59

Alexander Roslin en de decadentie

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Magazine van Rijksmuseum Twenthe (Enschede) verschenen bij de tentoonstelling 'Alexander Roslin. Portrettist van de aristocratie'

Citation preview

  • oen we in de afgelopen twee jaren begonnen met de voorbe-reidingen voor de grote Roslin-tentoonstelling

    hebben we lang geaarzeld tussen twee tentoonstellingstitels: Alexander Roslin. Portrettist van de decadentie of Alexander Roslin. Portrettist van de aris-tocratie. Ondanks een intutieve voor-keur voor de eerste heb-ben we gekozen voor de tweede omdat het woor-denboek een nogal be-perkende uitleg van het begrip decadentie geeft. Decadent wordt daar beschreven als in ver-val, behagen scheppen in een sfeer van (bizarre) luxe of zonder morele kracht. De glanzende luxe druipt van de doe-ken van Roslin, maar kun je zeggen dat de samenleving van de late 18de eeuw in verval was en geen morele kracht meer toon-de? Als we ze het nog konden voor-leggen dan zouden veel revolutio-nairen van destijds deze vragen vast met ja beantwoorden. Maar stel nu dat die revolutie was mislukt

    en dat de oude aristocraten hun macht behouden hadden? Zouden wij Marie Antoinette dan nog steeds decadent vinden mede vanwege haar (apocriefe) grapje dat het volk maar cake moest eten als er geen brood meer was?

    Wanneer ben je decadent? De oude Romeinen waren decadent, net als de baas van een Amsterdamse wo-ningcorporatie in zijn van gemeen-

    schapsgeld betaalde Maserati. De hele westerse samenleving is deca-dent in de ogen van sommige streng islamitische groeperingen.Decadentie is een subjectief etiket dat wij anderen opleggen (nooit ons-zelf ) en veelal achteraf. De banken en het hele financile systeem van

    de jaren tachtig en negentig van de 20ste eeuw vinden we tegenwoordig decadent. Decadent is een woord dat we gebruiken om een systeem te karakteriseren dat gemplodeerd is of waarvan we vinden dat het zou moeten imploderen. Een systeem dat in het verleden goede diensten heeft bewezen; dat steeds verfijnder werd en steeds beter geoptimaliseerd maar dat uiteindelijk toch bezwijkt omdat het niet op de toekomst was

    berekend. In de 18de eeuw werd de aristo-cratie een grote klap toegebracht door de burgerij. Decadentie is misschien wel het symptoom van iedere bubbel, of het nou de bankencrisis, de tulpenmanie, de in-ternethype of de laat 18de-eeuwse samenle-ving is.Zoals met iedere bub-

    bel is het lastig om de bubbel te her- kennen als je er midden in zit. En dat was precies de positie van Alexander Roslin in het Frankrijk van de late 18de eeuw. Hij zat er midden in maar hij herkende hem niet.

    D e c A D e n t i e i s mi ssch i e n

    w e l h e t s y m p t o om van i ed e re bubbe l

    deca dent?Voorwoord

    a r n o u d o d d i n g

    Directeur R ijk smuseum Twenthe

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 3 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 2 D E D e c A D e n t i e

    inhoud 50 d o o r d e r e v o l u t i e h e e n b i l j a r t e nAdellijk tijdverdrijf~ Atte Jongstra ~

    55 m a d a m e m a d e l n e w e e t r a a d

    Madelne geeft antwoord op onbeschaamde lezersvragen~ Gemma Boon ~

    56 C e n t e r f o l d

    Franois Boucher, lOdalisque Brune

    58 j e b e n t w a t j e d r a a g t

    Interview met Madelief Hoh over de mode van de 18de-eeuwse elite

    ~ Josien Beltman ~

    63 va n v e e l v r a a t t o t s m u l p a a p

    Eten aan het Franse hof~ Anne scheepmaker ~

    68 18 d e - e e u w s e m y s t e r i e s

    i n m o d e v a n n u~ Denise Kraaijenbrink ~

    74 K r i t i s C h e g e e s t e n ,

    s C h a a m t e l o z e v e r l e i d e r sWat lazen ze in de 18de eeuw?

    ~ Marleen de Vries ~

    78 h o e d e C a d e n t b e n t u ?

    Quiz ~ Petra Boers ~

    83 r o s l i n s o e u v r e

    Van aristocraat tot vorst ~ luc Panhuysen ~

    97 m a d a m e m a d e l n e w e e t r a a d

    Madelne geeft antwoord op onbeschaamde lezersvragen~ Gemma Boon ~

    98 b e a u t y t i p s v a n

    g r a v i n d e b a v i r e - g r o s b e r gMode & Schoonheid

    ~ Josien Beltman ~

    104 a d i e u , p r u i K !

    De ondergang van de aristocratie~ ivo nieuwenhuis ~

    111 h e b b e d i n g e n m e t e e n g o u d e n r a n d j e

    ~ ontwerphaven ~

    4 r i j K s m u s e u m tw e n t h e

    Een netwerkmuseum

    6 d e g r o o t s t e d r o o m v a n m i j n m a n w a s

    o m h e t K o n i n K l i j K p a a r t e s C h i l d e r e n Interview met Marie-Suzanne Giroust

    de vrouw achter Alexander Roslin~ Gemma Boon ~

    12 d e C a d e n t t e n o n d e r ?

    De overdadige geschiedenis van een leeg begrip~ Rebecca Wilson ~

    17 h e b b e d i n g e n m e t e e n g o u d e n r a n d j e

    ~ ontwerphaven ~

    19 r o s l i n s o e u v r e

    Van familielid tot aristocraat~ luc Panhuysen ~

    33 m a d a m e m a d e l n e w e e t r a a d

    Madelne geeft antwoord op onbeschaamde lezersvragen~ Gemma Boon ~

    34 d e w e t e n s C h a p p e l i j K e r e v o l u t i e

    De 18de eeuw als omslagpunt voor ons denken~ Gemma Boon ~

    40 r o d d e l e n a C h t e r K l a p

    Amoureuze avonturen van de Europese high society van de 18de eeuw

    ~ Gemma Boon ~

    42 18 d e - e e u w s e h u i s e l i j K h e i d

    v s . d e C a d e n t i e a n n o n u~ ontwerphaven ~

    colofonAlexander Roslin en de d e C a d e n t i e

    is een uitgave van r i j K s m u s e u m tw e n t h e en verschijnt bij de tentoonstelling

    a l e x a n d e r ro s l i n. po rt r e t t i s t va n d e a r i s t o C r at i e

    (19 o K t o b e r 2014 t/m 12 a p r i l 2015)

    r e da C t i eRijksmuseum twenthe

    e i n d r e da C t i eJosien Beltman

    gr a f i s C h o n t w e r p & i l l u s t r at i esuzanne Hertogs, Anne de laat (ontwerphaven)

    be e l d r e da C t i eJosien Beltman, suzanne Hertogs, Anne de laat

    fo t o g r a f i eKaroly Effenberger (arnoud odding), Rik Klein Gotink

    (ColleCtie rijKsmuseum twenthe), Denise Kraaijenbrink i.s.m. Marvin de Monte (fashion shoot), shutterstock

    a a n d i t n u m m e r w e r K t e n m e eJosien Beltman, Petra Boers, Gemma Boon, Atte Jongstra,

    ivo nieuwenhuis, Arnoud odding, luc Panhuysen, Anne scheepmaker, Marleen de Vries, Rebecca Wilson

    d ru KHassink Drukkers, Haaksbergen

    o p l ag e 7.500 exemplaren

    R i j k s m u s e u m Tw e n T h el a s o n d e r s i n g e l 129 -131 | 7514 bp

    e n s C h e d e | +31 (0 )53 - 4358675w w w. r i j K s m u s e u m t w e n t h e . n l

