Transcript

Universiteit Antwerpen Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen Master na Master Internationale Betrekkingen en Diplomatie

Module: OnderhandelenSamenvattende readerbundel

Academiejaar: 2009-2010 Richting: MnM IBD Samensteller: Brandon Saeyvoet

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

InhoudstafelTekst 1: The Strategy of Conflict: Thomas Schelling. (Marijke Joossens) .............................3 Tekst 2: How parties negotiate? :Fred Chales Ikl. (Marc Stevens)......................................5 Tekst 3: excellent onderhandelen: Fisher (Ellis De Peuter) ..................................................8 Tekst 4: Diplomacy and domestic politics: the logic of two-level games Putnam: (Eva Van Aalst) ................................................................................................................................10 Tekst 5: Multilateraal onderhandelen: Thuysbaert (Pieter Van De Peer)...........................17 Tekst 6: Table for eight. A beginners guide to multilateral negotiation:............................24 Kevin Welber (Sven Van Den Winkel) ...............................................................................24 Tekst 7: When push comes to shove. A practical guide to mediating disputes:..................27 Karl A. Slaikeu (Steffie Van der Auwera) ...........................................................................27 Tekst 8: The road to Madrid: Baker (Bert Boonen) ............................................................37 Tekst 9 : Mediating peace in Mozambique - The role of the community of SantEgidio: Andrea Bartoli (Marijke Claes) ..........................................................................................41 Tekst 10: The Road to Sarajevo: Richard Holbrooke (Thomas Castrel)...............................49 Tekst 11 : The Oslo Accord : Jan Egeland (Hoa Phan en Sybille Godin) ..............................50 Tekst 12: Two Paths to peace: Contrasting George Mitchell in Northern Ireland with Richard Holbrooke in Bosnia-Herzegovina.: Holbrook and Mitchell (Dries Debruyne) .......53

Onze dank gaat specifiek uit naar iedere IBD-medestudent die meegewerkt heeft aan het samenvatten van n van de readers. Alvast veel succes met de komende examens en jullie verdere loopbaan!

(Mei 2010) Brandon Saeyvoet en Bert Boonen

2

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Tekst 1: The Strategy of Conflict: Thomas Schelling. (Marijke Joossens)1. The retarded science of international strategy Conflict = 1. Pathologische gemoedstoestand, zoeken naar oorzaken en kuur 2. Conflict is er altijd, zoeken naar het gedrag dat gepaard gaat met conflict 2A. Rekening houden met rationeel/irrationeel, bewust/onbewust gedrag 2B. Enkel rekening met rationeel, bewust, strategisch gedrag waarbij conflict als een wedstrijd wordt gezien waarbij de deelnemers proberen te winnen. De studie van een bewust, intelligent conflictueus gedrag kan zo beschreven worden door enkele regels om de wedstrijd te winnen. Het is in deze betekenis van het woord conflict dat we de strategie van conflict moeten situeren. Hierbij limiteren we ons aan de veronderstelling dat er een rationeel gedrag is; d.i. de berekening van voor- en nadelen, op basis van een expliciet en intern waardesysteem. Toch zijn er ook gemeenschappelijke naast de strijdige belangen bij de deelnemers van een conflict. Puur conflict ontstaat door de geheel strijdige belangen van twee antagonisten zodat deze oorlog in de totale vernietiging van n deelnemer lijdt. Als er ook gemeenschappelijke belangen zijn kan het conflict niet uitmonden in een oorlog. Winnen is niet enkele competitief maar ook invloed winnen op het waardesysteem van de ander, wat door onderhandelen ook kan gebeuren. Strategie is niet enkel toegepast op het efficinte gebruik van geweld maar ook op de uitbuiting van het potentile geweld. Het is niet enkel van belang bij vijanden maar ook bij partners die elkaar wantrouwen of niet met elkaar instemmen. Het is ook niet enkel van belang bij de verdeling winnen/verliezen maar ook bij de kans dat sommige resultaten van conflict beter/slechter zijn voor beide deelnemers. Er is een gedeeld belang voor resultaten die voor beiden voordelig zijn. Het bestuderen van de strategie van conflict betekent dat men van oordeel is dat de meeste conflictsituaties essentieel zijn voor onderhandelingssituaties. Onderhandelingen kunnen expliciet zijn of kunnen stilzwijgend gebeuren als de tegenstander het een strategisch gebied bezet of verlaat. Conflictueus gedrag bekijken als een onderhandelingsproces is nuttig om ons ervan te weerhouden volledig te toe te wijden aan ofwel het conflict ofwel de gemeenschappelijke belangen. Het idee van afschrikking betekent dat een dreiging geloofwaardig moet zijn om effect te hebben en dat zijn geloofwaardigheid afhankelijk is van de kosten en risicos die gepaard gaan met de tevredenheid van de dreigende partij. De rationaliteit van de vijand is relevant voor de werkzaamheid van de dreiging want gekken kan je niet afschrikken. Toch is het proces van definiring van afschrikking is, hoe vaag de concepten nog steeds zijn en hoe onelegant de afschrikkingstheorie nog is. Dit komt doordat de literatuur over afschrikking zich vooral concentreerde op het oplossen van directe problemen dan op de methodologie om met problemen om te gaan. Er is namelijk geen academische tegenhanger van het militaire beroep dat zich op die methodologie kan toespitsen. Militaire strategie is in universitaire kringen maar beoefend door een klein aantal historici en politieke wetenschappers. Maar defensiestudieprogrammas en

3

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

overheidsonderzoeksinstituten vinden hun intreden ondanks het feit dat de het leger verkiest macht eerder toe te passen dan de dreiging ervan the theoretiseren. Ook de speltheorie vond zijn intreden 15jaar geleden en kende succes met zijn strategiespel. Afschrikking werd ook een begrip in het strafrecht voor de bepaling van de straf en in de pedagogie omdat er een analogie bestaat tussen de dreiging van ouders naar hun kinderen toe en de dreiging van een sterke vaderlijke natie naar een kleinere en zwakkere natie toe. Ook bendeoorlogen en internationale oorlogen hebben veel gemeenschappelijke want zowel naties als benden hebben geen dwingend wetsysteem. Deze andere domeinen waar afschrikking voorkomt hebben ook geen theorie ontwikkeld hierover. Afschrikking in het strategiedomein heeft betrekking op het benvloeden van de keuzes die de tegenstander zal maken, en dit door zijn verwachtingen over ons gedrag te benvloeden. Het betekent dat men hem confronteert met het bewijs voor het geloven dat ons gedrag gedetermineerd wordt door zijn gedrag. Maar er zijn nog vele vragen onbeantwoord die bewijzen dat er nog werk aan de winkel is voor het ontwikkelen van een goede theory of deterrence. Het lijkt een mix van speltheorie, organisatietheorie, communicatietheorie, bewijstheorie, keuzetheorie en de theorie van de gemeenschappelijke beslissing. Langst een kant klinkt het woord conflictstrategie heel koelbloedig, maar het is de toepassing ervan die koelbloedig is, langs de andere kant maakt deze theorie ook geen onderscheid tussen vriend of vijand want ze geldt voor beide. Op deze manier kunnen we de theorie ook theorie van het voorzichtige partnerschap of theorie van het oncomplete antagonisme noemen. Maar omdat we strategie zien als een hindernis van de vijand door zijn verwachting van de consequenties van zijn acties zouden we het ook theorie van de afhankelijke beslissing kunnen noemen. Beleidsmakers zijn niet verspreid over een schaal die van complete rationaliteit tot complete irrationaliteit reikt. Rationaliteit is een verzameling elementen die naar verschillende richtingen kan neigen terwijl irrationaliteit een onmogelijkheid om berichten te ontvangen, om efficint te communiceren of om ongecontroleerde beslissingen te maken inhouden. Verschillende systemen kunnen als rationeel of irrationeel gekarakteriseerd worden; zoals het waarde systeem, het communicatiesysteem, het informatie systeem of het gezamenlijke beslissingsproces. De restrictiviteit van de aanname van rationeel gedrag wordt verzacht door twee opmerkingen: ten eerste, zelfs onder de emotioneel onstabiele, meest irrationele mensen, zijn er die strategische principes beheersen. Ten tweede, rationele motivaties en besluitvorming is geen universeel voordeel in conflictsituaties. Bovendien zijn de resultaten van strategische theoretici vaak paradoxaal omdat ze de eensgezindheid of aanvaarde regels soms tegenspreken. Het bekende principe dat iemand goede onderhandelaars moet uitkiezen die hem zullen vertegenwoordigen en deze onderhandelaars dan flexibiliteit en autoriteit moet verlenen, is in geen enkele manier evident zoals het suggereert. De macht van de onderhandelaar rust namelijk dikwijls in de onmacht om toegevingen te doen. De waarde van talent, creativiteit, rationaliteit, kennis, controle en vrijheid om keuzes te maken worden overschat in een onderhandelaar en zijn slechts in bepaalde situaties van nut. De logica achter deze waarden is vaak gemakkelijker als het probleem geformaliseerd is, abstract bestudeerd is en de analogien gedentificeerd zijn.

4

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Tekst 2: How parties negotiate? :Fred Chales Ikl. (Marc Stevens)What is negotiation? (p. 1 - p. 6)Negotiation is a process in which explicit proposals are put forward for the purpose of reaching agreement on an exchange or on the realization of a common interest where conflicting interests are present. Negotiations require a willingness to compromise and both sides must make concessions. Most negotiators embrace a combination of identical common interests ( in a single arrangement or object) and complimentary interests ( in an exchange of different objects). Governments often revise their expectations and attitudes toward other countries as a result of unilateral actions or tacit bargains. Negotiations are necessary for any arrangement that establishes complicated forms of collaboration such as joint war effort, exchange of prisoners, peace treaty.

How the parties come to terms? (p. 191 - p.223)Objective minimum positions do not exist. Evaluation, expectations and goals keep shifting during the negotiation process. Each party has an anticipated minimum because he does not know if he will accept an agreement at lesser terms or no agreement. It is a negotiation tactic to create a commitment to a position if it was a fixed minimum.

- The function of proposals (p. 193)Proposals always represent an offer and indicate more substantial developments underneath. Governments must prepare proposals to create side effects (propaganda). In international negotiation, offers are meant to influence the opponent (path breaking, stimuli to make your opponent produce a favorable offer). Proposals should accomplish two things: Change the opponent expectations in your anticipated minimum and change his anticipation in his minimum terms. To keep the opponent interested, proposals must show flexibility. If opponent is under domestic pressure, your flexibility can be used to hasten an agreement. Tacit moves may add firmness and be tolerated because we do not know if the lack of flexibility is intentional or not. Firmmess can be used through repition (communism) or using new arguments and minor variations (Western).

