Upload
others
View
0
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
VOORBLAD inleverproducten: portfolio In te vullen door student:
Studentnummer
1670057 (J. S.) 1673356 (J. IJ.)
DATUMSTEMPEL STIP
Naam student(en)
Jelmer Soes Jurjen IJsseldijk
Instituut (aankruisen)
Archimedes
Naam docent
Arantes Biekman
Naam en Osiriscode van de cursus
Beroep 2 OAR-PBEROEP-14
Toetsinschrijving Osiris bijgevoegd? (verplicht voor ITT)
Wil je je inleverproduct retour ?
Ja
2
Hoe ervaren jongeren de invloed van
social media op hun eigen
identiteitsvorming?
Jelmer Soes en Jurjen IJsseldijk
Onderzoek in kader van
de module beroep 2:
‘de ontwikkeling van de adolescent’
9 april 2015
3
Samenvatting
Uit onderzoek blijkt dat in de laatste tien jaar het gebruik van social media explosief is
gestegen. Jongeren tussen de 15 en 19 jaar zijn bijna allemaal op een van de sociale
platforms (Facebook, Twitter en Instagram) te vinden (Newcom Research & Consultancy,
2014). Er is al veel geschreven over de invloeden van gebruik van social media op jongeren
en de positieve en negatieve effecten daarvan. Dit onderzoek richt zich specifiek op de vraag
hoe jongeren beïnvloed worden in hun eigen identiteitsvorming door het gebruiken van
social media.
De vraag die centraal staat in dit onderzoek, is de volgende: ‘Hoe ervaren jongeren de
invloed van social media op hun eigen identiteitsvorming?’
Dit onderzoeksverslag zoekt antwoorden op vier deelvragen. Middels twee interviews is
onderzocht hoe adolescenten de invloed van sociale platforms ervaren op hun eigen
ontwikkeling.
Wij, Jelmer Soes en Jurjen IJsseldijk, richten ons in dit onderzoek specifiek op social
influencer Cynthia Schultz, online bekend als Miss Lipgloss, en het verschil tussen haar social
media-gebruik en dat van een van haar bezoekers, Lidianne van Egmond. Zowel Schultz als
Van Egmond zijn geïnterviewd en aan de hand van hun antwoorden geven we antwoord op
de eerder genoemde hoofdvraag.
We kunnen concluderen dat jongeren de invloed van social media op hun eigen
identiteitsvorming allen op een andere manier ervaren. Het is van wezenlijk belang met welk
doel je op sociale platforms actief bent.
Schultz bijvoorbeeld is afhankelijk van haar volgers en het aantal likes, omdat ze daarop
wordt afgerekend door adverteerders op haar blog. Van Egmond daarentegen wordt juist
beïnvloed door online rolmodellen als Schultz. Doordat er onder adolescenten, zo blijkt uit
een bezoekersanalyse door Schultz, sterk de behoefte is aan informatie op het gebied van
beauty en lifestyle, kunnen keuzes nogal eens worden beïnvloed door oordelen van social
influencers zoals Schultz.
4
Inhoudsopgave
Pagina
Samenvatting 3
Inhoudsopgave 4
Inleiding 5
Onderzoeksvraag 7
Methode 8
Resultaten 14
Conclusie 16
Evaluatie 21
Literatuurlijst 22
Bijlagen 23
5
6
Inleiding
Volgens Erikson (in Van der Wal & De Wilde, 2011 ) ziet de jongere zich in de
adolescentiefase geplaatst voor de uitdaging zijn eigen identiteit te ontwikkelen. Identiteit is
volgens Van der Wal en De Wilde (2011) de ervaring van jezelf als unieke persoon met
innerlijke samenhang die zich herkenbaar onderscheidt van anderen. Erikson (in Van der Wal
& De Wilde, 2011) onderscheidt vier aspecten aan identiteit: 1. Het besef van continuïteit; 2.
Het besef van herkenning en erkenning; 3. Het besef van innerlijke vrijheid in
onafhankelijkheid en 4. Het besef van een zinvolle toekomst.
Het besef van continuïteit is het gevoel dat je in verschillende situaties dezelfde persoon
bent. Het besef van herkenning en erkenning gaat om het gevoel dat je omgeving je herkent
en erkent als een unieke persoon met eigen kenmerken en karakteristieken.
Het besef van innerlijke vrijheid en onafhankelijkheid is een goed zicht hebben op dat wat je
kan en niet kan, dat accepteren en de ruimte zien van waar ontwikkeling en groei is. Het
besef van een zinvolle toekomst is het hebben van doelen en idealen die je keuzes en het
nemen van verantwoordelijkheid bepalen. In al deze aspecten wordt duidelijk dat interacties
met anderen een grote rol spelen in de vorming van de eigen identiteit.
In de laatste tien jaar is het gebruik van social media explosief gestegen, waarbij jongeren
tussen de 15-19 jaar bijna allemaal op één van de sociale platforms (Facebook, Twitter,
Instagram, etc.) te vinden zijn (Newcom Research & Consultancy, 2014). Er wordt veel
geschreven over het gebruik van social media door jongeren en de positieve en negatieve
effecten daarvan.
Uit onderzoek van De Vries (2014) blijkt dat sociale media het zelfbeeld van mensen kunnen
beïnvloeden. Bij vrouwen veroorzaakt online zelfpresentatie zelfobjectivering, als ze even
daarvoor waren blootgesteld aan media waarin het uiterlijk centraal staat. Ook bleek dat de
wens om iets aan je uiterlijk te verbeteren, wordt beïnvloed door sociale mediagebruik. Hoe
vaker iemand gebruik maakt van sociale platforms, hoe groter de neiging is om cosmetische
chirurgie te ondergaan.
Ook doet De Vries (2014) de aanbeveling om te kijken naar gebruik van sociale media van
adolescenten, als de wens is om het negatieve lichaamsbeeld en de gevolgen daarvan te
veranderen. Welke tieners het meest kwetsbaar zijn voor deze negatieve effecten, is nog
niet duidelijk.
7
Een onderzoek van Valkenburg en Peter (2011) stelt dat er zowel positieve als negatieve
effecten zijn. Zo kan gebruik van online communicatiemiddelen het zelfvertrouwen van
adolescenten ten goede komen, kan het bijdragen aan het vormen van vriendschappen,
maar ook bestaande vriendschappen onderhouden. Daarnaast draagt het bij aan het
ontwikkelen van de seksuele zelfontplooiing.
Echter, uit bestaande literatuur blijkt dat gebruik van de sociale media eventueel online
pestgedrag in de hand kan werken. Daarnaast worden adolescenten online eerder
blootgesteld aan seksuele uitbuiting.
In een literatuuronderzoek geeft Rave (2013) een beschrijving van de mogelijke invloed van
social media op de vorming van de identiteit. Zij geeft aan dat social media zowel een
positieve als negatieve invloed kan hebben op de identiteitsvorming. Daarbij zijn er twee
belangrijke onderliggende processen:
1. Jongeren kunnen op sociale platforms zoals Facebook
experimenteren met hun identiteit. Je kunt laten zien wie je bent en waar je voor
staat door bijvoorbeeld het plaatsen van foto’s. Omdat anderen hierop kunnen
reageren krijg je op deze manier positieve of negatieve feedback wat van invloed is
op de vorming van de identiteit. Je kunt dit gemakkelijker manipuleren dan in het
dagelijkse leven waardoor experimenteren veiliger kan voelen.
