46

Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 1/46

------_. _ -.. - ..

-}(;-~f {fXL

*" ordwru'n!}

' * voor u: IOVrvtinJ 1 : : - ont-wi k_~ehr:3

* erfcJJlchBi'ol

*- ( C ( } B G c f ( 9

*- z,intVU:3ll3'~e uJCLwrn0ml()3

*(stev!Jhvtut ~ be-l;JY3(~

*- c 9Gctra

j

Page 2: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 2/46

Je mod levenskenmerken van orqanismen kunnen noemen.

Levenskenmerken (levensverschijnselen): 0.0.. ademhalen, vceden, uitscnei-

den, qroeien, ontwikkelen en voortptanten.

Voor elk individu eindiqt het leven met de dood.

fen soort heeft een levenscyc7us: doordai individuen zich voortplanten

blijft de soort bestaan.

le moet kunnen omschrijven wat een weefsel en wat een orqaan is.

Weefsel: een groep cellen met dezelJde bouw en dezelJdefunctie(s}.

- Bij veel weefsels komi tussencelstof voor tussen de cellen.

- Voorbeelden: beenweefsel, kraakbeenweefsel, spterweefsei, zenuw-

weefsel.

fen orqaan is een deel van een orqanisme met een of meer functies.

- fen orgaan bestaat uit verschillende weefsels.

- Orqanenstelsei: een groep van samenwerkende orqanen, die qeza-

menlijk een bepaalde funciie hebben.

Je rnoei in een afbeeldinq van de romp van een mens de organen

kunnen ben oem en.Het middenrif scheidt de romp van de mens in de borsiholie en de buik-

hoiie.

- Orqanen in de borstholte: 0.0.. slokdarm, luchipiip, lonqen, aorta,

onderste holle ader en hart.

- Orqanen in de buikholte. 0.0.. slokdarm, maaq, lever, dunne darm,

dikke darm, nieren, aorta en ondersie holle ader.

Je moei van planiaardiqe cellen de delen kunnen noemen met hun

kenmerken en [uncties.

Cytoplasma (cetpiasmai. bestaat uit water met opqeloste stojjen.

- Celmembraan: de buiienste laaq van hei cytoplasma.

- In het cytoplasma kunnen plastiden voorkomen.

Celkern:regelt alles wat er in de eel qebeuri:

- De celkern besiaai uit kernplasma.

- Kernmembraan: de buiienste taaq van het kernplasma.

- In het kemplasma bevinden zich de chromosomen.

Vacuole(n}: blaasje(s} in het cyioplasma, gevuld met vocht.

- lonqe pianiencellen hebben veel kleine vacuolen.

- Oudere plantecellen hebben een qrote, centrale vacuole.

Plastiden: korrels in het cytoplasma.

- Bladgroenkorrels (qroen). hierin vindi [otosynthese plaais.

- Kleurstofkorrels (qee), oranje of rood): geven bloemen en vruchten hikleur.

- Zetmeelkorrels (kleurloos): hierin iszetmeel opqeslaqen.

Page 3: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 3/46

- Plastiden kunnen van de ene soort overqaan in de andere soort.

Celwand: een sieviq laagje om de eel heen.

- Een eelwand behoort niei tot de eel,maar is tusseneelstof

- Een celwand bestaai uit dood materiaal.

tntercellulaire ruimien. holier: iussen de celwanden.

- tniercellulaire ruimten zijn gevuld met luchi:

Je moet van dierlijke cellen de delen kunnen noemen met hun ken-

merken en [uncties.

Cytoplasma (eelplasma): bestaat uit water met opgeloste stojjen.

- Celmembraan: de buiienste laag van het cytoplasma.

Celkern:regelt alles wat er in de eel gebeurt.

- De celkern bestaat uit kemplasma.- Kernmembraan: de buitenste laaq van het kernplasma.

- In hei kemplasma bevinden zich de ehromosomen.

In dierlijke cellen komen qeen plastiden en qeen qroie, centrale vacuolen

voor.Om de cellen ziiien qeen celwanden.

Je moet de kenmerken van chromosomen kunnen noemen.

Chromosomen ziin dunne 'draden' in elke celkern.

- In deze draden komt de stof DNA voor:

- DNA bevat de informatie voor erfelijke eiqenschappen.

- Elke cetkern bevat de complete informatie voor aile erjelijke eiqen-

schappen van een orqanisme.

Elkesoort orqantsme heeft een vast aantal chromosomen in e t ke c et k er n .

- Bij een mens bevat de kern van elke licnaamscel 46 chromosomen.

In elke lichaamscel komen de chromosomen in paren voor.

- De twee chromosomen van een paar zijn aan elkaar gelijk.

- B 1 ) " een mens bevat de kern van elke lichaamscei 2 3 paren chromoso-

men.

Je moet hei doeIn hei verloop van een gewone celdelinq imitose)

kunnen beschrijven.

Doel:de vormtnq van nieuwe cellen voor qroei, vervanqinq en herstel.Verloop:

- Voor de eeldeling is elk ehromosoom een lanqqerekie, dunne draad.

De ehromosomen zijn niei zichtbaar.

- Elk ehromosoom vormt een tweede draad erbi]:een nauwkeuriqe

kopie van het DNA.

- De draden van een chromosoom spiraliseren. de ehromosomen wor-

den korter en dikker. Hierdoor worden ze zichibaar.

- De chromosomen qaan in het midden van de eelliggen.

- De twee draden van elk ehromosoom gaan uit etkaar.

- Erontstaan twee kernen en twee eellen.

- De ehromosomen worden weer draadvormiq. Hierdoor zijn ze niet

meer zicbtbaar.

Page 4: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 4/46

Doordat het D NA voor de kerndel ing is qekop ieerd beva t elke docbtercet i

dezelJde irformaiie v oo r e rf el ij ke e iq en sc ha p pe n als d e mo ed er ce l.- flke dochtercel bevat evenveel chromosomen als de m oedercel .

- P lasmaqroei: na de celdel ing word t elke dochtercel net zo groot a ls d

moedercel doordat z e cyioplasma bijvormen.

Je moet een bioloqisch onderzoek kunnen voorbereiden, uiivoeren

en beoordelen.

fen bio lo qische p ro bleem stel l i ng om zet ten in een o nd erz oeksvraa q. i

- fen onderzoeksvraaq moet je nauwkeuriqer formuleren dan een prd

bleemsiellinq.

fen veronderstel i inq (hypo these) geeft een mogeli jk antwoord op de

onderzoessvraaq.

- Op basis van de veronderstel l ing form uleer je een vetvvachtinq: een .

verwachten resultaat va n h et o nd erz oek.

fen onderz oeksopz et m et een w erkp lan beschrijven .

- B ij proeven werk je m et een p ro efg ro ep e n een c on tro leg ro ep .

- Pro even moet je m et gra te aaniallen uitvoeren.

- Per proefmag [e slechts een jac ior onderzoeken (ai le andere om siar

diqheden m oeten gel i jk z ijn).

Resultaien (w aa rn em in gen ) o ve rz ich tel ijk w eerg ev en , o.a. in tabellen er

diaqrammen.

C on clu sies trekken . je vergel i jk t de resultaien met de verwachting en de

verondersiellinq.

I..EREN EN W ERK EN

- le hebt tnformaiie qekreqen over enkele beroepen, o.a.overmedisch

laborant:

Over deze vaardiqheden en over leren en werken zijn geen vraqen oP!

nomen in de diaqnostische toets .

Page 5: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 5/46

luchtpijp

long

hart

---lever

c-----maag

--- dikke darm

dunnedarrn

Page 6: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 6/46

Je moet de orqanismen kunnen indelen in vier rijken en van elk rijk de

kenmerken kunnen noemen.

Rijk Kenmerken

. Bacterien - eeneel1ig

- geen eelkern

- celwand

- geen bladgroenkonels

·Sehimmels - eeneel lig ofveelcellig

- eelkern en

- eelwanden

- geen bladgroenkonels

·Planten - eeneel1ig of veelcellig

- eelkernen

- celwanden

- b1adg roen korre 15 ,

. Dieren - eeneellig of veelcel1ig

- celkernen;

- geen eelwanden

- geen bladgroenkorrels

Je moet kunnen omschrijven wanneer orqanismen tot e e n 500rt behorenen wat een populatie is.

Orqanismen behoren tot een soort als ze samen vruchibare nakomelin-

qen kunnen vooribrenqen.

- fen soort bestaat vrijwel altijd uit meerdere populaties.

fen populatie is een qroep orqanismen van dezelfde soort in een bepaald

qebied, die zieh onderiinq voortplanten.

Je moet kenmerken van bacterien kunnen noemen. Ook moet je kunnen

beschrijven we ike rol bacterien voor de mens spelen.

Bacierien planten zieh voornameltjk voort door deling.

Sommige soorten vormen bij slechte ornstandiqheden een sieviq kapsel.

De meeste soorten bacierien voeden zich met dode resien van organ is-

men.

- In de naiuur ruimen ze dode resten van orqanismen op (reducenten).

- Ze kunnen ons voedsel doen bederven.

Bacierien kunnen door de mens worden qebruikt:

- bij de bereidinq van voedinqsmiddelen (bijv.yoghurt, zuurkool),

- bij de produciie van qeneesmiddelen en hormonen.

Bacierien kunnen bi] de mens infectteziekten veroorzaken (bijv. cholera,

lonqontsiekinq, ooronistekinq, iuberculose, tyfus).

- Deze infectieziekien kunnen worden bestreden met antibioiica (bijv.

pen icilline).

lnfectieziekten kun je voorkomen door een qoede hygiene,

Page 7: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 7/46

Je moet kenmerken van schimmels kunnen noemen. Oak moet je kun-

nen beschrijven welke rol schimmels vaor de mens spelen.

Gisten zijn eencelliqe schimmels.

Gisien planten zich voort door delinq.

Veelcellige schimmels bestaan meesial uii schimmeldraden.

Veelcellige schimrnels planten zich meestal voori door sporen.

Bijsommiqe soorien schimrnels ontstaan de sporen in paddesioelen.

De meeste soorien schimmels voeden zich met dode resten van orqanis-

men.

In de naiuur ruimen ze dode resten van orqanismen op (reducenten).

Ze kunnen 0115 voedsel doen bederven.

Schimmels kunnen door de mens worden qebruiki:bi] de bereidinq van voedinqsmiddelen (bijv.kaas, brood, bier, wijn),

bij de productie van qeneesmiddelen (bijv.penicilline).

Schimmels kunnen bi] de mens infectieziekten veroorzaken (bijv.zwem-

merseczeem).

Deze infectieziekten kunnen worden besireden met antibiotica.

Ie moei het plantenrijk kunnen indelen in drie afdelinqen. Van elke

afdelinq mod je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.

Afdeling Kenmerken Voorbeelden

· Wieren (algen) _ geen wortels, geen stengels en geen bladeren _ boomalg (eencellig)-'geen bloemen _ blaaswier (vee1cellig)

· Sporenplanten _ wortels, stengels en bladeren _ mossen

_ geen bloemen _ varens

_ voortplanting door sporen _ paardenstaarten

• Zaadplanten _ wortels, stengels, bladeren _ beuk

_ bloemen _ klimop

_ voortplanting door zaden _ paardebloem

\Je moet de afdelinq van de zaadplanten in twee groepen kunnen inde-

len. Van elke groep moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.

