Upload
jessa-ziekenhuis
View
212
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
Citation preview
JESSALINEA16
Het onderzoek van het Jessa Ziekenhuis ka-
dert binnen de cluster cardiologie van het
Limburg Clinical Research Program, een initia-
tief van de UHasselt, het Jessa Ziekenhuis en
het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL), dat mede
gefinancierd wordt vanuit de Stichting Lim-
burg Sterk Merk (LSM).
levenskwaliteitBij een hartinfarct loopt het hart altijd onher-
stelbare schade op. De bloeddoorstroming
in de kransslagader blokkeert, waardoor de
hartspier onvoldoende zuurstof krijgt en het
spierweefsel afsterft. Als gevolg daarvan ver-
mindert de pompfunctie en stijgt de kans op
hartfalen. De huidige behandelingen, zowel
farmacologische therapieën als chirurgische
interventies, verbeteren de overlevingskan-
sen en de levenskwaliteit van de patiënt op
korte termijn, maar kunnen het verloren weef-
sel niet vervangen en dragen dus niet bij tot
functioneel herstel op lange termijn.
Wereldwijd lopen verschillende studies waar-
bij men na een hartinfarct stamcellen in de
hartspier tracht te brengen om zo de groei
van nieuw hartspierweefsel te bevorderen.
Ook in ons ziekenhuis is men al meer dan 10
jaar actief in dit onderzoeksdomein.
Zo werd in 2004-2006 in ons ziekenhuis een
klinische studie uitgevoerd die uitwees dat
het rechtstreeks inspuiten in het hartspier-
weefsel (ook wel intramyocardiale injectie
genoemd) van de mononucleaire celfractie uit
het beenmerg, resulteerde in een verbetering
van de regionale, maar niet van de globale
pompfunctie van het hart (ref. 1). De keuze
voor beenmergstamcellen was destijds ge-
baseerd op talrijke internationale studies die
het potentieel van dat celtype in de cardiale
setting beschreven. Uitgebreider onderzoek
door onze onderzoeksgroep toonde echter
aan dat beenmergstamcellen slechts een be-
perkte capaciteit bezitten om uit te groeien
tot functionele cardiomyocyten en dus niet
in staat zijn om de verhoopte myocardiale
weefselregeneratie te bereiken (ref. 2). Bo-
vendien zijn er steeds meer aanwijzingen dat
getransplanteerde cellen paracriene factoren
(cytokines en groeifactoren) vrijzetten die
het genezingsproces begunstigen o.a. door
het aantrekken van stamcellen. De positieve
effecten die in de eerste klinische studie
werden beschreven (ref. 1) zijn dus niet toe
te schrijven aan veranderingen op celniveau,
doch mogelijk wel aan factoren die werden
afgescheiden door de ingespoten beenmerg-
cellen. Daarnaast heeft het aanwezige litte-
kenweefsel nog steeds een inhiberend effect
op het functioneel herstel.
voorgeprogrammeerdOndertussen werd met de ontdekking van
stamcellen die in het hart zelf aanwezig zijn,
het paradigma van het hart als post-mitotisch
orgaan verworpen in de literatuur. Deze hart-
stamcellen zijn mogelijk beter geschikt voor
cardiaal herstel omdat ze al ‘voorgeprogram-
meerd’ zijn om tot effectief werkende hart-
spiercellen uit te groeien.
Uit internationaal onderzoek is de aanwezig-
heid van twee belangrijke typen van humane
hartstamcellen aangetoond, namelijk c-kit
positieve cellen en CDCs. “Wij hebben de mo-
gelijkheden van die celtypes uitgebreid on-
derzocht. En inderdaad, die hartstamcellen
bezitten een beter myocardiaal differentiatie-
potentieel ten opzichte van beenmergstam-
cellen (ref. 3). Maar de eigenschappen van die
cellen of de isolatietechnieken om die cellen
Onderzoekers Jessa Ziekenhuis identificeren nieuw type hartstamcelOnderzoekers van het Jessa Ziekenhuis zijn erin ge-
slaagd om een nieuw stamceltype te isoleren uit het
menselijk hart. Dat opent nieuwe perspectieven voor
de toepassing van stamceltherapie na een hartinfarct.
De bevindingen van het onderzoeksteam zijn gepubli-
ceerd in het internationaal gerenommeerde tijdschrift
Cardiovascular Research.
