66
Goed bestuur in uitvoering De praktijk van onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zorgorganisaties en samenwerkingsverbanden

Goed bestuur in uitvoering

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Rapport van de algemene rekenkamer over goed bestuur in het onderwijs en de wijze waarop bestuurders tegen intern toezicht aankijken.

Citation preview

Page 1: Goed bestuur in uitvoering

Goed bestuur in uitvoeringDe praktijk van onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zorgorganisaties en samenwerkingsverbanden

Page 2: Goed bestuur in uitvoering

Goed bestuur in uitvoeringDe praktijk van onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zorgorganisaties en samenwerkingsverbanden

Page 3: Goed bestuur in uitvoering
Page 4: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�

InhoudInhoud

Samenvatting 5

1 Inleiding 11

1.1 Aanleiding 11

1.2 Reikwijdteverkenning 12

1.2.1 Tweeaspecten:interntoezichtenomgangmetbelanghebbenden 12

1.2.2 Driesectorenenverbindingen 13

1.3 Vraagstellingenaanpak 13

1.4 Leeswijzer 14

2 Goedbestuurinbeleid:eenvergelijkingtussensectoren 15

2.1 Goedbestuurinhetonderwijs 15

2.1.1 Beleidscontext 15

2.1.2 Visieopgoedbestuur 15

2.1.3 Governancecodes 17

2.2 Goedbestuurindezorg 18

2.2.1 Beleidscontext 18

2.2.2 Visieopgoedbestuur 18

2.2.3 Governancecodes 19

2.3 Goedbestuurbijwoningcorporaties 20

2.3.1 Beleidscontext 20

2.3.2 Visieopgoedbestuur 20

2.3.3 Governancecodes 21

2.4 Conclusies 22

3 Goedbestuurindepraktijk:interntoezicht 24

3.1 Overinterntoezicht 24

3.2 Verwachtingen 25

3.3 Praktijkervaringen 26

3.3.1 Rollenentakeninternetoezichthouders 26

3.3.2 Onderwerpenvaninterntoezicht 27

3.3.3 Informatievoorzieningaaninternetoezichthouders 28

3.3.4 Verantwoordingdoorinternetoezichthouders 29

3.3.5 Correctiemogelijkhedenbijfaleninterntoezicht 30

3.4 Conclusies 31

4 Goedbestuurindepraktijk:omgangmetbelanghebbenden 33

4.1 Verwachtingen 33

4.2 Praktijkervaringen 34

4.2.1 Toenamevanhetaantalbelanghebbenden 35

4.2.2 Categoriseringvanbelanghebbenden 35

4.2.3 Representativiteitvanindividuelebelanghebbenden 37

4.2.4 Verantwoordingofdialoog? 37

4.2.5 Uiteenlopendeperspectieven:verschillentussenbestuuren

belanghebbendenentussenbelanghebbendenonderling 38

4.2.6 Doorwerkinginbrengbelanghebbenden 38

4.2.7 Verantwoordingalsbasisvooreendialoog 39

4.3 Conclusies 41

Page 5: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�

5 Goedbestuurbijsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen 42

5.1 Vormenvansamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen 42

5.1.1 Binnensectoren 42

5.1.2 Tussensectoren 43

5.1.3 Verbindingenindecorporatiesector 44

5.2 Redenenvoorsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen 45

5.3 Gevolgenvoorgoedbestuur 45

5.3.1 Interntoezicht 45

5.3.2 Dialoogmetbelanghebbenden 47

5.4 Conclusies 48

5.4.1 Sectoroverschrijdendeverbindingenensectoralewet-enregelgeving 48

5.4.2 Goedbestuurbijverbindingen 48

6 Thema’svoordetoekomst 49

6.1 Hooggespannenverwachtingen 49

6.2 Referentiekadersentoetsingskaders 49

6.3 Maatschappelijkeverankeringversuspolitiekesturing 50

6.4 DevierP’svangoedbestuur 50

Bijlage1 Conclusiesinschema 52

Bijlage2 Beleidscontextonderwijs,zorgenwonen 53

Bijlage3 Geïnterviewden 56

Bijlage4 Deelnemersexpertmeeting 58

Bijlage5 Afkortingen 59

Literatuur 60

Page 6: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�

SamenvattingSamenvatting

Deafgelopenjarenisveelgeïnvesteerdinhetstimulerenvangoedbestuur

(governance)bijinstellingendiebinnenhetpubliekedomeinopereren.Vooralin

deonderwijssector,dezorgsectorendehuisvestingssector(ookweldecorpora-

tiesector)isveelgebeurd.Ministershebbenbeleidvoorgoedbestuurontwikkeld

enbrancheorganisatieshebbenprincipesvanbestuurvastgelegdingovernance-

codes.

Indezeverkenninggaanwijnawelkeverwachtingenministers,toezichthouders,

brancheorganisatieseninstellingenhebbenovergoedbestuurenhoeinstellingen

indiedriesectorengoedbestuurindepraktijkbrengen.Wewillenministers,

toezichthouderseninstellingenzoeenhandreikingbiedenbijhetverdervorm-

gevenvangoedbestuur.

Watisgoedbestuur?

Indezeverkenningverstaanwijonder‘goedbestuur’:eengoedeafstemming

tussensturen,beheersen,verantwoordenentoezichthoudenbinnenentussen

organisatiesdiepublieketakenuitvoeren.Goedbestuurhelptinstellingendiein

hetpubliekedomeinopererenomtegaanmetdesomstegenstrijdigeeisenvande

overheidenerzijdsenkritischeklantenanderzijds.Hetisdaarmeeonderdeelvan

hetsysteemvanchecks and balances:deinstrumentendiehetbestuurvaneenorga-

nisatie‘bijdeleshouden’enprikkelentotpresteren.

Opzetverkenning

Deverkenningspitstzichtoeopinstellingenindesectorenwonen,zorgen

onderwijs.Indiesectorenzienwedemeesteontwikkelingenrondgoedbestuur.

Daarnaastbestedenweaandachtaaninstellingendie(vergaande)samenwerkings-

verbandenaangaanensectorgrenzenoverschrijden.Erontstaansteedsmeervan

ditsoortsamenwerkingsverbandenen‘verbindingen’,ditsteltspecifiekeeisen

aangoedbestuur.

Weconcentrerenonsopdetweeaspectenvangoedbestuurwaarvoorzowelde

beleidsmakersalsdeinstellingenzelfdemeestebelangstellinghebben:hetinterne

toezicht endeomgang met belanghebbenden.

Interntoezichtishettoezichtophetbestuurvaneenorganisatiedooreenorgaan

binnendezelfdeorganisatie(indemeestegevallenisdatderaadvantoezicht).

Omgangmetbelanghebbendenwilzeggen:verantwoordingaanendialoogmet

departijendiedirectofindirectbetrokkenzijnbijdeinstelling.

Goedbestuurinbeleid:eenvergelijkingtussensectoren

Voorweonsindepraktijkverdiepen,kijkenwehoegoedbestuurisingebedinde

driebeleidssectoren.Deontwikkelingenrondgoedbestuurhangeninalledriede

sectorensamenmetdesteedsgrotereonafhankelijkheidvandeinstellingenten

opzichtevanhetRijk.Ditbrengtnieuweverantwoordelijkhedenvandeinstellin-

genmetzichmee,waardooranderechecks and balancesnodigzijn.Erzijnwel

accentverschillentussendesectoren,diebepalendzijnvoorhoebeleidsmakersen

instellingentegengoedbestuuraankijken.

Beleidscontextenvisieopgoedbestuur

Onderwijsinstellingenwordensteedszelfstandigerendebestuurlijkeverhou-

dingenbinnenhetonderwijsveranderen.Deministervanocwzietgoedbestuur

vooralalseenvoorwaardevoorhetbehoudenenverbeterenvandekwaliteitvan

hetonderwijs.

Page 7: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�

Indegezondheidszorgbepaaltdegereguleerdemarktwerkingdevisieopgoed

bestuur.Sindsdeintroductievanhetnieuwezorgstelselin2006heeftdepatiënt

meerkeuzevrijheid.Deze‘zorgconsument’eisttransparantieenkwaliteitvande

zorginstellingen.Goedbestuurkandaarvolgensdeministervanvwsaanbij-

dragen.

Indecorporatiesectorisgoedbestuuronderdeelvaneenbrederediscussieoverde

vormgevingvanhetstelsel.Diediscussiespitstzichtoeophetverbeterenvande

maatschappelijkeverankeringvanwoningcorporatiesenhetstimulerenvan

maatschappelijkondernemerschapbijdecorporaties.Vanuitdieoptiekmoet

goedbestuurvooralzorgenvooreengoedeverantwoordingoverdefinanciëleen

maatschappelijkeprestaties.

Belangrijkeelementenvangoedbestuur

Inalledriedesectorenbeschouwenzoweldeministersalshetveldinterntoezicht

endeomgangmetbelanghebbendenalsessentiëleonderdelenvangoedbestuur.

Veelbestuurdersentoezichthoudersdiewijhebbengeïnterviewdbenadrukkenwel

datgoedbestuurmeerisdaneenformelebestuursstructuurofhetnalevenvan

eencode,dusdatgoedbestuurvooralookafhankelijkisvangoedebestuurders.

Governancecodes:goedbestuuralszelfregulering

Eenandereovereenkomsttussendedriesectorenisdezelfregulering.Deverschil-

lendebrancheorganisatieshebbengovernancecodesopgesteld–aldannietonder

drukvanwetgeving.Deindividueleinstellingenmoetenzelfinvullinggevenaan

dealgemenenormenuitdegovernancecodes,maarerisgeensystematische

controleopdenalevingvandecodes.

Goedbestuurindepraktijk:interntoezicht

Demeestemaatschappelijkeondernemingenkiezenvooreenbestuursmodel

waarinbestuurderseninternetoezichthoudersformeelgescheidenzijnintwee

afzonderlijkeorganen.Ookbijdeinstellingendiewijhebbenonderzochtisdit

zogenoemdetwo-tiermodelgemeengoed.

Verwachtingen

Indedriesectorenhebbenzoweldebeleidsmakersalsdeinstellingenzelfhoge

verwachtingenvaninterntoezicht.Zowordtverwachtdatdeinternetoezicht-

houderstoezienopdekwaliteitvanhetgeleverdeproductofdegeleverdedienst

eneenrolspeleninderealisatievanbrederemaatschappelijkebelangenals

toegankelijkheidofbetaalbaarheidvandiensten.

Daarnaastverwachtendebetrokkenministersdater‘uitruil’mogelijkistussen

internenexterntoezicht.Zijstellendatgoedinterntoezichtmoetkunnenleiden

toteenverminderingvanexterntoezicht,bijvoorbeelddoordeInspectievoorde

GezondheidszorgofdeOnderwijsinspectie.

Brancheorganisatieseninstellingenhebbenertijdensonzeverkenningop

gewezendatdezeverwachtingen(nog)nietaansluitenbijdepraktijk.

Kwetsbaarhedenindeuitvoering

Wijconcluderendatdeuitvoeringvaninterntoezichtindepraktijkkwetsbaaris,

mededoordehooggespannenverwachtingen.Wijsignalerendrierisico’sdiein

depraktijkonderbelichtblijven.

Heteerstekwetsbarepuntheefttemakenmetdeverschillende rollendieinterne

toezichthoudersvervullen.Hetiseenreëelrisicodatdezerollenconflicteren.

Zokaneentoezichthouderindepositiekomendathijmoetoordelenoverzijn

eigenadviezen.Dezespanningwordtindepraktijkechternietaltijdalszodanig

ervaren.

Page 8: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�

Hettweedekwetsbarepuntisdezogenaamdeonafhankelijkheidsparadox.Hoewel

radenvantoezichtonafhankelijkzijn,zijnzeinbelangrijkemateafhankelijkvan

hetbestuurvoorhuninformatievoorziening.Internetoezichthoudersgaanzelden

zelfactiefopzoeknaarandereinformatiebronnen.Zelopendaardoorhetrisico

onvolledigofeenzijdiggeïnformeerdtezijn.

Hetderdekwetsbarepuntishetverantwoordingsvacuümdatkanontstaandoordater

geenorgaanisdatdeinternetoezichthouder‘bijdeleshoudt’.Erzijnwelmoge-

lijkhedenomhetfunctionerenvandeinternetoezichthoudertebeïnvloeden,

zoalsdezelfevaluatie,hetenquêterechtendewettelijkeaansprakelijkheid,maar

daarwordtzeldengebruikvangemaakt.Zomaaktslechtseenmarginaaldeelvan

deinternetoezichthoudersderesultatenvandezelfevaluatiebekend.

Goedbestuurindepraktijk:omgangmetbelanghebbenden

Omgangmetbelanghebbendenomvatzoweldeverantwoordingaanbelang-

hebbendenalsdedialoogmetbelanghebbenden.Belanghebbendenkunnende

directeafnemersvandedienstenvandeinstellingzijn:patiënten,oudersvan

leerlingen,studentenenhuurders.Maarookanderepartijendiegeraaktworden

doorhetbeleidvandeinstellingzijnbelanghebbenden.

Verwachtingen

Ookvandeomgangmetbelanghebbendenwordtveelverwacht.Zowelbeleids-

makersalsinstellingengevenaandateengoedeomgangmetbelanghebbenden

ondermeerkanbijdragenaan:

• beteredienstverlening;

• vroegtijdigesignaleringvanproblemen;

• beteremaatschappelijkeinbeddingvandeinstelling;

• meerdraagvlakvoorbesluiten;

• meervertrouwenindeinstelling.

Aandachtspuntenvoordeuitvoering

Netalsvoorinterntoezichtgeldtvoordeomgangmetbelanghebbendendatde

invullingervannogniethelemaalisuitgekristalliseerd.Deinstellingenslagener

nietindeomgangmetbelanghebbendenzointerichtendathetoplevertwatze

ervanverwachten.Deidentificatievanrelevantebelanghebbendenenverwachtin-

genmanagementzijndaarbijtweebelangrijkeaandachtspunten

Deinstellingenindeonderzochtesectorenkenneneengroteverscheidenheidaan

belanghebbenden,opverschillendeniveaus,metverschillendeperspectievenen

dusmetuiteenlopendebehoeften.Zoheeftdeenegroepmeerbehoefteaan

geschreveninformatieendeanderegroepaaneenvoorlichtingsavond.Envoor

bepaaldegroepenzaldefinanciëleinformatiehetmeestrelevantzijn,terwijl

anderegroepenvooralgeïnteresseerdzijnindekwaliteitvandedienstverlening.

Omdedialoogendeverantwoordingzogoedmogelijktekunnentoesnijdenop

deverschillendebehoeftenvandebelanghebbenden,ishetvanbelangdatorgani-

satiessystematischnadenkenoverwiehunbelanghebbendenzijn(endusook

overdevraagwiezenadrukkelijkniettothunbelanghebbendenrekenen).Alleen

danzaldeomgangmetbelanghebbendenkunnenvoldoenaandeverwachtingen

dieinstellingenervanhebben.

Hettweedeaandachtspuntbetreftdeverwachtingenvandebelanghebbenden.

Instellingenslagenervaaknietinbelanghebbendenvoorafduidelijktemakenwat

erpreciesmethuninbrenggebeurt.Hetbestuurvaneeninstellingweegtde

inbrengvanbelanghebbendenenkiestwelkesignalenhetlaatdoorwerkenin

beleid.Maardatprocesisnietaltijdeventransparantvoordeomgeving.Datkan

leidentotteleurstellingbijdebelanghebbenden.Alsermindermethuninbreng

Page 9: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�

isgebeurddanzehaddenverwacht,zullenbelanghebbendenindetoekomst

minderbereidzijnhunmedewerkingteverlenen.

Hetisdaaromvanbelangdatinstellingenaanverwachtingenmanagementdoen:

vooraftransparantzijnoverhetafwegingskaderdatzijhanterenomdeinbreng

vanbepaaldegroepenbelanghebbendenwelofniettehonoreren.

Goedbestuurbijsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen

Inalledriedesectorenzienwedatindividueleinstellingenintoenemendemate

samenwerkingsverbandenaangaanmetandereorganisatiesendatschaalvergroting

optreedt.Somsleidtdattotduurzamefinanciëleofbestuurlijkebandentussen

organisaties,tothetoprichtenvandochterondernemingenofzelfstotfusies.Inde

corporatiesectornoemtmendit‘verbindingen’.Dezesamenwerkingsverbanden

enverbindingenzijnvaaksectoroverschrijdend:instellingenuitverschillende

sectorenbundelenhunkrachten.Hetideeisdatdekwaliteit,toegankelijkheiden

betaalbaarheidvandedienstverleningerzoopvooruitgaan.Aandeanderekant

bestaathetrisicovanbureaucratie,gedwongenwinkelneringofconcurrentie-

vervalsing.Maardeinstellingenzelfbenadrukkenvooraldekansenvooreen

beteredienstverlening.

Watzekeris,isdatdeopkomstvanverbindingengevolgenheeftvoordevormge-

vingvangoedbestuur.

Spanningtussensectoraleregelsensectoroverschrijdendepraktijk

Wijzieneenbelangrijkaandachtspuntindeontwikkelingenophetgebiedvan

verbindingen:despanningtussenregelsenpraktijk.Wet-enregelgevingen

financieringzijnnamelijksectoraalgeorganiseerdendatdoetonvoldoenderecht

aandepraktijkvaninstellingen,diesteedsmeerdienstenaanbiedendiedesector-

grenzenjuistoverschrijden.Devraagisofwet-enregelgevingnietmeerpassen

bijdepraktijk,ofdatdepraktijknietgoedgebruikweettemakenvandemoge-

lijkhedendiedebestaandewetten,regelsenfinancieringstromenbieden.

Wesignalerenookspanningtussendeformeleverantwoordingseisenende

contextwaarininstellingenvoorzorg,wonenenwelzijnfunctioneren.Alsde

formeleeisennietaansluitenopdedagelijksepraktijk,kaneenpapierenverant-

woordingontstaandiewelvoldoetaandewettelijkeeisenmaarweinigzegtover

dewerkelijkheid.

Bijtoezichtzienwedezelfdespanningtussenregelsenpraktijk.Toezichtis

sectoraalingericht,watsectoroverschrijdendtoezichthoudenlastigmaakt.

Externetoezichthoudershebbengeenvollediginzichtinverbindingen.

Goedbestuurindepraktijkbijverbindingen:veelonduidelijk

Erzijngroteverschillenindematewaarininternetoezichthouderszichthebben

opverbindingenenopde(beheersbaarheidvande)daarmeeverbondenrisico’s.

Demeesteverantwoordingsdocumentenindewoonsectorbiedenbelanghebben-

dengeeninformatieoveraardenaantalvandeverbindingen.Daarnaastmaken

verbindingendedialoogmetdebelanghebbendenalleenmaaringewikkelder,

omdatdegroepbelanghebbendennogveelheterogenerisendaardoordekansop

belangentegenstellingengroter.Endatterwijljuistbijditsoortorganisatiesde

interactiemetdeomgevingzobelangrijkis.Zevervullenimmerseenbrede

maatschappelijkefunctie.

Page 10: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�

Thema’svoordetoekomst

Reflecterendopderesultatenvanonzeverkenningstaanwetenslottestilbijvier

thema’sdievolgensonseenbelangrijkerolzullenspelenindeverderevormge-

vingvangoedbestuurindepraktijk.

Thema1:Verwachtingenmananagement

Erbestaateenreëelrisicodataandehooggespannenverwachtingendiebijzowel

debeleidsmakersalsdeinstellingenzelfbestaantenaanzienvanhetinterne

toezichtendeomgangmetbelanghebbendennietkanwordenvoldaan.Meer

transparantieovergehanteerdetoetsingskadersdoorderaadvantoezichten

duidelijkheidindeomgangmetbelanghebbendenkunneneeneerstestapzijnom

deverwachtingenendepraktijkvangoedbestuurdichterbijelkaartebrengen.

Thema2:Referentiekadersentoetsingskaders

Wataanveelvandegesignaleerdeknelpuntenbijgoedbestuurinbeleidenprak-

tijktengrondslagligt,ishetontbrekenvaneengemeenschappelijkreferentie-

kadereneenduidelijktoetsingskader.Zoisbijvoorbeeldnietduidelijkwanneer

eenbestuurderhetgoeddoet,waaropeeninternetoezichthouderpreciesgeacht

wordttetoetsenofwaaraaneengoededialoogmetdeomgevingmoetvoldoen.

Thema3:Politiekesturingversusmaatschappelijkeverankering

Aandeenekanthalendeinstellingenindezorg,hetonderwijsendewoonsector

hunlegitimiteituitdematewaarinendemanierwaaropzeinspelenopdelokale

behoeftenendematewaarinzegeworteldzijnindelokaleomgeving.Aande

anderekantstellendelokaleenlandelijkepolitiekookhuneigeneisenaanhet

functionerenvanscholen,ziekenhuizenofcorporatiesintermenvantoeganke-

lijkheid,betaalbaarheidenkwaliteit.Demaatschappelijkelegitimiteitende

politiekesturingkunnenopgespannenvoetstaanmetelkaar.

Daarnaaststaanzoweldepolitiekesturingalsdemaatschappelijkeverankering

onderdrukalsgevolgvan(sectoroverstijgende)schaalvergrotingenfusies.Hetis

steedsminderduidelijkvanwieenvoorwiedeinstellingenzijn.Daardoorwordt

hunpositieindemaatschappijonduidelijker.

Desturingdoordepolitiekwordtooklastiger,omdatfinanciering,wet-en

regelgevingentoezichtsectoraalzijngeorganiseerd.Datmaakthetsteeds

moeilijkervoordelokaleenlandelijkepolitiekomgriptekrijgenentehouden

opinstellingendieintersectoraalwerken,vooralomdatdezeorganisatieszeker

oplokaalniveauintoenemendemateeenmachtsfactorvanbelangvormen.

Thema4:Devierp’svangoedbestuur

Alswegoedbestuurindepraktijkwillenbeoordelenishetnietvoldoendeomte

onderzoekenofaandeprincipesvandegovernancecodeisvoldaan.Ookdeproces-

sen,deprestatiesendehoudingenhetgedragvanpersonenwegenmee.Uitonze

verkenningblijktdatdeinvullingvandrievandevierp’snognietvoldoendeis

uitgekristalliseerd.

Overdeprincipesvangoedbestuur,diezijnvastgelegdindegovernancecodes,lijkt

inhetalgemeenvrijbredeovereenstemmingtebestaan.

Lastigerwordthetbijpersonen.Watiseengoedehoudingenwiebepaaltdit?

Zekerbijmaatschappelijkondernemerschapisdievraagnognieteenduidig

beantwoord.Enookvoordeinternetoezichthoudergeldtdatnietduidelijkis

wanneerhijhetgoeddoet.Vooralbijsectoroverschrijdendeverbindingenisniet

duidelijkwaarophijwordtgeachttetoetsen.

Metprocessenalsverantwoordingafleggenendialoogvoerenmetdeomgeving

worsteleninstellingenmetsoortgelijkevragen.Wanneerisdedialoogenverant-

woordingdieeenorganisatievoertgoedenwiebepaaltdit?Hoewordenrelevante

belanghebbendengeselecteerdenaanwelkebehoeftenvanbelanghebbenden

komtdeinstellingtegemoet?

Page 11: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r10

Tenslottedevraagwelkeprestatiesverwachtwordenvaninstellingen.Eenlastige

vraag,vooralomdatziekenhuizen,scholenenwoningcorporatiesgeeneenvou-

digetaakorganisatieszijn,maarmaatschappelijkeondernemingenmeteenbreed

scalaaandoelstellingenenbelanghebbenden.Devraagisdus:wanneerdoejehet

goedalsmaatschappelijkeonderneming?Zolangergeenconsensusisoverhet

antwoordopdievraag,iseeneenduidigoordeeloverhetfunctionerenenpreste-

renvaneeninstellingnietmogelijk.

Page 12: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g11

1 Inleiding1 Inleiding

1.1 Aanleiding1.1 Aanleiding

Deafgelopenjarenisineenaantalbeleidssectorenveelgeïnvesteerdinhetstimu-

lerenvangoedbestuur(ookwelgovernance)bijinstellingenopafstandvande

overheiddieeenpublieketaakuitvoeren.Zohebbenverschillendeministers

beleidontwikkeldrondomgoedbestuurindewoonsector,dezorgenhetonder-

wijs.Brancheorganisatiesbinnendiebeleidsveldenhebbenzelfgovernancecodes

opgesteld.OokinanderesectorenhebbeninstellingenopafstandvanhetRijk

volopaandachtvoorgoedbestuur.Ditblijktondermeeruithetflinkeaantal

organisatiesdatdoortoetetredentotdeHandvestgroepPubliekVerantwoorden

de‘Codegoedbestuuruitvoeringsorganisaties’onderschrijft.

BijhetkabinetenindeTweedeKamerkanhetonderwerp‘goedbestuur’opeen

warmebelangstellingrekenen(zieonderandereocw,2006a,2008,vws,2005a

envrom2005;zieverderhoofdstuk2).

Hetbegripgoedbestuur

Determgoedbestuurisveelomvattendenwordtopverschillendemanieren

gebruikt.Wijmakenonderscheidtussengoed openbaar bestuurenpublic governance.1

Goedopenbaarbestuur:goedbestuuralskenmerkvaneenstelsel

Ondergoedopenbaarbestuurverstaanwijdesetvanprincipesdievoorhet

openbaarbestuuralsgeheelgelden.Hetgaatdanomeentransparante,vraag-

gerichte,effectieveenefficiëntepubliekesectordiepublieke(democratische)

verantwoordingaflegt.2

Publicgovernance:goedbestuuralsorganisatiekenmerk

Wanneerwehetoverpublicgovernancehebben,vattenwegoedbestuuropals

eengoedeafstemmingtussensturen,beheersen,verantwoordenentoezicht

houdenbinnenentussenorganisatiesdiepublieketakenuitvoeren.Dangaathet

bijvoorbeeldomdemanierwaaropinterntoezichtendedialoogmetbelang-

hebbendenzijnvormgegevenenomhetopordezijnvandebedrijfsvoering.

Dezebenaderingstaatookwelbekendals‘governmentgovernance’of‘public

governance’.

Indezeverkenningstaatgoedbestuuralsorganisatiekenmerk(public governance)

centraal.

Goedbestuuralsorganisatiekenmerkstaatnietopzichzelf.Hetiséénvande

prikkelsdieintheoriezoudenmoetenleidentotorganisatiesdiebeterpresteren,

eengroterelegitimiteithebben,meerresponsiefwerken,lerenenflexibelen

toekomstbestendigzijn.

Andereprikkelsbinneneenorganisatiezijnbijvoorbeeldambitieuzeencapabele

bestuurdersofmedewerkers,ofinstrumentenzoalsbenchmarkingofvisitaties.

Ookbuitendeorganisatiesbestaanerprikkelszoalstoezichtdoorenverantwoor-

dingaanminister(s),toezichthouder(s)enbranchevereniging(en)ofexterne

prikkelszoalskiezendeklanten,concurrenten,kritischevolgersenprestatieaf-

spraken.

Goedbestuurdientdusmeerdoelendanalleengoedeprestatiesenandersom

wordenprestatiesvaneeninstellingdoormeerzakendanalleendoorgoed

bestuurbepaald.

1 In de (internationale) governance litera­tuur worden nog tal van andere inde­lingen gemaakt waarbij bijvoorbeeld de nadruk ligt op governance in (interna­tionale) netwerken, of governance als vorm van coördinatie. Hier beperken we ons tot de twee onderstaande visies omdat deze het beste aansluiten bij de definities in de Essentialia voor goed openbaar bestuur van de Algemene Rekenkamer (200�) en bij het rapport Goed bestuur tussen publiek en privaat van de Algemene Rekenkamer (200�).

