View
230
Download
1
Category
Preview:
DESCRIPTION
My own magazine.
Citation preview
1
NOVEMBER 2011 PRIJS €5,50
2
4
Allereerst bedankt. Bedankt dat u het waard vind mijn
eerste, eigen, echte magazine door te bladeren. Want
het toch heel wat van de zo genoemde bloed, zweet
en tranen gekost om deze voor u te kunnen
produceren. Eigenlijk doe ik weinig anders dan na-
apen. Want natuurlijk apen we Linda, Oprah en al die
andere sterren na. Die sterren die vol succes een
magazine onder hun eigen naam uitbrengen en hier -
hoe het kan snap ik nog steeds niet - tijd voor kunnen
vinden naast hun vaste baan. Want een magazine in
elkaar zetten is nog niet zo snel gebeurd als ik van te
voren kon bedenken. Maar laat ik me eerst in zekere
zin voorstellen, want u heeft nu wel de enige echte
Koen. vast, maar wie ben ik eigenlijk? Ik ben Koen van
Bokhoven, een eerstejaars student aan de Fontys
Pabo ’s-Hertogenbosch. Door middel van dit blad ga ik
mezelf laten zien. Laten zien wie ik ben, waar ik voor
sta en hoe ik tegen het leven als toekomstig
bassischool docent aankijk. Ik ga mezelf promoten. Nu
hoor ik u denken, promoten? Is die jongen niet goed
geworden?! Promoten is volgens mij wel het goede
woord. Ik ga mezelf promoten op de pabo en op het
werkveld daarbuiten. Promoten aan mijn leraren, mijn
mentoren, mijn stageschool en mijn klasgenoten.
Zeker voor de basisscholen en leraren is het misschien
nodig mezelf te promoten. Dit omdat ik op mijn eigen
school niet altijd het gewenste resultaat achter
gelaten heb, geloof ik. Op de basisschool was ik niet
een van de kinderen die er uitsprong door mijn
leergierigheid. Meestal wel door mijn enthousiasme
en doelgerichtheid. Vooral dingen die met muziek en
theater te maken hadden interesseerde mij veel.
Zo deed ik in groep 8 auditie voor haast alle rollen die
in de afscheidsmusical zaten, zelfs voor de
vrouwenrollen geneerde ik me niet. Maar ik heb mijn
tijd op de basisschool als erg leuk ervaren. Vanuit de
basisschool kreeg ik het advies voor de HAVO en heb
deze in 5 jaar kunnen afronden. Niet altijd even mooie
cijfers vulden mijn rapporten en ik was ook zeker niet
het lievelingetje van elke docent. Maar ook de
middelbare school ben ik zonder kleerscheuren
doorgekomen. Maar vervolgens werd het lastiger. Een
vervolgstudie kiezen is niet iets waar je even snel een
besluit over neemt, zo was mijn bevinding. Want wat
vond ik nu echt leuk? Mensen aan het lachen maken,
entertainen, dat beviel me altijd wel. Dus hup, ik de
auto in op naar een open dag toerisme. Leuke
opleiding. Jammer dat het alleen een MBO studie is.
Daar werd me wel verteld dat de Pabo dan misschien
een goed idee zou zijn. “Je houdt van entertainen? En
hou je van kinderen?” werd mij gevraagd. Op die
eerste vraag had ik mijn antwoordje zo klaar. Over
voor tweede vraag had ik wat langer de tijd nodig.
“Want”, vervolgde de vrouw haar verhaal, “kinderen
verhalen vertellen is een geweldige vorm van
entertainment. Ze daarnaast nog een hoop kunnen
leren is een prachtig aspect van het vak.” Vanaf dat
moment ben ik pas écht gaan nadenken over mijn
studie keuze. Want naast dat het leuk is wil ik er ook
wat mee bereiken. Na mijn eerste paar weken op de
pabo en mijn eerste stage dagen, ben ik van mening
dat ik geen betere studie had kunnen kiezen als de
pabo. Alhoewel… Na zo’n heel magazine in elkaar te
hebben gezet lokt de journalistiek toch ook wel!
Zo deed ik auditie voor haast alle rollen die in de
afscheidsmusical zaten, zelfs voor de
vrouwenrollen geneerde ik me niet
EDITORIAL KOEN
5
Mijn ideale leerkracht 6 Mijn cultureel alfabet 18
De ideale taalleerkracht 10 Mijn levensloop 22
De ideale cultuurleerkracht 12 Levensbeschouwing door
Kinderen iets willen bijbrengen de jaren heen 24
dat is mijn motief 14 Looks 28
Wie denkt Koen wel niet dat hij is?! 16 Levensbeschouwing wat
betekend het voor mij 30
November 2011 Inhoud
6
Voor mij ligt een groen blad en een aantal
uitgeknipte witte kaartjes waar verschillende
stellingen op staan. Deze stellingen slaan terug
op het vak van leraar. Stellingen als ‘een leraar
moet veiligheid bieden aan de kinderen’ en ‘en
kind kan zelf bepalen wat hij wil leren’ staan op
de kaartjes geschreven. Nu is het aan mij er een
muurtje van te bouwen. Onderop komen de
kaartjes die op mij als leraar terug slaan, die ik
dus belangrijk vind. Verder naar boven komen de
minder belangrijke stellingen vanuit mijn opinie
en een aantal kaartjes laat ik weg, die vind ik
echt niet van belang.
Nu iedere student uit mijn groep een muurtje
heeft gebouwd zie ik dat er veel overeenkomsten
zijn maar ook zeker veel verschillen. Wat ook
eigenlijk vrij logisch is. Niet iedereen heeft
dezelfde opvattingen en dezelfde meningen.
Gelukkig maar. Maar waarom vind ik dingen erg
belangrijk die een ander juist totaal onbelangrijk
vind? Heeft dat met opvoeding te maken, met
normen en waarden of juist met opvattingen over
bepaalde situaties? Gelukkig zijn er verschillende
meningen en opvattingen. Dat vond ik altijd
heerlijk aan het einde van het schooljaar, dat ik
naar een nieuwe leraar mocht. Weer iemand die
totaal anders was. Dat merk ik nu al op de pabo.
Iedereen is anders, iedereen zal dus ook anders
les geven.
Mijn muurtje
Om op mijn eigen bouwwerk terug te komen;
onderin staan de uitspraken die voor mij het
belangrijkst zijn. Deze zijn het fundament van mijn
bouwwerk maar ook het fundament van mijn
leraarschap. Onderin staan onder andere ´als een
leraar aan het woord is, moeten de kinderen stil
zijn´ en ´humor is een belangrijke eigenschap van
een leerkracht.´ Voor mij zijn dit al twee
uitspraken die ik erg belangrijk vind. Maar er
staan er nog vier, in de tweede rij staan er nog vijf
en in mijn bovenste rij staan er nog vier. Zes
kaartjes heb ik weg gelaten, deze sloegen op geen
enkele wijze terug op hoe ik tegen het leraarschap
aankijk.
Of kom ik erachter dat een
uitspraak die ik nu heb
weggelaten eigenlijk heel
hard nodig heb.
Gaat het muurtje nog vallen?
Of ik mijn muurtje ooit nog afbreek en opnieuw ga
bouwen, is nu nog moeilijk te zeggen. Ik heb nog
geen stage gelopen of ook maar enig sinds les
gegeven. Dus het is een soort van vooroordeel
wat ik nu heb gegeven. Want wie weet kom ik erg
op mijn ideeën terug. Dan vind ik iets wat ik nu
onderin heb staan helemaal niet meer zo
belangrijk. Of kom ik erachter dat een uitspraak
die ik nu heb weggelaten eigenlijk heel hard nodig
heb. Dus misschien verander ik mijn muurtje over
een half jaar al weer. Over een aantal jaar ga ik
eens terug kijken naar mijn muurtje en kijken in
hoeverre ik vandaag de dag gelijk had. Want een
uitspraak als ‘kinderen moeten zoveel mogelijk in
rijtjes zitten’ heb ik weggelaten. Ik heb daar op dit
moment een heel duidelijke mening in. Rijtjes
bevorderd de gezelligheid in de klas niet. Door
kinderen in groepjes te laten zitten leren ze ook
samenwerken en rekening met elkaar te houden.
Het lijkt me ook stug dat een uitspraak als die snel
terug zou komen in mijn muurtje.