- The funcion of arguments (p. 197) a) Arguments make proposals attractive: They may like as a binding amplification of the offer. They may influence the opponents evaluation criteria. He may shift his break evenpoint because he does not know where his gains and losses begin. The way of talking might convince the opponent about your friendly intentions. b) Arguments expressing firmness: Through a public conference. This is only valid when domestic views are held by people who can influence policy. Through using Legal or scientific principles Through using procedural arguments

5

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

c) Arguments about rules of accomodation: Appeals are made to the opponent to be more flexible by demonstrating that other party is beyond approach and by using diplomatic language. Arguments must be reasonable and sound. - Reaching point of agreement (p.205)Proposals are adopted to an agreed set of terms. The terms are reached through a contest of wills, wits and interests in which the parties keep revising the expectations about each other, evaluate the gains and losses and weigh the choice between acceptance and further bargaining. They usually examine first how they come to terms with an indivisible issue and then see how they can connect other issues to arrive at a complex agreement.

- The compromise (p. 206)Is an agreement reached through concessions in a spirit of honesty. Concession happens when proposal is changed to bring it closer to that of the opponent. While proposals become more modest, expectations become more demanding. You asks more than you expect for having a good bargaining position. Haggling is a special form of compromise (marchandage). Through small concessions, they reach a compromise. Sometimes, negotiators call for ext-tortionary demands. The objective is to receive a concession from the opponent in return for abondaning the demand entirely. Evaluation of a compromise depend on the negotiation process: a bargaining position might become part of an anticipated minimum and might be considered as a modest demand on one issue but a aan extortionary demand on another issue.

- Catching up with rising demands (p.210)Tactic of the Sybillline books: It is a tactic to discourage the opponent from further bargaining. This is particulary effective when the prospects for no agreement look increasingly worse to the opponent. It has the advantage of drawing the opponent into negotiations through modest initial proposals instead of starting with the more demanding ones which might repel the opponent. It violates the rules of accomodation and might stir up the hostility.

- Accepting the first proposal (p.212)You might accept the first proposal when: you have no desire to improve your terms - you fear the opponent might add other demands - you are convinced the opponent will not improve his offer and he would rather break off the negotiation than change his proposals.

- Focal points and mediation (p.213)Why?: It reduces the alternatives that the parties must consider It can better anchor the negotiators commitments ( example: boundary disputes settled on precedent geographic features). Preliminary agreements can act as a focal point. If party does not agree with suggested focal points, you better break up the negotiation. Otherwise you risk to be blamed for obstructing unanimity. Mediators create focal points (example: on complex agreement with full details)

- Deduction from a framwework agreement (p. 215)

6

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

First, you agree on broad objectives and principles. Then, detailed points of agreement deduced by applying acceptable methods of reasoning (logic, scientific discipline, legal reasoning). Is most effective when parties observe many rules of accomodation. Mostly delegated to experts as they do not violate the standards of profession.

- Non controversial solutions (p. 217)Through discovery of new solutions, invention of new formulae or leave the settlement to a chance process (ex: leave it to arbitration - boundary disputes)

- Manipulation of issues (p. 218)- Much time and effort spent in formulating the issues. The order in which the issues are dealt have important implications ( First the less controversial) - Proposals and counterproposals on the agenda might be compromise maneuvers on issues prior to the debate - Related tactics is to make inclusion of an undesirable agenda items so difficult that other parties will not find it worthwhile to press the issue - Last minute demands for signing: If other party is eager to reach agreement, they might be forced to give in. It is not always a gain. They might be held responsible for holding up progress - Package deals: several issues settled that are considered as part of the agreement. Time to propose a package deal is when opponent fears he might lose an issue being of particular interest to him. - Ties in: extraneous issue to be settled against the acceptance of a certain settlement of other issues. Opposite to tie in: leave an issue out of a larger context and leave the related issue unsettled arrangement might become permanent)

7

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Tekst 3: excellent onderhandelen: Fisher (Ellis De Peuter)

Elke onderhandeling gaat automatisch over op positioneel onderhandelen. onderhandelingsmethode kan beoordeeld worden aan de hand van drie criteria(p22):

Elke

1. Er moet een verstandige overeenstemming (als die mogelijk is) uit de bus komen; 2. De methode moet efficint zijn; 3. De methode moet de relatie tussen de partijen verbeteren of mag die in elk geval niet schaden. De meest voorkomende vorm onderhandeling is afhankelijk van het achtereenvolgens innemen, en dan weer opgeven van verschillende posities. Maar dit positioneel onderhandelen voldoet niet aan de fundamentele criteria: een verstandige overeenkomst, op efficinte en vriendschappelijke wijze tot stand gekomen. NADELEN 1. Hoe meer je je positie duidelijk maakt en verdedigt tegen de aanval, des te meer leg je je erop vast. Het maakt de kans op een overeenkomst kleiner. Naarmate er meer aandacht wordt geschonken aan posities, wordt er minder aandacht besteedt aan het verzoenen van de onderliggende motieven van partijen. Het resultaat is dan vaak een overeenkomst die voor beide partijen minder bevredigend is dan mogelijk zou zijn geweest. (p23-24) 2. Deze methode van onderhandelen kan ofwel een overeenkomst tot gevolg hebben, ofwel een mislukking. Het kost in ieder geval veel tijd. Hoe extremer de openingsposities zijn en hoe kleiner de concessies, des te meer tijd en moeite zal het kosten om te ontdekken of er al dan niet een overeenkomst mogelijk is. Uiteraard moet elke onderhandelaar individuele beslissingen nemen wat op zijn beurt al heel moeilijk en tijdrovend is. (p24) 3. Het positioneel onderhandelen wordt een kwestie van wilskracht. Hierdoor wordt de relatie tussen de partijen in dikwijls schadelijke mate op de proef gesteld. (p25) 4. Bij nagenoeg elke onderhandeling zijn er meer dan twee personen betrokken. Hoe meer mensen bij een onderhandeling betrokken zijn, des te moeilijker wordt het positioneel onderhandelen. (p25-26) Vele mensen erkennen de grote nadelen van het harde positionele onderhandelen. Er zijn twee stijlen van positioneel onderhandelen, zacht en hard. De zachte onderhandelingstactiek legt de nadruk op het belang van het opbouwen en in stand houden van een relatie. De procedure is meestal efficint. Het nastreven van een zachte en vriendelijke vorm van positioneel onderhandelen maakt je kwetsbaar voor iemand die het positioneel onderhandelen kei hard speelt. Een harde benadering overheerst een zachte. (p26-28) Het antwoord op de vraag of je zacht of hard positioneel moet onderhandelen is geen van beide. Verander het spel. In Harvard is er iets ontwikkeld dat het positioneel onderhandelen kan vervangen: een methode van onderhandelen die expliciet gericht is op het efficint en vriendschappelijk bereiken van verstandige resultaten. Deze methode, die principile onderhandeling of onderhandeling op basis

8

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

van merites wordt genoemd en in bijna alle omstandigheden kan worden gebruikt, kan worden samengevat in vier punten (29-31): 1. 2. 3. 4. Mensen: Scheid de mensen van het probleem Belangen: Concentreer je op belangen, niet op posities Keuzes: Creer allerlei mogelijkheden alvorens een besluit te nemen Criteria : Sta erop dat het resultaat gebaseerd is op een norm.

objectieve

De periode van onderhandelen kan verdeeld worden in drie fases: analyses, planning en bespreking. (31-32) De principile onderhandelingsmethode heeft een verstandige overeenkomst tot gevolg. De methode stelt je in staat om op een efficinte manier samen een besluit te nemen en zo tot een vriendschappelijke overeenstemming te komen. (33)

9

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Tekst 4: Diplomacy and domestic politics: the logic of two-level games Putnam: (Eva Van Aalst)

Korte samenvatting Two level game = politiek model van internationale conflicten tussen liberale democratien afgeleid uit de speltheorie en oorspronkelijk ingevoerd in 1988 door Robert Putnam Model: internationale onderhandelingen tussen standpunten van staten bestaan uit simultane onderhandelingen op zowel binnenlands (domestic) als internationaal niveau (tussen regeringen). Op nationaal niveau: uitvoerende neemt bezorgdheid van maatschappelijke actoren mee en vormt coalities met hen Op internationaal niveau: uitvoerende probeert de internationale bezorgdheden te implementeren zonder zich te verbinden aan iets dat schadelijke effecten thuis zal hebben Win-sets treden op wanneer de belangen van de actoren op beide niveaus elkaar overlappen, een voorwaarde waaronder een internationale overeenkomst waarschijnlijk is. Introduction (p. 427- 430) Nationale politiek (domestic) en internationale relaties zijn met elkaar verweven en benvloeden elkaar vaak wederzijds. Maar wanneer en hoe? Dit artikel biedt conceptueel kader voor manier waarop diplomatie en nationale politiek elkaar benvloeden. Voorbeeld in artikel: Bonn summit 1978. Bonn-akkoord vertegenwoordigd wederzijdse cordinatie van internationaal beleid. Significante beleidsveranderingen werden doorgevoerd door belangrijkste deelnemers. Deze zouden waarschijnlijk niet behaald zijn bij gebrek aan internationale overeenkomst. Binnen elk land steunde n factie de beleidsverschuiving die van haar land internationaal werd geist, maar die factie werd aanvankelijk in aantal overtroffen. Dus: internationale druk was noodzakelijke voorwaarde voor verandering. Anderzijds: zonder binnenlandse resonantie, zouden internationale krachten niet voldoende geweest zijn om overeenstemming te bereiken. Uiteindelijk geloofde elke leider dat wat hij deed in haar/zijn nationale belang was. Kortom: De Bonn deal integreerde succesvol nationale en internationale druk. Zowel puur nationale als puur internationale analyses kunnen geen rekenschap geven voor deze episode. Second Image(nat. oorzaken int. effecten) en Second Image Reversed (int. oorzaken nat. effecten) geven maar partial equilibrium (gedeeltelijk evenwicht?), nl. hoe de nat. politiek van verschillende landen verwikkeld raakt via int. onderhandeling. Bonn-summit geeft aan dat gestreefd moet worden naar general equilibrium theorien, die de gelijktijdigheid van de interactie tussen nationale en internationale factoren in rekenschap neemt.

10

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Domestic-international entanglements: the state of the art (p. 430-433) Groot deel van literatuur over relatie tussen nationale en international zaken bestond of uit ad hoc lijstjes van nationale invloeden op int. beleid of uit generieke observaties dat nat. en int. zaken op de een of andere manier gelinkt zijn. 1e stroming: Roseau een van de 1ste die aandacht vroeg voor dit gebied (linkage politics), maar kreeg weinig vervolg. 2de stroming: Deutsch & Haas regionale integratie. Impact van partijen en interest groups op Eur. Integratie. Erkenden feedback tussen nat. en int. ontwikkelingen (spillover). Maar vooral gericht op evolutie v. supranationale instituten en niet zozeer op beleidsveranderingen. Nye & Keohane: wederzijdse afhankelijkheid en transnationalisme, maar rol domestic factors raakt uit zicht. 3de stroming: bureaucratic politics school. Aandacht voor intra-national games, de overlapping waaruit int. relaties bestaan. Echter: overlapping onduidelijk/vaag, theorie gaat niet verder dan principe dat bureaucratische belangen matter in ontwikkeling buitenlands beleid. 4de stroming: focus op structurele factoren, vooral state strength. Krasner en Katzenstein: staten moeten zich gelijktijdig over zowel nationale als int. druk bekommeren. State strenght = moeilijk te meten, dus variabele = debatable, maar = zonder twijfel v belang voor vergelijkende studie van buitenlands beleid (bb). Maar strong state-weak state argument suggereert dat identiteit v regerende coalitie niet uitmaakt. Betere determinant bb. moet politiek beklemtonen: partijen, interest groups, publieke opinie etc. en niet enkel afgevaardigden en institutionele regelingen. state centric approach vertegenwoordig unitary-actor model: dwz altijd en onder alle omstandigheden ontleent staat belangen uit en verdedigt beleid consistent met int. systeem.

