20
Elfde jaargang oktober 2007 nummer 4 VOORZITTER KAMER VRIJ BEROEP JANKO DE JONGE: “SPANNENDE TIJDEN” VOORZITTER KAMER VRIJ BEROEP JANKO DE JONGE: “SPANNENDE TIJDEN” INHOUD 2 Orde Binnenhof Conferentie 2007 3 Begroting VWS roept veel vragen op 7 Over cijferen en cijfers 8 Het DBC Informatiesysteem, wat kunt u ermee? 11 Is de medisch specialist in dienstverband gewoon werknemer?’ 12 Onderzoek Arbeidsinspectie en de IGZ 15 Indicatoren dienen verschillende doelen

Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

Citation preview

Page 1: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

E l f d e j a a r g a n g • o k t o b e r 2 0 0 7 • n u m m e r 4

VOORZITTER KAMER VRIJ BEROEP JANKO DE JONGE:

“SPANNENDE TIJDEN”VOORZITTER KAMER VRIJ BEROEP

JANKO DE JONGE:

“SPANNENDE TIJDEN”

I N H O U D 2 Orde Binnenhof Conferentie 2007 3 Begroting VWS roeptveel vragen op 7 Over cijferen en cijfers 8 Het DBC Informatiesysteem,wat kunt u ermee? 11 ‘Is de medisch specialist in dienstverband gewoon werknemer?’ 12 Onderzoek Arbeidsinspectie en de IGZ 15 Indicatoren dienen verschillende doelen

Page 2: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

A C T U E E L

Ordenieuws is een uitgave van deOrde van Medisch

Specialisten en verschijnt

zes keer per jaar in een oplage van

10.400 exemplaren

Reageren?Bel naar

(030) 28 23 668of e-mail naarcommunicatie

@orde.nl

RedactieAfdeling

Communicatieen Informatie

Redactie-adresPostbus 20057

3502 LB Utrecht(030) 28 23 668

DrukOnkenhout Groep,

Almere

Medewerkers aandit nummerRené VerlegRob van Es

VormgevingBerkhout Grafische

Ontwerpen, BNOHarmelen

Overnemen van de inhoud,geheel of

gedeeltelijk,is toegestaan

mits metbronvermelding.

ISSN: 1572-252X

Kijk voor hetlaatste nieuws op

www.orde.nl

Foto cover:René Verleg

C O L O F O N

Tijdens de conferentie werd dooreen viertal sprekers ingegaan opdiverse facetten van kwaliteit. Prof. dr. J.G. Nijhuis, voorzitter vande Nederlandse Vereniging voorObstetrie en Gynaecologie nam degasten in vogelvlucht mee in de ontwikkeling van het beleidsplan‘kwaliteit en beroepsbelang’ van zijn vereniging.Het rendement van kwaliteitsinveste-ringen werd onder de loep genomendoor prof. dr. W.N.J. Groot, hoog-leraar Gezondheidseconomie aan deuniversiteit van Maastricht. Hijplaatste in zijn bijdrage kritischekanttekeningen ten aanzien van deinvoering van de maatstafconcurren-tie en de werking van het verevenings-stelsel.Dr. L.H. van Hulsteijn, voorzittervan de Raad voor Wetenschap,Opleiding en Kwaliteit ging in op deambitie van Orde en wetenschappe-lijke verenigingen om te komen tot

een prestatiemetend kwaliteitsbe-leid. Het motto voor de komendejaren zal daarbij zijn ‘weg uit degrijze middenmoot’.Prof. dr. P.L. Meurs lid van deWetenschappelijke Raad voor hetRegeringsbeleid en hoogleraarBestuur voor de gezondheidszorgaan de Erasmus Universiteit, hadzich gebogen over de vraag of depatiënt de kwaliteit volgt. Aan dehand van een drietal persoonlijkeervaringen kwam zij tot enkele eye-openers voor de gasten.Tot slot was de bijdrage van prof.dr. P.A.M. Vierhout, algemeen voor-zitter van de Orde, de verwoordingvan zijn wens om van geldgedrevennaar een kwaliteitsgedreven zorg tekomen.

Lees een uitgebreid verslag van deOrde Binnenhof Conferentie opwww.orde.nl

Orde Binnehof Conferentie 2007

Op 26 september 2007 vond in de historische Rolzaal, ingeklemd tussen degebouwen van regering en parlement, de Orde Binnenhof Conferentie plaats.Medisch specialisten confereerden over de thema’s die dit jaar in de politiekediscussies de boventoon voeren. De Orde kijkt tijdens deze conferentie terug opde medisch specialistische kwaliteitsverbeteringen in het afgelopen jaar, welkevisie er is gevormd over de toekomst van de nationale en internationale gezond-heidszorg en welke initiatieven de Orde in het komende jaar zal nemen.

Page 3: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

3

A C T U E E L

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

43e Algemene Ledenvergadering donderdag 29 november 2007

Locatie: Domus Medica, UtrechtAanvang: 19.15 uur

Kijk voor de agenda op www.orde.nl

De algemeen voorzitter van de Orde heeft deintentie uitgesproken zijn functie begin 2008te beëindigen.Het bestuur van de Orde wordt daarom graagop de kortst mogelijke termijn gewezen opkandidaten, die voor deze bestuursfunctie inaanmerking zouden kunnen komen.

Bij kandidaten voor de functie van algemeen voorzitter denken wij aan praktiserend medischspecialisten, die een duidelijke visie hebben op defunctie en de positie van de medisch specialist inde Nederlandse gezondheidszorg. Het bestuur kiest er daarbij nadrukkelijk voor het beleid, zoals dat de afgelopen jaren is vorm-gegeven, voort te zetten. De algemeen voorzitterbouwt dit beleid verder uit en verwoordt metverve de visie en de opvattingen van de Orde inde richting van de medisch specialisten, de over-heid, de politiek en de media. Bestuurlijke erva-ring is natuurlijk een vereiste. Ook verwachtenwij van de algemeen voorzitter dat hij/zij als eenaanvoerder en teamspeler binnen het bestuuroptreedt. Het tijdsbeslag bedraagt naar schatting drie (3)dagen per week. Ter compensatie hiervoor bestaat uiteraard eenfinanciële regeling.

Graag wachten wij uw suggesties omtrent moge-lijke kandidaten zo spoedig mogelijk in.

De selectiecommissie stelt zich ten doel de komendetijd met potentiële kandidaten te spreken om zotijdig mogelijk met een voordracht naar het bestuurte komen. Er wordt naar gestreefd de voordrachtvan het bestuur voor te leggen aan de AlgemeneLedenvergadering van 29 november 2007

U kunt zich - ook voor nadere inlichtingen - richten tot dr. L.H. van Hulsteijn, internist,ondervoorzitter van de Orde en voorzitter van de selectiecommissie, of tot W. A. Roobol, directeur van de Orde.

Orde van Medisch SpecialistenPostbus 200573502 LB UtrechtTelefoon (030) 28 23 657 ■

Vacature algemeenvoorzitter van deOrde van MedischSpecialisten

Begroting VWS roept veel vragen opNa het gebruikelijke spektakel om zo snel mogelijk in het bezit tekomen van een geprinte versie van de begroting van het ministerievan VWS kon op Prinsjesdag het jaarlijkse uitpluizen weer begin-nen. Met uitzondering van de kwaliteitssubsidies bevat de VWS-begroting voor de Orde weinig verrassingen. Voor het oog presen-teert de minister kwaliteit, innovatie en preventie, maar we lezenvooral kostenbeheersing. Eerst door nogmaals de doelmatigheid tevergroten - voor zover dat nog mogelijk is - en vervolgens door deaanspraak op zorg tegen het licht te houden.

De kwaliteitssubsidies bleken zelfsvoor de grootste begrotingsmeestersondoorgrondelijk. Voor patiëntveilig-heid wordt in de ene tabel 2 miljoeneuro gereserveerd, op een anderepagina is dit 3 miljoen euro en in eentoelichtende tekst wordt ergens 4miljoen euro genoemd. Steeds wordenandere onderwerpen gegroepeerd ensoms is een andere directie afzendervan de boodschap. Navraag bij VWSleert dat was bedoeld om 2 miljoeneuro per jaar voor ons gezamenlijkactieprogramma patiëntveiligheid‘Voorkom schade, werk veilig’ tereserveren. Volgens de projectleideris 1 miljoen euro te weinig om deambitieuze doelstelling (50% reductievan het aantal potentieel vermijd-bare schades in 5 jaar) te realiseren.

SamenwerkingverbandVoor het vorige week gepresenteerdesamenwerkingsverband ‘Trans-

parantie medisch-specialistische zorg’(zie pagina 15) waarmee in 2012voor 80 aandoeningen objectievekwaliteitsinformatie beschikbaarmoet zijn, was de onduidelijkheidzo mogelijk nog groter. Op diverseplaatsen worden hiervoor gereser-veerde bedragen genoemd, maaraltijd in combinatie met andere projecten zoals het terugdringen vanadministratieve lasten. Betrokkenenhierbij zijn nog druk doende eenbegroting te maken voor de komendejaren, maar ervaringscijfers over hetontwikkelen en meten van allerleiindicatoren in de afgelopen jarenhebben geleerd dat de bedragen dienu in de VWS-begroting wordengenoemd, zonder meer ontoereikendzullen zijn. Ook de minister dezeplannen heeft de omarmd, maar nu moet nog blijken of hij deze ook voldoende financieel zal onder-steunen. ■

Page 4: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

4

I N T E R V I E WO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

G E L D V E R D I E N E N Z O N D E R F I N A N C I E E L V A N G N E T

Spannende tijden

niet. Maar een essentieel verschil isdat het vangnet van de lumpsum op1 januari 2008 niet meer bestaat.De ene medisch specialist ervaartdat perspectief als een donker endiep gat. In de beleving van deander begint dan een periode vaneen lang gekoesterd ondernemer-schap. Met het uniform uurtarief als vertrekpunt.