2Zie ook onze brochure Essentialia van goed openbaar bestuur (Algemene Rekenkamer, 200�) en ons rapport Goed bestuur tussen publiek en privaat (Algemene Rekenkamer, 200�).

Page 13: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r12

DeAlgemeneRekenkamerbesteeddeineenaantaleerderepublicatiesuitgebreid

aandachtaandeontwikkelingenrondomgoedbestuurbijinstellingendieophet

snijvlakvandepubliekeendeprivatesectoropereren.3Dezeinstellingenhebben

zowelmetkritischeklantenalsmetdeoverheidtemakendieveel–ensoms

tegenstrijdige–eisenstellen.Instellingenhopenmeteengoedeinrichtingvande

bedrijfsvoering,deverantwoordingenhettoezicht,kortommetgoedbestuur,

tegemoettekunnenkomenaandezeeisen.

InhetrapportGoed bestuur tussen publiek en privaat (AlgemeneRekenkamer,2006)

constateerdenwijdatnogweinigbekendisoverdeimplementatievanallegoede

voornemensopgovernancegebied.Ookisnogweinigbekendoverdematewaarin

goedbestuurindepraktijkvoldoetaandeverwachtingendiezowelbeleidsmakers

alshetveldervanhebben.

Inhetnuvoorliggendeverkennendeonderzoekgaanwenahoeinstellingeninde

sectorenwonen,zorgenonderwijsindepraktijkuitvoeringgevenaandeprincipes

vangoedbestuurzoalsdieinwet-enregelgevingenbranchecodeszijnvastgelegd

entegenwelkeknelpuntenzedaarbijaanlopen.Metdezeverkenningvande

ontwikkelingenvangoedbestuurindepraktijkwillenwijministers,toezicht-

houderseninstellingeneenhandreikingbiedenbijhetverdervormgevenvan

goedbestuur.

1.2 Reikwijdteverkenning1.2 Reikwijdteverkenning

1.2.1 Tweeaspecten:interntoezichtenomgangmetbelanghebbenden

Wehebbenonsbijonzeverkenninggeconcentreerdoptweeaspectenvangoed

bestuurdiemomenteelindepraktijkenindepolitieksterkindebelangstelling

staan:intern toezichtenomgang met belanghebbenden.Vaninterntoezichtwordtzowel

doordebeleidsmakersalsdoordebrancheverenigingenveelverwachtinhet

kadervaneengoedsysteemvanchecksandbalances.Deomgangmetbelang-

hebbendenstaatindebelangstellingomdathetpresterenvandeinstellingenin

deonderzochtesectorensterkafhankelijkisvandelokalecontextwaarinonder

anderedeaardenbehoeftenvanbelanghebbendensterkkunnenverschillen.

Intern toezichtishettoezichtophetbestuurvaneenorganisatiedooreenorgaan

binnendezelfdeorganisatie.Inonzevisiebestaattoezicht,dusookintern

toezicht,uitdrieelementendiegoedopelkaarzijnafgestemd(Algemene

Rekenkamer,2008):

• informatieverzameling

• oordeelsvorming

• eventueleinterventies.

Interntoezichtkanbijvoorbeeldwordeningevulddooreenraadvantoezichtof

eenraadvancommissarissen,maarookviaeenmodelwaarinbestuurentoezicht

inéénorgaanzijnverenigd.Wehanterenindezeverkenningdeterm‘raadvan

toezicht’ominterntoezichtaanteduiden,omdatditmodelhetmeestgangbaaris

indesectorendiewijhebbenonderzocht.

Belanghebbendenvanorganisatieskunnendirecteafnemersvandienstenzijn,maar

ooklokalesamenwerkingspartnersofanderepartijendie‘geraakt’wordendoor

hetbeleidvandeinstelling.

Bijhetbeschrijvenvandemanierwaaropinstellingenomgaanmetbelanghebben-

denonderscheidenweverantwoordingaanbelanghebbendenvandialoog met

belanghebbenden.

Wanneereenorganisatiezichverantwoordt,legtzijachterafoverspecifiekeonder-

werpenaaneenspecifiekforumrekenschapaf.Wesprekenvanmeervoudige

(publieke)verantwoordingalseeninstellingzichhierbijrichttotverschillende

3Zie bijvoorbeeld de achtergrondstudies Systemen van checks and balances bij rechtspersonen met een wettelijke taak (Algemene Rekenkamer, 2002), Verbreding van de publieke verantwoording (Algemene Rekenkamer, 200�) en Goed bestuur tussen publiek en privaat (Algemene, Rekenkamer, 200�).

Page 14: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g1�

groepenbelanghebbendenendeverantwoordingbetrekkingheeftopeenbreed

paletaanonderwerpenzoals:financiën,prestaties,kwaliteitenmaatschappelijk

verantwoordhandelen.

Vaneendialoogmetbelanghebbendenissprakewanneereenorganisatiehaar

belanghebbendenbetrektbijhetbeleid.Hetistweerichtingsverkeer:ergaatzowel

informatievanuitdebetreffendeorganisatienaardebelanghebbenden,alsinfor-

matievanuitdebelanghebbendennaardeorganisaties.

1.2.2 Driesectorenenverbindingen

Onzeverkenningspitstzichtoeopdebeleidssectorenwonen,zorgenonderwijs.

Indezesectorenvindenzowelbeleidsmatigals‘vanonderop’demeesteontwik-

kelingenrondgoedbestuurplaats.Daarbijkanbijvoorbeeldwordengedachtaan

hetgovernancebeleidvanhetMinisterievanOnderwijs,CultuurenWetenschap

(ocw)enaandegovernancecodesdieindeverschillendesectorenzijnopgezet

(‘vanonderop’).

Onderwijs

Binnenhetonderwijsconcentrerenweonsvooralophethoger beroepsonderwijs

(waarmenveelervaringheeftmetgovernancemaatregelen)enhetvoortgezet

onderwijs(waarveelontwikkelingenophetgebiedvangovernancezijnmaarmen

nogindebeginfasevandeuitvoeringzit).

Zorg

Indezorgsectorligtdenadrukbijziekenhuizenenbijinstellingen die het aanbieden van

zorg combineren met andere functies zoals wonen en welzijn.

Wonen

Indewoonsectorbestedenwenietalleenaandachtaande‘gewone’ woningcorporaties,

maarookaancorporaties die naast de verhuur van woningen ook actief zijn op aanpalende

terreinenenbijvoorbeeldvastgoedleverenenexploiterenvooronderwijsen/ofzorg.

Verbindingen

Naastdebeschrijvingvandepraktijkvangoedbestuurbinnendedriesectoren,

bestedenwijindezeverkenningookaandachtaansamenwerkingsverbanden

binnenentussenbeleidssectoren.Datdoenwevanuitdeverwachtingdatwoning-

corporaties,onderwijsinstellingenofzorginstellingensteedsvakerverbindingen

aangaanmetinstellingen,ookbuitenhuneigensector.Datgebeurtvanuitver-

schillendemotievenzoalsefficiencyoverwegingen,concurrentiemotievenofhet

strevennaareenmeerklantgerichtedienstverlening.Wegaanindezeverkenning

inopdeverschillendevormenvansamenwerkingsverbanden,schaalvergrotingen

verbindingendiedeafgelopenpaarjaarzijnontstaan.Dezeverbindingenhebben

consequentiesvoorgoedbestuur:zestellenandereeisenaantoezicht,dialoogen

verantwoording.Devragen‘vanwie?’,‘voorwie?’en‘doorwie?’moetenookvoor

deze(sectoroverschrijdende)verbindingenopnieuwwordenbeantwoord.

1.3 Vraagstellingenaanpak1.3 Vraagstellingenaanpak

Devraagstellingvandezeverkenningnaargoedbestuurinuitvoeringbestaatuit

driedelen:

1. Watisvolgensdeverantwoordelijkeministers,toezichthouders,branche-

organisatiesenindividueleinstellingenhetbelangrijkstedoelvangoedbestuur

enwelkeverwachtingenhebbenzijtenaanzienvangoedbestuur?

2. Hoegevendeonderzochteinstellingenvormaaninterntoezicht,aanverant-

woordingaanbelanghebbendenenaandedialoogmetbelanghebbendenen

Page 15: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r1�

watzijnbelemmerendeenstimulerendefactorenvoorinstellingenbijhet

implementerenvandeprincipesvangoedbestuur?

3. Watbetekenthetontstaanvan(sectoroverschrijdende)verbindingenzoals

vergaandesamenwerkingsverbandenenschaalvergrotingvoordemanier

waaropgoedbestuurindepraktijkwordtingevuld?

Omdezevragentebeantwoordenhebbenweonderzoekdatdooranderenis

verrichtgeanalyseerdeninterviewsgehoudenmetdeskundigenophetterreinvan

goedbestuurenmetbestuurdersentoezichthoudersvaninstellingen(ziebijlage3).

Daarnaasthebbenwetijdenseenexpertmeetingmetdeskundigenuitdiverse

sectoren(ziebijlage4)verschillendethema’srondomgoedbestuuruitgediept.4

1.4 Leeswijzer1.4 Leeswijzer

Ditrapportisalsvolgtopgebouwd:

Inhoofdstuk 2gevenweweerwelkeplaatsgoedbestuurinneemtinhetbeleidinde

drieonderzochtesectoren.Daarbijgaanwevooralinopdeverwachtingendieer

indebetreffendebeleidsveldenbestaantenaanzienvangoedbestuur.

Vervolgensgaanweinopgoedopenbaarbestuurin de praktijk.Inhoofdstuk 3beste-

denweaandachtaanhoeinstellingeninterntoezichtvormgeveneninhoofdstuk 4

staanwestilbijdeomgangmetbelanghebbenden.

Inhoofdstuk 5veranderenwehetperspectiefvandesectoraleinstellingennaarde

(sectoroverschrijdende)verbindingen.Naeenkortebeschrijvingvanrecente

ontwikkelingenstaanweindathoofdstukstilbijdespecifiekeeisendieverbin-

dingenstellenaangoedbestuur,inhetbijzonderinterntoezichtenomgangmet

belanghebbenden.Daarnastaanwestilbijdeknelpuntendiedatmetzichmee-

brengt.

Indeslotbeschouwinginhoofdstuk 6reflecterenweopdeconclusiesuitdevoor-

gaandehoofdstukkenenpresenterenweeenaantalthema’svoordetoekomst.

Inbijlage1zijndeconclusiesuitonzeverkenningschematischweergegeven.

Figuur 1: Opbouw rapport

Hoofdstuk 2Goed bestuur in beleid: een vergelijking tussen sectoren

Hoofdstuk 3Goed bestuur in de praktijk: intern toezicht

Hoofdstuk 4Goed bestuur in de praktijk: omgang met belanghebbenden

Hoofdstuk 5Goed bestuur bij samenwerking, schaalvergroting en verbindingen

Hoofdstuk 6Thema’s voor de toekomst

Goed bestuur in uitvoering De praktijk van onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zorgorganisaties en samenwerkingsverbanden

4In deze verkenning staan de opbrengsten van goed bestuur centraal. De kosten van toezicht en verantwoording komen aan de orde in overheidsprojecten rondom de stroomlijning van inspectie en toezicht en modernisering van de rijksoverheid. De Algemene Rekenkamer monitort deze projecten.

Page 16: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g1�

2 Goedbestuurinbeleid:eenvergelijking2 Goedbestuurinbeleid:eenvergelijkingtussensectorentussensectoren

Indithoofdstukgevenweweerhoegoedbestuurinhetbeleidvandeministers

vanocw,vanVolkshuisvesting,RuimtelijkeOrdeningenMilieubeheer(vrom)

envanVolksgezondheid,WelzijnenSport(vws)isvormgegevenenhoetoezicht-

houders,brancheorganisatieseninstellingenindeonderzochtebeleidsvelden

tegengoedbestuuraankijken.Westaanookkortstilbijdegovernancecodesdie

indedriebeleidsveldenzijnontwikkeld.Achtereenvolgenskomendesectoren

onderwijs,zorgenwonenaanbod.

2.1 Goedbestuurinhetonderwijs2.1 Goedbestuurinhetonderwijs

2.1.1 Beleidscontext

Voortgezetonderwijs

Deministervanocwisinhetvoortgezetonderwijs(vo)verantwoordelijkvoorhet

goedpresterenvanhetvo-bestel,debekostigingendedoelmatigheid(ocw2006c).

DeInspectievanhetOnderwijshoudtnamensdeministervanocwonderandere

toezichtopde(verantwoordingoverde)kwaliteitvanhetvoortgezetonderwijs.

Ookgaatdeinspectienaofscholenrekeninghoudenmetwensenenverwachtin-

genvanouders/verzorgersoverhetonderwijs(InspectievanhetOnderwijs,2006b).

Hetbijzonderonderwijs,zoalsscholenopchristelijkegrondslag,wordtvan

oudsherzelfstandigbestuurd.Voorhetopenbaaronderwijszijndegemeenten

vanoudsherverantwoordelijk.Vanafnovember1996hebbengemeentende

mogelijkheidomopenbarescholenteverzelfstandigen(cbs,2007).Hetbevoegd

gezagvandevo-schoolmoetzorgdragenvoordekwaliteitvanhetonderwijsop

deschool(art23aenart24a,wvo).

Hogerberoepsonderwijs

Deministervanocwisinhethogeronderwijs5verantwoordelijkvoordekwaliteit

entoegankelijkheidenvooreendoelmatigebestedingvanoverheidsgeld.Via

bekostiging,regelgeving,afsprakenmetbestuurlijkepartijenenviavoorlichting

schepthetministeriehierrandvoorwaardenvoor(ocw2006;2007).

Hetexternetoezichtopdekwaliteitvanhethogeronderwijswordtuitgevoerd

doordeNederlands-VlaamseAccreditatieOrganisatie(nvao).Inhethoger

beroepsonderwijssteltdenvaodeeisdateindkwalificatieszijnontleendaande

doorhetberoepenveldopgesteldeberoepsprofielenofberoepscompetentiesenof

medewerkers,studenten,alumnienafnemendberoepenveldactiefzijnbetrokken

bijdeinternekwaliteitszorg(nvao,2003).Ziebijlage2vooreenuitgebreidere

beschrijvingvandebeleidscontext.6

2.1.2 Visieopgoedbestuur

Inhetverlengdevandeautonomievergrotingenveranderendebestuurlijkever-

houdingeninhetonderwijs,heeftgoedbestuurinhetbeleidvandeministervan

ocweencentraleplaats.

IneenbriefaandeTweedeKamerovergovernanceinhetonderwijs(2008)geeft

deministervanocweendefinitievangoedbestuur:

“Goed bestuur kan in de breedste zin worden geïnterpreteerd als een opvatting over de

verdeling van verantwoordelijkheden tussen al diegenen die (kunnen) bijdragen aan

de kwaliteit van het onderwijs.” (p. 2)

5 Hoger onderwijs bestaat uit hoger beroepsonderwijs (hbo) en weten­schappelijk onderwijs (wo).

6Zie ook: Algemene Rekenkamer en Rekenhof van België (200�).

Page 17: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r1�

Volgensdeministergaatdezeinterpretatievangoedbestuuroverderolenpositie

vandocenten,managers,bestuurders,toezichthouders,ouders,leerlingenen

studenten.Uiteindelijkmoetvolgensdeministertussendegenoemdepartijeneen

goedevenwichtontstaandankzijeensysteemvanchecks and balances.Volgensde

ministerishetvooreendergelijksysteemessentieeldathetbestuurzowelaande

inspectieverantwoordingaflegtalsaandegenendiedirectbetrokkenzijnbijhet

onderwijs.Hetwettelijkvoorgeschrevenjaarverslagisdaareenhulpmiddelvoor.

Specifiekvoorhetbasisonderwijsenhetvoortgezetonderwijsisookdeverplichte

schoolgidseenverantwoordingsinstrument.Deministermeentdatverantwoor-

dingookhetfundamentlegtvoordemaatschappelijkedialoogmetdeomgeving

vandeschool(p.2).

Verderopindebriefbenoemtdeministervierelementenvangoedbestuur(p.5):

• professioneelentransparantbestuur;

• verantwoordingenmaatschappelijkedialoog;

• sterkepositievoordeonderwijsprofessional;

• goedsysteemvankwaliteitsborging.

Goedbestuurisvolgensdeministervanocweenrandvoorwaardeomdekwaliteit

vanhetonderwijstebehoudenenteverbeteren:“Goedbestuurisgeendoelop

zichzelf.Inhetonderwijsisermaaréénechtdoelendatisgoedonderwijs”

(ocw,2008,p.3).

Deministerverondersteltdatleerlingenenstudentendieleskrijgenopscholen

dienietgoedbestuurdwordenhetrisicolopenhuntalentennietmaximaalte

benutten.Daarommoethetdebatovergoedbestuurvolgensdeministergaan

overdevraaghoegoedbestuurkanbijdragenaandekwaliteitvanhetonderwijs

(ocw,2008).

Ookmoetgoedbestuurindeogenvandeministervanocwhetonderwijsnaar

eenhogerniveaubrengenenmaatwerkmogelijkmaken,zodathetonderwijs

beteraansluitbijdecapaciteitenenambitiesvanleerlingenenstudenten(ocw,

2006a,p.3-4;zieookocwenlnv2007).Verdersteltdeministerdathetbeleid

voorgoedbestuurmoetbijdragenaaneentoekomstbestendigonderwijsstelselen

aaneengarantievangoedebestedingvanpubliekemiddelen(ocw,2005).

DeInspectievanhetOnderwijsbenadrukthetbestuurlijkhandelenalselement

vangoedbestuur,datmoetleidentotgoederesultateneneengoedeinformatie-

voorzieningnaarbelanghebbenden.7Deinspectienoemtalsonderdelenvangoed

bestuur:

• deaanwezigheidvaneenraadvanbestuureneenraadvantoezicht;

• deverantwoordingaanendialoogmetbelanghebbenden.

VolgensdeInspectievanhetOnderwijsisderelatietussengoedbestuurende

kwaliteitvanonderwijsnieteenduidig.Goedbestuurisgeenvoorspellendefactor

vooronderwijskwaliteit,maariserwelsprakevaneenverband.Uitdelijstvan

zwakkescholenblijktbijvoorbeelddatveelvandezescholentemakenhebben

metslechtbestuurenslechtmanagement(InspectievanhetOnderwijs,2006a).8

OokdeOnderwijsraad,hetadviesorgaanvoorderegeringophetterreinvanhet

onderwijs,zietgeendirecterelatietussengoedbestuurendekwaliteitvandienst-

verleningofdeverbeteringvanbedrijfsprestaties.Volgensderaadwaarborgtgoed

bestuureensysteemvanverdelingendelingvanbevoegdheden,enisdateen

wenselijkenlegitiemstrevenopzichzelf(Onderwijsraad,2006,p.29).

Volgensdevo-raad,desectororganisatievoorhetvoortgezetonderwijs,gaatgoed

onderwijsbestuuroverdewijzewaaropinstellingenomgaanmethunbeleids-

ruimte.Eenduidelijkeverdelingvanbevoegdhedenenverantwoordelijkheden,

7Gesprek met de Inspectie van het Onderwijs op 1� januari 200�.

8Dit verband werd bevestigd in een gesprek dat wij met de inspectie hadden op 1� januari 200�.

Page 18: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g1�

transparantieensamenspraakmetbelanghebbendenzijnhierbijbelangrijke

elementen(vo-raad,2007;2008).

Dehbo-raad,debelangen-enwerkgeversverenigingvanNederlandsehogescholen,

geeftgeenexplicietedefinitievangoedbestuur.IndeBranchecode Governance plaatst

deraadgoedbestuurtegeneenachtergrondvanmaatschappelijkondernemer-

schapenveranderendebestuurlijkeverhoudingen(hbo-raad,2006,p.I).

Debrancheorganisatiesvindendedialoogmetbelanghebbendeneenbelangrijk

onderdeelvangoedbestuur.Zijnoemennaastdekwaliteitvanhetonderwijshet

vertrouwenvandesamenlevingindeschoolalsdoelvangoedbestuur.

Datvertrouwenbetreftvooralhethandelenvandeorganisatie,waaronderde

bedrijfsvoeringendewijzewaaropdeschoolomgaatmetpubliekgeld.

Vertegenwoordigersvanvo-scholenenhogescholenbenadrukkendatgoed

bestuurookgaatomgoedebestuurders.Zijmoetendecontinuïteitvandeorgani-

satiewaarborgen,waarbijookdekwaliteitvanhetonderwijseenrolspeelt.Endit

bestuurlijkhandelenwordteerderbepaalddoorpersoonlijkekwaliteitendandoor

gevolgdeprocedures.

Veelbestuurdersvanscholenplaatseneenkanttekeningbijhetideedatgoed

bestuur–indirect–moetleidentotbeteronderwijs.Zijstellendatgoedonderwijs

inhetklaslokaalzelftotstandkomtendatwattussendeinternetoezichthouder

enhetschoolbestuurgebeurtnietzichtbaarisvoordewerkvloer.

2.1.3 Governancecodes

Alleonderwijssectorenhebbeningeorganiseerdverbandgovernancecodesont-

wikkeld.Indezecodeszijnbepalingenvastgelegdoveronderanderedescheiding

vanbestuurentoezichtendeomgangmetbelanghebbenden.

Nalevingvandecodesisdeverantwoordelijkheidvanbesturenenradenvan

toezicht,het‘pastoeofleguit’-principeishierbijleidend.Opdenalevingvande

codesinhetonderwijswordtniettoegezien.Inseptember2007eninfebruari

2008heeftdeministervanocwdeTweedeKamerlatenwetendathijdeinvoering

endewerkingvandecodesnauwlettendzalvolgenenwaarnodigstimuleren

(ocwenlnv,2007;ocw,2008),maarhoehijditpreciesvormgeeftisnogniet

duidelijk.DeOnderwijsinspectieheeftvooralsnoggeenrolbijhettoezichtopde

nalevingvandecodes.

Samenvatting

Indevisievandeministervanocwgaatgoedbestuuroverdeverdelingvan

verantwoordelijkhedentusseniedereendiekanbijdragenaandekwaliteitvan

onderwijs.Hierbijachthijverantwoordingvangrootbelang,omdatdithet

fundamentlegtvoordemaatschappelijkedialoog.Interntoezichtendialoogmet

debelanghebbendenwordenalsbelangrijkeonderdelenvangoedbestuur

genoemd.Degeïnterviewdeinstellingenbenadrukkendatgoedbestuurook

goedebestuurdersinhoudt.

Volgensdeverschillendepartijenindeonderwijssectorisgoedbestuurgeendoel

opzich.Volgensdeministerishetenigedoelkwalitatiefhoogwaardigonderwijs.

Eenanderdoelvangoedbestuurisvolgensverschillendebrancheorganisatiesen

instellingenvertrouwenwekkenbijdesamenleving.

Inhetveldzijngovernancecodesontwikkeld,maaropdenalevingervanwordt

niettoegezien.

Page 19: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r1�

2.2 Goedbestuurindezorg2.2 Goedbestuurindezorg

2.2.1 Beleidscontext

InNederlandiszorgvanoudshereenprivateaangelegenheid.Deoverheidschept

alskaderstellerentoezichthouderderandvoorwaardenvoorgoede,betaalbareen

toegankelijkezorg.Metdeinvoeringvanhetnieuwezorgstelselinjanuari2006

heeftmarktwerkingzijnintredegedaanindezorg.Depatiëntheeftmeerkeuze-

vrijheidgekregeneniszozorgconsumentgeworden.Ditmoetdezorgaanbieders

endezorgverzekeraarsprikkelenveilige,effectieveenklantgerichtezorgte

leverenofintekopen.

Sindsin2006deWettoelatingzorginstellingen(wtzi)inwerkingisgetreden,

moetenzorginstellingenvoldoenaannieuweeisen,onderanderetenaanzienvan

eentransparantebestuursstructuurenbedrijfsvoering.9Inbijlage2staateen

uitgebreiderebeschrijvingvandebeleidscontext.

2.2.2 Visieopgoedbestuur

Hetnieuwezorgstelselvraagtvanzorginstellingendatzijzorgenvoorgoede

kwaliteittegenzolaagmogelijkekostenendaarovergoedeinformatiegeven.

VolgensdeministervanVWSvergtditvanzorginstellingengoedbestuur.De

ministerbeoogtonderanderemetwetgeving(wtzi)transparantieindezorgte

bevorderenenzodepatiëntinstaattestellenzijnkeuzevooreenzorgverzekeraar

tebaserenopdekwaliteit,detoegankelijkheidendebetaalbaarheidvandezorg.

VolgensdeministervanVWSvormendewettelijketransparantie-eisenvanuitde

wtzi,samenmetdegovernancecodevanhetveld,deeisenvoorgoedbestuurvan

zorginstellingen(vws,2006a).Goedbestuurbeperktzichvolgensdeminister

niettotdeverantwoordingoverdefinanciëlegegevensvandezorginstellingen.

Hetbestuurendeinternetoezichthoudersvaninstellingenmoetenookaandacht

bestedenaandecontractenvandeinstellingenmetdezorgverzekeraarsenaan

hetverslagvandeInspectievoordeGezondheidszorgoverdekwaliteitvande

zorgvandeinstelling.Daarnaastbeschouwtdeministerdeomgangmetbelang-

hebbendenalseenbelangrijkonderdeelvangoedbestuur.Hetuitgangspunt

daarbijisvolgenshemaandachtvoordepatiënt:

“In de zorg staat de vraag van de patiënt centraal. Zorginstellingen zullen dus de

dialoog met hun patiënten en cliënten goed moeten organiseren. Governance betekent

dat de belangrijkste speler op het zorgveld, de patiënt dan wel verzekerde, goed in

beeld is.” (vws, 2005a).

Volgensdeministerisgoedbestuurdusvooraleenmanieromtransparantieinde

zorgtebevorderenendemarkttelatenwerken.Hoemeerzorgorganisatieszich

verantwoordenendedialoogzoekenmethunomgeving,hoebeterpatiënten

kunnenkiezen.Endekiezendepatiëntisdemotorachterdemarktwerkinginde

zorg.Ookdenktdeministermetgoedbestuurtekunnenbewerkstelligendat

belanghebbendenmeerinvloedkrijgenophetbeleidvandezorgorganisaties.

DecommissieHealthCareGovernancegeeftinhaarrapportHealth Care Governance

(1999)eendefinitievangoedbestuurdiedoorveelzorgaanbiederswordtonder-

schrevenengehanteerd:

“Health care governance is een stelsel van spelregels en omgangsvormen voor goed

bestuur van en goed toezicht op zorgorganisaties, en van adequate verantwoording

aan en beïnvloeding door belanghebbenden van de wijze waarop de zorgorganisatie

haar doelen realiseert en kwalitatief verantwoorde en doelmatige zorg levert.

9 Om zorg te mogen leveren die ten laste komt van de Zorgverzekeringswet of de AWBZ, moeten zorginstellingen vol­doen aan de toelatingseisen van de WTZi. Als we het in dit rapport hebben over zorginstellingen bedoelen we toe­gelaten instellingen.

Page 20: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g1�

Belanghebbendenzijnonderanderepatiënten,medewerkers,bestuurders,

toezichthouders,zorgverzekeraars,patiëntenorganisaties,derijks-endelokale

overheid.”(p.11)

DeBrancheorganisatiesZorg(BoZ)achtengoedbestuurnoodzakelijkenvooral

eenzaakvanhetveld.Zijwezenertijdensonsgesprekopdatgoedbestuurzich

nietalleenlaatvangeninregels,maardathetookafhangtvandekwaliteitvande

bestuurdersentoezichthouders.

