Upload
nguyendieu
View
221
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
2
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................. 3
Algemeen .............................................................................................................................. 5
Aantal traumagevallen .............................................................................................................................................. 5
Patiëntkarakteristieken ......................................................................................................... 6
Geslacht ..................................................................................................................................................................... 6 Leeftijd ....................................................................................................................................................................... 6 Relatie leeftijd en geslacht uitgesplitst naar kantoortijd ..................................................................................... 7
Prehospitaal .......................................................................................................................... 7
Vervoer naar SEH .................................................................................................................................................... 7
SEH-bezoek .......................................................................................................................... 8
Maand van aankomst ............................................................................................................................................... 8 Doordeweeks vs Weekend ...................................................................................................................................... 8 Dag van aankomst .................................................................................................................................................... 9 Dagdeel van aankomst ............................................................................................................................................. 9 Verblijfsduur SEH uitgesplitst naar kantoortijd ................................................................................................11 Ontbrekende vitale parameters SEH ..................................................................................................................11 Letselaard .................................................................................................................................................................11 Bestemming na SEH ..............................................................................................................................................12
Letsels ................................................................................................................................. 13
Percentage traumapatiënten met letsel, per lichaamsregio ..............................................................................13 Top 10 meest voorkomende letsels .....................................................................................................................15
Injury Severity Score ........................................................................................................... 16
ISS-verdeling ...........................................................................................................................................................16 ISS verdeling uitgesplitst naar kantoortijd ..........................................................................................................17 ISS verdeling uitgesplitst naar soort dienst ........................................................................................................17
Opname ............................................................................................................................... 18
Opnamegegevens ...................................................................................................................................................18 Verdeling opnameduur ..........................................................................................................................................19 Mediane opnameduur per ISS categorie .............................................................................................................19 Ontslagbestemming uitgesplitst naar kantoortijd ..............................................................................................20
Uitkomst van traumazorg ................................................................................................... 21
Overleden traumapatiënten ..................................................................................................................................21 Probability of survival/Ws-score .........................................................................................................................22
3
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Voorwoord Voor u ligt een terugkoppeling van zes jaar traumaregistratie in de regio TraumaNet AMC. Sinds de start in 2008 zijn er bijna 34.000 traumagevallen geregistreerd, waarvan 6.244 in het jaar 2013. De traumaregistratie bevat gegevens van alle traumapatiënten die binnen 48 uur na een ongeval voor hun letsel zijn gezien op de SEH en naar aanleiding daarvan direct zijn opgenomen in het ziekenhuis, zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of zijn overleden op de SEH.
Van deze patiënten wordt de Major Trauma Outcome Study-dataset (MTOS+) vastgelegd. Deze omvat de volgende categorieën, waaruit ook het rapport is opgebouwd:
Patiëntkarakteristieken (zoals geslacht en leeftijd) Prehospitaal (zoals vervoerswijze en aanrijdtijden) SEH-bezoek (zoals aankomsttijd en vitale parameters) Letsels (volgens de AIS-systematiek) Opnamegegevens (zoals opnameduur en ontslagbestemming) Uitkomst van traumazorg (mortaliteit en Ws-analyse)
Het belangrijkste aspect van de werkwijze rondom de traumaregistratie in onze regio is dat ieder ziekenhuis zelf verantwoordelijk is voor inclusie van de traumapatiënten. Vanuit TraumaNet AMC worden de ziekenhuizen regelmatig bezocht om de data te completeren en in te voeren in de database van de LTR. Daarnaast ontvangt TraumaNet AMC van de vier ambulancediensten uit de regio periodiek een bestand met daarin de prehospitale gegevens, zoals de rittijden en vitale parameters. In onderstaande tabel zijn de deelnemende ziekenhuizen weergegeven. Ziekenhuis Afkorting Level Registreert sinds:
Academisch Medisch Centrum, Amsterdam AMC 1 01-2008
BovenIJ ziekenhuis, Amsterdam BovenIJ 3 01-2008
Flevoziekenhuis, Almere Flevo 3 05-2008
MC Zuiderzee, Lelystad MC ZZ 3 01-2008
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam OLVG 2 01-2009
Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam SLAZ 2 01-2008
Tergooiziekenhuizen, locatie Blaricum Blaricum 3 09-2008
Tergooiziekenhuizen, locatie Hilversum Hilversum 3 09-2008
Westfriesgasthuis, Hoorn WFG 2 01-2008
Waterlandziekenhuis, Purmerend WLZ 3 01-2008
Dit rapport bestaat uit een terugkoppeling van data van de hele regio en specifiek vanuit uw eigen ziekenhuis. Op die manier kan de data van uw eigen ziekenhuis vergeleken worden met de regio. In het rapport zijn, waar aangegeven, statistische analyses gedaan om verschillen tussen groepen aan te geven. In de volgende tabel is aangegeven welke analyses zijn gebruikt.
