View
3
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Colofon
Projectnummer : 08890408/28790
Auteur : drs. J. de Kramer
Redactie : drs. H.W. van Klaveren
Versie : 1.0
ISBN : 978-90-8996-025-2
Definitieve versie
Opdrachtgever : Opifex bv
dhr. A. van der Lugt
Guido Gezellelaan 395
4624 GL Bergen op Zoom
© Becker & Van de Graaf bv
Noordwijk, mei 2008
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Controle
H.W. van Klaveren Senior Archeoloog 27-05-2008
Goedkeuring
Gemeente Valkenswaard
Archeologisch Bureauonderzoek & Inventariserend
Veldonderzoek (IVO), verkennende fase
Fr. v. Beststraat 7 en 7a, Valkenswaard Gemeente Valkenswaard CIS-code: 28790
SAMENVATTING:
In opdracht van Opifex bv heeft archeologisch onderzoeksbureau Becker & Van de Graaf bv in mei 2008 een
Inventariserend Veldonderzoek (IVO) verkennende fase uitgevoerd aan de Frans van Beststraat 7 en 7a in
Valkenswaard, gemeente Valkenswaard. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande nieuwbouw van het
Hotel du Commerce. Het bestaande hotel wordt gesloopt. Bij de geplande aanleg van een parkeerkelder
onder de nieuwbouw wordt de bodem verstoord tot een diepte van 2 tot 3 m beneden maaiveld. De kans
bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden hierdoor verstoord dan wel vernietigd zullen
worden.
Het bureauonderzoek is reeds grotendeels uitgevoerd bij de archeologische quickscan van het plangebied (Van
Klaveren 2008). Hieruit voortvloeiend is een specifieke archeologische verwachting opgesteld. Op basis van
het bureauonderzoek was verondersteld dat de kans middelhoog is op met name het aantreffen van resten uit
het Neolithicum, de IJzertijd en de Middeleeuwen. Doordat in het plangebied mogelijk (een restant van) een
enkeerdgrond aanwezig is kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden uit die perioden beschermd
zijn gebleven tegen bodemingrepen.
Het doel van het inventariserend veldonderzoek, verkennende fase, was het aanvullen en vaststellen van de
gespecificeerde verwachting, die gebaseerd is op het bureauonderzoek. Bij het veldonderzoek bleek dat de
ondergrond diep verstoord, namelijk tot circa 1,4 tot 1,7 m. In de boringen zijn geen archeologische
indicatoren aangetroffen anders dan modern afval in het verstoorde pakket. Eventuele archeologische
waarden zijn in het plangebied niet meer te verwachten. De voorgenomen graafwerkzaamheden bedreigen
naar verwachting dan ook geen eventueel aanwezige archeologische waarden.
INHOUDSOPGAVE:
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN HET PLANGEBIED ......................................... 4
1. INLEIDING............................................................................................................ 5 1.1. Aanleiding................................................................................................................................. 5 1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek .................................................................................... 5 1.3. Ligging van het plangebied ........................................................................................................ 5
2. BUREAUONDERZOEK .......................................................................................... 6 2.1. Werkwijze ................................................................................................................................. 6 2.2. Geomorfologie en bodem .......................................................................................................... 6 2.3. Bekende archeologische waarden ............................................................................................... 7 2.4. Historisch landgebruik ............................................................................................................... 7 2.5. Conclusie bureauonderzoek en verwachtingmodel ...................................................................... 8
3. VELDONDERZOEK ............................................................................................... 9 3.1. Onderzoekshypothese en onderzoeksopzet.................................................................................. 9 3.2. Werkwijze ................................................................................................................................. 9 3.3. Resultaten ................................................................................................................................. 9 3.4. Interpretatie ............................................................................................................................ 10
4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .................................................................... 11 4.1 Beantwoording vraagstelling ..................................................................................................... 11 4.2 Aanbevelingen .......................................................................................................................... 11 4.3 Betrouwbaarheid ...................................................................................................................... 11
LITERATUUR EN KAARTEN .................................................................................... 13
LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN ............................................................. 14
BIJLAGEN
1. Topografische kaart
2. Archis-informatie
3. Overzicht Archismeldingen
4. Boorlocatiekaart
5. Boorbeschrijvingen
6. Periodentabel
4
Administratieve gegevens van het plangebied
Toponiem Frans van Beststraat 7 en 7a
CIS-code 28790
Plaats Valkenswaard
Gemeente Valkenswaard
Kadastrale aanduiding B4713, B4714, B4715, B4037 en B2276
Provincie Noord-Brabant
Coördinaten
Centrum
Hoekpunten
160.346/373.717
160.377/373.706
160.332/373.696
160.313/373.730
160.372/373.729
Oppervlakte plangebied 1400 m2
Opdrachtgever Opifex bv
Contactpersoon: dhr. A. van der Lugt
Guido Gezellelaan 395
4624 GL Bergen op Zoom
Tel: 0164-25 02 30
Uitvoerder Becker & Van de Graaf bv
Contactpersoon: drs. J. de Kramer
Postbus 79
6710 BB Ede
Tel: 0318 - 690 022
Bevoegde overheid Gemeente Valkenswaard
Contactpersoon:
Postbus 10.100
5550 GA Valkenswaard
Tel: 040 - 2083444
Beheer en plaats van documentatie Becker & Van de Graaf bv, Ede
Uitvoeringsdatum veldwerk 20 mei 2008
5
1. Inleiding
1.1. Aanleiding
In opdracht van Opifex bv heeft archeologisch onderzoeksbureau Becker & Van de Graaf bv in mei 2008 een
Inventariserend Veldonderzoek (IVO) verkennende fase uitgevoerd aan de Frans van Beststraat 7 en 7a in
Valkenswaard, gemeente Valkenswaard. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande nieuwbouw van het
Hotel du Commerce. Het bestaande hotel wordt gesloopt. Bij de geplande aanleg van een parkeerkelder
onder de nieuwbouw wordt de bodem verstoord tot een diepte van 2 tot 3 m beneden maaiveld. De kans
bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden hierdoor verstoord dan wel vernietigd zullen
worden.
