28
P Beleidsbrief 2011-2012 Nieuwe regels studentenarbeid De sportclub staat onder druk! VSF opleidingen: voorsmaakje 2012 EU-project Structuur in je sportclub Door samenspel scoren! oktober - november - december 2011 - afgiftekantoor Gent X - P303166 J 4.2011 magazine B eugdsportprojecten rian Ryckeman articipatiedrempels

VSF magazine 4 - 2011

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Driemaandelijks tijdschrift van de Vlaamse Sportfederatie vzw - nummer 4 - 2011

Citation preview

Page 1: VSF magazine 4 - 2011

P

Beleidsbrief 2011-2012

Nieuwe regels studentenarbeid

De sportclub staat onder druk!

VSF opleidingen: voorsmaakje 2012

EU-project

Structuur in je sportclub

Door samenspel scoren!

okto

ber

- no

vem

ber

- de

cem

ber

2011

-

a

fgift

ekan

toor

Gen

t X

-

P30

3166

J

4.2011

magazine

B

eugdsportprojecten

rian Ryckeman

articipatiedrempels

Page 2: VSF magazine 4 - 2011

Doping? Blijf eraf!

Foto

: Io

Coo

man

vera

ntw

oo

rdel

ijke

uitg

ever

: Vla

amse

ove

rhei

d, C

hris

tine

Clau

s, s

ecre

taris

-gen

eraa

l CJS

M

www.dopinglijn.beMeer info over dopingvrij sporten? Surf naar

“Mountainbike was mijn leven, daar heb ik alles aan te danken. Toch heb ik spijt dat ik mij die keer liet verleiden tot het

gebruik van doping... Dat blijft een smet op mijn palmares. Daarom één gouden raad: blijf eraf!”

Filip Meirhaeghe, ex-topsporter mountainbike

AdvCJSM_voetbal267x202.indd 1 10/05/11 14:02

Page 3: VSF magazine 4 - 2011

6 De sportclub staat onder druk!

8 Brian Ryckeman met ambitie naar de Spelen

9 Door samenspel scoren. Beleidsbrief Sport 2011-2012

12 VSF opleidingen: voorsmaakje 2012

13 EU-project “Promoting and securing volunteering in sports”

16 Structuur in je sportclub

18 Van drempel naar opstap

22 Studentenarbeid: nieuwe regels vanaf 2012

24 VSF Online

25 Succesvolle jeugdsportprojecten bij de sportfederaties

22 6 16

in dit nummer

13

Page 4: VSF magazine 4 - 2011

ColofonVSFmagazineTijdschrift van de Vlaamse Sportfederatie vzwNummer 4 - 2011 - jaargang 18verschijnt vier maal per jaar

Verantwoordelijke UitgeverGeraldine MattensZuiderlaan 13 - 9000 Gent

HoofdredactieGeraldine Mattens

EindredactieGrace Hellinckx

RedactieteamGeraldine Mattens - Sophie Cools - Tim Lamon - Sofie De Bock - Leen Magherman - Philippe De Witte - Pieter Hoof

Vormgeving Grace Hellinckx

DrukNevelland Graphics cvba-soIndustriepark - Drongen 219031 GentTel. 09 371 57 16Fax 09 371 87 [email protected]

Redactie adres - Advertenties - AbonnementenVlaamse Sportfederatie vzwZuiderlaan 139000 GentTel. 09 243 12 90Fax 09 243 12 [email protected]

Abonnementsprijs 15 euroGedrukt op 600 exemplaren

CopyrightNiets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van boekdruk, foto - offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de VSF.

voorzitter aan het woord

Een jaar geleden, werd in dit ma-gazine aangekondigd dat 2011 een jaar vol uitdagingen zou worden voor de sportfederatiesector. Deze zou immers niet alleen een ant-woord moeten bieden op de nieuwe behoeften van de sportconsument, maar zou tegelijkertijd ook de ge-volgen van de financiële crisis moe-ten doorstaan. Een jaar later, kunnen we stellen dat onze sector overeind is gebleven en klaar is voor alweer een boeiend jaar waarin verder zal gewerkt moeten worden aan een sportfede-

ratiesector die beantwoordt aan de verwachtingen van onze hedendaagse complexe maatschappij.

In zijn Beleidsbrief Sport 2011-2012, bevestigt minister Muyters dat hij ook in 2012 de randvoorwaarden wil blijven creëren om de slagkracht van de sportfederaties te vergroten. Sportfederaties zullen zichzelf echter ook op een moderne, professionele en weldoordachte manier deels moeten heruitvinden om hun positie op de veranderende sportmarkt te verster-ken. Het beleidsplanningsproces dat voor de boeg ligt, is het ideale moment om deze oefening te maken en om een koers uit te stippelen die van de sportfederatie in de komende vier jaar een sterke(re) speler zal maken. De Vlaamse Sportfederatie vzw engageert zich alvast om haar leden hierin het komende jaar op een doorgedreven manier te begeleiden en te onder-steunen. Hierbij dient de hoofddoelstelling van het sportbeleid, met name het aan-bieden van een kwalitatief hoogstaand sportaanbod om zo veel mogelijk Vlamingen levenslang aan sport te laten doen, op geen enkel moment uit het oog verloren te worden.

Anno 2011 is de realisatie van dit sportaanbod in Vlaanderen, en in Euro-pa, nog steeds voor een groot deel de verdienste van de honderdduizenden vrijwilligers die zich wekelijks inzetten voor hun sport. In het Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk, kwam Europa enerzijds opnieuw tot de vaststelling dat de vrijwilligers cruciaal zijn voor het ver-enigingsleven en voor de maatschappij in het algemeen, maar anderzijds merkt men op dat deze vrijwilligers en de organisaties die een beroep op hen doen ook steeds meer onder druk komen te staan. Als organisatie, bijvoorbeeld als sportclub, moet je er immers voor zorgen dat je een kwaliteitsvolle omgeving kan creëren die vrijwilligers aantrekt. Vervolgens moet je deze vrijwilligers blijven motiveren om zich in te zetten voor jouw project.

In dit magazine proberen wij alvast een aantal aanzetten te geven om deze uitdagingen aan te gaan. Een goede startlectuur om er, na welverdiende eindejaarsfeesten, met goede moed en goed geïnformeerd tegenaan te gaan!

Willy PennoitVoorzitter

Page 5: VSF magazine 4 - 2011

1 VSF Forumdag - donderdag 29 september 2011 2 Opleiding “Tips & tools voor bevragingen -

donderdag 24 november 2011 3 EU-project: Symposium Potsdam - woensdag 16 en

donderdag 17 november 2011 4 Dag van de Sportclub Vlaams-Brabant - zaterdag 22 oktober 2011

3

in beeld

1 2

4

Page 6: VSF magazine 4 - 2011

De sportclub staat onder druk!

SOPHIE COOLS

SOFIE DE BOCk

6 VSFmagazine 4.2011

Filmpje “back to basics”

Hebben jouw clubs ook moeite met

het vinden van vrijwilligers? Wordt

het voor hen ook steeds lastiger om

voldoende helpers te vinden voor

het jaarlijkse eetfestijn? Hebben ze

voor elke wedstrijd een terreinver-

antwoordelijke aangeduid? Is dit

ook voor jouw federatie of clubs een

bijzonder herkenbaar verhaal?!

De sportvereniging staat onder

druk. Berend Rubingh analyseert

in het filmpje “Back to basics” (in

opdracht van de kNVB) de werking

van het huidige verenigingsleven.

Je kan er inspiratie opdoen over

modern verenigingsbestuur. We

vatten de belangrijkste elementen

alvast samen, maar neem zeker

zelf een kijkje.

Sportclubs hebben vandaag moei-lijkheden om gemotiveerde vrijwil-ligers en bestuurders te vinden, ouders te betrekken, … De meeste sportclubs slagen er elk sportsei-zoen opnieuw in, maar het blijkt geen evidentie (meer). Bovendien draaien vaak dezelfde mensen er-voor op. Vrijwilligers vormen de drijvende kracht achter vele sport-clubs en worden vaak met te veel taken belast. Volgens Rubingh moeten we in plaats van de symp-tomen te bestrijden het fundamen-teel anders aanpakken. We moeten

terugkeren naar de essentie van de sportclub. Back to basics dus…

Maar wat is die essentie?Vele sportclubs hebben een rijk verleden en hebben al jaren een ac-tieve werking. Een sportclub werd opgericht door een aantal gelijkge-stemden die elkaar kenden. Samen willen ze het beste voor hun club. Alle leden waren bereid om hun steentje bij te dragen aan de goede

Page 7: VSF magazine 4 - 2011

7

sportbeleid

VSFmagazine 4.2011

werking van hun sportclub. On-dertussen is de samenleving en het sportlandschap in vele opzichten veranderd. De sportparticipatie, de diversiteit in sporten en specifieke sportkeuze is geëvolueerd. Ook neemt de vrijblijvendheid en indivi-dualisering die mensen in de sport zoeken nog steeds toe. De redenen waarom leden zich nu bij de sport-club aansluiten zijn heel divers en uiteenlopend. Leden sluiten aan bij een sportclub omwille van de gezel-ligheid, gezondheidsredenen, het sportuurtje past in hun agenda, … Hierdoor heb je geen gelijkgestem-den maar eerder losse verbanden. De vanzelfsprekende verbonden-heid tussen de leden onderling is minder sterk aanwezig. Bovendien is vrije tijd schaarser en dus waar-devoller geworden. De vereniging dient dus in de vrijetijdsagenda in-gepast te worden. De kostbare vrije tijd en losse verbanden maken dat mensen zich niet meer automatisch als vrijwilliger beschikbaar stellen. De club bestaat bijgevolg slechts uit een handvol geëngageerde vrij-willigers die verschillende taken op zich moeten nemen. Daarnaast worden de kwaliteitseisen van de leden ook steeds hoger. Ze ge-dragen zich als klanten. Maar een sportvereniging kan je niet vergelij-ken met een bedrijf dat de behoef-ten van klanten dient in te lossen. Hierdoor komt de functie van de club onder druk te staan.

Strategie, structuur en cultuurAls we de sportclubs goed willen laten functioneren moet de sport-clubbestuurder zelf opnieuw vol-doende controle krijgen op de or-ganisatie. Clubbestuurders moeten aandacht besteden aan 3 essentiële elementen binnen een sportclub.

1. Strategie: Welke koers varen we? Wie willen we zijn?

2. Structuur: Wie doet wat? Hoe wordt dit georganiseerd?

3. Cultuur: Hoe gaan we met elkaar om? Hoe verenigen we mensen?

Het is een uitdaging voor het be-stuur om deze 3 elementen op elkaar af te stemmen. De relatie tussen deze 3 elementen moet in balans zijn.