4
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Bij een p-waarde < 0,05 is sprake van een statistisch significant verschil; bij een p-waarde tussen de 0,05 en 0,10 van een statistische trend. Uiteindelijk blijft het aan de medisch specialist om de klinische relevantie van de verschillen in uitkomst te beoordelen. Dit rapport wordt in tweevoud verstrekt aan de leden van het Regionaal Trauma Overleg van ieder deelnemend ziekenhuis, namelijk de verantwoordelijke traumachirurg en het hoofd van de SEH. Daarnaast ontvangen beide RTO-leden het rapport digitaal. Tenslotte willen wij bij deze graag alle betrokkenen bij de traumaregistratie heel hartelijk bedanken voor hun inzet en behulpzaamheid! Wij wensen u veel leesplezier. Prof. dr. Carel Goslings, traumachirurg en medisch hoofd TraumaNet AMC Dr. Jocelyn Berdowski, stafadviseur TraumaNet AMC Mariska Klooster, MSc, stafadviseur en coördinator regionale traumaregistratie TraumaNet AMC
Binaire data Statistische analyse
Vergelijking van twee waarden Chi-kwadraat toets
Bij subgroep < 5 patiënten Fisher’s exact toets
Vergelijking van meerdere
waarden
Chi-kwadraat toets
Continue data Statistische analyse Weergave
Normaal verdeeld (bv. tijd op SEH)
Vergelijking twee groepen Ongepaarde Student T-test Gemiddelde
Vergelijking meerdere groepen One-way ANOVA Gemiddelde
Niet normaal verdeeld (bv. leeftijd)
Vergelijking twee groepen Mann-Whitney U toets Mediaan en eerste en derde kwartiel
Vergelijking meerdere groepen Kruskal Wallis test Mediaan en eerste en derde kwartiel
5
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Algemeen
Aantal traumagevallen
In de figuur hiernaast is het aantal traumapatiënten per jaar weergegeven voor de hele regio.
6
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Patiëntkarakteristieken
Geslacht Regio TraumaNet AMC – 2008 t/m 2012 vs 2013
Leeftijd De leeftijd van de patiënten in de traumaregistratie wordt berekend op basis van de datum van aankomst op de SEH.
Regio TraumaNet AMC – 2008 t/m 2012 vs 2013
In deze figuur is de procentuele verdeling (y-as) van geslacht per jaar (x-as) weergegeven. Te zien is dat de verdeling mannen en vrouwen door de jaren heen in de regio vrij stabiel blijft.
In de figuur hiernaast is de mediane leeftijd (y-as) per jaar (x-as) voor de regio weergegeven. Mediane leeftijd (IQR): 2008-2012: 56 (26-79) 2013: 57 (24-80) De mediane leeftijd van 2013 wijkt niet significant af van de mediane leeftijd tussen 2008 en 2012.
7
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Relatie leeftijd en geslacht uitgesplitst naar kantoortijd
Regio TraumaNet AMC –2013
Prehospitaal
Vervoer naar SEH Regio TraumaNet AMC – 2008-2012 vs 2013
In de figuur hieronder is de vervoerswijze naar de SEH (x-as) uitgesplitst per periode voor de hele regio. Te zien is dat over alle jaren ruim tweederde (70%) van de traumapatiënten met de ambulance naar de SEH is vervoerd.
In de figuur hiernaast is de mediane leeftijd (y-as) per kantoortijd (x-as) uitgesplitst voor mannen en vrouwen. Kantoortijd: Ma-vrij 08:00-17:00 uur Te zien is dat binnen de regio TraumaNet AMC de mediane leeftijd van vrouwen hoger is dan die van mannen. Buiten kantoortijd is de mediane leeftijd van zowel mannen als vrouwen significant lager dan binnen kantoortijd.