1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek
De doelstelling van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie aan de hand van bestaande
bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Het bureauonderzoek is
reeds grotendeels uitgevoerd bij de archeologische quickscan van de plangebied (Van Klaveren 2008a).
Hieruit voortvloeiend is een specifieke archeologische verwachting opgesteld. Het doel van het
inventariserend veldonderzoek, verkennende fase, is het aanvullen en vaststellen van de gespecificeerde
verwachting, die gebaseerd is op het bureauonderzoek. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de
vormeenheden van het landschap in het plangebied, voor zover deze vormeenheden van invloed kunnen zijn
geweest op de bruikbaarheid van de locatie door de mens in het verleden. Op basis van de resultaten van het
onderzoek kunnen kansarme zones van het plangebied worden uitgesloten en kansrijke zones worden
geselecteerd voor behoud of voor vervolgonderzoek. Om deze doelstelling te kunnen realiseren, wordt op de
volgende vragen een antwoord gegeven (Van Klaveren 2008b):
Wat is de fysiek-landschappelijke ligging van de locatie?
Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog als intact te beschouwen?
Zijn er archeologische waarden aanwezig in het plangebied?
Wat is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische resten?
Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het
veldonderzoek bevestigd?
In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen
graafwerkzaamheden?
Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
(KNA), versie 3.1 (Centraal College van Deskundigen 2006) en de provinciale eisen.
Voor de in dit rapport gebruikte geologische en archeologische tijdsaanduidingen wordt verwezen naar
bijlage 6. Afkortingen en enkele vaktermen worden achterin dit rapport uitgelegd (zie lijst van afkortingen en
begrippen).
1.3. Ligging van het plangebied
De ligging van het onderzochte gebied, oftewel het plangebied, is weergegeven in bijlage 1. Het plangebied
ligt Het plangebied ligt ten noordoosten van de historische dorpskern van Valkenswaard tussen de Frans van
Beststraat en het Kerverijplein. Het plangebied ligt nabij de kruising van de Europalaan en de Leenderweg.
De exacte ligging en contouren van het plangebied zijn nader weergegeven in bijlage 4. Ten tijde van het
veldonderzoek was het plangebied in gebruik als tuin en terras.
6
2. Bureauonderzoek
2.1. Werkwijze
Bij het bureauonderzoek van de quickscan (Van Klaveren 2008a) is gebruik gemaakt van de
Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Noord-Brabant en van de Indicatieve Kaart van
Archeologische Waarden (IKAW), de archeologische monumentenkaart (AMK) en het informatiesysteem
ARCHIS-II van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumentenzorg (RACM). Ook is
aanvullende informatie verkregen uit beschikbaar historisch kaartmateriaal, waaronder het kadastrale
minuutplan uit het begin van de 19e eeuw (http://watwaswaar.nl) en een topografische kaart van 1901
(Uitgeverij Nieuwland 2005, blad no. 708). Om inzicht te krijgen in de opbouw en ontwikkeling van het
landschap is onder andere de bodemkaart van Nederland (Stichting voor Bodemkartering 1972) gebruikt.
Deze gegevens zijn aangevuld met de relevante informatie uit beschikbare achtergrondliteratuur (zie
literatuurlijst). Onderstaande beschrijvingen van de geomorfologie en bodem, de bekende archeologische
waarden en het historische landgebruik zijn grotendeels gebaseerd op de quickscan (Van Klaveren 2008a).
