Upload
john-van-dongen
View
3.301
Download
2
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Rapport van de algemene rekenkamer over goed bestuur in het onderwijs en de wijze waarop bestuurders tegen intern toezicht aankijken.
Citation preview
Goed bestuur in uitvoeringDe praktijk van onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zorgorganisaties en samenwerkingsverbanden
Goed bestuur in uitvoeringDe praktijk van onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zorgorganisaties en samenwerkingsverbanden
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�
InhoudInhoud
Samenvatting 5
1 Inleiding 11
1.1 Aanleiding 11
1.2 Reikwijdteverkenning 12
1.2.1 Tweeaspecten:interntoezichtenomgangmetbelanghebbenden 12
1.2.2 Driesectorenenverbindingen 13
1.3 Vraagstellingenaanpak 13
1.4 Leeswijzer 14
2 Goedbestuurinbeleid:eenvergelijkingtussensectoren 15
2.1 Goedbestuurinhetonderwijs 15
2.1.1 Beleidscontext 15
2.1.2 Visieopgoedbestuur 15
2.1.3 Governancecodes 17
2.2 Goedbestuurindezorg 18
2.2.1 Beleidscontext 18
2.2.2 Visieopgoedbestuur 18
2.2.3 Governancecodes 19
2.3 Goedbestuurbijwoningcorporaties 20
2.3.1 Beleidscontext 20
2.3.2 Visieopgoedbestuur 20
2.3.3 Governancecodes 21
2.4 Conclusies 22
3 Goedbestuurindepraktijk:interntoezicht 24
3.1 Overinterntoezicht 24
3.2 Verwachtingen 25
3.3 Praktijkervaringen 26
3.3.1 Rollenentakeninternetoezichthouders 26
3.3.2 Onderwerpenvaninterntoezicht 27
3.3.3 Informatievoorzieningaaninternetoezichthouders 28
3.3.4 Verantwoordingdoorinternetoezichthouders 29
3.3.5 Correctiemogelijkhedenbijfaleninterntoezicht 30
3.4 Conclusies 31
4 Goedbestuurindepraktijk:omgangmetbelanghebbenden 33
4.1 Verwachtingen 33
4.2 Praktijkervaringen 34
4.2.1 Toenamevanhetaantalbelanghebbenden 35
4.2.2 Categoriseringvanbelanghebbenden 35
4.2.3 Representativiteitvanindividuelebelanghebbenden 37
4.2.4 Verantwoordingofdialoog? 37
4.2.5 Uiteenlopendeperspectieven:verschillentussenbestuuren
belanghebbendenentussenbelanghebbendenonderling 38
4.2.6 Doorwerkinginbrengbelanghebbenden 38
4.2.7 Verantwoordingalsbasisvooreendialoog 39
4.3 Conclusies 41
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�
5 Goedbestuurbijsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen 42
5.1 Vormenvansamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen 42
5.1.1 Binnensectoren 42
5.1.2 Tussensectoren 43
5.1.3 Verbindingenindecorporatiesector 44
5.2 Redenenvoorsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen 45
5.3 Gevolgenvoorgoedbestuur 45
5.3.1 Interntoezicht 45
5.3.2 Dialoogmetbelanghebbenden 47
5.4 Conclusies 48
5.4.1 Sectoroverschrijdendeverbindingenensectoralewet-enregelgeving 48
5.4.2 Goedbestuurbijverbindingen 48
6 Thema’svoordetoekomst 49
6.1 Hooggespannenverwachtingen 49
6.2 Referentiekadersentoetsingskaders 49
6.3 Maatschappelijkeverankeringversuspolitiekesturing 50
6.4 DevierP’svangoedbestuur 50
Bijlage1 Conclusiesinschema 52
Bijlage2 Beleidscontextonderwijs,zorgenwonen 53
Bijlage3 Geïnterviewden 56
Bijlage4 Deelnemersexpertmeeting 58
Bijlage5 Afkortingen 59
Literatuur 60
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�
SamenvattingSamenvatting
Deafgelopenjarenisveelgeïnvesteerdinhetstimulerenvangoedbestuur
(governance)bijinstellingendiebinnenhetpubliekedomeinopereren.Vooralin
deonderwijssector,dezorgsectorendehuisvestingssector(ookweldecorpora-
tiesector)isveelgebeurd.Ministershebbenbeleidvoorgoedbestuurontwikkeld
enbrancheorganisatieshebbenprincipesvanbestuurvastgelegdingovernance-
codes.
Indezeverkenninggaanwijnawelkeverwachtingenministers,toezichthouders,
brancheorganisatieseninstellingenhebbenovergoedbestuurenhoeinstellingen
indiedriesectorengoedbestuurindepraktijkbrengen.Wewillenministers,
toezichthouderseninstellingenzoeenhandreikingbiedenbijhetverdervorm-
gevenvangoedbestuur.
Watisgoedbestuur?
Indezeverkenningverstaanwijonder‘goedbestuur’:eengoedeafstemming
tussensturen,beheersen,verantwoordenentoezichthoudenbinnenentussen
organisatiesdiepublieketakenuitvoeren.Goedbestuurhelptinstellingendiein
hetpubliekedomeinopererenomtegaanmetdesomstegenstrijdigeeisenvande
overheidenerzijdsenkritischeklantenanderzijds.Hetisdaarmeeonderdeelvan
hetsysteemvanchecks and balances:deinstrumentendiehetbestuurvaneenorga-
nisatie‘bijdeleshouden’enprikkelentotpresteren.
Opzetverkenning
Deverkenningspitstzichtoeopinstellingenindesectorenwonen,zorgen
onderwijs.Indiesectorenzienwedemeesteontwikkelingenrondgoedbestuur.
Daarnaastbestedenweaandachtaaninstellingendie(vergaande)samenwerkings-
verbandenaangaanensectorgrenzenoverschrijden.Erontstaansteedsmeervan
ditsoortsamenwerkingsverbandenen‘verbindingen’,ditsteltspecifiekeeisen
aangoedbestuur.
Weconcentrerenonsopdetweeaspectenvangoedbestuurwaarvoorzowelde
beleidsmakersalsdeinstellingenzelfdemeestebelangstellinghebben:hetinterne
toezicht endeomgang met belanghebbenden.
Interntoezichtishettoezichtophetbestuurvaneenorganisatiedooreenorgaan
binnendezelfdeorganisatie(indemeestegevallenisdatderaadvantoezicht).
Omgangmetbelanghebbendenwilzeggen:verantwoordingaanendialoogmet
departijendiedirectofindirectbetrokkenzijnbijdeinstelling.
Goedbestuurinbeleid:eenvergelijkingtussensectoren
Voorweonsindepraktijkverdiepen,kijkenwehoegoedbestuurisingebedinde
driebeleidssectoren.Deontwikkelingenrondgoedbestuurhangeninalledriede
sectorensamenmetdesteedsgrotereonafhankelijkheidvandeinstellingenten
opzichtevanhetRijk.Ditbrengtnieuweverantwoordelijkhedenvandeinstellin-
genmetzichmee,waardooranderechecks and balancesnodigzijn.Erzijnwel
accentverschillentussendesectoren,diebepalendzijnvoorhoebeleidsmakersen
instellingentegengoedbestuuraankijken.
Beleidscontextenvisieopgoedbestuur
Onderwijsinstellingenwordensteedszelfstandigerendebestuurlijkeverhou-
dingenbinnenhetonderwijsveranderen.Deministervanocwzietgoedbestuur
vooralalseenvoorwaardevoorhetbehoudenenverbeterenvandekwaliteitvan
hetonderwijs.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�
Indegezondheidszorgbepaaltdegereguleerdemarktwerkingdevisieopgoed
bestuur.Sindsdeintroductievanhetnieuwezorgstelselin2006heeftdepatiënt
meerkeuzevrijheid.Deze‘zorgconsument’eisttransparantieenkwaliteitvande
zorginstellingen.Goedbestuurkandaarvolgensdeministervanvwsaanbij-
dragen.
Indecorporatiesectorisgoedbestuuronderdeelvaneenbrederediscussieoverde
vormgevingvanhetstelsel.Diediscussiespitstzichtoeophetverbeterenvande
maatschappelijkeverankeringvanwoningcorporatiesenhetstimulerenvan
maatschappelijkondernemerschapbijdecorporaties.Vanuitdieoptiekmoet
goedbestuurvooralzorgenvooreengoedeverantwoordingoverdefinanciëleen
maatschappelijkeprestaties.
Belangrijkeelementenvangoedbestuur
Inalledriedesectorenbeschouwenzoweldeministersalshetveldinterntoezicht
endeomgangmetbelanghebbendenalsessentiëleonderdelenvangoedbestuur.
Veelbestuurdersentoezichthoudersdiewijhebbengeïnterviewdbenadrukkenwel
datgoedbestuurmeerisdaneenformelebestuursstructuurofhetnalevenvan
eencode,dusdatgoedbestuurvooralookafhankelijkisvangoedebestuurders.
Governancecodes:goedbestuuralszelfregulering
Eenandereovereenkomsttussendedriesectorenisdezelfregulering.Deverschil-
lendebrancheorganisatieshebbengovernancecodesopgesteld–aldannietonder
drukvanwetgeving.Deindividueleinstellingenmoetenzelfinvullinggevenaan
dealgemenenormenuitdegovernancecodes,maarerisgeensystematische
controleopdenalevingvandecodes.
Goedbestuurindepraktijk:interntoezicht
Demeestemaatschappelijkeondernemingenkiezenvooreenbestuursmodel
waarinbestuurderseninternetoezichthoudersformeelgescheidenzijnintwee
afzonderlijkeorganen.Ookbijdeinstellingendiewijhebbenonderzochtisdit
zogenoemdetwo-tiermodelgemeengoed.
Verwachtingen
Indedriesectorenhebbenzoweldebeleidsmakersalsdeinstellingenzelfhoge
verwachtingenvaninterntoezicht.Zowordtverwachtdatdeinternetoezicht-
houderstoezienopdekwaliteitvanhetgeleverdeproductofdegeleverdedienst
eneenrolspeleninderealisatievanbrederemaatschappelijkebelangenals
toegankelijkheidofbetaalbaarheidvandiensten.
Daarnaastverwachtendebetrokkenministersdater‘uitruil’mogelijkistussen
internenexterntoezicht.Zijstellendatgoedinterntoezichtmoetkunnenleiden
toteenverminderingvanexterntoezicht,bijvoorbeelddoordeInspectievoorde
GezondheidszorgofdeOnderwijsinspectie.
Brancheorganisatieseninstellingenhebbenertijdensonzeverkenningop
gewezendatdezeverwachtingen(nog)nietaansluitenbijdepraktijk.
Kwetsbaarhedenindeuitvoering
Wijconcluderendatdeuitvoeringvaninterntoezichtindepraktijkkwetsbaaris,
mededoordehooggespannenverwachtingen.Wijsignalerendrierisico’sdiein
depraktijkonderbelichtblijven.
Heteerstekwetsbarepuntheefttemakenmetdeverschillende rollendieinterne
toezichthoudersvervullen.Hetiseenreëelrisicodatdezerollenconflicteren.
Zokaneentoezichthouderindepositiekomendathijmoetoordelenoverzijn
eigenadviezen.Dezespanningwordtindepraktijkechternietaltijdalszodanig
ervaren.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�
Hettweedekwetsbarepuntisdezogenaamdeonafhankelijkheidsparadox.Hoewel
radenvantoezichtonafhankelijkzijn,zijnzeinbelangrijkemateafhankelijkvan
hetbestuurvoorhuninformatievoorziening.Internetoezichthoudersgaanzelden
zelfactiefopzoeknaarandereinformatiebronnen.Zelopendaardoorhetrisico
onvolledigofeenzijdiggeïnformeerdtezijn.
Hetderdekwetsbarepuntishetverantwoordingsvacuümdatkanontstaandoordater
geenorgaanisdatdeinternetoezichthouder‘bijdeleshoudt’.Erzijnwelmoge-
lijkhedenomhetfunctionerenvandeinternetoezichthoudertebeïnvloeden,
zoalsdezelfevaluatie,hetenquêterechtendewettelijkeaansprakelijkheid,maar
daarwordtzeldengebruikvangemaakt.Zomaaktslechtseenmarginaaldeelvan
deinternetoezichthoudersderesultatenvandezelfevaluatiebekend.
Goedbestuurindepraktijk:omgangmetbelanghebbenden
Omgangmetbelanghebbendenomvatzoweldeverantwoordingaanbelang-
hebbendenalsdedialoogmetbelanghebbenden.Belanghebbendenkunnende
directeafnemersvandedienstenvandeinstellingzijn:patiënten,oudersvan
leerlingen,studentenenhuurders.Maarookanderepartijendiegeraaktworden
doorhetbeleidvandeinstellingzijnbelanghebbenden.
Verwachtingen
Ookvandeomgangmetbelanghebbendenwordtveelverwacht.Zowelbeleids-
makersalsinstellingengevenaandateengoedeomgangmetbelanghebbenden
ondermeerkanbijdragenaan:
• beteredienstverlening;
• vroegtijdigesignaleringvanproblemen;
• beteremaatschappelijkeinbeddingvandeinstelling;
• meerdraagvlakvoorbesluiten;
• meervertrouwenindeinstelling.
Aandachtspuntenvoordeuitvoering
Netalsvoorinterntoezichtgeldtvoordeomgangmetbelanghebbendendatde
invullingervannogniethelemaalisuitgekristalliseerd.Deinstellingenslagener
nietindeomgangmetbelanghebbendenzointerichtendathetoplevertwatze
ervanverwachten.Deidentificatievanrelevantebelanghebbendenenverwachtin-
genmanagementzijndaarbijtweebelangrijkeaandachtspunten
Deinstellingenindeonderzochtesectorenkenneneengroteverscheidenheidaan
belanghebbenden,opverschillendeniveaus,metverschillendeperspectievenen
dusmetuiteenlopendebehoeften.Zoheeftdeenegroepmeerbehoefteaan
geschreveninformatieendeanderegroepaaneenvoorlichtingsavond.Envoor
bepaaldegroepenzaldefinanciëleinformatiehetmeestrelevantzijn,terwijl
anderegroepenvooralgeïnteresseerdzijnindekwaliteitvandedienstverlening.
Omdedialoogendeverantwoordingzogoedmogelijktekunnentoesnijdenop
deverschillendebehoeftenvandebelanghebbenden,ishetvanbelangdatorgani-
satiessystematischnadenkenoverwiehunbelanghebbendenzijn(endusook
overdevraagwiezenadrukkelijkniettothunbelanghebbendenrekenen).Alleen
danzaldeomgangmetbelanghebbendenkunnenvoldoenaandeverwachtingen
dieinstellingenervanhebben.
Hettweedeaandachtspuntbetreftdeverwachtingenvandebelanghebbenden.
Instellingenslagenervaaknietinbelanghebbendenvoorafduidelijktemakenwat
erpreciesmethuninbrenggebeurt.Hetbestuurvaneeninstellingweegtde
inbrengvanbelanghebbendenenkiestwelkesignalenhetlaatdoorwerkenin
beleid.Maardatprocesisnietaltijdeventransparantvoordeomgeving.Datkan
leidentotteleurstellingbijdebelanghebbenden.Alsermindermethuninbreng
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�
isgebeurddanzehaddenverwacht,zullenbelanghebbendenindetoekomst
minderbereidzijnhunmedewerkingteverlenen.
Hetisdaaromvanbelangdatinstellingenaanverwachtingenmanagementdoen:
vooraftransparantzijnoverhetafwegingskaderdatzijhanterenomdeinbreng
vanbepaaldegroepenbelanghebbendenwelofniettehonoreren.
Goedbestuurbijsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen
Inalledriedesectorenzienwedatindividueleinstellingenintoenemendemate
samenwerkingsverbandenaangaanmetandereorganisatiesendatschaalvergroting
optreedt.Somsleidtdattotduurzamefinanciëleofbestuurlijkebandentussen
organisaties,tothetoprichtenvandochterondernemingenofzelfstotfusies.Inde
corporatiesectornoemtmendit‘verbindingen’.Dezesamenwerkingsverbanden
enverbindingenzijnvaaksectoroverschrijdend:instellingenuitverschillende
sectorenbundelenhunkrachten.Hetideeisdatdekwaliteit,toegankelijkheiden
betaalbaarheidvandedienstverleningerzoopvooruitgaan.Aandeanderekant
bestaathetrisicovanbureaucratie,gedwongenwinkelneringofconcurrentie-
vervalsing.Maardeinstellingenzelfbenadrukkenvooraldekansenvooreen
beteredienstverlening.
Watzekeris,isdatdeopkomstvanverbindingengevolgenheeftvoordevormge-
vingvangoedbestuur.
Spanningtussensectoraleregelsensectoroverschrijdendepraktijk
Wijzieneenbelangrijkaandachtspuntindeontwikkelingenophetgebiedvan
verbindingen:despanningtussenregelsenpraktijk.Wet-enregelgevingen
financieringzijnnamelijksectoraalgeorganiseerdendatdoetonvoldoenderecht
aandepraktijkvaninstellingen,diesteedsmeerdienstenaanbiedendiedesector-
grenzenjuistoverschrijden.Devraagisofwet-enregelgevingnietmeerpassen
bijdepraktijk,ofdatdepraktijknietgoedgebruikweettemakenvandemoge-
lijkhedendiedebestaandewetten,regelsenfinancieringstromenbieden.
Wesignalerenookspanningtussendeformeleverantwoordingseisenende
contextwaarininstellingenvoorzorg,wonenenwelzijnfunctioneren.Alsde
formeleeisennietaansluitenopdedagelijksepraktijk,kaneenpapierenverant-
woordingontstaandiewelvoldoetaandewettelijkeeisenmaarweinigzegtover
dewerkelijkheid.
Bijtoezichtzienwedezelfdespanningtussenregelsenpraktijk.Toezichtis
sectoraalingericht,watsectoroverschrijdendtoezichthoudenlastigmaakt.
Externetoezichthoudershebbengeenvollediginzichtinverbindingen.
Goedbestuurindepraktijkbijverbindingen:veelonduidelijk
Erzijngroteverschillenindematewaarininternetoezichthouderszichthebben
opverbindingenenopde(beheersbaarheidvande)daarmeeverbondenrisico’s.
Demeesteverantwoordingsdocumentenindewoonsectorbiedenbelanghebben-
dengeeninformatieoveraardenaantalvandeverbindingen.Daarnaastmaken
verbindingendedialoogmetdebelanghebbendenalleenmaaringewikkelder,
omdatdegroepbelanghebbendennogveelheterogenerisendaardoordekansop
belangentegenstellingengroter.Endatterwijljuistbijditsoortorganisatiesde
interactiemetdeomgevingzobelangrijkis.Zevervullenimmerseenbrede
maatschappelijkefunctie.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�
Thema’svoordetoekomst
Reflecterendopderesultatenvanonzeverkenningstaanwetenslottestilbijvier
thema’sdievolgensonseenbelangrijkerolzullenspelenindeverderevormge-
vingvangoedbestuurindepraktijk.
Thema1:Verwachtingenmananagement
Erbestaateenreëelrisicodataandehooggespannenverwachtingendiebijzowel
debeleidsmakersalsdeinstellingenzelfbestaantenaanzienvanhetinterne
toezichtendeomgangmetbelanghebbendennietkanwordenvoldaan.Meer
transparantieovergehanteerdetoetsingskadersdoorderaadvantoezichten
duidelijkheidindeomgangmetbelanghebbendenkunneneeneerstestapzijnom
deverwachtingenendepraktijkvangoedbestuurdichterbijelkaartebrengen.
Thema2:Referentiekadersentoetsingskaders
Wataanveelvandegesignaleerdeknelpuntenbijgoedbestuurinbeleidenprak-
tijktengrondslagligt,ishetontbrekenvaneengemeenschappelijkreferentie-
kadereneenduidelijktoetsingskader.Zoisbijvoorbeeldnietduidelijkwanneer
eenbestuurderhetgoeddoet,waaropeeninternetoezichthouderpreciesgeacht
wordttetoetsenofwaaraaneengoededialoogmetdeomgevingmoetvoldoen.
Thema3:Politiekesturingversusmaatschappelijkeverankering
Aandeenekanthalendeinstellingenindezorg,hetonderwijsendewoonsector
hunlegitimiteituitdematewaarinendemanierwaaropzeinspelenopdelokale
behoeftenendematewaarinzegeworteldzijnindelokaleomgeving.Aande
anderekantstellendelokaleenlandelijkepolitiekookhuneigeneisenaanhet
functionerenvanscholen,ziekenhuizenofcorporatiesintermenvantoeganke-
lijkheid,betaalbaarheidenkwaliteit.Demaatschappelijkelegitimiteitende
politiekesturingkunnenopgespannenvoetstaanmetelkaar.
Daarnaaststaanzoweldepolitiekesturingalsdemaatschappelijkeverankering
onderdrukalsgevolgvan(sectoroverstijgende)schaalvergrotingenfusies.Hetis
steedsminderduidelijkvanwieenvoorwiedeinstellingenzijn.Daardoorwordt
hunpositieindemaatschappijonduidelijker.
Desturingdoordepolitiekwordtooklastiger,omdatfinanciering,wet-en
regelgevingentoezichtsectoraalzijngeorganiseerd.Datmaakthetsteeds
moeilijkervoordelokaleenlandelijkepolitiekomgriptekrijgenentehouden
opinstellingendieintersectoraalwerken,vooralomdatdezeorganisatieszeker
oplokaalniveauintoenemendemateeenmachtsfactorvanbelangvormen.
Thema4:Devierp’svangoedbestuur
Alswegoedbestuurindepraktijkwillenbeoordelenishetnietvoldoendeomte
onderzoekenofaandeprincipesvandegovernancecodeisvoldaan.Ookdeproces-
sen,deprestatiesendehoudingenhetgedragvanpersonenwegenmee.Uitonze
verkenningblijktdatdeinvullingvandrievandevierp’snognietvoldoendeis
uitgekristalliseerd.
Overdeprincipesvangoedbestuur,diezijnvastgelegdindegovernancecodes,lijkt
inhetalgemeenvrijbredeovereenstemmingtebestaan.
Lastigerwordthetbijpersonen.Watiseengoedehoudingenwiebepaaltdit?
Zekerbijmaatschappelijkondernemerschapisdievraagnognieteenduidig
beantwoord.Enookvoordeinternetoezichthoudergeldtdatnietduidelijkis
wanneerhijhetgoeddoet.Vooralbijsectoroverschrijdendeverbindingenisniet
duidelijkwaarophijwordtgeachttetoetsen.
Metprocessenalsverantwoordingafleggenendialoogvoerenmetdeomgeving
worsteleninstellingenmetsoortgelijkevragen.Wanneerisdedialoogenverant-
woordingdieeenorganisatievoertgoedenwiebepaaltdit?Hoewordenrelevante
belanghebbendengeselecteerdenaanwelkebehoeftenvanbelanghebbenden
komtdeinstellingtegemoet?
a l g e m e n e r e k e n k a m e r10
Tenslottedevraagwelkeprestatiesverwachtwordenvaninstellingen.Eenlastige
vraag,vooralomdatziekenhuizen,scholenenwoningcorporatiesgeeneenvou-
digetaakorganisatieszijn,maarmaatschappelijkeondernemingenmeteenbreed
scalaaandoelstellingenenbelanghebbenden.Devraagisdus:wanneerdoejehet
goedalsmaatschappelijkeonderneming?Zolangergeenconsensusisoverhet
antwoordopdievraag,iseeneenduidigoordeeloverhetfunctionerenenpreste-
renvaneeninstellingnietmogelijk.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g11
1 Inleiding1 Inleiding
1.1 Aanleiding1.1 Aanleiding
Deafgelopenjarenisineenaantalbeleidssectorenveelgeïnvesteerdinhetstimu-
lerenvangoedbestuur(ookwelgovernance)bijinstellingenopafstandvande
overheiddieeenpublieketaakuitvoeren.Zohebbenverschillendeministers
beleidontwikkeldrondomgoedbestuurindewoonsector,dezorgenhetonder-
wijs.Brancheorganisatiesbinnendiebeleidsveldenhebbenzelfgovernancecodes
opgesteld.OokinanderesectorenhebbeninstellingenopafstandvanhetRijk
volopaandachtvoorgoedbestuur.Ditblijktondermeeruithetflinkeaantal
organisatiesdatdoortoetetredentotdeHandvestgroepPubliekVerantwoorden
de‘Codegoedbestuuruitvoeringsorganisaties’onderschrijft.
BijhetkabinetenindeTweedeKamerkanhetonderwerp‘goedbestuur’opeen
warmebelangstellingrekenen(zieonderandereocw,2006a,2008,vws,2005a
envrom2005;zieverderhoofdstuk2).
Hetbegripgoedbestuur
Determgoedbestuurisveelomvattendenwordtopverschillendemanieren
gebruikt.Wijmakenonderscheidtussengoed openbaar bestuurenpublic governance.1
Goedopenbaarbestuur:goedbestuuralskenmerkvaneenstelsel
Ondergoedopenbaarbestuurverstaanwijdesetvanprincipesdievoorhet
openbaarbestuuralsgeheelgelden.Hetgaatdanomeentransparante,vraag-
gerichte,effectieveenefficiëntepubliekesectordiepublieke(democratische)
verantwoordingaflegt.2
Publicgovernance:goedbestuuralsorganisatiekenmerk
Wanneerwehetoverpublicgovernancehebben,vattenwegoedbestuuropals
eengoedeafstemmingtussensturen,beheersen,verantwoordenentoezicht
houdenbinnenentussenorganisatiesdiepublieketakenuitvoeren.Dangaathet
bijvoorbeeldomdemanierwaaropinterntoezichtendedialoogmetbelang-
hebbendenzijnvormgegevenenomhetopordezijnvandebedrijfsvoering.
Dezebenaderingstaatookwelbekendals‘governmentgovernance’of‘public
governance’.
Indezeverkenningstaatgoedbestuuralsorganisatiekenmerk(public governance)
centraal.
Goedbestuuralsorganisatiekenmerkstaatnietopzichzelf.Hetiséénvande
prikkelsdieintheoriezoudenmoetenleidentotorganisatiesdiebeterpresteren,
eengroterelegitimiteithebben,meerresponsiefwerken,lerenenflexibelen
toekomstbestendigzijn.
Andereprikkelsbinneneenorganisatiezijnbijvoorbeeldambitieuzeencapabele
bestuurdersofmedewerkers,ofinstrumentenzoalsbenchmarkingofvisitaties.
Ookbuitendeorganisatiesbestaanerprikkelszoalstoezichtdoorenverantwoor-
dingaanminister(s),toezichthouder(s)enbranchevereniging(en)ofexterne
prikkelszoalskiezendeklanten,concurrenten,kritischevolgersenprestatieaf-
spraken.
Goedbestuurdientdusmeerdoelendanalleengoedeprestatiesenandersom
wordenprestatiesvaneeninstellingdoormeerzakendanalleendoorgoed
bestuurbepaald.
1 In de (internationale) governance literatuur worden nog tal van andere indelingen gemaakt waarbij bijvoorbeeld de nadruk ligt op governance in (internationale) netwerken, of governance als vorm van coördinatie. Hier beperken we ons tot de twee onderstaande visies omdat deze het beste aansluiten bij de definities in de Essentialia voor goed openbaar bestuur van de Algemene Rekenkamer (200�) en bij het rapport Goed bestuur tussen publiek en privaat van de Algemene Rekenkamer (200�).
