32
En verder: Introductie door Mark Huizinga | Trendwatchers aan het woord over 2028 | Het hbo en mbo scharen zich achter het Olympisch Plan | Topsportevenementen om jeugd in beweging te krijgen | Els van Breda Vriesman over de Nederlandse legacy | Kennisbank bundelt informatie | Inspirerende projecten van de Alliantiepartners SPECIAL: GENERATIE 2028 2E EDITIE —ZOMER 2011 Eric Eijkelberg “Of we voor de Spelen gaan? Laat ik daar heel duidelijk over zijn…” Edith Schippers “De gezonde keuze moet ook de makkelijke keuze zijn” Leontien van Moorsel “Sport moet vooral leuk zijn” Arnold Vanderlyde “Succes geeft je zelfrespect” Bas van de Goor “Hoe meer scholen het Olympische lesprogramma omarmen, hoe beter” Bernard Wientjes “Ga voor winnaars!”

Magazine 2028 nummer 2: Generatie 2028

Embed Size (px)

DESCRIPTION

De tweede editie is verschenen op 23 juni, op Olympic Day. Het thema van het magazine is jeugd en onderwijs: Generatie 2028. Dit is de generatie die tijdens de Olympische en Paralympische Spelen van 2028 in (mogelijk) Nederland volwassen is en wellicht zelfs actief is op de Spelen, dan wel mee kan doen als vrijwilliger. In deze editie o.a. interviews met Arnold Vanderlyde, Leontien van Moorsel, minister Edith Schippers, Eric Eijkelberg en Bernard Wientjes.

Citation preview

Page 1: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

En verder: Introductie door Mark Huizinga | Trendwatchers aan het woord over 2028 | Het hbo en mbo scharen zich achter het Olympisch Plan | Topsportevenementen om jeugd in beweging te krijgen | Els van Breda Vriesman over de Nederlandse legacy | Kennisbank bundelt informatie | Inspirerende projecten van de Alliantiepartners

Special: Generatie 2028

2E EDITIE —ZOMER 2011

Eric Eijkelberg“Of we voor de Spelen gaan? Laat ik daar heel duidelijk over zijn…”

Edith Schippers“De gezonde keuze moet ook de makkelijke keuze zijn”

Leontien van Moorsel“Sport moet vooral leuk zijn”

Arnold Vanderlyde“Succes geeft je zelfrespect”

Bas van de Goor“Hoe meer scholen het Olympische lesprogramma omarmen, hoe beter”

Bernard Wientjes“Ga voor winnaars!”

Page 2: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

Colofon2028 is een uitgave van Olympisch Vuur in samenwerking met Sport & Strategie.

HoofdredactieFrans Oosterwijk

EindredactieKarlijn de Jonge

Redactionele bijdragenEls van Breda Vriesman, Mark Huizinga, Friso Schotanus, Kalle Siebring (Hill & Knowlton), Wilma Vorselman, Herbert Wolff

Ontwerp en opmaakWielaard Studio, Belfeld

UitgeverHanneke van den [email protected] van [email protected]

Foto’sANP Photo, René Bouwman, Jeroen Hermes, Maurits van Hout, Rebke Klokke, Ivar Pel, Rens Plaschek, Soenar Chamid, Collectie Spaarnestad Photo, Rogier van Steennis/NLroei, René Verleg, Evert Wilstra

DrukPreVision, Eindhoven

LezersserviceAbonnementen/adreswijzigingenArko Sports MediaPostbus 3933430 AJ NieuwegeinT. +31 (0)30 - 707 30 00F. +31 (0)30 - 60 52 618E. [email protected]

©2011 Arko Sports Media, NieuwegeinNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek-tronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins gereproduceerd door middel

van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zonder de schriftelijke toestem-ming van de uitgever.

Lid van het Nederlands Uitgeversverbond

ISSN 2211-288X

1. Ter inspiratie Mark Huizinga, lid van het Topsportteam

2. Arnold Vanderlyde “Succes geeft je zelfrespect”

4. Minister van VWS Edith Schippers “De gezonde keuze moet ook de makkelijke keuze zijn”

6. Trendwatchers aan het woord “In 2028 meten we ons real time met de tien beste sprinters ter wereld”

8. Het hbo en mbo scharen zich achter het Olympisch Plan Guusje ter Horst: “Het hbo herkent zich in het streven naar excellentie”

11. ‘Meester’ Bas van de Goor introduceert Olympisch lesprogramma voor middel-bare scholen

13. Interview met Olympisch Vuur-directeur Eric Eijkelberg “Of we voor de Spelen gaan? Laat ik daar heel duidelijk over zijn…”

18. Topsportevenementen om jeugd in beweging te brengen Oog in oog met de wereldtoppers

20. Bernard Wientjes “Het organiseren van de Spelen past bij ons open, internatio-nale karakter”

22. Els van Breda Vriesman “De compactheid van Nederland is onze troef”

23. Kennisbank bundelt infor-matie over Olympische en Paralympische Spelen

24. Leontien van Moorsel “Sport moet vooral leuk zijn”

26. Inspirerende projecten van de Alliantiepartners

16. Mission Olympic: The School Final

De grootste schoolsportcompetitie van Nederland

Page 3: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

1 | 20281 | 2028

Ter inspiratie Onze medaillekandidaten voor 2028 kruipen, spelen of sporten in onze omgeving. Ik kom ze regelmatig tegen bij de judoclinics die ik geef. Ik herken het enthousiasme van die judokaatjes. Mijn leven lang wil ik stoeien en knokken. Mensen vastpakken en omgooien, heerlijk! Leren, beter worden, wedstrijdjes maken.

Als kind had ik honderd dromen. De Olympische Spelen zag ik thuis op onze zwart-wit tv en ik was mateloos gefascineerd. Na de sportuitzen-dingen ging ik naar buiten en was ik Carl Lewis. Ik won de 100 meter, 200 meter en verbeterde en passant het wereldrecord verspringen in de zandbak. Op de fiets naar school was ik Greg LeMond en op mijn Gazelle fantaseerde ik een spaghettistuur waarmee ik iedereen op minuten achterstand reed. Als het vroor wist ik het zeker: ik werd de nieuwe Evert van Benthem. Twee keer de belangrijkste sportwedstrijd van ons land winnen, wat een held!

Mijn ambities reikten tot aan de hemel. Ik wilde de beste van de wereld worden. Was dat raar? Had ik afgeremd moeten worden? Hadden mijn ouders me moeten zeggen dat ik toch vooral normaal moest doen? Dat ik me beter kon richten op geld verdienen? Gelukkig niet. Ik ben ervoor gegaan en heb uiteindelijk op de Olympische Spelen naar het Wilhelmus mogen luisteren. Onbetaalbaar.

Zonder ambitie geen resultaat. Een resultaat dat verder reikt dan een topsportfeest in 2028. De winst van mijn eigen Olympische titel ver-diende ik niet op de ene dag in Sydney. De jaren ervoor, die lange aanloop van investeren en ontwikkelen, hard werken en verbeteren, dát is waar ik nu nog het meest aan heb. Dát is de winst van mijn carrière. En zo kijk ik ook naar het Olympisch Plan 2028.

De Spelen in Nederland, het is allang geen droom meer, het is onze ambi-tie. Moeten we dat afremmen? Moeten we onze nek intrekken om vooral toch maar niet boven het maaiveld uit te komen? Nee. We hebben met ons kleine landje enorm veel talent. Laten we dat benutten en uitbouwen en laten we onszelf belonen met een land van Olympisch niveau. Een land dat in alle facetten van onze samenleving een stap heeft gezet. Een sportief en vitaal land dat zich trots aan de wereld kan presenteren als gastheer van het grootste evenement ter wereld. Dat kunnen wij, dat verdienen wij en daar worden we een beter en sterker land van.

Ik wens u veel leesplezier met deze tweede uitgave van dit magazine. De artikelen bewijzen dat de warming-up naar 2028 al in volle gang is. Doe mee!

Mark HuizingaLid Topsportteam 2028

FOTO

: JER

OEN

AKER

SHOE

K

De Olympische Spelen en 2028 . Twee begrip-pen die nu al met elkaar

verbonden lijken. Het klinkt nog zover weg, maar de

warming-up is al begon-nen! Achter de schermen wordt er hard gewerkt en

voor de schermen wordt de Nederlandse ambitie

steeds vaker zichtbaar. Dat is niet zo vreemd, want

iedereen die een dragende rol kan gaan spelen in dit

grootste evenement ter wereld is er al.

Page 4: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

2 | 2028

Met drie bronzen plakken, twee keer zilver op een WK,

drie Europese titels en zeven Nederlandse titels kan oud-

bokser Arnold Vanderlyde terugkijken op een glansrijke

sportcarrière. Als gastspreker, presentator en inspirator geeft

hij tegenwoordig motivatie-trainingen aan het bedrijfs-

leven. Als ambassadeur voor diverse maatschappelijke

organisaties en als lid van het Topsportteam 2028 moedigt

hij enthousiast de Nederlandse jeugd aan om, ieder op zijn ei-

gen manier, succesvol te zijn.

Door Wilma Vorselman | Foto’s René Bouwman

“Succes geeft je zelfrespect”

Page 5: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

Arnold Vanderlyde met Rachel Hoefnagels. Rachel is veertien jaar en komt uit in de klasse tot 52 kg.

3 | 2028

Arnold Vanderlyde maakt via zijn bedrijf Vanderlyde Sport & Business gebruik van zijn topsportervaringen door deze te koppelen aan ondernemerschap en persoonlijke groei. “Mijn prestaties in de boksring zijn heel belangrijk geweest voor mijn maatschappelijke carrière. Het succes gaf me zelfrespect en ik vond erkenning in mijn omgeving. Ik was vroe-ger geen makkelijke jongen en op school haalde ik geen beste cijfers. Met sporten liep ik wel voorop. Door te gaan boksen, kwam er meer balans in mijn leven.” Eigenlijk wilde Vanderlyde profvoetbal-ler worden, maar hij was niet goed genoeg. Een vriendje nam hem een keer mee naar de boksclub en hij vond het helemaal geweldig. “Sport is een goede leerschool voor het vinden van je eigen identiteit. Voor jezelf opkomen, concentratie, zelfbeheersing, respect voor de tegenstander, leren incasseren, vriendschappen sluiten en afbreken; het komt allemaal voorbij in het boksen.” Vergeleken met zijn jeugdjaren zo’n vier decennia geleden leven de tieners nu compleet anders. Ze krijgen dagelijks vele indrukken te verwerken. Via de mobiel, computer en tv wordt voort-durend informatie op ze losgelaten; ze multitasken er op los. Sport blijft echter authentiek, doceert Vanderlyde. “Het koppelen van je persoonlijke behoeftes aan de drie Olympische waarden, respect, excelleren en vriendschap, blijft hetzelfde. Het gevoel dat je speciaal bent, daar gaat het toch om in het leven! Dat draag ik graag uit en dat is voor mij de belangrijkste reden om deel te nemen aan het Topsportteam 2028 van Olympisch Vuur.”

OnderwijsOnderwijs speelt een belangrijke rol in het creëren van bewustwording bij de jeugd. Sport kan uitstekend dienen als middel om jongeren te motiveren in het leren. Daar is Arnold Vanderlyde zelf een wandelend voorbeeld van. Ooit begonnen op de lts heeft hij aan het eind van zijn sportcarrière een universitaire opleiding op het gebied van sportma-nagement afgerond.

Onderwijs moet volgens de oud-bokser vooral leuker gebracht worden. “Neem de thema’s sport, muziek of film. Een van deze drie items spreekt ieder kind aan. Als je daar het leerproces aan koppelt, motiveer je kinderen te leren, want daar waar je passie

ligt, leer je snel. Zo dien je kinderen met leerproblemen op een andere manier te benaderen, andere leerstof te bieden. Deze kinderen moet je uitdagen op hun behoefte, op wat ze leuk vinden. De rekenles bijvoorbeeld is normaal gesproken een redelijk saai gebeuren. Pak er een bal bij, en muziek, en je hebt een compleet andere les, waarbij ieder kind de aandacht blijft vasthouden.”

Hoe kan de jonge generatie van nu het beste uit zichzelf halen om in aan-merking te komen voor de Olympische Spelen in 2028? Vanderlyde: “Kies zorgvuldig waarin je wilt excelleren. Waar ben je goed in? Houd vast aan wat jij echt belangrijk vindt. En zoek een coach die je daarin begeleidt. De link naar topsport heb je dan eenvoudig te pakken. Maar, je weet nooit van tevoren of je de beste bent. Het is winnen of verliezen. Lukt het niet, dan begin je opnieuw en zoek je een nieuw excelleermoment. De onzekerheid of je gaat winnen, maakt het ook spannend. Dat is de schoonheid van excelleren.”