Bestuurdersentoezichthoudersvaninstellingendiewijspraken,gavenaandat

goedbestuurbetrekkingheeftopsturen,beheersenenverantwoorden.Eenaantal

zorginstellingenwijsteropdatgoedbestuurvooraldraaitomhetsamenspel

tussenraadvanbestuurenraadvantoezichtenhetinformerenvanbelang-

hebbenden.Daarnaastwordtgoedbestuurinverbandgebrachtmetresultaten.

Goedbestuurhoudtvolgensdegeïnterviewdenindatdeinternebedrijfsvoering

opordeis,datdegewensteoutputwordtgeleverdendatgoedwordtverantwoord

aandeomgeving.

TijdenseeninterviewbijdeNederlandseverenigingvanziekenhuizen(nvz)werd

daaraantoegevoegddatgoedbestuurookblijktuitdematewaarineeninstelling

instaatisomindemarktteoverleven.NetalsdeministervanVWSbrengtde

NVZgoedbestuurdusnadrukkelijkinverbandmetdemarktwerkinginhet

nieuwezorgstelsel

2.2.3 Governancecodes

In2005hebbendegezamenlijkebrancheorganisatiesindeZorg(BoZ)dezorg-

bredegovernancecodeuitgebracht.Ditiseencodevanallebrancheverenigingen

indezorgdiebetrekkingheeftopgoedbestuurengoedtoezicht.Decodebevat

bepalingenoverdeverantwoordingaanbelanghebbendenenoverdetakenende

werkwijzevanderaadvanbestuurenvanderaadvantoezicht.

Deraadvanbestuurenderaadvantoezichtzijnverantwoordelijkvoordenaleving

vandeprincipesvandecode.Nalevingvandecodeisverdereenvoorwaardevoor

lidmaatschapvandeafzonderlijkebrancheorganisaties.Dezebrancheorganisaties

ziendecontroleopimplementatieennalevingvandecodeechternietalshun

taak.DaarvoorisbijhetScheidsgerechtGezondheidszorgde

GovernancecommissieGezondheidszorgopgericht.Rechtspersonendiegeen

contractrelatiemetdezorginstellinghebben,kunnenhiereenklachtindienenals

zijmenendateenzorginstellingdegovernancecodeheeftgeschonden.

Samenvatting

Goedbestuurbeperktzichvolgensdeministervanvwsdusnietalleentotverant-

woordingoverfinanciën,maarbetekentookverantwoordingoverdekwaliteitvan

dezorg.Daarnaastmoetenzorginstellingenaandachthebbenvoorinterneen

externebelanghebbendenenbetekentgoedbestuurinzijnvisieookdatdepatiënt

centraalwordtgesteld.

Deministervindtgoedbestuureeninstrumentomtransparantieindezorgte

bevorderenzodatdemarktkanwerken.Transparantie-eisenhiervoorzijnvast-

gelegdindewtzi.Voorderestisgoedbestuureentaakvanhetveld,meentde

minister.Debrancheorganisatiesenzorginstellingensluitenzichhierbijaan,

metdekanttekeningdatgoedbestuurmeerisdanregels:hetgaatookomgoede

bestuurders.

Brancheorganisatieshebbeneenzorgbredegovernancecodeuitgebracht,maar

zienniettoeopdenalevingervan,daarvoorisin2007deGovernancecommissie

Gezondheidszorgopgericht.

Page 21: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r20

2.3 Goedbestuurbijwoningcorporaties2.3 Goedbestuurbijwoningcorporaties

2.3.1 Beleidscontext

Woningcorporatiesvoorzieninadequatehuisvestingvoordiegroepeninde

samenlevingdieviademarktnietofonvoldoendevanwoonruimtekunnenworden

voorzien.Deministervanvromisverantwoordelijkvoorvolkshuisvesting.

Deactiviteitendiewoningcorporatiesmogenverrichtenzijnwettelijkingekaderd.

Corporatiesdienenzelfinvullingtegevenaandatkader,inoverlegmetde

gemeenten,dewijkbewonersendehuurders.

Inbijlage2staateenuitgebreiderebeschrijvingvandebeleidscontext.

2.3.2 Visieopgoedbestuur

Indecorporatiesectorishetgovernancevraagstukeenvandethema’sinhetdebat

tussendeminister,hetparlementendecorporatiesoverdetoekomstvande

woningcorporaties.10Devieronderlingsamenhangendethema’sindiediscussie

zijn:

1. hetverbeterenvandemaatschappelijkeverankeringvandewoningcorporaties,

bijvoorbeelddoorbelanghebbendenbeterbijhetbeleidtebetrekken,de

‘bewonercentraaltestellen’enlokaleenregionalebehoeftenophetgebied

vanwonenenwelzijnsystematischopelkaaraantelatensluiten;

2. hetversterkenvande‘prikkelstotpresteren’,bijvoorbeelddoorhetopenbaar

makenvanbenchmarkgegevens,enhetmakenvanprestatieafsprakenmet

gemeentes;

3. het‘Europaproof ’makenvandecorporatiesectorendeindividuelecorporaties,

bijvoorbeelddooreengelijkspeelveldtecreërenvoorcorporatiesencommer-

ciëlepartijen,endoorpublieketakenenmarktactiviteitenadministratiefen

juridischtescheiden;

4. hetversterkenvandegovernancevanwoningcorporaties,bijvoorbeelddoor

hetinternetoezichtteprofessionaliseren,tezorgenvoormeervraaggerichte

sturingenmeertransparantieoverprestatiesenbeloningen.

Deministervanvrombeschouwtgoedbestuuralsonderdeelvaneensysteemvan

checks and balances,waarbijinstellingenrekeningmoetenhoudenmethunbelang-

hebbenden,deuitkomstenvanvisitatiesenbenchmarksmoetenverwerkeninhun

beleid,eninterntoezichtgoedmoetenregelen.Ineenbeleidsvisieoverdetoe-

komstvanwoningcorporaties(vrom,2005)zegtdeminister:

“Zij moeten voldoende ‘checks and balances’ in hun bedrijfsvoering inbouwen om

de gewenste maatschappelijke prestaties tot stand te brengen. Zij moeten hun stake-

holders serieus nemen en inhoud geven aan horizontale verantwoording naar die

stakeholders. Zij moeten onafhankelijke visitatie en benchmarks op een niet-vrij-

blijvende wijze gaan hanteren. En zij moeten het interne toezicht verder gaan profes-

sionaliseren. Waar nodig echter zal ik (rand)voorwaarden vastleggen.” (p. 17).

Hetinternetoezichtendedialoogmetenverantwoordingaanbelanghebbenden

zijnvolgensdeministervanvromdusbelangrijkeonderdelenvangoedbestuur.

Onafhankelijkevisitatiesenbenchmarkszijnvolgensdeministerookonderdeel

vangoedbestuur.IndeBeleidsvisie toekomst woningcorporaties (vrom,2005)spreekt

deministerdevolgendeverwachtinguit:

“Instrumenten als benchmarks en visitatie kunnen woningcorporaties ondersteunen in

hun streven niet alleen de juiste dingen te doen (dat wil zeggen de gewenste prestaties

te leveren), maar deze ook goed te doen. Dus ook met een beheerst niveau aan bedrijfs-

lasten. (…) In mijn visie zie ik benchmarking en visitatie niet als onderdeel van het

externe toezicht, maar primair als instrumenten voor de directie en het interne

10Parallel hieraan vindt het debat plaats over de meest wenselijke maatregelen om de woningmarkt te verbeteren: verbeteren van de betaalbaarheid, vergroten van de doorstroming, tegen­gaan van ‘scheefwonen’, verhoging van het bouwvolume etc.

Page 22: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g21

toezicht. Daar waar het interne toezicht structureel faalt, kan ik via extern toezicht

ingrijpen.” (p. 19).

Volgensdeministervanvromvormenkwaliteitssystemenalsbenchmarksen

visitatieseenverbindingtussengoedbestuurenmaatschappelijkondernemer-

schap.IndeBeleidsvisietoekomstwoningcorporatiesnoemtdeministerhet

vergrotenvanderuimtevoormaatschappelijkondernemerschapvancorporaties

alseenvandedoelenvandemoderniseringvanderelatiestussenoverheiden

woningcorporaties(vrom,2005).

OokAedes,deverenigingvanwoningcorporaties,steltdatverantwoordingover

entoezichtopdebestedingvanhetmaatschappelijkvermogen,endaarmeegoed

bestuur,nadrukkelijkhoortbijmaatschappelijkondernemerschap.

Maatschappelijke ondernemingen

“Maatschappelijke ondernemingen ­ veelal voortgekomen uit particulier initiatief ­ leveren producten op

gebieden als onderwijs, zorg en huisvesting vanuit een maatschappelijke doelstelling. Het kapitaal, dat in hen

geïncorporeerd zit, dient dan ook die maatschappelijke doelstelling. De maatschappelijke doelstelling neemt

niet weg dat zij in een marktsituatie opereren en onderhevig zijn aan ontwikkelingen die zich op hun markten

voordoen. De koers van de maatschappelijke onderneming wordt uitgestippeld in continue dialoog met maat­

schappelijke belanghouders, aan wie zij zich ook publiekelijk wil verantwoorden. Ingebed in de samenleving

willen maatschappelijke ondernemingen zeker stellen dat zij voldoende kennis hebben over de vraag waar zij

aan moeten voldoen en willen zij afgerekend worden op de resultaten die zij leveren. Zij stellen scherpe eisen

aan de eigen bedrijfsvoering en aan de wijze van verantwoording. Van de overheid verwachten zij zodanige

regelgeving dat meer ruimte ontstaat voor maatschappelijk ondernemen.

De maatschappelijke inbedding is voor deze organisaties van even groot belang voor een goed functioneren

van de onderneming als de interne bedrijfsvoering en een klantgerichte oriëntatie dat zijn. Allereerst zijn

nodig: een goed bestuur, adequate interne checks en balances en de ontwikkeling van branchespecifieke

instrumenten voor externe transparantie (zoals visitatie en benchmarking). Daarnaast moeten de maatschap­

pelijke belanghouders op gestructureerde wijze worden betrokken bij het uitstippelen van de strategische

koers van de onderneming. Ook de maatschappelijke verantwoording richting belanghouders moet op syste­

matische wijze plaatsvinden.”

Geciteerd uit de website van het NTMO, netwerk toekomst maatschappelijke ondernemingen

(vanaf juni 2008 het Platform Maatschappelijke Ondernemingen), www.ntmo.nl, d.d. 14 juli 2008.

2.3.3 Governancecodes

DebrancheorganisatiesAedesendeVerenigingvanToezichthoudersin

Woningcorporaties(vtw)hebbenhunideeënovergoedbestuurvastgelegdinde

GovernancecodeWoningcorporatiesenindevernieuwdeAedesCode.

Degovernancecodelegtnormenvastvoorgoedbestuurentoezicht,maat-

schappelijkeverantwoordingenbeleidsbeïnvloedingdoorbelanghebbenden,

financiëleverslagleggingendepositievandeexterneaccountant

(Governancecodewoningcorporaties,november2008,ziewww.aedesnet.nl).

Denalevingvandegovernancecodewordtgevolgddoordemonitorcommissie

GovernancecodeWoningcorporaties.

DeAedesCode(2007,ziewww.aedesnet.nl)bevatprincipesenconcretebepalin-

gendiedeorganenvandewoningcorporatieenhunledeninachtzoudenmoeten

nemen.HetonderschrijvenvandeAedesCodeimpliceertdatookde

GovernancecodeWoningcorporatieswordtonderschreven.

DeledenvanAedesdienenelkaaraantesprekenophetnalevenvandeAedescode.

Daarnaastkaniedereendie‘eenredelijkendirectbelangheeft’eenklacht

indienenbijdeonafhankelijkeCommissieAedesCodealswoningcorporatieszich

niethoudenaandebepalingenvandeAedesCode.Decommissiekanadviseren

totbemiddelingofeensanctieopleggen.

Page 23: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r22

Samenvatting

Deministervanvromzietgoedbestuuralsonderdeelvanhetsysteemvanchecks

and balancesdatwoningcorporatiesinhunbedrijfsvoeringmoeteninbouwenomde

gewenstemaatschappelijkeprestatiestotstandtebrengen.Belangrijkeelementen

vandatsysteemzijnverantwoordingaanendialoogmetbelanghebbenden,

onafhankelijkevisitatieenbenchmarksendeverdereprofessionaliseringvanhet

internetoezicht.Uitdeinterviewsblijktdatdecorporatiesditookbelangrijke

elementenvinden.

DebrancheorganisatiesAedesendevtwhebbenhunideeënovergoedbestuur

vastgelegdindeGovernancecodevoorWoningcorporatiesenindevernieuwde

AedesCode.Ledenvandebrancheorganisatiesdienenelkaaraantesprekenop

nalevingvandecodes.VoordeAedesCodebestaateencommissiedietoezietop

denaleving.

2.4 Conclusies2.4 Conclusies

Indevoorgaandeparagrafenhebbenwebeschrevenhoeminister,toezicht-

houders,brancheorganisatieseninstellingenindesectorenonderwijs,zorg

enwonentegengoedbestuuraankijken.Hierondergaanweinopeenaantal

opvallendeovereenkomstenenverschillen.

Goedbestuurenveranderendebestuurlijkeverhoudingen

Goedbestuurisinhetbeleidvandesectorenonderwijs,woningcorporatiesen

zorgverschillendingebed.Deministersvanocw,vanvromenvanvwsbekijken

hetiedervanuiteenanderperspectief.Desondankszienwedatgoedbestuurin

allesectorensamenhangtmeteengrotereonafhankelijkheidvandeinstellingen

tenopzichtevanhetRijk.

DeministervanocwstuurdedeTweedeKameralverschillendenota’soverhet

themagoedbestuur,inhetverlengdevandeveranderendebestuurlijkeverhou-

dingeninhetonderwijs.Indevisievandeministervanocwgaatgoedbestuur

overdeverdelingvanverantwoordelijkhedenenkangoedbestuurbijdragenaan

dekwaliteitvanonderwijs.

Indegezondheidszorgstaatgereguleerdemarktwerkingcentraal:depatiëntmoet

kunnenkiezen.Goedbestuurkanvolgensdeministervanvwsbijdragenaande

transparantieendekwaliteitdiedaarvoornodigzijn.

Indecorporatiesectorisgoedbestuuronderdeelvaneenbrederediscussieoverde

vormgevingvanhetstelselvanwoningcorporaties,waarbijhetgaatoverhet

creërenvanmogelijkhedenvoormaatschappelijkondernemerschapenhetver-

beterenvandemaatschappelijkeverankeringvancorporaties.

Relatietussengoedbestuurengoedpresteren

Deverwachtingentenaanzienvanwatgoedbestuurkanopleverenlopeninde

verschillendesectorenuiteen.Deministersvanvromenvanvwsvindendat

goedbestuurnietalleenbetrekkingheeftopfinanciëleprestaties.Inhetgevalvan

dezorgmoetgoedbestuurookleidentotverantwoordingoverdekwaliteitvande

zorg,omzotegemoettekomenaandewensenvan(kiezende)patiënten.Inhet

gevalvandewoningcorporatiesheeftgoedbestuurookbetrekkingophetreali-

serenvandegewenstemaatschappelijkeprestaties(doelenvoorvolkshuisvesting).

Deministervanocwgaateenstapverderenschetstgoedbestuuralseenrand-

voorwaardevoorhetbehoudenenverbeterenvandekwaliteitvanhetonderwijs.

Derelatietussengoedbestuurengoedpresterenisnieteenduidig.Aandeene

kantisernatuurlijkgeensprakevangoedbestuuralseeninstellinglangeretijd

onderdemaatpresteert.Aandeanderekantzalhetvoldoenaandeprincipesvan

goedbestuurnietzondermeerleidentotgoedeprestaties.Prestatiesvanleerlin-

genenstudentenwordenbijvoorbeeldmaarvooreenkleindeelbepaalddoorde

Page 24: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g2�

bestuursstructuur,hetinternetoezichtofderelatiemetdeomgevingvaneen

onderwijsinstelling.Goedbestuurgaatvaakoverdekwaliteitopinstellingsniveau,

terwijldeprestatiesvaneenorganisatievooreengrootdeelafhangenvande

kwaliteitvandeindividueleprofessional,vanzijnprestatiesindeoperatiekamer,

indeklasofindeomgangmethuurders.

Belangrijksteelementenvangoedbestuur

Hoeweldeinbeddingvangoedbestuurinhetbeleidindeverschillendesectoren

verschilt,zijnintern toezichtendeomgang met belanghebbendeninalledriedesectoren

belangrijkeelementenvangoedbestuur.Daarbijzietdeministervanvrom

visitatiesenbenchmarksookalsonderdeelvangoedbestuurenbetrektdeminis-

tervanocwderolvankwaliteitszorgenvanindividueleprofessionalsookbij

goedbestuur.

Ookbrancheorganisatiesenindividueleinstellingenzieninterntoezichten

omgangmetbelanghebbendenalsessentiëleonderdelenvangoedbestuur.

Ditkomtooktotuitdrukkingindeverschillendegovernancecodes,waarindeze

elementeneenprominenteplaatshebben.Veelbestuurdersentoezichthouders

benadrukkenweldatgoedbestuurmeerisdaneenformelebestuursstructuurof

hetnalevenvaneencode,maardatgoedbestuurvooralookafhankelijkisvaneen

goedebestuurder.

Governancecodes:goedbestuuralszelfregulering

Inalledriedesectorenhebbenbrancheorganisaties–aldannietonderdrukvan

wetgeving–governancecodesopgesteld.Vandeinstellingenwordtverwachtdat

zijzelfinvullinggevenaandealgemeengeformuleerdenormenuitdezecodes.

Instellingenwordenechteringeenvandesectorensystematischgetoetstopde

nalevingvandecodes.Welzijncommissiesingestelddieklachtenoverdenaleving

vandecodeskunnenbehandelenenisindemeestecodesvoorzienineen

evaluatie-ofmonitorcommissie.Maarmetdezebepalingenisnietgegarandeerd

datderichtlijnendieindecodeszijnopgenomenookdooralleinstellingen

nageleefdworden.Desectorenverwachtendusveelvanzelfregulering.

Overigenszijninstellingendienietzijnaangeslotenbijeenvandebranche-

organisatieshelemaalnietgehoudenaannalevingvandegovernancecodes.

Page 25: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r2�

3 Goedbestuurindepraktijk:interntoezicht3 Goedbestuurindepraktijk:interntoezicht

Indezeverkenningstaatgoedbestuuralsorganisatiekenmerkcentraal.Eerder

gavenwijaandatwijonsbijdeanalysevandepraktijkvangoedbestuurbeperken

totinterntoezichtendeomgangmetbelanghebbenden,omdatzowelhetveldals

depolitiekveelbelangstellinghebbenvoordezetweeelementen.Indithoofdstuk

concentrerenweonsopinterntoezicht.Naeeninleidingoverinterntoezicht

(§3.1)beschrijvenwedeverwachtingenvanministerstenaanzienvanintern

toezicht(§3.2).Vervolgensgaanweinopdeknelpuntenwaarinternetoezicht-

houdersindepraktijktegenaanlopen(§3.3).Tenslotteformulerenweonze

conclusiesoverinterntoezichtindepraktijk(§3.4).

3.1 Overinterntoezicht3.1 Overinterntoezicht

Interntoezichtishettoezichtophetbestuurvaneenorganisatiedooreenorgaan

binnendezelfdeorganisatie.Ditkanoptweemanierenvormgegevenworden:

volgenshetone-tiermodelenvolgenshettwo-tiermodel.

Inhetone-tiermodelzijnbestuurderseninternetoezichthoudersverenigdinéén

orgaan.Bijhettwo-tiermodelzijninterntoezichtenbestuurformeelgescheiden

inafzonderlijkeorganen.Interntoezichtwordtindatgevalingevulddooreen

raadvantoezichtofeenraadvancommissarissen.

Hetonetier(ofmonistische)bestuursmodelisdegangbarevorminhetinterna-

tionalebedrijfsleven.11Maatschappelijkeondernemingen(ziekaderparagraaf

2.3.2.)kiezenmeestalvooreentwotierbestuursmodel,hoewelditnietaltijd

wettelijkisvoorgeschreven(HoogeenHelderman,2007,p.47).

Vooronderwijsinstellingen,zorgverzekeraarsenzorgaanbiedersenvoorwoning-

corporatiesishettwo-tiermodelleidendbijdevormgevingvaninterntoezicht,

hoewelhetpersectorverschillendisgeregeld.

Voorwoningcorporatiesiswettelijkvoorgeschrevendatzijeenafzonderlijk

toezichthoudendorgaanmoetenhebben.12

Ookvoorzorginstellingenisdescheidingvanbestuurentoezichtwettelijkvoor-

geschreven.Zijmoeteneenorgaanhebbendattoezichthoudtophetbeleidvande

dagelijkseofalgemeneleidingvandeinstellingendatdezemetraadterzijde

staat.13Dezorgbredegovernancecodeneemthettwo-tiermodelalsuitgangspunt

(raad-van-toezichtmodel),maarlaatzorgorganisatiesvrijindepreciezeinvulling

vanhetmodel.Indecodestaatdatzorgorganisatiesdieeenandermodelhante-

rendecodezelfmoetenvertalennaarhuneigensituatie.Ookdeministervan

VWSlaatruimtevoorzorginstellingenomhetinternetoezichthoudendorgaan

andersvormtegevendanineenraad-van-toezichtmodel(ookwelraad-van-

commissarissenmodelgenoemd).14

Inhetvoortgezetonderwijsenhogerberoepsonderwijsisdescheidingvanbestuur

entoezicht(nog)nietindewetvastgelegd.Degovernancecodevoorhogescholen

gaatweluitvaneentwo-tiermodel(raad-van-commissarissenmodel).

Degovernancecodevoorhetvoortgezetonderwijsdaarentegenschrijftnieteen

bepaaldmodelvoorinterntoezichtvoor.Deministervanocwsteltdatvoorhet

11 In Nederland is het two tier (of dualis­tische) bestuursmodel sinds 1��1 ver­plicht voor grote bedrijven die onder het zogenaamde structuurregime (d.w.z. bedrijven waar een raad van commissiarissen verplicht is) vallen (BW 2:��, tweede lid).

12 Besluit Beheer Sociale Huursector, artikel �, 1e lid, onder b.

13 Uitvoeringsbesluit WTZi, art. �.1.

14 In de voorlichtingsbrochure die VWS heeft uitgegeven over de WTZi, staat toegelicht: “Dat hoeft niet altijd precies volgens het raad van toezicht­model te zijn. Vooral in de sector verpleging en verzorging zijn kleinere organisatorische verbanden actief. Zij kunnen er bijvoor­beeld voor kiezen om een toezichthou­dend orgaan in te stellen (bestaande uit twee of drie personen) naast bestuur en directeur. Dat is toegestaan. Er ont­staat dan wel een drielagen structuur.” (VWS, 200�a, p. 1�).

Page 26: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g2�

basisonderwijsenvoortgezetonderwijseenverplichteraadvantoezichtnietwense-

lijkis,geziendeomvangvansommigeinstellingenendevariatieindebestuur-

lijkeinrichtingindezesector.Deministerbeargumenteerthetverschilalsvolgt:

“ (…)de grote en vaak ook sterke besturen in het hoger en middelbaar beroepsonderwijs

vragen om een sterke tegenspeler zoals een raad van toezicht. “ (ocw, 2008, p. 8)

3.2 Verwachtingen3.2 Verwachtingen

Hetprincipevanscheidingtussenbestuurentoezichtisdusgemeengoedinhet

onderwijs,indezorgenbijwoningcorporaties.Demeesteinstellingenindie

sectorengeveninterntoezichtvormvolgenshettwo-tiermodel.Maarwatwordter

verwachtvaninterntoezicht?Uitonzeverkenningblijktdatditafhangtvande

beleidscontextendusverschiltpersector.

Deministervanocwzietverantwoordingaaneeninternetoezichthouderals

belangrijkevoorwaardevoorgoedonderwijs.Deministerverwachtdatintern

toezichtzorgtvoordeafstemmingtussenvraagenaanbodvanscholen.Verder

verwachtdeministerdathetbetrouwbareexterneverantwoordingafdwingtendat

hetbestuurdersgerichthoudtopdedoelstellingvanscholen(ocw,2005en2008).

Deschaalvergrotingenprofessionaliseringvanzorgorganisatieszorgener

volgensdeministervanvwsvoordathet‘klassieke’besturingsmodelzonder

gescheideninternetoezichtfunctienietmeertoereikendis.Ookdeveranderende

verhoudingentussenoverheidenzorginstellingenvragenvolgensdeministerom

eengoedevormgevingvanbestuur.Zosteltdeministerdateenverzekeraarerop

moetkunnenrekenendatgecontracteerdeaanbiederseenraadvantoezicht

hebbenwaarvandeledengeendeeluitmakenvandedagelijkseofalgemene

leiding(vws,2005b,2005cen2006b).

Indevisievandeministervanvromdientdeinternetoezichthouderbijwoning-

corporatieseroptoeteziendatdeorganisatieeenefficiënteenverantwoorde

bedrijfsvoeringheeftendatdeverschillendemaatschappelijkedoelenvande

woningcorporatiemetelkaarinevenwichtzijn.Daarnaastverwachtdeminister

datprofessioneelinterntoezichtbijdraagtaaneffectief,financieelverantwoorden

rechtmatigondernemerschap.Belangrijkeelementendaarvanzijneenpassende

beloningvanbestuurdersencommissarissen,enverantwoordingaanendialoog

metbelanghebbenden(vrom,2005;2006).

Binnenalledriedeonderzochtesectorenleeftdeverwachtingdatexternetoe-

zichthoudersgebruikkunnenmakenvanhetwerkvaninternetoezichthouders.

Wanneerdeexternetoezichthoudervervolgensconstateertdathetinternetoezicht

goedgeregeldis,kanditvolgensdezeopvattingleidentotverminderingvan

externtoezicht.15DeministervanocwzegtdaarindetoezichtvisieToezicht in

vertrouwen, vertrouwen in toezicht opgesteld(2006b)hetvolgendeover:

“Als instellingen een herkenbare ‘branchecode governance’ hanteren, vergelijkbare

prestaties in hun verantwoordingsdocumenten opnemen en door hun eigen accountant

laten rapporteren over de toepassingen van de governancecode, kan OCW meer op

afstand blijven.” (p. 12)

15 Zie bijvoorbeeld OCW en LNV, 200� en VWS, 200�b.

Page 27: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r2�

3.3 Praktijkervaringen3.3 Praktijkervaringen

Uitonzeverkenningblijktdatopeenaantalpuntennogonduidelijkhedenbestaan

overdemanierwaaropinterntoezichtingevuldmoetworden.Wezijnnagegaan

hoetoezichthoudersindepraktijkomgaanmetdezepotentiëleknelpuntenenwat

deeventuelerisico’szijn:

• derollenentakenvaninternetoezichthouders(zie§3.3.1);

• deonderwerpenvaninterntoezicht(zie§3.3.2);

• deinformatievoorzieningaaninternetoezichthouders(zie§3.3.3);

• deverantwoordingdoorinternetoezichthouders(zie§3.3.4);

• demogelijkhedentotingrijpenbijfalendinterntoezicht(zie§3.3.5).

