Click here to load reader
Upload
dinhkhanh
View
214
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Plan van aanpak ICD-10
december 2013
Plan van Aanpak ICD-10
3
Inhoud
1. Waarom ICD-10? 4
2. Doelstelling 5
3. Aanpak 6
3.1 Voorfase 6
3.2 Fase 1: Informatieverplichting ICD-10 diagnose per 2015 6
3.3 Fase 2: Integratie in productstructuur 7
4. Rollen en verantwoordelijkheden 9
Plan van Aanpak ICD-10
4
1. Waarom ICD-10?
De International Classification of Diseases (ICD) is het internationaal
gestandaardiseerde classificatiesysteem van diagnosen waarmee
ziekenhuizen alle ziektebeelden en diagnosen van patiënten eenduidig
kunnen registreren.
De ICD-10 is de nieuwste versie van het classificatiesysteem van
diagnosen. De classificatie wordt voor Nederland beheerd door het WHO-
FIC CC (ondergebracht bij het RIVM) en internationaal door de World
Health Organization (WHO).
Met ICD-10 kunnen ziekenhuizen alle ziektebeelden en diagnosen van
patiënten eenduidig registreren. De ICD-10 is volledig up-to-date en
bevat de nieuwste ziektebeelden en diagnosen. Tot voor kort
registreerde Nederland uitsluitend in ICD-9. Dit is 33 jaar oud en wordt
niet meer onderhouden.
Volgens partijen zijn de voordelen van ICD-10 de betere internationale
vergelijkbaarheid, betere mogelijkheden tot het berekenen van
sterftecijfers, verbeteren informatievoorziening over zorguitgaven,
bestrijden/opsporen fraude, het meten van kwaliteit, het bepalen van
zorgzwaarte en mogelijkheid voor meer specialisme-overstijgendheid van
de productstructuur.
Plan van Aanpak ICD-10
5
2. Doelstelling
Tot en met 2012 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (VWS) de invoering van ICD-10 gecoördineerd. De invoering van
ICD-10 had tot dat moment vooral betrekking op de Landelijke Medische
Registratie (LMR). VWS heeft in dit traject 2 fases doorlopen:
- In de eerste fase van het traject lag de nadruk op het creëren
van draagvlak en de randvoorwaarden om de ICD-10 te kunnen
registeren.
- De tweede fase was gericht op de transitie van ziekenhuizen om
daadwerkelijk de stap naar registratie van de ICD-10 te zetten in
de LMR. De NVZ en NFU hebben met hun leden afgesproken dat
per 2013 alle ziekenhuizen in ICD-10 zullen coderen. De meeste
ziekenhuizen waren ultimo 2013 in hun LMR over op ICD-10.
Belangrijke kanttekening daarbij is dat binnen de LMR alleen de
dag- en klinische opnamen geregistreerd worden (dus niet de
poliklinische patiënten).
VWS wilde dit traject op een hoger plan brengen en heeft de
Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in april 2013 de opdracht gegeven
ICD-10 te koppelen aan de bekostiging.
In het kort komt de opdracht van VWS neer op het volgende:
- Breng in kaart hoe de invoering van ICD-10 bij ziekenhuizen en
ZBC’s momenteel verloopt en wat de stand van zaken is.
- Breng in kaart wat de mogelijkheden en belemmeringen zijn van
het gebruik van ICD-10 bij ziekenhuizen en ZBC's om
daadwerkelijk een eenmalige vastlegging aan de bron en
vermindering van administratieve lasten te realiseren.
- Bepaal de impact voor ziekenhuizen, ZBC’s, artsen, verzekeraars
en andere stakeholders en gebruik de resultaten uit de
impactanalyse om ICD-1O in het DOT-systeem te integreren.
Geef richting ziekenhuizen en ZBC’s aan hoe vastlegging van de
ICD-10-diagnoses moet plaatsvinden.
- Pas de regelgeving aan zodat vastlegging van de ICD-10-
diagnose voor DOT verplicht wordt.
- Maak een overall planning die erop gericht is dat per 2014 ICD-
10 gebruikt kan worden voor de vastlegging in DOT en waarbij
per 1 januari 2015 ICD-10 in DOT verplicht geregistreerd wordt.