Page 6: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

4 | 2028

1. Wat kan de Generatie 2028 nu al doen om bij te dragen aan de

Olympische ambities van Nederland?“De Olympische generatie is voor het merendeel natuurlijk nog te jong om daaraan bewust te kunnen bijdragen. Maar de ouders van deze generatie – mensen zoals ikzelf, mijn dochter is zes – kunnen wel veel doen. In de eind vorig jaar verschenen publicatie ‘Wisseling van de wacht: generaties in Nederland’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), staat dat kinderen vaker sporten als een van beide of beide ouders dat ook doen. In 2007 sportte 87 procent van de kinderen met twee sportende ouders, tegenover 61 procent van de kinderen met niet-sportende ouders. Het SCP concludeert dan ook dat het sportgedrag van ouders grote invloed heeft op het sportgedrag van kinderen. Als we een Olympische generatie willen, zullen wijzelf het goede voorbeeld moeten geven. Als het even kan, ga ik in het weekend een uurtje hardlopen. En ik tennis ook regelmatig. Ik wil het echt ook mogelijk maken dat iedereen, jong en oud, makkelijk in zijn eigen buurt kan sporten en bewegen.”

2. Wat zijn voor uw ministerie de prioriteiten de komende jaren?

“Mijn ambitie voor de komende jaren is dat iedereen in Nederland die dat wil op een veilige manier kan sporten en be-wegen in zijn of haar eigen buurt, of dit nou in de stad is of op het platteland. Zo ontstaat er in Nederland een sportieve maar ook een gezonde samenleving. Daarnaast blijft het kabinet ook de topsportambities ondersteunen. Wat ik ook erg belangrijk vind is de aandacht voor het economisch belang van sport zoals de mogelijkheden die sport biedt voor branding, toerisme en de regionale economie.

Daarnaast omarmt het kabinet de Olympische ambitie van Nederland en het streven om de Olympische en Paralympische Spelen 2028 naar Nederland te halen. Ik zeg daarbij wel dat ik een eventuele kandidatuur met een zakelijke blik bekijk. Ik heb ook een verantwoordelijkheid richting de belastingbetaler.”

3. U heeft recentelijk de Beleidsbrief Sport ver-

stuurd. Het bevorderen van sport en bewegen in de buurt staat hierin centraal. En de landelijke nota Gezondheidsbeleid staat in het teken van ‘Gezondheid dichtbij’. Wat is de kern van de aanpak om met name jongeren meer te laten sporten?“Het uitgangspunt van dit kabinet is dat gezondheid iets is van de Nederlander zelf, volwassenen maken hierin hun eigen keuzes. Dit kunnen we alleen niet verwachten van de jeugd. Daarom willen we de jeugd toerusten om, zeker op latere leeftijd, zelf ook deze verantwoor-delijkheid te kunnen nemen. De inzet van dit kabinet is om de gezonde keuze

ook de makkelijke en aantrekkelijke keuze te laten zijn. Het gaat dan om het omgaan met voeding, alcoholgebruik, roken maar zeker ook over sporten en bewegen. Sporten en bewegen zijn van grote waarde in iedere levensfase, vooral voor de jeugd. Maar nog lang niet alle jongeren voldoen momenteel aan de

beweegnorm. Daarnaast heeft één op de zeven kinderen geen gezond gewicht en zijn de motorische vaardigheden van kinderen de laatste twee decennia aanzienlijk verslechterd.Dit kabinet zet in op meer vraaggericht sport- en beweegaanbod in de buurt. Door aan te sluiten bij de interesses van de jeugd, worden sporten en bewegen in de buurt aantrekkelijker voor een grotere groep jongeren. Hiervoor is het nodig dat er meer samenwerking en partnership ontstaat. Andere sport- en beweeg-aanbieders zoals de fitnessbranche en dansscholen, onderwijs, kinderopvang, welzijn, zorg, woningcorporaties, het bedrijfsleven en organisaties als de Cruyff Foundation en Krajicek Foundation kunnen hier een belangrijke rol spelen.”

4. Uit de beleidsbrief: “Ook het huidige kabinet is van mening

dat het Olympisch Plan van grote waarde kan zijn voor de samenle-ving.” Wat zijn volgens u de grootste bijdragen die het Olympisch Plan kan leveren aan de samenleving?“De waarde zit hem in het willen organiseren van een evenement van wereldklasse. Het tonen van ambitie en karakter. Het op de kaart zetten van ons land en ook een bijdrage willen leveren aan de wereldgemeenschap. Het pro-duceren van een cadeau voor de wereld. Het geeft ons de mogelijkheid om als land na te denken hoe wij ons willen presenteren en hoe we onze natuurlijke en culturele schoonheden in de etalage zetten en onze innovatieve, economische potentie benutten. En hoe kan je dat beter doen dan via Sport. Sport verbindt en verbroedert. Sport is emotie en haalt het beste bij mensen boven. Maar het is niet vrijblijvend. Het Olympisch Plan behelst veel acties om via de kracht van sport de Nederlandse samenleving van

6 vragen aan minister Edith Schippers

“De gezonde keuze moet ook

de makkelijke keuze zijn”

Page 7: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

5 | 2028

dienst te zijn en te verbeteren. Met zo’n brede maatschappelijke Alliantie om dit Plan verder te brengen hebben we goud in handen om deze doelen gezamenlijk te realiseren.”

5. De media berichtten dat VWS voortaan meer kijkt naar de

economische voordelen voor het toelaten van bijvoorbeeld een EK of een WK in Nederland. Daarnaast zal gekeken worden of dergelijke evene-menten ook burgers prikkelen om te gaan sporten. Kunt u dit uitleggen?“Bij de organisatie van sportevenemen-ten gaat het natuurlijk in eerste instantie om de wedstrijd(en). Maar ze staan ook midden in de samenleving. Bij de jongste FBK Games in Hengelo was het hoog-springen en het kogelstoten niet alleen in de het atletiekstadion te zien, maar ook in de binnenstad. Jong en oud werd uitgedaagd om het op te nemen tegen een virtuele topatleet. Als rolmodel

kunnen atleten als geen ander u en mij enthousiast maken om zelf meer te gaan bewegen en te sporten. Een heel ander voorbeeld: Hoe heeft Drenthe zich in 2009 op de kaart gezet met de start van de Vuelta? Al weken voor de start gonsde het van de activiteiten in deze provincie. Naast de mogelijkheid dat gehandicapten renners konden ontmoeten, stapten zo’n 10.000 mensen op de eerste dag van deze ronde zelf op de fiets voor hun tocht door Drenthe. Daarnaast volgden nog eens zo’n 40.000 mensen de proloog op het TT-circuit in Assen. Die deelnemers/bezoekers kwamen uit het hele land en verbleven een of meerdere nachten in hotels, pensions en campings. Zoiets stimuleert de lokale en regionale economie enorm. Sowieso hecht ik aan de economische betekenis van sport. Topsport biedt het bedrijfsleven een prachtig podium om Nederlandse producten en diensten te promoten.

Ook neemt de verkoop en innovatieve ontwikkeling van sport- en verwante producten erdoor toe.Van een topsportevenement is dus zoveel meer te maken dan de organisatie van wedstrijden alleen. Door verschil-lende aspecten, zoals duurzaamheid, vrijwilligerswerk en de lokale economie bij elkaar te brengen, ontstaat een momentum waar iedereen iets aan kan hebben; er beter van wordt.Tot slot is het natuurlijk niet zo dat VWS gaat beoordelen of een EK of WK wordt toegelaten in Nederland. De internatio-nale federatie wijst een evenement toe aan een nationale bond. VWS gaat bij het subsidiëren de bijdrage van evenemen-ten aan de economische en maatschap-pelijke doelen als voorwaarde stellen.”

6. Wanneer bent u tevreden? Met andere woorden: Welke

resultaten wilt u op sportgebied over een paar jaar gerealiseerd hebben?“Als Nederland letterlijk en figuurlijk in beweging is. Zowel het actieplan ‘Naar een veiliger sportklimaat’ als de Beleidsbrief Sport heb ik recentelijk aan de Tweede Kamer verstuurd. Hierin heb ik duidelijke accenten gelegd in het sport- en beweegbeleid voor de komende kabinetsperiode. Dit kunnen we als Ministerie van VWS niet alleen. Samen met partners wil ik de komende tijd werken aan het opstellen en uitvoe-ren van programma’s die gericht zijn op de prioriteiten die ik eerder benoemde. Ik ben tevreden als tegen 2016 blijkt dat we er met z’n allen in zijn geslaagd sporten en bewegen in Nederland op Olympisch niveau te brengen, dat dit bijdraagt aan een gezonde leefstijl van de bevolking en er een stevig maatschappelijk draagvlak is voor de volgende fase van het Olympisch Plan, het uitwerken van een Hollands bid.”

Edith Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

FOTO

: REN

é vE

RlEg

Page 8: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

6 | 2028

“In 2028 meten we ons real time met de tien beste sprinters ter wereld”Door Friso Schotanus

In wat voor een land leven wij over zeventien jaar? Doen we nog wel aan sport zoals we het nu kennen? Gaan mensen nog wel naar een sportstadion, of bewe-gen we alleen nog in onze eigen kleine, virtuele werkelijkheid? Een onderzoeker, een futuroloog en twee trendwatchers schetsen hun beeld van de sport in 2028. Marcel Bullinga is futuroloog. Hij ziet de samenleving voor zich als ‘een wolk’. “In 2028 leven we in een wereld waarin er geen verschil meer is tussen fysiek en virtueel. We leven, werken en bewegen in holodecks, ruimten waarin mensen, voorwerpen en omgevingen worden gesimuleerd door middel van hologrammen en krachtvel-den. Ook geluiden en geuren worden door de kamer gesimuleerd. In een holodeck bevindt men zich in een realistische virtuele wereld die bijna niet te onderscheiden is van de werkelijkheid. Onze kantoren en huizen en scholen zijn gaming zones, met overal om ons heen beeldschermen: je communiceert met mensen in die ruimtes alsof het echt is, je ziet het verschil niet meer. In dit soort omgevingen sporten we ook. De aantrekkingskracht van grote sportevenementen als de Olympische Spelen blijft bestaan, mensen hebben nog steeds behoefte aan de bindende kracht van zo’n evenement. Maar de stadions worden steeds onaantrekkelijker, alleen al vanwege het feit dat je er naartoe moet reizen. Het holodeck, thuis, het café, de buurtcentra – dat worden de nieuwe stadions. Daar beleven we de sport met z’n allen. Op deze manier ontstaan er duizenden sportarena’s. In die arena’s kun je niet alleen kijken naar het evenement, maar ook actief meedoen. Je kunt je meten met de tien beste sprinters ter wereld. Je beleeft de wedstrijd real time in al zijn zintuiglijke heftigheid. Waar kinderen nu zitten te vervetten achter de

computer, gaan ze straks actief meedoen. Deze nieuwe werke-lijkheid biedt geweldig mooie kansen om door middel van sport het afnemende gemeenschapsgevoel in de maatschappij nieuw leven in te blazen. Het aloude idee van ‘sport verbroedert’ kunnen we terughalen. Het is in een globaliserende wereld misschien een merkwaardige conclusie, maar de wereld wordt door deze nieuwe technologieën kleiner. Nederland zou zich kunnen on-derscheiden door deze virtuele toekomst mee te nemen bij een eventuele kandidaatstelling voor de Spelen. Houd rekening met de nieuwe mogelijkheden. En laat zien hoe je daar op inspringt.”

Martijn Lampert is werkzaam bij Motivaction en onderzoekt de waarden en leefstijlen van de generatie jonger dan 25 jaar. “De jongste generatie is erop gericht dat ze het zelf goed hebben, en straks hun kinderen ook. Ze zijn minder betrokken bij het collectief, maar tegelijkertijd willen ze wel graag samen grote ervaringen delen. Want hoe individualistischer de samenleving, hoe groter het verlangen naar collectiviteit. Ter compensatie. De Olympische Spelen kunnen daar heel goed invulling aan geven. De Spelen zullen in 2028 misschien nog wel populairder zijn dan nu, ook wat betreft het stadionbezoek. Mensen blijven op zoek naar uniek vertier en intense ervaringen. Ook het nationalistische sentiment zal blijven. Het zal zelfs sterker worden. Dat komt

MARTiJN lAMpERT AdJiEdJ BAKAS (FOTO: ROBERT EN SANdER HEEZEN) MARcEl BulliNgA (FOTO: AlEX dOKTER HildE ROOTHART (FOTO: HANS viSSERS)

Page 9: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

7 | 2028

doordat in het mentaliteitsmilieu ‘structuurzoekers’ de meeste kinderen worden geboren. Dit zijn mensen die zich sneller buiten-staander voelen. Die hechten sterker aan nationale identiteit dan meer kosmopolitisch ingestelde mensen. Die laatste groep krijgt minder kinderen, want die vinden andere dingen ook belangrijk. “Wat betreft de breedtesport: technologie en sport zullen steeds meer met elkaar verweven raken. De combinatie van gaming en sporting, zoals je nu hebt met de Wii, zal steeds populairder worden. Op die manier kan de jongste generatie aan het sporten gehouden worden. Daar staat tegenover dat het sporten in verenigingsverband steeds minder populair zal worden. Sporten in je eigen omgeving, met vrienden, dat wint het van het vereni-gingsleven, met al zijn vrijwilligers. Ik denk niet dat dit gevolgen heeft voor de huidige Olympische sporten, want er blijven genoeg mensen over die deze traditionele sporten beoefenen. Daarnaast hebben individuele sporten de toekomst. Denk aan fitness, een sport die het goed zal blijven doen omdat ‘de cultus van het lichaam’, er goed uitzien, erg in opkomst is.”