    De tentoonstelling alexander roslin. portrettist van de aristoCr atie is mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van:

    e n a l l e b r u i K l e e n g e v e r s

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 5 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 4 D E D e c A D e n t i e

    on

    de

    rw

    i j

    s ins

    t e ll i n ge n

    ba

    sis

    sCho

    l e n

    K

    un

    stena

    a rs

    pa

    rt

    ner

    s ro o m b e e K

    Cu

    lt

    u

    u rpa r K

    m

    ed

    ia

    part n e r s

    ed

    uC

    at

    i epa r

    t n e r s

    f

    on

    dse

    n

    s

    am

    en

    we

    rK

    in

    gs

    proj

    e Ct e n

    Nationaalmuseum, Stockholm

    400 jaar Nederland-Zweden

    Tate Britain, Londen

    Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen

    Museum de Fundatie, Zwolle

    Dordrechts Museum

    Museum TwentseWelle

    Kasteel Huis Bergh, s-Heerenberg

    Museum Boerhaave, Leiden

    Natura Docet Wonderryck Twente

    Gemeentemuseum Den Haag

    AKI-ArtEZ

    Universiteit Twente

    Universiteit van Amsterdam Bijzondere Collecties en Theaterwetenschappen

    Kennispark Twente

    ***** Symfonieorkest

    Mondriaan Fonds

    VSBfonds

    SNS REAAL Fonds

    Prins Bernhard Cultuur Fonds

    Vereniging Rembrandt

    Stichting DOEN

    Stichting Rijksmuseum Twenthe Fonds

    Stichting Roelvink Fonds

    Stichting G.J. van Heek jr. Fonds

    AKI-ArtEZ

    Universiteit Twente

    Saxion Hogeschool

    Vrije Academie voor

    Kunsthistorisch Onderwijs

    HOVO Overijssel

    AKI-ArtEZ

    Concordia

    Museum TwentseWelle

    TETEM kunstruimte

    Twentse

    Courant Tubantia

    RTVOost

    Wegener huis-aan-

    huisbladen

    Theatergroep

    De Nieuwe Koning

    Concordia

    Culturage Cultuur-

    educatie met Kwaliteit

    Rijnbrink Groep

    r i j K s m u se um tw e n t h e a l s

    Netwerkmuseum

    am

    ba

    ss

    ad

    eur

    s & on

    de r st e u n e r s

    ov

    erh e

    den

    sp

    ons

    or e n

    m

    id

    del b a r e

    s

    Ch

    ol e n

    be

    z

    oeK e r s

    p

    ro

    mo

    t ie pa

    rt n e r s

    rmt is e e n net w e r K m useu m: een museum dat midden in de samenleving staat en dat mensen,

    organisaties, overheden, bedrijven, ideen, creativiteit en kennis samenbrengt en met elkaar verbindt. Het netwerkmuseum denkt niet in doelgroepen maar in

    gemeenschappen, en gaat in dialoog met haar publiek. Het netwerkmuseum bestaat bij de gratie van samenwerking, zoals u kan zien in deze

    netwerktekening van RMT.

    RMT Vrijwilligers

    RMT Vrienden RMT Business Club

    Comit van Aanbeveling Alexander Roslin. Portrettist van de aristocratie:

    De heer Hkan Emsgrd, Zweeds ambassadeur te Den Haag De heer Flip de Heer, Nederlands ambassadeur te Stockholm

    Mevrouw Hester Maij, Gedeputeerde Provincie Overijssel De heer Sten Nordin, burgemeester Stockholm De heer Peter den Oudsten, burgemeester Enschede De heer Berndt Arell, algemeen directeur Nationaalmuseum Stockholm

    Rabobank Enschede-Haaksbergen

    Twents Bureau voor Toerisme

    Enschede Promotie

    Stichting Twente Branding

    Stichting ECC (Euregio)

    Ministerie van OC&W

    Provincie Overijssel

    Gemeente Enschede

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 6 D E D e c A D e n t i e

    i n T e R v i e w m e T m a R i e - s u z a n n e G i R o u s T d e v r o u w a c h t e r A l e x a n d e r R o s l i n

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 9 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 8 D E D e c A D e n t i e

    Marie-Suzanne Giroust geschilderd door Alexan-der Roslin. Dit schilderij is ook wel bekend onder de titel Dame met de voile, 1768, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

    adame Giroust, u bent dood. Kwam de dood als een verrassing? Ach, u moet weten, in onze tijd was de dood

    net zo aanwezig als het leven. Mensen stier-ven bij bosjes. Bij elk kuchje, elk hoofdpijntje en zeker tijdens de geboortes van mijn vijf kinderen wist ik dat elk moment mijn einde kon betekenen. In 1766 voelde ik voor het eerst iets vreemds in mijn linkerborst. Dat ik het jaar 1770 heb gehaald heb ik te danken aan de verzorging en liefde van mijn hoog geerde man, de portretschilder Alexander Roslin. Mijn jongste was nog geen jaar toen ik overleed aan borstkanker. Mijn man was ziek van verdriet en kon een jaar lang niet of nauwelijks schilderen.

    Bedoelt u dat u uit l iefde bentgetrouwd?Madame Giroust bloost. Ja zeker. Wij ont-moetten elkaar voor het eerst in het atelier van mijn leermeester Joseph-Marie Vien in 1752. Het was liefde op het eerste gezicht, maar helaas was mijn familie tegen dit hu-welijk omdat Alexander niet vermogend was

    en protestants bovendien. Zes jaar lang ont-moetten wij elkaar in het geheim. Dat heeft onze liefde gesterkt. Om ons heen waren de affaires niet van de lucht. Toch zijn wij nooit in de verleiding gekomen om amoureuze avontuurtjes met anderen aan te gaan. Ik denk dat het respect van mijn man voor mij als schilder en de moeder van zijn kinderen hem weerhield.

    U schilderde zel f dus ook?Mijn miniatuurtjes en pasteltekeningen waren zeer geliefd in mijn dagen. Mijn man beweerde zelfs dat ik betere pasteltekenin-gen maakte dan hijzelf! Toch duurde het wel even voor ik officile erkenning kreeg voor mijn werk. Mijn man werd al voor ons huwelijk op 28 juli 1752 toegelaten tot de Koninklijke Acadmie voor Schilder- en Beeldhouwkunst van Parijs, maar ik werd aan het lijntje gehouden tot 1770. Het is me nog altijd niet duidelijk waarom ik zo lang moest wachten, want mijn vrouwelijke col-lega Marie Thrse Reboul werd in 1757 al toegelaten. Er werd gefluisterd dat ik te veel bezig was met de kinderen en niet genoeg tijd besteedde aan het schilderen.

    Waarom was het zo belangrijk om toegelaten te worden tot de Koninklijke Acadmie? U moest eens weten. Alles in Frankrijk hing samen met status. Mijn man begreep dat beter dan wie dan ook. Als hij opdrach-ten wilde binnen halen van het Franse hof, moest hij lid van de Acadmie zijn. Zonder lidmaatschap hoorde je er niet bij. Het feit dat hij een Zweed was hielp al niet. Sterker nog, zelfs met zijn lidmaatschap bleef het lastig om tot de hoogste regionen van het Franse hof door te dringen. Uiteindelijk werd

    Achter iedere succesvolle man staat een sterke vrouw. In dit exclusieve interview met Marie-Suzanne Giroust,

    echtgenote van de befaamde portretschilder Alexander Roslin, vertelt zij openhartig over haar man.

    Madame Giroust was zo vriendelijk om haar drukke agenda voor ons vrij te maken om ons

    een moment te woord te staan. tekst: g e m m a b o o n, kunsthistorica en medewerker Rijksmuseum Twenthe

    Toen ik overleed was mijn man ziek van verdriet en kon hij een jaar

    lang niet of nauwelijks schilderenAlexander Roslin en Marie-Suzanne Giroust maken samen een portret van hun Zweedse vriend Hendrik Vilhem Peill, geschilderd door Alexander Roslin, 1767, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

    }

    }

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 1 1 D E D e c A D e n t i e

    zijn grootste droom het koninklijk paar schilderen nooit werkelijkheid. De Dauphin schilderen, ja. Dat bleek het hoogst haalbare. Alexander heeft meer dan eens geklaagd hoe collega-kunstenaars zich inzetten om de be-langrijke opdrachten bij hem weg te houden. Terwijl iedereen erkende dat zijn portretten de meest treffende gelijkenis vertoonden met de geportretteerden!