8
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
SEH-bezoek
Maand van aankomst Regio TraumaNet AMC – 2008-2012 vs 2013
Doordeweeks vs Weekend Regio TraumaNet AMC – 2013
In de figuur hieronder is de procentuele verdeling (y-as) van het aantal traumapatiënten per maand (x-as) weergegeven voor de hele regio. De kleine dip rond februari en maart is in beide periodes zichtbaar.
In het taartdiagram hiernaast is de verdeling van traumapatiënten per moment van de week procentueel weergegeven voor de hele regio. Aankomst op de SEH: Doordeweeks: ma - vrij Weekend: za - zo Te zien is dat in 2013 ruim twee derde (70%) van de patiënten op een doordeweekse dag op de SEH is gezien.
9
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Dag van aankomst Regio TraumaNet AMC – 2013
Dagdeel van aankomst Regio TraumaNet AMC – 2013
Hiernaast is de procentuele verdeling van traumapatiënten (y-as) per weekdag (x-as) van aankomst op de SEH voor de hele regio weergegeven. In 2013 waren de zaterdag en de zondag, met 30% van het totaal aantal trauma-bezoeken, de drukste dagen.
In het taartdiagram hiernaast is de verdeling van het aantal traumapatiënten per dagdeel van aankomst op de SEH procentueel weergegeven. Dagdeel van aankomst SEH: Ochtend: 06:00 – 12:00 uur Middag: 12:00 – 18:00 uur Avond: 18:00 – 00:00 uur Nacht: 00:00 – 06:00 uur In 2013 werd 41% van alle traumapatiënten in de middag gezien op de SEH.
10
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Uur van aankomst
Regio TraumaNet AMC – 2013
Kantoortijd vs Buiten kantoortijd
Regio TraumaNet AMC- 2013
In de figuur hieronder is het aantal traumapatiënten (y-as) per uur van de dag dat ze aankomen op de SEH (x-as) weergegeven voor de hele regio. In 2013 is de dip rond 06:00 uur; de grootste piek is in het tweede deel van de middag tussen 15:00 en 17:00 uur.
In het taartdiagram hiernaast is de verdeling van het aantal traumapatiënten met moment van aankomst op de SEH binnen/buiten kantoortijd procentueel weergegeven. Kantoortijd: Ma-vrij 08:00-17:00 uur In 2013 werd bijna tweederde van alle traumapatiënten (64%) buiten kantoortijd op de SEH gezien.
11
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Verblijfsduur SEH uitgesplitst naar kantoortijd De verblijfsduur op de SEH wordt berekend door het verschil tussen de vertrekdatum en –tijd van de SEH en de aankomstdatum en –tijd op de SEH te berekenen.
Regio TraumaNet AMC – 2008 t/m 2012 vs 2013
Ontbrekende vitale parameters SEH
Hieronder is een overzicht te zien van het percentage ontbrekende waarden per vitale parameter (% onbekend) per ziekenhuis. Een (↓) geeft een daling in % onbekend ten opzichte van gemiddelde 2008 – 2012 aan en (↑) een stijging in % onbekend.
% onbekend
Jaar Systolische bloeddruk Ademhalingsfrequentie EMV-score RTS
2013 35,8 (↓) 70,3 (↓) 58,5 (↑) 79,3 (↓)
2008-2012 39,0 77,3 57,1 82,5
Letselaard In onderstaande tabel is het percentage traumapatiënten met stompe of scherpe letselaard per ziekenhuis uitgesplitst per periode. Onder scherp valt penetrerend letsel, zoals schot-/steekwonden of glasverwondingen. Al het overige, zoals val van fiets, valt onder stomp.
Stomp Scherp
Jaar N (%) N (%)
2013 6.081 (97,4) 163 (2,6)
2008-2012 5.598 (96,8) 190 (3,2)
Hiernaast is de gemiddelde verblijfsduur op de SEH in minuten (y-as) per periode (x-as) in de regio weergegeven. Kantoortijd: Ma-vrij 08:00-17:00 uur De gemiddelde verblijfsduur op de SEH is in beide periodes statistisch significant lager buiten kantoortijd dan binnen kantoortijd (P<0,001).