Trendwatcher Hilde Roothart van Trendslator beziet de rol van de sport in het licht van twee scenario’s voor de nabije toekomst. “In het positieve scenario leven we in een duurzame wereld met gezonde mensen, waarbij we geen energie meer aan de aarde onttrekken, maar juist teruggeven. Waarbij geld niet meer de motor is, omdat we zijn overgegaan naar een immateriële economie. In dit scenario is sport een democratische activiteit: veel meer dan nu gaat het erom wat aan ‘de onderkant’ gebeurt, op scholen, buurtpleintjes en trapveldjes. Dus dat er vanuit de basis aan sport en gezondheid wordt gewerkt. Van daaruit kunnen dan de talenten opstaan. Sport levert dus een bijdrage aan een betere kwaliteit van leven. Het andere scenario is dat door de vergrijzing de welvaart sterk afneemt, omdat er geen alternatief is bedacht voor de

industrialisering. We zitten opgescheept met een aarde die is opgebrand. In deze wereld leven veel te dikke mensen, en is er weinig contact tussen arm en rijk. In dit scenario staat sport gelijk aan commercie en wordt ze gedomineerd door machtspolitiek. Dat kan zich ook bij de Olympische Spelen manifesteren. Dat zie ik als een bedreiging. Mijn advies is om de sport van onderop te stimuleren. Kleinschalig en lokaal, dat zijn de trends. Niet allerlei mooie plannen verzinnen en hopen dat mensen gaan meedoen. Nee, het begint bij de sportveldjes, de scholen en de gezinnen. Mensen bewust maken van gezond leven, op allerlei verschillen-de manieren, dat heeft ook een maatschappelijk belang. Probeer daarbij de grenzen tussen de verschillende partijen, zoals de overheid en het bedrijfsleven, niet te belangrijk te maken. We moeten het doen met zijn allen.”

De levensverwachting van de mens zal onder invloed van de wetenschap in de toekomst enorm stijgen, stelt trendwatcher Adjiedj Bakas in zijn nieuwste boek De toekomst van gezondheid. “Maar zo rond 2030 zal de helft van de mensen doodgaan vóór zijn veertigste, als gevolg van suikerziekte en obesitas. Omdat zij niet gezond leven en bewegen. De kosten voor de gezondheids-zorg zullen explosief stijgen, dat wordt een enorm probleem. Ik zeg dat de kosten voor de zorg met zeventig procent omlaag kunnen als we meer aan preventie doen, gezonder eten en meer bewegen. Er moet wat gebeuren, en ik denk dat de Olympische gedachte hierbij kan helpen. De ellende is dat de meeste mensen sporten helemaal niet leuk vinden, ikzelf ook niet. Willen verenigingen jongeren in de toe-komst bereiken, dan moet sporten leuk en aantrekkelijk worden gemaakt, passend bij hun leefstijl. Wat ook een rol speelt is dat één op de vier Nederlanders zich eenzaam voelt, en dat zal alleen maar toenemen. Mensen willen toch uitgelaten worden, andere mensen ontmoeten. Met teamsporten kan dat. Om dezelfde reden zullen mensen ook in de toekomst de sportstadions blijven bezoeken.Ook nieuwe technologieën zullen eraan bijdragen dat mensen meer aan sport gaan doen. Philips heeft al een apparaat ontwikkeld dat je de hele dag bij je draagt. Aan het eind van de dag sluit je dat apparaat aan op de computer. Vervolgens krijg je te horen: ‘je hebt te weinig bewogen’. Je wordt dan voor de keuze gesteld: of je gaat naar de sportschool of je ziektekosten-premie gaat omhoog. Philips en Achmea praten al met elkaar over dit ziektekostenmodel. Dit is natuurlijk een hele originele bonus-malusregeling.”

Bakas: “Nieuwe technolo-gieën zullen eraan bijdra-

gen dat mensen meer aan sport gaan doen”

FOTO

: dRE

AMS

TiM

E.cO

M

MARTiJN lAMpERT AdJiEdJ BAKAS (FOTO: ROBERT EN SANdER HEEZEN) MARcEl BulliNgA (FOTO: AlEX dOKTER HildE ROOTHART (FOTO: HANS viSSERS)

Page 10: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

8 | 2028

wat dOen jullie vOOr het Olympisch plan?“Om de ambitie van het Olympisch Plan te steunen, hebben de hogescholen samen met onder andere de universiteiten het Sectorplan Sportonderzoek en -onderwijs ontwikkeld. Dit plan geeft aan welke bijdrage het hoger onderwijs kan leveren aan het sportonderzoek. Het praktijkgericht onderzoek van de hoge-scholen vertaalt het onderzoek naar de praktijk. Sporters hebben zo direct profijt van nieuwe, innovatieve kennis. Een voorbeeld hiervan is iFollow; een digitaal instrument waarmee op een snelle manier de sportontwikkeling van sporters in verschillende disciplines kan worden gemeten en waar vervolgens de training dan weer op kan worden aangepast. Ook wordt er ingezet op het faciliteren van studerende topsporters. In overleg met de

ministeries van VWS en OCW wordt gezocht naar mogelijkheden voor beurzenprogramma’s voor deze groep studenten.”

wat levert het Olympisch plan vOOr het Onder-wijs Op?“Het hbo herkent zich in de ambitie van het Olympisch Plan om te streven naar excellentie. Het beste uit (jonge) mensen halen en ze laten ontwikkelen is iets waar de hogescholen elke dag naar streven. Doordat sport zo’n brancheoverstijgend onderwerp is, levert het Olympisch Plan veel mogelijkheden tot samenwerking op, niet alleen het al eerdergenoemde gemeenschappelijke onderzoek met universiteiten, maar ook het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen op het gebied van sport met het mbo. Verder heeft uiteraard ook zeker het onderwijs baat bij een ge-zonde leefstijl van jongeren en blijkt uit onderzoek dat beweging voor jonge leerlingen maar ook voor studenten veel positieve effecten heeft op leren en leerstijl.”

wat dOen jullie met ingang van kOmend schOOl-jaar anders?“Bij de sportopleidingen in het hbo wordt er steeds meer aandacht besteed aan de thema’s van de Olympische ambities. Lectoren doen hier specifiek onderzoek naar en de hogescholen hebben gezamenlijk een bijeenkomst met alle sportlectoren georganiseerd om hun kennis te delen. Door de Olympische ambities is er een grote saamhorigheid en een goed partner-schap tussen de verschillende sportopleidingen binnen en buiten het hbo ontstaan.”

hOe kan het mbO/hbO inspelen Op het Olympisch plan?“Afgezien van het feit dat het onze studenten zijn die een belangrijke rol spelen tijdens de Olympische Spelen van 2028, als toeschouwer, als ondersteuning voor de organisatie of als sporter, heeft het sportonderwijs nog een andere taak. Zij moeten studenten opleiden die als ambassadeur kunnen dienen om mensen bewust te maken van het belang van sport en de positieve effecten daarvan.”

Vier vragen aan Guusje ter Horst, voorzitter HBO-raad“Het hbo herkent zich in het streven naar excellentie”

Guusje ter Horst

Page 11: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

9 | 2028

Drie voorbeelden van ondersteuning van het Olympisch Plan binnen het hboacademies lichamelijke OpvOeding als satellieten van het Op 2028De zes Nederlandse Academies voor Lichamelijke Opvoeding zijn sinds dit voorjaar satellieten OP 2028, en vormen een netwerk waarin gezamenlijk wordt gewerkt aan kennisontwikkeling, zowel via onderzoek als via onderwijs. De satellieten zorgen voor afstemming en coördinatie binnen de eigen hogeschool, maar ook met de hogescholen in hun regio. Tevens zijn ze het aanspreekpunt voor sportorganisaties.Een mooi voorbeeld van een project dat momenteel op de Hanzehogeschool wordt ontwikkeld en via andere satellieten wordt uitgerold, is ‘Jouw dorp (stad, buurt of wijk) op Olympisch niveau!’. Samen met andere instituten van de Hanzehogeschool geeft het Instituut voor Sportstudies hierin gestalte aan de ambitie van het Olympisch Plan 2028 om ‘met sport in de volle breedte heel Nederland naar Olympisch niveau te brengen’. Een halfjaar lang zullen multidisciplinaire teams dorpen of wijken binnentrekken om die in hun geheel naar Olympisch niveau te tillen. Samen met bewoners, scholen, bedrijven, overheden en diverse organisaties zullen studenten een impuls geven aan sport, bewegen en gezonde leefstijl, maar ook aan de organisatie van evenementen, het maken van economische en ruimtelijke analyses, de onderlinge communicatie en zelfs het creëren van kunst en cultuur. Na een halfjaar Olympische reuring krijgt het dorp of de buurt het stempel ‘op Olympisch niveau; OP2028’, waaraan verbonden een integraal Olympisch actieplan voor de komende jaren.

het lectOraat spOrtwetenschap hanzehOgeschOOl in dienst van de Olympische ambitiesHet lectoraat Sportwetenschap van de Hanzehogeschool Groningen is ingesteld om praktijkgericht onderzoek op het terrein van sport, bewegen en gezondheid te initiëren, waarbij

zowel docenten als studenten hun onderzoeksvaardigheid en -attitude kunnen ontwikkelen. Met thema’s als de actieve leefstijl, gezondheidsbevordering, het optimaliseren van sport-prestaties en het vlekkeloos organiseren van sportevenementen et cetera, wil het lectoraat actief bijdragen aan de ambities van het Olympisch Plan 2028. Een belangrijk voorbeeld hiervan is het project ‘Groningen – Monitoring Athletic Performance Study (MAPS)’. Hierin zullen 160 topsporters, 80 duursporters en 80 teamsporters, gedu-rende twee seizoenen gemonitord worden. Uitgangspunt van het project is dat fysieke, psychologische en sociale belasting en belastbaarheid met elkaar in balans moeten zijn om overbelas-ting te voorkomen. Door middel van monitoring wordt van elke deelnemende topsporter de balans tussen belasting en belast-baarheid in kaart gebracht, om deze vervolgens te relateren aan de prestatie en de gezondheid. Deze monitoring vindt plaats aan de hand van fysieke en psychologische testen, maar ook met behulp van trainingsdagboeken en wedstrijdanalyses.

Olympische presentaties studenten hanAfgelopen voorjaar kregen 25 bovengemiddeld presterende stu-denten van de opleiding Sport, Gezondheid en Management aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) gedurende zeven weken college over uiteenlopende aspecten (geschiedenis, bidproces, organisatie, ecologische, economische en sportieve legacy) van de Olympische en Paralympische Spelen. Leden van het Topsportteam 2028, zoals Esther Vergeer, waren gastdocent. Als afronding van het project presenteerden de deelnemende studenten hun visie op de organisatie van de Olympische Spelen 2028 in Nederland. Alle presentaties vonden plaats in de vorm van bidpresentaties, die werden beoordeeld door een jury, met als juryvoorzitter oud-volleyballer Bas van de Goor (lid van het Topsportteam 2028). Uiteindelijk kregen alle studenten een certificaat en werd een winnaar gekozen.

Drie voorbeelden van ondersteuning van het Olympisch plan binnen het mboevenementenOndersteuningHet brede aanbod van beroepsopleidingen binnen het mbo maakt het mogelijk om via multidisciplinaire leerbedrijven diverse evenementen te ondersteunen. Zo is de World Expo in Shanghai (2010) bijna volledig door (120) mbo-studenten gerund, ook voor de aanstaande Floriade (2012, Venlo) worden 150 stu-denten van vele beroepsopleidingen ingezet. Bij bijna alle grote

sportevenementen worden mbo-studenten betrokken, zowel in de voorbereiding als bij de uitvoering. Beroepsopleidingen in verschillende werkvelden zoals administratie, ICT, beveiliging, horeca, sport en bewegen, multimedia en welzijn worden veelal betrokken. De samenwerking met het hbo in ‘evenementen-teams’ waarin mbo en hbo regionaal elkaar vinden, krijgt steeds meer vorm.

