6
Van Eesterengesprek #10 – De cirkels van Aldo van Eyck door Sabine Lebesque Lebesque studeerde in 1988 af als architectuur historica bij Ben Rebel die zij via de TU Delft leerde kennen. Ze begint haar lezing met te zeggen dat zij zelf een typisch kind van de van Eyck-generatie. Ze laat daarbij beelden zien van zichzelf als spelend kind op het Frederiksplein maar haar zusje en van haar eigen kinderen spelend op de cirkels in het pierenbadje in het Amsterdamse bos en het Oosterpark. 'Hij was soms wel echt een irritante prater' Na zijn kindertijd in Engeland, vlakbij Londen, ging Aldo van Eyck naar de Koninklijke Academie voor Schone kunsten in Den Haag, maar koos daarna voor opleiding tot architect aan de Eidgenössische technische Hochschule in Zürich. Ook al was dit deel van zijn opleiding tijdens de oorlog, van Eyck had in die periode alle ruimte om zich te ontwikkelen. Bij kunstenaars als Sophie Tamper en Constant Nieuwenhuijs voelde hij zich erg thuis, 'maar hij wist zichzelf ook goed kenbaar te maken door zijn grote mond. Hij was soms wel echt een irritante prater, maar hij kon mensen wel goed van zijn ideeën overtuigen', zo vertelt Lebesque uit eigen ervaring. Na zijn afstuderen vond hij zijn eerste echte baan bij Publieke Werken in Amsterdam. Hier ontwierp hij onder Jacoba Mulder van Ruimtelijke Ordening in totaal zo'n 700 speelplaatsen. De cirkel als vrije vorm In 1948 maakt Aldo voor het eerst gebruik van een cirkel. Hij deed dit in het ontwerp voor een rekje dat binnenshuis rond de kachel kon worden geplaatst. Iets later ontwierp hij een interieur voor een huis in Loenen, waar hij een muurschildering maakte met cirkels. De cirkels van van Eyck zijn anders dan men tot dan toe gewend was en veel mensen nog steeds gewend zijn. Het idee van de Vitruviaanse cirkel met een duidelijke kern en het idee dat de kern het meest dominant is en dat

Verslag Van Eesterengesprek #10 - De cirkels van Aldo van Eyck …vaneesterenmuseum.nl/wp-content/uploads/2014/12/Verslag... · Van Eesterengesprek #10 – De cirkels van Aldo van

  • Upload
    others

  • View
    7

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Verslag Van Eesterengesprek #10 - De cirkels van Aldo van Eyck …vaneesterenmuseum.nl/wp-content/uploads/2014/12/Verslag... · Van Eesterengesprek #10 – De cirkels van Aldo van

Van Eesterengesprek #10 – De cirkels van Aldo van Eyck door Sabine Lebesque

Lebesque studeerde in 1988 af als architectuur historica bij Ben Rebel die zij via de TU Delft leerde kennen. Ze begint haar lezing met te zeggen dat zij zelf een typisch kind van de van Eyck-generatie. Ze laat daarbij beelden zien van zichzelf als spelend kind op het Frederiksplein maar haar zusje en van haar eigen kinderen spelend op de cirkels in het pierenbadje in het Amsterdamse bos en het Oosterpark.

'Hij was soms wel echt een irritante prater'Na zijn kindertijd in Engeland, vlakbij Londen, ging Aldo van Eyck naar de Koninklijke Academie voor Schone kunsten in Den Haag, maar koos daarna voor opleiding tot architect aan de Eidgenössische technische Hochschule in Zürich. Ook al was dit deel van zijn opleiding tijdens de oorlog, van Eyck had in die periode alle ruimte om zich te ontwikkelen. Bij kunstenaars als Sophie Tamper en Constant Nieuwenhuijs voelde hij zich erg thuis, 'maar hij wist zichzelf ook goed kenbaar te maken door zijn grote mond. Hij was soms wel echt een irritante prater, maar hij kon mensen wel goed van zijn ideeën overtuigen', zo vertelt Lebesque uit eigen ervaring. Na zijn afstuderen vond hij zijn eerste echte baan bij Publieke Werken in Amsterdam. Hier ontwierp hij onder Jacoba Mulder van Ruimtelijke Ordening in totaal zo'n 700 speelplaatsen.