3.3.1 Rollenentakeninternetoezichthouders

Voordezorgendecorporatiesectorisinwetgevingvastgelegddatinstellingen

eeninterntoezichthoudendorgaanmoetenhebben.Detakenenbevoegdheden

vandeinternetoezichthouderheeftdewetgeverslechtsglobaalingevuld.Zodient

deinternetoezichthouderbijwoningcorporatiestoezichttehoudenophet

bestuurenishijbevoegdtothetnemenvanmaatregelen.16Indezorgmoeten

instellingeneeninterntoezichtorgaanhebbendatdeleidingmetraadterzijde

staat.17Voorhetvoortgezetonderwijsenhethogerberoepsonderwijsisover

interntoezicht(nog)nietswettelijkgeregeld.

Deverschillendebrancheorganisatieshebbeninhungovernancecodes18welhet

eenenandervastgelegdoverhettakenpakketvaninternetoezichthouders.Zois

indegovernancecodesvanalledriedesectorenbepaalddatinternetoezicht-

houdersmoetentoezienopverschillendezaken,waaronderdefinanciëleverslag-

leggingdoorhetbestuur.Daarnaastisvastgelegddatdeinternetoezichthouder

detaakheeftomhetbestuurtebenoemen,tebeoordelenendebezoldigingvan

hetbestuurvasttestellen.Totslotisindrievandeviercodes(alleenindezorg-

bredegovernancecodeniet)eenbepalingopgenomendatdeinternetoezichthou-

derhetbestuurmetraadterzijdestaat.19

Uitdecodesenuitliteratuurisafteleidendateeninternetoezichthouderdrie

verschillenderollenkanspelen:

• eentoezichtrol;

• eenadviesrol;

• eenwerkgeversrol.

Bijdeinstellingendiewijhebbengesproken,zienwealledriederollenterug.

Daarkeurentoezichthoudersiniedergevaldejaarrekening,destrategie,majeure

investeringenenfusiesgoed.Verderbenoemtenbeoordeeltdeinternetoezicht-

houdermeestaldebestuurder.Ookdeadviesrolkomtbijdemeesteinterne

toezichthouderstotuitdrukkingenwordtdoorgaansdoorzowelbestuurdersals

toezichthoudersgewaardeerd.

Indeliteratuurwordtgewezenophetrisicovandecombinatievandezerollen:er

kaneenspanningontstaantussendetoezichtrolendeadviesrol.Luursemae.a.

(2003)signaleerdenbijvoorbeelddattoezichthouderseenbestuurshandeling

moestenbeoordelenwaartoezijzelfhaddengeadviseerd.

Uitdegesprekkendiewijhebbengevoerdkomtnaarvorendatdezespanning

tussenadviserenencontrolerenindepraktijknauwelijkswordtervaren(zie

voorbeeldeninonderstaandkader).Welbenadruktendegesprekspartnersregel-

matigdatdetoezichthoudernietmoetgaanmeebesturendooropdestoelvande

bestuurdertegaanzitten.

16BBSH, artikel �, eerste lid, onder b.

17WTZi Uitvoeringsbesluit, �.1.

18BoZ, VO­raad, HBO­raad, Aedes en Code Woningcorporaties.

19Voor zorginstellingen is de raadgevende taak van het toezichthoudend orgaan wel wettelijk voorgeschreven in het Uitvoeringsbesluit WTZi.

Page 28: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g2�

Toezichthouder, adviseur en werkgever? Twee praktijkvoorbeelden

Voorbeeld 1, uit interviews in de zorgsector

Wij spraken een interne toezichthouder van een middelgroot ziekenhuis die zichzelf in de eerste plaats de

werkgever van de raad van bestuur vindt. De raad van toezicht kijkt daarnaast terug (achteraf) en geeft

gevraagd en ongevraagd advies aan het bestuur. De toezichthouder benadrukt hierbij dat de raad van toezicht

ontwikkelingen en plannen volgt, terwijl de raad van bestuur bestuurt. Volgens de geïnterviewde moet de

toezichthouder niet in de valkuil stappen om te gaan ‘meebesturen’, maar hij kan wel adviseren, bijvoorbeeld

over het tempo van het proces of over het raadplegen van belanghebbenden of deskundigen.

Voorbeeld 2, uit interviews in de onderwijssector

De raad van toezicht van een grote scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs waar wij mee spraken,

gaf aan dat het uitgeoefende toezicht getrapt en hybride is. Intern toezicht betreft niet alleen het pure toezien

(inspecteren), maar kent ook bestuurlijke elementen. Andersom geldt dit net zo: het bestuur ziet ook toe,

bijvoorbeeld op het functioneren van de schoolleiders. De raad van toezicht ziet er dan op zijn beurt op toe

dat het college van bestuur dit inderdaad doet. Volgens de bestuurder van deze instelling geeft de raad van

toezicht kritische feedback, hij coacht zonder op de stoel van de bestuurder te gaan zitten.

Uitdegesprekkenkwamverdernaarvorendatradenvantoezichthuntoezichtin

depraktijkvanuituiteenlopendeperspectievenvormgeven.Zozijnerradenvan

toezichtdievooralhandelenvanuithetorganisatiebelang,terwijlanderetoezicht-

houderszichvooralrichtenophetmaatschappelijkbelang.Hetzelfdegeldtvoor

langetermijnbelangenenkortetermijnbelangen:deradenvantoezichtdiewij

sprakenmakendaarinverschillendekeuzes.

3.3.2 Onderwerpenvaninterntoezicht

Toezichthoudeniséénvandetakenvaninternetoezichthouders.Maarwaarop

dienenzijtoezichttehouden?Indegovernancecodesvandedrieonderzochte

sectorenisdebepalingopgenomendatinternetoezichthoudersiniedergeval

moetentoezienopdestrategie,ophetbehalenvandeorganisatiedoelenenop

denalevingvanwet-enregelgeving.20Ookisopgenomendatzedejaarrekening,

hetjaarverslagendebegrotingmoetengoedkeuren.

Decodesvoorwoningcorporatiesenvoorhethogerberoepsonderwijsstellen

daarnaastdatdetoezichthoudermoettoezienophetbeleidvandeinstellingom

kwaliteitvanproducten/dienstentewaarborgenenopdemaatschappelijke

verantwoordingendialoog.DeAedesCodegaatnogeenstapverderenbepaaltdat

internetoezichthoudersbijwoningcorporatiesookmoetentoezienophetrealise-

renvanmaatschappelijkrendement(bijvoorbeelddebijdrageaandeleefbaarheid

vanwijken)envanprestatiesophetgebiedvanvolkshuisvesting.21Dezorgbrede

governancecodeschrijftvoordatderaadvantoezichteropmoettoeziendatde

organisatieoppassendewijzeuitvoeringgeeftaanzijnmaatschappelijkeverant-

woordelijkheid.22Voorhetbasisonderwijsenhetvoortgezetonderwijsschrijven

decodesechternietexplicietvoordattoezichthouderstoezichtmoetenhouden

opdekwaliteitvandedienstverleningofopmaatschappelijkeprestaties.

Hoeweluitdeinterviewsmetdebrancheorganisatiesvandezorgenhethoger

beroepsonderwijsnaarvorenkomtdathetzwaartepuntvaninterntoezichtinde

praktijknogvaakopfinanciëleaspectenligt,blijkterintoenemendemateaan-

dachttezijnvoortoezichtopdekwaliteitvandedienstverlening.Zoblijktuit

onderzoekvanhetCentraalFondsVolkshuisvesting(cfv)naardeverantwoording

vaninternetoezichthoudersdat86%vanderadenvancommissarissenvan

woningcorporatieszich–volgenshetjaarverslag–verantwoordelijkachtvoorde

realisatievandezogenoemde‘volkshuisvestelijkeopgaven’(cfv,2007).

Demeestebetrokkenpartijenindedriesectorenziendeverschuivingvantoezicht

opfinanciënnaartoezichtopkwaliteitalseenmaatschappelijkwenselijkeont-

wikkeling.23Maarhoeweldemeesteinternetoezichthoudersaandachtwillen

20Enige uitzondering op dit punt is de code van de VO­raad, waarin deze bepaling niet is opgenomen.

21Aedescode 200�. p. � en 1� .

22Zorgbrede Governancecode, par. �.1, lid 1.

23Zie bijvoorbeeld Inspectie van het Onderwijs, 200� en BoZ, 200�.

Page 29: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r2�

schenkenaandekwaliteitvandedienstverlening,blijkenzijerindepraktijkmee

teworstelen(zievoorbeeldinonderstaandkader).Afgezienvandevraagwat

goedekwaliteitisofwatrelevantemaatschappelijkeprestatieszijn,ishetlastig

ombetrouwbareenrelevanteinformatiehierovertekrijgen.

Van toezicht op financiën naar toezicht op kwaliteit; een voorbeeld uit de zorg

De toezichtrol van de raad van toezicht van een middelgroot ziekenhuis dat wij spraken beperkt zich voorals­

nog tot de financiën. De dialoog tussen de raad van bestuur en de raad van toezicht gaat in de praktijk veelal

over geld (bespreking jaarrekening en begroting). De raad van toezicht probeert nu een slag te maken naar

het toezicht op de kwaliteit van zorg, vanuit het gedachtegoed van integrale kwaliteit uit het INK­model.

VoordezorgsectorbevestigenMeursenSchraven(2006)datrelevanteenbetrouw-

bareinformatieoverdekwaliteitvandedienstverleningsomseenknelpuntis.Zij

benadrukkendatheteenalgemeenprobleemisdatinternetoezichthoudersniet

werkenmetijkpunten.

DeInspectievoordeGezondheidszorg(igz)constateertdatradenvantoezichtbij

hettoezichtopkwaliteitvooralgebruikmakenvandeinformatiediedeinspectie

aanlevert,terwijldeinspectiehaargegevensveelalbaseertopinformatievande

instelling.Deinspectiezoudanooklieverziendatradenvantoezichtgebruik-

makenvankwaliteitsindicatoren,zodatzezelfkunneningrijpenalsdekwaliteit

tewensenoverlaat.

3.3.3 Informatievoorzieningaaninternetoezichthouders

Omeenoordeeltekunnenvormenoverhetfunctionerenvandeinstelling,

eneventueelintekunnengrijpen,hebbeninternetoezichthoudersdejuiste

informatienodig.Daaromisindegovernancecodevoorhethogerberoeps-

onderwijs,indeZorgbredeGovernancecodeenindegovernancecodevoor

woningcorporatiesdebepalingopgenomendathetbestuurdeinternetoezicht-

houdertijdigalleinformatiemoetverschaffendiederaadnodigheeftvoorde

uitoefeningvanzijntaak.

Decorporatiecodegaatdaarbijnogeenstapverder.Indiecodestaatdatderaad

vancommissarisseninformatiekaninwinnenbijfunctionarissenenexterne

adviseursvandewoningcorporatiewanneerhijdatnodigacht.Hetbestuurvande

corporatiemoethiervoordebenodigdemiddelenterbeschikkingstellen.

Ookkanderaadvancommissarisseneisendatbepaaldefunctionarissenen

externeadviseursbijvergaderingenaanwezigzijn.

Indegovernancecodevoorhetvoortgezetonderwijsisgeenbepalingopgenomen

overdeinformatievoorzieningaandeinternetoezichthouder.

Naareigenzeggenverzamelenbijnaalleradenvancommissarissenvanwoning-

corporaties(96%)zelfdeinformatiediezijnodighebben(HoogeenHelderman,

2007).Zijhalenhuninformatievooralbijhetbestuurendeexterneaccountant

vandecorporatieeninietsminderematebijanderen(bijvoorbeeldbijdeperso-

neelsvertegenwoordiging,huurdersenbewoners,debrancheorganisatiesAedes

endeVTW,externeadviseursengemeenteofprovincie).

Indezorgbestaatdeinformatiedieinternetoezichthoudersgebruikenhoofd-

zakelijkuitdocumentenalsdebegrotingenenjaarrekeningeneninminderemate

uitzelfevaluatiesvanbesturenofinformatievanadviesorganen.Deradenvan

toezichtindezorggaanvolgensMeursenSchraven(2006)maarineenzeer

beperktaantalgevallenzelfoponderzoekuit(17%).

Voorhetonderwijszijngeencijfersbekendoverdewijzewaaropinternetoezicht-

houdershuninformatievergaren.

Page 30: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g2�

Ofdetoezichthoudersnuzelfopzoekgaannaarinformatieofniet,hetbestuur

vandeinstellingblijktinallesectorendevoornaamsteinformatiebron.Uitde

gesprekkendiewijhebbengevoerdkwamnaarvorendatinternetoezichthouders

indepraktijkrelatiefweiniggebruikmakenvan‘externe’informatiebronnen.

Zezijndaardoorinhogemateafhankelijkvanhetbestuurvoorhuninformatie-

voorziening.24Berenschotnoemtditde‘onafhankelijkheidsparadox’:omdathet

toezichthoudendeorgaanafhankelijkisvandeinformatiediegeleverdwordtdoor

hetorgaanwaaropmentoezichthoudt,ishetgevaardatmentoezichthoudtop

basisvangekleurdeinformatiezeergroot(Berenschot,2007).

Deinternetoezichthouderszelfzienditnietaltijdalsprobleem.Zogeven

sommigetoezichthoudersaandatzijrapportenvanexternetoezichthoudersniet

altijdwillenzien,omdatzijverwachtendatdebestuurderhenhieroverinformeert

(zoalsblijktuithetvoorbeeldinonderstaandkader).

Afhankelijk van het bestuur voor informatie: een voorbeeld uit het hoger onderwijs

De toezichthouder van een raad van toezicht van een instelling voor hoger onderwijs waarmee wij spraken

vindt dat hij zich voor de informatievoorziening afhankelijk moet opstellen van de bestuurder. De raad van

toezicht heeft afspraken met de bestuurder over de rapportages die hij ontvangt (o.a. over bouw, ziektever­

zuim, werving, externe activiteiten). De raad van toezicht ontvangt via de bestuurder ook externe informatie

over de hogeschool, zoals tijdschriftartikelen of de NVAO­rapportages.

3.3.4 Verantwoordingdoorinternetoezichthouders

Inalledriedesectorenisindegovernancecodesbepaalddatradenvantoezicht

zichinhetjaarverslagmoetenverantwoordenoverdeverrichtewerkzaamheden.

Indezorgishetpercentageradenvantoezichtdatinhetjaarverslagapartverant-

woordingaflegttoegenomenvan53in2002naar91in2005(MeursenSchraven,

2006,p.16).

In2007bevatten459(97%)vande474jaarverslagenindecorporatiesectoreen

apartverslagvanderaadvancommissarissenenwasbijnegenwoningcorporaties

enigetoelichtingopderaadvancommissarissengeïntegreerdinhetjaarverslag

vanhetbestuur.82%vanderadenvancommissarissenvancorporatiesgeeftin

zijnverslagaanwatdebelangrijkstebesluitenzijngeweesten94%welkeonder-

werpenzijnbesproken(CFV,2007).Daarstaattegenoverdatderadendieinhun

jaarverslagofopdewebsitetransparantzijnoverdeuitkomstvandezelfevaluatie

doorderaad,overhettoetsingskadervanderaadenoverdewerkwijzevoorhet

verwervenvannieuweledenvanderaad,indeminderheidzijn(cfv,2007;

HoogeenHelderman,2007).

Ookinhetbekostigdhogerberoepsonderwijsgevenveelinternetoezichthouders

(bijna90%)inhetjaarverslageenbeschrijvingvanhunactiviteiten(Inspectievan

hetOnderwijs,2005;cfi,2007).Inhetvoortgezetonderwijsligtditpercentage

aanmerkelijklager.Uiteenenquêteonderbestuurdersentoezichthoudersinhet

voortgezetonderwijs(Hoving,2007)blijktdaterinhetjaarverslagvooralaan-

dachtwordtbesteedaandenamenvandetoezichthouders(71%).Dezittings-

periodekrijgtminderaandachtvandetoezichthouders(33%)ennoglagerscoren

verantwoordingoverhuntaakuitoefening,dejaarlijksezelfevaluatieenevaluatie

methetbestuur,engesprekkenoverrisicobeheersingmethetbestuur(elk19%).

Indepraktijkblijkeninternetoezichthoudersdussteedsvakerverantwoordingaf

teleggenoverhunfunctionerenenpresteren.Zijverantwoordenzichechternog

slechtssporadischoverbijvoorbeelddeuitkomstenvanhunzelfevaluatieofhet

gehanteerdetoetsingskader.24Behalve bij de benoeming van de accountant, dan is er gelegenheid om deze in een aparte sessie vragen te stellen.

Page 31: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�0

3.3.5 Correctiemogelijkhedenbijfaleninterntoezicht

Radenvantoezichtfunctionerenautonoom:erisgeenorgaandattoezichthoudt

ophetfunctionerenvanderaadvantoezicht(ofderaadvancommissarissen).

Aangezienradenvantoezichtformeelaanniemandverantwoordingafleggen,kan

erdusnietwordeningegrepenwanneerzijhuntakennietnaarbehorenuitvoeren.

Zozijnerindeonderzochtesectorengeenaandeelhoudersdiebijvennoot-

schappenbijvoorbeeldeenformeeltegenwichtvormenvoorderaadvanbestuur.

Verschillendeauteurszienditmogelijke‘verantwoordingsvacuüm’alseenrisico

(ziebijvoorbeeld,CommissieHealthCareGovernance,1999,Hoek,2007en

Luursemae.a.,2003).

Indeverschillendesectorenisechterweleenaantalinstrumentenbeschikbaar

waarmeehetfunctionerenvanderaadvantoezichtkanwordenbeïnvloed.

Zoisinallegovernancecodesdebepalingopgenomendatinternetoezichthouders

jaarlijkseenzelfevaluatiemoetenuitvoeren.Ditwordtbeschouwdalsdeeigen

verantwoordelijkheidvandetoezichthouder.Zichtopdekwaliteitvandezelf-

evaluatieontbreektinalledriedesectoren.25

Ingrijpen bij falen toezichthouder: een voorbeeld uit het onderwijs

“In de enquête van de VO­raad is de vraag gesteld ‘welk orgaan in dient te grijpen indien de toezichthouder

zich onvoldoende aan haar taak wijdt?´. Slechts 1�% antwoordt hierop ‘De Inspectie’. Men acht het bestuur

zelf meer geschikt om in te grijpen (��%), naast het ingrijpen door andere partijen (�0%) zoals de gemeente­

raad in het geval van openbaar onderwijs; het ministerie, de MR [medezeggenschapsraad], de stakeholders

en de leden van de Raad van Toezicht zelf.” (Berenschot, 200�).

VoordezorgsectorbiedtdebeleidsregelSteunverlening aan instellingen met financiële

problemen26indirectruimteaandeNederlandseZorgautoriteit(nza)omeisente

stellenaandekwaliteitvanbestuurentoezicht.Denzakannamelijksteunverle-

ningafwijzenalsdezevindtdatderaadvanbestuuren/ofderaadvantoezicht

onvoldoendehetvertrouwenbiedendatdefinanciëleproblemenwordenopgelost

endecontinuïteitvandezorggegarandeerdis.

Voordecorporatiesectorheeftdeministervanvromaangegevendatzijde

mogelijkheidwilhebbenomderaadvantoezichtvaneenwoningcorporatiebij

evident disfunctionerenteontslaan(vrom,2005).

Eenanderinstrumentwaarmeeinvloedophetfunctionerenvanradenvantoezicht

kanwordenuitgeoefendisdewettelijke aansprakelijkheid.Wanneertoezichthouders

huntaaknietnaarbehorenvervullen,lopenzijhetrisicoaansprakelijkteworden

gesteld.Nietalleendeinstellingzelfmaarookderdenkunnenbestuurdersen

toezichthoudersaansprakelijkstellenvoorschadediezijhebbengeleden.

Bestuurdersentoezichthouderszijninbeginselalleenaansprakelijkvoorschade

alssprakeisvanernstigeverwijtbaarheid.Ditisbijvoorbeeldhetgevalalsderaad

vantoezichtonvoldoendetoezichtheeftgehoudenophetbedrijfseconomischeen

organisatorischemanagementdoorhetbestuur.

Eenlaatsteinstrumentishetenquêterecht.Alin1999pleittedeCommissieHealth

CareGovernancevooruitbreidingvanhetenquêterechtwanneerderaadvan

toezichtzodanigtekortschietdatdeorganisatiedaardoorhaarmaatschappelijke

functienietnaarbehorenvervult.Hierdoorzoudenbijstichtingenindezorgde

ondernemingsraad,decliëntenraad,deInspectievoordeGezondheidszorgenhet

zorgkantooringevalvantwijfelaaneenjuistbeleideenverzoekbijdeonderne-

mingskamerkunnendeponeren.

DeministervanVWSheeftdatideeverwerktindewtzi.Indezewetzijnonder

meereisengesteldaandebestuursstructuurwaarbijerbelanghebbendenzijn

2� Zie bijvoorbeeld CFV, 200�, 200�a en 200�.

26Beleidsregel CI­��2/CA­1�� Steunverlening aan instellingen met financiële problemen, art. �.�.

Page 32: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�1

aangewezendiebevoegdzijndeOndernemingskamerteverzoekeneenenquêtete

starteningevalvaneendisfunctionerenderaadvanbestuurenraadvantoezicht.

Dezorginstellinggeefttenminsteaanhetorgaandatdecliëntenvertegenwoor-

digt(bijv.cliëntenraad)debevoegdheideenenquêteverzoekintedienenbijde

Ondernemingskamer,daarnaasteventueelookanderen.Wanneeruithetonder-

zoekvandeOndernemingskamerblijktdatersprakeisvanwanbeleid,kande

ondernemingskamervoorzieningentreffen,zoalsschorsingofvernietigingvan

besluiten,schorsingofontslagvanbestuurdersencommissarissen,tijdelijke

aanstellingvaneenofmeerbestuurdersofcommissarissen,tijdelijkeafwijking

vanstatutenofontbindingvandestichting.

3.4 Conclusies3.4 Conclusies

Indevoorgaandeparagrafenstondenwestilbijinterntoezichtbijinstellingenin

hetonderwijs,indezorgenbijwoningcorporaties.Wijconcluderendatzowelde

betrokkenministersalsdeinstellingenzelfhogeverwachtingenhebbenvan

interntoezicht.Weconcluderenookdatinterntoezichtindepraktijkkwetsbaaris

omdatdebetrokkenpartijenzichsomsonvoldoendebewustzijnvanderisico’s

dieverbondenzijnaandemanierwaaropzehuntoezichtvormgeven.Datgeldt

voordemogelijkconflicterenderollenvandeinternetoezichthouder,voorde

afhankelijkheidvandeinternetoezichthoudervaninformatievandebestuurder

envoordemogelijkhedenomintegrijpenbijfalendinterntoezicht.Hieronder

gaanwedieperinoponzeconclusies.

Hooggespannenverwachtingen

Optweepuntenblijkendeverwachtingentenaanzienvaninterntoezichthoogge-

spannentezijn.

Teneerstewordthetindedrieonderzochtesectorensteedswenselijkergeachtdat

internetoezichthoudersnietalleenaandachtschenkenaanfinanciënenbedrijfs-

voering,maarookaandekwaliteitvangeleverdeproductenofdiensten.Inde

praktijkblijkeninternetoezichthoudersdaarechtermeeteworstelen.Hetislastig

omtebepalenwatmaatschappelijkrelevanteprestatieszijnenwanneerkwaliteit

goedis.Bovendienishetnieteenvoudigombetrouwbareenrelevanteinformatie

overdekwaliteitvandedienstverleningtekrijgen.

Tentweedeverwachtenministers‘uitruil’tusseninternenexterntoezicht.Zijstel-

lendatwanneerdeinspectiesconstaterendathetinternetoezichtgoedgeregeld

is,ditkanleidentoteenverminderingvanexterntoezicht.Volgensonskanhet

verticaletoezichtdoordeministerinderdaadaandoelmatigheidwinnenwanneer

hetaansluitop,engebruikmaaktvan,hetinternetoezicht.Maardaarbijmoetwel

rekeninggehoudenwordenmethetfeitdatdeinterneenexternetoezichthouder

altijdeenanderperspectiefzullenhouden.Deinternetoezichthouderhoudt

toezichtvanuithetperspectiefvandeorganisatieenmoetdaarbijverschillende

belangentegenelkaarafwegen.Inhetverticaletoezichtdoorofnamensde

ministerstaatdeministeriëleverantwoordelijkheidvoordepublieketaakenhet

publiekegeldcentraal.

Dehooggespannenverwachtingenonderstrepenhetbelangvaneenduidelijke

toezichtvisie.Naaronzemeningishetbelangrijkdateenraadvantoezichtaande

buitenwereldduidelijkmaaktvanuitwelkeinvalshoekhijhandelt.Alleendan

wetenbetrokkenenwatzekunnenverwachtenvandetoezichthouderenkunnen

zehemdaareventueelopaanspreken.27

27 Ook in Kaders voor toezicht en verantwoording staan we stil bij het belang van een heldere toezichtvisie (Algemene Rekenkamer, 200�).

Page 33: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�2

Kwetsbaarhedeninhetinternetoezicht

Uitonzegesprekkenkwamnaarvorendatsommigerisico’sdieindeliteratuur

wordenbeschrevenindepraktijkonderbelichtblijven.Wijzijnvanmeningdat

interntoezichtopdiepuntenkwetsbaaris.

Heteerstepuntheefttemakenmetdeverschillende rollen dieinternetoezichthouders

vervullen:adviseur,werkgeverentoezichthouder.Datdeadviesrolconflicteert

metdetoezichtroliseenreëelrisico.Eenraadvantoezichtkanimmersinde

situatiekomendathijmoetoordelenover(deuitvoeringvan)zijneigenadviezen.

Dezespanningtussendeverschillenderollenenderisico’sdiehetmetzich

meebrengtwordeninbeleidenindepraktijknietaltijderkendenervarenwaar-

doorderolvermengingblijftbestaan.

Eentweedekwetsbaarpuntdatnogvaakonderbelichtis,isdeonafhankelijk-

heidsparadox.Hoewelinternetoezichthoudersonafhankelijkzijntenopzichte

vanhetbestuur,zijnzeinbelangrijkemateafhankelijkvandeinformatiediehet

bestuurhunverstrekt.Internetoezichthoudersblijkenindepraktijkweinig

gebruiktemakenvanandereinformatiebronnen.Dooractieveropzoektegaan

naarandereinformatiebronnen,kunnenradenvantoezichtvoorkomendatzij

eenzijdigofbeperktwordengeïnformeerdenzohunonafhankelijkepositie

versterken.28

Eenderdekwetsbaarpuntishetverantwoordingsvacuümdatkanontstaandoor-

datergeenorgaanisdatdeinternetoezichthouder‘bijdeleshoudt’.Erzijnwel

mogelijkhedenomhetfunctionerenvaninternetoezichthouderstebeïnvloeden,

zoalszelfevaluatie,enquêterechtenwettelijkeaansprakelijkheid,maardaarwordt

weiniggebruikvangemaakt.Zomaaktslechtseenmarginaaldeelvandeinterne

toezichthoudersderesultatenvandezelfevaluatiebekend.

Juistineensituatiewaarinduidelijke‘aandeelhouders’ontbrekenendeactivitei-

tenvanmaatschappelijkeondernemingeneensteedsbrederpaletbeslaan,ishet

belangrijkomstiltestaanbijdevraagnamenswieenvoorwiederaadvan

toezichttoezichthoudt.Eninhetverlengdedaarvanbijdevraagwieofwatde

raadbijdeleshoudt.

28 Ook in Kaders voor toezicht en verant­woording staan we stil bij het belang onafhankelijke informatievoorziening (Algemene Rekenkamer, 200�).