Page 12: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

10 | 2028

“De Olympische Spelen leveren duizenden stageplekken op voor het mbo”

Om zoveel mogelijk Nederlanders te enthousiasme-ren voor de organisatie van de Olympische Spelen, werkt Olympisch Vuur samen met de MBO Raad, de brancheorganisatie voor 530.000 scholieren en 55.000 werknemers. Voorzitter Jan van Zijl over het middelbaar beroepsonderwijs als fakkeldrager van de Olympische ambities. Door Wilma Vorselman

De MBO Raad heeft de ambities in het Olympisch Plan 2028 vertaald in een

heldere notitie. Op het gebied van breed-tesport, topsport, economie, welzijn, media, maatschappij, ruimtelijke ordening en evenementen staan hierin concrete doelen beschreven die voor de scholen, werknemers en studenten werkbaar zijn. “Op elke deelnemende mbo-instelling

komt een Olympisch Plan Bureau als centraal aanspreekpunt en intermediair tussen de landelijke Olympische ontwik-kelingen en onze onderwijsinstellingen”, vertelt Jan van Zijl. “Daarnaast dienen we nu al een topsportklimaat te creëren voor de deelnemers van 2028. Dat betekent onder meer dat (aankomende) topspor-ters goed gefaciliteerd en ingezet worden als rolmodel. Dat laatste druist een beetje in tegen de Nederlandse cultuur, maar iemand die topprestaties levert, mag best op een voetstuk worden geplaatst.”Op het gebied van breedtesport is de MBO Raad actief als projectleider van het plat-form Bewegen en Sport. Sportlessen zijn sinds 1996 niet meer verplicht in het mbo, waardoor deze onderwijsinhoud vrijwel

geheel is verdwenen. Langzaamaan worden de gymlessen weer ingevoerd om de leerlingen te stimuleren meer te be-wegen. Fitte leerlingen leveren tenslotte fitte werknemers op. Van Zijl: “Ook grote sportevenementen vormen een podium voor onze studenten om zich via een stage zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. De Olympische Spelen zullen duizenden stageplekken opleveren. Een win-winsituatie. Mochten we er niet in slagen de Olympische Spelen naar Nederland te halen, dan moet het Olympisch plan in elk geval een dienst hebben bewezen aan de samenleving. Het hoofddoel is meer mensen aan het bewegen krijgen; de Olympische Spelen op eigen bodem is de kers op de taart.”

Jan van Zijl

bewegen, spOrt en gezOndheid herinvOerenHet belang van het opleiden van gezonde werknemers binnen het mbo dringt langzaam door. Grote gezondheidsongelijkheid tussen hoger en lager opgeleiden en de daarmee samenhan-gende ziektelast voor de bedrijven kan sterk verminderen als we jongeren zich bewust laten worden van de gezonde keuzes die ze kunnen maken voor een actieve leefstijl. Ongeveer tachtig procent van de mbo scholen is actief bezig om bewegen en gezondheid terug te krijgen op het rooster. Bijna vijftig procent van alle eerstejaars studenten krijgen weer les. De ROC’s in Nijmegen, Zwolle, Utrecht, Rotterdam, Amsterdam, Groningen zijn voorbeeldscholen vanuit het beleidskader en platform Sport, Bewegen en Onderwijs.

talentOntwikkelingDe beste kapper, banketbakker, metselaar… en hoe word je dat dan? Uitdagend onderwijs waarbij de student via een goede loopbaankeuze en begeleiding op de voor hem/haar best passende beroepsopleiding zit. Binnen de opleiding wordt de student uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen en bijvoor-beeld deel te nemen aan de Skills-wedstrijden, eerst in school, dan regionaal en vervolgens landelijk. Daarna is deelnemen aan het WK WorldSkills een optie. Londen is in oktober 2011 de gastheer, in 2013 is dat Leipzig. Talentherkenning, het beste uit jezelf halen en dit aan de wereld willen laten zien, dat is het beroepsonderwijs.

FOTO

: HEN

RiËT

TE Q

uEST

Page 13: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

11 | 2028

“Zo, die is groot!” Olympisch kampioen Bas van de Goor,

2,06 meter, loopt klaslokaal 98 van het Hendrik Pierson

College in Zetten (nabij Arnhem) binnen. Zo’n 65 brug-

klasleerlingen uit drie klassen kijken vol ontzag naar de leraar

van deze ochtend.

Foto’s René Bouwman

‘Meester’ Bas van de Goorintroduceert Olympisch lesprogramma voor middelbare scholen

Het Hendrik Pierson College heeft de Olympische ambities van Nederland omarmd. Vanaf mei 2011 is deze middelbare school serieus aan de slag met de Olympische en Paralympische Spelen. Dit doet zij door het aanbieden van een speciaal lespakket, dat door Olympisch Vuur in samenwerking met de school is opgesteld. Drie schooljaren lang krijgen de leerlingen acht weken per jaar, twee lesuren per week, les

over de Olympische en Paralympische Spelen. Het lesprogramma dient als pilot voor het Olympisch Plan 2028 om vanaf het schooljaar 2011/2012 een landelijk lespakket voor het voorgezet onderwijs aan te bieden.

Bas van de Goor was een belangrijke kracht van het Nederlandse volleybal-team dat in 1996 na een bloedstollende finale tegen Italië in Atlanta Olympisch

goud behaalde en in 2000 in Sydney vijfde werd. Tegenwoordig heeft hij zijn eigen stichting: de Bas van de Goor Foundation, die kinderen met diabetes (Bas heeft zelf ook diabetes) stimuleert om te sporten en zo hun kwaliteit van leven te vergroten.Als lid van het Topsportteam 2028 vertelt Bas de leerlingen over zijn Olympische ervaringen. “Het Olympisch Dorp is een wereld op zich. Je moet

Page 14: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

12 | 2028

overal je pasje laten zien, je eet met alle sporters in een enorm restaurant en de trainingslocaties zijn ver weg. Daarnaast moet je als sporter veel wachten. Wachten op de bus, wachten op het eten, wachten op de volgende wedstrijd. Wachten, wachten, wachten…”Een obstakel voor sportieve prestaties was dat wachten niet. Met goed volleybal haalde Nederland in Atlanta de finale. Gevraagd naar welke fouten je op dat moment kunt maken, blijken de leerlingen zeer creatief: “ziek worden”, “geblesseerd raken”, “onderschatten van de tegenstander” en zelfs “bier drinken” worden genoemd. Bas doelt echter op een andere fout: tevreden zijn met een plaats in de finale. Hij vervolgt: “Als je ergens voor gaat, in dit geval goud, moet je niet stoppen voordat je het doel bereikt hebt. Alles wat je doet moet in het teken staan van dit doel.” Een wijze les voor iedereen.

Bas sluit de les af door vooruit te kijken. “Het Olympisch Plan 2028 is gebaseerd op de gedachte dat iedere Nederlander iets aan de Spelen moet hebben.

Bijvoorbeeld door veel grote evene-menten naar Nederland te halen of door de gymles terug te brengen op school.”Kinderen én docenten zijn duidelijk aangestoken door de magie van de Spelen. Driekwart van de leerlingen steekt enthousiast zijn hand op bij de vraag “wie zou het leuk vinden als de Spelen in 2028 naar Nederland komen?” Bas mag niet weg voordat hij een handtekening heeft gegeven en met ze op de foto staat.

lieke janssen (13):“Het is extra speciaal als de Spelen hier honderd jaar na 1928 weer zijn. Ik zou het heel bijzonder vinden om daarbij aanwezig te zijn, bijvoorbeeld als verslaggever, want ik kan goed praten.”

jesse temminghOff (13):“Ik wist niet dat ze overal moesten wach-ten en dat ze buiten het dorp moesten trainen. Ik dacht dat alles beter geregeld zou zijn en dat ze bijvoorbeeld in een luxe hotel zouden slapen.”

pepijn eshuis (12):“Het lijkt me vet als de Olympische Spelen in 2028 in Nederland zijn. Dan komen alle beroemde sporters naar Nederland.”

bas van de gOOr (39):“De Olympische Spelen hebben een bij-zondere betekenis. Ik vind het geweldig om hierover te vertellen. Daar mag je me om drie uur ’s nachts voor wakker maken. Als je het enthousiasme bij deze leerlingen ziet, móet het Olympisch

Plan 2028 wel een succes worden. Het is nu belangrijk dat we meer mensen bekendmaken met onze Olympische ambities. Hoe meer scholen het Olympische lesprogramma omarmen, hoe beter.”

chris OOsterink, dOcent hendrik piersOn cOllege:“Bij Olympische Spelen denk je meteen aan sport, maar het lesprogramma gaat veel verder: bij geschiedenis leren de leerlingen over de historie van de Spelen, bij aardrijkskunde over de verschillen tussen de kandidaatsteden, en bij maatschappijleer over de Olympische waarden vriendschap, respect en excel-leren. Maar ook bij vakken als wiskunde, maatschappijleer, Engels en Frans wordt aandacht besteed aan de Spelen.Via Olympisch Vuur hebben we het lespakket aangeboden gekregen, dat we vervolgens met veel creativiteit en enthousiasme zelf verder hebben uitgewerkt. We hebben bewust gekozen om het pakket geschikt te maken voor leerlingen van alle niveaus. Leerlingen van zowel het vmbo, het havo als het vwo volgen het programma – dat brengt ze ook dichter bij elkaar. Doordat het programma drie jaar duurt, leren zij bovendien écht wat de kracht is van de Spelen.We zijn zó enthousiast, dat we al bij de start besloten hebben om het hele lesprogramma de komende twee jaren door te voeren. We nodigen andere scholen graag uit om bij ons een kijkje te nemen!”

“Als je ergens voor gaat, in

dit geval goud, moet je niet

stoppen voor-dat je het doel bereikt hebt”

Page 15: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

13 | 2028

“Of we voor de Spelen gaan? Laat ik daar heel duidelijk over zijn…”

Het Olympisch Plan 2028 heeft een moeilijke periode achter de rug. Sinds het vertrek van Ivo Opstelten, nu driekwart jaar geleden, wordt er nog steeds naar een nieuwe voorzitter gezocht. En na het snelle vertrek van Ben Tellings vorig jaar is er ge-ruime tijd geen directeur geweest. Maar er worden stappen gezet. De nieuwe directeur is sinds een paar maanden aan de slag. Tijd dus voor een gesprek met Eric Eijkelberg over de eerste indrukken en over hoe het verder moet met het Olympisch Plan.

Hoe bevielen de eerste twee maanden? Heb je al eens gedacht ‘waar ben ik aan begonnen’?“De eerste twee maanden bevielen heel goed. Ik krijg veel energie van dit werk en mijn nieuwe collega’s. Het voelt ook als een missie, iets waar we Nederland echt beter mee kunnen maken. Ik heb dus vaak gedacht: ‘Goed dat ik hier aan ben begonnen.’ Maar ik zal ook eerlijk zijn. Het Olympisch Plan is in een kritieke fase terechtgekomen. Er is veel

gerommel geweest in de organisatie. Het is teveel een plan gebleven. Nu moet de bestuurlijke steun op papier wel worden omgezet naar echt resultaat in de praktijk. En dat zal hier en daar op een on-Nederlandse manier moeten. Polderen leidt vaak tot gemiddelde resultaten. Maar dat zal bij het Olympisch Plan 2028 niet genoeg zijn. Net als bij topsport gaat het hier om keuzes maken en er echt voor gaan. De Alliantie moet zichzelf nu gaan bewijzen. Met

beeldbepalende resultaten moeten de Nederlanders enthousiast worden voor het organiseren van de Olympische Spelen. We worden er een beter en sterker land van.”

Aha. We gaan dus voor de Spelen?“Laat ik daar heel duidelijk over zijn: Ja, we gaan ervoor! Het staat in het regeerakkoord van Rutte-Verhagen en het is onlangs herhaald in de Sportbrief van Minister Schippers: het kabinet wil

Page 16: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

14 | 2028

de Olympische en Paralympische Spelen 2028 in Nederland.Het feit dat we echt voor de Spelen gaan, betekent overigens nog niet dat we ook meteen in de bidfase zitten. Daarvoor is het nog te vroeg. Het is net als bij het toewerken naar een sportprestatie, dat moet je opbouwen. Basisconditie is belangrijk. En die basisconditie is voor ons: draagvlak. Alleen als Nederland in grote meerderheid achter het Olympisch Plan 2028 staat, maken we kans op een succesvol bid. We moeten eerst zorgen dat het draagvlak in Nederland in 2016 meer dan zeventig procent is. Als we dat niet halen, is de kans groot dat de noodrem erop gaat.