Bezit ik de eigenschappen wel?
Verder was het de bedoeling dat we individueel
een woordweb opzetten met termen die terug
sloegen op een leraar. Ook moest er worden
aangegeven of je die eigenschappen wel of niet
bezat. Een aantal van de termen die ik
7
opgeschreven had heb ik in het volgende
woordweb terug laten komen. De blauwe
begrippen heb ik al aardig onder controle. De rode
begrippen zijn nog punten voor mij om aan te
gaan werken. Aspecten die ik nog niet helemaal
bezit of waarvan ik niet zeker weet of ik daarin
gelijk goed zal zijn. Een aantal begrippen heb ik
maar uit het gele woordweb uitgekozen en terug
laten komen in het woordweb hiernaast. Dit vond
ik een aantal van de belangrijkste woorden die
terug kwamen in mijn woordweb.
De uitspraak ouders te woord staan is voor mij
nog iets waar ik denk ik aan moet werken. Ik vind
het denk ik nu nog moeilijk om eerlijk tegen
ouders te zijn. Zeker omdat ze op dit moment nog
veel ouder zijn als ik ben. Maar ook kennis van de
verschillende vakken ontwikkelen is nog rood
gekleurd. Maar omdat ik nog aan het begin van de
pabo sta is dat geen vreemde kwestie. Veel kennis
moet ik nog gaan leren en vooral hoe ik het op de
kinderen moet overbrengen.
Humor
Boven aan staat het begrip humor. Ik denk dat
een leraar zonder humor geen les kan geven. Voor
kinderen is er dan niets aan. Als ze in de les zitten
zonder te kunnen lachen of lol te hebben in dat
geen wat ze aan het leren zijn. Gelukkig zijn de
kinderen dat met me eens, zo blijkt uit het artikel
“Een goede leraar heeft humor” van Anouke Bakx.
In het artikel wordt een onderzoek beschreven
waaraan 2.516 leerlingen uit groep 6, 7 en 8,
anoniem hebben deelgenomen. Hierin werd de
kinderen gevraagd welke eigenschappen een
goede leraar of lerares specifiek bezit. Op de eerst
plaats stond humor, gevolgd door aardig, lief,
sportief, geduldig, eerlijk, onpartijdig en vrolijk.
Een heel aantal van de genoemde begrippen duidt
aan dat het op persoonlijkheid van de leraar of
8
lerares aankomt. Sportief, geduldig, humor en
aardig zijn niet zomaar dingen die je plotsklaps
hebt als je voor de klas verschijnt. kinderen vinden
het dus fijn als er een fijne sfeer in de klas heerst,
wat veelal door de leraar wordt bepaald. Niet
continue geconcentreerd zijn, af en toe even weg
uit dat constante werkveld. Even een spelletje
doen, kinderen belonen voor hun goede gedag.
Maar de kinderen geven in het onderzoek ook aan
dat een leraar streng moet zijn als het nodig is.
Maar dat hij dan wel onpartijdig handelt.
Dan weet je dat geduld nog
een puntje van kritiek is en ga
je daar, als je voor de klas
staat, beter op letten.
In hoeverre ik deze kwaliteiten bezit? Dat is nog
moeilijk te zeggen omdat ik nog nooit voor de klas
heb gestaan. Maar ik weet wel dat ik aardig kan
zijn tegen de kinderen, onpartijdig kan optreden
en vrolijk ben als ik voor de klas sta. Sportief ben
ik ook tot op zeker hoogte, hoewel ik vind dat een
leraar niet in de pauze moet gaan voetballen met
de kinderen. Of ik geduldig kan zijn vind ik nu nog
moeilijk te zeggen. Daar zal ik waarschijnlijk echt
nog aan moeten werken. Als je dat van jezelf weet
is het denk ik makkelijker omaan te werken. Dan
weet je dat geduld nog een puntje van kritiek is en
ga je daar, als je voor de klas staat, beter op
letten.
Aan mijn woordweb kan ik na aanleiding van het
artikel weinig veranderen. Wel kan ik een aantal
begrippen toevoegen die kinderen belangrijk
vinden. Maar in het woordweb dat hier geplaats is
staan niet al mijn begrippen. Maar een begrip als
geduldig had ik nog niet en voeg ik zeker toe aan
mijn woordweb. Net zo als eerlijk en onpartijdig
had ik er niet bij staan. Een begrip als ‘elk kind,
elke dag een nieuwe kans bieden’ had ik er wel bij
staan. Ik vind dat een kind elke keer weer met een
schone lei moet kunnen beginnen.
Na de stage
Nu mij eerste stagedag erop zit is het een stuk
makkelijker voor mij om te beschrijven hoe ik mijn
muurtje heb gebruikt en of ik er nu al
veranderingen in kan aanbrengen. Om allereerst
terug te komen op mijn woordweb. Naar mijn
mening heb ik aan de blauw gekleurde begrippen
voldoende voldaan op mijn eerste aantal
stagedagen. Creativiteit heb ik laten zien in de
knutsel opdracht en les die ik heb gegeven. Ik
hoop dat ik ben overgekomen als een
enthousiaste leraar, want dat is wat ik zeker heb
proberen uit te stralen. Verder vind ik het omgaan
met kinderen en het enthousiast maken van
kinderen erg goed gegaan. Zo was ik gegund een
sportdag van mijn stageschool mee te mogen
maken. Hierin ben ik scheidsrechter geweest bij
de hockey en heb ik de hele bovenbouw langs zien
komen. Voor deze sportdag heb ik de kinderen in
mij stage school enthousiast proberen te maken.
Ook het omgaan met kinderen komt op zo’n
sportdag veel aan bod. Kinderen van groep 5 tot
en met groep 8 heb ik gezien en begeleid bij het
hockeyen. Hierin kon ik goed de verschillen zien
tussen het wat oudere en wat jongere kind.
Toch wel aanzien?
Doordat ik tijdens de sportdag samen met mijn
mentor de coördinerende taak had bij de hockey
heb ik denk ik een grote stap genomen in het
creëren van aanzien. Omdat alle
goedgeorganiseerd moet zijn en het tijdschema
goed in elkaar moet overlopen is wat harder
optreden soms wel nodig. Zeker omdat er ook aan
de veiligheid van kinderen moet worden gedacht.
Het is natuurlijk een super dag voor de kinderen,
maar zodra er ongelukken gebeuren tijdens het
sporten wordt het voor de kinderen al gauw
minder leuk. Vaak zit een ongeluk in een klein
hoekje. Dus bij hockey is het bijvoorbeeld erg van
belang dat de sticks laag aan de grond blijven.
Maar ook in de klas merk ik dat het me niet erg
9
moeilijk afgaat om aanzien te krijgen. Ik merk toch
als snel dat ik, ondanks dat ik een stagiair ben,
eerder aanzien van de klas krijg dan dat ik van te
voren had verwacht. Dit ligt misschien aan mijn
klas, een groep vijf. Het zou zomaar kunnen dat
dit me moeilijker afgaat als in groep acht. Maar
lerende wijs leer ik steeds meer maniertjes bij, die
ik afleid van mijn twee mentoren. Maar ook van
wat ik van andere studenten hoor of wat terug
komt in de lessen die ik krijg.
Wat staat me nog te doen?
Er staan in het woordweb nog twee rode
begrippen. Aan deze twee begrippen heb ik nog
weinig kunnen werken. Kennis van verschillende
vakken ontwikkel ik al lerende op school. Maar
ook tijdens de lessen die ik bekijk van mijn mentor
doe ik kennis op van verschillende vakken. Feitjes
die waren weggezakt, sommen die ik nog nooit
had gezien en opdrachten waar zelfs ik nog
dingentjes uit kan halen. Verder staat ouders te
woord staan tussen de rode begrippen. Ik heb nog
weinig contact gehad in de klas met ouders. Wel
aan het einde van de sportdag toen wat ouders
kinderen kwamen halen heb ik wat praatjes
gemaakt. Maar dit was vooral met ouders die ik al
ken vanuit mijn ouders of mijn werk.
Bij de blauwe begrippen staat humor. Deze heb ik
denk ik nog niet echt goed kunnen bewijzen. Dit is
denk ik toch omdat ik nog zenuwachtig ben bij elk
lesje dat ik geef. Bang dat het een chaos wordt,
dat ik het overzicht kwijt raak of dat ik op een
verkeerde manier door de stof heen schiet spelen
bij mij dan toch nog de overtoom. Daardoor is het
wat lastiger om grapjes te maken of denk ik hier
op dat moment totaal niet over na.
