View
4
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
CO2-footprintverslag 2016-H13.A.13.0 | 5.B.23.0
Projecten scope 1, 2 & 3
Bedrijf scope 1, 2 & 3
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEXEen transparante blik op CO2
Sinds Van Oord Nederland in 2009 startte met deCO2-prestatieladder is er veel veranderd, zowelom ons heen als bij ons intern. Terwijl ons energiemanagement steeds volwassener wordt, zien weextern dat de maatschappelijke verwachtingen tenaanzien van de bestrijding van klimaatveranderingsterk blijven toenemen. In reactie hierop zijn ervele overlappende certificeringen en soms ergtheoretische benaderingen ontstaan waarbij devraag rijst of het echte doel – namelijk emissiesvan CO2 reduceren – nog wel scherp in beeld blijft.
Onze aanpakp
Met dit document communiceren wij op eentransparante en inzichtelijke manier over de CO2-emissies die samenhangen met onze activiteitenen projecten.
Er is bij het opstellen aangesloten bij de eisen uitde CO2-Prestatieladder 3.0 en § 7.3.1 van de ISO14064-1 standaard. De oranje referenties in ditverslag geven aan welke elementen uit § 7.3.1 vande ISO14064-1 standaard worden behandeld. Deblauwe referenties hebben betrekking opelementen uit § 7.3.2.
Op die manier wordt inzicht gegeven in de totalescope 1, 2 & 3 emissies van het bedrijf alsook deemissies van individuele projecten - gegund metCO2-gunningvoordeel - welke in de eerste helft van2016 in uitvoering zijn.
Rotterdam, 26-09-2016
ir. Jan SchaartDirecteur Van Oord Nederland
Projecten scope 1, 2 & 3
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEXVan Oord Nederlanda
Van Oord Nederland maakt onderdeel uit van eenwereldwijd actieve en toonaangevende aannemervan bagger-, waterbouwkundige en offshoreprojecten (olie, gas en wind). Wij zijn eeninnovatieve partner voor onze opdrachtgevers endragen al meer dan honderd jaar bij aan deinfrastructuur voor de wereld van morgen.
De groeiende wereldbevolking heeft behoefte aanmeer ruimte en de vraag naar energie stijgtvoortdurend. Toenemende wereldhandel vraagtom meer en betere havenfaciliteiten, terwijlklimaatverandering kustgebieden bedreigt. VanOord biedt innovatieve oplossingen voor dezewereldwijde maritieme uitdagingen; nu en in detoekomst.
CO2-reductiebeleid
Focus | Om CO2 te reduceren richt Van OordNederland zich op het verhogen van de energie-efficiëntie van haar materieel en bekijken we –indien mogelijk – hoe we met derden kunnensamenwerken.
Indicatoren | Energieprestatie-indicatoren zoalsabsolute CO2-emissie, CO2/EUR of CO2/ftefluctueren teveel om op te kunnen sturen of omhet effect van maatregelen inzichtelijk te maken.Daarom is er expliciet voor gekozen om onzedoelstellingen en voortgang te rapporteren inenergie-efficiëntie. Aan de trends in de in ditverslag gepresenteerde CO2-emissies kunnen danook geen conclusies worden verbonden over deeffectiviteit van ons CO2-reductiebeleid.
Bedrijf scope 1, 2 & 3
Projecten scope 1, 2 & 3
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEXAfbakeningd
Organisatorische grenzen | Van Oord Nederlandbv is als top genomen waarna de operationalcontrol benadering is toegepast, ook bekend alsmethode 1 in het handboek 3.0 van de CO2-Prestatieladder.
Emissies van concernaanbieders | Op basis vaneen AC-analyse (laterale methode of methode 2) isvervolgens vastgesteld welke concernaanbiedersgeïncludeerd moeten worden in de rapportage.Alleen de emissie die voortkomt uit concern-aanbiedingen ten behoeve van de activiteiten VanOord Nederland worden meegeteld.De figuur rechts geeft aan welke bedrijfs-onderdelen direct binnen de boundary vallen enwelke concernleveranciers zijn.
Joint Ventures | Voor de uitvoering van projectenwordt vaak samengewerkt met partners in JointVentures. De gezamenlijke emissies van de JointVenture partners worden in de Joint Ventureprojectrapportages gerekend tot scope 1. Voor derapportage op bedrijfsniveau wordt alleen deemissie van de eigen bronnen meegenomen tervoorkoming van dubbeltelling.