Het doel van het Olympisch Plan 2028 is de nalatenschap van de Olympische Spelen – de legacy – nu al voelbaar te maken. Het wordt dus geen platte marketingcampagne. Nederlanders – sporters en niet-sporters – moeten zelf kunnen merken dat het goed is voor Nederland om naar een evenement als de Olympische Spelen toe te werken.

Deze aanpak is uniek in de wereld en wordt in internationale kringen al the Dutch approach genoemd.”

Welke resultaten zouden de Nederlanders over de streep moeten trekken? “Hierin moet het Olympisch Plan nog aan scherpte winnen. Daar werken we momenteel hard aan met onze partners. Ik kan wel een voorbeeld geven, want dat heeft ook meteen te maken met ‘Generatie 2028’. Lekker fit zijn is ook

voor jonge kinderen tegenwoordig steeds minder vanzelfsprekend. Momenteel haalt bijna de helft van de kinderen tussen vier en elf jaar de be-weegnorm niet. Dat is dus de helft van de generatie die in 2028 de fakkel draagt! Er wordt steeds meer gecomputerd en gegamed, en steeds minder buiten gespeeld en gesport. Dat is niet goed, dat is wachten op de gezondheidsproblemen van morgen.Het almaar ongezonder worden van onze jeugd, dat tij willen wij keren. Dat kan geen enkele alliantiepartner alleen, daarvoor is het te groot. Alleen door als een troep ganzen in formatie te gaan vliegen, kunnen we dit doel bereiken. Want een gans die in formatie vliegt, komt zeventig procent verder dan als hij alleen vliegt.”

Dat klinkt ambitieus, maar hoe gaan we dit bereiken?“Om te beginnen door het aanbod van sport en bewegen op de basisschool te verdubbelen. Dat is een serieuze uitdaging, want het Ministerie van OCW

NOC*NSF-voorzitter André Bolhuis en kroonprins Willem-Alexander met (een deel van) het Topsportteam 2028. Van links naar rechts: Daniëlle de Bruijn, Tineke Bartels, Carole Thate, Floris Jan Bovelander, Nienke Nijenhuis, Trinko Keen, Kirsten van der Kolk, Jochem Uytdehaage, Gerritjan Eggenkamp, Yvonne van Gennip, Nicole Bulk, Arnold Vanderlyde, Deborah Gravenstijn, Mark Huizinga, Bas van de Goor, Leontien van Moorsel en Stephan Veen.

“Een gans die in formatie vliegt, komt zeventig procent verder

dan als hij alleen vliegt”

Page 17: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

15 | 2028

regelt dit niet. Is het dan onmogelijk? We moeten de kracht van de Alliantie niet onderschatten. En wat als zorgverze-keraars en andere bedrijven in de ring stappen, als er wordt samengewerkt met sportbonden en met sportvereni-gingen uit de buurt van de scholen, als topsporters hun invloed hiervoor gaan inzetten? Daar zijn al succesvoorbeelden van. Ik ben ervan overtuigd dat als we schouder aan schouder optrekken, we het aantal uren sport en bewegen op elke basisschool in Nederland kunnen verdubbelen. Dat is bovendien al ver voor 2028 merkbaar voor iedereen. Zo komt het Olympisch Plan 2028 heel dicht bij de mensen en kun je echt spreken van een prestatie van Olympisch formaat.”

Hoe zit het eigenlijk met de kandidaat-stad? Wordt het Amsterdam 2028 of Rotterdam 2028?“Ik zou het fantastisch vinden als die vraag echt beantwoord moet worden. Want dat zou betekenen dat de Nederlandse bevolking in grote meerderheid achter het plan staat om de Olympische en Paralympische Spelen van 2028 naar Nederland te halen. Zover is het nu nog niet. In deze fase moeten we Nederland sterker maken met de kracht van sport. Moeten we voor alle Nederlanders – sporters en niet-sporters – voelbaar maken dat het goed is voor ons land echt te gaan voor de Spelen. En of het uiteindelijk Rotterdam of Amsterdam wordt, het zullen hoe dan ook de Spelen van heel Nederland zijn. De Spelen zijn simpelweg te groot voor één stad alleen. Ik denk dan ook meer vanuit ‘Holland 2028’.Het komende jaar zullen we ons verder richten op het totaalontwerp van de Spelen in Nederland. Waar gaat het wielrennen plaatsvinden, waar komt de hippische sport, et cetera. Dat moet op een zo optimaal mogelijke manier wor-den ingepast in Nederland. Ook zullen we scherper maken wat het thema wordt van onze Spelen: waar willen wij om

herinnerd worden, en waarom zouden de IOC-leden voor ons moeten kiezen?”

Kun je een voorbeeld geven van wat je bedoelt met ‘thema van de Spelen’?“Het thema kleurt de Nederlandse Spelen in – over de hele wereld. Er zijn verschillende voorbeelden te bedenken. Een mogelijk thema is ‘Water’. Nederland leeft met water, en watermanagement wordt steeds belangrijker voor de wereld. Het past goed bij de Nederlandse identiteit en geschiedenis. Daarmee kun-nen we de Spelen een uniek Nederlands

accent geven. En wij kunnen wat op dat gebied. De Deltawerken hoef ik niet eens te noemen. Als de dijken in New Orleans doorbreken, wordt Nederlandse kennis ingevlogen om te adviseren. Als in Dubai een palmboomeiland wordt gebouwd, worden de Nederlandse baggeraars van stal gehaald. Wij zouden de wereld bijvoorbeeld ‘Floating Games’ kunnen geven met deels drijvende accommodaties, die daarna over de hele wereld verscheept kunnen worden. Een showcase van Hollands vernuft, uniek in de wereld. Iets om trots op te zijn!”

“De Spelen zijn simpelweg te

groot voor één stad alleen”

Eric Eijkelberg op weg naar de top van Alpe d’Huez tijdens La Marmotte.

Page 18: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

16 | 2028

Mission Olympic: de finale10 juni 2011. Vijfduizend leerlingen van 170 mid-delbare scholen uit heel Nederland drommen in bussen naar het Olympisch Stadion in Amsterdam. Zij doen mee aan Mission Olympic The School Final. Zij strijden in zestien sporten om de titel, van kogel-stoten en verspringen tot voetbal en volleybal.

Mission Olympic is de grootste school-sportcompetitie van Nederland en wordt jaarlijks georganiseerd door NOC*NSF, Coca-Cola en de KVLO. Met 150.000 deel-nemers aan de regionale voorronden is de negende editie groter dan ooit. André Bolhuis, voorzitter van NOC*NSF en waarnemend voorzitter van Olympisch Vuur, kijkt geamuseerd toe: “Een van de doelstellingen van het Olympisch Plan 2028 is om sport terug te krijgen op school. Mission Olympic is daar een

Foto’s Jeffrey Derksen

V.l.n.r. Mark Huizinga, Bas van de Goor, Epke Zonderland, Thomas Schoorel en Minke Booij.

Page 19: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

17 | 2028

fantastische manier voor. In vergelijking met vorig jaar doen er dit jaar veertig procent meer scholen mee. Beter kunnen we niet wensen.”

The School Final begint spectaculair: onder enthousiaste leiding van presenta-trice Saar Koningsberger – dankzij TMF een voorbeeld voor veel jongeren – en met opzwepende muziek komen diverse sporthelden het podium op. Turner Epke Zonderland geeft een spectaculaire de-monstratie op de brug, Tennisser Thomas Schoorel slaat gesigneerde ballen in het publiek en Mark Huizinga en Bas van de Goor delen een enorme gouden medaille uit aan de school met de meeste online supporters. Het is tot slot aan Minke Booij, net als Huizinga en Van de Goor lid van het Topsportteam 2028, om met het ontsteken van de vlam Mission Olympic The School Final officieel te openen.Minke Booij: “Het is indrukwekkend hoeveel kinderen er zijn. Het is zo mooi, zo

groots opgezet! Het doet me denken aan de ontvangst die wij, de Olympische ploeg, na Beijing 2008 kregen. Dat was ook hier.”

Als het tijd is om te sporten, zwermen de kinderen met hun klas uiteen. Robin van de Rovaart is vijftien jaar en zit op het Werenfridus in Hoorn. Normaal gespro-ken voetbalt hij, maar nu loopt hij voor de eerste keer een 100 meter. Hij is dan ook tevreden met zijn 12,91 seconden. “Ik loop op blote voeten, want ik vind schoenen niet lekker zitten en dan voel ik de baan niet”, aldus Robin. Vanwege een gebroken pink en gekneusde vingers (“komt door rugby”) zit zijn rechterhand in het gips. “Hardlopen en verspringen lukt wel, maar misschien dat ik het kogelstoten oversla.”Hij vindt Mission Olympic een goed ini-tiatief: “Je ziet op het nieuws dat steeds meer kinderen te dik zijn, ze moeten meer gaan bewegen. En The School Final motiveert leerlingen om sneller te gaan

rennen, zodat je in het Olympisch Stadion mag sporten.”

Caroline Muskens is een van de zestien begeleiders van het OSG Echnaton die vanuit Almere naar Amsterdam is gekomen. “Het is voor het eerst dat we meedoen met Mission Olympic. En zie hier, we staan met 73 leerlingen in The School Final”, aldus de docente. Een van die leerlingen is de vijftienjarige Julian Langestraat. Hij moet nu kogelstoten, maar op de 300 meter horden is hij een aanstormend talent. “Ik heb wel eens eerder gesport in het Olympisch Stadion, maar het is heel leuk om nu met school mee te doen. En ja, ik hoop inderdaad ooit aan de Olympische Spelen mee te doen.”

Of die Spelen in Nederland moeten plaatsvinden? Muskens, zeer resoluut: “Ja. Door de Spelen te organiseren maak je de sportcultuur belangrijker in Nederland. Dat moeten we willen.”

Page 20: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

18 | 2028

Topsport- evenementen

om jeugd in beweging te brengen

Oog in oog met de wereldtoppersTopsport inspireert. Pleinen stromen vol als het Nederlands voetbalelftal een belangrijke wedstrijd speelt; mensen kochten massaal een dartboard en pijltjes toen Raymond (Barney) van Barneveld voor het eerst de Embassy (Lakeside) won, en het aantal inschrijvingen bij tennisclubs steeg toen Richard Krajicek als eerste Nederlander Wimbledon won.

Nederlands beste tafeltennisster Bettine Vriesekoop, lid van het Topsportteam 2028: “De tafeltennis-sport mist aansprekende boegbeelden als Pieter van den Hoogenband, die veel publiciteit genereren. Er zijn weinig spelers of speelsters met wie kinderen zich kunnen identificeren. We moeten het hebben van projecten om mensen met de sport in aanraking te laten komen. Het is enorm goed dat we evenementen hiervoor kunnen benutten.”

wk vOOr basisschOlenVriesekoop duidt op het WK tafeltennis, waar zij als ambassadeur aan verbonden was. Enkele honderden miljoenen mensen, voornamelijk uit Azië, bekeken dit evenement. Maar wie begin mei tijdens het WK Ahoy binnenkwam, zag naast de internationale toppers veel kinderen rondlopen. Zo kwamen maar

liefst 200 leerlingen uit Amsterdam en Rotterdam bijeen voor het officieuze WK voor basisscholen. Jongens en meisjes uit groep 5 tot en met 8 van de basis-school die als besten van hun school de voorronden hebben overleefd. Ook kregen bezoekende kinderen in het finaleweekend tafeltennisles van de Chinese toppers.

“Kinderen die alleen naar een WK gaan kijken, blijven op hun stoel zitten. Als ze bij een evenement ook zelf een balletje mogen slaan, neem je ze sneller mee. Er is een grotere kans dat ze dan ook echt gaan tafeltennissen”, aldus Vriesekoop.

jOin the tableDe activiteiten bij het WK tafeltennis maakten onderdeel uit van de breed-tesportcampagne van de Nederlandse Tafeltennisbond (NTTB). Het Join the Table-programma is bedoeld om de tafel-tennissport te promoten onder de jeugd, bedrijven, gehandicapten en Aziaten in Nederland. Het programma is begin 2011 gestart en loopt tot ver na het WK.

De organisatie heeft op meerdere vlakken steun gehad van het Olympisch Plan 2028. De evenementenexperts van het Olympisch Plan 2028 hebben in een vroeg stadium meegedacht over

de opzet en uitrol van Join the Table. Hierbij maken zij gebruik van kennis van andere evenementen, verzameld in de Modelaanpak Evenementen.