Er zijn wat kleine dingetjes veranderd in mijn kijk
op een ideale leraar. Maar veel dingen, zoals het
fundament van mijn muurtje zijn nog helemaal
hetzelfde gebleven.
10
Doelen en kenmerken die een taaldocent op zijn minst moet bezitten:
De taal- en spellingregels zelf optimaal beheersen.
Optimale mondelingen taalvaardigheid.
Sociale taalfuncties, communicatief met taal om kunnen gaan.
Cognitieve taalfuncties als doel in acht nemen.
11
Aandachtspunten voor mij persoonlijk als toekomstig taal docent:
Rustig praten.
Zelf altijd correct spellen en praten, oftewel ABN spreken.
Op verschillende manieren de taalregels kunnen uitleggen en toepassen.
Verschillende voorbeelden en maniertjes klaar hebben om het kinderen die het
niet meteen begrijpen, toch te kunnen uitleggen.
Op meerder niveaus kunnen uitleggen. Om niveau doorbrekend in de klas te
kunnen werken en kinderen met een voor- of achterstand juist te kunnen helpen
op dat niveau dat deze kinderen nodig hebben.
Verschillen en achterstanden in een klas kunnen opmerken en hiermee aan de
slag kunnen gaan.
De negen taaldomeinen beheersen en elk domein toe kunnen passen in een klas.
12
Een breed onderwijsaanbod behoort onder
cultuur. Zo zijn de vijf hoofdcategorieën drama
en dans, schrijven, gym, muziek en als laatst
beeldende vorming. Persoonlijk vind ik deze vak
een van de leukere die in het aanbod zitten van
een goede basisschool leraar. Niet alleen omdat
ze leuk zijn om te geven, maar omdat ze meestal
voor de kinderen erg leuk zijn om ze uit te
voeren. Maar waarom is cultuureducatie nodig?
Wat is het belang van cultuureducatie?
Als ik mijn eigen stageschool en dan vooral mijn eigen stageklas als voorbeeld neem heb ik al wat lesjes cultuuronderwijs gezien. Elke dinsdag als ik in de klas ben staat er tekenen of knutselen op het programma. Vaak aan het einde van de middag. Tekenen en knutselen vallen onder de subcategorie beeldende vorming. Voor deze teken- en knutsellessen zijn vaak geen methodes nodig. Vaak is internet een handige bron om leuke opdrachten te vinden. Maar ook opdrachten die al vele jaren gelden zijn gebruikt blijven vaak interessant. Zo kwam ik ook zelf tot de ontdekking. Ik moest zelf een les knutselen gaan geven. Samen met mijn mentor bedachten we twee opdrachten die de kinderen konden gaan doen. De eerste week zou de ene helft van de klas de ene opdracht maken en de andere helft de andere opdracht. De week erna zouden ze omwisselen. We bedachten een leuke herfstopdracht omdat de voorgaande week de herfst was begonnen. Er zou een spin geknutseld gaan worden met een klein beetje 3D effect. Het lijfje werd een omhoog staand hoedje en ook de acht poten kwamen los van het groene of rode vel papier. De tweede opdracht was een stukje moeilijker in het maken ervan. Hierbij werd met een kastanje, lange satéprikkers en een bolletje wol een heus spinnenweb gemaakt. Waarom cultuureducatie? Niet alleen de knutsel- en tekenvaardigheden worden in zulk soort opdrachten van de kinderen gevraagd; ook motoriek is een van de aspecten die veelal aan bod komt. Als we bijvoorbeeld naar de spinnenweb opdracht kijken was dit voor veel
kinderen een moeilijke klus. De wol moest om de vijf satéprikkers geweven worden. Hierbij
De spinnenwebben
ondervonden de kinderen veel moeite omdat de wol er een à twee keer omheen gedraaid moest worden en vervolgens strak aangetrokken verder moest naar de volgende prikker. Hierbij was het lastig omdat de draad wol steeds achter de andere prikkers bleef haken. Doordat je tegen zulke dingen aanloopt tijdens vormen van cultuureducatie weet je dat het niet alleen maar draait om de eigenschappen van de kunst en het historisch besef. Het draait ook om de expressie van de kinderen. Kinderen moeten leren naar kunst en beeldende voorwerpen te kijken, te beoordelen wat ze zien en er zelf een eigen draai aan te kunnen geven. Maar al deze beelden die een kind meekrijgt zijn niet alleen bedoelt om maar mooi te zijn, als decoratie of om kinderen hun expressie te kunnen laten tonen. Beelden die kinderen zien hebben ook functies en ze leen deze kennen en worden ze vertrouwd, zo verteld het boek Laat maar zien, Een didactische handleiding voor beeldend onderwijs (Jos van Onna, 2004). Zo weet een kind bijvoorbeeld bij een rood stoplicht dat het moet stoppen. Bij de mooi, geel vormgegeven M is het er zich van bewust dat de grootse fastfood keten van de wereld om de hoek is. Op deze manier hebben beelden een communicatie functie. Er wordt informatie doorgegeven over wat er gedaan moet worden of wat er in de buurt te vinden is.
De ideale cultuurleerkracht
13
De spinnen
Wat is het belang van cultuureducatie? Waarom is cultuur educatie nodig? Cultuur educatie is van belang om kinderen bewust te maken va eigen kunnen op gebied van schrijven, drama en dans en bewegingsonderwijs. Verder kunnen kinderen zichzelf ontplooien in muziek en beeldende vorming. Erg veel methodes en mogelijk heden zijn te verzinnen en te verkrijgen als het gaat om cultuureducatie. Zoals al besproken zijn er niet altijd methodes nodig om cultuur educatie te verschaffen. Maar niet alles is te doen zonder een methode, of het wordt erg lastig van de leraar. Mijn stageschool gebruikt de methode Moet je doen. Deze methode is onderverdeeld in drie categorieën die in de lessen die volgens de methode gegeven worden verder uiteen vallen. De drie categorieën zijn muziek, beeldende vorming en kunst & cultuur.
Met de hoofdcategorie gym heb ik ook al te maken gehad. Dit was tijdens de sportdag van mijn stageschool. Samen met mijn mentor waren
we de hoofdcoördinatoren van het onderdeel hockey. Een gymles heb ik nog niet kunnen observeren. Dit omdat mijn stageklas op dinsdag geen gym heeft en ik tijdens mijn stageweek toetsen had tijdens de gym lessen van deze klas. Maar dat weerhield mij er natuurlijk niet van om vol goede moet aan de sportdag deel te nemen. Een hele dag als scheidsrechter fungeren was erg leuk om te doen. Zeker omdat ik dit keer niet alleen groep 5 had. De gehele brigade van groep 5 tot en met 8 kwam voorbij. Heel duidelijk zie je dan ook de verschillen tussen de verschillende leeftijden. Op het gebied van sport; wat kunnen ze al wel en wat is nog te moeilijk. Maar ook op het gebied van hoe deze kinderen tegenover elkaar en zich tegenover de leraar gedragen. Zo zijn kinderen uit groep 5 nog erg mak en luisteren nog precies naar wat je zegt. Kinderen uit groep 7 en 8 zijn daarentegen al helemaal niet meer bang om tegen je in te gaan en duidelijk van zich te laten horen.
Tijdens de sportdag
Het scheidsrechten tijdens de sportdag zie ik niet als echt les geven. Maar het is weer wel weer een toevoeging aan de punten die een leerkracht in het basisonderwijs moet hebben, met name de cultuurlerkracht. Zo moet tijdens een sportdag de veiligheid voorop staan. Verder moet er aan het tijdschema gehouden worden, kinderen moeten enthousiast gemaakt worden om het veld op te gaan, ze moeten gestimuleerd worden samen te werken en ga zo maar door. Al deze punten en meer moet je als leerkarcht kunnen bewijzen om zich een goede cultuurleerkracht – en dus een goede cultuuroverdrager – te mogen noemen.
14
Er zijn voor mij verschillende redenen om het vak
van basisschoolleraar te gaan beoefenen. Die
redenen zullen ook voor iedereen verschillen.