“Het is niet zo dat de collegae helemaal van niets weten, maar dekennis van zaken en het urgentie-gevoel zijn in een aantal gevallentoch opvallend laag. Ze schrikkensoms behoorlijk”.Is het systeem dat per 1 januari2008 landelijk van kracht wordtdan zo enorm verschillend met desituatie in 2007? Nee, dat ook weer

Gelijk tarief, ongelijke uitwerking?Over de DBC’s wordt veel geklaagden dat haalt de pers. Maar er zijn ookveel medisch specialisten die met deDBC’s uit de voeten kunnen.Eindelijk inzicht in wat je doet, eindelijk de mogelijkheid om op basisvan toetsbare gegevens sturing tegeven aan de praktijkvoering. En datpositieve nieuws haalt de pers minder

Opvallend veel medisch specialisten zijn zich niet goed bewustdat vanaf 1 januari 2008 de DBC’s de enige inkomstenbron zijn.Dat concludeert de voorzitter van de Kamer Vrij Beroep Janko deJonge, na 6 locatiebijeenkomsten in het land die door circa 600medisch specialisten zijn bezocht. De Jonge is sinds begin 2007voorzitter van de Kamer Vrij Beroep. Op zijn ‘tournee’ vertelde hij de medisch specialisten over de fijne kneepjes van DBC’s,de veranderingen die op 1 januari 2008 van kracht worden en het ondernemerschap van medisch specialisten.

Page 5: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

5

I N T E R V I E W

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

snel. De Jonge: “DBC’s zijn een finan-cierings- en sturingsinstrument. Hetis een ‘tool’ van en voor de medischspecialisten. De Orde heeft daaromvanaf het begin de DBC’s omarmd”.Daarmee is niet gezegd dat de voor-bereidingen ideaal waren. Verre vandat. Het in kaart brengen van deDBC’s is een lange weg geweest,bezaaid met onduidelijkheden. Endat heeft geen goed gedaan.Medisch specialistenrekenden zich suf omeen beeld te krijgen hoeDBC’s voor hun aandeelin diagnoses en behande-lingen/ verrichtingeneruit zouden moetenzien. Iedereen krijgtstraks hetzelfde uurtarief,maar in zijn uitwerkingkunnen er verschillenoptreden.

Niet controleerbare bedragen“Door de wetenschappenlijke ver-enigingen is een opzet van de DBC’sgemaakt. Andere partijen zijn ervervolgens mee aan de haal gegaan.Omdat er steeds meer verlangens enparameters in het systeem werdengeperst, groeiden de voorstellen vande wetenschappelijke verenigingen,die oorspronkelijk veel minderDBC’s bevatte, uit tot 30.000. Een omvang waarmee in de praktijklastig te werken is. En dus werdendie duizenden DBC’s teruggebrachtnaar een systeem van 600 product-groepen. Dat is wel goed te verwer-ken, maar er is ook een nadeel: jekan niet meer zien of de juiste DBCis gedeclareerd. Computertechnischgezien kun je de zaak wel weer herleiden op het niveau van de individuele patiënt, maar dan moet jewel de juiste software hebben. Veelziekenhuizen zijn nog niet zover”.En daarin zit een vreemde conse-quentie. De Jonge: “Medisch specia-listen in ziekenhuizen waar uitbeta-lingen nog niet te herleiden zijn oppatiëntniveau, werken in een blackbox. Je krijgt wel geld op je rekening,maar je kunt niet controleren of hetklopt”. De Jonge weet niet in hoeveelziekenhuizen dit manco zich voor-doet, maar dat in een aantal zieken-huizen medisch specialisten hun

inkomen niet kunnen controleren opjuistheid, is wel duidelijk. “Voor eendeel heeft het te maken met de computers en de programma’s dienog niet zijn ingesteld op meer verfijnde informatie. Maar je kuntook concluderen dat het aanschaffenvan de systemen die meer helderheidbieden, niet in alle ziekenhuizen eeneven hoge prioriteit heeft”.De Jonge vindt het gebrek aan inzicht

in de wijze waarop de omzet van demedisch specialist tot stand komt eenonverteerbare zaak. “Vanaf 1 januari2008 is de declaratie maatgevend.Dan kun je niet meer accepteren datje een bedrag op je rekening krijgt,waarvan je niet weet of het klopt.Laten we het zo zeggen, medischspecialisten hebben iets om over teonderhandelen met hun raad vanbestuur”.

Verrichtingen zonder DBC-labelEr is nog een punt van zorg: op ditmoment - najaar 2007 - zijn er nog185 verrichtingen waarvoor geenDBC bestaat. En die dus ook nietkunnen worden gedeclareerd. “In dehuidige lumpsumperiode is dat nietzo erg. Maar vanaf 1 januari 2008 isdat wel erg. Als je dan als medischspecialist deze verrichtingen doet,loop je inkomen mis, want je krijgter geen cent voor. De Orde heeftdaarom bij verschillende instantiesal aan de bel getrokken. We hebbende Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)gevraagd: moeten we die verrich-tingen niet meer doen of moeten wefrauderen? Natuurlijk gaan we nietfrauderen, maar de Orde is vanmening dat de instanties die voor deinrichting van de DBC’s verantwoor-delijk zijn te veel tijd nemen voor hetoplossen van zo’n vitaal probleem.

De Stichting DBC Onderhoud, deNederlandse Zorgautoriteit, VWS:alle drie zijn ze bezig met de DBC-problematiek. Als je het bekijkt van-uit het perspectief van wat nog vóór1 januari 2008 moet worden gedaan,lijkt het er op dat er geen goederegie is”.

Vorm een sterk blok:stafmaatschap

Hoe dan ook, volgendjaar valt de zekerheidvan de lumpsum weg. De medisch specialistmoet meer dan ooit goedvoor zichzelf opkomen.Beter gezegd, medischspecialisten moetenzoveel mogelijk gezamen-lijk als eenheid opereren.“Wie onderhandelt ermet de raad vanbestuur? Het beste is om

dat als stafmaatschap te doen. Maar dat gebeurt nog niet in alleziekenhuizen. Dat de orthopaedischchirurg of een andere medisch specialist in z’n eentje bij de raadvan bestuur meer OK-tijd claimtmoet worden voorkomen”. Hij vervolgt: “Al te solistisch werkenheeft nadelen. Je maakt jouw eigenpositie er niet sterker op en je kuntcollega’s uit andere maatschappen/vakgroepen er mee benadelen.Voorkom dat je als medisch specia-list verwikkeld raakt in een spiraalvan interne concurrentie binnen jeziekenhuis. Zorg dat je als medischspecialisten altijd een sterk blokvormt en treedt als collectief inonderhandeling. Bijvoorbeeld over

De eerste periode in 2008 zal ondoorzichtig zijnwat de verdienmogelijkheden betreft. Een deelvan de DBC’s, die in 2007 zijn gestart, lopen doorin 2008. Die kunnen dan uiteraard niet 2 keer alsDBC worden opgevoerd. De Jonge: “Afspraak isdat in die gevallen de helft van wat nog niet isgefactureerd wordt toegerekend aan de lumpsum.De DBC wordt in 2008 in zijn geheel gedecla-reerd tegen het tarief dat in 2007 gold.

Op het snijvlak van tweefinanciële systemen

“Medisch specialisten in ziekenhuizen waar uitbetalingen

nog niet te herleiden zijn op patiëntniveau, werken in

een black box”.

Page 6: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

6

I N T E R V I E WO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

het ontbreken van controlemogelijk-heden op de omzet van de medischspecialisten”.

Meer veranderingen op komstIn 2008 is werken met DBC’s geen‘spielerei’ meer, maar bittere ernst.In 2012 gaat er weer een nieuwe fasein met mogelijk grote gevolgen voorde medisch specialist. In dat jaargaan de grenzen van Europa echthelemaal open en kunnen patiënten,medici en complete ziekenhuizenzonder beperkingen terecht op eenspeelveld dat dan van Gibraltar totPolen loopt.De Jonge: “Je merkt al dat groteconsortia in Duitsland en Scandinaviëzich binnen Europa profileren. Ze kopen ziekenhuizen op. Wat nietwinstgevend is gaat eruit. Wat geldoplevert wordt verder uitgebouwd”.Er zijn nu binnen Nederland al denodige verschuivingen gaande in deaanloop naar 2012. Die zullen steedsmanifester worden, zoals behandel-klinieken buiten het ziekenhuis. Het is een ontwikkeling die zich anno2007 al aftekent. De vrijheid vanhandelen neemt toe. Wie niet bij deles blijft, kan snel op achterstand

komen. Bedreigend? De Jonge: “Nietals je je er goed op voorbereidt”.

Ondernemen is meer dan geldverdienen“Ontwikkel je vanuit je eigenkracht”, is het credo van De Jonge.Mooi gezegd, maar het is wel raad-zaam om te weten wat er in jouwziekenhuis gebeurt. Te weinig medischspecialisten hebben een beeld van degeldstromen en de plannen van hunziekenhuis, benadrukt De Jonge.“Waarom lezen maar weinig medischspecialisten het jaarverslag van hunziekenhuis? Dat begrijp ik niet. Ik wilweten hoe het geld wordt uitgegeven.Als het geld wordt ‘verkwanseld’, isdat slecht voor het ziekenhuis en dusook voor mij als medisch specialist.Blijf alert. De raad van bestuur isvaak na enkele jaren weer weg, maarals medisch specialist zit je er door-gaans veel langer”.Hij vervolgt: “Ondernemen is meerdan alleen geld verdienen. Het isvooral een prettige, onderscheidendeomgeving creëren. Dat is niet alleende taak van de raad van bestuur. De medisch specialist die aan zijntoekomst bouwt, moet evenzeer zijn/

Hoe vind je als medisch specialist je weg in het woud van alle veranderingen?

