View
839
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
BELEID VOOR DE GENTSE STADSREGIO
MET DE MOED DER WANHOOP
Filip De RynckHoogleraar BestuurskundeUniversiteit Gent
Deinze
Evergem
Nevele
Lochristi
Merelbeke
MelleDe Pinte
Zelzate
Wachtebeke
Destelbergen
Lovendegem
Sint-Martens-Latem
Buurgemeenten Gent
Het besef groeit en de urgentie neemt toe (duurzaamheid; zorg en wonen; mobiliteit;
ongelijkheid,...)
Daardoor wordt steeds duidelijker dat het algemeen belang in een sterk stadsregionaal
beleid ligt
De huidige grenzen en instrumenten duwen evenwel steeds naar het belang op korte termijn
Daardoor wordt een stadsregionale aanpak steeds moeilijker
De vier G’s
• Geld en belastingen • Grond, eigendommen en rechten• Grenzen (tussen gemeenten, tussen stad en ‘platteland’, tussen lokaal
en Vlaams, tussen promotoren en verkavelaars,...)• Gestolde cultuur en opvattingen in beleidsroutines
Beperkingen aan de vrijwilligheid
• Elke ‘oplossing’ die hoopt op ‘bottom – up’ afstemming tussen de huidige gemeenten is tot falen gedoemd. Voor dit soort vraagstukken werkt subsidiariteit niet
• Rol van vrijwillige intergemeentelijke samenwerking: nuttig en nodig maar noodzakelijkerwijze beperkt
“ De grenzen van het model van vrijwillige
samenwerking zijn zo scherp omdat de vrijwillige intergemeentelijke samenwerking zich per definitie tot die domeinen beperkt en moet
beperken die tot de gemeentelijke bevoegdheidssfeer behoren. Dit betekent dat vraagstukken van herverdeling en sturing, die zich vooral op Vlaams niveau bevinden, nooit
door vrijwillige intergemeentelijke samenwerking kunnen opgelost worden “
(Cabus ea, 2009)
De Vlaamse Stadsregionale Overheid
• Bijna alle hefbomen horen tot de Vlaamse bevoegdheden: stadsregionaal beleid = Vlaams beleid
• “ Political localism “ speelt een dominante rol: Vlaams beleid is altijd ook lokaal beleid
• De interne werking van de Vlaamse overheid als hinder voor stadsregionaal beleid
“ Het is net op dit vlak dat het grondig fout loopt. Stadsregionale projecten blijken vooral oefeningen om afstemming en coördinatie te bewerkstelligen,
zowel tussen Vlaamse administraties onderling ... als tussen provinciale buitendiensten en centrale
administraties. De kunst is om de verschillende beleids- en beheerscycli met elkaar te verbinden “
(Cabus ea 2009)
De Kern
• Verschuivingen (?) in het denken (?) als kans (?)
• Ruimtelijke ordening en mobiliteit als gemeenschappelijke grondlegger voor assen, concentratie, verdichting, voorzieningen
“ Een stadsregionale benadering is noodzakelijk om tot een betere afstemming te komen tussen ruimtelijke
uitdagingen en het mobiliteitsvraagstuk. De stadsregio is immers het schaalniveau waarbinnen
het grootste deel van onze dagelijkse activiteiten zich vandaag afspelen “
(Manifest voor een betere samenhang tussen mobiliteit, stad en regio. VRP, 2015)
“ dan moet op andere plaatsen een restrictief beleid gevoerd worden. Binnen het grondgebied van een
gemeente, maar ook over de gemeentegrenzen heen, is meer aansturing en samenwerking nodig om groei
compacter te organiseren en beter afgestemd te krijgen op de potenties van de plek (inclusief
verhandelbare bouwrechten en stedelijke ruilverkaveling) “
(VRP, 2015)
Een perspectief
• Leren van Kanaalzone en Parkbos
• Maatschappelijke druk is essentieel: het maatschappelijk leiderschap in de regio (?)
• Niet ‘bottom – up’, evenmin eenzijdig ‘top – down’: beide werken niet in ons politiek systeem
• Intelligente combinatie van beide als ‘Vlaams’ model
Een perspectief
• Onderhandelingsplatform op stadsregionaal niveau:• Met Ruimte Vlaanderen, de Lijn, Wegen en Verkeer, Waterwegen,...• Met stad en gemeentebesturen • Met belangrijke maatschappelijke partners (UGent?)
• Onderhandelde programma’s met incentives vanuit de Vlaamse overheid (voor woonprogramma’s, investeringen in mobiliteit, in bos, in ...)
• Hefboom om samenwerking binnen de Vlaamse overheid te realiseren
Recommended