Voor de een is het een roeping, de ander gaat de
stem van God achterna en weer een ander is
gewoon hartstikke goed met kinderen. Wat
zouden mijn motieven zijn om een
basisschoolleraar te worden?
Wat voor mij een zeer grote rol heeft gespeeld is
het enthousiasme van de leraren waarvan ik in
mijn jeugd jaren les heb gehad. Ik heb van juffen
en meesters les gehad die allemaal heel erg van
elkaar verschilden maar een ding gemeen hadden;
hart voor het vak. Ze waren enthousiast, en mede
door dat enthousiasme maakte ze ons enthousiast
voor de lesstof, maar ook voor veel dingen
daarbuiten. Zo was mijn meester in groep 8 een
natuurfreak met zelfs zijn eigen stukje bos. Hier
gingen we heen, vogelhuisjes ophangen. Wanneer
de lente in volle glorie was zijn we met de hele
klas stilletjes weer dat stukje bos in gegaan, om te
gaan kijken of onze zelf getimmerde vogelhuisjes
bewoners hadden gekregen. Op deze manier
maakte mijn meester ons niet alleen enthousiast
voor natuur maar ook voor alles daarom heen.
Het werd een groot project; huisjes timmeren,
ophangen, van te voren speculeren en bestuderen
welke vogels er in onze huisjes zouden kunnen
komen. Maar natuurlijk was kwam het
spannendste op het laats, kijken of onze
vogelhuisjes echt vogelbewoners hadden
gekregen.
Maar voor mij was dat niet de enige reden om te
besluiten het basisonderwijs in te gaan. Zo leek
mij het veel leuker om met mensen – en vooral
met kinderen – te werken dan op kantoor achter
een computer te zitten. Mezelf kennende zou ik
daar doodongelukkig van worden en het na drie
weken al voor gezien houden. Door lekker actief
met mensen bezig te zijn en ze ook nog iets te
leren en ze verder te helpen in onze maatschappij,
krijg ik veel meer voldoening van mijn werk. Dat
het daarnaast ook nog gewoon hartstikke leuk is
om met kinderen te werken, ze te zien opgroeien
en dingen met ze te mogen beleven in het
dagelijks leven is daarbij mooi meegenomen.
Ze dat rugzakje met de goede
ingrediënten en vaardigheden
mee te geven waar ze later
ook daadwerkelijk wat aan
hebben
Natuurlijk zijn er ook altijd reden waarvan mensen
denken dat juist dat je motieven zijn om het
onderwijs in te gaan. Voor mij viel een van de
nogal ouderwetse motieven af; het motief om
aanzien in een dorp te krijgen van de mede
dorpsbewoners. Ik hoef geen aanzien voor het
werk wat ik doe. Daar ben ik totaal niet op uit. Het
is niet meer als vroeger dat je een aantal figuren
had rondlopen binnen een dorp dat erg
toonaangevend was. Dit waren dan meestal de
arts, de pastoor, de bakker en dikwijls ook de
onderwijzer. Voor mij is het dat ik een leuk vak wil
gaan beoefenen waarbij ik met leuke, jonge
mensen kan omgaan.
Dat met jonge mensen omgaan is nog een
motivatie om leraar te worden. Ik vind het heerlijk
om met kinderen en jonge mensen om te gaan,
om ze dingen te leren die ze nog niet weten en
waar ze echt iets aan hebben. Om ze te
begeleiden naar een goede toekomst, ze dat
rugzakje met de goede
15
Je mag als leerkracht deel uit
maken van een stukje
ontwikkeling en opvoeding
van een kind. Dat ik daar aan
kan bijdragen is voor mij een
van de belangrijkste
drijfveren om een leraar op
de basisschool te worden
ingrediënten en vaardigheden mee te geven waar
ze later ook daadwerkelijk wat aan hebben. Door
onderwijs te verstrekken ben je niet alleen
continue bezig met het onderwijzen van de
kinderen of jongeren waar je zorg voor draagt, je
bent ook bezig met het creëren van een groep,
een ‘wij-gevoel’ voor een voltallige klas. Het is niet
alleen tafels en rijtjes leren. Je mag als leerkracht
deel uit maken van een stukje ontwikkeling en
opvoeding van een kind. Dat ik daar aan kan
bijdragen is voor mij een van de belangrijkste
drijfveren om een leraar op de basisschool te
worden. Dat de leerlingen over 15 jaar nog steeds
zeggen “Zo, die meester Koen, daar heb ik nog
eens wat aan gehad”.
Natuurlijk zijn er voor mij nog een aantal andere
motieven te ontkrachten waarom ik het
basisonderwijs in wil, want natuurlijk wil ik niet
om elke reden of motief het onderwijs in. Ik zal er
nog eentje uitpikken. Het gezin van mijn buren
bestaat uit zes mensen. Een vader, een moeder,
een zoon en drie dochters. En eigenlijk draait het
om de dochters, want wat hebben deze met
elkaar gemeen? Eigenlijk meer dan ik op voorhand
had verwacht. De oudste dochter begon na de
havo aan haar studie tot basisschoolonderwijzer.
Thuis raakte de opvolgende zus hier ook mee
besmet en startte ook aan een studie Pabo.
Doordat deze twee zussen samen op de pabo
zaten, stages liepen en vele verhalen aan de
keukentafel tussen de piepers en de pap wisselde
werd ook de derde en laatste zus besmet. De
twee oudste zussen zijn al geslaagd en hebben
een mooie baan in het onderwijs in Drunen
gevonden. De jongste zal dit jaar
hoogstwaarschijnlijk slagen en het drietal
compleet maken in het basisonderwijs. Ik ben de
oudste thuis en in de familie en zodoende heeft
niemand mij kunnen besmetten. Dus nu is het aan
mij om de status van de buurt voort te zetten en
te zorgen dat ik mijn twee jongere broertjes ook
besmet met het virus.
16
Door Rick v.d. Dungen
Ik heb Koen leren kennen op de zomercursus van
de pabo. Daar heb ik hem leren kennen als een
vriend. Door dit interview gaan wij hem beter
leren kennen.
Koen is 17 jaar. Hij is geboren en getogen in
‘Drunencity’, zoals hij het zelf noemt. Hij woont in
het centrum boven de groente winkel van zijn
ouders. Het was een redelijk drukke buurt
waardoor Koen niet op straat kon spelen in zijn
buurt. Desondanks had hij wel veel vrienden en
vriendinnen in zijn buurt. ‘Ik heb het heel erg naar
mijn zin gehad in mijn buurt!’
Hij heeft altijd wel in een
drukke klas gezeten, ‘dit
kwam misschien ook een
beetje door mezelf, haha.’
Koen is thuis de oudste van de drie gebroeders.
Als kind werd hij ook als oudste behandeld. Hij
mocht altijd van alles thuis doen, zoals klusjes.
Koen heeft hier nooit problemen mee gehad. Zo is
Koen heel zelfstandig geworden. ‘Ik heb me als
persoon kunnen ontwikkelen.’
Koen heeft een hele leuke jeugd gehad. Hij had
veel vriendjes en vriendinnetjes, kreeg veel
aandacht van zijn ouders, zijn ouders waren altijd
dicht in de buurt en hij had weinig dingen waar hij
zich zorgen over hoefde te maken. Kortom het
was allemaal lang leven de lol. Koen heeft altijd al
veel vrienden en vriendinnen gehad. Hij heeft alle
vrienden op verschillende plekken leren kennen,
van school tot aan zijn voetbalclub.
Koen heeft zelf veel hobby’s. zijn belangrijkste
zijn: voetbal, dansen, tennissen en met zijn
vrienden omgaan. Al zijn hobby’s doet hij met
groot plezier! Een aantal hobby’s denkt Koen ook
te kunnen gebruiken in het onderwijs. Zo heeft
Koen een jaar lang training gegeven aan pupillen
van zijn voetbalclub. Ook heeft Koen nog drie jaar
lang dansles gegeven. ‘Ik heb veel geleerd door
deze ervaringen,’ geeft Koen aan. Als je aan koen
vraagt hoe hij het ervaren heeft krijg je als
antwoord: ‘super, het geeft een heel goed gevoel
om de kinderen iets te leren!’
Koen is begonnen op de basisschool ’t Span. Daar
heeft hij 8 jaar van zijn leven doorgebracht.