Daarnaast is het WK tafeltennis door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen als een van de pilots voor het vergroten van de maatschappelijke spin-off van sporte-venementen. Alleen door deze steun, die zonder het Olympisch Plan niet zou bestaan, is het mogelijk geworden om het breedtesportprogramma op te stellen.

kOgelstOten Op het pleinHet WK tafeltennis is een schoolvoor-beeld van een topsportevenement dat wordt aangegrepen om meer mensen aan het sporten te krijgen. De trend is echter ook zichtbaar bij andere toernooien. Bij het WK baanwielrennen, afgelopen april in Apeldoorn, gaven toppers als Marianne Vos en Teun Mulder clinics aan de lokale jeugd. In Twente kon men zelfs genieten van een officiële kogelstootwedstrijd. De organisatie van de FBK-Games, Nederlands grootste at-letiekevenement, had namelijk besloten om dit onderdeel niet in het stadion maar in de binnenstad van Hengelo te houden. Ook werd er een officieuze interland polsstokhoogspringen op het marktplein

Evenementen spelen een belangrijke rol in het Olympisch Plan 2028. Door regelmatig grote evenementen te organiseren, laten we de wereld zien dat we het aankunnen. Maar evenementen zijn meer. Naast een manier om Nederland op de kaart te zetten als evenementenland, zijn topsportevenementen ook steeds meer een inspiratie om de jeugd aan het sporten te krijgen.

Page 21: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

19 | 2028

georganiseerd. Door atletiek naar de burgers te brengen hoopt zij meer Nederlanders in beweging te krijgen. De ervaring staat centraal: iedereen kon zelf proberen hoe ver hij een 2,6 kg zware rubberen kogel kon stoten en ervaren met wat voor gewicht (7,25 kg!) de top-pers stoten. De grens tussen bezoeker en deelnemer wordt hiermee steeds kleiner.

beste tafeltennissende hOckeyerEen andere trend rond evenementen is het ontstaan van bijzondere samen-werkingen. Zo had de NTTB rondom het WK afspraken gemaakt met de hockey-, scherm-, squash- en voetbalbond; een samenwerking die was gericht op het promoten van sporten. Als onderdeel daarvan kreeg de helft van de 300 hockeyclubs in Nederland van de hockeybond een tafeltennistafel cadeau. Na voorronden in de kantines speelden de beste hockeyers en hockeysters in Ahoy om de titel Beste tafeltennissende hockeyer van Nederland.

Frank Berteling, directeur van de NTTB: “Vanuit het Olympisch Plan 2028 is het belangrijk dat de breedtesport toeneemt en dat we meer kinderen aan het sporten krijgen. Het project oog-handcoördinatie is daar een goed voorbeeld van. Squash en tafeltennis gaan voor jonge kinderen nog te snel. In samenwerking met de Squash Bond Nederland (SBN) hebben we lessen ontwikkeld voor basisscholen, die tijdens en na schooltijd samen met een vereniging gegeven worden. Het lespakket bestaat uit oefeningen die de fijne motoriek en met name de

oog-handcoördinatie verbeteren. Als kinderen het leuk vinden, kunnen ze daarna een racketsport beoefenen. We beschouwen elkaar niet als concurrenten, maar we willen gezamenlijk meewerken aan de sportparticipatie. In de toekomst gaan we ruimte creëren voor meer activiteiten.”

twentse samenwerkingNiet alleen bonden, maar ook evene-mentenorganisatoren gaan steeds meer samenwerken. Redelijk uniek is de samenwerking van de FBK-Games met vier andere internationale topspor-tevenementen in Twente: Enschede Marathon, CSI Twente, Triathlon Holten en Military Boekelo-Enschede.

Ellen van Langen, verantwoordelijk voor het deelnemersveld van de FBK-Games en lid van het Topsportteam 2028: “In plaats van elkaar te beconcur-reren – bijvoorbeeld op het gebied van sponsorwerving – werken we samen om fantastische evenementen te organise-ren. Deze bijzondere samenwerking past perfect binnen het Olympisch Plan 2028. Ook werken de FBK-Games samen met de Atletiekunie aan een propositie om de baanatletiek in Nederland naar Olympisch niveau te tillen. Die verschil-lende samenwerkingsverbanden om topevenementen te organiseren, de topsport naar een hoger niveau te tillen én de breedtesport te promoten, helpen heel Nederland om een stap verder te komen. We hopen dan ook dat, geïn-spireerd door het Olympisch Plan, deze initiatieven navolging zullen krijgen in de rest van het land.

Modelaanpak Evenementende Modelaanpak Evenementen is een

digitale dynamische kennisbank voor de gehele evenementensector in Nederland, met daarin informatie over het verwerven, organiseren en evalueren van evenementen. de Modelaanpak is door het Olympisch plan 2028 ontwikkeld, met steun van het ministerie van vWS.

de Modelaanpak geeft de organisatoren van evenementen het gereedschap om een evenement naar Olympisch niveau te brengen. daarbij gaat het niet alleen om het binnenhalen of organiseren van het evenement, maar ook om het creëren van een zo groot mogelijke maatschappelijke spin-off. Hoe kun je ervoor zorgen dat een evenement als middel wordt ingezet om andere maatschappelijke doelen te realiseren?

de Modelaanpak biedt ook een evaluatie-instrument voor sportevenementen. Hiermee kunnen zowel de economi-sche als maatschappelijke effecten worden gemeten. Het meetinstrument is in samenwerking met de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESp) ontwikkeld. Als dit meetinstrument op een uniforme wijze wordt toegepast, dan worden evenementen beter vergelijkbaar en wordt een groter leereffect bereikt. Het evaluatie-instrument is onder meer al toegepast bij de start van de vuelta in drenthe, de start van de giro d’italia, het WK turnen en het WK baanwielrennen.

Behalve bij het ontwikkelen van de Modelaanpak Evenementen, speelt Olympisch plan 2028 een essentiële rol bij het verbinden en inspireren van alle betrokken partijen. Zo is er inmiddels een platform van evene-mentenmanagers van sportbonden. deze groep ontmoet elkaar vier keer per jaar om kennis uit te wisselen en elkaar tips mee te geven voor het ge-bruik van de Modelaanpak. Ook wordt een ‘observer’-programma gevolgd waardoor de deelnemers een kijkje in elkaars keuken kunnen nemen. de uitkomsten en aanbevelingen worden verwerkt in de Modelaanpak.

Page 22: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

20 | 2028

“Het organiseren van de Spelen past bij ons open, internationale karakter”

Het is niet gewaagd om te stellen dat de Olympische ambities onhaalbaar zijn zonder de steun van het bedrijfsleven. Daarom is het van groot belang dat de voorzitter van VNO-NCW, Bernard Wientjes, als vertegenwoordiger van zo’n 115.000 ondernemingen in Nederland, een warm pleitbezorger is van het Olympisch Plan 2028. Hij wil de ambitie om de Spelen in 2028 te organiseren expliciet als doel benoemen: “Focus brengt dynamiek, geeft energie.”

Gevraagd naar zijn toekomstbeeld, hoe Nederland er in 2028 uit ziet en welke vormen van bedrijfsleven dominant zullen, antwoordt Wientjes, lid van de Council Olympisch Plan 2028 spontaan: “Geen flauw idee. Als ik zeventien jaar geleden het jaar 2011 had moeten voorspellen, dan had ik er totaal naast gezeten. Toen was er nog geen internet, om maar eens een doorbraak die zijn weerga niet kent te noemen. Het was on-denkbaar om te voorspellen wat er qua economische ontwikkelingen in China is gebeurd. Ik kan natuurlijk wel aangeven

wat ik graag zou willen dat er gebeurt. We, het kabinet en de ondernemers, zijn bezig om in Nederland te komen tot een ‘topsectorenbeleid’. Er zijn naast een sterk financiële basis negen sectoren aangewezen die gelden als toekomstige, internationaal krachtige sectoren voor Nederland. Dan praat je onder meer over Voedsel, Creatieve Industrie, Logistiek, Water en Life Sciences. De komende tijd worden de businessplannen voor deze sectoren ontwikkeld. We gaan er vanuit dat het kabinet in het najaar daar zijn plannen op baseert. Het streven is dat

Nederland ook op de lange termijn tot de sterkste economieën ter wereld zal behoren.”

Welke van deze sectoren zijn voor de sport het meest interessant?“Als je kijkt naar Life Sciences, met name de biotechnologie, dan gebeurt er op dit moment heel veel op het vlak van het verbeteren van de kwaliteit van leven. Het gaat daarbij om zorg, ouder worden, en uiteraard staat dit in direct verband met sport en bewegen. In de Agrifood wordt gekeken naar modern voedsel,

Door Friso Schotanus

FOTO

: vNO

-NcW

Page 23: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

21 | 2028

naar goed voedsel en dat hangt nauw samen met een gezonde leefstijl.”

Hoe zorgen we ervoor dat de Olympische waarden in het onderwijs worden geïntegreerd? Hoe brengen we het Nederlands onderwijs op Olympisch niveau?“Als je een topsector wilt zijn, dan is het een minimumvoorwaarde dat je in die sector beschikt over onderwijs op topniveau. Zowel op academisch, hbo- en mbo-niveau. Wij vinden onder meer dat de universiteiten zich moeten specialiseren, met name in de master-fase. Ik heb veel liever dat er één of twee universiteiten zijn die op het gebied van chemie aan de top staan (zodat je tophoogleraren en studenten uit het buitenland kunt aantrekken), dan acht middelmatige chemieopleidingen. Hier ligt een duidelijke link met sport: ga voor winnaars! Maak keuzes en zorg dat die keuzes leiden tot topprestaties. Stop met de verdelende rechtvaardigheid.”

Hoe kunnen werkgevers het belang van sport en bewegen en een actieve leefstijl bevorderen?“Daar wordt al ontzettend veel aan gedaan, ook vanuit VNO-NCW. We zijn sterk betrokken bij de discussie over het beperken van overgewicht. Maar de be-drijven, vooral de mensen die er werken, moeten het zélf doen. Ik weet uit eigen ervaring dat sportvoorzieningen die door een werkgever worden aangeboden, vooral gebruikt worden door de mensen die toch al aan sport doen. De mensen die je eigenlijk wilt bereiken onttrekken zich eraan! Het is echt noodzakelijk dat we veranderen. We zijn daar met verschillende partijen over in gesprek. Met de Olympische Spelen van 2028 als concrete doelstelling kun je de aandacht voor sport en bewegen, en dus gezond leven, enorm vergroten.”

U bent er dus voorstander van de am-bitie de Spelen in 2028 te organiseren, expliciet als doel te benoemen?“Ja, al vind ik ook dat je moet incalculeren dat je het niet redt. Maar het verleden leert ons dat het hebben van focus een enorme stimulans is voor de economie. Vandaar ons topsectorenbeleid. Focus brengt dynamiek, geeft energie. Zoals wij in 2020 willen behoren tot de vijf beste economieën ter wereld, zo kun je de Olympische ambitie van 2028 combineren met een aantal concrete doelen, zoals gezond leven en een goede infrastructuur. Er wordt nu al gewerkt aan de verbetering van het wegennet. Dat is ook het goede van het Olympisch Plan: dat we ons inspannen voor zaken die per definitie goed zijn voor ons land.”

Gelooft u in een positief economisch rendement bij het organiseren van grote sportevenementen? Daar is wel eens discussie over.“Er zijn genoeg positieve voorbeelden te noemen. De investeringen op het gebied van infrastructuur hebben een langetermijneffect. Ik denk dat de horeca, transport, logistiek, de vervoersbedrij-ven, een groot direct belang hebben bij het binnenhalen van de Spelen. Maar de maatschappij in zijn geheel is er ook bij gebaat, kijk naar de enorme opleving die Barcelona en Catalonië hebben doorgemaakt sinds 1992. Bovendien is Nederland historisch gezien altijd heel goed geweest in het ontvangen van gas-ten. Nederland was en is een smeltkroes, met een open, internationaal karakter. Het organiseren van de Spelen past bij Nederland, dat altijd in het midden van de wereld heeft gestaan.”

Had er al niet lang een keuze moeten worden gemaakt tussen Amsterdam en Rotterdam als organiserende stad?“Laat ik het scherp formuleren: als we het Olympisch Plan kapot willen maken, dan moeten de steden nu vooral ruzie maken. Ik heb dat ook tegen een aantal betrokkenen gezegd: ‘We hoeven nog lang geen keuze te maken. Maak een plan waarin betrokkenheid van alle grote steden heel groot is.’ Het gaat om het doel. Ik denk wel dat je, als je interna-tionaal wilt scoren, moet kiezen voor Amsterdam. Als ik bijvoorbeeld in China ben, wordt Rotterdam genoemd als de

grote haven van Amsterdam. Amsterdam is vaak bekender dan Nederland, heel opvallend.”

Wat kan VNO-NCW concreet doen bij het realiseren van de ambities uit het Olympisch Plan?“Wij zijn de brug naar onze leden, wij praten met ondernemingen in heel Nederland. We laten van ons horen in de media. Vanuit het belang van het Olympisch Plan voor ondernemend Nederland zijn wij bij uitstek de organisa-tie om dit belang naar voren te brengen.”