Aandacht voor cultuurIn het verleden is er heel wat tijd en energie gestoken in de professiona-lisering van de clubs, namelijk het uitwerken van een strategie en het maken van structuur. De professi-onalisering van de sportclub is ui-termate belangrijk, maar er is nog een derde element waar vandaag te weinig aandacht naar gaat: cultuur.De cultuur van een club is vandaag helemaal onderbelicht. Nochtans is het cultuuraspect binnen een sportclub van cruciaal belang. Mensen verenigen is en blijft de es-sentie van een sportvereniging of sportclub. De sportclub is een ge-

meenschap waar gezamenlijk een doel wordt nagestreefd. Iedereen moet achter het doel staan en er de schouders durven onder zetten. Het is de uitdaging van de club om de drie elementen in evenwicht te brengen door naast de formele kant ook de informele kant de nodige aandacht te geven.

Concreet?Concreet betekent het dat we extra aandacht aan het menselijke aspect van de sportclub moeten besteden. Succesvolle bestuurders schenken leden en vrijwilligers aandacht, tonen waardering voor hun inzet, leggen contacten en bouwen als het ware een band op. Personen moe-ten het gevoel hebben dat ze erbij horen, dat ze deel uitmaken van een vereniging. Op die manier zijn die-zelfde personen ook bereid om een extra inspanning te verrichten voor de sportclub. Uit onderzoek blijkt dat heel wat mensen bereid zijn om aan vrijwilligerswerk te doen maar ze moeten gevraagd worden door

iemand die ze ken-nen en waar ze een band mee hebben. Schenk als bestuur-der veel aandacht aan de mensen en de wijze waarop ze met elkaar omgaan, hoe ze betrokken zijn en hoe ze hun steentje kunnen bijdragen. Bouw dus aan het belang-rijkste fundament van je sportclub: de

mensen. Richt je als bestuur op het samen zijn van mensen in de sport-club. Het is dan ook belangrijk als sport-club om op zoek te gaan naar be-stuurders en mensen die bereid zijn om te binden en te verbinden.

kortom: een goede clubbestuurder is een inspirerend leider die de ver-borgen energie van de leden weet te mobiliseren en een bloeiend ver-enigingsleven weet te organiseren!

FilmpjeBekijk zeker het filmpje op YouTube met als titel “kNVB - modern verenigingsbestu-ren: Back to Basics” of via de link: www.youtube.com/watch?v=Umomu_aDQ4w

“Bouw aan het belangrijkste fundament van je sportclub: de mensen!”

Page 8: VSF magazine 4 - 2011

SOPHIE COOLS

8 VSFmagazine 4.2011

Interview met Europees kampioen openwaterzwemmen

topsport

Tot voor kort een nobele onbekende

voor de Vlaamse sportpers, maar

sinds enige tijd hot news: Brian

Ryckeman. Brian selecteerde zich

in juli voor de Olympische Spelen

en kroonde zich in september tot

Europees kampioen. Zijn sport?

Openwaterzwemmen. Afstand?

10 en 25 kilometer. Zijn motivatie?

Een Olympische medaille.

Brian, proficiat met je ticket voor Londen. Is deze selectie definitief? Mijn selectie is inderdaad defini-tief. Ik voldoe aan alle opgelegde normen. Voor het BOIC moest ik de top 12 behalen en voor de in-ternationale zwemfederatie FINA moest ik top 10 halen in een kwa-lificatiewedstrijd. Ik werd zevende op het Wk in Shanghai (juli 2011) waardoor ik aan beide criteria be-antwoord om rechtstreeks gese-lecteerd te zijn voor de Olympische Spelen 2012. Momenteel zijn er nog 15 plaatsen beschikbaar die verdeeld worden op een 2e kwalifi-catiewedstrijd in Setúbal(Portugal) begin juni 2012.

Openwaterzwemmen is keihard. Hoe kom je in zo’n sport terecht?Op mijn zesde ben ik beginnen zwemmen. In het eerste deel van mijn zwemcarrière stond alles in het teken van het zwembad. Mijn sterkste nummers waren vooral de 800m en 1500m vrije slag. Ik heb op beide afstanden het Belgisch record verschillende malen verbe-terd. Mijn voorliefde was toen al het open water, maar omdat het toen geen Olympische discipline was hebben we de boot altijd wat afgehouden. Toen in 2006 bekend werd dat de 10 km open water Olympisch werd, heb ik meteen de knoop doorgehakt om volledig voor

die discipline te gaan.

Waar en hoe vaak train je?Dankzij mijn contract bij Defensie is het mogelijk mij fulltime op mijn sport te concentreren.Ik heb 11 zwemtrainingen per week. Van maandag tot vrijdag train ik 2 maal per dag. ’s Morgens train ik in mijn woonplaats Oost-ende en ‘s avonds in clubverband in Brugge. Op zaterdag staat er één zwemtraining op het programma. Zondag is een rustdag. Naast de zwemtrainingen werk ik ook oefen-reeksen af in de fitness.

Een topsporter beschikt meestal over de nodige ondersteuning. Wie vormt jouw vast begeleidings-team?Mijn coach is sinds 14 jaar Rik Valcke. Op de Olympische Spelen in Londen zullen we precies 15 jaar samenwerken. Mijn dokters, fede-ratieartsen Marc Goethals en Vin-cent Vanbelle, begeleiden me op medisch vlak. Mijn kinesitherapeut Peter Crombez is ex-zwemmer en waterpolospeler. Hij kent de zwem-wereld en kan bijgevolg makkelijk de vertaling maken. Daarnaast kan ik nog rekenen op de deskundig-heid van een osteopaat, Jo Cosyns. Mentale begeleiding heb ik gehad van prof. Paul Wylleman, die me op dat vlak veel heeft bijgebracht.

Wat is de kritische factor voor suc-ces in Londen? Fysisch moet ik natuurlijk 100 pro-cent fit zijn. Ik moet over voldoende uithouding beschikken maar ook snel genoeg zijn voor de laatste 500 meter. In de laatste meters wordt namelijk alles beslist. Mijn eindspurt is een beetje mijn zwak punt omdat ik niet heel erg explo-sief ben. Vorig jaar hebben we daar intensief aan gewerkt en al veel vooruitgang geboekt.Een andere belangrijke factor in openwater is positionering. Er komt dus ook wel wat geluk bij kij-ken. Maar als topper moet je na-tuurlijk de juiste beslissingen op

het juiste moment kunnen nemen. Dan pas kan je succes boeken.

Wat doe je het liefst: 10 of 25 km?Mijn hoofddoel blijft de Olympische 10 km. De 25 km neem ik er zelf bij omdat dit prima te combineren valt. Bovendien is mijn trainingsvolume groot genoeg om ook die afstand te zwemmen. Intrinsiek ben ik mis-schien iets sterker op de 25 km. Ik werd in 2011 ook Europees kampi-oen op de 25 km, wat toch iets spe-ciaals is. Maar ook op de 10 km zijn er mooie toekomstperspectieven en kan ik ver geraken.

Het zullen je tweede Olympische Spelen zijn. Waar mik je op in Lon-den? Is een medaille haalbaar?Ik wil zeker en vast een betere prestatie neerzetten dan in Peking 2008. In Peking eindigde ik op de 7e plaats. Mocht ik geen top 6 halen in Londen zou ik naar mijn gevoel gefaald hebben. Een podi-umplaats en dus een Olympische medaille halen moet mogelijk zijn. Als je de laatste jaren tijdens de Wereldkampioenschappen 4e, 5e, 6e en 7e wordt, maak je altijd kans op het podium. Een stek op het po-dium veroveren is een doel en geen zekerheid. Tijdens de Olympische Spelen moet je als topatleet mikken op het hoogste doel, namelijk een medaille. Mocht ik ondanks alle inspannin-gen toch geen podiumplaats kun-nen behalen in Londen dan is het zo. Maar op de Spelen kan alles en moet je voor het hoogste gaan.

Hoe is het contact met en de onder-steuning vanuit de Vlaamse Zwem-federatie vzw?Ik werk al gedurende mijn volledige zwemcarrière nauw samen met de VZF. De samenwerking verloopt heel vlot. Ze steunen me voor de volle 100 procent en ondersteunen me in functie van grote wedstrij-den. Het is aangenaam om zoveel vertrouwen vanuit de federatie te krijgen.We wensen je veel succes.

Brian Ryckeman met ambitie naar de Spelen

Page 9: VSF magazine 4 - 2011

9VSFmagazine 4.2011

sportbeleid

Door samenspel scoren

GERALDINE MAT T ENS

SOPHIE COOLS

Beleidsbrief Sport 2011 - 2012

Aan het einde van dit jaar 2011

geeft Vlaams minister van Sport,

Philippe Muyters, traditiegewijs

een terug- en een vooruitblik op

zijn beleidsrealisaties en –doelstel-

lingen voor 2011 en 2012 in zijn be-

leidsbrief Sport. “Door samenspel

scoren: naar een gezond, duurzaam

en resultaatgericht sportbeleid”

is de titel van deze beleidsbrief

die op 17 november 2011 door de

minister werd toegelicht aan het

Vlaams Parlement. Wij geven een

korte samenvatting van de 8 stra-

tegische doelstellingen van deze

beleidsbrief.

1. De sportparticipatie verhogen zodat meer mensen levenslang sportenIn 2011 werden reeds enkele tra-jecten uitgestippeld die in 2012 een vervolg zullen kennen.Zo is er het ‘Sport voor Allen Over-legplatform’ dat een ‘Visienota Sport voor Allen (SVA)’ opleverde. Deze moet leiden tot een SVA-Ac-tieplan, waarbij de krachtlijnenvan de visienota omgezet worden in concrete acties. In 2012 zal een aanvang genomen worden met het realiseren van de prioritaire actiepunten die in hetSVA-actieplan werden opgenomen. Daarbij zullen de samenwerking van de verschillende sportactoren en het voeren van een activerings-

beleid met het oog op het verhogen van duurzame sportparticipatie, prioritair blijven.

Verder loopt er nog een traject rond G-sport in Vlaanderen, een traject naar een vernieuwd seniorensport-beleid en een traject rond sport eninterculturaliteit. Via deze trajec-ten worden de competenties van de verschillende experts beter benut.Naast deze structurele trajecten wil de minister ook voldoende impul-sen geven via experimentele pro-jecten om in te spelen op nieuwe tendensen en te komen tot een in-novatief sportbeleid. Ook de verschillende proeftuin-projecten, zoals het Dynamo Pro-ject, worden verder uitgebouwd in 2012.

