View
0
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Rapportage EKO 2017 – juni 2018
Voorwoord
In de afgelopen anderhalf jaar heeft Stichting EKO nieuwe stappen gezet om het EKO keurmerk uit te
bouwen tot het meest brede verduurzamingskeurmerk voor alle schakels van de voedingsketen.
Met ingang van 01-01-2018 zijn er nieuwe inhoudelijke voorwaarden gepubliceerd waarin ook het
principe sociaal en eerlijk is ingevuld. Daarnaast is de ontwikkeling op gang gekomen van plusnormen
voor deelsectoren, die in samenwerking met de deelsectoren worden ontwikkeld. Voor een aantal
deelsectoren zijn de plusnormen in een afrondende fase.
Tevens is het governance-model van de organisatie aangepast aan deze ontwikkelingen. Dit om
enerzijds de verdere ontwikkeling van de normen ook in de toekomst organisatorisch adequaat te
regelen. En anderzijds om middels aanvullende inspecties en certificering de betrouwbaarheid van
het EKO-merk te handhaven.
De nieuwe richting die Stichting EKO hiermee is ingeslagen slaat aan, want het aantal licentiehouders
is in een jaar tijd gestegen van 994 naar 1.156. Dat is geheel te danken aan de aansluiting van
collectieve groepen (melkveehouders en varkenshouderij). We verwachten dat die ontwikkeling
veder zal doorzetten met de verdere ontwikkeling van collectieve EKO plusnormen per deelsector.
In dit verslag leest u over de belangrijkste stappen die gezet zijn in 2017 tot en met juni 2018 om de
verduurzamingsimpact van de biologische sector te stimuleren en te verhogen.
Namens het bestuur,
Bas Rüter
Voorzitter
Inleiding: de ontwikkelrichting van EKO
In 2010 zijn de regels voor biologische productie geharmoniseerd op Europees niveau en
ondergebracht in een Europese verordening. Dat is vervolgens tot uiting gebracht via een
gemeenschappelijk biologisch keurmerk. Dit werd vanaf 2012 verplicht:
Tot die tijd waren biologische producten in Nederland herkenbaar via het EKO-keurmerk, gebaseerd
op nationale wetgeving (publiek keurmerk) waarop door Skal werd gecontroleerd:
Met de introductie van het keurmerk met het groene blaadje, verviel formeel het EKO keurmerk als
publiek keurmerk. Dit keurmerk is vervolgens als privaat keurmerk ondergebracht bij de Stichting
EKO keurmerk. Met de wettelijke verplichting van het biologische EU-keurmerk vanaf 2012, kwam de
weg vrij om het EKO keurmerk in te zetten voor de innovatie en doorontwikkeling van biologisch
(boeren en handel & verwerking (en merkproducten)) en het certificeren van sectoren die niet onder
de wetgeving vallen (horeca en winkels).
In 2012 is de EKO certificering voor horeca van start gegaan, gevolgd door de EKO certificering van
biologische winkels in 2015.
In 2014 en 2015 zijn de EKO-codes voor landbouw en voor handel & verwerking ontwikkeld. Voor
deze categorieën geldt dat het biologische EU-keurmerk verplicht is om het EKO-keurmerk te krijgen.
Met de aanvullende EKO codes is de basis gelegd voor de brede EKO duurzaamheidsagenda die door
de licentiehouders in praktijk gebracht wordt. Vanaf 2017 zijn de licentiehouders gestart met
bepalen van ontwikkelonderwerpen die zij in praktijk (willen) brengen.
Onder meer vanuit het project Bioduurzaam en vanuit samenwerking met initiatieven uit de
deelsectoren is in het najaar van 2017 de ontwikkeling op gang gekomen van de ontwikkeling van
plus normen onder EKO. Daarmee zetten deze deelsectoren collectief concrete stappen vooruit,
waarmee de impact snel toeneemt en het vertrouwen van de consument in EKO versterkt kan
worden. Naast de specifieke normen voor de deelsectoren is een collectieve EKO code voor alle
licentiehouders ontwikkeld op het terrein van ‘sociaal & eerlijk’. Op productniveau start in 2019 een
extra eis voor negen ingrediënten die ook aan een gespecificeerd fair-trade certificering moeten
voldoen. In 2018 is het governance model tegen het licht gehouden in relatie tot de ontwikkeling van
collectieve plusnormen per deelsector en de controle en certificering.
Het EKO keurmerk heeft een grotere bekendheid bij de consument dan het groene blaadje1 en de
biologische sector hecht veel waarde aan dit keurmerk waarmee biologisch in Nederland ooit
begonnen is.