Dus: state-centric literatuur is onzekere basis voor theorie v interactie nat. en int. Nodig zijn theorien die beiden gebieden integreren. Two level games: a metaphor for domestic-international interactions (p. 433-435) Unitary-actor aanname is misleidend. Politiek v vele int. onderhandelingen vaak two-level game: belangen op nationaal en internationaal niveau. Nationale politieke leiders bewegen zich op beide niveaus. Complexiteit = zetten die rationeel zijn voor ene speler zijn onpolitiek voor de andere. Politieke complexiteit voor spelers two-level game wankelt: elke key player aan de int. tafel die ontevreden is over de uitkomst kan game board verstoren, en andersom: elke leider die er niet in slaagt zijn mede-spelers aan de nationale tafel tevreden te stellen loopt kans van uit zijn positie te worden gezet. Two-table metafoor beschrijft dynamiek van de 1978 onderhandelingen beter dan unitary-actor model. Echter: metaforen zijn geen theorien, maar eventueel basis voor theorie.

11

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Towards a theory of ratification: the importance of win-sets (p. 435-441) Onderhandelaars die twee organisaties vertegenwoordigen moeten overeenkomst bereiken tussen beiden, behoudens de beperking dat elke voorlopige overeenkomst geratificeerd (bekrachtigd) moet worden door deze respectievelijke organisaties. 2 niveaus ratificatieproces: Niveau 1: het onderhandelen tussen onderhandelaars, leidende tot een voorlopige overeenkomst Niveau 2: aparte discussies binnen elke groep van constituents over wel/niet ratificeren overeenkomst

Bovenstaand = theorie, in praktijk expectational effects belangrijk. Consultaties en onderhandelingen vooraf op niveau 2 to hammer out de aanvankelijke reactie voor niveau 1 onderhandelingen. Anderzijds, niveau 2 ratificatie benvloed niveau 1 onderhandelingen: verwachtingen of afwijzing van niveau 2 kan onderhandelingen op niveau 1 afbreken, zonder enkele formele actie op niveau 2. Vaak: two-level proces herhaald (iterative) omdat onderhandelaars mogelijke overeenkomsten uitproberen en meningen v hun constituents onderzoeken. Hoe dan ook: vereiste dat elk niveau 1 overeenkomst geratificeerd moet worden door niveau 2, legt cruciale theoretische link op tussen beiden niveaus. Ratificatie kan formele stemmingsprocedure op niveau 2 inhouden, maar auteur gebruikt term voor zowel formele als informele besluitvormingsproces. Win-sets treden op wanneer belangen v/d actoren op beide niveaus elkaar overlappen. Win-set voor niveau 2 = combinatie v alle mogelijke niveau 1 overeenkomsten die zouden winnen (dwz: de benodigde meerderheid v stemmen krijgen) wanneer deze naar boven of naar onder worden gestemd. Twee redenen voor belang v contouren v niveau 2 win-sets voor begrijpen niveau 1 overeenkomsten: 1. Grotere win-sets maken overeenkomsten op niveau 1 aannemelijker: overeenkomst alleen mogelijk als win-sets overlappen, dus hoe groter win-set hoe aannemelijker overlap. Ook: hoe kleiner win-set hoe groter kans op break-down. Dus: mogelijkheid failed ratification. Vrijwillige defection [=afvalligheid] (verloochining door rationale egoist in afwezigheid v enforceable contracts) vs. onvrijwillige defection (niet in staat om belofte waar te maken vanwege gefaalde ratificatie). Verleiding to defect dramatisch verlaagd tussen spelers die verwachten elkaar weer te ontmoeten. Bonn promise had politiek gewicht omdat verloochenen hoge diplomatieke en politieke kosten had gehad. Aan de andere kant: in two-level game kan de geloofwaardigheid van officile verbintenis laag zijn, zelfs als de reputationele kosten van verloochening hoog zijn, omdat een onderhandelaar mogelijk niet in staat is om ratificatie te garanderen.

12

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Onvrijwillige afvalligheid en angst hiervoor kan even fataal voor vooruitzicht op samenwerking als vrijwillige afvalligheid. Beide vormen v afvalligheid moeilijk te onderscheiden, vooral omdat strategische onderhandelaar een vrijwillige afvalligheid een onvrijwillige kan doen laten lijken. Geloofwaardigheid (dus mogelijkheid om deals te maken) op niveau 1 wordt vergroot door de bekwaamheid van de onderhandelaar to deliver op niveau 2. Onvrijwillige afvalligheid alleen te begrijpen binnen kader van two-level game. Hierbij geldt: hoe kleiner de twinsets hoe groter het risico van onvrijwillige afvalligheid. 2. Relatieve grootte van de win-sets van niveau 2 benvloed de distributie v gezamenlijke gains van de internationale onderhandeling. Hoe groter de gepercipieerde win-set van een onderhandelaar, hoe meer hij door andere niveau 1 onderhandelaar pushed around kan worden. Een kleine nationale win-set kan onderhandelingsvoordeel zijn. Figuur 1 (p.441): effecten van het verkleinen van de grootte van win-set: Zero-sum game tussen X en Y. Xm en Ym = maximale uitkomst. X1 en Y 1 = minimale uitkomst die geratificeerd kan worden. Elke overeenkomst in het gebied tissen X1 en Y1 kunnen geratificeerd worden door beide partijen.

Determinants of the win-set (p. 441-452) Welke omstandigheden benvloeden win-sets? 3 soorten factoren v belang: I. Niveau 2 voorkeuren en coalities: grootte v win-set hangt af v distributie v macht, voorkeuren en mogelijke coalities onder niveau 2 constituents Bijv: Hoe kleiner de kosten van een no-agreement voor constituents, hoe kleiner de win-set. No-agreement betekent meestal behouden status quo. Sommige constituents lopen tegen lage kosten aan v no-agreement, anderen tegen hoge: de eerste zal sceptischer staan tegenover niveau 1 overeenkomsten dan de laatste. Grootte van win-set (dwz onderhandelingsruimte voor niveau 1 onderhandelaar) hangt af v. relatieven grootte v isolationists (tegen internationale samenwerking in algemeen) en internationalists (voor int. samenwerking). all purpose support = groter in kleine afhankelijke staten met open economie, want kosten v no-agreement in algemeen lager. In sommige gevallen evaluatie v no-agreement kan enige significante meningsverschil zijn onder niveau 2 constituents, omdat hun belangen relatief homogeen zijn. (p. 444) Verschil in problemen voor onderhandelaars bij homogeen conflict en bij heterogeen conflict. Homogeen = hoe meer onderhandelaar kan winnen op niveau 1, hoe groter kans op winnen v ratificatie. Main problem = managen discrepantie tussen verwachtingen van zijn constituents en de onderhandelbare uitkomst. Heterogeen = gecompliceerder, kan niet regel v the more the better aanhouden. Mogelijk transnationale groepering waarbij nationale belangen hun regeringen onder druk zetten om gezamenlijk gesteund beleid in te voeren. Nationale verdeling kan kans op int. samenwerking

13

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

vergroten: regering die intern verdeeld is eerder geneigd om int deal te maken dan regering met single policy. Deelnemersaantallen verschillen per groep en thema en heeft effect op win-set. Bij politieke themas meer deelnemers. Onderhandelingen gaan vaak over meerdere themas. Groep met grootste belang bij bep. thema neemt vaak extreemste standpunt in. Figuur 2 (p.447): political indifference curve for two issue negotiation (voor uitleg zie p. 446) Synergistic linkage = issue linkage op niveau 1 die uitkomsten op niveau 2 verandert. Wordt frequenter als onderlinge onafhankelijkheid groeit.

II.

Niveau 2 instituties: de grootte v win-set hangt af van de niveau 2 politieke instituties. Ratificatieprocedures benvloeden grootte win-set. Vanwege veto macht zijn veel overeenkomsten afgewezen en veel verdragen nooit in aanmerking gekomen voor ratificatie. Walton&McKersie: ipv direct overtuigen van de niveau 2 constituents dat zij hun verwachtingen moeten verlagen, structureert de niveau 1 onderhandelaar de situatie zo dat zij zichzelf overtuigen Strong discipline within party verhoogt win-set door bereik v overeenkosten te vergroten waarvan niveau 1 onderhandelaar verwacht dat deze worden ondersteund. Discussie state strength en state autonomy: hoe sterker staat in termen v autonomie voor nationale pressures, hoe zwakker relatieve onderhandelingspositie internationaal. Veel institutionele regelingen vereisen verschillende niveaus v ratificatie nog complexer.

III.

Niveau 1 strategien v onderhandelaars: grootte v win-set hangt af v strategien van niveau 1 onderhandelaars. Hoe groter win-set onderhandelaar hoe makkelijker hij kan komen tot overeenkomst, maar hoe zwakker onderhandelingspositie tov andere onderhandelaars. Geeft vaak tactisch dilemma. Onderhandelaar zal conventionele side-payments (S-P)en algemene good-will genereren. In two-level game kunnen S-P als deel van int. onderhandelingen. Waarde v S-P. Waarde int. S-P moeten berekend worden in termen v marginale contributie aan de likelihood van ratificatie, ipv in termen v algehele waarde voor ontvangend land. Wanneer political standing in thuisland hoog is kan makkelijker ratificatie bereiken van buitenlandse initiatieven. Hoewel: algehele good will geen garantie voor ratificate. Steeds meer media aandacht bij summitry. Transaction benefits: participatie op world stage geeft hoofd v staat speciaal voordeel mbt nationale oppositie. Evolutie v westerse summitry: steeds meer nadruk op publiciteit dan op inhoud, lijkt onworpen voor transaction benefits.

Uncertainty and bargaining tactics (p. 452-453)

14

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Niveau 1 onderhandelaars vaak verkeerd genformeerd over niveau 2 politiek. Onzekerheid over grootte win-set kan zowel onderhandelingsinstrument zijn als struikelblok in two-level onderhandelingen. Onderhandelaars weten meer over eigen niveau 2 dan anderen en moeten eigen win-sets benadrukken. Tactiek: you better make a deal with me, because the alternative is worse. Aan andere kant: onzekerheid over win-set v anderen vergroot bezorgdheid over onvrijwillige afvalligheid. Dus: utility-maximising onderhandelaar moet tegenstanders overtuigen dat zijn eigen win-set kinky is, dwz dat voorgestelde deal zeker geratificeerd wordt, maar dat een deal die iets beter is voor de tegenstander waarschijnlijk niet geratificeerd wordt. Andere tactiek: submit a trial agreement for ratificaton, in order to demonstrate that it is not in his win-set. Dus: onzekerheid over de contouren v political indifference curve heeft strategisch nut. Blootgeven van eigen win-set kan counterproductief zijn. Zartman: controlled exchange of partial information.

