utrecht, en Sander van Arum, behandelaar bij
jeugdzorgaanbieder De Waag te Utrecht, de deelnemers
tips voor goede samenwerking tussen onderzoekers en
Jeugd en Co Kennis (2007) 1:100–101
DOI 10.1007/BF03085465
13
professionals bij de uitvoering van onderzoek. Enkele
voorbeelden:
1. Ruim meer tijd in voor onderlinge communicatie dan
je van tevoren denkt nodig te hebben.
2. Leg in de communicatie altijd de nadruk op het
gemeenschappelijk belang: kennis over effectiviteit
van instrumenten en interventies.
3. Communicatie heeft het beste resultaat als die face-to-
face plaatsvindt. Zoek elkaar dus op, liefst op locatie.
4. Communiceer als onderzoeker niet alleen met het
management, maar ook met de werkvloer.
5. Houd rekening met personeelswisselingen. Misschien
moet je wel tien keer je verhaal uitleggen, voor zover je
dat al niet moest om mee te beginnen.
6. Vertel je verhaal de tiende keer net zo enthousiasme-
rend als de eerste keer.
7. Wees je ervan bewust dat random controlled trials
soms tegen het rechtvaardigheidsgevoel van behande-
laars ingaan, omdat voor hun gevoel de client dan niet
de beste hulp krijgt.
Speeddaten
Na deze tips startte het daadwerkelijke speeddaten. Er
stonden 45 tafeltjes klaar, compleetmet rode roos, geschikt
voor twee of drie personen. Op een lange lijst konden
deelnemers hun tafelnummer en date vinden. Soms bleef
een tafeltje even leeg omdat iemand niet kon komen, maar
dan zocht de ‘eenzame’ dater snel een ander op. De speed-
dates duurden elk vijftien minuten: daarna klonk er
muziek om de gesprekken te stoppen en de deelnemers
uit te nodigen hun volgende date op te zoeken. Van den
Berg: ‘Het leek wel of de muziek per ronde harder moest.’
Leurs: ‘We hoopten we dat iedere deelnemer ten
minste een goede match zou tegenkomen op de dag van
de MatchMakersMeeting. Daarmee bedoelen we een
match die een vervolg krijgt na de bijeenkomst. Of dat
zo is, vragen we in de evaluatie. En nu hopen we dat deze
matches leiden tot een vruchtbare samenwerking bij het
opstellen van onderzoeksaanvragen voor Zorg voor
Jeugd. We streven immers niet naar puur theoretische
kennis maar juist naar wetenschappelijk onderbouwde
kennis waarvan zowel de professionals als de jeugd pro-
fiteren. Hoe meer er gewerkt gaat worden met bewezen
effectieve instrumenten en interventies, hoe beter.’
Vergrootglas
Tijdens de afsluitende discussie bleek dat de professio-
nals onderzoek soms als ‘bedreigend’ ervaren: hun han-
delen wordt onder een vergrootglas gelegd en er zit vaak
veel extra werk aan vast. Ook de communicatie tussen
onderzoekers en professionals riep vragen op. Wat is
bijvoorbeeld de beste vorm, naast face-to-face communi-
catie? Hiervoor bleek geen heldere richtlijn te geven. Tot
slot had een aantal vragen betrekking op de tweede ronde
van het programma Zorg voor Jeugd.
Op de vraag of er een tweede MMM valt te verwach-
ten, antwoordt Van den Berg: ‘Deze eerste keer is goed
bevallen. Bovendien waren er veel mensen die niet kon-
den komen, maar wel graag gematched wilden worden.
De evaluatie is ook positief. We wachten even af of er in
de tweede ronde subsidieaanvragen binnenkomen die een
direct gevolg lijken te zijn van de MMM. In dat geval
overwegen we zeker nog een keer een dergelijke bijeen-
komst te organiseren.’
ZonMw maakt de evaluatie van de MMM bekend op
haar website www.zonmw.nl/jeugd. Daarnaast publi-
ceert ZonMw op de site de contactgegevens van deel-
nemers en andere geınteresseerden op zoek naar een
match. Zo kunnen ook professionals die niet op de
MMM aanwezig waren deze mensen benaderen voor
het verkennen van samenwerking.
Jeugd en Co Kennis (2007) 1:100–101 101
13