View
6
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Besluit kenmerk: 602040/614141
Betreft: verzoek bestuursrechtelijke handhaving
Het Commissariaat voor de Media
Gezien het verzoek van RadioCorp B.V. om bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde
in artikel 6.23, tweede lid, van de Mediawet 2008 in samenhang gelezen met artikel 7, eerste
lid, onder b, van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-
omroep 2003 jegens NDC Radio B.V., Oostelijke Media Groep B.V., Telecom Vision
International B.V., Rebecca Beheer B.V. en Radio Limburg 97FM B.V.
Gelet op artikel 6.23, tweede lid, van de Mediawet 2008 in samenhang gelezen met artikel 7,
eerste lid, onder b, van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële
radio-omroep 2003,
Gelet op de Algemene wet bestuursrecht,
Overwegende:
_________________________________________________________________________
a. Verloop van de procedure
1. Bij brief van 12 februari 2013 verzoekt RadioCorp B.V. (hierna: RadioCorp) om
bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde in artikel 7, eerste lid, onder b, van de
Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 (hierna:
Regeling AGF 2003) jegens NDC Radio B.V. (hierna: NDC), Oostelijke Media Groep B.V.
(hierna: OMG), Telecom Vision International B.V. (hierna: TVI), Rebecca Beheer
B.V.(hierna: Rebecca Beheer) en Radio Limburg 97FM B.V. (hierna: Radio Limburg). Het
in de kavels B16, B17, B18, B19, B20, B25, B28, B30, B31, B32 en B36 uitgezonden
programma RadioNL zou tussen 07.00 en 19.00 uur niet voor ten minste 10 procent in het
bijzonder gericht zijn op het gebied waarvoor het radioprogramma bestemd is.
2. Bij brief van 22 februari 2013 heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het
Commissariaat) de ontvangst van het handhavingsverzoek bevestigd.
3. Bij brieven van 11 maart 2013 heeft het Commissariaat NDC, OMG, TVI, Rebbeca Beheer
en Radio Limburg verzocht om binnen twee weken de integrale opnamen van het
programma RadioNL, zoals uitgezonden in de kavels B16, B17, B18, B19, B20, B25,B28,
B30, B31, B32 en B36 op vrijdag 1 maart 2013 tussen 07.00 uur en 19.00 uur, aan te
leveren. Tevens is verzocht de programmaschema’s en loglijsten behorende bij de
genoemde uitzendingen aan te leveren.
4. Bij brief van 19 maart 2013 heeft NDC het Commissariaat schriftelijk verzocht te
bevestigen dat de toetsing uitsluitend het gestelde onder artikel 7, eerste lid, onder b van
- 2 -
de Regeling AGF betreft en de termijn voor het indienen van de verlangde informatie te
verlengen met twee weken.
5. Op 25 maart 2013 heeft het Commissariaat de integrale opnamen van het programma
RadioNL, zoals dat is uitgezonden in kavel B16, B17 en B18 op 1 maart 2013 tussen
07.00 en 19.00 uur, de programmaschema’s, de omschrijving van de regiogerichtheid en
de loglijsten van Rebecca Beheer ontvangen.
6. Per e-mail van 25 maart 2013 heeft TVI het Commissariaat om een week uitstel verzocht
voor het aanleveren van de informatie ten aanzien van RadioNL, zoals dat op 1 maart
2013 tussen 07.00 en 19.00 uur is uitgezonden op kavel B19.
7. Op 27 maart 2013 heeft het Commissariaat de integrale opnamen van het programma
RadioNL, zoals dat is uitgezonden in kavel B16, B17 en B18 op 1 maart 2013 tussen
07.00 en 19.00 uur, de programmaschema’s, de omschrijving van de regiogerichtheid en
de loglijsten van OMG ontvangen.
8. Bij brief van 28 maart 2013 heeft het Commissariaat gereageerd op het verzoek van 19
maart 2013 van NDC. Het Commissariaat heeft aangegeven dat het onderzoek van het
Commissariaat zich primair richt op naleving van het voorschrift in artikel 7, eerste lid,
onder b, Regeling AGF en heeft NDC twee weken uitstel gegeven voor het aanleveren
van de gevraagde informatie.
9. Bij brief van 28 maart 2013 heeft het Commissariaat Radio Limburg nogmaals verzocht de
gevraagde informatie aan te leveren.
10. Op 3 april 2013 heeft het Commissariaat de integrale opnamen van het programma
RadioNL, zoals dat is uitgezonden in kavel B19 op 1 maart 2013 tussen 07.00 en 19.00
uur, de programmaschema’s, de omschrijving van de regiogerichtheid en de loglijsten van
TVI ontvangen.
11. Bij brief van 8 april 2013 heeft het Commissariaat zijn beslissing op het
handhavingsverzoek van RadioCorp met 20 weken verdaagd.
12. Op 11 april 2013 heeft het Commissariaat de integrale opnamen van het programma
RadioNL, zoals dat is uitgezonden in de kavels B28, B30 en B31, B32 en B36 op 1 maart
2013 tussen 07.00 en 19.00 uur, de programmaschema’s, de omschrijving van de
regiogerichtheid en de loglijsten van NDC ontvangen.