Vlnr: prof. dr. Marc Hendrikx, prof. dr. Jean-Luc Rummens, Annick Daniëls, dr. Karen Hensen, Leen Willems, Severina Windmolders, dr. Remco Koninckx, Yanick Fanton en dr. Boris Robic
te bekomen, beperken de toepassingsmoge-
lijkheden om een belangrijke bijdrage te kun-
nen leveren aan het herstel van beschadigd
hartspierweefsel na een hartinfarct,” leggen
prof. dr. Jean-Luc Rummens en prof. dr. Marc
Hendrikx (Jessa, UHasselt) uit. “Het zijn bo-
vendien erg arbeidsintensieve isolatiemetho-
des waarbij we niet altijd een zuivere stam-
celpopulatie bekomen.”
nieuw type hartstamcelHet onderzoeksteam van ons ziekenhuis
zocht en vond een nieuwe manier om stam-
cellen uit het hart te isoleren. “Dat gebeurt
op basis van enzymatische activiteit van de
cellen. Die techniek maakt het makkelijker
om stamcellen te isoleren, op te kweken en
te transplanteren,” aldus dr. Karen Hensen en
dr. Remco Koninckx (Jessa, UHasselt). “Dankzij
de toepassing van de nieuwe techniek heb-
ben we een type hartstamcel geïdentificeerd
dat nog niet beschreven was: de cardiale
atrium stamcel (CASC). De CASCs hebben een
meer uitgesproken myocardiaal differentia-
tiepotentieel dan de reeds beschreven car-
diale stamcellen. Onderzoeken bewijzen dat
er functionele en fenotypische verschillen
zijn en dat het dus wel degelijk om een nieu-
we celpopulatie gaat.” (ref. 4)
grote doorbraakHet nieuwe type stamcel heeft enkele be-
langrijke voordelen in vergelijking met de
eerder bekende types. De CASC laat zich
makkelijker isoleren en is vlot op te kweken
in het laboratorium. Daardoor kan men veilig
en sneller tot grotere hoeveelheden bruikbare
hartstamcellen komen dan in het verleden.
Ook de kwaliteit is beter omdat de celpopula-
tie die men isoleert homogeen is en enkel uit
levende stamcellen bestaat.
DOSSIER
JESSALINEA 17
Onderzoekers Jessa Ziekenhuis identificeren nieuw type hartstamcel
Momenteel wordt in ons ziekenhuis de in vivo differentiatie van en het functio-
neel cardiaal herstel door de CASCs bestudeerd in een minipig infarctmodel, ont-
wikkeld door prof. dr. Marc Hendrikx en dr. Boris Robic van de dienst cardiotho-
racale heelkunde. De anesthesisten dr. Jasperina Dubois en dr. Luc Jamaer zijn
betrokken bij alle chirurgische ingrepen. Dr. Eric Bijnens en verpleegkundige Nic
Heuts van de dienst medische beeldvorming zijn verantwoordelijk voor de beeld-
vormingstechnieken (MRI, Fluoroscopie) en de analyse van de bekomen data die
gebruikt worden om de functionaliteit van het hart te onderzoeken.
Prof. dr. Marc Hendrikx: “We hebben gekozen voor de adulte Göttingen minipig als
proefdiermodel omwille van de hoge graad van overeenkomst tussen het cardio-
vasculair systeem van varkens en mensen. Daardoor worden er meer klinisch re-
levante resultaten bekomen die de extrapolatie van het diermodel naar humane
toepassingen vereenvoudigen.”
Dr. Remco koninckx: “Minipigs zijn uiterst geschikt omdat ze, in vergelijking met
gewone varkens, relatief klein en gemakkelijk hanteerbaar zijn voor verzorging en
functionele analyses. Daarnaast neemt bij deze varkens de hartmassa niet meer
toe, wat post-operatieve analyse vereenvoudigt en betrouwbaarder maakt.”
De resultaten zijn alvast veelbelovend. Het hartspierweefsel herstelt zich goed
bij de minipigs, de hartspier trekt nadien beter samen en de varkensharten func-
tioneren bijna net zo goed als vóór het infarct.
het minipig model
“De bevindingen van het Hasseltse onderzoek worden
gepubliceerd in het tijdschrift Cardiovascular Research
(ref. 4). Dat is een sterke garantie voor de kwaliteit van
het onderzoek”, zegt topcardioloog Pedro Brugada,
verbonden aan het UZ Brussel. “Een team van experts
stelt echt wel strenge eisen aan zo'n publicatie. Minder
dan 20 procent van alle voorgestelde artikels wordt
gepubliceerd. Deze doorbraak is dus fantastisch voor
Hasselt. Het had nog geen internationale faam, maar
nu staat het bij de wereldtop. Wereldwijd zoekt men al
jaren naar stamcellen die zich kunnen nestelen in het
hart. Dit is een belangrijke stap in de goede richting.”