Een belangrijk hulpmiddel is Het Witte Boek III.Dit boek zet op heldere wijze op een rij welkefinanciële en organisatorischewijzigingen op de medischspecialist afkomen. Het Witte Boek III is tevinden op www.orde.nl

en wordt toegezonden dedeelnemers aan de regio-bijeenkomsten en aan allestafvoorzitters.

haar positie in het ziekenhuis mee-ontwikkelen. Dit kun je niet alleenen daarom is een stafmaatschap van groot belang en maak je vanhet ziekenhuis een plek waar patiën-ten zich in goede handen voelen. Als je dat voor elkaar hebt, komende inkomsten vanzelf”.Spannende tijden? “Absoluut. Zou een goede titel zijn”. ■

(v.l.n.r) H. Vermeulen, drs. J. de Bruin, mevr. drs. H. Toornstra en drs. E. Ziere vormen het bureaudeel van de Kamer Vrij Beroep van de Orde.

Het Witte Boek III

Page 7: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

Prof. dr.P.A.M. Vierhoutalgemeen voorzitter

7

C O L U M N

Ord

enie

uws

•fe

brua

ri 2

007

•nu

mm

er 1

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

Over cijferen en cijfersWaarom de prestatie-indicatorenvan de Inspectie zo’n succes zijngeworden, zo vroeg een van de sprekers op het congres over trans-parantie in de medisch-specialistischezorg op 12 september zich af. Hetantwoord wist hij ook al: medischspecialisten zijn echte bèta’s en dusdol op cijfers, cijferreeksen, spread-sheets en tabellen. En of dat nouklopt of niet, ik wilde dat er meermensen waren met een passie voorén verstand van getallen.

De week daarna presenteerde hetkabinet de miljoenennota. Zoals iederjaar inclusief de stoelendans van demedia om de cijfersals eerste te kunnentonen en de stoelen-dans van alle betrok-ken maatschappelijkeorganisaties, belangen-verenigingen en kennisinstituten om zo snel mogelijkeen reactie te formuleren. Nog meerdan andere jaren waren de ministerieserin geslaagd om een onheldere cijfer-brij te produceren. Zelfs de echtedeskundigen hadden veel tijd nodigom te beoordelen hoeveel geld er nuwerd uitgetrokken voor bepaaldeprojecten en moesten soms zelfsconcluderen dat het antwoord opdie vraag niet te vinden was. In hetgunstige geval werd wel informatiemaar tegenstrijdige informatiegevonden, waarover ook de mede-werkers van het ministerie zelf geenopheldering konden geven.

Aan het eind van diezelfde weekkwamen de adviseurs en onder-zoekers van Boer & Croon met deverwachtingen van ziekenhuis-directeuren over de inkomens vanmedisch specialisten na 1 januari2008. Ziekenhuisbestuurders verwachten dat meer dan 45% vande medisch specialisten er 10% of

meer in inkomen op achteruit gaat,zo luidde het persbericht en meerdan 80% verwacht dat ‘enkele offorse aantallen medisch specialistenin inkomensproblemen zullenkomen’. Het Financiële Dagblad enlater ook andere media namen decijfers klakkeloos over en de eind-redactie van het FD schrapte op hetlaatste moment de kritische kant-tekeningen die de Orde hierbij hadgemaakt. Het was immers oudnieuws: natuurlijk gaan de inkomensvan medisch specialisten veranderen.Dat weten we al ruim vier jaar! En natuurlijk gaan er dan sommigenop vooruit en anderen op achteruit,daar heeft de beroepsgroep zelf meeingestemd. Sterker nog: het was dewens van de beroepsgroep om deonverklaarbare inkomensverschillenaan te pakken. Maar om nu voor-spellingen te doen met percentagesterwijl de nieuwe normtijden nogniet bekend zijn en het nieuwe geïndexeerde uurtarief nog niet is

berekend? Dat roept op z’n minsttwijfels op over de juistheid vandeze getallen.Een aantal dagen later gaat het weerover gezondheidszorggeld in de media.Minister Klink gaat onderzoeken ofeen ‘vettax’ kan worden ingevoerd.Dit in vervolg op de accijnsverhogingop bier en sigaretten waartoe al eerder was besloten. Ongeveer dehelft van de kosten van de gezond-heidszorg wordt veroorzaakt doorhet gedrag van mensen zelf. Klinkschrijft in zijn visie op gezondheiden preventie dat meer aandacht voorziektepreventie noodzakelijk is omde solidariteit in het Nederlandsezorgstelsel overeind te houden.

Deze visie van de minister sluit naad-loos aan bij het voorstel dat onder-getekende samen met Lans Bovenbergheeft gedaan en dat overigens ookdoor de minister wordt onder-schreven. In het NRC van 25 september hielden wij een pleidooi

om de zorg betaalbaar te houdendoor een ‘zorgtax’ in te voeren opeen ongezonde levensstijl als roken,alcohol, gevaarlijke sporten en snel-verkeer. De gezondheidszorg wordtzichtbaar geconfronteerd met degevolgen van de risicovolle levens-stijlen: ernstige vetzucht, longkanker,hart- en vaatziekten door roken,aantasting van inwendige organenen hersenen door overmatig gebruikvan alcohol en drugs, alsmede ernstige ongevallen bij gevaarlijkesporten en in het verkeer.De inkomenspolitieke instrumentendie nu worden ingezet om de steedshogere zorgkosten te kunnen blijvenbetalen, belasten de overheidsfinan-ciën en de arbeidsmarkt. Daaromhebben wij voorgesteld een zorgtaxte heffen op ongezond voedsel, rook-artikelen, drugsvangsten, drugs-gebruik, voertuigen en het beoefenenvan gevaarlijke sporten. De opbreng-sten van deze belasting kunnen worden benut om de stijgende zorg-

uitgaven te finan-cieren. Zo blijft dezorg toegankelijkvoor lagere inkomenszonder dat de arbeids-markt zwaar wordtbelast door stijgende

loonkosten. De zorg wordt boven-dien rechtvaardiger gefinancierdconform het principe ‘de gebruikerbetaalt’. De zorgtax is een nieuwerechtvaardige manier om de expan-derende zorgsector te financieren ende zorg voor iedereen toegankelijkte houden.Het doet ook recht aan de toenamevan de zorgvraag die vaak tenonrechte als verwijt wordt neergelegdbij de aanbieders. Door de arbeids-markt te ontzien hoeft de zorgsectorgeen belastende factor te wordenvoor onze economie, maar kan dezorg juist een sterke, winstgevendepijler worden.

En dan kom ik weer bij u, de medischspecialisten, die hierin het voortouwmoeten gaan nemen. Medisch speci-alisten zullen moeten bewijzen datze echte betà’s zijn, die met hunrekenkunde en hun passie voor cijfersvan de gezondheidszorg een winst-gevende sector kunnen maken! ■

Medisch specialisten zullen moeten bewijzen datze echte betà’s zijn, die met hun rekenkunde en hun

passie voor cijfers van de gezondheidszorg een winstgevende sector kunnen maken!

Page 8: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

8

V R I J B E R O E PO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

Het DBC Informatiesysteem,wat kunt u ermee?Sinds 1 januari 2005 zijn ziekenhuizen en medisch specialisten verplicht om DBC- en wachtlijstgegevens aan de te leveren aan het DBC Informatiesysteem (DIS).Deze verplichting tot aanlevering van gegevens aan het DIS is juridisch verankerdmiddels een nadere regel van de NZa (www.nza.nl).

In de jaren 2005 en 2006 is de vulling van het DIS langzaam opgang gekomen. Anno 2007 leverenalle ziekenhuizen en medisch specia-listen maandelijks DBC- en wacht-lijstgegevens aan aan het DIS. Ook de GGZ, de ZBC’s en de extra-muraal werkende medisch specia-listen hebben de DIS-aanlevering ter hand genomen.

DBC-profielNaast de DBC worden ook de onder-liggende activiteiten en verrichtingen(die bij de DBC horen) aangeleverdaan het DIS. Op basis van analysesvan DIS-data is het (dus) mogelijkom zogeheten DBC-profielen op testellen. Een DBC-profiel weerspiegeldhet totaal aan activiteiten en verrichtingen wat is uitgevoerd in hetkader van een specifieke zorgvraag(DBC) van de patiënt. Doordat alleziekenhuizen en medisch specialisten

gegevens aanleveren aan het DIS ishet mogelijk om zowel op zieken-huisniveau, als op landelijk niveau,analyses te maken van bijvoorbeeldspecifieke ziektebeelden, geografischeontwikkelingen, enz.

DIS-gegevensOp dit moment krijgen alleen partijen die daartoe onder voor-waarden gerechtigd zijn gegevensuit het DIS. Hierbij valt te denkenaan het Centraal Bureau voor deStatistiek, de NZa, het College voor Zorgverzekeringen en DBCOnderhoud. Met de ontvangendepartijen zijn nadrukkelijk afsprakengemaakt over de wijze waarop zijmet de ontvangen gegevens omgaan.Daarnaast ontvangen de ziekenhuizenen medisch specialisten de gegevensvan het eigen ziekenhuis van hetDIS retour. De afgelopen periodezijn er bij het DIS diverse verzoeken

Maatschap wordtVennootschap, maar wanneer?Met de invoering van de Wet Personenvennootschappen, die nu nog de statusvan wetsontwerp heeft, wordt de voor de medisch specialisten en andere vrijberoepsbeoefenaren gebruikelijke samenwerkingsvorm maatschap vervangendoor vennootschap. Echter de datum waarop deze Wet van kracht wordt is nogonbekend.

