woordenlijst economie B

Embed Size (px)

Citation preview

woordenlijst H 7 Aanbesteding Het omgekeerde van inschrijving. De aanbieders worden verplicht hun verkoopprijs onafhankelijk van elkaar aan de vrager aan te bieden. Afroomprijspolitiek De producent zal eerst het nieuwe product in een dure versie op de markt brengen. Is dit marktsegment verzadigd, introduceert de producent een goedkopere variant enz. tot wanneer hij de hele markt bestrijkt. Arbitrage Op de duurste markt verkopen en op de goedkoopste aankopen. Hierdoor bewegen de prijzen naar elkaar toe. Arbitragisten proberen uit afwijkende noteringen op markten voor dezelfde goederen voordeel te halen door op de goedkoopste markt aan te kopen en op de duurste te verkopen. Barometric price leadership Een bepaalde onderneming is de barometer voor de marktsituatie. Zij is de eerste om veranderingen in haar prijzen aan te brengen en de overige ondernemingen nemen deze dan over. Het is niet noodzakelijk de grootste onderneming, het is gewoon een accurate indicator van fundamentele veranderingen. Het verschil tussen termijn- en contantprijzen op een bepaald ogenblik Een gereglementeerde markt van goederen, gekenmerkt door hun uniformiteit. De specifieke kenmerken hiervan kunnen technisch beschreven worden. n aanbieder en n vrager op de markt Eigendomsrechten toekennen aan ofwel de gehinderden ofwel de vervuilers en deze twee partijen laten onderhandelen over de optimale omvang van de vervuiling waarbij de partij die de eigendomsrechten niet bezit van deze die ze wel bezit de gewenste gedragsverandering moet afkopen. Contante transactie: onmiddellijke uitvoering, de koper betaalt de prijs en de verkoper levert het goed direct. Tijdtransactie: koper en verkoper gaan akkoord om de transactie in de tijd te verschuiven. Termijntransactie: tegen een huidige prijs wordt een bepaalde hoeveelheid in de toekomst gekocht of verkocht, maar het is niet de bedoeling dat een termijntransactie later ook effectief plaats heeft. Een evenwicht dat ontstaat wanneer elke onderneming zich exact gedraagt zoals de andere onderneming veronderstelde toen zij haar gedrag bepaalde. Iedere onderneming kiest de strategie die haar winst maximaliseert gegeven de strategie van de andere. Ook wel runerende concurrentie genoemd. Hier voeren oligopolisten een regelrechte prijzenslag. De overheid betaalt subsidies om de inkomens van de betrokken producenten te beschermen. Overeenkomsten tussen producenten van geringe betekenis worden als niet belangrijk genoeg geacht om inbreuk te maken op de mededingingsregels Vereenvoudigen, meer marktconform maken of zelfs afschaffen van reglementeringen

Basis Beurs

Bilateraal monopolie Coase-theorema

Contante, tijd- en termijntransacties

Cournot-Nash evenwicht

Cut-throatcompetition Deficiencypayments De-minimis-regel

Deregulering

Directe vs. Indirecte prijsinterventie

Directie prijsinterventie: de overheid dicteert tegen de marktvoorwaarden in rechtstreeks de prijs die zij met controle en bestraffing probeert te doen handhaven. Indirecte prijsinterventie: de overheid grijpt in op de particuliere vraag -en/of het particulier aanbod of treedt zijzelf op als marktpartij teneinde de marktprijzen indirect te benvloeden. Volgens Hennipman: wanneer van het economisch handelen van de ene persoon of groep van personen invloeden uitgaan, die zich voor n of eerdere personen als een economisch voor- of nadeel uitwerken. Een contractuele verbintenis tussen franchisegever en franschisenemer. De nemer betaalt royaltys aan de gever en als tegenprestatie krijgt hij een aantal voordelen: merknaam, bijstand inzake markstudie, assortimentkeuze, boekhouding en winkelinrichting. Alle samenwerkingsvormen van handelaren (inkoopcombinaties, vrijwillige filiaalbedrijven, franchising, middenstandswarenhuizen) Ondernemingen die tegelijkertijd de groot- en de detailhandelsfunctie uitvoeren (warenhuizen, volkswarenhuizen en filiaalbedrijven) marktsituatie zal een prijsverhoging wel en Afhankelijk van de een prijsverlaging niet door de rivalen gevolgd worden of omgekeerd. Er is hier een kopers- en verkopersmarkt. Er is van deze curve een stuk elastisch en een stuk inelastisch. Zijn taak bestaat eruit producten te zoeken, te selecteren en in grote hoeveelheden aan te kopen, om ze daarna aan verschillende detaillisten te leveren. Soms worden ze door de groothandel verwerkt en opgeslagen. Een manier voor een onderneming om zich in te dekken tegen het prijsrisico gebruikmakend van de prijzen op de contantmarkt en de termijnmarkt van hetzelfde goed die parallel evolueren. Homogeen: producenten bieden volledig gelijkaardige producten aan. Heterogeen: er is een zeker productdifferentiatie Horizontale overeenkomsten: afgesloten tussen (potentile) concurrenten Verticale overeenkomsten: tussen ondernemingen in de verschillende stadia van de bedrijfskolom van een product De vragers worden verplicht onafhankelijk van elkaar aan de aanbieder mee te delen hoeveel zij bereid zijn om te betalen. Een onderlinge samenwerking tussen producenten. Ze komt tot stand om de concurrentie te beperken. De zelfstandige detaillist richt zich rechtstreeks tot de verbruikers. Labiel evenwicht: Zodra de sector uit dit evenwicht geraakt, kan de spontane marktwerking er niet meer voor zorgden dat de sector opnieuw in dit evenwicht belandt. Stabiel evenwicht: Als de prijs daalt, dan is er een tekort die de prijs weer doet toenemen naar het evenwicht. Stijgt hij, dan is er een Aoverschot waardoor de prijs zal dalen.