2.2. Geomorfologie en bodem
2.2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap
Het plangebied is gelegen in het Zuid-Nederlandse dekzandgebied, waar pleistocene afzettingen vrijwel
overal aan of dicht onder de oppervlakte voorkomen. Deze afzettingen zijn gevormd in de laatste circa drie
miljoen jaar. De bovenzijde van de pleistocene afzettingen bestaat uit het zogenaamde jonge dekzand. Dit
dekzand is afgezet aan het eind van de laatste ijstijd, het Weichselien. De dikte van de dekzanden is zeer
wisselend. Onder het dekzand komen vooral fluvioglaciale afzettingen voor met een grovere textuur van
vooral zand en grind. Deze afzettingen zijn van vlechtende pleistocene rivieren. Gedurende het Holoceen (de
huidige warme periode die circa tienduizend jaar geleden aanving) zijn op het dekzand plaatselijk
beekdalafzettingen gevormd, die bestaan uit lagen klei en veen. Onder invloed van menselijke bewoning en
landbouw zijn plaatselijk heidevelden, zandverstuivingen en esdekken ontstaan. Het plangebied ligt op een
hoger gedeelte van het landschap tussen de beekdalen van de Dommel en van de Tongelreep, waarin diverse
beekdalafzettingen kunnen voorkomen.
2.2.2. Geomorfologie
De geomorfologie in het plangebied is niet gekarteerd vanwege de ligging binnen de bebouwde kom. De
ondergrond van het plangebied wordt in een archeologische waarneming (zie hieronder) beschreven als een
dekzandrug. Onder het dekzand kan echter een ouder reliëf schuilgaan. Aan de oppervlakte is dat meestal
niet zichtbaar. Het plangebied ligt op circa +25 m NAP. De aangrenzende beekdalen liggen enigszins lager
op circa +22 tot +23 m NAP. Op de topografische kaarten is te zien, dat de dekzandrug noord-zuid verloopt.
2.2.3. Bodem
Door de aanwezige bebouwing is ook geen bodemkartering uitgevoerd. Op de hogere onbebouwde
terreindelen in de omgeving van het plangebied komen drie bodemtypen voor: (enk)eerdgronden,
(veld)podzolen en (duin)vaaggronden. Eerdgronden zijn gronden met een onvergraven humeuze
bovengrond. Deze gronden worden aangeduid als enkeerdgronden als die bovengrond dikker is dan 50 cm.
Een dergelijk (gedurende lange tijd opgebracht) humeus dek wordt ook wel een esdek of plaggendek
genoemd. Dit dek is ontstaan door het langdurig bemesten van arme zandgronden met potstalmest,
bestaande uit een mengsel van bosstrooisel, plaggen, dierenmest en huisafval. Zo bleef een akker in deze
nutriëntarme omgeving vruchtbaar. Deze methode werd in hoofdzaak toegepast vanaf de 13e eeuw en in
sommige gevallen reeds vanaf de 11e eeuw. Door de continue bemesting raakte de omgeving rondom de
akkers ontgrond, terwijl het akkercomplex zelf tot een meter of zelfs meer verhoogd kon raken. Hoewel de
dikte van het esdek varieert, zijn de esdekken in het zuidelijk zandgebied over het algemeen ouder en
bijgevolg dikker dan in het oostelijk zandgebied. Veldpodzolen zijn kenmerkend voor de onverstoorde hogere
gedeelten van het landschap. Daardoor kunnen restanten van meerdere typen podzolen ook regelmatig
aangetroffen worden onder een later gevormd esdek. Duinvaaggronden worden aangetroffen in recent
verstoven terreingedeelten. De verstoven terreinen ontstonden door het steken van heideplaggen, afbranden
en overbeweiding. Op deze manier zijn vooral na circa 1500 grote stuifzandgebieden ontstaan. Sinds het
einde van de negentiende eeuw zijn de stuifzanden door herbebossing in toenemende mate vastgelegd. In de
7
stuifzanden heeft zich nog weinig bodemvorming voorgedaan; de bodems die er voorkomen behoren daarom
tot de duinvaaggronden. Duinvaaggronden bestaan uit uiterst lutum- en leemarm fijn zand. Vanwege de
geringe ouderdom van deze afzettingen is er vooralsnog weinig bodemvorming opgetreden, met als gevolg
dat de bodem een erg dunne en soms in het geheel geen humeuze bovenlaag heeft.
2.3. Bekende archeologische waarden
Het plangebied is wegens de bebouwing op de IKAW en CHW niet gekarteerd. De archeologische waarde
van het plangebied is dan ook onbekend. Stads- en dorpskeren vormden echter de kristallisatiekernen van
waaruit de stedelijke en landelijk bewoning in de provincie Noord-Brabant ontstond zoals we die nu kennen.