De Orde zal haar leden vanzelfsprekend graag adviseren en terzijde staan bij de keuzevan de soort vennootschap (stille vennootschap of openbare vennootschap zonder rechts-persoonlijkheid of openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid) en om een en anderop de juiste wijze contractueel vast te leggen. De Orde is anticiperend bezig hiervoormodellen te ontwikkelen. Zodra deze Wet definitief is zal daaraan de laatste hand wordengelegd. Wij adviseren u hierop niet vooruit te lopen.

binnengekomen in het kader vanzogenoemde ‘private’ uitleveringen.Hierbij valt te denken aan het RTL-nieuws die in het kader vaneen item over abortussen, het aantaluitgevoerde abortussen over het jaar2006 via het DIS wilde opvragen.De aanleverende partijen, vertegen-woordigd door de brancheorgani-saties, beoordelen een dergelijk verzoek.

Informatie uit het DISNaar aanleiding van diverse bijeen-komsten in het land constateert deOrde dat bij diverse medisch specialisten informatie ontbreektover bijvoorbeeld de aantallengeproduceerde DBC’s, de geleverdeactiviteiten en verrichtingen in hetkader van een DBC en wachtlijst-informatie. In het kader van deafschaffing van de lumpsum per2008, maar ook in het kader van de ‘algehele informatievoorziening’is deze informatie essentieel. Al dezeinformatie zit verenigd in het DIS.Ook de medisch specialisten hebben‘recht’ op informatie uit het DIS (in ieder geval op niveau van heteigen ziekenhuis). Wanneer u hetidee heeft dat u informatie mist ishet een idee om te kijken naar deinformatie-items die worden aangeleverd worden aan het DIS.Een overzicht van de zaken die worden aangeleverd aan het DIS is te vinden op www.disportal.nl.

Wilt u het DIS verzoeken om informatie uit te leveren dan kunt u daartoe een verzoek richten [email protected]. Graagontvangt de Orde een kopie van uwverzoek (via [email protected]).Voor vragen over het DIS kunt uzich richten tot het bureau van deOrde, tel. (030) 28 23 681. ■

Page 9: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

9

V R I J B E R O E P

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

DBC-invoering in de GGZ,veelgestelde vragen

1. Het vastgestelde uurtarief van 132 euro (prijspeil 2006, band-breedte van +/- 6 euro) geldt datook voor de psychiaters?

Ja, het normatief uurtarief geldtvoor alle medisch specialisten endus ook voor de psychiaters.

2. Per 1 januari 2008 wordt er inDBC’s geregistreerd, gevalideerden gedeclareerd. Voorheen washet mogelijk om per verrichtingte declareren, maar doordat eenDBC soms lang ‘open’ staat moetik lang op mijn geld wachten.Hoe wordt daar mee omgegaan?

U kunt met de zorgverzekeraarszogeheten bevoorschottingsafsprakenmaken. De verzekeraar doet aan udan een voorschotbetaling inafwachting van de te declarerenDBC. Wanneer de zorgverzekeraargeen bevoorschottingsafspraak metu wil maken kunt u een rentenotaversturen. Feitelijk declareert u daneen extra rentevergoeding aan dezorgverzekeraar, als compensatievoor het feit dat u wordt gedwongenom bij de bank te lenen. De rente-vergoeding voor instellingen bedraagtmaximaal het een-maands- euriborplus 0,6%. Voor vrijgevestigdenbedraagt de rentevergoeding maxi-maal het een-maands-euribor plus1,5%. Daarnaast wordt de extrarentevergoeding voor de instellingenten hoogste gebaseerd op 2,5 maan-

den DBC-omzet bij de desbetreffendezorgverzekeraar. Voor vrijgevestigdenkan worden uitgegaan van tenhoogste 5 maanden omzet. De NZaheeft deze regelgeving vastgelegd inbeleidsregel CA-200 (voorschottenen rentevergoeding onderhandenDBC’s GGZ).

3. In de somatische zorg wordt per 1 januari 2008 de lumpsumafgeschaft. Wordt voor de psychiaters ook per 1 januari2008 de lumpsum afgeschaft?

Ook voor de GGZ worden de lokale initiatieven per 1 januari2008 afgeschaft. Het ministerie vanVWS heeft op 19 juli 2007 via eencirculaire de partijen betrokken bijeen lokaal initiatief vrijgevestigdepsychiaters dit laten weten. De definitieve verrekening 2005 ende voorlopige verrekening 2006moesten op 1 september 2007 bij de NZa zijn aangeleverd. De jaren2006 en 2007 moeten op 1 september2008 bij de NZa zijn ingediend.

4. Hoe weet ik nu zeker dat ook de zorgverzekeraar per 1 januari2008 gereed is om mijn, c.q. de client, zijn/haar factuur te ontvangen en verwerken?

Om te testen of ook de zorgverzeke-raars gereed zijn om facturen te ontvangen kunt u zich aanmeldenvoor de ‘ketentest’. Middels de

ketentest wordt het volledige trajectvan DBC-registratie tot en met defacturatie en de ontvangst van defactuur door de verzekeraar getest.U kunt zich aanmelden voor dezetest via http://ketentest.dbcggz.nl

5. Waar is informatie te vindenover het DBC-invoeringstrajectbinnen de GGZ?

De meeste informatie en beleids-documenten zijn terug te vinden op www.dbcggz.nl

6. Kijken zorgverzekeraars per 1 januari 2008 alleen naar deprijs van de DBC of is er ooknog discussie mogelijk over dekwaliteit van de geleverde zorg?

Om ook de discussie rond kwaliteitaan te zwengelen is de in- en verkoopgids DBC GGZ ontwikkeld.De gids is een gezamenlijk initiatiefvan GGZ Nederland en Zorg-verzekeraars Nederland. In de gidstreft u informatie aan over de GGZDBC’s, de inhoud van de producten(zorgprofielen), de NZa-prijzen enenkele aandachtspunten voor kwaliteit en waar mogelijk een relatie tussen de richtlijn en deinhoud van de DBC.

7. Welke ontwikkelingen zijn er binnen het GGZ-veld te verwachten vanaf 2009?

2008 wordt over het algemeenbeschouwd als een overgangsjaar.Het ministerie van VWS heeft deNZa gevraagd een uitvoeringstoetsuit te brengen die de vervolgstappenrichting het eindmodel in kaartmoet brengen. In het eindmodel issprake van onderhandelingen tussenzorgverzekeraars en zorgaanbiedersover kwaliteit, prijs en hoeveelheidvan de geleverde zorg. In de loopvan 2008 zal duidelijk worden hoehet jaar 2009 eruit komt te zien. ■

Veel reacties vrijgevestigde psychiaters op vastgesteldeuurtarief van € 132,50De afgelopen weken heeft het bureau van de Orde veel reacties ontvangenvan verontruste vrijgevestigde psychiaters die de zorg uitspreken dat hetuurtarief niet voor de psychiaters zou gelden. Met het ministerie van VWSis expliciet afgesproken dat het uurtarief voor alle medisch specialistengaat gelden.

Page 10: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

10

V R I J B E R O E PO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

Impressie regiobijeenkomsten Kamer Vrij Beroep “Afschaffen lumpsum per 2008. En dan?”Om de leden van de Orde te informeren over dewijzigingen die per 1 januari 2008 optreden heeftde Kamer Vrij Beroep in 6 ziekenhuizen in hetland (Assen, Arnhem, Sittard, Tilburg, Rotterdamen Hoofddorp) een informatiebijeenkomstgehouden.

Tijdens deze avonden voerde de voorzitter van deKamer Vrij Beroep, J. de Jonge, de vaak volledig gevuldezaal langs een jarenlang proces van budgettering tot volledig vrije prijsvorming in 2012. Tijdens de avondenis stil gestaan bij de wijzigingen die optreden voormedisch specialisten, ziekenhuizen en zorgverzekeraarsper 2008, is de opbouw en de bandbreedte van het uurtarief besproken (inclusief adviezen over de mogelijkewijze waarop de bandbreedte uitonderhandeld kanworden), is gesproken over de DBC-tarieven en DBC-wijzigingen per 2008 en tenslotte is stil gestaan bij het invoeringstraject vanaf 1 januari 2009 (maatstaf-concurrentie).

VragenVooral ten aanzien van het uurtarief en de DBC-wijzigingen per 2008 waren veel vragen. Wat zit er bijvoorbeeld in het uurtarief en wat niet? Hoe, en over welke punten, moet worden onderhandeld met de raad van bestuur? Is de fiscale status van het vrijberoep niet in het geding? Wat betekent het dat de SEH DBC onder de reguliere DBC wordt gebracht? De Orde heeft de meest gestelde vragen tijdens de regiobijeenkomsten gebundeld en opgenomen opwww.orde.nl en opgenomen in het Witte Boek III.Een periode van kansen en bedreigingen zal over enkele maanden in zijn volle omvang merkbaar worden. Dan is het van grote importantie om niet verrast te worden door de ontwikkelingen. ■

Normtijden 2008beschikbaar?De normtijden 2008 dienen als basis van de tarieven metals ingangsdatum 1 januari 2008 en deze staan binnenkortop site van de NZa. Deze normtijden zijn gebaseerd op degevalideerde normtijden 2007 en zijn aangepast voor de DBC-systematiek zoals deze geldt vanaf 2008.