13. Op 11 april 2013 heeft het Commissariaat de integrale opnamen van het programma
RadioNL, zoals dat is uitgezonden in kavel B25 op 1 maart 2013 tussen 07.00 en 19.00
uur, de programmaschema’s, de omschrijving van de regiogerichtheid en de loglijsten van
Radio Limburg ontvangen.
14. Bij brief van 12 april 2013 heeft het Commissariaat OMG nogmaals verzocht de
gevraagde informatie aan te leveren.
15. Bij brieven van 17 juli 2013 heeft het Commissariaat bij bovengenoemde partijen nadere
informatie gevorderd.
- 3 -
16. Bij brief van 19 juli 2013 heeft Rebecca Beheer verzocht om uitstel voor het aanleveren
van de gevorderde informatie.
17. Bij brief van 23 juli 2013 heeft OMG om uitstel verzocht voor het aanleveren van de
gevorderde informatie.
18. Telefonisch en bij brief van 23 juli 2013 heeft NDC Radio, mede namens Radio Limburg,
om uitstel verzocht voor het aanleveren van de gevorderde informatie.
19. Op 24 juli 2013 heeft het Commissariaat Radio Limburg en NDC uitstel verleend voor het
aanleveren van de gevorderde informatie.
20. Bij brief van 5 augustus 2013 heeft het Commissariaat Rebecca Beheer en OMG uitstel
verleend voor het aanleveren van de gevorderde informatie.
21. Bij brief van 8 augustus 2013 heeft het Commissariaat nogmaals bij TVI informatie
gevorderd.
22. Per e-mail van 12 augustus 2013 heeft OMG om uitstel verzocht voor het aanleveren van
de gevorderde informatie.
23. Per e-mail van 13 augustus 2013 heeft TVI om uitstel verzocht voor het aanleveren van de
gevorderde informatie.
24. Per e-mail van 13 augustus 2013 heeft Rebecca Beheer gereageerd op de vordering tot
nadere informatie.
25. Bij brief van 22 augustus 2013 heeft het Commissariaat zijn beslissing op het
handhavingsverzoek van RadioCorp verdaagd tot uiterlijk 29 oktober 2013.
26. Bij brieven van 29 augustus 2013 heeft het Commissariaat nogmaals informatie gevorderd
bij TVI, Rebecca Beheer OMG, NDC en Radio Limburg.
27. Bij brief van 29 augustus 2013 heeft RadioCorp het Commissariaat in gebreke gesteld ten
aanzien van het vermeend (niet) nemen van een besluit op het handhavingverzoek van 12
februari 2013.
28. Op 10 september 2013 heeft het Commissariaat de gevorderde informatie van TVI
ontvangen.
29. Op 11 september 2013 heeft het Commissariaat de gevorderde informatie van NDC,
Radio Limburg en Rebecca Beheer ontvangen.
30. Op 12 september 2013 heeft het Commissariaat de gevorderde informatie van OMG
ontvangen.
31. Op 19 september 2013 heeft RadioCorp beroep ingesteld tegen het vermeend niet tijdig
nemen van een besluit op het handhavingsverzoek van RadioCorp van 12 februari 2013.
- 4 -
b. Relevante feiten 32. Het programma RadioNL wordt uitgezonden in de volgende kavels: B16, B17, B18, B19,
B20, B25, B28, B30, B31, B32 en B36.
33. Aan NDC is door het Commissariaat toestemming verleend om als commerciële media-
instelling radio-omroep te verzorgen met de namen RadioNL, RNL Apeldoorn, RNL Noord-
Holland, RNL Overijssel-Zwolle, RNL Twenteland, RNL Arnhem, RNL Groningen, RNL
Friesland en RNL Drenthe.
34. Aan NDC zijn door Agentschap Telecom (hierna: AT) FM-vergunningen verleend voor
niet-landelijke commerciële radio-omroep behorende bij de kavels B28, B30, B31, B32 en
B36. Op 22 juli 2011 zijn voormelde FM-vergunningen door AT verlengd en is aan NDC tot
1 september 2017 vergunning verleend voor digitale radio-omroep in de zogeheten TDAB-
allotments 6B, 7A en 8A.
35. Een allotment of digitaal frequentieblok beslaat ruwweg geografisch een vijfde deel van
Nederland (zie bijlage).
36. Aan Radio Limburg is door het Commissariaat toestemming verleend om als commerciële
media-instelling radio-omroep te verzorgen met de naam RadioNL Limburg.
37. Aan Radio Limburg is door AT FM-vergunning verleend voor niet-landelijke commerciële
radio-omroep behorende bij kavel B25. Op 22 juli 2011 is voormelde FM-vergunning
verlengd en is aan Radio Limburg tot 1 september 2017 vergunning verleend voor digitale
radio-omroep in het zogeheten TDAB-allotment 7A.
38. Aan Rebecca Beheer is door het Commissariaat toestemming verleend om als
commerciële media-instelling radio-omroep te verzorgen via het programmakanaal Arrow
Classic Rock Noord.