De cirkel als vrije vormIn 1948 maakt Aldo voor het eerst gebruik van een cirkel. Hij deed dit in het ontwerp voor een rekje dat binnenshuis rond de kachel kon worden geplaatst. Iets later ontwierp hij een interieur voor een huis in Loenen, waar hij een muurschildering maakte met cirkels. De cirkels van van Eyck zijn anders dan men tot dan toe gewend was en veel mensen nog steeds gewend zijn. Het idee van de Vitruviaanse cirkel met een duidelijke kern en het idee dat de kern het meest dominant is en dat

Page 2: Verslag Van Eesterengesprek #10 - De cirkels van Aldo van Eyck …vaneesterenmuseum.nl/wp-content/uploads/2014/12/Verslag... · Van Eesterengesprek #10 – De cirkels van Aldo van

deze dominantie afneemt naarmate men verder van de kern verwijderd raakt, laat Aldo achter zich. Cirkels worden door hem gebruikt als vrije vormen, de ruimte binnen de cirkel is even belangrijk als die erbuiten. Daarom moest je volgens van Eyck ook geen passer gebruiken om een cirkel te tekenen, maar een schoteltje op zijn kop. Een cirkel met een middelpunt zorg bijna altijd voor een soort taartpuntenverdeling in de cirkel.

Mee met de tijdsgeestTegenwoordig kunnen wij weer onbevangen kijken naar de ontwerpen van van Eyck uit de jaren '70. In die tijdsperiode zelf was men nogal verdeeld over zijn werk. Over het algemeen bestonden er twee kampen: fans en absolute niet-fans. Aldo ging wel mee met zijn tijd en de mode. In de jaren '70 speelde hij bijvoorbeeld in op de trend om hout te gebruiken in ontwerpen voor speelplaatsen. Zijn ontwerpen zijn puur geometrisch qua vormengebruik, organisch is het zeker niet te noemen. Daarnaast was een sterke eigenschap van Aldo's ontwerpen dat hij maar heel weinig middelen nodig had om een plek een eigen identiteit te geven.

Niet westerse kunst en cultuur als inspiratiebronAldo van Eyck had samen met vrienden uit Parijs en Zürich een fascinatie voor niet-westerse culturen. Daarin bestaat vaak een heel andere wereld waarin ronde vormen op een heel andere manier worden gebruikt, bijvoorbeeld vrijer en zonder middelpunten. Aldo reisde veel en had een aanzienlijke collectie niet-westerse kunt aangelegd die hij verzamelde tijdens zijn reizen. Hij nam vaak een klein element uit een kunstvoorwerp een liet dat door middel van associatie evolueren tot een onderdeel van zijn ontwerpen op een geheel ander schaalniveau.

Het Burgerweeshuis

Page 3: Verslag Van Eesterengesprek #10 - De cirkels van Aldo van Eyck …vaneesterenmuseum.nl/wp-content/uploads/2014/12/Verslag... · Van Eesterengesprek #10 – De cirkels van Aldo van

Tegen functiescheidingIn het CIAM begon van Eyck zich ook te roeren en hij probeerde weerstand te bieden aan het idee van functiescheiding zoals dat in veel ontwerpen voor nieuw te ontwikkelen wijken werd gebruikt. Op deze manier werden fiets- en wandelpaden van elkaar gescheiden evenals autowegen. Van Eyck zag als snel in dat er met deze manier van ontwerpen iets mis ging. Hij probeerde dit over te brengen middels Team 10, een groep mensen met dezelfde soort ideeën als die van van Eyck.

Aldo's doorbraak: Het BurgerweeshuisDe doorbraak van Aldo van Eyck kwam met het ontwerp en de ontwikkeling van het burgerweeshuis in Amsterdam. Hij baseerde zijn ontwerp op een kashba-achtige structuur met klassieke stijlkenmerken verbonden met moderne elementen zoals glas en staal. Het dak heeft een grappige vorm – niet helemaal een halve cirkel,maar wel daarop lijkend - waarvoor hij zijn inspiratie haalde uit een schaal die hij meebracht van de Fiji eilanden. Voor het burgerweeshuis werkte Aldo vanuit de theorie dat 'wij als architecten moeten werken aan het tussengebied.' dit tussengebied drukt Aldo uit in vormen door bijvoorbeeld een drempel te maken tussen binnen en buiten. Hierdoor voelt het alsof je zowel een beetje binnen als buiten bent. Ook gebruikte hij andere dubbelzinnige beelden. Bijvoorbeeld een hoed als een dak, of een dak als een hoed. Als een van de eersten ging hij naar een Dogon dorp in Mali. De huisjes die ze daar bouwen zijn vierkant, maar hebben ronde daken. Op het eerste gezicht lijkt de samenstelling van deze huisjes erg chaotisch, maar er is door de bewoners wel degelijk een systeem in aangebracht.