2Zie ook onze brochure Essentialia van goed openbaar bestuur (Algemene Rekenkamer, 200�) en ons rapport Goed bestuur tussen publiek en privaat (Algemene Rekenkamer, 200�).
a l g e m e n e r e k e n k a m e r12
DeAlgemeneRekenkamerbesteeddeineenaantaleerderepublicatiesuitgebreid
aandachtaandeontwikkelingenrondomgoedbestuurbijinstellingendieophet
snijvlakvandepubliekeendeprivatesectoropereren.3Dezeinstellingenhebben
zowelmetkritischeklantenalsmetdeoverheidtemakendieveel–ensoms
tegenstrijdige–eisenstellen.Instellingenhopenmeteengoedeinrichtingvande
bedrijfsvoering,deverantwoordingenhettoezicht,kortommetgoedbestuur,
tegemoettekunnenkomenaandezeeisen.
InhetrapportGoed bestuur tussen publiek en privaat (AlgemeneRekenkamer,2006)
constateerdenwijdatnogweinigbekendisoverdeimplementatievanallegoede
voornemensopgovernancegebied.Ookisnogweinigbekendoverdematewaarin
goedbestuurindepraktijkvoldoetaandeverwachtingendiezowelbeleidsmakers
alshetveldervanhebben.
Inhetnuvoorliggendeverkennendeonderzoekgaanwenahoeinstellingeninde
sectorenwonen,zorgenonderwijsindepraktijkuitvoeringgevenaandeprincipes
vangoedbestuurzoalsdieinwet-enregelgevingenbranchecodeszijnvastgelegd
entegenwelkeknelpuntenzedaarbijaanlopen.Metdezeverkenningvande
ontwikkelingenvangoedbestuurindepraktijkwillenwijministers,toezicht-
houderseninstellingeneenhandreikingbiedenbijhetverdervormgevenvan
goedbestuur.
1.2 Reikwijdteverkenning1.2 Reikwijdteverkenning
1.2.1 Tweeaspecten:interntoezichtenomgangmetbelanghebbenden
Wehebbenonsbijonzeverkenninggeconcentreerdoptweeaspectenvangoed
bestuurdiemomenteelindepraktijkenindepolitieksterkindebelangstelling
staan:intern toezichtenomgang met belanghebbenden.Vaninterntoezichtwordtzowel
doordebeleidsmakersalsdoordebrancheverenigingenveelverwachtinhet
kadervaneengoedsysteemvanchecksandbalances.Deomgangmetbelang-
hebbendenstaatindebelangstellingomdathetpresterenvandeinstellingenin
deonderzochtesectorensterkafhankelijkisvandelokalecontextwaarinonder
anderedeaardenbehoeftenvanbelanghebbendensterkkunnenverschillen.
Intern toezichtishettoezichtophetbestuurvaneenorganisatiedooreenorgaan
binnendezelfdeorganisatie.Inonzevisiebestaattoezicht,dusookintern
toezicht,uitdrieelementendiegoedopelkaarzijnafgestemd(Algemene
Rekenkamer,2008):
• informatieverzameling
• oordeelsvorming
• eventueleinterventies.
Interntoezichtkanbijvoorbeeldwordeningevulddooreenraadvantoezichtof
eenraadvancommissarissen,maarookviaeenmodelwaarinbestuurentoezicht
inéénorgaanzijnverenigd.Wehanterenindezeverkenningdeterm‘raadvan
toezicht’ominterntoezichtaanteduiden,omdatditmodelhetmeestgangbaaris
indesectorendiewijhebbenonderzocht.
Belanghebbendenvanorganisatieskunnendirecteafnemersvandienstenzijn,maar
ooklokalesamenwerkingspartnersofanderepartijendie‘geraakt’wordendoor
hetbeleidvandeinstelling.
Bijhetbeschrijvenvandemanierwaaropinstellingenomgaanmetbelanghebben-
denonderscheidenweverantwoordingaanbelanghebbendenvandialoog met
belanghebbenden.
Wanneereenorganisatiezichverantwoordt,legtzijachterafoverspecifiekeonder-
werpenaaneenspecifiekforumrekenschapaf.Wesprekenvanmeervoudige
(publieke)verantwoordingalseeninstellingzichhierbijrichttotverschillende
3Zie bijvoorbeeld de achtergrondstudies Systemen van checks and balances bij rechtspersonen met een wettelijke taak (Algemene Rekenkamer, 2002), Verbreding van de publieke verantwoording (Algemene Rekenkamer, 200�) en Goed bestuur tussen publiek en privaat (Algemene, Rekenkamer, 200�).
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g1�
groepenbelanghebbendenendeverantwoordingbetrekkingheeftopeenbreed
paletaanonderwerpenzoals:financiën,prestaties,kwaliteitenmaatschappelijk
verantwoordhandelen.
Vaneendialoogmetbelanghebbendenissprakewanneereenorganisatiehaar
belanghebbendenbetrektbijhetbeleid.Hetistweerichtingsverkeer:ergaatzowel
informatievanuitdebetreffendeorganisatienaardebelanghebbenden,alsinfor-
matievanuitdebelanghebbendennaardeorganisaties.
1.2.2 Driesectorenenverbindingen
Onzeverkenningspitstzichtoeopdebeleidssectorenwonen,zorgenonderwijs.
Indezesectorenvindenzowelbeleidsmatigals‘vanonderop’demeesteontwik-
kelingenrondgoedbestuurplaats.Daarbijkanbijvoorbeeldwordengedachtaan
hetgovernancebeleidvanhetMinisterievanOnderwijs,CultuurenWetenschap
(ocw)enaandegovernancecodesdieindeverschillendesectorenzijnopgezet
(‘vanonderop’).
Onderwijs
Binnenhetonderwijsconcentrerenweonsvooralophethoger beroepsonderwijs
(waarmenveelervaringheeftmetgovernancemaatregelen)enhetvoortgezet
onderwijs(waarveelontwikkelingenophetgebiedvangovernancezijnmaarmen
nogindebeginfasevandeuitvoeringzit).
Zorg
Indezorgsectorligtdenadrukbijziekenhuizenenbijinstellingen die het aanbieden van
zorg combineren met andere functies zoals wonen en welzijn.
Wonen
Indewoonsectorbestedenwenietalleenaandachtaande‘gewone’ woningcorporaties,
maarookaancorporaties die naast de verhuur van woningen ook actief zijn op aanpalende
terreinenenbijvoorbeeldvastgoedleverenenexploiterenvooronderwijsen/ofzorg.
Verbindingen
Naastdebeschrijvingvandepraktijkvangoedbestuurbinnendedriesectoren,
bestedenwijindezeverkenningookaandachtaansamenwerkingsverbanden
binnenentussenbeleidssectoren.Datdoenwevanuitdeverwachtingdatwoning-
corporaties,onderwijsinstellingenofzorginstellingensteedsvakerverbindingen
aangaanmetinstellingen,ookbuitenhuneigensector.Datgebeurtvanuitver-
schillendemotievenzoalsefficiencyoverwegingen,concurrentiemotievenofhet
strevennaareenmeerklantgerichtedienstverlening.Wegaanindezeverkenning
inopdeverschillendevormenvansamenwerkingsverbanden,schaalvergrotingen
verbindingendiedeafgelopenpaarjaarzijnontstaan.Dezeverbindingenhebben
consequentiesvoorgoedbestuur:zestellenandereeisenaantoezicht,dialoogen
verantwoording.Devragen‘vanwie?’,‘voorwie?’en‘doorwie?’moetenookvoor
deze(sectoroverschrijdende)verbindingenopnieuwwordenbeantwoord.
1.3 Vraagstellingenaanpak1.3 Vraagstellingenaanpak
Devraagstellingvandezeverkenningnaargoedbestuurinuitvoeringbestaatuit
driedelen:
1. Watisvolgensdeverantwoordelijkeministers,toezichthouders,branche-
organisatiesenindividueleinstellingenhetbelangrijkstedoelvangoedbestuur
enwelkeverwachtingenhebbenzijtenaanzienvangoedbestuur?
2. Hoegevendeonderzochteinstellingenvormaaninterntoezicht,aanverant-
woordingaanbelanghebbendenenaandedialoogmetbelanghebbendenen
a l g e m e n e r e k e n k a m e r1�
watzijnbelemmerendeenstimulerendefactorenvoorinstellingenbijhet
implementerenvandeprincipesvangoedbestuur?
3. Watbetekenthetontstaanvan(sectoroverschrijdende)verbindingenzoals
vergaandesamenwerkingsverbandenenschaalvergrotingvoordemanier
waaropgoedbestuurindepraktijkwordtingevuld?
Omdezevragentebeantwoordenhebbenweonderzoekdatdooranderenis
verrichtgeanalyseerdeninterviewsgehoudenmetdeskundigenophetterreinvan
goedbestuurenmetbestuurdersentoezichthoudersvaninstellingen(ziebijlage3).
Daarnaasthebbenwetijdenseenexpertmeetingmetdeskundigenuitdiverse
sectoren(ziebijlage4)verschillendethema’srondomgoedbestuuruitgediept.4
1.4 Leeswijzer1.4 Leeswijzer
Ditrapportisalsvolgtopgebouwd:
Inhoofdstuk 2gevenweweerwelkeplaatsgoedbestuurinneemtinhetbeleidinde
drieonderzochtesectoren.Daarbijgaanwevooralinopdeverwachtingendieer
indebetreffendebeleidsveldenbestaantenaanzienvangoedbestuur.
Vervolgensgaanweinopgoedopenbaarbestuurin de praktijk.Inhoofdstuk 3beste-
denweaandachtaanhoeinstellingeninterntoezichtvormgeveneninhoofdstuk 4
staanwestilbijdeomgangmetbelanghebbenden.
Inhoofdstuk 5veranderenwehetperspectiefvandesectoraleinstellingennaarde
(sectoroverschrijdende)verbindingen.Naeenkortebeschrijvingvanrecente
ontwikkelingenstaanweindathoofdstukstilbijdespecifiekeeisendieverbin-
dingenstellenaangoedbestuur,inhetbijzonderinterntoezichtenomgangmet
belanghebbenden.Daarnastaanwestilbijdeknelpuntendiedatmetzichmee-
brengt.
Indeslotbeschouwinginhoofdstuk 6reflecterenweopdeconclusiesuitdevoor-
gaandehoofdstukkenenpresenterenweeenaantalthema’svoordetoekomst.
Inbijlage1zijndeconclusiesuitonzeverkenningschematischweergegeven.
Figuur 1: Opbouw rapport
Hoofdstuk 2Goed bestuur in beleid: een vergelijking tussen sectoren
Hoofdstuk 3Goed bestuur in de praktijk: intern toezicht
Hoofdstuk 4Goed bestuur in de praktijk: omgang met belanghebbenden
Hoofdstuk 5Goed bestuur bij samenwerking, schaalvergroting en verbindingen
Hoofdstuk 6Thema’s voor de toekomst
Goed bestuur in uitvoering De praktijk van onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zorgorganisaties en samenwerkingsverbanden
4In deze verkenning staan de opbrengsten van goed bestuur centraal. De kosten van toezicht en verantwoording komen aan de orde in overheidsprojecten rondom de stroomlijning van inspectie en toezicht en modernisering van de rijksoverheid. De Algemene Rekenkamer monitort deze projecten.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g1�
2 Goedbestuurinbeleid:eenvergelijking2 Goedbestuurinbeleid:eenvergelijkingtussensectorentussensectoren
Indithoofdstukgevenweweerhoegoedbestuurinhetbeleidvandeministers
vanocw,vanVolkshuisvesting,RuimtelijkeOrdeningenMilieubeheer(vrom)
envanVolksgezondheid,WelzijnenSport(vws)isvormgegevenenhoetoezicht-
houders,brancheorganisatieseninstellingenindeonderzochtebeleidsvelden
tegengoedbestuuraankijken.Westaanookkortstilbijdegovernancecodesdie
indedriebeleidsveldenzijnontwikkeld.Achtereenvolgenskomendesectoren
onderwijs,zorgenwonenaanbod.
2.1 Goedbestuurinhetonderwijs2.1 Goedbestuurinhetonderwijs
2.1.1 Beleidscontext
Voortgezetonderwijs
Deministervanocwisinhetvoortgezetonderwijs(vo)verantwoordelijkvoorhet
goedpresterenvanhetvo-bestel,debekostigingendedoelmatigheid(ocw2006c).
DeInspectievanhetOnderwijshoudtnamensdeministervanocwonderandere
toezichtopde(verantwoordingoverde)kwaliteitvanhetvoortgezetonderwijs.
Ookgaatdeinspectienaofscholenrekeninghoudenmetwensenenverwachtin-
genvanouders/verzorgersoverhetonderwijs(InspectievanhetOnderwijs,2006b).
Hetbijzonderonderwijs,zoalsscholenopchristelijkegrondslag,wordtvan
oudsherzelfstandigbestuurd.Voorhetopenbaaronderwijszijndegemeenten
vanoudsherverantwoordelijk.Vanafnovember1996hebbengemeentende
mogelijkheidomopenbarescholenteverzelfstandigen(cbs,2007).Hetbevoegd
gezagvandevo-schoolmoetzorgdragenvoordekwaliteitvanhetonderwijsop
deschool(art23aenart24a,wvo).
Hogerberoepsonderwijs
Deministervanocwisinhethogeronderwijs5verantwoordelijkvoordekwaliteit
entoegankelijkheidenvooreendoelmatigebestedingvanoverheidsgeld.Via
bekostiging,regelgeving,afsprakenmetbestuurlijkepartijenenviavoorlichting
schepthetministeriehierrandvoorwaardenvoor(ocw2006;2007).
Hetexternetoezichtopdekwaliteitvanhethogeronderwijswordtuitgevoerd
doordeNederlands-VlaamseAccreditatieOrganisatie(nvao).Inhethoger
beroepsonderwijssteltdenvaodeeisdateindkwalificatieszijnontleendaande
doorhetberoepenveldopgesteldeberoepsprofielenofberoepscompetentiesenof
medewerkers,studenten,alumnienafnemendberoepenveldactiefzijnbetrokken
bijdeinternekwaliteitszorg(nvao,2003).Ziebijlage2vooreenuitgebreidere
beschrijvingvandebeleidscontext.6
2.1.2 Visieopgoedbestuur
Inhetverlengdevandeautonomievergrotingenveranderendebestuurlijkever-
houdingeninhetonderwijs,heeftgoedbestuurinhetbeleidvandeministervan
ocweencentraleplaats.
IneenbriefaandeTweedeKamerovergovernanceinhetonderwijs(2008)geeft
deministervanocweendefinitievangoedbestuur:
“Goed bestuur kan in de breedste zin worden geïnterpreteerd als een opvatting over de
verdeling van verantwoordelijkheden tussen al diegenen die (kunnen) bijdragen aan
de kwaliteit van het onderwijs.” (p. 2)
5 Hoger onderwijs bestaat uit hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo).
6Zie ook: Algemene Rekenkamer en Rekenhof van België (200�).
a l g e m e n e r e k e n k a m e r1�
Volgensdeministergaatdezeinterpretatievangoedbestuuroverderolenpositie
vandocenten,managers,bestuurders,toezichthouders,ouders,leerlingenen
studenten.Uiteindelijkmoetvolgensdeministertussendegenoemdepartijeneen
goedevenwichtontstaandankzijeensysteemvanchecks and balances.Volgensde
ministerishetvooreendergelijksysteemessentieeldathetbestuurzowelaande
inspectieverantwoordingaflegtalsaandegenendiedirectbetrokkenzijnbijhet
onderwijs.Hetwettelijkvoorgeschrevenjaarverslagisdaareenhulpmiddelvoor.
Specifiekvoorhetbasisonderwijsenhetvoortgezetonderwijsisookdeverplichte
schoolgidseenverantwoordingsinstrument.Deministermeentdatverantwoor-
dingookhetfundamentlegtvoordemaatschappelijkedialoogmetdeomgeving
vandeschool(p.2).
Verderopindebriefbenoemtdeministervierelementenvangoedbestuur(p.5):
• professioneelentransparantbestuur;
• verantwoordingenmaatschappelijkedialoog;
• sterkepositievoordeonderwijsprofessional;
• goedsysteemvankwaliteitsborging.
Goedbestuurisvolgensdeministervanocweenrandvoorwaardeomdekwaliteit
vanhetonderwijstebehoudenenteverbeteren:“Goedbestuurisgeendoelop
zichzelf.Inhetonderwijsisermaaréénechtdoelendatisgoedonderwijs”
(ocw,2008,p.3).
Deministerverondersteltdatleerlingenenstudentendieleskrijgenopscholen
dienietgoedbestuurdwordenhetrisicolopenhuntalentennietmaximaalte
benutten.Daarommoethetdebatovergoedbestuurvolgensdeministergaan
overdevraaghoegoedbestuurkanbijdragenaandekwaliteitvanhetonderwijs
(ocw,2008).
Ookmoetgoedbestuurindeogenvandeministervanocwhetonderwijsnaar
eenhogerniveaubrengenenmaatwerkmogelijkmaken,zodathetonderwijs
beteraansluitbijdecapaciteitenenambitiesvanleerlingenenstudenten(ocw,
2006a,p.3-4;zieookocwenlnv2007).Verdersteltdeministerdathetbeleid
voorgoedbestuurmoetbijdragenaaneentoekomstbestendigonderwijsstelselen
aaneengarantievangoedebestedingvanpubliekemiddelen(ocw,2005).
DeInspectievanhetOnderwijsbenadrukthetbestuurlijkhandelenalselement
vangoedbestuur,datmoetleidentotgoederesultateneneengoedeinformatie-
voorzieningnaarbelanghebbenden.7Deinspectienoemtalsonderdelenvangoed
bestuur:
• deaanwezigheidvaneenraadvanbestuureneenraadvantoezicht;
• deverantwoordingaanendialoogmetbelanghebbenden.
VolgensdeInspectievanhetOnderwijsisderelatietussengoedbestuurende
kwaliteitvanonderwijsnieteenduidig.Goedbestuurisgeenvoorspellendefactor
vooronderwijskwaliteit,maariserwelsprakevaneenverband.Uitdelijstvan
zwakkescholenblijktbijvoorbeelddatveelvandezescholentemakenhebben
metslechtbestuurenslechtmanagement(InspectievanhetOnderwijs,2006a).8
OokdeOnderwijsraad,hetadviesorgaanvoorderegeringophetterreinvanhet
onderwijs,zietgeendirecterelatietussengoedbestuurendekwaliteitvandienst-
verleningofdeverbeteringvanbedrijfsprestaties.Volgensderaadwaarborgtgoed
bestuureensysteemvanverdelingendelingvanbevoegdheden,enisdateen
wenselijkenlegitiemstrevenopzichzelf(Onderwijsraad,2006,p.29).
Volgensdevo-raad,desectororganisatievoorhetvoortgezetonderwijs,gaatgoed
onderwijsbestuuroverdewijzewaaropinstellingenomgaanmethunbeleids-
ruimte.Eenduidelijkeverdelingvanbevoegdhedenenverantwoordelijkheden,
7Gesprek met de Inspectie van het Onderwijs op 1� januari 200�.
8Dit verband werd bevestigd in een gesprek dat wij met de inspectie hadden op 1� januari 200�.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g1�
transparantieensamenspraakmetbelanghebbendenzijnhierbijbelangrijke
elementen(vo-raad,2007;2008).
Dehbo-raad,debelangen-enwerkgeversverenigingvanNederlandsehogescholen,
geeftgeenexplicietedefinitievangoedbestuur.IndeBranchecode Governance plaatst
deraadgoedbestuurtegeneenachtergrondvanmaatschappelijkondernemer-
schapenveranderendebestuurlijkeverhoudingen(hbo-raad,2006,p.I).
Debrancheorganisatiesvindendedialoogmetbelanghebbendeneenbelangrijk
onderdeelvangoedbestuur.Zijnoemennaastdekwaliteitvanhetonderwijshet
vertrouwenvandesamenlevingindeschoolalsdoelvangoedbestuur.
Datvertrouwenbetreftvooralhethandelenvandeorganisatie,waaronderde
bedrijfsvoeringendewijzewaaropdeschoolomgaatmetpubliekgeld.
Vertegenwoordigersvanvo-scholenenhogescholenbenadrukkendatgoed
bestuurookgaatomgoedebestuurders.Zijmoetendecontinuïteitvandeorgani-
satiewaarborgen,waarbijookdekwaliteitvanhetonderwijseenrolspeelt.Endit
bestuurlijkhandelenwordteerderbepaalddoorpersoonlijkekwaliteitendandoor
gevolgdeprocedures.
Veelbestuurdersvanscholenplaatseneenkanttekeningbijhetideedatgoed
bestuur–indirect–moetleidentotbeteronderwijs.Zijstellendatgoedonderwijs
inhetklaslokaalzelftotstandkomtendatwattussendeinternetoezichthouder
enhetschoolbestuurgebeurtnietzichtbaarisvoordewerkvloer.
2.1.3 Governancecodes
Alleonderwijssectorenhebbeningeorganiseerdverbandgovernancecodesont-
wikkeld.Indezecodeszijnbepalingenvastgelegdoveronderanderedescheiding
vanbestuurentoezichtendeomgangmetbelanghebbenden.
Nalevingvandecodesisdeverantwoordelijkheidvanbesturenenradenvan
toezicht,het‘pastoeofleguit’-principeishierbijleidend.Opdenalevingvande
codesinhetonderwijswordtniettoegezien.Inseptember2007eninfebruari
2008heeftdeministervanocwdeTweedeKamerlatenwetendathijdeinvoering
endewerkingvandecodesnauwlettendzalvolgenenwaarnodigstimuleren
(ocwenlnv,2007;ocw,2008),maarhoehijditpreciesvormgeeftisnogniet
duidelijk.DeOnderwijsinspectieheeftvooralsnoggeenrolbijhettoezichtopde
nalevingvandecodes.
Samenvatting
Indevisievandeministervanocwgaatgoedbestuuroverdeverdelingvan
verantwoordelijkhedentusseniedereendiekanbijdragenaandekwaliteitvan
onderwijs.Hierbijachthijverantwoordingvangrootbelang,omdatdithet
fundamentlegtvoordemaatschappelijkedialoog.Interntoezichtendialoogmet
debelanghebbendenwordenalsbelangrijkeonderdelenvangoedbestuur
genoemd.Degeïnterviewdeinstellingenbenadrukkendatgoedbestuurook
goedebestuurdersinhoudt.
Volgensdeverschillendepartijenindeonderwijssectorisgoedbestuurgeendoel
opzich.Volgensdeministerishetenigedoelkwalitatiefhoogwaardigonderwijs.
Eenanderdoelvangoedbestuurisvolgensverschillendebrancheorganisatiesen
instellingenvertrouwenwekkenbijdesamenleving.
Inhetveldzijngovernancecodesontwikkeld,maaropdenalevingervanwordt
niettoegezien.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r1�
2.2 Goedbestuurindezorg2.2 Goedbestuurindezorg
2.2.1 Beleidscontext
InNederlandiszorgvanoudshereenprivateaangelegenheid.Deoverheidschept
alskaderstellerentoezichthouderderandvoorwaardenvoorgoede,betaalbareen
toegankelijkezorg.Metdeinvoeringvanhetnieuwezorgstelselinjanuari2006
heeftmarktwerkingzijnintredegedaanindezorg.Depatiëntheeftmeerkeuze-
vrijheidgekregeneniszozorgconsumentgeworden.Ditmoetdezorgaanbieders
endezorgverzekeraarsprikkelenveilige,effectieveenklantgerichtezorgte
leverenofintekopen.
Sindsin2006deWettoelatingzorginstellingen(wtzi)inwerkingisgetreden,
moetenzorginstellingenvoldoenaannieuweeisen,onderanderetenaanzienvan
eentransparantebestuursstructuurenbedrijfsvoering.9Inbijlage2staateen
uitgebreiderebeschrijvingvandebeleidscontext.
2.2.2 Visieopgoedbestuur
Hetnieuwezorgstelselvraagtvanzorginstellingendatzijzorgenvoorgoede
kwaliteittegenzolaagmogelijkekostenendaarovergoedeinformatiegeven.
VolgensdeministervanVWSvergtditvanzorginstellingengoedbestuur.De
ministerbeoogtonderanderemetwetgeving(wtzi)transparantieindezorgte
bevorderenenzodepatiëntinstaattestellenzijnkeuzevooreenzorgverzekeraar
tebaserenopdekwaliteit,detoegankelijkheidendebetaalbaarheidvandezorg.
VolgensdeministervanVWSvormendewettelijketransparantie-eisenvanuitde
wtzi,samenmetdegovernancecodevanhetveld,deeisenvoorgoedbestuurvan
zorginstellingen(vws,2006a).Goedbestuurbeperktzichvolgensdeminister
niettotdeverantwoordingoverdefinanciëlegegevensvandezorginstellingen.
Hetbestuurendeinternetoezichthoudersvaninstellingenmoetenookaandacht
bestedenaandecontractenvandeinstellingenmetdezorgverzekeraarsenaan
hetverslagvandeInspectievoordeGezondheidszorgoverdekwaliteitvande
zorgvandeinstelling.Daarnaastbeschouwtdeministerdeomgangmetbelang-
hebbendenalseenbelangrijkonderdeelvangoedbestuur.Hetuitgangspunt
daarbijisvolgenshemaandachtvoordepatiënt:
“In de zorg staat de vraag van de patiënt centraal. Zorginstellingen zullen dus de
dialoog met hun patiënten en cliënten goed moeten organiseren. Governance betekent
dat de belangrijkste speler op het zorgveld, de patiënt dan wel verzekerde, goed in
beeld is.” (vws, 2005a).
Volgensdeministerisgoedbestuurdusvooraleenmanieromtransparantieinde
zorgtebevorderenendemarkttelatenwerken.Hoemeerzorgorganisatieszich
verantwoordenendedialoogzoekenmethunomgeving,hoebeterpatiënten
kunnenkiezen.Endekiezendepatiëntisdemotorachterdemarktwerkinginde
zorg.Ookdenktdeministermetgoedbestuurtekunnenbewerkstelligendat
belanghebbendenmeerinvloedkrijgenophetbeleidvandezorgorganisaties.
DecommissieHealthCareGovernancegeeftinhaarrapportHealth Care Governance
(1999)eendefinitievangoedbestuurdiedoorveelzorgaanbiederswordtonder-
schrevenengehanteerd:
“Health care governance is een stelsel van spelregels en omgangsvormen voor goed
bestuur van en goed toezicht op zorgorganisaties, en van adequate verantwoording
aan en beïnvloeding door belanghebbenden van de wijze waarop de zorgorganisatie
haar doelen realiseert en kwalitatief verantwoorde en doelmatige zorg levert.
9 Om zorg te mogen leveren die ten laste komt van de Zorgverzekeringswet of de AWBZ, moeten zorginstellingen voldoen aan de toelatingseisen van de WTZi. Als we het in dit rapport hebben over zorginstellingen bedoelen we toegelaten instellingen.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g1�
Belanghebbendenzijnonderanderepatiënten,medewerkers,bestuurders,
toezichthouders,zorgverzekeraars,patiëntenorganisaties,derijks-endelokale
overheid.”(p.11)
DeBrancheorganisatiesZorg(BoZ)achtengoedbestuurnoodzakelijkenvooral
eenzaakvanhetveld.Zijwezenertijdensonsgesprekopdatgoedbestuurzich
nietalleenlaatvangeninregels,maardathetookafhangtvandekwaliteitvande
bestuurdersentoezichthouders.