reactie vAn prof. Dr. pEDro brugADA in HEt niEuwSblAD
JESSALINEA18
Uit laboratoriumonderzoek en onderzoek met
proefdieren, uitgevoerd in het Jessa Zieken-
huis en aan de UHasselt, blijkt intussen dat
de stamcellen effectief kunnen uitgroeien tot
functionele hartspiercellen. Die bevindingen
zijn gepubliceerd in het tijdschrift Cardiovas-
cular Research (ref. 4). Voor dit onderzoek
werd samengewerkt met de KU Leuven en de
‘University of Health Sciences’ van Kaunas,
Litouwen. “We hopen dat we op termijn die
stamcellen kunnen injecteren bij patiënten
na een hartinfarct en zo hun beschadigd hart
herstellen,” aldus prof. dr. Jean-Luc Rummens.
methodiek“CASCs vertonen een hoge aldehydedehy-
drogenase (ALDH) activiteit. Die eigenschap
wenden we aan om de cellen te isoleren uit
de weefselfragmenten. Het Aldefluor reagens,
een niet-toxisch substraat voor ALDH, diffun-
deert doorheen de membraan van de cellen en
wordt vervolgens door ALDH omgezet in een
fluorescent reactieproduct dat we flowcyto-
metrisch meten. Het voordeel is dat enkel leef-
bare cellen met voldoende stamcelcapaciteit
geïsoleerd worden en dat er geen antigen-an-
tilichaam binding vereist is, waardoor we mo-
gelijke invloeden op de genexpressie van de
cellen uitsluiten,” licht dr. Karen Hensen toe.
volgende stapProf. dr. Marc Hendrikx en dr. Remco Koninckx:
“Zowel bij mensen als dieren is het nieuwe
type hartstamcel aanwezig. Toen we dat
ontdekten, hebben we in het laboratorium
experimentele hematologie zowel de CASCs
van dieren als die van mensen proberen op te
kweken. Met succes: we zijn nu in staat om
een klinisch relevant celaantal te verkrijgen
zonder verlies van de stamceleigenschappen.
Vervolgens zijn we er in geslaagd om die cel-
len terug te plaatsen bij proefdieren die een
infarct hadden doorgemaakt. Momenteel is al-
les klaar om die proefdierstudie verder uit te
breiden.” Als dit pre-klinisch onderzoek gun-
stig evolueert, volgen de testen bij de mens.
“Wij hopen dat CASCs ook bij de mens terug
hartspierweefsel aanmaken. Bij alle infarcten
gaat er immers hartspierweefsel verloren; de
stamceltherapie is dus breed toepasbaar.”
Het volledige onderzoeksteam telt vier stafle-
den (arts-specialisten en post-doctorandi) van
het Jessa Ziekenhuis en de UHasselt, één we-
tenschappelijk assistent en vier doctoraats-
studenten.
doctoraatsstudente severina windmolders vervoegde het team
in 2009. Na het behalen van haar IWT-
beurs startte zij haar PhD (doctoraatspro-
ject). De eerste twee jaar bestudeerde
zij het groeipotentieel, de differentiatie-
mogelijkheden en de verouderingspro-
cessen van de cardiale stamcellen. De
resultaten waren positief: de stamcellen
kunnen veelvuldig opgekweekt worden
zonder hun stamceleigenschappen en
differentiatiecapaciteit naar cardiomyo-
cyten te verliezen. Verder werkte ze met
de rest van het team mee aan de opstart
van de minipig-studie.
Sinds 2011 focust Severina zich meer
REFERENTIES
1. Hendrikx M, Hensen K, Clijsters C, Jongen H, Koninckx R, Bijnens E, Ingels M, Jacobs A, Geukens R, Dendale P, Vijgen J, Dilling D, Steels P, Mees U,
Rummens JL.. Restoration of regional contractile function through stem cell transfer by direct intramyocardial injection; results from
a randomised controlled clinical trial. Circulation, 2006, 114 (1suppl): 101-107
2. Koninckx R, Hensen K, Daniëls A, Moreels M, Lambrichts I, Jongen H, Clijsters C, Mees U, Steels P, Hendrikx M, Rummens JL. Human bone marrow
stem cells co-cultured with neonatal rat cardiomyocytes display limited cardiomyogenic plasticity. Cytotherapy. 2009 22:1-15.