12
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Bestemming na SEH Regio TraumaNet AMC – 2008-2012 vs 2013
In de figuur hieronder is de procentuele verdeling (y-as) van de bestemming na SEH (x-as) uitgesplitst per periode voor de regio TraumaNet AMC. De aantallen zijn op de kolommen weergegeven. Bijna 90% van alle traumapatiënten na presentatie op de SEH wordt opgenomen op de Algemene Verpleegafdeling.
13
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Letsels Alle letsels die een patiënt ten gevolge van het trauma heeft opgelopen, worden gecodeerd aan de hand van de Abbreviated Injury Scale (AIS). Het lichaam wordt hiertoe ingedeeld in 9 regio’s; hoofd, gezicht, nek, thorax, abdomen, wervelkolom, bovenste extremiteiten, onderste extremiteiten en de externe regio (brandwonden, inhalatietrauma e.d.). Aan elke letselbeschrijving is een unieke 7-cijferige numerieke letsel-identificator toegekend. Het cijfer direct rechts van de decimale punt geeft de ernst aan. Deze loopt van 1 – zeer licht verwond tot 6 – (bijna) dodelijk verwond.
Percentage traumapatiënten met letsel, per lichaamsregio
Regio TraumaNet AMC – Binnen kantoortijd vs buiten kantoortijd - 2013
Kantoortijd Buiten kantoortijd
Locatie letsel N (%) N (%) P-waarde
Hoofd 491 (21,8) 1.195 (30,2) < 0,001
Gezicht 290 (12,9) 764 (19,3) < 0,001
Nek 10 (0,4) 33 (0,8) 0,08
Thorax 169 (7,5) 348 (8,8) 0,08
Abdomen 50 (2,2) 124 (3,1) 0,04
Wervelkolom 108 (4,8) 219 (5,5) 0,21
Bovenste extremiteiten 547 (24,3) 807 (20,4) < 0,001
Onderste extremiteiten 1.134 (50,3) 1.590 (40,2) < 0,001
Extern 226 (10,0) 471 (11,9) 0,03
Hiernaast is het percentage patiënten per lichaamsregio grafisch weergegeven. De E symboliseert de externe regio. De linkerhelft van het poppetje reflecteert de groep traumapatiënten die binnen kantoortijd zijn binnengekomen, de rechterhelft de groep buiten kantoortijd. Binnen kantoortijd hebben meer patiënten letsel aan de onderste extremiteiten. Buiten kantoortijd hebben juist meer patiënten letsel aan het hoofd / gezicht. De dikgedrukte P-waarden in onderstaande tabel zijn statistisch significant.
14
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Regio TraumaNet AMC – Multitrauma vs Geen multitrauma - 2013
Multitrauma Geen multitrauma
Locatie letsel N (%) N (%) P-waarde
Hoofd 273 (66,4) 1.430 (24,6) < 0,001
Gezicht 93 (22,6) 964 (16,6) 0,002
Nek 5 (1,2) 37 (0,6) 0,20
Thorax 155 (37,7) 362 (6,2) < 0,001
Abdomen 67 (16,3) 115 (2,0) < 0,001
Wervelkolom 238 (4,1) 91 (22,1) < 0,001
Bovenste extremiteiten 116 (28,2) 1.244 (21,4) 0,001
Onderste extremiteiten 70 (17,0) 2.662 (45,9) < 0,001
Extern 39 (9,5) 659 (11,4) 0,25
Hiernaast is het percentage patiënten per lichaamsregio grafisch weergegeven. De E symboliseert de externe regio. De linkerhelft van het poppetje representeert patiënten met multitrauma, de rechterhelft met geen multitrauma. Te zien is bijvoorbeeld dat letsel aan het hoofd bij twee derde van alle multitraumapatiënten voorkomt (66,4%). De dikgedrukte P-waarden in onderstaande tabel zijn statistisch significant.
15
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Top 10 meest voorkomende letsels Regio TraumaNet AMC – 2013
In 2013 zijn er binnen de regio TraumaNet AMC 11.988 AIS codes toegekend. In onderstaande tabel is de top 10 van meest voorkomende letsels in de hele regio weergegeven. Hierbij zijn de oppervlakkige letsels, zoals schaaf- en snijwonden, buiten beschouwing gelaten.