The in-betweenHet voorbeeld van de drempel in het Burgerweeshuis staat voor een fenomeen dat ook wel 'the in-between' wordt genoemd. Deze zogenaamde tussenruimte kan worden uitgelegd – zoals Sabine laat zien aan de hand van een ingescande tekening van de hand van Aldo van Eyck die hij gebruikte om haar het fenomeen duidelijk te maken – als een magnetisch veld. Aan de ene kant zien we enkel plustekens, aan de andere kant van een dikke lijn enkel mintekens. 'The in-between' is een ruimte tussen deze twee tegenovergestelde ruimten,waarin dus zowel plus- als mintekens voorkomen. In zijn werk gebruikte van Eyck vaak het zogenaamde tweelingfenomeen. Het letterlijke tweelingbeeld en de beeldtaal die daar bij hoort werd door hem veel gebruikt, ook met man en vrouw.

Open en geslotenOok in de openbare ruimte speelde van Eyck graag met cirkels. In veel gevallen was het volgens hem nodig om cirkels te gebruiken als een reactie op een hoekige en rechte omgeving. Een goed voorbeeld hiervan is het huis van Martin Visser in Bergeijk, dat oorspronkelijk in 1956 was ontworpen door Gerrit Rietveld. In 1967 werd van Eyck gevraagd om er een uitbreiding voor te ontwerpen. Dit deed hij door er een cirkel aan te hangen, als reactie op het hoekige ontwerp van Rietveld. Maar vaak gebruikte van Eyck ook cirkels als een omsluiting, als een omarming die iets afsluit. Bijvoorbeeld in schetsen voor het van Sonsbeekpaviljoen in Arnhem zie ja dat hij echt zocht naar omhullingen en openheid. Het is als het ware een constant spel tussen open en meer gesloten delen. De beleving van die buitenruimte is erg belangrijk, niet alleen de ervaring binnen de cirkel telt.

Page 4: Verslag Van Eesterengesprek #10 - De cirkels van Aldo van Eyck …vaneesterenmuseum.nl/wp-content/uploads/2014/12/Verslag... · Van Eesterengesprek #10 – De cirkels van Aldo van

Het MoederhuisEen andere inspiratiebron haalde Aldo van Eyck ook van iets dichter bij huis. Hij bestudeerde bijvoorbeeld ook de traditionele westerse cultuur en geschiedenis, zoals de renaissance. Hieruit haalde hij ook zijn inspiratie voor het Moederhuis aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam. In dit gebouw heeft van Eyck ook weer gebruik gemaakt van het eerder genoemde 'in-between'. De entree heeft een soort overkapping, waardoor je niet meteen door een deur binnen bent in het gebouw, maar ook niet meer helemaal buiten. Je bevindt je dan als het ware in een overgangsgebied van buiten naar binnen of andersom.

Ronde vormen als reactie op armoedeTussen 1983 en 1992 werd de Molukse kerk in Deventer gebouwd naar ontwerp van Aldo van Eyck. De omgeving waarin de kerk gerealiseerd werd was erg armoedig en recht. Als reactie daarop gebruikte van Eyck ook hier veel cirkels in zijn ontwerp. De buitenkant van de kerk wordt gedomineerd door cirkelvormen, terwijl de binnenkant wel rechte en hoekige vormen kent. De buitenkant is bekleed met hout dat in de loop der jaren aardig is verweerd, maar dat vond Aldo geen probleem. Ook ontwierp hij rozenstandaards, waartegen rozenstruiken groeien.

Glas gekleurd met vloeipapierEen ander gebouw waarvoor van Eyck een uitbreiding ontwierp is het European Space Center (ESTEC) in Noordwijk. In het ontwerp wilde van Eyck graag veel kleuren verwerken. Hij hield van kleur; als men hem vroeg wat zijn favoriete kleur was antwoordde hij steevast: de regenboog. Zijn idee was om glas in het ontwerp te verwerken in alle kleuren van de regenboog. Een probleem hierbij was dat het niet mogelijk was om glas in zoveel kleuren te maken. Inventief als hij was bedacht van Eyck hier zelf een zeer originele oplossing voor: het glas werd dubbelglas met tussen

Page 5: Verslag Van Eesterengesprek #10 - De cirkels van Aldo van Eyck …vaneesterenmuseum.nl/wp-content/uploads/2014/12/Verslag... · Van Eesterengesprek #10 – De cirkels van Aldo van

de twee glaslagen in een laagje vloeipapier in de gewenste kleur. Dit bouwwerk vormt de voorloper van het Tripolis gebouw dat nu naast het burgerweeshuis staat in Amsterdam Zuid.