Page 34: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

4 Goedbestuurindepraktijk:omgangmet4 Goedbestuurindepraktijk:omgangmetbelanghebbendenbelanghebbenden

Inhetvorigehoofdstukstondinterntoezichtcentraal.Indithoofdstukconcen-

trerenwijonsophetandereelementvangoedbestuurwaarindepraktijkeninde

politiekvolopaandachtvooris:omgangmetdebelanghebbenden.

Belanghebbendenkunnendirecteafnemersvandienstenzijn,maarooklokale

samenwerkingspartnersofanderendiebetrokkenzijnbijhetbeleidvandeinstel-

ling.Bijhetbeschrijvenvandemanierwaaropinstellingenomgaanmetbelang-

hebbendenonderscheidenweverantwoording aanbelanghebbendenendialoogmet

belanghebbenden.Erisoppapiereenduidelijkverschiltussendeverantwoording

aanbelanghebbendenendedialoogmetbelanghebbenden.Maarindepraktijk

zienwedatbeidevormeninelkaaroverlopen.

Indithoofdstukgaanwijnahoeinstellingenindedriedooronsonderzochte

sectorenbelanghebbendenbetrekkenbijhuntaakuitvoeringendienstverlening

enhoeverantwoordingendialoogzichtotelkaarverhouden.Voorweopdie

praktijkervaringeningaan(§4.2),beschrijvenwehieronderwatindedriesecto-

renwordtverwachtvandeverantwoordingaanendedialoogmetbelanghebben-

den(§4.1).Tenslottepresenterenwijonzeconclusiesoveromgangmet

belanghebbendenindepraktijk(§4.3).

4.1 Verwachtingen4.1 Verwachtingen

Hetbelangvaneengoededialoogmetenverantwoordingaanbelanghebbenden

wordtbreeddoorbeleidsmakersenbestuurdersonderschreven.Degedachteis

dateengoedeomgangmetbelanghebbendenkanbijdragenaan:

• hetverbeterenvandekwaliteitvandedienstverlening;

• vroegtijdigesignaleringvanproblemen;

• beteremaatschappelijkeinbeddingvandeinstelling;

• hetcreërenvandraagvlakvoorbesluiten;

• meervertrouwenindeinstelling.

Defunctiediebeleidsmakerstoekennenaandeomgangmetbelanghebbenden

verschiltpersector.Dedrieministershebbenverschillendeideeënoverwiede

belangrijkstebelanghebbendenzijnenwelkerolzijkunnenspelenindetaak-

uitvoeringvaninstellingen.

VolgensdeministervanOCWmoetendepartijendiehetmeestebelanghebben

bijonderwijshuninvloederopkunnenuitoefenen(ocw,2005en2006b;ocwen

lnv,2007).Goedonderwijsisvolgensdeministeralleenmogelijkalsiedereenin

enronddeschoolbijdraagtaandeonderwijskwaliteit.Demaatschappelijke

functievanonderwijsinstellingenvraagtbovendienomeenmaatschappelijke

verantwoording(ocw,2006b).

Horizontaleverantwoording29endebijbehorendedialoogpassenbinnenhet

beleidvanautonomievergrotinginhetonderwijsendragenbijaandemaatschap-

pelijkeverankeringvanscholen(ocw,2006ben2008).Volgensdeministermoet

dedialoogindeeersteplaatswordengevoerdmetdedocenten.Anderebelang-

hebbendenmetwiescholeningesprekmoetenrakenofblijvenzijndeleerlingen,

destudentenenhunouders,maarbijvoorbeeldookdeonderwijsinstellingendie

leerlingenaanleverenofafnemen.Inhetberoepsonderwijszijn(stageleverende)

bedrijvenbelangrijkegesprekspartners(ocw,2008).Tenslottekenthetonder-

wijsnogeenbijzonderevormvanomgangmetbelanghebbenden:demedezeg-

29 Horizontale verantwoording is de verantwoording aan de verschillende belanghebbenden van een instelling. Horizontale verantwoording onder­scheidt zich van verticale verantwoor­ding: de verantwoording aan de minister (of namens hem de toezicht­houder).

Page 35: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r��

genschap.Medezeggenschapbetrektstudenten,ouders,leerlingenenpersoneel

bijhetbestuurvandeonderwijsinstelling.

Toolkit horizontale verantwoording: instrumenten voor vo-scholen

Begin 200� is in opdracht van het ministerie van OCW een pilot horizontale verantwoording uitgevoerd waar

ongeveer tien scholen aan deelnamen. Dit heeft geleid tot een toolkit met instrumenten waarmee vo­scholen

de horizontale verantwoording en dialoog met de omgeving kunnen vormgeven. Zo is er een instrument dat

scholen helpt de belanghebbenden te identificeren. Verder worden per groep belanghebbenden instrumenten

aangeboden die ingezet kunnen worden bij de dialoog met die groep. De toolkit onderscheidt de volgende

groepen belanghebbenden: leerlingen, ouders, bestuur, basisscholen, collega vo­scholen en bedrijven en

instellingen.

(Zie: horizontaleverantwoording.kennisnet.nl.)

Inhetzorgbeleidligthetaccentopgereguleerdemarktwerking.Hetzichtbaar

maken(transparantie)vankwaliteit(veiligheid,effectiviteit,klantgerichtheid)is

essentieelvoordewerkingvanhetsysteem.Deministerkentdaarinzowelde

zorgverzekeraarsalsdepatiënt(dezorgconsument),als‘contractpartners’vande

zorgaanbieders,eenbelangrijkeroltoe.Dezebelanghebbendenmoetenbijdragen

aanhetbewakenenafdwingenvangoedezorg(vws,2006b).

InhetzorgbeleidvandeministervanVWSstaatdepatiëntcentraal.Voordeze

belanghebbendeisdepositietenopzichtevandezorginstellingwettelijk

geregeld.30Zoisvastgelegddatcliëntenvanzorginstellingeninspraakhebben

doormiddelvaneencliëntenraad.

Bijdeministervanvromzijnvooraldehuurdersendegemeenteninbeeldals

belanghebbenden.Voorbeidegroepenisdecommunicatietussenhenende

woningcorporatiewettelijkgeregeld.Voordeanderebelanghebbendenmoeten

woningcorporatieszelfbekijkenhoezijdedialoogenverantwoordinginrichten.

Deministerisgeenvoorstandervaneenwettelijkeregelingvoordeoverige

belanghebbenden.

DeGovernancecodeWoningcorporatiesnoemtalsbelanghebbenden:werknemers,

bewoners,financiers,toeleveranciers,afnemers,deoverheidenmaatschappelijke

organisaties.Decodegaatervanuitdatiederewoningcorporatiezelfbepaalt

welkebelanghebbendenzijwilbetrekkenbijhaarbeleidsvormingenmetwiezij

eendialoogwilaangaanoverderealisatievanbeleidsdoelstellingen.

4.2 Praktijkervaringen4.2 Praktijkervaringen

Netalsvoorinterntoezichtgeldtvoordeomgangmetbelanghebbendendat

deinvullingervannogniethelemaalisuitgekristalliseerd.Datmaakteengoede

omgangmetbelanghebbendenindepraktijksomslastig.Depotentiëleknel-

puntenzijn:

• detoenamevanhetaantalbelanghebbenden(§4.2.1);

• decategoriseringvandeverschillendebelanghebbenden(§4.2.2);

• derepresentativiteitvanindividuelebelanghebbendendieeengroepvertegen-

woordigen(§4.2.3);

• verantwoordingofdialoog(§4.2.4.);

• uiteenlopendeperspectieven:verschillentussenbestuurenbelanghebbenden

entussenbelanghebbendenonderling(§4.2.5);

• dedoorwerkingvandeinbrengvanbelanghebbenden(§4.2.6);

• verantwoordingalsbasisvooreendialoog.

Indevolgendeparagrafenlopenwedezepuntensystematischna.Weeindigen

meteenaantaloverkoepelendeconclusies.

30 Onder meer in de Wet op de genees­kundige behandelingsovereenkomst.

Page 36: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

4.2.1 Toenamevanhetaantalbelanghebbenden

Alshetaantalmaatschappelijketakenvaneeninstellingtoeneemt,neemtookhet

aantalbelanghebbendentoe,endaarmeedediversiteitaanbelangendiehet

bestuuronderlingmoetafwegen.

Woningcorporatieszijnbijvoorbeeldallangnietmeeralleenverhuurdervan

socialehuurwoningen.Zijhebbenooktakenophetgebiedvankwaliteiten

leefbaarheidenhetverbindenvanwonenenzorg.Decorporatiesmoetendaarom

nietalleenrekeninghoudenmethuurdersenmetdegemeente,maarookmet

wijkbewonersenspecialedoelgroepen.

DeOnderwijsraadwijstopeenvergelijkbareontwikkelinginhetbasisonderwijs

envoortgezetonderwijs.Naasthetgevenvanonderwijszijntegenwoordigook

leerlingenopvangnaschooltijd,veiligheidbevorderenenhetstimulerenvangoed

burgerschaponderdeelvanhettakenpakketvandeschool(Onderwijsraad,2006b,

p.15).Naastoudersenscholierenkomendaardoorbijvoorbeeldookbuurtbewo-

nersenorganisatiesvoorkinderopvanginbeeldalsbelanghebbenden.Welblijkt

uitonderzoekvanhetSCP(2008,p.12)inhetbasisonderwijsenvoortgezet

onderwijsdatdeopvattingvanschoolbesturenoverhetmoreeleigenaarschapvan

deschoolmedebepalendisvoordebereidheidomintegaanopwensenen

vragenvanbelanghebbenden.Eenschoolbestuurdatheteigenaarschaplegtbijde

samenlevingiseerdergeneigdintegaanopwensenvandesamenlevingeneen

bestuurdathetmoreeleigenaarschaplegtbijouderszaleerderingaanopde

wensenvanouders.

4.2.2 Categoriseringvanbelanghebbenden

Metdetoenamevanhetaantalbelanghebbendenneemtookdenoodzaakvan

categoriseringvandebelanghebbendentoe.Opdiemanierkandeinstellingper

categoriebepalenwelkevormvanomganghetmeesteffectiefis.Hierondergaan

weinopenkeleindelingendiewijindepraktijktegenkwamen.

Verticaalofhorizontaal

UiteenonderzoekvanHoogeenHelderman(2007)komtnaarvorendatvoor-

zittersvanderadenvantoezichtindecorporatieshetoordeelvandeprioritaire

stakeholders,datwilzeggendehuurders/bewoners,overdeprestatiesvande

corporatiehetbelangrijkstvinden.Verderonderscheidenzijverticaleenhorizon-

talestakeholders.Verticalebelanghebbendenzijnbijvoorbeelddegemeentenen

hetCFV,hetMinisterievanVROMenhetWaarborgfondsSocialeWoningbouw

(WSW).Horizontalestakeholdersdieinditverbandwordengenoemdzijnzorg-

instellingen,welzijnsinstellingen,anderewoningcorporaties,dehuurdersbond,

politieenJustitieendebrancheorganisatiesAedesenVTW.Inonzeinterviews

metwoningcorporatieswerdendaarnaastnogGGZ,ondernemersenregionaleen

landelijkehuurdersplatformsgenoemdalsbelanghebbenden.

Internofextern

Uitdeinterviewsdiewijhebbengevoerdkwamhetonderscheidtusseninterneen

externebelanghebbendennaarvoren.Indezorgsectorwerdenalsinternebelang-

hebbendenbijvoorbeelddeeigenmedewerkers,deaandeorganisatieverbonden

specialistenendecliëntengenoemd.Alsexternebelanghebbendenwerdenonder

anderegenoemd:ouderenbonden,regionalepatiëntenplatforms,verzekeraars,

collega-zorgaanbieders,huisartsenengemeenten.

Page 37: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r��

Interne versus externe belanghebbenden; een voorbeeld uit het onderwijs

Uit een van de interviews:

“Bij het opstellen van de strategie zijn zowel ‘interne’ stakeholders (docenten, ouders, leerlingen) als ‘externe’

stakeholders betrokken: po­scholen, vo­scholen, mbo, (stage)bedrijven, politiek, enz. In een start­ en een

slotbijeenkomst is gesproken met alle stakeholders gezamenlijk. Tussentijds zijn verschillende verdiepings­

bijeenkomsten gehouden per locatie, met de interne stakeholders in afzonderlijke groepen – dus aparte

bijeenkomsten met alleen leerlingen, alleen ouders, alleen docenten. De respons was erg hoog, en ook de

reacties zijn positief: deelnemers geven aan dat ze het erg op prijs stellen om op deze manier betrokken te

worden bij het beleid van de school. Vanzelfsprekend waren niet alle stakeholders het altijd eens, maar dat

verwachtten we ook niet. De bedoeling van de school is om de externe dialoog die nu rond de strategie is

opgezet, door te zetten naar structurele overlegvormen.”

Indelingnaarniveaubinnendeorganisatie

Tijdensverschillendeinterviewswerdgewezenophetverschiltussendedialoog

dieaandetopvandeorganisatiewordtgevoerdmetdegesprekspartnersop

bestuurlijkniveauendedialoogopandereniveaus,bijvoorbeeldtussensector-

hoofdenenartseninhetgevalvandezorg.Bijhetonderwijskansomsonder-

scheidwordengemaakttussenbelanghebbendenophetniveauvande

afzonderlijkescholenenbelanghebbendenophetniveauvandeoverkoepelende

stichtingwaardescholendeelvanuitmaken.Opinstellingniveaugaathetbijvoor-

beeldomouders,leerlingen,lokalespelers,politiek,zorginstellingenenvervolg-

opleidingen.Opstichtingsniveauzijnbelanghebbendenbijvoorbeelddeinspectie,

deVO-raadendegemeente.

Deverschillendeniveaushebbenhuneigennetwerkeneninformatiebronnen.

Uitdeinterviewskwamnaarvorendatdeuitwisselingvaninformatietussende

verschillendeniveausoverdegevoerdedialoogindepraktijkvoorverbetering

vatbaaris.

Hetprobleemvanonvoldoendeafstemmingtussendialogenmetbelanghebben-

denopverschillendeniveauswordtreëlernaarmateorganisatiesgroterzijnen

meerlagenkennen.Wiespreektopwelkniveaumetwieoverwelkeonderwerpen?

Hoezorgjedatdeinbrengvanbelanghebbendenbinnendeorganisatiewordt

gedeeld?

Bijgrotereorganisatiesiscontactmetbelanghebbendenduslastigteleiden.En

datterwijldedialoogmetdeomgevingjuistbijgroteorganisatiesheelbelangrijk

is,zoalsverschillendegeïnterviewdenbenadrukten.Eengroteorganisatiestaat

immersmeeropafstandvande(lokale)samenleving.

Indelingnaarrelatiemetdeorganisatie:afnemer,partnerofconcurrent

Belanghebbendenkunnenookingedeeldwordennaarderelatiediezijhebben

metdeinstelling.Zijnhetbijvoorbeeldsamenwerkings-ofcontractpartners,of

ookconcurrenten,ofafnemers?

Zorginstellingen,onderwijsinstellingenenwoningcorporatieshebbenvaak

verschillendepartnersmetwiezijsomsopstructurelebasis,somsinprojectvorm

samenwerken.Bijeennauwesamenwerkingmetbepaaldegroepenbelangheb-

bendenrijstdevraaghoesamenwerkingenverantwoordingzichtotelkaarver-

houden.Departijenzijnimmerssamenverantwoordelijkvoorhetresultaat.

Daarbijkomtdatsamenwerkingspartnersookcollega-instellingenkunnenzijnen

dusconcurrenten.Indatgevalmoeteenorganisatiegoednadenkenoverwelke

informatiezijwelennietinzichtelijkmaaktvoordeanderepartij.

OokMeursenVanderGrinten(2006)wijzenhierop:

“Het zal duidelijk zijn dat naarmate gereguleerde concurrentie verder wordt door-

gevoerd, deze vorm van verantwoording minder mogelijk is. Een deel van de kring

van belanghebbenden wordt dan concurrent, een deel van de beleidsinformatie wordt

dan gevoelige informatie.” (p. 54)

Page 38: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

Deaardvanderelatiediedebelanghebbendenhebbenmetdeinstelling(afnemer,

partnerofconcurrent)isdusvaninvloedopdeonderwerpenwaaroverzijkunnen

enwillenmeepraten,enhunperspectiefopdieonderwerpen.

Naastbovengenoemdeindelingenzijnanderecategoriseringenmogelijk.Zo

wierpensommigegeïnterviewdenindezorgsectordevraagopofuitsluitendde

huidigecliëntenalsbelanghebbendeninvloedmoetenhebben,ofooktoekom-

stigeofpotentiëlecliënten.Ooktussendezegroepenkunnenweerbelangen-

tegenstellingenbestaan.

4.2.3 Representativiteitvanindividuelebelanghebbenden

Welkeindelingeeninstellingookgebruikt,hetblijktlastigomtebepalenofde

personenmetwiejecontacthebtdehelegroepvertegenwoordigen.Dehuurder,

depatiëntofdeouderbestaatnueenmaalniet.Groepenbelanghebbendenzijn

niethomogeenenookbinneneengroepkanersprakezijnvantegengestelde

belangen.Alseeninstellingalleenincontactismeteennietrepresentatiefdeel

vandegroep,kunnenbepaaldebelangengemakkelijkbuitenbeeldblijven

(zievoorbeeldinonderstaandkader).

Het vraagstuk van de representativiteit: een voorbeeld uit de zorg

Uit een van de interviews:

“Een dilemma deed zich voor bij het project onderwijsvernieuwing. Vanuit één locatie waren er circa 10 ouders

die sterk afwijkende opvattingen hadden. Deze kleine groep maakte relatief veel ‘lawaai’ en bepaalde hierdoor

in belangrijke mate de dialoog.”

4.2.4 Verantwoordingofdialoog?

Intheoriebestaatereenduidelijkonderscheidtussendialoogenverantwoording,

maarindepraktijkblijktdatbeidevaakdoorelkaarlopeneninelkaarovervloei-

en.Zowelinhetoverheidsbeleidalsindeinterviewsdiewijhebbengehouden,

wordendialoogenverantwoordingvaakinéénademgenoemdenwordende

begrippendoorelkaargebruikt.Alsbijvoorbeeldhetbestuurvaneeninstelling

tijdenseenbewoners-,ouder-ofcliëntenvergaderinguitlegtaanhaarbelang-

hebbendenwelkebeslissingenzijheeftgenomenhoeftdatgeenformeelverant-

woordingsmomenttezijnenkanhetonderdeelzijnvaneenbrederedialoog.

Voordeonderwijssectorlatenverschillendeonderzoekenziendataanbelang-

hebbendenindeomgevingvandeschoolvaakgeenformeleverantwoordingwordt

afgelegd,maardatervakersprakevaneeninformeledialoog(Onderwijsraad,2006,

Nabere.a.,2006).Ookkomthetbenoemenvangezamenlijkedoelenenhetelkaar

aansprekenophet(niet)behalenvanresultatennognietvandegrond(Naberea.,

2006).Ookbijdeinstellingendiewehebbengesprokenzienwedathetenige

formeleverantwoordingsmomentdeopleveringvanhetjaarverslagis.Dedialoog

wordtopverschillendeniveausgevoerd,veelalinformeel.Verschillendeinstellin-

gengaveninonzeinterviewsaandatzebelanghebbendenliefsttijdigbetrekken,

zodatzevantevorenmeedenkenennietalleenachterafreageren.Instellingen

geventevensaanhiermeebijdebehoeftevanbelanghebbendenaantewillen

sluiten.

Page 39: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r��

4.2.5 Uiteenlopendeperspectieven:verschillentussenbestuurenbelanghebbendenen

tussenbelanghebbendenonderling

Verschillendeonderzoekenwijzeneropdathetindepraktijkvooronderwijs-

instellingenmoeilijkisomoudersenleerlingentebetrekkenbijhunbeleidofhun

taakuitvoering.31Derelatietussen(mondige)oudersenscholenverlooptbijvoor-

beeldvaakmoeizaam.Scholenvindendezeoudersvaaklastigomdatzezichte

veelmethetonderwijskundigeprocesbemoeien.Oudersvindenophunbeurtdat

deschoolzichnogteweinigcommunicatiefentoegankelijkopstelt(Nabere.a.,

2006).

Eenanderprobleemisdaterbijoudersvaakweiniganimoisomhunbetrokken-

heidtevergrotenopterreinendienietdirecttemakenhebbenmethuneigenkind,

maarbijvoorbeeldmethetalgemenebeleidvandeschool(Karstene.a.,2006).

Ookbijeenaantalvanonzeinterviewsindezorg-enindewoonsectorkwamdit

probleemtersprake:cliëntenenhuurderszijnvooralgerichtopzakendiehun

directeleefomgevingbetreffenenhebbengeenlangetermijnvisieophetbeleid

vandeinstelling.Eenvandegeïnterviewdengafhierbijookaandatdeinnovatieve

werkingvandedialoognietmoetwordenoverschat:belanghebbendenreageren

vooralopwathunwordtaangeboden.

Ookwerdeninenkeleinterviewsvraagtekensgeplaatstbijdematewaarindirecte

belanghebbendenalspatiëntenenoudersvanleerlingenvrijuit(durven)spreken.

Zezullenzichdaardoorloyaliteitsomsvanlatenweerhouden,ofdoordatze

afhankelijkzijnvandeinstelling.

Erbestaannietalleenverschillentussendemanierwaarophetbestuurtegen

beleidentaakuitvoeringaankijktendemanierwaaropbelanghebbendendat

doen.Ookbinnenbepaaldegroepenbelanghebbendenzijnsomsverschillende

perspectievenzichtbaar.Sommigebelanghebbendenverenigenimmersverschil-

lenderollenenbelangeninzich.PuttersenVanderGrinten(2006)hebbenerin

ditverbandopgewezendatdezorgvragerzowelklantalspatiëntenburgeris.Elk

vandezeperspectievenvraagtomeeneigenvormvaninteractie.

Hetverschilinperspectiefspeeltooktussenbepaaldegroepenbelanghebbenden,

vooralalsdiezichopverschillendebestuurlijkeniveausbevinden.Zokwamineen

aantalinterviewsmetvertegenwoordigersvanwoningcorporatiestersprakedat

watlokaalgeaccepteerdis,oplandelijkniveaunietgewensthoefttezijn.Op

lokaalniveaukanerbijvoorbeeldbijgeenvandebetrokkenactoreneenambitie

bestaanombepaaldemoeilijkegroepentehuisvesten.Lokaalismenhetdaarover

snelmetelkaareens,terwijlerindeogenvandelandelijkepolitiekwelproblemen

metbetrekkingtotdezegroepblijvenbestaandievanuitlandelijkeambitiesom

een(lokale)oplossingvragen.

4.2.6 Doorwerkinginbrengbelanghebbenden

Eenaspectwaaroveralgemeneconsensuslijkttebestaan,isdatdedialoogmeten

deverantwoordingaanbelanghebbendenmoetendoorwerkeninhetbeleidvande

organisatie.Tegelijkertijdstellensommigevanonzegesprekspartnershierwel

grenzenaan.Zijvindendateenbestuurder‘zijneigenkoersmoetvaren’.

Hoek(2007)wijsteropdatzorginstellingenniethebbenvastgelegdwatdebeteke-

nisvandebelanghebbendenraadplegingisenwatdeorganisatieermeemoet

doen:“Hetgaatomeenvrijblijvendadviesdatderaadvanbestuurdesgewenst

naastzichneerkanleggenenerisgeenberoepsprocedure”(p.251).

Indepraktijkblijktdatinstellingenenbelanghebbendenvaakandereverwachtin-

genhebbenvanwateendialoogopmoetleveren.Aandehandvaneenvoorbeeld

(IJsselmeerziekenhuizen,ziekaderhieronder)laatHoekziendathetessentieelis

datinstellingendebelanghebbendenvoorafduidelijkmakenwatermethun

inbrengzalgebeuren,omteleurstellingtevoorkomen.

31 Zie bijvoorbeeld Onderwijsraad, 200�b; Smit e.a., 200�; Naber e.a., 200�; Karsten e.a., 200�)

Page 40: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

Verwachtingenkloof over de doorwerking van de inbreng: een voorbeeld uit de zorg

“Bij de raadpleging van interne en externe stakeholders van IJsselmeerziekenhuizen op Urk is de suggestie

ontstaan dat gezamenlijk beleid gemaakt werd. De afspraken hebben het karakter van een onveranderbaar en

niet onderhandelbaar contract met de samenleving gekregen in plaats van een advies dat de raad van bestuur

betrekt bij zijn besluitvorming. […] De raad van bestuur krijgt telkens het verwijt niet goed met de stake­

holders te communiceren. […] Met niet communiceren wordt echter ook bedoeld ‘niet doen wat wij willen’

of ‘niet de boodschap geven, die wij willen horen’.” (Hoek 200�, blz. 21�­221)

OokPoorter(2006)wijstophetbelangvanverwachtingenmanagement.Alsdit

nietgoedgebeurt,isvolgenshaardekansgrootdatbelanghebbendenzichniet

serieusgenomenvoelenennietgemotiveerdzijnomindetoekomsthuninbreng

tegeven.

4.2.7 Verantwoordingalsbasisvooreendialoog

Vooreengoededialoogtusseninstellingenbelanghebbendenishetvanbelang

datgoedeinformatievoorhandenisopbasiswaarvanhetgesprekkanworden

gevoerd.Deministervanocwishierheelexplicietoverenwijsteropdat

(verticaleenhorizontale)verantwoordingnoodzakelijkisomdemaatschappelijke

dialoogvoldoendeinhoudtekunnengeven.Eendialoogisvolgensdeminister

vooralzinvolalsdezeplaatsvindtmedeopbasisvanconcretegegevensoverde

kwaliteitvanhetonderwijsendeonderwijsresultaten(ocw,2008).

Hetjaarverslagisnogsteedshetbelangrijksteverantwoordingsdocumentvan

instellingenenzoudaaromdebasiskunnenzijnvooreendialoogmetbelang-

hebbenden.Vooralindezorgsectorisermomenteelveelaandachtvoorhet

jaarverslag.Metingangvan2008zijnallezorginstellingenverplichteen

JaardocumentMaatschappelijkeVerantwoordingoptestellen.Ditjaardocument

wordtalsinformatiebronvoorverschillendedoelgroepenopenbaargemaaktvia

internet.Hetisdebedoelingdathetjaardocumentondermeerwordtgebruiktals

interneinformatievoorziening,alstoezichtinformatievoordeigz,nzaende

verzekeraarsenalsinformatieopbasiswaarvanpatiëntenkunnenkiezen.

Inverschillendeinterviewswerdechtertwijfelgeuitoverdegeschiktheidvan

jaarverslagenvoordezedoelen.Hetalgemenebeeldlijktzelfstezijndathelemaal

niemanddejaarverslagenleest.

Ookindeanderesectorenzijntwijfelsoverdebruikbaarheidvanjaarverslagen

vooreendialoogmetbelanghebbenden.Alseersteknelpuntwordtgenoemddat

dejaarverslageninhetalgemeenabstracteensterkgeaggregeerdeinformatie

bevatten,dieonvoldoendeaansluitbijdebehoeftenvanbelanghebbenden.Een

vandegeïnterviewdenverwoorddehetalsvolgt:

“Wij maken een jaarverslag omdat de wtzi dat voorschrijft. Voor intern gebruik is

het niet nodig en om derden te informeren is het geen goed instrument aangezien het

onvoldoende aansluit bij hun informatiebehoefte.”