Bestuurdersentoezichthoudersvaninstellingendiewijspraken,gavenaandat
goedbestuurbetrekkingheeftopsturen,beheersenenverantwoorden.Eenaantal
zorginstellingenwijsteropdatgoedbestuurvooraldraaitomhetsamenspel
tussenraadvanbestuurenraadvantoezichtenhetinformerenvanbelang-
hebbenden.Daarnaastwordtgoedbestuurinverbandgebrachtmetresultaten.
Goedbestuurhoudtvolgensdegeïnterviewdenindatdeinternebedrijfsvoering
opordeis,datdegewensteoutputwordtgeleverdendatgoedwordtverantwoord
aandeomgeving.
TijdenseeninterviewbijdeNederlandseverenigingvanziekenhuizen(nvz)werd
daaraantoegevoegddatgoedbestuurookblijktuitdematewaarineeninstelling
instaatisomindemarktteoverleven.NetalsdeministervanVWSbrengtde
NVZgoedbestuurdusnadrukkelijkinverbandmetdemarktwerkinginhet
nieuwezorgstelsel
2.2.3 Governancecodes
In2005hebbendegezamenlijkebrancheorganisatiesindeZorg(BoZ)dezorg-
bredegovernancecodeuitgebracht.Ditiseencodevanallebrancheverenigingen
indezorgdiebetrekkingheeftopgoedbestuurengoedtoezicht.Decodebevat
bepalingenoverdeverantwoordingaanbelanghebbendenenoverdetakenende
werkwijzevanderaadvanbestuurenvanderaadvantoezicht.
Deraadvanbestuurenderaadvantoezichtzijnverantwoordelijkvoordenaleving
vandeprincipesvandecode.Nalevingvandecodeisverdereenvoorwaardevoor
lidmaatschapvandeafzonderlijkebrancheorganisaties.Dezebrancheorganisaties
ziendecontroleopimplementatieennalevingvandecodeechternietalshun
taak.DaarvoorisbijhetScheidsgerechtGezondheidszorgde
GovernancecommissieGezondheidszorgopgericht.Rechtspersonendiegeen
contractrelatiemetdezorginstellinghebben,kunnenhiereenklachtindienenals
zijmenendateenzorginstellingdegovernancecodeheeftgeschonden.
Samenvatting
Goedbestuurbeperktzichvolgensdeministervanvwsdusnietalleentotverant-
woordingoverfinanciën,maarbetekentookverantwoordingoverdekwaliteitvan
dezorg.Daarnaastmoetenzorginstellingenaandachthebbenvoorinterneen
externebelanghebbendenenbetekentgoedbestuurinzijnvisieookdatdepatiënt
centraalwordtgesteld.
Deministervindtgoedbestuureeninstrumentomtransparantieindezorgte
bevorderenzodatdemarktkanwerken.Transparantie-eisenhiervoorzijnvast-
gelegdindewtzi.Voorderestisgoedbestuureentaakvanhetveld,meentde
minister.Debrancheorganisatiesenzorginstellingensluitenzichhierbijaan,
metdekanttekeningdatgoedbestuurmeerisdanregels:hetgaatookomgoede
bestuurders.
Brancheorganisatieshebbeneenzorgbredegovernancecodeuitgebracht,maar
zienniettoeopdenalevingervan,daarvoorisin2007deGovernancecommissie
Gezondheidszorgopgericht.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r20
2.3 Goedbestuurbijwoningcorporaties2.3 Goedbestuurbijwoningcorporaties
2.3.1 Beleidscontext
Woningcorporatiesvoorzieninadequatehuisvestingvoordiegroepeninde
samenlevingdieviademarktnietofonvoldoendevanwoonruimtekunnenworden
voorzien.Deministervanvromisverantwoordelijkvoorvolkshuisvesting.
Deactiviteitendiewoningcorporatiesmogenverrichtenzijnwettelijkingekaderd.
Corporatiesdienenzelfinvullingtegevenaandatkader,inoverlegmetde
gemeenten,dewijkbewonersendehuurders.
Inbijlage2staateenuitgebreiderebeschrijvingvandebeleidscontext.
2.3.2 Visieopgoedbestuur
Indecorporatiesectorishetgovernancevraagstukeenvandethema’sinhetdebat
tussendeminister,hetparlementendecorporatiesoverdetoekomstvande
woningcorporaties.10Devieronderlingsamenhangendethema’sindiediscussie
zijn:
1. hetverbeterenvandemaatschappelijkeverankeringvandewoningcorporaties,
bijvoorbeelddoorbelanghebbendenbeterbijhetbeleidtebetrekken,de
‘bewonercentraaltestellen’enlokaleenregionalebehoeftenophetgebied
vanwonenenwelzijnsystematischopelkaaraantelatensluiten;
2. hetversterkenvande‘prikkelstotpresteren’,bijvoorbeelddoorhetopenbaar
makenvanbenchmarkgegevens,enhetmakenvanprestatieafsprakenmet
gemeentes;
3. het‘Europaproof ’makenvandecorporatiesectorendeindividuelecorporaties,
bijvoorbeelddooreengelijkspeelveldtecreërenvoorcorporatiesencommer-
ciëlepartijen,endoorpublieketakenenmarktactiviteitenadministratiefen
juridischtescheiden;
4. hetversterkenvandegovernancevanwoningcorporaties,bijvoorbeelddoor
hetinternetoezichtteprofessionaliseren,tezorgenvoormeervraaggerichte
sturingenmeertransparantieoverprestatiesenbeloningen.
Deministervanvrombeschouwtgoedbestuuralsonderdeelvaneensysteemvan
checks and balances,waarbijinstellingenrekeningmoetenhoudenmethunbelang-
hebbenden,deuitkomstenvanvisitatiesenbenchmarksmoetenverwerkeninhun
beleid,eninterntoezichtgoedmoetenregelen.Ineenbeleidsvisieoverdetoe-
komstvanwoningcorporaties(vrom,2005)zegtdeminister:
“Zij moeten voldoende ‘checks and balances’ in hun bedrijfsvoering inbouwen om
de gewenste maatschappelijke prestaties tot stand te brengen. Zij moeten hun stake-
holders serieus nemen en inhoud geven aan horizontale verantwoording naar die
stakeholders. Zij moeten onafhankelijke visitatie en benchmarks op een niet-vrij-
blijvende wijze gaan hanteren. En zij moeten het interne toezicht verder gaan profes-
sionaliseren. Waar nodig echter zal ik (rand)voorwaarden vastleggen.” (p. 17).
Hetinternetoezichtendedialoogmetenverantwoordingaanbelanghebbenden
zijnvolgensdeministervanvromdusbelangrijkeonderdelenvangoedbestuur.
Onafhankelijkevisitatiesenbenchmarkszijnvolgensdeministerookonderdeel
vangoedbestuur.IndeBeleidsvisie toekomst woningcorporaties (vrom,2005)spreekt
deministerdevolgendeverwachtinguit:
“Instrumenten als benchmarks en visitatie kunnen woningcorporaties ondersteunen in
hun streven niet alleen de juiste dingen te doen (dat wil zeggen de gewenste prestaties
te leveren), maar deze ook goed te doen. Dus ook met een beheerst niveau aan bedrijfs-
lasten. (…) In mijn visie zie ik benchmarking en visitatie niet als onderdeel van het
externe toezicht, maar primair als instrumenten voor de directie en het interne
10Parallel hieraan vindt het debat plaats over de meest wenselijke maatregelen om de woningmarkt te verbeteren: verbeteren van de betaalbaarheid, vergroten van de doorstroming, tegengaan van ‘scheefwonen’, verhoging van het bouwvolume etc.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g21
toezicht. Daar waar het interne toezicht structureel faalt, kan ik via extern toezicht
ingrijpen.” (p. 19).
Volgensdeministervanvromvormenkwaliteitssystemenalsbenchmarksen
visitatieseenverbindingtussengoedbestuurenmaatschappelijkondernemer-
schap.IndeBeleidsvisietoekomstwoningcorporatiesnoemtdeministerhet
vergrotenvanderuimtevoormaatschappelijkondernemerschapvancorporaties
alseenvandedoelenvandemoderniseringvanderelatiestussenoverheiden
woningcorporaties(vrom,2005).
OokAedes,deverenigingvanwoningcorporaties,steltdatverantwoordingover
entoezichtopdebestedingvanhetmaatschappelijkvermogen,endaarmeegoed
bestuur,nadrukkelijkhoortbijmaatschappelijkondernemerschap.
Maatschappelijke ondernemingen
“Maatschappelijke ondernemingen veelal voortgekomen uit particulier initiatief leveren producten op
gebieden als onderwijs, zorg en huisvesting vanuit een maatschappelijke doelstelling. Het kapitaal, dat in hen
geïncorporeerd zit, dient dan ook die maatschappelijke doelstelling. De maatschappelijke doelstelling neemt
niet weg dat zij in een marktsituatie opereren en onderhevig zijn aan ontwikkelingen die zich op hun markten
voordoen. De koers van de maatschappelijke onderneming wordt uitgestippeld in continue dialoog met maat
schappelijke belanghouders, aan wie zij zich ook publiekelijk wil verantwoorden. Ingebed in de samenleving
willen maatschappelijke ondernemingen zeker stellen dat zij voldoende kennis hebben over de vraag waar zij
aan moeten voldoen en willen zij afgerekend worden op de resultaten die zij leveren. Zij stellen scherpe eisen
aan de eigen bedrijfsvoering en aan de wijze van verantwoording. Van de overheid verwachten zij zodanige
regelgeving dat meer ruimte ontstaat voor maatschappelijk ondernemen.
De maatschappelijke inbedding is voor deze organisaties van even groot belang voor een goed functioneren
van de onderneming als de interne bedrijfsvoering en een klantgerichte oriëntatie dat zijn. Allereerst zijn
nodig: een goed bestuur, adequate interne checks en balances en de ontwikkeling van branchespecifieke
instrumenten voor externe transparantie (zoals visitatie en benchmarking). Daarnaast moeten de maatschap
pelijke belanghouders op gestructureerde wijze worden betrokken bij het uitstippelen van de strategische
koers van de onderneming. Ook de maatschappelijke verantwoording richting belanghouders moet op syste
matische wijze plaatsvinden.”
Geciteerd uit de website van het NTMO, netwerk toekomst maatschappelijke ondernemingen
(vanaf juni 2008 het Platform Maatschappelijke Ondernemingen), www.ntmo.nl, d.d. 14 juli 2008.
2.3.3 Governancecodes
DebrancheorganisatiesAedesendeVerenigingvanToezichthoudersin
Woningcorporaties(vtw)hebbenhunideeënovergoedbestuurvastgelegdinde
GovernancecodeWoningcorporatiesenindevernieuwdeAedesCode.
Degovernancecodelegtnormenvastvoorgoedbestuurentoezicht,maat-
schappelijkeverantwoordingenbeleidsbeïnvloedingdoorbelanghebbenden,
financiëleverslagleggingendepositievandeexterneaccountant
(Governancecodewoningcorporaties,november2008,ziewww.aedesnet.nl).
Denalevingvandegovernancecodewordtgevolgddoordemonitorcommissie
GovernancecodeWoningcorporaties.
DeAedesCode(2007,ziewww.aedesnet.nl)bevatprincipesenconcretebepalin-
gendiedeorganenvandewoningcorporatieenhunledeninachtzoudenmoeten
nemen.HetonderschrijvenvandeAedesCodeimpliceertdatookde
GovernancecodeWoningcorporatieswordtonderschreven.
DeledenvanAedesdienenelkaaraantesprekenophetnalevenvandeAedescode.
Daarnaastkaniedereendie‘eenredelijkendirectbelangheeft’eenklacht
indienenbijdeonafhankelijkeCommissieAedesCodealswoningcorporatieszich
niethoudenaandebepalingenvandeAedesCode.Decommissiekanadviseren
totbemiddelingofeensanctieopleggen.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r22
Samenvatting
Deministervanvromzietgoedbestuuralsonderdeelvanhetsysteemvanchecks
and balancesdatwoningcorporatiesinhunbedrijfsvoeringmoeteninbouwenomde
gewenstemaatschappelijkeprestatiestotstandtebrengen.Belangrijkeelementen
vandatsysteemzijnverantwoordingaanendialoogmetbelanghebbenden,
onafhankelijkevisitatieenbenchmarksendeverdereprofessionaliseringvanhet
internetoezicht.Uitdeinterviewsblijktdatdecorporatiesditookbelangrijke
elementenvinden.
DebrancheorganisatiesAedesendevtwhebbenhunideeënovergoedbestuur
vastgelegdindeGovernancecodevoorWoningcorporatiesenindevernieuwde
AedesCode.Ledenvandebrancheorganisatiesdienenelkaaraantesprekenop
nalevingvandecodes.VoordeAedesCodebestaateencommissiedietoezietop
denaleving.
2.4 Conclusies2.4 Conclusies
Indevoorgaandeparagrafenhebbenwebeschrevenhoeminister,toezicht-
houders,brancheorganisatieseninstellingenindesectorenonderwijs,zorg
enwonentegengoedbestuuraankijken.Hierondergaanweinopeenaantal
opvallendeovereenkomstenenverschillen.
Goedbestuurenveranderendebestuurlijkeverhoudingen
Goedbestuurisinhetbeleidvandesectorenonderwijs,woningcorporatiesen
zorgverschillendingebed.Deministersvanocw,vanvromenvanvwsbekijken
hetiedervanuiteenanderperspectief.Desondankszienwedatgoedbestuurin
allesectorensamenhangtmeteengrotereonafhankelijkheidvandeinstellingen
tenopzichtevanhetRijk.
DeministervanocwstuurdedeTweedeKameralverschillendenota’soverhet
themagoedbestuur,inhetverlengdevandeveranderendebestuurlijkeverhou-
dingeninhetonderwijs.Indevisievandeministervanocwgaatgoedbestuur
overdeverdelingvanverantwoordelijkhedenenkangoedbestuurbijdragenaan
dekwaliteitvanonderwijs.
Indegezondheidszorgstaatgereguleerdemarktwerkingcentraal:depatiëntmoet
kunnenkiezen.Goedbestuurkanvolgensdeministervanvwsbijdragenaande
transparantieendekwaliteitdiedaarvoornodigzijn.
Indecorporatiesectorisgoedbestuuronderdeelvaneenbrederediscussieoverde
vormgevingvanhetstelselvanwoningcorporaties,waarbijhetgaatoverhet
creërenvanmogelijkhedenvoormaatschappelijkondernemerschapenhetver-
beterenvandemaatschappelijkeverankeringvancorporaties.
Relatietussengoedbestuurengoedpresteren
Deverwachtingentenaanzienvanwatgoedbestuurkanopleverenlopeninde
verschillendesectorenuiteen.Deministersvanvromenvanvwsvindendat
goedbestuurnietalleenbetrekkingheeftopfinanciëleprestaties.Inhetgevalvan
dezorgmoetgoedbestuurookleidentotverantwoordingoverdekwaliteitvande
zorg,omzotegemoettekomenaandewensenvan(kiezende)patiënten.Inhet
gevalvandewoningcorporatiesheeftgoedbestuurookbetrekkingophetreali-
serenvandegewenstemaatschappelijkeprestaties(doelenvoorvolkshuisvesting).
Deministervanocwgaateenstapverderenschetstgoedbestuuralseenrand-
voorwaardevoorhetbehoudenenverbeterenvandekwaliteitvanhetonderwijs.
Derelatietussengoedbestuurengoedpresterenisnieteenduidig.Aandeene
kantisernatuurlijkgeensprakevangoedbestuuralseeninstellinglangeretijd
onderdemaatpresteert.Aandeanderekantzalhetvoldoenaandeprincipesvan
goedbestuurnietzondermeerleidentotgoedeprestaties.Prestatiesvanleerlin-
genenstudentenwordenbijvoorbeeldmaarvooreenkleindeelbepaalddoorde
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g2�
bestuursstructuur,hetinternetoezichtofderelatiemetdeomgevingvaneen
onderwijsinstelling.Goedbestuurgaatvaakoverdekwaliteitopinstellingsniveau,
terwijldeprestatiesvaneenorganisatievooreengrootdeelafhangenvande
kwaliteitvandeindividueleprofessional,vanzijnprestatiesindeoperatiekamer,
indeklasofindeomgangmethuurders.
Belangrijksteelementenvangoedbestuur
Hoeweldeinbeddingvangoedbestuurinhetbeleidindeverschillendesectoren
verschilt,zijnintern toezichtendeomgang met belanghebbendeninalledriedesectoren
belangrijkeelementenvangoedbestuur.Daarbijzietdeministervanvrom
visitatiesenbenchmarksookalsonderdeelvangoedbestuurenbetrektdeminis-
tervanocwderolvankwaliteitszorgenvanindividueleprofessionalsookbij
goedbestuur.
Ookbrancheorganisatiesenindividueleinstellingenzieninterntoezichten
omgangmetbelanghebbendenalsessentiëleonderdelenvangoedbestuur.
Ditkomtooktotuitdrukkingindeverschillendegovernancecodes,waarindeze
elementeneenprominenteplaatshebben.Veelbestuurdersentoezichthouders
benadrukkenweldatgoedbestuurmeerisdaneenformelebestuursstructuurof
hetnalevenvaneencode,maardatgoedbestuurvooralookafhankelijkisvaneen
goedebestuurder.
Governancecodes:goedbestuuralszelfregulering
Inalledriedesectorenhebbenbrancheorganisaties–aldannietonderdrukvan
wetgeving–governancecodesopgesteld.Vandeinstellingenwordtverwachtdat
zijzelfinvullinggevenaandealgemeengeformuleerdenormenuitdezecodes.
Instellingenwordenechteringeenvandesectorensystematischgetoetstopde
nalevingvandecodes.Welzijncommissiesingestelddieklachtenoverdenaleving
vandecodeskunnenbehandelenenisindemeestecodesvoorzienineen
evaluatie-ofmonitorcommissie.Maarmetdezebepalingenisnietgegarandeerd
datderichtlijnendieindecodeszijnopgenomenookdooralleinstellingen
nageleefdworden.Desectorenverwachtendusveelvanzelfregulering.
Overigenszijninstellingendienietzijnaangeslotenbijeenvandebranche-
organisatieshelemaalnietgehoudenaannalevingvandegovernancecodes.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r2�
3 Goedbestuurindepraktijk:interntoezicht3 Goedbestuurindepraktijk:interntoezicht
Indezeverkenningstaatgoedbestuuralsorganisatiekenmerkcentraal.Eerder
gavenwijaandatwijonsbijdeanalysevandepraktijkvangoedbestuurbeperken
totinterntoezichtendeomgangmetbelanghebbenden,omdatzowelhetveldals
depolitiekveelbelangstellinghebbenvoordezetweeelementen.Indithoofdstuk
concentrerenweonsopinterntoezicht.Naeeninleidingoverinterntoezicht
(§3.1)beschrijvenwedeverwachtingenvanministerstenaanzienvanintern
toezicht(§3.2).Vervolgensgaanweinopdeknelpuntenwaarinternetoezicht-
houdersindepraktijktegenaanlopen(§3.3).Tenslotteformulerenweonze
conclusiesoverinterntoezichtindepraktijk(§3.4).
3.1 Overinterntoezicht3.1 Overinterntoezicht
Interntoezichtishettoezichtophetbestuurvaneenorganisatiedooreenorgaan
binnendezelfdeorganisatie.Ditkanoptweemanierenvormgegevenworden:
volgenshetone-tiermodelenvolgenshettwo-tiermodel.
Inhetone-tiermodelzijnbestuurderseninternetoezichthoudersverenigdinéén
orgaan.Bijhettwo-tiermodelzijninterntoezichtenbestuurformeelgescheiden
inafzonderlijkeorganen.Interntoezichtwordtindatgevalingevulddooreen
raadvantoezichtofeenraadvancommissarissen.
Hetonetier(ofmonistische)bestuursmodelisdegangbarevorminhetinterna-
tionalebedrijfsleven.11Maatschappelijkeondernemingen(ziekaderparagraaf
2.3.2.)kiezenmeestalvooreentwotierbestuursmodel,hoewelditnietaltijd
wettelijkisvoorgeschreven(HoogeenHelderman,2007,p.47).
Vooronderwijsinstellingen,zorgverzekeraarsenzorgaanbiedersenvoorwoning-
corporatiesishettwo-tiermodelleidendbijdevormgevingvaninterntoezicht,
hoewelhetpersectorverschillendisgeregeld.
Voorwoningcorporatiesiswettelijkvoorgeschrevendatzijeenafzonderlijk
toezichthoudendorgaanmoetenhebben.12
Ookvoorzorginstellingenisdescheidingvanbestuurentoezichtwettelijkvoor-
geschreven.Zijmoeteneenorgaanhebbendattoezichthoudtophetbeleidvande
dagelijkseofalgemeneleidingvandeinstellingendatdezemetraadterzijde
staat.13Dezorgbredegovernancecodeneemthettwo-tiermodelalsuitgangspunt
(raad-van-toezichtmodel),maarlaatzorgorganisatiesvrijindepreciezeinvulling
vanhetmodel.Indecodestaatdatzorgorganisatiesdieeenandermodelhante-
rendecodezelfmoetenvertalennaarhuneigensituatie.Ookdeministervan
VWSlaatruimtevoorzorginstellingenomhetinternetoezichthoudendorgaan
andersvormtegevendanineenraad-van-toezichtmodel(ookwelraad-van-
commissarissenmodelgenoemd).14
Inhetvoortgezetonderwijsenhogerberoepsonderwijsisdescheidingvanbestuur
entoezicht(nog)nietindewetvastgelegd.Degovernancecodevoorhogescholen
gaatweluitvaneentwo-tiermodel(raad-van-commissarissenmodel).
Degovernancecodevoorhetvoortgezetonderwijsdaarentegenschrijftnieteen
bepaaldmodelvoorinterntoezichtvoor.Deministervanocwsteltdatvoorhet
11 In Nederland is het two tier (of dualistische) bestuursmodel sinds 1��1 verplicht voor grote bedrijven die onder het zogenaamde structuurregime (d.w.z. bedrijven waar een raad van commissiarissen verplicht is) vallen (BW 2:��, tweede lid).
12 Besluit Beheer Sociale Huursector, artikel �, 1e lid, onder b.
13 Uitvoeringsbesluit WTZi, art. �.1.
14 In de voorlichtingsbrochure die VWS heeft uitgegeven over de WTZi, staat toegelicht: “Dat hoeft niet altijd precies volgens het raad van toezichtmodel te zijn. Vooral in de sector verpleging en verzorging zijn kleinere organisatorische verbanden actief. Zij kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om een toezichthoudend orgaan in te stellen (bestaande uit twee of drie personen) naast bestuur en directeur. Dat is toegestaan. Er ontstaat dan wel een drielagen structuur.” (VWS, 200�a, p. 1�).
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g2�
basisonderwijsenvoortgezetonderwijseenverplichteraadvantoezichtnietwense-
lijkis,geziendeomvangvansommigeinstellingenendevariatieindebestuur-
lijkeinrichtingindezesector.Deministerbeargumenteerthetverschilalsvolgt:
“ (…)de grote en vaak ook sterke besturen in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs
vragen om een sterke tegenspeler zoals een raad van toezicht. “ (ocw, 2008, p. 8)
3.2 Verwachtingen3.2 Verwachtingen
Hetprincipevanscheidingtussenbestuurentoezichtisdusgemeengoedinhet
onderwijs,indezorgenbijwoningcorporaties.Demeesteinstellingenindie
sectorengeveninterntoezichtvormvolgenshettwo-tiermodel.Maarwatwordter
verwachtvaninterntoezicht?Uitonzeverkenningblijktdatditafhangtvande
beleidscontextendusverschiltpersector.
Deministervanocwzietverantwoordingaaneeninternetoezichthouderals
belangrijkevoorwaardevoorgoedonderwijs.Deministerverwachtdatintern
toezichtzorgtvoordeafstemmingtussenvraagenaanbodvanscholen.Verder
verwachtdeministerdathetbetrouwbareexterneverantwoordingafdwingtendat
hetbestuurdersgerichthoudtopdedoelstellingvanscholen(ocw,2005en2008).
Deschaalvergrotingenprofessionaliseringvanzorgorganisatieszorgener
volgensdeministervanvwsvoordathet‘klassieke’besturingsmodelzonder
gescheideninternetoezichtfunctienietmeertoereikendis.Ookdeveranderende
verhoudingentussenoverheidenzorginstellingenvragenvolgensdeministerom
eengoedevormgevingvanbestuur.Zosteltdeministerdateenverzekeraarerop
moetkunnenrekenendatgecontracteerdeaanbiederseenraadvantoezicht
hebbenwaarvandeledengeendeeluitmakenvandedagelijkseofalgemene
leiding(vws,2005b,2005cen2006b).
Indevisievandeministervanvromdientdeinternetoezichthouderbijwoning-
corporatieseroptoeteziendatdeorganisatieeenefficiënteenverantwoorde
bedrijfsvoeringheeftendatdeverschillendemaatschappelijkedoelenvande
woningcorporatiemetelkaarinevenwichtzijn.Daarnaastverwachtdeminister
datprofessioneelinterntoezichtbijdraagtaaneffectief,financieelverantwoorden
rechtmatigondernemerschap.Belangrijkeelementendaarvanzijneenpassende
beloningvanbestuurdersencommissarissen,enverantwoordingaanendialoog
metbelanghebbenden(vrom,2005;2006).
Binnenalledriedeonderzochtesectorenleeftdeverwachtingdatexternetoe-
zichthoudersgebruikkunnenmakenvanhetwerkvaninternetoezichthouders.
Wanneerdeexternetoezichthoudervervolgensconstateertdathetinternetoezicht
goedgeregeldis,kanditvolgensdezeopvattingleidentotverminderingvan
externtoezicht.15DeministervanocwzegtdaarindetoezichtvisieToezicht in
vertrouwen, vertrouwen in toezicht opgesteld(2006b)hetvolgendeover:
“Als instellingen een herkenbare ‘branchecode governance’ hanteren, vergelijkbare
prestaties in hun verantwoordingsdocumenten opnemen en door hun eigen accountant
laten rapporteren over de toepassingen van de governancecode, kan OCW meer op
afstand blijven.” (p. 12)
15 Zie bijvoorbeeld OCW en LNV, 200� en VWS, 200�b.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r2�
3.3 Praktijkervaringen3.3 Praktijkervaringen
Uitonzeverkenningblijktdatopeenaantalpuntennogonduidelijkhedenbestaan
overdemanierwaaropinterntoezichtingevuldmoetworden.Wezijnnagegaan
hoetoezichthoudersindepraktijkomgaanmetdezepotentiëleknelpuntenenwat
deeventuelerisico’szijn:
• derollenentakenvaninternetoezichthouders(zie§3.3.1);
• deonderwerpenvaninterntoezicht(zie§3.3.2);
• deinformatievoorzieningaaninternetoezichthouders(zie§3.3.3);
• deverantwoordingdoorinternetoezichthouders(zie§3.3.4);
• demogelijkhedentotingrijpenbijfalendinterntoezicht(zie§3.3.5).
