51

Click here to load reader

139 ilm e ghayp

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Kennis van het ongeziene

Citation preview

Page 1: 139 ilm e ghayp

Noorani Islamic Research Institutehttp://www.tangali.net

Publicatie 139

Alhaaj Mohamed Juzoef Tangali Qadri

Page 2: 139 ilm e ghayp

Originele boek: Islam aur Asri Eijadaat (Urdu)Auteur: Mufti Ahmad Mian BarkatiUitgave: 1980

Copyright © M.J. TangaliAmsterdam, 25 oktober 2005

2e drukUitgever: Stichting Noorani Islamic Research Institute

E-mail: [email protected]: www.tangali.net

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijzedan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uit-gever.

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permissionfrom the publisher.

Page 3: 139 ilm e ghayp

1 Wat is kennis?

Er is heus gezegd: “KENNIS is macht, een grote macht zelfs met enorme mogelijkheden en onvoor-stelbare capaciteiten.” De altijd groeiende kennis van demoderne tijd (in alle wetenschappelijke richtingen) heeftaan de mens onthuld en aangetoond, de grote betekenisvol-le en invloedrijke kennis over alles op de aarde en daarbui-ten.

De Heilige Qur’aan, het meest volmaakte en laatst geopen-baarde Goddelijke Boek heeft geleid tot grote stress op zoeknaar kennis en haar zegens, mensen uitnodigend om naarmeer en meer kennis te zoeken voor een leidende en suc-cesvol leven in deze wereld en het Hiernamaals.

De allereerst geopenbaarde verzen van de Heilige Qur’aanverklaren op een ondubbelzinnige wijze, dat de zoektochtnaar kennis het meest fundamentele vereiste is om te kun-nen ‘overleven en het ontwikkelen van een levenswijze’(Wajud) in de breedste zin des woord. In de HeiligeQur’aan is geopenbaard:

Page 4: 139 ilm e ghayp

“ ‘Allazee ‘allama bil-Qalam ‘Allamal-insâna mâ lam-ya’-lam”

“Hij (Allah Almachtige) leert (de mens) het gebruik van de pen(basisvaardigheid op het veld van kennis) en leert de mens wat hijniet weet (een goddelijke uitnodiging voor onderzoek en kennis-uitbreiding zodat het leven geleid kan worden in gehoorzaamheiden goddelijke genoegen).” Surah al-‘Alaq {Lees of vergaar ken-nis}, hoofdstuk 96, vers 4-5

Verder is geopenbaard:

“………., Rabbi zidnee ‘ilmâ”

“O Allah! Breid mijn kennis uit.” Surah Taha {dit zijn geheimeen mystieke letters}, hoofdstuk 20, vers 114

Page 5: 139 ilm e ghayp

Deze goddelijke openbaringen brachten deveelbetekenende kennis in het brandpuntom de mens te motiveren en te verlichten voor het

zoeken naar steeds meer kennis op ieder mogelijkewijze.

De Heilige Qur’aan is een schatkist van kennis en wijsheid.Het bevat referenties of aanwijzingen op meer dan 800plaatsen naar kennis en vertakkingen (ontelbare kennisge-bieden) die groeien naarmate het leven verder ontwikkeldvan stadium tot stadium. Gelijksoortige referenties naarboeken en documenten zijn ook op meer dan 600 plaatsenin de Heilige Qur’aan te vinden. Dit bewijst heel duidelijkdat de goddelijke kennis en verlichting op alle leefniveauaanwezig is.

In een overlevering (Hadith) zegt de Heilige Profeet sallal-laaho alaihi wa sallam : “Ik ben opgegroeid als een leraar eneen perfectionisme van goede manieren.” (Ibn-i-Abd al-Birr: Jami Bayan al Ilm wa fazlihi, p. 47). De Heilige Profeetsallallaaho alaihi wa sallam heeft grote nieuwsgierigheid alseen compulsief gevolg van de Ummah teweeggebracht om

Page 6: 139 ilm e ghayp

te zoeken naar steeds meer en meerkennis. Hij bracht voort de zegenvolle betekenisvan kennis. (idem p. 46, 49)

Hazrat Ali (Karramallahu wajhul Karim) heeft gezegd: “Deechte waarde van de mens komt tot uitdrukking door leren(studeren).” De Heilige Qur’aan draagt zelf het getuigenisvan de betekenis van kennis toen gezegd werd dat het opbasis van zijn kennis was dat Allah Hazrat Talut alaihissalām gekozen had tot de koning van de Bani Israël:

“Qâla ‘inna-LLâ-hastafâhu ‘alay-kum wa zâdahou basta-tan-fil-‘ilmi wal-jism”

“Allah heeft Talut boven u gekozen en gevuld met kennis enlichamelijke dapperheid.” Surah Baqarah {de koe}, hoofdstuk 2,vers 247

Page 7: 139 ilm e ghayp

“Wa ‘allama ‘Âdamal-‘asmâ-‘a kullahâ thumma ‘arada-hum ‘alal-malâ-‘ikati faqâla ‘ambi-‘ounee bi-‘asmâ-‘ihâ’u-lâ-‘i ‘in-kuntum sâdiqeen”

De superioriteit van Hazrat Adam alaihis salām (het persoonlijk-heidssymbool der mensheid) over engelen en alle andere scheppin-gen was alleen op basis van deze kennis. Surah Baqarah {de koe},hoofdstuk 2, vers 31

Al deze voorbeelden illustreren de veelbetekenende enomvangrijke evaluatie over de kennisverwerving op hetgebied van menselijke pre-eminentie versus de profetischeopdracht, het leiderschap en vijf regent koningschappenvoor leiding van de mens tot Allah op aarde.

Page 8: 139 ilm e ghayp

2 Twee soorten van kennis (wetenschap)

In abstracte zin, er zijn twee soorten kennis of onderwijs.Eén wordt op Madrassa (scholen), hogescholen en univer-siteiten onderwezen. Voor de gewone man als voor demeeste mensen is dit onderwijs van eminent belang om aande materiele behoeften te kunnen voldoen. Er is echter eenander onderwijsgebied dat rechtstreeks wordt geleerd vande goddelijke vertegenwoordiging eveneens met behulpvan audiovisuele middelen zoals boeken en tijdschriftenwaarbij geen instituten zoals scholen en professionele do-centen nodig zijn.