Daarna is hij naar ‘d Oultremontcollege gegaan.
Daar heeft Koen zijn Havo diploma kunnen halen.
Nu is Koen pas begonnen aan de Pabo. Koen geeft
aan op alle scholen echt een super tijd te hebben
gehad. Hij heeft altijd wel in een drukke klas
gezeten, ‘dit kwam misschien ook een beetje door
mezelf, haha.’ School prestaties kwamen meestal
pas na de lol. Tot Koen in Havo 5 terecht kwam.
Begin Havo 5 zag Koen het licht. Hij heeft hard
zitten werken en dat heeft zijn vruchten af
geworpen.
Wie denkt Koen wel niet
dat hij is?!
17
Het zacht zand maken in de
zandbak, ‘Daar heb ik veel tijd
aan besteed.’
Koen had op zijn basisschool leuke leraren, maar
twee staken er echt bovenuit: juffrouw Judith
(groep 7) en meneer Joost (groep 8). Met juffrouw
Judith had Koen een hele goed band. Koen kan
niet precies schrijven hoe dat kwam, maar het
voelde gewoon zo. Koen beschrijft meneer Joost
als: ‘die man was in een woord GEWELDIG!’
Meneer Joost had dezelfde interesses als Koen
zoals: theater en musical. Koen heeft veel
herinneringen aan zijn jeugd op de basisschool.
Eentje die hem altijd bij zal blijven is het zacht
zand maken in de zandbak. ‘Daar heb ik veel tijd
aan besteed.’
Wat zegt Friso over Koen?
Ik ben nu 5 jaar bevriend met Koen. Ik heb hem
leren kennen op de middelbare school. Koen is
altijd heel gezellig en druk geweest. Hij had altijd
veel praatjes. In die 5 jaar dat ik hem nu ken is hij
ook niets verandert.
Wat denkt Sharon over Koen?
Ik heb Koen op de middelbare school leren
kennen. Hij viel meteen op in de groep. Hij was
altijd heel grappig. Door hem was zelfs wiskunde
altijd heel leuk. Samen hebben we het nog altijd
even leuk. Ik ga nog steeds elke dag graag met
hem naar school.
18
Amerika. Ik ben twee keer in Amerika geweest.
Een keer in Orlando en een keer in New York.
Voor mij is het reizen naar zulke steden in zo’n
toonaangevend land een grote stap om de wereld
verder te leren kennen. Hoewel Amerika ook een
westers, vooruitstrevend land is zijn de verschillen
tussen Amerika en Nederland toch erg groot.
Bokhoven. Mijn familienaam is voor mij ook erg
belangrijk. Zo weet ik wie er bij mij hoort, van wie
ik afstam en waar mijn wortels liggen. Zo weet ik
dat hoogstwaarschijnlijk mijn voorouders uit het
plaatsje Bokhoven kwamen.
Carry Slee. Ik hou erg van lezen en Carry Slee was
een van mijn jeugdhelden om haar boeken. Hierin
werden zulke actuele onderwerpen aangesneden
en op een vlotte manier verteld dat de boeken erg
aantrekkelijk zijn om op jonge leeftijd te lezen.
Drunen. Drunen is het plaatsje waar ik als sinds
mijn geboorte woon. Geboren en getogen kunnen
we zeggen. Hoewel ik in het naastgelegen dorp
Waalwijk in het ziekenhuis ben geboren. Drunen
vind ik een erg leuk dorpje waar ik me echt thuis
voel.
Efteling. De Efteling is voor mij ook een belangrijk
cultureel aspect. Het is natuurlijk het meest
toonaangevende attractiepark van Nederland.
Voor mij ligt het erg dicht in de buurt. Zodoende
heb ik sinds mijn tweede levensjaar een
abonnement en kom ik er met enige regelmaat. Ik
ben er als het ware mee opgegroeid.
Feest. Feesten zijn voor mij een erg goed
voorbeeld van mijn cultuur. Nederlandse feesten
zoals carnaval en Koninginnedag zijn daar echte
voorbeelden van die ik ook als een echte
Nederlander vier. Maar verder ook sinterklaas is
hier een goedvoorbeeld van.
Greased. Musical waarin ik afgelopen jaar heb
gespeeld vanuit mijn middelbare school. Voor mij
is dit cultuur omdat ik hierin erg met toneel, dans
en zang ben bezig geweest. Cultuur is voor mij een
groot deel toneel en musical. Hier ben ik zelf erg
geïnteresseerd.
Tijdens musical Greased
’s-Hertogenbosch. Voor mij is ’s-Hertogenbosch,
oftewel Den Bosch dé stad. Dit komt omdat ik hier
al van kids af aan kwam. Als we naar “de stad”
gingen bedoelde mijn moeder Den Bosch. Hier
gingen we dan lekker wat winkelen of gewoon
gezellig heen. En nu kom ik er haast elke dag
omdat mijn school er gevestigd is.
Internet. Internet is erg bepalend voor deze
generatie, ook voor mij. Door middel van internet
kom ik aan muziek, films, hou ik contact met
vrienden, deel ik ervaringen. Internet is niet meer
weg te denken voor mij uit het dagelijks leven.
Jezus. Voor mij hoort Jezus bij mijn cultureel
alfabet omdat ik Christelijk ben opgevoed. Ik ben
gedoopt, heb mijn communie gedaan en ben
19
gevormd. Vanuit mijn communie ben ik in het
kinderkoor van de H. Lambertuskerk in Drunen
gerold en vanuit daar weer in het Tienerkoor.
Toen ik de baard in de keel kreeg was dit helaas
heel snel passé.
Kröller Müller. Ik heb vijf jaar lang op de HAVO
tekenen gehad. De laatste 3 jaar werd het een
keuze vak, met in de laatste twee jaar als profiel
vak. Hierin kregen we ook veel kunstgeschiedenis.
Hiervoor bezochten we ook veel musea in binnen
en buitenland om werk te bezichtigen en bezig te
zijn met kunst voor o.a. verslagen en scripties. Het
Kröller Müller was een van de eerste musea
waarin we echt bezig waren met kunst te
onderzoeken en om er een scriptie van te maken.
Dit was voor mij in het vierde jaar, dus waarin ik
tekenen als een profiel vak koos. Sinds toen ben ik
meer geïnteresseerd geraakt in kunst. Omdat ik
sinds die twee jaar kunstgeschiedenis besef dat
kunst meer is als alleen wat verf op een doek.
Architectuur, beelden, schilderijen, abstract,
gevormd of juist geruïneerd zijn allemaal
voorbeelden wat er door de jaren heen is gebeurd
op kunsthistorisch gebied.
Strak in het pak voor gala
LSD. Laatste School Dag. Daar ben ik mijn hele
laatste school jaar aan de havo mee bezig
geweest. Met de LSD voeren een groep
laatstejaars van HAVO en VWO een grote revue
op voor de rest van de 1600 leerlingen en leraren.
Voor mij was dit een erg duidelijk stuk cultuur
omdat ik erg veel met toneel en dans bezig ben
geweest. Verder hielt de LSD de gehele laatste
schooldag in, dus ook het gala van alle laatsejaars.
Een dag en periode van het werken ernaartoe
waar ik met heel veel plezier aan terug denk.
Musical. Musical is voor mij erg breed. Dat is niet
alleen het in de zaal zitten en een voorstelling
bekijken. Maar ook zelf in een musical spelen en
de muziek ervan lusiteren. Vooral de muziek is
voor mij erg belangrijk omdat ik veel musical
nummers luister. Veel muziek wordt nu ook
vertaald omdat in veel Nederlandse top
producties de nummers vanuit het engels naar het
Nederlands worden vertaald.
New York City. Hier ben ik twee jaar geleden
geweest met het hele gezin. Een geweldige stad
die al erg lang bovenaan mijn lijstje stond van
plekken in de wereld die ik graag zou willen zien.
Ik in New York City
20
Echt een geweldige ervaring die me voor altijd bij
zal blijven. Al die mensen, al die culturen en al die
verschillende plekken in een stad. Echt zoveel
indrukken en ervaringen komen dan in een week
op je af. Je wordt overspoeld met al die mooie
dingen die zo’n wereldstad te bieden heeft.
d’Oultremontcollege. Het d’Oultremontcollege
is voor mij een groot stuk van mijn jeugd geweest,
ik heb er 5 jaar op de havo gezeten. Het is voor
mijn woonplaats Drunen een van de kern
begrippen, de enigste middelbare school.