3.3.1 Rollenentakeninternetoezichthouders
Voordezorgendecorporatiesectorisinwetgevingvastgelegddatinstellingen
eeninterntoezichthoudendorgaanmoetenhebben.Detakenenbevoegdheden
vandeinternetoezichthouderheeftdewetgeverslechtsglobaalingevuld.Zodient
deinternetoezichthouderbijwoningcorporatiestoezichttehoudenophet
bestuurenishijbevoegdtothetnemenvanmaatregelen.16Indezorgmoeten
instellingeneeninterntoezichtorgaanhebbendatdeleidingmetraadterzijde
staat.17Voorhetvoortgezetonderwijsenhethogerberoepsonderwijsisover
interntoezicht(nog)nietswettelijkgeregeld.
Deverschillendebrancheorganisatieshebbeninhungovernancecodes18welhet
eenenandervastgelegdoverhettakenpakketvaninternetoezichthouders.Zois
indegovernancecodesvanalledriedesectorenbepaalddatinternetoezicht-
houdersmoetentoezienopverschillendezaken,waaronderdefinanciëleverslag-
leggingdoorhetbestuur.Daarnaastisvastgelegddatdeinternetoezichthouder
detaakheeftomhetbestuurtebenoemen,tebeoordelenendebezoldigingvan
hetbestuurvasttestellen.Totslotisindrievandeviercodes(alleenindezorg-
bredegovernancecodeniet)eenbepalingopgenomendatdeinternetoezichthou-
derhetbestuurmetraadterzijdestaat.19
Uitdecodesenuitliteratuurisafteleidendateeninternetoezichthouderdrie
verschillenderollenkanspelen:
• eentoezichtrol;
• eenadviesrol;
• eenwerkgeversrol.
Bijdeinstellingendiewijhebbengesproken,zienwealledriederollenterug.
Daarkeurentoezichthoudersiniedergevaldejaarrekening,destrategie,majeure
investeringenenfusiesgoed.Verderbenoemtenbeoordeeltdeinternetoezicht-
houdermeestaldebestuurder.Ookdeadviesrolkomtbijdemeesteinterne
toezichthouderstotuitdrukkingenwordtdoorgaansdoorzowelbestuurdersals
toezichthoudersgewaardeerd.
Indeliteratuurwordtgewezenophetrisicovandecombinatievandezerollen:er
kaneenspanningontstaantussendetoezichtrolendeadviesrol.Luursemae.a.
(2003)signaleerdenbijvoorbeelddattoezichthouderseenbestuurshandeling
moestenbeoordelenwaartoezijzelfhaddengeadviseerd.
Uitdegesprekkendiewijhebbengevoerdkomtnaarvorendatdezespanning
tussenadviserenencontrolerenindepraktijknauwelijkswordtervaren(zie
voorbeeldeninonderstaandkader).Welbenadruktendegesprekspartnersregel-
matigdatdetoezichthoudernietmoetgaanmeebesturendooropdestoelvande
bestuurdertegaanzitten.
16BBSH, artikel �, eerste lid, onder b.
17WTZi Uitvoeringsbesluit, �.1.
18BoZ, VOraad, HBOraad, Aedes en Code Woningcorporaties.
19Voor zorginstellingen is de raadgevende taak van het toezichthoudend orgaan wel wettelijk voorgeschreven in het Uitvoeringsbesluit WTZi.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g2�
Toezichthouder, adviseur en werkgever? Twee praktijkvoorbeelden
Voorbeeld 1, uit interviews in de zorgsector
Wij spraken een interne toezichthouder van een middelgroot ziekenhuis die zichzelf in de eerste plaats de
werkgever van de raad van bestuur vindt. De raad van toezicht kijkt daarnaast terug (achteraf) en geeft
gevraagd en ongevraagd advies aan het bestuur. De toezichthouder benadrukt hierbij dat de raad van toezicht
ontwikkelingen en plannen volgt, terwijl de raad van bestuur bestuurt. Volgens de geïnterviewde moet de
toezichthouder niet in de valkuil stappen om te gaan ‘meebesturen’, maar hij kan wel adviseren, bijvoorbeeld
over het tempo van het proces of over het raadplegen van belanghebbenden of deskundigen.
Voorbeeld 2, uit interviews in de onderwijssector
De raad van toezicht van een grote scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs waar wij mee spraken,
gaf aan dat het uitgeoefende toezicht getrapt en hybride is. Intern toezicht betreft niet alleen het pure toezien
(inspecteren), maar kent ook bestuurlijke elementen. Andersom geldt dit net zo: het bestuur ziet ook toe,
bijvoorbeeld op het functioneren van de schoolleiders. De raad van toezicht ziet er dan op zijn beurt op toe
dat het college van bestuur dit inderdaad doet. Volgens de bestuurder van deze instelling geeft de raad van
toezicht kritische feedback, hij coacht zonder op de stoel van de bestuurder te gaan zitten.
Uitdegesprekkenkwamverdernaarvorendatradenvantoezichthuntoezichtin
depraktijkvanuituiteenlopendeperspectievenvormgeven.Zozijnerradenvan
toezichtdievooralhandelenvanuithetorganisatiebelang,terwijlanderetoezicht-
houderszichvooralrichtenophetmaatschappelijkbelang.Hetzelfdegeldtvoor
langetermijnbelangenenkortetermijnbelangen:deradenvantoezichtdiewij
sprakenmakendaarinverschillendekeuzes.
3.3.2 Onderwerpenvaninterntoezicht
Toezichthoudeniséénvandetakenvaninternetoezichthouders.Maarwaarop
dienenzijtoezichttehouden?Indegovernancecodesvandedrieonderzochte
sectorenisdebepalingopgenomendatinternetoezichthoudersiniedergeval
moetentoezienopdestrategie,ophetbehalenvandeorganisatiedoelenenop
denalevingvanwet-enregelgeving.20Ookisopgenomendatzedejaarrekening,
hetjaarverslagendebegrotingmoetengoedkeuren.
Decodesvoorwoningcorporatiesenvoorhethogerberoepsonderwijsstellen
daarnaastdatdetoezichthoudermoettoezienophetbeleidvandeinstellingom
kwaliteitvanproducten/dienstentewaarborgenenopdemaatschappelijke
verantwoordingendialoog.DeAedesCodegaatnogeenstapverderenbepaaltdat
internetoezichthoudersbijwoningcorporatiesookmoetentoezienophetrealise-
renvanmaatschappelijkrendement(bijvoorbeelddebijdrageaandeleefbaarheid
vanwijken)envanprestatiesophetgebiedvanvolkshuisvesting.21Dezorgbrede
governancecodeschrijftvoordatderaadvantoezichteropmoettoeziendatde
organisatieoppassendewijzeuitvoeringgeeftaanzijnmaatschappelijkeverant-
woordelijkheid.22Voorhetbasisonderwijsenhetvoortgezetonderwijsschrijven
decodesechternietexplicietvoordattoezichthouderstoezichtmoetenhouden
opdekwaliteitvandedienstverleningofopmaatschappelijkeprestaties.
Hoeweluitdeinterviewsmetdebrancheorganisatiesvandezorgenhethoger
beroepsonderwijsnaarvorenkomtdathetzwaartepuntvaninterntoezichtinde
praktijknogvaakopfinanciëleaspectenligt,blijkterintoenemendemateaan-
dachttezijnvoortoezichtopdekwaliteitvandedienstverlening.Zoblijktuit
onderzoekvanhetCentraalFondsVolkshuisvesting(cfv)naardeverantwoording
vaninternetoezichthoudersdat86%vanderadenvancommissarissenvan
woningcorporatieszich–volgenshetjaarverslag–verantwoordelijkachtvoorde
realisatievandezogenoemde‘volkshuisvestelijkeopgaven’(cfv,2007).
Demeestebetrokkenpartijenindedriesectorenziendeverschuivingvantoezicht
opfinanciënnaartoezichtopkwaliteitalseenmaatschappelijkwenselijkeont-
wikkeling.23Maarhoeweldemeesteinternetoezichthoudersaandachtwillen
20Enige uitzondering op dit punt is de code van de VOraad, waarin deze bepaling niet is opgenomen.
21Aedescode 200�. p. � en 1� .
22Zorgbrede Governancecode, par. �.1, lid 1.
23Zie bijvoorbeeld Inspectie van het Onderwijs, 200� en BoZ, 200�.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r2�
schenkenaandekwaliteitvandedienstverlening,blijkenzijerindepraktijkmee
teworstelen(zievoorbeeldinonderstaandkader).Afgezienvandevraagwat
goedekwaliteitisofwatrelevantemaatschappelijkeprestatieszijn,ishetlastig
ombetrouwbareenrelevanteinformatiehierovertekrijgen.
Van toezicht op financiën naar toezicht op kwaliteit; een voorbeeld uit de zorg
De toezichtrol van de raad van toezicht van een middelgroot ziekenhuis dat wij spraken beperkt zich voorals
nog tot de financiën. De dialoog tussen de raad van bestuur en de raad van toezicht gaat in de praktijk veelal
over geld (bespreking jaarrekening en begroting). De raad van toezicht probeert nu een slag te maken naar
het toezicht op de kwaliteit van zorg, vanuit het gedachtegoed van integrale kwaliteit uit het INKmodel.
VoordezorgsectorbevestigenMeursenSchraven(2006)datrelevanteenbetrouw-
bareinformatieoverdekwaliteitvandedienstverleningsomseenknelpuntis.Zij
benadrukkendatheteenalgemeenprobleemisdatinternetoezichthoudersniet
werkenmetijkpunten.
DeInspectievoordeGezondheidszorg(igz)constateertdatradenvantoezichtbij
hettoezichtopkwaliteitvooralgebruikmakenvandeinformatiediedeinspectie
aanlevert,terwijldeinspectiehaargegevensveelalbaseertopinformatievande
instelling.Deinspectiezoudanooklieverziendatradenvantoezichtgebruik-
makenvankwaliteitsindicatoren,zodatzezelfkunneningrijpenalsdekwaliteit
tewensenoverlaat.
3.3.3 Informatievoorzieningaaninternetoezichthouders
Omeenoordeeltekunnenvormenoverhetfunctionerenvandeinstelling,
eneventueelintekunnengrijpen,hebbeninternetoezichthoudersdejuiste
informatienodig.Daaromisindegovernancecodevoorhethogerberoeps-
onderwijs,indeZorgbredeGovernancecodeenindegovernancecodevoor
woningcorporatiesdebepalingopgenomendathetbestuurdeinternetoezicht-
houdertijdigalleinformatiemoetverschaffendiederaadnodigheeftvoorde
uitoefeningvanzijntaak.
Decorporatiecodegaatdaarbijnogeenstapverder.Indiecodestaatdatderaad
vancommissarisseninformatiekaninwinnenbijfunctionarissenenexterne
adviseursvandewoningcorporatiewanneerhijdatnodigacht.Hetbestuurvande
corporatiemoethiervoordebenodigdemiddelenterbeschikkingstellen.
Ookkanderaadvancommissarisseneisendatbepaaldefunctionarissenen
externeadviseursbijvergaderingenaanwezigzijn.
Indegovernancecodevoorhetvoortgezetonderwijsisgeenbepalingopgenomen
overdeinformatievoorzieningaandeinternetoezichthouder.
Naareigenzeggenverzamelenbijnaalleradenvancommissarissenvanwoning-
corporaties(96%)zelfdeinformatiediezijnodighebben(HoogeenHelderman,
2007).Zijhalenhuninformatievooralbijhetbestuurendeexterneaccountant
vandecorporatieeninietsminderematebijanderen(bijvoorbeeldbijdeperso-
neelsvertegenwoordiging,huurdersenbewoners,debrancheorganisatiesAedes
endeVTW,externeadviseursengemeenteofprovincie).
Indezorgbestaatdeinformatiedieinternetoezichthoudersgebruikenhoofd-
zakelijkuitdocumentenalsdebegrotingenenjaarrekeningeneninminderemate
uitzelfevaluatiesvanbesturenofinformatievanadviesorganen.Deradenvan
toezichtindezorggaanvolgensMeursenSchraven(2006)maarineenzeer
beperktaantalgevallenzelfoponderzoekuit(17%).
Voorhetonderwijszijngeencijfersbekendoverdewijzewaaropinternetoezicht-
houdershuninformatievergaren.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g2�
Ofdetoezichthoudersnuzelfopzoekgaannaarinformatieofniet,hetbestuur
vandeinstellingblijktinallesectorendevoornaamsteinformatiebron.Uitde
gesprekkendiewijhebbengevoerdkwamnaarvorendatinternetoezichthouders
indepraktijkrelatiefweiniggebruikmakenvan‘externe’informatiebronnen.
Zezijndaardoorinhogemateafhankelijkvanhetbestuurvoorhuninformatie-
voorziening.24Berenschotnoemtditde‘onafhankelijkheidsparadox’:omdathet
toezichthoudendeorgaanafhankelijkisvandeinformatiediegeleverdwordtdoor
hetorgaanwaaropmentoezichthoudt,ishetgevaardatmentoezichthoudtop
basisvangekleurdeinformatiezeergroot(Berenschot,2007).
Deinternetoezichthouderszelfzienditnietaltijdalsprobleem.Zogeven
sommigetoezichthoudersaandatzijrapportenvanexternetoezichthoudersniet
altijdwillenzien,omdatzijverwachtendatdebestuurderhenhieroverinformeert
(zoalsblijktuithetvoorbeeldinonderstaandkader).
Afhankelijk van het bestuur voor informatie: een voorbeeld uit het hoger onderwijs
De toezichthouder van een raad van toezicht van een instelling voor hoger onderwijs waarmee wij spraken
vindt dat hij zich voor de informatievoorziening afhankelijk moet opstellen van de bestuurder. De raad van
toezicht heeft afspraken met de bestuurder over de rapportages die hij ontvangt (o.a. over bouw, ziektever
zuim, werving, externe activiteiten). De raad van toezicht ontvangt via de bestuurder ook externe informatie
over de hogeschool, zoals tijdschriftartikelen of de NVAOrapportages.
3.3.4 Verantwoordingdoorinternetoezichthouders
Inalledriedesectorenisindegovernancecodesbepaalddatradenvantoezicht
zichinhetjaarverslagmoetenverantwoordenoverdeverrichtewerkzaamheden.
Indezorgishetpercentageradenvantoezichtdatinhetjaarverslagapartverant-
woordingaflegttoegenomenvan53in2002naar91in2005(MeursenSchraven,
2006,p.16).
In2007bevatten459(97%)vande474jaarverslagenindecorporatiesectoreen
apartverslagvanderaadvancommissarissenenwasbijnegenwoningcorporaties
enigetoelichtingopderaadvancommissarissengeïntegreerdinhetjaarverslag
vanhetbestuur.82%vanderadenvancommissarissenvancorporatiesgeeftin
zijnverslagaanwatdebelangrijkstebesluitenzijngeweesten94%welkeonder-
werpenzijnbesproken(CFV,2007).Daarstaattegenoverdatderadendieinhun
jaarverslagofopdewebsitetransparantzijnoverdeuitkomstvandezelfevaluatie
doorderaad,overhettoetsingskadervanderaadenoverdewerkwijzevoorhet
verwervenvannieuweledenvanderaad,indeminderheidzijn(cfv,2007;
HoogeenHelderman,2007).
Ookinhetbekostigdhogerberoepsonderwijsgevenveelinternetoezichthouders
(bijna90%)inhetjaarverslageenbeschrijvingvanhunactiviteiten(Inspectievan
hetOnderwijs,2005;cfi,2007).Inhetvoortgezetonderwijsligtditpercentage
aanmerkelijklager.Uiteenenquêteonderbestuurdersentoezichthoudersinhet
voortgezetonderwijs(Hoving,2007)blijktdaterinhetjaarverslagvooralaan-
dachtwordtbesteedaandenamenvandetoezichthouders(71%).Dezittings-
periodekrijgtminderaandachtvandetoezichthouders(33%)ennoglagerscoren
verantwoordingoverhuntaakuitoefening,dejaarlijksezelfevaluatieenevaluatie
methetbestuur,engesprekkenoverrisicobeheersingmethetbestuur(elk19%).
Indepraktijkblijkeninternetoezichthoudersdussteedsvakerverantwoordingaf
teleggenoverhunfunctionerenenpresteren.Zijverantwoordenzichechternog
slechtssporadischoverbijvoorbeelddeuitkomstenvanhunzelfevaluatieofhet
gehanteerdetoetsingskader.24Behalve bij de benoeming van de accountant, dan is er gelegenheid om deze in een aparte sessie vragen te stellen.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�0
3.3.5 Correctiemogelijkhedenbijfaleninterntoezicht
Radenvantoezichtfunctionerenautonoom:erisgeenorgaandattoezichthoudt
ophetfunctionerenvanderaadvantoezicht(ofderaadvancommissarissen).
Aangezienradenvantoezichtformeelaanniemandverantwoordingafleggen,kan
erdusnietwordeningegrepenwanneerzijhuntakennietnaarbehorenuitvoeren.
Zozijnerindeonderzochtesectorengeenaandeelhoudersdiebijvennoot-
schappenbijvoorbeeldeenformeeltegenwichtvormenvoorderaadvanbestuur.
Verschillendeauteurszienditmogelijke‘verantwoordingsvacuüm’alseenrisico
(ziebijvoorbeeld,CommissieHealthCareGovernance,1999,Hoek,2007en
Luursemae.a.,2003).
Indeverschillendesectorenisechterweleenaantalinstrumentenbeschikbaar
waarmeehetfunctionerenvanderaadvantoezichtkanwordenbeïnvloed.
Zoisinallegovernancecodesdebepalingopgenomendatinternetoezichthouders
jaarlijkseenzelfevaluatiemoetenuitvoeren.Ditwordtbeschouwdalsdeeigen
verantwoordelijkheidvandetoezichthouder.Zichtopdekwaliteitvandezelf-
evaluatieontbreektinalledriedesectoren.25
Ingrijpen bij falen toezichthouder: een voorbeeld uit het onderwijs
“In de enquête van de VOraad is de vraag gesteld ‘welk orgaan in dient te grijpen indien de toezichthouder
zich onvoldoende aan haar taak wijdt?´. Slechts 1�% antwoordt hierop ‘De Inspectie’. Men acht het bestuur
zelf meer geschikt om in te grijpen (��%), naast het ingrijpen door andere partijen (�0%) zoals de gemeente
raad in het geval van openbaar onderwijs; het ministerie, de MR [medezeggenschapsraad], de stakeholders
en de leden van de Raad van Toezicht zelf.” (Berenschot, 200�).
VoordezorgsectorbiedtdebeleidsregelSteunverlening aan instellingen met financiële
problemen26indirectruimteaandeNederlandseZorgautoriteit(nza)omeisente
stellenaandekwaliteitvanbestuurentoezicht.Denzakannamelijksteunverle-
ningafwijzenalsdezevindtdatderaadvanbestuuren/ofderaadvantoezicht
onvoldoendehetvertrouwenbiedendatdefinanciëleproblemenwordenopgelost
endecontinuïteitvandezorggegarandeerdis.
Voordecorporatiesectorheeftdeministervanvromaangegevendatzijde
mogelijkheidwilhebbenomderaadvantoezichtvaneenwoningcorporatiebij
evident disfunctionerenteontslaan(vrom,2005).
Eenanderinstrumentwaarmeeinvloedophetfunctionerenvanradenvantoezicht
kanwordenuitgeoefendisdewettelijke aansprakelijkheid.Wanneertoezichthouders
huntaaknietnaarbehorenvervullen,lopenzijhetrisicoaansprakelijkteworden
gesteld.Nietalleendeinstellingzelfmaarookderdenkunnenbestuurdersen
toezichthoudersaansprakelijkstellenvoorschadediezijhebbengeleden.
Bestuurdersentoezichthouderszijninbeginselalleenaansprakelijkvoorschade
alssprakeisvanernstigeverwijtbaarheid.Ditisbijvoorbeeldhetgevalalsderaad
vantoezichtonvoldoendetoezichtheeftgehoudenophetbedrijfseconomischeen
organisatorischemanagementdoorhetbestuur.
Eenlaatsteinstrumentishetenquêterecht.Alin1999pleittedeCommissieHealth
CareGovernancevooruitbreidingvanhetenquêterechtwanneerderaadvan
toezichtzodanigtekortschietdatdeorganisatiedaardoorhaarmaatschappelijke
functienietnaarbehorenvervult.Hierdoorzoudenbijstichtingenindezorgde
ondernemingsraad,decliëntenraad,deInspectievoordeGezondheidszorgenhet
zorgkantooringevalvantwijfelaaneenjuistbeleideenverzoekbijdeonderne-
mingskamerkunnendeponeren.
DeministervanVWSheeftdatideeverwerktindewtzi.Indezewetzijnonder
meereisengesteldaandebestuursstructuurwaarbijerbelanghebbendenzijn
2� Zie bijvoorbeeld CFV, 200�, 200�a en 200�.
26Beleidsregel CI��2/CA1�� Steunverlening aan instellingen met financiële problemen, art. �.�.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�1
aangewezendiebevoegdzijndeOndernemingskamerteverzoekeneenenquêtete
starteningevalvaneendisfunctionerenderaadvanbestuurenraadvantoezicht.
Dezorginstellinggeefttenminsteaanhetorgaandatdecliëntenvertegenwoor-
digt(bijv.cliëntenraad)debevoegdheideenenquêteverzoekintedienenbijde
Ondernemingskamer,daarnaasteventueelookanderen.Wanneeruithetonder-
zoekvandeOndernemingskamerblijktdatersprakeisvanwanbeleid,kande
ondernemingskamervoorzieningentreffen,zoalsschorsingofvernietigingvan
besluiten,schorsingofontslagvanbestuurdersencommissarissen,tijdelijke
aanstellingvaneenofmeerbestuurdersofcommissarissen,tijdelijkeafwijking
vanstatutenofontbindingvandestichting.
3.4 Conclusies3.4 Conclusies
Indevoorgaandeparagrafenstondenwestilbijinterntoezichtbijinstellingenin
hetonderwijs,indezorgenbijwoningcorporaties.Wijconcluderendatzowelde
betrokkenministersalsdeinstellingenzelfhogeverwachtingenhebbenvan
interntoezicht.Weconcluderenookdatinterntoezichtindepraktijkkwetsbaaris
omdatdebetrokkenpartijenzichsomsonvoldoendebewustzijnvanderisico’s
dieverbondenzijnaandemanierwaaropzehuntoezichtvormgeven.Datgeldt
voordemogelijkconflicterenderollenvandeinternetoezichthouder,voorde
afhankelijkheidvandeinternetoezichthoudervaninformatievandebestuurder
envoordemogelijkhedenomintegrijpenbijfalendinterntoezicht.Hieronder
gaanwedieperinoponzeconclusies.
Hooggespannenverwachtingen
Optweepuntenblijkendeverwachtingentenaanzienvaninterntoezichthoogge-
spannentezijn.
Teneerstewordthetindedrieonderzochtesectorensteedswenselijkergeachtdat
internetoezichthoudersnietalleenaandachtschenkenaanfinanciënenbedrijfs-
voering,maarookaandekwaliteitvangeleverdeproductenofdiensten.Inde
praktijkblijkeninternetoezichthoudersdaarechtermeeteworstelen.Hetislastig
omtebepalenwatmaatschappelijkrelevanteprestatieszijnenwanneerkwaliteit
goedis.Bovendienishetnieteenvoudigombetrouwbareenrelevanteinformatie
overdekwaliteitvandedienstverleningtekrijgen.
Tentweedeverwachtenministers‘uitruil’tusseninternenexterntoezicht.Zijstel-
lendatwanneerdeinspectiesconstaterendathetinternetoezichtgoedgeregeld
is,ditkanleidentoteenverminderingvanexterntoezicht.Volgensonskanhet
verticaletoezichtdoordeministerinderdaadaandoelmatigheidwinnenwanneer
hetaansluitop,engebruikmaaktvan,hetinternetoezicht.Maardaarbijmoetwel
rekeninggehoudenwordenmethetfeitdatdeinterneenexternetoezichthouder
altijdeenanderperspectiefzullenhouden.Deinternetoezichthouderhoudt
toezichtvanuithetperspectiefvandeorganisatieenmoetdaarbijverschillende
belangentegenelkaarafwegen.Inhetverticaletoezichtdoorofnamensde
ministerstaatdeministeriëleverantwoordelijkheidvoordepublieketaakenhet
publiekegeldcentraal.
Dehooggespannenverwachtingenonderstrepenhetbelangvaneenduidelijke
toezichtvisie.Naaronzemeningishetbelangrijkdateenraadvantoezichtaande
buitenwereldduidelijkmaaktvanuitwelkeinvalshoekhijhandelt.Alleendan
wetenbetrokkenenwatzekunnenverwachtenvandetoezichthouderenkunnen
zehemdaareventueelopaanspreken.27
27 Ook in Kaders voor toezicht en verantwoording staan we stil bij het belang van een heldere toezichtvisie (Algemene Rekenkamer, 200�).
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�2
Kwetsbaarhedeninhetinternetoezicht
Uitonzegesprekkenkwamnaarvorendatsommigerisico’sdieindeliteratuur
wordenbeschrevenindepraktijkonderbelichtblijven.Wijzijnvanmeningdat
interntoezichtopdiepuntenkwetsbaaris.
Heteerstepuntheefttemakenmetdeverschillende rollen dieinternetoezichthouders
vervullen:adviseur,werkgeverentoezichthouder.Datdeadviesrolconflicteert
metdetoezichtroliseenreëelrisico.Eenraadvantoezichtkanimmersinde
situatiekomendathijmoetoordelenover(deuitvoeringvan)zijneigenadviezen.
Dezespanningtussendeverschillenderollenenderisico’sdiehetmetzich
meebrengtwordeninbeleidenindepraktijknietaltijderkendenervarenwaar-
doorderolvermengingblijftbestaan.
Eentweedekwetsbaarpuntdatnogvaakonderbelichtis,isdeonafhankelijk-
heidsparadox.Hoewelinternetoezichthoudersonafhankelijkzijntenopzichte
vanhetbestuur,zijnzeinbelangrijkemateafhankelijkvandeinformatiediehet
bestuurhunverstrekt.Internetoezichthoudersblijkenindepraktijkweinig
gebruiktemakenvanandereinformatiebronnen.Dooractieveropzoektegaan
naarandereinformatiebronnen,kunnenradenvantoezichtvoorkomendatzij
eenzijdigofbeperktwordengeïnformeerdenzohunonafhankelijkepositie
versterken.28
Eenderdekwetsbaarpuntishetverantwoordingsvacuümdatkanontstaandoor-
datergeenorgaanisdatdeinternetoezichthouder‘bijdeleshoudt’.Erzijnwel
mogelijkhedenomhetfunctionerenvaninternetoezichthouderstebeïnvloeden,
zoalszelfevaluatie,enquêterechtenwettelijkeaansprakelijkheid,maardaarwordt
weiniggebruikvangemaakt.Zomaaktslechtseenmarginaaldeelvandeinterne
toezichthoudersderesultatenvandezelfevaluatiebekend.
Juistineensituatiewaarinduidelijke‘aandeelhouders’ontbrekenendeactivitei-
tenvanmaatschappelijkeondernemingeneensteedsbrederpaletbeslaan,ishet
belangrijkomstiltestaanbijdevraagnamenswieenvoorwiederaadvan
toezichttoezichthoudt.Eninhetverlengdedaarvanbijdevraagwieofwatde
raadbijdeleshoudt.