39. Aan Rebecca Beheer zijn door AT FM-vergunningen verleend voor niet-landelijke
commerciële radio-omroep behorende bij de kavels B16, B17 en B18. Op 22 juli 2011 zijn
voormelde FM-vergunningen verlengd en is aan Rebecca Beheer tot 1 september 2017
vergunning verleend voor digitale radio-omroep in de zogeheten TDAB-allotments 6B en
9D-N.
40. Aan TVI is door het Commissariaat toestemming verleend om als commerciële media-
instelling radio-omroep te verzorgen via de programmakanalen RadioNL Oost- en Midden
Nederland.
41. Aan TVI is door AT FM-vergunning verleend voor niet-landelijke commerciële radio-
omroep behorende bij kavel B19. Op 22 juli 2011 is voormelde FM-vergunning verlengd
en is aan TVI tot 1 september 2017 vergunning verleend voor digitale radio-omroep in het
zogeheten TDAB-allotment 6B.
42. Aan OMG is door het Commissariaat toestemming verleend om als commerciële media-
instelling radio-omroep te verzorgen via het programmakanaal Keizerstad FM.
- 5 -
43. Aan OMG is door AT FM-vergunning verleend voor niet-landelijke commerciële radio-
omroep behorende bij kavel B20. Op 22 juli 2011 is voormelde FM-vergunning verlengd
en is aan OMG tot 1 september 2017 vergunning verleend voor digitale radio-omroep in
het zogeheten TDAB-allotment 6B.
44. Op vrijdag 1 maart 2013 tussen 07.00 uur en 19.00 uur hebben NDC Radio, OMG, Radio
Limburg, Rebecca en TVI het programma RadioNL uitgezonden. Het programma RadioNL
bestaat uit nieuws, weer en verkeer en gepresenteerde programma’s met muziek. Met
uitzondering van de reclameblokken is de inhoud van het uitgezonden radioprogramma op
bovengenoemde kavels identiek.
c. Wettelijk kader 45. In de bijlage bij dit besluit worden de relevante wetsartikelen vermeld.
d. Overwegingen Commissariaat
46. Aan de mogelijkheid om op grond van artikel 6.23 van de Mediawet 2008 frequentieruimte
aan te wijzen en te bestemmen voor bepaalde programmacategorieën, ligt het
uitgangspunt van pluriformiteit ten grondslag. De gekozen programmacategorieën
verschillen van elkaar en de daarmee vooraf gekozen inhoudelijke invulling waarborgt in
ieder geval dat deze verschillende programmacategorieën vertegenwoordigd zijn in het
totale programma-aanbod.
47. Bij het aanwijzen van frequentieruimte ten behoeve van vooraf gekozen inhoudelijke
programmacategorieën is nadrukkelijk in het oog gehouden dat de aanwijzing van
programmacategorieën een rendabele exploitatie van de desbetreffende frequentieruimte
mogelijk moet maken.
48. Ten einde bovenstaande belangen te waarborgen zijn beperkingen en voorwaarden
gesteld aan het verkrijgen van gebruiksrechten voor FM-frequentieruimte. Ten aanzien
van niet-landelijk opererende commerciële radio-omroepen geldt dat de daarvoor
bestemde FM-frequentieruimte wordt aangewezen voor gebruik ten behoeve van
commerciële radioprogramma’s, waarin regiogerichte programmering is opgenomen.
Artikel 7, eerste lid, onder b en c, van de Regeling AGF 2003 bepaalt wanneer sprake is
van regiogerichtheid van de programmering en wanneer die programmering wordt
verzorgd door een niet–landelijke opererende commerciële media-instelling.
49. Op grond van het feit dat in de FM-frequentie een onderscheid wordt gemaakt tussen
landelijk en niet-landelijk opererende commerciële radio-omroepen, wordt ten aanzien van
niet-landelijke opererende radio-omroepen de eis gesteld dat regiogerichte programmering
wordt verzorgd. Daartoe is bepaald dat het programma tussen 07.00 uur en 19.00 uur
voor ten minste 10% in het bijzonder gericht is op het verzorgingsgebied. Om er voor te
zorgen dat dit programma wordt verzorgd door een niet-landelijk opererende commerciële
media-instelling, wordt eveneens de eis gesteld dat dit programma wordt verzorgd door
een commerciële omroepinstelling, waarvan alle door haar verzorgde en via
omroepnetwerken uitgezonden programma’s tezamen door niet meer dan 30% van het
aantal inwoners van Nederland kunnen worden ontvangen.
- 6 -
50. Artikel 7 van de Regeling AGF is een uitwerking is van het bepaalde in artikel 6.23,
tweede lid, van de Mediawet 2008. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
heeft hiermee duidelijk het onderscheid gemaakt tussen landelijke en niet-landelijke
opererende commerciële media-instellingen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat artikel
6.23, tweede lid, van de Mediawet 2008 is bedoeld om de markt voor niet-landelijke
commerciële omroep tot verdere ontwikkeling te brengen.