Eentweedeaandachtspuntisdevolledigheidvandejaarverslagen.Zogevenjaar-

verslagendoorgaansweinigofgeeninzichtinbehaalderesultaten.Ernst&Young

constatereninhunjaarlijkseonderzoeknaargovernancevanzorginstellingendat

dejaarverslagennogonvoldoendeinzichtgevenindezorguitgaven,dehiermee

bereikteprestatiesendekwaliteitvanzorg(Ernst&Young,2006).Ookzijn

verbindingennietaltijdinhetjaarverslagvermeld(zieookhoofdstuk5).

Geziendebezwarendieklevenaanhetformelejaarverslagalsbasisvooreen

dialoogmetbelanghebbenden,zoekensommigeorganisatiesnaarapartepro-

ductenvoorspecifiekedoelgroepenzoalseennieuwsbriefvooroudersofeen

huurdersbulletin.

Page 41: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�0

Debeperktebruikbaarheidvanhetjaarverslagroeptookdevraagopofniet

andereverantwoordingsinstrumenten,diesomszijnvoorgeschrevennaasthet

jaarverslag,geschikterzijnomdedialoogovertevoeren.Scholeninhetvoort-

gezetonderwijszijnbijvoorbeeldverplichteenschoolgidsuittegeven.Voor

corporatiesisindevernieuwdeAedesCode(2007)vastgelegddatzijzicheensin

devierjaarlatenbeoordelenophunmaatschappelijkeprestaties.Hetvisitatie-

rapport,inclusiefdereactiedaaropvanhetbestuurenderaadvantoezicht,moet

gepubliceerdwordenopdewebsitevandewoningcorporatie.

DeministervanocwheefttijdenseenalgemeenoverlegmetdeTweedeKamerin

januari2008aangegevendaterafsprakengemaaktwordentussenhetdepartement

endeonderwijsorganisatiesoverdepuntenwaaroverhorizontaleverantwoording

afgelegdmoetworden(ocw,2008).Ookinhetonderwijsveldzelfwordthieraan

gewerkt,bijvoorbeeldinhetprojectVenstersvoorverantwoordingvandevo-raad.

Deledenvandevo-Raadenanderebelanghebbendenhebbeneenaantalelemen-

tenbenoemdwaaroverscholentransparantmoetenzijn.Doordegegevens

beschikbaartestellenaanexternenentevergelijkenmetdezelfdegegevensvan

anderescholenontstaateenbeterbeeldvandekwaliteitvandeschool.Devo-Raad

beschouwtdezegegevensalsdebasisvandehorizontaleverantwoording.Ookin

dezorgwordtgewerktaankwaliteitsindicatoren,ommeerinzichttekunnen

gevenoverprestaties.

Maarnetalsbijhetjaarverslagzelfzijnookbijdeze‘anderevormen’vanverant-

woordingkanttekeningenteplaatsenbijdebruikbaarheidalsbasisvooreen

goedeinteractiemetbelanghebbenden.

Indeeersteplaatsisdebetrouwbaarheidvandeinformatienogproblematisch.

ZosteldeJanssensinzijnoratie Toezicht in discussie(2005):

“Anno 2005 is ongeveer de helft van de scholen in Nederland niet in staat een beeld te

vormen van hun kwaliteit, omdat ze daarover geen systematische gegevens verzame-

len. Van de andere scholen die wel over een kwaliteitszorgsysteem beschikken, heeft

een uitermate klein deel een zelfevaluatie beschikbaar. De geraadpleegde onderzoeks-

literatuur laat zien dat zelfevaluaties en andere verantwoordingsdocumenten allerlei

kleine en grote tekortkomingen vertonen waardoor getwijfeld kan worden aan de

realiteitswaarde ervan. Dit beïnvloedt de mate waarin deze documenten geschikt zijn

om verantwoording af te leggen aan de inspectie, maar ook aan de ouders.”

Ookenkelegeïnterviewdenindezorggavenaandatdebetrouwbaarheidvan

indicatorenstaatofvaltmetdebetrouwbaarheidvandeinformatiebinnende

organisatie.Daarnaastwerdtijdensdiegesprekkenookdevraaggesteldofhet

welmogelijkisomdekwaliteitvanzorggeheelinindicatorenuittedrukken.

Uitonsinterviewmetdeigzkwamalsbezwaarnaarvorendaterprofessionele

aspectenaandezorgzijndiedepatiëntnietkanbeoordelen.Hoeweetjebijvoor-

beeldofdegoedediagnostiekofbehandelingisgegeven?Debewakingvandeze

professionelekwaliteitisinNederlandgeorganiseerdvolgenshetgildesysteem:

opleiding,onderlingevisitatieentuchtrecht.Dezewaarborgvoorkwaliteitkomt

vooralsnognietterugindehorizontaleverantwoording(Hoek,2007).

Page 42: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�1

Totslotwijzenverschillendeauteursengeïnterviewdeneropdatinstellingen

somsgoederedenenhebbenomtransparantietebeperken.Zosteltconcurrentie

grenzenaandematewaarineenorganisatieopenkanzijnoverhaarprestaties.En

eenzorginstellingzalbijvoorbeeldnietgraagnaarbuitenbrengenwatpreciesde

afwegingenzijnompatiëntenaldannietteopereren,ofdatzeeenafdelingsluit

omdatdieeconomischnietrendabelis.Eenandereafweginginditverbandisdat

leerprocessenvaneenorganisatieverstoordkunnenwordenalsinformatiedie

bedoeldisvoorinterngebruikookgebruiktwordtineenverantwoording.Opdie

manierzalnamelijkweerstandontstaantegenhetverzamelenvaninformatie,het

kanimmersook‘tegenjegebruiktworden’(zieookMeursenVanderGrinten,

2006).

4.3 Conclusies4.3 Conclusies

Indevoorgaandeparagrafenstondenwestilbijeenaantalknelpuntenenrisico’s

inhetomgaanmetbelanghebbenden.Wekunnentweeoverkoepelendeconclu-

siestrekkenuitdezeknelpuntenenrisico's.

Identificatierelevantebelanghebbenden

Deinstellingenindeonderzochtesectorenkenneneengroteverscheidenheidaan

belanghebbenden,metverschillendeperspectievenenuiteenlopendebehoeften.

Zoheeftdeenegroepmeerbehoefteaangeschreveninformatieendeandere

groepaaneenvoorlichtingsavond.Envoorbepaaldegroepenzaldefinanciële

informatiehetmeestrelevantzijn,terwijlanderegroepenvooralgeïnteresseerd

zijninprestatiesofkwaliteit.

Omtevoorkomendatalleenbepaaldegroepenbelanghebbendenaanhetwoord

komenenandere-‘stille’-belanghebbendenbuitenbeeldblijven,zoudenbestu-

rendedialoogendeverantwoordingzogoedmogelijkmoetentoesnijdenopde

verschillendebehoeftenvandebelanghebbenden.Omdittekunnendoenishet

noodzakelijkdatorganisatiessystematischnadenkenoverdewievoorhenrele-

vantebelanghebbendenzijn,endusookoverdevraagwiezenadrukkelijkniettot

hunbelanghebbendenrekenen.

Doorwerkingvandedialoog

Hetbestuurvaneeninstellingmaakteenselectieuitdeveelheidvansignalenuit

deomgeving,weegtdiesignalenenkiestwelkesignalenhetlaatdoorwerkenin

beleid.Ditprocesisnietaltijdeventransparantvoordeomgeving.Datkanerop

termijntoeleidendatgroepenbelanghebbenden‘afhaken’.Alszeermindermet

huninbrengisgebeurddatzehaddenverwacht,zullenzeindetoekomstminder

bereidzijnhunmedewerkingteverlenen.

Hetisdaaromvanbelangdatinstellingenvooraftransparantzijnoverhet

afwegingskaderdatzijhanterenomdeinbrengvanbepaaldegroepenbelang-

hebbendenwelofniettehonoreren.Hierbijishetookbelangrijkdatdedialoog

diedetopvandeorganisatievoertmethaarbelanghebbenden,opbestuurlijk

niveau,goedverbondenwordtmetdedialoogdieopandereniveauswordt

gevoerd.Deinbrengvanverschillendebelanghebbendenopverschillendeniveaus

zoubinnendeorganisatiemoetenwordengedeeld.

Page 43: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�2

5 Goedbestuurbijsamenwerking,5 Goedbestuurbijsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingenschaalvergrotingenverbindingen

Indetweevorigehoofdstukkenstondgoedbestuurbijindividueleinstellingen

centraal.Dithoofdstukgaatovergoedbestuurbijsamenwerking,schaal-

vergrotingenverbindingen.

Inalledriedesectorenzienwedatindividueleinstellingenintoenemendemate

samenwerkingsverbandenaangaanmetandereorganisatiesendatschaalvergro-

tingoptreedt.Somsleidtdattotduurzamefinanciëleofbestuurlijkebanden

tussenorganisaties,tothetoprichtenvandochterondernemingenofzelfstot

fusies.Indecorporatiesectornoemtmendit‘verbindingen’.Dezeontwikkelingen

hebbengevolgenvoordeinrichtingenuitvoeringvangoedbestuur.

Wegaanindithoofdstukeerstinopdeontwikkelingenrondsamenwerkingen

schaalvergrotingbinnensectorenentussensectorenenwestaanstilbij‘verbindin-

gen’indecorporatiesector(§5.1).Daarnastaanwekortstilbijderedenenvoor

samenwerking,schaalvergrotingenverbindingen(§5.2).Vervolgensgaanwena

watde(mogelijke)gevolgenhiervanzijnvoorgoedbestuur(§5.2).Tenslotte

presenterenweeenaantaloverkoepelendeconclusie's(§5.4).

5.1 Vormenvansamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen5.1 Vormenvansamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen

5.1.1 Binnensectoren

Alin1999weesdecommissie-Meursinhaareindrapportopschaalvergrotingen

netwerkvormingindegezondheidszorg(CommissieHealthCareGovernance,

1999).Decommissieconstateerdedatdezeontwikkelingaanvankelijkbegonbij

deziekenhuizen,maardaterookeenforseschaalvergrotingingangwasgezetin

dethuiszorg,deverpleeg-enverzorgingshuissectorendegeestelijkegezond-

heidszorg(ggz).Dezezorgorganisatieswarennietaltijdondergebrachtinéén

stichtingmetéénraadvantoezichtenéénraadvanbestuur.Erontstondennet-

werkenvanholdingsensamenwerkendestichtingen,waardoorzichnieuwe

besturingsvraagstukkenaandienden.

BinnendegezondheidszorgzietdeInspectievoordeGezondheidszorgmetname

ophetterreinvandeouderenzorgcombinatiesontstaanzoalsverzorgingshuizen

dieverpleeghuiszorgenthuiszorgleveren.Eenvoorbeeldzijnverpleeghuizendie

huncliënteninkleinschaligewoonvormenhuisvestenenverpleeghuisartsenvan

externemaatschappenbetrekken(igz,2006).

Ookindeanderetweeonderzochtesectorenspeeltdeopkomstvansamen-

werkingsverbandenenschaalvergroting.Indecorporatiesectorontstaangrote

conglomeratenmetveelzogehetendochtersenkleindochters.

Dochterondernemingenvoerenvaakheelspecifieketakenuit,zoalsproject-

ontwikkelingofdeontwikkelingvanspecifiekelocaties.Somswordendochter-

ondernemingenopgerichtsamenmeteenofmeeranderepartijen,bijvoorbeeld

eengemeente.

Binnendeonderwijssectorishetbeeldheelwisselend.Inhetbasisonderwijsen

voortgezetonderwijsheeftdeafgelopenjarenookschaalvergrotingplaatsgevonden

enzijngrotescholengemeenschappenontstaan.Inhethogeronderwijsontstaan

steedsmeersamenwerkingsrelatiesenbestaanherendervoornemensvoorfusies.

Datspeeltbijvoorbeeldbijdedrietechnischeuniversiteiten,maarooktussen

hogescholen,universiteitenenacademischeziekenhuizen(ziekader).

Page 44: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

Voorbeeld Vereniging VU-Windesheim

De Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg, kortweg de

Vereniging VU­Windesheim, houdt drie instellingen in stand: de Vrije Universiteit Amsterdam, de Christelijke

Hogeschool Windesheim in Zwolle en het VU­Medisch Centrum in Amsterdam. De VU, Windesheim en

VU­Medisch Centrum gaan uit van de Vereniging en hebben eigen vormen van bestuur. De Vereniging heeft

een bestuur van ten minste zeven leden. De Vrije Universiteit en Windesheim hebben een gemeenschappelijk

College van Bestuur dat bestaat uit vijf leden. De raad van toezicht is belast met het toezicht op de besturen

van de universiteit, de hogeschool en het VU­Medisch centrum.

5.1.2 Tussensectoren

Nietalleenbinnensectoren,maarooktussensectorenontstaansamenwerkings-

verbandenenschaalvergroting.ZoschrijvendegezamenlijkeBrancheorganisaties

Zorg(BoZ)indeinleidingvandeZorgbrede Governancecode (2005):

“De ontwikkeling van ketenzorg en de behoefte van zorgaanbieders om op een grotere

schaal te opereren hebben de afgelopen jaren geleid tot een veelheid en veelvormigheid

van fusies en samenwerkingsinitiatieven, waarbij in veel gevallen concerns en

werkverbanden ontstaan die de traditionele branches overstijgen.”

Desamenwerkingtussenwoon-enzorginstellingeniseenvoorbeeldhiervan.

Hierbijbeheertenexploiteertdecorporatiehetvastgoedenlevertdezorg-

instellingzorg.Doordatzorginstellingenrisicodragendzijngewordenvoorhun

vastgoed,lijktereennieuwemarktvan‘vastgoedindezorg’teontstaandie

interessantisvoorzowelcorporatiesalscommerciëlevastgoedexploitanten.

Eenstapverderdansamenwerkingtussenwoon-enzorginstellingeniseenfusie.

Datligtopditmomentnoggevoelig(ziekader).Zomoetenalleactiviteitenvan

eentoegelateninstellingopgrondvanhetbbsh(eenwoningcorporatie)niet

alleenverbandhoudenmetdekerntakenvandecorporatie,maardaarookaan

bijdragen.Hetaanbiedenvanzorgbehoortdaarnietnoodzakelijkerwijstoe.

Dewet-enregelgeving(metnamehetbbsh)voorzietmomenteelnietinhet

plaatsenvaneenjuridischeentiteitbovendecorporatie(toegelateninstelling),

waardoorbestuurentoezichthoudendorgaanvandecorporatieondergeschikt

wordenaaneenanderbestuur.

Voorbeeld Espria

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft in april 200� de fusie tussen Evean Groep, Philadelphia

Zorg en Woonzorg Nederland goedgekeurd nadat deze partijen hun fusieplannen hadden bijgesteld. Evean en

Philadelphia zijn onder meer actief op het gebied van verzorgingshuiszorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg en

gehandicaptenzorg. Woonzorg is actief op het gebied van realisatie en verhuur van woningen, verzorgings­

huizen en verpleeghuizen. De oorspronkelijke fusieplannen van de nieuwe combinatie, die de naam Espria

krijgt, stuitten op mededingingsbezwaren. Na wijziging van de plannen, waarbij Woonzorg 11 verpleeg­ en/of

verzorgingshuizen zal afstoten, ging de NMa akkoord met de fusie. Daardoor behoudt volgens de NMa de

zorgconsument voldoende keuzevrijheid en blijft de concurrentiedruk in de markt hoog genoeg.

In juni 200� blokkeerde het kabinet echter de bestuurlijke fusie tussen woningcorporatie Woonzorg

Nederland en de zorgaanbieders Evean Groep en Philadelphia Zorg. Een fusie van een woningcorporatie met

één of meerdere organisaties van buiten de volkshuisvesting achtte het kabinet strijdig met de regelgeving.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie was weliswaar positief over de inhoudelijke intenties van de

fusiepartners om projecten te realiseren waarin via zorggebonden woonvormen maatwerk wordt geleverd,

maar acht een bestuurlijke fusie toch een te vergaande vorm van samenwerking. Het is nadrukkelijk niet

toegestaan dat woningcorporaties ook zorgtaken op zich nemen.

Page 45: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r��

Eenandervoorbeeldvansamenwerkingtussensectorenisdietussencorporaties

enscholen,waarbijdeschoolvastgoedhuurtvandecorporatie.Voordeschool

kanzo’nsamenwerkingeenuitkomstzijn,omdatdecorporatiemeermiddelen

heeftomteinvestereninbijvoorbeeldeennieuwbouwproject.Ookzouzo’n

samenwerkingleerlingenbijwijzevanstagedemogelijkheidkunnenbiedenom

meetelopenmetdeservicedienstvandecorporatie.Ookdeontwikkelingvan

bredescholeninhetbasisonderwijsenvoortgezetonderwijswaarscholenonder

anderesamenwerkenmetorganisatiesvoorkinderopvangiseenvormvansamen-

werkingtussensectoren.Ookzijnerbijvoorbeeldinstellingenvoormiddelbaar

beroepsonderwijsdiesamenmetcorporatiesvanuitdewin-wingedachteeen

zorghotelbouwen.

5.1.3 Verbindingenindecorporatiesector

Voorbepaaldesamenwerkingsverbandenhanteertmenindecorporatiesectorook

weldeterm‘verbinding’.Wesprekenvan‘verbinding’alseeninstellingeen

dochtermaatschappijoprichtofeendeelnemingwaarbijdemoederorganisatie

substantiëlerisico’sloopten(mede-)aansprakelijkisvoorbijvoorbeeldschulden.

Ooksprekenwehiervaneenverbindingalseeninstellingduurzamefinanciëleof

bestuurlijkebandenaangaatmeteenandererechtspersoonofvennootschap,

zondertefuseren.Dezeinvullingvanhetbegripverbindingisgebaseerdopde

definitiedieinhetbbshwordtgehanteerd(ziekader).

Definitie van verbindingen volgens het BBSH, artikel 2a

Voor de toepassing van dit besluit verbindt een toegelaten instelling zich met een andere rechtspersoon of

vennootschap, indien:

• die andere rechtspersoon of vennootschap een dochtermaatschappij als bedoeld in artikel 2�a van Boek 2

van het Burgerlijk Wetboek van haar wordt;

• zij in die andere rechtspersoon deelneemt in de zin van artikel 2�c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

of;

• zij anderszins financiële of bestuurlijke banden met een bestaande andere rechtspersoon of vennootschap

aangaat, stemrechten in de algemene vergadering van een bestaande andere rechtspersoon verwerft of

een andere rechtspersoon of vennootschap opricht of doet oprichten, op een zodanige wijze dat daardoor

een duurzame band met die rechtspersoon of vennootschap ontstaat.

Verbindingenkunnenverschillendevormenaannemen.Verbindingenkunnen

betrekkinghebbenopdeindevoorgaandeparagraafbeschrevensamenwerkings-

verbanden,zoalstussencorporatiesenzorginstellingen,waarbijdecorporatiehet

vastgoeddeeldoetendezorginstellinghetzorgdeel.Daarnaastkaneenverbin-

dingbetrekkinghebbenophetjuridischverzelfstandigenvandelenvandeorga-

nisatie(zoalseenonderhoudsbedrijf )waardooreenaparterechtsvorm(vofofbv)

voorbijvoorbeeldprojectontwikkelingontstaat.Totslotzienwe(meestaltijde-

lijke)‘consortia’voorgroteprojecten.

Indecorporatiesectorishetthemavandeverbindingenhoogstactueel.In2003

constateerdehetcfvdatinjuli2002sprakewasvan2.090verbindingenverdeeld

over583corporaties(cfv,2003).Inhetzelfderapportonderscheidthetcfv

verschillendesoortenverbindingen(ziekader).

Page 46: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

Soorten verbindingen in de corporatiesector

Het CFV verdeelt de verbindingen in een aantal groepen, die een oplopend financieel risico kennen. Volgens

het CFV telt de eerste groep �0% van het totale aantal verbindingen. Deze bestaan uit (CFV, 200�, p. �):

“Overlegstructuren tussen corporaties, structuren voor woonruimteverdeling en verbindingen die betrekking

hebben op kwaliteitsbeleid (voornamelijk KWH­label).” Groep twee, tien procent, zijn samenwerkingsver­

banden tussen corporaties, relaties tussen corporaties vanwege btw­constructies of collegiale financiering en

verbindingen waarin het eigen kantoorgebouw is ondergebracht. De financiële risico’s van de btw­constructies

zijn relatief beperkt, zo blijkt uit onderzoek van het ministerie. In de derde groep (12%) is een aantal zakelijke

activiteiten, die een beperkte financiële strekking hebben, ondergebracht. Zoals deelneming in kabel­TV,

monumentenzorg, automatisering en woonwinkels. De vierde groep (�%) zijn verbindingen op het terrein van

woningbeheer en/of makelaardij. En de vijfde groep (�%) zijn samenwerkingsverbanden waarvan momenteel

niet kan worden vastgesteld welke activiteiten in de verbinding plaatsvinden. De meest risicovolle en laatste

groep (�%) heeft betrekking op verbindingen die gelet op hun omschrijving projectontwikkeling betreffen of

zouden kunnen betreffen (CFV, 200�).

5.2 Redenenvoorsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen5.2 Redenenvoorsamenwerking,schaalvergrotingenverbindingen

Deredenenwaarominstellingeninzoweldezorg-,woon-alsonderwijssector

(vergaande)samenwerkingsverbandenenverbindingenaangaankunnenfinan-

cieel,strategischofinhoudelijkvanaardzijn(ziebv.Deloitte,2007).Zoconsta-

teerdedeInspectievoordeGezondheidszorg(2006)dateconomische

overwegingeneenbelangrijkerolspelenbijfusiestussenzorginstellingen.

Eenfinancieelmotiefkanzijnhetbetalenvanmindervennootschapsbelastingof

btw.32Doorapartebv’sopterichtenkunnenactiviteitenwaarovervennootschaps-

belastingofbtwmoetwordenbetaaldwordenafgescheidenvanactiviteiten

waaroverdiebelastingennietzijnverschuldigd.Ookkanhetkapitaalvanbijvoor-

beeldeenwoningcorporatieervoorzorgendateenonderwijs-ofzorginstelling

beterbepaaldedienstenkanleverenofactiviteitenkanontplooien.Bovendienkan

hetaangaanvanverbindingenbijdragenaanhetspreidenvanrisico’s.

Hetmotieftotvergaandesamenwerking,aldannietineenspeciaalopgerichte

stichtingofbv,kanookstrategischzijnomzo‘marktaandeel’ineenbepaalde

regioveiligtestellen,ofomtegenwichttekunnenbiedenaancommerciële

aanbieders.

Eeninhoudelijkmotiefom(vergaande)samenwerkingsverbandenenverbindin-

genaantegaanisbijvoorbeelddewensomeenketenvansamenhangendezorg-

voorzieningenaantebiedenofwonenenzorgbeteropelkaaraftestemmen.Ook

hetbewerkstelligenvaneenbeteretoegankelijkheidvanonderwijsvoorzieningen

ofeenbetereaansluitingtussenonderwijsenarbeidsmarktzijnmogelijkeinhou-

delijkemotieven.

5.3 Gevolgenvoorgoedbestuur5.3 Gevolgenvoorgoedbestuur

5.3.1 Interntoezicht

Samenwerkingsverbanden,verbindingenenschaalvergrotinghebbengevolgen

voordesturing,debedrijfsvoering,deverantwoordingenhettoezicht,kortom

voordegovernancevaneeninstelling.Bisschot(2006)constateertdathet

opvallendisdatindevelepublicaties–eninwet-enregelgeving–overhealth

caregovernancenogweinigaandachtisvoorhettoezichtopdergelijkeandere

structuren.Ookinhetonderwijsisnogweinigaandachtvoorgoedbestuurbij

32In de corporatiesector is dit motief minder belangrijk geworden nu woningcorporaties per 1 januari 200� verplicht zijn om over alle activiteiten vennootschapsbelasting te betalen, dus ook over het verhuren van woningen.

Page 47: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r��

dezenieuwestructuren.Zoontbreekthetnogaaneengoedinzichtindeaantallen

endeaardvanverbindingenensamenwerkingsverbanden.

Indecorporatiesectorisweleenaantalpublicatiesverschenendatexplicietingaat

opgoedbestuurbijverbindingen.Zowijstdevtwerinhaarmemorandum

‘Governance bij verbindingen’(2007)opdathetvoorinternetoezichthoudersvan

belangisomvoldoendezichttehoudenopdeactiviteitendieinverbindingen

wordenuitgevoerd,zodat“degewenstetoetsingeneventuelebijsturingopbasis

vandejuisteinformatieenvooralooktijdigplaatsvindt”.Globaalzijnertwee

governancemodelleninomloop:hetconcernmodelenhetdecentraalmodel.

Uitgangspuntvoorbeidemodellenishetvoorkomenvanonttrekkingaanintern

toezicht.

Twee governancemodellen in de corporatiesector

Concernmodel

Het concernmodel gaat uit van een raad van commissarissen op het niveau van de toegelaten instelling.

Er is sprake van een gelaagde structuur waarbij de directeurbestuurder de bestuurder is van de toegelaten

instelling. De toegelaten instelling is op haar beurt bestuurder van de holding en de holding van de werkmaat­

schappij en de werkmaatschappij van de project bv. De woningcorporatie is in deze als (enig) aandeelhouder

bevoegd tot het geven van algemene aanwijzingen ten aanzien van het te voeren beleid. Aan het bestuur van

de dochtervennootschap(pen) kunnen echter geen concrete instructies worden gegeven.

Het grote voordeel van het concernmodel is de eenheid van beleid aangezien alle besluiten met betrekking

tot de verschillende verbindingen binnen het concern door de directeurbestuurder en de raad van

commissarissen worden genomen. Dit maakt een integrale aansturing eenvoudiger.

Decentraal model

Het decentraal model werkt met raden van commissarissen op verschillende niveaus in de structuur. Voor de

bestuurlijke invulling zijn meerdere opties denkbaar zoals het extern aantrekken van een bestuurder, bestuur­

ders van de woningcorporatie benoemen tot bestuurder van de dochter resp. kleindochters en toepassen van

het concern model voor het bestuur.

Ook binnen een concernmodel kan er een hele legitieme reden zijn om op een lager niveau een aparte raad

van commissarissen te hebben. Vooral als er sprake is van samenwerking met een derde waarin de toegelaten

instelling een belang heeft van �0% of minder (deelneming) kan het zinvol zijn om een afgevaardigde in de

raad van commissarissen te hebben om goed toezicht te houden op de activiteiten van die verbinding.

Vaak zal een lid van de raad van commissarissen van de toegelaten instelling zitting nemen in een dergelijke

raad van commissarissen. Het feit dat een dergelijke raad meestal samengesteld zal zijn uit leden die uit

diverse ondernemingen afkomstig zijn, zal de onafhankelijkheid van het toezicht bevorderen en een tegen­

strijdig belang als hiervoor geschetst zich minder snel voordoen. (Bron: VTW, 200�, p. �­�)

Hetcfv(2006c,p.10)meentdatdetoezichthoudertenaanzienvanverbindingen

zichervanmoetverzekerendathetbestuurvandewoningcorporatie‘incontrol’is.

“Dit betekent dat de toezichthouder zich ervan vergewist dat de corporatie weet welke

risico’s zij neemt met haar verbindingen, wat de mogelijke kans is dat deze risico’s

zich voordoen, hoe groot de mogelijke gevolgen zijn als deze risico’s zich voordoen,

wat de maatregelen zijn om de risico’s te beheersen (preventief en/of correctief ) en of

de corporatie de mogelijke risico’s kan dragen c.q. dat de verbindingen het beleid met

betrekking tot de kernactiviteiten van de corporatie niet doorkruisen.”