Restructuring and reverberation (p. 454-456) Regeringen proberen elkaars win-sets te vergroten. Soms int. druk reverberate(weerkaatsen) binnen nationale politiek, tipping the domestic balance and thus influencing the int. negotiations. Reverberation impliceert dat int. druk de nationale win-set vergroot en overeenkomst faciliteert. Maar reverberation kan ook negatief zijn: buitenlandse druk kan binnenlandse weerslag creren. Negatieve reverberation komt minder voor dan positieve reverberation. Exacte effect van buitenlandse druk voorspellen is moeilijk, maar reverberation komt frequent voor in two-level games. Reverberation and synergistic issue linkage: short-cuts voor vormgeven v two-level games The role of the chief negotiator (p. 456-459) De hoofd onderhandelaar is enige formele link tussen niveau 1 en 2 in two-level game. Deze heeft ook eigen visie/mening en de voorkeuren v hem kan verschillen van die van zijn constituents. Motieven van hoofd onderhandelaar: 1. Vergroten van zijn standpunt in niveau 2 game door maximaliseren v politieke bronnen en potentile verliezen te minimaliseren. 2. Verplaatsen van machtsevenwicht op niveau 2 in voordeel van binnenlandse beleid waar hij de voorkeur aan geeft vanwege exogene redenen 3. Nastreven van eigen idee van het binnenlandse belang in de internationale context Binnenlandse coalitie: politici zijn bereid een paar van hun normale supporters te riskeren bij ratificeren int. overeenkomst,maar hoe groter het potentile verlies en groter hun tegenzin. Als binnenlandse status v onderhandelaar bedreigd wordt als hij een overeenkomst die binnen zijn niveau 2 win-set valt afwijst, en dit bekend is bij alle andere partijen, dan de andere kant op niveau 1 gains considerable leverage. Maar: wanneer constituents hard-lined zijn, dan kan binnenlandse zwakte v leider een diplomatieke asset worden.

15

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Conclusion (p. 459-460) In tegenstelling tot state-centric theories erkend two level game onvermijdelijkheid van binnenlands conflict over wat het nationale belang behoeft. In tegenstelling tot second image of de second image reversed erkend two level game dat beslissingsmakers er naar streven binnen- en buitenlandse verplichtingen gelijktijdig proberen te verzoenen. Link tussen diplomatie en binnenlandse politiek: Belangrijk onderscheid tussen vrijwillige en onvrijwillige afvalligheid v int. overeenkomsten Contrast tussen themas waarbij binnenlandse belangen homogeen vs. Heterogeen zijn Mogelijkheid v synergistic issue linkage, waarbij strategische moves op 1 speltafel onverwachte coalities op de 2de tafel faciliteren Paradoxale feit dat institutionele regelingen die de beslissingsmakers thuis versterken hun int. onderhandelingspositie kan verzwakken Belang v targeting int. bedreigingen, aanbiedingen en side-payments met oog op hun binnenlandse weerslag thuis en in het buitenland Stategische gebruk v onzekerheid over binnenlandse politiek en gebruik v kinky win-sets Potentile reverberation van internationale druk binnen de nationale arena De verschillen tussen belangen v nationale leider en diegenen namens wie hij onderhandelt

16

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Tekst 5: Multilateraal onderhandelen: Thuysbaert (Pieter Van De Peer)I. Ter inleiding (p.1) Multilaterale onderhandelingen: nuttig? - saai, pijnlijk, weinig succes, duur, - nut van internationale ontmoetingen? A. De motivering (p.1) Waarom? Nood aan samenwerking omdat uitdagingen niet meer nationaal kunnen worden opgevangen. Door professionals (diplomaten) en niet professionals (ambtenaren) die de moeilijke multilaterale techniek moeten beheren. Spelregels achterhalen adhv ervaringen B. De weerhouden opvattingen (p.2) Dit artikel is: - onderhandelingstechnische aanpak - drie hoofdassen van Belgisch multilateraal handelen: EU, NAVO & VN - specifieke kenmerken van deze hoofdassen - wederzijds inspelen op de andere partijen - visie van een levende diplomatie

II. De onderhandelingstechnieken (p.2) Het belang van een rijpingsproces, het begint met eenzijdige stellingen en uiteindelijk wordt een consensus beoogd. Wederzijds inspelen is de sleutel tot succes. A. Enkele begrippen (p.3) 1. Onderhandelingsbegrip Enge zin: - internationale rechtspersoonlijkheid - vreedzame manier - contractuele overeenkomst als resultaat Brede zin: - Internationale Publieke Rechtspersonen

17

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]- zonder juridische gevolgen 2. Multilaterale onderhandelingen: meer dan 2 partijen 3. Doelstellingen - einde aan een conflict stellen (1) - samenwerking rond een onderwerp (2) - beheer van een samenwerking te verzekeren Verschil tussen (1) en (2) in voorwaarden en sfeer in onderhandelingen 4. Onderhandelingen binnen of buiten bestaande organisaties

Academiejaar 2010

Impact op procedures: buiten organisatie: vooronderhandelingen over procedures om de agenda op te stellen / waar / welke taal / VB pagina 4: agenda IES in Parijs in 1974 B. Het Werkterrein (p.4) Specifieke kenmerken: - het aantal deelnemers: Benelux VS Verenigde naties - procedureregels: gedragsregels (debat goed laten verlopen) & structuren - permanent of tijdelijk karakter: vb: Internationale Organisaties - wetgevend => subsidiariteitsprincipe in de EU Het aantal deelnemers en het diplomatiek spel: - pluripolaire situatie: verschillende meningen en verschillende accenten: grijs - multipolaire situatie: meer tegengestelde meningen - belang van derden die niet mee in debat zitten maar het wel benvloeden - rol van de Voorzitter als leider, richtinggever, moderator, scheidsrechter De mogelijkheid tot het vormen van groepen als ze te talrijk zijn (EU/UNCTAD)

C. De Spelers (p.6) Staten worden vertegenwoordigd door delegaties met mensen 1a. Het gewicht van deze staten - bijlagen van grote / kleine leden

18

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]- subjectief: nationale geaardheid of tradities - specifieke karaktertrekken per nationaliteit 1b. De binding met het probleem - macht afhankelijk van het dossier: zie vb p.7 onderaan 1c. Wederzijds inspelen op het probleem: - vragende partij? - faktor tijd? - gevaar van kei hard te zijn => verstarring

Academiejaar 2010

- vermenging van dossiers: in het ene dossier een zwakke positie, in het andere sterker - posities kunnen veranderen op allerhande manieren: kennis, allianties, vertrouwen, - inhoudelijke of psychologische onderhandelingen Belangrijk: het eigen relatief gewicht juist inschatten

2. Mensen treden op in de plaats van Staten Optreden op een driedubbel vlak: a) In de schoot van de delegatie: In ploegverband optreden: dossierkennis delen, overzicht bewaren en op de ontwikkelingen vooruitlopen. Bijeenkomen om een samenhangende en doorlopende lijn te waarborgen. b) Betrekkingen met het hoofdbestuur: Slagen van de oefening VS nationale belangen. Hij moet over voldoende bewegingsvrijheid beschikken binnen zijn mandaat om flexibel te kunnen handelen: in de slotfase is er geen tijd voor uitgebreide verslagen en consultaties met de hoofdstad. => nood aan onderling vertrouwen en een wederzijdse openheid c) Omgang met onderhandelingspartners: - Tactiek VS Strategie - tactisch optreden = procedureel van aard: uitstellen van het inhoudelijk debat - strategie = inhoudelijk: tijdens de onderhandelingen - Doelstellingen: positief / negatief / eigen belangen / samenspel /

19

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Psychologisch spel - lange termijn resultaten: nadruk op geloofwaardigheid - ijdelheid en gevoeligheid van de partners - gezichtsverlies vermijden - na-aap gedrag kan gevaarlijk zijn (voorbeeld p.11 onderaan) Belang van de media om doelen te bereiken = gevaarlijk, beste manier om iets te doen falen.

D. Onderlinge wisselwerkingen (p.12) a) verloop: niet standaard = elke onderhandeling is verschillend - interne voorbereiding = binnen de delegatie - voorafgaande contacten = voorwaarde tot onderhandeling (procedures) - openingszitting: inleidende verklaringen = stroef - studiefase: klaarheid over openingszitting - toenaderingsfase (geen uitleg) - slotfase: hopelijk een akkoord - goedkeuring: akkoord in teksten - ratificatiefase en inwerkingtreding Overgangen tussen fases kan leiden tot verstarring: tactische zet. Wantrouwen is de regel in het begin maar het bereiken van kleine stappen kan veel goodwill creren. Er is geen akkoord zolang er geen akkoord is over alles! b) gedragingen in groep: volgzaam VS weerbarstig / wispelturig en onvoorspelbaar / spanning c) Voorzitter: leider / neutraal & evenwichtig / ten dienste van het proces d) taalgebruik: minder talen = vlotter maar: nationale gevoeligheid / gebrekkige taalkennis / ratificatie in eigen taal (EG reglementen). Gebruik van tussenformules: schriftelijk - mondeling / passief actief

20

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]III. De Europese Gemeenschap (p.16) 1. Enkele institutionele kenmerken (p.16) - Zeer verregaande instelling - Institutionele uitbouw: commissie, parlement, raad, adviesorganen, * 2. Trapsgewijze uitwerking van de EG reglementen (p.17)

Academiejaar 2010

- studiewerk op verschillende niveaus: functies van de verschillende instanties:p.17-18* 3. De specifieke EG werking (p.18) - de groeiende rol van het Europese parlement en de Commissie ten koste van de Raad - inmenging van niet diplomatieke instanties: EPs, sociale partners, ... - binnen de Raad: - inspraak vd Commissie, - mogelijkheid tot stemming: chantagetroef bij consensus valt weg - trappenstructuur / gecompartimenteerde besluitvorming: dossiers gaan van het ene niveau naar het andere: Top Ministers Vertegenwoordigers Experten

IV. De Navo- en Defensie-afmeting (p.20) De defensiewereld: - existentile problemen - inspanningen wanneer het niet nodig is (vrede) anders is het te laat als het nodig is. - onzekerheid heerst 1. De specificiteit van de Veiligheidsproblematiek (p.21) Veiligheid komt op de eerste plaats: gevoel van onveiligheid = subjectief, gevaar = objectief Beveiliging is nooit zeker, achteraf kan je pas zeggen dat het veilig was als er niets is gebeurd. Verschillende manieren dat een land zich kan profileren (VB Belgi p. 21)