1 Ruigrok NetPanel – augustus 2017
Governance model
Het bestuur van Stichting EKO bestaat uit vertegenwoordigers uit de verschillende ketenschakels
(boeren, handel & verwerking en winkels), onder voorzitterschap van een onafhankelijke voorzitter.
De plusnormen per schakel en per deelsector worden ontwikkeld (en onderhouden) vanuit
initiatiefgroepen uit de betreffende schakels c.q. deelsectoren. Zij stellen in samenwerking met
Stichting EKO plusnormen op, die beoordeeld worden door de Technische Commissie. Het bestuur
stelt de plusnormen formeel vast. De verantwoordelijkheid voor de verdere doorontwikkeling van de
betreffende EKO codes blijft bij de initiatiefgroep of een daarvan afgeleide werkgroep.
Uitvoering van de EKO werkzaamheden zijn belegd bij Bionext, de ketenorganisatie van de
biologische sector.
Ambitie
De ambitie van de biologische sector2 met EKO is het om de biologische productie in Nederland te
innoveren en verder te ontwikkelen in de geest van de biologische waarden van ecologie,
gezondheid, zorg en eerlijkheid. Met EKO wil de biologische sector het keurmerk met de meest brede
duurzaamheidsambities zijn.
Licentiehouders
Stichting EKO heeft 5 typen licentiehouders:
2 De biologische sector is georganiseerd via Biohuis (boeren), BioNederland (handel & verwerking) en BioWinkelvereniging
(biologische speciaalzaken). Gedrieën vormen zij de biologische ketenorganisatie Bionext
� Boeren
� Handel & verwerking
� Merkhouders
� Winkels
� Horeca
Landgoed Marienwaerdt werd onlangs met drie horeca gelegenheden EKO
gecertificeerd
Tussen juni 2017 en juni 2018 heeft het aantal licentiehouders de volgende ontwikkeling
doorgemaakt:
Aantal licentie- en
certificaathouders
01-07-
2018
01-07-
2017 verschil verklaring
Boeren en
Tuinders
500
310
190 groei door ontwikkeling pluseisen per deelsector
Winkel
110
109
1
Horeca
39
36
3
Handel en
Verwerking (incl.
kleine
merkhouders)
443
477 - 34
Door verhoging jaarlijkse licentiebijdrage en het niet
willen/kunnen voldoen aan aanvullende eisen heeft een
aantal merkhouders opgezegd
Licentiehouders
met gebruik
keurmerk groot
60
58
2 Dit zijn de grote merkhouders
Licentiehouders
buitenland
4
4
-
Totaal
1.156
994
162
Ontwikkeling EKO normen
Belangrijk uitgangspunt van Stichting EKO-keurmerk is dat ondernemers vanuit eigen kracht en
mogelijkheden ‘kiezen’ op welke onderdelen zij stappen verder zetten in verduurzaming, aanvullend
op de Europese biologische regels. Stichting EKO keurmerk heeft hiertoe met de verschillende
ketenschakels een kader van 12 duurzaamheidsthema’s (zie afbeelding) opgesteld. Dit zijn thema’s
zoals ‘energie & klimaat’, ‘dierenwelzijn’, ‘biodiversiteit’ maar ook zaken als ‘transparantie’ en
‘sociaal & eerlijk’. Aanvankelijk moesten EKO licentiehouders (van boer tot winkel), elk jaar twee
verbeterdoelen stellen binnen de EKO thema’s.
In 2017 heeft stichting EKO keurmerk besloten om op zowel proces- als productniveau het EKO
keurmerk een duidelijker lading te geven.
1. de inhoudelijke uitwerking van de EKO code wordt per ketenschakel (boeren, handel &
verwerking, winkels, horeca) concrete invulling gegeven. Binnen de boeren wordt dit per
deelsector (bv. melkveehouderij, akkerbouw, varkenshouderij etc.) uitgevoerd. De concreetheid
zit in het feit dat er per deelsector collectieve plusnormen worden vastgesteld, die haalbaar zijn
voor alle leden van de deelsector, daadwerkelijk impact hebben op verdere verduurzaming en
controleerbaar zijn.
Voor de volgende deelsectoren worden de plusnormen dit najaar vastgelegd:
1. Bio melkveehouderij en zuivel
2. Bio varkenshouderij en varkensvlees
3. Bio akkerbouw & vollegronds groenten
Drie deelsectoren hebben zich gemeld om plusnormen te ontwikkelen:
1. Bio geitenhouderij en geitenproducten
2. Bio glastuinbouw en glastuinbouw producten
3. Bio pluimveehouderij en ei (producten)
2. Op het thema ‘sociaal en eerlijk’ dienen EKO licentiehouders een aantal gedragsregels na te
leven in de omgang met werknemers en de samenwerking met ketenpartijen3. Onderdeel
hiervan is ook dat Stichting EKO keurmerk een ombudspersoon aanstelt die in geval van klachten
bemiddelend kan optreden.