51. Bij Besluit tot wijziging van de Regeling AGF van 29 juli 20091 is in artikel 7, eerste lid,
eerste volzin na “commerciële omroepinstellingen” de zinsnede “die in het bijzonder
gericht zijn op het gebied waarvoor de programma’s zijn bestemd” ingevoegd. Uit de
toelichting bij voormelde wijziging blijkt dat hiermee is beoogd te verduidelijken dat het
programmatische voorschrift dat de regionale programma’s voor minimaal een gedeelte
bijzonder gericht dienen te zijn op het gebied waarvoor de programma’s zijn bestemd, er
nadrukkelijk toe strekt deze frequentieruimte in te kleuren en daarbij te bestemmen voor
de categorie programma’s die in het bijzonder gericht zijn op het verzorgingsgebied.
52. In deze toelichting werd in de tussenuitspraak van het College van Beroep voor het
bedrijfsleven (hierna: CBb) van 6 juni 2012 (ECLI:NL:CBB:2012:BW7911) een
ondersteuning gevonden voor het oordeel dat de in artikel 7, eerste lid, onder b van de
Regeling AGF 2003 neergelegde eis dat een regionaal radioprogramma voor ten minste
10% in het bijzonder is gericht op het gebied waarvoor het programma is bestemd, een
inhoudelijk criterium vormt. Het CBb geeft aan dat dit criterium aldus dient te worden
uitgelegd dat een radioprogramma slechts dan kan gelden als een regionaal programma
indien het, met inachtneming van dat percentage, in het bijzonder is gericht op die
luisteraars die zich bevinden in het gebied waar de radiofrequentie waarvoor de
vergunning is verleend, kan worden ontvangen. Dit oordeel is bevestigd in de
einduitspraak (zaaknummers: 09/1206, 09/1254, 10/1291 en 13/531) van het CBb in die
zaak op 3 september 2013.
53. Het Commissariaat merkt voor de goede orde op dat bovengenoemde uitspraken van het
CBb betrekking hadden op de vraag of bij verlening van de FM-vergunningen aan NDC
voor de kavels B27 en B31 (en de afwijzing van de aanvraag van RATO Zendertechniek
daartoe op 3 maart 2008 alsmede bij de beslissing op bezwaar daartegen op 11
september 2008) een juiste toepassing was gegeven aan het bepaalde in de Regeling
AGF 2003. Daarbij ging het om een zogeheten ex tunc-toetsing (een toetsing van de feiten
en omstandigheden die ten tijde van de besluiten van toepassing waren). Hierbij is dan
ook geen rekening gehouden met feiten en omstandigheden na deze vergunningverlening
in 2008.
Beoordeling handhavingsverzoek RadioCorp
54. Naar aanleiding van het handhavingsverzoek van RadioCorp ziet het Commissariaat zich
gesteld voor de vraag of de genoemde niet-landelijke commerciële omroepen voldoen aan
het voorschrift dat is neergelegd in artikel 7, eerste lid, onder b, van de regeling AGF.
Daarbij dient het Commissariaat rekening te houden met de feiten en omstandigheden die
thans gelden en derhalve ex nunc te toetsen.
1 Staatscourant 8 augustus 2003, nr. 151/pag. 35
- 7 -
55. Zoals het Commissariaat in eerdere besluiten2 ten aanzien van handhavingsverzoeken
van RATO Zendertechniek en RadioCorp met betrekking tot het demografisch bereik van
het programma RadioNL via omroepnetwerken (artikel 7, eerste lid, onder c van de
Regeling AGF 2003) via de ether en de kabel heeft overwogen, dateert de toepasselijke
regelgeving uit een periode dat verspreiding van programma’s via de kabel en de ether
grotendeels nog analoog geschiedde. In de jaren daarna heeft de digitale verspreiding van
audiovisuele inhoud een grote opmars gemaakt. In ieder geval is sinds 2009 het algemene
overheidsbeleid dat digitale verspreiding van audiovisuele inhoud wordt bevorderd. Dit
heeft erin geresulteerd dat vergunningen voor analoge radio voor de periode van 1
september 2011 tot 1 september 2017 zijn verlengd op voorwaarde dat door de
vergunninghouders ook geïnvesteerd wordt in digitale radio. Daartoe is aan de betrokken
vergunninghouders op 22 juli 2011 eveneens vergunning voor digitale radio-omroep
verleend.
56. Uit de beschikkingen van het AT voor digitale radio-omroep blijkt een verplichting die niet
alleen de mogelijkheid biedt om een bereik van (idealiter) 100% van het allotment te
bewerkstelligen, maar die zelfs de verplichting bevat om per 1 januari 2017 een
geografisch bereik van 80% van het desbetreffende allotment te realiseren. Tevens is in
de vergunningen bepaald dat het analoge programma gelijktijdig en ongewijzigd digitaal
moet worden uitgezonden. Met digitale radio neemt het bereik van het radioprogramma
substantieel (soms honderden procenten) toe.
57. Voor NDC betekent het voorgaande dat de programma’s die zij uitzendt via kavels B28,
B30 en B32 eveneens digitaal in allotment 6B moeten worden uitgezonden. Dit houdt in
dat die programma’s gericht moeten zijn op de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel,
Gelderland en een groot gedeelte van Flevoland. Het programma dat wordt uitgezonden in
kavel B31 moet eveneens digitaal worden uitgezonden in allotment 7A en dient aldus
gericht te zijn op de provincies Noord-Brabant en Limburg. Het programma dat in kavel
B36 wordt uitgezonden moet digitaal worden uitgezonden in allotment 8A en dient gericht
te zijn op Zuid-Holland, Utrecht en een deel van Noord-Holland en Flevoland.