Hetcfv(2007,p.5)constateertinhaaronderzoeknaardekwaliteitvandeverant-

woordingdoorderadenvancommissarissenbijwoningcorporatiesechterdat

“deverantwoordingmetbetrekkingtotverbindingenweliswaarisverbeterdten

opzichtevandeverslagjaren2004en2005,maardataltijdnogbijzeker40%van

decorporatiesdieeenverbindinghebben,deraadvancommissarissendaarin

hunverantwoordingnietsovermeldt.”

Page 48: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

IneenreactiegeeftdeministervanWWIaanheteenstezijnmethetcfv.Zijacht

eentransparanteverantwoordingoverdeverbindingenvanbelangvoor(externe)

toezichthoudersinverbandmetrisico’senheteventueelweglekkenvanmaat-

schappelijkgebondenvermogen.Ookishetindevisievandeministervanbelang

voorstakeholdersomvolledigzichttehebbenopdeactiviteitenvancorporatieén

verbinding(en).Deministerisverdervanmeningdatvooralhetbestuurvande

corporatiezelfvoldoendezichtmoethebbenopdeactiviteitenendeeventuele

financiëlerisico’s.

“In het kader van de vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst, kiezen

corporaties voor de optie om een deel van het bezit onder te brengen in een verbinding

( juridische scheiding). Ook daarom is het van belang meer zicht te hebben op de

verbindingen.” (wwi, 2008)

Devragen‘hoehoudtdeinternetoezichthouderzichtopwatergebeurtinde

verbindingen?’,‘hoehoudthijinzichtinde(beheersbaarheidvande)risico’s?’en

‘hoekanhijvoldoendezeggenschapoverdieverbindingenafdwingen?’worden

nieteenduidigbeantwoord.Inonzeverkenningpasseerdenverschillendevarian-

tenderevue.Eenmogelijkheidiseenverbindingmeteeneigenbestuurderwaar-

bijderadenvanbestuurenradenvantoezichtvandedeelnemendeorganisaties

grotendeelsbuitenspelstaan.Ookkangekozenwordenvooreenverbinding

waarbijdedeelnemendepartijenalleenrisicolopenvoorhetbedragvandedeel-

nemingzelfennietvooreventueleverliezenvandeverbindingalsgeheel.Inweer

anderegevallenisexplicietgeregelddatdeverbindinggeheelvaltonderderaad

vantoezichtvandedeelnemendeorganisaties.Ineenlaatstegevalgafdebestuur-

deraandatderaadvantoezichtgeenvolledigbeeldhadvandeverbindingen.

Ookbijverbindingenindezorgenonderwijszijntransparantieeninformatie-

voorzieningessentieelomgoedinterntoezichtuittekunnenoefenen.Wanneer

bijvoorbeeldindezorgwordtgekozenvoordevormvanéénstichting,metwtzi-

toelating,dievervolgensallesuitbesteedtaan‘onderhangende’bv’sishetbelang-

rijkomhetinternetoezichtgoedteregelen,zodatdezeookzichthoudtopwater

indiebv’sgebeurt.Bovendienheefthetgevolgenvoordetransparantie:destich-

tinglegtverantwoordingaf,nietdeafzonderlijkebv’s.Hetrisicovangebrekaan

transparantiebijverbindingenwordtvergrootdoordathetjaarverslagopconcern-

niveaugemaaktwordt,waardooronderhavigestichtingenofbv’sbuitenbeeld

blijven.

5.3.2 Dialoogmetbelanghebbenden

Alsergecombineerdeorganisatiesvanzorg,welzijnenwonenontstaan,ontstaan

ookbelanghebbendendienietlangeralleenhuurderofawbz-cliëntzijnmaar

beide.Daarnaastkopenbelanghebbendenvaaknogalsparticulierwelzijn-of

zorgvoorzieningeninenditallesbijdezelfdeinstelling.Eenbestuurderbijeen

vandegeïnterviewdeorganisatiesgafaanbinnenzijnorganisatietestrevennaar

eenbreedsamengesteldebelanghebbendenvertegenwoordigingofcliëntenraadin

plaatsvaneennaastelkaarfunctionerendehuurdersbelangenvereniging,patiën-

tenplatformenbewonersplatform.

Doorschaalvergrotingenverbindingenkomenorganisatiesmogelijkverdervan

demaatschappijaftestaan.Ditmaakthetbelanghebbendenmanagement

ingewikkelder.Tegelijkertijdwordthetbelangrijkervanwegedebredemaatschap-

pelijkefunctiediebetreffendeorganisaties(moeten)vervullen.

Tijdensdeinterviewsgavenveelgesprekspartnersaaneenspanningtesignaleren

tussenpolitiekesturingenfinancieringdoorafzonderlijkedepartementenener-

zijdsendebehoeftenenwensenvanlokalebelanghebbendenanderzijds.Wensen

Page 49: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r��

dievaakophetsnijvlakliggenvanverschillendedepartementenofzelfsdeparte-

mentsoverstijgendzijn.

5.4 Conclusies5.4 Conclusies

Indithoofdstukstondenwestilbijontwikkelingenrond(vergaande)samen-

werking,schaalvergrotingenverbindingenendemogelijkegevolgenvoorintern

toezichtendedialoogmetbelanghebbenden.Indezeparagraafeindigenwemet

eenaantaloverkoepelendeconclusies.

5.4.1 Sectoroverschrijdendeverbindingenensectoralewet-enregelgeving

Departementen,financiering,toezichtenbrancheorganisatieszijnsectoraal

georganiseerd.Ditdoetonvoldoenderechtaandeintegraliteitaandevraagkant

enaandepraktijkvaninstellingendiesteedsmeersectoroverschrijdendediensten

aanbieden.Dehuidigewetgevingenfinancieringindezorg-encorporatiesector

zijnonvoldoendetoegesnedenopdeverbindingentussenzorginstellingenen

woningcorporaties.33Verdergedetailleerdonderzoekzoumeerlichtmoeten

werpenopdeexacteaardenomvangvandeknelpunten.Hetkanimmerszozijn

datwet-enregelgevingéchtnietmeerpassenbijdepraktijk,maarookdatde

praktijknietgoedgebruikweettemakenvandemogelijkhedendiedebestaande

wet-enregelgevingbiedtofdatergoederedenenzijnvoorgescheiden

financieringsstromen.

Ookmoetendeformeleverantwoordingseisennietteveelafwijkenvande

dagelijksepraktijkendecontextwaarinzorg-wonen-welzijninstellingenfunctio-

neren.Anderskaneenpapierenverantwoordingontstaandieweliswaarvoldoet

aandewettelijkeeisen,maarweinigzegtoverdewerkelijkheid.Zowelbijtoe-

latingalsbijverantwoordingconstateerdenverschillendegesprekspartnersdatde

regelgevingnietaansluitbijdepraktijk:erwordtgezochtnaarcombinatiesvan

onderwijs,welzijn,wonenenzorg,publiekeenprivateactiviteitenvandedienst-

verleninglopeninelkaarover,risico’swordengedeeldenwinstenuitprivate

activiteitenwordengeïnvesteerdinpublieketaken.

5.4.2 Goedbestuurbijverbindingen

Interntoezicht

Vanuitgoedbestuurbezienzoudeinternetoezichthouderinzichtmoetenhebben

indeaardenhetaantalverbindingenendedaarmeegepaardgaanderisico’sen

meerwaarde.Hoeweldeverschillenindepraktijkgrootzijn,hebbeninterne

toezichthoudersvaakgeenvollediginzichtinverbindingenende(beheersbaar-

heidvande)daarmeeverbondenrisico’sen/ofbeschikkenzijnietovervoldoende

instrumentenofbevoegdhedenombijtijdsintekunnengrijpen.

Omgangmetbelanghebbenden

Verbindingenbrengenhetrisicovanbureaucratie,gedwongenwinkelneringof

concurrentievervalsingmetzichmee.Maardeinstellingenzelfbenadrukken

vooraldekansenvanschaalvoordelenvooreenbeteredienstverleningenhet

ontwikkelenvaninnovatieveconcepten.Zijlatendaarvanookvoorbeeldenzienin

devormvangeïntegreerde(zorg,wonen,welzijn)dienstverlening.

Uitonderzoekindecorporatiesectorkomtnaarvorendatzelfsbasaleinformatie

overaardenaantalvandeverbindingennognietaltijdaanwezigisindepublieke

verantwoording.Vergelijkbaaronderzoekindeanderesectorenontbreektnog.

Verbindingenmakenverderdedialoogmetbelanghebbendeningewikkelder

omdatdegroepbelanghebbendengroterenmindervastomlijndwordt.

Bovendienneemtdekansopbelangentegenstellingentoe.

33 Zie bijvoorbeeld NRC, � april 200�, “Espria krijgt te maken met vijftien verschillende financieringsstromen”.

Page 50: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

6 Thema’svoordetoekomst6 Thema’svoordetoekomst

Indevoorgaandehoofdstukkenhebbenwegoedbestuurindepraktijkvaninstel-

lingenindezorg-,deonderwijs-endewoonsectorverkend.Hoegaanzijommet

tweebelangrijkeelementenvangoedbestuur:interntoezichtenomgangmet

belanghebbenden?Ookzijnweingegaanopdeontwikkelingenrondsector-

overschrijdendeverbindingenendegevolgendaarvanvoordeinvullingvangoed

bestuur.

Wehebbengeziendatgoedbestuurindepraktijkvaaknog'werkinuitvoering’is.

Inbijlage1zijndeconclusiesuitonzeverkenningschematischweergegeven.

Onzeconclusiesindevoorgaandehoofdstukkenoverziend,denkenwijdatvier

thema’sdekomendejarenomnadereuitwerkingvragen:

• hetmanagenvandehooggespannenverwachtingentenaanzienvangoed

bestuur;

• hetcreërenvaneengemeenschappelijkreferentie-entoetsingskadervoor

interntoezichtenvoordedialoogmetbelanghebbenden;

• hetnadervormgevenvandeverhoudingtussenmaatschappelijkeverankering

vaninstellingenendepolitiekesturing;

• devierP's,vangoedbestuur:bijdeuitwerkingvangoedbestuurindepraktijk

zouzowelaandachtmoetenwordenbesteedaanprincipes,processen,presta-

tiesalsaanpersonen.

Indevolgendeparagrafengaanwijverderinopdezethema’svoordetoekomst.

6.1 Hooggespannenverwachtingen6.1 Hooggespannenverwachtingen

Eeneerstethemavoordetoekomstishetmanagementvandeverwachtingenrond

goedbestuur.Erbestaateenreëelrisicodataandehooggespannenverwachtingen

diebijzoweldebeleidsmakersalsdeinstellingenzelfbestaantenaanzienvanhet

internetoezichtendeomgangmetbelanghebbendennietkanwordenvoldaan.

Meertransparantieovergehanteerdetoetsingskadersdoorderaadvantoezichten

deomgangmetbelanghebbendenkunneneeneerstestapzijnomdeverwachtin-

genendepraktijkvangoedbestuurdichterbijelkaartebrengen.

6.2 Referentiekadersentoetsingskaders6.2 Referentiekadersentoetsingskaders

Wataanveelvandegesignaleerdeknelpuntenbijgoedbestuurinbeleidenpraktijk

tengrondslagligt,ishetontbrekenvaneengemeenschappelijkreferentiekaderen

eenduidelijktoetsingskader.Tijdensdezeverkenningisvanverschillendekanten

benadruktdatdehoudingvandebestuurdereenbelangrijkelementvangoed

bestuuris.Maarwatiseengoedehoudingenwiebepaaltdit?Zekervoormaat-

schappelijkeondernemingenisdievraagnognieteenduidigbeantwoord.Enook

voordeinternetoezichthoudergeldtdatnietduidelijkiswanneerhijhetgoed

doetenwaarophijpreciesgeachtwordttetoetsen.

Indeomgangmetbelanghebbendenworsteleninstellingenmetsoortgelijke

vragen:wanneerisdedialoogenverantwoordingdieeenorganisatievoertgoed

enwiebepaaltdit?Bijsectoroverschrijdendeverbindingentenslottezienwedat

erdoorhetontbrekenvaneenduidelijktoetsingskadergeenzichtisophetfuncti-

onerenvandeorganisatiealsgeheel.

Page 51: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�0

6.3 Maatschappelijkeverankeringversuspolitiekesturing6.3 Maatschappelijkeverankeringversuspolitiekesturing

Eenderdevraagdiedekomendejarenbeantwoordzalmoetenwordenis:hoe

verhoudenindedriesectorenpolitiekesturingenmaatschappelijkeverankering

zichtotelkaarenwaarligthetprimaat?

Aandeenekanthalendeinstellingenindezorg,hetonderwijsendecorporatie-

sectorhunlegitimiteituitdematewaarinendemanierwaaropzeinspelenopde

lokalebehoeftenendematewaarinzegeworteldzijninlokaleomgeving.Aande

anderekantstellendelokaleenlandelijkepolitiekookhuneigeneisenaanhet

functionerenvanscholen,ziekenhuizenofcorporatiesintermenvantoeganke-

lijkheid,betaalbaarheidenkwaliteit.Maatschappelijkelegitimiteitenpolitieke

sturingkunnendaardooropgespannenvoetmetelkaarstaan.

Zoweldepolitiekesturingalsdemaatschappelijkeverankeringstaanonderdruk

alsgevolgvan(sectoroverstijgende)schaalvergrotingenfusies.Wezienookdat

lokaleofregionaleinstellingensteedsmeerlandelijkgaanwerken.Daarmee

verdwijnthetnatuurlijkeachterlandvaninstellingen:hetissteedsminderduide-

lijkvanwieenvoorwiedeinstellingenzijn.Daarmeewordtdemaatschappelijke

verankeringmoeilijkerteorganiserenenwordthunplaatsindemaatschappij

steedsmindervanzelfsprekend.Aandeanderekantwordtookdesturingdoorde

politieklastiger,omdatfinanciering,wet-enregelgevingentoezichtsectoraal

zijngeorganiseerd.Datmaakthetsteedsmoeilijkervoordelokaleenlandelijke

politiekomgriptekrijgenentehoudenopinstellingendieintersectoraalwerken,

vooralomdatdezeorganisaties,zekeroplokaalniveauintoenemendemateeen

machtsfactorvanbelangvormen.

6.4 DevierP’svangoedbestuur6.4 DevierP’svangoedbestuur

Eenlaatstethemavoordetoekomstbetreftdeverbredingvandeblikopgoed

bestuur.Tijdensonzeverkenningisindeinterviewsveelvuldigbenadruktdathet

bijhetbeoordelenvangoedbestuurnietvoldoendeisomnategaanofaande

principesvangovernancecodesenwetgevingisvoldaan.Nietalleenhetvoldoen

aanprincipes,maarookhetleverenvanprestaties,demanierwaaropdeinteractie

metdeomgevingisingerichtendekwaliteitvanbestuurderszijncrucialeelemen-

tenvangoedbestuur.Kortom:goedbestuurbestaatuitprincipes,processen,

personenenprestaties.

Principeszijnuitgangspuntenzoalsdescheidingtussenbestuurentoezichtof

integriteitdieveelalindegovernancecodeszijnvastgelegd.

Depersonendievanbelangzijnvoordevormgevingvangoedbestuurzijnde

bestuurdersendetoezichthouders.Goedbestuurvaltofstaatmethunhouding

engedrag.

Deprestatiesvandeinstellingzijnookcruciaal.Daarbijkanhetgaanomdemanier

waaropeenwettelijketaakwordtuitgevoerd,maarookomdekwaliteitofklant-

gerichtheidvandedienstverlening.Hoewelergeendirecteenduidigverband

tussengoedbestuurenprestatiesbestaatishetaannemelijkdateeninstellingmet

slechteprestatiesnietgoedbestuurdwordt.

Deprocessenvangoedbestuurhebbentemakenmethetbetrekkenvandeomgeving

bijhetbeleidenmetdekwaliteitszorgvandeorganisatie.Hetgaatnietalleenom

dedialoogmetdirectebelanghebbenden,maarookomdeomgangmetmensen

dieinbrederezinbetrokkenzijnbijofgeïnteresseerdzijnindeorganisatie.

Page 52: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�1

Overdeprincipesvangoedbestuurzoalsdescheidingtussenbestuurentoezicht

ofintegriteitlijktinhetalgemeenvrijbredeovereenstemmingtebestaan.

Lastigerligthetbijdebeantwoordingvandevraagwatdejuistehoudingenhet

juistegedragvanbestuurdersentoezichthoudersisendevraagwelkeprestaties

doorwiegevraagdwordenvaninstellingen.Watiseengoedziekenhuis,watis

eengoedeschoolenwatiseengoedewoningcorporatie?Eenmoeilijkevraag,

vooralomdatziekenhuizen,scholenenwoningcorporatiesgeeneenvoudige

taakorganisatieszijn,maarmaatschappelijkeondernemingenmeteeneigen

maatschappelijkeopgaveenmeteenhogematevanautonomie.Hetisdaaromvan

belangdateniggedeeldbeeldbestaattussendebetrokkenbestuurders,de

belanghebbendenendepolitiekeprincipalen.Wanneerdoejehetgoedalsmaat-

schappelijkeonderneming?Zolangergeenconsensusisoverhetantwoordopdie

vraag,iseeneenduidigoordeeloverhetfunctionerenenpresterenvaneeninstel-

lingnietmogelijk.

Eenlaatsteelementvangoedbestuurbetreftdeproceskant:deinteractievaneen

organisatiemetdeomgeving.Doorgoedteluisteren,dedialoogaantegaanen

zichteverantwoordenaandeomgevingkandeorganisatieaanklantgerichtheid

enkwaliteitwinnen.Dieinteractieluistertnauwindepraktijk:welkebelang-

hebbendenwordenopwelkmomentbetrokkenbijdeorganisatieenwiebepaalt

dat,debestuurderofdebelanghebbendenzelf ?Juistomdatditzo’nbelangrijk

elementisvangoedbestuurishetvanbelangdatdekomendejarenbestpractices

opditpuntwordenuitgewisseld.

Figuur 2: De 4P’s van goed bestuur

Principes:Is voldaan aan principes voor goed bestuur?

Processen: Wanneer is er sprake van de juiste interactie met de juiste belanghebbenden?

Goed bestuur?

Prestaties:Wanneer doet een maatschappelijke onderneming het goed?

Personen: Wat is de juiste houding en gedrag van bestuurders en toezichthouders?

Degovernancecodeskunnenwordengezienalseencodificatievaneenaantal

principesvangoedbestuur.Voordeconcreteinrichtingvanprocessen,hetgedrag

vanpersonenenhetleverenvanprestatiesbiedenzijechterteweinighouvast.Dat

betekentdatmethetvoldoenaandegovernancecodesinstellingennogniet

voldoenaanallevoorwaardenvoorgoedbestuur.Omwerkelijkvasttestellenof

sprakeisvangoedbestuurzaldeaandachtdanooknietalleenopdeprincipes

gerichtmoetenzijn,maarookopdeprestaties,depersonenendeprocessen.

Page 53: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�2

Bijlage1 ConclusiesinschemaBijlage1 Conclusiesinschema

Hoofdstuk 2 Goed bestuur in beleid: een vergelijking tussen sectoren

Onderwijs Zorg Wonen

Beleidscontext Veranderende bestuurlijke verhoudingen en autonomievergroting onderwijsinstel­lingen

Gereguleerde marktwerking als gevolg van nieuw zorgstelsel

Debat over toekomst woningcorporaties: maatschappelijke verankering en stimuleren maatschappelijk ondernemer­schap woningcorporaties

Visie op goed bestuur Voorwaarde voor behouden en verbeteren kwaliteit onderwijs

Verantwoording over financiële prestaties en over kwaliteit zorg zodat patiënt kan kiezen

Verantwoording over financiële prestaties en over de gewenste maatschappelijke prestaties

Goed bestuur leidt niet direct tot betere prestaties

Elementen goed bestuur Intern toezicht en omgang met belanghebbenden + Goede bestuurders

Naleving principes Zelfregulering: geen structurele controle op naleving van bepalingen uit de governancecodes

Hoofdstuk 3 Goed bestuur in de praktijk: intern toezicht

Verwachtingen • Algemeen: meer aandacht voor de kwaliteit (en de betaalbaarheid en toegankelijkheid) van de dienstverlening.• Ministers: intern toezicht kan leiden tot minder extern toezicht.

Praktijkervaringen Intern toezicht in de praktijk is kwetsbaar, doordat de volgende risico’s onderbelicht zijn:• Conflicterende rollen

Risico op conflict tussen rol van werkgever, toezichthouder en adviseur Die spanning wordt in de praktijk niet altijd als zodanig erkend en ervaren.

• Onafhankelijkheidsparadox Raden van toezicht zijn onafhankelijk, maar voor hun informatievoorziening vaak afhankelijk van het bestuur. Interne toezichthouders lopen het risico onvolledig en te eenzijdig geïnformeerd te zijn. Gebruik van andere informatiebronnen kan hun onafhankelijkheid versterken.

• Verantwoordingsvacuüm Formeel kan niemand ingrijpen als de raad van toezicht niet goed functioneert. En kan zo een verantwoordingsvacuüm ontstaan, omdat onduidelijk is namens wie en voor wie de raad toezicht houdt en wie of wat de raad bij de les houdt.

Hoofdstuk 4 Goed bestuur in de praktijk: omgang met belanghebbenden

Verwachtingen Goede omgang met belanghebbenden kan bijdragen aan:• betere dienstverlening;• vroegtijdige signalering van problemen;• betere maatschappelijke inbedding van de instelling;• meer draagvlak voor besluiten;• meer vertrouwen in de instelling.

Praktijkervaringen Omgang met belanghebbenden levert nog niet op wat ervan verwacht wordt. Twee belangrijke aandachtpunten zijn:• Identificatie van relevante belanghebbenden

Om de dialoog zo goed mogelijk te kunnen toesnijden op de behoeften van verschillende belanghebbenden moeten instellingen systematisch nadenken over de vraag wie de voor hen relevante belanghebbenden zijn (en dus ook over de vraag wie ze nadruk­kelijk niet tot hun belanghebbenden rekenen).

• Verwachtingenmanagement Er bestaan verschillende verwachtingen over de doorwerking van de inbreng van belanghebbenden in het beleid van de instelling. Het risico is dat belanghebbenden afhaken. Daarom:­ transparant zijn over het afwegingskader voor het wel of niet honoreren van inbreng van belanghebbenden;­ inbreng op verschillende niveaus binnen organisatie delen.

Hoofdstuk 5 Goed bestuur bij samenwerking, schaalvergroting en verbindingen

Aandachtspunten bij ontwikkelingen op gebied van verbindingen

Spanning tussen sectorale regels en sectoroverschrijdende praktijk:• De sectorale organisatie van departementen, financiering, toezicht en brancheorganisaties doet onvoldoende recht aan

de integraliteit van sectoroverstijgende instellingen.• Formele verantwoordingseisen sluiten niet aan op de praktijk: risico op papieren verantwoording.• Externe toezichthouders hebben geen volledig inzicht in verbindingen.

Praktijkervaringen met goed bestuur bij verbindingen

In de praktijk veel onduidelijk:• Onduidelijk hoe raad van toezicht zicht houdt op verbindingen en daarmee verbonden risico’s en hoe zeggenschap geregeld

moet worden.• Publieke verantwoording moet inzicht bieden in verbindingen en risico’s. In corporatiesector gebeurt dit onvoldoende, in

andere sectoren onbekend.• Dialoog met belanghebbenden bij verbindingen extra complex: veel belanghebbenden met mogelijk tegengestelde belangen.

Page 54: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

Bijlage2 Beleidscontextonderwijs,zorgenBijlage2 Beleidscontextonderwijs,zorgenwonenwonen

Beleidscontextsectoronderwijs

Voortgezetonderwijs

DeministervanOCWisinhetvoortgezetonderwijs(vo)verantwoordelijkvoor

hetgoedpresterenvanhetvo-bestel,debekostigingendedoelmatigheid(OCW

2006c).DeInspectievanhetonderwijshoudtnamensdeministervanOCW

toezichtopde(verantwoordingoverde)kwaliteitvanhetvoortgezetonderwijsen

controleerteenaantalwettelijkeeisendieaanhetvoortgezetonderwijsworden

gesteld,zoalsde‘uren-norm’.Ookgaatdeinspectienaofscholenrekening

houdenmetwensenenverwachtingenvanouders/verzorgersoverhetonderwijs

(InspectievanhetOnderwijs,2006b).

Nederlandheeftbijzonderenopenbaaronderwijs.Hetbijzonderonderwijs,zoals

scholenopchristelijkegrondslag,wordtvanoudsherzelfstandigbestuurd.Voor

hetopenbaaronderwijszijndegemeentenvanoudsherverantwoordelijk.Vanaf

november1996hebbengemeentendemogelijkheidomopenbarescholente

verzelfstandigen(CBS,2007).

Indeafgelopenjarenzijnveelopenbarescholenverzelfstandigd.Inheteerste

kwartaalvan2007werd8,8%vandevo-instellingendoordegemeentegefinan-

cierd,opbasisvanleerlingenaantallen.In1997wasditnog23,7%(CBS,2007).

Gemeentenzijnsoms(mede)oprichtervanscholenenzitten(soms)inhetbestuur

vanopenbarescholen.

“[De gemeente] handhaaft de Leerplichtwet 1969 en heeft een rol in het terugdringen

van het voortijdig schoolverlaten en in het verminderen van de jeugdwerkloosheid

(…) De gemeente is verder verantwoordelijk voor de huisvesting (nieuwbouw en

ingrijpende verbouw) van scholen.” (OCW, 2005, p. 15)

Hetbevoegdgezagvandevo-schoolmoetzorgdragenvoordekwaliteitvanhet

onderwijsopdeschoolenstelthiertoeeenschoolplaneneenschoolgidsvast(art

23aenart24a,WVO).

Inhetvoortgezetonderwijszijnverschillendebrancheorganisatiesactief,zoalsde

VO-raad,deBesturenraad(christelijkonderwijs),deVOS/ABBendeAlgemene

VerenigingvanSchoolleiders.Hetvotelt325besturenendiezijnbijnaallemaal

(95à100%)lidvandeVO-raad.

Hogerberoepsonderwijs

DeministervanOCWisinhethogeronderwijs34verantwoordelijkvoordekwali-

teitentoegankelijkheidenvooreendoelmatigebestedingvanoverheidsgeld.Via

bekostiging,regelgeving,afsprakenmetbestuurlijkepartijenenviavoorlichting

schepthetministeriehierrandvoorwaardenvoor(OCW2006;2007).

Hetexternetoezichtopdekwaliteitvanhethogeronderwijswordtuitgevoerd

doordeNederlands-VlaamseAccreditatieOrganisatie(NVAO).DeNVAOverleent

sinds2002eenkeurmerkaandeopleidingeninhethogeronderwijsdievoldoen

aaninternationaalaanvaardekwaliteitseisen.Wanneereenopleidingnietgeaccre-

diteerdisofdeaccreditatieverliest,ontvangtdeopleidingookgeenbekostiging

enmaggeenerkendediploma’suitreiken.34 Hoger onderwijs bestaat uit hoger beroepsonderwijs (hbo) en weten­schappelijk onderwijs (wo).

Page 55: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r��

InhethogerberoepsonderwijssteltdeNVAOdeeisdateindkwalificatieszijn

ontleendaandedoorhetberoepenveldopgesteldeberoepsprofielenofberoeps-

competentiesendatmedewerkers,studenten,alumnienafnemendberoepenveld

actiefzijnbetrokkenbijdeinternekwaliteitszorg(NVAO,2003).