Naast deze proeftuinen, startte minister Muyters in 2011 ook vier experimentele projecten op:

• Multimove voor kinderen• AS-MS in beweging (project

voor mensen met een gezond-heidsbeperking)

• Fitte ondernemer• Sport als middel voor com-

petentieontwikkeling (studie die binnen de georganiseerde jeugdsport de relatie tussen het coachgedrag en het motivatio-neel klimaat in kaart brengt)

De drie eerste projecten worden in 2012 voortgezet. Het vierde ex-perimenteel project wordt in 2012 voortgezet via “Coach de jeugd-coach”, waarbij de opgedane ken-nis omtrent de relatie coachaanpak en motivationeel klimaat vertaald zal worden naar concrete tools. Die moeten de jeugdcoach in staat stellen de clubomgeving verder uit te bouwen tot de ideale leerschool voor sportspecifieke en levensbre-de competentieontwikkeling.

2. De kwaliteit van het sportaanbod verhogen met alle actoren en op alle niveaus

Naast het streven naar innovatie en ontwikkeling is het ook belangrijk een zekere continuïteit te garande-ren om een duurzaam sportbeleid te kunnen voeren. Een structurele ondersteuning via regelgeving is daarin een belangrijke factor. In navolging van de goedkeuring van het Planlastendecreet in 2011 werd het huidige lokaal Sport voor Allen (SVA)-decreet samen met het Bloso en het ISB herschreven. Na overleg met het werkveld wordt het de-creet eind 2011 voorgelegd aan de Vlaamse Regering om in 2012 de-finitief goedgekeurd te worden. In het nieuwe SVA-decreet worden de Vlaamse beleidsprioriteiten “Sport voor Allen” weergegeven, waarbij de regierol van de lokale besturen wordt benadrukt.

Via het decreet op de sportfede-raties (dat ook nadruk legt op een Sport voor Allen-beleid) wil de mi-nister de slagkracht van de sport-federaties vergroten en ervoor zorgen dat ze kunnen inspelen op nieuwe tendensen. 2012 wordt een belangrijk jaar voor de sportfedera-ties omdat zij moeten starten met de voorbereiding van hun nieuwe beleidsplannen voor 2013-2016. De VSF zal daartoe de nodige on-dersteuning voorzien.De minister wil ook investeren in een verdere professionalisering en optimalisering van de omkadering van sportclubs. Daarnaast wil hij ook extra inspan-ningen leveren om van de sportsec-tor een aantrekkelijke werkgever te maken. Vlabus is daarbij een struc-turele partner en zal als steunpunt en expertisecentrum aan belang winnen.

Page 10: VSF magazine 4 - 2011

10 VSFmagazine 4.2011

3. Een gezonde sport-beoefening en het vrijwaren van de inte-griteit van de sport op alle niveaus

In het kader van de intentieverkla-ring tussen minister Muyters en Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid, Jo Vandeurzen, over een gecoördineerd beleid op vlak van gezondheid, beweging en sport, zullen de werkzaamheden van de Werkgroep Voeding en Be-weging ook in 2012 worden voort-gezet. In deze werkgroep heeft de sportsector een adviserende rol over de uitvoering en de evaluatie-mogelijkheden van het Actieplan Voeding en Beweging. In het kader van een efficiënte do-pingbestrijding, werd in 2011 het initiatief opgestart om een ontwerp van antidopingdecreet uit te wer-ken. Hierbij wordt de antidopingre-gelgeving uit het huidige MVS/EVS decreet afgezonderd in een nieuw, apart decreet. Op internationaal vlak werden in de loop van 2011 door Vlaanderen inspanningen geleverd om het ge-wicht van Europa in de bestuursor-ganen van het WADA te versterken. In eigen land werd, in nauw overleg met de VSF, het AISF en het BOIC, een nieuw samenwerkingsakkoord onderhandeld tussen de gemeen-schappen opdat de dopingbestrij-ding de komende jaren op een ef-ficiënte en gecoördineerde manier zou kunnen gebeuren in heel Bel-gië. Eind 2011 ontwikkelde de minis-ter een Actieplan Gezond Sporten. Met dat meerjarenplan tot 2015 worden de voorwaarden gecreëerd voor een gezonde en duurzame sportbeoefening op maat van alle Vlamingen. In 2012 zal de problematiek rond de risicovechtsporten in samen-werking met de Commissie Risico-vechtsporten en het werkveld ver-der aangepakt worden.

Vanaf 2012 zal ook het decreet EVS op volle krachten draaien. Er zal verder ingezet worden op commu-nicatie, kennisdeling, sensibilise-ring en bewustmaking rond ethiek in de sport. Ten slotte stelt de minister dat er op een duidelijke en positieve manier door de sportsector moet ingezet worden op preventie- en detectie-instrumenten inzake seksueel mis-bruik.

4. Vlaanderen bouwt aan een succesvol topsportbeleid door het creëren van een optimaal topsportkli-maat en een duidelijk afgebakende organisa-tiestructuurEen cruciaal werkinstrument voor de lopende Olympiade is het Top-sportactieplan Vlaanderen II datmet het oog op de Olympische Spelen in Londen in 2012 op zijn einde loopt. Fundamenteel voor het topsportbeleid van minister Muy-ters is de samenwerking van de verschillende actoren en de één-lo-ketfunctie die door het Bloso wordt waargenomen, samen met de be-leidsafstemming binnen de Task Force Topsport en de StuurgroepTopsport. Deze werkwijze zal con-tinu geoptimaliseerd worden en zal blijvend bijdragen tot efficiëntie-winsten in het Vlaamse topsport-beleid.In 2012 zal de uitwerking van het Topsportactieplan Vlaanderen III gefinaliseerd worden. Dit zal de weg naar Rio 2016 uitstippelen voor onze Vlaamse topsporters.

De werkingsmiddelen Topsport worden meer gestroomlijnd benut en het topsportbeleid van de sport-federaties werd in overeenstem-ming gebracht met door derden ondersteunde initiatieven.Via topsport wil de minister de

zichtbaarheid van Vlaanderen ver-der uitdragen en vergroten.

5. Het optimaliseren van omgevingsfacto-renHet professionaliseren van de sportsector is één van de duidelijke aandachtspunten in het beleid van de minister. Dit zowel op vlak van competentieverhoging als op vlak van inzetten van beroepsmatige krachten. In 2012 zullen in die zin een aantal prioritaire acties uit de visienota SVA opgezet worden. Het in 2011 opgestarte pilootpro-ject van Vlabus rond de inzet van trainers zal geëvalueerd en des-gevallend uitgebreid en/of bijge-stuurd worden. Verder zullen de vooropgestelde maatregelen van het vierde Vlaam-se Intersectorale Akkoord (VIA4) concreet uitgewerkt worden. Ook de btw-problematiek in de sportsector zal, in samenspraak met de bevoegde federale instan-ties, besproken worden.

6. Het voeren van een planmatig sportinfra-structuurbeleidElke inwoner van Vlaanderen moet in de onmiddellijke leefomgeving terecht kunnen in goed onder-houden, kwalitatieve en functio-nele sportaccommodaties. Daartoe werd de opgestarte inhaalbewe-ging in sportinfrastructuur vanuit het Vlaams Sportinfrastructuur-plan voortgezet. Dit plan dekt ech-ter niet alle behoeften. Een eerste heroriëntering van het sportinfra-structuurbeleid werd reeds in 2011 doorgevoerd (subsidies voor Finse pistes en renovatie/aanleg sport-vloeren) en zal ook in de volgende jaren zijn vervolg kennen.Ook de problematiek van infra-structuur voor de zogenaamde hinderlijke sporten krijgt blijvende aandacht en moet dankzij overleg

sportbeleid

Page 11: VSF magazine 4 - 2011

11VSFmagazine 4.2011

Meer weten?Wil je de volledige beleidsbrief le-zen? Surf dan naar www.vlaams-esportfederatie.be > Sportbeleid > Algemeen

met de provincies tot resultaten kunnen leiden. Bovendien zal sport een actieve bijdrage leveren aan het opgestarte traject Beleidsplan Ruimte Vlaanderen.

7. De Vlaamse over-heid voert een efficiënt en effectief sportbe-leidDe minister hecht veel belang aan onderzoek en een degelijke evalu-atie en outputmonitoring van het sportbeleid zodat beleidseffecten duidelijk zichtbaar en meetbaar worden en het gevoerde beleid waar nodig op een gefundeerde manier kan bijgestuurd worden. Bij de lancering van de derde genera-tie steunpunten heeft de minister geijverd voor een autonoom Steun-punt sport. Via extra investering in dit steunpunt ten opzichte van de vorige generatie, wil de minister de kennisinstroom in het sportbeleid en naar de sportpraktijk stimule-ren.Samen met de Vlaamse regering wil hij ook verder inzetten op een-voudige, kwaliteitsvolle regelge-ving.

Om efficiënt te communiceren over het sportaanbod, het sportbeleid, de regelgeving, de dienstverlening,

wetenschappelijk en ander sport-gerelateerd onderzoek zal optimaal gebruik gemaakt worden van geac-tualiseerde bestaande websites en periodieke e-nieuwsbrieven. Via de portaalsite www.sportvlaanderen.be , die in 2011 werd gelanceerd, wil hij ook in 2012 verder blijven inzetten op actieve communicatie met de burger.

8. Via een onderbouwd en duurzaam sportbe-leid wegen op inter-nationale discussies en het internationale sportbeleidDe minister zal in 2012 actief het EU-sportbeleid blijven opvolgen, en meer bepaald het in 2011 op-gestarte EU Werkplan voor Sport en de werkzaamheden in de EU expertgroep rond doping ter voor-bereiding van de herziening van de WADA code. Via een toetreding van ons land tot het Enlarged Partial Agreement on Sport (EPAS) van de Raad van Eu-ropa, wenst de minister Vlaande-ren bovendien in staat te stellen om een actieve bijdrage te leveren aan het denkproces binnen deze instel-ling rond de toekomstige evoluties in de Europese sportsector.

Buiten Europa zullen de samen-werkingsakkoorden rond sport met prioritaire landen en regio’s zoals Zuid-Afrika, Australië en Catalo-nië voortgezet worden. Hierbij be-nadrukt de minister dat enkel een tweerichtingsverkeer kan leiden tot een succesvolle en leerrijke sa-menwerking. Met het oog op een versterking van de zichtbaarheid van het Vlaamse sportbeleid in het buitenland, wil de minister ten slotte in 2012 het promotiemateri-aal van Topsport Vlaanderen verder uitbouwen.

sportbeleid

Page 12: VSF magazine 4 - 2011

12 VSFmagazine 4.2011

vsf opleidingen

VSF opleidingen: voorsmaakje 2012

Wat brengt 2012?