Nr. AIS code Letselomschrijving N (%)
1. 851812.3 Femur – fracture – neck 733 (6,1)
2. 851810.3 Femur – fracture – intertrochanteric 505 (4,2)
3. 161000.2 Cerebral concussion 486 (4,1)
4. 752804.3 Radius – fracture – open/displaced/comminuted 316 (2,6)
5. 160410.2 Amnesia 285 (2,4)
6. 752604.3 Humerus – fracture – open/displaced/comminuted 225 (1,9)
7. 753204.3 Ulna – fracture – open/displaced/comminuted 211 (1,8)
8. 160202.2 Unconsciousness known to be < 1 hr 179 (1,5)
9. 851606.2 Fibula – fracture – head, neck, shaft 174 (1,5)
10. 752200.2 Clavicle – fracture 139 (1,2)
16
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Injury Severity Score De totale letselernst van een traumapatiënt wordt weergegeven door middel van de Injury Severity Score (ISS). Deze wordt berekend op basis van de AIS-coderingen. Hiertoe wordt het aantal lichaamsregio’s van negen terug gebracht naar zes. Vervolgens worden de drie hoogste AIS ernstscores uit drie verschillende ISS lichaamsregio’s gekwadrateerd en opgeteld. De ISS betreft een getal tussen 1 en 75. Hoe hoger de score, hoe ernstiger de verwondingen. Bij traumapatiënten met een ISS groter of gelijk aan 16 wordt gesproken over multitraumapatiënten. ISS-verdeling
Regio TraumaNet AMC – 2008 t/m 2012 vs 2013
In de staafdiagram is de procentuele verdeling per ISS categorie voor de regio te zien. De getallen in de balken zijn de aantallen. ISS categorie: 1-3: licht gewond 4-8: matig gewond 9-15: matig tot zwaar
gewond 16+: ernstig gewond De meeste trauma-patiënten vallen in de ISS categorie 9-15.
17
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
ISS verdeling uitgesplitst naar kantoortijd Regio TraumaNet AMC – 2013
ISS verdeling uitgesplitst naar soort dienst
Regio TraumaNet – 2013
In de onderstaande figuur is de procentuele verdeling per ISS categorie binnen en buiten kantoortijd voor de regio te zien. Binnen kantoortijd komen er bijna twee keer zo veel patiënten in ISS categorie 9-15 binnen. Kantoortijd: Ma-vrij 08:00-17:00 uur
In de onderstaande figuur is de procentuele verdeling per ISS categorie per type dienst voor de regio te zien. De doordeweekse nachtdienst is het rustigst. De verhouding binnen ISS categorie is vergelijkbaar binnen elk type dienst. Aankomst SEH: Dagdienst: ma t/m vrij 08.00 – 17.00 uur | Avonddienst: ma t/m vrij 17.00 – 22.00 uur | Nachtdienst: ma t/m vrij 22.00 – 08.00 uur | Weekend Dagdienst: za – zo 08.00 – 22.00 uur | Weekend Nachtdienst: za – zo: 22.00 – 08.00 uur
18
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Opname
Opnamegegevens
Hieronder is een overzicht te zien van gegevens over opnameduur en verblijf op IC van patiënten opgenomen in het ziekenhuis na presentatie op de SEH.
Regio TraumaNet AMC – 2008 t/m 2012 vs 2013
Opname Gemiddelde 2008 - 2012 2013
Algemeen
Totaal aantal opnames 5.664 6.030
Aantal opnames waarvan opnameduur bekend 5.644 5.998
Aantal opnames waarvan opnameduur onbekend 20 32
Totaal aantal opnamedagen 36.972 34.386
Range 1 – 308 1 – 259
Mediaan (IQR) 3 (2 – 8) 3 (2 – 7)
IC
Aantal opnames met IC verblijf 374 502
Totaal aantal dagen op IC 4.708 5.478
Range 1 – 277 1 – 192
Mediaan (IQR) 8 (4 – 16) 7 (4 – 13)
19
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Verdeling opnameduur Regio TraumaNet AMC – 2013
Mediane opnameduur per ISS categorie Regio TraumaNet AMC – 2008 t/m 2012 vs 2013
In deze figuur is de mediane opnameduur (y-as) per ISS categorie (x-as) uitgesplitst per periode voor de hele regio. Er is in 2013 weinig verandering te zien in mediane opnameduur per ISS categorie in vergelijking met 2008-2012.