Dit is de goddelijke sector van kennismanagement die inQur’aan terminologie wordt gekend als: “Ilm-e-Ghayb”(Kennis van het Ongeziene):

“Rahmatam-min ‘indinâ wa ‘allamnâhu mil-Ladunnâ‘ilmâ”

Page 9: 139 ilm e ghayp

“Daar vonden zij een Onzer dienaren, aan wieWij Onze barmhartigheid hadden bewezen enwie Wij van Onze kennis hadden geschonken. “ SurahKahf {de grot}, hoofdstuk 18, vers 65) en dat één van defundamentele islamitische geloofsartikelen leert.

“ ‘Allazeena yu’-minouna bilgaybi wa yuqeemouas Salâ-ta wa mimmâ razaqnâhum yunfiqoun”

In feite, geloof en ongeloof in het Ongeziene (Ghayb) is hetindividuele kenmerk van de mens om een moesliem te zijn of eenongelovige. Surah Baqarah {de koe}, hoofdstuk 2, vers 3

Dit is het kennisgebied dat bovenmenselijk is van nature ende menselijke intelligentie voorbijstreeft evenals de vijfwelbekende zintuigen van henzelf. Kennis van het Onge-ziene (Ilm-e-Ghayb) is de superioriteit en het dominerendebezit over alle andere wetenschappen. Dit is in essentie eenembleem van Goddelijke Bekoring op de gekozen dienaren

Page 10: 139 ilm e ghayp

van Allah, zoals de zegenrijke regen op de harten en hersenen van de gerespecteerde ontvangers op aarde.

3 Verzen van de Qur’aan verwijzend naar Ilm-e-Ghayb

Er zijn talrijke verzen in de Heilige Qur’aan waarin verwe-zen of verteld wordt over Ilm-e-Ghayb. Het blijkt uit dezeverzen overduidelijk, dat Ilm-e-Ghayb verwijst en (alleen)behoort aan Allah Almachtige. De volgende verzen beves-tigen dit:

1. “Wa ‘indahou mafâtihul-Ghaybi lâ ya’-lamuhâ ‘illâHou.”“Met Hem zijn de sleutels van het ongeziene; het schat datniemand weet behalve Hij.” Surah An’am {het vee}, hoofdstuk 6,vers 59

Page 11: 139 ilm e ghayp

2. “…’a-lamu gay-bassamâwâti wal-‘ardi….”

“Ik ken de geheimen van hemel en aarde.” Surah Baqarah {dekoe}, hoofdstuk 2, vers 33

3. “Faqul ‘innamal-Gaybu li-LLâhi fantazirou; ..”

“Zeg: (‘O Profeet sallallaaho alaihi wa sallam !) Het Ongezieneis alleen voor Allah’.” Surah Yunus {Profeet Joenoes}, hoofdstuk10, vers 20

Page 12: 139 ilm e ghayp

4. “Wa lâ ‘aqoulu lakum ‘indee khazâ-‘inu-LLâhi wa lâ ‘a’-lamul-gayba walâ‘aqoulu ‘innee malakunw…”

“De Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam is gevraagd omte verklaren: ‘Zeg, Ik vertel je niet dat de Schatten van Allah metmij zijn, noch dat ik daarvan afweet, wat verborgen is’ (in hetonzichtbare).” Surah Hud {Profeet Hud}, hoofdstuk 11, vers 31

Van deze verzen kan geleerd worden dat Ilm-e-Ghayb aanAllah behoord als Zijn meest exclusieve en absolute rech-ten. Niemand kan uit zichzelf kennis verwerven van Ilm-e-Ghayb tot dat Allah het hem schenkt als een gunst (en alseen recht).

Een klein onderzoek in deze verzen zal onthullen dat zelfshet minste deel van Ghayb verblijft in de Goddelijke Auto-riteit, maar dat nergens staat geschreven dat Allah Almach-tige niemand uit zijn dienaren verrijkt met deze kennis ofdat deze wetenschap onthult en onverdeeld in iemandsbezit is. Dit is het meest aangrijpende punt, de Ummah metgodvrezende gedachte moet waakzaam zijn en iedere val-kuil ontwijken door niet zeggen op eigen houtje kennis van

Page 13: 139 ilm e ghayp

Ilm-e-Ghayb verkregen te hebben. Ditaandachtspunt wordt steeds in de HeiligeQur’aan geopenbaard zoals blijkt uit devolgende verzen:

1. “ ‘Âlimul-gaybi falâ yuzhiru ‘alâ gaybihee ‘ahadâ”

“Hij (Allah Almachtige) alleen is de Kenner van het Ongeziene;Hij onthuld aan niemand de mysteries behalve aan de profeten diehij heeft uitgekozen.” Surah al-Jinn {de Jinn}, hoofdstuk 72, vers26

2. “Mâ kâna-LLâhu liyazaral-Mu’-mineena ‘alâ mâ ‘an-tum ‘alayhi hattâ yameezal-khabeetha minat-tayyib.”

Page 14: 139 ilm e ghayp

“Allah wil u niet uitsluitend van de geheimenvan het ongeziene, maar Hij kiest uit de profetendie Hij lief heeft.” Surah Aale Imran {de familie vanImran}, hoofdstuk 3, vers 179

4 Gradatie van Ilm-e-Ghayb die bij de Ambiya(profeten alaihimus salām) aanwezig is

Dit betekent niet dat Allah Almachtige de ‘Kennis van hetOngeziene’ uitsluitend voor Zichzelf houdt en aan nie-mand anders onthult. Nee, absoluut niet. Allah Almachtigeheeft kennis geopenbaard en verrijkt aan Zijn profeten, netzo vaak en veel als Hij wilde voor zowel leiding als verlich-ting om in voorkomende gevallen de vijanden van Allahrecht tegenover elkaar te confronteren, en om aan henopgedragen goddelijke missie te vervullen. Deze weergalo-ze gebeurtenis is op verschillende plaatsen in de HeiligeQur’aan geopenbaard. Enkele openbaringen zijn:

1. Verwijzend naar Hazrat Adam alaihis salām en de enge-len is geopenbaard:

Page 15: 139 ilm e ghayp

“Wa ‘allama ‘Âdamal-‘asmâ-‘a kullahâ thumma ‘arada-hum ‘alal-malâ-‘ikati faqâla ‘ambi-‘ounee bi-‘asmâ-‘ihâ’u-lâ-‘i ‘in-kuntum sâdiqeen”

“Hij (Allah) leerde de namen (natuurlijke en kwalitatieve eigen-schappen) van alle dingen en plaatste het voor de engelen.” SurahBaqarah {de koe}, hoofdstuk 2, vers 31

2. Verwijzend naar Hazrat Dawoed alaihis salām is geopen-baard:

“….wa ‘âtâhu-LLâhul-Mulka wal-Hikmata wa ‘allama-hou mimmâ yashâ’.”