Op de VSF Forumdag 2011 bleek dit een populair onderwerp. Deze zeer praktijkgerichte opleiding wordt georganiseerd in samenwer-king met Escala, specialist in social-profit.In de voormiddag zal worden be-sproken welke informatie van belang is, waar deze kan gehaald worden en hoe je daaruit een com-municatie-strategie kan distilleren. In de namiddag wordt dit vertaald naar concrete acties: hoe geef ik het weer in een bruikbaar schema (Excel)? Wat is het verschil tussen online- en offline-acties? Enz…

In Vlaanderen zijn er 1,2 miljoen actieve vrijwilligers. Het aantal organisaties dat vrijwilligers aan-trekt is echter ook enorm toege-nomen. Vrijwilligers worden dus “schaarser” en “duurder” en moe-ten bewust aangetrokken worden. Ze moeten ook elke dag opnieuw verdiend worden. Vrijwilligers anno 2011 zijn immers niet meer zo honkvast als vroeger en willen per-manent gemotiveerd worden.In deze opleiding staat het werken met deze “hedendaagse” vrijwilli-ger centraal. Samen met koen Ver-meulen ga je in op de aantrekkings-kracht van je federatie en hoe je het voor vrijwilligers aangenamer kan maken om ervoor te werken.

Tijdens deze opleiding, georgani-seerd in samenwerking met Ethi-com, gaan we op zoek naar wat le-den van een sportclub verwachten en hoe je als federatie je clubs kan ondersteunen in het aantrekken en

behouden van leden. Sportclubs moeten ook steeds meer een beroep doen op sponsors om hun financiering rond te krijgen. Een magische toverformule om zonder moeite veel geld binnen te halen bestaat niet, maar tal van praktische tips worden geboden zodat je jouw sportclubs gerichte ondersteuning kan geven. Er wordt een stappenplan aangereikt dat je kan communiceren naar je clubs en waarmee je ook zelf aan de slag kan. De lesgever, Ilja De Coster, is professioneel adviseur fondsen-werving.

Deze opleiding wordt verzorgd door Escala. In de voormiddag wordt een overzicht gegeven van de belang-rijkste externe communicatiekana-len, voor- en nadelen en toepassing ervan. Gezien het gestegen belang ervan zal in de namiddag worden gefo-cust op de soorten online–commu-nicatie, hoe je ze kan integreren in de communicatiestrategie en hoe je voldoende inhoud over je organi-satie kan genereren om regelmatig op sociale media actief te zijn.

De opleiding kennismanagement wordt gegeven door Steven War-moes. Na het inleiden van het thema (soorten kennis: in hoofden, documenten, voor en van partners, van verleden en naar de toekomst, expliciete en impliciete kennis; informaticamogelijkheden,…), worden reële cases en problemen in kennisoverdracht besproken. Ook wordt een toolbox aangereikt. Deze omvat een takenkaart (ter identificatie van taken waarvoor kennisoverdracht noodzakelijk is), een kennisoverdrachtplan (voor het ontwerp van een efficiënt ac-tieplan) en een survival kit (helpt bij het neerschrijven van essentiële kennis).Ook zal het kennismanagement-

proces aan bod komen: hoe kennis gebruiken, ontwikkelen en hoe erin investeren?

En verder…Onderstaande opleidingen worden ook opgenomen in ons opleidings-aanbod van 2012. Meer details staan momenteel nog niet vast, maar hou zeker onze website en nieuwsbrief in de gaten!

Recht in een sportfederatieDeze opleiding speelt in op de vraag naar ondersteuning op vlak van recht en commissies. In samenwer-king met advocatenkantoor Curia wordt het wettelijk kader waarin sportfederaties acteren geschetst en wordt toegelicht waar je moet op letten als je een disciplinaire com-missie of tuchtcommissie hebt of wil oprichten.

Opleidingen MS OfficeGezien de blijvend grote vraag naar computeropleidingen bieden we in 2012 ook een intensief MS Office aanbod aan. We zijn blij te kunnen melden dat deze opleidingen vanaf 2012 door het BLOSO erkend zijn voor alle coördinatoren!

Collega-werkgroepenIn 2012 wil de VSF collega-werk-groepen oprichten rond verschil-lende thema’s. De bedoeling hier-van is dat collega-coördinatoren ervaringen met elkaar kunnen uit-wisselen over hoe zij bepaalde za-ken aanpakken. VSF zorgt voor de randvoorwaarden, de deelnemers voor de input! Laat ons zeker we-ten als je ideeën hebt om hierin op te nemen! Het aantal werkgroepen zal afhangen van de respons.

Ondersteuningstraject BeleidsplanningIn het kader van het beleidsplan-ningsproces is een intensief onder-steuningstraject in ontwikkeling.

Opmaak communicatieplanSessie 1: 14/02/12 – Gent Sessie 2: 16/02/12 – Geel10u-17u - ¤80Erkend: ja (6u)

VrijwilligersmanagementSessie 1: 08/03/12 - HasseltSessie 2: 13/03/12 – Gent10u-13u - ¤40Erkend: ja (3u)

Ledenwerving en sponsoring in je sportclubSessie 1: 08/03/12 – Hasselt Sessie 2: 13/03/12 - Gent13u30-16u30 - ¤40Erkend: ja (3u)

Externe communicatie (met aandacht voor nieuwe media)8/10/12 – Brussel10u-17u - ¤80Erkend: ja (6u)

kennismanagement13/11/12 - Gent10u-17u - ¤80Erkend: ja (6u)

Meer weten?Neem contact op met Leen [email protected] of 09 243 12 93

LEEN MAGHERMAN

Page 13: VSF magazine 4 - 2011

EU-project “Promoting and securing voluntee-ring in sports”

PHILIPPE DE WIT T E

13VSFmagazine 4.2011

eu-project

Sinds het Verdrag van Lissabon is

sport een formele bevoegdheid van

de Europese Unie. In het licht van

die nieuwe bevoegdheid is de Eu-

ropese Commissie volop bezig met

de uitwerking van een volwaardig

Europees sportprogramma. Ter

voorbereiding hiervan deed de

Commissie eind juni 2010 een op-

roep tot projecten in het kader van

de “voorbereidende acties op het

vlak van sport”, met als doelstel-

ling goede voorbeelden en nuttige

netwerken te detecteren voor het

toekomstige Europese sportbeleid.

De Vlaamse Sportfederatie vzw

diende zelf ook een projectvoorstel

in dat werd goedgekeurd. Op 1 ja-

nuari 2011 ging de VSF, samen met

8 Europese partners van start met

haar EU-project “Promoting and se-

curing volunteering in sports”. Het

project loopt tot midden 2012 en

is dus intussen meer dan halfweg.

Tijd voor een stand van zaken.

Partners en doelstellingenAan het EU-project van de VSF werken 8 partnerorganisaties uit 7 verschillende EU-lidstaten mee. Ze vertegenwoordigen sportuniversi-teiten, -ministeries of –koepelorga-nisaties uit België, Finland, Wales, Duitsland, Hongarije, Slowakije, Griekenland en Cyprus. Het project onderzoekt hoe vrijwil-lige bestuurders van sportclubs het best ondersteund kunnen worden bij het beheer en beleid van hun sportclub.

De “autonomie” van de sport, de “subsidiariteit” binnen de sport en het “zelfregulerend vermogen” van de sport zijn drie fundamentele be-grippen voor de Europese instellin-gen. Voor Europa is de kans bieden aan de sportactoren om onderling kennis en ervaring uit te wisselen dan ook belangrijker dan het op-richten van Europese overkoepe-lende instellingen of het uitvaardi-gen van uniforme Europese wetten en regels. kruisbestuiving tussen de deelnemende partners rond het ondersteunen van vrijwillige sport-clubbestuurders is dan ook de kern-taak van dit EU-project.

Deze uitwisseling van kennis en ervaring gebeurt tijdens 6 sympo-sia die gedurende de duurtijd van het project georganiseerd worden. Vervolgens zal het project aanbeve-lingen voor de Europese Commis-sie uitwerken om blijvende uitwis-selingen in de toekomst mogelijk te maken met betrekking tot de on-dersteuning van vrijwillige sport-clubbestuurders binnen de EU.

Zes symposia Het eerste van de zes symposia vond plaats in Gent op 30 en 31 maart 2011. Uit deze eerste ken-nismaking tussen de verschillende partnerlanden, is gebleken dat het sportlandschap in de diverse EU-lidstaten heel erg verschillend georganiseerd is. Ook de struc-turen en organisaties binnen de sportclubs zijn zeer divers. Deze verschillen hebben onder andere betrekking op wie de sportclubs aanstuurt: een overheid (centraal of lokaal), een federatie, sportra-den, een Olympisch Comité of zelfs een privé-initiatief. In sommige landen moeten sport-clubs een wettelijke entiteit heb-ben met tal van verplichtingen, terwijl in andere landen slechts een kleine minderheid van de clubs of-ficieel geregistreerd is. Sportclubs worden bijgevolg door-gaans beheerd door personen aan-gesteld door een overheid, door mecenassen of door personen die binnen de clubs verkozen worden.

Tijdens de drie volgende symposia in Helsinki, Cardiff en Potsdam, kwamen thema’s aan bod zoals de identificatie van sportclubbestuur-ders, de motivering van sportclub-bestuurders en de verschillende vormen van externe ondersteuning die sportclubbestuurders wensen en in sommige gevallen al krijgen. Andere belangrijke thema’s die aan bod kwamen:

• Ondersteuning van clubs bij beheren en motiveren van vrijwilligers

• Samenwerkingsverbanden met de private sector

Page 14: VSF magazine 4 - 2011

14 VSFmagazine 4.2011

• Managementondersteuning op maat van de verschillende types sportclub

• Strategische begeleiding • Professionalisering• Mogelijkheden van nieuwe e-

governance tools

Op het voorlaatste symposium – dat plaatsvindt in februari 2012 in Larnaca – zullen aanbevelingen uitgewerkt worden over hoe onder andere overheden, universiteiten en koepelorganisaties, verdere uit-wisseling van “best tools and prac-tices” voor vrijwillige sportclubbe-stuurders tussen de EU-lidstaten kunnen bevorderen en promoten.

Begin mei 2012 worden op het slot-symposium in Brussel de bevindin-gen en aanbevelingen van het EU-project voorgesteld. Aansluitend wordt hierover in juni 2012 een rapport aan de Europese Commis-sie overhandigd. De aanbevelingen zullen kaderen binnen de beleids-opties die de diverse Europese in-stellingen momenteel uitwerken voor de periode 2014-2020.

Heb je vragen over een onderwerp in dit magazine?Wil je graag dat we een onderwerp behandelen in VSF magazine?Heb je goede voorbeelden bij een verschenen artikel of over een ander onderwerp?

Laat het zeker weten aan de VSF magazine redactie via [email protected].