Mijn eindexamenklas op het d’Oultremontcollege
Pabo. Een opleiding die me gaat maken tot wat ik
hoop te worden: een goede leraar. Weer een
nieuwe fase in mijn leven. Een manier om nieuwe
mensen te leren kennen, verder volwassen te
worden.
Q-music. Radiozender Q-music staat bij ons thuis
erg vaak aan. Lekker Nederlands maar met de top
40 muziek waar ik van hou. Muziek vind ik erg
leuk om van alles mee te doen; gewoon luisteren,
zingen en dansen.
Renesse. De vakantie die ik met vier vriendinnen
heb gehad afgelopen zomervakantie. Voor mij
was dit niet erg veel culturele dingen bezichtigen
maar meer het Zeeuwse uitgaansleven
beoordelen.
Met vrienden in Renesse
Stedelijk Museum voor Actuele Kunsten
(S.M.A.K.). Dit museum heb ik in 5 HAVO met mijn
kunstklas bezocht tijdens een tweedaagse
excursie naar Gent. Dit was voor mij een van de
mooiste musea. Dit omdat er, zoals de naam ons
al verklapt, erg veel actuele kunst te bewonderen
is. Ik interesseer me erg in actuele kunst omdat
hier, na mijn mening, meer diepgang in zit. Kunst
van honderden jaren terug verteld verhalen,
mensen konden niet lezen en kunst werd gebruikt
voor het verkondigen van het verhaal van god. Ik
vind dat je in moderne kunst veel dingen terug
kunt halen die je zelf ook in je werkstukken kunt
gebruiken. Er worden vaak hedendaagse discussie
aan de orde gesteld en de draak gestoken met
verschillende onderwerpen, dat spreekt me aan.
Turkije. Turkije is een land waar ik al een aantal
vakanties heb doorgebracht met mijn gezin.
21
Heerlijk om daar vakantie te mogen en kunnen
houden. Je merkt daar ook meteen dat wij
Nederlanders een heel andere levenswijzen
hebben dan de mensen daar. Ook zie je in de
steden en op de markt dat ze op verschillende
gebieden nog ver achterlopen op onze westerse
leefgewoonten.
Uitgaan. Vrienden weer zien, met z’n allen
gezellig een drankje doen, nieuwe mensen leren
kennen. Dit zijn een aantal situaties waar ik als
eerste aan denk als ik aan uitgaan denk. Vooral
aan de mensen en de gezelligheid, het weerzien.
Zeker nu ik op een nieuwe school zit en allemaal
nieuwe mensen heb leren kennen. Ook omdat ik
dus veel mensen die ik eerst elke dag zag niet
meer zie. Maar door het uitgaan blijf ik toch nog
veel mensen zien,
gelukkig.
Vrienden. Vrienden zijn voor mij erg belangrijk.
Zij maken mij wie ik ben. Met mijn vrienden heb ik
ongelofelijk veel lol, maar ze kunnen me ook heel
serieus maken en laten zijn. Met mijn groepje van
vijf mensen zijn we helemaal op elkaar afgestemd,
dat geeft een heerlijk, vertrouwd gevoel.
Mijn vrienden en ik op Ardennekamp
Werken. Ik werk in de groentewinkel van mijn
ouders waar wij met het hele gezin ook boven
wonen. Omdat het bedrijf van je ouders is en je er
haast in woont wordt je als op jonge leeftijd met
het werk geconfronteerd. En wat is nou
makkelijker als lekker thuis kunnen werken bij je
ouders? Daarom sta ik elke zaterdag in de winkel.
Heb ik een keer een ochtend, middag of dagje vrij
en kunnen ze mijn hul goed gebruiken wordt ik
snel ingeroosterd.
Mijn vader in onze groentewinkel
Ys. Oftewel ijs. Ik vind ijs erg lekker en zodra het
weer het toelaat zal je mij al snel met een ijsje
zien. Heerlijk Italiaans schepijs, soft ijs of gewoon
lekker een waterijsje, alles gaat erin!
Zuiderling. Ik ben een echte zuiderling, een echte
Brabander. Dat echte Brabantse wat ik van huis
uit heb meegekregen. De gezelligheid en de
vrolijkheid die je bij onze noorderlingen niet vind,
vind ik een erg dierbaar goed.
22
Levensloop Mijn
23
24
“Levensbeschouwing, het leven beschouwen, dat
is niet iets wat je over je heen laat komen, het is
een activiteit.” De eerste zin uit de opdracht die
kreeg voor dit magazine, heb ik even uitgelicht.
Levensbeschouwing is niet iets dat je over je
heen laat komen. Eigenlijk ben je hier altijd mee
bezig. Een activiteit die altijd – vaak onbewust –
een rol speelt in wat men dagelijks doet.
Sommige mensen zijn hier heel duidelijk en
concreet in. Anderen zoeken hun hele leven lang
wat nou eigenlijk voor hun belangrijk is. Weer
anderen volgen erg direct de regels die hun
geloof voorschrijft en leggen zich hier bij neer.
Maar veranderen je levensopvattingen en
levensovertuigingen door de jaren heen? Of
blijven deze het zelfde naar mate je ouder
wordt? Ik heb drie mensen geïnterviewd
waardoor deze vragen meer duidelijk zullen
krijgen.
Allereerst hebben we vragen nodig die ik zou
kunnen stellen. Ik heb twee categorieën gemaakt
waaruit ik vragen zal stellen. De eerste is Liefde,
verliefd zijn en vriendschap, categorie twee is
Normen en waarden. Vervolgens heb ik mensen
nodig die ik zou kunnen interviewen. Ik zocht
mensen in drie categorieën: iemand onder de 12
jaar, iemand van mijn leeftijd en iemand tussen de
30 en de 50 jaar. Voor de persoon onder de 12
heb ik mijn broertje genomen. In de tweede
categorie, iemand van mijn eigen leeftijd, was de
keuze snel gemaakt: dat werd ikzelf. Voor de
persoon tussen de 30 en 50 jaar heb ik mijn
moeder genomen.
Ruud van Bokhoven, 12 jaar.
Voor iemand in de leeftijdscategorie van Ruud
zullen niet alle vragen overeen komen met de
vragen van de andere twee personen. Dit omdat
Ruud nog een kind is en niet elke vraag bij hem
van toepassing kan zijn.
Liefde, verliefd zijn en vriendschap
Hoe heb je jou vrienden leren kennen?
“De meeste vrienden die ik heb ken ik vanuit
school. Ze zitten en zaten bij mij in de klas. Omdat
ik nu naar de middelbare school ben heb ik weer
nieuwe vrienden leren kennen. Ook via de voetbal
heb ik erg veel vriendjes leren kennen” verteld
Ruud.
Hoe vaak zie je jouw vrienden?
“Op school elke dag, behalve dan in het weekend.
Maar zaterdag zie ik er weer heel veel op de
voetbalvereniging. Dus mijn vrienden zie ik
eigenlijk dagelijks wel.”
Levensbeschouwing, door de
jaren heen
25
Normen en waarden
Wat betekenen normen en waarden voor jou?
“Normaal met elkaar kunnen omgaan, respect
hebben voor elkaar.”
Heb je de zelfde waarden en normen als je ouders? “Wel een beetje, want ik heb ze van papa en mama geleerd en meegekregen.” Gelden er andere waarden en normen op school dan thuis? “Ja, dat wel”, verteld Ruud. “Op school mag ik bijvoorbeeld niemand slaan Thuis kan ik dat wel bij mijn broers.” Normen en waarden, een begrip met veel
betekenis, wat is voor jou de belangrijkste?
“Ik vind het niet fijn als mensen liegen. Dus ik denk dat niet liegen en respect hebben de twee beste normen en waarden zijn.” Veranderen normen en waarden volgens jou in de loop der jaren? Kijk je anders tegen normen en waarden als wanneer je jonger bent en wanneer je ouder wordt? Hier denkt Ruud even over na. “Ik denk het wel, want ik ben er nu nog niet zo hel erg mee bezig. Als je ouder wordt veranderd bijna alles, dus normen en waarden waarschijnlijk ook wel.”
- Koen van Bokhoven, 17 jaar -
Liefde, verliefd zijn en vriendschap:
Hoe heb je jou vrienden leren kennen?