Hier is de procentuele verdeling (y-as) in opnameduur (x-as) van traumapatiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis in het jaar 2013. Het maximum aantal dagen dat een traumapatiënt is opgenomen in de hele regio is 259.
20
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Ontslagbestemming uitgesplitst naar kantoortijd Regio TraumaNet AMC – 2013
Type overplaatsing Van alle traumapatiënten wordt ruim vijf procent (5,2%; n = 322) overgeplaatst naar een ander ziekenhuis. Een overplaatsing kan direct vanaf de SEH plaatsvinden of na opname in het ziekenhuis.
Regio TraumaNet AMC – 2013
Hieronder is de procentuele verdeling (y-as) per ontslagbestemming (x-as) uitgesplitst naar binnen of buiten kantoortijd voor de hele regio. Kantoortijd: Ma-vrij 08:00-17:00 uur De meeste traumapatiënten worden na opname in het ziekenhuis naar de eigen woonomgeving ontslagen. Dit is nog vaker het geval buiten kantoortijd (78%) dan binnen kantoortijd (73%).
In deze figuur is voor de hele regio weergegeven hoe vaak in 2013 patiënten vanaf de SEH of na opname zijn overgeplaatst (in aantal en percentage). Regionaal zijn de meeste overplaatsingen vanaf de SEH.
21
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Uitkomst van traumazorg De primaire uitkomstmaat van de traumaregistratie is het al dan niet overlijden van de patiënt. Hieronder is eerst een overzicht te zien van de kenmerken van groep overledenen ten opzichte van de niet overledenen. Vervolgens is de overlevingskans van traumapatiënten (Probability of Survival) van onze regionale database vergeleken met de internationale referentiedatabase.
Overleden traumapatiënten
Regio TraumaNet AMC – 2013 In 2013 zijn in de regio TraumaNet AMC 114 traumapatiënten overleden. In onderstaande tabel wordt deze groep vergeleken met de levenden.
N (%) % man leeftijd % stomp ISS Ps
Levend 6.130 (98,2) 50,0 51,24 97,4 7 0,98
Overleden 114 (1,8) 48,2 75,22 97,4 14 0,89
22
Jaarrapport 2013 Traumaregistratie
Probability of survival/Ws-score De Probability of survival (oftewel de overlevingskans van een traumapatiënt) kan berekend worden via de zogenaamde ‘TRISS methode’ (TRISS = TRauma + Injury Severity Score). Hierbij wordt de Ps berekend op basis van de leeftijd van de patiënt, de letselaard, de vitale toestand (RTS) en de letselernst (ISS). De Ps is geen absolute maat voor de mortaliteit. Indien bijvoorbeeld voor een patiënt een Ps van 0,70 (70%) berekend is, dan wordt verwacht dat 7 van de 10 patiënten met vergelijkbaar letsel zullen overleven en 3 van de 10 zullen overlijden. De desbetreffende patiënt kan dus in beide groepen zitten. De uitkomst van de vergelijking van de overlevingskans van de patiënten met de daadwerkelijke overleving wordt samengevat weergegeven in de Ws-score. Een negatieve Ws betekent dat er meer overleden patiënten zijn dan voorspeld op basis van de referentiepopulatie. Een positieve Ws betekent dat er minder overleden zijn dan in de referentiepopulatie. Of de verschillen (weergegeven in de Ws) statistisch significant zijn is afhankelijk van het betrouwbaarheidsinterval (95% CI) rondom de Ws. Als het betrouwbaarheidsinterval de nullijn kruist, is er geen significant verschil met de Amerikaanse referentie populatie. Ligt het gehele interval boven de nul dan is er een significant betere overleving dan voorspeld op basis van de referentiepopulatie. Ligt het betrouwbaarheidsinterval volledig onder nul dan is er een significant slechtere overleving dan voorspeld op basis van de referentiepopulatie. In dit rapport is als referentiepopulatie de Amerikaanse National Trauma Data Bank gebruikt.
In deze figuur zijn de Ws scores inclusief het betrouwbaarheids-interval per jaar weergegeven. Te zien is dat in de jaren 2008 t/m 2010 significant meer patiënten overleven dan verwacht op basis van de Amerikaanse referentiewaarden. Voor de jaren 2011 en 2012 was dit verschil niet meer significant. In 2013 is te zien dat er significant meer traumapatiënten overleven in de regio TraumaNet AMC.