3. Koninckx R, Daniëls A, Windmolders S, Carlotti F, Mees U, Steels P, Rummens JL, Hendrikx M, Hensen K. Mesenchymal Stem cells or cardiac
progenitors for cardiac repair? A comparative study. Cell Mol Life Sci. 2011 Jun;68(12):2141-56.
4. Koninckx R, Daniëls A, Windmolders S, Mees U, Macianskiene R, Mubagwa K, Steels P, Jamaer L, Dubois J, Robic B, Hendrikx M, Rummens JL,
Hensen K. The cardiac atrial appendage stem cell: a new and promising candidate for myocardial repair. Cardiovasc Res. 2013 Mar 1;
97(3):413-23.
"De nieuwe internationale doorbraak in het stamcelonderzoek is ook een stevige opsteker voor het Limburg
Clinical Research Program (LCRP), het ambitieuze onderzoeksprogramma dat met steun van LSM door de UHas-
selt, het Jessa Ziekenhuis en het Ziekenhuis Oost-Limburg wordt uitgebouwd om het medisch wetenschappe-
lijk onderzoek in Limburg gevoelig te versterken. In totaal wordt er ingezet op zes medische clusters: cardiolo-
gie, oncologie, infectieziekten, anesthesie (met link naar neuro), fertiliteit en obesitas. Vandaag zijn er al bijna
20 doctoraatsstudenten actief in dit onderzoeksprogramma. Vanuit het LCRP werd recent een Mobile Health
Unit opgestart (telemonitoring) en er wordt intensief samengewerkt met de Limburgse biobank (UbiLim). Het
LCRP werd nauwelijks drie jaar geleden gestart maar bewijst nu al haar toegevoegde waarde voor het medisch
onderzoek in Limburg, getuige daarvan deze toppublicatie van het Jessa team. Die snelle successen zijn een
gevolg van het verder bouwen op stevige fundamenten die de afgelopen jaren werden gelegd in Jessa en ZOL.
Zij hebben immers reeds jarenlang hoogstaand onderzoek uitgebouwd in specifieke disciplines.”
reactie van prof. dr. piet stinissen, uhasselt
Aan deze doorbraak gingen vele jaren onder-
zoek vooraf. Vier doctoraatsstudenten uit de
onderzoeksgroep lichten hun bijdrage aan het
onderzoek toe en blikken vooruit naar de toe-
komst van hartstamceltherapie. Ze zoeken elk
vanuit hun eigen achtergrond naar oplossin-
gen voor de knelpunten die er momenteel nog
zijn om zo het totaalproces te optimaliseren.
JESSALINEA 19
DOSSIER
op de paracriene effecten van mesenchy-
male stamcellen afkomstig uit het beenmerg.
Die stamcellen zetten namelijk stoffen vrij
die een gunstige invloed uitoefenen op het
cardiaal weefsel na een hartinfarct. De ma-
nier waarop dat gebeurt, is echter nog niet
gekend. Een mogelijke hypothese is dat die
factoren (ook wel eens het geconditioneerd
medium genoemd) in staat zijn de residente
cardiale stamcellen, aanwezig in het hart, te
mobiliseren naar de plaats van schade. Se-
verina heeft daarom een 3D-collageen assay
in het lab geïmplementeerd waarbij ze cardi-
ale weefselfragmenten in een collageen gel
brengt en blootstelt aan het geconditioneerd
medium. De resultaten van deze assays tonen
aan dat mesenchymale stamcellen effectief
factoren vrijzetten die migratie/mobilisatie
van cardiale stamcellen kunnen teweegbren-
gen. Severina tracht nu de specifieke facto-
ren die in dat migratieproces een belangrijke
rol spelen te identificeren en de moleculaire
mechanismen die erachter schuilen te ontra-
felen. Een wetenschappelijk artikel met meer
informatie hieromtrent zit in de pipeline.
doctoraatsstudente yanick fan-ton studeerde in juni 2012 af als Master in
de Biomedische Wetenschappen en wijdde
haar thesis aan de angiogene of bloedvat-
vormende eigenschappen van verschillende
stamcelpopulaties uit de tand. Bijgevolg
spitst zij zich binnen de onderzoeksgroep toe
op het potentieel van de CASCs om na een
hartaanval revascularisatie (bloedvatherstel)
teweeg te brengen in het infarctgebied. Het
hartspierweefsel is sterk doorbloed, herstel
van de bloedtoevoer is dus een belangrijk as-
pect voor het functioneel herstel van het hart.