    Waarom gunden de andere kunstenaars Roslin geen belangrijke opdrachten?Waanzin was het. Ik moet eerlijk zeggen dat ik zelf maar een deel heb meegekregen, ik was tenslotte al overleden toen het groot-

    ste leed plaatsvond. Maar wat ik heb geob-serveerd wanneer ik mijn geest liet dwalen door mijn oude vertrekken is een ongebrei-delde jaloezie. Men gunde mijn Alexander zijn succes niet. Het feit dat hij graag met zijn juwelen pronkte een cadeau van keizerin Marie Theresa en zich graag liet voorstaan op zijn verleende titel van chevalier stak mede-kunstenaars die minder vermogend waren. Het was vooral de jongere generatie kunste-naars die Alexander probeerde van zijn troon te stoten. Maar zijn carrire kreeg pas een grote klap toen de Revolutie uitbrak.

    Was u bang dat uw man en kinderen zich door toedoen van de Revolutie snel ler dan gepland bij u in het hemelrijk zouden voegen? Ik heb vreselijke angsten doorstaan. natuur-lijk, doodgaan is nooit een pretje, maar je hoofd verliezen onder de guillotine! Je krijgt het nooit meer op de juiste plek, weet u. De arme geesten om me heen die alsmaar met hun hoofd onder hun arm moeten wandelen Het grootste gevaar voor mijn lieve Alexander bleek echter niet het verliezen van zijn hoofd, maar het verliezen van zijn clientle. Een groot deel van zijn beste klanten moest vluchten of is gestorven door toedoen van de wreedheid van de revolutionairen. Gelukkig stierf mijn man niet onvermogend. Op 75-jarige leeftijd was hij nog altijd een van de rijkste schilders van Parijs. Het einde van Alexanders leven op aar-de bleek ook het einde te zijn van de schilder-traditie zoals wij die kenden: de Koninklijke Acadmie voor Schilder- en Beeldhouwkunst werd een maand na zijn overlijden opgedoekt.

    Madame Giroust, kunt u tot slot nog iets vertel len over het leven na de dood? [gelach van ver] Maar monsieur de Bourbon, dat kietelt! Richt u zich toch tot uw spel peg so-litaire. Alexander liefje! Is het al tijd voor thee?

    Madame Giroust?Pardon, zei u iets? Hoe ik het leven na de dood vind? nou enig hoor! Een groot bal! We zien u hier wel verschijnen wanneer u zo ver bent. bien tt, ma amie!

    Marie-Suzanne Giroust geschilderd door Alexander Roslin, ca. 1770, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

    Portret van de Franse kun-stenaar Marie-Joseph Peyre (1730-1785), gemaakt door Marie-Suzanne Giroust, 1771, pastel, Nationaalmuseum, Stockholm

    Mijn pasteltekeningen waren zeer geliefd. Alexander beweerde dat

    ze beter waren dan die van hemzelf!}

    }}

    C u lt u r e S c e n e

    I n v e s t i g a t i o n

    Kunst is Het toVeRWooR D!Zonder creativiteit en verbeeldingskracht zouden we als mensheid nergens zijn. Daarom vinden wij het belangrijk om kinderen en jongeren op een prikkelende n leuke manier in aanraking te brengen met kunst. Tegelijkertijd genieten wij van hun onbevangenheid en openheid als we met ze door het museum lopen!

    Jorien schulten en Martine Zwarteveen medewerKers eduCatie rmt

    edUcAtie in R i j K s M U s e U M t W e n t h e

    B e Z o e K R M t

    M e t D e K l A sJaarlijks bezoeken meer dan 10.000 leerlingen

    uit het basis- en voortgezet onderwijs Rijksmuseum Twenthe. RMT ontwikkelt educatieve programmas bij

    diverse collectiepresentaties en tentoonstellingen.

    Bij de tentoonstelling Alexander Roslin. Portrettist van de aristocratie lanceren we het programma Culture Scene Investigation: een gloednieuw format waarbij het kijken naar kunst en het zelf ontdekken van de verhalen achter

    de kunstwerken centraal staan.

    Bent u leerkracht of belangstellende op het gebied van cultuur-educatie en wilt u meer informatie? Kijk op onze website of neem

    contact op met Jorien Schulten of Martine Zwarteveen. Telefoonnummer 053 4358675;

    e-mail [email protected] of [email protected].

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 1 3 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 1 2 D E D e c A D e n t i e

    onlangs vertelde een be-vriende journaliste me de volgende anekdote: op het filmfestival van Abu Dhabi zag ze avond aan avond hoe een goddelijk dessertbuffet

    haast onaangeroerd werd afgevoerd. Dertig overda-dige taarten, sommige ver-sierd met echt goud, werden zonder pardon in vuilnis-zakken gekieperd.

    We weten allemaal hoe het met Marie Antoi-nette afgelopen is: dr haar eraf en op naar de guillotine. Maar was de Franse Revolutie een onvermijdelijk gevolg van het decadente An-cien Rgime? Dat is wijsheid achteraf, de oor-zaken van de Franse Revolutie zijn complex, historici discussiren er ng over. Natuurlijk was het volk ontevreden over hun decadente absolutistische heersers maar er waren ook andere aanleidingen voor de Franse Revolu-tie. Die kwestie met dat brood bijvoorbeeld. Dat was duur en schaars na mislukte graan-oogsten: meer domme klimatologische pech dan dat het iets met decadentie te maken had.

    Decadente keizerin?En wanneer is het gedrag van een elite of een vorstenhuis decadent genoeg om verval aan te kondigen? Stel je een keizerin voor, ze woont aan een hof met een uiterst verfijnd

    protocol, is geobsedeerd door haar uiterlijk en haar lange haar, verzorgt haar gezichts-huid met rauw kalfsvlees, gebruikt cocane en reist rusteloos door Europa. Haar man heeft talloze buitenechtelijke affaires, haar zoon en diens vriendin plegen gezamenlijk zelfmoord. Dat klinkt behoorlijk decadent, niet? Maar ik heb het hier over de populaire Keizerin Sissi van Oostenrijk, die niet bepaald bekendstaat als decadente monarch. Sterker nog, omdat we tegenwoordig gedrag liever psychologisch duiden, voelen we medelijden met deze vrij-heidslievende vrouw die zo ongelukkig was aan het beknellende Weense hof. Decadent? Welnee, depressief en anorectisch. En aan haar Oostenrijk-Hongarije kleeft ook al geen air van decadentie, terwijl je dat toch zou verwachten, het is immers een groot rijk dat ten onder is gegaan. Waar we decadentie ont-waren en waar niet, is nogal arbitrair.

    nog eentje dan: de Romeinse keizers. Die waren echt decadent, dat weet iedereen. Sommigen wel ja. Anderen niet. Maar de de-cadentste keizers nero bijvoorbeeld leefden al in de eerste eeuw na Christus. Het Romeinse rijk ging pas eeuwen later ten on-der, na aanvallen van Germaanse stammen. Waarom associren we decadentie dan toch met het verval van het Romeinse rijk? Dat komt door Edward Gibbon (1737-1794), de eerste moderne geschiedschrijver van het Ro-meinse rijk. Hij schreef the History of the De-cline and Fall of the Roman empire. Zijn analyse: de Romeinen waren in hun nadagen maar een verwijfd zootje, die hun rijk niet meer als echte mannen konden verdedigen. Uiteraard is dit idee allang achterhaald, maar Gibbons werk was zo invloedrijk dat het in ons collec-tieve geheugen is blijven hangen.

    Oooh, wat decadentDe journaliste, die daar aanwezig was met een groep jonge armlastige filmrecensenten uit heel Europa, vroeg of zij misschien een van die taarten mocht meenemen. Zonde om weg te gooien toch? Zo doen we dat hier. Wen er maar aan, was het bitse antwoord, en de taart ging aan haar neus voorbij. Oooh, wat decadent, zeiden mijn vriendin en ik afkeurend tegen elkaar. Echt iets voor zon rijk olie-staatje, dacht ik er stiekem bij, en ik dacht ook: eindtijd. Die emiraten met hun torenhoge wolkenkrab-bers in de woestijn, hun kunstmatige eilandjes, hun hedonistische levensstijl vol kitsch en commercile luxe, die doen toch eigenlijk niets anders dan dansen op de vulkaan. Straks zijn de fossiele brandstoffen op en dan zijn ze nergens meer. En wij ook niet. Zon decadente samenleving kan maar n ding bete-kenen: de onvermijdelijke ondergang is nabij. Toch?