Groep Kenmerken Voorbeelden

• NaaHzadigen _ zaden tussen de schubben van een kegel _ den

_ bladeren meestal naaldvormig _ spar

• Bedektzadigen _ zaden in vruchten _ appelboom

_ bladeren niet naaldvormig _ boterbloem

- grassen

Page 8: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 8/46

le meet her dierenrijk kunnen indelen in acht afdelinqen. Van elke afde-ling moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noenlen.

I Afdeling Kenmerken I VoorbeeldenI . Eencellige dieren - niet-symmetrisch (op geen enkele manter in tweeongeveer gelijke helften te verdelen) - amoebe

I ,- geen skelet - pantoffeldiertje

- bestaan slechts uit een cel

- leven in het water

• Sponzen - niet-symmetrisch - badspons

- een skelet van stevige hoornvezels tussen de cellen

- zitten vast op de bodem van de zee

• Holtedieren - veelzijdig symmetTisch (op rneerdere manieren in twee ongeveer gelijke helften te verdelen) - kwal

- meestal geen skelet - zeeanemoon

- leven in het water

- vangen hun prooi met terrtakels (vangarmen)

• Worm en - tweezijdig symmetrisch (cp slechts een manier in twee ongeveer gelijke helften te verdelen) -lintworm

- geen skelet - spoelworrn

- het lichaam is lang en dun - regenworm

· Weekdieren - tweezijdig symmetrisch 1 - inktvis- meestal een schelp of huisje als skelet - mossel

- slak

• Geleedpotigen - tweezijdig symmetrisch - dutzendpoot

- een uitwendig skelet (pantser) - krab

- groei is al leen mogelijk ti jdens vervellingen - spin

- gelede poten - vlieg

I - het lichaam bestaat (voor een deel) utt segmenten

I · Stekelhuidigen - veelzijdig symmetrisch - zee-egel- inwendig skelet van kalk - zeester

- de huid is bedekt met stekels ofknobbels

• Gewervelden - tweezijdig symmetrisch - kikker

- een inwendig skelet met een wervelkolorn - slang

-zwaluw

,I

Je moet de afdeling van de qeleedpotiqen kunnen indelen in vier

groepen. Van elke groep moet je kenmerken en voorbeelden kunnen

noemen.

Groep Kenmerken Voorbeelden• Duizcndpoten - het gehele lichaam bestaat uit segmenten - miljoenpoot

- aan elk segment zitten poten - reuzenduizendpoot

• Kreeftachtigen -10of meer poten - garnaal

- rivierkreeft

• Spinachtigen - 8 poten - hooiwagen

- krutsspin

· Insecten - 6 poten - Kever

- kop, borststuk en achterlijf -mier

- aan het borststuk zitten poten en meestal ook vleugels - vlinder

Page 9: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 9/46

Ie moei de afdeiing van de qewervelden kunnen indelen in vij! groepen.

\fan elke groep moet ie kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.

IGroep I Kenmerken I Voorbeelden

I

I · Vissen 1 - huid bedekt met schubben en slijm

-_j-:::,~qI

- koudbloedtq

- ademhaling met kieuwen - kabeljauw

I

- voortplanting: eieren zonder schaal - schol

-; milieu: in het water - snoek

· Amfibieen - huid bedekt met slijm - kikker

- koudbloedig -pad

- ademhaling eerst met kieuwen en huid, later met longen en huid - salamander

, voortplanting: eieren zonder schaal

I - milieu: in het water en op het land

It,

~eptielen - huid bedekt met droge schubben - hagedis

I- koudbloedig - krokodil

- ademhaling met longen - ringslang

- voortplanting: eieren met leerachtige schaal I - schildpad- milieu: op het land I

· Vogels - huid bedekt met veren - buizerd

Iwarmbloedig -fuut

- ademhaling met longen -merel Ii - voortplanting: eieren met kalkschaal -uil

~: Zoogdieren

- milieu: in de lucht -zwaluw

- huid bedekt met haren 1 - hcnd

I

- warmbloedig - olifant

- ademhaling met longen -walvis

- voortplanting: levendbarend -wolf

I - milieu: op het land - zeehond

Ie moet een determineertabel van orqanismen kunnen qebruiken.

llER EN EN W ERK EN

Je hebt bepaald naar welke caieqorie van opleidinqen en beroepen die

met bioloqie te maken hebben.je interesse uiiqaai.

Ie hebt beschreven waarom bepaalde opletdinqen en beroepen je aan-

spreken.

Over deze vaardiqheden en over leren en werken zijn geen vraqen opge-

men in de diaqnosiische ioets.

Page 10: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 10/46

moet het doel en hei verloop van reductiedelinq (meiose) kunnen

ichrijven.

Doel: de vorminq van qeslachtscellen uit moederceilen.

- Bij reducttedelinq wordt het aanial chromosomen per celkem vermin-

derd tot de heljt.

- In qestacntscellen komen de chromosomen enkelvoudiq voor.

vetloop.

Voor de reductiedelinq zijn de chromosomen draadvormiq en niei

zichtbaar.

De chromosomen komen in paren voor.De chromosomen spiraliseren en worden daardoor zichibaar.

De twee chromosomen van een paar qaan tegenover elkaar liggen in

het midden van de eel.

- De twee chromosomen van elk paar gaan uit elkaar.

- Erontstaan twee kernen en twee dochtercel/en.

Elke dochtercel [qeslachtscel) bevai de heljt van hei aantal chromoso-

men van de moedercel.

- De chromosomen worden weer draadvorminq. Hierdoor zijn ze niet

meer zichtbaar.

noet de delen van hei voortplantinqsstelsel van een man kunnenmen met hun [unciies en kenmerken.

Teelballen (testes): produceren zaadcellen (spermaceilen) en mannelijk

qeslachtshorrnoon.

- -Bijde productie van zaadcellen vindi reduciiedelinq plaais.

'3ijballen:tijdelijk opslaan van zaadcellen.

'3alzak:huidplooi waarin ieelballen en bijballen liggen.

De iemperatuur in de batzak is ieis lager dan die in de buikholte. Oat

isgunstig voor de oniwikkelinq van zaadcellen.

Zaadleiders (spermaleiders): vervoeren zaadcellen.

Iaadblaasjes: voegen vocht toe waardoor zaadcellen beter gaan bewe-

len.

»rostaat: voegt vocht toe met voedinqsstoffen voor de zaadcellen.

Irinebuis: vervoeren urine en sperma.

- Sperma besiaat uit zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en de

prosiaat.

'enis: inbrenqen van sperma in een vagina.

Zwellichamen: brenqen de penis in erectie.

Eikel:vanqi prikkels op die kunnen leiden tot een orqasme.

Voorhuid: huidplooi om de eikel.

. !

Page 11: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 11/46

Je moe t de delen va n hei voortplaniinqsscelsel van een vrouw kunnen

noemen met hun funct ies en kenmerken.

E ie rs to kk en (o va ri a): p ro du ce re n ei ce lt en e n v ro uw el ijk e q es la ch ts ho rm o -

nen.

B ij de p ro duct ie van eicel len vind i reduci iedel inq plao is.

- B l j de geboorte z ijn in de eierstokken reeds a ile cellen aanw ez iq d ie

z ich to t eicel kunn en on tw ikkelen .

- Eicellen ontwikkelen zich in follikels.

T re ch te rs : e ic el le n o p va ng en die uii d e e ie rs io kk en v ri jk om en .

E i te id er s. v er vo er en e ic el le n.

B aa rm oed er (u ter us ): hi er in vtndi de on tw ikkel ing van een em bryo

plaats.

- De baarmoeder heeft een dikke qespierde w and , die m et sl ijm vl ies is

bekleed.

V a g in a ( sc he de ).

- f{ier in ko~t het sperma bi] qesiach tsqerneenscnap.

Bij m enstruat ie w orden stukjes baarm oederst ijm vlies, sl i jm en bloed

via d e v ag in a ve rw ijd e r d.

- B ij de geboorte komi het kind via de vagina ter w ereld .

Clitoris (kittelaar): vanqi p rikkels op die kunnen leid en to t een orgasm e.

K leine schaam ttppen . produceren van sl i jm , waardoor de toeqanq to t de

vag in a glad w ordt .

G ro te sc ti aa ml ip pen : l ig gen om de kleine schaam lippen heen .

Maagdenvl ies: sluit: d e v ag in a qedeelteiij): af

Je moet de kenmerken va n zaadcellen en eiceilen kunnen noemen.

Eicellenaadcellen

- erg klein _ in verhoudinq groot' -_ .' -~- , ,_ .. . .. . ,.>~>.-.< ••

- kunnen nict zclf beweqen

.: "b~~'a:tten veel reservevoedsel

= : meestal een ei~~iper vierw~k~~'

_ kunnen zelf beweqen [~~te ;we~r~1:~'a;ir'• , _ • ,< " - ~ .~ '-• , _ ,

-. bev~tt:~ geen Te.serve~~e.dsel.

- vele miljoenen per zaadlozing

le moet prim a ire en secundaire qeslachiskenmerken kunnen noemen

bi] jonqens en bij meisjes.

P rim aire gesla chtskenm erken z ijn reeds bi] de geboorte a anw ez iq.

B ij jon qens. o .a . balz ak en p en is.

B lj m eisjes. o .a . schaam lip pen en vagina .

Secundaire qesiacn tskenm etken ontstaan in de puberieit o nd er i nv lo ed

van qes lach i shormonen .

B ij jonqens. onder invloed van het m annel ijk geslach tshorm oon o.a.

een z waardere stem , z waardere sp ieren , baardgroei en haarqroei in

de schaam streek, in de oksels en vaak ook op de borst .

B i j m eisjes. onder invloed van vrouw eli jke geslachtshorm onen o.a.

b or st on tw ik ke li ng , h aa rq ro ei in de schaam streek en in d e o ksel s, b re-

d er e h eu pe n en r o nd e re l i ch aamsv ormen.

Page 12: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 12/46

SamenvaHin9 Vo(')rtplal'lUng en ont w ik k e l t n q...............

~moet de processen tijdens de mensiruaiiecyclus kunnen beschrtjven.

De menstruaiiecyclus begint met de eerste daq van de menstruatie.

Aan het begin van de menstruatiecyclus:follikelrijping in de eiersiokken

(vanaf de puberteit tot aan de overqanq}.

- Onder invloed van een hypofysehormoon wordenfollikels qroier en

ontstaan er holten in, gevuld met vocht.

- Cellen uii de wand van de rijpende follikels produceren vrouwelijke

qesiachtshormonen.

- Onder invloed van het vrouwelijke qestachtshormonen wordt het

baarmoedersliimviies dikker en bevat het veel bloedvaten.

Halverwege de menstruaiiecyclus. ovulatie.

- Onder invloed van ee n hypofysehormoon neemt een ri jp e follikel veel

vocht op en barst open.

- Ovulaiie: de rijpe eicel komt vrij.

- Vindt binnen 12 uur qeen bevruchtinq plaais, dan qaat de eicel te

qronde en worden de resien in hei bloed opgenomen.

