View
1.233
Download
4
Category
Preview:
DESCRIPTION
Onder de paraplu Research & Innovation in Smart Creative Contexts (RISCC) wil NWO onderzoeksprojecten opzetten voor, over en vooral samen met de sector zelf. Lees meer hierover in deze brochure......
Citation preview
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
Research & Innovation in Smart Creative Contexts
Kennis voor creatie
RISCC
Inleiding 1
Nieuwe kansen, nieuwe vragen
De creatieve sector neemt in onze economie een steeds
belangrijker plaats in. Dat biedt kansen, maar werpt ook
vragen op die we nog niet eerder zijn tegengekomen.
Want de creatieve sector werkt principieel anders dan
meer traditionele bedrijfstakken. Oude theorieën kunnen
hier niet verklaren en voorspellen. Daarvoor zijn nieuwe
modellen nodig.
> Silicon Valley, Noordoost Italië, Krakow, Londen, Amsterdam…
Op sommige plaatsen gebéurt iets. Maar waarom juist daar?
Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om de vonk
te laten overspringen, zodat vernieuwende en succesvolle
samenwerking kan ontstaan?
Wetenschap kan deze modellen leveren. Zij kan helpen
vragen te beantwoorden, knelpunten op te lossen,
innovatie te stimuleren en daardoor onze concurren-
tiepositie te versterken. De Nederlandse Organisatie
voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft daarom
creatieve industrie geselecteerd als één van de dertien
thema’s. Bij de keuze van de thema’s heeft NWO zich
laten leiden door gebleken behoeften in wetenschap
en samenleving. De thematische programma’s hebben
als doel multidisciplinair onderzoek te stimuleren over
actuele thema’s in wetenschap en samenleving.
Opzet van het programma
Onder de paraplu Research & Innovation in Smart
Creative Contexts (RISCC) wil NWO onderzoeksprojecten
opzetten voor, over en vooral samen met de sector zelf.
De traditionele schotten tussen onderzoekers, kunste-
naars, erfgoedbeheerders en ondernemers, tussen
universiteit en hbo, of tussen verschillende wetenschap-
pelijke disciplines horen daarbij geen belemmering te
zijn. Om de creatieve industrie echt verder te helpen is
het nodig over grenzen heen te reiken, kennis te delen
en krachten te bundelen.
> Een beroemde popster worden doe je tegenwoordig gewoon
zelf, door fimpjes op internet te plaatsen. Dat ontdekte Esmee
Denters uit Zevenaar en zij zal niet de laatste zijn. Maar hoe
moet het verder? Hoe zorg je voor opbrengsten, regel je de
rechten, de distributie en de marketing?
Inleiding
Rekening houdend met de uiteenlopende vragen die
leven binnen de creatieve industrie kunnen de onder-
zoeksprojecten verschillende vormen aannemen:
vertrouwde en beproefde soorten van wetenschappelijk
onderzoek, maar ook nieuwe, waarbij onderzoekers
intensief samenwerken met experts van buiten de
universiteit. In dit bijzondere programma zijn experi-
menten meer dan welkom!
De komende jaren zullen enkele tientallen multidisci-
plinaire teams samen aan de slag zijn in laboratoria,
ateliers en daarbuiten. Zij zullen nieuwe, toepasbare
kennis voortbrengen en daarmee de Nederlandse
creatieve industrie een krachtige impuls geven, zodat
zij haar concurrentiepositie blijvend kan verbeteren.
Waarom NWO?
NWO is in Nederland dé kennismakelaar als het gaat om
wetenschappelijk onderzoek van de hoogste kwaliteit.
Zij heeft tot taak het bevorderen van de kwaliteit en
vernieuwing van wetenschappelijk onderzoek, en het
initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen in het
wetenschappelijk onderzoek. NWO zorgt ervoor dat de
meeste talentvolle onderzoekers en het meest vernieu-
wende onderzoek worden geselecteerd en beheert de
onderzoeksprojecten. Duizenden toponderzoekers in alle
disciplines krijgen subsidie van NWO. Dit uitgestrekte
netwerk en de gespecialiseerde expertise in het select-
eren van de beste onderzoeksvoorstellen geven NWO de
ideale uitgangspositie om RISCC te coördineren.
> Piloten, militairen, brandweerlieden, dijkbewakers… Serious
gaming biedt ongekende mogelijkheden voor opleiding en
training van vakmensen. Maar om effectieve games te maken
is kennis nodig: over hoe we leren in virtuele werelden en hoe
we dit toepassen in het leven van alledag.
Door de aandacht voor dwarsverbanden, de weten-
schappelijke vraagstelling en de brede benadering is het
NWO-programma complementair aan andere initiatieven
die de creatieve industrie verder willen brengen. Denk
bijvoorbeeld aan IIP/Create, het sleutelgebied Creatieve
Industrie van het Innovatieplatform en de Creative
Challenge Call van de ministeries van OCW en EZ. De
bestaande initiatieven leggen het zwaartepunt veelal bij
toepassingen van ICT. NWO gaat uit van haar eigen kracht
en kiest een breder perspectief. Zij kijkt verder dan
Kennis voor creatie
technologie en benadert vragen op een wetenschappelijk
niveau. Van daaruit zoekt zij waar mogelijk de samen-
werking op met andere nationale en internationale
netwerken.
Voor wie is het programma bedoeld?