De normtijden 2007 waren voor de meeste specialismen al in april2007 vastgesteld na een zeer zorgvuldig doorlopen rondrekentrajectmet Cap Gemini. Vervolgens heeft er in de maanden juni en julivoor enkele specialismen nog een apart rondrekentraject plaats-gevonden aangezien in de rondrekening 2007 de overige productenen verrichtingen voor derden niet waren meegenomen. Dit traject ismedio juli 2007 afgerond. Vervolgens moesten de normtijden 2007worden omgezet naar normtijden 2008 omdat in de DBC-systematiekper 2008 het een en ander verandert. Zo komt er een top 40 perspecialisme (DBC’s die het meest frequent voorkomen krijgen eeneigen productgroep, worden apart declarabel en daarmee niet langervia een gemiddelde productgroep gedeclareerd) en wordt de SEH-DBC afgeschaft. Deze wijzigingen moeten worden verwerkt in denormtijden en dit is uitgewerkt door Stichting DBC-Onderhoud(SDO). SDO heeft de normtijden 2008 aan de NZa op 15 augustus2007 opgeleverd. De Orde heeft SDO een aantal keren verzocht omdeze nieuwe concept-normtijden 2008 in augustus al uit te leverenaan de wetenschappelijke verenigingen zodat zij in staat werdengesteld om de nieuwe normtijden te kunnen controleren. Helaas zijnde normtijden 2008 pas op 13 september aan de wetenschappelijke verenigingen uitgeleverd. Hierdoor is veel tijd verloren om eventuelefouten nog te corrigeren voordat de NZa de normtijden/tarievengoedkeurd. De Orde heeft de wetenschappelijke verenigingen opgeroepen om de normtijden goed te controleren. In een landelijkoverleg is de Orde toegezegd dat eventuele fouten (in een latere uitlevering met terugwerkende kracht) worden gecorrigeerd. ■

Page 11: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

11

D I E N S T V E R B A N D

Ord

enie

uws

•fe

brua

ri 2

007

•nu

mm

er 1

3 1 O K T O B E R 2 0 0 7

‘Is de medisch specialistin dienstverband gewoon werknemer?’

De Kamer Dienstverband van deOrde organiseert op woensdag 31 oktober 2007 vanaf 18.30 uur in Domus Medica te Utrecht eenavondsymposium over deze onder-werpen. Met begrippen als trans-parantie, marktwerking, verant-woordingsplicht, kwaliteitscontroleen competenties worden deze vragennog belangrijker. Voor de medischspecialist in dienstverband is hetvan groot belang om te weten watzijn/haar positie is. Met dit sympo-sium geeft de Orde een startseinvoor het versterken van de positievan de medisch specialisten indienstverband. Doel is dat demedisch specialisten meer betrokkenraken bij het beleid van de eigeninstelling en meer invloed hebbenop hun werkzaamheden, zodat ditde zorg ten goede komt. Tijdens hetavondsymposium zal de positie van de medisch specialist in dienst-verband vanuit meerdere optiekenworden belicht. Tevens zal depositioneringsnota ‘MedischSpecialisten in Dienstverband in de Periferie Waar zorg werkt’ vande Kamer Dienstverband wordengepresenteerd. ■

Is de medisch specialist in dienst-verband gewoon werknemer diedoet wat de Raad van Bestuurhem opdraagt?

In hoeverre heeft de medisch specialist in dienstverbandinvloed op zijn/haar eigen praktijkvoering?

In hoeverre is de medisch specialist betrokken bij hetbeleid van de eigen instelling of bepalen de managers dit?

Programma

18.30 uur Ontvangst met luxe broodjes

19.00 uur Positionering medisch specialisten in dienstverbandH.R. Korsten, chirurg & voorzitter Kamer Dienstverband

19.15 uur Professionals vanuit een ander perspectief Mr. R.F.B. van Zutphen, beoogd voorzitter Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) & vice-president en sectorvoorzitter van de rechtbank Utrecht

19.45 uur Sturen of gestuurd worden? It takes two to tango!Drs. W.A. van der Meeren, lid Raad van Bestuur St. Elisabeth ZiekenhuisTilburg & Bestuurslid NVZ vereniging van ziekenhuizen

20.15 uur De positie van psychiaters in de GGZA.P.J. Höppener, psychiater & oud-bestuurslid GGZ Nederland

20.45 uur Discussie

21.00 uur Aanbieden PositioneringsnotaMedisch Specialisten in Dienstverband in de Periferie ‘Waar zorg werkt’

Borrel

Medisch specialisten in dienstverband en leden van de Orde van Medisch Specialisten kunnen zich aanmelden via [email protected] of telefonisch via (030) 28 23 670.

Page 12: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

12

D E J O N G E O R D EO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

lange “Njet-njet” vanuit de NFUstaat de deur eindelijk op een kier.

Werkgroep Afgesproken werd dat een werkgroepvoor 1 oktober 2007 onderzoekt ofer op grond van de looncomponentvan het opleidingsfonds, financiëleruimte is om de arbeidsvoor-waarden van aios in de UMC’s telaten aansluiten bij die van de aiosin de algemene ziekenhuizen.Volgens gegevens van De Jonge Ordeontvangen de UMC’s ruim voldoendefinanciële middelen om toeslagen enwerktijden van aios in overeenstem-ming te brengen met die van dealgemene ziekenhuizen.

ArbeidstijdenwetOok komt er een werkgroep om te beoordelen of en in hoeverre hetwenselijk is om nadere afspraken temaken over de vernieuwde Arbeids-tijdenwet. De Jonge Orde is ervanovertuigd dat de tussen-de-middag-bijeenkomst in alle UMC’s op 31 mei2007 en het mobiliseren van de aioseen positieve uitwerking heeft gehadop het tot stand komen van dewerkgroepen. Op 18 oktober komen sprekers vanDe Jonge Orde de uitslag van dewerkgroep meedelen.

Kijk voor de locaties en meer informatieop www.dejongeorde.nl ■

1 8 O K T O B E R 2 0 0 7

Tussen-de-middag bijeenkomsten in alle UMC’sDe Jonge Orde organiseert op donderdag 18 oktober om 12.30 uur opnieuw tussen-de-middagbijeenkomsten in alle universitair medische centra. De Jonge Orde wil de arbeidsvoorwaarden in UMC’s gelijkstellen met de arbeidsvoorwaarden in dealgemene ziekenhuizen.

Gedurende de komende CAO UMC-onderhandelingen wil De Jonge Ordedat de arbeidsvoorwaarden in deUMC’s nu echt verbeteren. Daaromroept De Jonge Orde alle aios op omopnieuw naar de tussen-de-middag-bijeenkomsten in de UMC’s te komen.

Stevig ingezet op gelijktrekken CAO’sDe Jonge Orde had bij de laatsteCAO-ronde meer dan stevig ingezetop het gelijktrekken van de arbeids-voorwaarden. Dat stuitte op forsverzet van de Nederlandse Federatievan UMC’s (NFU). Feitelijk wenstende UMC’s op geen enkele wijze overdeze inzet te praten. Na een jaren

Onderzoek Arbeidsinspectie en de Inspectie voor de GezondheidszorgInspecteurs van de Arbeidsinspectie zullen in de komende tijd 30 ziekenhuizen bezoeken. Zij beoordelen de in die ziekenhuizen gehanteerde roosters voor aios op grondvan de wettelijke bepalingen. Dit onderzoek vindt mede plaats naar aanleiding vanKamervragen gesteld aan minister Klink van VWS over de werktijden en werkdruk vanaios. Deze vragen werden gesteld naar aanleiding van het artikel van De Jonge Orde in Medisch Contact van 22 juni 2007 over de werktijden en roosterproblemen bij aios.Aanleiding van dit alles was een door de LVAG geïnitieerd onderzoek naar burnout bijaios. Naast het onderzoek in de ziekenhuizen wordt een digitale enquête van deArbeidsinspectie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onder de aios uitgezet.

Wat willen de Arbeidsinspectieen de IGZ?De Arbeidsinspectie en de IGZ horengraag van aios wat hun werkelijkgewerkte uren zijn. Zij vermoedendat er een verschil kan zijn tussende roosters die de inspecties te zienkrijgen en de werkelijke gewerkteuren. Bovendien wil de IGZ, als vervolg op de publicaties rondom

onder meer de bereikbaarheid vande achterwacht, breed onderzochthebben of en zo ja op welke wijzeaios hier tegenaan lopen. Indien zoublijken dat de werkdruk niet valtbinnen de normen zoals deze wordengehandhaafd door de Arbeidsinspectieen IGZ, kunnen deze instantiesingrijpen en ziekenhuizen verplichtenhieraan te werken.

Standpunt De Jonge OrdeDe Jonge Orde ondersteunt eenonderzoek. Uit het onderzoek kannamelijk blijken dat de verschillentussen de door de ziekenhuizen aan-geboden roosters en de feitelijkedagelijkse praktijk, scherp kunnenworden vastgesteld. Het belang van een duidelijk beeld over onzewerktijden en werkdruk is groot.Mogelijke misstanden kunnen wor-den aangepakt zodat aios evenalsandere medewerkers aanvaardbarewerktijden en een fatsoenlijke werk-druk hebben. “We hebben er alle-maal belang bij om op een gezondewijze te starten als medisch specialisten niet half dan wel volledig afge-brand”, aldus de voorzitter van De Jonge Orde. ■

Page 13: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

13

D E J O N G E O R D E

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

AIOSDAG VOOR AANKOMEND MEDISCH SPECIALISTEN

ZATERDAG 15 DECEMBER 2007, DOMUS MEDICAMERCATORLAAN 1200, 3528 BL UTRECHT

• Maatschapovereenkomst • CAO’s • Goodwill • Pensioenen • DBC’s • Arbeidsongeschiktheid • Rechten en plichten van medisch specialisten • en veel meer

MELD JE AAN OP WWW.ORDE.NL

WorkshopsU kunt op deze dag 3 workshops volgen:

Werken als medisch specialist in dienstverband

Onderhandelen over een goed dienstverband

Werken als universitair medisch specialist

Werken als medisch specialist in vrij beroep

Pensioenen

Goodwill

Deeltijdwerken

Werken als psychiater in dienstverband

Werken als psychiater in vrij beroep9

8

7

6

5

4

3

2

1

Page 14: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

14

K N M GO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

Opleidingscolleges enRegistratiecommissies gaan samenDe drie Colleges en drie Registratiecommissiesvan de KNMG gaan in de toekomst op in éénKNMG-orgaan. Een ingesteld interim-bestuurmoet de plannen uitwerken.