Na de ovulaiie.

- Uit het in de eierstok achierqebieven follikelweefsel wordt het qele

lichaam gevormd.

- Het qele lichaam produceert hormonen (o.a.qestachtshormonen),

waardoor hei baarmoedersliimvlies noq dikker wordt en voedinqs-

stoffen voor het embryo qaai afscheiden.

Aan het eind van de menstruatiecyclus.- Het qele lichaam beqini af te sierven, waardoor er te weiniq hormo-

nen worden qeproduceerd om het baarmoederslijmvlies in stand te

houden.

- fr treedt menstruatie op: een deel van hei baarmoederslijmvlies

wordt afqestoien ( 1 4 daqen na de ovulatie).

- De menstruatiecyclus begint opnieuw.

~

Je moet kunnen beschrijven welke veranderinqen er na bevruchiinq

opireden in de mensiruaiiecyclus.

Gesiachtsqemeenschap in de petiode van 3 daqen voor de ovulatie tot

een halve daq na de ovulatie kan ieiden tot bevruchting.

- fen onbevruchte eicel blijft na de ovulatie slechts 12 uur in leven.

- fen zaadcel kan in het lichaam van een vrouw 3 daqen in leven blij-

yen.

Bevruchtinq: de kern van de eicel versmelt met de kern van een zaadcel.

- Als de kop van een zaadcel is binnenqedronqen wordt de buitenste

laaq van de eicel ondoordrinqbaar voor andere zaadceilen.

- Bevruchiinq vindt plaais in een eileider.

- De bevruchte eicel deelt zich een aantal keren. Er ontstaat een klomp-

je cellen.

lrmestelinq: het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies

(5tot 7 daqen na de ovulaiie}.

Page 13: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 13/46

Zwanqerschap.

- Het gele lichaam blijft in stand en b17jfthormonen produceren.

- Het baatmoederslijmvlies blijft dik en klierrij"k.Ertreedt qeen

menstruatie op.

- Er njpen qeen nieuwe jollikels in de eierstokken en er vindi qeen

ovulaiie piaais.

s a m e n v a t t t n V c c r t p l a n t t n g en e n tw t k k e H n q

i', i

Ie moet oorzaken kunnen noemen van verminderde vruchibaarheid en

manieren l<unnen beschrijven om ongewenste kinderloosheid op te

heffen.

Verminderde vruchtbaarheid: een paar siaaqi er niet in binnen een jaar

een zwanqerschap te realiseren.Bij mannen neemt zowel de hoeveelheid als de kwaliteit van het sper-

ma af. Mogelijke oorzaak. een zitiende levenswijze.

Bij vrouwen neemt de vruchtbaarheid af; doordai ze op steeds laiere

leeftijd hun eerste kind willen.

- Bepaalde stoffen in het milieu verminderen de vruchtbaarheid, door-

dat ze hormconversiorend werken.

Kunstmatige inseminatie. kan zwangerschap veroorzaken als de man

onvruchtbaar is.

- Bij een vrouw wordt sperma tnqebrachi van een andere (onbeketide]

man. Dtt sperma is verkregen via een spermabank.

ln-vitroferiilisatte (IVF):kan zwanqerschap veroorzaken als de vrouw

onvruchibaar is, bijv. door verstopping van de eiieiders.

- Van de vrouw worden operatief eiceilen weqqehaatd. In een voediriqs-

oplossinq vinden bevruchiinq en de eerste ontwikkeling plaats.

- Om een qroiere kans op een qeslaaqde inesielinq te verkrijqen worden

twee klompjes cellen in de baarmoeder inqebrachi (qeimplanteerd}.

Je moet de embryonate ontwikkeling kunnen beschrijven.

In een eiieider ontwikkelt een bevruchte eicei zich tot een klompje cellen.

- Hierbij vindi nog geen qroei plaais.

Innesteling in het baarmoedersiiimvlies.

- Het embryo neemt zuurstoj en voedinqsstoffen op uit het baar-

moederslijmvlies.

Vorming van de placenta (bestaat gedeeltelijk uit weejsels van de moeder

en gedeeltelijk uit weejsels van het embryo).

- Het bloed van de moeder stroomt vlak langs hei bloed van hei

embryo, maar blijft ervan qescheiden.

- Zuurstoj en voedingsstoffen (o.a.glucose) gaan van het bloed van de

moeder naar het bloed van het embryo.

- Koolstojdioxide en andere ajvalstoffen qaan van het bloed van het

embryo naar hei bloed van de moeder.

- Ook ziekieverwekkers, sommiqe qeneesmiddelen, alcohol, nicotine en

drugs kunnen door de vliezen in de placenta heen.

Page 14: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 14/46

Vorming van twee vruchivliezen en vruchtwater (weefsels van het

embryo).

- Functie: bescherminq tegen sioten, tegen uiidroqinq en tegen wisse-

linqen van de temperatuur. Bovendien kan het embryo zich in het

vruchiwater gemakkelijk bewegen.

Navelsirenq (weefsels van het embryo).

- Navelstrenqslaqaders (van het embryo naar de placenta): hierdoor

stroomt bloed dai rijk is aan koolsiofdioxide en andere afvalstoffen.

- Navelstrenqader tvan de placenta naar het embryo): hierdoor stroomt

bloed dat rijk is aan zuursiof en voedinqsstoffen.

vanafde derde maand wordt het embryo foetus qenoemd.

- Bi]een embryo offoetus werken hersenen, spieren, hart en bloedvaten

at .

~~

? moet drie [asen bij de geboorte kunnen noemen met de kenmerken.

Ontsluitinq.

- Degeboorte beqint met weeen (samentrekkinqen van spieren in de

baarmoederwand).

- Het onderste deel van de baarmoederwand en de baarmoederhals

worden rond het hoofdje van defoetus getrokken (indalinq).

- De opening in de baarmoederhals wordt qroier, de vruchivliezen bre-

ken en hei vruchiwaier vloeii weg.

Uitdrijvinq.

- Door persweeen tkrachiiqe weeen waarbi] ook spieren in de buikwand

z tch samentrekken) komt hei kind ter wereld.

- De navelstrenq wordt afqeklemd en doorgeknipt.

- Bij de baby beqinnen de orqanen voor ademhalinq, vertering en uii-

scheidinq te werken. (De voortplantinqsorqanen beqinnen pas in de

puberteit te werken.)

Nageboorte.

- De placenta, de resten van de navelstrenq en de vrucbivliezen worden

uiiqedreven.

~moet de levensfasen van de mens kunnen noemen met de qemiddel-

'e leejtijden en met voorbeelden van oniwikkelinq.

Baby: van 0 tot 1 7/2jaar.

- fen baby leert o.a.z iiten, staan, Iopen, met zijn voetjes spelen, blokjes

oppakken en reageren op andere mensen.

Peuter: van 11/2 tot 4 jaar.

- fen peuter leert o.a. traplopen, tegen een bal schoppen, een torenije

bouwen, met een lepel eten en praten.

Kleuier. van 4 tot 6jaar.

- fen kleuter leert o.a.fietsen, klimmen, iekenen, veters sirikkenen met

andere kinderen spelen.

Schoolkind: van 6 tot 12 jaar.

- fen schoolkind leert o.a. lezen, schrijven en rekenen.

Page 15: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 15/46

Puber: van 12 tot 16 jaar.

- In de puberteii beqinnen de voortplantingsorganen ie functioneren

to.iv. hormonen uit de hypofyse) en komen de secundaire qeslachts-

kenmerken tot ontwikkeling (o.i.v. geslachtshormonen).

Adolescent: van 16 tot 21 [aar.

- Een adolescent leeri qeheei zeljstandig te worden.

Volwassene: van 21 tot 65 [aar.

- Veel volwassenen knjgen kinderen.

Bejaarde. boven 65 [aar.

- VeeI bejaarden krijgen op laiere leejtijd lichamelijke of geestelijke

qebreken en hebben verzorqinq nodiq.

Je moet ziekieverschijnselen, besmeitinqswijren en qenezinqsmoqeliik-

heden kunnen noemen van seksueel overdraaqbare aandoeninqen.

Conorroe (druiper}.

- Ziekieverschiinselen: er komt slijm en etter uii de penis of vagina en

hei urineren kan pijn doen.

- Besmettingswijze: door bacierien, via intiem lichamelijk contact met

een besmetie persoon.

Genezinqsmoqeiiikheden: door een tijdige behandeling met penicil-

line.

Syfilis.

- Ziekieverschijnseten: eerst een zweertje aan de qeslachtsorqanen,

mond, tong of anus; later verlamminqen en geestelijke achieruitqanq.- Besmettinqswijze: door bacierien, via intiem lichamelijk contact met

een besmette persoon.

- Cenezingsmogelijkheden: door een tijdige behandettnq met penicit-

line.

Chlamydia.

- Ziekteverschijnselen. vaak afwezig,- soms een waterige afscheiding uit

de urinebuis of vagina, of bloedverltes uit de vagina.

- Besmeitinqswijze: door bacierien, via intiem lichamelijk contact met

een besmette persoon.

- Genezinqsmoqeiijkheden. door behandeiinq met penicitline.

Candida.

- verschijnselen: een jeukende ontsteking met veel afscheiding uit:devagina ('witte vloed').

- Besmettingswijze: door scbimmels, via intiem lichamelJjk contact met

een besmette persoon.

- Genezinqsmoqelijkheden: door oehandetinq met medicijnen.

Aids: een aantasting van het afweersysteem tegen ziekteverwekkers.

- Ziekteverschtinselen. geen specifieke.

- Besmettingswijze: door het aids-virus (HIV),via het binnenkrijgen van

bleed, sperma, vaqinaal vochi, voorvocht of moedermelk van een

besmette persoon. Besmetting gebeurt vooral door qestachtsoemeen-

schap of doordai meerdere druggebruikers dezeljde spuiien of naal-

den qebruiken.

- Genezinosmoqeiiikheden: geen.

Page 16: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 16/46

Jemoei meihoden van qeboortereqelinq kunnen beschrijven en de

betrouwbaarheid ervan kunnen aangeven.

Geboortereqelinq (anticonceptie). een vrouw bepaali (meestal samen met

een man) of zij een kind wil of niet.

Periodieke onihoudinq met temperaiuurmeiinq: geen qeslachisqemeen-

schap in de vruchibare periode rond de ovulatie.

- ledere morgen neemt de vrouw op hetzelfde tijdstip haar lichaams-

temperatuur op. Als de lichaamstemperatuur qemiddeld 0,3 D C hoqer

wordt, heejt ovulatie piaaisqevonden.

- Ergonbetrouwbaar, omdat de lichaamstemperatuur ook hoqer kan

worden door bijv. een infectie.

Coitus interruptus: de man trekt zijn penis net voor de zaadlozinq uit: de

vagina ieruq.

- Ergonbetrouwbaar. omdai in het voorvocht v66r de zaadlozinq zaad-

cellen kunnen voorkomen.

Depil: wordt dagelijks inqenomen door de vrouw.

- De pit bevai hormonen waardoor qeen follikelrtjpinq, qeen ovulatie en

qeen innestelinq plaatsvindi. Bovendien wordt een slijmprop in de

baarmoederhals ondoordrinqbaar voor zaadcellen.