Onder de creatieve industrie worden meestal drie
sectoren gerekend:
– de kunsten, beheerders van cultureel erfgoed zoals
musea en archieven en organisatoren van culturele
evenementen,
– media en entertainment, o.a. de audiovisuele branche,
filmmakers, schrijvers en journalisten,
– creatieve zakelijke dienstverlening, denk aan ontwer-
pers, architecten, reclamebureaus en makers van
software en games.
NWO zoekt samenwerking met spelers uit praktijk en
beleid. Om vragen te articuleren, kennis en ervaringen
te delen, om samen nieuwe wegen te verkennen, en ook
om financiële partnerschappen aan te gaan.
Bent u een ‘beslisser’ of beleidsmaker in een van deze
sectoren en bent u erin geïnteresseerd om wetenschap-
pelijke expertise in huis te halen, om nieuwe inzichten
te verwerven, nieuwe invalshoeken te verkennen en uw
netwerk uit te breiden? Dan is RISCC voor u van belang.
De zes onderzoekslijnen
Het onderzoekprogramma RISCC is gestructureerd aan
de hand van zes onderwerpen of onderzoekslijnen. De
keuze van deze onderzoekslijnen is pragmatisch: deels
bepaald door behoeften in de samenleving, deels door
de rechtstreekse betrokkenheid van een sector, deels
door te voorziene synergie met al bestaande initiatieven.
De zes onderzoekslijnen binnen het onderzoeks-
programma zijn:
– Transformaties in kwaliteitsbeleving
– Creatieve ecosystemen
– Kunst, wetenschap en innovatie
– Interactieve virtuele werelden
– Cultureel erfgoed
– Diensten en design voor de zorg
Over elk van deze onderwerpen leest u in de volgende
pagina’s meer.
Inleiding
De zes onderzoekslijnen 2
Kwaliteit zien we vaak als een stabiele eigenschap,
inherent aan een ding, een merk of een maker. Maar
kwaliteit is ook een waardetoekenning op basis van nut
en gebruik, iets dat ontstaat in de wisselwerking tussen
een producent, een product en een gebruiker. Het lijkt
erop dat criteria op grond waarvan kwaliteit wordt
toegekend aan kunstuitingen of mediaproducten steeds
sneller aan het verschuiven zijn.
> Muziek die is binnengehaald van internet en wordt afgespeeld
op een MP3-speler heeft een mindere geluidskwaliteit dan
op cd. Toch kiezen muziekliefhebbers massaal voor de eerste
mogelijkheid.
Vier trends
Aan de schijnbare verschuiving van kwaliteitscriteria
voor creatieve uitingen zoals kunstwerken, muziek, film,
fotografie of radio- en tv-programma’s ligt een aantal
technologische en sociale ontwikkelingen ten grondslag.
We noemen vier trends:
– Steeds vaker zien we een kunstwerk dat oorspronkelijk
voor papier, scherm of doek was gemaakt digitaal.
Steeds vaker ook worden digitale technieken ingezet
bij het scheppen van een nieuw kunstwerk.
– De scheidslijnen tussen makers en gebruikers,
professionals en amateurs, onafhankelijk en
commercieel vervagen.
– Monodisciplinaire kunstvormen verliezen terrein ten
gunste van cross-overs: beeldende kunst gecombineerd
met muziek, dans gecombineerd met videokunst, of
muziek die een mengeling van stijlen is.
– Onder cultuurconsumenten zullen twee publieks-
groepen de komende jaren relatief sterk groeien. Een
generatie gezonde, mondige 60-plussers, opgegroeid
in een tijd van massamedia en massacultuur. En een
tweede en derde generatie jongeren met wortels in
een andere cultuur die hun waardeoordeel mede
bepaalt.
> Begin 2008 ontstond opschudding onder fotojournalisten.
Zij waren verontwaardigd omdat een fotograaf in dienst van
het Ministerie van Defensie – dus geen onafhankelijke foto-
journalist – een prijs had gewonnen in de strijd om de Zilveren
Camera. In de ogen van de jury was onafhankelijkheid blijkbaar
geen voorwaarde voor kwaliteit.
Onderzoekslijn 1 Transformaties in kwaliteitsbeleving
Deze trends beïnvloeden de manier waarop consumenten
producten van de creatieve industrie waarderen. Het lijkt
een veel complexer en ongrijpbaarder spel geworden dan
tien of twintig jaar geleden. Welke lijnen zijn er in dit spel
te ontdekken? En sluiten de criteria en werkwijze van de
klassieke ́ poortwachters´, zoals publieke omroep, musea
en bibliotheken, nog wel aan bij de wensen van nieuwe
makers en gebruikers?
> YouTube behoort tot de best bezochte websites van Nederland.
Dat de amateurfilmpjes op deze site vaak schokkerig of
korrelig zijn, lijkt voor de kijkers van weinig belang. Humor,
een originele invalshoek of aansluiting bij de actualiteit zijn
belangrijker dan technische kwaliteit.
Andere processen, andere beleving
De onderzoekslijn Transformaties in kwaliteitsbeleving
zal onderzoeken hoe de processen rond schepping,
vormgeving, productie en distributie van creatieve
uitingen veranderen en hoe die uitingen door consu-
menten worden beleefd. Meer inzicht hierin geeft
ondernemers in de creatieve industrie houvast bij het
afstemmen van hun producten op de wensen van
consumenten. Het geeft beleidsmakers criteria in handen
om te bepalen of de maatregelen waarmee zij de
creatieve industrie willen stimuleren, aansluiten bij de
realiteit. En het zal de onderwijsprogramma’s van
universiteiten en hogescholen actualiseren en verrijken.
