Wat zeggen deze stenen?

Preview:

Citation preview

WelkomVoorgangers

eigen gemeenteleden Organist dhr de Harder

Thema: “ Wat zeggen deze stenen?”

VDD ELB 218Samen in de naam van Jezus

Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot

Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot

Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot

Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot

Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot

Samen in de naam van Jezus (EL 218) t. & m. C.A.E. Groot

WelkomVoorgangers

eigen gemeenteleden Organist dhr de Harder

Thema: “ Wat zeggen deze stenen?”

P 136 – 1, 2, 10, 13Looft de Heer want Hij is goed

Psalm 136 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

Psalm 136 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

Psalm 136 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

Psalm 136 (LvdK) t. J.W. Schulte Nordholt, J. Wit; m. Genève 1562

Stil gebedVotum en groet

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Inleiding.

P 77 – 4, 6God, op wat Gij eens verrichte

Psalm 77 (LvdK) t. K. Heeroma; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 77 (LvdK) t. K. Heeroma; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 77 (LvdK) t. K. Heeroma; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 77 (LvdK) t. K. Heeroma; m. 1543 / Genève 1551

Verootmoedigingsgebed,ELB 308 – 1, 3

Doorgrond mijn hart

Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

Doorgrond mijn hart (EL 308) t. J. de Heer; m. Maori

Genadeverkondiging En gebod des Heren uit Efeze

P 67 – 1God zij ons gunstig en genadig

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551

Gebed om de Heilige Geest en de opening van het Woord

Kinderlied ELB 479Zoals klei in de hand

'Zoals klei in de hand van de pottenbakker,Zo ben jij in mijn hand,' zegt de HEER.

'Zoals klei in de hand van de pottenbakker,zo maak Ik jou een vat tot mijn eer.'

Kneed mij, Here God,ook als het soms wel eens pijn doet.

Kneed mij, Here God,U weet precies hoe ik zijn moet.

Zoals klei in de hand van de pottenbakker,

zo ben ik in uw handen, o Heer,Zoals klei in de hand van de pottenbakker,

zo maakt U mij een vat tot uw eer.Kneed mij, Here God,

'k wil mij opnieuw aan U geven.Kneed mij, Here God,

U maakt iets moois van mijn leven.

Wij gaan,Tot straks!!

Lezen: Jozua 3: 1 – 4:9De doortocht door de Jordaan

31 Toen stond Jozua 's morgens vroeg op. Zij braken op uit Sittim en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de Israëlieten. En zij overnachtten daar voordat zij

overstaken.2 En het gebeurde na verloop van drie dagen dat de beambten door het midden van het kamp gingen

3 en het volk geboden: 

Wanneer u de ark van het verbond van de HEERE, uw God, ziet, en de

Levitische priesters die hem dragen, moet ú vanaf uw plaats opbreken en hem volgen. 4 Er moet echter een afstand zijn

tussen u en de ark van ongeveer tweeduizend el lengte. U mag er

niet dichter bij komen, opdat u de weg zult weten die u moet gaan,

want u bent die weg niet eerder  gegaan.

5 Verder zei Jozua tegen het volk: Heilig u, want morgen zal de HEERE wonderen doen in uw

midden.6 En tegen de priesters zei Jozua: Neem de ark van het verbond op

en ga voor het volk uit. Toen namen zij de ark van het verbond

op en gingen voor het volk uit.7 Want de HEERE had tegen

Jozua gezegd:

Deze dag zal Ik beginnen u groot te maken voor de ogen

van heel Israël, opdat zij weten dat Ik met u zijn zal zoals Ik

met Mozes geweest ben.8 En ú moet de priesters die de

ark van het verbond dragen, gebieden: Zodra u aan de rand van het water van de Jordaan

komt, sta dan stil in de Jordaan.

9 Toen zei Jozua tegen de Israëlieten: Kom hierheen en

luister naar de woorden van de HEERE, uw God.

10 Vervolgens zei Jozua: Hierdoor zult u weten dat de levende God

in uw midden is en dat Hij de Kanaänieten, de Hethieten, de

Hevieten, de Ferezieten, de Girgasieten, de Amorieten en de

Jebusieten geheel

en al van voor uw ogen zal verdrijven.

11 Zie, de ark van het verbond van de Heere van de hele aarde gaat voor u uit de Jordaan in.12 Nu dan, neem voor u twaalf mannen uit de stammen van

Israël, uit elke stam één man.13 Want het zal gebeuren, 

zodra de voetzolen van de priesters die de ark van de

HEERE, de Heere van de hele aarde, dragen, in het water van de Jordaan komen, dat het water van

de Jordaan afgesneden wordt, namelijk het water dat van

bovenaf vloeit; het zal blijven staan als een dam.