Concern-aanbiederConcern-aanbieder
Van Oord nvVan Oord nv
Van Oord Marinebv
Van Oord Marinebv
Van Oord Groepnv
Van Oord Groepnv
Van OordOffshore bvVan Oord
Offshore bv
Van Oord DMCbv
Van Oord DMCbv
Van OordWaterbouw bv
Van OordWaterbouw bv
Van OordEquipment bv
Van OordEquipment bv
Van OordPersoneels bv
Van OordPersoneels bv
Van OordNederland bv
Van OordNederland bv
Paans Van Oordbv
Paans Van Oordbv
Van OordGrondstoffen bv
Van OordGrondstoffen bvVan Oord
NederlandVan OordNederland
Van Oord PPP bvVan Oord PPP bv
CO2
Alleen eigenemissie naarbedrijfs-rapportage
CO2
Alleen eigenemissie naarbedrijfs-rapportage
CO2
Partneremissie naar
bedrijfs-rapportage
CO2
Partneremissie naar
bedrijfs-rapportage
CO2
Gezamenlijkeemissies inJV project-rapportage
PartnerPartnerVan Oord NederlandVan Oord Nederland Joint Venture
Bedrijf scope 1, 2 & 3
Projecten scope 1, 2 & 3
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEXBasisgegevens
Basisjaarj | 2009 is het basisjaar, omdat in dat jaarvoor het eerst op systematische wijze de CO2-emissies werden vastgelegd.
Herberekening basisjaark | CO2-emissies vanzowel het basisjaar als tussenliggende jaren zijnherberekend. Op voorschrift van handboek 3.0 vande CO2-Prestatieladder is gebruik gemaakt van deemissiefactoren op www.co2emissiefactoren.nl.
Rapportageperiodec | Dit rapport gaat over het deeerste helft van het kalenderjaar 2016.
Footprintverificatieq | Jaarlijks verifieert LloydsRegister het footprintverslag waarbij een beperktemate van zekerheid wordt vastgesteld. Over dithalfjaarlijkse verslag wordt geen verificatieuitgevoerd.
Verwijdering van CO2g | Er is in 2016 geen sprake
geweest van het afvangen en opslaan van CO2.
Biomassaf | Er is in 2016 geen biomassa gebruikt.
Verantwoordelijke rapportageb | De directeur vanVan Oord Nederland is eindverantwoordelijk voordeze rapportage.
Wijzigingen in de organisatie | In 2016 zijn geenwijzigingen opgetreden in de organisatiestructuurt.o.v. het jaar 2015. Er is alleen een naamswijziginggeweest waarbij Mijnster Beheer bv is veranderdin Van Oord Grondstoffen bv.
Uitsluitingenh | Op basis van het materialiteits-principe en voorgaand onderzoek worden in 2016de volgende bronnen uitgesloten:• Koelgassen van airco’s,• Klein elektriciteitsverbruik projectlocaties;• Gasflessen t.b.v. lassen en snijden;• Bedrijfsauto’s en openbaar vervoer;• De meeste niet materiële scope 3 emissies*
* Alle scope 3 emissies die niet zijn gerapporteerdin het rapport Scope 3 emissies | Inzicht inomvang, invloed en kansen.
Emissiefactorenn | Op voorschrift van handboek3.0 van de CO2-Prestatieladder is voor dit verslagzoveel mogelijk gebruik gemaakt van deemissiefactoren op www.co2emissiefactoren.nl.
Wijzigingen in de kwantificeringsmethodem | Erzijn geen wijzigingen geweest in de methodengebruikt voor de kwantificering van emissies.
Bedrijf scope 1, 2 & 3
Projecten scope 1, 2 & 3
Bedrijf scope 1, 2 & 3
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEXTotale scope 1, 2 & 3 emissies (incl. projecten) [ton CO2] e, I, g
Ontwikkeling scope 1 | Veruit het grootsteaandeel van scope 1 emissies komt structureelvoort uit materieel ten behoeve van projecten (zieuitleg volgende pagina).
Ontwikkeling scope 2* | De inkoop vanelektriciteit uit wind, het sluiten van oudere(regio)kantoren en het betrekken van het nieuween energie-zuinige hoofdkantoor leiden tot eenstructurele daling van scope 2 emissies vanaf2013. Bij rapportages van H1 wordt de helft vande waarde van het voorafgaande jaar genomen.
Ontwikkeling scope 3** | De meetmethode voorscope 3 emissies is door de jaren heen sterkveranderd. Van 2009 t/m 2012 zijn alleen emissiesdoor smeeroliën weergegeven. Vanaf 2013 wordtook het brandstofverbruik van derde partijen tenbehoeve van projecten met CO2-gunningvoordeelmeegenomen. In 2016 wordt voor het eerst eenintegrale berekening gemaakt van de omvang vande meest materiële scope 3 emissies voor hetgehele jaar. Hiervan is de helft meegenomen in ditverslag. Een deel hiervan is effectief geregistreerdbinnen projecten met CO2-gunningvoordeel.