1Kennis voor creatie
Sinds het verschijnen van Richard Florida’s The rise of the
creative class erkent iedereen het belang van creatief
talent voor economische vitaliteit. Amersfoort, Den Haag,
Groningen… er is nauwelijks meer een plaats in Neder-
land die zich niet als ‘creatieve stad’ profileert. Over-
heden hebben veel geïnvesteerd in stimuleringsmaat-
regelen. Platforms en ‘creatieve broedplaatsen’ rezen
als paddenstoelen uit de grond. Met wisselend succes.
Nu de hype over zijn hoogtepunt heen is, wordt het tijd
voor een volgende stap.
Frisse ideeën en groei
Een creatief ecosysteem is een complexe organische
omgeving waar frisse ideeën worden omgezet in nieuwe
projecten, bedrijven en groei. Amsterdam is bijvoorbeeld
een creatief ecosysteem, met zijn historisch gegroeide
gunstige klimaat voor artistieke en intellectuele bedrijvig-
heid.
Ook Londen geldt als een toplocatie voor de mondiaal
opererende creatieve industrie. Maar zo’n systeem is niet
gebonden aan een bepaalde plek. Ook een reizend dans-
of theatergezelschap kan een creatief ecosysteem zijn, of
het cluster van innovatieve bedrijvigheid rond de
Formule-1 races. De belangrijkste spelers ontmoeten
elkaar dan telkens op andere plekken.
Boekenplanken vol
Wat verklaart het succes van creatieve ecosystemen en
hoe kunnen bedrijven en overheden een vergelijkbaar
succes ook op andere plaatsen in de hand werken?
Zit het hem in een gunstig fiscaal en juridisch klimaat,
een goede infrastructuur, of juist in een vrijzinnige
en cultureel gevarieerde omgeving en netwerkmoge-
lijkheden? Waar liggen voor overheden de grenzen
aan de invloed die zij kunnen uitoefenen? De laatste
jaren zijn er boekenplanken over vol geschreven. Eén
ding is inmiddels duidelijk: de verwevenheid tussen
creatieve bedrijvigheid en economie is zo complex dat
zij zich niet vanuit één invalshoek laat beschrijven en
begrijpen.
Volgende stap
Inzicht in de werking van creativiteit is van belang
voor het gehele Nederlandse bedrijfsleven en dus
Onderzoekslijn 2 Creatieve ecosystemen
voor onze concurrentiepositie in de internationale
economie. Daarom wordt in de onderzoekslijn Creatieve
ecosystemen een volgende stap gezet.
Een integrale benadering onderscheidt dit programma
van eerdere onderzoeksexercities naar hetzelfde
fenomeen. Economen, sociale wetenschappers en juristen
trekken samen op met relevante partners uit het veld,
zoals netwerken van creatieve ondernemers, investeer-
ders, vastgoedbeheerders of opleidingsinstituten. Vaak
zijn specifieke sectoren het onderwerp van onderzoek
geweest. In dit programma willen we naar het totale
systeem kijken: inclusief toeleveranciers, klanten en
financiers. En misschien wordt het tijd dat wetenschap-
pers niet vanaf de zijlijn beschrijven hoe creatieve
systemen werken, maar zich zelf vestigen in het hart
ervan. Ze kunnen dan samen met ondernemers nieuwe
modellen ontwerpen voor echt effectieve verbeteringen.
De recente aandacht voor creatieve ecosystemen heeft
vooral veel kennis opgeleverd, maar nog weinig begrip.
Met dit programma willen we weten, laten zien én
begrijpen. Praktische handreikingen voor overheden en
ondernemers zullen de uitkomst zijn van onderzoek in
deze onderzoekslijn. Maar ook aangeven waar de
maakbaarheid van creatieve ecosystemen ophoudt en
voorbij welke grens stimuleringssubsidies weggegooid
geld zijn. Ondernemers, nationale en regionale over-
heden en onderwijsinstellingen kunnen er hun voordeel
mee doen.
2Kennis voor creatie
‘Artistiek onderzoek’ begeeft zich op de grens van kunst,
wetenschap en innovatie. Het is op zich niet nieuw;
Leonardo da Vinci was kunstenaar én wetenschapper en
Jan van Eyck vond de olieverf uit. Maar juist nu wordt
artistiek onderzoek steeds meer erkend en gewaardeerd
als een heel eigen manier van denken, waarbij verstand,
zintuigen, herinnering, fantasie en verlangen op gelijk
niveau staan. Het kan onverwachte wendingen nemen en
tot gedurfde, onvoorziene uitkomsten leiden.
> Een stadsspel dat creatieve onderzoekers ontwikkelen met en
voor jongeren in achterstandswijken. Doordat bewoners samen
gamen ontstaat meer saamhorigheid en zelfbewustzijn in de
wijk. Bovendien levert het spel informatie op over sluimerende
problemen.
Nederland haalt achterstand in
Nederland heeft lang op achterstand gestaan als het
gaat om een academische vorm van artistiek onderzoek.