Externe effecten

Franchising

Geassocieerde handel Gentegreerde distributie Geknikte vraagcurve

Groothandel (grossier)

Hedging

Homogeen vs heterogeen oligopolie Horizontale en verticale overeenkomsten Inschrijving Kartel Kleinhandel (detaillist) Labiel vs instabiel evenwicht

Long hedge vs short hedge

Long hedge: aankopers vrezen prijsstijgingen die groter zijn dan de prijsstijgingen die de termijnkoers voorspelt en gaan dus op de termijnmarkt eerst aankopen en dan verkopen. Short hedge: Producenten vrezen prijsdalingen groter dan blijkt ui de termijnkoers en gaan dus op de temijnmarkt eerst verkopen en dan aankopen.

Margeconcurrentie De producenten leggen met de prijsbepaling bij verticale prijsbinding meteen de distributiemarge vast. Dit kan aanleiding geven tot margeconcurrentie. De concurrentie tussen producenten verplaatst zich dan consument naar detaillist. Market economy investor principe Markt Indien de staat aan een economische activiteit dezelfde middelen verschaft als de private sector zou doen, is er geen sprake van staatshulp Plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten; markt van een goed duidt op het ruilsysteem waarbij V en A met elkaar negotiren over de prijs en de te verhandelen hoeveelheden, evenals over de verkoopsvoorwaarden De overheid stuurt de directe werking van de markt bij. Ze willen allocatieve nadelen van onvolkomen concurrentie vermijden of corrigeren

Marktinterventie

Marktorganisatie De technisch-institutionele aspecten van het marktgebeuren Marktvolkomendhei Alle goederen worden tegen dezelfde prijs verhandeld. Er zijn d twee voorwaarden: de goederen zijn homogeen en de vragers en aanbieders zijn volledig op de hoogste van de verkoopsvoorwaarden. Mark-up pricing Geadministreerde of beheerste prijzen. De oligopolisten calculeren hun gemiddelde kosten bij een bevredigende capaciteitsbezetting (tss 2/3 en 3/4) & ze berekenen op basis daarvan hun prijs door een vaste opslag aan te rekenen, die de niet-toerekenbare kosten en de nagestreefde winst vertegenwoordigt. Monopolie n aanbieder voor de volledige markt, veel vragers Monopolistische concurrentie De invloed van de individuele aanbieder in de sector is minder groot dan bij het monopolie. Er zijn meer aanbieders en een zeer grote mate van productdifferentiatie. Iedere aanbieder heeft zo binnen de markt zijn eigen markt kunnen maken. De vraagcurve is veel elastischer dan bij een monopolie, hij verdedigt zijn beperkte monopolie sterk, er is markttoegankelijkheid, veel V & A, productvariatie. Vragers, aanbieders en de betrokken producten zijn fysiek aanwezig. Er wordt ter plekke onderhandeld over de ruilverhouding. Als de ruilverhouding uitdrukt in goederen tegen goederen Deze ontstaan wanneer de kostencurves van potentile ondernemingen op een bepaalde markt meebrengen dat het minimum van de GK = productiehoeveelheid de totale marktomvang bij een P=die min GK Een klein aantal aanbieders waardoor de onderlinge relaties zeer belangrijk worden. Het gedrag van een individuele aanbieder heeft gevolgen voor de volledige sector. Bij een open ruil is er bij de ruiltransactie tussen een bepaalde koper en een bepaalde verkoper steeds interferentie van derden mogelijk. Bij een gesloten ruil is er geen directie interferentie van derden.

Naturamarkt Naturaruil Natuurlijk monopolie

Oligopolie

Open vs gesloten ruil

Optie

Opties geven aan de houder (koper) ervan het recht om een bepaald financieel activum te kopen (call optie) of te verkopen (put optie) tegen een vooraf bepaalde prijs (uitoefenprijs).