28 Ook in Kaders voor toezicht en verantwoording staan we stil bij het belang onafhankelijke informatievoorziening (Algemene Rekenkamer, 200�).
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
4 Goedbestuurindepraktijk:omgangmet4 Goedbestuurindepraktijk:omgangmetbelanghebbendenbelanghebbenden
Inhetvorigehoofdstukstondinterntoezichtcentraal.Indithoofdstukconcen-
trerenwijonsophetandereelementvangoedbestuurwaarindepraktijkeninde
politiekvolopaandachtvooris:omgangmetdebelanghebbenden.
Belanghebbendenkunnendirecteafnemersvandienstenzijn,maarooklokale
samenwerkingspartnersofanderendiebetrokkenzijnbijhetbeleidvandeinstel-
ling.Bijhetbeschrijvenvandemanierwaaropinstellingenomgaanmetbelang-
hebbendenonderscheidenweverantwoording aanbelanghebbendenendialoogmet
belanghebbenden.Erisoppapiereenduidelijkverschiltussendeverantwoording
aanbelanghebbendenendedialoogmetbelanghebbenden.Maarindepraktijk
zienwedatbeidevormeninelkaaroverlopen.
Indithoofdstukgaanwijnahoeinstellingenindedriedooronsonderzochte
sectorenbelanghebbendenbetrekkenbijhuntaakuitvoeringendienstverlening
enhoeverantwoordingendialoogzichtotelkaarverhouden.Voorweopdie
praktijkervaringeningaan(§4.2),beschrijvenwehieronderwatindedriesecto-
renwordtverwachtvandeverantwoordingaanendedialoogmetbelanghebben-
den(§4.1).Tenslottepresenterenwijonzeconclusiesoveromgangmet
belanghebbendenindepraktijk(§4.3).
4.1 Verwachtingen4.1 Verwachtingen
Hetbelangvaneengoededialoogmetenverantwoordingaanbelanghebbenden
wordtbreeddoorbeleidsmakersenbestuurdersonderschreven.Degedachteis
dateengoedeomgangmetbelanghebbendenkanbijdragenaan:
• hetverbeterenvandekwaliteitvandedienstverlening;
• vroegtijdigesignaleringvanproblemen;
• beteremaatschappelijkeinbeddingvandeinstelling;
• hetcreërenvandraagvlakvoorbesluiten;
• meervertrouwenindeinstelling.
Defunctiediebeleidsmakerstoekennenaandeomgangmetbelanghebbenden
verschiltpersector.Dedrieministershebbenverschillendeideeënoverwiede
belangrijkstebelanghebbendenzijnenwelkerolzijkunnenspelenindetaak-
uitvoeringvaninstellingen.
VolgensdeministervanOCWmoetendepartijendiehetmeestebelanghebben
bijonderwijshuninvloederopkunnenuitoefenen(ocw,2005en2006b;ocwen
lnv,2007).Goedonderwijsisvolgensdeministeralleenmogelijkalsiedereenin
enronddeschoolbijdraagtaandeonderwijskwaliteit.Demaatschappelijke
functievanonderwijsinstellingenvraagtbovendienomeenmaatschappelijke
verantwoording(ocw,2006b).
Horizontaleverantwoording29endebijbehorendedialoogpassenbinnenhet
beleidvanautonomievergrotinginhetonderwijsendragenbijaandemaatschap-
pelijkeverankeringvanscholen(ocw,2006ben2008).Volgensdeministermoet
dedialoogindeeersteplaatswordengevoerdmetdedocenten.Anderebelang-
hebbendenmetwiescholeningesprekmoetenrakenofblijvenzijndeleerlingen,
destudentenenhunouders,maarbijvoorbeeldookdeonderwijsinstellingendie
leerlingenaanleverenofafnemen.Inhetberoepsonderwijszijn(stageleverende)
bedrijvenbelangrijkegesprekspartners(ocw,2008).Tenslottekenthetonder-
wijsnogeenbijzonderevormvanomgangmetbelanghebbenden:demedezeg-
29 Horizontale verantwoording is de verantwoording aan de verschillende belanghebbenden van een instelling. Horizontale verantwoording onderscheidt zich van verticale verantwoording: de verantwoording aan de minister (of namens hem de toezichthouder).
a l g e m e n e r e k e n k a m e r��
genschap.Medezeggenschapbetrektstudenten,ouders,leerlingenenpersoneel
bijhetbestuurvandeonderwijsinstelling.
Toolkit horizontale verantwoording: instrumenten voor vo-scholen
Begin 200� is in opdracht van het ministerie van OCW een pilot horizontale verantwoording uitgevoerd waar
ongeveer tien scholen aan deelnamen. Dit heeft geleid tot een toolkit met instrumenten waarmee voscholen
de horizontale verantwoording en dialoog met de omgeving kunnen vormgeven. Zo is er een instrument dat
scholen helpt de belanghebbenden te identificeren. Verder worden per groep belanghebbenden instrumenten
aangeboden die ingezet kunnen worden bij de dialoog met die groep. De toolkit onderscheidt de volgende
groepen belanghebbenden: leerlingen, ouders, bestuur, basisscholen, collega voscholen en bedrijven en
instellingen.
(Zie: horizontaleverantwoording.kennisnet.nl.)
Inhetzorgbeleidligthetaccentopgereguleerdemarktwerking.Hetzichtbaar
maken(transparantie)vankwaliteit(veiligheid,effectiviteit,klantgerichtheid)is
essentieelvoordewerkingvanhetsysteem.Deministerkentdaarinzowelde
zorgverzekeraarsalsdepatiënt(dezorgconsument),als‘contractpartners’vande
zorgaanbieders,eenbelangrijkeroltoe.Dezebelanghebbendenmoetenbijdragen
aanhetbewakenenafdwingenvangoedezorg(vws,2006b).
InhetzorgbeleidvandeministervanVWSstaatdepatiëntcentraal.Voordeze
belanghebbendeisdepositietenopzichtevandezorginstellingwettelijk
geregeld.30Zoisvastgelegddatcliëntenvanzorginstellingeninspraakhebben
doormiddelvaneencliëntenraad.
Bijdeministervanvromzijnvooraldehuurdersendegemeenteninbeeldals
belanghebbenden.Voorbeidegroepenisdecommunicatietussenhenende
woningcorporatiewettelijkgeregeld.Voordeanderebelanghebbendenmoeten
woningcorporatieszelfbekijkenhoezijdedialoogenverantwoordinginrichten.
Deministerisgeenvoorstandervaneenwettelijkeregelingvoordeoverige
belanghebbenden.
DeGovernancecodeWoningcorporatiesnoemtalsbelanghebbenden:werknemers,
bewoners,financiers,toeleveranciers,afnemers,deoverheidenmaatschappelijke
organisaties.Decodegaatervanuitdatiederewoningcorporatiezelfbepaalt
welkebelanghebbendenzijwilbetrekkenbijhaarbeleidsvormingenmetwiezij
eendialoogwilaangaanoverderealisatievanbeleidsdoelstellingen.
4.2 Praktijkervaringen4.2 Praktijkervaringen
Netalsvoorinterntoezichtgeldtvoordeomgangmetbelanghebbendendat
deinvullingervannogniethelemaalisuitgekristalliseerd.Datmaakteengoede
omgangmetbelanghebbendenindepraktijksomslastig.Depotentiëleknel-
puntenzijn:
• detoenamevanhetaantalbelanghebbenden(§4.2.1);
• decategoriseringvandeverschillendebelanghebbenden(§4.2.2);
• derepresentativiteitvanindividuelebelanghebbendendieeengroepvertegen-
woordigen(§4.2.3);
• verantwoordingofdialoog(§4.2.4.);
• uiteenlopendeperspectieven:verschillentussenbestuurenbelanghebbenden
entussenbelanghebbendenonderling(§4.2.5);
• dedoorwerkingvandeinbrengvanbelanghebbenden(§4.2.6);
• verantwoordingalsbasisvooreendialoog.
Indevolgendeparagrafenlopenwedezepuntensystematischna.Weeindigen
meteenaantaloverkoepelendeconclusies.
30 Onder meer in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
4.2.1 Toenamevanhetaantalbelanghebbenden
Alshetaantalmaatschappelijketakenvaneeninstellingtoeneemt,neemtookhet
aantalbelanghebbendentoe,endaarmeedediversiteitaanbelangendiehet
bestuuronderlingmoetafwegen.
Woningcorporatieszijnbijvoorbeeldallangnietmeeralleenverhuurdervan
socialehuurwoningen.Zijhebbenooktakenophetgebiedvankwaliteiten
leefbaarheidenhetverbindenvanwonenenzorg.Decorporatiesmoetendaarom
nietalleenrekeninghoudenmethuurdersenmetdegemeente,maarookmet
wijkbewonersenspecialedoelgroepen.
DeOnderwijsraadwijstopeenvergelijkbareontwikkelinginhetbasisonderwijs
envoortgezetonderwijs.Naasthetgevenvanonderwijszijntegenwoordigook
leerlingenopvangnaschooltijd,veiligheidbevorderenenhetstimulerenvangoed
burgerschaponderdeelvanhettakenpakketvandeschool(Onderwijsraad,2006b,
p.15).Naastoudersenscholierenkomendaardoorbijvoorbeeldookbuurtbewo-
nersenorganisatiesvoorkinderopvanginbeeldalsbelanghebbenden.Welblijkt
uitonderzoekvanhetSCP(2008,p.12)inhetbasisonderwijsenvoortgezet
onderwijsdatdeopvattingvanschoolbesturenoverhetmoreeleigenaarschapvan
deschoolmedebepalendisvoordebereidheidomintegaanopwensenen
vragenvanbelanghebbenden.Eenschoolbestuurdatheteigenaarschaplegtbijde
samenlevingiseerdergeneigdintegaanopwensenvandesamenlevingeneen
bestuurdathetmoreeleigenaarschaplegtbijouderszaleerderingaanopde
wensenvanouders.
4.2.2 Categoriseringvanbelanghebbenden
Metdetoenamevanhetaantalbelanghebbendenneemtookdenoodzaakvan
categoriseringvandebelanghebbendentoe.Opdiemanierkandeinstellingper
categoriebepalenwelkevormvanomganghetmeesteffectiefis.Hierondergaan
weinopenkeleindelingendiewijindepraktijktegenkwamen.
Verticaalofhorizontaal
UiteenonderzoekvanHoogeenHelderman(2007)komtnaarvorendatvoor-
zittersvanderadenvantoezichtindecorporatieshetoordeelvandeprioritaire
stakeholders,datwilzeggendehuurders/bewoners,overdeprestatiesvande
corporatiehetbelangrijkstvinden.Verderonderscheidenzijverticaleenhorizon-
talestakeholders.Verticalebelanghebbendenzijnbijvoorbeelddegemeentenen
hetCFV,hetMinisterievanVROMenhetWaarborgfondsSocialeWoningbouw
(WSW).Horizontalestakeholdersdieinditverbandwordengenoemdzijnzorg-
instellingen,welzijnsinstellingen,anderewoningcorporaties,dehuurdersbond,
politieenJustitieendebrancheorganisatiesAedesenVTW.Inonzeinterviews
metwoningcorporatieswerdendaarnaastnogGGZ,ondernemersenregionaleen
landelijkehuurdersplatformsgenoemdalsbelanghebbenden.
Internofextern
Uitdeinterviewsdiewijhebbengevoerdkwamhetonderscheidtusseninterneen
externebelanghebbendennaarvoren.Indezorgsectorwerdenalsinternebelang-
hebbendenbijvoorbeelddeeigenmedewerkers,deaandeorganisatieverbonden
specialistenendecliëntengenoemd.Alsexternebelanghebbendenwerdenonder
anderegenoemd:ouderenbonden,regionalepatiëntenplatforms,verzekeraars,
collega-zorgaanbieders,huisartsenengemeenten.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r��
Interne versus externe belanghebbenden; een voorbeeld uit het onderwijs
Uit een van de interviews:
“Bij het opstellen van de strategie zijn zowel ‘interne’ stakeholders (docenten, ouders, leerlingen) als ‘externe’
stakeholders betrokken: poscholen, voscholen, mbo, (stage)bedrijven, politiek, enz. In een start en een
slotbijeenkomst is gesproken met alle stakeholders gezamenlijk. Tussentijds zijn verschillende verdiepings
bijeenkomsten gehouden per locatie, met de interne stakeholders in afzonderlijke groepen – dus aparte
bijeenkomsten met alleen leerlingen, alleen ouders, alleen docenten. De respons was erg hoog, en ook de
reacties zijn positief: deelnemers geven aan dat ze het erg op prijs stellen om op deze manier betrokken te
worden bij het beleid van de school. Vanzelfsprekend waren niet alle stakeholders het altijd eens, maar dat
verwachtten we ook niet. De bedoeling van de school is om de externe dialoog die nu rond de strategie is
opgezet, door te zetten naar structurele overlegvormen.”
Indelingnaarniveaubinnendeorganisatie
Tijdensverschillendeinterviewswerdgewezenophetverschiltussendedialoog
dieaandetopvandeorganisatiewordtgevoerdmetdegesprekspartnersop
bestuurlijkniveauendedialoogopandereniveaus,bijvoorbeeldtussensector-
hoofdenenartseninhetgevalvandezorg.Bijhetonderwijskansomsonder-
scheidwordengemaakttussenbelanghebbendenophetniveauvande
afzonderlijkescholenenbelanghebbendenophetniveauvandeoverkoepelende
stichtingwaardescholendeelvanuitmaken.Opinstellingniveaugaathetbijvoor-
beeldomouders,leerlingen,lokalespelers,politiek,zorginstellingenenvervolg-
opleidingen.Opstichtingsniveauzijnbelanghebbendenbijvoorbeelddeinspectie,
deVO-raadendegemeente.
Deverschillendeniveaushebbenhuneigennetwerkeneninformatiebronnen.
Uitdeinterviewskwamnaarvorendatdeuitwisselingvaninformatietussende
verschillendeniveausoverdegevoerdedialoogindepraktijkvoorverbetering
vatbaaris.
Hetprobleemvanonvoldoendeafstemmingtussendialogenmetbelanghebben-
denopverschillendeniveauswordtreëlernaarmateorganisatiesgroterzijnen
meerlagenkennen.Wiespreektopwelkniveaumetwieoverwelkeonderwerpen?
Hoezorgjedatdeinbrengvanbelanghebbendenbinnendeorganisatiewordt
gedeeld?
Bijgrotereorganisatiesiscontactmetbelanghebbendenduslastigteleiden.En
datterwijldedialoogmetdeomgevingjuistbijgroteorganisatiesheelbelangrijk
is,zoalsverschillendegeïnterviewdenbenadrukten.Eengroteorganisatiestaat
immersmeeropafstandvande(lokale)samenleving.
Indelingnaarrelatiemetdeorganisatie:afnemer,partnerofconcurrent
Belanghebbendenkunnenookingedeeldwordennaarderelatiediezijhebben
metdeinstelling.Zijnhetbijvoorbeeldsamenwerkings-ofcontractpartners,of
ookconcurrenten,ofafnemers?
Zorginstellingen,onderwijsinstellingenenwoningcorporatieshebbenvaak
verschillendepartnersmetwiezijsomsopstructurelebasis,somsinprojectvorm
samenwerken.Bijeennauwesamenwerkingmetbepaaldegroepenbelangheb-
bendenrijstdevraaghoesamenwerkingenverantwoordingzichtotelkaarver-
houden.Departijenzijnimmerssamenverantwoordelijkvoorhetresultaat.
Daarbijkomtdatsamenwerkingspartnersookcollega-instellingenkunnenzijnen
dusconcurrenten.Indatgevalmoeteenorganisatiegoednadenkenoverwelke
informatiezijwelennietinzichtelijkmaaktvoordeanderepartij.
OokMeursenVanderGrinten(2006)wijzenhierop:
“Het zal duidelijk zijn dat naarmate gereguleerde concurrentie verder wordt door-
gevoerd, deze vorm van verantwoording minder mogelijk is. Een deel van de kring
van belanghebbenden wordt dan concurrent, een deel van de beleidsinformatie wordt
dan gevoelige informatie.” (p. 54)
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
Deaardvanderelatiediedebelanghebbendenhebbenmetdeinstelling(afnemer,
partnerofconcurrent)isdusvaninvloedopdeonderwerpenwaaroverzijkunnen
enwillenmeepraten,enhunperspectiefopdieonderwerpen.
Naastbovengenoemdeindelingenzijnanderecategoriseringenmogelijk.Zo
wierpensommigegeïnterviewdenindezorgsectordevraagopofuitsluitendde
huidigecliëntenalsbelanghebbendeninvloedmoetenhebben,ofooktoekom-
stigeofpotentiëlecliënten.Ooktussendezegroepenkunnenweerbelangen-
tegenstellingenbestaan.
4.2.3 Representativiteitvanindividuelebelanghebbenden
Welkeindelingeeninstellingookgebruikt,hetblijktlastigomtebepalenofde
personenmetwiejecontacthebtdehelegroepvertegenwoordigen.Dehuurder,
depatiëntofdeouderbestaatnueenmaalniet.Groepenbelanghebbendenzijn
niethomogeenenookbinneneengroepkanersprakezijnvantegengestelde
belangen.Alseeninstellingalleenincontactismeteennietrepresentatiefdeel
vandegroep,kunnenbepaaldebelangengemakkelijkbuitenbeeldblijven
(zievoorbeeldinonderstaandkader).
Het vraagstuk van de representativiteit: een voorbeeld uit de zorg
Uit een van de interviews:
“Een dilemma deed zich voor bij het project onderwijsvernieuwing. Vanuit één locatie waren er circa 10 ouders
die sterk afwijkende opvattingen hadden. Deze kleine groep maakte relatief veel ‘lawaai’ en bepaalde hierdoor
in belangrijke mate de dialoog.”
4.2.4 Verantwoordingofdialoog?
Intheoriebestaatereenduidelijkonderscheidtussendialoogenverantwoording,
maarindepraktijkblijktdatbeidevaakdoorelkaarlopeneninelkaarovervloei-
en.Zowelinhetoverheidsbeleidalsindeinterviewsdiewijhebbengehouden,
wordendialoogenverantwoordingvaakinéénademgenoemdenwordende
begrippendoorelkaargebruikt.Alsbijvoorbeeldhetbestuurvaneeninstelling
tijdenseenbewoners-,ouder-ofcliëntenvergaderinguitlegtaanhaarbelang-
hebbendenwelkebeslissingenzijheeftgenomenhoeftdatgeenformeelverant-
woordingsmomenttezijnenkanhetonderdeelzijnvaneenbrederedialoog.
Voordeonderwijssectorlatenverschillendeonderzoekenziendataanbelang-
hebbendenindeomgevingvandeschoolvaakgeenformeleverantwoordingwordt
afgelegd,maardatervakersprakevaneeninformeledialoog(Onderwijsraad,2006,
Nabere.a.,2006).Ookkomthetbenoemenvangezamenlijkedoelenenhetelkaar
aansprekenophet(niet)behalenvanresultatennognietvandegrond(Naberea.,
2006).Ookbijdeinstellingendiewehebbengesprokenzienwedathetenige
formeleverantwoordingsmomentdeopleveringvanhetjaarverslagis.Dedialoog
wordtopverschillendeniveausgevoerd,veelalinformeel.Verschillendeinstellin-
gengaveninonzeinterviewsaandatzebelanghebbendenliefsttijdigbetrekken,
zodatzevantevorenmeedenkenennietalleenachterafreageren.Instellingen
geventevensaanhiermeebijdebehoeftevanbelanghebbendenaantewillen
sluiten.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r��
4.2.5 Uiteenlopendeperspectieven:verschillentussenbestuurenbelanghebbendenen
tussenbelanghebbendenonderling
Verschillendeonderzoekenwijzeneropdathetindepraktijkvooronderwijs-
instellingenmoeilijkisomoudersenleerlingentebetrekkenbijhunbeleidofhun
taakuitvoering.31Derelatietussen(mondige)oudersenscholenverlooptbijvoor-
beeldvaakmoeizaam.Scholenvindendezeoudersvaaklastigomdatzezichte
veelmethetonderwijskundigeprocesbemoeien.Oudersvindenophunbeurtdat
deschoolzichnogteweinigcommunicatiefentoegankelijkopstelt(Nabere.a.,
2006).
Eenanderprobleemisdaterbijoudersvaakweiniganimoisomhunbetrokken-
heidtevergrotenopterreinendienietdirecttemakenhebbenmethuneigenkind,
maarbijvoorbeeldmethetalgemenebeleidvandeschool(Karstene.a.,2006).
Ookbijeenaantalvanonzeinterviewsindezorg-enindewoonsectorkwamdit
probleemtersprake:cliëntenenhuurderszijnvooralgerichtopzakendiehun
directeleefomgevingbetreffenenhebbengeenlangetermijnvisieophetbeleid
vandeinstelling.Eenvandegeïnterviewdengafhierbijookaandatdeinnovatieve
werkingvandedialoognietmoetwordenoverschat:belanghebbendenreageren
vooralopwathunwordtaangeboden.
Ookwerdeninenkeleinterviewsvraagtekensgeplaatstbijdematewaarindirecte
belanghebbendenalspatiëntenenoudersvanleerlingenvrijuit(durven)spreken.
Zezullenzichdaardoorloyaliteitsomsvanlatenweerhouden,ofdoordatze
afhankelijkzijnvandeinstelling.
Erbestaannietalleenverschillentussendemanierwaarophetbestuurtegen
beleidentaakuitvoeringaankijktendemanierwaaropbelanghebbendendat
doen.Ookbinnenbepaaldegroepenbelanghebbendenzijnsomsverschillende
perspectievenzichtbaar.Sommigebelanghebbendenverenigenimmersverschil-
lenderollenenbelangeninzich.PuttersenVanderGrinten(2006)hebbenerin
ditverbandopgewezendatdezorgvragerzowelklantalspatiëntenburgeris.Elk
vandezeperspectievenvraagtomeeneigenvormvaninteractie.
Hetverschilinperspectiefspeeltooktussenbepaaldegroepenbelanghebbenden,
vooralalsdiezichopverschillendebestuurlijkeniveausbevinden.Zokwamineen
aantalinterviewsmetvertegenwoordigersvanwoningcorporatiestersprakedat
watlokaalgeaccepteerdis,oplandelijkniveaunietgewensthoefttezijn.Op
lokaalniveaukanerbijvoorbeeldbijgeenvandebetrokkenactoreneenambitie
bestaanombepaaldemoeilijkegroepentehuisvesten.Lokaalismenhetdaarover
snelmetelkaareens,terwijlerindeogenvandelandelijkepolitiekwelproblemen
metbetrekkingtotdezegroepblijvenbestaandievanuitlandelijkeambitiesom
een(lokale)oplossingvragen.
4.2.6 Doorwerkinginbrengbelanghebbenden
Eenaspectwaaroveralgemeneconsensuslijkttebestaan,isdatdedialoogmeten
deverantwoordingaanbelanghebbendenmoetendoorwerkeninhetbeleidvande
organisatie.Tegelijkertijdstellensommigevanonzegesprekspartnershierwel
grenzenaan.Zijvindendateenbestuurder‘zijneigenkoersmoetvaren’.
Hoek(2007)wijsteropdatzorginstellingenniethebbenvastgelegdwatdebeteke-
nisvandebelanghebbendenraadplegingisenwatdeorganisatieermeemoet
doen:“Hetgaatomeenvrijblijvendadviesdatderaadvanbestuurdesgewenst
naastzichneerkanleggenenerisgeenberoepsprocedure”(p.251).
Indepraktijkblijktdatinstellingenenbelanghebbendenvaakandereverwachtin-
genhebbenvanwateendialoogopmoetleveren.Aandehandvaneenvoorbeeld
(IJsselmeerziekenhuizen,ziekaderhieronder)laatHoekziendathetessentieelis
datinstellingendebelanghebbendenvoorafduidelijkmakenwatermethun
inbrengzalgebeuren,omteleurstellingtevoorkomen.
31 Zie bijvoorbeeld Onderwijsraad, 200�b; Smit e.a., 200�; Naber e.a., 200�; Karsten e.a., 200�)
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
Verwachtingenkloof over de doorwerking van de inbreng: een voorbeeld uit de zorg
“Bij de raadpleging van interne en externe stakeholders van IJsselmeerziekenhuizen op Urk is de suggestie
ontstaan dat gezamenlijk beleid gemaakt werd. De afspraken hebben het karakter van een onveranderbaar en
niet onderhandelbaar contract met de samenleving gekregen in plaats van een advies dat de raad van bestuur
betrekt bij zijn besluitvorming. […] De raad van bestuur krijgt telkens het verwijt niet goed met de stake
holders te communiceren. […] Met niet communiceren wordt echter ook bedoeld ‘niet doen wat wij willen’
of ‘niet de boodschap geven, die wij willen horen’.” (Hoek 200�, blz. 21�221)
OokPoorter(2006)wijstophetbelangvanverwachtingenmanagement.Alsdit
nietgoedgebeurt,isvolgenshaardekansgrootdatbelanghebbendenzichniet
serieusgenomenvoelenennietgemotiveerdzijnomindetoekomsthuninbreng
tegeven.
4.2.7 Verantwoordingalsbasisvooreendialoog
Vooreengoededialoogtusseninstellingenbelanghebbendenishetvanbelang
datgoedeinformatievoorhandenisopbasiswaarvanhetgesprekkanworden
gevoerd.Deministervanocwishierheelexplicietoverenwijsteropdat
(verticaleenhorizontale)verantwoordingnoodzakelijkisomdemaatschappelijke
dialoogvoldoendeinhoudtekunnengeven.Eendialoogisvolgensdeminister
vooralzinvolalsdezeplaatsvindtmedeopbasisvanconcretegegevensoverde
kwaliteitvanhetonderwijsendeonderwijsresultaten(ocw,2008).
Hetjaarverslagisnogsteedshetbelangrijksteverantwoordingsdocumentvan
instellingenenzoudaaromdebasiskunnenzijnvooreendialoogmetbelang-
hebbenden.Vooralindezorgsectorisermomenteelveelaandachtvoorhet
jaarverslag.Metingangvan2008zijnallezorginstellingenverplichteen
JaardocumentMaatschappelijkeVerantwoordingoptestellen.Ditjaardocument
wordtalsinformatiebronvoorverschillendedoelgroepenopenbaargemaaktvia
internet.Hetisdebedoelingdathetjaardocumentondermeerwordtgebruiktals
interneinformatievoorziening,alstoezichtinformatievoordeigz,nzaende
verzekeraarsenalsinformatieopbasiswaarvanpatiëntenkunnenkiezen.
Inverschillendeinterviewswerdechtertwijfelgeuitoverdegeschiktheidvan
jaarverslagenvoordezedoelen.Hetalgemenebeeldlijktzelfstezijndathelemaal
niemanddejaarverslagenleest.
Ookindeanderesectorenzijntwijfelsoverdebruikbaarheidvanjaarverslagen
vooreendialoogmetbelanghebbenden.Alseersteknelpuntwordtgenoemddat
dejaarverslageninhetalgemeenabstracteensterkgeaggregeerdeinformatie
bevatten,dieonvoldoendeaansluitbijdebehoeftenvanbelanghebbenden.Een
vandegeïnterviewdenverwoorddehetalsvolgt:
“Wij maken een jaarverslag omdat de wtzi dat voorschrijft. Voor intern gebruik is
het niet nodig en om derden te informeren is het geen goed instrument aangezien het
onvoldoende aansluit bij hun informatiebehoefte.”