- Zeer betrouwbaar.

- Deprikpil wordt om de drie maanden qeinjecieerd.

Condoom. een hoesje van rubber wordt om de penis geschoven (een

vrouwencondoom wordt in de vagina aanqebracht).

- Een condoom verhindert dai er sperma in de vagina komt en biedibescherminq tegen het overbrenqen van ziekievervvekkers (o.a. het

aids-virus).

- Beirouwbaar.

Pessarium. een rubber koepelije dekt de baarmoedermond af.

- Een pessarium moet minsiens 8 uur na de qeslachtsqemeenschap op

zijn plaais blijven zitien.

- AIleen beirouwbaar als het is inqesmeerd met een zaaddodend mid-

del.

Zaaddodende middelen (scbuimtabletten, spuitbussen, pasta's): vormen

een hindernis voor zaadcellen.

- Onbetrouwbaar, maar ze verhoqen weI de beirouwbaarheid van con-

doom of pessarium.

Spiraatije tankertje}: wordt in de baarmoeder aanqebracht en kan qedu-

rende eenjaar of vijf de zwanqerschap verhinderen.

- Zeer beirouwbaar.

Sterilisatie: de man of vrouw wordt onvruchtbaar qemaaki doordat

zaadleiders of eileiders worden onderbroken.

- Na sterilisaiie gaan alle[undies die met de mensiruatiecyclus en

seksualiieit te maken hebben, gewoon door.

- Zeer beirouwbaar.

Page 17: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 17/46

Je moei noodmaaireqelen tegen onqewensie zwanqerschap kunnen

noemen.

De 'morninq-afterpii': bevat een hoge concentratie hormonen (tot 36 uur

na de geslachtsgemeenschap).

Overtijdbehandeling: de baarmoeder wordt schoongemaakt en leeq-

gezogen (ongeveer twee weken na het uitblijven van de mensiruatie).

Abortus: met een zuigpompje wordt het baarmoederslijmvlies met het

embryo via de baarmoedermond weggezogen (tot de 13eweek van de

zwangerschap).

I.EREN EN WERKEN- le hebt informaiie gekregen over het beroep van kraamverzorqende.

Over deze vaardtqheden en over leren en werken ziin qeen vraqen

opgenomen in de diaqnostische toets.

Page 18: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 18/46

urineblaas

penis

eileider

bevruchting

ovulatie

innesteling

verdikte slijmvlieslaag

baarmoederwand

baarmoederhals

zaadblaasje

prostaat

zaadleider

zwellichaam

urinebuisbijbal

teelbal

balzak

eike] voorhuid

baarmoeder

ei1eider

eierstoK

urineblaas

urinebuis

vagina

Page 19: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 19/46

follikel

eicel wordt niet

bevrucht

~ gele lichaam

C@®hormonen

gaat t e g ra nd e

process en in ee n eierstok G ) 0 o o

processen in het baarmoeder-

slijmvlies als e r g ee n zwanger-

schap optreedt

hormonen

J \,~! . L

menstruatie ovulatie menstruatie

rijpende follikels

rijpe follikels

holte gevult met vocht

eicel

ovulatie

gele lichaam

Page 20: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 20/46

Je moei kunnen omschrijven wat een genotype, wat een [enoiype en

wat een gen is.

Genotype: de informatie voor de erjelijke eiqenschappen van een orqanis-

me.

- Deze tnformatie liqt in de chromosomen in de kern van elke lichaams-

eel.

- Het genotype is hei qeheel van qenen dai in een celkern aanweziq is.

- Het genotype van een orqanisme ligt vast op bet moment van

bevruchtinq.

Fenoiype. het uiterliik (de zichibare eiqenschappen} van een orqanisme.

- Het [enoiype komt tot stand door hei genotype en door invloeden uit

het milieu.

Gen: een deel van een chromosoom dai de informatte bevat voor een

erjelijke eiqenschap.

- fen chromosoom bevat vele genen.

- In lichaamscellen komen qenen in paren voor.

- In qestachiscellen komen qenen enkelvoudiq voor.

Ie moet kunnen beschrijven op welke wijze de qeslachtschromosomen

hei qeslacht van een mens bepalen.

Bi] de mens komen in e en l ic ha am sc el 23 p aa r c hr om o som en voor.

- 22 paar 'qewone' chromosomen,

- 7 paar qeslachtschromosomen.

Bij de mens komen in een geslachtscel 23 chromosomen voor:

- 22 'qewone' chromosomen,

7 qeslachtschromosoom.

De qeslachtschromosomen bepalen oj iemand een man oj een vrouw is.

- Ook beinvloeden ze de qehaltes aan mannetijke en vrouwelijke

qeslachtshormonen in het bloed.

Bij een man (d'):

- in een lichaamscel 2 onqelijk» qeslachtschromosomen (XY);

- in een zaadcel een x-chromosoom of een Y-chromosoom.

Bij een vrouw (9):- in een lichaamscel 2 gelijke qeslachischromosomen (XX);

- in een eicel een X-chromosoom.

Hei:qesiachi van een mens wordt bepaald op hei moment van bevruch-

tinq. Dezaadcel bepaalt hei qeslachi:

- een meisje onistaat als een eicel (met een X-chromosoom) wordt

bevrucht door een zaadcel met een X-chromoscom:

- een jonqen onistaai als een eicel (met een X-chromosoom) wordt

bevrucht door een zaadcel met een Y-chromosoom.

Page 21: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 21/46

eicelkern en een zaadcelkern.

Kruisinqsschema van een kruisinq.

- p AA x aa

- ges/achtsceJ/en A a.F, Aa

Aa x Aa

- qesiachtscellen A oja A oja

s a m e n v a t t t n q IEdeH]"kheid. . . .. .

Je moet kunnen beschrijven hoe een twee-eiiqe tweeTing en hoe eeneeneiiqe tweeTing ontstaat.

fen twee-eiiqe tweeling ontstaat als twee eiceilen worden bevrucht.

- Bij de bevruchiinq zijn twee zaadcellen betrokken.

- fen twee-eiiqe tweeling kan van hetzeljde qeslacht zijn, maar kan ook

van verschillend qeslacht zijn.

fen eeneiiqe tweeling ontstaat uit een bevruchie eiee/.

- Bij de bevruchting is een zaadcel betrokken.

- Tijdens de eerste deiiriqen van de bevruchte eieel laien cellen van

elkaar los.

- fen eeneiiqe tweeling is altijd van hetzelfde qeslacht.

Je moet kunnen omschrijven wat homozyqoot, heierozyqoot, dominant

en recessief beiekeni.

Homozygoot: het qenenpaar voor een eiqenschap besiaai uit twee gelijke

qenen.

Heterozyqooi: het qenenpaar voor een eiqenschap bestaat uit twee onqe-

IJjkegenen.

Dominant gen: een gen dat attijd tot uitinq komi in bet jenotype.

- fen dominant gen wordt aanqeqeven met een hoojdletter.

- Orqanisrnen waarbij een dominant qen tot uiiinq komi in hei jenoty

pe, kunnen homozygoot oj heterozygoot zijn voor deze eiqenschap.

Recessief gen: een qe n dai aileen tot uiting komt in het jenotype, als er

qeen dominant gen aanweziq is.

- fen recessiej gen wordt aangegeven met een kleine letter.

- Organism en waarbij een recessief gen tot uiting komt in het fenoiy-

p e, z ijn homozygoot voor deze eiqenschap.

Je moet een kruisinqsschema op kunnen siellen.

In een kruisinqsschema worden de qeneraties aangegeven met letters.

- P : de ouders,

- F , : de eersie qeneraiie nakomelinqen,

- F2: de generatie nakomelinqen die ontstaat door onderlinq voortpla:

ten van F,-individuen.

Het opstetlen van een kruisinqsscbema.

- Geej de genotypen van de ouders in een kruising weer.

- Stel vast welke qenen de qeslachtscellen van beide ouders kunnen

bevatten.

- Ga na welke moqelijkheden er bestaan voor de versmelting van een

Page 22: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 22/46

- F 2

A Aa

a

a aa

- verhoudinq in de F2•

qenoiypen.

AA:Aa: aa = 1: 2: 1;

fenoiypen.

jenotype waarbtj het dominanie qen tot uitinq komi.fenotype waar-

bij het recessieve qen tot uitinq komt =3: 1.

Je moet bij een gegeven kruisinq qenotypen en [enoiypen van ouders

en/of nakornelinqen kunnen afleiden.

PiAa x aa.

verhoudinq in de F,.

- qenotypen.

Aa: aa = 1: 1;

- jenotypen.

jenotype waarbij het dominante qen tot uitinq komt.fenoiype waar-

bij het recessieve qen tot uitinq komi = 1 : 1 .

P:AaxAa.

verhoudtnq in de F,.

- qenoiypen.

AA:Aa: aa = 1: 2 : 1;

- fenotypen.

jenotype waarbij het dominanie qen tot uitinq komi.fenoiype waar-bij het recessieve gen tot uitinq komi = 3: 1.

le moei uit een qeqeven siamboom af kunnen leiden welke qenotypen

de tndividuen hebben en welk gen dominant is en welk gen recessief.

Als twee ouders met gelijkjenotype een nakomelinq krijgen met een

afwijkend fenotype, zijn beide ouders heterozygoot voor deze eiqenschap

(A a).

- De nakomelinq is dan homozyqoot recessiefvoor deze eiqenschap

(aa ) .

Je moet kunnen beschrijven wat qeslachtelijke voortplantinq, wat

onqeslachtetijke voortplantinq en wat veredelinq is.

Bij qeslachtelijke voortplantinq versmelien twee qeslachtscellen.

- Gesiachtscellen ontstaan door reductiedelinq. Hierbi] hebben de doch-

tercellen veel verschillende genotypen.

Welke qeslachtscellen bij bevruchtinq versmelien, is afhanketijk van

het toeval. Hierdoor ontstaan ielkens nieuwe qenoiypen.

- Bijqestachtetijke voortplantinq is het genotype van de nakome-

Iinqten) verschillend van dai van de ouder(s).

Page 23: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 23/46

Bij ongeslaehte17jke voortptantinq qroeii een dee! van een individu uit tot

een nieuw individu.

- Bijvoorbeeld: siekken (bij kamerpianten}, knolten (bij aardappelen}.

- Groei vindi plaais door gewone celdeiinq. Hierbij hebben de doehter-

cellen hetzelfde genotype al s de moedereel.

- Bij ongeslaehtelijke voortplanting is het genotype van de nakome-

ling(en) geli jk aan dai van de ouder(s).

veredeiinq. door kruisinqer. en kunstmaiiqe selectie probeert men een

combinaiie van gunstige eiqenscnappen in een nukomelinq te krijgen.

- Kunstmaiiqe selectie. uit een nokometinqschap worden aileen de indi-

viduen met de meest qunsiiqe erfelijke eiqenschappen gebruikt voor

verdere kruisinqen.

- Bij landbouwqewassen wordt na de veredeling meesial aileen noq

ongeslaehtelijke voortplanting ioeqepast.

Ie moet kunnen omschrijven wai een muiaiie is. 001<moet je kunnen

beschrijven hoe kanker ont-staat.

Mutatie: een plotseiinqe verandertnq van het genotype.