2. Voor jongeren is de peergroup erg belangrijk. Social media
geeft een grotere mogelijkheid om je te vergelijken met anderen en zo een beeld te
krijgen van wat wel en niet wenselijk is. Ook dit kan zowel een positieve als negatieve
invloed hebben.
8
Onderzoeksvraag
In termen van de theorie van Erikson zou je dus kunnen zeggen dat social media positief of
negatief kunnen uitwerken op het besef van continuïteit doordat jongeren experimenteren
met hun identiteit en daarmee wel of niet een stuk herkenning en erkenning krijgen. Daarop
richt zich dit onderzoek. Hierbij staat niet zo zeer centraal of social media invloed hebben -
daar is al veel onderzoek naar gedaan - maar richten we ons op de vraag hoe jongeren zélf
de relatie tussen social media en hun identiteitsontwikkeling ervaren. De onderzoeksvraag
van dit onderzoek is:
Hoe ervaren adolescenten de invloed van social media op hun identiteitsontwikkeling?
Hieraan koppelen we de volgende deelvragen:
1. Welke social media worden gebruikt en wat doen
adolescenten hiermee?
2. Hoe ervaren zij de invloed van social media op het
experimenteren met hun eigen identiteit?
3. Hoe ervaren zij de invloed van social media op het zichzelf
vergelijken met anderen?
4. Hoe ervaren zij de invloed van social media op het besef
van herkenning en erkenning?
9
Methode
Het interview is uitgevoerd met social influencer Cynthia Schultz. Deze beauty-blogger wordt door
kenners bestempeld als een persoon met veel invloed op sociale media. Dat vertaalt zich voor Schultz
zelf in verzoeken van adverteerders en inkomsten uit haar blog. Voor de bezoekers van haar site
betekent het dat deze Schultz mogelijk zien als een voorbeeld en haar een inspirerende
persoonlijkheid vinden. Deze keuze is gemaakt omdat in dit onderzoek de vraag centraal staat hoe
adolescenten de invloed van social media op hun identiteitsontwikkeling ervaren.
In dit onderzoek is de keuze gemaakt om enerzijds Schultz als social influencer te interviewen en
anderzijds een bezoeker van haar site. Die bezoeker is Lidianne van Egmond, een 20-jarige
adolescent uit Sassenheim.
Het interview met Schultz vond plaats op 10 maart in Brasserie Bar & Brood. Schultz was verzocht
een locatie voor het interview te kiezen, zodat omstandigheden geen invloed konden hebben op de
onderzoeksresultaten. Het interview met Van Egmond verliep telefonisch op donderdag 12 maart.
Er is gebruik gemaakt van een interviewleidraad (zie bijlage 1). Bij de eerste vraag in het interview is
gebruik gemaakt van een stimulus in de vorm van een afbeelding waarin allerlei mogelijke vormen
van sociale media zijn weergegeven (zie http://numrush.nl/2014/04/29/infographic-laat-zien-hoe-
het-social-media-landschap-er-2014-uit-ziet/) Aan de hand van deze afbeelding is van de adolescent
gevraagd om aan te geven van welke social media er met name gebruik gemaakt wordt en welke rol
dit soort media speelt in het dagelijkse leven.
In de interviewleidraad zijn ook momenten opgenomen waarin een samenvatting kan plaatsvinden
van hetgeen tot dan toe gezegd is. Ten behoeve van de betrouwbaarheid van het onderzoek zal de
jongere expliciet gevraagd worden of deze samenvatting volgens hem/haar juist is. De jongere krijgt
nadrukkelijk de mogelijkheid zaken eventueel te verduidelijken of aan te vullen.
Er is van het interview een geluidsopname of transcriptie gemaakt. In de analyse van de interviews
zijn betekenisvolle fragmenten, die duidelijk een relatie hebben met de deelvragen of hoofdvraag
van het onderzoek geselecteerd en uitgeschreven. Tekstfragmenten die niet relevant of betekenisvol
worden geacht, zijn verder achterwege gelaten (Van der Donk en Van Lanen, 2013). Helder is
gehouden van welke adolescenten welke tekstfragmenten afkomstig zijn.
De tekstfragmenten hebben naar aanleiding van de betekenis die zij hebben, een label toegekend
gekregen. Een voorbeeld van een label is ‘foto’s plaatsen’. Tekstfragmenten die op hetzelfde
betrekking hebben, en dus eenzelfde label kennen, zijn samen gebracht. De labels sluiten inhoudelijk
aan bij één of meerdere deelvragen. De gelabelde tekstfragmenten (of groepen tekstfragmenten)
vormen samen (een deel van) het antwoord op de deel- en hoofdvraag. Onderstaand schema is
gebruikt bij de analyse van de tekstfragmenten (Van der Donk en Van Lanen, 2013).
10
Onderzoeksvraag/
Deelvraag
Hoe ervaren
adolescenten de
invloed van social
media op hun
identiteitsontwikkeling
Label Tekstfragment adolescent1 Tekstfragment adolescent2 Opmerkingen
(vd
onderzoekers)
Welke social media
worden gebruikt en
wat doen
adolescenten
hiermee?
Platformgebruik 1. Whatsapp
2. Twitter
3. Facebook
4. Blog
5. Instagram
1. Whatsapp
2. Twitter
3. Facebook
4. MissLipgloss.nl
5. Instagram
Bij onderdeel
platformgebruik
is een kleine
aanpassing
gedaan, omdat
dit onderzoek
zich onder meer
richt op het
gebruik van het
sociale medium
‘blog’.
Verantwoording
platformgebruik
Whatsapp: vooral om contacten te onderhouden en
snel berichten te kunnen versturen, bellen heeft niet de
voorkeur.
Twitter: heel veel bezoek genereren naar
MissLipgloss.nl, maar ook antwoorden op vragen van
lezeressen van dat platform.
Facebook: links delen van mijn blog. De interactie aan
gaan met de personen die mijn Miss Lipgloss-pagina
hebben geliket.
Blog: blogposts publiceren, vragen van bezoekers
beantwoorden en nieuwe dingen uitproberen.
Instagram: de bezoekers van de blog MissLipgloss.nl een
kijkje geven in het dagelijks leven van de bloggers. Maar
ook veel reageren op vragen, opmerkingen of andere
posts van Instagram-gebruikers.
Whatsapp: berichtjes ontvangen van vrienden en versturen
naar die vrienden. Altijd bereikbaar zijn is een belangrijke
factor.
Twitter: met name scrollen door tijdlijn. Dat houdt in dat
de berichten van de gevolgde personen even snel
geskimmed worden, de ene keer wat sneller dan de andere
keer. En bij de ene tweet blijft de aandacht hangen, bij de
ander niet.
Facebook: met name om een beetje te gluren bij de
vrienden op het sociale medium.
MissLipgloss.nl: uit pure interesse voor de producten die
worden besproken door Miss Lipgloss, Schultz in dit geval.
