View
226
Download
2
Category
Preview:
Citation preview
InVOgraphicIntegrale data-analyse in het VO
Van brIj naar betekenIs
Veel VO-scholen staan aan het begin van opbrengstgericht werken. Het eerste waar teams mee geconfronteerd worden, is de hoeveelheid data die moet worden geïnterpreteerd. aan die brij kan pas betekenis worden verleend, als alle data in samenhang met elkaar bekeken worden.
Wat is er in de InVOgraphic te zien?
. adviezen van de basisscholen.
. aantallen leerlingen: de doorstroomper-centages, het aantal zittenblijvers, de zij-instromers (verhuisde leerlingen, zittenblijvers of gezakte leerlingen).. Leeropbrengsten (Cito Vas): per leerstroom zijn er twee horizontale lijnen zichtbaar, namelijk 25% en 75%. Deze geven de landelijke normen weer in de maat van de percentielscores. Per toetsmoment wordt door de leerjaren heen aangegeven hoe de leeropbrengsten van het cohort leerlingen zich ten opzichte van die twee normen beweegt: de sterke groep, de middenmoot en de zwakke groep. De middenmoot van dit cohort is weergegeven als een vlak. Hoe breder het vlak, hoe groter de spreiding van de leeropbrengsten. . Leeropbrengsten (gemiddelde cijfers): tussen de stippellijnen bevindt zich de middenmoot van dit cohort. er is van uitgegaan dat landelijk ongeveer 75% van de leerlingen een 6 en hoger scoort en 25% van de leerlingen een 8 en hoger. . Determinatie en op- en afstroom. De bolletjes staan voor de leerlingen die op- of afstromen. In leerjaar 3 is zichtbaar wat het effect van de determinatie is op de middenmoot van het leerjaar. . referentieniveaus. De mate van beheer-sing van de referentieniveaus per leerjaar.. Gemiddeld se-cijfer en gemiddeld Ce-cijfer. . slagingspercentage. Deze gegevens hebben betrekking op alle vakgebieden (dus op méér data dan het vakgebied dat in deze InVOgraphic wordt genoemd).
Opbrengstgericht werken
Veel VO-scholen staan aan het begin van opbrengstgericht werken. Het eerste waar teams mee geconfronteerd worden, is de hoeveelheid data die moet worden geïnterpreteerd. Het draait niet alleen meer om proefwerkcijfers, school- en eindexamencijfers (se/Ce) en het slagingspercen-tage. steeds meer gaat het óók om uitkomsten van gestandaardiseerde toetsen, bijvoorbeeld Cito-Vas. Hoe hangen alle leerlinggebonden data met elkaar samen? Welke betekenis kan hieraan worden verleend binnen de context van:> de adviezen van basisscholen en de definitieve
plaatsing in het VO;> de doorstroom (tussen de leerjaren);> de op- en afstroom (tussen leerstromen);> het verschil tussen het gemiddelde se en het
gemiddelde Ce;> het slagingspercentage?
Voor opbrengstgericht werken is het van belang om alle data in samenhang te bekijken. Pas dan kan er aan de brij betekenis worden verleend. Voor die integrale data-analyse is de InVOgraphic ontwik-keld.
Onderwijskundige mechanismen
Het totale data-overzicht leidt tot kennis van de onderwijskundige mechanismen die de leerop-brengsten beïnvloeden. Denk bij onderwijskun-dige mechanismen aan zaken als: het niveau waarop wordt lesgegeven, differentiatie in de klas, plaatsing- en determinatie, toetsing en sturen op opbrengstambities. Op grond van deze inzichten kan gebouwd worden aan de inrichting van een onderwijsprogramma dat systematisch gericht is
op het behalen van de opbrengstambities die de school nastreeft. Doen we dat niet, en focussen we op slechts één aspect, dan zal dat leiden tot ad hoc beleid. Denk bijvoorbeeld aan het opkrikken van de resultaten nederlands in een zwakke klas. Of het verkleinen van het verschil se-Ce door voor de schoolonderzoeken binnen bepaalde band-breedtes te cijferen. Goed of minder goed bedoeld, het zijn allemaal lapmiddelen.
samenhang
Het in samenhang bekijken van alle data moet aan twee voorwaarden voldoen.
> als eerste is er het historisch perspectief. De recon-structie van alle schoolloopbanen van het leerjaar dat als laatste is afgezwaaid, brengt alle data samen: van begin tot het einde. De ervaring is dat dit een rijke bron van kennis is. Het geeft meer inzicht dan een reeks cijfers die de recente stand van zaken weergeven, bijvoorbeeld het slagingspercen-tage. Dit percentage zegt namelijk niets als we de voorgeschiedenis hier niet mee verbinden. Wellicht zijn er als gevolg van een onzuivere determinatie teveel leerlingen in een lagere leerstroom geplaatst, waardoor de slagingskans in die leerstroom aanmer-kelijk is toegenomen.