- Mutant: een individu waarbij een qemuteerd gen tot uitinq komt in

het fenotype.

Ais een mutatie optreedt in een liehaamseel, heeft dit meestal geen qevol-

gen.

- Het genotype van de andere lichaamscellen blijft ongewijzigd.

- Gemuteerde recessieve qenen komen niei tot uitinq in het fenotype.

Als een mutatie optreedt in een geslaehtseel, kan dit wei een grote uit-

werking hebben.

- Deze qeslachiscel moet dan betrokken Z1jn bi] bevruchtinq.

- Elke lichaamscet van de nakomeling bevai dan het gemuteerde gen.

Mutagene invloeden verhoqen de [tequentie waarmee mutaties plaats-

vinden.

- kortgolvige stralinq (bijv. radioactieve stratino, rontqensiralinq, of

ultra violette stralinq in zonlicht};

- bepaaide chemische stoffen (bijv. stoffen in siqaretienrook, asbesi}.

Ontstaan van kanker. erqens in het licnaam gaat een eel zieh onqeremd

delen.

- Oorzaak: waarsehijnlijk door opgetreden mutaties in deze eel .

- Er ontstaat een gezwel en de bouw van het weefsel wordt verstoord.

- In dit stadium is qenezinq nog mogelijk.

Uiizaaiinq: cellen van het eerste gezwel komen in het bleed of in de lymj

tereeht.

- Deze cetlen veroorzaken in andere orqanen nieuwe gezwellen.

- Door uiiraaitnq wordt qenezinq heel moeili ik:

Page 24: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 24/46

·Ie moei siiuaiies kunnen noemen waarin hei verstandiq is een gene-

tisch advies in te winnen. Oak moet je meihoden van prenaiaal onder-

zoek kunnen beschrijven.

Genetisch advies. een etfelijkhetdsonderzoeker onderzoekt hoe groat de

kans is dat er kinderen worden qeboren met een erfelijke ziekte of afwij-

king.

- Man en vrouw kunnen daarna beslissen over een eventuele zwanger-

schap.

fen qeneiisch advies is verstandiq voor iernand die tot een risicoqroep

behoort. Bijvoorbeeld als:

- er een erfelijke ziekie in de[amilie voorkomt,- een vrouw al enkele malen een miskraam heeft qehad,

- man ofvrouw heeft blooiqestaan aan radioaciieve stralinq.

Prenaiaal onderzoek: v66r de qeboorie wordt onderzochi of een kind een

ziekie of afwijking heeft:

Echoscopie: door middel van qeluidsqolven wordt het embryo zicht-

baar qemaaki op een scherm.

- Vlokkentest: er wordt wat weefsel uii de placenta weqqehaald. Van

cellen van het embryo worden de chromosomen onderzochi.

- vruchtwaterpunctie. er wordt wat vruchtwater met cellen van defoe-

tus uit de baarmoeder weqqehaald. Hiervan worden de chromosomen

onderzocht.

Bijeen ernsiiqe ziekte of afwijkinq kunnen de ouders abortus overweqen.

Ie moet voorbeelden van toepassinqen van bioiechnoloqie kunnen

noemen.

Bioiechnoloqie: orqanismen worden qebruiki am op qrote schaal produc-

ten te vervaardiqen voor de mens.

- Biotechnoloqie wordt ioeqepast bij de productie van voedinqsmidde-

len, horrnonen en qeneesmiddelen.

voorbeelden van biotechnoloqie waarbij de erfelijke eiqenschappen van

orqanismen niei worden veranderd.

- qisten worden qebruiki bij de productie van brood, bier en wijn,

- bacterien worden qebruiki bij de productie van yoghurt en zuurkool.

Geneiische modificatie: de mens veranderi de erfelijke eiqenschappen

van andere soorten orqanismen.

Recombinant-Dtto-technieken: in hei DNA van een orqanisme wordt

nieuwe erfelijke irforrnatie aanqebrachi (bijvoorbeeld DNA afkomsiiq

van een ander soort orqanisrne).

- De veranderde orqanismen kunnen voor de mens nieuwe of qoed-

kopere voedinqsmiddelen, horrnonen of qeneesmiddelen produceren.

- Voorbeeld: bacierien produceren bet hormoon insuline, doordai het

gen van de mens voor de produciie van insuline is inqebrachi in de

bacterien.

k h e id

Page 25: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 25/46

K io ne re n: m et spectate m etho den w orden dieren on geslachtel i jk voo rtge-

pla nt . B ij ko eien w ordt d ft to egepa st om veel kalveren m et een gu nst ig

g en ty pe t e v er kr fjg en .

_ U ft een superkoe naal: men het klompje cel len weg, da t u i t een

b evru ch te ei cel i s o nt sta an .

_ D it klompje cei len wordt gesp l i tst in a fzonderl i jke cetten, d ie elk urt-

groeien to t klo mpjes cei len.

_ Deze klompjes cel len worden in d ra agko ei en t nq eb ra cht (q ei mp ta n-

teerd).

_ De klompjes cel ien qroeien ui t to t ka lveren, d ie ai le hetz el fde geno-

t yp e h eb be n.

M i sd aa db es tri jd in g d oo r DNA-o nd er zo ek .

- leder mens heeft z i jn eiqen , un teke DNA._ A is op de p laa ts van een m isdrij] huidschi l fers, haren , sperm a of bloe

w ord t aangetro ffen, wordt hei D NA hieru i t onderz ocht.

_ D it DNA wordt vergeleken m et het DNA van verdachte personen .

.SamenllaHillg ErfeHjkheid

LER EN EN W ER KEN

_ Je hebt in form atie qekreqen over het beroep van veehouder.

Over deze vaardiqheden en over leren en werken ziin geen vraqen op~

nomen in de diaqnostische toets.

Page 26: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 26/46

Je rnoet de delen en de [unciies van net zenuwsielsel kunnen r i

Delen van hetzenuwstelsel:

- het centrale zenuwstelsel: grate hersenen, kleine hersenen, h

siam en ruggenmerg;

- zenuwen.

Funciies van het zenuwstelsel.

Verwerken van impulsen afkomstiq van ziniuiqen. In zintuii

ontstaan impulsen (een soort elektrische siqnalen) onder in

prikkels.

- fen prikkel is een invloed uit het milieu op een orqanisme.

- Regelen van de werking van spieren en klieren.

i

Ie moei in een afbeeldinq van een zenuwcel de delen kunnen b

men.

Cetlichaam met celkem.

Uiilopers:

- uiilopers die impulsen naar het cellichaam toe qeleiden,

- uiilopers die impulsen van het cellichaarn af qeleiden.

Je moet drie iypen zenuwcellen kunnen noemen met hun junekenrnerken.

Gevoelszenuwcellen.

- Funciie: impulsen qeleiden van zintuiqen naar het centrale

stelsel.

- De cellichamen liggen vlak bij hei centrale zenuwstelsel.

- Ze hebben een lange uitloper die impulsen naar het cellichc

qeleidt:

Bewegingszenuwcellen.

- Funciie. impulsen qeleiden van het centrale zenuwstelsel ri c

ofklieren.

- De cellichamen liqqen in het centrale zenuwstelsel.

- Ze hebben een lange uitloper die irnpulsen van hei cellichac

qeieidt:

Schakelcellen.

- Funciie: impulsen voortqeleiden binnen het centrale zenuw

(o.a. van qevoelszenuwcellen naar beweqinqszenuwcetlen).

- Ze tiqqen in hun qeheel in het centrale zenuwstelsel (in grot

hersenen, kleine hersenen, hersensiam en ruqqenmerq).

Page 27: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 27/46

Sam61'ivatHng Re q e l in q

Ie moe t kunnen omschrijven wat ee n zenuw is en drie t ypen z enuw enkunnen noemen met hun kenmerken.

men. Zenuw: een bundel u ii lopers van zenuwcel len , omgeven door een laaq

bindweefse l teen stev iqe laaq di e zorqi v oor be scherm i nq} .

ten- _ Elke ui t loper is omgeven door een iso lerend laagje .

Z en uw en v et bi nd en het centrale zenuwstelsel me t a il e l ic ha am sd el en .

- Weefse ls en orqanen in hoofd en hals z ijn door hersenz enuwen

verbo nden m et de hersen siam .

- Weefse ls en organen in romp en ledemaien z ijn d oo r r ug ge nm e rg s-

zenuwen verbonden met het ruqqenmerq.

l ien

ed van

T yp en z e nuwen :

- qevoelszenuwen bevaiten ai leen uitlopers va n qevoelszenuwcetlen,

- bew egingsz enuw en bevaiien ai leen ui t lopers van beweqinqszenuw-

cellen;

- qemenqde z enuwen bevatten uiilopers va n gevoelsz enuw cel len en

uiilopers va n beweqinqszenuwcellen.

Je moet delen van het ruggenmerg kunnen noemen met hun [unciies

e n k en rn er ke n.

Aan de ruqz i jde kom en qevoelsz enuw en het ruggenm erg binnen.

- De celichamen v an ge vo e ls z en uwcel l en tiqqen in verdikkinqen

(z enuw knopen) v lak b ij de rugz i jde van bet ruqqenmerq.

s en Aan de buikz i jde verlaien beweqinqszenuwen hei ruqqenmerq.In de schors (het buitenste gedee lte ) l igt de w it te sio].

- De wi t te sto f bevat uii lopers van scnaketce llen die van en naar de

lUW- h ers en en l op en .

In hei m erg (he t binnenste, v lindervorm ige gedee lte) l igt de grijz e sio].

- De grijz e sto f bevat ce ll icnamen van schake lcellen (aan de rugz ijde en

1 to e in he i m idden) en cellichamen v an beweg i ng s z en uwce l le n (aar: de

buikzijde).

F un ct ie s v an het ruggenmerg:

spierei qele iden van impulsen van zenuwen in romp en ledemaien naar de

h ers en en en o mq eke erd ;

- qeleiden va n impulsen in reflexboqen van romp en ledemaien.

af

lse]

Page 28: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 28/46

Je moet de delen van de hersenen kunnen noemen met hun fune

kenmerken.

Grote hersenen.

- Functies. het verwerken van impulsen afkomstig van zintuiqe

(bewuste gewaarwordingen) en het reqelen van gewilde beWf

(bewuste reacties).

- In de schors ligt de grijze stof cellichamen van schakelcellen.

- In het merg ligt de witte stof uitlopers van schaketcetten.

- Hersencentra: groepen cellichamen van schakelcellen in de h«

schors.

- In qevoelscenira (bijv.qehoorcentra, qezichtscentra) worden 1 :

komende impulsen verwerkt. De plaats waar impulsen aant«

worden verwerki, bepaali van welke prikkel je je bewust won

- In beweqinqscenira (bijv.schrijfcentra, spreekcentra) onistaa.

impulsen voor gewilde bewegingen (bewuste reaciies).

Kleine hersenen.

- Functie: hei coordineren van bewegingen (o.a. het handhave

even wicht).

- In de schors ligt de grijze stof cellichamen van scnakelcellen.

- In het merg ligt de witte stof uiilopers van schaketcellen.

Funciies van de hersensiam:

- qeleiden van impulsen van het ruqqenmerq naar de grote et

hersenen en omqekeerd, .