In Groot Brittannië, Duitsland, België, Scandinavië en
Zwitserland was het al lang mogelijk om te promoveren
na een opleiding aan een kunst, ontwerp- of filmaca-
demie, theaterschool of conservatorium. In Nederland zat
er voor creatieven met wetenschappelijke ambities tot
voor kort niets anders op dan hun toevlucht te nemen tot
het buitenland. Hierdoor ging waardevol talent voor ons
land verloren.
> Installaties die milieuvervuiling letterlijk zichtbaar maken: de
rook die ’s nachts uit de fabriekspijpen komt wordt felroze of
groen gekleurd en brengt een abstracte dreiging dichter bij het
dagelijks leven.
Pas sinds kort bestaat ook hier de mogelijkheid tot het
behalen van een PhD in de kunsten: NWO voert een
experiment uit samen met het Fonds voor Beeldende
Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst en de Universiteit
Leiden heeft een doctoraatsprogramma opgezet samen
met de kunstacademie in Den Haag en met diverse
conservatoria in Nederland en België. Bij een promotie-
traject in het artistiek onderzoek wordt niet alleen
geëxperimenteerd, geanalyseerd en gereflecteerd, er
komt ook een kunstwerk tot stand. Dat kan een instal-
latie of een film zijn, maar ook een softwareprogramma,
een ballet of een muziekstuk.
Onderzoekslijn 3 Kunst, wetenschap en innovatie
Aan professionals die via zo’n promotietraject zowel
artistiek als intellectueel geschoold zijn, heeft niet alleen
de Nederlandse creatieve industrie grote behoefte, ze
dragen ook voor buitenlandse bedrijven bij aan een
aantrekkelijk vestigingsklimaat.
> Een mobiele telefoon die de ontvanger de hartslag van de
beller laat voelen in diens hand en zijn adem doorgeeft in
diens oor.
Hoge vlucht
Het verdrag van Bologna, dat het onderwijs in verschil-
lende Europese landen op elkaar afstemt, stelt dat in
2010 alle Nederlandse kunstopleidingen getalenteerde
studenten de mogelijkheid moeten bieden hun opleiding
af te ronden met een promotie. Artistiek onderzoek zal
daardoor in de nabije toekomst een hoge vlucht nemen
en zijn weg vinden in tal van industriële en maatschap-
pelijke sectoren.
De onderzoekslijn Kunst, wetenschap en innovatie biedt
in de eerste plaats ruimte aan artistiek onderzoek zelf,
waarbij NWO een uitgelezen positie heeft om de weten-
schappelijke kwaliteit hiervan te bewaken. Daarnaast is
er ook vraag naar metaonderzoek: projecten die beogen
zicht te krijgen op de rol, mogelijkheden en opbrengst
van artistiek onderzoek, dat in zijn academische vorm
voor ons land nieuw, spannend en belangrijk is.
> Stedenbouwkundigen en architecten die samen met het publiek
een station ontwerpen: een vorm van co-creatie. Kunstenaars
kunnen hierbij als bruggenbouwer fungeren tussen technici
en het publiek.
3Kennis voor creatie
Virtuele werelden gaan de manier waarop we leven,
werken, spelen en leren nog sterker beïnvloeden dan
nu al het geval is. In de toekomst zullen ze makkelijker
voor iedereen te gebruiken zijn, nog levendiger en
realistischer zijn, nog meer detail bevatten en nog
directer in verbinding staan met de echte wereld. Maar
er moeten nog wel wat hindernissen genomen worden
voor het zover is. Daarvoor schept de onderzoekslijn
Interactieve virtuele werelden de ruimte.
> Brandweerlieden, militairen, agenten en dijkwachters kunnen
zich in 2015 met behulp van videohelmen en pakken met
sensoren zeer realistisch voorbereiden op hun optreden tijdens
rampen. Niet alleen zien ze de vlammen, ze voelen de hitte,
ruiken de rook of ervaren hoe het water tot hun lippen stijgt.
In een rampzalige, maar toch veilige virtuele wereld kunnen ze
kapitale fouten maken… om bij een echte ramp trefzekerder
op te treden dan ooit tevoren.
Virtuele werelden in 2015
Nu al zijn interactieve virtuele werelden niet meer weg
te denken uit vrijetijdsbesteding (games), training
(simulatoren), reizen (tomtom), communicatie (videocon-
ferencing) en vele andere sectoren. In de toekomst zullen
de mogelijkheden nog veel uitgebreider zijn. Virtuele
werelden zullen bevolkt worden door intelligente avatars
met elk hun eigen karakter, ze zullen realistisch veran-
deren door het verstrijken van tijd, de wisseling der
seizoenen of ingrijpende gebeurtenissen en ze zullen
reageren op onze gezichtsuitdrukkingen en gebaren.
Hindernissen
De veelbelovende volgende generatie virtuele werelden
ligt binnen bereik. Toch zijn er nog enkele stappen te
zetten.
– Het maken van virtuele werelden is nu nog groten-
deels handwerk, en daardoor zeer kostbaar. Om
dit op te lossen moeten er algoritmen worden ont-
wikkeld die virtuele werelden (semi-)automatisch
genereren.
– Er is know how nodig om geloofwaardige virtuele
karakters neer te kunnen zetten: wezens waar
vormgeving en gedrag in perfecte balans zijn.
Onderzoekslijn 4 Interactieve virtuele werelden
– Er is behoefte aan intuïtieve interfaces, of zelfs een
rechtstreekse verbinding tussen brein en computer.