Page 16: 139 ilm e ghayp

“Hij (Allah) gaf Dawoed macht en wijsheid enleerde hem wat Hij (Allah) ook wilde.” Surah Baqarah{de koe}, hoofdstuk 2, vers 251

3. In respect voor Ilm-e-Ghayb aan Hazrat Suleyman alaihissalām is geopenbaard:

“…wa qâla yâ ‘ayyuhannâsu ‘ullimnâ Mantiqat-Tayri wa‘outeenâ min kulli shay; …”

“O mensen! Wij hebben geleerd de taal van de vogels, en aan onsis onthult (een beetje van) alle dingen.” Surah Naml {de mier},hoofdstuk 27, vers 16

4. Over Hazrat Loet alaihis salām is geopenbaard:

Page 17: 139 ilm e ghayp

Wa Loutan ‘âtaynâhu Hukmanw-waÍlmanw-wa najjaynâhu…”

“ En aan Loet gaven Wij Rechtspraak en Wijsheid.”Surah al-Anbiya {de profeten}, hoofdstuk 21, vers 74

5. Over Hazrat Yaqub alaihis salām is geopenbaard:

“….innee ‘a’-lamu mina-LLâhi mâ lâ ta’-lamoun.”

“Hij was, door Onze instructie volleerd (en ervaren), maar demeeste weten dat niet.” Surah Yusuf {Profeet Juzoef}, hoofdstuk12, vers 96

6. Hazrat Yaqub alaihis salām vertelde zelf aan zijn zonenover de zegens van Allah, dus is geopenbaard:

Page 18: 139 ilm e ghayp

“….innee ‘a’-lamu mina-LLâhi mâ lâ ta’-lamoun.”

“ Heb ik jullie niet gezegd, ik weet van Allahdatgene wat jullie niet weten.” Surah Yusuf {Profeet

Juzoef}, hoofdstuk 12, vers 96

7. Over Hazrat Yusuf alaihis salām is geopenbaard:

“Wa lammâ balaga ‘ashud-dahou ‘âtay-nâhu hukmanw-wa ‘ilmâ; wa kazâ-lika najzil-Muh-sineen.”

“Toen Yusuf volwassen was geworden gaven Wij hem macht enkennis; dus belonen Wij degenen die de goede dingen doen.”Surah Yusuf {Profeet Juzoef}, hoofdstuk 12, vers 22

8. In het verlengde hiervan is over Hazrat Moesa alaihissalām geopenbaard:

Page 19: 139 ilm e ghayp

“Wa lammâ balaga ‘ashud-dahouwastawâ ‘âtaynâhu hulmanw-wa ‘ilmâ..”

“Toen hij zijn volwassen leeftijd bereikt had en (volwaardig) zijnleven had geregeld hebben Wij hem wijsheid en kennis geschon-ken.” Surah Qasas {het verhaal}, hoofdstuk 28, vers 14

9. Er is over Hazrat Khizr alaihis salām geopenbaard:

“Fa-wajadâ ‘Abdam-min ‘ibâdinâ ‘âtaynâhu Rahmatam-min ‘indinâ wa ‘allamnâhu mil-Ladunnâ ‘ilmâ.”

“Dus, zij vonden één van onze dienaren aan wie Wij Genade vanOnszelf hadden geschonken en aan wie Wij kennis (van eenspeciale soort) hadden geleerd uit Onze Eigen Kring.” SurahKahf {de grot}, hoofdstuk 18, vers 65

Deze verzen van de Heilige Qur’aan maken duidelijk datAllah Almachtige Ilm-e-Ghayb aan Zijn gekozen dienarenhad geschonken, maar blijkbaar veel mensen dit niet weten

Page 20: 139 ilm e ghayp

en zelfs weigeren te geloven zonder de gevolgen in te zien! Deze vrome zielen, in hun eigen tijdperk, onthulden deze

Goddelijke schenking om de mensen te laten zienwat het ware geloof is en hun twijfels weg te nemen.

1. Bijvoorbeeld, Hazrat ‘Isa alaihis salām sprak tegen zijnvolgelingen:

“…;wa ‘unabbi-‘unkum-bimâ ta’-kulouna wa mâ tadda-khi-rouna fee buyoutikum; …”

“en, ik onthul aan jullie wat jullie eten en wat jullie bewaren injullie huizen.” Surah Aale Imran {de familie van Imran}, hoofd-stuk 3, vers 49

Page 21: 139 ilm e ghayp

Dat wil zeggen wat zijn volgelingen inhun eigen huis hadden gegeten en wat zijin hun huis hadden bekend was aan de Profeet van

Allah.

2. Op een ander moment sprak Hazrat Yusuf alaihis salāmtegen zijn gevangenen, voordat hij de dromen onthulde.Hij zei:

“Qâla lâ ya’-tee-kumâ ta’âmun-turza-qâni-hee ‘illâ nab-ba’-tukumâ bita’-weelihee qabla ‘any-ya’-tiya-kumâ; zâli-kumâ mimmâ ‘alla-manee Rabbee. ‘Innee taraktu millataqawmil-lâyu’mi-nounabi-LLâhi wa hum-bil-‘Âkhi-ratihum kâfi-roun.”

“Voordat enige voedsel naar u komt zal ik zeer zeker aan uopenbaren de waarheid en betekenis hiervan. Het is (dank zij) dekennis dat door Allah aan mij is geschonken, zodat ik aan julliekan onthullen waarover jullie niets weten.” Surah Yusuf {ProfeetJuzoef}, hoofdstuk 12, vers 37

Page 22: 139 ilm e ghayp

Deze verzen openbaren, dat AllahAlmachtige Ilm-e-Ghayb heeft geschonkenaan Zijn gekozen Apostelen. Dit is niet een ordinaireof alledaagse kennis. Bijzondere waakzaamheid

en bescherming werd eerst in gang gezet voordat bood-schappen van het “Ongeziene” werden onthuld. Specialeengelen werden op aarde gestuurd die in de buurt van deprofeten verbleven aan wie Ilm-e-Ghayb was geschonken.Surah al-Jinn {de Jinn}, hoofdstuk 72, vers 26

De verrijking met Ilm-e-Ghayb is met een groot respectopengesteld aan de profeten die met deze unieke Goddelij-ke zegen zijn bevoorrecht en daardoor eigenaar zijn gewor-den van groot Goddelijk Rijkdom. Niettegenstaande, er zijngeen zelfde Goddelijke Boodschappen verbonden aan dehun status.