Yanick gaat dan ook na of we de CASCs kun-
nen omvormen tot endotheelcellen en gladde
spiercellen, de hoofdceltypes aanwezig in een
bloedvat. Dat zou bijdragen aan de verdere ka-
rakterisatie van de CASCs, want als de CASCs
alle celtypes van het hart kunnen vormen,
wijst dat op het multipotente karakter van die
stamcellen. Yanick zal de vorming van bloed-
vaten staven in het minipig model, waarbij
men na een infarct CASCs inspuit.
Als tweede punt onderzoekt Yanick hoe we
de stamcellen kunnen wapenen tegen de on-
gunstige omgeving in een hart na een infarct.
Wanneer men stamcellen transplanteert ko-
men deze normaliter in de borderzone terecht,
het gebied tussen het dood infarctweefsel en
de gezonde hartspiercellen.
Dat gebied is echter zuurstofarm en er zijn bij-
na geen voedingsstoffen aanwezig, wat een
negatief effect heeft op de overleving, de in-
corporatie en de differentiatie van de stamcel-
len. Met dit deel van het onderzoek hopen we
de efficiëntiegraad van de therapie aanzienlijk
te verhogen. Voor dit onderzoeksproject be-
haalde Yanick een mandaat via het Bijzonder
Onderzoeksfonds van de Universiteit Hasselt.
Nadat doctoraatsstudente leen willems met succes haar doctoraatsproject
verdedigde voor het IWT, vervoegde zij in ja-
nuari 2013 het onderzoeksteam. Leen spitst
zich onder andere toe op het fibrotisch proces
na een infarct waarbij het verloren hartspier-
weefsel vervangen wordt door dens-niet-
contractiel littekenweefsel. Dat resulteert in
een verlies van hartfunctie, de inhibitie van
myocardiaal herstel en de ontwikkeling van
hartfalen. Met dit deel van het onderzoek wil
Leen nagaan hoe we dat proces van litteken-
vorming kunnen onderdrukken.
Daarnaast gaat zij dieper in op de paracriene
mechanismen die reeds gedeeltelijk zijn
blootgelegd door Severina. Hierbij zal Leen
onderzoeken of het geconditioneerd medium
van beenmerg mesenchymale stamcellen
het microRNA expressiepatroon in de CASCs
verandert en op welke processen dit een ef-
fect heeft. MicroRNA's zijn een vorm van
niet-coderend RNA dat de eiwitexpressie van
specifieke genen beïnvloedt. Via activatie
van specifieke processen zou het zo de CASCs
kunnen beschermen tegen ischemie of de cel-
len mobiliseren naar de plaats van het infarct.
Tot slot gaat Leen na welke mechanismen een
rol spelen bij de proliferatie, zelfvernieuwing
en differentiatie van de CASCs. Hierbij zal ze
onderzoeken of het evenwicht tussen deze
processen zodanig gestimuleerd en geregeld
kan worden dat het lokaal herstelmechanisme
van het hart in staat is tot voldoende weefsel-
herstel. Indien we daarin slagen, zou het pro-
ces van celisolatie, proliferatie in het labora-
torium en transplantatie misschien vermeden
kunnen worden.
dr. boris robic vatte zijn doctoraat in au-
gustus 2012 aan. Hij werkte drie jaar lang als
hartchirurg in het universiteitsziekenhuis in
zijn thuisland Slovenië. Prof. dr. Marc Hendrickx
nodigde hem uit om als chirurgisch assistent
het onderzoeksteam te versterken. Dr. Boris
Robic is vooral betrokken bij het minipig model,
waarbij hij instaat voor de chirurgische ingre-
pen en via de EKG de ritmestoornissen bij mi-
nipigs met getransplanteerde CASCs opvolgt.
Een andere belangrijke spil en vaste waarde
in het onderzoek is wetenschappelijk assistent annick daniëls. Zij speelt
een centrale rol in de onderzoeksgroep. Ze
helpt en denkt mee over de invalshoeken van
de verschillende experimenten, vult de ont-
brekende stukken aan en heeft zich gespe-
cialiseerd in het op punt stellen van moeilijke
technieken, zoals de southern- en western
blotting. Daarnaast staat Annick in voor alles
wat vooraf gaat aan het labellen van cellen,
zorgt ze voor de validaties van de toestellen
en allerhande experimenten.
Severina Windmoldersdoctoraatsstudente
Yanick Fantondoctoraatsstudente
Leen Willemsdoctoraatsstudente
dr. Boris Robic Annick Daniëlswetenschappelijk assistent