Pareto relevante vs In de externe effecten zitten er effecten die verbonden zijn aan de Pareto nietproductie in evenwichtstoestand. Deze zijn niet-relevant. Het relevante externe relevante stuk dient weg gewerkt te worden. effecten Peak-load pricing Penetratieprijspoliti Bij de lancering van nieuwe producten gaat de onderneming ek voldoende lage verkoopsprijzen gebruiken om de ruimst mogelijke penetratie te bereiken. Er moet wel op een voldoende grote schaal geproduceerd worden. Pigouviaanse heffing Plafond vs bodemprijs Het Pigouviaans tarief= verschil tussen de marginale sociale kosten en de marginale private kosten bij optimaal activiteitsniveau. De heffing is meestal gelijk aan dit tarief. Plafondprijs komt voor bij schaarste. Den overheid legt deze prijs vast om de consument te beschermen tegen te hoge prijzen. Zo komen er geen wachtrijen en is er geen kans op een zwarte markt. De bodemprijs is er bij overvloed. Om de inkomsten van de producenten te beschermen, wordt deze minimumprijs vastgelegt. Aan consumenten wordt een verschillende prijs gevraagd omdat de kosten om hen het product te verschaffen verschillend zijn. Prijsdiscriminatie van de eerste, tweede en derde prijsorde Prijsverschillen die niet ingegeven zijn door kostenverschillen (sociale motieven, economische beweegredenen). Eerste orde: de monopolist vraagt voor iedere verkochte hoeveelheid de marginale bereidheid tot betalen. Tweede orde: Verschillende prijzen per blok Derde orde: De totale markt wordt opgedeeld in deelmarkten, met elk een verschillende prijselasticiteit van de vraag). Hier is geen verloop van consumenten mogelijk. Op elke markt een andere monopolieprijs Prijsopbod: de veilingmeester vertrekt van een hoge prijs die hij achtereenvolgens verlaagt, de koper die het eerst met een prijs akkoord gaat, krijgt het ook. Bij prijsafslag werkt men omgekeerd. We vertrekken van een lage prijs en bieden op naar een hogere. Diegene die laatst overblijft kan het goed kopen. Prijszetting (price making): de individuele marktpartijen kunnen zelf hun prijs en andere (ver)koopvoorwaarden vastleggen. Prijsneming (price taking): Prijs resulteert uit het gedrag van alle marktpartijen samen zonder dat n enkele partij de prijs alleen kan bepalen. Het punt waarop de monopolist zijn prijs afstemt. Ligt op de vraagcurve en komt op de Q-as overeen met het punt waar MO=MK Regulerend beleid: de overheid tekent het sectorale kader uit

Prijsdifferentiatie

Prijsopbod vs prijsafslag

Prijsnemers vs prijszetters

Punt van Cournot

Regulerend beleid vs waarbinnen de economische activiteit moet plaats vinden concurrentiebeleid Concurrentie beleid: heeft een sector overschrijdend karakter en bevat algemene regels van goed competitief gedraag op basis waarvan consumenten, overheid of concurrenten de ondernemingen kunnen laten sanctioneren als zij die regels overschrijden en er voor de aanklagers nadelen onstaan.

Rent-seeking

Economische middelen die ingezet worden in politieke activiteiten, bedoeld om gunstigere regulering te bekomen, eerder dan voor het bevredigen van consumentenbehoeften Idem cut-throat competition Uit een prijsrisico voordeel proberen halen. Speculanten zijn de tegenpartij van ondernemingen en handelaars die hedgingoperaties uitvoeren.

Runerende concurrentie Speculatie

Spinnenwebtheore De markten waar het aanbod op KT onelastisch is worden ma gekenmerkt door grote cyclische prijsbewegingen waarin de prijzen zich moeilijk op een evenwichtsniveau stabiliseren. Umbrella pricing Veiling Prijsleiderschap van een dominante onderneming. Zij stellen een prijs in en de kleinere ondernemingen zijn gedwongen deze te volgen. Een marktorganisatievorm gekenmerkt door zijn specifieke prijsvormingtechniek. Men verkoopt de goederen d.m.v. prijsafslag of prijsopbod. Een combinatie is ook mogelijk. Verticale prijsbinding Volkomen concurrentie De producent en niet de detaillist stelt de voor alle consumenten geldende verkoopprijs vast. Een markt met een zeer groot aantal vragers en aanbieders. Er is marktvolkomenheid; vrije toetreding en afwezigheid van positieve interne schaaleconomien

Wet van Davenant- Voor sommige bederfbare landbouwproducten kan een goede King oogst voor de producten catastrofale gevolgen hebben voor de inkomsten. Door het grote aanbod is er een prijsdaling. Deze is zodanig sterk dat de totale opbrengst ineenschrompelt. Een kenmerk is een volslagen onelastisch aanbod en een onelastische vraag. Workable Het realiseren van de voordelen van grote bedrijven zonder meest competition flagrante misbruiken x-efficintie Alle ondernemingen produceren tegen minimale kosten. Om te (producenteneffici kunnen overleven op de markt zijn ze tot een maximale ntie) technische efficintie in hun bedrijfsvoering verplicht. Zelfstandige handel Ondernemingen die of de groothandelfunctie of de detailhandelsfunctie uitvoeren.