Zoals blijkt uit de Heilige Qur’aan is de status, ‘persoonlijk-heid en verantwoordelijkheid’ van de profeten verschillendvan elkaar.

Page 23: 139 ilm e ghayp

“tilkar-rusulu faddalnâ ba’-dahum ‘alâ ba’-d. Minhum-man-kallama-LLâhu wa rafa-‘a ba’-dahum darajât.

“Die profeten hebben wij met giften begunstigd zoals Allah hetbehaagde.” Surah Baqarah {de koe}, hoofdstuk 2, vers 253

Evenzo is Ilm-e-Ghayb aan de profeten geschonken inovereenstemming met hun persoonlijkheid en opgedragenmissie.

Het verhaal van Hazrat Moesa en Hazrat Khizr alaihimussalām dat heel helder is beschreven in de Heilige Qur’aanverklaard dit aspect van de verhouding. Hazrat Moesaontmoette Hazrat Khizr alaihimus salām en vroeg hem teverrijken met de kennis dat hij van Allah had gekregen.

Page 24: 139 ilm e ghayp

Hazrat Khizr alaihis salām accepteerde zijnverzoek, maar adviseerde Hazrat Moesa alaihis

salām geduld op te brengen en géén woord te spreken totdat hij daarvoor toestemming kreeg. Wat HazratKhizr alaihis salām daarna deed was voor Hazrat Moesaalaihis salām onbevattelijk. De belofte geen woord te reppenover de gebeurtenissen die voor zijn ogen plaatsvondenwaren te veel voor Hazrat Moesa alaihis salām om te bewon-deren en uiteindelijk verbrak hij zijn belofte. Hazrat Khizralaihis salām heeft hem vervolgens niet meer in zijn gezel-schap gehouden. Details over dit verhaal (waqia) zijn terugte vinden in de Heilige Qur’aan (Surah Kah’f {de grot},hoofdstuk 18, vers 65-82). Deze gebeurtenis maakt meerdan duidelijk, dat zelfs Ilm-e-Ghayb voor de profeten vanAllah niet gelijkwaardig was.

5 Ilm-e-Ghayb van de Heilige Profeet Moham-med sallallaaho alaihi wa sallam

De ‘Kennis van het Ongeziene (Ilm-e-Ghayb)’ was evenzoaan de Heilige Profeet Mohammed sallallaaho alaihi wasallam door Allah Ta’ala geschonken. Deze Ilm-e-Ghayb

Page 25: 139 ilm e ghayp

was in essentie het meest verlichtte envergaande wonder dat aan de Heilige Profeetsallallaaho alaihi wa sallam was geschonken. Dit won-der in z’n geheel overtrof alle wonderen van

de profeten tezamen. Min of meer 124.000 profeten zijnover de tijd gespreid op aarde geweest met specifieke ken-nis van de verborgen kennisschat (Ilm-e-Ghayb). Doch dekennis die de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallammeekreeg was oneindig in zowel begrip als uitgestrektheid.Hiermee is gezegd dat iedere afzonderlijke kennisverrij-king van de verschillende profeten in zijn geheel ook gege-ven is aan de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam. DeHeilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam was het verper-soonlijkte symbool van alle voorgaande profeten voor watbetreft hun kwalitatieve karakters, hoeveelheid kennis enspirituele verlichting. Samenhangend met deze verkregenkennis en observatie van de Heilige Profeet sallallaaho alaihiwa sallam wordt in de Heilige Qur’aan geopenbaard:

Page 26: 139 ilm e ghayp

“Wa ‘anzala-LLâhu ‘alay-kal-Kitâba wal-Hikmata wa ‘allamaka mâ lam takunta’lam; wa kâna fadlu-LLâhi ‘alayka ‘azeemâ.”

“Allah stuurde aan u, O Profeet!, het Boek der Wijsheid en leringdie u niet weet. Groot is de Genade van Allah op u.” Surahan-Nisaa {de vrouwen}, hoofdstuk 4, vers 113

In deze meesterlijke essentie verklaart de Qur’aan vers, datna het schenken van deze oneindige schat der kennis ergeen wetenschapsgebied en verlichting meer is, die nietbinnen het domein van de Heilige Profeet sallallaaho alaihiwa sallam valt. Dit is wat de Heilige Qur’aan beschrijft alsde ‘Fazl-i-ilm’ (het Grote Genade), welke aan de HeiligeProfeet sallallaaho alaihi wa sallam was geleerd door AllahAlmachtige. “Sanuqri-‘uka falâ tansâ.” Surah al-A’ala {hetmeest Verheven}, hoofdstuk 87,vers 6

Als de leraar aan zijn leerling zegt: “Ik heb je lezen geleerden hiervoor wist je niets, dan is hij gerechtigd deze aan-spraak te maken en niets staat hem in de weg om dit tezeggen. Het kan niet bestempeld worden als een teken omde leerling te degraderen, maar als de leerling tegen zijn

Page 27: 139 ilm e ghayp

leraar zegt ‘je wist niets, het is jouw leraardie het aan u hebt geleerd’ dan kan dezelogica niet worden genegeerd.” Niettemin, hetweergeeft dat de student schuldig is aan misdraging

jegens zijn leraar. Dergelijk voorbeeld kan nauwelijks wor-den getraceerd in de kronieken van burgerlijk gedrag.