3. Op productniveau geldt vanaf 2018/2019 een aantal specifieke voorwaarden4. Zo geldt voor een
aantal (inheemse) versproducten de eis dat hierin minimaal 80% EKO gecertificeerde
grondstoffen verwerkt moeten zijn: “EKO er op = EKO er in”. Voor een aantal producten en
ingrediënten afkomstig van buiten de EU, geldt dat deze moeten beschikken over een erkend
sociaal label.
Ontwikkeling controle en certificering
In 2018 en 2019 worden de eerste initiële inspecties uitgevoerd bij de EKO melkveehouderij
bedrijven en de EKO varkenshouderij. Tevens vinden in 2018 en 2019 de eerste audits plaats bij de
verwerkende schakels van de zuivel en de varkenshouderij om te borgen dat producten met een EKO
keurmerk afkomstig zijn van EKO gecertificeerde boerderijen.
De controles voor de drie deelsectoren zuivel, varkenshouderij en akkerbouw start dit najaar en
wordt dit najaar verder ingericht voor uitrol in 2019. De reden dat de borging nog niet volledig
ingericht is, is enerzijds afstemming met de betreffende deelsectoren hierover en anderzijds het
wachten op een besluit van Skal om private controles t.b.v. EKO uit te voeren. Dit besluit wordt in
september verwacht.
Volgend jaar worden voor alle overige deelsectoren collectieve plusnormen vastgesteld en in de
certificering en borging van EKO opgenomen. Alle EKO-licentiehouders kunnen individuele
ontwikkelpunten toevoegen aan hun website profiel.
Transparantie en website
Op de website www.eko-keurmerk.nl stellen EKO licentiehouders hun bedrijfsprofiel in en geven ze
aan wat hun EKO verbeterdoelen zijn.
Op 31 juli 2018 is onze vernieuwde website live. Daarin wordt per schakel en deelsector aangegeven
wat de geldende EKO plusnormen zijn (voor zover op dat moment nader uitgewerkt). Een website
bezoeker kan zien wat de plusnormen zijn van de EKO biowinkels, de EKO horeca, de EKO-
melkveehouders en de EKO varkenshouders. Van elke EKO deelnemers is het duidelijk wat zijn
verplichte pluspunten zijn. Deze zijn namelijk gelijk aan de verplichte EKO plusnormen voor zijn
betreffende deelsector.
Dit najaar worden de collectieve plusnormen voor de EKO akkerbouwers aan de webprofielen van
EKO akkerbouwbedrijven toegevoegd.
Campagne
Vanaf oktober 2018 gaan we ook de consument volop informeren over het nieuwe EKO. De
kernboodschap van de meerjarige campagne is “Als je EKO koopt, dan weet je dat het goed zit”,
vertaald in de pay-off ‘Eten met Toekomst’.
3 Deze zijn vastgelegd in de inhoudelijke voorwaarden: zie website www.eko-keurmerk.nl: Inhoudelijke Voorwaarden voor
gebruik EKO-keurmerk, paragraaf 1.4 4 Dit is vastgelegd in de inhoudelijk voorwaarden: zie website www.eko-keurmerk.nl: Inhoudelijke Voorwaarden voor
gebruik EKO-keurmerk, hoofdstuk 3
De EKO-licentiehouders vertellen hoe zij het verschil maken op duurzaamheid, dierenwelzijn en
sociaal en eerlijk en hoe ze blijven streven naar het hoogst haalbare op deze terreinen.
De campagne start met de EKO-week, van 8-14 oktober 2018, die door alle licentiehouders ingezet
kan worden, met een speciale nadrukkelijke rol voor de consumentenkanalen bij speciaalzaak en
horeca.
De betekenis van het EKO keurmerk samengevat
Voor de consument laat Een EKO gecertificeerd product zien dat dit volgens de biologische richtlijnen
is geproduceerd, aangevuld met een aantal extra eisen t.a.v. duurzame productie. Daarmee vormen
EKO producten in onze ogen de meest brede duurzame keuze voor de consument. Dit is inclusief de
sociale component waarmee EKO laat zien dat ‘eerlijke handel’ ook in Nederlandse productieketens
betekenis kan hebben.
Recommended