H8: MARKTEN VAN PRODUCTIEFACTOREN onvrijwillige werkloosheid komt voor wanneer werkzoekende werklozen bereid zijn arbeid te verrichten tegen het op dat ogenblik aangeboden loon of zelf tegen een lager loon. De jobs die zij normaal zouden inemen en hen in zijn obligaties uigegeven door landen of ondernemingen verhouding met hun productiviteit een hoger loon zouden met een opbrengen, zijn gewoon niet beschikbaar.) erg lage kredietwaardigheid, zij compenseren dit nadeel door een hoge intrest te bieden beroepsbevolking( bestaat uit werkloze en tewerkgestelde beroepsbevolking) is een politiek doctrine dat inhoudt dat de overheid via allerlei maatregelen de werkloosheidsval verkleint. (= rendemption yield) is een meer verfijnde rendementsberekening het is de berekende intrest, die de actuele waarde van alle toekomstige ontvangsten uit een obligatie gelijk maakt zijn financile activa waarvan de waarde fluctueert met aan haar een ander kostprijs financieel activum, deze producten maken het mogelijk omdeze akkoorden wordt er over indexatie en rele bij aan risicomanagement te doen. loonstijging globaal onderhandeld. Als door de indexatie de nominale lonen door de diversiteit( geen homogeniteit van arbeid) in meer stijgen dan verwacht, wordt de rele loonstijging vraag en lager aanbod geeft wordt de arbeidsmarkt opgedeeld in in deelmarkten. er is geen eenduidige definitie: de budgetmethode defineert het op een absolute manier: men bepaalt een noodzakelijk pakket aan goederen waaruit men een noodzakelijk minimum aan inkomen afleidt.

aanbodeconomie

actieve beroepsbevolking actieve welvaartsstaat actuarieel rendement

afgeleide producten

all-in loonformule = all-in loonformule arbeidsmarktsegmentatie

armoede

bank accept

een promesse uitgegeven door een niet-financieel bedrijf aan een bank in ruil voor een lening. beleggingsonderneming dit zijn de gespecialiseerde tussenpersonen op de (effecten)beurs waarop effecten worden verhandeld. binnenfrictie vs tussenfrictiebinnenfrictie: binnen de beroepgroep zijn er tegelijkertijd vacatures als werklozen tussenfrictie: werklozen in de ene beroepsgroep en vacatures in de andere burgerlijke beroepsbevolking totale beroepsbevolking - de gewapende macht( leger, politie) cafetaria-plan beloning van werknemers waarbij ze zelf periodiek binnen de onderneming gestelde randvoorwaarden zelf individueel de samenstelling van hun vergoeding aan hun preferenties aanpassen

Canada-dry regelingen

centrale loonvorm

claims en scripts

closed shop bepalingen collectieve arbeidsovereenkomsten

dit zijn arbeidsovereenkomsten op bedrijf- of sectorniveau die los van de wettelijke regelingen vervroegde uitreding uit de arbeidsmarkt mogelijk maken via financiering door sociale legt de maximale ruimte voor en tijdskrediet, aangevuld uitkeringen voor werkloosheid rele loonstijging vast, meestal met gebaseerd op geraamde gemiddelde een vergoeding van de werkgever) productiviteitstoename in een land claims: zijn de intekenrechten bij een kapitaalverhoging gedurende de inschrijvingsperiode die de bestaande aandeelhouders kunnen verkopen op de beurs. Scripts: dit zijn de claims die na de inschrijvingsperiode bij die bepalingen kunnen alleen de arbeiders nog aaneengesloten verkoopbaar zijn. bij vakbonden voor tewerkstelling in aanmerking komen. akkoorden over de arbeidsovereenkomsten die op verschillende niveau's tot stand komen: in een interprofessioneel akkoord, op professioneel niveau en op het ondernemingsniveau.

collectieve onderhandelingen werknemers onderhandelen meestal niet individueel met werkgevers over de omvang van hun loon. De loonbepaling steunt in tegendeel op collectieve onderhandelingen van vakbonden en patronaat. commercial paper korte termijn verplichting van een privaat bedrijf of een overheidsbedrijf common property goederen dit zijn bepaalde gedeelten van de natuur die niet vallen onder het stelsel van de private eigendom, zodat hun allocatie niet door de crowding-out dit is het verdringen van private investeringen via markt kan geschieden. intreststijging door overheidsuitgaven. De omvang van de crowding-out hangt af van de elasticiteit van het aanbod aan kapitaal en wordt dus door delta verandering van de waarde van de optie %/ de intrestgevoeligheid van de verschillende verandering van het aanbodcomponentenonderliggend financieel activum % bepaald. gamma de wijziging in delta / prijswijziging van het onderliggend financieel activum deprivatie-index defineert armoede als het niet kunnen participeren aan een reeks consumptieactiviteiten, die voor het normaal kunnen functioneren differentile-grondrente-theorie klassieke theorie over de verklaring van de is een in de samenleving als noodzakelijk worden beschouwd. grondprijzen: de eigenaars van productieve gronden verdienen een differentile grondrente die bepaald wordt door vergelijking van het marginaal geldproduct van de andere ingezette productiefactoren en hun vergoeding

