Naam : Denissen Lynn

Opdrachten Ethische en deontologische thema’s

Opdracht 1: Je morele kernkwaliteiten en grondattitudes als zorgverlener (op 20 punten)

Lees deze artikels in de syllabus:

1. Ethiek in de geestelijke gezondheidszorg (Walter Krikilion)2. Het ethos van de hulpverlener (Mia Leijssen)3. Ethiek als zingevende ruimte (Ludo Abicht)

In deze artikels worden morele kwaliteiten voor de zorgverlener beschreven.

A. Kies nu zelf vijf morele kwaliteiten die volgens jou persoonlijk de belangrijkste zijn om je werk als zorgverlener ethisch te kunnen doen. Benoem en bespreek de betekenis van elke kwaliteit. (maximum 400 woorden)1. Hulpvaardigheid = graag bereid om je medemens te helpen waar je kan. 2. Betrokkenheid. = het gevoel dat je erbij hoort en deel uit maakt van een groep3. Vergevingsgezindheid. = de mogelijkheid om iemand te vergeven wanneer er

een fout gemaakt is.4. Zorgzaamheid. = graag en goed voor andere zorgen.5. Geduld. = eigenschap waarbij je goed kan wachten zonder zich te ergeren of

kwaad te worden. B. Bespreek het belang van elke kwaliteit voor jou als zorgverlener (maximum

400 woorden)Als eerste morele kwaliteit heb ik gekozen voor hulpvaardigheid. Als zorgverlener is hulpvaardigheid het eerste dat in mij opkomt. Ik vind dat je dit merkt in beide richtingen. Als de cliënten hulp nodig hebben bij iets dan sta ik altijd klaar voor hen en help ik hen waar ik kan en dit werkt wederzijds. Hulpvaardigheid houdt voor mij in dat je elkaar helpt waar nodig. Ook vind ik betrokkenheid een heel belangrijke morele kwaliteit. Om een band te scheppen met de cliënten is het belangrijk dat je betrokken bent bij de interesses en de leefwereld van de cliënten. Doordat je met hen hierover in dialoog gaat versterk je de band. Je merkt dat de gasten ook steeds meer naar je toetrekken doordat je interesse in hen toont. Vergevingsgezindheid vind ik een beetje een lastige , maar ik vind wel dat je het als zorgverlener nodig hebt. Ik heb gemerkt dat je vaker rapper iets moet vergeven naar een cliënt toe dan dat eigenlijk natuurlijk is voor jou. Ik blijf vaker langer in mijn ‘boosheid’ hangen dan andere opvoeders en daarom heb ik deze kwaliteit gekozen. Zorgzaamheid vind ik ook een heel belangrijke kwaliteit. Vanaf de moment dat je aan het werk begint is het een beetje alsof je zorgt voor je eigen gezin. Je wil dat ze niets te kort komen en dat alles in orde is. Uiteraard zorgen ze er zelf ook mee voor , maar ik leid het graag

in goeie banen. Het zorgzame heb ik van thuis uit mee gekregen dus ik geef dit graag door aan de cliënten. Een laatste en gouden morele kwaliteit vind ik geduld. Een dag verloopt altijd anders dan je in gedachten had. Ik heb geleerd in het werkveld dat je als zorgverlerner een nodige portie geduld en relativeringsvermogen nodig hebt om niet gek te worden na 1 dag.