Instagram: deels kopieergedrag van andere Instagram-
gebruikers. De social-foto’s, zoals feestjes, uit eten en
strandbezoekjes delen. Ook veel liken en gluren.
Duur algemeen
platformgebruik
Hele dag bestaat vrijwel uit social media-posts.
Reageren op bezoekers, vragen van bezoekers die via de
sociale media binnenkomen beantwoorden. Om en
nabij de vijf uur per dag, intensief gebruik.
Whatsapp en blog langst, maar lastig in te schatten hoe
lang. Vaak korte aanpassingen of berichten, dus
Lastig in te schatten. De ene dag langduriger en
veelvuldiger gebruik van sociale media dan andere dagen.
Switch van medium naar medium, dus moeilijk in te
schatten welk medium het langst. Whatsapp wel het
vaakst, maar korte bezoekjes aan de app. Geschat: zo’n
vier uur per dag.
11
optelsom.
Hoe ervaren zij de
invloed van social
media op het
experimenteren met
hun eigen identiteit?
Presentatie
platformgewijs
Whatsapp: privé, dus enige platform dat niet zakelijk
wordt gebruikt.
Twitter: zakelijk, maar betrokken. Dat is de kracht van
Miss Lipgloss.
Facebook: deels privé, deels zakelijk. Facebookpagina
van Schultz zelf: privégebruik, dus geïnteresseerd in
leven van vrienden.
Facebookpagina van Miss Lipgloss: zakelijk, maar
betrokken, zoals ook op Twitter het geval is.
Blog: houding van een goede vriendin of oudere zus. De
truc van het succes van Miss Lipgloss: meiden kunnen
zich identificeren met de persoon Miss Lipgloss en
volgen haar adviezen soms op.
Instagram: de bezoeker mee op reis, dus vooral veel
foto’s van dingen die Miss Lipgloss doet. Foodpics en
aanraders / vragen bij foto’s die online worden gezet.
Whatsapp: vooral veel met vriendinnen, dus houding die je
ook aanneemt als je met vriendinnen op stap bent. Dan is
het net zo gezellig als op stap, maar een stuk plastischer en
minder uitgebreid uiteraard.
Twitter: houding? Niet echt, vooral veel checken bij
anderen en soms eens reageren. Niet een specifieke
houding, deels kleurloos, maar ook wel weer mezelf.
Facebook: vaak grappen. Meiden die ik ken taggen in posts
van anderen, maar ook inhoudelijk reageren op vragen van
andere Facebookers of liken van foto’s die worden
gedeeld.
MissLipgloss.nl: geïnteresseerde houding, want bezoek is
er om wat ‘op te steken’.
Instagram: zoals gezegd, deels kopieergedrag, maar deels
ook een kijkje in het leven van Van Egmond. Leuke dingen
worden geplaatst, minder interessante dingen niet.
Online t.o.v.
dagelijks leven
Nee. Geen andere houding online dan in het ‘echt’.
Zoals eerder genoemd: kracht van Miss Lipgloss is dat
bezoekers zich kunnen identificeren met Schultz.
Natuurlijk wel eens chagrijnig, maar dat blijkt eerder
online niet dan andersom.
Misschien wel. Online show je alleen dingen waarvan zeker
is dat anderen het kunnen waarderen. Dus de minder leuke
dingen blijven achterwege.
Hoe ervaren zij de
invloed van social
media op het zichzelf
vergelijken met
anderen?
Volggedrag 1. Andere bloggers
2. Vrienden
3. Bezoeksters
4. Andere
interessante personen
5. Nieuws
1. Bloggers
2. Vrienden
3. Celebrities
4. Nieuws
Verantwoording
volggedrag
Andere bloggers om op de hoogte te blijven van wat zij
doen. Er is een zekere vorm van concurrentie tussen de
bloggers.
Vrienden omdat ik graag op de hoogte wil zijn van wat
zij doen en wellicht vergelijken of wat zij doen veel
saaier is dan dat wat ik zelf doe. Of juist andersom.
Andere interessante personen: de mogelijkheid is er,
waarom dus niet?
Nieuws: heerlijke manier van op de hoogte blijven van
wat er in de wereld gebeurt.
Bloggers, omdat interessant is wat zij posten. Ligt dicht bij
het interessegebied dus logisch gevolg.
Vrienden: graag weten wat zij doen, waar ze zijn en of ik
dat leuk vind.
Celebrities: ligt ook dicht bij interessegebied, doen
bovendien veel op sociale media.
Nieuws: op de hoogte blijven.
12
Overnamegedrag
sociale media
Wordt vrijwel niets overgenomen. Vooral veel zenden
via sociale media. Social Influencer, dus schat wel in dat
er veel wordt overgenomen door ontvangers.
Ja, worden wel dingen overgenomen. Bijvoorbeeld
kledingtips, make-up-aanraders door Miss Lipgloss. Maar
vaak dure spullen, dus op zoek naar een goedkopere
variant. Daarnaast in die zin overnemen door dingen die
vrienden posten ook te posten.
Hoe ervaren zij de
invloed van social
media op het besef
van herkenning en
erkenning?
Registratie
volgers
Miss Lipgloss wordt vooral gevolgd door bezoekers van
haar blog. Logisch, want daar houdt ze de achterban op
de hoogte van nieuwe ontwikkelingen, posts of geeft
antwoorden op vragen van bezoekers. De kern van het
bloggen: gevolgd worden.
Word vooral gevolgd door vrienden. Eigenlijk alleen maar.
Wordt minder belangrijk geacht het aantal volgers. Veel is
natuurlijk leuk, maar zou ook spannend zijn als
onbekenden volgen. Maar het kan wel, want profiel is niet
afgesloten.
Waardering
volgers
Volgers zijn de drijfveer achter Miss Lipgloss. Succes is
allemaal te danken aan de grote achterban, dus volgers
zijn zeer belangrijk.
Voor Lipgloss is het erg belangrijk wat volgers van haar
vinden. Toont ze kwetsbaarheden, dan wil ze graag dat
die positief worden ontvangen door bezoekers.
Andersom ook: bezoekers komen met kwetsbaarheden
naar haar.
Nee. Volgers zijn niet zo van belang. Wel leuk natuurlijk,
maar er wordt door respondent niet wakker van gelegen.
Meer identificatie met de mensen die ik zelf volg; hebben
zij dezelfde problemen als ik? Maken zij zich druk om
dezelfde dingetjes als ik en vinden zij dezelfde dingen van
belang en andere dingen wellicht minder van belang?
Waardering likes Geldt hetzelfde voor als voor volgers: likes zijn
belangrijk. Daardoor zien anderen posts van Miss
Lipgloss en wordt het bereik vergroot. Daarnaast kijken
adverteerders ook naar bereik van bepaalde posts.
Nee, net zoals volgers zijn likes niet belangrijk. Hoewel je
het er als sociale media-gebruiker natuurlijk deels voor
doet. Social media worden vooral gebruikt om te volgen,
niet zozeer om. zelf te zenden
13
Resultaten
Het interview met Schultz (adolescent 1) verliep soepel. Omdat Schultz regelmatig wordt
geïnterviewd, waren er geen knelpunten of ongemakkelijke situaties tussen interviewer en
geïnterviewde. Deels kwam dat doordat de locatie van het interview was uitgekozen door
Schultz zelf, dus in de ‘comfort zone’. Daarnaast was de aard van het interview niet dermate
kritisch dat geïnterviewde zich mogelijk aangevallen kon voelen. Tijdens het interview waren
er geen stoorzenders aanwezig, omdat het vraaggesprek plaatsvond aan een afgezonderd
tafeltje op het terras van Brasserie Bak & Brood.