Eentweedeaandachtspuntisdevolledigheidvandejaarverslagen.Zogevenjaar-
verslagendoorgaansweinigofgeeninzichtinbehaalderesultaten.Ernst&Young
constatereninhunjaarlijkseonderzoeknaargovernancevanzorginstellingendat
dejaarverslagennogonvoldoendeinzichtgevenindezorguitgaven,dehiermee
bereikteprestatiesendekwaliteitvanzorg(Ernst&Young,2006).Ookzijn
verbindingennietaltijdinhetjaarverslagvermeld(zieookhoofdstuk5).
Geziendebezwarendieklevenaanhetformelejaarverslagalsbasisvooreen
dialoogmetbelanghebbenden,zoekensommigeorganisatiesnaarapartepro-
ductenvoorspecifiekedoelgroepenzoalseennieuwsbriefvooroudersofeen
huurdersbulletin.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�0
Debeperktebruikbaarheidvanhetjaarverslagroeptookdevraagopofniet
andereverantwoordingsinstrumenten,diesomszijnvoorgeschrevennaasthet
jaarverslag,geschikterzijnomdedialoogovertevoeren.Scholeninhetvoort-
gezetonderwijszijnbijvoorbeeldverplichteenschoolgidsuittegeven.Voor
corporatiesisindevernieuwdeAedesCode(2007)vastgelegddatzijzicheensin
devierjaarlatenbeoordelenophunmaatschappelijkeprestaties.Hetvisitatie-
rapport,inclusiefdereactiedaaropvanhetbestuurenderaadvantoezicht,moet
gepubliceerdwordenopdewebsitevandewoningcorporatie.
DeministervanocwheefttijdenseenalgemeenoverlegmetdeTweedeKamerin
januari2008aangegevendaterafsprakengemaaktwordentussenhetdepartement
endeonderwijsorganisatiesoverdepuntenwaaroverhorizontaleverantwoording
afgelegdmoetworden(ocw,2008).Ookinhetonderwijsveldzelfwordthieraan
gewerkt,bijvoorbeeldinhetprojectVenstersvoorverantwoordingvandevo-raad.
Deledenvandevo-Raadenanderebelanghebbendenhebbeneenaantalelemen-
tenbenoemdwaaroverscholentransparantmoetenzijn.Doordegegevens
beschikbaartestellenaanexternenentevergelijkenmetdezelfdegegevensvan
anderescholenontstaateenbeterbeeldvandekwaliteitvandeschool.Devo-Raad
beschouwtdezegegevensalsdebasisvandehorizontaleverantwoording.Ookin
dezorgwordtgewerktaankwaliteitsindicatoren,ommeerinzichttekunnen
gevenoverprestaties.
Maarnetalsbijhetjaarverslagzelfzijnookbijdeze‘anderevormen’vanverant-
woordingkanttekeningenteplaatsenbijdebruikbaarheidalsbasisvooreen
goedeinteractiemetbelanghebbenden.
Indeeersteplaatsisdebetrouwbaarheidvandeinformatienogproblematisch.
ZosteldeJanssensinzijnoratie Toezicht in discussie(2005):
“Anno 2005 is ongeveer de helft van de scholen in Nederland niet in staat een beeld te
vormen van hun kwaliteit, omdat ze daarover geen systematische gegevens verzame-
len. Van de andere scholen die wel over een kwaliteitszorgsysteem beschikken, heeft
een uitermate klein deel een zelfevaluatie beschikbaar. De geraadpleegde onderzoeks-
literatuur laat zien dat zelfevaluaties en andere verantwoordingsdocumenten allerlei
kleine en grote tekortkomingen vertonen waardoor getwijfeld kan worden aan de
realiteitswaarde ervan. Dit beïnvloedt de mate waarin deze documenten geschikt zijn
om verantwoording af te leggen aan de inspectie, maar ook aan de ouders.”
Ookenkelegeïnterviewdenindezorggavenaandatdebetrouwbaarheidvan
indicatorenstaatofvaltmetdebetrouwbaarheidvandeinformatiebinnende
organisatie.Daarnaastwerdtijdensdiegesprekkenookdevraaggesteldofhet
welmogelijkisomdekwaliteitvanzorggeheelinindicatorenuittedrukken.
Uitonsinterviewmetdeigzkwamalsbezwaarnaarvorendaterprofessionele
aspectenaandezorgzijndiedepatiëntnietkanbeoordelen.Hoeweetjebijvoor-
beeldofdegoedediagnostiekofbehandelingisgegeven?Debewakingvandeze
professionelekwaliteitisinNederlandgeorganiseerdvolgenshetgildesysteem:
opleiding,onderlingevisitatieentuchtrecht.Dezewaarborgvoorkwaliteitkomt
vooralsnognietterugindehorizontaleverantwoording(Hoek,2007).
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�1
Totslotwijzenverschillendeauteursengeïnterviewdeneropdatinstellingen
somsgoederedenenhebbenomtransparantietebeperken.Zosteltconcurrentie
grenzenaandematewaarineenorganisatieopenkanzijnoverhaarprestaties.En
eenzorginstellingzalbijvoorbeeldnietgraagnaarbuitenbrengenwatpreciesde
afwegingenzijnompatiëntenaldannietteopereren,ofdatzeeenafdelingsluit
omdatdieeconomischnietrendabelis.Eenandereafweginginditverbandisdat
leerprocessenvaneenorganisatieverstoordkunnenwordenalsinformatiedie
bedoeldisvoorinterngebruikookgebruiktwordtineenverantwoording.Opdie
manierzalnamelijkweerstandontstaantegenhetverzamelenvaninformatie,het
kanimmersook‘tegenjegebruiktworden’(zieookMeursenVanderGrinten,
2006).
4.3 Conclusies4.3 Conclusies
Indevoorgaandeparagrafenstondenwestilbijeenaantalknelpuntenenrisico’s
inhetomgaanmetbelanghebbenden.Wekunnentweeoverkoepelendeconclu-
siestrekkenuitdezeknelpuntenenrisico's.
Identificatierelevantebelanghebbenden
Deinstellingenindeonderzochtesectorenkenneneengroteverscheidenheidaan
belanghebbenden,metverschillendeperspectievenenuiteenlopendebehoeften.
Zoheeftdeenegroepmeerbehoefteaangeschreveninformatieendeandere
groepaaneenvoorlichtingsavond.Envoorbepaaldegroepenzaldefinanciële
informatiehetmeestrelevantzijn,terwijlanderegroepenvooralgeïnteresseerd
zijninprestatiesofkwaliteit.
Omtevoorkomendatalleenbepaaldegroepenbelanghebbendenaanhetwoord
komenenandere-‘stille’-belanghebbendenbuitenbeeldblijven,zoudenbestu-
rendedialoogendeverantwoordingzogoedmogelijkmoetentoesnijdenopde
verschillendebehoeftenvandebelanghebbenden.Omdittekunnendoenishet
noodzakelijkdatorganisatiessystematischnadenkenoverdewievoorhenrele-
vantebelanghebbendenzijn,endusookoverdevraagwiezenadrukkelijkniettot
hunbelanghebbendenrekenen.
Doorwerkingvandedialoog
Hetbestuurvaneeninstellingmaakteenselectieuitdeveelheidvansignalenuit
deomgeving,weegtdiesignalenenkiestwelkesignalenhetlaatdoorwerkenin
beleid.Ditprocesisnietaltijdeventransparantvoordeomgeving.Datkanerop
termijntoeleidendatgroepenbelanghebbenden‘afhaken’.Alszeermindermet
huninbrengisgebeurddatzehaddenverwacht,zullenzeindetoekomstminder
bereidzijnhunmedewerkingteverlenen.
Hetisdaaromvanbelangdatinstellingenvooraftransparantzijnoverhet
afwegingskaderdatzijhanterenomdeinbrengvanbepaaldegroepenbelang-
hebbendenwelofniettehonoreren.Hierbijishetookbelangrijkdatdedialoog
diedetopvandeorganisatievoertmethaarbelanghebbenden,opbestuurlijk
niveau,goedverbondenwordtmetdedialoogdieopandereniveauswordt
gevoerd.Deinbrengvanverschillendebelanghebbendenopverschillendeniveaus
zoubinnendeorganisatiemoetenwordengedeeld.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�2
5 Goedbestuurbijsamenwerking,5 Goedbestuurbijsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingenschaalvergrotingenverbindingen
Indetweevorigehoofdstukkenstondgoedbestuurbijindividueleinstellingen
centraal.Dithoofdstukgaatovergoedbestuurbijsamenwerking,schaal-
vergrotingenverbindingen.
Inalledriedesectorenzienwedatindividueleinstellingenintoenemendemate
samenwerkingsverbandenaangaanmetandereorganisatiesendatschaalvergro-
tingoptreedt.Somsleidtdattotduurzamefinanciëleofbestuurlijkebanden
tussenorganisaties,tothetoprichtenvandochterondernemingenofzelfstot
fusies.Indecorporatiesectornoemtmendit‘verbindingen’.Dezeontwikkelingen
hebbengevolgenvoordeinrichtingenuitvoeringvangoedbestuur.
Wegaanindithoofdstukeerstinopdeontwikkelingenrondsamenwerkingen
schaalvergrotingbinnensectorenentussensectorenenwestaanstilbij‘verbindin-
gen’indecorporatiesector(§5.1).Daarnastaanwekortstilbijderedenenvoor
samenwerking,schaalvergrotingenverbindingen(§5.2).Vervolgensgaanwena
watde(mogelijke)gevolgenhiervanzijnvoorgoedbestuur(§5.2).Tenslotte
presenterenweeenaantaloverkoepelendeconclusie's(§5.4).
5.1 Vormenvansamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen5.1 Vormenvansamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen
5.1.1 Binnensectoren
Alin1999weesdecommissie-Meursinhaareindrapportopschaalvergrotingen
netwerkvormingindegezondheidszorg(CommissieHealthCareGovernance,
1999).Decommissieconstateerdedatdezeontwikkelingaanvankelijkbegonbij
deziekenhuizen,maardaterookeenforseschaalvergrotingingangwasgezetin
dethuiszorg,deverpleeg-enverzorgingshuissectorendegeestelijkegezond-
heidszorg(ggz).Dezezorgorganisatieswarennietaltijdondergebrachtinéén
stichtingmetéénraadvantoezichtenéénraadvanbestuur.Erontstondennet-
werkenvanholdingsensamenwerkendestichtingen,waardoorzichnieuwe
besturingsvraagstukkenaandienden.
BinnendegezondheidszorgzietdeInspectievoordeGezondheidszorgmetname
ophetterreinvandeouderenzorgcombinatiesontstaanzoalsverzorgingshuizen
dieverpleeghuiszorgenthuiszorgleveren.Eenvoorbeeldzijnverpleeghuizendie
huncliënteninkleinschaligewoonvormenhuisvestenenverpleeghuisartsenvan
externemaatschappenbetrekken(igz,2006).
Ookindeanderetweeonderzochtesectorenspeeltdeopkomstvansamen-
werkingsverbandenenschaalvergroting.Indecorporatiesectorontstaangrote
conglomeratenmetveelzogehetendochtersenkleindochters.
Dochterondernemingenvoerenvaakheelspecifieketakenuit,zoalsproject-
ontwikkelingofdeontwikkelingvanspecifiekelocaties.Somswordendochter-
ondernemingenopgerichtsamenmeteenofmeeranderepartijen,bijvoorbeeld
eengemeente.
Binnendeonderwijssectorishetbeeldheelwisselend.Inhetbasisonderwijsen
voortgezetonderwijsheeftdeafgelopenjarenookschaalvergrotingplaatsgevonden
enzijngrotescholengemeenschappenontstaan.Inhethogeronderwijsontstaan
steedsmeersamenwerkingsrelatiesenbestaanherendervoornemensvoorfusies.
Datspeeltbijvoorbeeldbijdedrietechnischeuniversiteiten,maarooktussen
hogescholen,universiteitenenacademischeziekenhuizen(ziekader).
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
Voorbeeld Vereniging VU-Windesheim
De Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg, kortweg de
Vereniging VUWindesheim, houdt drie instellingen in stand: de Vrije Universiteit Amsterdam, de Christelijke
Hogeschool Windesheim in Zwolle en het VUMedisch Centrum in Amsterdam. De VU, Windesheim en
VUMedisch Centrum gaan uit van de Vereniging en hebben eigen vormen van bestuur. De Vereniging heeft
een bestuur van ten minste zeven leden. De Vrije Universiteit en Windesheim hebben een gemeenschappelijk
College van Bestuur dat bestaat uit vijf leden. De raad van toezicht is belast met het toezicht op de besturen
van de universiteit, de hogeschool en het VUMedisch centrum.
5.1.2 Tussensectoren
Nietalleenbinnensectoren,maarooktussensectorenontstaansamenwerkings-
verbandenenschaalvergroting.ZoschrijvendegezamenlijkeBrancheorganisaties
Zorg(BoZ)indeinleidingvandeZorgbrede Governancecode (2005):
“De ontwikkeling van ketenzorg en de behoefte van zorgaanbieders om op een grotere
schaal te opereren hebben de afgelopen jaren geleid tot een veelheid en veelvormigheid
van fusies en samenwerkingsinitiatieven, waarbij in veel gevallen concerns en
werkverbanden ontstaan die de traditionele branches overstijgen.”
Desamenwerkingtussenwoon-enzorginstellingeniseenvoorbeeldhiervan.
Hierbijbeheertenexploiteertdecorporatiehetvastgoedenlevertdezorg-
instellingzorg.Doordatzorginstellingenrisicodragendzijngewordenvoorhun
vastgoed,lijktereennieuwemarktvan‘vastgoedindezorg’teontstaandie
interessantisvoorzowelcorporatiesalscommerciëlevastgoedexploitanten.
Eenstapverderdansamenwerkingtussenwoon-enzorginstellingeniseenfusie.
Datligtopditmomentnoggevoelig(ziekader).Zomoetenalleactiviteitenvan
eentoegelateninstellingopgrondvanhetbbsh(eenwoningcorporatie)niet
alleenverbandhoudenmetdekerntakenvandecorporatie,maardaarookaan
bijdragen.Hetaanbiedenvanzorgbehoortdaarnietnoodzakelijkerwijstoe.
Dewet-enregelgeving(metnamehetbbsh)voorzietmomenteelnietinhet
plaatsenvaneenjuridischeentiteitbovendecorporatie(toegelateninstelling),
waardoorbestuurentoezichthoudendorgaanvandecorporatieondergeschikt
wordenaaneenanderbestuur.
Voorbeeld Espria
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft in april 200� de fusie tussen Evean Groep, Philadelphia
Zorg en Woonzorg Nederland goedgekeurd nadat deze partijen hun fusieplannen hadden bijgesteld. Evean en
Philadelphia zijn onder meer actief op het gebied van verzorgingshuiszorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg en
gehandicaptenzorg. Woonzorg is actief op het gebied van realisatie en verhuur van woningen, verzorgings
huizen en verpleeghuizen. De oorspronkelijke fusieplannen van de nieuwe combinatie, die de naam Espria
krijgt, stuitten op mededingingsbezwaren. Na wijziging van de plannen, waarbij Woonzorg 11 verpleeg en/of
verzorgingshuizen zal afstoten, ging de NMa akkoord met de fusie. Daardoor behoudt volgens de NMa de
zorgconsument voldoende keuzevrijheid en blijft de concurrentiedruk in de markt hoog genoeg.
In juni 200� blokkeerde het kabinet echter de bestuurlijke fusie tussen woningcorporatie Woonzorg
Nederland en de zorgaanbieders Evean Groep en Philadelphia Zorg. Een fusie van een woningcorporatie met
één of meerdere organisaties van buiten de volkshuisvesting achtte het kabinet strijdig met de regelgeving.
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie was weliswaar positief over de inhoudelijke intenties van de
fusiepartners om projecten te realiseren waarin via zorggebonden woonvormen maatwerk wordt geleverd,
maar acht een bestuurlijke fusie toch een te vergaande vorm van samenwerking. Het is nadrukkelijk niet
toegestaan dat woningcorporaties ook zorgtaken op zich nemen.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r��
Eenandervoorbeeldvansamenwerkingtussensectorenisdietussencorporaties
enscholen,waarbijdeschoolvastgoedhuurtvandecorporatie.Voordeschool
kanzo’nsamenwerkingeenuitkomstzijn,omdatdecorporatiemeermiddelen
heeftomteinvestereninbijvoorbeeldeennieuwbouwproject.Ookzouzo’n
samenwerkingleerlingenbijwijzevanstagedemogelijkheidkunnenbiedenom
meetelopenmetdeservicedienstvandecorporatie.Ookdeontwikkelingvan
bredescholeninhetbasisonderwijsenvoortgezetonderwijswaarscholenonder
anderesamenwerkenmetorganisatiesvoorkinderopvangiseenvormvansamen-
werkingtussensectoren.Ookzijnerbijvoorbeeldinstellingenvoormiddelbaar
beroepsonderwijsdiesamenmetcorporatiesvanuitdewin-wingedachteeen
zorghotelbouwen.
5.1.3 Verbindingenindecorporatiesector
Voorbepaaldesamenwerkingsverbandenhanteertmenindecorporatiesectorook
weldeterm‘verbinding’.Wesprekenvan‘verbinding’alseeninstellingeen
dochtermaatschappijoprichtofeendeelnemingwaarbijdemoederorganisatie
substantiëlerisico’sloopten(mede-)aansprakelijkisvoorbijvoorbeeldschulden.
Ooksprekenwehiervaneenverbindingalseeninstellingduurzamefinanciëleof
bestuurlijkebandenaangaatmeteenandererechtspersoonofvennootschap,
zondertefuseren.Dezeinvullingvanhetbegripverbindingisgebaseerdopde
definitiedieinhetbbshwordtgehanteerd(ziekader).
Definitie van verbindingen volgens het BBSH, artikel 2a
Voor de toepassing van dit besluit verbindt een toegelaten instelling zich met een andere rechtspersoon of
vennootschap, indien:
• die andere rechtspersoon of vennootschap een dochtermaatschappij als bedoeld in artikel 2�a van Boek 2
van het Burgerlijk Wetboek van haar wordt;
• zij in die andere rechtspersoon deelneemt in de zin van artikel 2�c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
of;
• zij anderszins financiële of bestuurlijke banden met een bestaande andere rechtspersoon of vennootschap
aangaat, stemrechten in de algemene vergadering van een bestaande andere rechtspersoon verwerft of
een andere rechtspersoon of vennootschap opricht of doet oprichten, op een zodanige wijze dat daardoor
een duurzame band met die rechtspersoon of vennootschap ontstaat.
Verbindingenkunnenverschillendevormenaannemen.Verbindingenkunnen
betrekkinghebbenopdeindevoorgaandeparagraafbeschrevensamenwerkings-
verbanden,zoalstussencorporatiesenzorginstellingen,waarbijdecorporatiehet
vastgoeddeeldoetendezorginstellinghetzorgdeel.Daarnaastkaneenverbin-
dingbetrekkinghebbenophetjuridischverzelfstandigenvandelenvandeorga-
nisatie(zoalseenonderhoudsbedrijf )waardooreenaparterechtsvorm(vofofbv)
voorbijvoorbeeldprojectontwikkelingontstaat.Totslotzienwe(meestaltijde-
lijke)‘consortia’voorgroteprojecten.
Indecorporatiesectorishetthemavandeverbindingenhoogstactueel.In2003
constateerdehetcfvdatinjuli2002sprakewasvan2.090verbindingenverdeeld
over583corporaties(cfv,2003).Inhetzelfderapportonderscheidthetcfv
verschillendesoortenverbindingen(ziekader).
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
Soorten verbindingen in de corporatiesector
Het CFV verdeelt de verbindingen in een aantal groepen, die een oplopend financieel risico kennen. Volgens
het CFV telt de eerste groep �0% van het totale aantal verbindingen. Deze bestaan uit (CFV, 200�, p. �):
“Overlegstructuren tussen corporaties, structuren voor woonruimteverdeling en verbindingen die betrekking
hebben op kwaliteitsbeleid (voornamelijk KWHlabel).” Groep twee, tien procent, zijn samenwerkingsver
banden tussen corporaties, relaties tussen corporaties vanwege btwconstructies of collegiale financiering en
verbindingen waarin het eigen kantoorgebouw is ondergebracht. De financiële risico’s van de btwconstructies
zijn relatief beperkt, zo blijkt uit onderzoek van het ministerie. In de derde groep (12%) is een aantal zakelijke
activiteiten, die een beperkte financiële strekking hebben, ondergebracht. Zoals deelneming in kabelTV,
monumentenzorg, automatisering en woonwinkels. De vierde groep (�%) zijn verbindingen op het terrein van
woningbeheer en/of makelaardij. En de vijfde groep (�%) zijn samenwerkingsverbanden waarvan momenteel
niet kan worden vastgesteld welke activiteiten in de verbinding plaatsvinden. De meest risicovolle en laatste
groep (�%) heeft betrekking op verbindingen die gelet op hun omschrijving projectontwikkeling betreffen of
zouden kunnen betreffen (CFV, 200�).
5.2 Redenenvoorsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen5.2 Redenenvoorsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen
Deredenenwaarominstellingeninzoweldezorg-,woon-alsonderwijssector
(vergaande)samenwerkingsverbandenenverbindingenaangaankunnenfinan-
cieel,strategischofinhoudelijkvanaardzijn(ziebv.Deloitte,2007).Zoconsta-
teerdedeInspectievoordeGezondheidszorg(2006)dateconomische
overwegingeneenbelangrijkerolspelenbijfusiestussenzorginstellingen.
Eenfinancieelmotiefkanzijnhetbetalenvanmindervennootschapsbelastingof
btw.32Doorapartebv’sopterichtenkunnenactiviteitenwaarovervennootschaps-
belastingofbtwmoetwordenbetaaldwordenafgescheidenvanactiviteiten
waaroverdiebelastingennietzijnverschuldigd.Ookkanhetkapitaalvanbijvoor-
beeldeenwoningcorporatieervoorzorgendateenonderwijs-ofzorginstelling
beterbepaaldedienstenkanleverenofactiviteitenkanontplooien.Bovendienkan
hetaangaanvanverbindingenbijdragenaanhetspreidenvanrisico’s.
Hetmotieftotvergaandesamenwerking,aldannietineenspeciaalopgerichte
stichtingofbv,kanookstrategischzijnomzo‘marktaandeel’ineenbepaalde
regioveiligtestellen,ofomtegenwichttekunnenbiedenaancommerciële
aanbieders.
Eeninhoudelijkmotiefom(vergaande)samenwerkingsverbandenenverbindin-
genaantegaanisbijvoorbeelddewensomeenketenvansamenhangendezorg-
voorzieningenaantebiedenofwonenenzorgbeteropelkaaraftestemmen.Ook
hetbewerkstelligenvaneenbeteretoegankelijkheidvanonderwijsvoorzieningen
ofeenbetereaansluitingtussenonderwijsenarbeidsmarktzijnmogelijkeinhou-
delijkemotieven.
5.3 Gevolgenvoorgoedbestuur5.3 Gevolgenvoorgoedbestuur
5.3.1 Interntoezicht
Samenwerkingsverbanden,verbindingenenschaalvergrotinghebbengevolgen
voordesturing,debedrijfsvoering,deverantwoordingenhettoezicht,kortom
voordegovernancevaneeninstelling.Bisschot(2006)constateertdathet
opvallendisdatindevelepublicaties–eninwet-enregelgeving–overhealth
caregovernancenogweinigaandachtisvoorhettoezichtopdergelijkeandere
structuren.Ookinhetonderwijsisnogweinigaandachtvoorgoedbestuurbij
32In de corporatiesector is dit motief minder belangrijk geworden nu woningcorporaties per 1 januari 200� verplicht zijn om over alle activiteiten vennootschapsbelasting te betalen, dus ook over het verhuren van woningen.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r��
dezenieuwestructuren.Zoontbreekthetnogaaneengoedinzichtindeaantallen
endeaardvanverbindingenensamenwerkingsverbanden.
Indecorporatiesectorisweleenaantalpublicatiesverschenendatexplicietingaat
opgoedbestuurbijverbindingen.Zowijstdevtwerinhaarmemorandum
‘Governance bij verbindingen’(2007)opdathetvoorinternetoezichthoudersvan
belangisomvoldoendezichttehoudenopdeactiviteitendieinverbindingen
wordenuitgevoerd,zodat“degewenstetoetsingeneventuelebijsturingopbasis
vandejuisteinformatieenvooralooktijdigplaatsvindt”.Globaalzijnertwee
governancemodelleninomloop:hetconcernmodelenhetdecentraalmodel.
Uitgangspuntvoorbeidemodellenishetvoorkomenvanonttrekkingaanintern
toezicht.
Twee governancemodellen in de corporatiesector
Concernmodel
Het concernmodel gaat uit van een raad van commissarissen op het niveau van de toegelaten instelling.
Er is sprake van een gelaagde structuur waarbij de directeurbestuurder de bestuurder is van de toegelaten
instelling. De toegelaten instelling is op haar beurt bestuurder van de holding en de holding van de werkmaat
schappij en de werkmaatschappij van de project bv. De woningcorporatie is in deze als (enig) aandeelhouder
bevoegd tot het geven van algemene aanwijzingen ten aanzien van het te voeren beleid. Aan het bestuur van
de dochtervennootschap(pen) kunnen echter geen concrete instructies worden gegeven.
Het grote voordeel van het concernmodel is de eenheid van beleid aangezien alle besluiten met betrekking
tot de verschillende verbindingen binnen het concern door de directeurbestuurder en de raad van
commissarissen worden genomen. Dit maakt een integrale aansturing eenvoudiger.
Decentraal model
Het decentraal model werkt met raden van commissarissen op verschillende niveaus in de structuur. Voor de
bestuurlijke invulling zijn meerdere opties denkbaar zoals het extern aantrekken van een bestuurder, bestuur
ders van de woningcorporatie benoemen tot bestuurder van de dochter resp. kleindochters en toepassen van
het concern model voor het bestuur.
Ook binnen een concernmodel kan er een hele legitieme reden zijn om op een lager niveau een aparte raad
van commissarissen te hebben. Vooral als er sprake is van samenwerking met een derde waarin de toegelaten
instelling een belang heeft van �0% of minder (deelneming) kan het zinvol zijn om een afgevaardigde in de
raad van commissarissen te hebben om goed toezicht te houden op de activiteiten van die verbinding.
Vaak zal een lid van de raad van commissarissen van de toegelaten instelling zitting nemen in een dergelijke
raad van commissarissen. Het feit dat een dergelijke raad meestal samengesteld zal zijn uit leden die uit
diverse ondernemingen afkomstig zijn, zal de onafhankelijkheid van het toezicht bevorderen en een tegen
strijdig belang als hiervoor geschetst zich minder snel voordoen. (Bron: VTW, 200�, p. ��)
Hetcfv(2006c,p.10)meentdatdetoezichthoudertenaanzienvanverbindingen
zichervanmoetverzekerendathetbestuurvandewoningcorporatie‘incontrol’is.
“Dit betekent dat de toezichthouder zich ervan vergewist dat de corporatie weet welke
risico’s zij neemt met haar verbindingen, wat de mogelijke kans is dat deze risico’s
zich voordoen, hoe groot de mogelijke gevolgen zijn als deze risico’s zich voordoen,
wat de maatregelen zijn om de risico’s te beheersen (preventief en/of correctief ) en of
de corporatie de mogelijke risico’s kan dragen c.q. dat de verbindingen het beleid met
betrekking tot de kernactiviteiten van de corporatie niet doorkruisen.”