theorie van de dubbele arbeidsmarkt

die theorie houdt in dat de arbeidsmarkt bestaat uit een primaire markt met goedbetaalde, rechtszekere, stabiele, aantrekkelijke banen en een secundaire markt met juist economische discriminatie is sprake wanneer loonverschillen niet te verklaren zijn tegenovergestelde door karakteristieken. objectieve economische factoren, maar integendeel afhangen ras, geslacht, afkomst etc. economische rente het verschil tussen de factorbeloning en de opportuniteitskosten, wat de productiefactor dus meer verdient dan de minimumvergoeding die nodig is om hem aan te trekken in vele gevallen is dit verschil positief( factorbeloning > opportuniteitskosten) is een gereglementeerde secundaire markt waarop effectenbeurs effecten worden verhandeld door gespecialiseerde tussenpersonen in opdracht van anderen of voor eigen rekening. fisher-formule de Nominale intresvoet = rele intrestvoet + verwachte inflatiegraad frictiewerkloosheid komt voor doordat werknemers bij verlies van hun job tijd nodig hebben om een nieuwe job te vinden, gedurende die zoekperiode worden zij geregistreerd als werkloos, men spreekt van frictioneel als de werkloosheid korter is dan 6 maanden. functionele inkomensverdeling prijsbepaling van de productiefactoren de catergoriale inkomensverdelingverdeling van het nationaal inkomen over de de productiefactoren personele inkomensverdeling heeft betrekking van het nationaal inkomen over de verschillende leden van de samenleving futures (= termijncontracten) zijn aan- of verkoopcontracten van financile activa, waarbij op het moment van het afsluiten ervan de prijs wordt bepaald waartegen geldmarkt is een markt tss professionelen uit de financile sector. later het contract verplichtend wordt uitgevoerd. hierbij wordt het vermogen voor een korte periode( meestal 1 jaar) uitgeleend, is dit langer dan spreekt men van de Generatiepact een aantal maatregelen die de regering heeft ingevoerd kapitaalmarkt. om de mensen te stimuleren om langer te werken. gezondheidsindex dit is het indexcijfer van de consumptieprijzen waaruit een aantal producten zijn geschrapt: tabaksproducten,alcoholhoudende gini-cofficint de verhouding van de oppervlakte tussen de Lorenzdranken, benzine en diesel curven en de diagonaal op de oppervlakte van de hele driehoek( OTZ) groeiaandelen kenmerken zich door een aanhoudende groei van winst per aandeel deze aandelen zijn meestal afkomstig van bedrijven die weinig conjunctuurgevoelig zijn en een sterke concurrentiepositie innemen

cyclische aandelen

rendementsaandelen

de koersen van deze aandelen lopen vooruit op de beweging van de conjunctuurgevoelige sectoren en leveren een wisselende winst per aandeel op. Vb staal, koers uit en die aandelen keren een relatief hoog rendement schommelt. kennen ee vrij stabiel koersverloop (bv. Omdat de betrokken ondernemingen door de RSZ vb van kinderloze naar de herverdeling een monopolipositie inemen, zoals kinderrijke elektriciteitsbedrijven.) naar werklozen, van gezonden gezinnen, van actieven de herverdeling door de RSZ waarbij het ook het netto naar zieken effect van de personele inkomensongelijkheid vermindert. is het idee dat in een goed werkend marktmechanisme het prijsstijgingspercentage van niet-hernieuwbare rijkdom gelijk is aan de intrestvoet. het beleid van de overheid die een invloed heeft op de arbeidsmarkt. Zij kan rechtstreeks in de loonvorming van bepaalde categorien tussenkomen door bv minima op te leggen of ze kan tewerkstelling van bepaalde groepen verplicht maken houden de vakbonden vooral met de belangen van de werkenden( insiders) rekening, de collectieve onderhandelingen zijn daarbij te eenzijdig gericht op loonstijging. is de theorie waarbij de vakbonden vooral met de belangen van de werklozen( outsiders) rekening houdt. ( zie cursus p.472) zijn obligaties uigegeven door landen of ondernemingen met een erg lage kredietwaardigheid, zij compenseren dit nadeel door een hierbij wordt het vermogen voor een lange periode(> 1 hoge intrest te bieden jaar)

horizontale verdeling verticale verdeling hot money hotelling-hypothese

inkomensbeleid

insider-theorie

outsider-theorie inverse intereststructuur junkbonds

kapitaalmarkt kapitalisatieprincipe

uitgeleend, is dit korter dan spreekt men van de principe van het pensioenstelsel waarbij de bijdragen geldmarkt. betaald gedurende de actieve loopbaan worden gestort in een fonds keynesiaanse of hierbij werd de werkloosheid toegeschreven aan een belegd wordt en waaruit later het pensioen wordt conjuncturele werkloosheid gebrek aan gefinancieerd. macro-economische vraag. De ondernemingen werven te weinig aan omdat er vraag is naar hun producten en die is dan weer te laag omdat de werkloosheid te hoog is. De klassieke werkloosheid is het gevolgdus macroeconomie is van een gebrekkige werking van de arbeidsmarkt: een vicieuze cirkel terecht gekomen. economisch in door een te hoog algemeen loonniveau wat leidt tot een te kapitaalintensieve productiewijze waarbij onvoldoende rendabele investeringensprojecten voorhanden zijn om laffer-curve volgens de Laffer-curve hangt de totale de productiefactor arbeid volledig te benutten belastingsopbrengst in belangrijke mate samen met het gemiddelde belastingstarief.