Wat de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam ook wistkwam door de geschonken kennis door Allah Ta’ala. Ditwas in feite al het geval voordat de wetenschap van deHeilige Qur’aan werd geopenbaard. Allah Ta’ala open-baart de status van de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wasallam: “U wist niets van het Boek (Qur’aan) noch van hetgeloof (Iman).” Surah an-Noor {het Licht}, hoofdstuk 24, verse63

Het is in overeenstemming met Almachtige status van deGoddelijke Verhevenheid. Het behoeft geen wereldlijkegrootheid, zoals dat bij ons wel eens voorkomt, in respectvoor de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam. Het zoude hoge status van de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wasallam degraderen en beledigen. Het onomstreden feit be-helst, dat Allah Ta’ala Ilm-e-Ghayb aan de Heilige Profeet

Page 28: 139 ilm e ghayp

heeft verzekerd. Indien iemand deze hoogachting van Goddelijke Waarheid negeert of ontkend zal hij zeer zeker schuldig zijn aan valsheid en minachting van de excellentheidder Goddelijke Gunst. Zo iemand die als een vervloektewordt aangemerkt is verstoten buiten de kaders van deislam. De kwaliteit van een ware moesliem is het accepte-ren en geloven in iedere openbaring van Allah Ta’ala en involle overtuiging naar te handelen en andere ook aan temoedigen.

De Darbār (zitplaats van hoogwaardigheidsbekleder) vande Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam is een voorna-me Darbār die de grootsheid van wereldlijke koningen enmonarchisten voorbijstreeft. Het is een misdraging en mis-drijf om luidkeels te praten in zijn verheven aanwezigheid;zulke handelingen veroorzaken het verlies van andere goe-de daden van een gelovige, verbeurt de Goddelijke Gena-de. Er is een strenge waarschuwing voor degenen die uitzijn Darbār wegsluipen zonder toestemming, dit behoortook tot misdraging. Voor die mensen is een strikt voorte-ken voor uiterste bestraffing op de Dag des Oordeels. Er isgeopenbaard:

Page 29: 139 ilm e ghayp

“Wa kazâlika ‘awhaynâ ‘ilayka Rouham-min ‘amrinâ; mâkunta tadree mal-kitâbu wa lal-‘eemânu wa lâkin-ja'alnâhu Nouran-nahee bihee man-nashâ-‘umin ‘Ibâdinâ;wa ‘innaka latahdee ‘ilâ Sirâtim-Mustaqeem.”

“Oordeel niet over de oproep van een Profeet onder jullie, zoalsde oproep van één van jullie onderling. Allah weet wie van julliewegsluipt onder de mom van enig excuus; dan wie van julliewegsluipt onder de mom van enig excuus; dan wees op je hoededegene die weerstand bieden tegen de bevelen van de Profeet, voorhet geval enige poging hen bevalt of een gegriefde penalty henteistert.” Surah Shura {beraadslaging}, hoofdstuk 42, vers 52

Wij kunnen gissen wat de status van ontzagwekkendegrootsheid van de Heilige Gezelschap is, door de genadedoor de heilige aanwezigheid van de Heilige Profeet sallal-laaho alaihi wa sallam waar zelfs de minste misdrijf wordt

Page 30: 139 ilm e ghayp

opgevat als een wandaad die gestraftzal worden door de Almachtige.

De metgezellen van de Heilige Profeet sallallaahoalaihi wa sallam zaten het liefst in zijn aanwezigheid involkomen gerespecteerde houding hun adem inhoudendeen om de statigheid van de vergadering niet te verstoren.Zij bezigden uitsluitend respectvolle woorden zoals: “OProfeet van Allah! Moge mijn ouders opgeofferd wordenter uwe statigheid.” Voor ieder vraag die aan hen werdvoorgelegd zeiden ze: “Allah en Zijn Profeet sallallaahoalaihi wa sallam weten het beter.”

6 De drie dimensies van de Ghayb van de HeiligeProfeet sallallaaho alaihi wa sallam

In het licht van de voorafgaande bewijslast moet toege-voegd worden dat de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wasallam was gezegend met de Kennis van het Ongeziene(Ilm-e-Ghayb) als een Gunst van Allah. Wij kunnen hetonderwerp van de drie engelen onderzoeken.

Page 31: 139 ilm e ghayp

`` 1. Aan de Heilige Profeet sallallaaho alaihiwa sallam was dit Schat der Kennis rechtstreeksverleend door Allah, dat wil zeggen zondertussenkomst van een middel om de kennis over te

dragen.

2. Door de openbaring van de Heilige Qur’aan welk deSchatkamer der Wetenschap is in het universum.

3. De Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam was ge-stuurd als een “Sahied” (Getuige), dat wil zeggen degenedie voortdurend op de hoogte is met alles wat in de wereldgebeurd, degene die onderzoek en ondervraging doet énwaarnemer is met een inzicht om vast te stellen en huninvloeden van dag tot dag kan analyseren. Hij was dusvoortdurend op de hoogte van de door Allah gezondenwaakzaamheid met volmaakte kennis als een ooggetuige,met de autoriteiten van Haqq-ul-Yaqeen en Ain-ul-Yaqeen– de faculteit van getuigenis der dingen met standvastigeIman (geloof) en overtuiging.

Door het analyseren van Kennis van het Ongeziene van deHeilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam zoals in boven-

Page 32: 139 ilm e ghayp

staand eerste gezichtspunt, namelijk het verlenen van Ilm-e-Ghayb direct van Allah Almachtige, kunnen wij refererennaar de volgende verzen van de Heilige Qur’aan:

“Tilka min ‘ambâ-‘il-gaybi nouhee-hâ ‘ilayk ; …”

“Deze zijn enkele van de verhalen van het Ongeziene welke Wijhebben geopenbaard aan u (O Profeet!); …...” Surah Hud{Profeet Hoed}, hoofdstuk 11, vers 49

“Zâlika min ‘ambâ-‘il gaybi nouheehi ‘ilayk ; ….”

“Zulk is één van de verhalen van wat ‘Ongezien’ gebeurde, welkeWij door inspiratie aan u openbaarden…...” Surah Yusuf{Profeet Juzoef}, hoofdstuk 12, vers 102

Page 33: 139 ilm e ghayp

“Wa mâ huwa ‘alal-gaybi bi-daneen.”

“Hij (Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam) heeft niets mettegenzin achtergehouden van de Kennis van het Ongeziene.”Surah Takweer {de winding}, hoofdstuk 81, vers 24

Onderzoek naar de Kennis van het Ongeziene van de Hei-lige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam vanuit het tweedegezichtspunt worden onze ogen geopend door de volgendeverzen van de Heilige Qur’aan:

“…, wa nazzalnâ ‘alaykal-Kitâba tibyânal-li-kulli shay-inw-wa Hudanw-wa Rahmatanw-wa Bushrâ lil-Musli-meem.”