Deze terreinen zijn het bodemarchief bij uitstek van de bewoningsgeschiedenis van Noord-Brabant. In deze
vorm verdienen ook zij om op lokaal niveau beschermd te worden.
Gezien de ligging in het dekzandgebied zijn in principe archeologische resten uit de laatste tienduizend jaar
voor heden te verwachten aan of dicht onder de oppervlakte. In de omgeving van het plangebied zijn die
echter nog niet bekend geworden. De oudste vondsten uit de wijdere omgeving dateren uit de IJzertijd
(Bijlage 2 en 3). De oudste vondst in de directe omgeving van het plangebied betreft een fragment van 12e-
eeuws aardewerk van Zuid-Limburgse herkomst. Het fragment werd circa 600 meter ten westen van het
plangebied gevonden tijdens een booronderzoek in 2006 (Archis-vondstmelding 403746).
Bekende archeologische waarden in de ruimere omgeving van het plangebied zijn de volgende. Ten noorden
van de kern van Valkenswaard ligt een wettelijk beschermd terrein van zeer hoge waarde (Archis-monument
1492). Op dit terrein bevond zich een urnenveld uit de Vroege- en Midden-IJzertijd, dat reeds gedeeltelijk
onderzocht is in 1908 en in 1954. Reeds daarvoor waren urnen opgegraven, waarschijnlijk door particulieren.
Een gedeelte van deze locatie is na de oorlog verwoest door zandwinning, het restant is nu beschermd.
Bij particuliere graafwerkzaamheden in 1923 is uit de IJzertijd een La-Tène urn met crematieresten
gevonden aan de Dijkstraat, circa 750 meter ten westen van het plangebied (Archis-waarneming 34065).
Mogelijk bevindt zich hier nog een tweede urnenveld of -veldje. Behalve aardewerk werden tussen 1890 en
1933 in de gemeente Valkenswaard maar liefst drie gepolijste stenen bijlen van het zuidelijk spitstoppig type
gevonden. Stenen bijlen worden over het algemeen niet in de context van een nederzetting aangetroffen. De
vindplaatsen van de bijlen worden niet vermeld in Archis. Uiteraard zullen de drie bijlen niet op één plaats
gevonden zijn.
Geconcludeerd op de dekzandrug van Valkenswaard, dus in of nabij de kern, nederzettingen gelegen hebben
in het Neolithicum en in de Vroege- en Midden-IJzertijd, waarvan de ligging echter tot dusver niet bekend is.
Vermoedelijk zijn er ook in andere perioden nederzettingen geweest, met name in de Middeleeuwen. De
resten van deze nederzettingen zouden nog in de bodem aanwezig kunnen zijn, vooral op plaatsen waar ze
door de aanwezigheid van een plaggendek beschermd zijn tegen bodemingrepen in latere perioden.
2.4. Historisch landgebruik
Uit historische bronnen blijkt, dat Valkenswaard oorspronkelijk behoorde tot Waderlo (nu: Waalre) en
daardoor in 704 eigendom werd van het klooster Echternach (volgens een afschrift uit 1191). In de 13e eeuw
heette het dorp nog Wedert en rond 1600 Verkenswedert. De naam werd later nog eens veranderd in
Valkenswaart. Het plangebied ligt buiten de historische kern van Valkenswaard. Op de veldminuut (Figuur
1; Schuurman 1847) is te zien dat het plangebied in de eerste helft van de 19e eeuw nog onbebouwd was en
in gebruik als bouwland. Het plangebied behoort tot de voormalige es (akkergebied) van Valkenswaard.
Volgens de topografische kaart van rond 1900 was er toen in ieder geval sprake van bebouwing in het
plangebied, mogelijk voor het eerst. Deze bebouwing kan verband houden met de opening van de spoorlijn
Eindhoven-Hasselt in 1866.
8
Figuur 1: Detail van de veldminuut van 1847 met daarop aangegeven de locatie van het plangebied (bron: Schuurman 1847).
2.5. Conclusie bureauonderzoek en verwachtingmodel
Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt verwacht dat het plangebied op een dekzandrug is
het mogelijk archeologische resten aan te treffen vanaf het Paleolithicum (Van Klaveren 2008a). De kans lijkt
met name groot op het aantreffen van resten uit het Neolithicum, de IJzertijd en de Middeleeuwen. Ook is
het mogelijk om resten aan te treffen van latere bebouwing. Aan het einde van de 19e eeuw was er in ieder
geval al bewoning aan de Frans van Beststraat, op de plaats van het huidige hotel. Door ontwikkelingen in de
19e en 20e eeuw kan een deel van de archeologische waarden echter reeds verstoord zijn.