237664
442
2494
195197
477
0
103761
502
850
68476
410
415
44286
262
360
90808
79
5749
73737
68
3240
12780
34
1941
Sco
pe
1Sc
op
e2
*Sc
op
e3
**
2016-H1
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
Projecten scope 1, 2 & 3
Scope 2 emissies [ton CO2] I
Overhead* | Alle emissies binnen scope 2behoren tot overhead. Vliegtuiggebruik (businessair travel) wordt conform de CO2-Prestatieladderniet gerekend tot de projectportefeuille. Omdat(privé)auto’s voor meerdere doeleinden wordengebruikt en de emissies ervan niet materieel zijnof interessant voor reductie op projecten, wordenook deze tot overhead gerekend.
Scope 2 emissies in 2016-H1 zijn herleid o.b.v.2015 en bedragen 34 ton CO2. De emissie voorelektriciteit bedraagt blijvend 0 ton CO2, omdatde ingekochte elektriciteit uit wind afkomstig is.
Bedrijf scope 1, 2 & 3
Scope 1 emissies [ton CO2] e
Projectportefeuille | Emissies uit eigen materieelen materieel van concernaanbieder Van OordEquipment bv behoren tot de projectportefeuille.Hierbij wordt de fysieke methode (GHG protocol)gebruikt. In 2016-H1 gaat het om 12413 ton CO2.
Overhead* | Emissies van gebouwen en auto’sworden gealloceerd als overhead. Voor dit laatsteis gekozen omdat auto’s voor meerderedoeleinden worden gebruikt en de emissies ervanniet materieel zijn of interessant voor reductie opprojecten. Overhead scope 1 emissies in 2016-H1zijn herleid o.b.v. 2015 en bedragen 367 ton CO2.
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEX
226884
8271
2361
1240
1682
1107
5842
1795
842
365
54
2
20
09
20
16
-H1 Gas gebouwen*
Leaseauto’s en bedrijfswagens*
Fuel Van Oord Grondstoffen bv
Fuel Paans Van Oord bv
Fuel Van Oord Nederland bv
Fuel Van Oord Equipment bv
73
19
63
15
306
0
20
09
20
16
-H1
Elektriciteit gebouwen*
Zakelijk gebruik privé auto*
Vliegtuiggebruik*
Projecten scope 1, 2 & 3
Bedrijf scope 1, 2 & 3
Scope 3 emissies [ton CO2] g
Afbakening | Alle hier gepresenteerde scope 3emissies zijn direct gekoppeld aan de project-portefeuille. Overige scope 3 emissies dierelateren aan overhead (zoals kantoorartikelen,financiële diensten e.d.) behoren niet tot demateriële scope 3 emissies en worden buitenbeschouwing gelaten.Bij materialen zijn de meeste waarden o.b.v.cradle-to-gate. Bij specifiek benoemde dienstenomvat de berekening het brandstofverbruik directgerelateerd aan de dienst i.e. brandstofverbruikvan droog en nat materieel op het project zelf. Bijonderaanneming wordt de gehele dienst incl.overhead meegenomen via een CO2/omzet index.De waarden (m.u.v. registraties) dienen als ordevan grootte te worden geïnterpreteerd.
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEX
Kwantificering | Tot en met 2016-H1 zijn alleenregistraties beschikbaar van scope 3 emissies uitsmeeroliën en van projecten met CO2-gunningvoordeel (bovenste grafiek). De bedoelingis dat er vanaf 2016-H1 of 2017 ook zal wordengeregistreerd op projecten zonder CO2-gunning-voor een completer beeld.De gepresenteerde waarden in grafiek 2 (m.u.v. degeregistreerde) zijn schattingen gebaseerd opCO2/EUR emissiefactoren en projecties vaninkoopvolumes. Zie ook het rapport Scope 3emissies | Inzicht in omvang, invloed en kansen. Dein het rapport gepresenteerde waarden zijn hiergehalveerd t.b.v. de halfjaarrapportage en komenna bijtelling van smeeroliën en vetten op 1822 ton(orde van grootte).
1397 502 42
Sco
pe
3
Berekend aandeel scope 3 emissiesCO2-gunningvoordeelprojecten (registraties)Smeeroliën en vetten (registraties)
639 331 280 280 242 79 42 38 12
Sco
pe
3
Onderaanneming Droog materieel derden Zand en kleiSteenachtige materialen Nat materieel derden BetonproductenSmeeroliën en vetten (registaties) Staal Kunststoffen
Projecten scope 1, 2 & 3
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEXProjectrapportagesDe CO2-Prestatieladder vraagt in eis 3.A.1 om voorprojecten waarop CO2-gunningvoordeel isverkregen de emissies apart te rapporteren. VanOord Nederland voert hierbij de volgende stappenuit:
↘ Opstellen werkplan en identificatie materiëleenergiestromen;
↘ Halfjaarlijks rapporteren over de voortganginclusief de emissies.