Door de ICD-10 classificatie te koppelen aan de bekostiging wordt de
invoering en het gebruik van de ICD-10 bevorderd. Hiermee wordt
bereikt dat door eenmalige vastlegging aan de bron voor meervoudig
gebruik de administratieve lasten sterk worden teruggebracht. Concreet
betekent dit dat registratie ten behoeve medisch doeleinden gekoppeld is
aan de registratie ten behoeve van de bekostiging.
Plan van Aanpak ICD-10
6
3. Aanpak
3.1 Voorfase
De NZa heeft, in overleg met veldpartijen, in 2013 ingezet op de
diagnose-thesaurus als hulpmiddel om de (eenmalige) registratie aan de
bron (voor meervoudig gebruik) te stimuleren.
Door Dutch Hospital Data (DHD) is de zogenaamde diagnose-thesaurus
ontwikkeld. Deze thesaurus werkt met medische termen zoals medisch
specialisten die gebruiken (de zogenaamde referentietermen) en geeft op
basis van deze termen een suggestie voor zowel een DBC-diagnose als
een ICD-10 diagnose. DBC-Onderhoud voert momenteel een autorisatie
van de koppeling van referentietermen naar DBC-diagnose uit.
Recent hebben we moeten concluderen dat gezien de huidige stand van
zaken (aantal geautoriseerde specialismen) dit hulpmiddel in 2014 geen
formeel karakter kan hebben.
3.2 Fase 1: Informatieverplichting ICD-10 diagnose per 2015
De NZa is van mening dat per 2015 fundamentele stappen op het gebied
van ICD-10 moet worden gezet. De NZa heeft geconstateerd dat de
meeste ziekenhuizen voor de LMR ultimo 2013 wel de ICD-10 registratie
hanteren. Enkele ziekenhuizen registreren nog op basis van ICD-9.
Vastlegging van ICD-10 ten behoeve van uitsluitend de LMR is echter
niet voldoende om de volgende redenen:
- De LMR is niet gekoppeld aan de declaratiestroom en daarom
niet breed beschikbaar;
- LMR vindt alleen plaats bij dagopname en klinische patiënten;
- Het is in bijna alle ziekenhuizen een achteraf registratie (op
basis van het medisch dossier) door medisch codeurs, waardoor
eenmalige vastlegging aan de bron niet plaats vindt.
Om deze registratie op een hoger plan te krijgen wil de NZa per 2015 de
ICD-10 registratie koppelen aan het declaratieverkeer. Er komt een
informatieverplichting om per 2015 ICD-10 diagnoses te registeren én te
vermelden op de nota. Deze informatieverplichting wordt opgenomen in
de Nader Regel ‘Medisch Specialistische Zorg’.
Door het vermelden van deze ICD-10 diagnose op de nota wordt
registratie aan de bron gestimuleerd. Immers moet voordat een
declaratie wordt uitgestuurd de ICD-10-diagnose zijn vastgelegd. Voor
een instelling ligt het dan voor de hand om niet alleen de DBC-diagnose
registratie, maar ook de ICD-10 diagnose registratie al aan de bron te
laten plaatsvinden (i.p.v. een achterafregistratie). Een hulpmiddel voor
deze registratie aan de bron is de diagnose-thesaurus van DHD.
Met het vastleggen in referentietermen wordt ook de relatie tussen DBC-
diagnose en ICD-10 diagnose inzichtelijk. Deze koppelingen kunnen ook
input leveren voor het vervangen van de DBC-diagnose door de ICD-10
diagnose in de productstructuur (zie ook fase 2 hieronder).
Plan van Aanpak ICD-10
7
Om de informatieverplichting per 2015 mogelijk te maken zal de NZa de
volgende acties oppakken:
1. Met de vaststelling van dit Plan van Aanpak neemt de NZa een
voorgenomen besluit over de verplichte vermelding van ICD-10
op de nota. Zo weten partijen eind 2013 dat deze
informatieverlichting van kracht gaat per 2015. De concrete
uitwerking in de regelgeving volgt uiterlijk 1 juli 2014.