Page 34: 139 ilm e ghayp

“……, en Wij hebben neergezonden het Boek dat allesverklaart, een Gids, een Genade en VerheugendeNieuws voor de moesliems.” Surah an-Nahl{de bijen}, hoofdstuk 16, vers 89

“….; mâ kâna hadeethany-yuftarâ wa lâkin-tasdee-qalla-zee bayna yadayhi wa tafseela kulli shay’inw-wa….”

“….; de Qur’aan is geen verzonnen sprookje, maar een (Heilige)bevestiging van wat (vroeger) gebeurde – een gedetailleerde expo-sitie van alles; en…..” Surah Yusuf {Profeet Jusoef}, hoofdstuk12, vers 111

“….; many-yasha-‘i-LLâhu yudlilh; ….”

“….; niets hebben Wij weggelaten van het Boek, ….” Surahal-An'am {het vee}, hoofdstuk 6, vers 38

Page 35: 139 ilm e ghayp

“ ….; qad jâ-‘akum-mina-LLâhi Nourunw-wa Kitâbum-Mubeen.”

“……...; zeer zeker is naar u gekomen van Allah een Licht en eenDuidelijk Boek.” Surah al-Maida {de tafel}, hoofdstuk 5, vers 15

“Wa mâ min gaybatin-fis-samâ-‘i wal-‘ardi ‘illâ fee kitâ-bim-Mubeen.”

“Evenmin is er noodzaak voor het Ongeziene in hemel of aarde,maar het is vastgelegd in het Duidelijke Boek.” Surah an-Naml{de mieren}, hoofdstuk 27, verse 75

Page 36: 139 ilm e ghayp

“…; wa lâ habbatin fee zulumatil-‘ardi wa lâ rat-binw-walâ yâ-bisin ‘illâ fee Kitâbim-Mubeen.”

“Er is geen graan(korrel) in het duister (of holst) van de aarde,noch iets anders, vers of droog (groen gewas of verdort), maar ishelder ingeprent in een (officieel) Boek.” Surah al-An'am {hetvee}, hoofdstuk 6, vers 59

In boven geciteerde verzen is gelezen, allereerst wordtgememoreerd dat de Heilige Qur'aan deKitāb-e-Mubien is,het Boek maakt alles zonder enige twijfel begrijpelijk enhelder. Het is waardig te observeren dat het Boek allezaken (inclusief de eigenschappen) onder de zon behan-deld. Kunt u zich dan voorstellen hoe uitgebreid en diep-gaand de kennis zal zijn geweest van de persoon (ProfeetMohammed sallallaaho alaihi wa sallam) aan wie de HeiligeQur'aan is geopenbaard? Zeer zeker, alles wat in het Heili-ge Boek is genoemd zal volkomen en volledig ongesluierdaan de ontvanger van het Heilige Boek zijn onthuld. Het

Page 37: 139 ilm e ghayp

verschijnsel moet ongetwijfeld in alleopenheid zijn overgebracht zonder lastervan de Goddelijke schenking aan de HeiligeProfeet sallallaaho alaihi wa sallam. Door de ‘Kennis

van het Ongeziene’ van de Heilige Profeet sallallaaho alaihiwa sallam als een Sahied of getuige van alle zaken te onder-zoeken worden wij door de volgende verzen geleid naar devisionaire wereld van verlichting waar wij volkomen ver-steld staan van de kennis die Allah Almachtige aan Zijnvertegenwoordiger heeft geschonken inclusief alle rechten,niet alleen op aarde maar zelfs in de hemelen en al het geendat in het Hiernamaals zal plaatsvinden. Het is zeer essen-tieel dat wij onze hoofd moeten buigen en de waarheid vanGoddelijke verklaring moeten accepteren en onszelf deweerkaatsing moeten besparen van enige twijfel. Het isbuiten ons (verstandelijke)vermogen om de Kennis van hetOngeziene (Ilm-e-Ghayb) dat door Allah Almachtige aande Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam is geschonkenvoor te kunnen stellen. Alleen Allah weet wat en hoeveelHij aan Zijn geliefde Profeet sallallaaho alaihi wa sallam heeftgeschonken. De bedoelde verzen in deze alinea zijn:

Page 38: 139 ilm e ghayp

“….wa ji’-nâ bika ‘alâ hâ-‘u-lâ-‘i Shaheedâ.“

“… en Wij brachten U als een Getuige tegen deze mensen.”Surah an-Nisa {de vrouw}, hoofdstuk 4, vers 41

“Innâ ‘arsalnâ ‘ilaykum Rasoulan-shâhidan….”

“Zeer zeker hebben Wij naar U (O mensen!) een apostel ge-stuurd, om een getuige te zijn over u….” Surah al Muzzammil{omhuld in kledij}, hoofdstuk 73, vers 15

Page 39: 139 ilm e ghayp

“Wa yawma nab-‘athu fee kulli ‘ummatinshaheedan ‘alay-him-min ‘anfusihimwa ji’-nâ bika shaheedan ‘alâ hâ-‘u-lâ”

“En op een dag zullen Wij uit alle mensen een getuige jegens henlaten opstaan en Wij zullen u (Profeet Mohammed sallallaahoalaihi wa sallam) een getuige jegens hen laten zijn …..” Surah anNahl {de bijen}, hoofdstuk 16, vers 89

Uit bovengenoemde verzen blijkt, dat op de Dag des Oor-deels niet alleen de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sal-lam een getuige zal zijn van zijn eigen Ummah(volgelingen), maar ook voor Allah Almachtige zal namensde andere profeten zal getuigen voor hun eigen volgelin-gen. Dit getuigenis kan alleen worden afgelegd door ie-mand die ooggetuige is van alle gebeurtenissen onderkritische blik op de Dag des Oordeels. Met andere woor-den, dit betekend dat de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wasallam volledig geïnformeerd is en in contact blijft met alleswaarover hij zal getuigen. Dus, hij houdt voortdurend onzegoede - en slechte daden in de gaten. Daarom moeten wijvoorzichtig zijn met welke activiteiten wij ons bezig hou-den zodat wij de Profeet niet teleurstellen of hem grieven.

Page 40: 139 ilm e ghayp

Dit feit is verder bekrachtigd door deAhadith (overleveringen) van de Heilige

Profeet sallallaaho alaihi wa sallam.