2. De institutionele kenmerken van de NAVO (p.22) - vrijwillige medewerking / intergouvernementeel / consensus

21

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]- dubbele structuur: politiek en militair (SHAPE) - lidstaten leveren verschillende bijdragen: Frankrijk, Spanje

Academiejaar 2010

3. De zgn. sluipende besluitvorming van de NAVO (p.22) - 3 stappen: 1) een sterke compartementering 2) ontdubbeling (militair / politiek) 3) geleidelijk proces van instemming - nationale defensiebeslissingen (Intergouvernementaal): stap voor stap benadering: mbv de invloed van de landen toewerken naar een algemene consensus vanuit de militaire instanties - gezamenlijke verwezenlijkingen: voorbereiding in het hoofdkwartier - NAVO beleidstandpunten - voorafgaand denk- en studiewerk - conceptie en evenwichten (belang van de grootsten) - Raad in geval van een gewijzigde veiligheidscontext - militaire aangelegenheden = militaire invalshoek goedkeuring ook op politiek niveau - gebruik van meerdere versies om tot consensus te komen - gevoelige dossiers: belang van de hoofdsteden - sommige dossiers kunnen jaren duren

V. De wereld afmeting: de UNCTAD (p.25) Economische problemen van de ontwikkelingslanden 1. De werking van de Organisatie (p.25) - ondergeschikt aan de VN; - economische ontwikkelingsproblemen; - intergouvernementeel - technische comits per sector - eigen staf & Secretaris Generaal in Genve - klassiek patroon van multilaterale onderhandelingen

22

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]2. Enkele institutionele kenmerken (p.26) a) wereldwijd karakter en de groepenstructuur: - 77 = ontwikkelingslanden - B = westerse landen

Academiejaar 2010

- China: meestal bij de communistische landen - D = communistische landen - substructuur binnen de 77 en B => dialoog mbv een cordinator en een woordvoeder maar het blijft een moeilijke procedure: - achterdochtig - beperkt mandaat - traag - geen soepelheid in de organisatie - soms gebrek aan eensgezindheid binnen de groepen b) Bipolaire verhouding tussen Noord en Zuid: - arm en rijk - eisen altijd van het Zuiden en inspanningen altijd van het Noorden c) Verzuiling: discussies over de belangrijkste themas zitten vast: - grondstoffen prijzen; - 0,7% van het BNP als streefdoel d) gelijkaardige organisaties zoals Bretton Woods en de GATT Alles samen zorgt dit ervoor dat de organisatie zeer moeizaam in beweging is te krijgen terwijl de achterstand van de derde wereld n van de grootste uitdagingen is die ons te wachten staat.

VI. Slotcommentaar: zelf lezen (p.28) Weinig toegevoegde waarde

23

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Tekst 6: Table for eight. A beginners guide to multilateral negotiation: Kevin Welber (Sven Van Den Winkel)Kernwoorden: Multilateral negotiations (p. 2), sense of crisis (p. 9), role playing (p. 10), issue decomposition and sequencing (p. 14), prenegotiation tactics (p. 15), positions and interests (p. 16), Epistemic Communities (p. 19), coalitions (p. 23), leadership and concessions (p. 25).

In deze tekst wordt hoofdzakelijk getracht om de moeilijkheid van multilaterale onderhandelingen aan te tonen. Dit gebeurt via een eenvoudige voorbeeldsituatie, namelijk een etentje tussen 8 vrienden. Elk van deze personen heeft een voorkeur voor een bepaald restaurant, elk met hun eigen argumenten. Aan de hand hiervan legt men uit hoe multilaterale onderhandelingen kunnen benvloed worden door: sense of crisis, role playing, issue decomposition and sequencing, prenegotiation tactics, position and interests, coalitions, leadership and concessions.

Sense of crisis: Deze factor kan er voor zorgen dat de spanning toeneemt, maar kan ook helpen om het besluitvormingsproces te versnellen. Moest tijdsdruk afwezig zijn, zouden onderhandelingen eindeloos kunnen worden uitgesteld. Vb. CO2-uitstoot of Cuban Missile crisis: Als de nood het hoogst is zullen partijen stappen ondernemen opdat onderhandelingen succesvol zouden verlopen. Role Playing and Meditation: Tijdens onderhandelingen zal elke partij een bepaalde rol aannemen. Sommigen zullen zich ontpoppen tot leaders (omdat het issue belangrijk voor hen is of omdat hun rol in de internationale politiek hen deze rol oplegt). Anderen worden eerder followers of, als de uitkomst hen amper interesseert, bystanders. Indien ze de besluitvorming willen afremmen zijn het brakers. Wanneer ze zich verzetten tegen eender welk akkoord zijn het spoilers. Sommigen zullen eerder geneigd zijn een voortrekkersrol te spelen omdat ze in de aandacht willen staan, eerder dan dat ze dit doen omdat het akkoord hen aanbelangt. Sommige partijen nemen een organisatorische functie op zich. Anderen omdat ze expertise hebben omtrent het onderwerp. Sommigen spelen de tussenrol van mediator. Deze mediator kan dit doen uit eigenbelang (of nationaal belang) of omdat het in het natuur ligt conflicten trachten te beperken. (Vb. Clintons rol in de wye River onderhandelingen.) Anderen vervullen hun rol van mediator omdat ze een akkoord voor hen belangrijker is dan de zoektocht naar een perfect akkoord. (vb. Een eiland dat dreigt overspoeld te worden door de klimaatsopwarming wil een akkoord om de klimaatsopwarming tegen te gaan. De details in het akkoord zijn voor dit land onbelangrijk. Ze willen dat het akkoord zo snel mogelijk getekend zien.) Tijdens onderhandelingen kan de pet van mediator door verschillende partijen gedragen worden doorheen de verschillende issues en topics.

24

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Issue decomposition and sequencing: Een probleem opdelen in verschillende kleinere problemen. Door de makkelijkere problemen eerst aan te pakken kan een vertrouwensband gecreerd worden die toelaat makkelijker de moeilijke problemen te onderhandelen. Vb. Oslo-onderhandelingen over de status van Jerusalem. Prenegotiation tactics: De locatie en structuur van de onderhandelingen bepalen. Dit is vitaal voor onderhandelingen goed en vlot te laten verlopen. Vb. Camp David en Daytona of Gatt en Klimaatsverandering. Positions & interests: Er is een verschil tussen de positie die een partij inneemt en de onderliggende belangen van de partij. Process generated stakes: Multilaterale onder-handelingen zijn niet nmalig of gesoleerd, ze gebeuren binnen een context van herhaaldelijke interacties tussen de partijen. Landen of partijen zijn angstig dat de anderen hen gaan aanzien als een zwakke partij of dat hun credibiliteit of onderhandelingsmacht laag is. Multilaterale onderhandelingen gebeuren ook niet in een vacuum. Er zijn ook relaties tussen de partijen waar rekening mee dient gehouden te worden. (Vb. Egypte krijgt veel financile steun van de VS. Dit kan er voor zorgen dat Egypte de VS in bepaalde domeinen steunt.) Ook door financile beloftes kan een land overtuigd worden. (Vb. Jimmy Carters belofte voor extra hulp heeft er toe bijgedragen dat Egypte en Israel in Camp David tot een akkoord kwamen.)

Epistemic Communities: An epistemic community in international relations is a network of professionals with recognized knowledge and skill in a particular issue-area. (wikipedia) Doordat sommigen onderwerpen erg complex zijn moeten partijen terugvallen op een international kader van experts. Doordat deze experten niet begrensd zijn door landsgrenzen helpen ze akkoordvorming te vergemakkelijken. Leadership: Soorten: Instrumental leadership: Deze vorm van leiderschap vereist dat je eerder op zoek gaat naar integratieve oplossingen (vb. Win-win) eerder dan naar distributieve oplossingen (vb. De taart in stukken snijden). Unilateral leadership: Een positie innemen met de zelfzekerheid dat anderen je wel zullen volgen, ofwel omwille van je morele voorbeeld, ofwel omdat je sterk genoeg om de norm te bepalen. Coercive leadership: carrots and sticks. Leiding hebben door economische en/of militaire beloften of dreigementen.

-

-

Coalition building: Helpt het onderhandelingsproces te vereenvoudigen omdat de verschillen tussen een beperkt aantal blokken duidelijker worden. Het vormen van coalities kan ook gevaarlijk zijn: eens de groepen of blokken gevormd zijn worden ze weinig beweeglijk in hun posities. Een speciale vorm

25

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

van coalitievorming is de blocking coalition die, zoals spoilers, bewust tracht een akkoord te vermijden. Concessies: Af en toe moet je als partij, om tot een akkoord te komen, een concessie doen. Drie verschillende voorbeelden: Diffuse Reciprocity: Je maakt een concessie met de verwachting op reciprociteit tijdens een volgende onderhandeling. Er is echter geen directe belofte dat dit ook zo zal gebeuren. Tussen staten werkt reciprociteit het best wanneer er een soort van instituut of organisatie betrokken is dat de concessiemaker vertrouwen doet hebben in toekomstige onderhandelingen en dat hij kan rekenen op een tegenprestatie voor zijn geleverde concessie. Log Rolling: Beide (of meerdere) partijen geven in op lager aangeschreven prioriteiten. Op termijn kan dit er toe leiden dat initieel onbelangrijke prioriteiten toch hoog zullen worden aangeschreven omdat partijen beseffen dat ze tijdens onderhandelingen zullen moeten toegeven. Er worden dan nog lager aangeschreven prioriteiten aan de eisen toegevoegd waarvan is ingecalculeerd dat ze hierop zullen toegeven. Op die manier neemt het nut van log rolling uiteraard af. Circular concession: Aan het einde van de onderhandelingen gebeurt het dat iedereen een klein beetje water bij zijn wijn doen om op die manier iedereen tevreden te stellen en ook zelf tevreden te zijn. Op die manier wordt het laatste obstakel omzeild en kan een overeenkomst getroffen worden.