– We zullen inzicht moeten verwerven in hoe het
leerproces verloopt dat typisch is voor deze vorm van
leren: hoe effectief is leren in virtuele werelden, hoe
kunnen we die effectiviteit verbeteren, hoe werkt de
interactie tussen virtuele en reële werelden?
> Gaming in 2015 behelst meer dan een muis en een toetsenbord.
Wie dan in een zelfgekozen virtuele wereld stapt, ervaart het
licht, de temperatuur, de geuren en geluiden die bij die wereld
op dat moment horen. In jouw wereld kun je je vrienden
ontmoeten en samen met hen avonturen beleven.
Doorbraken
Echte doorbraken zijn alleen te verwachten als uiteen-
lopende disciplines op deelproblemen intensief samen-
werken: informatici, psychologen, sociologen, bewe-
gingswetenschappers, onderwijskundigen, artsen,
onderzoekers op het terrein van de nieuwe media en
kunstenaars. De onderzoekslijn Interactieve virtuele
werelden wil een basis leggen voor deze doorbraken. Het
wil onderzoek stimuleren naar nieuwe simulatiemodellen
en komen tot een beter begrip van hoe mens en techniek
in virtuele werelden op elkaar reageren.
> Op vakantie een middeleeuwse ruïne of vroegchristelijke kerk
bezichtigen? Dat is in 2015 geen stoffige bezigheid meer. Al
rondwandelend door het oude steen ontrolt zich een levendig
beeld voor je ogen van hoe hier de ridders huishielden en de
geestelijken preekten, en hoe het er een eeuw later uitzag, tot
vandaag aan toe.
4Kennis voor creatie
Nederland is sterk in erfgoed. Jaarlijks komen zo’n tien
miljoen buitenlandse toeristen ervan genieten. Ons
erfgoed bestaat uit Rembrandts en Van Goghs, grachten
en tulpenvelden, maar ook uit ‘Dutch Design’, Oerol en
popconcerten in Paradiso.
Met moderne multimediatechnologie laat het zich op
geheel nieuwe manieren ontsluiten. Ook wordt het
mogelijk om afgeleide diensten en producten aan te
bieden.
> Heeft u een passie voor het fin de siècle, en bent u een middag
in Den Haag? Met de digitale tijdmachine kunt u via uw telefoon
precies zien welke voor u interessante schilderijen, kostuums,
teksten of tentoonstellingen zich in uw omgeving bevinden.
Voor koloniale geschiedenis in Amsterdam of klederdrachten
in Zeeland werkt het ook.
Nederland heeft een gunstig klimaat voor vernieuwend
erfgoedbeheer met mogelijkheden om in de toekomst
cultuur als content op maat aan te bieden. Niet alleen
beschikken we over een schat aan erfgoed, we lopen ook
voorop met digitale ontsluiting van collecties>. Toch staat
dit alles nog in de kinderschoenen.
> Bent u een museumdirecteur? Uw collectie als content is goud
waard. Reclamebureaus betalen grif voor het gebruik van uw
objecten, liefhebbers over de hele wereld willen dolgraag een
afdruk op posters, kalenders en koffiemokken. Mits zij in een
virtuele winkel makkelijk kunnen vinden wat ze zoeken en mits
de ‘aanschaf’ snel en eenvoudig is af te handelen.
Vernieuwend erfgoedbeheer
De onderzoekslijn Cultureel Erfgoed wil de verdere
ontwikkeling van vernieuwend erfgoedbeheer stimu-
leren door hindernissen weg te nemen en kennislacunes
op te vullen. Daarbij gaat het slechts ten dele om tech-
nische kennis, zoals visualisatietechnieken of toepassing
van geodata. Juist aan een interdisciplinaire, gezamen-
lijke aanpak – van bijvoorbeeld kunsthistorici, natuur-
wetenschappers, musea en mediabedrijven – is behoefte.
– Om erfgoed zo te kunnen aanbieden dat het aansluit
bij de wensen van een bepaalde gebruiker op een
bepaald moment en een bepaalde plaats, is het nodig
nieuwe, in ervaring wortelende perspectieven te kiezen
van waaruit het wordt ontsloten.
Onderzoekslijn 5 Cultureel erfgoed
– Om over de muren van verschillende culturele instellin-
gen heen erfgoed te kunnen aanbieden, bijvoorbeeld
via een virtuele webwinkel, is het nodig om collecties
onderling vergelijkbaar en uitwisselbaar te maken.
– Om prille initiatieven tot bloei te brengen zijn
exploitatiemodellen nodig, voor zowel commerciële als
niet-commerciële toepassingen. Modellen die rekening
houden met nieuwe distributiemethoden, nieuwe
schakels tussen beheerder en verkoper en nieuwe
vormen van rechtenmanagement.
> Ben je zeventien en geïnteresseerd in cultuur, maar dan wel
graag gewoon via de computer? Doe een virtuele rondleiding
door een museum en kom leeftijdgenoten tegen. Zoom in op
je favoriete schilderij en wissel meningen en ervaringen uit.
Wie weet krijg je zin om de kunstwerken ook eens in het echt
te zien.
Door te onderzoeken, te experimenteren en nieuwe
samenwerkingsverbanden aan te gaan legt de onder-
zoekslijn Cultureel Erfgoed de basis voor een duurzaam
bloeiend Nederlands erfgoedbeheer, dat wereldwijd
nog meer mensen bereikt, nog meer mensen weet te
boeien en dat cultureel en economisch nog meer waarde
creëert.