Het naast elkaar bestaan van drieOpleidingscolleges (voor huisarts-geneeskunde/verpleeghuisgenees-kunde/medische zorg voor verstandelijk gehandicapten, medische specialismen en socialegeneeskunde) en drie Registratie-commissies (voor de artsen in dezedrie velden) staat al enkele jaren terdiscussie. Dat komt vooral omdatde modernisering van de vervolg-opleiding en de afstemming ensamenhang van opleidingseisen vande verschillende specialismen enprofielen om meer eenheid vragen.Zo maakt de huidige structuur hetniet eenvoudig om een specialismein te stellen dat niet in een van dedrie ‘zuilen’ past. Ook is het lastig

om regels voor en registratie vanartsen met een deel- of profiel-bekwaamheid mogelijk te maken en mee te denken en te praten overcompetenties van bijvoorbeeldnurse practitioners, physician assi-stants en verpleegkundige specialis-men. Daar komt bij dat aansturingvan de opleidingen met de komstvan het College voor de Beroepenen Opleidingen in de Gezondheids-zorg (CBOG) is veranderd en datook de minister graag één aan-spreekpunt heeft. Bovendien helptde huidige opzet niet bepaald omsnel en efficiënt te kunnen werken.

Nieuwe opzetHalf juni 2007 werden de voorzittersvan de Colleges en de Registratie-commissies en het bestuur van deKNMG het eens over een nieuweopzet. Alle ‘aanwijzende, regel-gevende en uitvoerende functies’ met

betrekking tot ‘alle specialistischeberoepen, profielen en vervolg-opleidingen’ worden ondergebrachtbij het KNMG-Orgaan voor deGeneeskundige Specialismen (OGS).Dat krijgt een bestuur, waarondereen regelgevende commissie (de voor-malige colleges) en één of twee uit-voerende commissies (voor opleiding,erkenning en registratie) komen tevallen. Deze krijgen (zwaarwegend)advies van drie clusters van inhoude-lijk gerelateerde specialismen, de driehuidige ‘zuilen’.

Om de plannen verder uit te werkenheeft KNMG-directeur Rijksen eeninterim-bestuur ingesteld, dat bestaatuit de voorzitters van de Colleges ende Registratiecommissies, later aan-gevuld met een onafhankelijke voor-zitter. Zij zullen uiterlijk 1 september2008 voorstellen doen voor destructuur en de inrichting. ■

Tel: (030) 28 23 666 of mail naar [email protected] Infodesk van de Orde is het eerste aanspreekpunt voor vragen over:• Alle producten en diensten van de Orde • De juridisch, financiële en organisatorisch

randvoorwaarden van de praktijkuitoefening. • Het kwaliteitsbeleid • Het lidmaatschap van de Orde

Infodesk

Voor het beantwoorden van de vragen beschikken onze Infodeskmedewerkers over een kennisdatabase, een uitgebreide juridischebibliotheek, parate kennis en een dosis gezond verstand. Indien uw vraag een meer gespecialiseerde benadering vraagt, dan wordtdeze doorgeleid naar één van onze bureaumedewerkers.

Page 15: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

15

K W A L I T E I T

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

Indicatoren dienen verschillende doelen

Middag- én avondconferentie op12 september 2007Op 12 september 2007 organiseer-den Orde en CBO ’s middags deconferentie ‘Kiezen voor Kwaliteit:Transparantie in de Zorg’ en werd‘s avonds tijdens het debat hetsamenwerkingsverband Transpa-rantie Medisch-Specialistische Zorgbekend gemaakt. Minister Klinkwees op het belang van de ontwik-keling van objectieve indicatoren“Deze brede samenwerking is unieken wordt door mij van harte onder-steund. Sterker nog, het is een speer-punt van mijn beleid. De Neder-landse ziekenhuiszorg kan hiermeeinternationaal een prominenteplaats verwerven. Als zorg-instellin-gen over en weer daadwerkelijk eenverschil kunnen maken, is het zorg-stelsel omgebogen. De informatieover de 80 aandoeningen speeltdaarin een belangrijke rol”. Ook vindt de minister dat uitkomst-indicatoren belangrijk zijn om deberoepstrots en de motivatie naarboven te tillen.’s Middags presenteerde VanHulsteijn, ondervoorzitter van deOrde een korte ‘tour d’horizon’langs verleden, heden en toekomstrondom de indicatoren. ‘Indicatorenzijn lastige materie’, zo zegt ook

Van Barneveld (CBO), die samenmet Marjon Kallewaard (Orde) deplenaire opening verzorgde: ‘Het isniet zozeer moeilijk om een indicatorte ontwikkelen, als wel om hem temeten’. De middagconferentie wasbedoeld voor verpleegkundigen,medisch specialisten en raden vanbestuur van de ziekenhuizen, hetavonddebat werd met name bezochtdoor de beleidsmakers en bestuur-ders.

Discussie over het gebruik vanindicatorenTijdens het avonddebat wordt van-uit de NVZ nogmaals gewezen opde registratielast: “We moeten nietdenken dat we dat er allemaal weleven bij zullen doen, qua tijd engeld.” Schellekens (Inspectie) zegt inreactie daarop: “Het is eigenlijkraar dat de sector klaagt over regi-stratielast, terwijl het registrerenvan eigen werk alleen al nodig isom je eigen resultaten te monitorenen te verbeteren.”Is de medisch specialist nu wel ofniet opgevoed met het feit dat depatiënt centraal staat? De aanwezi-gen verschillen hierover nadrukke-lijk van mening: “Als object vanbehandeling wel, maar niet alsiemand die je informeert zodat hij

of zij zich zo goed mogelijk kanoriënteren”, werd door de ééngezegd en door de ander bestreden.Wel waren aanwezigen het eensover de meerwaarde van de stuur-groep Transparantie: partijen zijnnaar elkaar toe gegroeid en zijn opweg naar een situatie waarin zegraag hun resultaten laten zien. Een vraag vanuit de zaal: “Zullenverzekerden hun zorgverzekeraarniet dwingen om dichtbij huis in tekopen?” Chiel Bos (ZN) antwoordt:“Zorgverzekeraars zullen wel dicht-bij huis inkopen, maar zonodigonder bepaalde voorwaarden. Vooreen zorgverzekeraar geldt immersook dat slechte en goedkope zorguiteindelijk twee keer zo duur is,bijvoorbeeld omdat een ingreepnogmaals moet worden gedaan.”Iris van Bennekom (NPCF):“Zorgverzekeraars zouden nietonder de IGZ-norm moeten con-tracteren, maar wel onder voor-waarden moeten kunnen inkopenbij ziekenhuizen die onder hetgemiddelde presenteren”. Oud-minister Els Borst bevestigt dat:“Zorgverzekeraars redden het nietalleen: ze hebben ook de IGZnodig”.

Indicatoren voor de professionalDat indicatoren voor professionalsvan veel nut kunnen zijn, beweeseen van de sprekers tijdens de work-shops op 12 september. Heel gedre-ven vertelde Erik Booden , (pro-grammamanager doelmatigheid)over de successen in het ErasmusMC. Het ziekenhuis haalt veel datauit haar eigen registraties, waarmeeambitieuze verbeterdoelstellingenkunnen worden gerealiseerd: ‘Deveranderingen leveren op dat depatiënt bijvoorbeeld minder vaakterug hoeft te komen en dat de

M E D I S C H - S P E C I A L I S T I S C H E Z O R G W O R D T T R A N S P A R A N T !

In de afgelopen jaren hebben partijen in de zorg al veel geïnvesteerd in het meten en registreren van de kwaliteit van zorg. Het begon met de basisset Indicatoren vande Inspectie en is inmiddels uitgegroeid tot een heel netwerk van metingen, diemeerdere doelen dienen. Samengevat zijn er nu 4 soorten indicatoren die verder inelkaar zullen schuiven. Voor de medisch specialisten zijn indicatoren een hulpmiddelbij het vergelijken en vervolgens verbeteren van hun eigen kwaliteit, voor de IGZ dienen de indicatoren ter toetsing, voor de zorgverzekeraars een instrument bij dezorginkoop en voor de patiënt kunnen indicatoren een hulpmiddel zijn bij de keuzevoor een bepaald ziekenhuis.Tot nu toe is deze informatie beperkt openbaar of moeilijk vergelijkbaar, maar daarkomt verandering in. De al ontwikkelde indicatoren vormen mede de basis voorobjectieve informatie over 80 aandoeningen, waar het veld zijn schouders onderheeft gezet. In het samenwerkingsverband Transparantie Medisch-SpecialistischeZorg zijn hierover de afgelopen maanden zeer ambitieuze afspraken gemaakt.

Definitie indicator

Een indicator is een meetbaaraspect van zorg, dat een aan-wijzing geeft over de kwaliteitvan de zorg. Een indicator heefteen signaalfunctie; het is geendirecte maat maar kan aanleidingzijn tot nader onderzoek.

Page 16: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

16

K W A L I T E I TO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

wachttijden korter worden.’ In hetErasmus MC heeft men geleerd dathet geen ingewikkelde metingenhoeven te zijn: het terugbrengen van het aantal postoperatieve wond-infecties gebeurt door het simpelmeten van het aantal deurbewegingenmet een eenvoudig computertje.