Hetcfv(2007,p.5)constateertinhaaronderzoeknaardekwaliteitvandeverant-
woordingdoorderadenvancommissarissenbijwoningcorporatiesechterdat
“deverantwoordingmetbetrekkingtotverbindingenweliswaarisverbeterdten
opzichtevandeverslagjaren2004en2005,maardataltijdnogbijzeker40%van
decorporatiesdieeenverbindinghebben,deraadvancommissarissendaarin
hunverantwoordingnietsovermeldt.”
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
IneenreactiegeeftdeministervanWWIaanheteenstezijnmethetcfv.Zijacht
eentransparanteverantwoordingoverdeverbindingenvanbelangvoor(externe)
toezichthoudersinverbandmetrisico’senheteventueelweglekkenvanmaat-
schappelijkgebondenvermogen.Ookishetindevisievandeministervanbelang
voorstakeholdersomvolledigzichttehebbenopdeactiviteitenvancorporatieén
verbinding(en).Deministerisverdervanmeningdatvooralhetbestuurvande
corporatiezelfvoldoendezichtmoethebbenopdeactiviteitenendeeventuele
financiëlerisico’s.
“In het kader van de vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst, kiezen
corporaties voor de optie om een deel van het bezit onder te brengen in een verbinding
( juridische scheiding). Ook daarom is het van belang meer zicht te hebben op de
verbindingen.” (wwi, 2008)
Devragen‘hoehoudtdeinternetoezichthouderzichtopwatergebeurtinde
verbindingen?’,‘hoehoudthijinzichtinde(beheersbaarheidvande)risico’s?’en
‘hoekanhijvoldoendezeggenschapoverdieverbindingenafdwingen?’worden
nieteenduidigbeantwoord.Inonzeverkenningpasseerdenverschillendevarian-
tenderevue.Eenmogelijkheidiseenverbindingmeteeneigenbestuurderwaar-
bijderadenvanbestuurenradenvantoezichtvandedeelnemendeorganisaties
grotendeelsbuitenspelstaan.Ookkangekozenwordenvooreenverbinding
waarbijdedeelnemendepartijenalleenrisicolopenvoorhetbedragvandedeel-
nemingzelfennietvooreventueleverliezenvandeverbindingalsgeheel.Inweer
anderegevallenisexplicietgeregelddatdeverbindinggeheelvaltonderderaad
vantoezichtvandedeelnemendeorganisaties.Ineenlaatstegevalgafdebestuur-
deraandatderaadvantoezichtgeenvolledigbeeldhadvandeverbindingen.
Ookbijverbindingenindezorgenonderwijszijntransparantieeninformatie-
voorzieningessentieelomgoedinterntoezichtuittekunnenoefenen.Wanneer
bijvoorbeeldindezorgwordtgekozenvoordevormvanéénstichting,metwtzi-
toelating,dievervolgensallesuitbesteedtaan‘onderhangende’bv’sishetbelang-
rijkomhetinternetoezichtgoedteregelen,zodatdezeookzichthoudtopwater
indiebv’sgebeurt.Bovendienheefthetgevolgenvoordetransparantie:destich-
tinglegtverantwoordingaf,nietdeafzonderlijkebv’s.Hetrisicovangebrekaan
transparantiebijverbindingenwordtvergrootdoordathetjaarverslagopconcern-
niveaugemaaktwordt,waardooronderhavigestichtingenofbv’sbuitenbeeld
blijven.
5.3.2 Dialoogmetbelanghebbenden
Alsergecombineerdeorganisatiesvanzorg,welzijnenwonenontstaan,ontstaan
ookbelanghebbendendienietlangeralleenhuurderofawbz-cliëntzijnmaar
beide.Daarnaastkopenbelanghebbendenvaaknogalsparticulierwelzijn-of
zorgvoorzieningeninenditallesbijdezelfdeinstelling.Eenbestuurderbijeen
vandegeïnterviewdeorganisatiesgafaanbinnenzijnorganisatietestrevennaar
eenbreedsamengesteldebelanghebbendenvertegenwoordigingofcliëntenraadin
plaatsvaneennaastelkaarfunctionerendehuurdersbelangenvereniging,patiën-
tenplatformenbewonersplatform.
Doorschaalvergrotingenverbindingenkomenorganisatiesmogelijkverdervan
demaatschappijaftestaan.Ditmaakthetbelanghebbendenmanagement
ingewikkelder.Tegelijkertijdwordthetbelangrijkervanwegedebredemaatschap-
pelijkefunctiediebetreffendeorganisaties(moeten)vervullen.
Tijdensdeinterviewsgavenveelgesprekspartnersaaneenspanningtesignaleren
tussenpolitiekesturingenfinancieringdoorafzonderlijkedepartementenener-
zijdsendebehoeftenenwensenvanlokalebelanghebbendenanderzijds.Wensen
a l g e m e n e r e k e n k a m e r��
dievaakophetsnijvlakliggenvanverschillendedepartementenofzelfsdeparte-
mentsoverstijgendzijn.
5.4 Conclusies5.4 Conclusies
Indithoofdstukstondenwestilbijontwikkelingenrond(vergaande)samen-
werking,schaalvergrotingenverbindingenendemogelijkegevolgenvoorintern
toezichtendedialoogmetbelanghebbenden.Indezeparagraafeindigenwemet
eenaantaloverkoepelendeconclusies.
5.4.1 Sectoroverschrijdendeverbindingenensectoralewet-enregelgeving
Departementen,financiering,toezichtenbrancheorganisatieszijnsectoraal
georganiseerd.Ditdoetonvoldoenderechtaandeintegraliteitaandevraagkant
enaandepraktijkvaninstellingendiesteedsmeersectoroverschrijdendediensten
aanbieden.Dehuidigewetgevingenfinancieringindezorg-encorporatiesector
zijnonvoldoendetoegesnedenopdeverbindingentussenzorginstellingenen
woningcorporaties.33Verdergedetailleerdonderzoekzoumeerlichtmoeten
werpenopdeexacteaardenomvangvandeknelpunten.Hetkanimmerszozijn
datwet-enregelgevingéchtnietmeerpassenbijdepraktijk,maarookdatde
praktijknietgoedgebruikweettemakenvandemogelijkhedendiedebestaande
wet-enregelgevingbiedtofdatergoederedenenzijnvoorgescheiden
financieringsstromen.
Ookmoetendeformeleverantwoordingseisennietteveelafwijkenvande
dagelijksepraktijkendecontextwaarinzorg-wonen-welzijninstellingenfunctio-
neren.Anderskaneenpapierenverantwoordingontstaandieweliswaarvoldoet
aandewettelijkeeisen,maarweinigzegtoverdewerkelijkheid.Zowelbijtoe-
latingalsbijverantwoordingconstateerdenverschillendegesprekspartnersdatde
regelgevingnietaansluitbijdepraktijk:erwordtgezochtnaarcombinatiesvan
onderwijs,welzijn,wonenenzorg,publiekeenprivateactiviteitenvandedienst-
verleninglopeninelkaarover,risico’swordengedeeldenwinstenuitprivate
activiteitenwordengeïnvesteerdinpublieketaken.
5.4.2 Goedbestuurbijverbindingen
Interntoezicht
Vanuitgoedbestuurbezienzoudeinternetoezichthouderinzichtmoetenhebben
indeaardenhetaantalverbindingenendedaarmeegepaardgaanderisico’sen
meerwaarde.Hoeweldeverschillenindepraktijkgrootzijn,hebbeninterne
toezichthoudersvaakgeenvollediginzichtinverbindingenende(beheersbaar-
heidvande)daarmeeverbondenrisico’sen/ofbeschikkenzijnietovervoldoende
instrumentenofbevoegdhedenombijtijdsintekunnengrijpen.
Omgangmetbelanghebbenden
Verbindingenbrengenhetrisicovanbureaucratie,gedwongenwinkelneringof
concurrentievervalsingmetzichmee.Maardeinstellingenzelfbenadrukken
vooraldekansenvanschaalvoordelenvooreenbeteredienstverleningenhet
ontwikkelenvaninnovatieveconcepten.Zijlatendaarvanookvoorbeeldenzienin
devormvangeïntegreerde(zorg,wonen,welzijn)dienstverlening.
Uitonderzoekindecorporatiesectorkomtnaarvorendatzelfsbasaleinformatie
overaardenaantalvandeverbindingennognietaltijdaanwezigisindepublieke
verantwoording.Vergelijkbaaronderzoekindeanderesectorenontbreektnog.
Verbindingenmakenverderdedialoogmetbelanghebbendeningewikkelder
omdatdegroepbelanghebbendengroterenmindervastomlijndwordt.
Bovendienneemtdekansopbelangentegenstellingentoe.
33 Zie bijvoorbeeld NRC, � april 200�, “Espria krijgt te maken met vijftien verschillende financieringsstromen”.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
6 Thema’svoordetoekomst6 Thema’svoordetoekomst
Indevoorgaandehoofdstukkenhebbenwegoedbestuurindepraktijkvaninstel-
lingenindezorg-,deonderwijs-endewoonsectorverkend.Hoegaanzijommet
tweebelangrijkeelementenvangoedbestuur:interntoezichtenomgangmet
belanghebbenden?Ookzijnweingegaanopdeontwikkelingenrondsector-
overschrijdendeverbindingenendegevolgendaarvanvoordeinvullingvangoed
bestuur.
Wehebbengeziendatgoedbestuurindepraktijkvaaknog'werkinuitvoering’is.
Inbijlage1zijndeconclusiesuitonzeverkenningschematischweergegeven.
Onzeconclusiesindevoorgaandehoofdstukkenoverziend,denkenwijdatvier
thema’sdekomendejarenomnadereuitwerkingvragen:
• hetmanagenvandehooggespannenverwachtingentenaanzienvangoed
bestuur;
• hetcreërenvaneengemeenschappelijkreferentie-entoetsingskadervoor
interntoezichtenvoordedialoogmetbelanghebbenden;
• hetnadervormgevenvandeverhoudingtussenmaatschappelijkeverankering
vaninstellingenendepolitiekesturing;
• devierP's,vangoedbestuur:bijdeuitwerkingvangoedbestuurindepraktijk
zouzowelaandachtmoetenwordenbesteedaanprincipes,processen,presta-
tiesalsaanpersonen.
Indevolgendeparagrafengaanwijverderinopdezethema’svoordetoekomst.
6.1 Hooggespannenverwachtingen6.1 Hooggespannenverwachtingen
Eeneerstethemavoordetoekomstishetmanagementvandeverwachtingenrond
goedbestuur.Erbestaateenreëelrisicodataandehooggespannenverwachtingen
diebijzoweldebeleidsmakersalsdeinstellingenzelfbestaantenaanzienvanhet
internetoezichtendeomgangmetbelanghebbendennietkanwordenvoldaan.
Meertransparantieovergehanteerdetoetsingskadersdoorderaadvantoezichten
deomgangmetbelanghebbendenkunneneeneerstestapzijnomdeverwachtin-
genendepraktijkvangoedbestuurdichterbijelkaartebrengen.
6.2 Referentiekadersentoetsingskaders6.2 Referentiekadersentoetsingskaders
Wataanveelvandegesignaleerdeknelpuntenbijgoedbestuurinbeleidenpraktijk
tengrondslagligt,ishetontbrekenvaneengemeenschappelijkreferentiekaderen
eenduidelijktoetsingskader.Tijdensdezeverkenningisvanverschillendekanten
benadruktdatdehoudingvandebestuurdereenbelangrijkelementvangoed
bestuuris.Maarwatiseengoedehoudingenwiebepaaltdit?Zekervoormaat-
schappelijkeondernemingenisdievraagnognieteenduidigbeantwoord.Enook
voordeinternetoezichthoudergeldtdatnietduidelijkiswanneerhijhetgoed
doetenwaarophijpreciesgeachtwordttetoetsen.
Indeomgangmetbelanghebbendenworsteleninstellingenmetsoortgelijke
vragen:wanneerisdedialoogenverantwoordingdieeenorganisatievoertgoed
enwiebepaaltdit?Bijsectoroverschrijdendeverbindingentenslottezienwedat
erdoorhetontbrekenvaneenduidelijktoetsingskadergeenzichtisophetfuncti-
onerenvandeorganisatiealsgeheel.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�0
6.3 Maatschappelijkeverankeringversuspolitiekesturing6.3 Maatschappelijkeverankeringversuspolitiekesturing
Eenderdevraagdiedekomendejarenbeantwoordzalmoetenwordenis:hoe
verhoudenindedriesectorenpolitiekesturingenmaatschappelijkeverankering
zichtotelkaarenwaarligthetprimaat?
Aandeenekanthalendeinstellingenindezorg,hetonderwijsendecorporatie-
sectorhunlegitimiteituitdematewaarinendemanierwaaropzeinspelenopde
lokalebehoeftenendematewaarinzegeworteldzijninlokaleomgeving.Aande
anderekantstellendelokaleenlandelijkepolitiekookhuneigeneisenaanhet
functionerenvanscholen,ziekenhuizenofcorporatiesintermenvantoeganke-
lijkheid,betaalbaarheidenkwaliteit.Maatschappelijkelegitimiteitenpolitieke
sturingkunnendaardooropgespannenvoetmetelkaarstaan.
Zoweldepolitiekesturingalsdemaatschappelijkeverankeringstaanonderdruk
alsgevolgvan(sectoroverstijgende)schaalvergrotingenfusies.Wezienookdat
lokaleofregionaleinstellingensteedsmeerlandelijkgaanwerken.Daarmee
verdwijnthetnatuurlijkeachterlandvaninstellingen:hetissteedsminderduide-
lijkvanwieenvoorwiedeinstellingenzijn.Daarmeewordtdemaatschappelijke
verankeringmoeilijkerteorganiserenenwordthunplaatsindemaatschappij
steedsmindervanzelfsprekend.Aandeanderekantwordtookdesturingdoorde
politieklastiger,omdatfinanciering,wet-enregelgevingentoezichtsectoraal
zijngeorganiseerd.Datmaakthetsteedsmoeilijkervoordelokaleenlandelijke
politiekomgriptekrijgenentehoudenopinstellingendieintersectoraalwerken,
vooralomdatdezeorganisaties,zekeroplokaalniveauintoenemendemateeen
machtsfactorvanbelangvormen.
6.4 DevierP’svangoedbestuur6.4 DevierP’svangoedbestuur
Eenlaatstethemavoordetoekomstbetreftdeverbredingvandeblikopgoed
bestuur.Tijdensonzeverkenningisindeinterviewsveelvuldigbenadruktdathet
bijhetbeoordelenvangoedbestuurnietvoldoendeisomnategaanofaande
principesvangovernancecodesenwetgevingisvoldaan.Nietalleenhetvoldoen
aanprincipes,maarookhetleverenvanprestaties,demanierwaaropdeinteractie
metdeomgevingisingerichtendekwaliteitvanbestuurderszijncrucialeelemen-
tenvangoedbestuur.Kortom:goedbestuurbestaatuitprincipes,processen,
personenenprestaties.
Principeszijnuitgangspuntenzoalsdescheidingtussenbestuurentoezichtof
integriteitdieveelalindegovernancecodeszijnvastgelegd.
Depersonendievanbelangzijnvoordevormgevingvangoedbestuurzijnde
bestuurdersendetoezichthouders.Goedbestuurvaltofstaatmethunhouding
engedrag.
Deprestatiesvandeinstellingzijnookcruciaal.Daarbijkanhetgaanomdemanier
waaropeenwettelijketaakwordtuitgevoerd,maarookomdekwaliteitofklant-
gerichtheidvandedienstverlening.Hoewelergeendirecteenduidigverband
tussengoedbestuurenprestatiesbestaatishetaannemelijkdateeninstellingmet
slechteprestatiesnietgoedbestuurdwordt.
Deprocessenvangoedbestuurhebbentemakenmethetbetrekkenvandeomgeving
bijhetbeleidenmetdekwaliteitszorgvandeorganisatie.Hetgaatnietalleenom
dedialoogmetdirectebelanghebbenden,maarookomdeomgangmetmensen
dieinbrederezinbetrokkenzijnbijofgeïnteresseerdzijnindeorganisatie.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�1
Overdeprincipesvangoedbestuurzoalsdescheidingtussenbestuurentoezicht
ofintegriteitlijktinhetalgemeenvrijbredeovereenstemmingtebestaan.
Lastigerligthetbijdebeantwoordingvandevraagwatdejuistehoudingenhet
juistegedragvanbestuurdersentoezichthoudersisendevraagwelkeprestaties
doorwiegevraagdwordenvaninstellingen.Watiseengoedziekenhuis,watis
eengoedeschoolenwatiseengoedewoningcorporatie?Eenmoeilijkevraag,
vooralomdatziekenhuizen,scholenenwoningcorporatiesgeeneenvoudige
taakorganisatieszijn,maarmaatschappelijkeondernemingenmeteeneigen
maatschappelijkeopgaveenmeteenhogematevanautonomie.Hetisdaaromvan
belangdateniggedeeldbeeldbestaattussendebetrokkenbestuurders,de
belanghebbendenendepolitiekeprincipalen.Wanneerdoejehetgoedalsmaat-
schappelijkeonderneming?Zolangergeenconsensusisoverhetantwoordopdie
vraag,iseeneenduidigoordeeloverhetfunctionerenenpresterenvaneeninstel-
lingnietmogelijk.
Eenlaatsteelementvangoedbestuurbetreftdeproceskant:deinteractievaneen
organisatiemetdeomgeving.Doorgoedteluisteren,dedialoogaantegaanen
zichteverantwoordenaandeomgevingkandeorganisatieaanklantgerichtheid
enkwaliteitwinnen.Dieinteractieluistertnauwindepraktijk:welkebelang-
hebbendenwordenopwelkmomentbetrokkenbijdeorganisatieenwiebepaalt
dat,debestuurderofdebelanghebbendenzelf ?Juistomdatditzo’nbelangrijk
elementisvangoedbestuurishetvanbelangdatdekomendejarenbestpractices
opditpuntwordenuitgewisseld.
Figuur 2: De 4P’s van goed bestuur
Principes:Is voldaan aan principes voor goed bestuur?
Processen: Wanneer is er sprake van de juiste interactie met de juiste belanghebbenden?
Goed bestuur?
Prestaties:Wanneer doet een maatschappelijke onderneming het goed?
Personen: Wat is de juiste houding en gedrag van bestuurders en toezichthouders?
Degovernancecodeskunnenwordengezienalseencodificatievaneenaantal
principesvangoedbestuur.Voordeconcreteinrichtingvanprocessen,hetgedrag
vanpersonenenhetleverenvanprestatiesbiedenzijechterteweinighouvast.Dat
betekentdatmethetvoldoenaandegovernancecodesinstellingennogniet
voldoenaanallevoorwaardenvoorgoedbestuur.Omwerkelijkvasttestellenof
sprakeisvangoedbestuurzaldeaandachtdanooknietalleenopdeprincipes
gerichtmoetenzijn,maarookopdeprestaties,depersonenendeprocessen.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�2
Bijlage1 ConclusiesinschemaBijlage1 Conclusiesinschema
Hoofdstuk 2 Goed bestuur in beleid: een vergelijking tussen sectoren
Onderwijs Zorg Wonen
Beleidscontext Veranderende bestuurlijke verhoudingen en autonomievergroting onderwijsinstellingen
Gereguleerde marktwerking als gevolg van nieuw zorgstelsel
Debat over toekomst woningcorporaties: maatschappelijke verankering en stimuleren maatschappelijk ondernemerschap woningcorporaties
Visie op goed bestuur Voorwaarde voor behouden en verbeteren kwaliteit onderwijs
Verantwoording over financiële prestaties en over kwaliteit zorg zodat patiënt kan kiezen
Verantwoording over financiële prestaties en over de gewenste maatschappelijke prestaties
Goed bestuur leidt niet direct tot betere prestaties
Elementen goed bestuur Intern toezicht en omgang met belanghebbenden + Goede bestuurders
Naleving principes Zelfregulering: geen structurele controle op naleving van bepalingen uit de governancecodes
Hoofdstuk 3 Goed bestuur in de praktijk: intern toezicht
Verwachtingen • Algemeen: meer aandacht voor de kwaliteit (en de betaalbaarheid en toegankelijkheid) van de dienstverlening.• Ministers: intern toezicht kan leiden tot minder extern toezicht.
Praktijkervaringen Intern toezicht in de praktijk is kwetsbaar, doordat de volgende risico’s onderbelicht zijn:• Conflicterende rollen
Risico op conflict tussen rol van werkgever, toezichthouder en adviseur Die spanning wordt in de praktijk niet altijd als zodanig erkend en ervaren.
• Onafhankelijkheidsparadox Raden van toezicht zijn onafhankelijk, maar voor hun informatievoorziening vaak afhankelijk van het bestuur. Interne toezichthouders lopen het risico onvolledig en te eenzijdig geïnformeerd te zijn. Gebruik van andere informatiebronnen kan hun onafhankelijkheid versterken.
• Verantwoordingsvacuüm Formeel kan niemand ingrijpen als de raad van toezicht niet goed functioneert. En kan zo een verantwoordingsvacuüm ontstaan, omdat onduidelijk is namens wie en voor wie de raad toezicht houdt en wie of wat de raad bij de les houdt.
Hoofdstuk 4 Goed bestuur in de praktijk: omgang met belanghebbenden
Verwachtingen Goede omgang met belanghebbenden kan bijdragen aan:• betere dienstverlening;• vroegtijdige signalering van problemen;• betere maatschappelijke inbedding van de instelling;• meer draagvlak voor besluiten;• meer vertrouwen in de instelling.
Praktijkervaringen Omgang met belanghebbenden levert nog niet op wat ervan verwacht wordt. Twee belangrijke aandachtpunten zijn:• Identificatie van relevante belanghebbenden
Om de dialoog zo goed mogelijk te kunnen toesnijden op de behoeften van verschillende belanghebbenden moeten instellingen systematisch nadenken over de vraag wie de voor hen relevante belanghebbenden zijn (en dus ook over de vraag wie ze nadrukkelijk niet tot hun belanghebbenden rekenen).
• Verwachtingenmanagement Er bestaan verschillende verwachtingen over de doorwerking van de inbreng van belanghebbenden in het beleid van de instelling. Het risico is dat belanghebbenden afhaken. Daarom: transparant zijn over het afwegingskader voor het wel of niet honoreren van inbreng van belanghebbenden; inbreng op verschillende niveaus binnen organisatie delen.
Hoofdstuk 5 Goed bestuur bij samenwerking, schaalvergroting en verbindingen
Aandachtspunten bij ontwikkelingen op gebied van verbindingen
Spanning tussen sectorale regels en sectoroverschrijdende praktijk:• De sectorale organisatie van departementen, financiering, toezicht en brancheorganisaties doet onvoldoende recht aan
de integraliteit van sectoroverstijgende instellingen.• Formele verantwoordingseisen sluiten niet aan op de praktijk: risico op papieren verantwoording.• Externe toezichthouders hebben geen volledig inzicht in verbindingen.
Praktijkervaringen met goed bestuur bij verbindingen
In de praktijk veel onduidelijk:• Onduidelijk hoe raad van toezicht zicht houdt op verbindingen en daarmee verbonden risico’s en hoe zeggenschap geregeld
moet worden.• Publieke verantwoording moet inzicht bieden in verbindingen en risico’s. In corporatiesector gebeurt dit onvoldoende, in
andere sectoren onbekend.• Dialoog met belanghebbenden bij verbindingen extra complex: veel belanghebbenden met mogelijk tegengestelde belangen.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
Bijlage2 Beleidscontextonderwijs,zorgenBijlage2 Beleidscontextonderwijs,zorgenwonenwonen
Beleidscontextsectoronderwijs
Voortgezetonderwijs
DeministervanOCWisinhetvoortgezetonderwijs(vo)verantwoordelijkvoor
hetgoedpresterenvanhetvo-bestel,debekostigingendedoelmatigheid(OCW
2006c).DeInspectievanhetonderwijshoudtnamensdeministervanOCW
toezichtopde(verantwoordingoverde)kwaliteitvanhetvoortgezetonderwijsen
controleerteenaantalwettelijkeeisendieaanhetvoortgezetonderwijsworden
gesteld,zoalsde‘uren-norm’.Ookgaatdeinspectienaofscholenrekening
houdenmetwensenenverwachtingenvanouders/verzorgersoverhetonderwijs
(InspectievanhetOnderwijs,2006b).
Nederlandheeftbijzonderenopenbaaronderwijs.Hetbijzonderonderwijs,zoals
scholenopchristelijkegrondslag,wordtvanoudsherzelfstandigbestuurd.Voor
hetopenbaaronderwijszijndegemeentenvanoudsherverantwoordelijk.Vanaf
november1996hebbengemeentendemogelijkheidomopenbarescholente
verzelfstandigen(CBS,2007).
Indeafgelopenjarenzijnveelopenbarescholenverzelfstandigd.Inheteerste
kwartaalvan2007werd8,8%vandevo-instellingendoordegemeentegefinan-
cierd,opbasisvanleerlingenaantallen.In1997wasditnog23,7%(CBS,2007).
Gemeentenzijnsoms(mede)oprichtervanscholenenzitten(soms)inhetbestuur
vanopenbarescholen.
“[De gemeente] handhaaft de Leerplichtwet 1969 en heeft een rol in het terugdringen
van het voortijdig schoolverlaten en in het verminderen van de jeugdwerkloosheid
(…) De gemeente is verder verantwoordelijk voor de huisvesting (nieuwbouw en
ingrijpende verbouw) van scholen.” (OCW, 2005, p. 15)
Hetbevoegdgezagvandevo-schoolmoetzorgdragenvoordekwaliteitvanhet
onderwijsopdeschoolenstelthiertoeeenschoolplaneneenschoolgidsvast(art
23aenart24a,WVO).
Inhetvoortgezetonderwijszijnverschillendebrancheorganisatiesactief,zoalsde
VO-raad,deBesturenraad(christelijkonderwijs),deVOS/ABBendeAlgemene
VerenigingvanSchoolleiders.Hetvotelt325besturenendiezijnbijnaallemaal
(95à100%)lidvandeVO-raad.
Hogerberoepsonderwijs
DeministervanOCWisinhethogeronderwijs34verantwoordelijkvoordekwali-
teitentoegankelijkheidenvooreendoelmatigebestedingvanoverheidsgeld.Via
bekostiging,regelgeving,afsprakenmetbestuurlijkepartijenenviavoorlichting
schepthetministeriehierrandvoorwaardenvoor(OCW2006;2007).
Hetexternetoezichtopdekwaliteitvanhethogeronderwijswordtuitgevoerd
doordeNederlands-VlaamseAccreditatieOrganisatie(NVAO).DeNVAOverleent
sinds2002eenkeurmerkaandeopleidingeninhethogeronderwijsdievoldoen
aaninternationaalaanvaardekwaliteitseisen.Wanneereenopleidingnietgeaccre-
diteerdisofdeaccreditatieverliest,ontvangtdeopleidingookgeenbekostiging
enmaggeenerkendediploma’suitreiken.34 Hoger onderwijs bestaat uit hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo).
a l g e m e n e r e k e n k a m e r��
InhethogerberoepsonderwijssteltdeNVAOdeeisdateindkwalificatieszijn
ontleendaandedoorhetberoepenveldopgesteldeberoepsprofielenofberoeps-
competentiesendatmedewerkers,studenten,alumnienafnemendberoepenveld
actiefzijnbetrokkenbijdeinternekwaliteitszorg(NVAO,2003).