Voorloper in VlaanderenMet het Dynamo Project van de VSF heeft Vlaanderen in Europa alvast een voorloper in de manage-mentondersteuning van vrijwillige sportclubbestuurders. Ook in de partnerlanden van dit EU-project worden bestuurders van sportclubs geconfronteerd met toenemende verwachtingen op het vlak van wet-telijke, financiële, administratieve en andere beleidsverwachtingen. Deze partners toonden in het kader van het EU-project dan ook al een bijzondere interesse in de aanpak en realisaties van het Dynamo Pro-ject. Anderzijds ontdekte de VSF bij haar partners ook een aantal interessante pistes, waarvan de vertaalbaarheid naar het Vlaamse sportlandschap in de nabije toe-komst zeker verder zal bekeken worden.

De kruisbestuiving is bijgevolg alvast verzekerd binnen dit EU-project!

Meer weten?Wil je meer info over dit EU-project, neem dan contact op met Philippe via 09 243 12 97 of via [email protected]

Neem zeker ook eens een kijkje op de website van het project via www.volunteeringinsport.eu.

eu-project

Page 15: VSF magazine 4 - 2011

a solution for your passion

Benieuwd wat Infomat en Dim@Sports Federation Management voor uw sportfederatie kunnen betekenen? Neem voor meer informatie vrijblijvend contact op met Infomat of bezoek onze website www.infomat.eu!

Dim@Sports Federation Management is gebouwd door een professioneel IT-bedrijf, met professionele ondersteuning, helpdesk en evolutie.

Dim@Sports is operationeel in gebruik bij meerdere sportfederaties (klein en groot), volgt alle sport en technologische evoluties op de voet en werkt boven alles GEÏNTEGREERD. Dankzij deze integratie behoren dubbele invoer en verschillende databases of programma's tot het verleden.

Dim@Sports verbindt de verschillende taken in een sportfederatie, denk maar aan leden- en club-administratie, facturatie, boekhouding, genereren van kalenders, beheren van resultaten en klassementen, oproepen van officials of scheidsrechters, een extranet-luik voor communicatie tussen clubs/leden en de Federatie, officiële rapportering, ... U kiest zelf de taken die u binnen uw federatie verder wil automatiseren.

Dim@Sports laat uiteraard personalisering toe per sportfederatie, maar wel op basis van één platform dat door vele organisaties wordt gebruikt en dat mee evolueert in de tijd.

PROFESSIONEEL management van een sportfederatie vraagt een PROFESSIONELE software

Infomat nv • Laarstraat 16 Blok AB • 2610 Wilrijk • 03/820.60.00 • [email protected]

Competition

Community

SMS

Extras

Webshop Website

Finance

Extranet

Administration

Dim@Sports Federation

Management

Page 16: VSF magazine 4 - 2011

16 VSFmagazine 4.2011

Structuur in je sportclub

Handige tips en aandachtspuntenPIET ER HOOF

Vlaanderen telt heel wat verschil-

lende sportclubs. Verschillend in

aantal leden, aanbod van sporten,

professionaliteit, grootte van het

bestuur, beleid,... Er zijn dan ook

heel wat verschillende manieren

waarop de Vlaamse sportclubs

gestructureerd zijn. Dé juiste ma-

nier waarop sportclubs gestructu-

reerd “moeten” zijn, bestaat niet.

Om sportclubs op weg te helpen,

werkte het Dynamo Project van de

VSF een document uit met een paar

pistes en aanbevelingen om een

sportclub te structureren.

De sportclub als organisatie Er bestaan heel wat theorieën over structuur in organisaties. Die the-orieën zijn vaak gericht op profit organisaties, maar zijn mits enige vertaling ook bruikbaar voor sport-clubs. De sportclub als organisatie bevat immers een aantal kenmer-ken die ook in een profit bedrijf te-rug te vinden zijn. De hedendaagse sportclub lijkt dan ook meer en meer op een klein bedrijf, waarin een bepaalde graad van structuur zeker vereist is om alles vlot te la-ten verlopen. Een organisatie wordt doorgaans gekenmerkt door 4 elementen die ook zeker in de sportclub terug te vinden zijn:

• de sociale entiteit• de doelgerichtheid• de bewust gecoördineerde

systemen• de relatief duidelijk identificeer-

bare grenzen

Wanneer men aan de structuur van een organisatie denkt, dan heeft men vaak de formele structuur in gedachten, waarbij in een organo-gram de verschillende verticale en horizontale niveaus in kaart wor-den gebracht. Deze formele struc-tuur geeft doorgaans echter slechts een deel van de organisatorische werkelijkheid weer, aangezien in veel organisaties ook vaak een in-formele structuur ontstaat op basis van de sociale dynamiek. In sport-clubs is dit zeker niet anders. Los van formele en informele struc-turen, gelden voor alle organisaties de volgende aandachtspunten om alles in goede banen te leiden:

• De taakverdeling moet goed afgebakend zijn om hiaten of overlappingen te vermijden

• De taakverdeling moet “goed” zijn: de werklast moet voor iedereen draaglijk zijn en ieder-een moet er de nodige voldoe-ning uit putten

• Er moet efficiënte communi-catie zijn: de juiste informatie

Page 17: VSF magazine 4 - 2011

VSFmagazine 4.2011 17

goed bestuur

moet bij de juiste persoon belanden

• Alle neuzen moeten in dezelfde richting staan: het doel van de organisatie moet voor iedereen duidelijk zijn en moet door iedereen gedragen worden.

Een sportclub structureren

Waarom zou je als sportclubbe-stuur tijd investeren in het zoeken naar en neerpennen van een be-tere organisatie en structuur van je sportclub? Om efficiënter te wer-ken uiteraard! Door een horizon-tale en verticale indeling te maken, bekom je het organogram van de sportclub. Welke structuur de juiste is voor een sportclub, hangt echter af van de specifieke situatie van een club. Uit onderzoek blijkt dat een effectieve structuur vereist dat situationele factoren en ontwerp-parameters nauw op elkaar afge-stemd zijn. In mensentaal: praktijk en theorie moeten overeenkomen. De situationele factoren die een in-vloed kunnen hebben op de struc-tuur van een organisatie worden in vier groepen onderverdeeld:

• Strategie: wat zijn de doelen van de sportclub en hoe wil de club die bereiken?

• Mensen en middelen: welke mensen zitten in de club en over welke financiële mid-delen beschikt de club?

• Stijl: is de sfeer in de club eer-der formeel of informeel?

• Omgeving: zijn er externe factoren die een invloed kunnen hebben op de structuur van de sportclub?

De formele structuur van de sport-club zal altijd een horizontale en een verticale indeling bevatten. De horizontale structuur splitst de organisatie op in verschillende eenheden door taken en functies te groeperen volgens een bepaalde logica. Traditioneel onderscheidt de vakliteratuur 6 basissen om een organisatie horizontaal op te delen:

• kennis en vaardigheden • Werkproces en functie • Tijd• Output• klant of doelgroep • Geografisch gebied

In sportclubs worden commissies of comités meestal ingedeeld volgens functie (vb. een comité financiën, ledenbeheer, …), output (vb. een comité tennis, petanque, …) of doelgroepen (vb. een comité jeugd, senioren, …). In de praktijk passen clubs vaak een combinatie van deze verschillende soorten indelingen toe. Dit kan, maar vergroot wel het risico op onduidelijkheid of over-lapping van taken, zodat het maken van goede afspraken en goede com-municatie essentieel zijn.

De verticale indeling van een or-ganisatie toont de hiërarchische relaties en onderscheidt functies vertrekkend van de top tot aan de basis van de organisatie. De verti-cale indeling bepaalt enerzijds de gezagslijn en anderzijds de beslis-singsbevoegdheid. kort gezegd: wie moet aan wie rapporteren en wie kan wat beslissen.

Eens de verschillende indelingen zijn gebeurd in een organisatie, moet er ook voor samenhang ge-zorgd worden. Er bestaan verschil-lende technieken en manieren om de verschillende functies en perso-nen in een organisatie te coördine-ren. Zo kan je:

• Een coördinatie op het hoogste niveau organiseren

• Een bepaalde (tijdelijke) taak coördineren via een tijdelijke cel

• Een verbinding tussen de ver-schillende niveaus realiseren via een liaisonpositie

• Een matrixstructuur voorzien, waarbij er meerdere verant-woordelijken gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen

FunctieverdelingenHet is erg belangrijk dat alle be-stuurders en medewerkers in een sportclub weten wat hun functie is en binnen welk kader zij al dan niet mogen optreden namens de club. Door functieverdelingen op papier te zetten, kunnen heel wat ondui-delijkheden en misverstanden ver-meden worden. Wat betreft het aantal en de soor-ten functies die er binnen een or-ganisatie moeten zijn, bestaat er uiteraard ook geen unieke, alles-omvattende theorie. Veel zal afhan-gen van de specifieke situatie van de club en van de indelingen die voorzien zijn in een bepaalde club.

Plan van aanpak Je wil als bestuur graag een sluiten-de structuur voor jouw sportclub uitschrijven. Hoe pak je dit aan? De theorie zegt dat je best eerst een taakverdeling en organogram opstelt in functie van de behoeften van de organisatie en vervolgens medewerkers toewijst aan verschil-lende taken. De praktijk in de sport-club is echter vaak omgekeerd: men kijkt naar de beschikbare mensen en bouwt op basis daarvan een structuur uit. Probeer in dat geval toch ook eerst de ideale structuur uit te schrijven vooraleer je naar de beschikbare medewerkers kijkt. Zo ontdek je misschien een interes-sante functie die momenteel nog niet bestaat en waar nog niemand aan gedacht had. In een verdere stap kan je dan nog altijd die “ideale structuur” toetsen aan de werke-lijke situatie van de club.

Nog een paar tips Ook al heeft jouw sportclub al een goed uitgebouwde structuur, dan bevat het document van Dynamo Project toch nog een aantal han-dige tips en aandachtspunten om de situatie nog optimaler te maken.

Meer weten?Ben je geïnteresseerd in het docu-ment “Structuur in je sportclub” of wil je als sportfederatie deze in-formatie verder verspreiden naar jouw sportclubs? Neem dan con-tact op met het Dynamo Project via 09 243 12 96 of [email protected]

Page 18: VSF magazine 4 - 2011

18 VSFmagazine 4.2011

doelgroepenbeleid

Van drempel naar opstap

kansengroepen ervaren participatiedrempels

Sport en kansengroepen. Hoe

graag we het ook zouden willen:

het is geen vanzelfsprekendheid.