De ontwerpen van Aldo van Eyck anno 2011Inmiddels is het gebruik en de originele staat van de gebouwen die door Aldo van Eyck zijn ontworpen in veel gevallen veranderd. Lebesque vertelt dat veel gebouwen van van Eyck anno 2011 in slechte staat verkeren en soms leeg staan. Toen zij in oktober een bezoekje bracht aan het burgerweeshuis bleek het pand anti-kraak te zijn geworden en was er een afterparty van het Amsterdam Dance Event aan de gang. In het Tripolis gebouw naast het Burgerweeshuis is inmiddels het stadsdeelkantoor van stadsdeel Zuid gevestigd. Dit gebouw verkeert nog wel in goede staat. Een schrijnend geval is het Moederhuis aan de Plantage Middenlaan. Het pand is in zeer slechte staat en staat al geruime tijd leeg, ondanks het feit dat het een gemeentelijk monument is. Onlangs is er onderzocht wat de mogelijkheden zijn om er een Easyhotel in te vestigen. Gelukkig blijkt het te lastig om het erg gestandaardiseerde format van Easyhotels onder te brengen in het Moederhuis en is het plan van de baan. Lebesque benadrukt echter wel dat het wel van belang is dat er binnen aanzienlijke tijd een gebruiker voor het pand gevonden wordt. Wanneer het nog langer leeg blijft zal de staat van onderhoud steeds verder achteruitgaan en is sloop misschien nog de enige mogelijkheid en dat mag absoluut niet gebeuren. Op dit moment worden er pogingen gedaan om er een andere gebruiker voor te vinden; één van de kanshebbers is het bedrijf waar ook Easyhotel onder valt, maar dan met een kwalitatief hoger staand Boutique Hotel. Veel speelplaatsen van van Eyck zijn verdwenen en als ze er nog wel staan, is dat vaak niet meer in de originele vorm. Lebesque spreekt hier over verrommeling. Door bijvoorbeeld het plaatsen van wipkippen is het idee dat van Eyck had met de speelplaatsen weg.

Tripolis gebouw

Het werk van van Eyck is een maatpakAls laatste boodschap wil Lebesque ons meegeven dat het werk van Aldo van Eyck altijd een maatpak is; toegesneden op het gebruik van het uiteindelijke gebouw, al gaat dat in de loop der

Page 6: Verslag Van Eesterengesprek #10 - De cirkels van Aldo van Eyck …vaneesterenmuseum.nl/wp-content/uploads/2014/12/Verslag... · Van Eesterengesprek #10 – De cirkels van Aldo van

jaren wel eens wringen. Het is belangrijk dat we zijn werk en dat van anderen uit die periode nu op waarde schatten en beschermen. Na haar lezing kwamen er enkele opmerkingen en vragen uit het publiek.

‘Waarom is het Burgerweeshuis nu geen weeshuis meer?’De ruimten bleken moeilijk te handhaven voor de nieuwe ideeën over het weeshuiswezen die in de jaren ’70 opkwamen. In de jaren tachtig kwam een beweging op gang onder de naam ‘Red het Burgerweeshuis’. Het is toen gelukt om het Berlage instituut in het gebouw onder te brengen, met betrokkenheid van Aldo van Eyck zelf. Om de renovatie van het gebouw te financieren is toen het Tripolis gebouw er vlak naast ontwikkeld. Inmiddels staat het pand grotendeels leeg – wat volgens Lebesque voornamelijk te wijten is aan de kantoren leegstand – terwijl het wel is gelegen op een A-lokatie aan de ring en vlakbij Station Zuid.

‘Wat was Aldo’s invloed als publicist?’De invloed van van Eyck was groot. Hij begon al vroeg te schrijven voor het Nederlandse architectuur tijdschrift Forum. Daarin besprak hij in de eerste plaats werken van andere architecten. Later begon hij er ook in groepsverband ideeën te ventileren en manifesten waarin goede voorbeelden van internationale architecten werden aangehaald om daarvoor in Nederland belangstelling te wekken. Daarna was van Eyck verbonden aan de TU Delft, waar hij in zijn colleges en verhalen erg sturend was naar zijn studenten in wat belangrijk was. Daarnaast heeft hij ook zeker zijn stempel gedrukt op de Amsterdamse stadsvernieuwing, samen met Theo Bos met wie hij samen een bureau had. Van Eyck zette zich fanatiek in voor het behoud van de Nieuwmarktbuurt en het Bickerseiland. Mede door de inzet van Aldo van Eyck is cityvorming tegengegaan en is bijvoorbeeld de Wibautstraat niet doorgetrokken tot aan het Centraal Station.

‘Het is erg belangrijk om nu al na te denken over de toekomst van het stedenbouwkundig erfgoed uit de jaren ’70 en ’80.’Deze gedachte klopt zeker. Maar er moet wel over nagedacht worden hoe dat gefinancierd moet worden. Sommige ideeën, zoals het vestigen van een Easyhotel in het Moederhuis, zijn niet altijd het beste voor een pand. Maar daar komen wel dubbele gevoelens bij kijken, want als zo’n pand leeg blijft staan gaat het alleen maar verder achteruit.