In het plangebied is mogelijk (een restant van) een enkeerdgrond aanwezig, waardoor eventueel aanwezige
archeologische waarden ouder dan de Late-Middeleeuwen beschermd kunnen zijn gebleven tegen
bodemingrepen. De kans op het aantreffen van archeologische waarden binnen de grenzen van het
plangebied is waarschijnlijk middelhoog.
Om de aanwezigheid van een dekzandrug, de aanwezigheid van een enkeerdgrond en de mate van intactheid
van de ondergrond te toetsen, dient er een verkennend veldonderzoek te worden uitgevoerd.
9
3. Veldonderzoek
3.1. Onderzoekshypothese en onderzoeksopzet
Het doel van het verkennend veldonderzoek is om vast te kunnen stellen of het bodemprofiel en eventuele
archeologische indicatoren aanleiding geven te veronderstellen dat archeologische resten aanwezig kunnen
zijn in het plangebied en om vast te kunnen stellen of en waar de bodem verstoord is. Daarnaast dient het
veldonderzoek om de in het bureauonderzoek specifieke archeologische verwachting te onderbouwen of, zo
nodig, aan te passen. Het veldonderzoek bestaat uit een booronderzoek. Een veldkartering was niet mogelijk
door de slechte vondstzichtbaarheid door de bestrating en het gebruik als tuin.
3.2. Werkwijze
In het plangebied aan de Frans van Beststraat zijn vijf boringen gezet (bijlagen 4 en 5). Boring 2 heeft een
diepte van 3,0 m, boring 1, 3 en 5 een diepte van 2,0 m, boring 4 een diepte van 1,7 m. Deze boringen zijn
verdeeld over de gebieden buiten de bestaande bebouwing die verstoord zullen worden als gevolg van
toekomstige graafwerkzaamheden ten behoeve van de geplande bebouwing. Er is gebruik gemaakt van een
Edelmanboor met een diameter van 10 cm. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische
Standaard Boorbeschrijving (College voor de Archeologische Kwaliteit 2005) met behulp van een
veldcomputer en het programma Boormanager van I.T. Works. De locaties van de boringen (x- en y-
waarden) zijn ingemeten vanuit de bestaande bebouwing. De hoogtes van de boringen (z-waarden) zijn
bepaald aan de hand van de AHN en aangevuld met veldgegevens. De opgeboorde monsters zijn door
middel van zeven in het veld onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals
aardewerk, baksteen, vuursteen, huttenleem en bot). Hierbij is gebruik gemaakt van een zeef met een
maaswijdte van 4 mm. Niet gezeefd zijn de monsters uit siltrijke, moeilijk zeefbare, lagen en lagen die
overduidelijk recent (20e eeuw) omgewerkt waren. Die omgewerkte lagen bevatten onder andere plastic.
3.3. Resultaten
3.3.1. Lithologie en geologie
De ondergrond was minimaal tot een diepte van 1,4 à 1,7 m verstoord. Bij boring 1 was de dikte van het
verstoorde pakket 140 cm. De bovenste 100 cm is zwak humeus en de onderste 40 cm matig humeus. Op
een diepte van 140 cm is een moderne spijker aangetroffen. Bij boring 2 is de dikte van het pakket eveneens
140 cm. Hierin zijn modern puin, glas, plastic en zeemleer aangetroffen. Het pakket bestaat hier uit zwak
humeus zwak tot matig siltig zand. Het verstoorde pakket is 150 cm dik in boring 3 en bestaat uit sterk
humeus zwak siltig zand. In het verstoorde pakket is in boring 3 modern glas en beton en een
dakpanfragment aangetroffen. De dikte verstoord pakket is ter plaatse van boring 4 minstens 170 cm -mv.
Het pakket bestaat ook hier uit zwak siltig zand. De bovenste 120 cm van het pakket is sterk humeus. In het
pakket is plastic en ijzerdraad aangetroffen. De ondergrond is bij boring 5 verstoord tot 120 cm -mv. Het
verstoorde pakket bestaat uit een 60 cm dik pakket humeus zwak siltig zand op een niet-humeus pakket zwak
siltig zand. Op een diepte van 90 cm is modern glas aangetroffen.