Het interview met Van Egmond (adolescent 2) verliep minder soepel dan dat met adolescent
1. Deels omdat Van Egmond gespannen was en niet goed wist wat ze moest verwachten.
Was in eerste instantie wat schuchter met antwoorden, maar kwam gaandeweg het
interview wat los.
Beide respondenten gebruiken dezelfde sociale media, te weten Whatsapp, Twitter,
Facebook, www.misslipgloss.nl en Instagram. Voor maar één sociaal platform hebben beide
geïnterviewden hetzelfde doel: Whatsapp. Beide respondenten geven aan dat ze het
platform gebruiken om contacten te onderhouden en berichten naar vrienden te kunnen
verzenden en van hen te kunnen ontvangen.
Waar Van Egmond Twitter vooral gebruikt om op de hoogte te blijven van nieuws van
degenen die zij volgt, gebruikt Schultz het desbetreffende platform vooral om te zenden.
Daarnaast geeft Schultz via Twitter antwoord op vragen die ze ontvangt van bezoekers van
haar blog.
Voor Facebook geldt hetzelfde: Schultz verstuurt vooral, Van Egmond kijkt mee met de posts
van mensen die ze als vriend heeft toegevoegd op dat sociale platform. Hetzelfde geldt voor
fotoplatform Instagram: Van Egmond zendt niet veel, maar kijkt vooral. En Schultz plaatst
vooral zelf.
Zowel Schultz als Van Egmond gebruiken www.misslipgloss.nl. Echter is Schultz te vinden aan
de andere kant: zij zendt. Van Egmond is vooral geïnteresseerd in de dingen die Schultz dan
zendt.
Zowel Schultz als Van Egmond gaven in de interviews aan dat Whatsapp vooral als privé-
platform wordt gebruikt. Schultz gaf zelfs aan dat Whatsapp het enige platform is dat ze niet
vanuit zakelijk oogpunt gebruikt. Van Egmond vertelt dat Whatsapp vooral een platform is
waarop met vriendinnen wordt gecommuniceerd. Het lijkt dan net alsof je met vriendinnen
op stap bent.
14
Op Twitter verschilt het gedrag van beide respondenten aanzienlijk. Schultz probeert over te
komen als een goede vriendin of oude zus, net als op andere sociale platforms. Van Egmond
geeft aan dat ze niet echt een andere houding aanneemt op Twitter dan in het echt. Dat
komt vooral doordat ze niet veel zendt, maar meer meegluurt met de mensen die ze volgt.
Ook Facebook-gebruik verschilt: Schultz gebruikt haar persoonlijke pagina voor dezelfde
doeleinden als Van Egmond, maar gebruikt haar bedrijfspagina (Miss Lipgloss) weer om
bezoek te genereren. Ze zendt vooral.
Instagram-gebruik komt wel overeen: beide respondenten geven aan dat ze vooral gebruik
maken van het platform om volgers een kijkje te geven in het leven. De leuke dingen worden
online gezet, de mindere dingen niet.
In volggedrag verschillen beide respondenten: Schultz volgt met name andere bloggers en
personen die ze interessant vindt om op ideeën voor haar blog te komen, Van Egmond volgt
vooral bloggers, omdat ze interessant vindt wat die bloggers doen.
Beiden volgen vrienden, omdat op die manier op de hoogte gebleven kan worden van
bezigheden van mensen die je wellicht niet dagelijks spreekt. Het is voor beiden een manier
om in de gaten te houden wat vrienden bezighoudt.
Waar Schultz aangeeft dat ze vooral overneemt wat ze bij andere bloggers ziet, bekent Van
Egmond dat ze dingen overneemt van de mensen die ze volgt. Kledingtips, make-up-
aanraders door Miss Lipgloss (Schultz). Maar, geeft ze ook aan, dat zijn vaak duurdere
spullen dan ik kan betalen, dus ga ik op zoek naar alternatieven.
Beide respondenten worden gevolgd door een compleet verschillende groep. Schultz wordt
met name gevolgd door bezoekers van haar website, Van Egmond vooral door vrienden.
Schultz geeft aan dat volgers belangrijk zijn voor haar, Van Egmond kan ook wel zonder. Het
zou natuurlijk leuk zijn als ze veel volgers zou hebben, vertelt laatstgenoemde, maar ik vind
het minder belangrijk. Miss Lipgloss daarentegen heeft juist volgers nodig om aan de
verwachtingen van adverteerders te kunnen voldoen.
Schultz geeft aan dat de volgers de drijfveer zijn achter het succes van Miss Lipgloss en hecht
veel waarde aan wat bezoekers van een post vinden. Bijvoorbeeld als ze een kwetsbaarheid
toont, wil Schultz graag dat die positief wordt ontvangen door haar achterban. Van Egmond
is juist op zoek naar bevestiging: hebben die bloggers dezelfde problemen als ik en maak ik
me om dezelfde dingen druk als zij?
15
Conclusie
Deelvraag 1
Welke sociale media worden gebruikt en wat doen adolescenten hiermee?
Beide geïnterviewden maken gebruik van dezelfde sociale media: Whatsapp, Twitter,
Facebook, MissLipgloss.nl en Instagram. Waar Schultz vooral gebruik maakt om op alle van
die platforms te zenden naar de achterban van haar blog MissLipgloss.nl, staat Van Egmond
aan de ontvangerskant. Zij leest wat Schultz verstuurt en wacht daar ook op. Via Twitter en
Facebook scrollt Van Egmond door haar tijdlijn, op zoek naar nieuws van de bloggers die zij
zo interessant vindt.
Van Egmond gebruikt de sociale media met name om op de hoogte te blijven van de
interessegebieden. Er van haar kant een behoefte aan informatie op bepaalde gebieden en
Schultz vult die behoefte in. Daar kruisen beide geïnterviewden elkaars paden: Schultz is
afhankelijk van de social media-afname van bezoekers zoals Van Egmond en Van Egmond is
afhankelijk van het aanbod van bloggers zoals Schultz.
Zowel Schultz als Van Egmond zijn te vinden op MissLipgloss.nl, maar er is een wezenlijk
verschil: Van Egmond komt op www.misslipgloss.nl omdat ze weet dat ze Schultz daar vindt:
een inspirerende persoonlijkheid die adolescenten weet te vermaken met reviews op make-
up-gebied, maar ook op andere lifestyle gebieden.
Die andere lifestyle-gebieden blijken wel uit het gebruik van Instagram door Schultz. Daar
gaat het met name om een inkijkje in het leven van de blogster. Bezoekers kunnen immers
niet altijd mee als ze op pad gaat en make-up-artiesten ontmoet. Van Egmond is
geïnteresseerd in die wereld en, wederom, Schultz voorziet haar van de informatie die ze
nodig heeft.