A. In een hadith staat: “Zoals ik alles voor mij zie, zo zie ikook alles helder achter mij.” (Muslim Shareef, deel 2, pag. 116)

B. In de tweede hadith wordt gezegd: “Ik zag Profeet Moe-sa alaihis salām in de vallei van Azraq, toen ik op weg wasvan Mekka naar Medina. Hij reciteerde de Talbiah. Op eenander moment zag ik dat Profeet Yunus alaihis salām eenlang wollen overjas droeg en op een rode kameel reed.”(Ibn-i-Majah, pag. 20, 208)

C. In de derde hadith is geschreven dat de Heilige Profeetsallallaaho alaihi wa sallam het Paradijs en de Hel heeft ge-zien. (Muslim Shareef, deel 2, pag. 180)

D. Uit de vierde hadtih wordt geleerd dat de Heilige Pro-feet sallallaaho alaihi wa sallam de naam van iedere bewonerbij naam weet die naar het Paradijs of de Hel gaat. (MishkātShareef, pag. 19)

Page 41: 139 ilm e ghayp

E. Van de vijfde hadith wordt geleerd, dat toen een man aan de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam vroeg of hij naar het Paradijs of de Hel gaat, de profeet zonder enige denkpauzeantwoordde: “Jij zult naar de hel gaan.” (Bukhari Shareef,deel 3, pag. 855)

F. In de zesde hadith staat: “Mijn totale Ummah was voormij gepresenteerd met een lijst van ieder individu waaropzijn/haar goede en slechte daden stond geschreven.” (Mus-lim Shareef, deel 1, pag. 207; Musnad-i-Ahmad; Ibn-e-Majah)

G. In de zevende hadith zegt de Heilige Profeet sallallaahoalaihi wa sallam: “Op een nacht was mijn Ummah voor mijgepresenteerd in mijn Hujrah en ik ken elk van hen heelgoed zoals een ieder zijn collega kent.” (Ref: Anba al-Musta-fa, pag. 19; ref: Tabarānie)

In de Heilige Qur’aan staat:

“ ’A-‘indahou ‘ilmul-gaybi fahuwa yarâ.”

Page 42: 139 ilm e ghayp

“Bezit hij Kennis van het Ongeziene, wat hijkan zien?” Surah an Najm {de ster}, hoofdstuk 53,vers 35

Uit dit vers blijkt dat alleen een persoon die Ilm-e-Ghaybheeft dingen kan zien die buiten de normale blik valt. Opverschillende plaatsen in de Heilige Qur'aan wordt hetgezichtsvermogen van de Heilige Profeet sallallaaho alaihiwa sallam bevestigd. Surah Mujadilah, hoofdstuk 58, vers 7;Surah Ibrahim, hoofdstuk 14, vers 19; Surah Baqarah, hoofdstuk2, verzen 243 en 258; Surah Nur, hoofdstuk 24, vers 41

De waarheid is dat wanneer een gekozen Vriend van Allah,Allah heeft gezien, niets meer voor hem gesluierd blijft. DeHeilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam zei: “Ik zag AllahAlmachtige. Hij zette Zijn hand op mijn rug. Ik voelde dekoelte in mijn borst. Binnen enkele tellen werd alles helderzichtbaar voor mij en ik herkende iedereen.” (Tirmizi Sha-reef; Mishkāt Shareef, Karachi, pag. 72)

Page 43: 139 ilm e ghayp

7 De Profeet sallallaaho alaihi wa sallam ver-deelde ook delen van zijn Ilm-e-Ghayb onderzijn volgelingen

Tot zo ver hebben wij geschreven over de onmetelijke endiepgaande kennis van de Heilige Profeet sallallaaho alaihiwa sallam en beschouwende de overeenkomst van de kos-mische machten werkende in het universum met de supermenselijke machten in het universum voorzien van mense-lijke visuele inzichten van het Ongeziene als een specialegift van de Goddelijke Gunst, overtreffend en ongeëve-naarde menselijke intellect én onovertroffen sinds het be-staan der mensheid.

Wij zijn geneigd te denken en ons af te vragen of de HeiligeProfeet sallallaaho alaihi wa sallam de hele schatkamer aan,door Allah gegeven, Kennis en in het bijzonder gerelateerdaan het Ongeziene beperkt heeft tot zichzelf of hij ook alsgift enkele wetenschappen aan zijn liefhebbers die verlan-gend en capabel genoeg zijn heeft prijsgegeven.

Uit verschillende ahadith kunnen wij leren dat de HeiligeProfeet sallallaaho alaihi wa sallam niet alleen zijn liefhebbers

Page 44: 139 ilm e ghayp

en bewonderaars met de Goddelijke Giftbegunstigde, maar het ook deed in alleopenheid. Leerde hen hoe verbondenheid metGoddelijkheid in stand kan worden gehouden envoortgezet als het intellect zich uitbreid en

verder ontwikkeld in het wetenschapsgebied of geschiede-nis. Dit is een expressie van Goddelijke Dispensatie vangunst onder de volgelingen. Enkele ahadith die hierovergaan zijn:

A. De algemeen bekende en beroemde metgezel HazratAbu Zarr Ghaffari radi Allahu anhu van de Heilige Profeetsallallaaho alaihi wa sallam zegt: “De Heilige Profeet sallal-laaho alaihi wa sallam heeft deze materiele wereld niet verla-ten zonder ons iets te vertellen, er is in feite niet één vogelin de lucht waarover hij niets heeft verteld.” (Anba al-Mus-tafa, pag. 8 ref: Musnad-i-Ahmad en Tabaqat-i-Ibn- i-Sa'ad)

B. Een andere metgezel Hazrat Huzaifa radi Allahu anhurapporteerde: “Alleen de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wasallam stond tussen ons (om een preek te geven) en onthul-de voor ons ieder detail van gebeurtenissen die plaatszullen vinden vanaf dit moment tot de Dag des Oordeels;hij hield niets achter en sloeg geen detail over. Een ieder die

Page 45: 139 ilm e ghayp

deze memorie kan onthouden heeft hetherinnerd; en degen die het vergeten iskan het achteraf niet weer voor de geest halen.” (

Anba al-Mustafa, pag. 7 ref: Bukhari, Muslim enMusnad-i-Ahmad)

C. In een hadith staat: “De Heilige Profeet sallallaaho alaihiwa sallam verliet de wereld niet zonder de beschrijving vanelke ontwrichter (veroorzaker van onrust op aarde) te ver-tellen tot de Dag des Oordeels; alles, dat wil zeggen zijnnaam, zijn vader’s naam en de naam van de volksstam ofclan waartoe hij behoord.” (Mishkāt Shareef, Bab al-Fitan)