InhethogerberoepsonderwijsisdeHBO-raadactiefalsdebrancheverenigingvan
hogescholen.IndeHBO-raadzijnalledoordeoverheidbekostigdehogescholen
inNederlandverenigd.DeHBO-raadisinitiatiefnemervandeBranchecode
Governance.
Beleidscontextsectorzorg
InNederlandiszorgvanoudshereenprivateaangelegenheid.Deoverheidheeft
binnenhetzorgveldeenrandvoorwaardenscheppenderol,alskaderstelleren
toezichthouderenisopsysteemniveauverantwoordelijkvoordetoegankelijkheid,
betaalbaarheidenkwaliteitvandezorg.DeNederlandseZorgautoriteit(NZa)
treedtopalsmarkttoezichthouderendeInspectievoordeGezondheidszorg(IGZ)
houdttoezichtopde(organisatievan)veiligheidenkwaliteitvandegeleverde
zorg.
DeWettoelatingzorginstellingen(WTZi)isop1januari2006inwerking
getreden.Omzorgtemogenleverendietenlastekomtvande
Zorgverzekeringswet(Zvw)ofdeAWBZ,moetenzorginstellingeneentoelating
hebben.Eénvandeeisenvoortoelatingisdetransparantievanbestuursstructuur
enbedrijfsvoering.HetUitvoeringsbesluitWTZischrijftondermeervoordat
toegelatenzorginstellingeneentoezichthoudendorgaanhebben.Ookgeldtvoor
dezeinstellingenvanaf1januari2008(verslagjaar2007)deverplichtingomde
verslaglegginginterichteninovereenstemmingmethetstramienvanhet
JaardocumentMaatschappelijkeVerantwoording.IndeWTZiisookhetenquête-
rechtvastgelegd.DeOndernemingskamerkangevraagdwordenonderzoekte
doennaarwanbeleidineenzorginstelling.IndeWTZistaatdathetorgaandat
opkomtvoordebelangenvancliënten,debevoegdheidmoetkrijgenomeen
verzoekintedienenbijdeOndernemingskamer.Ditkandeinternecliëntenraad
zijnmaarookdelandelijkekoepelsvancliëntenraden.
Instellingendieaandeverantwoordingsverplichtingenvoldoenendaaringoede
uitkomstenlatenzien,zullenvolgensdeministervanVWSmindertoezichtlasten
vandeIGZendezorgkantorenhebben.
DezorgsectorkentdeBrancheorganisatiesZorg(BoZ),eensamenwerkings-
verbandwaarvijfbrancheorganisatieslidvanzijn:Arcaresbrancheorganisatie
verpleging&verzorging,GeestelijkeGezondheidszorgNederland,Landelijke
VerenigingvoorThuiszorg,NederlandseFederatievanUniversitairmedische
centra,NVZverenigingvanziekenhuizenendeVerenigingGehandicaptenzorg
Nederland.BoZisinitiatiefnemervandegovernancecodeindezorg.
Beleidscontextsectorwonen
Hetvolkshuisvestingsbeleidvaltonderdeverantwoordelijkheidvandeminister
vanVROM.Deministercreëertopbasisvanlandelijkedoelstellingenconditiesen
kadersvoorhetleverenvangewenstemaatschappelijkeprestatiesenvoorhet
proceswaarmeedezeoplokaalniveautotstandmoetenkomen.Hetsluitstuk
wordthierbijgevormddoorhetpubliekrechtelijktoezicht.HetCentraalFonds
Volkshuisvesting(CFV)isdefinancieeltoezichthoudervoordewoningcorporatie-
sector(VROM,2005).
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
Vanallehuurwoningen(circa3miljoen)inonslandvaltcirca75%onderde
socialehuursector.Dewoningenindezesectorzijndoorgaanseigendomvan
woningbouwcorporaties.Woningcorporatieszijnorganisatiesmeteenpublieke
taak;zijvoorzieninadequatehuisvestingvoordiegroepenindesamenlevingdie
viademarktnietofonvoldoendevanwoonruimtewordenvoorzien.Detakenen
activiteitendiewoningcorporatiesmogenverrichten,zijnwettelijkingekaderd.
HetBesluitBeheerSocialeHuursector(BBSH)bevateenlimitatieveopsomming
indevormvanzesprestatieveldenvandewerkzaamhedendiewordengerekend
tothetgebiedvandevolkshuisvesting:
• kwaliteitvandewoningen;
• verhuurvandewoningen(hetbijvoorrangenpassendhuisvestenvande
woningzoekendenmetlagereinkomens);
• leefbaarheid;
• wonenenzorg;
• betrekkenvanbewonersbijbeleid;
• beheerendefinanciëlecontinuïteit(VTW,2005).
Corporatiesdienenhieroplokaalniveauconcreteinvullingaantegeven,in
samenspraakmetdegemeenteenbewoners.Zomoetenzijhunbeleidafstemmen
ophetgemeentelijkevolkshuisvestingsbeleidenjaarlijksoverlegvoerenmet
gemeenten,bijvoorbeeldoverhetvoorgenomenaan-enverkoopbeleidvande
corporatie(BBSH,toelichting).Beginjaren’90vandevorigeeeuwzijnwoning-
corporatiesverzelfstandigd.Errustnogweleenbestemmingsplichtopdemidde-
lenvandewoningcorporatie.Dezestaanniettervrijebeschikking,maarmoeten
wordengeïnvesteerdindevolkshuisvesting.
Aedesisdeverenigingvanwoningcorporatiesenbehartigtdebelangenvanhaar
ledenbijdeoverheid.Aedesspeelteenbelangrijkerolinhetdebatoverdeinrich-
tingvandecorporatiesectoreniseengesprekspartnervanhetkabinet.DeVTW
(VerenigingvanToezichthoudersinWoningcorporaties)isin2002opgerichtom
toezichthoudersvanwoningcorporatiesteondersteunen,teadviserenende
algemenebelangentebehartigen.DaarmeewildeVTWhetinterntoezichtop
woningcorporatiesversterken.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r��
Bijlage3 GeïnterviewdenBijlage3 Geïnterviewden
• Dhr.L.Adema,Parteon,bestuurssecretaris
• Dhr.H.P.M.Adriaansens,voorzitterRaadvanToezichtAntoniusMesosGroep
• Dhr.J.C.F.M.Aghina,arts–directeurNVZD
• Mw.C.C.vanBeekMCM-lidRaadvanBestuur/plv.voorzitterNZa
• Dhr.S.Blok,Mondriaangroep
• Dhr.R.vandenBoezem–VO-Raad,seniorbeleidsadviseur
• Mw.H.C.M.Boon–Carmelcollege,lidraadvantoezicht
• Mw.A.Bosman–OCW,beleidsmedewerkerdirectievo
• Dhr.W.Brand–beleidsmedewerkerverzelfstandigingsbeleidMinisterievan
BZK
• Dhr.P.Brusik–HogeschoolLeiden,Beleidscoördinatoronderwijs,kwaliteit
eninnovatie
• Mw.E.deBruynPrince,hoofdbureauBestuursondersteuningIGZ
• Dhr.duBurck–VTOI,bestuurssecretaris
• Mevr.Cremers:HuisenErf,lidvandeRaadvanToezicht,lidcommissie
maatschappelijkeverantwoording
• Dhr.vanDijk-Vitalis,hoofdafdelingBestuurlijkeenJuridischeZaken
• Mw.M.Ehren–HogeschoolRotterdam
• Mevr.vandenElzen:HuisenErf,lidvandeRaadvanToezicht
• Mw.V.J.Esman-hoofdToezichtenBestuurdirectieMarktenConsumentVWS
• Dhr.H.Ferwerda–MinisterievanVROM,directiebeleidsontwikkeling
• Mw.G.Gallé–directeurNVZ
• Dhr.vanGenugten-Woonbond,RvCVestiaenDeKey
• Dhr.J.K.Gerards–directeurNVTZ
• Mw.J.M.P.J.vanGorp–vandeVen-voorzitterRaadvanToezichtZVOM
• Dhr.H.Hoek-partnerC3adviseursenmanagersinzorg
• Mw.I.Hoving–auteurscriptie‘Governanceinhetvoortgezetonderwijs’.
• Dhr.P.Huisman–Onderwijsraadstafmedewerker
• Mw.E.Hooge–lectorgovernanceAvansHogeschool
• Dhr.F.Janssens–hoogleraaronderwijstoezichtUniversiteitvanTwente
• Dhr.A.Jonkman–HBO-raad,beleidsadviseur
• Dhr.A.Kerssies-VTW,directeur
• Dhr.M.Kooijman–beleidsmedewerkerActiz
• Dhr.P.H.E.M.deKort-voorzitterdirectieRivasZorggroep
• Dhr.R.H.A.M.Kraakman–OMO,voorzitterRaadvanBestuur
• Dhr.H.Kuppens-hoofdAuditenControl,ROCZadkine
• Dhr.D.Louter-voorzitterRaadvanToezichtRivasZorggroep
• Dhr.V.vanLuit-Parteon,directeur
• Dhr.A.Luijten–Aedes
• Dhr.E.P.vanMaanen–HogeschoolLeiden,voorzitterCollegevanBestuur
• Dhr.A.Meijer–onderzoeker/docentUniversiteitvanUtrecht(USBO)
• Mevr.M.Meindertsma,VTW,voorzitter
• dhr.Nedermeijer–Vitalis,beleidsmedewerkerBestuurlijkeenJuridische
Zaken
• Dhr.U.Oelen–secretarisvandeHandvestgroepPubliekVerantwoorden
• Dhr.A.Onnes-secretarisRaadvanBestuurEveanGroep
• Dhr.S.Peij–lectorgovernanceHaagseHogeschool,directeurGovernance
University
• Mw.T.F.M.Penterman-secretarisRaadvanBestuurEveanGroep
• Dhr.Phiferons-HuisenErf,directeur-bestuurder
• Mw.M.K.M.Pluim-seniorbeleidsmedewerkerToezichtenBestuurdirectie
MarktenConsumentVWS
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
• Mw.B.Prins–hoofdJuridischeZakenIGZ
• Dhr.F.deRijcke–InspectievanhetOnderwijs,coördinerendinspecteurhoger
onderwijs
• Dhr.R.Rijk–Carmelcollege,voorzittercollegevanbestuur
• Dhr.J.Rijkers–InspectievanhetOnderwijs,coördinerendinspecteurvoortge-
zetonderwijs
• Mw.L.A.A.vanReeuwijk-secretarisRaadvanBestuurAntoniusMesosGroep
• Dhr.M.Rook-voorzitterRaadvanBestuurAntoniusMesosGroep
• Dhr.W.M.C.L.M.Schellekens,arts-hoofdinspecteurCuratievegezondheids-
zorgIGZ
• Mw.E.vanSchoten–directeurAlgemeneRekenkamer(intern)
• Dhr.Th.P.M.Schraven–partnerZorgConsultNederland
• Dhr.P.Slier–VTOI,penningmeester
• Dhr.A.Smeels-lidRaadvanToezichtZiekenhuisWalcheren
• Dhr.W.J.Speets–HogeschoolLeiden,voorzitterRvT
• Dhr.J.vanderSpek–BoZ,secretaris
• Mw.Thomassen-StedelijkGymnasiumLeiden,rector
• Dhr.Thurlings-Vitalis,voorzitterRaadvanBestuur
• Dhr.B.Troost–WoonzorgNederland,voorzitterRaadvanBestuur
• Mw.J.A.H.vanVeen-hoofdinspecteurVerplegingenChronischezorgIGZ
• Dhr.J.G.F.Veldhuis–Carmelcollege,voorzitterraadvantoezicht
• Dhr.J.Verkroost–InspectievanhetOnderwijs,coördinerendinspecteur
• Dhr.C.Vermeer–directeurAlgemeneRekenkamer(intern)
• Dhr.E.J.Vermeulen-UniversiteitUtrecht,algemeendirecteur
• Mw.W.Vermeulen–beleidsadviseurstafbureauOrganisatieontwikkeling&
BedrijfsvoeringNZa
• Dhr.F.Visser–directieOntwikkelingNZa
• Dhr.P.A.deVisser-StadenEsch,voorzittercentraledirectie
• Mw.R.Voss–InspectievanhetOnderwijs,hoofdinspecteurhogeronderwijs
enhoofdinspecteurberoepsonderwijsenvolwasseneneducatie
• Dhr.H.H.vanderWal-hoofdInformatie&FinanciënSaxenburghGroep
• Dhr.J.M.Waterreus–Onderwijsraad,stafmedewerker
• Dhr.Went-BureauopenbaaronderwijsLeiden,directeuradinterim
• Dhr.R.deWerd–beleidsmedewerkergovernanceprojectMinisterievanBZK
• Dhr.F.H.vandeWerfhorst-voorzitterRaadvanBestuurZVOM
• Dhr.R.Zomer–voorzitterRaadvanBestuurZiekenhuisWalcheren
• Dhr.J.Zuurmond–projectleidergovernanceMinisterievanOCW
a l g e m e n e r e k e n k a m e r��
Bijlage4 DeelnemersexpertmeetingBijlage4 Deelnemersexpertmeeting
• Dhr.M.J.W.vanTwist(voorzitter)–NSOB,Berenschotprocesmanagementen
lidinbuitengewonedienstvandeAlgemeneRekenkamer
• Mw.A.Vos-MinisterievanOCW,DirectieVoortgezetOnderwijs
• Dhr.A.Jonkman-HBO-raad
• Dhr.R.vandenBoezem-VO-Raad
• Mw.drs.V.J.W.C.Esman-Peeters-MinisterievanVWS,directieMarkten
Consument
• Dhr.drs.J.vanderSpek-BoZBrancheorganisatiesZorg
• Dhr.drs.Th.P.M.Schraven-ZorgConsultNederland
• Dhr.G.J.Thomassen-MinisterievanOCW,DirectieHO
• Dhr.B.Troost-WoonzorgNederland(Espria)
• Dhr.V.Schaap–MinisterievanVROM
• Dhr.A.Luijten-Aedes
• Dhr.J.vanderMoolen-CentraalFondsvoordeVolkshuisvesting(CFV)
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
Bijlage5 AfkortingenBijlage5 Afkortingen
BBSH Besluitbeheersocialehuursector
BoZ BrancheorganisatiesZorg(samenwerkingsverbandArcares
brancheorganisatieverpleging&verzorging,Geestelijke
GezondheidszorgNederland,LandelijkeVerenigingvoor
Thuiszorg,NederlandseFederatievanUniversitairmedische
centra,NVZverenigingvanziekenhuizenendeVereniging
GehandicaptenzorgNederland)
CFV CentraalFondsVolkshuisvesting
IGZ InspectievoordeGezondheidszorg
HBO-raad Brancheorganisatievoorhogerberoepsonderwijs
NVAO Nederlands-VlaamseAccreditatieOrganisatie
NVZ NederlandseverenigingvanziekenhuizenNederlandse
Zorgautoriteit
OCW (Ministerievan)Onderwijs,CultuurenWetenschappen
po-scholen Scholenvoorprimaironderwijs
VO-raad Brancheorganisatievoorvoortgezetonderwijs
vo-scholen Scholenvoorvoortgezetonderwijs
VROM (Ministerievan)Volkshuisvesting,RuimtelijkeOrdeningen
Milieubeheer
VWS (Ministerievan)Volksgezondheid,WelzijnenSport
VTW VerenigingvanToezichthoudersinWoningcorporaties
WSW Waarborgfondssocialewoningbouw
WWI (Ministervoor)Wonen,WijkenenIntegratie
WTZi Wettoelatingzorginstellingen
Zvw Zorgverzekeringswet
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�0
LiteratuurLiteratuur
AlgemeneRekenkamer(2002).Systemen van checks and balances bij rechtspersonen met
een wettelijke taak.DenHaag.
AlgemeneRekenkamer(2004).Verbreding van de publieke verantwoording.
Ontwikkelingen in maatschappelijke verslaglegging, kwaliteitszorg en governance.
DenHaag.
AlgemeneRekenkamer(2005).Essentialia van goed openbaar bestuur.DenHaag.
AlgemeneRekenkamer(2006).Goed bestuur tussen publiek en privaat.DenHaag.
AlgemeneRekenkamer(2008).Kaders voor toezicht en verantwoording; Uitgangspunten,
redeneerlijnen en handreikingen van de Algemene Rekenkamer.DenHaag.
Berenschot(2007).Scheiding van toezicht en bestuur in het vo. Stand van zaken en
perspectief.
Bisschot,Willemien(2006).'Toezichtinconcerns'in:Meurs,PaulineenSchraven,
Theored.(2006),Naar stimulerend en slim toezicht. Maarssen:Elsevier,p.71,75.
BoZ(2005).Toelichting op Zorgbrede Governancecode.December2005.
CBS(2007).Webmagazine woensdag 23 mei 2007,www.cbs.nl.Aangehaaldop
12september2007.
CFI(2007).Analyse jaarverslagen hogescholen; Verslagjaar 2005.www,cfi.nl.
CFV(2003).Rapportage verbindingen woningcorporaties 2001.Naarden,17juni2003.
CFV(2005).Private taak, publieke zaak; Vijf indicatoren voor een professionele verantwoor-
ding door interne toezichthouders bij woningcorporaties.Naarden,21oktober2005.
CFV(2006a).Van reflectie naar rekenschap; Kwaliteit van verantwoording door het interne
toezicht bij woningcorporaties.Naarden,21december2006.
CFV(2006b).Verslag financieel toezicht woningcorporaties,verslagjaar2005.
CVF(2006c).Acht vragen. Een handreiking voor toezichthouders bij woningcorporaties over
risico’s bij verbindingen.
CFV(2007).Vertrouwen in vermogen; Kwaliteit van verantwoording door het interne
toezicht bij woningcorporaties.Naarden,20november2007.
CommissieHealthCareGovernance(1999).Health Care Governance – Aanbevelingen
voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording in de Nederlandse gezondheids-
zorg.
Deloitte(2007).Handboek orporatie Governance, Verbindingen.
Ernst&Young(2006).Corporate Governance Zorginstellingen; Jaarverslagen
2005 - meting 2006. Kwaliteit jaarverslagen zorginstellingen steeds beter.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�1
HBO-raad(2006).Branchecode governance,februari2006.www.hbo-raad.nl.
Hooge,E.enHelderman,J.K.(2007).Toezicht op scherp. Een studie naar de institutio-
nele context, de theorie en de praktijk van intern toezicht bij woningcorporaties.Uitgevoerd
inopdrachtvandeVTW.
Hoek,H.(2007).Governance&Gezondheidszorg.Private, publieke en professionele
invloeden op zorgaanbieders in Nederland.Assen:VanGorcum.
Hoving(2007).Governance in het voortgezet onderwijs.Essaygebaseerdopscriptie
Governanceinhetvoortgezetonderwijsinrelatietotrecenteontwikkelingen
naderbeoordeeld,geschreveninhetkadervanhetmasterexamenAccountancy,
NyenrodeBusinessUniversiteit.
InspectievanhetOnderwijs(2005).De waarde van intern toezicht.
InspectievanhetOnderwijs(2006b).Toezichtkader voortgezet onderwijs 2006 verkort;
Inspectietoezicht op scholen voor Voortgezet Onderwijs in 2006.
InspectievanhetOnderwijs(2006a).Ontstaan en ontwikkeling zeer zwakke scholen in
het basisonderwijs.TweedeKamer,30300VIII,nr.221.
InspectievoordeGezondheidszorg(2006).Werkplan 2007; risico’s eerst.
Janssens,F.J.G.(2005).Toezicht in discussie; Over onderwijstoezicht en Educational
Governance.Redeinverkortevormuitgesprokenbijhetaanvaardenvanhetambt
vanbijzonderhoogleraarOnderwijstoezichtvandeUniversiteitTwenteop
donderdag29september2005.
Karsten,Sj.,Jong,U.de,Ledoux,G.&Sligte,H.(2006).De positie van ouders en
leerlingen in het governancebeleid. Amsterdam:SCO-KohnstammInstituut,UvA.
Luursema,M.A.,vanTwist,M.J.W.,Beemer,F.,Timmerman,R.M.,Gronheid,F.
(2003).Toekomst voor raden van toezicht? Corporate governance in de publieke sector in
vergelijkend perspectief. BerenschotFundatieenKoninklijkevanGorcuminAssen.
Meurs,P.L.envanderGrinten,T.E.D.(2006),‘Publiekeverantwoordinginde
zorg:noodzaakenvalkuil’,in:Meurs,PaulineenSchraven,Theored.(2006),
Naar stimulerend en slim toezicht. Maarssen:Elsevier.
Meurs,P.L.enSchraven,T.P.M.(2006).'Radenvantoezichtopnieuwlangsde
meetlat'.In:Naar stimulerend en slim toezicht,MeursenSchraven(red).Elsevier
gezondheidszorg,Maarssen.
Naber,B.,Overdiep,I.enVanRooijen,E.(2006).Governance: tussen bewijzen en
vertrouwen.TweedeKamer,vergaderjaar2006-2007,Bijlagebijkamerstuk30183,
nr.15.
NVAO(2003).Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs,14februari2003.
Aangehaaldviawww.nvao.net/accreditatiekaders-nederland.
OCW(2005).Nota governance 7 juli 2005.TweedeKamer,vergaderjaar2004-2005,
30183,nr.1.
OCW(2006b).Toezicht in vertrouwen, vertrouwen in toezicht; Toezichtvisie OCW 2007-2011.
TweedeKamer,vergaderjaar2006-2007,30813,nr.11.
a l g e m e n e r e k e n k a m e r�2
OCW(2006c).Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007.Memorievantoelichting.
TweedeKamer,vergaderjaar2006-2007,30800VIII,nr.2.
OCW(2006a).Governanceinhetonderwijs.BriefvandeministervanOCW
d.d.28juni2006.TweedeKamer,vergaderjaar2005-2006,30183,nr.9.
OCW(2008).Governance in het onderwijs.BriefvandeministervanOCW
d.d.1februari2008.TweedeKamer,vergaderjaar2007-2008,30183,nr.21.
OCWenLNV(2007).Governance in het onderwijs. BriefaandeTweedeKamer
overdenieuwewijzevanonderwijstoezichtd.d.14-09-2007.TweedeKamer,
vergaderjaar2007-2008,30183,nr.18.
Onderwijsraad(2006).Hoe kan governance in het onderwijs verder
vorm krijgen; Drie adviezen over onderwijsbestuur: degelijk onderwijsbestuur, doortastend
onderwijstoezicht en duurzame onderwijsrelaties.Adviesnr.20060353/877,oktober
2006.DenHaag.
Onderwijsraad(2006b).Duurzame onderwijsrelaties.TweedeKamer,vergaderjaar
2006-2007,bijlagebij30183,nr.15.
Onderwijsraad(2007).De maatschappelijke onderneming als rechtsvorm in het onderwijs.
Adviesnr.20070271/919,oktober2007.DenHaag.
Poorter,K.(2006).Quickscan belangenhoudersparticipatie: Inspiratie voor participatie.
Rotterdam,SEV.
Putters,K.enVanderGrinten,T.E.D.(2006).Nieuwe bestuurlijke verhoudingen in de
gezondheidszorg en de rol van de overheid.Bestuurskunde,2006-2,pp.44-52.
AlgemeneRekenkamerenRekenhofvanBelgië(2008).Kwaliteitsbewaking in het
hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. VerslagaanhetVlaamsParlementende
TweedeKamerderStaten-Generaal.TweedeKamer,vergaderjaar2007–2008,
31554,nrs.1–2.DenHaag:Sdu.
SCP(2008).De school bestuurd. Schoolbesturen over goed bestuur en de maatschappelijke
opdracht van de school. DenHaag,juli2008.
VROM(2005).Beleidsvisie toekomst woningcorporaties. BriefMinistervanVROMaan
deTweedekamerd.d.12-12-2005.TweedeKamer,vergaderjaar2005–2006,
29453,nr.30.
VROM(2006).Vaststelling van de begrotingsstaten VROM 2006,d.d.13-05-2006.
TweedeKamer,vergaderjaar2005-2006,29453en30300XI,nr.39.
VTW,(2005).Corporatieregels in een notendop, een handreiking voor toezichthouders.
VTW,(2007).Memorandum Governance bij verbindingen.
VWS(2005a).Toespraak bij de overhandiging van het handboek ‘Grip op governance in de
zorg’. 23augustus2005inDenHaag(Nieuwspoort).Aangehaaldviawww.sneller-
beter.nl.
g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��
VWS(2005b).Vereenvoudiging van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van
zorginstellingen (Wet toelating zorginstellingen). BriefvandeministeraandeEerste
Kamer,d.d.30september2005.
VWS(2005c).Voorhang Uitvoeringsbesluit WTZi.(Aangehaaldviawww.minvws.nl/
images/voorhang-uitvoeringsbesluit-wtzi_tcm19-99428.pdf )
VWS(2006a).Goed bestuur in de zorg. Informatie over de transparantie-eisen Wet toelating
zorginstellingen.Voorlichtingsbrochure.DenHaag:MinisterievanVWS.
VWS(2006b).Verdien(d) vertrouwen: toezichtvisie curatieve zorgstelsel.
TweedeKamer,vergaderjaar2005-2006,29689,nr.68.DenHaag:Sdu,p.18.
VWS(2007).Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2008.TweedeKamer,vergaderjaar2007-2008,
31200,nr.2.
WWI(2008).Woningcorporaties.Briefministeroverdeprestatiesvandesociale
huursectorin2006d.d.2januari2008.TweedeKamer,vergaderjaar2007-2008,
29453,nr.68.
Smit,F.,Driessen,G.,Sluiter,R,enBrus,M.(2007).Ouders, scholen en diversiteit;
Ouderbetrokkenheid en -participatie op scholen met veel en weinig achterstandsleerlingen.
ITSRadbouwUniversiteitNijmegen.Aangehaaldviawww.oudersbijdeles.nl.
Governancecodes
Aedes(2007).AedesCode.Januari2007.
BoZ(2005).Zorgbrede Governancecode.December2005.
CommissieGovernancecodeWoningcorporaties.Governancecode Woningcorporaties.
Juni2006.
HBO-raad(2006). Branchecode Governance.Februari2006
VO-raad(2007).Code Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs. Mei2007.
VO-raad(2008).Code Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs,versie0.9.
Mei2008.
Projectteam
Dhr. prof. dr. C.J. van Montfort (projectleider)
Dhr. ing. F.H. Band MIM
Mevr. drs. H. van Bloemendaal
Mevr. drs. I. Boers
Mevr. drs. M. van de Griek
Mevr. drs. C.P. Kreft
Mevr. Dr. M. J. Oude Vrielink (Universiteit van
Tilburg)
Mevr. drs. P.M.C. Reeuwijk
Dhr. drs. W. Smit
Dhr. drs. R.F.J. Willems
Algemene Rekenkamer
Lange Voorhout 8
Postbus 20015
2500 ea Den Haag
telefoon (070) 342 43 44
fax (070) 342 41 30
www.rekenkamer.nl
Ontwerp
Corps Ontwerpers, Den Haag
Fotografie
iStock
Drukwerk
RS-drukkerij
Den Haag
september 2008