    Laat ze toch taart etenniet per se. Het idee van een noodzakelijke decadente fase in een samenleving is hardnekkig, maar wel wat simplistisch. neem nou die andere anekdote over taart en decadentie, die we allemaal kennen. Marie Antoinette, koningin van 18de-eeuws Frankrijk met een gat in haar hand en een hang naar ple-ziertjes, juwelen en buitenissige kapsels, had weinig feeling met het hongerlijdende Franse volk. Toen ze te horen kreeg dat haar onderdanen geen brood konden kopen, opperde ze: laat ze toch taartjes eten. Een houding die, in het licht van de taart-ontzeggende-praktijken in het huidige Abu Dhabi, achteraf eigenlijk nog best vriendelijk te noemen is. Tegenwoordig weten we dat ze dat niet echt gezegd heeft, maar het verhaal illustreert zo prachtig de decadentie van het Ancien Rgime dat het toch blijft rondzingen.

    O

    tekst: r e b e C C a w i l s o n, historica, schrijver en redacteur

  • { Schimmel op fram-bozentaart (foto met microlens), Shutterstock, 2014

    A l E x A n D E R R o s l i n E n 1 5 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 1 4 D E D e c A D e n t i e

    Teken van verval?Decadentie als teken van een samenleving in verval: dit hardnekkige idee komt niet bij de ge-schiedenis vandaan, maar bij de geschiedschrij-ving. Sommige historici zagen de geschiedenis als cyclisch: de opkomst en ondergang van be-schavingen was een zich steeds herhalend pro-ces, waarvan de verschillende fases al vastston-den. Deze ideen leefden eeuwenlang Oswald Spengler publiceerde zijn beroemde cultuurpes-simistische werk Der untergang des Abendlandes pas in 1918. Daarin vergeleek hij de ontwikkeling van een beschaving met die van een menselijk leven: ook culturen komen tot wasdom en ster-ven vervolgens. De decadente periode van een beschaving is even onvermijdelijk als de aftake-ling van een mensenlichaam.

    Historici van nu zullen de geschiedenis niet snel meer als cyclisch zien. Zij vinden: de geschiede-nis herhaalt zich niet, daar is de werkelijkheid te chaotisch voor. Bovendien ligt er een waarde-oordeel besloten in het begrip decadentie: je legt een andere tijd langs een soort normenmeetlat en constateert dat die tekortschiet. Ook dat vin-

    den we tegenwoordig onwetenschappelijk. En omdat iedereen zijn eigen maatstaven hanteert voor die normenmeetlat, is decadentie niets meer dan een leeg, betekenisloos begrip. lite-rair criticus Richard Gilman betoogde dit al in 1979 in zijn boek Decadence: the strange life of an epithet.

    Gilman laat ook zien wat dat in de praktijk bete-kende voor de kunstbeschouwing. Ook in de kun-sten heerste het idee dat een bloeiperiode gevolgd werd door een fase van verval. Daardoor werd elke poging tot vernieuwing door conservatieven als decadent afgedaan. Eind 19de eeuw waren mensen als Baudelaire, Huysmans, Oscar Wilde en Odilon Redon die kritiek zat. Ze besloten het etiket als een geuzennaam op te vatten: de deca-dent movement was geboren. Die verheerlijkte wat voorheen als abject werd gezien: het kunstmatige,

    het duistere, verdorvene, het ziekelijke. De schoonheid van verval. Bloemen op de mest-vaalt. Gelaten bleek als marmer.

    Decadente triple-chocolate-taartTegenwoordig raken we weliswaar iets minder opgewonden van marmerbleke gezichten dan de kunstenaars van toen, hun idee van decadentie is nog steeds de onze. lekker decadent zeggen we, als we onszelf iets gunnen dat eigenlijk zon-dig of verdorven is. Sinds de decadent movement weten we dat zwelgen in dat soort verlangens mag. Hartstikke artistiek verantwoord. Al is het in onze vercommercialiseerde samenleving al-lemaal wel wat verplat: we gebruiken het woord decadent vooral heel vaak voor eten. Op inter-net vliegen de recepten voor decadente triple-chocolate-taart je om de oren.

    nu is dat nog redelijk onschuldig, maar we ge-bruiken decadentie ook nog op die andere, mo-reel veroordelende manier. Ik zal niet de enige zijn die snel vervalt in ongenuanceerde ideen over decadente Arabische oliesjeiks in Abu Dha-

    bi. Of over Russische oligarchen. Omgekeerd is ook het idee van het decadente Westen ooit al zo succesvol in de communistische propaganda nog springlevend. Poetin, islamfundamentalis-ten, zij zien ons als het vleesgeworden voorbeeld van een samenleving in verval, met onze seksuele losbandigheid en obsessie voor homorechten.

    Als je waardeneutraal naar een andere tijd moet kijken, dan ook naar een andere cultuur, toch? Dat geldt voor Poetin, maar evengoed voor ons in het decadente westen. Ik ga maar snel zon triple-chocolate-taart bakken en op zoek naar een toevallig passerende oliesjeik. Die krijgt een stukje, om het goed te maken. Als jullie nou ook wat taart gaan uitdelen? neutraliseren we met zijn allen toch mooi de decadentie in onze sa-menleving. Voor het geval we stiekem toch in een eindtijd leven.

    Poetin en islamfundamentalisten zien het decadente Westen als voorbeeld van een samenleving in verval

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 1 7 D E D e c A D e n t i e

    1. Verwarming | Heatwave | jor is l a a r m a n2. Stoel | lou lou Ghost | K a rtel l

    (phi l i ppe sta rCK)

    3. Ketting | miss eta m 4. Servies | tea time | jor i n e ooster hof f5. lamp | Bourgie | K a rtel l

    (fer ruCCio l av i a n i)

    6. Wissellijst | ung Drill | iK e a7. Vloerkleed | kerkulla | iK e a8. Klok | Paper pulp clock | Ch r is Koens

    & r a mon mi ddel Koop

    d e s i g n g e n s p i r e e r d o p d e 18 d e e e u w

    hebbedingen met een

    GouDe n R A n DJe

    www.boersenlem.nl

    Zoekt u een kantoorruimte

    vanaf 20 m2 kijk op:

    www.kantoorinenschede.nl

    Wij maken belastingen leuker.

    www.jongbloed.tv

    De kracht zit in de combinatie; van kennis en kapitaal

    Ht landgoed van Twente.

    Beleef hier het beste van Twente!

    www.demcon.nl

  • Alexander Roslin, Zelfportret, 1785, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

    R o s l i n so e u v R e

    va n fa m i l i e l i D t o t

    a R i s T o c R a a T

    D e e l 1

    Komt u ook genieten vanhet orkest?

    Wat ons b het orkest inspireert is de overtuiging dat het verhaal van de klassieke muziek een verhaal van deze t d is. De themas die Mozart, Beethoven en Mahler inspireerden in hun t d z n ook nog

    de themas van nu. W bestr ken een breed repertoire, van barok tot hedendaags en van klassiek tot romantisch. Op het programma staan werken uit vier eeuwen symfonische muziek en hedendaagse Nederlandse componisten.

    Het orkest vertelt het verhaal van de klassieke muziek door de reguliere concerten, maar ook door optredens in kleinere formaties op b zondere locaties. We staan op scholen en in kerken, in concertzalen en tehuizen, op straat, in parken, b bedr ven en b mensen thuis.