De sportclub is méér dan spor-

ten alleen: je maakt er vrienden,

bouwt er aan een eigen identiteit

en je steekt er met veel plezier een

handje toe bij de organisatie van

een clubactiviteit of het geven van

een training. Maar net in deze veel-

omvattende functies die een sport-

club kan invullen, schuilt ook een

complexiteit. Een complexiteit die

zich ook vertaalt in (vaak onzicht-

bare) drempels voor mensen die de

sportclub als organisatievorm niet

goed kennen. kansengroepen zoals

mensen in armoede en etnisch-cul-

turele minderheden zijn vaak min-

der vertrouwd met “de sportclub”

als organisatievorm.

InitiatievenDe VSF engageert zich om rond dit thema aan de slag te gaan. Onder andere volgende initiatieven zijn gepland:

• De VSF ontwikkelde in 2011 een model van een onthaalbrochure voor sportclubs die een onthaal-brochure willen maken of ver-nieuwen. Een onthaalbrochure speelt immers een belangrijke rol bij het wegwerken van heel wat drempels. In 2012 zal de VSF het model verder uitwer-ken.

• In 2011 werkte de VSF in sa-menwerking met het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, kruispunt Migratie-Integratie, het kinderrechtencommissari-aat en het Bloso een duidelijke, gedragen en laagdrempe-lige communicatie uit over de aansluiting van niet-Belgen als niet-professionele sportbeoe-fenaar. In 2012 zal de VSF deze fiche blijvend onder de aandacht brengen.

• De VSF zetelt in de werkgroep Sport en Interculturaliteit, die zowel in 2011 als 2012 actief is en zal zijn. Deze werkgroep bundelt experten uit de sport- en integratiesector en levert voorbereidend werk voor minister Muyters om het beleid rond de sportparticipatie van etnisch-culturele minderheden vorm te geven.

• In 2012 zal de VSF de verschil-lende drempels tot participatie in een sportclub, samen met praktische tips om deze drem-pels weg te werken, bundelen. Zowel in het voorjaar, als in het najaar zullen geïnteresseerde federaties hierover informatie kunnen ontvangen.

• De VSF werkte in 2011 mee aan de website (k)Rap op Sport-kamp. Deze website vol tips en tricks voor organisatoren van sportkampen die willen werken aan de toeleiding van kansar-men naar hun kampen wordt in december gelanceerd. Sport-federaties die rond dit thema concrete ondersteuning willen, kunnen bij de VSF terecht.

Samen staan we sterkDe VSF zet zich in voor het Sport voor Allen-beleid. Maar zonder onze aangesloten federaties kun-nen wij dit beleid niet uitdragen. De samenleving kleurt elke dag en elke sportfederatie kan apart haar

steentje bijdragen aan een bredere sportparticipatie.

Vanuit de VSF zien we voor de sportfederaties drie taken m.b.t. de genoemde kansengroepen.

1. Informeren van clubs

Informeer jouw clubs over dit actu-ele thema. Regelmatig informeren over bepaalde drempels en de daar-bij horende oplossingen is belang-rijk.

Concreet:• Op www.sportendiversiteit.be

staan heel wat tips voor clubs om rond diversiteit in de sport-club aan de slag te gaan. Zowel “beginners” als “gevorderden” vinden er zeker enkele bruik-bare en gemakkelijk toepasbare tips.

• Om je aanbod gekend te maken bij de doelgroep, is het van belang om je communicatie via de juiste kanalen te doen. Neem een kijkje op www.desociale-kaart.be en informeer je clubs over de bestaande sociale organisaties.

• Informeer jouw clubs over de aansluiting van niet-Belgen bij een sportclub. Je vindt deze fiche via www.vlaamsesportfe-deratie.be -> Sport voor allen > doelgroepenbeleid > alloch-tonen.

2. Sensibiliseren van clubs

Toon dat jij als sportfederatie ach-ter een breed “Sport voor Allen”-verhaal staat. Door deze boodschap actief te communiceren en het the-ma regelmatig positief aandacht te geven, werk je aan de bewustma-king van jouw sportclubs.

Concreet:• Als federatie heb je een

voorbeeldfunctie. Geef dan ook met je eigen communica-tie het voorbeeld: woord- en beeldkeuze kunnen een grote impact hebben. kies voor meer

T IM LAMON

Page 19: VSF magazine 4 - 2011

19VSFmagazine 4.2011

Meer weten?Heb je nog verdere vragen rond dit onderwerp of wil je er concreet mee aan de slag? Neem dan contact op met Tim, onze medewerker Sport voor Allen, via [email protected]. Ook individuele ondersteu-ning is mogelijk.

doelgroepenbeleid

gekleurde foto’s die een realis-tische weerspiegeling van de maatschappij zijn.

• Zie het niet te groots. Neem ge-tuigenissen en goede praktijken op in je nieuwsbrief, of neem enkele tips op in je tijdschrift. Of verspreid praktische tips via jouw website of affiches.

• Zorg ook dat je kan antwoorden op vragen over dit thema. Duid binnen je federatie een con-tactpersoon aan waar clubs bij terecht kunnen. Bij de VSF kan je eveneens terecht met al je vragen rond kansengroepen bij Tim via [email protected].

3. Drempelverlagende ini-tiatieven

De eerste stap naar een sportclub is moeilijk voor mensen uit een kan-sengroep. Probeer de drempels zo veel mogelijk te verlagen. De eer-ste stap is belangrijk, verdere on-dersteuning uiteraard ook. Blijven informeren, betrekken en aanspre-ken is de boodschap.

Concreet: • Stimuleer je clubs om met een

onthaalbrochure te werken. Dit zal hen ook stimuleren om na te denken over aspecten zoals de ontvangst van nieuwe leden (is hier een verantwoordelijke voor?) en de zin of onzin van bepaalde regels binnen de club.

• Stimuleer je clubs om nieuwe leden eerst kennis te laten maken met de sportclub en het aanbod. Dat kan door open trai-ningen, kijkdagen of startdagen voor beginners. De week van de sportclub (maar ook andere momenten) zijn daar uitermate geschikt voor.

Hoe raar het voor de doorgewin-terde sportmedewerker ook mag klinken: de sportclub is voor heel wat mensen ongekend terrein. Heel wat mensen ervaren dan ook drempels om tot sport(club)partici-patie te komen. De VSF hoopt dan ook samen haar leden gefaseerd aan de slag te gaan rond dit thema.

Flickr: Lucas Ninno

Page 20: VSF magazine 4 - 2011

VSFmagazine 2.201120

Groei met onsU wordt geconfronteerd met complexiteit

bij het ondernemen. Ons netwerk van specialisten in audit, tax, advisory en fiduciaire staat tot uw dienst,

ongeacht de grootte van uw onderneming.

kpmg.be

Page 21: VSF magazine 4 - 2011

VSFmagazine 2.2011 21

Flickr: Dominique Godbout

Groei met onsU wordt geconfronteerd met complexiteit

bij het ondernemen. Ons netwerk van specialisten in audit, tax, advisory en fiduciaire staat tot uw dienst,

ongeacht de grootte van uw onderneming.

kpmg.be

Page 22: VSF magazine 4 - 2011

22 VSFmagazine 4.2011

wetgeving

Studentenarbeid Nieuwe regels vanaf 2012

Vanaf 1 januari 2012 geldt een

nieuwe regeling voor studenten-

arbeid. Hoewel de nieuwe regels

voornamelijk een versoepeling en

vereenvoudiging inhouden, dient

toch de aandacht gevestigd te wor-

den op de impact die de nieuwe

regeling in sommige gevallen kan

hebben op het arbeidsrechtelijke

statuut van de student.

Aantal dagen per jaar Vanaf 1 januari 2012 kan de stu-dent maximaal 50 dagen per jaar werken. De student mag vrij kiezen wanneer hij deze dagen presteert, over het hele kalenderjaar. Deze nieuwigheid houdt zowel een ver-hoging van het aantal dagen in als een versoepeling tegenover het huidige systeem waarbij een stu-dent 2 x 23 dagen kan werken, res-pectievelijk tijdens het schooljaar en tijdens de zomermaanden. Door deze aanpassing kan een organi-satie dus vanaf 2012 een student bijvoorbeeld 2 maanden na elkaar inschakelen, of 1 dag in de week ge-durende het hele jaar. Bovendien kan de student zijn 50 dagen in het kader van de studentenarbeid nog steeds cumuleren met de RSZ-vrije tewerkstelling van de 25-dagen regeling (zie ook VSF Magazine 1-2011).

Maximumduur studentencontractVanaf 2012 is het mogelijk om een studentenovereenkomst voor maxi-maal 12 maanden af te sluiten, terwijl de huidige regeling slechts een maximumduur van 6 maanden per werkgever toelaat. Deze verrui-ming laat, in combinatie met de 50 dagen per jaar, een organisatie toe om bijvoorbeeld één jaarcontract

af te sluiten met een student voor regelmatige prestaties gedurende het kalenderjaar, hetgeen een aan-zienlijke administratieve vereen-voudiging kan inhouden. Hiermee gaat gepaard dat de werkgever aan de hand van de studentenovereen-komst een “Multi-Dimona” aan-gifte kan doen, waarbij het aantal (ook niet aansluitende) dagen dat de student zal werken wordt aange-geven. Deze aangifte kan per kwar-taal gebeuren.

Controle saldo toegestane dagenZowel voor de werkgever als voor de student is het vaak moeilijk om te controleren hoeveel dagen een student in het lopende jaar al gewerkt heeft. Nochtans is dit belangrijk om er zich van te verge-wissen of er nog kan gewerkt en tewerkgesteld worden onder het studentenstatuut. De RSZ-diensten hebben nu een databank en web-site ontwikkeld waarop zowel de werkgever als de student het saldo van de toegestane arbeidsdagen kunnen raadplegen. Dit elektro-nische verificatiesysteem baseert zich op de “Multi-Dimona”, waarbij verbeteringen automatisch worden gegenereerd op basis van de nor-male RSZ-kwartaalaangiftes. Deze toepassing biedt bijgevolg rechts-zekerheid en bespaart de werk-gever een hoop administratieve rompslomp.

Portaal “Student@Work”: www.mysocialsecurity.be/student

Uniforme solidariteitsbijdrageStudentenarbeid is zowel voor de werkgever als voor de student in-teressant, aangezien er geen vol-ledige sociale zekerheids- of fiscale bijdragen moeten betaald worden, doch slechts een solidariteitsbij-drage. In de huidige regeling wordt een onderscheid gemaakt in het percentage van deze solidariteits-

bijdrage naargelang het gaat om studentenarbeid die verricht wordt in de zomermaanden (7,5%) of tij-dens het schooljaar (12,5%).

Aangezien er vanaf 2012 geen on-derscheid meer zal gemaakt wor-den tussen de prestaties van de student tijdens het schooljaar en tijdens de zomer, wordt ook de soli-dariteitsbijdrage geuniformiseerd. Het unieke tarief zal vanaf 1 januari 2012 8,13% bedragen. De werkge-ver neemt hiervan 5,42% voor zijn rekening, de student 2,71%. Dit nieuwe tarief betekent een lichte verhoging voor de zomermaanden, maar een aanzienlijke verlaging voor de rest van het jaar.