C. Geef drie concrete, reële voorbeelden uit je werk- of stage-ervaring om het belang van deze morele kwaliteiten voor jou te onderstrepen (maximum 800 woorden)1. Op mijn stage is er een jongeman die geen grenzen kent. Hij is niet goed in de

sociale omgang en dat uit zich vaak. Toen ik er iets mee ging halen in een ander gebouw op het domein begon hij erg schunnige opmerkingen te maken. Ik voelde me hier heel oncomfortabel bij en vertelde hem dit ook. Hij had hier geen gehoor voor. Hij heeft me toen heel erg boos gemaakt en ik dit was iets dat ik niet zo snel kon vergeten aangezien hij erg vaak over mijn grenzen gaat. 2 uur later kwam hij weer binnen bij ons en hij was alles vergeten. Als ik op die moment terug boos was geworden over hetgene dat was voorgevallen dan had alles geëscaleerd en was het erger geworden. Op die moment heb ik besloten om het te vergeten. ( vergevingsgezindheid)

2. Geduld vind ik ook een heel belangrijke , waar ik heel vaak tegen aan loop. Tijdens mijn vorige stageperiode liep ik stage in een CKG bij kinderen van 3-12j. In het begin had ik het heel moeilijk met mijn geduld te bewaren op een hectische ochtend waarbij er vanalles fout liep en de kinderen niet op tijd klaar zouden zijn voor de schoolbus. Ik had dagenlang ’s ochtends problemen met 1 kindje ( H.). Zij wou ’s ochtends nooit haar boterhammen opeten. Ik ging altijd in discussie en werd dan vaak kwaad omdat ik mijn geduld verloor. Naarmate mijn stage vorderde maakte ik me steeds minder druk. Als ze haar boterham niet wou opeten ’s ochtends dan stak ik deze in haar koekendoosje i.p.v. koekjes en dan moest ze haar boterham maar opeten tijdens de speeltijd. Ik had me voor genomen om heel rustig te blijven en mijn geduld niet te verliezen. Een paar ochtenden na elkaar was het steeds groot drama omdat ze het er niet mee eens was. Ik bleef geduldig en hield vol. Uiteindelijk was ze het zo beu dat ze ’s ochtends flink haar boterham op at .

3. Hulpvaardigheid heb ik soms iets teveel. Ik wil mensen altijd te goed helpen en soms tot het storende toe. Ik weet dit van mezelf maar ik vind het moeilijk om dit los te laten. Daarom komt het op mijn stage plek wel van pas. De cliënten hebben bij veel zaken hulp nodig en dit vind ik heel erg goed want ik geef hen die hulp graag. Al moet ik er wel op letten dat ik hun zelfstandigheid blijf stimuleren i.p.v. alles uit hun handen te nemen omdat ze nogal snel iets uit handen geven omdat ze het ‘niet kunnen’.

D. Benoem mogelijke spanningen, beperkingen, risico’s en valkuilen bij minstens drie van de vijf besproken morele kwaliteiten (maximum 400 woorden)

1. Bij vergevingsgezindheid vind ik dat je sneller gaat vergeven dan dat je eigenlijk klaar bent om te vergeven. Ik merk bij mezelf dat ik vaak om comflicten en discussies te vermijden zeg dat het in orde is.

2. Betrokkenheid. Je kan ook te betrokken raken bij iemand en als die persoon dan sterft of verhuist dan maakt het het erg moeilijk om professioneel te blijven.

3. Hulpvaardigheid. Zoals hierboven vermeld is het bij onze doelgroep vaak een risico om hulpvaardig te zijn want hier maken ze heel erg vaak gebruik van door te zeggen dat ze iets niet kunnen terwijl ze het wel kunnen en zo wordt er van u geprofiteerd.

Beoordelingscriteria voor deze opdracht:

- Bespreking van de betekenis van de vijf gekozen morele kwaliteiten (4 punten)- Bespreking van het belang van elke kwaliteit (4 punten) - Illustratie van de morele kwaliteiten aan de hand van drie concrete en reële

stagevoorbeelden (5 punten)- Bespreking van spanningen, risico’s, valkuilen (5 punten)- Schrijft deze opdracht in correct Nederlands, dat is maximaal twee taal- of

schrijffouten én geen enkele dt-fout (vermeerdering met 2 punten op 20; vermindering met 2 punten op 20 vanaf 10 taal- of schrijffouten en/of dt-fouten)

Concreet- Deadline: zie planning- Aantal pagina’s : maximum 6 (maximaal 2000 woorden)