In boring 5 zijn geen onverstoorde, natuurlijke afzettingen aangetroffen. De in de boringen 1, 2, 3 en 5
aangetroffen natuurlijke afzettingen onder het verstoorde pakket zijn de volgende. In de boringen 1 en 3
bestaat het natuurlijke pakket tot minstens 200 cm -mv uit zwak siltig zand. In de boringen 2 en 5 is naast
zwak siltig zand ook matig siltig zand en zandige leem aangetroffen. Het leempakket is in boring 2
aangetroffen tussen 150 en 200 cm -mv en in boring 5 vanaf 180 cm -mv (tot minstens 200 cm -mv). De
leem is hoogstwaarschijnlijk de zogenaamde ‘Brabantse leem’, een afzetting van lemen die in Noord-Brabant
is gevormd in het Midden- en Laat-Pleistoceen. De leem behoort tot de Formatie van Boxtel en bestaat
vooral uit verspoelde, lemige dekzanden (Berendsen 2005). De leem is in een moerassige omgeving
gesedimenteerd.
3.3.2. Bodemopbouw
De bodem was diep verstoord tot in het uitgangsmateriaal, de C-horizont. De oorspronkelijke A- en
eventueel B-horizont waren niet meer aanwezig.
10
3.3.3. Archeologische indicatoren
Archeologische indicatoren anders dan recent, 20e-eeuws, afval zijn niet aangetroffen.
3.4. Interpretatie
De top van de ondergrond wordt gevormd door een 1,4 à 1,7 m dik pakket omgewerkte grond. Dit pakket
bestaat mogelijk voor deel uit opgebrachte grond, maar zal voor het grootste deel uit omgewerkte grond
bestaan. De verstoring had in de 20e eeuw plaats en hierbij raakte de ondergrond tot diep in de natuurlijke
afzettingen verstoord. Eventuele archeologische waarden zijn in het plangebied niet meer te verwachten. Als
er namelijk al archeologische resten aanwezig waren, zullen die in de top van het zandpakket aanwezig zijn
geweest, in het deel van de ondergrond dat nu verstoord is.
11
4. Conclusies en aanbevelingen
In opdracht van Opifex bv is in mei 2008 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) verkennende fase
uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied aan de Frans van Beststraat 7
en 7a in Valkenswaard, gemeente Valkenswaard. De bovenste circa 1,4 à 1,7 m van de ondergrond bestaat
uit omgewerkte grond. Als er al archeologische resten aanwezig waren, zullen die in de top van het
zandpakket aanwezig zijn geweest, in het deel dat nu verstoord is. De verstoring had in de 20e eeuw plaats.
Eventuele archeologische waarden zijn in het plangebied niet meer te verwachten.
4.1 Beantwoording vraagstelling
Wat is de fysiek-landschappelijke ligging van de locatie?
Het plangebied ligt op een pleistocene dekzandrug. Door het gebruik als bouwland tot in de 19e eeuw
was vermoedelijk een enkeerdgrond gevormd.
Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog als intact te beschouwen?
De oorspronkelijke bodem is geheel verstoord. Het omgewerkte pakket vormt de bovenste circa 1,4 à 1,7
m van de ondergrond.
Zijn er archeologische waarden aanwezig in het plangebied?
In de boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen anders dan modern afval. De
omwerking is diep, namelijk circa 1,4 tot 1,7 m, terwijl eventueel oorspronkelijk aanwezige
archeologische resten ondiep voorkwamen. Eventuele archeologische waarden zijn in het plangebied dan
ook niet meer te verwachten.
Wat is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische resten?
Niet van toepassing.
Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek
bevestigd?
Op basis van het bureauonderzoek was verondersteld dat de kans middelhoog is op met name het
aantreffen van resten uit het Neolithicum, de IJzertijd en de Middeleeuwen. Doordat in het plangebied
mogelijk (een restant van) een enkeerdgrond aanwezig is kunnen eventueel aanwezige archeologische
waarden uit die perioden beschermd zijn gebleven tegen bodemingrepen. Bij het veldonderzoek bleek
dat de ondergrond diep verstoord. De archeologische verwachting is daardoor nu laag.
In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen
graafwerkzaamheden?
Door de diep verstoorde ondergrond bedreigen de voorgenomen graafwerkzaamheden naar verwachting
geen eventueel aanwezige archeologische waarden.
4.2 Aanbevelingen
Tijdens het veldonderzoek is geconstateerd dat de ondergrond van het plangebied diep verstoord was. Op
basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek wordt geadviseerd om geen vervolgonderzoek
uit te laten voeren.
4.3 Betrouwbaarheid
Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en
methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van
archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is
uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of
afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden. Indien archeologische waarden
12
worden aangetroffen dienen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij het Rijk gemeld te
worden.
13
Literatuur en kaarten
ANWB, 2005: ANWB Topografische Atlas Noord-Brabant 1:25000, Den Haag.
Berendsen, H.J.A., 20053 (1997): Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio’s, Assen.
Centraal College van Deskundigen, 2006: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.1, Gouda.
College voor de Archeologische Kwaliteit, 2005: Archeologische standaard boorbeschrijving, Archeologie
Leidraad 3, Gouda.