58. Voor Radio Limburg betekent het voorgaande dat het programma dat zij uitzendt in kavel
B25 eveneens digitaal in allotment 7A moet worden uitgezonden. Dit houdt in dat dit
programma gericht dient te zijn op de Noord-Brabant en Limburg.
59. Voor TVI betekent het voorgaande dat het programma dat zij uitzendt via kavel B19
eveneens digitaal in allotment 6B moet worden uitgezonden. Dit houdt in dat dit
programma gericht moet zijn op de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel Gelderland
en een groot gedeelte van Flevoland.
60. Voor OMG betekent het voorgaande dat het programma dat zij uitzendt via kavel B20
eveneens digitaal in allotment 6B moet worden uitgezonden. Dit houdt in dat dit
programma gericht moet zijn op de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel Gelderland
en een groot gedeelte van Flevoland.
2 Zie besluiten van 13 april 2010 met kenmerk 20694/2010002279, van 28 september 2010 met
kenmerk 22314/2010012689, van 11 december 2012 met kenmerk 27981 en van 29116/2013004651.
- 8 -
61. Voor Rebecca Beheer betekent het voorgaande dat het programma dat zij uitzendt via
kavel B16 eveneens digitaal in allotment 9D-N moet worden uitgezonden. Dit houdt in dat
dit programma gericht moet zijn op de provincie Friesland en de kop van Noord-Holland.
De programma’s die in kavel B17 en B18 worden uitgezonden dienen digitaal in allotment
6B te worden uitgezonden. Dit houdt in dat die programma’s gericht moeten zijn op de
provincies Groningen, Drenthe, Overijssel Gelderland en een groot gedeelte van
Flevoland.
Regiogerichtheid radioprogramma’s
62. Het Commissariaat ziet zich gesteld voor de vraag wat de omvang is van het gebied waar
het programma in het bijzonder op moet worden gericht.
63. Het Commissariaat overweegt dat het CBb in eerdergenoemde uitspraken heeft
aangegeven dat met ‘het gebied waarvoor het programma is bestemd’ is bedoeld het
gebied dat via de frequentie waarvoor de vergunning is verleend door het regionale
programma wordt bediend. Het CBb voegt daaraan toe dat het derhalve in de rede ligt dat
het regionaal programma voor ten minste 10% moet zijn gericht op die luisteraars die zich
bevinden in het ontvangstgebied van de betreffende radiofrequentie.
64. Zoals hierboven aangegeven zijn op 22 juli 2011 de bestaande vergunningen voor
analoge radio van niet-landelijke commerciële radio-omroep verlengd. De
vergunninghouders hebben daarbij de verplichting de analoge uitzending tegelijkertijd ook
digitaal uit te zenden, de zogenaamde simulcastverplichting. Teneinde de digitalisering
voortgang te laten vinden, heeft voormelde Minister ook afgezien om de bestaande
(analoge) vergunningen die in 2011 afliepen, opnieuw te verdelen via een veiling of een
vergelijkende toets. Volgens de Minster zou een nieuwe verdeling waarschijnlijk leiden tot
een aantal nieuwe vergunninghouders en daarmee een nieuwe programmering. De
Minister achtte de kans dat luisteraars overstappen van analoge naar digitale radio
aanmerkelijk groter als zij daarbij een grote zekerheid hebben dat zij (ook) hun vertrouwde
programma kunnen blijven ontvangen. Volgens de Minister blijft bij verlenging van de FM-
vergunningen het programma-aanbod grosso modo hetzelfde. Luisteraars kunnen de
bestaande radioprogramma’s blijven beluisteren. De Minister heeft daarbij ook
aangegeven dat de prikkel om die stap daadwerkelijk ook te zetten eveneens is gelegen in
het grotere bereik dat digitale radio kan worden gerealiseerd. Om die reden zijn niet alleen
de bestaande analoge vergunningen verlengd, maar is aan deze omroepinstellingen
tevens een vergunning verleend om digitaal te gaan uitzenden. Aldus is een koppeling
aangebracht tussen de frequentieruimte voor analoge radio en de frequentieruimte voor
digitale radio.
65. Het Commissariaat overweegt dat artikel 7 van de regeling AGF bepaalt dat de frequentie-
ruimte in de FM-band slechts mag worden gebruikt voor het uitzenden van regionale
radioprogramma’s die in het bijzonder zijn gericht op het gebied waarvoor de programma’s
zijn bestemd. Op grond van het Besluit van de Minister van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie van 16 februari 2011 (nr. ETM/IT1010293), houdende wijziging
van het Nationaal Frequentieplan 2005 in verband met het verlengings- en
digitaliseringsbeleid commerciële radio is de FM-band alleen bestemd voor
vergunninghouders die houder zijn van een vergunning voor digitale radio-omroep. In de
- 9 -
toelichting is aangegeven dat de regionale dekking van allotments niet geheel
overeenkomt met het bereik van de niet-landelijke commerciële vergunningen en dat
vanwege de omvang van de allotments het voor kan komen dat sommige
vergunninghouders voor digitale radio een groter bereik krijgen. Daaruit blijkt dat het
gebied waarvoor het programma bestemd is, niet beperkt is tot alleen het gebied dat via
de analoge FM-frequentie wordt bereikt, maar tevens het gebied omvat dat met de digitale
frequentie wordt bereikt (allotment).