Van Egmond gebruikt sociale media met name om te controleren wat anderen bezighoudt.
Zo houdt ze zichzelf min of meer een spiegel voor: zijn vriendinnen bezig met dezelfde
dingen als ik, en kan ik wellicht iets opsteken van mensen waar ik tegenop kijk, zoals Schultz.
Schultz gebruikt de sociale media, met uitzondering van Whatsapp, vooral om te voldoen
aan de vraag van haar achterban. Ze moet wel, omdat bloggen haar werk is en adverteerders
haar afrekenen op bezoekerscijfers.
Niet alle adolescenten gebruiken dezelfde sociale platforms en doen daar dezelfde dingen
mee. Waar Van Egmond de sociale media vooral gebruikt om op de hoogte te blijven, staat
Schultz juist aan de andere kant van die piramide: de zender.
16
Deelvraag 2
Hoe ervaren adolescenten de invloed van sociale media op het experimenteren met hun
eigen identiteit?
Beide geïnterviewden, Schultz en Van Egmond, noemden dat Whatsapp vooral als privé-
platform wordt gebruikt. Dat komt voort uit de behoefte om een afgeschermde plek te
hebben waar gecommuniceerd kan worden over zaken die de buitenwereld weinig aan gaan.
Op alle andere sociale platforms verschilt de rol van de geïnterviewden aanzienlijk. Waar
Schultz de rol van influencer op zich neemt, plukt Van Egmond daar min of meer de vruchten
van. Er is een behoefte onder een groot deel van de, met name vrouwelijke, adolescenten
aan informatie over make-up en andere lifestyle. Daar springt Schultz als Miss Lipgloss
handig op in.
Adolescenten vormen hun eigen identiteit middels kopieergedrag en afkijken bij mensen
tegen wie ze opkijken. Schultz heeft daar de perfecte combinatie voor gevonden, zo blijkt.
Op Twitter, Facebook, haar blog en Instagram wil ze overkomen als een oudere zus of een
goede vriendin die tips geeft over het vormen van die eigen identiteit.
Doordat Van Egmond niet veel zendt op sociale media, komt er maar weinig een andere
houding aan bod dan in het ‘echte leven’, gaf ze in het interview aan. Ze gluurt meer mee
met anderen, wat wederom bevestigt dat er behoefte is aan informatie van anderen,
weliswaar in andere proporties en niveaus dan die Miss Lipgloss aanbiedt.
Ook Facebook-gebruik verschilt. Hoewel bij zowel Schultz als Van Egmond de behoefte
bestaat om op de hoogte te blijven van nieuws van vrienden, is dat niet het enige doel dat
Schultz heeft als ze Facebook gebruikt. Het is wederom een zendkanaal: hoe meer
bezoekers, hoe interessanter het voor adverteerders is om publicatieruimte te kopen op
MissLipgloss.nl.
De invloed van sociale media als Instagram blijkt op beide geïnterviewden van toepassing: zowel
Schultz als Van Egmond geven aan dat ze volgers via dat platform een kijkje in hun leven geven. Het
effect daarvan is dat vrijwel alleen maar interessante, leuke dingen worden gedeeld en de minder
leuke dingen achterwege blijven.
Het is afhankelijk van het doel van het sociale media-gebruik of een houding online anders is dan in
het echt. Omdat Schultz aangeeft dat het juist een kracht is om op haar blog niet anders over te
komen dan in het echt, wordt de identiteit slechts deels beïnvloed door sociale media.
Van Egmond geeft aan dat ze alleen maar kijkt en controleert en als wat ze ziet niet voldoet aan de
verwachtingen kan haar dat mogelijk onzeker of ontevreden maken.
17
Deelvraag 3
Hoe ervaren adolescenten de invloed van social media op het zichzelf vergelijken met
anderen?
Zowel Schultz als Van Egmond vergelijken zich op sociale media met de mensen die zij
volgen. Maar wel op andere gebieden. Waar Van Egmond vooral aangeeft dat ze er
benieuwd naar is of haar vriendinnen en de anderen die ze volgt dezelfde problemen als zij
hebben, is Schultz op zoek naar nieuwe ideeën voor haar blog.
Je zou dus kunnen stellen dat sociale media beiden op andere manieren vormen: Schultz als
blogger, Van Egmond als persoon.
Er is wel een overeenkomst in social media-gebruik door beide geïnterviewden op het
gebied van vriendschappen, te weten: Whatsapp wordt gebruikt om die te onderhouden, de
andere genoemde platforms zijn er onder meer om te kijken wat vrienden bezighoudt.
Beiden volgen die vrienden, omdat ze zo op de hoogte blijven van de bezigheden van
mensen die je wellicht niet dagelijks meer spreekt. Of juist wel: Van Egmond gaf zelfs aan dat
het in sommige Whatsapp-gesprekken net zo gezellig is als een avondje stappen met
vriendinnen. Het is een nieuwe vorm van communiceren die een gat opvult waar door de
continue informatiestroom van de laatste jaren behoefte aan is.
Schultz gaf aan dat ze vooral overneemt wat ze bij andere bloggers ziet: ben ik nog wel bij de
tijd en blijf ik op die manier interessant genoeg voor mijn volgers, is de gedachte die hier
achter schuilgaat. Daarnaast is het een manier voor Schultz om te kijken of ze nog creatief
genoeg is, of dat anderen wellicht vinden dat zij creatief is en haar projecten nadoen.
Van Egmond is wat dat betreft meer beïnvloedbaar door de mensen die ze volgt, als het gaat
om het aanschaffen van producten die haar kunnen helpen bij het vormen van een
identiteit. Kledingtips, make-up-aanraders door bloggers als Miss Lipgloss doen haar soms
twijfelen over het aanschaffen van die vaak dure producten. Het is echter niet zo dat ze ook
altijd overgaat op het aanschaffen van die producten, ze zoekt eerder naar alternatieven.
Ook hier geldt weer: het is afhankelijk van het doel waarvoor sociale media worden gebruikt
in welke mate gebruikers zich met anderen vergelijken.
Schultz heeft die vergelijking nodig om bevestiging te krijgen over haar rol als blogger en Van
Egmond vergelijkt zich op sommige, vooral materialistische aspecten. Zo wordt ze door
gebruik van bepaalde sociale media overtuigd van het feit een product aan te schaffen of
iets aan zichzelf te veranderen.
18
Deelvraag 4
Hoe ervaren adolescenten de invloed van social media op het besef van herkenning en
erkenning?
Bij deze deelvraag zijn tussen de geinterviewden de grootste verschillen te ontdekken.
Namelijk in de waardering van volgers en de waardering van likes van volgers op posts op
meerdere sociale platforms.
Van Egmond geeft aan dat ze likes niet zo belangrijk vindt, zij gebruikt de sociale media
vooral om te kijken wat anderen bezighoudt. Dat betekent: wat doen celebrities, waar zijn
mijn vrienden en wat doen ze?, waar houden bloggers zich mee bezig en kan ik wat met die
informatie?
Aan de andere kant vindt Schultz het uitermate belangrijk wat volgers vinden van haar posts.
Hoeveel bezoekers komen er maandelijks op haar site, welke posts worden wel en welke
juist niet gewaardeerd door bezoekers, en hoeveel likes genereren al die
informatiezendingen?