    Ik hoop u een keer t dens onze concerten te mogen begroeten

    Jan Willem de Vriend,Chef-dirigent en artistiek leider

    Like onze Facebookpagina: facebook.com/nederlandssymfonieorkest Volg ons op Twitter:

    twitter.com/nedsym

    Kaarten kopenof meer informatie?Kijk dan op symfonieorkest.nl

    Nedsym [14-609] Adv. Rijksmuseum Twente++++.indd 1 12-06-14 09:46

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 2 1 D E D e c A D e n t i e

    Alexander Roslin, Augustin-Suzanne Roslin (1760-1829), de dochter van de schilder, 1781, olieverf op doek, Kulturmagasinet, Helsingborg

    Alexander Roslin, Dame met de voile (de vrouw van de schilder), 1768, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

    Alexander Roslin, Marie-Suzanne Giroust (1734-1772), de vrouw van de schilder, ca. 1770, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

  • Alexander Roslin, Claude Joseph Vernet (1714-1789), Franse schilder, 1767, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

    Alexander Roslin, Anne Vallayer-Coster (1744-1818), Franse schilder, 1783, olieverf op doek, privcollectie

    Alexander Roslin, Franois Boucher (1704-1770), Franse schilder, 1760, olieverf op doek, Muse Nationaux des Chteaux de Versailles et de Trianon, Versailles Alexander Roslin, Alexander Roslin, zijn vrouw Marie-Suzanne Giroust

    en een portret van Henrik Vilhem Peill, 1767, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

  • Alexander Roslin, Baron Thure Leonard Klinckowstrm (1735-1821), 1758, olieverf op doek, Sinebrychoff Art Museum, Helsinki

    Alexander Roslin, Csar Gabriel (1712-1785), graaf van Choiseul, hertog van Praslin, 1762, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

  • Alexander Roslin, Zoe Ghika (? ca. 1830), Moldavische prinses, 1777, olieverf op doek, Nationaalmuseum, Stockholm

    Alexander Roslin, Graaf Fredrik Sparre (1731-1803), 1753, olieverf op doek, privcollectie

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 2 9 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 2 8 D E D e c A D e n t i e

    In 1780 trouwde Roslins oud-ste dochter Augustin-Suzanne met de jurist louis Suzanne Clare Carteron de Barmont.

    De vader betaalde een bruidsschat van 50.000 livres, waarmee hij de-monstreerde dat de Roslins waren doorgedrongen tot de hogere regio-nen van de Parijse bourgeoisie. Op dit schilderij heeft de trotse vader Au-gustin-Suzanne uitgedost als iemand die meedoet in de beau monde, met een dure maar niet overdadige jurk en een bloementuiltje in het kapsel. Via zijn schoonzoon was Roslin ver-bonden met het begin van de Franse Revolutie. Carteron de Barmont werkte bij het parlement van de hoofd-stad, het orgaan waarin de drie stan-den waren vertegenwoordigd en dat al langer dan een eeuw niet meer door de koning was geraadpleegd. Toen lodewijk xVI in 1789 door geldnood gedwongen het parlement opnieuw bijeen liet komen, kwam de derde stand (burgerij) in opstand tegen de eerste twee standen (adel/koning en geestelijkheid). De burgerij zette de vergadering buiten de zaal voort, vormde een eigen bestuur en formu-leerde een eigen grondwet, waarna de eerste confrontatie met de Koninklijke troepen niet lang op zich liet wachten en de Franse Revolutie losbarstte. Roslins kinderen hebben allemaal de Revolutie overleefd. Augustin-Suzan-ne stierf in 1829, haar man zeven jaar eerder.

    Ware vriendschap is schaars in kringen waar men geobse-deerd is door hi-

    rarchie en status. Met dit schilderij richtte Roslin een monument op voor zijn vriend Henrik Vilhem Peill, net als hij afkomstig uit Zwe-den. Peill was als welgestelde jonge-man al geruime tijd op Grand tour, als sluitstuk daarvan was hij in Pa-rijs neergestreken. Marie-Suzanne was op dat moment verwikkeld in haar pastelstudie en heeft verschil-lende portretten van hem gemaakt. Dat Peill tijdens zijn bezoeken aan de Roslins dikwijls heeft moeten poseren, sessies die gemakkelijk een halve dag besloegen, heeft het ontstaan van hun vriendschap niet gehinderd. Het verwerken van een schilderij in een schilderij was niet ongebruike-lijk als manier om de herinnering aan een dierbare uit te drukken. In dit tafereel bevindt het onderwerp, de echte Peill, zich buiten de lijst terwijl Marie-Suzanne hem, met krijt in de aanslag, geconcentreerd opneemt. Roslin zelf is opgestaan om ons op een kostbaar kleinood te wijzen, een gouden doosje dat hij en zijn vrouw als geschenk van Peill hebben ontvangen en waarop de tekst loin et prs staat gegraveerd: ver en (toch) dichtbij.

    D E D O C H T E R V A n R O S l I n

    Au g u s t i n e-S u z a n n e Ro s l i n

    R O S l I n , Z I J n V R O U W E n E E n P O R T R E T V A n Z I J n V R I E n D

    H e n r i k V i l h e m P e i l l

    Dit portret is gemaakt tijdens Roslins meest vruchtbare jaren, toen hij naast zijn volle or-

    derportefeuille ook nog tijd vond om vrienden te schilderen. Claude Jo-seph Vernet had jarenlang in Itali gewerkt voordat hij op commando van de koning terugkwam naar Pa-rijs voor een reeks Franse havenge-zichten. Misschien dat de gedeelde ervaring van Rome en de mediter-rane lichtval een band schiep. Hij en Roslin traden rond dezelfde tijd toe tot de illustere Acadmie, al verliep de route erheen voor de Zweed aan-merkelijk vlotter. Opname verliep in twee stadia, waarin de kandidaat zijn bekwaamheid moest bewijzen. Vernet zette de eerste stap, het in-leveren van zijn toelatingsstukken, in 1746, zes jaar voor Roslin. De tweede stap, volwaardig lidmaat-schap, vond plaats in 1753, hetzelfde jaar als waarin Roslin beide stadia doorliep. Het verschil in snelheid zegt iets over de indruk die Roslin op de juryleden van de Acadmie heeft gemaakt. In dit portret heeft Roslin zijn vriend vastgelegd op een voor kunstenaars essentieel moment: Vernet leunt met zijn polsen over het raamwerk van een opgespannen doek als de blik-semflits van de inspiratie hem treft. Vernet overleed in het revolutiejaar 1789, maar dat was toeval. Wel stierf een dochter van hem onder de guil-lotine.

    F R A n S E S C H I l D E R

    C l a u d e J o s e p h Ve r n e t

    VIIV V

    Niet ontevreden over zichzelf kijkt Roslin ons aan. Bewust van zijn kunnen en van

    zijn prestaties. Weinig schilders in de 18de eeuw waren bedrijfsmatig even effectief als Roslin. Op het toppunt van zijn loopbaan produ-ceerde hij n portret per maand. Aan het einde van zijn leven had hij een vermogen van naar schatting zevenhonderdduizend livres ver-diend, een rijkdom die voor een ge-woon lid van de bourgeois volstrekt onhaalbaar was. Maar de glimlach van Roslin op dit schilderij uit 1785 is bedrieglijk. Hij is zijn hoogte-punt dan allang gepasseerd; in de Salon van 1781 hing niet n werk van hem. Andere kunstenaars wa-ren opgekomen, schilders die meer sentiment in hun werk legden en die opzien baarden met herosche taferelen.

    Roslin schilderde de liefde van zijn leven, de kunstenares Marie-Su-zanne Giroust. De lan-

    ge weg naar hun huwelijk was een romantische kruisgang, die door Jean-Jacques Rousseau bedacht had kunnen zijn. Haar familie zag de vrijer uit het verre Zweden, een protestant en als schilder boven-dien een berooide beginneling, als een aantasting van haar goede naam. Marie-Suzanne werd eerst door haar familie bestookt met huwelijkskandidaten, toen dat niet hielp kreeg ze een ontmoetings-verbod opgelegd. na zes jaren vol geduld en verlangen konden ze ein-delijk in 1759 met elkaar trouwen. Roslin had al eerder opzien ge-baard in de Salon, vooral door hoe hij zijde en brokaat zo tastbaar maakte dat de vrouwen er hebbe-rig van werden. Maar het was met het schilderij van zijn eigen vrouw dat hij in 1768 doorbrak en zelfs de hardnekkigste critici het zwij-gen oplegde. Men was het erover eens dat Roslin een satanisch spel van verleiding speelde zonder de pasvormen van de goede smaak te bruuskeren. Roslin had Verleiding ontketend, haar werking was on-weerstaanbaar. De waaier is even ingeklapt zodat de toeschouwer een snelle blik is vergund. De sluier be-dekt haar halve gezicht en maakt de zichtbare helft des te sprekender.