Scope 1 | Deze emissies omvatten standaard enkelbrandstofverbruik van eigen materieel en – indienvan toepassing – materieel van de joint venturepartner(s). Waarden zijn gebaseerd op werkelijkverbruik.Scope 2 | Deze worden in de regel nietgeregistreerd, omdat deze óf niet aan de orde zijnóf niet materieel.Scope 3 | Betreffen het eigen verbruik vansmeeroliën en vetten op ingezet materieel enmateriële emissies uit m.n. brandstof-verbruikdoor derden. Deze laatsten worden berekend,opgevraagd of on-site geregistreerd.Gedetailleerde informatie over de projecten is tevinden in de CO2-projectrapportages.
Projecten met CO2-gunningvoordeelIn 2016 zijn er vier projecten in uitvoering die metCO2-gunningvoordeel zijn aangenomen. Hieronderwordt een korte samenvatting gegeven vanplanning en activiteiten per project.
Aanpassing Breeddiep↘ Periode: 2016↘ Activiteit: Droog en nat grondverzet en
plaatsen breuksteen
Limburg Nat↘ Periode 2013 – 2017↘ Activiteit: Vast en klein onderhoud
Onderhoudsbaggerwerk Maasgeulen & IJmuiden↘ Periode: 2014 – 2017↘ Activiteit: Onderhoudsbaggeren
Onderhoud Nederrijn & Lek↘ Periode: 2012 – 2017↘ Activiteit: Onderhoudsbaggeren en plaatsen
breuksteen
Bedrijf scope 1, 2 & 3
Projecten scope 1, 2 & 3
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEXScope 1 & 3 emissies per project per periode in [ton CO2] e
Bedrijf scope 1, 2 & 3
206
445
69
28
4733
43
88
0
206
445
707
411
21390
185
233
0
Scope 1
Scope 3
Scope 1
Scope 3
Scope 1
Scope 3
Scope 1
Scope 3
Aan
pas
sin
gB
ree
dd
iep
On
der
ho
ud
Ne
de
rrijn
&Le
kO
nd
erh
ou
dsb
agge
rwe
rkM
aasg
eule
n&
IJm
uid
enLi
mb
urg
nat
Cumulatief
2016-H1
Projecten scope 1, 2 & 3
Kwantificering en onzekerheid
Introductie
INDEXKwantificeringl
Bij het kwantificeren wordt waar mogelijk gebruikgemaakt van metingen. Hieronder volgt eenoverzicht van de methodes per energiestroom:
Fuel materieel nat| Voor groot equipmentwekelijkse verbruiksmetingen en klein equipmentbrandstoffacturering (financieel);Fuel materieel droog | Bij de meeste machines:uitlezen machinevolgsystemen. Op overig droogmaterieel: operationele uren x standaardverbruik;Aardgas en elektriciteit gebouwen | Gemetenverbruik x aandeel vloeroppervlak Van OordNederland;Leaseauto’s | Afgerekende brandstof x aandeel intotaal aantal leaseauto’s concern;Zakelijk gebruik privéauto’s | Aantal geredenkilometers x gemiddelde emissiefactor per km xomzetaandeel Van Oord Nederland optotaalomzet concern;Vliegtuiggebruik | Vliegkilometers geboekt opprojecten van Van Oord Nederland x vantoepassing zijnde emissiefactor;Fuel materieel derden | Wisselende methodes opbasis van materialiteit emissies en registratie-mogelijkheden.
Onzekerheido
Onzekerheden in de resultaten van dit verslagkomen voort uit:
1) Fouten in uitlezing, berekening en handmatigloggen van brandstofverbruiksdata vanschepen;
2) Aannames in het brandstofverbruik perdraaiuur van droog grondverzet materieel;
3) De omvang van emissies uit uitgeslotenbronnen;
4) Meerdere onzekerheden en aannames bij deberekening van scope 3 emissies.
Ad 1 | Middels audits en steekproeven wordt ditzoveel mogelijk ondervangen;Ad 2 | Deze methode geldt voor steeds mindermachines, want steeds meer nieuwe machineshebben elektronische volgsystemen. De invloedvan deze bronnen op de totale emissie is gering (<5 %);Ad 3 | De omvang van uitgesloten bronnen isvoorheen vastgesteld. Wijzigingen hierin zijn nietmaterieel.Ad 4 | Deze worden toegelicht in het rapportScope 3 emissies | Inzicht in omvang, invloed enkansen.
Bedrijf scope 1, 2 & 3
Van Oord Magazine LinkedIn Vimeo
Recommended