> De tweede voorwaarde is de visuele weergave van de data. Zo’n weergave is de InVOgraphic die voor elk vak en met bijna alle typen opbrengstge-gevens gemaakt kan worden. In de InVOgraphic wordt het verloop van de leeropbrengsten van een cohort leerlingen door de leerjaren heen zichtbaar. en dát binnen de contextvariabelen basisschool-advies en plaatsing, doorstroom, op- en afstroom, verschil se-Ce en het slagingspercentage.
12
3
4
5
6
7
8
toets 0 toets 1 toets 2 toets 3 SE CE
SE CEtoets 0 toets 1 toets 2 toets 3
Ste
rkst
e
Mid
de
nm
oo
tZw
aks
te
72% 4% 20% 4%
Ste
rkst
e
Mid
de
nm
oo
tZw
aks
te
Norm VMBO 2F Norm VMBO 2F Norm VMBO 2F
pct 75%gem. cijfer 8
pct 25%gem. cijfer 6
pct 75%gem. cijfer 8
pct 25%gem. cijfer 6
32% 24% 40% 4% 47% 25% 25% 3%
48% 32% 19% 0<1F 1F 2F ≥3F
<1F 1F 2F ≥3F
Norm VMBO 2F Norm VMBO 2F Norm VMBO 2F
19% 16% 59% 6% 6% 88% 6%
afs
tro
om
13
op
stro
om
12
1 2 3 42009 2010 2011 2012
referentieniveaus
referentieniveaus
eindexamen
BB Basis Beroepsgerichte leerweg; KB Kader Beroepsgerichte leerweg; GL Gemengde leerweg; SE Schoolexamen; CE centraalexamen; LG eindexamencijfer Landelijk gemiddelde; * t.o.v. Landelijk gemiddelde © www.swirlamsterdam.nl
InVOgraphic© VO-school Het Voorbeeld 2009 - 2012BO
-ad
vie
s
Nederlandse Leesvaardigheid
32 33
32 33
32
32 33
33-2 -1+1100%
+1 +294% 97%
-2 -2+1100%
+1 +394% 94%
010203040
totaal 64 leerlingen
32
BB BB/KB KB
7
25
slagingspercentage 2012 aantal geslaagd school landelijk
33 27 81,8% 93,4%
slagingspercentage 2012 aantal geslaagd school landelijk
33 33 100% 95,9%
KB
BB
6,83
6,32
6,526,59
(0,51*)
(0,07*)
toets 0 toets 1 toets 2 toets 3 SE CE
SE CEtoets 0 toets 1 toets 2 toets 3
Ste
rkst
e
Mid
de
nm
oo
tZw
aks
te
72% 4% 20% 4%
Ste
rkst
e
Mid
de
nm
oo
tZw
aks
te
Norm VMBO 2F Norm VMBO 2F Norm VMBO 2F
pct 75%gem. cijfer 8
pct 25%gem. cijfer 6
pct 75%gem. cijfer 8
pct 25%gem. cijfer 6
32% 24% 40% 4% 47% 25% 25% 3%
48% 32% 19% 0<1F 1F 2F ≥3F
<1F 1F 2F ≥3F
Norm VMBO 2F Norm VMBO 2F Norm VMBO 2F
19% 16% 59% 6% 6% 88% 6%
afs
tro
om
13
op
stro
om
12
1 2 3 42009 2010 2011 2012
referentieniveaus
referentieniveaus
eindexamen
BB Basis Beroepsgerichte leerweg; KB Kader Beroepsgerichte leerweg; GL Gemengde leerweg; SE Schoolexamen; CE centraalexamen; LG eindexamencijfer Landelijk gemiddelde; * t.o.v. Landelijk gemiddelde © www.swirlamsterdam.nl
InVOgraphic© VO-school Het Voorbeeld 2009 - 2012BO
-ad
vie
s
Nederlandse Leesvaardigheid
32 33
32 33
32
32 33
33-2 -1+1100%
+1 +294% 97%
-2 -2+1100%
+1 +394% 94%
010203040
totaal 64 leerlingen
32
BB BB/KB KB
7
25
slagingspercentage 2012 aantal geslaagd school landelijk
33 27 81,8% 93,4%
slagingspercentage 2012 aantal geslaagd school landelijk
33 33 100% 95,9%
KB
BB
6,83
6,32
6,526,59
(0,51*)
(0,07*)
1
2
3
54
6
7
8
Passend en opbrengstgericht werken
Het achterliggende concept van de InVOgraphic is beschreven in een artikel ‘Passend en opbrengstgericht werken gaat uit van overeenkomsten! een bijdrage aan opbrengstgericht werken in het VO’ (2013) door Gijzen en Cordfunke, dat te downloaden is via www.invographic.nl.
Contact
Wilt u ook een integrale data-analyse met een InVOgraphic? neem contact op met Wijnand Gijzen (info@wijnandgijzen.nl) of Ine Cordfunke (info@caya-onderwijsadvisering.nl).
Recommended