Hoe groot is de animo van uw leden?“Kijk, Nederlanders hebben vaak een negatieve kijk op de zaak. Het glas is vaak halfleeg. In alle eerlijkheid denk ik dat het heel veel moeite zal kosten om iedereen op voorhand enthousiast te krijgen. Dat is niet des Nederlanders, we zijn een kritisch volkje. Er zal heus nog wel een tweede Saar Boerlage [politica die zich verzette tegen de kandidatuur voor de Olympische Spelen in Amsterdam in 1992, red.] opstaan. We moeten ervoor zorgen dat het populisme er niet toe leidt dat alleen maar wordt geroepen: ‘Dit gaat veel geld kosten.’ We moeten met zijn allen uitdragen dat er een nog een hele hoop moet gebeuren, met als insteek: we gaan ervoor! En daar zullen wij, als VNO-NCW, vanuit onze kracht aan bijdragen.”

“Hier ligt een duidelijke link met sport: ga

voor winnaars!”

“Met de Olympische

Spelen van 2028 als concrete

doelstelling kun je de aandacht voor sport en bewegen, en dus gezond

leven, enorm vergroten”

Page 24: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

colu

mn

ELS VAN BREDA

VRIESMAN

FOTO

: MAu

RiTS

vAN

HOu

T

22 | 2028

Legacy, legacy, legacyNederland maakt zich op voor de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen van

2028. Als fervent sportliefhebber en voormalig lid van het IOC, ben ik blij met deze ambitieuze

plannen. Hoewel het nog tien jaar duurt voordat het IOC beslist over de toewijzing, is het goed

om alvast te kijken naar de gronden waarop het IOC beslist. Het toverwoord: legacy.

Als lid van de evaluatiecommissie van het IOC had ik in 1997 de eer om onder andere de kandidatuur van Athene 2004 te beoordelen. In die tijd lag de focus veelal op de vraag of de stad in staat is de Olympische en Paralympische Spelen te organi-seren. De beoordeling was grondig, maar bestond voornamelijk uit een risicoanalyse van de diverse kandidaturen.Het laatste decennium is de nadruk steeds meer komen te liggen op legacy, de erfenis van de Spelen. Basisvoorwaarde blijft dat een stad de infrastructuur en capaciteiten heeft om een vlek-keloos evenement te organiseren. Als daar te veel risico’s liggen, kan een kandidaat het wel vergeten. Maar de leden van het IOC kijken ook steeds meer naar de positieve impact van de Spelen op land en bevolking. Daarbij kun je denken aan verbetering van de infrastructuur en het gebruik van de stadions ná de Spelen – niemand wil zogenaamde ‘witte olifanten’ achterlaten. Nog belangrijker is of de Spelen een positieve impact hebben op de mentaliteit van de bevolking, in het bijzonder de jeugd.China bijvoorbeeld had een fantastisch programma voor jongeren. Via een programma voor scholieren werden in de aanloop naar Beijing 2008 8 miljoen kinderen bereikt. In die lessen werd ook stilgestaan bij het belang van gezonde voeding, regelmatig bewegen en samen sporten. Naast het argument dat de Spelen China opener zouden maken voor de buitenwereld, heeft dit uitgebreide legacypro-gramma ook in het voordeel van China gewerkt.Idem voor London 2012. De bids van Londen en Parijs waren technisch gezien aan elkaar gewaagd. Beide steden waren in onze ogen uitstekend in staat om de Spelen te organiseren. Londen had echter veel beter nagedacht over een blijvende, positieve impact van de Spelen. Van de ontwik-keling van het gebied rondom het Olympisch dorp in Oost-Londen tot educatieprogramma’s voor de Britse jeugd.Die focus op legacy maakt, vooropgesteld dat de infrastructuur op orde is, ook opkomende steden als Istanboel en Delhi kansrijk voor de organisatie

van ’s werelds grootste evenement. In die steden en landen is immers veel te winnen.Maakt dit Nederland kansloos voor de organisatie van de Spelen van 2028? Nee, absoluut niet. Maar het betekent wel dat we moeten komen met een heel speciale kandidatuur. De basis moet goed zijn en de overheid moet de kandidatuur zonder reserves ondersteunen, ook financieel. Maar daarenboven moet je iets aansprekends hebben. Iets typisch Nederland.Nederland is een klein land. Dat kan als iets negatiefs gezien worden, maar die compactheid is ook onze troef. De Spelen worden steeds groter, dat verontrust ook sommige IOC-leden. Nederland met de Spelen van de menselijke maat, waarin sport weer centraal staat? Het zou zomaar kunnen werken.Dat we nu al nadenken over de inrichting van de Spelen is belangrijk. In de wereld van wegen- en stadionbouw is 2028 morgen. Tegelijkertijd moeten we hard werken aan het creëren van draagvlak en het opstellen van programma’s waarvan de Nederlandse bevolking profiteert, de generatie 2028 in het bijzonder. Zo bouwen we nu al aan de legacy. Die gedachte wordt door sommige provincies en andere organisaties al heel serieus opgepakt.Als we straks succesvol zijn en in 2028 de Spelen mogen organiseren, hoop ik dat we minder gaan navelstaren. Mijns inziens moeten we minder met de rug naar andere culturen gaan staan, maar ons juist meer openstellen voor wat er om ons kleine landje heen gebeurt. Dat is de legacy die ik persoonlijk graag in Nederland zou zien.

Els van Breda Vriesman is een ervaren sportbe-stuurder. Zij was van 2001 tot 2009 voorzitter van de internationale hockeybond FiH. in die hoedanigheid was zij lid van het iOc en maakte zij deel uit van de evaluatiecommissies voor diverse Olympische en paralympische Spelen. Zij heeft momenteel zitting in de club van 2028, de adviesraad van het Olympisch plan 2028.

Page 25: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

Sinds 23 juni, Olympic Day, beschikt Nederland over een kennisbank over Olympische en Paralympische Spelen. De kennisbank is opgericht door het Olympisch Plan 2028 en via www.olympisch-vuur.nl/kennisbank vrij toegankelijk voor iedereen die geïnteresseerd is in de effecten en moge-lijkheden van de Olympische en Paralympische Spelen.

Sinds het ontstaan van het Olympisch Plan 2028 is de interesse in informatie over de Olympische en Paralympische Spelen in Nederland sterk gegroeid. Tot nu toe bestond er in Nederland, maar ook in het buitenland, geen plek waar Olympische informa-tie gebundeld en voor iedereen beschikbaar was. Het Olympisch Plan 2028 heeft daarom de kennisbank ontwikkeld.

De kennisbank bevat nu al honderden onderzoeksrapporten, beleidsplannen, krantenartikelen en columns uit binnen- en buitenland. Dit aantal zal in der loop der jaren groeien. Zo zullen op termijn ook de bidboeken van Olympische kandidaatsteden in de kennisbank te vinden zijn.

Alle opgenomen documentatie heeft een relatie met het Olympisch Plan 2028 en de mogelijke kandidatuur van Nederland voor 2028. Naast informatie over het bidproces en de organi-satie van Olympische en Paralympische Spelen, bevatten de

documenten vooral informatie over de economische, infra-structurele, sociaal-maatschappelijke en stedenbouwkundige effecten van de Spelen. Zo is er wel informatie te vinden over de financiële effecten van de Spelen in Sydney in 2000, maar bijvoorbeeld niet over de sportprestaties van het Nederlands team tijdens de Spelen van 1900 in Parijs. Daarvoor zijn andere bronnen beschikbaar.

In dit preolympische jaar wordt bijzondere aandacht besteed aan informatie over Londen 2012. Input hiervoor wordt geleverd door het onderzoek dat het Olympisch Plan 2028 samen met het Mulier Instituut uitvoert naar de organisatie en de legacy van de Spelen in Londen. Alle resultaten van dit onderzoek worden rechtstreeks aan de kennisbank toegevoegd.

Herbert Wolff, coördinator Olympische Kennis bij het Olympisch Plan 2028, heeft de kennisbank ontwikkeld en zorgt voor de verdere groei en ontwikkeling. Wolff: “Een kennisbank met zoveel uiteenlopende informatie over de Olympische en Paralympische Spelen is werkelijk uitzonderlijk. Bewust hebben we er voor gekozen dat de informatie voor iedereen – wetenschappers, journalisten, studenten, scholieren en het Nederlands publiek – vrij toegankelijk is. Ik ben overtuigd dat we met de kennisbank een goede bijdrage leveren aan ons doel om minimaal zeventig pro-cent draagvlak te creëren voor het plan om in 2028 de Olympische en Paralympische Spelen in Nederland te organiseren.”

Kennisbank bundelt informatie over Olympische en Paralympische Spelen

De kennisbank bevat honderden onderzoeks-rapporten, beleidsplan-

nen, krantenartikelen en columns uit binnen- en

buitenland

De kennisbank is te gebruiken via www.olympisch-vuur.nl/kennisbank. Voor suggesties en het attenderen op aanvullende documentatie voor de kennisbank kunt u contact opnemen met Herbert Wolff: [email protected].

23 | 2028

Page 26: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

“Sport moet vooral leuk zijn”

24 | 2028

Oud-wielrenster Leontien van Moorsel kent als geen ander de

schaduwkanten van een suc-cesvolle sportcarrière, die vele

hoogtepunten kende, maar ook diepe dalen. Het plezier in

het fietsen heeft ze echter nooit verloren. Met haar

eigen online platform Leontien.nl en het fiets-

event Leontien Ladies Ride, promoot ze de fiets-

sport voor vrouwen én een gezonde levensstijl.

Door Wilma Vorselman

Page 27: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

“Een goede begelei-ding van je ouders vormt de basis”

FOTO

: REN

é BO

uWM

AN

FOTO

: REN

é BO

uWM

AN

25 | 2028

Als lid van het Topssportteam 2028 voor Olympisch Vuur wil Leontien Van Moorsel zoveel mogelijk mensen aan het sporten krijgen en houden. “Je ziet het om je heen: de jeugd beweegt minder en wordt steeds dikker. Topsporters en sporthelden heb je nodig om als voorbeeld te dienen. Ik doe graag iets terug voor de wielersport én voor de samenleving. Zo heb ik in Rotterdam wel eens wielerclinics gehouden voor basisschoolleerlingen om ze op een laagdrempelige manier in aanraking te brengen met de wielersport. Een lokale wielervereniging heeft dit initiatief nu overgenomen. Topsport begint bij breedtesport, en breedtesport kan niet zonder topsport.”

Naast negen WK-titels fietste Leontien van Moorsel zes Olympische medailles, waarvan vier gouden, bij elkaar. Wat doet dat met de persoon Leontien? “Voordat ik de eerste Olympische plak in 2000 won, had ik een heel moeilijke periode afgesloten waardoor ik in Sydney veel sterker in mijn schoenen stond. Je bent ineens een bekende Nederlander als je thuiskomt. Het winnen van de eerste WK-titel had echter veel meer impact op me. Ik was toen negentien. Al die aandacht van de media, de commerciële kant; ik kon er moeilijk mee omgaan.”Haar dochtertje Indy is nu 4 jaar. Van

Moorsel zal haar nooit pushen om topsport te bedrijven. Plezier in het sporten staat voor haar bovenaan. Want het leven van een topsporter is zwaar, dat heeft de Brabantse aan den lijve ondervonden. Mocht haar dochter kiezen voor een topsportcarrière, dan wil Van Moorsel haar daar zo goed mogelijk in begeleiden. “Een goede begeleiding van je ouders vormt de basis. Laat de keuze over aan je kind. Sport moet vooral leuk zijn en blijven.”

Deelnemen aan de Olympische Spelen was voor Van Moorsel een droom. Dat ziet ze ook graag terug bij de jongeren van nu. “We moeten ze informeren, inspireren en enthousiasmeren. Scholen en sportclubs bezoeken, lezingen houden en lesmateriaal ontwikkelen voor spreekbeur-ten en schoolprojecten.”Voor het Olympisch Plan zoekt ze zowel met de jeugd als met alle andere lagen van de bevolking de dialoog. Jong en oud, arm en rijk, sportliefhebbers en -haters. “Met elkaar kunnen we ervoor zorgen dat de Olympische Spelen in 2028 in ons land plaatsvinden. Geen discussies over waar

het grootste stadion komt te staan of waar de openingsceremonie te zien is. Geen eilandjes, maar samenwerken. We moeten het samen doen.”Hoe zie je de Olympische Spelen van 2028 voor je? “Het zou echt fantastisch zijn als de Spelen in Nederland plaats-vinden. Wat zullen we veel plakken binnenhalen! Pfff, ik krijg echt kippenvel van die gedachte. Natuurlijk geloof ik in het Olympisch Plan. Als we het met zijn allen oppakken, gaat het zeker lukken.”