    Z E l F P O R T R E T

    A l e x a n d e r Ro s l i n

    D E V R O U W V A n R O S l I n

    D a m e m e t d e v o i l e

    Twee jaar na Dame met de voile schilderde Roslin dit portret van zijn vrouw, waarin zij geen kat-en-

    muisspel met de toeschouwer speelt maar laat zien wie zij werkelijk wil zijn. Marie-Suzanne lijkt net te zijn teruggekomen van een bal. Op de achtergrond staat een spie-gel, waarvoor ze eerder die avond had plaats genomen om door haar kamermeisje of coiffeur te worden opgedoft. nu heeft ze zich van de spiegel afgewend. Op het tafeltje ligt haar masker, dat ze nu kan af-leggen; de waaier, onmisbaar voor coquette poses, heeft ze nog ver-der van zich weg gelegd. Hier laat Marie-Suzanne zich zien: in haar handen houdt ze enkele velletjes met daarop een paar regels mu-ziek, symbool voor de harmonie en afstemming met haar echtgenoot, weerspiegeld op haar gezicht.

    D E V R O U W V A n R O S l I n

    M a r i e-S u z a n n e G i r o u s t

    IIII IIte

    kst:

    lu

    C p

    an

    hu

    ys

    en

    , hi

    stor

    icus

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 3 1 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 3 0 D E D e c A D e n t i e

    Dit portret is uitzonder-lijk in Roslins oeuvre. Roslin ontmoette de Moldavische prinses

    Zoe Ghika tijdens de twee jaar die hij in Rusland verbleef (1775-1777). Russische vorsten en hoogwaardig-heidsbekleders verdrongen zich om door de beroemde man uit mode-stad Parijs te worden vereeuwigd. In de vloed van mondaine portret-ten staat Zoe Ghika apart door haar ernst, de sobere kleuren, haar tradi-tionele kleding en het feit dat ze geen pruik draagt. De prinses wilde dan ook iets anders laten zien dan wat Roslin tot dan toe had geschilderd: een persoonlijke tragedie. Haar va-der had Moldavi geregeerd als zet-baas van het Ottomaanse Rijk. He-laas voor de Ghikas was het Turkse imperium in verval en maakten de Russen van de gelegenheid gebruik hun erfvijand aan te pakken. Molda-vi werd door de Russen veroverd, de vader van Zoe gevangen geno-men en terechtgesteld. Om te voor-komen dat de Ghikas zich opnieuw zouden roeren werd de prinses mee naar Sint-Petersburg genomen als gijzelaar. Catharina de Grote was een verwoed kunstverzamelaar, in twintig jaar kocht ze ruim vierdui-zend schilderijen. Ook dit portret werd gemaakt in haar opdracht. Het heeft Roslin er niet van weer-houden te sympathiseren met zijn onderwerp. Zoe Ghika ziet er niet geslagen uit, eerder trots en een tikje opstandig.

    M O l D A V I S C H E P R I n S E S

    Zo e Gh i k a

    Dit portret van baron Klinckowstrm maak-te Roslin in 1758, toen hij op uitnodiging

    van koning Gustaaf III op bezoek was in Zweden. Het toont de jonge edelman met de ganzenveer in de aanslag, peinzend over een juridi-sche zinsnede. Of misschien wijst zijn verlegen glimlachje wel op be-leefdheid en hoopt hij dat de toe-schouwer weer snel zal vertrekken. Voor Roslin poseren was niet ieder-een gegeven. Ten eerste moest je hebben bepaald hoe je op de buiten-wereld wilde overkomen, ten tweede moest je over veel tijd en geduld be-schikken. De schilder had die tijd nodig om een goede gelijkenis te bereiken. Gelijkenis ontstond niet door een fotografische weergave; be-halve door zijn buitenkant werd ie-mand ook bepaald door zijn innerlij-ke leven, dat sprak door de ogen, de uitdrukking op het gelaat, lichaams-houding. Roslin had uren nodig voor het vastleggen van het delicate spel tussen uiterlijke kenmerken, ka-rakter en de maatschappelijke status die zijn model wilde uitdragen. Bij Klinkowstrm is dat niet helemaal gelukt, zijn uitdrukking zweeft tus-sen dromerigheid en staren. De ba-ron was misschien nog wat jong om karakter te leggen in het vasthouden van een veer. Zes jaar later zou zijn carrire echt beginnen met de aan-stelling tot kanselier en kamerheer van koning Gustaaf III.

    B A R O n

    Th u r e L e o n a r d K l i n c k o w s t r m

    x1x

    Toen Fredrik Sparre en Roslin elkaar in 1752 in Parijs ontmoetten, ver-vulde de eerste de functie

    van klerk bij de Zweedse ambas-sade voor de schilder een bui-tengewoon nuttig contact. Sparre heeft Roslin veel opdrachten be-zorgd, vooral Zweedse. Dit por-tret was een opdracht van Sparres baas en oom, de ambassadeur, Carl Gustaaf Tessin. Voordat Roslin het kon opsturen naar Stockholm moest het eerst nog in de Salon hangen. Tessin, een hartstochte-lijke liefhebber van Roslin, wachtte een jaar vol ongeduld. Toen hij het portret van zijn klerk uitpakte riep hij cest lui mme!: Het is hem zelf! Sparre zou het ver brengen in Zwe-den. Terwijl in Parijs de onlusten begonnen die leidden tot de Revo-lutie was hij in dienst gekomen van het Koninklijke Huis als opvoeder van de jonge Gustaaf IV. Sparre hield een register bij waarin hij al-les over de jeugdige troonopvolger boekstaafde: hoeveel gegeten, hoe-veel ontlasting, een vispuddinkje dat tegen de muur werd gegooid, stampvoeten van het kereltje, welke (zware) straffen hij ervoor kreeg. De verworvenheden van de Fran-se Revolutie (vrijheid, gelijkheid, broederschap) zouden Zweden laat bereiken. Sparres journaal laat zien dat in het Zweden van eind 18de eeuw een kroonprins zweepslagen kreeg, als een gewone misdadiger.

    G R A A F

    F r e d r i k Sp a r r e

    xII

    Anne Vallayer-Coster was een van de vele vrou-welijke schilders in het Parijs van het Ancien

    Rgime. Als wonderkind had haar carrire een snelle start gehad; toen ze in 1770 tot lid werd gekozen van de Acadmie voor de Schilder- en Beeldhouwkunst was ze 26 jaar oud, tien jaar jonger dan Roslin op dat gedenkwaardige moment was ge-weest. Gespecialiseerd in stillevens was Vallayer-Coster voor Roslins marktpositie geen enkele bedreiging. Haar lot leek in zekere zin op dat van Roslin. net als bij hem bevond haar klantenkring zich voor het grootste deel aan het hof, koningin Marie Antoinette had persoonlijk enkele doeken bij haar besteld. Tij-dens de Revolutie liep ze groot ge-vaar met de koningin geassocieerd te worden. Ze overleefde de woelin-gen en het Schrikbewind en stierf in 1818. Maar na de onthoofding van de koning en de koningin en de uitdunning van de Franse adel kon ze niet meer met de penseel de kost verdienen, omdat de markt was ingestort.