66. Gezien het feit dat het regionale programma voor ten minste 10% moet zijn gericht op die
luisteraars die zich in het ontvangstgebied van de betreffende radiofrequentie bevinden,
brengt een redelijke wetsuitleg mee dat bij het bepalen van het gebied waarvoor het
programma is bestemd, niet alleen wordt gekeken naar het gebied dat via de analoge FM-
frequentie wordt bereikt, maar tevens naar het gebied dat met de digitale frequentie wordt
bereikt (allotment). Het radioprogramma moet dus (tevens) zijn gericht op luisteraars die
zich bevinden in het ontvangstgebied van de betreffende digitale radiofrequentie.
67. Dit betekent dat bij de berekening van het percentage regiogerichtheid (onderdelen
binnen) programma’s die gericht zijn op het gebied dat met het allotment samenvalt, ook
als regiogericht kunnen worden beschouwd.
Onderzoek RadioNL
68. Om vast te stellen of de niet-landelijke commerciële omroepinstellingen waarop het
handhavingsverzoek van RadioCorp is gericht, in overeenstemming met het bepaalde in
artikel 7, tweede lid, onder b regeling AGF 2003 handelen, heeft het Commissariaat het
programma RadioNL onderzocht dat door deze niet-landelijke commerciële
omroepinstellingen is uitgezonden op vrijdag 1 maart 2013. De resultaten van dit
onderzoek zijn uitgewerkt in bijgaande rapportages waarin de regiogerichte
programmering per kavel is berekend.
69. Voor de berekening van het percentage regiogerichte programmering is uitgegaan van de
nettozendtijd. De nettozendtijd houdt in dat de zendtijd die besteed is aan
reclameboodschappen buiten beschouwing is gelaten.
70. Het Commissariaat heeft nieuws, weer en verkeer volledig meegeteld bij de berekening
van het percentage regiogerichtheid.
71. Muziekstukken waarvan de uitvoerende(n) afkomstig (geboren en/of woonachtig) zijn uit
de regio zijn volledig meegeteld bij de bepaling van de regiogerichtheid.
72. Het Commissariaat heeft, wanneer op basis van zijn onderzoek bleek dat het percentage
van 10 werd behaald, overige mogelijke regiogerichte onderdelen niet meer onderzocht.
73. Naar aanleiding van zijn onderzoek heeft het Commissariaat het navolgende
geconstateerd en vastgesteld.
74. Voor alle kavels geldt dat op 1 maart 2013 18,05% van de bruto zendtijd aan
reclameboodschappen is uitgezonden en derhalve een netto zendtijd resteert van 81,95%.
- 10 -
75. Het Commissariaat heeft vastgesteld dat 4,13% van de nettozendtijd is besteed aan
nieuws, 1,65% aan weer en 1,42% aan verkeer. Dit betekent ten aanzien van iedere
betrokken kavel dat op basis van deze elementen ten minste 7,2% van de programmering
gericht is op het gebied waarvoor de programma’s zijn bestemd. Met betrekking tot de
afzonderlijke kavels heeft het Commissariaat nog het volgende vastgesteld.
Kavel B16 (allotment 9D-N)
76. Het programma “Werken met Wouda” waarvan de presentator geboren is in Friesland
(geboren te Sneek, woonachtig Workum) heeft het Commissariaat aangemerkt als een
programma gericht op de regio Friesland. Dit programma kan derhalve worden meegeteld
voor het percentage regiogerichtheid behorende bij kavel B16.
77. Voor kavel B16 heeft het Commissariaat geconstateerd dat meer dan 3% van het
radioprogramma gepresenteerd is door een presentator die afkomstig is uit de regio.
Daaruit volgt dat in combinatie met nieuws, weer en verkeer (7,2%) in kavel B16 meer dan
10% regiogerichte programmering is uitgezonden op vrijdag 1 maart 2013.
Kavels B17 en B18 (allotment 6B)
78. Voor de kavels B17 en B18 heeft het Commissariaat geconstateerd dat meer dan 3%
muziek uit de regio is uitgezonden. Daaruit volgt dat in combinatie met nieuws, weer en
verkeer (7,2%) in de kavels B17 en B18 meer dan 10% regiogerichte programmering is
uitgezonden op vrijdag 1 maart 2013.
Kavel B19 (allotment 6B)
79. Voor kavel B19 heeft het Commissariaat geconstateerd dat meer dan 3% muziek uit de
regio is uitgezonden. Daaruit volgt dat in combinatie met nieuws, weer en verkeer (7,2%)
in kavel B19 meer dan 10% regiogerichte programmering is uitgezonden op vrijdag 1
maart 2013.