Leontien van Moorsel met dochter Indy.

Page 28: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

Olympische Lounge Limburg in LondonPrOVINcIE LIMBurG GEEfT cAMPAGNE ‘LIMBurG, BrIDGE TO LONDON’ PASSEND SLOTAKKOOrD

Topsport Limburg en de Britse Handbal Associatie openen volgend jaar tijdens de Spelen in Londen een gezamenlijke Olympische lounge. De lounge, eindbestemming van de cam-pagne ‘Limburg, bridge to London’, die mede mogelijk is gemaakt door de Provincie Limburg, krijgt het karakter van een ‘klein Preuvenemint’ met de uitstraling van een Braziliaanse beachclub.Het paviljoen gaat Limburg promoten en moet voor jong en oud de Limburgse ontmoetingsplek tijdens de Olympische Spelen

worden. Er komt een servicedesk, waar tickets en info voor de Spelen kunnen worden afgehaald. De lounge zal ook plaatsbie-den aan organisaties en bedrijven uit Limburg die zichzelf tijdens de Olympische Spelen willen profileren.De samenwerking met de Britse handbalbond is een logische keuze, vertelt Geert Ruigrok, directeur van Topsport Limburg. “Limburg heeft veel kennis, ervaring en traditie op handbalge-bied en de Britse handbalbond is op zoek naar partners om de handbalsport verder uit te bouwen met het oog op de Spelen in eigen land. Daarnaast kan de Britse Handbalbond Limburg laten zien hoe sport ingezet wordt om de leefbaarheid in de wijken te verbeteren.”De samenwerking zal bestaan uit het delen van kennis en ervaring, het organiseren van gezamenlijke trainingskampen en wedstrij-den, het verbinden van zakelijke netwerken en het samen creëren van een Olympische lounge tijdens de Spelen. De vrouwen-handbalploeg van Groot-Brittannië speelt in de aanloop naar de Olympische Spelen met de naam TastyLimburg op haar kleding.Ruigrok: “Er lopen op dit moment onderhandelingen met de Braziliaanse handbalbond om zich ook aan te sluiten bij onze lounge. Daarmee verbindt Limburg zich via de sport aan de Olympische steden Londen én Rio en profileert het zich nadruk-kelijk in het Olympisch Plan 2028. We willen de wereld laten zien dat Limburg een provincie met ambities is.”

Inspirerende projecten van de AlliantiepartnersSinds de lancering van de Alliantie Olympisch Vuur zijn de alliantiepartners IPO, VNG, de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag), VNO-NCW en MKB Nederland, FNV, NOC*NSF en de rijksoverheid met tientallen projecten in de weer om Nederland te vernieuwen en op Olympisch niveau te brengen. Welk(e) project(en) wensen zij als inspirerend voorbeeld extra in de schijn-werpers te zetten?

26 | 2028

Page 29: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

Ringen om AmsterdamHOOfDSTAD ONDErGEDOMPELD IN SPOrT

De gemeente Amsterdam geeft in 2011 financiële steun aan niet minder dan 94 sportevenementen. De clustering van evenemen-ten rond het weekeinde van 28 en 29 mei zorgde ervoor dat de hoofdstad volledig werd ‘ondergedompeld’ in sport. Tienduizenden sporters kregen op unieke locaties in Amsterdam de gelegenheid het plezier van sport aan den lijve te ondervinden. Het concept heet ‘Ringen om Amsterdam’ en beoogt het succes van sport als een olievlek over de stad te verspreiden. De clustering van sportevenementen zal in de toekomst rond het pinksterweekeinde plaatsvinden.Het Olympisch Stadion, als icoon van de Amsterdamse Olympische ambities, stond op 27, 28 en 29 mei in het brandpunt van de belangstelling voor sport. Sportwethouder Eric van der Burg vloog van hot naar haar om startschoten te lossen of prijzen uit te reiken.

Hij en velen met hem zagen in het Olympisch Stadion de Gestion Copa Amsterdam, een voetbalevenement voor spelers tot 19 jaar dat live op Eredivisie Live werd uitgezonden. Rond het stadion wer-den kampioenschappen en demonstraties georganiseerd: Streetball Masters (pleintjesbasketbal), landelijke 6 tegen 6 Cruyff Court Finals (pleintjesbasketbal), KidsPower Voetbalfeest en Bossaball.Op zaterdagochtend 28 mei vertrokken ruim 4.000 vrouwen vanuit het Olympisch Stadion voor de Leontien Ladies Ride. In het Amsterdamse werden roeidemonstraties, golfcursussen en cricketclinics georganiseerd. De Dam was nota bene omgetoverd in een strand voor beachvoetbal en -volleybal. Tussen de kantoren van de Zuidas liepen 2.500 atleten de Zuidas Run, om de Sloterplas werd de Parkstadrun gehouden en in de grachtengordel werd met Rock and Run de Grachtenloop nieuw leven ingeblazen.

Leontien van Moorsel en wethouder Eric van der Burg lossen het startschot voor de Leontien Ladies Ride.

Page 30: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

Wethouder Karsten Klein (links) bij de opening van het Cruyff Court Eljero Elia Veld. Naast hem voetbalinternational Eljero Elia en directeur Carole Thate van de Johan Cruyff Foundation.

FOT

O: H

ANS

Wil

liNK

28 | 2028

“Peuters en kleuters zijn de toppers van de toekomst”ONDErWIjS EN SPOrT GAAN IN DEN HAAG HAND IN HAND

Wethouder Sport van Den Haag Karsten Klein: “Peuters en kleuters zijn de toppers van de toekomst. Ook van 2028, het jaar waarin Nederland de Olympische Spelen wil organiseren. Het is van groot belang dat onderwijs en sport samen optrekken voor de ontwikke-ling van geestelijke en lichamelijke vaardigheden.Richard Krajicek, Robin Haase en Eljero Elia groeiden op in Den Haag en maakten in hun jeugd gebruik van de faciliteiten. De gemeente Den Haag vindt dat iedereen de kans moet krijgen zijn/haar talent te ontwikkelen en biedt daartoe de mogelijkheden: voorscholen voor de jongste jeugd met taalachterstand, speciale klassen voor hoogbegaafden, muziek- en dansopleidingen op het Koninklijk

Conservatorium, kunstopleidingen op de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten.Op het terrein van sport biedt het Segbroek College met zijn Sportplan volop gelegenheid tot sportieve èn maatschappelijke ontplooiing. De Haagse Academie voor Sportstudies levert jaarlijks sportleiders en -managers af, terwijl Mondriaan Sport en Bewegen de sportwereld verrijkt met professioneel opgeleid kader. Den Haag Topsport staat talenten facilitair (woonruimte, medisch, maatschap-pelijk) en ondersteunend (oud-topsporters als mentor) bij.Schoolsportcoördinatoren staan garant voor dagelijks bewegings-onderwijs. Jeugdsportcoördinatoren adviseren en begeleiden jeugd naar de georganiseerde sport. Richard Krajicek Playgrounds, Cruyff Courts en Fitplaatsen bieden jong en oud kansen sportief bezig te zijn. Het aanbod aan cursussen en toernooien creëert een situatie waarin scholieren eigenlijk niet onder sporten uitkomen.Den Haag wil maximaal profiteren van haar ligging aan zee. Vóór en achter de duinen zijn ruime faciliteiten: surfmogelijkheden, een zee-jachthaven, beachstadion, indoorbeachcenter, Nationale Trainings Centra en een InnoSportlab (zeilen). Sportcampus Zuiderpark moet straks als het ‘Papendal achter de duinen’ het plaatje completeren. Daar zal sportonderwijs zich in een doorlopende leerlijn concentre-ren, van mbo-, hbo- tot aan universitaire opleidingen. Het complex zal ook een topsport-, beach- en turnhal herbergen naast de al aanwezige atletiekbaan, het zwembad en sportveldenareaal. Den Haag werkt aan een klimaat waarin ieder optimaal kan werken aan een sportontwikkeling die aansluit bij de gedachten achter het Olympisch Plan 2028. Den Haag praat niet alleen over sport, maar dóet sport. De opening van het overdekte 50-meterzwembad en de organisatie van het WK hockey in 2014 zijn hier voorbeelden van.”

Vrijwilligers in het zonnetjeDE PrOMOTIETOur VAN DE VNG

Zonder vrijwilligers komt Nederland niet op Olympisch niveau. Het Europees jaar voor het vrijwilligerswerk 2011 biedt een uitgelezen kans om het sportieve, economische en maatschap-pelijke belang van het vrijwilligerswerk nog eens extra te belichten en de vrijwilligers in het zonnetje te zetten. Bijna alle gemeenten organiseren dit Europese jaar speciale activiteiten voor hun vrijwilligers en onderstrepen daarmee het belang van hun inzet bij lokale (sport)activiteiten. Activiteiten die mede zorgen voor een prettige, sportieve én veilige omgeving om op te groeien. De VNG ondersteunt de gemeenten bij deze activiteiten met een ‘promotietour’, mede mogelijk gemaakt door ZonMw en Centraal Beheer Achmea. Het vrijwilligerswerk wordt ook virtueel ondersteund. Op 26 oktober organiseert de VNG daarover een bijeenkomst in Amsterdam onder de titel ‘Presteren en presente-ren door sociale media’. Zie voor meer informatie www.vng.nl/vrijwilligerswerk.

Page 31: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

FOTO

: ANp

pH

OTO

FOTO

: MAR

NiX

ScH

Mid

T

Zonder lange adem geen resultaatuTrEcHT BuNDELT KrAcHTEN OM DE jEuGD TE STIMuLErEN GEzOND TE ETEN EN MEEr TE BEWEGEN

Regeren is vooruitzien, ook in de sport. Wil je iets bereiken, dan is investeren noodzakelijk. En hoe eerder je daarmee begint, hoe

groter de kans op succes. Ieder sportief doel, Olympisch of niet, is de moeite waard. Maar louter talent is niet genoeg, zonder lange adem boek je geen resultaat. Dat laatste realiseert Utrecht zich terdege. In 2005 werd begonnen met het terugdringen van overgewicht in de wijk Overvecht. De succesvolle wijkaanpak kreeg in 2007 een vervolg in het stedelijk programma Gezond Gewicht. Dit programma werkt nu volgens de zogeheten JOGG-methodiek, Jongeren Op Gezond Gewicht. Het basisidee is prachtig in zijn eenvoud: bundel alle beschikbare krachten – zoals scholen, welzijnsorganisaties en sportverenigingen – om de jeugd te stimuleren gezond te eten en meer te bewegen. Inmiddels mag Utrecht zich JOGG-koplopergemeente noemen. Voor de allerjongsten, peuters en kleuters, worden in de wijken speelse activiteiten georganiseerd die enorm aanslaan. Deze inspanning loont: was in Overvecht voorheen 26 procent van de kinderen te zwaar, nu is dat nog maar 20 procent. Vroeg beginnen dus! Grote kans dat in 2028 een Olympische topper uit Overvecht of een andere Utrechtse wijk blijkt te komen. Met dank aan de lange adem…

Fitter en gezonder door de schoolsportverenigingBELANGrIjK cONcEPT BINNEN HET rOTTErDAMSE SPOrTBELEID WErPT VrucHTEN Af

Burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb: “Kinderen die deelnemen aan de school-sportvereniging (SSV) zijn gezonder en fitter! De SSV is een belangrijk concept binnen het Rotterdamse sportbeleid. Ook op sociaal-maatschappelijk gebied werpt het succes-volle concept zijn vruchten af. Metingen naar deze effecten hebben geleerd dat kinderen minder op straat hangen en dat ze door het beoefenen van de sport sociale vaardigheden leren en gevoel van eigenwaarde

krijgen. Daarnaast raken ouders meer betrokken bij de activitei-ten van hun kind en neemt ook de sociale controle in de wijk toe. Deze positieve resultaten dragen allemaal bij aan de ontwikkeling van Rotterdam als sportstad en daarin investeert de gemeente Rotterdam dan ook graag. De gemeente steekt veel energie in het verhogen van de sportparticipatie van de Rotterdammers en zet sport op verschillende maatschappelijke thema’s in als middel. Dat zijn de uitgangspunten van ons sportbeleid. De SSV is daar een mooi voorbeeld van.Momenteel heeft Rotterdam twintig SSV’s. Dat aantal gaan we de komende jaren uitbreiden. De SSV’s hebben als doel kinderen structureel sport aan te bieden in de eigen wijk of in de buurt van de school. De Rotterdamse SSV’s

hebben binnen een aantal jaar geleid tot meer dan 1.500 extra leden bij de deelnemende sportverenigingen.” Zie ook www.rotterdamsportstad.nl.

Page 32: Magazine 2028  nummer 2: Generatie 2028

2028 is een uitgave van Olympisch Vuur in samenwerking met Sport & Strategie