InhethogerberoepsonderwijsisdeHBO-raadactiefalsdebrancheverenigingvan

hogescholen.IndeHBO-raadzijnalledoordeoverheidbekostigdehogescholen

inNederlandverenigd.DeHBO-raadisinitiatiefnemervandeBranchecode

Governance.

Beleidscontextsectorzorg

InNederlandiszorgvanoudshereenprivateaangelegenheid.Deoverheidheeft

binnenhetzorgveldeenrandvoorwaardenscheppenderol,alskaderstelleren

toezichthouderenisopsysteemniveauverantwoordelijkvoordetoegankelijkheid,

betaalbaarheidenkwaliteitvandezorg.DeNederlandseZorgautoriteit(NZa)

treedtopalsmarkttoezichthouderendeInspectievoordeGezondheidszorg(IGZ)

houdttoezichtopde(organisatievan)veiligheidenkwaliteitvandegeleverde

zorg.

DeWettoelatingzorginstellingen(WTZi)isop1januari2006inwerking

getreden.Omzorgtemogenleverendietenlastekomtvande

Zorgverzekeringswet(Zvw)ofdeAWBZ,moetenzorginstellingeneentoelating

hebben.Eénvandeeisenvoortoelatingisdetransparantievanbestuursstructuur

enbedrijfsvoering.HetUitvoeringsbesluitWTZischrijftondermeervoordat

toegelatenzorginstellingeneentoezichthoudendorgaanhebben.Ookgeldtvoor

dezeinstellingenvanaf1januari2008(verslagjaar2007)deverplichtingomde

verslaglegginginterichteninovereenstemmingmethetstramienvanhet

JaardocumentMaatschappelijkeVerantwoording.IndeWTZiisookhetenquête-

rechtvastgelegd.DeOndernemingskamerkangevraagdwordenonderzoekte

doennaarwanbeleidineenzorginstelling.IndeWTZistaatdathetorgaandat

opkomtvoordebelangenvancliënten,debevoegdheidmoetkrijgenomeen

verzoekintedienenbijdeOndernemingskamer.Ditkandeinternecliëntenraad

zijnmaarookdelandelijkekoepelsvancliëntenraden.

Instellingendieaandeverantwoordingsverplichtingenvoldoenendaaringoede

uitkomstenlatenzien,zullenvolgensdeministervanVWSmindertoezichtlasten

vandeIGZendezorgkantorenhebben.

DezorgsectorkentdeBrancheorganisatiesZorg(BoZ),eensamenwerkings-

verbandwaarvijfbrancheorganisatieslidvanzijn:Arcaresbrancheorganisatie

verpleging&verzorging,GeestelijkeGezondheidszorgNederland,Landelijke

VerenigingvoorThuiszorg,NederlandseFederatievanUniversitairmedische

centra,NVZverenigingvanziekenhuizenendeVerenigingGehandicaptenzorg

Nederland.BoZisinitiatiefnemervandegovernancecodeindezorg.

Beleidscontextsectorwonen

Hetvolkshuisvestingsbeleidvaltonderdeverantwoordelijkheidvandeminister

vanVROM.Deministercreëertopbasisvanlandelijkedoelstellingenconditiesen

kadersvoorhetleverenvangewenstemaatschappelijkeprestatiesenvoorhet

proceswaarmeedezeoplokaalniveautotstandmoetenkomen.Hetsluitstuk

wordthierbijgevormddoorhetpubliekrechtelijktoezicht.HetCentraalFonds

Volkshuisvesting(CFV)isdefinancieeltoezichthoudervoordewoningcorporatie-

sector(VROM,2005).

Page 56: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

Vanallehuurwoningen(circa3miljoen)inonslandvaltcirca75%onderde

socialehuursector.Dewoningenindezesectorzijndoorgaanseigendomvan

woningbouwcorporaties.Woningcorporatieszijnorganisatiesmeteenpublieke

taak;zijvoorzieninadequatehuisvestingvoordiegroepenindesamenlevingdie

viademarktnietofonvoldoendevanwoonruimtewordenvoorzien.Detakenen

activiteitendiewoningcorporatiesmogenverrichten,zijnwettelijkingekaderd.

HetBesluitBeheerSocialeHuursector(BBSH)bevateenlimitatieveopsomming

indevormvanzesprestatieveldenvandewerkzaamhedendiewordengerekend

tothetgebiedvandevolkshuisvesting:

• kwaliteitvandewoningen;

• verhuurvandewoningen(hetbijvoorrangenpassendhuisvestenvande

woningzoekendenmetlagereinkomens);

• leefbaarheid;

• wonenenzorg;

• betrekkenvanbewonersbijbeleid;

• beheerendefinanciëlecontinuïteit(VTW,2005).

Corporatiesdienenhieroplokaalniveauconcreteinvullingaantegeven,in

samenspraakmetdegemeenteenbewoners.Zomoetenzijhunbeleidafstemmen

ophetgemeentelijkevolkshuisvestingsbeleidenjaarlijksoverlegvoerenmet

gemeenten,bijvoorbeeldoverhetvoorgenomenaan-enverkoopbeleidvande

corporatie(BBSH,toelichting).Beginjaren’90vandevorigeeeuwzijnwoning-

corporatiesverzelfstandigd.Errustnogweleenbestemmingsplichtopdemidde-

lenvandewoningcorporatie.Dezestaanniettervrijebeschikking,maarmoeten

wordengeïnvesteerdindevolkshuisvesting.

Aedesisdeverenigingvanwoningcorporatiesenbehartigtdebelangenvanhaar

ledenbijdeoverheid.Aedesspeelteenbelangrijkerolinhetdebatoverdeinrich-

tingvandecorporatiesectoreniseengesprekspartnervanhetkabinet.DeVTW

(VerenigingvanToezichthoudersinWoningcorporaties)isin2002opgerichtom

toezichthoudersvanwoningcorporatiesteondersteunen,teadviserenende

algemenebelangentebehartigen.DaarmeewildeVTWhetinterntoezichtop

woningcorporatiesversterken.

Page 57: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r��

Bijlage3 GeïnterviewdenBijlage3 Geïnterviewden

• Dhr.L.Adema,Parteon,bestuurssecretaris

• Dhr.H.P.M.Adriaansens,voorzitterRaadvanToezichtAntoniusMesosGroep

• Dhr.J.C.F.M.Aghina,arts–directeurNVZD

• Mw.C.C.vanBeekMCM-lidRaadvanBestuur/plv.voorzitterNZa

• Dhr.S.Blok,Mondriaangroep

• Dhr.R.vandenBoezem–VO-Raad,seniorbeleidsadviseur

• Mw.H.C.M.Boon–Carmelcollege,lidraadvantoezicht

• Mw.A.Bosman–OCW,beleidsmedewerkerdirectievo

• Dhr.W.Brand–beleidsmedewerkerverzelfstandigingsbeleidMinisterievan

BZK

• Dhr.P.Brusik–HogeschoolLeiden,Beleidscoördinatoronderwijs,kwaliteit

eninnovatie

• Mw.E.deBruynPrince,hoofdbureauBestuursondersteuningIGZ

• Dhr.duBurck–VTOI,bestuurssecretaris

• Mevr.Cremers:HuisenErf,lidvandeRaadvanToezicht,lidcommissie

maatschappelijkeverantwoording

• Dhr.vanDijk-Vitalis,hoofdafdelingBestuurlijkeenJuridischeZaken

• Mw.M.Ehren–HogeschoolRotterdam

• Mevr.vandenElzen:HuisenErf,lidvandeRaadvanToezicht

• Mw.V.J.Esman-hoofdToezichtenBestuurdirectieMarktenConsumentVWS

• Dhr.H.Ferwerda–MinisterievanVROM,directiebeleidsontwikkeling

• Mw.G.Gallé–directeurNVZ

• Dhr.vanGenugten-Woonbond,RvCVestiaenDeKey

• Dhr.J.K.Gerards–directeurNVTZ

• Mw.J.M.P.J.vanGorp–vandeVen-voorzitterRaadvanToezichtZVOM

• Dhr.H.Hoek-partnerC3adviseursenmanagersinzorg

• Mw.I.Hoving–auteurscriptie‘Governanceinhetvoortgezetonderwijs’.

• Dhr.P.Huisman–Onderwijsraadstafmedewerker

• Mw.E.Hooge–lectorgovernanceAvansHogeschool

• Dhr.F.Janssens–hoogleraaronderwijstoezichtUniversiteitvanTwente

• Dhr.A.Jonkman–HBO-raad,beleidsadviseur

• Dhr.A.Kerssies-VTW,directeur

• Dhr.M.Kooijman–beleidsmedewerkerActiz

• Dhr.P.H.E.M.deKort-voorzitterdirectieRivasZorggroep

• Dhr.R.H.A.M.Kraakman–OMO,voorzitterRaadvanBestuur

• Dhr.H.Kuppens-hoofdAuditenControl,ROCZadkine

• Dhr.D.Louter-voorzitterRaadvanToezichtRivasZorggroep

• Dhr.V.vanLuit-Parteon,directeur

• Dhr.A.Luijten–Aedes

• Dhr.E.P.vanMaanen–HogeschoolLeiden,voorzitterCollegevanBestuur

• Dhr.A.Meijer–onderzoeker/docentUniversiteitvanUtrecht(USBO)

• Mevr.M.Meindertsma,VTW,voorzitter

• dhr.Nedermeijer–Vitalis,beleidsmedewerkerBestuurlijkeenJuridische

Zaken

• Dhr.U.Oelen–secretarisvandeHandvestgroepPubliekVerantwoorden

• Dhr.A.Onnes-secretarisRaadvanBestuurEveanGroep

• Dhr.S.Peij–lectorgovernanceHaagseHogeschool,directeurGovernance

University

• Mw.T.F.M.Penterman-secretarisRaadvanBestuurEveanGroep

• Dhr.Phiferons-HuisenErf,directeur-bestuurder

• Mw.M.K.M.Pluim-seniorbeleidsmedewerkerToezichtenBestuurdirectie

MarktenConsumentVWS

Page 58: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

• Mw.B.Prins–hoofdJuridischeZakenIGZ

• Dhr.F.deRijcke–InspectievanhetOnderwijs,coördinerendinspecteurhoger

onderwijs

• Dhr.R.Rijk–Carmelcollege,voorzittercollegevanbestuur

• Dhr.J.Rijkers–InspectievanhetOnderwijs,coördinerendinspecteurvoortge-

zetonderwijs

• Mw.L.A.A.vanReeuwijk-secretarisRaadvanBestuurAntoniusMesosGroep

• Dhr.M.Rook-voorzitterRaadvanBestuurAntoniusMesosGroep

• Dhr.W.M.C.L.M.Schellekens,arts-hoofdinspecteurCuratievegezondheids-

zorgIGZ

• Mw.E.vanSchoten–directeurAlgemeneRekenkamer(intern)

• Dhr.Th.P.M.Schraven–partnerZorgConsultNederland

• Dhr.P.Slier–VTOI,penningmeester

• Dhr.A.Smeels-lidRaadvanToezichtZiekenhuisWalcheren

• Dhr.W.J.Speets–HogeschoolLeiden,voorzitterRvT

• Dhr.J.vanderSpek–BoZ,secretaris

• Mw.Thomassen-StedelijkGymnasiumLeiden,rector

• Dhr.Thurlings-Vitalis,voorzitterRaadvanBestuur

• Dhr.B.Troost–WoonzorgNederland,voorzitterRaadvanBestuur

• Mw.J.A.H.vanVeen-hoofdinspecteurVerplegingenChronischezorgIGZ

• Dhr.J.G.F.Veldhuis–Carmelcollege,voorzitterraadvantoezicht

• Dhr.J.Verkroost–InspectievanhetOnderwijs,coördinerendinspecteur

• Dhr.C.Vermeer–directeurAlgemeneRekenkamer(intern)

• Dhr.E.J.Vermeulen-UniversiteitUtrecht,algemeendirecteur

• Mw.W.Vermeulen–beleidsadviseurstafbureauOrganisatieontwikkeling&

BedrijfsvoeringNZa

• Dhr.F.Visser–directieOntwikkelingNZa

• Dhr.P.A.deVisser-StadenEsch,voorzittercentraledirectie

• Mw.R.Voss–InspectievanhetOnderwijs,hoofdinspecteurhogeronderwijs

enhoofdinspecteurberoepsonderwijsenvolwasseneneducatie

• Dhr.H.H.vanderWal-hoofdInformatie&FinanciënSaxenburghGroep

• Dhr.J.M.Waterreus–Onderwijsraad,stafmedewerker

• Dhr.Went-BureauopenbaaronderwijsLeiden,directeuradinterim

• Dhr.R.deWerd–beleidsmedewerkergovernanceprojectMinisterievanBZK

• Dhr.F.H.vandeWerfhorst-voorzitterRaadvanBestuurZVOM

• Dhr.R.Zomer–voorzitterRaadvanBestuurZiekenhuisWalcheren

• Dhr.J.Zuurmond–projectleidergovernanceMinisterievanOCW

Page 59: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r��

Bijlage4 DeelnemersexpertmeetingBijlage4 Deelnemersexpertmeeting

• Dhr.M.J.W.vanTwist(voorzitter)–NSOB,Berenschotprocesmanagementen

lidinbuitengewonedienstvandeAlgemeneRekenkamer

• Mw.A.Vos-MinisterievanOCW,DirectieVoortgezetOnderwijs

• Dhr.A.Jonkman-HBO-raad

• Dhr.R.vandenBoezem-VO-Raad

• Mw.drs.V.J.W.C.Esman-Peeters-MinisterievanVWS,directieMarkten

Consument

• Dhr.drs.J.vanderSpek-BoZBrancheorganisatiesZorg

• Dhr.drs.Th.P.M.Schraven-ZorgConsultNederland

• Dhr.G.J.Thomassen-MinisterievanOCW,DirectieHO

• Dhr.B.Troost-WoonzorgNederland(Espria)

• Dhr.V.Schaap–MinisterievanVROM

• Dhr.A.Luijten-Aedes

• Dhr.J.vanderMoolen-CentraalFondsvoordeVolkshuisvesting(CFV)

Page 60: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

Bijlage5 AfkortingenBijlage5 Afkortingen

BBSH Besluitbeheersocialehuursector

BoZ BrancheorganisatiesZorg(samenwerkingsverbandArcares

brancheorganisatieverpleging&verzorging,Geestelijke

GezondheidszorgNederland,LandelijkeVerenigingvoor

Thuiszorg,NederlandseFederatievanUniversitairmedische

centra,NVZverenigingvanziekenhuizenendeVereniging

GehandicaptenzorgNederland)

CFV CentraalFondsVolkshuisvesting

IGZ InspectievoordeGezondheidszorg

HBO-raad Brancheorganisatievoorhogerberoepsonderwijs

NVAO Nederlands-VlaamseAccreditatieOrganisatie

NVZ NederlandseverenigingvanziekenhuizenNederlandse

Zorgautoriteit

OCW (Ministerievan)Onderwijs,CultuurenWetenschappen

po-scholen Scholenvoorprimaironderwijs

VO-raad Brancheorganisatievoorvoortgezetonderwijs

vo-scholen Scholenvoorvoortgezetonderwijs

VROM (Ministerievan)Volkshuisvesting,RuimtelijkeOrdeningen

Milieubeheer

VWS (Ministerievan)Volksgezondheid,WelzijnenSport

VTW VerenigingvanToezichthoudersinWoningcorporaties

WSW Waarborgfondssocialewoningbouw

WWI (Ministervoor)Wonen,WijkenenIntegratie

WTZi Wettoelatingzorginstellingen

Zvw Zorgverzekeringswet

Page 61: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�0

LiteratuurLiteratuur

AlgemeneRekenkamer(2002).Systemen van checks and balances bij rechtspersonen met

een wettelijke taak.DenHaag.

AlgemeneRekenkamer(2004).Verbreding van de publieke verantwoording.

Ontwikkelingen in maatschappelijke verslaglegging, kwaliteitszorg en governance.

DenHaag.

AlgemeneRekenkamer(2005).Essentialia van goed openbaar bestuur.DenHaag.

AlgemeneRekenkamer(2006).Goed bestuur tussen publiek en privaat.DenHaag.

AlgemeneRekenkamer(2008).Kaders voor toezicht en verantwoording; Uitgangspunten,

redeneerlijnen en handreikingen van de Algemene Rekenkamer.DenHaag.

Berenschot(2007).Scheiding van toezicht en bestuur in het vo. Stand van zaken en

perspectief.

Bisschot,Willemien(2006).'Toezichtinconcerns'in:Meurs,PaulineenSchraven,

Theored.(2006),Naar stimulerend en slim toezicht. Maarssen:Elsevier,p.71,75.

BoZ(2005).Toelichting op Zorgbrede Governancecode.December2005.

CBS(2007).Webmagazine woensdag 23 mei 2007,www.cbs.nl.Aangehaaldop

12september2007.

CFI(2007).Analyse jaarverslagen hogescholen; Verslagjaar 2005.www,cfi.nl.

CFV(2003).Rapportage verbindingen woningcorporaties 2001.Naarden,17juni2003.

CFV(2005).Private taak, publieke zaak; Vijf indicatoren voor een professionele verantwoor-

ding door interne toezichthouders bij woningcorporaties.Naarden,21oktober2005.

CFV(2006a).Van reflectie naar rekenschap; Kwaliteit van verantwoording door het interne

toezicht bij woningcorporaties.Naarden,21december2006.

CFV(2006b).Verslag financieel toezicht woningcorporaties,verslagjaar2005.

CVF(2006c).Acht vragen. Een handreiking voor toezichthouders bij woningcorporaties over

risico’s bij verbindingen.

CFV(2007).Vertrouwen in vermogen; Kwaliteit van verantwoording door het interne

toezicht bij woningcorporaties.Naarden,20november2007.

CommissieHealthCareGovernance(1999).Health Care Governance – Aanbevelingen

voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording in de Nederlandse gezondheids-

zorg.

Deloitte(2007).Handboek orporatie Governance, Verbindingen.

Ernst&Young(2006).Corporate Governance Zorginstellingen; Jaarverslagen

2005 - meting 2006. Kwaliteit jaarverslagen zorginstellingen steeds beter.

Page 62: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g�1

HBO-raad(2006).Branchecode governance,februari2006.www.hbo-raad.nl.

Hooge,E.enHelderman,J.K.(2007).Toezicht op scherp. Een studie naar de institutio-

nele context, de theorie en de praktijk van intern toezicht bij woningcorporaties.Uitgevoerd

inopdrachtvandeVTW.

Hoek,H.(2007).Governance&Gezondheidszorg.Private, publieke en professionele

invloeden op zorgaanbieders in Nederland.Assen:VanGorcum.

Hoving(2007).Governance in het voortgezet onderwijs.Essaygebaseerdopscriptie

Governanceinhetvoortgezetonderwijsinrelatietotrecenteontwikkelingen

naderbeoordeeld,geschreveninhetkadervanhetmasterexamenAccountancy,

NyenrodeBusinessUniversiteit.

InspectievanhetOnderwijs(2005).De waarde van intern toezicht.

InspectievanhetOnderwijs(2006b).Toezichtkader voortgezet onderwijs 2006 verkort;

Inspectietoezicht op scholen voor Voortgezet Onderwijs in 2006.

InspectievanhetOnderwijs(2006a).Ontstaan en ontwikkeling zeer zwakke scholen in

het basisonderwijs.TweedeKamer,30300VIII,nr.221.

InspectievoordeGezondheidszorg(2006).Werkplan 2007; risico’s eerst.

Janssens,F.J.G.(2005).Toezicht in discussie; Over onderwijstoezicht en Educational

Governance.Redeinverkortevormuitgesprokenbijhetaanvaardenvanhetambt

vanbijzonderhoogleraarOnderwijstoezichtvandeUniversiteitTwenteop

donderdag29september2005.

Karsten,Sj.,Jong,U.de,Ledoux,G.&Sligte,H.(2006).De positie van ouders en

leerlingen in het governancebeleid. Amsterdam:SCO-KohnstammInstituut,UvA.

Luursema,M.A.,vanTwist,M.J.W.,Beemer,F.,Timmerman,R.M.,Gronheid,F.

(2003).Toekomst voor raden van toezicht? Corporate governance in de publieke sector in

vergelijkend perspectief. BerenschotFundatieenKoninklijkevanGorcuminAssen.

Meurs,P.L.envanderGrinten,T.E.D.(2006),‘Publiekeverantwoordinginde

zorg:noodzaakenvalkuil’,in:Meurs,PaulineenSchraven,Theored.(2006),

Naar stimulerend en slim toezicht. Maarssen:Elsevier.

Meurs,P.L.enSchraven,T.P.M.(2006).'Radenvantoezichtopnieuwlangsde

meetlat'.In:Naar stimulerend en slim toezicht,MeursenSchraven(red).Elsevier

gezondheidszorg,Maarssen.

Naber,B.,Overdiep,I.enVanRooijen,E.(2006).Governance: tussen bewijzen en

vertrouwen.TweedeKamer,vergaderjaar2006-2007,Bijlagebijkamerstuk30183,

nr.15.

NVAO(2003).Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs,14februari2003.

Aangehaaldviawww.nvao.net/accreditatiekaders-nederland.

OCW(2005).Nota governance 7 juli 2005.TweedeKamer,vergaderjaar2004-2005,

30183,nr.1.

OCW(2006b).Toezicht in vertrouwen, vertrouwen in toezicht; Toezichtvisie OCW 2007-2011.

TweedeKamer,vergaderjaar2006-2007,30813,nr.11.

Page 63: Goed bestuur in uitvoering

a l g e m e n e r e k e n k a m e r�2

OCW(2006c).Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs,

Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007.Memorievantoelichting.

TweedeKamer,vergaderjaar2006-2007,30800VIII,nr.2.

OCW(2006a).Governanceinhetonderwijs.BriefvandeministervanOCW

d.d.28juni2006.TweedeKamer,vergaderjaar2005-2006,30183,nr.9.

OCW(2008).Governance in het onderwijs.BriefvandeministervanOCW

d.d.1februari2008.TweedeKamer,vergaderjaar2007-2008,30183,nr.21.

OCWenLNV(2007).Governance in het onderwijs. BriefaandeTweedeKamer

overdenieuwewijzevanonderwijstoezichtd.d.14-09-2007.TweedeKamer,

vergaderjaar2007-2008,30183,nr.18.

Onderwijsraad(2006).Hoe kan governance in het onderwijs verder

vorm krijgen; Drie adviezen over onderwijsbestuur: degelijk onderwijsbestuur, doortastend

onderwijstoezicht en duurzame onderwijsrelaties.Adviesnr.20060353/877,oktober

2006.DenHaag.

Onderwijsraad(2006b).Duurzame onderwijsrelaties.TweedeKamer,vergaderjaar

2006-2007,bijlagebij30183,nr.15.

Onderwijsraad(2007).De maatschappelijke onderneming als rechtsvorm in het onderwijs.

Adviesnr.20070271/919,oktober2007.DenHaag.

Poorter,K.(2006).Quickscan belangenhoudersparticipatie: Inspiratie voor participatie.

Rotterdam,SEV.

Putters,K.enVanderGrinten,T.E.D.(2006).Nieuwe bestuurlijke verhoudingen in de

gezondheidszorg en de rol van de overheid.Bestuurskunde,2006-2,pp.44-52.

AlgemeneRekenkamerenRekenhofvanBelgië(2008).Kwaliteitsbewaking in het

hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. VerslagaanhetVlaamsParlementende

TweedeKamerderStaten-Generaal.TweedeKamer,vergaderjaar2007–2008,

31554,nrs.1–2.DenHaag:Sdu.

SCP(2008).De school bestuurd. Schoolbesturen over goed bestuur en de maatschappelijke

opdracht van de school. DenHaag,juli2008.

VROM(2005).Beleidsvisie toekomst woningcorporaties. BriefMinistervanVROMaan

deTweedekamerd.d.12-12-2005.TweedeKamer,vergaderjaar2005–2006,

29453,nr.30.

VROM(2006).Vaststelling van de begrotingsstaten VROM 2006,d.d.13-05-2006.

TweedeKamer,vergaderjaar2005-2006,29453en30300XI,nr.39.

VTW,(2005).Corporatieregels in een notendop, een handreiking voor toezichthouders.

VTW,(2007).Memorandum Governance bij verbindingen.

VWS(2005a).Toespraak bij de overhandiging van het handboek ‘Grip op governance in de

zorg’. 23augustus2005inDenHaag(Nieuwspoort).Aangehaaldviawww.sneller-

beter.nl.

Page 64: Goed bestuur in uitvoering

g o e d b e s t u u r i n u i t v o e r i n g��

VWS(2005b).Vereenvoudiging van het stelsel van overheidsbemoeienis met het aanbod van

zorginstellingen (Wet toelating zorginstellingen). BriefvandeministeraandeEerste

Kamer,d.d.30september2005.

VWS(2005c).Voorhang Uitvoeringsbesluit WTZi.(Aangehaaldviawww.minvws.nl/

images/voorhang-uitvoeringsbesluit-wtzi_tcm19-99428.pdf )

VWS(2006a).Goed bestuur in de zorg. Informatie over de transparantie-eisen Wet toelating

zorginstellingen.Voorlichtingsbrochure.DenHaag:MinisterievanVWS.

VWS(2006b).Verdien(d) vertrouwen: toezichtvisie curatieve zorgstelsel.

TweedeKamer,vergaderjaar2005-2006,29689,nr.68.DenHaag:Sdu,p.18.

VWS(2007).Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2008.TweedeKamer,vergaderjaar2007-2008,

31200,nr.2.

WWI(2008).Woningcorporaties.Briefministeroverdeprestatiesvandesociale

huursectorin2006d.d.2januari2008.TweedeKamer,vergaderjaar2007-2008,

29453,nr.68.

Smit,F.,Driessen,G.,Sluiter,R,enBrus,M.(2007).Ouders, scholen en diversiteit;

Ouderbetrokkenheid en -participatie op scholen met veel en weinig achterstandsleerlingen.

ITSRadbouwUniversiteitNijmegen.Aangehaaldviawww.oudersbijdeles.nl.

Governancecodes

Aedes(2007).AedesCode.Januari2007.

BoZ(2005).Zorgbrede Governancecode.December2005.

CommissieGovernancecodeWoningcorporaties.Governancecode Woningcorporaties.

Juni2006.

HBO-raad(2006). Branchecode Governance.Februari2006

VO-raad(2007).Code Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs. Mei2007.

VO-raad(2008).Code Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs,versie0.9.

Mei2008.

Page 65: Goed bestuur in uitvoering
Page 66: Goed bestuur in uitvoering

Projectteam

Dhr. prof. dr. C.J. van Montfort (projectleider)

Dhr. ing. F.H. Band MIM

Mevr. drs. H. van Bloemendaal

Mevr. drs. I. Boers

Mevr. drs. M. van de Griek

Mevr. drs. C.P. Kreft

Mevr. Dr. M. J. Oude Vrielink (Universiteit van

Tilburg)

Mevr. drs. P.M.C. Reeuwijk

Dhr. drs. W. Smit

Dhr. drs. R.F.J. Willems

Algemene Rekenkamer

Lange Voorhout 8

Postbus 20015

2500 ea Den Haag

telefoon (070) 342 43 44

fax (070) 342 41 30

www.rekenkamer.nl

Ontwerp

Corps Ontwerpers, Den Haag

Fotografie

iStock

Drukwerk

RS-drukkerij

Den Haag

september 2008