Klaveren, H.W. van, 2008a: Quickscan Archeologie, Valkenswaard, Frans van Beststraat 7 en 7a, Gemeente
Valkenswaard (Becker & Van de Graaf-rapport).
Klaveren, H.W. van, 2008b: Plan van aanpak. Frans van Beststraat 7 en 7a in Valkenswaard, gemeente
Valkenswaard, Noordwijk (Intern rapport, Becker & Van de Graaf).
Schuurman, J. 1847: Topografische en militaire kaart van Nederland (veldminuten), schaal 1:25.000,
Valkenswaard, Noord-Brabant, sectie B, kaartblad 02, 1811-1832 (http://watwaswaar.nl).
Stichting voor Bodemkartering, 1972: Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Blad 57 Oost Valkenswaard /
Blad 58 West Roermond. Wageningen.
Uitgeverij Nieuwland, 2005: Grote Historische topografische Atlas, 1905, Noord-Brabant, schaal 1:25.000,
Tilburg.
www.ahn.nl: De Actuele Hoogtekaart van Nederland, (http://www.ahn.nl/kaart).
14
Lijst van afkortingen en begrippen
Afkortingen
AMK Archeologische Monumenten Kaart
Archis Archeologisch Informatie Systeem
BP Before Present (Present = 1950)
CHW Cultuurhistorische Waardenkaart
IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden
KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
mv maaiveld (het landoppervlak)
NAP Normaal Amsterdams Peil
PvA Plan van Aanpak
RACM Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten
Verklarende woordenlijst
antropogeen door menselijke activiteit veroorzaakt of gemaakt
artefact door de mens vervaardigd voorwerp
beekdal een lager gelegen deel van het dekzandgebied waardoor een beek stroomt
dekzand dikke laag zand, door de wind afgezet tijdens de laatste ijstijd
Edelmanboor een handboor voor bodemonderzoek
eerdgrond grond met een humushoudende minerale bovengrond van meer dan 50 cm,
ontstaan door invloed van de mens, vaak gaat het om een esdek
esdek dikke humeuze laag ontstaan door eeuwenlange bemesting; beschermt de
oorspronkelijke bodem tegen ploegen en andere verstoringen
horizont kenmerkende laag binnen de bodemvorming
humeus organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de
bodem
leem samenstelling van meer dan 50% silt, minder dan 50% zand en minder dan 25%
klei
podzol goed ontwikkelde bodem in gebieden met veel neerslag
silt zeer fijn sediment met grootte 0,002-0,063 mm
slak steenachtig afval van metaal- of aardewerkproductie
vaaggrond grond zonder duidelijke tekenen van bodemvorming
zavel grondsoort die tussen 8 en 25% klei (deeltjes kleiner dan 0,002 mm) bevat
Bijlage 2: Archis-informatie Bron: Archis II (RACM).
161801 / 374928
158921 / 372498
16805
16009
24487
12275
15790
21137
24516
2255619616
15789
189451800215596
177991650526947
2879026591
15784
15782
15337
15792
15796
19997
13319
13322
5623
15698 15763
13320
13317
15700
13324
13323
18300
20977
12868
Valkenswaard
403746
406346
405007
403970404374
403972
53065
34065
Archeologische informatie28790_ Frans van Beststraat 7 en 7a_Valkenswaard
mei 2008
Becker en Van de Graaf bv
LegendaWAARNEMINGEN
VONDSTMELDINGEN
GRID_1KM
PLAATSNAMEN
GEMEENTEN
PROVINCIES
ONDERZOEKEN
ONDERZOEKSMELDINGEN
HUIZEN
TOP10 ((c)TDN)
MONUMENTENarcheologische betekenis
archeologische waarde
hoge archeologische waarde
zeer hoge archeologische waarde
zeer hoge arch waarde, beschermd
IKAWzeer lage trefkans
lage trefkans
middelhoge trefkans
hoge trefkans
lage trefkans (water)
middelhoge trefkans (water)
hoge trefkans (water)
water
niet gekarteerd
Schaal 1:10000
0 500 m
N Archis2
Bijlage 3: Overzicht Archismeldingen Waarnemingen Nummer Omschrijving Tijdvak 34065 fragmenten handgevormd aardewerk,
behorende bij een creamatiegraf van de Nederrijnse grafheuvelcultuur
IJzertijd
403970 fragment aardewerk Late-Middeleeuwen 403972 fragment aardewerk Late-Middeleeuwen 404374 fragment aardewerk Late-Middeleeuwen 405007 fundering van een kerk Late-Middeleeuwen B - Nieuwe tijd C Monumenten Nummer Omschrijving Tijdvak 16009 Terrein van hoge archeologische waarde:
terrein met resten van een kerk en een kerkhof uit de Late-Middeleeuwen
Late-Middeleeuwen B - Nieuwe tijd C
16805 Terrein van hoge archeologische waarde: oude dorpskern van Valkenswaard
Late-Middeleeuwen - Nieuwe tijd
Onderzoeksmeldingen
* dit onderzoek.