De voorwaarden om van deze soli-dariteitsbijdrage te kunnen genie-ten zijn de volgende:

• De student is tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten

• De tewerkstelling is beperkt tot de eerste aangegeven 50 arbeidsdagen van het kalender-jaar

• De tewerkstelling gebeurt in periodes buiten de verplichte aanwezigheden in onderwijsin-stellingen

GezinsbijslagStudenten tussen 18 en 25 jaar geven enkel nog recht op gezinsbij-slag als zij niet meer dan 240u per kwartaal werken. Bij overschrijding van deze 240u verliezen de ouders het recht op gezinsbijslag voor het betrokken kwartaal. Is dit het twee-de kwartaal, dan is er ook voor het derde kwartaal automatisch geen recht op gezinsbijslag. Vanaf 2012 valt deze sanctie echter weg: een overschrijding van het aantal toe-gestane uren in het tweede kwar-taal, betekent vanaf dan ook enkel een verlies van recht op gezinsbij-slag voor dit kwartaal.

GERALDINE MAT T ENS

Page 23: VSF magazine 4 - 2011

VSFmagazine 4.2011

AandachtspuntenDoor de nieuwe regeling van 50 vrij te kiezen arbeidsdagen, kan een organisatie vanaf 2012 een student dus bijvoorbeeld voor 2 opeenvolgende maanden aanwer-ven. Dit kan zeer interessant zijn, maar voor de volledigheid dient er toch op gewezen te worden dat deze nieuwe opportuniteit ook een impact kan hebben op het arbeids-rechtelijke statuut van de student.

Ziekte en gewaarborgd loon

Voor studenten met een overeen-komst van minder dan 3 maanden of voor studenten in proefperiode geldt in geval van ziekte een anciën-niteitsvoorwaarde van 1 maand om gewaarborgd loon uitgekeerd te krijgen. Aangezien met de huidige regeling een student doorgaans niet langer dan één maand bij een organisatie werkt, is deze laatste bij ziekte doorgaans geen gewaar-borgd loon verschuldigd aan de stu-dent. Vanaf 2012 kan hier echter verandering in komen, aangezien de nieuwe regeling toelaat dat stu-denten bijvoorbeeld 2 aansluitende zomermaanden bij één organisatie kan werken.

Hou er als werkgever dus rekening mee dat, als je in de toekomst een student langer dan één maand aan het werk wil zetten, je bij ziekte ge-waarborgd loon verschuldigd bent.

Opzegtermijnen

Net zoals elke arbeidsovereen-komst, kan een studentenovereen-komst in de loop van de uitoefening beëindigd worden, hetzij eenzijdig hetzij in onderling akkoord. Bij een eenzijdige beëindiging gelden de volgende regels inzake opzegter-mijnen:

Overeenkomst ≤ 1 maand:

• Opzeg door werkgever: 3 dagen

• Opzeg door student: 1 dag

Overeenkomst › 1 maand:

• Opzeg door werkgever: 7 dagen

• Opzeg door student: 3 dagen

Ook hier zal de mogelijkheid om contracten van meer dan 1 maand af te sluiten met zich meebrengen dat er rekening zal moeten gehou-den worden met langere opzegter-mijnen.

Meer weten?Heb je nog vragen over deze nieuwe regeling? Neem dan contact op met Geraldine via [email protected]

Wil je meer weten over studen-tenarbeid en andere tewerkstel-lingsmogelijkheden in de sport? Bestel dan zeker de brochure “Je sportclub en tewerkstelling” bij het Dynamo Project via www.dy-namoproject.be › Producten

23

Je sportclub en tewerkstelling

wetgeving

Flickr: Robert Thoen

Page 24: VSF magazine 4 - 2011

24 VSFmagazine 2.2011

Vernieuwd decreet sportdiensten: eerste principiële goedkeuringSportbeleid - algemeen22.11.2011

Op donderdag 10 november 2011 gaf de Vlaamse Regering haar 1ste principiële goedkeuring aan het voorontwerp van de-creet houdende het stimuleren en subsidië-ren van een lokaal Sport voor Allen-beleid.

Minister Muyters heeft aan de SARC, sectorraad sport, gevraagd om een advies te geven op bovenvermeld voorontwerp van decreet. Nadien wordt dit voorontwerp van decreet terug aan de Vlaamse Regering voorgelegd voor 2de principiële goedkeuring met het oog op advies aan de Raad van State. Daar-na volgt de definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering en kan het ontwerp van decreet in 2012 voorgelegd worden aan het Vlaams Parlement. Het voorontwerp vind je op www.vlaamsesportfederatie.be.

Nieuwe Dynamo Project brochu-re: de groene sportclubGoed bestuur - goed bestuur22.11.2011

In de nieuwste brochure van het Dynamo Project staat het ecologische aspect van een sportclub centraal. Zuinig omspringen met energie, de waterfactuur beperken en milieuvriendelijke transportwijzen komen aan bod. Jouw sportclub hoeft trouwens geen grote club met eigen accommodatie te zijn om een steentje bij te dragen. Het gaat immers niet steeds om grote of dure aanpassingen. Zich bewust zijn van de problematiek en letten op kleine dingen, helpen het milieu zeker ook vooruit. Bestel de nieuwe brochure via www.dynamoproject.be

Forfaitaire vergoedingen vrijwil-ligers vanaf 1 januari 2012Vrijwilligers - algemeen25.10.2011

Vanaf 1 januari 2012 zullen nieuwe, geïn-dexeerde plafondbedragen van toepassing zijn voor de forfaitaire onkostenvergoedin-gen voor vrijwilligers.

Het dagplafond zal maximaal 31,44 euro mogen zijn.

Het jaarplafond zal 1.257,51 euro mogen bedragen.

Verslagen VSF Forumdag 2011Verbeter je werking – algemeen25.10.2011

Op donderdag 29 september hield de VSF haar vierde, succesvolle Forumdag.Tijdens deze Forumdag werd de focus gelegd op verschillende aspecten van de basiswerking van de sportfederaties.

Tijdens de plenaire sessie konden de aanwezige sportfederaties vragen stellen aan onze twee centrale gasten, mevrouw Carla Galle en de heer Philippe Paquay, respectievelijk administrateur-generaal en algemeen directeur van het Bloso. Tijdens dit gesprek kwamen onder andere het decreet op de sportfederaties, de ondersteu-ningsrol van federaties naar hun sportclubs toe, tewerkstelling en professionalisering van de sportsector en de verdere impact van de financiële crisis op de dotatie sportfede-raties aan bod.

Je vindt het verslag van de plenaire sessie en verslagen en presentaties van iedere werkgroep op onze website onder de ru-briek documenten.

Bekijk het VSF magazine ook digitaalVSF - VSF organisatienieuws22.11.2011

Lees je graag nog eens een artikel uit één van onze VSF magazines na, maar vind je het magazine niet meteen terug? Bekijk dan de laatste edities van het VSF magazine online op onze website. Neem een kijkje in de rubriek Over VSF > VSF Lectuur

Lancering e-vzw is een feitGoed bestuur - vzw25.10.2011

Is jouw sportvereniging een vzw en klinkt het heen en weer rijden naar de griffie om op een correcte manier de statuten neer te leggen of aan te passen, je bekend in de oren? Dan hebben we goed nieuws!

Op 21 oktober werd de digitale toepassing voor het online oprichten van een vzw of-ficieel bekendgemaakt. Door een samen-werking tussen de FOD Justitie en de Dienst

Administratieve Vereenvoudiging, werd een applicatie ontwikkeld die het mogelijk maakt om van achter je computer een vzw op te richten. De Vlaamse Sportfederatie en het Dynamo Project konden deze zomer al deelnemen aan een eerste testfase.

kan jouw sportvereniging vandaag al online haar vzw oprichten? Nee, want in een eerste fase worden enkel een aantal instan-ties (waaronder VSF en Dynamo Project) betrokken bij het nieuwe systeem. Vanaf februari 2012 zal iedere particulier zelf een oprichting van een vzw kunnen doen via de nieuwe applicatie. Wij houden je op de hoogte over de nieuwste ontwikkelingen!

1.999 campagnes online in Nederlands archiefMedia - algemeen22.11.2011

Wat is het geheim van een succesvolle campagne? Hoe raak je de juiste snaar bij je doelgroep? En hoe slaag je erin om veel media-aandacht te krijgen? De Stichting Adverteerdersjury Nederland (SAN) ont-sluit haar archieven als inspiratiebron voor campagnemakers!

1.999 campagnes zijn vanaf nu online te raadplegen in het SAN Archief. Via een overzichtelijke zoekfunctie kan je gaan browsen in de beste Nederlandse cam-pagnes van de afgelopen 6 jaar. Je kan de campagnebeelden raadplegen, maar ook informatie over de doelstelling van de campagne, de doelgroep, strategie en het concept. Raadpleeg het archief op www.sanaccent.nl/sanarchief.

Wijziging btw-wetgevingGoed bestuur - fiscaliteit20.09.2011

Op 11 juli 2011 werd door het Hoofdbestuur van de Btw-Administratie een nieuwe be-slissing in verband met de btw-plichtigheid van sportclubs gepubliceerd. De beslissing verduidelijkt in welke gevallen de orga-nisatie van sportevenementen door een sportclub, als btw-plichtig dient te worden beschouwd.Sportclubs kunnen een beroep doen op twee vrijstellingen uit het btw-wetboek.Wens je meer informatie, neem dan contact op met het Dynamo Project via [email protected] of 09 243 12 94.

over vsf

VSF Online is de maandelijkse e-nieuwsbrief van de Vlaamse Sportfederatie vzw. Iedereen kan die nieuwsbrief ontvangen. Wil je graag het sportbeleidsnieuws vol-gen, gezien vanuit de sportfederatiesector, dan kun je je op onze website abonneren op VSF Online.

In het VSF magazine focussen we op de belangrijkste realisaties van de afgelopen maanden. De volledige nieuwsberichten kun je raadplegen op www.vlaamsesportfederatie.be.

Online

Page 25: VSF magazine 4 - 2011

25VSFmagazine 4.2011

Succesvolle jeugdsportprojecten bij de sportfederaties

De sportfederaties staan aan de

vooravond van het laatste jaar van

de huidige beleidsperiode. Ook de

projecten binnen de facultatieve

opdracht jeugdsport gaan hun laat-

ste jaargang in. En binnenkort gaan

heel wat federaties aan de slag om

hun (ver)nieuw(d) project voor de

volgende olympiade uit te werken.