Indicatoren voor het toezichtOp basis van signalen die de indica-toren genereren, hoopt IGZ haartoezicht te kunnen prioriteren. Daar waar het IGZ noodzakelijklijkt, vindt nader onderzoek plaats.Probleem was en blijft voorlopig datde indicatoren slechts in beperktemate de kwaliteit van zorg weer-spiegelen. Door een samenwerkings-overeenkomst tussen IGZ, Orde,NVZ en NFU is de inbreng van dewetenschappelijke verenigingen inde prestatieindicatoren van de IGZgeborgd. Naar aanleiding van onscommentaar en suggesties zijn weerenkele aanpassingen gedaan in deBasisset 2007.

Indicatoren voor vergelijkendeconsumenteninformatieVanaf maart 2005 ontwikkelenOrde en CBO indicatoren voor depatiëntveiligheid en de effectiviteitvan zorg voor een aantal veel voor-komende aandoeningen. De uitkom-sten leveren bouwstenen voor ver-gelijkende consumenteninformatie.Hiervoor dienen indicatoren een-duidig gedefinieerd te zijn.

Inkoopindicatoren voor zorgverzekeraars Zowel ZN als de Orde zijn vanmening dat idealiter alle zorgverzeke-raars bij hun inkoop kwaliteitsindi-catoren zouden moeten hanteren, diedoor de professionals wordengedragen, evidence-based zijn enwaarvan de validiteit, reproduceer-baarheid en registreerbaarheid vast-staat, én die daadwerkelijk discrimi-neren tussen klinieken. ZN neemtinmiddels de indicatoren van het

project ‘Kwaliteit van Zorg in deEtalage’ over voor de zorginkoop.Ook in de inkoopgids 2008 zijndeze indicatoren opgenomen. Ziekenhuizen en medisch specialistenmoeten vaak nog wennen aan hetfeit dat zij zich met indicatoren kunnen profileren. Op 12 septemberwerd hierover een zeer boeiendeworkshop gehouden. Anaesthesioloog Robert Sie: “Hetonderscheidend vermogen tussen dehuidige ziekenhuizen lijkt op ditmoment beperkt. Ziekenhuizenmoeten zich gaan afvragen of ze als Singapore Airlines (veel service)willen zijn, of als Easyjet (veel engoedkoop) en dat vervolgens doorhet hele ziekenhuis gaan doorvoeren.’Mevr. M. Witteveen (adviseur con-cernstaf in het OLVG) deed verslagvan het onderhandelingsproces tussenhet OLVG en de zorgverzekeraars.Het OLVG heeft gemerkt dat zorg-verzekeraars zelf ook aan het zoekenwaren naar een vorm om op kwali-teit in te kopen. De verschillen tussenzorgverzekeraars worden op dit terrein groter. Moniek Tersmette,strategy director bij communicatie-bureau TBWA, leverde haar bijdrageaan de workshop met een presentatieover het realiseren van een merk.‘Hoe kan je jezelf positioneren? Je moet jezelf blijven, je mag jezelfniet verloochenen, maar je kan hetwel wat oppoetsen’, zo vatteTersmette samen. ■

Transparatie over 80 aandoeningen

Het samenwerkingsverband TransparantieMedisch-Specialistische Zorg gaat de komendejaren voor 80 aandoeningen objectieve kwaliteitsinformatie ontwikkelen.Het komend jaar vinden de voorbereidingenplaats om op basis van de eerste10 aandoeningende kwaliteit in de ziekenhuizen te registreren.

DoelDoel van het samenwerkingsverband TransparantieMedisch-specialistische zorg is informatie over dekwaliteit van medisch-specialistische zorg betrouw-baar, relevant, valide en algemeen beschikbaar temaken. Er wordt naar gestreefd per aandoening 4 à 5 meetbare indicatoren te ontwikkelen. Zo zal vanuiteindelijk 80 aandoeningen continue de kwaliteit worden gemeten op basis van onder meer zorg-inhoudelijke aspecten, patiëntenperspectief en hetzorgaanbod.

Administratieve belasting ziekenhuizenHet samenwerkingsverband Transparantie Medisch-specialistische zorg gaat de vele bestaande initiatievenintegreren en voorkomt daarmee dat zorginstellingensteeds zwaarder worden belast met hun administratieen registratie. Het uiteindelijke resultaat is één bronmet vergelijkbare kwaliteitsinformatie. Het samen-werkingsverband komt voort uit de StuurgroepZiekenhuistransparantie die tot doel had heldereafspraken te maken over het aantal informatie-verzoeken aan de ziekenhuizen Het samenwerkingsverband Transparantie Medisch-specialistische zorg is een initiatief van: de Consumentenbond, de NPCF, NVZ, NFU, Orde,V&VN, ZN en IGZ. ■

Page 17: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

17

K W A L I T E I T

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

Nieuw: Obstetrische indicatorenDe IGZ besloot in 2004 het kwaliteitsbeleid van dewetenschappelijke verenigingen te steunen doorde ontwikkeling van indicatoren te stimuleren.Dit besluit sloot aan bij het bestaande kwaliteits-beleid van de NVOG, die dankzij haar initiërende roleen prominente plaats inneemt bij de ontwikkelingvan indicatoren. In 2005 startten de NVOG en deIGZ een onderzoek naar de ontwikkeling vannieuwe kwaliteitsindicatoren, wetenschappelijkondersteund door het Rijksinstituut voor Volks-gezondheid en Milieu (RIVM). De Orde zorgdevoor de financiële ondersteuning.

Op 30 maart 2005 ondertekendenNVOG, Orde en IGZ een convenant,waarmee het officiële startschotvoor het onderzoek werd gegeven(zie Ordenieuws 3, 2005). Er werdeen werkgroep in het leven geroepen,

bestaande uit 3 NVOG-leden, 2 epidemiologen van het RIVM eneen informatiedeskundige betrokkenbij de Landelijke VerloskundeRegistratie (LVR).

Ontwikkelen van indicatorenHet uitgangspunt van de werkgroepwas om indicatoren te ontwikkelenop basis van bestaande richtlijnenen kwaliteitsnormen van de NVOG,expert opinion en in het buitenlandgebruikte indicatoren. Op grondvan de criteria, klinische relevantie,wetenschappelijke onderbouwing ende mogelijkheid tot verbetering in dezorg werd besloten om indicatorente ontwikkelen op basis van de volgende domeinen: pre-eclampsie,begin en einde baring, pijnstilling,

bloedverlies, kinderlijke uitkomst enorganisatie. De lijst met 109 kandi-daat-indicatoren kon hiermee wordenteruggebracht tot een set van 34.

PilotEr werd een pilotstudie verricht in13 ziekenhuizen, verdeeld over allecategorieën en verspreid over hetland. Het doel was om de set van 34kwaliteitsindicatoren te evalueren opbruikbaarheid en haalbaarheid vande registratie. Tevens werd gekekennaar draagvlak, werkbelasting enverschillen tussen de ziekenhuizen.In totaal werden ongeveer 6500bevallingen geregistreerd. Bij deregistratie werd waar mogelijk aansluiting gezocht bij de LandelijkeVerloskunde Registratie (LVR) enwaar nodig gebruik gemaakt van eenwebbased-applicatie op patiëntniveau.Hierin werden alle bevallingen vande deelnemende ziekenhuizen in deonderzoeksperiode geregistreerd.Ook werden aan het begin en eindevan de pilot de structuurindicatorenvia een vragenlijst geënquêteerd. Deresultaten zijn recent door de werk-groep geëvalueerd. Nu zijn slechtsde voorlopige resultaten bekend.

ImplementatieOp de algemene ledenvergaderingwerden de indicatoren bediscussieerden geaccordeerd. Gezien de kansenen het beroepsbelang is de werk-groep hierover optimistisch gestemd.De werkgroep blijft in 2007 actiefbetrokken bij de implementatie vande ontwikkelde kwaliteitsindicatoren.De pilot toonde aan dat met accep-tabele extra inspanning een prachtigeverzameling data werd verkregen.De uitgebalanceerde set indicatorengeeft een geweldige kans om eenvolgende slag in de kwaliteitscycluste maken en is bovendien goed uitvoerbaar in de praktijk. Vervolgens zal het nodig zijn om na te gaan of de geïntroduceerdeindicatoren ook werkelijk voldoenaan het uiteindelijke doel: het verbeteren van de verloskundigezorg. Dit zal onderwerp moeten zijnvan een vervolgstudie. ■

A A N K O N D I G I N G R I C H T L I J N B I J E E N K O M S T

Diagnostiek en behandeling van obesitasOp vrijdag 7 december 2007 organiseert het Kwaliteitsinstituut voor deGezondheidszorg CBO in Congrescentrum Stadion Galgenwaard te Utrecht derichtlijnbijeenkomst over diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenenen kinderen. De multidisciplinaire werkgroep met vertegenwoordigers van demeeste betrokken beroepsorganisaties heeft in de afgelopen 2 jaar een conceptrichtlijn opgesteld.

In Nederland was er tot dusverre noggeen richtlijn voor de behandelingvan obesitas. Gezien de betrokken-heid van een groot aantal sectorenin de gezondheidszorg en het ruimeaanbod van verschillende interventiesen is deze richtlijn opgesteld om meereenheid te brengen. Deze richtlijn isontwikkeld op initiatief van deMedisch Wetenschappelijke Raadvan het CBO. Op de richtlijnbijeenkomst zullen de adviezen over de verschillende

deelgebieden worden gepresenteerden toegelicht. Met medenemenvan de resultaten van de discussiezal de werkgroep de definitieverichtlijn opstellen. De voorzittervan deze multidisciplinaire werk-groep, prof. dr. ir. J.C. Seidell, zal de bijeenkomst leiden. De werkgroep nodigt u van harteuit deze richtlijnbijeenkomst bijte wonen om de uiteindelijke versie van de richtlijn meer vormte geven. Indien u deze bijeen-komst wilt bijwonen, kunt u zichinschrijven via www.cbo.nl.