    F R A n S E S C H I l D E R

    An n e Va l l a y e r-Co s t e r

    VII

    Roslin was halverwege de dertig toen hij in Parijs arriveerde, niet meer piepjong om een

    carrire op te bouwen. Maar hij ging voortvarend te werk door de vriendschap van belangrijke per-sonen te cultiveren, zoals die van Franois Boucher, de eerste schil-der van de koning. Boucher, vijf-tien jaar ouder dan Roslin, was een Rococo-grootmeester, die aan het hof furore had gemaakt met sensu-ele taferelen vol roze godinnen en nimfen. Hij had bovendien verschil-lende portretten van de werkelijke machtsfactor, Madame de Pompa-dour, de beroemde matresse van lodewijk xV, op zijn naam staan. Toen Roslin in 1752 zich toegang tot de Franse Acadmie wilde verschaf-fen, moest hij eerst zijn kandida-tuur verwerven. Dat deed hij door het schilderen van echtgenoten en familieleden van oudere schilders, allen leden van de jury. Dat was de gebruikelijke gang van zaken; zo konden de juryleden oordelen over de gelijkenis. Roslin schilderde zo-doende een portret van de vrouw van Boucher, dat niet bewaard is gebleven, maar dat mevrouw Bou-cher moet hebben neergezet als een sieraad van het uitgaansleven. Dat was Roslin: door hem geschilderd worden stond gelijk aan het ontvan-gen van een compliment. Boucher werd voor de beginnende Roslin een belangrijke steun, en bood lonkende ingangen naar opdrachten uit de familiekring van de koning, en wie weet wel de koning zelf.

    F R A n S E S C H I l D E R

    Fr a n o i sBo u c h e r

    VIII

    Het duurde even voor-dat na Roslins benoe-ming tot Acadmie-lid de Grote Personages

    voor hem kwamen poseren. De graaf van Choiseul was in 1762 de eerste in de lange rij die ko-men ging. Roslin had nu een grote vangst in zijn atelier: Choiseul was minister van buitenlandse zaken en was net dat jaar benoemd tot ridder in de Orde van de Heilige Geest en verheven tot hertog van Praslin. Wat Roslin ongetwijfeld verheugde was het feit dat de mi-nister behoorde tot de coterie van Madame de Pompadour, en dat zijn verrichtingen via deze matresse de koning onder ogen zouden komen. In hetzelfde jaar tekende Choiseul de Vrede van Parijs, door Franse patriotten gezien als een schan-dalige vrede. In de oorlog tegen Engeland moest Frankrijk grote delen van Canada en India afstaan. De populariteit van lodewijk xV belandde door deze vrede op een dieptepunt, maar met een lege schatkist kon de koning weinig an-ders, temeer daar een andere oorlog (de zevenjarige, tegen Pruisen) nog voortwoedde. De torenhoge schul-den, de rente die meer dan de helft van de staatsinkomsten opslokte, en de onwil van de hoge standen om belasting te betalen, hebben veel bijgedragen aan het uitbreken van de Franse Revolutie.

    G R A A F E n H E R T O G

    C s a r G a b r i e l

    Ixte

    kst:

    lu

    C p

    an

    hu

    ys

    en

    , hi

    stor

    icus

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 3 3 D E D e c A D e n t i e

    G e a c h T e m a d a m e ,

    U heeft in uw naviteit geKozen voor een rokkenja-ger, een schuinsmarcheerder en dronkaard bovenal. Althans, een keuze had u natuurlijk niet aangezien u door uw familie tot hem veroordeeld bent. Prijs uzelf met de mooie beginjaren die jullie genoten hebben en schik u in uw lot. U hebt pech: u zult moeten

    aanzien hoe uw bruidsschat tenietgedaan wordt door de

    kinderlijke avontuurtjes van uw man.

    Ik raad u aan om veertig koppen thee per dag te nuttigen, een probaat middel vol-gens de beste geneesheren van onze tijd te-gen alle vormen van overdraagbare seksu-ele ziekten die uw man meebrengt van zijn avontuurtjes in de schimmige bordelen van de stad. Daarnaast is het wijselijk om zelf op zoek te gaan naar een fijne minnaar, die

    uw gedachten wat af leidt van het leed dat u aan wordt gedaan. Want dat is het juk dat u als vrouw moet dragen: een eeuwige verbintenis met deze bruut van een echtge-noot tot de dood u van uw last ontheft.

    Madame Madelne e x p e rt det iqu et t e

    Madame Madelne weet raad

    G e a c h T e m a d a m e m a d e l n e ,

    Een aantal jaren geleden werd ik het hof gemaakt door nie-mand minder dan de Duc de chartres. ikzelf was in de bloei van mijn leven, en werd in het algemeen gezien als een zeer bekoorlijke jonge dame. We beloofden elkaar eeuwige trouw

    in de winter van 1743 in de kapel van Versailles onder het toeziend oog van de gehele Koninklijke familie. De eerste jaren van ons huwelijk waren als een droom. De Duc kon zijn ogen niet van me af houden. Regelmatig werden we bestraffend toegesproken door onze vrienden, die niet altijd gediend waren

    van onze openbare uitingen van affectie. Maar die tijd ligt achter ons. De

    Duc blijft regelmatig hele nachten weg en gaat om met mensen ver onder zijn stand. Zojuist is mij ter ore gekomen dat hij ons kapitaal heeft verkwist en door zijn gokverslaving schulden heeft gemaakt. Kan ik hem aanspreken op zijn gedrag en van hem verlangen dat hij thuis blijft bij mij?

    Jean-Marc Nattier, Louise Henritte van Bourbon, 1750, olieverf op doek

    Heeft u problemen met uw (schoon)familie, worstelt u met dilemmas ten aanzien van uw huwelijk, wilt u weten hoe u de minnaar/minnares

    van uw partner het beste tegemoet kan treden? Madame Madelne, expert detiquette, adviseert u over

    alle vraagstukken aangaande de sociale omgang.

    m a da m e l ou i se

    h e n r i t t e

    va n bou r b on,

    Duchess de Char tres ,

    ook wel bek end al s

    m a Demoiselle

    De con T i

    Samen sterker

    Kijk op rabobank.nl/privatebanking

    De Rabobank weet vaak echt wat er speelt in uw omgeving. Geen bank in Nederlandis nu eenmaal dieper geworteld in de lokale gemeenschap. Zo kunnen we onzekennis en expertise nog gerichter voor u inzetten.

    Het verhaal kennen achter uw vermogen.

    en weet wat er speelt.

    Een echte private bank

    kent uw omgeving

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 3 5 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 3 4 D E D e c A D e n t i e

    Geen stroming zonder voor-vechters. De 18de eeuw k e n m e r k t zich door se-rieuze discussies tussen erudiete heren en een enkele dame over de grote levensvragen. Deze discussies werden gevoerd in intensieve briefwisselingen tussen natuurwetenschappers, filosofen, schrijvers en geleerden in verschillende landen, veelal in het Frans of latijn. Maar ook de boekdrukkunst hielp een handje. De productie van boeken met natuurfilosofische themas explo-deerde rond 1750. Er wordt wel gesproken van een wetenschap-pelijke revolutie: nooit eerder werden zoveel nieuwe inzichten in hoe de wereld in elkaar steekt in zon kort tempo verkregen en direct ingelijfd in het nieuwe denken. Dat is ook waarom deze periode met de term Verlichting wordt aangeduid.

    ee n s c h a a m T e l oz e , k i j fzi ek e dameDe nieuwe inzichten werden niet pijnloos overgenomen in de denk-kaders van de 18de eeuw. Eindelo-ze discussies over de verschillende mogelijkheden om natuurfeno-menen te verklaren hielden de ge-moederen bezig. Er ontstond op-hef over een vorm van onderzoek die steeds serieuzer werd toege-past: het empirisch onderzoek. Tot ver in de 16de eeuw werd over het algemeen gedacht dat de Griekse filosofen het bij het juiste eind hadden. Er werd weinig tijd en aandacht besteed aan het on-derzoeken of de beweringen van de invloedrijke Griekse auteurs, zoals de geneesheer Hippocrates van Kos, werkelijk overeenkwa-

    men met wat zij zelf waarna-men. Dat kwam doordat men tot die tijd waarnemingen door onze zintuigen onbetrouwbaar vond. Het oog misleidt. Alleen het verstand, het denken is te ver-trouwen. De onderbouwing van Hippocrates opvattingen over het menselijk lichaam, ziekten en hun remedies was belangrijker dan alles wat zijn lezers zelf kon-den waarnemen. Twijfelen aan de oude Grieken was als vloeken in de kerk: dat deed je simpelweg niet, dat zou respectloos zijn. De Verlichting rekende af met deze traditie. Voor het eerst sinds de Oudheid werd de waarneming als het enige geldende argument gezien voor het vinden van waar-heid. Een grote zoektocht naar wetmatigheden begon. niet ie-dereen was hier blij mee, want zoveel ogen zoveel waarnemin-gen wordt wel eens gezegd. De discussie over de geldigheid van empirisch natuurwetenschappe-lijk onderzoek liep zo hoog op dat Isaac newton nog altijd bekend van zijn opzienbarende nieuwe inzichten op het gebied van de zwaartekracht de natuurfilo-sofie een schaamteloze, kijfzieke dame noemde en zich in het ver-volg tot de wiskunde beperkte.