14 En het gebeurde, toen het volk uit zijn tenten opbrak om de

Jordaan over te steken,

dat de priesters de ark van het verbond droegen, voor het volk

uit.15 En zodra de dragers van de ark tot aan de Jordaan kwamen, en de voeten van de priesters die de ark droegen, in het water gedompeld waren, aan de rand van het water – de Jordaan was helemaal buiten zijn oevers getreden  al de dagen

van de oogst –

16 bleef het water dat van bovenaf kwam, staan. Het bleef staan als een dam heel ver weg

bij de stad Adam, die naast Sarthan ligt. En het water dat naar de zee van de Vlakte, de Zoutzee, stroomde, verdween;

het werd afgesneden. Toen stak het volk over, tegenover

Jericho.

17 Maar de priesters die de ark van het verbond van de HEERE droegen, stonden op het droge, in het midden van de Jordaan, onbeweeglijk. En heel Israël stak over op het droge, tot

heel het volk het oversteken van de Jordaan voltooid had.

De twaalf gedenkstenen

41 En het gebeurde, toen heel het volk het oversteken van de Jordaan voltooid had, dat de

HEERE tegen Jozua zei:2 Neem voor u twaalf mannen uit het volk, uit elke stam één

man,

3 en gebied hun: Neem van hier uit het midden van de Jordaan, van de

plaats waar de voeten van de priesters staan, voor uzelf twaalf stenen op. Neem ze met u mee

naar de overkant en leg ze neer in het kamp waar u deze nacht gaat

overnachten.4 Daarop riep Jozua de twaalf

mannen die hij had laten aanstellen uit de Israëlieten, uit

elke stam één man,

5 en Jozua zei tegen hen: Ga voor de ark van de HEERE, uw God, uit naar het midden van de Jordaan. En laat ieder voor

zich een steen op zijn schouder heffen, volgens het

aantal stammen van de Israëlieten,

6 zodat dit een teken is onder u.

Wanneer uw kinderen morgen vragen zullen: Wat betekenen

deze stenen voor u?7 dan moet u tegen hen zeggen dat het water van de Jordaan werd afgesneden voor de ark

van het verbond van de HEERE. Toen hij door de Jordaan ging, werd het water van de Jordaan

afgesneden. Daarom zullen deze stenen

voor de Israëlieten tot een gedenkteken zijn tot in

eeuwigheid.8 De Israëlieten deden zoals

Jozua geboden had. Zij namen twaalf stenen op uit het midden van de Jordaan, zoals de HEERE

tegen Jozua gezegd had, volgens het aantal stammen van de Israëlieten; en zij namen ze met zich mee naar de overkant,

naar het kamp, en legden ze daar neer.

9 Jozua richtte ook twaalf stenen op in het midden van de Jordaan, op de plaats waar

de voeten van de priesters hadden gestaan die de ark van het verbond droegen. Ze zijn

daar tot op deze dag.

Tekst is 4:6b en 7: Wanneer uw kinderen morgen vragen

zullen: Wat betekenen deze stenen voor u? 7 dan moet u tegen hen zeggen dat het water van de Jordaan werd afgesneden

voor de ark van het verbond van de HEERE. Toen hij door de Jordaan ging,

werd het water van de Jordaan afgesneden. Daarom zullen deze stenen voor de Israëlieten tot een gedenkteken

zijn tot in eeuwigheid.

P 93- 1, 4De Heer is Koning,

Psalm 93 (LvdK) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1562

Psalm 93 (LvdK) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1562

Psalm 93 (LvdK) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1562

Psalm 93 (LvdK) t. W.J. van der Molen, J. Wit; m. Genève 1562

Wat zeggen deze stenen?

G 285 – 2, 3Geeft vrede Heer, geef vrede

Geef vrede, Heer, geef vrede (LvdK 285) t. J. Nooter; m. anoniem 1539

Geef vrede, Heer, geef vrede (LvdK 285) t. J. Nooter; m. anoniem 1539

Geef vrede, Heer, geef vrede (LvdK 285) t. J. Nooter; m. anoniem 1539

Geef vrede, Heer, geef vrede (LvdK 285) t. J. Nooter; m. anoniem 1539

Danken en voorbede

Collecte1ste kindertehuis Horeb

2de eigen gemeente

G 296 – 1, 2, 3Ik kom met haast, roept Jezus’stem

Ik kom met haast (LvdK 296) t. Chr. Blumhardt; v. E.L. Smelik; m. S. Gastorius (?)

Ik kom met haast (LvdK 296) t. Chr. Blumhardt; v. E.L. Smelik; m. S. Gastorius (?)

Ik kom met haast (LvdK 296) t. Chr. Blumhardt; v. E.L. Smelik; m. S. Gastorius (?)

Ik kom met haast (LvdK 296) t. Chr. Blumhardt; v. E.L. Smelik; m. S. Gastorius (?)

Ik kom met haast (LvdK 296) t. Chr. Blumhardt; v. E.L. Smelik; m. S. Gastorius (?)

Ik kom met haast (LvdK 296) t. Chr. Blumhardt; v. E.L. Smelik; m. S. Gastorius (?)

ZegenbedeG 456 - 3

Zegen ons, Algoede (LvdK 456) t. J. Gossner; v. J.E. van der Waals; m. Chr. Gregor

Recommended