De kosten van deze bijeenkomstbedragen € 150,- inclusief lunch en de conceptrichtlijn. ■

Page 18: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

18

I C TO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

Kamerdebat voortgangElektronisch Patiënten DossierOp 13 september 2007 vond in de Tweede Kamer algemeen overleg plaats met deminister van VWS over ICT in de zorg. Zwaartepunt van het debat lag in de voortgangvan de implementatie van het Elektronisch Patiëntendossier (EPD). In het regeerak-koord is vastgelegd dat het EPD in 2009 wordt ingevoerd. De recent gemelde vertra-gingen in de pilot-projecten rond het Waarnemingsdossier Huisartsen (WDH) inTwente en bij het Elektronisch Medicatiedossier (EMD) in Amsterdam en Rijnmond,maken het onwaarschijnlijk dat die planning kan worden gehaald.

Ondanks deze mogelijke vertragingwerd VWS-minister dr. A. Klink,hierover niet aangevallen in deKamer. Er is weliswaar een gevoelvan teleurstelling, maar ook de wensdat de invoering zorgvuldig dient te gebeuren. Met name aan de kwaliteit van het EPD en de privacy-waarborgen tilt de Kamer zwaar. De minister noemde onder meer hetaantal van 19.000 onnodige opnamesals gevolg van medicatiefouten omhet belang van het EPD te illustreren.Maar hij erkende tegelijk dat er vertraging in het project is geslopen.Dossiervorming op deze wijze blijktook in andere landen buitengewooncomplex met als belangrijkste struikelblokken het tempo vaninvoering, geld, techniek en de privacy.

RegieHoewel de regie over het EPD bijVWS ligt liet de minister er geenonduidelijkheid over bestaan dat dedaarvoor benodigde ICT-inrichting

de verantwoordelijkheid is van dezorgverleners. ICT is een onderdeelvan de bedrijfsvoering en pas naaandringen vanuit de Kamer liet deminister zich verleiden tot de toe-zegging dat initiële investeringenmogelijk in aanmerking komen voorvergoeding. Daarbij werd meteeneen slag om de arm gehouden doorte vermelden dat deze investeringenook grote inverdieneffecten kennen.

‘Hét’ EPD bestaat niet. Met die uitspraak pareerde minister Klinkde (gespeelde) teleurstelling over deomvang van het EPD. Dit is voor-alsnog beperkt tot het EMD en hetWDH, maar zal in de jaren na intro-ductie verder worden uitgebouwd.In ontwikkeling zijn onder meer hetE-spoeddossier, het E-labdossier, hetE-diabetesdossier tot uiteindelijk deAWBZ en de care-gegevens in hetEPD worden opgenomen. Ook hetelektronisch kinddossier zal – inoverleg met de minister voor Jeugden Gezin – waarschijnlijk vanaf het

18e levensjaar overgaan naar hetEPD. Van medisch specialisten zalmet name inzet worden gevraagdmet de dossiervorming rond despoedeisende hulp. Die krijgt ondermeer gestalte door de deelname aande Stuurgroep ICT en Innovatie.

Hoe snel deze ontwikkelingen zullenplaatsvinden hangt onder meersamen met het tempo van wetgeving.De wet die de invoering van hetBurgerservicenummer (BSN) in dezorg regelt, ligt ter finale afhandelingbij de Eerste Kamer. Dit nummer isgelijk aan het Sofi-nummer, maarkrijgt een veel bredere toepassing.De wet op het EPD die de zorg-aanbieder verplicht aan te sluiten bij het Landelijk Schakelpunt enhun patiëntgegevens te ontsluiten,ligt voor advies bij de Raad vanState. Daarna kan het pas in beideKamers worden behandeld.

Wat zal het effect zijn van de invoering van het EPD op de verant-woordelijkheid van de behandelendarts? Met name aan de bescherming,toegankelijkheid en de verantwoor-delijkheid van de kwaliteit van degegevens werd in het debat veelaandacht besteed. Naar het oordeelvan de minister blijft het principe in stand dat de arts gehouden is verantwoorde zorg te verlenen. De IGZ zal toezien op de volledig-heid van de dossiers. Alleen de zorgverlener die de beschikkingheeft over een UZI-pas, het elektro-nisch authenticatiemiddel dat toegang geeft (tot delen) van hetEPD, kan de gegevens inzien eneventueel muteren. De toegang ende acties in het EPD worden vast-gelegd. Sancties kunnen wordengetroffen bij misbruik, bijvoorbeeldals er geen sprake is van een behandelrelatie. De sancties daaropkunnen variëren van een geldboetetot doorhaling in het BIG-register.

Kijk voor meer informatie opwww.invoering-epd.nl ■

Page 19: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007

D I S C I P L I N E O V E R S T I J G E N D E C U R S U S S E N O P M A AT V O O R M E D I S C H S P E C I A L I S T E N E N M A AT S C H A P - C . Q . VA K G R O E P V O O R Z I T T E R S

Stichting Managementscholing Medische Specialisten

Uw vak en uw ziekenhuis staanvolop in de schijnwerpers. Nietalleen in de vele medische soaps.Maar ook in het serieuze nieuws.Vaak is de toonzetting daarvanbehoorlijk kritisch. Nu kunt u mis-schien nog uw schouders ophalenover ‘die oliebollenlijstjes’. Maar erkomt een moment, dat u ze serieuszult moeten nemen. Te vaak ookzijn collegae in het nieuws, omdatde onderlinge samenwerking nietdeugde. Of omdat iemand al jarenstraffeloos disfunctioneerde. Enmisschien kunt u het zich nu nogveroorloven om uw patiëntenweken te laten wachten, omdat uw

bedrijfsvoering achterloopt. Maarstraks is uw wachtkamer misschienleeggezogen door een privékliniekaan de overkant van de straat. Detijd, dat medisch specialisten hetzich konden permitteren om met derug naar het ziekenhuis te opereren,ligt inmiddels ver achter ons. Uwwerk is onderdeel van een veel gro-ter geheel. Of u dat nu leuk vindtof niet. U doet er daarom beter aanu actief te bemoeien met de organi-satie van de zorg. Ter beschermingen verhoging van de kwaliteit vanuw vak. Maar trouwens ook methet oog op uw inkomen. Effectievesturing vereist wel kennis van

zaken. En de juiste vaardigheden.Dat komt maar mondjesmaat aanbod in de opleidingen. U moet hetdus in de praktijk leren. Met vallenen opstaan. Om u daarbij te helpenhebben wij een scholingsprogram-ma ontwikkeld: het Erasmus-OrdeMedisch Management Programma.Sinds 1990 hebben al enkele dui-zenden collegae onze cursussengevolgd. Die zijn compact en prak-tisch van aard en aansluitend bij deactualiteit. Maar ook gestoeld opwetenschappelijke inzichten. ■

Kijk voor een volledig programma-overzicht op www.orde.nl

De basis voor persoonlijke ontwikkeling ligt

in het verkrijgen van inzicht in het eigen

handelen en de effecten daarvan op de

omgeving. Ontwikkeling leidt ertoe dat

u met meer overtuiging en plezier zelf

verantwoordelijk wilt en kunt zijn voor wie

u bent en wat u doet. Iemand die zichzelf

goed kent en weet hoe en waarom hij op

een bepaalde manier reageert of handelt,

kan effectiever en gemakkelijker omgaan

met zichzelf en anderen. Een wijsheid voor

het leven. Als u zich daarnaast ook bewust

bent van de mogelijkheden die u zelf hebt

om uw leven te beïnvloeden, kunt u beter

uw doelen bereiken.

Zelfkennis en –inzicht zijn van cruciaal

belang voor het organiseren van uw eigen

leven en het verbeteren van uw persoonlijke

functioneren. Zo moet u weten wat uw

eigen kwaliteiten zijn, maar ook uw eigen

stresssignalen herkennen. U hebt dan meer

grip op situaties. Daarnaast kunt u beter

feedback geven en ontvangen. Maar hoe

herkent u deze signalen? De bekendste

stress-signalen zijn:

• niet helder kunnen denken

• besluiteloos zijn

• problemen niet kunnen oplossen,

hoewel daarvoor wel de middelen zijn

• niet voldoende gemotiveerd zijn

• zelfondermijnend gedrag vertonen

• bovengemiddeld nerveus of gespannen zijn

• zich waarneembaar anders dan anders

gedragen.

Als u deze signalen herkent, is het

verstandig een gesprek aan te gaan met

bijvoorbeeld uw partner of uw collega.

Als dit niet het gewenste effect heeft, doet

u er verstandig aan een counselor of een

andere professional op dit gebied in te

schakelen. Movir verzekerden kunnen

telefonisch kosteloos een beroep doen op

de counselors van ICAS. Deze organisatie

kan u ook helpen bij het kijken naar de

mogelijkheden om opnieuw bewuste keuzes

te maken en om letterlijk en figuurlijk in

beweging te komen. Een persoonlijke coach

speciaal voor u!

Schenkt u onvoldoende aandacht aan

uw signalen, dan loopt u het risico arbeids-

ongeschikt te worden. Met alle gevolgen

van dien. Het is daarom belangrijk dat u

allereerst bewust bent van uw eigen

kwaliteiten en weet waar uw grenzen liggen.

De volgende stap is het ondernemen van

actie als u merkt dat u tegen uw grenzen

aanloopt. Hiervoor moet u zelf verantwoor-

delijkheid nemen!

Haal het beste uit uzelf!

www.movir.nl

19

L E D E N S E R V I C E

Page 20: Ordenieuws, nummer 4, oktober 2007