D. De slag bij Badr vond plaats op 17 Ramadaan. Voordatde oorlog (Jihad) startte begaf de Heilige Profeet sallallaahoalaihi wa sallam zich op het oorlogsterrein en onthulde deidentiteit van de vijanden van de islam, indiceerde doormet zijn hand verschillende plaatsen aan te wijzen én ver-telde wat op die plaatsen zou gebeuren tijdens de oorlog.Toen de oorlog achter de rug was werd opgemerkt dat elkepersoon over wie de Profeet sallallaaho alaihi wa sallam hadverteld exact had plaatsgevonden en ook op de exact aan-gewezen plaats hun dode lichaam werd aangetroffen.(Muslim Shareef, Kitāb al-Jihad, deel 2)

Page 46: 139 ilm e ghayp

E. Er is een lange hadith van de HeiligeProfeet sallallaaho alaihi wa sallam die eeneyeopener is voor iedere ongelovige die onjuistegedachte heeft over de waarheid van de HeiligeProfeet sallallaaho alaihi wa sallam zijn Kennis van

het Ongeziene. Deze hadith is door Hazrat Anas bin Malikradi Allahu anhu onthuld die zei: “Na daling van de zonkwam de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam uit zijnHujrah en leidde het Zohr gebed (namaaz). Na afrondingvan het gebed ging de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wasallam achter de kansel en hield een toesprak over de Dagdes Oordeels en de grote gebeurtenissen die zouden plaats-vinden voor de bewuste dag. Daarna vroeg hij aan zijnmetgezellen over zij iets te vragen hadden. Hij vervolgde,‘ik zweer in de naam van Allah, er is geen vraag die u zultstellen en ik daarop geen antwoord zal geven zolang ik hierben’.” Hazrat Anas radi Allahu anhu rapporteerde dat toende metgezellen dat hoorden zij in tranen uitbarstten, omdathet de tijd aankondigde van het verlaten van de wereld. DeHeilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam vervolgde doorsteeds keer op keer te zeggen: “Vraag mij, vraag mij (nie-mand zal na mij u iets kunnen vertellen).” (Bukhari Shareef,Kitāb al-E'tisaam, deel 3, pag. 855)

Page 47: 139 ilm e ghayp

Het volgende vers van de Heilige Qur'aanbevestigd zijn waarheidsgetrouwheid: “DeHeilige Profeet (sallallaaho alaihi wa sallam) heeftniets met tegenzin achtergehouden van de Kennisvan het Ongeziene.” Surah Takweer, hoofdstuk 81, vers24

Dit vers verklaart ‘wat u ook zult vragen zal beantwoordworden en wat u verzoekt zal gegarandeerd worden’.

De vasthoudendheid van de Heilige Profeet sallallaaho alaihiwa sallam op verklaring in naam van Allah en nadrukkelijkde toehoorders keer op keer aanmoedigen om vragen testellen en verzoek te doen over wat dan ook indiceert datzonder enige twijfel bij de Gratie van Allah Almachtige, deHeilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam was begiftigd metde Kennis van het Ongeziene en was extreem royaal omiedere verzoeker in zijn vraag om kennis inclusief de Onge-ziene tevreden te stellen.

Een Arabische Schriftgeleerde, Sheikh Ahmad bin Muham-mad Al-Siddique Al-Ghamari Al-Hasani, heeft een bijzon-

der succesvol boek1 geschreven dat ‘Motabiqa al-Ikhtia'at

Page 48: 139 ilm e ghayp

al-Asriya’ getiteld is. In dit boek heeft deSchriftgeleerde voorspellingen van hetOngeziene verzameld, die de Heilige Profeet sallal-laaho alaihi wa sallam gedurende vele momenten hadonthuld.

8 Overtuigende feitelijkheid betreffende Ilm-e-Ghayb

Over alles wat in dit artikel is geschreven, met duidelijkerechtvaardiging en verantwoorde verklaring, zal de vol-gende breedvoerige realiteit over de Kennis van het Ongezie-ne in gedachten gehouden moeten worden en u zult zichniet door valstrikken laten afdwalen. U hebt zelf kunnenlezen dat het bewijsmateriaal in de Heilige Qur’aan gevon-den is. Het eerste wat opgemerkt moet worden is, dat het“Ongeziene” een realiteit is, concreet en onbetwistbaar.Dat Ilm-e-Ghayb (Kennis van het Ongeziene) exclusief be-hoort aan Allah Almachtige als Zijn Exclusieve GoddelijkeVoorrecht, niemand heeft in welke vorm dan ook kennishiervan of enige macht om Zijn Exclusieve Domein te weer-leggen. Zijn kennis is compleet en volmaakt. Allah Al-machtige begiftigd Zijn Kennis van het Ongeziene aan Zijn

Page 49: 139 ilm e ghayp

gekozen dienaren. Allah Almachtige heeftde Kennis van het Ongeziene aan zijn Profetenbedeeld. Allah Almachtige heeft de Kennisvan het Ongeziene aan de Heilige Profeet

Mohammed sallallaaho alaihi wa sallam geschonken.De Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallam heeft vervol-gens zijn Kennis van het Ongeziene aan zijn metgezellendoorgegeven die het weer op hun beurt aan gekwalificeer-de personen zijn doorgegeven. Deze overdracht is nogsteeds actueel met de missie om de religie van Allah teverspreiden. Er is geen twijfel, de beroemde dichter enfilosoof van de Islam, Allama Iqbal, heeft de notabele per-soonlijkheid van de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sal-lam in zijn mooie coupletten beschreven: “Lauh bhi tu,Qalam bhi tu, tera wajud Al-Kitāb Ghumbad-e-Abgina rang teremuheet mein habab.”

“U bent, O Heilige Profeet (sallallaaho alaihi wa sallam), hetGeschrift (van menselijke fortuin), U bent de pen van God-geleerdheid (met macht) om de zaken van het universumte beschrijven en te tekenen, U bent de personificatie vanhet Boek van Allah. Dit onmetelijke glazige baldakijn (de

Page 50: 139 ilm e ghayp

hemel) is niet meer dan een druppel in deenorme zee van Uw Verheven Kennis.”

Page 51: 139 ilm e ghayp