> Zie bijvoorbeeld: www.nwo.nl/catch/; www.europeana.eu; e-cuture.
multimedian.nl.
5Kennis voor creatie
Meer patiënten, hogere kosten en minder personeel.
Ons zorgsysteem staat onder druk. Door nieuwe tech-
nologieën creatief in te zetten en daarbij de gebruiker
centraal te stellen, kunnen we deze druk verlichten. We
kunnen zowel de levenskwaliteit van zorggebruikers
verbeteren als de zorg bemensbaar en betaalbaar
houden. Maar daarvoor is nieuwe kennis nodig, en
moeten we nieuwe vormen van samenwerking opzetten.
> Een van de meest pijnlijke behandelingen die er bestaan, is het
verwisselen van het verband bij ernstige brandwonden. De serious
game SnowWorld maakt de pijn dragelijker. Patiënten kunnen
in deze virtuele sneeuwwereld pinguïns bekogelen met sneeuw-
ballen, een sneeuwhut bouwen, of baden in een ijskoud riviertje.
Wie tijdens de behandeling in SnowWorld ‘speelt’, lijdt aantoon-
baar minder pijn dan lotgenoten die op een andere manier
worden afgeleid, bijvoorbeeld door tv te kijken.
Sommige veelbelovende ICT-toepassingen in de zorg
staan nog in de kinderschoenen en moeten verder
worden ontwikkeld. Andere initiatieven werpen vragen
op waarop we nog geen antwoord hebben. Op het
snijpunt van zorg en creatieve industrie is ruimte nodig
om technologie te ontwikkelen, onderzoek te doen naar
de effecten van technologietoepassingen en bestaande
kennis beter te verspreiden. Hierbij zullen we de hele
zorgketen – van patiënt tot verzekeraar – moeten
betrekken. Innovatie komt immers maar al te vaak uit
onverwachte hoek!
Virtuele werelden kunnen worden toegepast bij andere
medische of psychotherapeutische behandelingen.
Bijvoorbeeld bij vliegangst, pleinvrees, of aan het aan-
of afleren van gedrag. Maar ook bij het trainen van
medisch personeel in operatievaardigheden. Daarvoor
is echter wel onderzoek nodig naar het effect van
virtuele werelden op ervaring en gedrag in de echte
wereld.
Chronisch zieke wordt op afstand behandeld
Hartpatiënten en diabetespatiënten kunnen met
eenvoudige meetinstrumentjes zelf bepalen hoe het
met hun gezondheidstoestand staat. Een volgende
stap is om die instrumenten direct te verbinden met
een controlesysteem, waarbij de zorgverlener wordt
gewaarschuwd zodra er een verstoring van het even-
wicht is.
Onderzoekslijn 6 Diensten en design voor de zorg
Zorgt dit soort technologie ervoor dat patiënten langer
zelfstandig kunnen blijven wonen?
En hoe verhouden zich de kosten tot de gewonnen
levenskwaliteit voor de patiënt en de uitgespaarde
arbeidsuren?
Samen met gebruikers proberen ontwerpers al ideeën
uit voor de zorg in de vorm van pilots die dankbaar
worden ontvangen. Hoe kunnen we ervoor zorgen
dat succesvolle pilots zoals deze voor de hele sector
onder handbereik komen? En hoe kunnen we ook bij
andere projecten gebruikers nauw betrekken bij het
ontwerpproces?
> Een ‘verhalentafel’ biedt ouderen in verzorgingsinstellingen
de mogelijkheid om herinneringen op te halen en uit te wisselen.
Met behulp van een gebruiksvriendelijke interface roepen ze
beelden, verhalen en geluiden van vroeger op: liedjes van Wim
Sonneveld, oude journaalfragmenten, scènes uit een lang
vervlogen dagelijks leven…
Samen praten over vroeger, herinneringen ophalen en die delen
met anderen. Het maakt dat ouderen in een zorginstelling zich
minder eenzaam voelen en minder depressief.
Menselijke en bemensbare zorg
Wil de zorgsector echt profiteren van vernieuwingen, dan
zullen deskundigen met een uiteenlopende achtergrond
met elkaar moeten samenwerken: artsen, fysiotherapeu-
ten, industrieel ontwerpers, kunstmatige intelligentie-
deskundigen, neurowetenschappers, bewegingsweten-
schappers, verpleegkundigen, mantelzorgers, architecten,
designers, kunstenaars en game-ontwikkelaars. Met de
onderzoekslijn Diensten en design voor de zorg willen
we deze disciplines bij elkaar brengen en onorthodoxe,
creatieve en succesvolle consortia opzetten. Doel: een
menselijk, bemensbaar en betaalbaar zorgsysteem met
hoogwaardige dienstverlening die is toegespitst op de
gebruiker.
6Kennis voor creatie
In de praktijk 3
In het thema RISCC kunnen uiteenlopende typen
onderzoeksprojecten worden uitgevoerd: zowel fun-
damenteel als toegepast, zowel langlopend als kort-
durend, zowel ‘traditioneel’ als experimenteel van opzet.
Er wordt gedacht aan:
Reguliere onderzoeksprojecten
Reguliere onderzoeksprojecten worden uitgevoerd door
een onderzoeksteam met één of meer promovendi
(afgestudeerden die zich in een paar jaar voorbereiden
op hun promotie) of postdocs (gepromoveerden die
kort- of langlopend postdoctoraal onderzoek doen).