“Ik heb mijn vrienden op veel verschillende plaatsen leren kennen. Maar de meeste ken ik vanuit school. Ik heb vrienden vanuit de basisschool, de middelbare school en ook vanuit de pabo”, verteld Koen. “Op de middelbare school kwam dat doordat we verschillende klassen door de jaren heen kregen. Ook door clusteruren en meedoen aan buitenschoolse activiteiten heb ik meer vrienden gemaakt.
Ken je jou vrienden al lang? “De vrienden die ik aan de basisschool heb overgehouden ken ik al erg lang. Al sinds groep 3 zijn Siobhan en Linda mijn beste vrienden. Na twaalf jaar kan ik het nog super met ze vinden.
Andere vrienden die ik op de basisschool had zie
ik niet veel meer. Die vriendschappen zijn door je
jaren heen verwaterd. Op de middelbare school
zijn er weer vrienden bij gekomen die ik nog
regelmatig zie. De vrienden die ik via de pabo heb
gemaakt ken ik nog niet zo lang maar zie ik wel
dagelijks. Omdat je samen de zelfde opleiding
doet en iets doet waar je zelf voor gekozen hebt
geef vrijwel direct een band.”
Hoe hecht ben je met jou vrienden?
Koen verteld dat hij erg hecht is met zijn vrienden. Hij kan echt alles bespreken met zijn groepje van
26
vijf: Siobhan, Linda, Kristy en Renate, met hijzelf er nog bij. In de loop der jaren is er tussen deze
groep een erg hechte band opgebouwd. “Niets is
raar, alles kan verteld worden en bovendien is er
altijd gruwelijk veel lol!” aldus Koen.
Wanneer had je je eerste liefde?
Zijn eerste, echte liefde had Koen zo’n ander half
jaar geleden. En natuurlijk kan hij zich deze nog
goed herinneren. “Het was erg fijn om op die
manier met iemand samen te zijn. Maar het was
helaas niet voor altijd bestemd.” Achteraf maar
beter zo, filosofeert Koen. Om al vanaf je vijftiende
al aan iemand vast te zitten lijkt hem ook niet alles.
Denk je dat de ware liefde bestaat?
“Ik geloof niet dat er maar één enkele ware is
waarmee je gelukkig zou kunnen worden. Dit vind
ik zo’n achterhaald concept. In de realiteit werkt
het ook niet. Als we zien hoeveel mensen er
tegenwoordig scheiden is er niet meer in te
geloven. Of zouden al deze mensen niet de ware
gevonden hebben? Nee, ik denk niet dat de enige
echte ware bestaat. Er zijn er meerder waarmee
iemand gelukkig kan worden.”
Normen en waarden
Wat betekenen normen en waarden voor jou?
“Normen en waarden zijn een erg belangrijk begrip.
Onopgemerkt ben je toch bezig met wat voor jou
belangrijke waarden zijn. Zeker als je voor de klas
staat moet je hier mee bezig zijn. Dit is omdat je
verschillende normen en waarden op kinderen over
moet brengen. Opvoeden is een stukje normen en
waarden aanleren. Als leraar ben je niet alleen
bezig met kinderen leerstof aan brengen, maar ook
met een stukje opvoeding.”
Heb je de zelfde waarden en normen als je ouders?
“Ik denk dat je normen en waarde erg afhankelijk
zijn van de plek die je inneemt in de maatschappij.
Ik ben nog een student en mijn ouders werken al
heel wat jaartjes. Dus zij zullen op verschillende
gebieden erg anders tegen situaties aankijken.
Maar veel normen en waarden zullen nog zeker wel
gelijk zijn. Zoals het liegen over dingen, dit
accepteren we beide niet.”
Gelden er andere waarden en normen op school
dan thuis?
Hier moet Koen even over nadenken. “Meestal
wel”, is zijn conclusie. “Op school mag je
bijvoorbeeld niet slaan. Maar als je vader zegt dat
je terug mag slaan als iemand jou slaat is er een
verschil tussen de normen en waarden op school en
thuis. Maar niet dat ik daar in zeker in last van
had.”
Om al vanaf je vijftiende al
aan iemand vast te zitten lijkt
hem ook niet alles
Normen en waarden, een begrip met veel betekenis,
wat is voor jou de belangrijkste?
“Liegen vind ik een verschrikkelijke eigenschap. Dus
deze zou ik ook niet graag bij iemand terug zien.”
Veranderen normen en waarden volgens jou in de
loop der jaren? Kijk je anders tegen normen en
waarden als wanneer je jonger bent en wanneer je
ouder wordt?
Hier is Koen heel duidelijk in, “Zeker, ik denk dat je
door de jaren heen, door alles wat je meemaakt,
anders tegen situaties aan gaat kijken. Maar ook
omdat je in een andere levensfase terecht komt.
Van student in werknemer en later als vutter. Zo zal
je in elke drie de fase een aantal dezelfde normen
en waarden hebben, maar ook normen en waarden
die veranderen.
- Marjolein van Bokhoven, 44 jaar –
Liefde, verliefd zijn en vriendschap:
Hoe heb je jou vrienden leren kennen?
“Via het uitgaan, de tennis, via school en door mijn
man. Dus op veel verschillende plekken. Maar dat is
ook logisch, zo door de jaren heen.”
Hoe hecht ben je met jou vrienden?
“Erg goed bevriend”, verteld Marjolein. “We zien
elkaar regelmatig, gezellig bij elkaar op de koffie,
27
met verjaardagen en andere gelegenheden. Er is
een erg goede band met z’n allen. Ja, met zijn allen
want we zitten in een carnavals groep: Fios Denzo.
Deze groep bestaat al 25 jaar, dus we kennen
elkaar door en door. Een hechte groep is het
geworden.” Fios Denzo, een vreemde naam maar
niet zonder betekenis maakt Marjolein ons
duidelijk. Feesten Is Ons Streven, Dag En Nacht
Zondags Ook. Fios Denzo. En Fios Denzo zijn niet
alleen de ouderen, tegenwoordig zijn we aardig
uitgebreid. Ouders en kinderen, het is een gezellige,
grote groep geworden.
Feesten is ons streven, dag en
nacht zondags ook
Wanneer had je je eerste liefde? Kun je die nog
herinneren?
In de eerste instantie reageert Marjolein een beetje
lacherig. “Het was ergens op de middelbare school,
maar dat is ook allemaal zo lang geleden. Beetje
vage herinneringen zijn het nog maar.”
Denk je dat de ware liefde bestaat?
Hierop is een volmondig ja het antwoord. “Daarom
ben ik ook al ruim 21 jaar getrouwd.´
Normen en waarden: Wat betekenen normen
en waarden voor jou?
“Erg veel. Normen en waarden zijn erg belangrijk.
Zo’n goede band bijvoorbeeld met onze vrienden
krijg je alleen door goede normen en waarden. In
de groep heeft iedereen die, daarom klikt het ook
allemaal zo goed tussen iedereen.
Heb je de zelfde waarden en normen als je ouders?
“Ja bijna wel, vanuit je ouders krijg je je eigen
normen en warde mee. Natuurlijk is het zo dat
tijden veranderen, en de normen en waarden
veranderen beetje bij beetje mee. Maar dat neemt
niet weg dat veel normen en waarden van vroeger
nog steeds belangrijk zijn en worden na gestreefd.
Normen en waarden, een begrip met veel betekenis,
wat is voor jou de belangrijkste?
“Respect voor elkaar hebben”, zegt Marjolein kort
en bondig. “Zonder respect voor elkaar kom je
nergens.
Veranderen normen en waarden volgens jou in de
loop der jaren? Kijk je anders tegen normen en
waarden als wanneer je jonger bent en wanneer je
ouder wordt?
“Natuurlijk veranderen normen en waarden in de
loop der tijd. Als je ouder bent worden normen en
waarden nog veel belangrijker dan wanneer je nog
jong en onbezonnen was.
28
Er zijn verschillende manieren om een
professionele houding uit te stralen. Zo is dat je
eigen houding en de manier waarop je op situaties
reageert. Maar ook kleding bepaald een zeer groot
deel van je houding. Sta je in een joggingpak met
Nike Air Max eronder voor de klas of heb je een
netjes en verzorgd overhemd aan op een lange
spijkerbroek. Zijn er duidelijke verschillen in de
drie hoofdcategorieën op het gebied van kleding;
studie, werk en vrijetijd, of zijn deze juist erg nauw
met elkaar verweven?