Zowel er- als herkenning is voor het merk Miss Lipgloss erg belangrijk. Omdat Schultz
pretendeert zich online niet anders voor te doen dan ‘in het echt’, kun je dus stellen dat
sociale media meer op Schultz van invloed zijn, dan op Van Egmond.
Als het gaat om onzekerheden durven tonen, hebben sociale media op beide geinterviewden
de nodige invloed. Als Schultz het aandurft om onzekerheden over bijvoorbeeld haar
lichaam te tonen in een blogpost op haar site, is het afwachten hoe daar door vanuit de
achterban op wordt gereageerd.
En is er wel behoefte aan die onzekerheden? Ja, blijkt uit antwoord van Van Egmond. Zij
geeft aan dat ze juist op de blogs komt om te controleren of zij niet de enige is met bepaalde
onzekerheden over haar lichaam. En daar kan Schultz, die zich, zoals eerder genoemd,
voordoet als een goede vriendin of oudere zus, helpen. Als zij het door posts op haar blog
mogelijk maakt om bepaalde problemen te bespreken, kan dat adolescenten als Van
Egmond helpen om niet met haar onzekerheden rond te blijven lopen, maar daar juist over
te spreken.
Voor de geïnterviewden geldt dus dat ze op het gebied van onzekerheden bevestiging willen
hebben van het feit dat die onzekerheden er mogen zijn. Voor Schultz geldt weer: zenden en
bevestiging krijgen. Voor Van Egmond geldt in dit geval: zoeken en bevestiging krijgen.
19
Hoofdvraag
Hoe ervaren adolescenten de invloed van social media op hun identiteitsontwikkeling?
De invloed van sociale media op de identiteitsontwikkeling van adolescenten is sterk
afhankelijk van het doel waarvoor bepaalde platforms worden gebruikt. Gebruik je, zoals
Miss Lipgloss-blogger Schultz, sociale media vooral om te zenden, dan is bevestiging en
ontvangst door de achterban erg belangrijk. Niet in de laatste plaats, omdat voor Schultz
bezoekersaantallen een grote rol spelen.
Gebruik je, zoals Miss Lipgloss-bezoeker Van Egmond, sociale media vooral om informatie
tot je te nemen, dan is de invloed van die media ook aanwezig. Echter, Van Egmond geeft
aan dat ze sociale media vooral gebruikt om te volgen en niet om te zenden, dus is het
eenrichtingsverkeer. Van Egmond zal niet gauw een andere houding aannemen op internet
dan ‘in het echt’, omdat de gelegenheid zich niet altijd voordoet.
Uit onderzoek van De Vries (2014) blijkt dat sociale media het zelfbeeld van mensen kunnen
beïnvloeden. In zowel het geval van Schultz als in het geval van Van Egmond is dat zo. Bij
Schultz kan het wellicht het beeld van zichzelf als blogger beïnvloeden, waardoor het
automatisch ook haar zelfbeeld als mens beïnvloedt, omdat ze pretendeert online volledig
zichzelf te zijn.
In het geval van Van Egmond kan, zoals ze zelf ook aangeeft, bepaalde informatie op sociale
media ook een rol spelen in het overhalen om producten te kopen die ze kan gebruiken om
zichzelf anders voor te doen, lees: make-up of kleding.
Uit onderzoek van De Vries (2014) blijkt dat sociale media het zelfbeeld van mensen kunnen
beïnvloeden. Bij vrouwen veroorzaakt online zelfpresentatie zelfobjectivering, als ze even
daarvoor waren blootgesteld aan media waarin het uiterlijk centraal staat. Ook bleek dat de
wens om iets aan je uiterlijk te verbeteren, wordt beïnvloed door sociale mediagebruik. Hoe
vaker iemand gebruik maakt van sociale platforms, hoe groter de neiging is om cosmetische
chirurgie te ondergaan.
Valkenburg en Peter (2011) ontdekten dat er aan gebruik van sociale media zowel positieve
als negatieve effecten zijn verbonden. Gebruik van online communicatiemiddelen kan het
zelfvertrouwen van adolescenten ten goede komen en kan bijdragen aan het vormen en
onderhouden van vriendschappen. Dat laatste is zowel bij Van Egmond als Schultz van
toepassing, aangezien zij aangeven dat ze beiden platforms als Whatsapp, Twitter en
Facebook gebruiken om in contact te blijven staan met vrienden.
20
Evaluatie onderzoek
Beide adolescenten zijn voor de cursus Beroep 2 aan de Hogeschool Utrecht geïnterviewd.
Met als kanttekening dat we in deze opdracht bewust hebben gekozen voor twee
respondenten die beiden heel verschillende rollen spelen op sociale media, kunnen we
stellen dat het onderzoek goed is verlopen.
Het is interessant te zien dat met nagenoeg dezelfde vraagstelling een willekeur aan
antwoorden binnenkomt. Aangekomen bij de vraagstelling, is het slechts een kleine stap om
een aanbeveling te geven ten opzichte van die vraagstelling. De vragen voor dit onderzoek
stonden van tevoren vast; een erg onhandige manier van werken, om informatie van iemand
los te krijgen. Het doel is namelijk om een beeld te krijgen van een adolescent, maar eigenlijk
is van tevoren al bepaald wat er wel en wat er niet nodig is aan informatie, dus is dat beeld
op voorhand al beïnvloed, in dit geval door degene die de vragen heeft bedacht.
Het is met name interessant om dit onderzoek te doen, om te checken in welke
verschillende fases respondenten zich bevinden. De een gebruikt sociale media immers voor
heel andere doeleinden dan de ander. Daar nog een aanbeveling: laat de student in het
vervolg wat vrijer in de keuze voor een onderwerp; als een leerdoel van deze cursus is dat
studenten moeten leren interviewen, is de voorbereiding daarvan minstens zoveel belang.
De transcriptie van het interview met Van Egmond in de bijlage (BIJLAGE 2) is voorzien van
verschillende gekleurde teksten. Daarnaast is in het Digitaal Portfolio een audiobestand
bijgevoegd waarin het interview met Schultz te beluisteren is.
Voor de transcriptie in de bijlage geldt:
ROOD: de student geeft er tijdens het interview blijk van actief te luisteren;
GROEN: de student stelt open vragen tijdens het interview;
BLAUW: de student geeft geen mening, oordeel of advies in het interview;
ORANJE: de student checkt zo nu en dan of wat hij denkt dat de geïnterviewde bedoelt,
daadwerkelijk klopt
21
Literatuurlijst
Allison, S. (2013). “Youth and the (potential) power of social media” In: Youth Studies
Australia. Volume 32 Number 3 (2013)
Donk, C. van der & Lanen, B. van (2013). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.
“Grenzeloze generatie is egoïstisch” (2009). Geraadpleegd op 21 maart 2015.
http://www.bndestem.nl/algemeen/binnenland/grenzeloze-generatie-is-ego%C3%AFstisch-
1.345926
Newcome Research & Consultancy (2014). Social Media Jongeren Onderzoek 2014.
Geraadpleegd op 23 maart 2015.
https://www.newcom.nl/social-media-jongeren-onderzoek2014.