Een senioronderzoeker leidt het onderzoeksteam.
Afhankelijk van het onderwerp kunnen aanvullende
eisen worden gesteld aan de opzet van het onderzoek.
Bijvoorbeeld:
– actieve deelname van kennisgebruikers van buiten
het academische circuit,
– betrokkenheid van verschillende wetenschappelijke
disciplines,
– positionering van een of meer onderzoekers bij de
niet-academische instelling.
Promoveren in de kunsten
In de onderzoekslijn Kunst, wetenschap en innovatie
bestaat de mogelijkheid om een doctorsgraad in de
kunsten te behalen. Het onderzoek op basis waarvan
deze graad wordt behaald heeft dan zowel een artistieke
component – een door de promovendus vervaardigd
kunstwerk – als een theoretische en reflexieve compo-
nent: een geschreven verhandeling. Begeleiding van
het onderzoek gebeurt deels vanuit een hogeschool
voor de kunsten en deels vanuit een universiteit.
Ook in de andere onderzoekslijnen zijn in principe
alternatieve promotietrajecten mogelijk, zoals promo-
veren op een innovatie of een ontwerp.
Reconstructies
Onderzoek kan de vorm aannemen van een al dan niet
virtuele reconstructie. Bijvoorbeeld van historische
muziekinstrumenten, meetinstrumenten, machines,
gebouwen, proefopstellingen of filmscènes. Doel van dit
soort onderzoek moet zijn nieuwe gegevens boven water
te krijgen die tot nu toe onbereikbaar waren. Denk daarbij
bijvoorbeeld aan inzicht in maatsystemen, bouwprincipes,
materiaaltoepassingen of simpelweg in de vraag waarom
destijds voor een bepaalde constructie is gekozen.
Soorten subsidies
Ateliers en labs
Het is mogelijk subsidie te verkrijgen voor het instellen
van een zogeheten laboratorium extra muros: een
testomgeving waar wetenschappers, kennisgebruikers
en bedrijven bij elkaar komen om samen iets uit te
zoeken of verder te ontwikkelen.
Startsubsidies
Onderzoekers die samen met partijen uit de creatieve
industrie een consortium willen vormen en een voorstel
willen voorbereiden voor een multidisciplinair onder-
zoeksproject, kunnen dit doen met behulp van een
startsubsidie.
Investeringssubsidie
Investeringssubsidies zijn beschikbaar voor het opzetten
van een virtuele testomgeving op basis van open
standaarden en open source software. Hiervoor kunnen
bijvoorbeeld pilots en demonstratiemodellen uit
de creatieve industrie worden gebruikt, die men
doorontwikkelt en commercieel toepasbaar maakt.
Internationalisering
Uitwisseling van expertise tussen Nederlandse onder-
zoeksgroepen en hun buitenlandse collega’s kan de
creatieve industrie versterken. Daarom is er subsidie
beschikbaar voor uitwisselingsprogramma’s, internatio-
nale gemeenschappelijk bijeenkomsten en het opstarten
van internationale netwerken. Ook is het mogelijk een
reis- of bezoekersbeurs aan te vragen.
Kennis voor creatie
Op deze manieren wil NWO met RISCC helpen de
creatieve sector te versterken:
Verbinding en samenwerking
Veel van de knelpunten voor de creatieve industrie
vragen om een integrale benadering vanuit verschillende
wetenschappelijke, artistieke en commerciële disciplines.
Het programma brengt deze partijen bij elkaar en zet
hen aan tot intensieve samenwerking.
Menselijk kapitaal
De sector heeft behoefte aan multidisciplinair opgeleide
onderzoekers, die kennis van verschillende vakgebieden
kunnen combineren. Het programma levert deze
onderzoekers af, doordat het promotieplaatsen
beschikbaar stelt in multidisciplinaire onderzoek-
teams.
Bundeling van kennis en expertise
De samenwerking die het programma in de hand werkt,
zorgt ervoor dat verspreide en versnipperde kennis en
expertise worden gebundeld en dat er nieuwe modellen
voor samenwerking ontstaan.
Kennisuitwisseling en -benutting
Het programma stimuleert niet alleen de ontwikkeling
van nieuwe kennis, maar ook de uitwisseling, toepassing
en benutting ervan.
Hoe komt RISCC ten goede aan de creatieve industrie?
Het programma RISCC is een van de dertien thematische
programma’s van de Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek. NWO wil met de multi-
disciplinaire thema’s focus en massa geven aan het
onderzoeksveld door in te spelen op actuele ontwik-
kelingen in wetenschap en samenleving. Meer hierover
vindt u op de www.nwo.nl.
Beheer van het programma
Het programma wordt beheerd door een overkoepelende
stuurgroep. Deze is verantwoordelijk voor de coördinatie
en de afstemming tussen de verschillende onderzoeks-
lijnen binnen het programma en waar mogelijk met
andere onderzoeksprogramma’s. In de stuurgroep
zitten vertegenwoordigers van de financiers van het
programma, de betrokken ministeries en de creatieve
industrie.
Per onderzoekslijn is een programmacommissie verant-
woordelijk voor de inhoudelijke programmering en de
verspreiding en toepassing van onderzoeksresultaten.