- qeleiden van impulsen van zenuwen in hoofd en hals naar G

en kleine hersenen en omqekeerd,

- qeleiden van impulsen in reflexboqen van hoofd en hals.

Medicijnen, alcohol en drugs beinvloeden de werking van de he

- Onder invloed van deze stoffen kunnen hei waarnemingsve;

en hei reaciievermoqen afnemen.

Ie moet defunciies van reflexen kunnen noemen en je moet e e

booq kunnen beschrijven.

Reflex: een vasie, snelle, onbewuste readie op een bepaalde pri.

- De snelheid is vaak nodiq om hei lichaarn te beschermen tebeschadiqinqen.

- Reflexen hebben een[unctie bij hei handhaven van bepaak

gen en bij beweqinqen van het lichaam.

Voorbeelden: terugtrek-(strek}reflex, kniepeesrejlex, ooqlidr.

reflex.

Reflexbooq. de weg die impulsen afteqqen bij een reflex.

- Onder invloed van prikkels ontstaan in zintuiqcelten impul

Via gevoelszenuwcellen worden de impulsen qeieid naar sc

in het ruggenmerg oj in de hersensiam.

- Schakelcellen qeleiden impulsen direct door naar beweqinc

cellen.

- Bewegingszenuwcellen qeleiden impulsen naar spiercellen

spieren zich samenirekken.

Page 29: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 29/46

s en'e moei de bouw en functie van het hormoonstelsel kunnen beschrijven

?n in een afbeelding de belanqrijkste hormoonklieren kunnen benoe-

'J1en.

Het hormoonstelsel bestaat uii hormoonklieren die hormonen produce-

Ilgen ren.

_ Hormoonklieren hebben geen afvoerbuis: hormonen worden afqe-

geven aan het bloed.

Hormonen reqelen de werkinq van weefsels en organen die er qevoe-

lig voor zijn.

- Hormonen zijn o.a. van invloed op de qroei en ontwikkeling, de stof-

wisselinq en de voortplantinq.

Ligging van de belangrijkste hormoonklieren.

- Hypofyse: onder teqen de hersenen aan, iussen de beide hersenhelften

.in.

- Schildklier: in de hals, voor het strottenhoofd, ieqen de luchtpijp aan.

- filandjes van ianqerhans: in de alvleesklier.

an he - Biinieren: als kapjes op de nieren.

- Eierstokken: in de buikholie.

~n-

:n en

- Teelballen: in de balzak.

eine e meet de werkinq kunnen beschrijven van hormonen uii de hypofyse,

lit de schildklier, uit de eilandies van Lanqerhans en uit de bijnieren.

rote De hypofyse produceert qroeihormoon en hormonen die de werkinq van

andere hormoonklieren beinvloeden.

- Groeihormoon stimuleert de qroei van de beenderen van het skelet.

,en. - fen hormoon uit de hypofyse stimuleeri de produciie van schildklier-

Jgen hormoon door de schitdkliet:

- Hormonen uii de hypofyse beinvloeden de eiersiokken en teelbailen.

De schildklier produceert schildkliernormoon.

- Schildklierhormoon beinvloedt de stofwisseling. Het stimuleeri de ver-

-efle» branding in cellen en de qroei en ontwikketinq.

- Voor de vorminq van schildklierhormoon is jood nodiq, bi] q ebrek aan

I. jood kan struma ontstaan.

De eilandjes van umqerhans produceren insuline en glucagon.

- lnsuline en glucagon reqelen het qtucoseqeholte van het bleed (de

ioudti bloedsuikerspieqei}. Het qtucoseqehalte wordt min of meer constant

qehouden.

)(,pup - Blj' een hoog qlucoseqehalte van hei bloed produceren de eilandies

van Lanqernans veel irisuiine. Onder invloed van insuline wordt in de

lever en in spieren glucose omqezei in glycogeen. Gtycoqeen wordt

opqeslaqen.

.etcell: - Bij een laaq glucosegehalte van het bloed produceren de eilandjes van

Lanqerhans veel glucagon. Onder invioed van glucagon wordt in de

-nuw- lever en in spieren qlycoqeen omgezet in glucose. De glucose wordt

opqenomen in het bioed.

ardoo - Suikerziekte (diabetes): er wordt te weiniq insuline qevormd, waar-

door hei qlucoseqehalte van het bloed te hooq wordt. Er wordt dan

glucose uitqescneiden met de urine.

Page 30: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 30/46

De bijnieren produceren adrenaline.

- Adrenaline komt vrtj bi] woede, angst en schrik. Het heeft e~koridurende werkinq.

Onder invloed van adrenaline wordt in de lever en in spierei

qeen omgezet in glucose. De glucose wordt opqenomen in h,

Hierdoor stijqt hei qlucoseqeholte van het bloed.I

Onder invloed van adrenaline worden de harts lag en adem),

sneld.

LER EN EN W ER K EN

- Je hebi informatie gekregen over het beroep van apothekersassisi

Over deze vaardiqheden en over leren en werken zijn qeen vrag!

nomen in de diaqnosiische ioets.

lk

Page 31: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 31/46

Afb. 21. De ligging van enkele belanqrijke hcrmoonklieren.

r

teelballen (testes)i

eilandjes van Langerhans

in de alvleesklier

irugzijde

,----- zenuwknoop

r-r-r--r-r-r-: gevoelszenuwcel

ihuidzintuig

ruggenmergszenuw

bewegingszenuwcel

Afb.4. Typen zenuwcellen (schernatisch).

huidzintuig centraal zenuwstelsel

bewegingszenuwcel

uitloper

Page 32: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 32/46

Je moet de werkinq van zintuiqen kunnen beschrijven. Oak moet je de

zintuiqen kunnen noemen met de plaais van Jigging en de adequate

prikkels.

fen ziniuiq is een orgaan dat reaqeeri op prikkels.

Prikkel:een invloed uit hei milieu op een orqanisme.

In zintuiqen ontstaan onder invloed van prikkei: impulsen.

Drempelwaarde: de kleinste prtkkelsierkte die ee n im pu ls veroorzaaki.

Adequate prikkel: hei type prikke i waar e en z tn tu iq ce l speciaal qevoel iq

voor is.

Voor deze prikkel heefi de zintuiqcel een laqe drempelwaarde.

De drernpe iwaarde is nie t aliijd even hoog.

Gewenntnq: wanneer een prikkel eniqe tijd aanhoudt, ontstaan in de

ziniuiqcellen minder impulsen.

De motivatie beinvloedt de drempelwaarde.

Zintuigen Ligging Adequate prikkel

-gezicbtszinl1,!ige!1 ,

-gehoorzintuigen

- evenwichtszintuigen

- reukzintuig

- smaakzintuigen

- warmtezintuigen

- koudezintuigen- drukzintuigen

- tastzintuigen

-:,,in ,d.~~gel!

- indeoren

- in de oren

- in de neus

- in de tong

- in de huid

- in de huid- in de huid

- in de huid

-; ,Iicht,

- geluid

- zwaartekracht

- geur

- smaak

- warmte

- koude- druk

- l ichte aanraking

Reukzintuiq. ziniuiqcellen met reukharen in bet neusslijmvties.

Srnaakziniuiqen. smaakknopjes aan de zijkanten van groefjes in de tong,

Met de smaakknopjes kun je vier smaken proeven: zoet, zuur, zout en

bitter.

Bij het proeven van andere smaken speeli hei reukzintuiq een belanq-

r ijk e r ol .

Tastzintuiqen: iastknopjes via]:onder de opperhuid.

Drukziniuiqen: dieper in de huid.

Pijn neem je waar met de uiteinden van bepaalde zenuwen ipijnpunten).

- Pijnpunten komen overal in het lichaam voor.

Page 33: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 33/46

moet de orqanen rondom een DOg en de delen van een oog kunnen

'emen met hun [uncties en kenmerken.

Wenkbrauwen: zorgen ervoor dat zweet (vocht) langs de ogen loopt en

niet erin.

Wimpers: beschermen de ogen tegen vuil en te fellicht.

Iraan klieren: produceren traanvocht.

- Traanvocht beschermt de ogen tegen uiidroqinq en spoelt kleine sio]-

jes en prikkelende stoffen weg.

Oogleden: verspreiden iraanvocht over de ogen en beschermen de ogen.

Traanbuizen: voeren traanvocht af naar de neusholte.

Ooqspieren. draaien het oog in de gewenste richtinq.

Harde ooqvlies (wit): sieviq, geeft bescherming.

Hoornvlies [doorzichtiq}: de voortzetting van het harde oogvlies aan de"ant.

vaatvlies. bevat veel bloedvaten.

- Het vaaivlies zorgt voor de voeding van het oog.

Iris (gekleurd): de voortzetting van hei vaatvlies aan de voorkani.

- Pupil: opening in de iris.

Lens: achier de iris en de pupil.

Straalvormiq lichaam. random de lens.

- Lens en straalvormig lichaam zorqen ervoor dai er een scherp beeld

op het netviies ontsiaat.

Netvlies. bevai ziniuiqcellen en zenuwcellen.

- Over het netvlies lopen bloedvaien.

Gele vlek: plaats in het centrum van het netvlies.

Oogzenuw: qeletdt impulsen naar de hersenen.

Blinde vlek: plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat.

Glasachiiq lichaam (geleiachtig): houdt het netvlies op zijn plaats.

~ . .~ III . . _, " l

_ ._ ; < . .. , __ ._ , . .. ,, _, ._ ._ . •. .• _ _ " ~, _ _, ~ : '- . - _. _ _ ", "~ _: _" . c

mod kunnen beschrijven hoe de pupilrefiex de grootte van de pupil

ye .

Functie van de pupiirefiex: reqelen van de hoeveelheid licht die op het

netvlies vali.

- De pupilreflex beschermt de zintuiqcellen in het netvlies teqen te [el

Iicht.Reflexboog van de pupilreftex. ziniuiqceilen in hei netvlies - gevoels-

zenuwcellen - hersenstam - beweqinqszenuwcellen - krinqspieren en

straalsgewijs lopende spieren in de iris.

- Als er fellicht op het neivties vali, trekken de krinqspieren zich samen

en ontspannen de straalsqewijs lopende spieren zich. Hierdoor wordt

de pupil kleiner.

- Als er zwak licht op het neivlies valt; ontspannen de krinqspieren zich

en trekken de straalsqewiis lopende spieren zich semen. Hierdoor

wordt de pupil grater.

Page 34: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 34/46

Je moet kunnen beschrijven hoe de ogen ezvoor zorqen dai op het net-

vlies een scherp beeld ontsiaai.

Beeldvorminq. op het neivlies van de oqen wordt een omqekeerd,verkleind beeld qevorrnd.

- In de qezichtscentra in de qrote hersenen wordt dit beeld 'veriaald' in

een normale waarneminq.

lichibrekinq: lichtsiralen die een oog binnenvallen worden in een andere

richtinq qeboqen door vooral het hoornviies en de lens.

- De ooqlens is een bolle lens; door een bolle lens worden lichtstralen

qebundeld.

Accommoderen: de vorm van de ooqienzen wordt aanqepast, wanneer de

afsiand waarop een voorwerp zich bevindi, minder is dan onqeveer 5

meter.

