SPOKENFEESTSPOKENFEEST

Roel Van Doorsselaer 2 Roel Van Doorsselaer 2 LO ALO A

Eindwerk beeld: 2006 - Eindwerk beeld: 2006 - 20072007

Hoe zien spoken eruit?Hoe zien spoken eruit?

angstaanjagend

wit?

geheimzinnig

onbekend

griezelig

BOE!!!

WAA!!!

MOE-HAHA!

HIHI!!!

Feesten in kunstFeesten in kunst

CarnavalCarnaval

SchilderijenSchilderijen

BoerenbruiloftPieter Breughel de

Oude

Bal masquéJames Ensor

FeestAtie

Diepenhorst

DriekoningenfeestJan Steen

La réunion de familleFréderic

Bazille

Het carnaval van Harlekijn

Juan Miró

Spoken in kunstSpoken in kunst

Afrikaanse stammen zetten maskers op om te feesten maar ook om spoken en geesten te verjagen. Op die manier werd dit Afrikaans ritueel ook wel een soort “spokenfeest”

Ook in drama komen spoken Ook in drama komen spoken voorvoor

Het spook van de opera

Nog spoken…Nog spoken…

De kinderen leren kijkenDe kinderen leren kijken

1.1. De kinderen laten kijken naar een werk en hen 1 voor 1 De kinderen laten kijken naar een werk en hen 1 voor 1 iets laten zeggen wat ze zien. Dit kan je ze laten doen tot iets laten zeggen wat ze zien. Dit kan je ze laten doen tot iedereen minstens 3 zaken heeft genoemd die nog niet iedereen minstens 3 zaken heeft genoemd die nog niet gezegd zijn.gezegd zijn.

2.2. De kinderen 2 bijna dezelfde prenten geven en hen de De kinderen 2 bijna dezelfde prenten geven en hen de verschillen laten zoeken.verschillen laten zoeken.

3.3. Ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is…Ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is… 1 leerling houdt iets in gedachte wat op een schilderij 1 leerling houdt iets in gedachte wat op een schilderij staat en de andere leerlingen raden wat het is. Naarmate staat en de andere leerlingen raden wat het is. Naarmate het spel vordert krijgen de leerlingen extra informatie.het spel vordert krijgen de leerlingen extra informatie.

De kinderen leren kijkenDe kinderen leren kijken

4.4. Leerlingen kennis laten maken met het kunstwerk door Leerlingen kennis laten maken met het kunstwerk door onder andere de naam van het werk, de naam van de onder andere de naam van het werk, de naam van de kunstenaar en het jaartal.kunstenaar en het jaartal.

5.5. Leerlingen kunnen een zelfgemaakt verhaal creëren rond Leerlingen kunnen een zelfgemaakt verhaal creëren rond een gegeven werk. Eerst observeren ze het hele werk en een gegeven werk. Eerst observeren ze het hele werk en nadien houden ze een brainstorm.nadien houden ze een brainstorm.

6.6. Laat de kinderen ook kijken naar techniek:Laat de kinderen ook kijken naar techniek:- Waarvan is het gemaakt?- Waarvan is het gemaakt?- Hoe is het gemaakt?- Hoe is het gemaakt?- Wat heeft de kunstenaar allemaal gebruikt?- Wat heeft de kunstenaar allemaal gebruikt?

De kinderen leren kijkenDe kinderen leren kijken

7.7. Kinderen leren kijken naar de beeldaspecten.Kinderen leren kijken naar de beeldaspecten.- Welke vormen zijn er terug te vinden in het werk?- Welke vormen zijn er terug te vinden in het werk? (groot, klein, hoekig, rond, …) (groot, klein, hoekig, rond, …)- Welke kleuren worden gebruikt en hoe worden ze - Welke kleuren worden gebruikt en hoe worden ze

gebruikt?gebruikt? (verschillende kleuren, tinten, contrasten, …) (verschillende kleuren, tinten, contrasten, …)- Hoe wordt er ruimte gecreëerd?- Hoe wordt er ruimte gecreëerd? (2-dimensionaal, 3-dimensionaal, …) (2-dimensionaal, 3-dimensionaal, …)- Vanwaar komt het licht?- Vanwaar komt het licht? (is er een lichtbron?, waar valt de schaduw?, …) (is er een lichtbron?, waar valt de schaduw?, …)- Waar worden je ogen naartoe geleid, wat staat - Waar worden je ogen naartoe geleid, wat staat

centraal?centraal?- Zijn er herhalingen in het werk?- Zijn er herhalingen in het werk?- Zijn er lijnen zichtbaar? Hoe zijn die lijnen?- Zijn er lijnen zichtbaar? Hoe zijn die lijnen?

De kinderen leren kijkenDe kinderen leren kijken

- Hoe is de huid?- Hoe is de huid? (glad, ruw, hard, zacht, …) (glad, ruw, hard, zacht, …)- Is er beweging in het werk?- Is er beweging in het werk? (is er een beweging in het werk, hoe wordt dit (is er een beweging in het werk, hoe wordt dit

gedaan?, …)gedaan?, …)

8.8. De kinderen leren om een betekenis te geven aan een De kinderen leren om een betekenis te geven aan een werk.werk.

- Welke sfeer wordt er uitgestraald uit het werk?- Welke sfeer wordt er uitgestraald uit het werk? (vrolijk, verdrietig, boos, lief, …) (vrolijk, verdrietig, boos, lief, …)- Waar gaat het over?- Waar gaat het over?- Waarom zou de kunstenaar dit gemaakt - Waarom zou de kunstenaar dit gemaakt

hebben?hebben?

9.9. De kinderen een mening laten vormen.De kinderen een mening laten vormen.- Waarom spreekt dit werk je aan?- Waarom spreekt dit werk je aan?- Zou je het op je kamer willen zetten? Waarom?- Zou je het op je kamer willen zetten? Waarom?