Kleding voor je werk is op
verschillende manieren op te
vatten. Kleding die je draagt
is erg afhankelijk van de
beroeps keuze van de
persoon. Werk je bij de bank
of een andere instelling met
een nogal officiële
uitstraling, dan is meestal
een pak van belang. Maar
wanneer je in de bouw werkt
is een pak wel het laatste
wat men aan zou trekken.
Voor mij geldt dat ik later in
een beroep terecht kom
waar kleding naar mijn
mening wel een grote rol
speelt. Althans op het gebied
van aanzien. Om het
voorbeeld uit de inleiding
terug te halen: wordt je serieus genomen als je in
een vaal joggingpak met Nike Air Max eronder voor
de klas staat? Ik denk van niet. Leuk voor thuis op
de bank, maar om zo op je werk te verschijnen en
voor kinderen een voorbeeld functie te zijn is niet
mijn ideaal beeld. Maar om in een driedelig pak
voor de klas te staan is ook weer teveel van het
goede en totaal overbodig. Daarom sluit het plaatje
hier aan de linker zijde ook niet aan op het beeld
dat ik voor me heb als ik bedank wat ik aantrek als
ik naar mijn werk ga.
Sta je in een joggingpak met
Nike Air Max eronder voor de
klas, of heb je een netjes en
verzorgd overhemd aan
Maar hoe zou ik dan wel voor de klas staan?
Misschien is het goed om te bekijken wat ik wil
uitstralen als ik voor de klas sta en daar mijn
kleding op aan te passen. Ik wil open staan voor de
kinderen, voor hun ouders en voor collega’s. Dus
door niet totaal in het zwart gekleed te gaan
probeer ik deze openheid uit te stralen. Ook sociaal
en enthousiasme uitstralen moet je in het vak van
leraar niet vergeten. Kleur toevoegen aan de
kleding voor je werk is daarom zeker niet verkeerd.
De afbeelding hieronder aan de rechterkant laat
zien hoe je er netjes uit kan zien. Natuurlijk is een
hoofddeksel in elke vorm niet van toepassing in de
klas. Maar in zulke kleding kun je ook gewoon op je
studie verschijnen. Want juist studie en werk zijn
op de pabo nauw met
elkaar verweven. Ik beide
gevallen moet je netjes en
representatief verschijnen.
Hoewel dit op een
basisschool nog net wat
belangrijker is omdat je dan
terug valt in die voorbeeld
functie.
Maar waar let je bij een
kledingkeuze eigenlijk op?
Voor een man is dit minder
moeilijk dan voor een
vrouw in het onderwijs. Als
ik de regels zou opstellen
29
zou ik voor mannen weinig dingen kunnen vinden
die echt niet zouden kunnen. Ik vind een tanktop
niet iets waarmee je als man voor de klas gaat
staan. Verder vind ik ook slippers uit den bozen.
Natuurlijk is het fijn als de wind lekker tussen je
tenen door glijdt, maar ik vind het geen goed
schoeisel om in te gaan werken. Maar een korte
broek vind ik wel kunnen in de zomer. Bij vrouwen
is de kwestie weer een tikkeltje anders. Bij onze
vrouwelijke collega’s gaat het vooral over wat ze
wel en niet kunnen laten zien. Te ver uitgesneden
shirtjes, mini rokjes, te korte hemdjes. Natuurlijk
zijn het ook kwesties van smaak, maar die verschilt
bij iedereen. Dus wat de een lichtelijk ordinair vind
is voor de ander juist erg smaakvol. En in die
kwesties is moeilijk een richtlijn aan te geven. Maar
naar mijn mening weet een pabo student harstikke
goed wat ze wel en niet aan kan als ze voor de klas
staat.
Dan is er ook nog de kleding die je in je vrijetijd
draagt. Oftewel, kleding die je zelf mooi vind, die
lekker zit, waar je jezelf helemaal in thuis voelt.
Deze kan totaal anders zijn als wat je op school
draagt. Dit omdat je buiten school redelijk
extravagant bent. Of omdat je juist niets te maken
wil hebben met school in het weekend, dat die
grenzen goed zichtbaar zijn. Voor mij verschilt
kleding van werk, vrije tijd en studie niet veel. Ik zal
me altijd zo kleden dat er in alle drie de situaties
geen situaties voor zullen doen waardoor men zou
kunnen zeggen dat ik me zou moeten omkleden.
Maar kan ik me zo blijven kleden? Natuurlijk niet.
Alle mannen die hier staan afgebeeld hebben
kleding aan die bij hun leeftijd past. Natuurlijk kun
je jezelf niet je hele leven volgens exact de zelfde
stijl kleden. In de loop der jaren ga je met je tijd
mee en waarschijnlijk veranderd je stijl ook
naarmate je ouder wordt. Deze kleding zou ik niet
op mijn veertigste nog dagen.
30
Wat is levensbeschouwing eigenlijk voor mij? Is
het mijn katholieke opvoeding? Dat ik in een God
geloof, zou alleen dat levensbeschouwing zijn?
Nee. Maar wat is het dan nog meer.
Geloofsovertuiging is alleen de godsdienst die je
uitoefent, dit is maar een deel van
levensbeschouwing. Normen en waarden
werden al in het interview genoemd. Net zo als
liefde en vriendschap. Als ik het zo bekijk bestaat
dat lange woord levensbeschouwing, uit allemaal
verschillende dingen. Waarschijnlijk dan dus ook
met enige samenhang zodat het onder een term
samen te noemen is: levensbeschouwing.
Het leven beschouwen. Hoe beschouwen we het
leven? Naar mijn mening door het leven te leven.
Alles eruit te halen wat er in zit, door altijd plezier
te hebben in de dingen die je doet. Natuurlijk zijn
er altijd dingen of gebeurtenissen die minder leuk
zijn en waarbij je je niet goed voelt. Maar just so
be it. Dat is ook levensbeschouwing. Hoe je tegen
dingen aankijkt. Blijf je altijd maar bij de pakken
neer zitten of probeer je alsnog dat positieve eruit
te halen. Er weer met een frisse blik tegen aan te
kijken en niet in de sleur te blijven hangen.
Levensbeschouwing is een term die je in een
groep kunt plaatsen maar ook voor ieder individu
apart. Er zullen altijd dingen zijn waar mensen het
zelfde over denken. Vaak zoeken deze mensen
elkaar dan op. Op het gebied van godsdiensten
doet men dit bijvoorbeeld in kerken en moskeeën.
Veel van jouw persoonlijke levensbeschouwing
hangt ook samen met je afkomst. Ik woon in
Nederland en wordt dus aardig vrij opgevoed. Ik
heb een hele andere levensbeschouwelijke visie
dan een meisje in Namibië dat niet naar school
kan en voor wie het elke dag weer een hele
prestatie is om deze door te komen zonder
kleerscheuren. Dit meisje zal een heel andere kijk
hebben op wat goed en slecht is, zal misschien
een andere godsdienst hebben en haar normen
en waarden zullen niet overal overeen komen met
de mijne. Achtergrond speelt ook een rol in hoe je
tegen het leven aankijkt. Zijn jouw ouders
katholiek, moslim of boeddhistisch neem jij vrijwel
zeker dit geloof over. Je ouders zullen je met dit
geloof opvoeden.
Just so be it. Dat is ook
levensbeschouwing.
Heb je eigenlijk wel alles zelf te kiezen? Nee,
eigenlijk niet. Je bepaalt niet zelf in welk land en
bij welke ouders wordt geboren. Je bepaalt niet
zelf het geloof waarmee je ouders je opvoeden.
Op latere leeftijd kun je je hier wel tegen afzetten,
maar je hebt de basis vanuit deze grondslag wel
meegekregen.
Levensbeschouwing is een dierbaar bezit dat ze
niet zomaar iemand afnemen. Je hebt je eigen
godsdienst, je eigen normen en waarden, je eigen
opvattingen, je eigen kijk op het leven, je eigen
invalshoeken. Levensbeschouwings is erg
belangrijk voor erg mens individueel, zo ook voor
mij.
Levensbeschouwing
Wat betekend het voor mij?
31
32
Recommended