Pardoen, Justine. “Zelfbeeld tieners beïnvloed door sociale media”. Geraadpleegd op 23
maart 2015. http://www.bureaujeugdenmedia.nl/zelfbeeld-tieners-beinvloed-door-sociale-
media/
Rave, J.F.M. (2013). De invloed van social media op de identiteit bij adolescenten.
(bachelorthesis Universiteit Tilburg). Opgevraagd van
http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=131198.
Valkenburg, P. & Peter, J. (2009). “Social Consequences of the Internet for Adolescents: A
Decade of Research”. In: Current Directions in Psychological Science 2009
Valkenburg, P. & Peter, J. (2011). “Online Communication Among Adolescents: An Integrated
Model of Its Attraction, Opportunities, and Risks”. In: Journal of Adolescent Health 48 (2011)
p. 121–127
Vries, D.A. de. (2014) Social Media and Online Self-Presentation: Effects on How We See
Ourselves and Our Bodies
Wal, J. van der & Wilde, J. de (2011). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum:
Coutinho.
22
Bijlagen
BIJLAGE 1: interview met Lidianne van Egmond – donderdag 12 maart, 15:00 tot 15:20
J: Hey, met Jurjen, via Cynthia Schultz, Miss Lipgloss!
L: Hi! Mooi dat ’t al wat eerder kon.
J: Ja, tuurlijk, jij helpt mij, ik jou natuurlijk.
L: Fijn, haha.
J: Laten we als je haast hebt maar meteen beginnen dan!
L: Is goed.
J: Om te beginnen, kun je je even voorstellen?
L: Ja, ik ben Lidianne van Egmond, ben twintig jaar en woon in Sassenheim. Ik werk
momenteel als receptioniste in een hotel en ben daar net begonnen.
J: Lijkt me prima. Komt meteen al de eerste vraag. Welke sociale media gebruik jij, en als je
wil zet ’t maar meteen in de volgorde van vaak naar minder gebruik.
L: Facebook check ik meerdere keren per dag, Instagram ook, Whatsapp natuurlijk, Twitter
en inderdaad verschillende blogs waaronder Miss Lipgloss.
J: Je zegt, Facebook gebruik ik het meest, hoe vaak is ‘meest?’
L: Poeh, weet niet precies, meerdere keren op een dag, soms wel te veel denk ik, om het
uur, Instagram ook. Even berichten lezen en dan sluit ik het weer af. Ik zet er bijna nooit zelf
wat op hoor, ik gluur alleen een beetje mee, haha.
J: Hoe bedoel je gluren?
L: Nouja, een beetje bespioneren. Ook wel van mensen die je normaal niet meer spreekt
ofzo. Gewoon in de gaten houden.
J: Is dat het? In de gaten houden?
L: Ja denk ik wel. Weet je een beetje wat iedereen doet, of iemand nog iets leuks aan het
doen is.
J: Terwijl je zelf niets doet, haha, herken ik wel een beetje.
L: Ja, maarja, iedereen zet natuurlijk alleen de leuke dingen erop..
J: Denk je?
L: Ja, tenminste, doe ik zelf wel.
J: noem eens een voorbeeld
L: Ehh…
J: Of misschien wat anders dat je te binnenschiet?
L: Wel moeilijk, zo snel.
J: Ik zet bijvoorbeeld alleen de mooie selfies online, bedoel je dat?
L: Ja! Zoiets ja, ik denk dat iedereen er eerst twintig maakt en dan de leukste uitkiezen.
J: Hmm-hmmm
L: Ik bedoel als je chagrijnig bent of je doet niks leuks dan ga je dat er toch niet opzetten. Ik
niet tenminste.
23
J: Nee, je ziet inderdaad niet zoveel foto’s van begrafenissen…
L: Nee, haha.
J: Maar welke gebruik je nog meer? Twitter zei je net?
L: Ja, Twitter en Instagram, Whatsapp, of is dat geen sociaal medium?
J: Jawel.
L: Nou die gebruik ik denk ik wel het meeste.
J: En wat doe je dan bijvoorbeeld op Twitter?
L: Niet zoveel, een beetje kijken naar de mensen die ik volg.
J: Daar wil ik het later nog even over hebben.
L: Oh, ok.
J: Maar je Twittert dus. En instagram, zet je er wel eens wat op?
L: Ja, Instagram zet ik ook wel eens wat op, maar niks serieus ofzo.
J: En Miss Lipgloss haar blog dus?
L: Ja, daar kom ik denk ik wel vaker op dan op Twitter.
J: Waarom?
L: Gewoon, ik vind het leuk wat ze schrijft over make-up enzo ahha, vroeger had ikz elf ook
een blog maar op een gegeven moment deed ik daar niks meer mee.
Maar Miss Lipgloss vind ik gewoon interessant, ze is zichzelf en daarom vind ik het denk ik zo
leuk.
J: Zichzelf, denk je dat?
L: Ja, ze laat wel dingen van haar huis zien.
J: Maar ook alleen de leuke dingen misschien?
L: Oh, ja zo had ik er nog niet echt over gedacht haha.
J: Maar ik heb ‘r dus al gesproken en ze zegt inderdaad dat ze weleens chagrijnig is en het er
dan niet op zet haha.
L: groot gelijk toch haha
J: Maar even terug naar Facebook enzo. Hoelang denk je dat je die dingen gebruikt?
L: Nouja, Facebook denk ik een uur ofzo en Whatsapp eigenlijk wel de hele dag door met al
die berichtjes telkens. En Instagram ook wel. Dus ik denk misschien wel vier uur. Wow echt
veel als ik het zo zeg.
J: Maar niet aan een stuk, of ook wel eens?
L: Nee gelukkig maar haha
J: Dus Facebook het meest, of misschien Whatsapp en dan pas Twitter en Instagram. En dan
eens per dag of vaker Miss Lipgloss?
L: Nee wel vaker denk ik, ligt eraan wat erop staat. Maar ja, Facebook wel het meest.
Tenminste, langer dan al die keren Whatsapp. Of misschien ook niet. Ik heb nog nooit echt
getimed ofzo haha.
J: En, ja we hebben een lijstje met vragen, dus komt misschien een beetje onverwachts deze
vraag:
Denk je dat je je online ook anders voordoet, net als Miss Lipgloss soms, dan in het echt?
24
L: Hmm, nee denk het niet. Op Facebook zit ik eigenlijk met m’n vriendinnen alleen, dus daar
deel ik dan dingen mee en dan ben ik niet echt anders. Maar ook op Twitter niet. Instagram
misschien een beetje, want daar zet je dan alleen de mooiste foto’s op enzo.
J: Maar op Facebook vooral met je vriendinnen?
L: ja, zitten we vaak te ouwehoeren, je kunt je dan taggen bij van die plaatjes en dat gebeurt
de hele tijd. Maar ik reageer ook wel ’s van leuk shirtje of als iemand iets vraagt. En ik like
dan foto’s. Maar ik doe me niet echt anders voor.
J: Dus eigenlijk hoef je je helemaal niet voor te doen als iemand anders, omdat je toch bijna
nooit iets op Twitter zet ofzo. En voor je vrienden doe je je niet anders voor.