Bron: Archis II (RACM).
Nummer Uitvoerder Jaar 9244 RAAP Archeologisch Adviesbureau 2002 12275 Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse 2005 15596 Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse 2006 15782 RAAP Archeologisch Adviesbureau 2005 15784 RAAP Archeologisch Adviesbureau 2005 15796 RAAP Archeologisch Adviesbureau 2006 16505 Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse 2006 17799 Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse 2006 18002 Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse 2006 18945 Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse 2006 19616 Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse 2006 22556 Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse 2007 24516 RAAP Archeologisch Adviesbureau 2007 26591 Becker en Van de Graaf 2008 26947 Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse 2006 28790* Becker en Van de Graaf 2008
Bijlage 4: Boorlocatiekaart
Bijlage 5: Boorbeschrijvingen
Projectcode: 08890408Projectcode:
Boring: 1
X: 160327
Y: 373726
Datum: 12-05-2008
Maaiveld [m] 25,5
0
50
100
150
200
erf
Zand, uiterst fijn, matig siltig, zwak humeus, sporen hout, sporen roest, grijs, omgewerkt, hele boring kalkloos
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, matig humeus, sporen grind, sporen roest, grijszwart, omgewerkt, gevlekt, spijker (NT)
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, matig roesthoudend, geeloranje, top natuurlijke afzettingen
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, geel
Boring: 2
X: 160333
Y: 373721
Datum: 12-05-2008
Maaiveld [m] 25,1
0
50
100
150
200
250
300
erf
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, sporen roest, geeloranje, omgewerkt, plastic en glas op 90 cm en zeem op 100 cm, hele boring kalkloos
Zand, uiterst fijn, matig siltig, sporen roest, geeloranje, omgewerkt
Leem, zwak zandig, matig roesthoudend, grijsoranje, top natuurlijke afzettingen
Zand, uiterst fijn, matig siltig, sporen roest, licht grijsbruin, grijze vlekken
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, licht grijsbruin
Boring: 3
X: 160338
Y: 373723
Datum: 12-05-2008
Maaiveld [m] 25,1
0
50
100
150
erf
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, sterk humeus, sporen puin, sporen baksteen, sporen roest, grijszwart, deels gevlekt, beton op 110 cm, dakpan op 150 cm, stukje glas op 150 cm, hele boring kalkloos
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, sporen puin, sterk roesthoudend, grijsoranje, natuurlijke afzettingen
Projectcode: 08890408Projectcode:
Boring: 4
X: 106331
Y: 373711
Datum: 12-05-2008
Maaiveld [m] 25,2
0
50
100
150
erf
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, sterk humeus, sporen puin, zwak wortelhoudend, grijszwart, plastic op 100 cm, hele boring kalkloos
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, zwartgeel, gevlekt, leembrokken, ijzerdraad op 130 cm
Boring: 5
X: 160352
Y: 373707
Datum: 12-05-2008
Maaiveld [m] 25,5
0
50
100
150
200
erf
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, sterk humeus, grijszwart, omgewerkt, hele boring geheel kalkloos
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, geeloranje, omgewerkt
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, geeloranje, top natuurlijke afzettingen
Leem, zwak zandig, grijsoranje, Brabantse leem
Legenda (conform NEN 5104)grind
Grind, siltig
Grind, zwak zandig
Grind, matig zandig
Grind, sterk zandig
Grind, uiterst zandig
zandZand, kleiïg
Zand, zwak siltig
Zand, matig siltig
Zand, sterk siltig
Zand, uiterst siltig
veenVeen, mineraalarm
Veen, zwak kleiïg
Veen, sterk kleiïg
Veen, zwak zandig
Veen, sterk zandig
kleiKlei, zwak siltig
Klei, matig siltig
Klei, sterk siltig
Klei, uiterst siltig
Klei, zwak zandig
Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
leemLeem, zwak zandig
Leem, sterk zandig
overige toevoegingenzwak humeus
matig humeus
sterk humeus
zwak grindig
matig grindig
sterk grindig
geur
geen geur
zwakke geur
matige geur
sterke geur
uiterste geur
oliegeen olie-water reactie
zwakke olie-water reactie
matige olie-water reactie
sterke olie-water reactie
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde>0
>1
>10
>100
>1000
>10000
monsters
geroerd monster
ongeroerd monster
overigbijzonder bestanddeel
Gemiddeld hoogste grondwaterstand
grondwaterstand
Gemiddeld laagste grondwaterstand
slib
water
Bijlage 6: Periodentabel
Recommended