2. De NZa zal samen met DBC-Onderhoud doorgaan met de
autorisatie van de diagnosethesaurus. Deze thesaurus is eind
2013 gereed voor 15 specialismen en de eerste specialismen
worden momenteel geauditeerd door DBC-Onderhoud (in
afstemming met de wetenschappelijke verenigingen). De NZa
heeft met DBC-Onderhoud afgesproken dat ook de andere
specialismen in 2014 geauditeerd zullen worden.
3. De NZa wil in overleg met partijen ook nadrukkelijk kijken naar
slimme methoden om bestaande registraties aan elkaar te
koppelen zodat ICD-10 informatie met de nota meegestuurd kan
worden. Hier ligt echter primair een verantwoordelijkheid van
veldpartijen.
4. De NZa wil in 2014 een regierol vervullen op dit dossier, maar
heeft daar wel de volle medewerking van andere partijen bij
nodig.
Verder liggen er voor 2014 een aantal belangrijke acties bij veldpartijen:
− De diagnosethesaurus is (nog) niet dekkend voor alle DBC-
diagnoses en ICD-10 termen. Een groot aantal specialismen
missen nog. Aangezien de NVZ en NFU verantwoordelijk zijn voor
DHD is het aan deze partijen om ervoor te zorgen dat er uiterlijk
1 juli 2014 voor alle specialismen tabellen beschikbaar zijn.
Alleen in deze situatie kan DBC-Onderhoud ervoor zorgen dat
alle tabellen ook zijn geauditeerd voor 1 januari 2015.
− Betrokkenheid van wetenschappelijke verenigingen is cruciaal.
DBC-Onderhoud legt in het autorisatieproces de geautoriseerde
tabellen voor aan de Orde zodat zij de benodigde afstemming
kunnen faciliteren . De procedure rond deze autorisatie wordt in
overleg met partijen verder verduidelijkt.
− De diagnose-thesaurus is nog niet in alle ziekenhuizen goed
ingebed in de ZIS-systemen. Het is aan de ziekenhuizen om met
de ZIS-leveranciers en DHD hier oplossingen voor te vinden.
− Het autoriseren van de koppeling tussen referentietermen en
ICD-10 is de verantwoordelijkheid van het RIVM.
− Zorgverzekeraars moeten ervoor zorgen dat hun EI-standaard
deze gegevens kan ontvangen van zorgaanbieders. Het
declaratieverkeer mag geen hinder ondervinden. Volgens ZN zijn
er al velden opgenomen op de nieuwe declaratiestandaard
(ZH308).
3.3 Fase 2: Integratie in productstructuur
De huidige productstructuur is grotendeels ingedeeld op basis van de
ICD-10 hoofdstukken (ook wel ‘ICD-10 mapping’ genoemd). Voor een
aantal (deel)specialismen is een uitzondering gemaakt: de pre-MDC’s
(pre-Major Diagnostic Category). Hierbij kan gedacht worden aan de
productgroepen voor plastische chirurgie, klinische geriatrie,
revalidatiegeneeskunde en kindergeneeskunde. Per 2016 wil de NZa de
DBC-diagnoses vervangen door ICD-10 diagnoses.
Plan van Aanpak ICD-10
8
Op deze manier wordt ICD-10 geïntegreerd in de productstructuur en
wordt dubbele diagnoseregistratie voorkomen. Mogelijk leidt dit tot
aanpassingen in de productstructuur.
De NZa wil samen met DBC-Onderhoud hiervoor de volgende stappen
ondernemen:
- Inventariseren welke productstructuren mogelijk aanpassing
behoeven ten behoeve van de integratie van ICD-10 in de
productstructuur.
- Uitvoeren van een impactanalyse voor integratie van
productgroepen in ICD-10. Deze analyse houdt in dat allereerst
de DBC-diagnoses worden gekoppeld aan ICD-10 diagnoses.
Vervolgens wordt geanalyseerd hoe de afleiding plaats zou
vinden op basis van deze ICD-10 diagnoses. Tot slot worden de
relevante ICD-10 zorgproducten geïdentificeerd bij de ICD-10
diagnoses en worden de benodigde aanpassingen in de
productstructuur benoemd.