lock-out

het tijdelijk buitensluiten van arbeiders, kan gebruikt worden door de patroons. Lorenz-curve gaat uit van de decielenverdeling en heeft grafisch de maat voor inkomensongelijkheid weer. Op de abscis wordt het cumulatieve % van de inkomentrekkers weergegeven; op de ordinaat het gecum.% van hun inkomens voorgesteld. Bij een volledig gelijk inkomensverdelingn zou relatief meer profiteren van de RSZ, mattheseffect dat de rijkeren de Lorenzcurve samenvallen met de diagonaal. hoe terwijl de echt verder de curve zich verwijdert van de diagonaal hoe behoeftigden door de mazen van het net vallen. werkloosheid die nog overblijft wanneer keynesiaanse natuurlijke werkloosheid ongelijker het werkloosheid volledig is verdwenen, bestaat uit frictie- en inkomen is verdeeld. structurele werkloosheid. nominale inkomen de ontvangen hoeveelheid geld rele inkomen het nominale inkomen voor veranderingen in de levensduurte normatieve welvaartstheorie pakt het probleem van de inkomensverdeling als volgt aan. Om de groepswelvaart te maximimaliseren moet het inkomen herverdeeld worden zolang door de overheveling het additionele nut dat gecreerd wordt bij de ontvangers, de groepswelvaart onmiddellijk rendement (= current yield) (jaarlijks uitgekeerde intrestbedrag*100)/ kostprijs meer opties ( call- en putopties) geven aan de het nutsverlies bij recht(nietdie de transfer verhoogt dan houder ervan het degenen de verplichting) om een moeten bepaald financieel activum te vermindert. financieren de groepswelvaartkopen( call-optie) of te verkopen(putoptie) tegen een daarin vastgelegde prijs(uitoefenprijs) participatigraad de verhouding van de totale beroepsbevolking van een Voor dit bepaalde leeftijdsgroepeen de rekruteringsbevolkingof recht betaald de koper op premie aan de verkoper van die groep te berekenen uitschrijver. primaire loondrift door de loonnorm slagen de werkgevers en werknemers er toch in om de maxima te omzeilen en zo hun relatieve loonpositie te de arbeiders uit de zwakke sectoren maken van de secundaire loondrift verbeteren. gunstige gelegenheden gebruik om de loonpariteiten van voor de primaire loondrift te herstellen. primaire inkomensverdeling groepeert men in hoofde van een bepaalde persoon de diverse functionele inkomens(lonen, intresten,dividenden,pachten),die hij voor het ter beschikking stellen van zijn secundaire inkomensverdeling vergelijkt men de beschikbare gezinsinkomens na productiefactoren(arbeid, herverdeling door kapitaal,bodem) verkrijgt. de overheid. Die gebeurt via de SZ en via het moduleren tertiare inkomensverdeling van vergelijkt men de beschikbare gezinsinkomens na de belastingen en uitgaven van de staat. secundaire inkomensverdeling.en als men rekening houdt met de differentile mate waarin personen van collectieve voorzieningen (=progressieve inkomensbelasting). Het belastingstarief profiteren. neemt toe volgens de hoogte van het belastbaar inkomen.

progressieve inkomensverdeling

rekruteringsbevolking rent seeking

repartitiebeginsel

repo's

sociale economie

sociale zekerheid

de leeftijdsgroepen, die principieel voor economische activiteit in aanmerking komen, bij ons is dit van 18 tot 65 jaar. de economische rente als gevolg van succesvolle inspanningen om de sociale en politieke instituties(overheid) in hun voordeel het geldende pensioenstelsel steunt hierop, hierbij te benvloeden worden de jaarlijkse bijdragen van de actieven gebruikt om de pensioenen terugkoopakkoorden waarbij een bank een financieel van dat jaar te betalen. activum verkoopt aan een belegger met het engagement om die op een gespecificeerde later datum tegen een vooraf hierbij worden met overheidssteun allerlei projecten vastgelegde hogere opgezet om kopen. prijs terug te mensen die weinig kans maken in het reguliere economische circuit de kinderbijslag, de omvat het stelsel van toch de kans te geven maatschappelijk nuttig werk te ziekteverzekering, de verrichten. werkloosheidsvergoeding, de kas van weduwen en wezen en de pensioensstelsels. Het is een combinatie van een de belgische overheid geeft 2 types van obligaties uit: de verplicht staatsbons: zijn instrumenten die zicht vooral richten tot collectief verzekeringssysteem met een het breed herverdelingsmechanisme. publiek. En OLO's( lineaire obligaties): zijn gedematerialiseerde effecten, die aangehouden worden en die uitgeven dit is een vooraf bij CAO vastgelegde drempel van de worden via index, telkens aanbesteding op basis van prijs,via syndicatie of via wanneer die drempel wordt overschreden komt er een offertes. automatische indexering de verschillen tussen de financile instrumenten, vooral de intrestvoeten. Het weerspiegelst bv. Het risico van de belegging in is het gevolg van een gebrekkige werking van de vergelijking met andere beleggingen. arbeidsmarkt: doordat de samenstelling van arbeidsvraag kwalitatief verschilt van de samenstelling van het arbeidsaanbod. Ze is van wanneer de winst de normale beloning voor het lange duur. risicodragend kapitaal overtreft, een dergelijke winst is dan te verklaren vanuit monopoliposities,speculatie,uitzonderlijke conjuncturele met een swap ruilen partijen financiele verplichtingen of omstandigheden of door innovaties. toekomstige financile inkomsten ( de verschillen bij de soorten voor de emissie van een nieuwe obligatielening wendt de zie p 484) potentile ontlener zich tot een financile instellingcia als vaste overnemer en manager van de emmissie optreedt, meestal in ontstaat doordat arbeiders hun betrekking verliezen om samenwerking met andere financile instellingen. technischer redenen. de totale tegestane vangst. de terwerkgestelde beroepsbevolking( som van binnenlandse werkgelegenheid en grensarbeid)+ werkloze de prijs bij een optie-contract (zie opties) beroepsbevolking