Tijd dus om een overzicht te geven

van de huidige jeugdsportprojec-

ten.

32 sportfederaties dienden een project facultatieve opdracht jeugdsport in voor 2012. Voor het grote deel daarvan wordt 2012 het vierde jaar binnen de huidige pro-jecten, voor enkelen het tweede of derde jaar, en voor één federatie het eerste jaar. Het beschikbare

krediet voor 2012 bedraagt 1.743.000 euro. Dat bedrag ligt iets hoger dan in 2011 en is gelijk aan dat van 2010 (telkens 30 sportfe-deraties).

28 sportfederaties verdelen hun subsidies op basis van een pun-tensysteem. Sommigen werken daarbij met luiken of pijlers, of met verplichte en optionele criteria. 16 van deze sportfederaties verbinden aan hun puntensysteem ook een kwaliteitslabel. Vier sportfedera-ties kiezen uitsluitend voor een labelsysteem, al dan niet met nog extra optionele criteria. Deze kwa-liteitslabels verschillen qua inhoud en benaming uiteraard per federa-tie, al werken de meeste federaties met een opdeling in de labels (bv. gouden, zilveren en bronzen label of één-, twee- en driesterrenclubs)

Verplichte voorwaarden24 van de 32 federaties vragen dat hun clubs aan bepaalde basis-voorwaarden voldoen om in het

project in te stappen. Deze ba-sisvoorwaarden zijn bij bepaalde federaties puur administratief en hebben bij andere federaties dan weer een inhoudelijke focus. Alle federaties proberen het evenwicht te bewaken tussen het streven naar continue kwaliteitsverhoging en het blijven betrekken van de minder sterke clubs. Een tiental federaties hebben daarom dan ook aparte incentives voor minder sterke of nieuwe jeugdsportclubs. Dat gebeurt onder andere via ex-tra inhoudelijke ondersteuning (bv. handboek, gesprek, …), verdubbe-ling van het aantal punten en een luik met aparte voorwaarden voor nieuwe clubs.

Op vlak van basisvoorwaarden stel-len de meeste federaties (21) ad-ministratieve verplichtingen. Tien sportfederaties stellen eisen naar kwalificatie van één of meerdere trainers als instapvoorwaarde. 14 federaties stellen ook inhoudelijke basisvoorwaarden en nog eens veertien (al dan niet dezelfde) fe-deraties stellen basisvoorwaarden naar een minimum aantal jeugdle-

sport voor allen

SOPHIE COOLS

Flickr: Pixelkids

Page 26: VSF magazine 4 - 2011

26 VSFmagazine 4.2011

sport voor allen

den of een minimum jeugdwerking (bv. minstens 1 apart lesuur voor de jeugd, 1 gediplomeerde trainer per elf jeugdleden, deelname aan federatie-activiteiten, …).

Subsidiereglementen i.f.v. kwaliteitsverho-ging, met aandacht voor participatieverho-gingDe meeste federaties zetten be-wust enkele hoofditems voorop waarop de clubs punten moeten scoren. Gemiddeld zijn er dat 6. De grote gemeenschappelijke hoofd-items zijn:

• aantal leden of drop-out (25 federaties) bv. aantal leden per catego-rie, procentuele drop-out of ledenstijging, analyseren van redenen tot drop-out, …

• aanbod (31 federaties) bv. aantal trainingen per week, specialisatietrainingen, …

• sportieve activiteiten: aanvul-lende activiteiten voor de eigen leden, bovenop regulier aanbod (28 federaties) bv. organisatie van tornooien, deelname aan activiteiten van de federatie, volgen van ontwik-kelingslijnen, …

• niet-sportieve (neven)activitei-ten (14 federaties) bv. activiteiten ter bevordering van de clubsfeer, familiedag, …

• jeugdsportcoördinator (28 fede-raties), meestal met voorwaar-den naar taakomschrijving en diploma-eisen

• beleid of structuur (21 federa-ties) bv. hebben van/samenstel-ling van jeugdsportcommissie, jeugdafgevaardigde in bestuur, opmaak beleidsplan (met ver-plichte items), …

• kansengroepen/doelgroepenbe-leid (28 federaties) voornaamste doelgroepen maatschappelijk achterge-stelde jongeren/jongeren die in armoede leven en jongeren met een handicap. In bepaalde spor-ten wordt specifiek ingezet op actieve promotie voor jongens of meisjes.

• ethisch verantwoord sporten (29 federaties)Vroeger werd voornamelijk ingezet op algemene ethische thema’s en passieve acties (on-

dertekenen Panathlon Verkla-ring, opstellen gedragscode, …). Voor 2012 zien we een positieve verschuiving naar het thema dat de federaties kozen (i.f.v. ver-plichtingen ethisch verantwoord sporten) en naar actieve acties. Enkele federaties belonen clubs die extra initiatieven nemen i.f.v. de speelgelegenheid van alle spelers.

• Interne communicatie (21 federaties) meestal naar ouders toe (bv. onthaalbrochure, infomoment, …), maar ook naar actieve input vanuit de jeugdleden via een interne ledenenquête of jeugdsportcommissie.

• Promotie en externe communi-catie (29 federaties) bv. promotieactiviteiten, schoolwerking, samenwerking sportdienst of andere actoren, … (vaak met strikte voorwaar-den zoals het volgen van een draaiboek, het inzetten van een gediplomeerde trainer, …)

• Opleiding trainers (32 federa-ties) bv. aantal gekwalificeerde trainers, kwalificatiegraad trainers, …

• Bijscholing trainers, scheids-rechters en/of bestuursleden (24 federaties) bv. punten voor het volgen van (welbepaalde) jeugdgerichte bijscholingen, hoofdzakelijk sportief, maar ook bestuurlijk.

Band club-federatieIs het door de sterke visie die de federaties in deze projecten aan hun clubs overbrengen? Is het door het feit dat federaties via dit uniek systeem subsidies kunnen toeken-nen aan hun clubs? Is het omdat er meer persoonlijk contact is met de clubs? Hoe dan ook: bijna alle sportfedera-ties geven aan dat de band met hun clubs door hun jeugdsportproject

Meer weten?Benieuwd naar voorbeelden van andere federaties? In het voorjaar organiseert de VSF een collega-werkgroep over de inhoudelijke invulling van de facultatieve op-dracht jeugdsport, waarbij erva-ringen en goede voorbeelden van federaties uitgewisseld kunnen worden. Er zullen twee momenten georganiseerd worden: voor nieu-we projecten, en voor federaties die al een jeugdsportproject had-den tijdens de huidige olympiade.

versterkt (of minstens behouden blijft). We zien dan ook dat driekwart van de federaties hun project gebrui-ken om ondersteunend of bege-leidend op te treden naar de eigen clubs toe. Het reglement dient vaak als het ware als “kapstok” voor de rest van het jeugdbeleid. Zo werken federaties bijvoorbeeld draaiboe-ken uit voor evenementen, stellen ze ontwikkelingslijnen ter beschik-king van de clubs of werkt men per club een uitgebreid verslag uit met tips tot verbetering van de jeugd-werking.We stellen dan ook vast dat de pro-jecten het meest effect hebben bij federaties die via persoonlijk con-tact hun clubs informeren over of ondersteunen binnen dit project.

Specifieke accentenBij bepaalde federaties vinden we ook uitzonderlijke accenten terug. Soms zijn deze eigen aan de sport, soms niet. Zo zetten bepaalde fe-deraties in op onderlinge samen-werking tussen hun clubs of op paramedische begeleiding van de jeugdleden. Enkele federaties vra-gen hun clubs dan weer om extra begeleiding voor jeugdscheidsrech-ters.

Page 27: VSF magazine 4 - 2011

© 2

011

KPM

G F

iduc

iaire

, a B

elgi

an c

ivil

CVB

A/S

CR

L an

d a

mem

ber fi

rm o

f the

KPM

G n

etw

ork

of in

depe

nden

t mem

ber fi

rms

affil

iate

d w

ith K

PMG

Inte

rnat

iona

l Coo

pera

tive

(“KP

MG

Inte

rnat

iona

l”),

a Sw

iss

entit

y. A

ll rig

hts

rese

rved

.

KPMG - SportpraktijkSportorganisaties en sportclubs zijn genoodzaakt om steeds professioneler te werken. Dit maakt dat er nood is aan een volledige begeleiding van de

sportfederatie, de sportclub en de individuele sportbeoefenaar. Vandaar heeft KPMG een tiental jaar geleden een competentiegroep (“Sportpraktijk”) opgericht

rond de sportsector. De Sportpraktijk bundelt de ervaring en know-how van de sportsector van de verschillende afdelingen binnen KPMG.

Wat heeft KPMG de laatste jaren zoal gedaan in de sportsector?

Fiscale en juridische begeleiding van diverse sportclubs bij de bouw van hun nieuw clubhuis waarbij in vele gevallen

een belangrijke btw-optimalisatie kon worden gerealiseerd;

Boekhoudkundige assistentie van diverse sportclubs waarbij onze accountant de documenten ter plaatse inboekt of

onze assistentie beperkt blijft tot de (jaar)afsluiting en/of het indienen van de btw-aangifte, de aangifte

in de rechtspersonenbelasting, enz.

Fiscale en juridische begeleiding van de individuele sportbeoefenaar

De aangifte in de personenbelasting wordt voor de betrokken sportbeoefenaar voorbereid. Belangrijke fiscale besparingen kunnen immers gerealiseerd

worden indien de sportbeoefenaar ook inkomsten behaald uit prestaties in het buitenland (vb. wedstrijdpremies).

Fiscale en juridische begeleiding van de sportfederaties Voor hun fiscale vragen kloppen de sportclubs in eerste instantie vaak aan bij hun eigen sportfederatie. KPMG

begeleidt diverse sportfederaties met de complexe(re) fiscale en juridische vragen. KPMG is bovendien partner

van de Vlaamse Sportfederatie in het kader van het Dynamo Project.

Advies omtrent commercieel beleid (vb. waardering licenties, marketing en

communicatie) en infrastructuur (locatiestudie, begeleiding bij PPS-projecten, enz.)

Uw contact: Philippe Versweyveld

+32 3 821 19 20 [email protected]

Pieter De Ranter + 32 3 821 19 50

[email protected]

kpmg.be

Page 28: VSF magazine 4 - 2011

Als u zorgt voor het verbeteren van uw persoonlijk record...

...dan zorgt arena voor de rest. Sinds jaar en dag is arena vooraanstaand verzekeringspartner van talloze sportfederaties. Zo kan u gerust zijn dat u zelfs bij het beoefenen van uw favoriete sport kan rekenen op de steun van een deskundig team op die momenten dat het minder goed gaat.

Voor meer inlichtingen en advies surf naar www.arena-nv.be.