- Bepalen of en welke pre-MDC’s kunnen worden opgenomen in de
reguliere ICD-10 structuur op basis van de impactanalyse. De
criteria uit het toetsingskader zijn hierbij leidend:
hanteerbaarheid, medische herkenbaarheid, kostenhomogeniteit,
volledigheid, stabiliteit en administratieve lasten. Daarnaast is
het bevorderen van specialisme overstijgendheid in dit kader een
belangrijk criterium. Er dient onderscheid gemaakt te worden
tussen productgroepen die opgenomen kunnen worden in de
reguliere ICD-10 structuur en productgroepen waarbij, vanwege
ongewenste effecten, de huidige structuur beter passend is.
- Beschikbaar stellen van een conversietabel om het veld te
faciliteren.
Veldpartijen zullen actief betrokken worden bij deze doorontwikkeling.
Plan van Aanpak ICD-10
9
4. Rollen en verantwoordelijkheden
In onderstaande kaders worden de rollen en verantwoordelijkheden van
partijen weergegeven.
VWS (beleid)
Rol: Heldere visie geven op rol ICD-10 binnen bekostiging en financiering
en informeren politiek. Opdrachtgever NZa.
NZa (regie en beleid)
Rol: Begeleiden van het (bestuurlijke) traject waarin bepaald wordt op
welke manier ICD-10 wordt gekoppeld aan de bekostiging.
Verantwoordelijkheid: zorgen voor een overall planning en tijdige
agendering en het bewaken van de voortgang.
Rol: Het tijdig bekendmaken van komende veranderingen in de
beleidsregels en nadere regels en het doorlopen van een zorgvuldige
proces tot en met vaststelling.
DBC-Onderhoud (autorisatie en impactanalyse)
Rol: Het autoriseren van de koppeling van referentieterm naar DBC-
diagnose.
Verantwoordelijkheid: Tijdige autorisatie van volledige thesaurus
inclusief afstemming met WV-en.
Rol: Het bepalen van de impact van het inbouwen van ICD-10 diagnoses
in de productstructuur (i.p.v. de DBC-diagnoses).
Verantwoordelijkheid: Het tijdig opleveren van een volledige
impactanalyse voor elk van de stakeholders.
Dutch Hospital Data (ontwikkeling en onderhoud diagnose
thesaurus)
Rol: Ontwikkeling en onderhoud thesaurus.
Verantwoordelijkheid: tijdige oplevering van de tabellen aan DBC-
Onderhoud. Up-to-date houden van thesaurus op basis van contact en
input vanuit ziekenhuizen en wetenschappelijke verenigingen. Het
ontwikkelen en bijhouden van een conversielijst / conversiebestand
waarin de relatie tussen referentieterm en diagnosetypering wordt
gelegd. Ook leveren zij een conversielijst op in fysieke en/of
elektronische vorm die door gebruikers te hanteren is.
Orde van medisch specialisten/Wetenschappelijke Verenigingen
(beoordelen autorisatie)
Rol: Input leveren aan autorisatietraject van DBC-Onderhoud.
Verantwoordelijkheid: Tijdige terugkoppeling aan DBC-Onderhoud.
RIVM (Beheer en koppeling referentieterm met ICD-10)
Rol: Beheer ICD-10 standaard in Nederland.
Verantwoordelijkheid: WHO-FIC CC (Collaborating Centre), is
ondergebracht bij het RIVM en is het uitvoeringsorgaan van de overheid
Plan van Aanpak ICD-10
10
op het gebied van codegebruik. Deze organisatie is licentiehouder van
ICD-10.
Rol: Het ontwikkelen en bijhouden van een conversielijst /
conversiebestand waarin de relatie tussen referentieterm en ICD-10
wordt gelegd.
Verantwoordelijkheid: Opleveren van een conversielijst in fysieke en/of
elektronische vorm die door gebruikers te hanteren is.
ZN (declaratiestandaard)
Rol: Tijdig gereed maken van de EI-standaard zodat ziekenhuizen de
ICD10-informatie per 2015 kunnen meesturen met de elektronische
declaratiestroom.
Verantwoordelijkheid: Tijdige oplevering van de EI-standaard.
Zorgaanbieders (administratieve organisatie)
Rol: Inrichten administratieve organisatie.
Verantwoordelijkheid: Zorgen dat ICD10 informatie zo wordt
geregistreerd, dat het per 2015 mee kan worden gestuurd met de
declaraties.