soorten obligaties

spilindex

spread

structurele werkloosheid

super- of overwinst

swap (interest- en valuta-of deviezensyndiceren

technische werkloosheid total allowable catch totale beroepsbevolking uitoefenprijs

uitstroompercentage vastgoedcertificaten

verborgen werkloosheid vermogensmarkt

voorindexering

na-indexering warrant

werkgelegenheidsvallen

werkloosheid werkloosheidsval

de theoretische kans van een werkloze uit een bepaalde groep om na 1 jaar werkt te vinden. worden uitgegeven door ondernemingen die in de vastgoedsector actief zijn. zij geven recht op een deel van de gerealiseerde meerwaarde bij verkoop van het onroerend goed, dat wanneer in een bepaalde sector het aantal werkende ermee personen gefinancierd werd. te talrijk is voor het aantal te verrichten taken. dient voor het ter beschikking stellen van vermogen aan andere huishoudingen, soms ook wel de markt van hetleenkapitaal hierbij ramen de vakbonden en het patronaat genoemt gezamenlijk de toekomstige inflatie en houden ze er in de loonovereenkomst rekening mee hierbij worden de lonen volgens een of andere formule automatisch aangepast aan de voorbije prijsstijgingen zijn effecten die aan de houder ervan het recht geven om in de toekomst tegen een bepaalde koers een financieel activum meestal situaties waarbij het voor een persoon objectief,louter een aandeel van een bepaald bedrijf, te kopen. financieel niet meer interessant is (meer) arbeid aan te bieden of voor een onderneming om hen aan te werven. een uitdrukking van onevenwicht op de arbeidsmarkt, dat bestaat uit werklozen: niet-werkende werkzoekenden te is het financieel voordeliger om werkloos met uitkering

zijn dan laagbetaalde arbeid te verrichten. werkloze beroepsbevolking deel van de totale beroepsbevolking dat niet is tewerkgesteld werkzame bevolking alle personen tussen 15 en 64 jaar die gedurende een referentieperiode minimum een uur tegen bezoldiging gewerkt hebben. Zeer ruime maatstaf voor de arbeidsparticipatie. dit is de vergoeding voor de inbreng van het risicodragend kapitaal ,gedeeltelijk als vergoeding van de ondernemingsfunctie en het daarbij horende ondernemingsrisico.

winst

leger, politie)

levensduurte

drag*100)/ kostprijs

ewerkgesteld

(driehoeks)arbitrage

(niet)convertible valuta (nominale of rele) effectieve wisselkoers regels van het spel'

acquis communautaire

anti-dumpingrechten

autonome vs compenserende transacties

bandbreedte

basis-en kasbalans

begeleid zwevende wisselkoersen

betalingsbalansllopende rekening

bodemkoers en plafondkoers

bretton woodssysteem

bruto-ruilvoet

wordt berekend als de verhouding van de gexporteerde op de gemporteerde hoeveelheden gedurende een bepaalde periode. dit is de als de in een indexcijfer uitgedrukte verhouding van het indexcijfer van de invoerprijzen op dat van de uitvoerprijzen (of omgekeed) in eenzelfde periode.

netto ruilvoet

business competetiveness index

hangt een beeld op van de competiieve positie van een land maar die zich focust op meer bedrijfseconomische factoren.

clausule van nationale behandeling

clearing of compensatieakkoorden

clientenmarkt vs interbankenmarktwisselkoers

cohesiebeleid

cohesiefonds

conditionality

convergentiecriteria

crawling peg system

debiteur- vs crediteurland

delphi-methode

is gebaseerd op een gestructureerd proces voor het verzamelen van kennis bij een groep van experts door middel van een aantal enqutes devaluatie en revaluatie afgewisseld met feedback naar die experts.

directe investering

douane-unie

dumping

economische en monetaire uniehandelscreatie vs handelsverlegging

eigen middelen van de EU

enabling clause

European Currency Unit (ECU)

Europees monetair systeem( EMS)

europees munt systeem( EMS)

Europese akkoorden

Europese Commissie Europees parlement

Europese Monetaire Unie(EMU)

Europese Raadhof van Justitieverordeningen, richtlijnen en beslissingen van de EU