- Krinqspieren in de straalvormiqe lichamen trekken zich samen.

- De ooqienzen worden boller door hun elastictteit.

- Als de krinqspieren zich minder samenirekken, worden de ooqlenzen

platter door de druk van de qiasachtiqe lichamen.

- zo plat mogelijk

- in rusttoestand

Bijhet zien in de ver te

- minder strak

gespannen

- boller

- geaccommodeerd

- De kringspieren in de straalvormige - ontspannen

lichamen zijn

- De openingen in de straalvormige

lichamen zijn

- De lensbandjes zijn

- groot - klein

- s trak gespannen

- De lenzen zijn

- De ogen zijn

Je moei de bouw en de werkinq van het netvlies kunnen beschrijven.

Het netvlies besiaat uti twee laqen.

- een laaq van zintuiqcellen (staafies en keqettjes): hier ontstaan impul-

sen;

- een laag van zenuwcellen (teqen het qlasachiiq lichaam aan). impul-

sen qeleiden naar hei centrale zenuwsielsel.

Gele vlek: hier wordt hei scherpste beeld waarqenomen.

- B ij het kijken naar een voorwerp worden de oqen zo qerichi dai hei

beeld van dat voorwerp op de qele vlek valt.

Blinde viek:plaats waar de uitlopers van zenuwcellen door hei neivlies,

het vaatvlies en het harde ooqvlies heenqaan.

- De blinde vlek bevat qeen zintuiqcellen.

Staafjes Kegeltjes

- De functie is - het zien van contrasten - het zien van kleuren

in zwart-grijs-wit

- laag - hoog

- in het licht en in de - in het licht

schemering

- verspreid over het hele - vooral in de gele vlek en

- De drempelwaarde is

- Ze worden qebruikt

- Ze komen voor

netvlies, maar niet in d

gele vlek

de directe omgeving daarvan

Page 35: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 35/46

Je moet de delen van een oar kunnen noemen met hun [uncties en ken-

merken.

Oorschelp: vanqi qeluiden op.- Geiuiden zijn trilling en van de lucht.

- 8ij hoqe qeluiden trilt de lucht snel; bij laqe qeluiden lanqzaam.

- 8ij harde qeluiden hebben de trillinqen een grote uiislaq, bij zachte

qeluiden een kleine uitsiaq.

Cehoorqanq. qeleidi qeluiden naar het trommelvlies.

- Oorsmeerkliertjes: produceren oorsmeer, dat het trommeivlies soepel

houdt.

Trommelvties. wordt door qeluiden in trilling qebracht.

Trommelholie: holte achier het trornmelvlies, qevuld met luchi.

- Gehoorbeentjes (hamer, aambeeld, stijgbeugel): geven trillingen van

het trommelviies door aan een vlies (venster) in hei slakkenhuis.

"ui: van Eusiachius: verbindt de trommelholte met de keelholte.

8ij slikken of gapen openi de buis van Eustachius zich. Hierdoor kan

de luchtdruk aan beide zijden van hei trommelvlies gelijk btijven.

Slakkenhuis: bevat een vloeisto] en zintuiqceiien.

- Het vlies in hei slakkenhuis brenqt de vloeistof in trilling.

- Onder invloed van de trillingen van de vloeistof ontstaan in de

zintuiqcellen impulsen.

Gehoorzenuw. qeleidt irnpulsen naar de hersenen.

L ER E N E N W E R K E N

- Je hebt informatie gekregen over hei beroep dat je belanqstellinq heeft.

Over deze vaardiqheden en over leren en werken zijn qeen vraqen opge-

nomen in de diaqnostische toets.

Page 36: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 36/46

N

~(])

~(])

-- <

N(])

: : : J

§

oo--<

3(])

(])

~(])

3:~

~IV

! ' X l

ooo-- <en: : : J(])

p.,(])

<>U: : : J

(])

(l)

: : : J

corn: : :roo-- <co

~co

oo-- <en

g ..(])

-tr

en co (])

>U rn <~ ::J' (])

~ 0 : : : J(]) 0

~": : : J -- <

zr N n

§ .(]) ::J': : : J r+

; : : : en

~N

:;"r-t-; : : :

c a "

ooo-- <

~(])

p.,rn

<>U

: : : J

p.,(])

::J'

~

p.,

ooco

-;jrD-- <

ooo-- <

~(])

p.,(])

<>U: : : J

(])

(])

: : : J

ooco

~IV

9orn

ooco

c D: : : Jco

Page 37: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 37/46

De schedel.

- Scnedelbeenderen, bovenkaak, onderkaak.

De romp.

Wervelkolom: halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiliqoeen,

staaribeen.

- Borstkas: ribben, borstbeen.

- Schoudergordel: schouderbiaden, sleutelbeenderen.

- Bekkengordel: heupbeendeten.

De ledematen (armen en benen}.

- Arm: opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp, handwortetbeenijes,middenhandsbeentjes, vinqerkooties.

- Been: dijbeen, knieschijf, scheenbeen, kuitbeen, voetworteibeenijes,

middenvoetsbeenijes, teenkootjes.

Je moet in een «[oeeldinq van het skele: de beenderen kunnen bO'JOe-

Je mod de[unciies van hei skelet. kunnen noemen.

Stevigheid geven aan het tichaam.

Tete orqanen in het lichaam beschermen.

Beweqinq mogelijk maken.

- D e meeste beenderen van het skelet zijn beweeglijk met elkaar

verbonden.

- Aan de beenderen ziiten spieren vast.

Vorm geven aan het lichaam.

Je moet pijpbeenderen en platte beenderen kunnen onderscheiden en

kenmerken ervan kunnen noemen.

Pijpbeenderen: tanqwerpiqe beenderen.

Kamen vooral VOOI in de ledemaien, bijv. dijbeen en scheenbeen.

In de koppen beviriden zich veie kreine holien met rood beenmerg. In

hei rode beenmerq worden bloedcetlen gevormd.

- In het deel iussen de koppen bevindi zich een mergholte met qeel

beenmerq. In het qele beenmerg is vet opqeslaqen.

Platte beenderen.

- Komen vooral voor in de schedel en in de romp, btjv.schedel-

beenderen, schouderbladen, ribben, borsibeen, heupbeenderen.

- In platte beenderen bevindi zich rood beenmerq.

Je moet zooiqanqers, teenqanqers en iopqanqers kunnen ondersiheiden

en hun kenmerken kunnen noemen.

Zooiqanqers. lopen op de hele voeizool, bijv. beren, mensen.

- Door het lopen op de heie voetzool is het sieunopperviak groat.

Teenqanqers: lopen op de tenen, bijv. kaiien.

Page 38: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 38/46

Topqanqers (hoefgangers): lopen op de toppen van de ienen, bijv.

paarden.- Door het lopen op de toppen van de tenen zljn de poten lang.

Ie moet de kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel kunnen

noemen en kunnen beschrijven hoe de samensiellinq van beenderen

veranderi iijdens hei leven.

Kraakbeenbeenweefsel is stevig en qoed buiqzaam.

- De cellen liggen in groepjes in de tussencelstof

- Blj volwassenen komt kraakbeenweejsei aileen op speciale plaaisen

voor (bijv. in de oorschelpen, in de neus, in qewrichien, tussen de

wervels).

Beenweefsel is heel steviq en een beetje buiqzaam.

- De cellen Jiggen in de tussencelstofin krinqen random fijne kanalen

met bloedvaten.

- Kalkzouten in de tussencelstof qeven steviqheid ihardheid}.

- Lijmstof in de tussencelstof zorgt voor de buiqzaamheid.

Samenstellinq van de beenderen iijdens het {even.

- Baby's: de beenderen besiaan voomamelijk uit kraakbeenweefsel.

- Kinderen. de beenderen bestaan uit:beenweejsel met veellijmstof en

weiniq kalkzouten.

- Bejaarden: de beenderen bestaan uii beenweefsel met weiniq lijmstof

en veel kalkzouien.

Je moei vier manieren kunnen onderscheiden waarop beenderen met

elkaar verbonden kunnen zijn.

Vergroeid: twee ofmeer beenderen zijn tot een qeheel geworden.

- Hierbij isqeen beweqinq mogelijk.

- Bijv.de wervels van het heiliqbeen en van het staaribeen.

Door een naad.

- Hierbij is qeen beweqinq moqelijk.

- Bijv.de schedelbeenderen.

Door kraakbeen.

- Hietbi] een een beetje beweqinq mogelijk.

- Bijv. de wervels, de ribben en het borstbeen.

Door een gewricht.

- Hietbij is veel beweging moqelijk.

- Bijv.de vinqerkootjes.

Ie moei de delen van een qewricht kunnen noemen met hun [unciies.

Gewrichtskoqei en gewrichtskom.

Kraakbeeniaaqies (op de gewrichtskogel en de qewrichtskom}.

- gaan slijtage teqen,

- hierdoor kan een gewricht soepel bewegen.

Page 39: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 39/46

Gewrichiskapsel:

- geeft qewrichtssmeer aj, waardoor het gewricht soepel kan beweqen,

- houdt de botten op hun plaats.

Bi j sommiqe gewrichten helpen stevige kapseibanden mee de botten op

hun plaais te houden.

Je moet drie iypen qewrichien kunnen onderscheiden.

Koqeiqewrtchien.

- Hierbij is beweging mogelijk in verschitlende richiinqen, o.a. een

draaiende beweqinq.

- Bijv . schouderblad en opperarmbeen (schoudergewricht).

Scnarnierqevvrichten.

- Hierrnee is aileen een beweging heen en teruq mogelijk.

Bijv. opperarmbeen en elleptip (ellebooggewricht).

Rolgewricht.

- Het ene bot draait in de lenqieas om het andere bot.

- Bijv. spaakbeen en ellepijp.

: !)

Ie moet de bouw en werkinq van spieren kunnen beschrijven.

Bouw van een spier.

- Spierschede. stevig bindweefsel om een spier.

> < . . . - Pezen: bevesiiqen een spier aan beenderen. Pezen zijn ntet samen-

trekbaar.

- Spierbundels. bundels spiervezels, omqeven door bindweefsel.- Spiervezels. ontstaan door samensmelttnqen van vele spiercellen.

Werking van een spier.

- Spiervezels trekker: zich sam en onder invloed van impulsen die via

beweqinqszenuwcellen naar de spier worden geleid.

- fen spier die zich samenireki wordt korter en dikker.

- Bi]een spier die zich samentrekt wordt de ajstand tussen de

aannechiinqsplaaisen van de pezen kleiner.

- Bij het samentrekken vindi in de spier veel verbrandtnq piaats.

Daarvoor zijn veel voedingsstoffen en zuurstofnodig.

Antagonisten: spieren waarvan hei samenirekken een tegengesteld effect

heeft.

- Bijv . armbuiqspier (biceps) en armsirekspier (triceps).

~

Je moei hei belanq van een goede lichaamshoudinq kunnen aanqeven.

De wervelkolom heeft een dubbete-Ssvorm.

- Deze vorm wordt insiandqehouden door ruqspieren die aan de

wervels zijn bevestiqd.

- Tussenwetvetschijven werken ats schokbrekers.