Kavel B20 (allotment 6B)
80. Voor kavel B20 heeft het Commissariaat geconstateerd dat meer dan 3% muziek uit de
regio is uitgezonden. Daaruit volgt dat in combinatie met nieuws, weer en verkeer (7,2%)
in kavel B20 meer dan 10% regiogerichte programmering is uitgezonden op vrijdag 1
maart 2013.
Kavel B25 (allotment 7A)
81. Voor kavel B25 heeft het Commissariaat geconstateerd dat meer dan 3% muziek uit de
regio is uitgezonden. Daaruit volgt dat in combinatie met nieuws, weer en verkeer (7,2%)
in kavel B25 meer dan 10% regiogerichte programmering is uitgezonden op vrijdag 1
maart 2013.
Kavels B28, B30 en B32 (allotment 6B)
82. Voor kavel B28, B31 en B32 heeft het Commissariaat geconstateerd dat meer dan 3%
muziek uit de regio is uitgezonden. Daaruit volgt dat in combinatie met nieuws, weer en
verkeer (7,2%) in de kavels B28, B31 en B32 meer dan 10% regiogerichte programmering
is uitgezonden op vrijdag 1 maart 2013.
- 11 -
Kavel B31 (allotment 7A)
83. Voor kavel B31 heeft het Commissariaat geconstateerd dat meer dan 3% muziek uit de
regio is uitgezonden. Daaruit volgt dat in combinatie met nieuws, weer en verkeer (7,2%)
in kavel B31 meer dan 10% regiogerichte programmering is uitgezonden op vrijdag 1
maart 2013.
Kavel B36 (allotment 8A)
84. Voor kavel B36 heeft het Commissariaat geconstateerd dat meer dan 3% muziek uit de
regio is uitgezonden. Daaruit volgt dat in combinatie met nieuws, weer en verkeer (7,2%)
in kavel B36 meer dan 10% regiogerichte programmering is uitgezonden op vrijdag 1
maart 2013.
Conclusie
85. Nu gebleken is dat NDC, OMG, TVI, Rebecca Beheer en Radio Limburg op vrijdag 1
maart 2013 ten minste 10% regiogerichte programmering hebben uitgezonden, is het
Commissariaat van oordeel dat deze omroepinstellingen in overeenstemming met artikel
7, eerste lid, onder b, van de regeling AGF 2003 hebben gehandeld. Gelet op het
vorenstaande en na afweging van alle betrokken belangen, ziet het Commissariaat dan
ook geen aanleiding om ter naleving van genoemde bepaling handhavend op te treden
jegens NDC, OMG, TVI, Rebecca Beheer en Radio Limburg en wijst het Commissariaat
het verzoek van RadioCorp af.
Openbaarmaking
86. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat
de volledige tekst van dit besluit over twee weken op zijn website te publiceren. Het
Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit
afgewogen tegen het belang van RadioCorp, NDC, OMG, TVI, Rebecca Beheer en Radio
Limburg. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend,
komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de
belangen van eerdergenoemde commerciële media-instellingen door onverkorte
openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld.
- 12 -
e. Besluit
Het Commissariaat:
I. wijst het verzoek af van RadioCorp om bestuursrechtelijke handhaving van het
bepaalde in artikel 7, eerste lid, onder b, van de Regeling AGF 2003 jegens NDC,
OMG, TVI, Rebecca Beheer en Radio Limburg af;
II. besluit op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur de volledige
tekst van dit besluit over twee weken op zijn website te publiceren.
Hilversum, 26 november 2013
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning
Voorzitter
drs. Eric Eljon
commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet
bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekend gemaakt bezwaar maken bij het
Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK Hilversum.
- 13 -
Mediawet 2008
Afdeling 6.3.2. Gebruik frequentieruimte
Artikel 6.23
1. Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, wijst de frequentieruimte in de FM-band aan die wordt gebruikt voor het verspreiden van radioprogramma-aanbod dat overwegend bestaat uit Nederlandstalige muziek. Bij ministeriële regeling wordt nader omschreven in welke gevallen radioprogramma-aanbod aan deze eis voldoet.
2. Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, wijst andere frequentieruimte in de FM-band aan die slechts mag worden gebruikt voor het verspreiden van bij die aanwijzing vast te stellen categorieën radioprogramma-aanbod dat, gelet op de aard, inhoud of doelgroep, verhoudingsgewijs lage inkomsten uit reclame of verhoudingsgewijs hoge kosten meebrengt.
3. Als aard en omvang van de frequentieruimte in de FM-band die beschikbaar is voor het verspreiden van radioprogramma-aanbod daartoe aanleiding geven, kan Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, afzien van het aanwijzen van frequentieruimte in de FM-band op grond van het eerste en tweede lid.
Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep
- 14 -
Artikel 7
1. De frequentieruimte in de FM-band, aangewezen in het tweede lid, wordt slechts gebruikt voor het uitzenden van regionale radioprogramma's van commerciële omroepinstellingen die in het bijzonder gericht zijn op het gebied waarvoor de programma’s zijn bestemd. Een radioprogramma wordt aangemerkt als een radioprogramma, bedoeld in de vorige volzin, indien:
a. het radioprogramma in elk geval wordt uitgezonden gedurende de uren van 07.00 uur tot 19.00 uur;
b. het radioprogramma tussen 07.00 uur en 19.00 uur voor ten minste 10 procent in het bijzonder gericht is op het gebied waarvoor het programma is bestemd; en
c. verzorgd wordt door een commerciële omroepinstelling, waarvan alle door haar verzorgde en via omroepnetwerken uitgezonden programma's tezamen door niet meer dan 30 procent van het aantal inwoners van Nederland kunnen worden ontvangen.