L: Nee precies.
J: Oke. Volgende:
Wie volg jij op Twitter en inStagram?
L: eh, nouaja vriendinnen dan. En veel bloggers die ik leuk vind. Dus miss lipgloss
bijvoorbeeld. En ook wel andere bloggers en bekende BN’ ers. Offe. Bekende Nederlanders
hahahaha. Ja en nieuws bijvoorbeeld rtl boulevard of bnn-websites van proefkonijnen en
ook quest ofzo maar dat geloof ik op Facebook alleen.
J: En waarom dan juist die mensen?
L: nouja, omdat het interessant is wat die bloggers doen. Dat vind ik leuk en dus wel logisch
dat ik die dan volg.
J: En vrienden en nieuws en Bekende BN’ ers, haha? Waarom die?
L: Haha, nou vrienden dus omdat ik wil checken wat ze doen of ik dat ook leuk vind, vaak
wel.
J: En nieuws?
L: Nieuws omdat ik toch wel op de hoogte wil blijven dat je wel een beetje kan meepraten
op werk ofzo. En BNers dus omdat ik dat interessant vind, beetje net als bloggers.
J: En heb je dan het idee dat je weleens dingen van ze overneemt bewust of onbewust?
L: Daar had ik het toevallig laatst nog over met m’n broer. Die zei dat hij schoenen had
gekocht omdat Cristiano Ronaldo ze ook had. En toen ging ik eens nadenken. En ik heb best
wel eens dat ik denk: oh leuk jurkje of mooie make-up van Miss Lipgloss, maar vaak is dat
wel duur dus zoveel spullen ook weer niet.
J: Oke… en wie volgen jou eigenlijk?
L: Eh, wie volgen mij. Vooral vrienden. Alleen maar eigenlijk haha
J: Maakt dat je niet zo uit?
L: Nee, eigenlijk niet. Ik zou ook niet weten wat anderen die mij niet kennen zouden moeten
met mij volgen. Zou ik best spannend of raar ofzo vinden.
L: eigenlijk vind ik die dingen alleen maar leuk omdat ik dan beetje kan kijken wat hun
bezighoudt.
J: Hoeveel boeien likes jou? Maken die je wat uit?
L: Haha ja dat wel als je er dan wat op hebt gezet wil je wel weten hoeveel likes je hebt,
maar het is ook niet zo dat ik dat heel belangrijk vind. Eigenlijk helemaal niet. Ik doe gewoon
wat ik zelf leuk vind om erop te zetten.
25
J: En je zei dus net dat je vaak op Miss Lipgloss haar site kijkt, wat doe je met die info dan?
L: Ja ik doe best wel eens Miss Lipgloss na haha, laatst nog had ik zon smoothie gemaakt die
zij ook had gemaakt.
J: Maar niet met kleren of dat je over iets denkt waar jij een beetje op Miss Lipgloss lijkt?
L: qua uiterlijk bedoel je? Ja soms. Ze had laatst een foto van zichzelf in bikini opInstagram
gezet. En toen dacht ik wow: dat je dat durft… zou ik echt nooit doen. En niet echt met
kleren, maar wel met foundation wat ik al zei. Als ik dat dan zag dat zij een goeie had
gevonden, dan kocht ik die ook. Wist ik tenminste zeker dat ik niet een miskoop had ofzo
haha.
J: Maar het is nu 15:20, je moest weg he? Sorry als ik soms wat snel ging maar wilde jou niet
ophouden ook.
L: Nee joh, vond het wel grappig om eens geïnterviewd te worden, was ik nog nooit.
J: Nouja, jij helpt mij, dus bedankt!
L: Graag gedaan. Komt dit trouwens ergens online ofzo?
J: Nee, is alleen voor een schoolopdracht
L: oh, ok, maakt me niet uit hoor, maar dacht misschien kan ik het dan teruglezen ofzo.
J: Ik kan je wel een mailtje sturen met het verslag
L: Ja, das goed. Email heb je al toch?
J: Ja. Komt goed.
L: Oke, nou ehh, bedankt succes met je opdracht!
J: Dankje Lidianne!
L: Doei
J: Ciao!
26
BIJLAGE 2: interviewleidraad
Ten behoeve van vraag 1 wordt als input een plaatje van allerlei social media gebruikt.
http://numrush.nl/2014/04/29/infographic-laat-zien-hoe-het-social-media-landschap-er-2014-uit-
ziet/
Deelvraag 1. Welke social media worden gebruikt en wat doen adolescenten hiermee?
1) (de adolescent krijgt de tijd om het plaatje te bekijken)
2) Welke social media gebruik jij?
3) Kun je aangeven hoe vaak en hoe lang je per dag gebruik maakt
van (vul een genoemd medium in en herhaal deze vraag voor alle genoemde media)?
4) Kun je aangeven wat je precies doet met (vul een genoemd
medium in en herhaal deze vraag voor alle genoemde media)?
Geef in kernachtige woorden terug wat er tot nu toe volgens jou gezegd is over dit onderdeel en
check of de jongere dit herkent.
Deelvraag 2. Hoe ervaren zij de invloed van social media op het experimenteren met hun eigen
identiteit?
1) Kun je vertellen op welke manier jij jezelf presenteert op social
media? (mocht de respondent hier niet uitkomen dan kun je doorvragen met voorbeelden
zoals ‘post je vooral veel grappige dingen’, ‘wat zeg je wel/niet in communicatie met
vrienden?)
2) Is de manier waarop jij jezelf presenteert op social media ook
hoe jij bent of doe jij jezelf anders voor dan wie je eigenlijk bent?
3) Welke rol speelt sociale media in de manier waarop jij jezelf
presenteert naar anderen? Is dat heel anders dan face-2-face of maakt dat niet uit?
Geef in kernachtige woorden terug wat er tot nu toe volgens jou gezegd is over dit onderdeel en
check of de jongere dit herkent.
Deelvraag 3. Hoe ervaren zij de invloed van social media op het zichzelf vergelijken met anderen?
1) Wie volg je op social media? (mocht de respondent hier niet
uitkomen dan kun je doorvragen naar zaken als ‘volg je vooral vrienden of ook bekende
Nederlanders, vloggers?’.
2) Kun je vertellen wat je aantrekt in het volgen van deze
personen?
3) Zijn er dingen die jij overneemt van anderen die je op social
media volgt? (mocht de respondent hier niet uitkomen dan kun je doorvragen naar zaken als
‘koop je dingen die anderen hebben, ga je dezelfde kleding, make-up dragen’).
Geef in kernachtige woorden terug wat er tot nu toe volgens jou gezegd is over dit onderdeel en
check of de jongere dit herkent.
Deelvraag 4. Hoe ervaren zij de invloed van social media op het besef van herkenning en erkenning?
27
1) Wie volgen jou op social media? (mocht de respondent hier niet
uitkomen dan je doorvragen naar hoeveel bekenden en onbekenden er de betreffende
respondent volgen).
2) Hoe belangrijk is het voor jou om gevolgd te worden?
3) Hoe belangrijk is het voor jou om geliket te worden?
Geef in kernachtige woorden terug wat er tot nu toe volgens jou gezegd is over dit onderdeel en
check of de jongere dit herkent.