-

-

26

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Tekst 7: When push comes to shove. A practical guide to mediating disputes: Karl A. Slaikeu (Steffie Van der Auwera)Gebruik v/h conflictraster voor de analyse van conflicten en het genereren van oplossingen (p.23-24) Inleiding Goede bemiddelaar leren mogelijkheden en oplossingen te visualiseren die andere niet zien hoe?: gebruik maken v/h conflictraster, fig. 2.1, p.25 Conflictraster: - samenvatten v/d belangrijkste, diagnostische variabelen in om het even welke bemiddeling - cognitieve map voor het verzamelen van info en het opbreken v/e probleem in de delen waaruit het is samengesteld - gids voor andere activiteiten: strategische planning => de diverse componenten geven een methode om zowel de belanghebbende partijen en de gegevens te identificeren die belangrijk zullen zijn opdat elke partij deel het eventuele plan ondertekent Hoe conflictraster-gegevens vergaren? => Info vergaren vanaf het allereerste gesprek over de zaak, op de startvergadering en op de bijeenkomst voor de conflictbemiddeling (zgn. caucus): - door te communiceren met de partijen o gebruik maken v/d standaard communicatievaardigheden (Bron A, p.226-235, zie infra) van: vragen stellen, actief luisteren en bereidheid zichzelf bloot te stellen en informatie over zichzelf aan andere mensen te geven, oftewel self-disclosure o gebruik maken van geschreven rapporten o alle andere info die partijen, relevante feiten en mogelijke oplossingen identificeert. - caucus = stap 3: middelste fase van bemiddeling => data verzamelen die gebaseerd is op de categorien v/h conflictraster. (p.24-26) Partijen Allereerst: wie zijn de partijen- de directe spelers- en wie zijn hun achterban? => conflictrooster fig.2.1.: 5 partijen, kan meer of minder zijn MAAR minimum = 2 partijen. Elke partij rapporteert ook aan andere personen = constituants oftewel achterban => daarom: bemiddelaar moet hiermee rekening houden want kunnen deal weigeren/saboteren. Hoe partijen identificeren?: - beginnen met individuen die gedentificeerd worden als deel van het geschil in het begin - dan mensen of groepen omvatten die, als hun belangen geerd zijn, de 2 originele partijen kunnen helpen/saboteren in het bereiken van een akkoord, hoe?: vragen of er: o anderen zijn die belangen hebben m.b.t. de zaak o partijen zijn die, als wij hun belangen negeren, het proces zouden kunnen ontsporen.

27

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

2 partijen met wie bemiddelaar direct werkt en andere met wie de bemiddelaar rekening mee moet houden. Na identificatie van partijen => 4 zaken die bemiddelaar van elke relevante partij moet weten: 1) Wat zijn de belangen van de partij? 2) Wat zijn andere feiten relevant voor dit dispuut die belangrijk zijn voor de partij? 3) Wat is de BATNA, of Best Alternative To a Negotiated Agreement? 4) Wat zijn de mogelijke oplossingen voor de partij in kwestie? (p.26-29) 1) Belangen Onderliggende belangen drijven conflicten en geschillen => bemiddelaar komt deze info slechts weten als: - het door de partij wordt onthult of - hij het afleid uit bepaald gedrag v/d partij. partijen zullen niet vaak spreken hun belangen, in plaats daarvan stellen zij eisen en nemen standpunten in. bemiddeling biedt mogelijkheid voor partijen om belangen met een vertrouwde derde partij te kunnen bespreken deze vergemakkelijkt dan het communicatieproces over belangen en opties, dat partijen ervoor niet konden bereiken. Categorie van interne gegevens omvat: volledige waaier van psychologische zgn. hot buttons die tot emotionele reacties kunnen leiden tijdens de caucus en de gezamenlijke vergadering. externe, waarneembare feiten (zie infra andere feiten). Bemiddelaar: 2 categorien van belangen: 1 het directe voorval (vb.: onrechtmatige beindiging) 2 onafgehandeld feit uit het verleden dat door de recente gebeurtenis opnieuw ter sprake komt. Doel bemiddelaar psychotherapie aan bieden = zorgvuldig luisteren + reflecteren op info die door de partij werd aangebracht. Belang van deze dimensie v/h conflictrooster = voorbereiden van bemiddelaar om niet alleen te luisteren naar zgn. standaardbelangen maar ook te letten op zgn. hot buttons. Standaardbelangen => kader p.29 (p.29-31) 2) Andere feiten Focus op belangen alleen voldoende. Voorbeeld: wat zegt de wet erover? Hoeveel leden maken deel uit v/h team? Wat is het relevante beleid v/d organisatie?... Andere feiten onderverdelen, zie kader p.30: - geschiedenis v/h conflict: vb.: wanneer waren de eerste tekenen v/h conflict er?... => focus op: o gebeurtenissen die geobserveerd kunnen worden o geschreven verslagen

28

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

-

-

-

o verhalen die elke persoon geeft omtrent het dispuut kosten/verlies: vb.: hoelang is de werknemer (WN) niet kunnen gaan werken omwille van zijn blessure? Wat met toekomstige medische kosten?... reeds pogingen tot het oplossen v/h conflict: vb.: heeft er iemand al geprobeerd om het dispuut op te lossen? Hoe? Waarom is dit niet gelukt?... karakteristieken v/d partijen: vb.: is 1 partij een ex-verslaafde? Zit 1 partij in een organisatorische context: vb.: zijn er formele regels of beleidsrichtlijnen die men moet volgen wanneer zulk een dispuut zich voordoet? => een mogelijke oplossing moet afgewogen t.o.v. deze regels en mag deze niet schenden. relevante objectieve standaards: vb.: wat is de geschatte waarde v/e stuk land? => bemiddelaar moet vragen achter criteria die partijen hanteren i/h evalueren van mogelijke voorstellen. (FISHER en URY) toepasselijk recht: is er recht van toepassing? Zo ja, welk recht? => partijen zullen advocaten moeten consulteren om hun juridische rechten te weten te komen

Belangen = interne gegevens andere feiten = observeerbare, externe gegevens. Beide zijn noodzakelijk. (p.32-33) 3) BATNA Best Alternative To a Negotiated Agreement => wat partij zal doen indien men niet tot een overeenkomst komt. Bemiddelaar moet weten wat deze zijn voor partijen. standaard BATNAs: overzicht kader p.33 - vermijden = leven met de pijn - verwijzen naar een hoge autoriteit = o rechtszaak aanspannen o klacht indienen o naar een staatsagentschap gaan unilaterale actie nemen = power plays Belang van BATNA: standaard waartegen de eventuele oplossingen tegen gewogen worden => partijen zullen nooit overeenkomst tekenen die slechter is dan hun BATNA. MAAR probleem met BATNA: - partijen zijn er zich niet van bewust of deze zijn onrealistisch - partij die zich niet voldoende heeft voorbereid, kan de sterkte van de BATNA overschatten (p.33) 4) Mogelijke oplossingen = laatste kwadrant v/h conflictrooster. Definitie v/e oplossing = elke actie die een stuk v/h dispuut dan wel het volledige conflict oplost. Doel: zoveel mogelijk oplossingen genereren. Hoe?: vb.: brainstormen (zie infra Bron A)

29

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

(p.33-35) n-tekst gentegreerde oplossingen Na uitvoeren van analyse voor elke partij => mogelijke oplossingen identificeren en deze integreren in 1tekst zodat partijen dichterbij worden gebracht. n-tekst idee = n enkele lijst van gedragingen die de partijen overeenkomen te nemen die: - de belangen die gedentificeerd zijn te eren (zeker niet schenden) - de beschikbare feiten regelen - beter is dan de BATNAs v/d partijen. Integreren verwijst naar stappen die de drie testen v/h conflictrooster bevatten: 1 Eert de overeenkomst de belangrijkste belangen van de partijen? 2 Regelt het met de andere feiten? 3 Is het beter dan de BATNAs? = de overeenkomst, het akkoord. = typisch geschreven maar kan ook een mondelinge overeenkomst zijn. = vat de volledige overeenkomst samen hoofdzakelijk onderhandelen op basis v/d positiedocumenten v/d partijen => niets moeilijker dan te proberen de verschillende posities in overeenstemming te brengen die door de geschreven documenten tot stand komen WANT: 2 partijen => 2 documenten, 5 partijen => 5 documenten. DAAROM: bemiddelaar/onderhandelaar dankt de partijen voor de inspanning die ze maakten maar dan proberen de: - belangen - andere feiten - BATNA' s - en mogelijke oplossingen achter de documenten te weten te komen. een-tekst pad voor 4 partijen => fig. 2.2, p.36. (p.35-38) Standaardoplossingen 4 standaardoplossingen om n-tekst gentegreerde oplossingen te bekomen: - verontschuldigingen of erkenning v/h feit dat men iets verkeerd heeft gedaan: vb.: uitdrukkingen van spijt => altijd beginnen met de erkenning v/h probleem en van schuld. Zeer belangrijk. - restitutie: betaling voor iets wat men verkeerd heeft gedaan of iemand pijn heeft gedaan i/h verleden. Kan ook door bijv. gemeenschapsdienst => creatief zijn! - nieuw plan voor de toekomst: eventueel met opvolging. - vergiffenis = standaardoplossing in conflictsituaties. Zeer belangrijk. (p.38) Besluit gebruik het conflictrooster voor om het even welke conflictsituatie te analyseren, zelfs een kort stukje v/e gesprek tussen 2 mensen vergaar info over de situatie d.m.v.

30

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

o gesprekken o krantenartikelen o andere bronnen conflictrooster geeft een kader om : o bovenstaande info v/d partijen te verzamelen o te werken met hen voor het creren van integratieoplossingen voor geschillen. (p.38-44) Oefeningen Zie reader. (p.147- 162) Het oplossen van impasses (p.147-148) Inleiding Beginnende bemiddelaars zien impasse/patstelling als een slechte situatie veteranen: impasse is waar bemiddeling omdraait => dan pas tonen partijen hun ware aard. Aantal aannames rond impasses: - kan verschillende betekenissen hebben voor de partijen, vb.: impasse = we zitten vast, geen mogelijkheid tot overeenkomst onderhandelingstruc = geef me wat ik wil of anders! - in een echte impasse zitten partijen vast omwille v/d posities die ze aannemen en is er geen verzoening mogelijk => bemiddelaar zal partijen proberen weg te leiden uit die posities => hoe?: strategien komen hier aan bod (zie infra) - impasse is 1 v/d 2 uitkomsten van elke bemiddeling, andere is een oplossing => daarom interessant om patstelling te verbreken MAAR geen schrik hebben om op het einde geen overeenkomst te verkrijgen en partijen BATNA gebruiken. Als patstelling zich voordoet => 3 zaken: 1 Afvragen: waarom doet deze zich nu voor? Welke functie heeft deze voor elke partij? 2 Gebruik 1 of meerdere strategien om de impasse op te lossen om zo beweging te creren en de patstelling op te lossen. 3 Als er op het einde geen overeenkomst is maar een impasse, laat de mogelijkheid open om i/d toekomst opnieuw te kunnen onderhandelen. Alternatief voor impasse = logjam,zie kader p.148. (p.148-149) Functies van een impasse Zelfs indien er een patstelling is => toch nuttig! Op het 1e zicht kan het zijn alsof het een onderhandelingstruc is maar wanneer men dieper kijkt => het gedrag (oftewel een tactiek of niet) komt voor omdat die partij waarneemt dat de aanbieding op de tafel niet aan zijn/haar behoeften zal voldoen en de vroegere positie wel. DAAROM enkele vragen:

31

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]-

Academiejaar 2010

waarom gebeurt het nu? Is het een tactiek? Wordt het gebruikt voor andere voordelen? Hoe verwacht deze persoon dat de dreiging met een patstelling die voordelen zal behalen? Hoe zien de partijen het voorstel op tafel als een methode om hun kernbelangen te behartigen en hoe zagen ze dat bij het vorige voorstel?