In deze commissies zitten experts op de wetenschaps-
gebieden die voor de onderzoekslijn relevant zijn en
vertegenwoordigers van de creatieve industrie.
Voor de beoordeling van subsidieaanvragen zal de
stuurgroep panels instellen van experts uit binnen-
en buitenland.
Meedoen?
Bent u geïnteresseerd, wilt u deelnemen aan RISCC?
Op www.nwo.nl/RISCC vindt u de actuele informatie
over RISCC en gegevens van contactpersonen.
Algemene informatie is ook te verkrijgen bij:
NWO Geesteswetenschappen
RISCC@nwo.nl
PraktischKennis voor creatie
s
CMarianne Berendse Kunst&Zaken
Christine Bok NWO
Marja Berendsen NWO
Otto Bernsen SenterNovem
Cees de Bont Technische Universiteit Delft
Sander Boer Mecanoo
Joost Dankers Universiteit Utrecht
José van Dijck Universiteit van Amsterdam
Joris Ebbers Universiteit van Amsterdam
Mariken Elsen NWO
Maya van der Eerden Universiteit van Tilburg
Caroline van Eck Universiteit Leiden
Daan van Eijk Technische Universiteit Delft
Arie Graafland Technische Universiteit Delft
Frits Grotenhuis Grotenhuis Organisatieadvies
Bruni Hofman Syntens
Bart Hofstede Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Henk Jan Honing Universiteit van Amsterdam
Bas Haring Universiteit Leiden
Giep Hagoort Universiteit Utrecht/Hogeschool voor de Kunsten
Utrecht
Lucie Huiskens Kunstenaars&CO
Joke Hermes Universiteit van Amsterdam
Paul Hekkert Technische Universiteit Delft
De brochure ‘Kennis voor Creatie’ is gebaseerd op de
NWO Themabeschrijving Creatieve Industrie.
Deze inhoudelijke beschrijving van het NWO initiatief
RISSC is geschreven door:
Franciska de Jong (voorzitter) Universiteit Twente
Martijn Arnoldus Stichting Nederland Kennisland
Mark Leenders NESCoR (UvA)
Anne Nigten The Patching Zone
Chantal Olffers Min. van OCW, Directie Media, Letteren en
Bibliotheken
Mark Overmars Universiteit Utrecht
Eric van Pelt ICTRegie, IIP/Create
Guus Schreiber Vrije Universiteit Amsterdam
Sabine Wildevuur Waag Society
Kitty Zijlmans Universiteit Leiden
Met medewerking en bijdragen van:
Irina van Aalst Universiteit Utrecht
Emile Aarts Philips Research
Gerrit van Ark ZonMW
Anrew Bullen Mediagilde
Cathy Brickwood Virtueel Platform
Henri Beunders Erasmus Universiteit
Met dank aan…
Dany Jacobs UvA en ArtEZ/HAN
Margriet Jansz STW/ICTRegie
Mark Kas NWO
Frank Kresin Waag Society
Jasper Kraaijeveld Ministerie van Economische Zaken
Petran Kockelkoren Universiteit Twente
Robert Kloosterman Universiteit van Amsterdam
Roel Klaassen Premsela, Dutch Platform for Design and Fashion
Jos de Mul Erasmus Universiteit Rotterdam
Hans Mommaas Universiteit van Tilburg
Robert Marijnissen Gemeente Amsterdam
Sander Mulder KREANET
Bernard Nijstad Universiteit van Amsterdam
Dirk Noordman Erasmus Universiteit Rotterdam
Martijn Nuijten SenterNovem
Anton Nijholt Universiteit Twente
Veronica van Nederveen Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
Frank van Oort Universiteit Utrecht
Antoon Quaedvlieg Radboud Universiteit Nijmegen
Paul Rutten Universiteit Leiden
Timo de Rijk Technische Universiteit Delft
Anneke Smelik Universiteit Utrecht
Frido Smulders Technische Universiteit Delft
Wouter Segeth FOM
Marleen Stikker Waag Society
Mia Stokmans Universiteit van Tilburg
Peter Smidt BUMA Cultuur
Arnold Smeulders Technische Universiteit Delft
Rene van Stipriaan Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse
Letteren
Aukje Thomassen Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
Jos Uiterwijk Universiteit Maastricht
Pauline de Vries Ontwikkelingbedrijf Rotterdam
Theo van Veen Koninklijke Bibliotheek
Henk Waaijers NWO
Rob Zwijnenberg Universiteit Leiden
… en alle anderen die op welke wijze dan ook hebben
bijgedragen.
Colofon
Tekst Mariëtte Huisjes www.mariettehuisjes.nl
Vormgeving Studio Parkers Amsterdam
Drukwerk Kwak & Van Daalen & Ronday Zaandam
RISCC (Research & Innovation in Smart
Creative Contexts) is een NWO initiatief
Met dank aan…Kennis voor creatie
Kennis voor creatieBrochure voor het NWO Onderzoeksinitiatief
RISCC
(Research & Innovation in Smart Creative Contexts)
Concept d.d. 4 februari 2009
Tekst: Mariette Huisjes
Uitgave:Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk OnderzoekGebied Geesteswetenschappen
Bezoekadres:Laan van Nieuw Oost Indie 300Den Haag
Postadres:Postbus 93425, 2509 AK Den HaagTelefoon 070-344 06 91Fax 070-347 16 23 www.nwo.nl/RISCC RISCC@nwo.nl
Den Haag, maart 2009
Recommended