Page 40: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 40/46

fen goede licnaamshoudinq voorkomt afwijkingen in de vorm van de

wervelkolom en daardoor (rug)pijn.

- Bij een gebogen rug worden tussenwervelschijven aan een kant

ingedrukt.

- Als dit vaak en lanqduriq qebeuri, kunnen de iussenwerveischijven

een deel van hun veerkracht veriiezen.

- De tussenwervelschijven kunnen dan uiipuilen en daardoor zenuwen

afklemmen. Oat veroorzaakt pijn.

- Door qoed rechtop te siaan en qoed rechtop te zitten houdt de

wervelkolom de dubbele-S-vorm. De tussenwervetschijven worden

dan niei aan een kant ingedrukt.

- Door te til/en vanuii de knieen houdi de wervelkolom de dubbele-S-

vorm. De beenspieren helpen dan mee bij het tillen.

Ie moet van enkele sporiblessures kunnen beschrijven waf er aan de

hand is en hoe deze blessures moeten worden behandeld.

Spierscheurinq: spiervezels zijn qescheurd.

- Oorzaak. een te sterke inspanninq of een ptotselinqe beweqinq.

- fen spierscheurinq qeneest meesial door rust.

Botbreuk.

- Oorzaak: meestal een val of ruw spel.

- De twee boihelften moeien in de goede stand siaan om weer vast te

kunnen qroeien. Soms moeten de bothelften worden gezet.

Voetbalknie: in het kniegewricht is een meniscus (een stukje kraakbeen}qescheurd.

- Meestal zijn ook het gewrichtskapsel en de kapsetbanden (de knie-

banden of de kruisbanden) beschadiqd.

- Oorzaak. meestal een draaibeweqinq van hei lichaam, terwijl het

oriderbeen blijft staan.

Vaak moet een qescheurde meniscus operatief worden verwijderd.

Kneuzmq: een beschadiqinq van weefsel zonder dai er iets qescheurd of

qebroken is.

- Oorzaak. meesial een stooi, een stomp of een trap.

- fen qekneusde plek zwelt op, o.a. door een inwendiqe bloedinq.

- fen kneuzinq geneest meestal door rust.

Verzwikking: een kneuzinq van een gewricht.

- Als je je voet verzwikt, rekken hei qewrichtskapsel en de kapselbanden

bij je enkel te ver uit.

- Bij een ernstiqe verzwikkinq kunnen je enkelbanden scheuren.

'f-.. Oniwrichtinq. de gewrichtskogel schiei uit de qewrichtskom.

- Als je verkeerd op j e arm vali, kan j e arm uit de kom schieten.

- fen arts moet de gewrichtskogel weer op Z7jnplaats brenqen in de

qewricbiskom.

Page 41: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 41/46

Ontstekinqen van de aanhechtinqsplaatsen van spieren.

Oorzaak: overbelasiinq van de spieren.

B ij een tenriisarm isde aannechtinqsptaats van een ellebooqspier

onistoken.

Bij een achillespeesonisiekinq is de aanhectttinqsplaats van een kuii-

spier ontstoken.

fen iennisarm en een achillespeesontstekinq genezen meesial door

rust.

Veel blessures worden behandeid met ijswater:

ijswater verminderi een inv/endiqe bloedinq,

ijswater verminderi een zwellinq;

ijswater verminderi de pijn, doordat er rninder impulsen naar de

hersenen worden qeleid.

L E R E N E N WERKEN

- Ie hebt infarmaiie qekreqen over hei beroep van voeibalirainer:

Over deze vaardiqheden en over leren en werken zijn geen vragen opge-

nomen in de diaqnostische toets.

Page 42: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 42/46

Afb. 2. Het skelet van de mens.

---- schedelbeenderen

'----- boven kaak

----- onderkaak

~~~~"7'-=---- sleutelbeen

schouderblad

---\hl---- rib

liH- opperarmbeen

~~~HI----8+--- borstwervel

••~rl----\,.jflc1-- heupbeenspaakbeen

--'-;;'fd---~-B-- heiligbeen

~~~----¥,t1+--staartbeen

If+---- kuitbeen

dM-H---- scheen been

~------ voetwortelbeentjes(ills-±------ hielbeen

~,,.~~---- middenvoetsbeentjes

\\\i~lc---- teen kootjes

Afb. 3. De wervelkolom.

lendenwervels

borstwervels wervels

heiligbeen

staartbeen

kapselbandgewrichtskom

gewrichts-

kapselkraakbeen laagje

\tl--+-- gewrichtssmeer

gewrichts-

kogel

2 doorsnede van het gewricht

Afb. 16. Doorsnede van een gewricht

(schematisch).

gewrichts-

kapsel

gewrichts- --. ~

kogel

gewrichts-

kom

Page 43: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 43/46

Ie moe t kunnen amschrijven wat qedraq is en kunnen beschrijven hoe

qedraq wordi bestudeerd.

Gedraq. alles wa t een d ier of m ens doet.

- Cedraqinqen komen to t stand door de werk inq van sp ieren of k lieren.

- Gedraq is meesta l een reactie (respons) van een dier of een mens op

p rik ke ts .

. G edraq besta at u it: een reeks sam enha nqen de ha ndel inqen.

- De bandelinqen hebben me es ta l e en g eme en sc ha pp el ijk doel.

- De handelinqen volqen elkaar vaak in een vaste volgorde op.

Gedraqskeien: opeenvoiqinq van handelinqen , waarbij he t e ffect van de

ene handelinq le id t to t een volqende handelinq.

- B i jv: de bait s van de siekelbaars.

E thologie: d e stu d ie van qedraq.

- E ihoqram . een object ieve beschrijvinq van de handelinqen van een

diersoort .

- Protocol: een lijst va n achiereenvolqens waargenomen handelinqen

van een d ier .

Je moet kunnen beschrijven waardoor qedraq wordi veroorzaakt en

hierbij sleuielprikkels en supranormale prikkel: kunnen onderscheiden.

G edraq w ordt veroorzaakt door uitw endige priike ts en m otiverende[a cio ren (tn wen diq e p ri kk els).

Mo ti ve re nd e fa ct or en bepalen de bereidheid to t het verrichien va n

b ep aa ld q ed ra q.

- Honger en dorst kunnen voedinqsqedraq veroorzaken.

- Horm onen kunnen voortp lan t inqsqedraq veroorzaken.

S le ut el pr ik ke l: p ri kk el d ie een doorslaqqevende ro l spee lt bij het

veroorzaken van een bepaald qedraq.

- B i jv.: d e rode snave lv lek bij m eeuwen is de sleu te lpr ikke l voor het

pikqedraq van de jonqen.

Supranormale prikkel: (ku nstm at ige) p rikke l d ie sterker een bepaald

qedraq veroorz aak i dan de norm ale sleu telprikke l.

- B i jv .: e en model met een rode snave l veroorzaak i een sterker pik:

qedraq bij m eeuw enjongen dan de rode snave lv iek van een ouder.

le moet de [acioren kunnen noemen waardoor qedraq w or dt b ep ao ld .

G edraq w ordt bepaald door erfel i jke factoren (genen) en leerprocessen.

- Gedraq dat ai bij pasqeboren jongen waarneembaar is, w ordt gro ten-

d eel s b ep aa ld d oo r e rfe li jk e [a cio ren .

- Door leerprocessen ontw ikke lt qedraq z ich ti jdens he t leven. H ierdoor

ontstaai aanqepast qedraq dat de overlev inqskans van een indiv idu

v e rg ro ot .

Page 44: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 44/46

Ie moeien iypen sociaal qedraq kunnen onderstheiden.

Sociaal qearaq. qedraq van sooriqenoien ten opziehte van elkaar.

Signaal: een handeiinq bij sociaal qedraq die als prikkel werkt voor de

voiqende handeiinq van een soortgenoot.

- Bijv.:bi] de baits van stekeloaarsjes is de ziqzaqdans van het manneije

voor hei vrouwtje hei siqnaal am de baitshoudinq aan te nemen.

- Door siqnalen is communicatie iussen sooriqenoien magelijk.

Territoriumqedraq. qedraq met alsfunctie het afbakenen van een

ierriiorium (een qebied rond de nestplaats) en het verdediqen ervan

teqen binnendrinqende soortqenoien.

- Door hei vormen van een ierriiorium wordt voldoende voedsel oj

ruimte veiliqqestetd om nakomelinqen groot te kunnen brenqen.

- Terriioriumqedraq bestaat uit aanvallen, vluehten en dreiqen.

Overspronqqedraq: gedrag dat ontstaat als de moiiverende factoren voor

ieqenstrijdiqe qedraqinqen (bijv.aanvallen en vluehten) even sterk zijn.

- Bijv.:zandhappen door een stekelbaarsmannetje.

Baits: paarvormend qedraq dai aan de paring vooraJgaat.

- Balisqedraq verqrooi de bereidheid tot paring, doordat tijdens de

baits de motiverende [actoren voor paring sierker worden.

- De siqnaien zijn kenmerkend voor de soort.

Broedzorq. het verzorgen van de nakometinqen.

Gedrag dai een Junette heeft bi] het vaststellen van een ranqorde binnen

groepen.- Bijv.:bi] kippen ontstaat door pikgedrag een ranqorde van de meest

dominanie hen naar de minsi dominante hen (pikorde).

- Imponeergedrag: qedraq waarbij een dier zich zo groot en indruk-

wekkend moge/ijk maakt. Bijv.: bi] een baviaan gaan de haren over-

eind staan.

- verzoeninqsqedraq: qedraq van een onderqeschiki diet ten opzichte

van een dominante soortgenoot. Bijv..hei 'presenieren' van het

achierste bij bavianen.

Gedrag waaraan een taakverdelinq ten qrondslaq Iiqt.

- Taakverdelinq in een bijensiaat: een koninqin legt eieren, enkele van

de honderden darren bevruchten de koriinqin en duizenden werkbijen

verrichien aile andere taken.

le moet de overeenkomsien en de verschillen kunnen noemen tU5sen

qedraq van mensen en qedraq van dieren.

Overeenkomsien tussen hei qedraq van mensen en het gedrag van

dieren:

- bij beide wordt het gedrag bepaald door eifelijke [acioren (bijv.

qelaatsuitdrukktnqen bi] mensen) en leerprocessen,

- bij beide komen rolpatronen voor (beide verionen gedrag dat over-

eensiemi met het verwachie rolqedraq);

- beide zijn qevoeiiq voor sieutetprikkels en supranormale prikkels;- beide verionen o.a. terriioriumqedraq, dreiqqedraq, imponeerqedraq

en overspronqqedraq.

Page 45: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 45/46

verschilten iussen het qedraq van mensen en het qedraq van dieren.

het qedraq bij mensen wordt sterker bepaald door leerprocessen,

- rnensen kunnen hun qedraq beoordelen aan de hand van normen en

waarden.

lEREN EN WERKEN

- Je hebi informaiie qekreqen over hei beroep van leidsier in een kinder-

dagverblijf.

Over deze vaardiqheden en over leren en werken zijn gee!? vragen opge-

nomen in de diaqnostische ioeis.

Page 46: Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO

5/14/2018 Samenvattingen + Plaatjes Klas 3 VMBO - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvattingen-plaatjes-klas-3-vmbo 46/46