Europese Unie (EU) Raad van Europese Unie

Europese vrijhandelsassociatie

Eurosysteem

FOB vs CIFverkoop

gemeenschappelijke markt

global industries

multidomestic industries globale balans.

de competitieve positie van een onderneming in een land heeft invloed op (en wordt beinvloed door) haar competitieve positie in een ander hierbij is de concurrentie in een land onafhankelijk van de land concurrentie in een ander land.

globale in die index wordt een totaal beeld opgehangen van de relatieve competitiviteitsinde score x van verschillende landen ten aanzien van vele factoren die competitivitglobalisering eit bepalen.

goederen- of handelsbalans

actieve vs passieve handelsbalans

dekkingscoficintdienstenbalans

gouden standaard

gouddwisselstandaard

grandfatherclause

growth competitviness index

hangt een beeld op van de competiieve positie van een land op basis van de aggregatie van een reeks indicatoren die een aanduiding geven van de kwaliteit van de macro-economische omgeving, de toestand harde vs zachte valutasleutelvaluta van de publieke instellingen en het niveau van technoligische innovatie. hedgingoperatie

industry targeting

is een moderne vorm van opvoedend protectionisme: sommige landen brachten een exportgeleide groei op gang door belovende industrietakken via bescherming tot ontwikkeling te brengen en daarmee de wereldmarkt te veroveren.

inkomensbalans

overdrachtenbalans

interindustrile handel sprake wanneer landen producten ruilen die behoren tot een is verschillende industrietak (bv. verhandelen van computers tegen textiel) wanneer landen onderling producten verhandelen die intra-industrile is sprake handel behoren tot (IMF) internationaal Muntfondsdezelfde industrietak (bv. Auto's importeren en auto's exporteren) internationaal vluchtkapitaal

internationale arbeidsorganisatie

internationale monetaire reserves

internationale vermogensstaat

J-curve effect

kapitaal (weder)export

kapitaal (weder) import

kapitaal en finanicle rekening

koopkrachtpariteitstheorie

Kopenhagen-criteria

krediettranches

Lissabonstrategie

Lom-akkoorden

meestbegunstigingsclausule

muntzone

niet tarifaire handelsbelemmeringen

nominale vs ad valoremrechte

nominale vs effectieve protectie

opvoedend protectionisme

pariteit

beginnende nijverheden moet je beschermen tegen de buitenlandse markt om hen toe te laten op een voldoende groote schaal te produceren en zo hun gemiddelde productiekost op een concurrentieel niveau te brengen, zodra ze voldoende sterk zijn kan het land zijn beschermende maatregelen laten wegvallen.

veelvuldige wisselkoersen

portefeuille belegging

prijs/ de verhouding van de gemiddelde exportprijzen van de competitiviteitsinde concurrentie x op de exportprijs van het eigen land. ( vermenigvuldigd met 100) productiekost,comsumptiekost en ruilvoeteffect

protectionisme

is het beschermen van de eigen industrie tov de buitelandse industrie met behulp van handelspolitieke maatregelen.

quota

regionale economische integratie

relatieve factorbegiftiging relatieve factorintensiteit

reservetranche

landen hebben een comparatief voordeel in producten die relatief intensief zijn in hun relatief overvloedige productiefactor. producten kunnen geranschikt worden volgens hun relatieve factorintensiteit. Een product is relatief kapitaalintensief ten opzichte van een ander wanneer ongeacht de verhouding arbeidsvergoeding/kapitaalsbeloning dat product telekns een kapitaalintensievere manier wordt geproduceerd dan het andere.

retorsierechten

sectorale integratie

vrijhandelszone

slangovereenkomst

speciaal trekkingsrecht(SDR)

specifieke subsidies

statische vs dynamische welvaartsverliezen van protectie

Stolper-Samuelson theorema

ruit van Porter

Stolper en Samuelson toonden mathematisch aan dat bezitters van de overvloedige productiefactor er na internationale handel in welvaart op vooruitgaan, ongeacht hun bestedingspatroon, terwijl de beziters van de Porter wijst 4 belangrijke hun welvaart zien achteruitgaan.( dit is schaarse productiefactor determinaten aan, die vormgevend zijn voor de slecht omgevinglange termijn.)onderneming en die een nationaal geldig op van de lokale cometitief voordeel creren. Dit wordt weergegeven in de zgn. Ruit van Porter: factorvoorwaarden, vraagvoorwaarden, de aanwezighied van verbonden of ondersteunende sectoren en tenslotte de wijze waarop de ondernemingen georganiseerd zijn. (de ruit wijst ook op een onderling verband tss de verschillende determinanten.)

structuurfondsen

subsidariteitsbeginsel

institutionele concurrentie

tariefunie

tarifaire handelsbelemmeringen

trekkingsrechten

tunnelakkoord

valutaswap

vaste wisselkoersen

goudinvoer en gouduitvoerpunt

vastgebonden tarieven

verplichte vs niet-verplichte uitgaven van de EU

wereldbank

wereldhandelsorganisatie

wisselkoersopties

wisselmarkt

zwevende of vlottende wisselkoersen

depreciatie vs appreciatie