(p.149-160) Resolutie strategien Wanneer er een impasse is in het proces => 5 acties die ondernomen kunnen worden: 1) Terug naar de basis Eerste gedacht zal zijn: heb ik eerder iets gemist? DAAROM enkele vragen: - Zijn er andere partijen die de bemiddeling saboteren? Voorbeeld: 1 of meerder partijen zijn bezig met het consulteren van andere personen zoals familieleden, echtgenoten of andere die belang hebben bij de uitkomst - Welke belangen kunnen we gemist hebben? - Zijn er andere feiten of parameters v/h conflict die we nog niet gedentificeerd hebben? - Is de BATNA van 1 v/d partijen echt aantrekkelijker geworden dan een onderhandelde overeenkomst? Zo ja, waarom? => bemiddelaar eventueel helpen bij partijen met het maken van kosten-batenanalyse indien men niet tot een overeenkomst komt. - Ontbreekt 1 v/d standaardoplossingen (zie supra) in het voorstel dat nu op tafel ligt? => bemiddelaar eventueel zich plaatsen i/d schoenen van 1 v/d partijen. opnieuw teruggrijpen naar het conflictrooster en desnoods opnieuw dezelfde vragen stellen! OPM.: KADER van posities naar nieuwe oplossingen => p.151-152 2) Verander de onderhandelingsmix De voorafgaande strategie gaat onder en rond moeilijke posities door belangen, feiten en ander belangrijk materiaal te bekijken deze beoogt het bemiddelingsproces zelf aan te passen => enkele methodes: - humor gebruiken: het verandert perspectieven v/d partijen, laat fysieke ontluchting toe en brengt partijen even uit hun rol. MAAR beste humor is diegene waarbij de bemiddelaar met zichzelf of zijn taak lacht - een pauze nemen - even wandelen: vaste posities kunnen figuurlijk geassocieerd worden met een plaats i/d kamer. - Rechtstaan en praten of rondwandelen: zelfde principe als vorige maar dan i/d kamer. - Stel caucus voor met belangrijke partijen die niet deelnemen aan de onderhandelingen. - Opgooien v/e muntstuk: vooral bij knopen die moeten doorgehakt worden omwille van tijden/of geldproblemen en wanneer beide partijen akkoord gaan met de 2 voorgestelde oplossingen. - Caucussen gebruiken om de partijen te scheiden: indien blijkt dat het niet goed is om partijen in 1 en dezelfde ruimte te hebben. - Onderhandelingen verdagen: opnieuw variant om tijd te winnen. - Verwijzen naar hogere autoriteit: 1 of meerdere issues verwijzen naar bijv. een arbiter. - Externe partijen insluiten: zoals bijv. advocaten.

32

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]1 of meerder partijen isoleren

Academiejaar 2010

OPM.: voorbeeld van confrontatie => p.155. 3) Daag de partij(en) uit Bemiddelaars gebruiken caucussen om partijen te confronteren en uit te dagen om zo beweging te creren. Enkele voorbeelden van uitdagingen: - Kosten: indien je een partij de kosten v/h voorstel ziet negeren, wijs deze erop. - sterkte v/e casus: geef raad indien een partij zijn zaak niet kan inschatten of dit doet op onrealistische wijze. - stijl van onderhandelen: zie infra. OPM.: Hoe reageren op verbale aanvallen? => p.156-158. 4) Steun de partij(en) Partijen ertoe bewegen een andere positie aan te nemen = risicovol => daarom moet bemiddelaar partijen ondersteunen en aanmoedigen: - Onderhandelingsstrategien en communicatievaardigheden coachen: gebruik maken van eigen expertise, niet noodzakelijk om een volledige uiteenzetting te geven m.b.t. dit onderwerp. - Nieuwe concepten aanbieden. - Gevoelens bevestigen: erken de gevoelens v/e partij. - Andere partij interpreteren: je kan een partij helpen de andere partij te interpreteren. - Pep talk. 5) Verander de overeenkomst die op tafel ligt Probleem kan liggen bij het feit dat de overeenkomst die op tafel ligt, inadequaat is. Hier wederom creativiteit zeer belangrijk! Enkele mogelijkheden: - Deeloplossing voor een complex probleem: slechts een deel v/h probleem aanpakken en de rest bijv. overlaten a/e hogere autoriteit. - Procedurele oplossingen scheiden van substantile: meeste conflicten hebben zowel substantile als procedurele dimensie => eventueel slechts overeenkomst over 1 v/d 2. - Ruilen: voorstellen dat partijen elkaar iets geven. - Compromissen: alhoewel het 1 v/d zwakkere vormen van uitkomst is, is het aanvaardbaar. (p.160-161) Impasse vaststellen Zie supra: impasse = 1 v/d 2 uitkomsten bij bemiddeling => indien impasse wordt vastgesteld, rekening houden met: - Gezichtsreddende verklaring m.b.t. waarom impasse is voorgevallen: best dat niemand de schuld krijgt v/d patstelling => deur openlaten voor eventuele, toekomstige onderhandelingen. - Uitleg m.b.t. het heropstarten v/d bemiddeling: stel voor aan partijen dat ze je opbellen, spreek een datum af voor opvolging.

33

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]-

Academiejaar 2010

Herinneren aan de vertrouwelijkheidclausule: herinner partijen eraan dat notas en verklaring vertrouwelijk zijn.

(p.161) Samenvatting Dreiging v/e impasse => i/h hart van elk bemiddelingsproces. Eerste stap steeds terugkeren naar de basis Dan verschillende strategien om partijen te doen bewegen naar gemeenschappelijke belangen of naar elkaar toe. (p.161-162) Oefeningen Zie reader. (p.225-236) Bron A: overzicht van communicatievaardigheden (p.225) Inleiding Communicatieve vaardigheden = essentieel voor het bemiddelingsproces: - voor de opbouw v/e verstandhouding met de partijen - voor het verkrijgen van cruciale info. Niveau I en II communicatieve vaardigheden kunnen gebruikt worden om: - te helpen met het conflictrooster tijdens de caucus - te helpen bij het coachen van partijen voor het analyseren van problemen en het creren van oplossingen. Bemiddelaars moeten het weten hoe te communiceren vooraleer zij partijen kunnen helpen i/h proces van geschillenbeslechting. Bemiddelaar kan helpen op 2 manieren: 1 goede communicatieve vaardigheden modelleren 2 partijen coachen in hoe ze beter met elkaar kunnen communiceren op bepaalde punten i/h proces. (p.226-227) Verbale non-verbale communicatie Zowel verbaal als non-verbaal = belangrijk => lichaamstaal = sterke indicator van hoe een partij zich voelt. Vaak zijn partijen er zich niet van bewust. Primair doel = non-verbaal gedrag observeren en vergelijken met de verbale boodschap => contradicties => bediscussiren. Kijken naar: - lichaamshouding - gezichtsuitdrukkingen - stem- en spreekvolume Lijst van non-verbaal gedrag => p.226

34

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Non-verbaal gedrag gebruiken als 2e informatiebron en vergelijken met verbale boodschap want geen algemene richtlijnen over hoe iets interpreteren. Slechts gedrag observeren, reflecteren en uitleg vragen gedrag zelf proberen te verklaren! (p.227-231) Level I communicatieve vaardigheden 3 basisvaardigheden = noodzakelijk => actief luisteren, self-disclosure en vragen stellen. 1) Actief luisteren = methode waardoor de mediator zich volledig focust op wat de spreker zegt en zich concentreert op het interne referentiekader (gevoelens & andere meningen v/d spreker die gekend zijn) en dan terugwijst naar de spreker over wat is gezegd, om te controleren of dit correct is. focus: inhoud v/d spreker. Enkele karakteristieken: - focus op belangen, gevoelens, percepties, wensen - verklaringen v/d luisteraar moeten reflectief en empathisch zijn - verklaringen v/d luisteraar behandelen de mening of het gevoel v/d andere persoon. Voorbeeldzinnen + standaardtoepassingen, p.228. 2) Self-disclosure Focus: gevoelens, gedachten of overtuigingen v/d spreker. Karakteristieken: - het hanteert ik verklaringen om mijn belangen, meningen, gevoelens te communiceren - het geeft de spreker met opzet meer info die men anders slechts zou weten door te gokken of conclusies te nemen Voorbeeldzinnen + standaardtoepassingen, p.229. 3) Vragen stellen Doel = onthullen en verduidelijken van gegevens. => 2 basissoorten van vragen en 3 tijdsdimensies: - open vragen: wie, wat, waar, hoe,...? => gegevens genereren - gesloten vragen: antwoord is ja/nee => verklaringen verduidelijken/verfijnen en toewijding testen => beide kunnen focussen op heden-verleden-toekomst. Voorbeeldzinnen + standaardtoepassingen, p.230-231. samenvatting: kader, p.231. (p.231-236) Level II communicatieve vaardigheden Vaardigheden die gebruikt worden om info te: - vertalen - uitbreiden - kanaliseren Bestaat uit:

35

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

1) Reframing => een ander perspectief geven m.b.t. een stuk info. = een andere verwoording, ander concept of beschrijving v/e stuk info zodat het makkelijker wordt om het te begrijpen of aanvaarden. Kenmerken: - vertaaloefening waarbij bemiddelaar de communicatie verandert door het van 1 taal te brengen naar een andere => hoop dat 2e taal meer aangenaam voor andere partij - nuttige techniek om van posities naar belangen te gaan - vooral handig bij een intense situatie door een ander woord of term te gebruiken en de druk te verminderen. Voorbeeldzinnen + standaardtoepassingen, p. 232-233. 2) Brainstormen Doel = mogelijke oplossingen ontwikkelen voor een probleem Kenmerken: - het stelt wat als-vragen - laat toe ideen naar voor te brengen zonder kritiek - vooral nuttig voor het creren van creatieve, integrerende oplossingen Voorbeeldzinnen + standaardtoepassingen, p.233-234. 3) Confronteren Doel = 1 of meerdere aanmoedigen om te stoppen met een bepaald soort onderhandelingsgedrag dat destructief is voor het proces. vooral tijdens caucus. Hoe?: bijv.: de wanneer-ik-omdat- zin gebruiken => 3 elementen van gedrag: - wat de andere persoon doet opdat de andere gergerd is - de reactie v/d persoon die gergerd is (vaak een gevoel) - de reden voor de reactie (rechtvaardiging) zie p.235. => zin geeft de andere partij duidelijke info als deel v/d confrontatie, zodat deze weet welk gedrag i/d toekomst moet veranderen zodat de andere partij anders zal reageren. Voorbeeldzinnen + standaardtoepassingen, p.235-236. (p.236) Samenvatting Communicatie = grondslag van bemiddelen & onderhandelen veel geschillen omwille van slechte communicatieve vaardigheden bemiddelaars constructieve, communicatieve vaardigheden modelleren en partijen coachen (individueel of in groep) zodat communicatie verbetert => men elkaar beter begrijpt => men oplossingen kan zoeken.