2. Als frequentieruimte, bedoeld in het eerste lid, wordt aangewezen:
a. de frequentieruimte in de kavels B1 tot en met B26, bedoeld in tabel 3 van bijlage 1 van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003;
b. de frequentieruimte in de kavels B27 tot en met B38, bedoeld in tabel A van bijlage 1 van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2007.
3.Bij de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, wordt de zendtijd besteed aan reclameboodschappen buiten beschouwing gelaten.
- 15 -
2. Overzicht van de koppeling van allotments aan vergunningen voor
commerciële niet-landelijke fm-radio, bedoeld in de artikelen 1, onder g, en 6 van
de Regeling verlenging en digitalisering commerciële radio-omroep (middengolf
en niet-landelijke FM)3
In de onderstaande tabel worden aangeduid:
– in kolom 1: de niet-landelijke FM-vergunningen en middengolfvergunningen
waarvoor verlenging kan worden aangevraagd;
– in kolom 2: de ‘gekoppelde’ allotment, d.w.z. de allotment waarin (uitsluitend)
capaciteit beschikbaar is voor een vergunning voor digitale radio-omroep; in voetnoot
1 zijn de allotments omschreven op overeenkomstige wijze als in nationale voetnoot
006 van het Nationaal Frequentieplan 2005.
Niet-landelijke commerciële radio-omroep Allotment1
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096488 (kavel B1) allotment 8A
3 Bron: Regeling verlenging en digitalisering commerciële radio-omroep (middengolf en niet-landelijke FM), Bijlage 3. :
Overzicht van de koppeling van allotments aan vergunningen voor commerciële niet-landelijke fm-radio en commerciële
middengolfradio, bedoeld in de artikelen 1, onder g, en 6 van de Regeling verlenging en digitalisering commerciële radio-omroep (middengolf en niet-landelijke FM)
- 16 -
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5403842 (kavel B2) allotment 8A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096425 (kavel B3) allotment 8A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096268 (kavel B4) allotment 8A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096201 (kavel B5) allotment 8A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096488 (kavel B6) allotment 8A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096378 (kavel B7) allotment 8A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096240 (kavel B8) allotment 8A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096488 (kavel B9) allotment 8A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096441 (kavel B10) allotment 9D-N
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5403764 (kavel B11) allotment 9D-N
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096419 (kavel B12) allotment 9D-N
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096349 (kavel B13) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096380 (kavel B14) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096419 (kavel B15) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096382 (kavel B16) allotment 9D-N
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096382 (kavel B17) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096382 (kavel B18) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096248 (kavel B19) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096374 (kavel B20) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096158 (kavel B21) allotment 7A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096206 (kavel B22) allotment 7A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096474 (kavel B23) allotment 7A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096258 (kavel B24) allotment 9D-Z
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5096492 (kavel B25) allotment 7A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/5403838 (kavel B26) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165338 (kavel B27) allotment 9D-N
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165342 (kavel B28) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165345 (kavel B29) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165347 (kavel B30) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165351 (kavel B31) allotment 7A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165357 (kavel B32) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165361 (kavel B33) allotment 9D-N
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165367 (kavel B34) allotment 6B
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165370 (kavel B35) allotment 9D-N
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165372 (kavel B36) allotment 8A
De vergunning met kenmerk AT-EZ/6165377 (kavel B37) allotment 6B
1 Omschrijving van de in de tabel genoemde allotments:
– allotment 6B (182.880 MHz–184.416 MHz) komt uit DVB allotment HOL0902H en
betreft de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland en het grootste deel
van de provincie Flevoland;
– allotment 7A (188.160 MHz–189.696 MHz) komt uit DVB allotment HOL0905H en
betreft de provincies Brabant en Limburg;
- 17 -
– allotment 8A (195.168 MHz–196.704 MHz) komt uit DVB allotment HOL0903H en
betreft de provincies Zuid Holland, Utrecht, en een deel van de provincies Noord-
Holland en Flevoland
- 18 -
3. Allotmentkaart4
Elke analoge vergunning is gekoppeld aan een digitaal frequentieblok of allotment voor 1/18 deel van de capaciteit.
Er zijn vijf allotments beschikbaar, dit betekent dat één allotment door meerdere partijen geëxploiteerd wordt. Als één vergunninghouder meerdere analoge vergunningen heeft die gekoppeld zijn aan hetzelfde allotment, dan krijgt hij voor dat allotment één vergunning voor digitale radio-omroep voor 1/18-deel van de capaciteit.
4 Bron tekst en afbeelding: http://www.agentschaptelecom.nl/onderwerpen/media-en-omroepen/publieke-omroep/regionale-
publieke-omroep/vergunningen-regionale-1
Recommended