36

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Tekst 8: The road to Madrid: Baker (Bert Boonen)

Auteur van de tekst = James Baker, voormalig US minister B.Z. . Ganse tekst = monoloog vanuit zijn perspectief op Arabisch-Isralisch proces en de Madridconferentie Het decennialange Arabisch-Isralische vredesproces versnelde met het einde van de K.O. en de zege van de US geleide coalitie in de Golfoorlog US maakte zowel gebruik van druk als van confidence building mesures om een dialoog tussen Palestijnen en Isralis enerzijds en tussen Isral en de Arabische staten te herlanceren Alle partijen kregen compromisvoorstellen, maar werden eveneens bedreigd om publiek beschuldigd te worden indien het vredesproces door hun inflexibiliteit zou ontsporen Deze tactieken (druk, confidence-building mesures, compromisvoorstellen) leidden tot de vredesconferentie in Madrid georganiseerd door zowel US als SU Baker wijst op de link met interne politiek: The peace process was also a fixture of domestic politics because of our special strategic relationship with Israel and the political power of the American Jewish community

A NEW DYNAMIC De Iraakse nederlaag in de Golfoorlog had een dramatische impact op de regionale machtsbalans. Door de Iraakse agressie tegen Kuweit af te straffen en door het vernielen van de offensieve capabilities had de V.S. de veiligheid van Isral verhoogd. Door Koeweit te bevrijden en vervolgens zoals beloofd terug te trekken had de V.S. het respect van de Arabische Golfstaten verdiend: verhoogde geloofwaardigheid V.S. als neutraal bemiddelaar in het I-P conflict S.U., lang een boycottende factor in de regio, steunde thans de US diplomacy

PLO

De PLO verloor met S.U. zijn beschermheer en door in de Golfoorlog partij te kiezen voor Irak en Hussein werd ook de financile steun vanuit andere Arabische staten ondermijnd De PLO werd ook intern gecontesteerd door het ontstaan van politiek rivaal Hamas

Jordani Instromende Palestijnse vluchtelingen en toenemend radicalisme in het parlement -> incentives voor vrede

Isral Radicaal moslimfundamentalisme in bezette gebieden en de ganse regio

Syri Net als de PLO verloor Syri de Sovjetsteun

37

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Libanon V.S. Zou volgens Baker politiek bekritiseerd worden indien men aan de zijlijn bleef na Desert Storm Linkage: Door de diplomatieke en militaire coalitie tegen Irak op de been te houden, kon de V.S. dit bondgenootschap aanwenden in het kader van het vredesproces De invasie van Koeweit en het Palestijns-Isralisch conflict werden gelinkt Politiek verdeeld en economisch gebroken

HET TWO-TRACK CONCEPT Israls eerste minister Yitzhak Shamir: ambivalentie (cfr. paradox van de zwakte) o Wilde vredesmaker zijn o Was een settler en zijn politiek op de WJO maakte vrede moeilijker De enige manier om met Shamirs ambivalentie om te gaan, was hem in een positie zetten die hij niet kon weigeren. Baker stelt dat dit de strategie was tav alle Arabische staten Hoewel meeste actoren baat bij vrede wilde niemand eerst toegeven -> it was our job as mediator to push and to pull the region towards peace o Een van de sterkste hefbomen: niemand wilde de verantwoordelijkheid voor de mislukking van het proces (leverage) Baker wilde het taboe op directe onderhandelingen breken o Dit had bestaan sinds de creatie van Isral in 1948 o Op Egypte na wilde geen enkele Arabische regering praten met Isr. Two-track concept o Hervatten van een I-P dialoog o Directe gesprekken tussen I en Arabische buurstaten onder de vorm van een regionale conferentie georganiseerd door US en SU o Beide partijen haalden iets: Arabieren konden claimen dat ze eindelijk de internationale conferentie kregen die ze reeds lang vroegen Isr. kon claimen dat ze eindelijk directe gesprekken kregen die ze al 25 jaar eisten = breken met shuttle diplomacy Om enig resultaat voor Track 2 te garanderen moesten beide partijen ervan overtuigd zijn dat de ander een attitudeverandering had ondergaan o Baker lanceerde het concept parallelle reciprociteit : beide zijden werd gevraagd te engageren in confidence-building mesures om te demonstreren dat beide partijen vrede wilden iedere zijde had iets van de ander nodig als politieke cover o Parallel en dus gelijktijdig, want geen van beide wilde eerst toegeven

TESTING THE WATERS Confidence-building mesures, voorbeeld S-A vs. I:

38

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]o

Academiejaar 2010

Baker zette SA onder druk om: Laat economische boycott tegen I vallen Verwerpt de VN resolutie uit 1975 die zionisme gelijkstelt aan racisme Beindigt de staat van oorlog met I Zal informatie over terrorisme uitwisselen o Baker zette I onder druk om tav SA: De deportatie van Palestijnen in de bezette gebieden te stoppen Het I leger uit enkele steden op de WJO terug te trekken Tootsing the waters: Omdat Shamir niet negatief stond tegenover een terugtrekking op de Golan-hoogvlakte indien er US troepen in het gebied werden gestationeerd, leek Syri de sleutel tot significante vooruitgang o Assad was de meest onbuigzame van de Arabische leiders, maar ten gevolge van de parallelle reciprociteit hoopte Baker dat het collectieve gewicht Assad toegeeflijk kon maken Door alle partijen individuele CBM te laten ondernemen moest een uniek momentum voor vrede gecreerd worden

REVERTING TO FORM Inertie bij CBM en vrees dat window of opportunity gecreerd door Desert Storm zou voorbij gaan Coercive diplomacy1 ( dominated by force) steeds waarschijnlijker Voor Baker was Assad nog steeds de sleutelspeler om te overtuigen o Een van de voorwaarden die hij stelde was dat de conferentie door de V.N. gesponsord zou worden o Deze eis was voor Shamir niet aanvaardbaar: de V.N. werden door Isral altijd als een vijand beschouwd die slechts ingeperkt werd door het U.S. veto in de V.N. Veiligheidsraad. De resolutie van 1975 die zionisme aan racisme gelijkstelde had dit gebetonneerd o Verder wilde Assad de conferentie internationaal noemen, terwijl I het liever regionaal noemde. Ook het compromis vredesconferentie waarmee Assad akkoord was, werd door I afgewezen Jordani was eveneens moeilijk vanwege de steun voor Irak tijdens G.O.

NEW OPTIMISM AND ASSADS DOUBLE-CROSS Toen Assad akkoord ging om de conferentie toch bij te wonen, was dit voor Baker het ultieme leverage om S-A en I tot toegevingen te dwingen o S-A wilde de conferentie bijwonen indien er een vertegenwoordiger van de GCC aanwezig was. Deze toezegging van S-A verhoogde opnieuw de druk op I. Later trok Assad zijn toezegging weer, terwijl hij aanvankelijk eiste dat er slechts n V.N.waarnemer aanwezig zou zijn, eiste hij deze keer dat de V.N. de conferentie als een volle

1

Coercive Diplomacy or "forceful persuasion" is the "attempt to get a target, a state, a group (or groups) withing a state, or a nonstate actor-to change its objectionable behavior through either the threat to use force or the actual use of limited force." (Wikipedia)

39

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

participant zouden bijwonen. Dit standpunt was onaanvaardbaar voor Shamir, maar uiteindelijk antwoordde Assad toch positief op het uitnodigend schrijven van president Bush. Syri zou aldus samen met I rond de onderhandelingstafel zitten en de politieke positie die het innam sinds het begin van het conflict met Isral werd verlaten. Assad aanvaardde onconditioneel.

BREAKTHROUGH FOR PEACE Toevallige tussenkomst van de Londen G-7 top bood een opportuniteit om de nood aan reciprocal Arabische en Isralische toegevingen te onderlijnen o Er werd opgeroepen tot een eind van de Arabische boycot tav Isral en tot een stop mbt de nieuwe Isralische nederzettingen in bezet gebied Baker bekwam van Mubarak een statement die Arabische wil om de boycot op te heffen linkte aan een settlementstop, dit initiatief wordt gesteund door Koning Fahd (SA) Door het Mubarak-Fhad initiatief verleende ook Koning Hussein (J) zijn steun voor de conferentie en voor de reciproc handelingen. Shamir onder druk gezet door toezegging Assad (onconditioneel) aanvaardde. Baker diende wel als compromis te beloven dat de US zijn uiterste best zou doen om de omstreden VN resolutie ongedaan te maken Omdat Palestijnen uit Oost-Jeruzalem werden uitgesloten (een voorwaarde van I) vormde P het laatste obstakel. Baker probeerde P te overtuigen dat geen representatie van een P uit OJ niet betekende dat P OJ prijsgaf

THE END GAME Tijdens latere onderhandelingen met Shamir verschafte Baker een brief met US commitments tav de Isralische zaak. Toen I deze in de pers lekte vroegen ook Syri, Jordani en de Palestijnen een verzekeringsbrief. Assad claimde dat de garanties die aan Isral werden gegeven de gemaakte vooruitgang bedreigden. Later zwakte hij zijn standpunten opnieuw af. Onder druk van Baker trokken de Palestijnen hun eis om een verzekeringsbrief in en gave ze zeven van de gevraagde veertien namen voor de delegatie. De rest zou snel volgen

CONCLUSIE Baker onderscheidt vier factoren die Madridconferentie mogelijk maakten: o Het verslaan van Irak gekoppeld aan de val van het communisme creerde een nieuwe geostrategische dynamiek o Het US leiderschap bij het verslaan van Irak gecombineerd met de wil om als neutraal bemiddelaar op te treden o De tactische beslissing om een two-track process en reciprocal CBM te lanceren gaven alle partijen politieke cover o Het gegeven dat niemand de verantwoordelijkheid wilde voor een mislukking

40

[IBD SAMENVATTENDE READERBUNDEL : MODULE ONDERHANDELEN]

Academiejaar 2010

Tekst 9 : Mediating peace in Mozambique - The role of the community of SantEgidio: Andrea Bartoli (Marijke Claes)Kernwoorden (verder uitgewerkt in de samenvatting)

Frelimo (Mondlane -> Machel -> Chissano), socialist ideology Renamo (Dhlakama), civil war Community of SantEgidio (Gonalves), ONUMOZ synergetic method and referee and coach principle Zuna and Mugabe VS Rhodesia, South Africa pragmatic approach track- one VS track-two diplomacy ad hoc mediation team coordination, communication channels, trust building, commitment and interpersonal dynamics human rights, institution building, demobilization, self-monitoring of elections voluntary return of refugees, high voter turnout 12 lessons to be learned from the Mozambican case

DEEL 1: Background to chapter 11 (grote lijnen van de tekst, verder uitgewerkt in DEEL 2) Inleiding (p 245) 1974: ending of Portuguese colonial history, power turned over to nationalist movement Frelimo they wanted to unify the country and build a national identity there was an anticolonial and antiapartheid context Frelimo used a socialist structure of power that provoked resentment and opposition the military resistance Renamo emerged and a bloody, impoverishing 15 year civil war started): the conflict was fed by global Cold War tensions regional actors (Rhodesia (= Zimbabwe) and South Africa) supported the military resistance Renamo was also known as the Khmer Rouge of Mozambique (just like the Portuguese, who allowed serious violations to human rights by its own military for decades) the Catholic NGO (Community of SantEgidio) took a leading role to mediate a r


Recommended