    De wet en schap en de enc yc l op di eRond 1700 was de helft van alle boeken die werden gepubliceerd nog gewijd aan de theologie, die steeds meer terrein verloor. Wetenschappers doorbraken met hun empirische kennis, opgedaan door middel van vrij onderzoek, experimenten en waarnemingen, de eeuwenoude alleenheerschap-pij van de theo-logie. Het idee dat in de na-

    tuur wetmatigheden staken die niet met de Bijbel konden wor-den verklaard, veroorzaakte een breuk met het verleden. Er waren boeken op de markt waarin de nieuwe inzichten werden uitge-legd in een voor iedereen begrij-pelijke taal. Het latijn verloor zijn positie als voertaal voor be-langrijke zaken: het gebruik van de landstaal nam toe onder de wetenschappers. Kenmerkend is de poging tot een kritisch en samenvattend overzicht van de stand van het weten via de be-roemde encyclopdie. De encyclop-die ou dictionnaire raisonn des sciences, des arts et des mtiers (Encyclopedie of beargumenteerd woordenboek van de wetenschappen, kunsten en beroepen) was een intellectu-ele en artistieke onderneming die

    het boegbeeld geworden is van de Verlichting in Frankrijk in de 18de eeuw. De eerste 28 delen van deze encyclopedie werden gepu-bliceerd tussen 1751 en 1772 en kwamen tot stand onder leiding van de Franse encyclopedisten Denis Diderot en Jean le Rond dAlembert (zie ook pagina 74). De schrijver en goede vriend van Alexander Roslin, Jean-Franois Marmontel, leverde samen met andere verlichte denkers zoals Rousseau en Voltaire bijdragen aan de encyclopdie.

    de Ta xonom i e van l innaeusNaast deze encyclopedie zijn pogingen van wetenschappers om de natuur in te delen op een

    noo i t e e rd e r we rd e n z ov e e l n i e u w e i n z iC h t e n

    i n hoe d e we re l d i n e l k aa r s t e e k t i n zon k o r t t empo v e rk re ge n

    Alexander Roslin, Linnaeus (1707-1778), botanicus, 1775, olieverf op doek, Koninklijke Academie van Weten-schappen, Stockholm

    De 18de eeuw als omslagpunt voor ons denken

    verliChting. wa nneer je die zoeKter m op wiKipedia in voert, wor d je gevr a agd een Keuze te m a Ken uit 1) verlichting als in: verlichting uit een natuurlijke of kunstm atige lichtbron,

    2) verlichting als in: verz achting van het menselijk lijden of 3) verlichting als in: een intellectuele stroming in de westerse wereld.

    tekst: g e m m a b o o n, kunsthistorica en medewerker Rijksmuseum Twenthe

    D e W e t e n s c H A P P e l i J K e

    r e V o l U t i e

    De term Verlichting kan wel wat verlichting gebruiken, blijkt. Dit artikel gaat over de westerse intellectuele stroming, maar hiermee raken we ook direct aan de tweede definitie, die van verlichting van het menselijk lijden. Want dat de wetenschap uiteindelijk een eind

    zal maken aan al het menselijk lijden, dat is een geloof dat diepgeworteld is in ons post-verlichtingsdenken.

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 3 7 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 3 6 D E D e c A D e n t i e

    Diverse illustraties uit de Encyclopdie ou dictionnaire raisonn des sciences, des arts et des mtiers o.l.v. Denis Diderot en Jean Le Rond dAlembert, 1751 tot 1772

    }

    }

    Alexander Roslin, Jean- Franois Marmontel (1723-1799), schrijver, 1767, olieverf op doek, Muse du Louvre, Parijs

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 3 9 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 3 8 D E D e c A D e n t i e

    hem aan om hem gratis te por-tretteren. De wereld verlangt naar zijn portret, zij hij gul.

    Bake rmat van de mode R n e be s c h av i nGVeel van de opvattingen die tot ons moderne gedachtengoed be-horen hebben hun wortels in de 18de eeuw. Onze ideen over bur-gerrechten, emancipatie, het ge-lijkheidsbeginsel en vrijheid van meningsuiting zijn stuk voor stuk het resultaat van de Verlichting. Ons moderne vooruitgangsden-ken het geloof dat de dingen in de toekomst beter zullen wor-den is direct te herleiden tot de Verlichting. nog altijd heerst de gedachte dat wanneer we maar beter onderzoeken, meer leren en meer te weten komen, we alle mogelijke problemen de wereld uit kunnen helpen. Empirisch onderzoek heeft zonder twijfel enorme vooruitgang gebracht in de medische wetenschap. De ba-sis voor de behandeling van dui-zenden medische aandoeningen ligt in het empirisch onderzoek uit de 18de eeuw. De Verlichting, kunnen we stellen, heeft verlich-ting gebracht in het menselijk lijden. En als die verlichting niet

    direct optreedt, dan is er altijd nog altijd de belofte dat die bin-nenkort intreedt.

    einde van he t v e R l ic h T e T i j dp e R kHoewel natuurwetenschappers en filosofen in de 18de eeuw hun inkomsten grotendeels via ko-ningshuizen of de kerk verkregen waren het juist deze instituten die het moesten ontgelden door toedoen van de verlichte ideen. Een jarenlange pamflettenstrijd brak los vanaf het midden van de 18de eeuw met beschuldigingen, beledigingen, laster en verdacht-makingen aan het adres van kerk en staat die gretig aftrek vonden bij het verlichte publiek. De hefti-ge discussies over burgerrechten, het gelijkheidsbeginsel en de plek van de kerk in het leven van de moderne mens ontaardden in de Franse Revolutie aan het einde van de 18de eeuw. We kunnen

    stellen dat de Verlichting ironisch genoeg een einde maakte aan de eerste verlichtingsgolf. De Franse Revolutie is een mijlpaal voor burgerrechten, maar maakte een einde aan de dominante macht van kerk en adel en daarmee ook

    aan de inkomstenbron van veel van de belangrijkste wetenschap-pers van die tijd. De Verlichting bracht het volk brood, maar ver-zorgde haar eigen hongerdood.

    nog a l t i jd h e e rs t d e g eda ch t e da t wann e e r we maar me e r t e we t e n k omen , we a l l e mo g e l i jk e

    p ro b l e m e n d e we re l d u i t kunn en h e lpe n

    systematische, wetmatige manier in samenhangende typologien kenmerkend voor de Verlichting. Alexander Roslins landgenoot, de Zweed Carl von linn, was een ware beroemdheid in zijn tijd. Von linn beter bekend onder zijn latijnse naam linnaeus was wereldreiziger, onderzoe-ker en s werelds beste planten-kenner. In alle salons besprak men zijn taxonomie, waarin hij voor het eerst op systematische wijze de vele duizenden nieuw ontdekte planten en bomen on-derbracht in samenhangende typologien. Planten die hun toe-naam van hem kregen zijn nog altijd herkenbaar aan de auteurs-aanduiding l. (van linnaeus) achter de botanische naam. Ros-lin droeg ook een steentje bij aan de bekendheid van linnaeus: toen Roslin in de jaren zeventig in Stockholm de breekbare be-roemdheid ontmoette, bood hij

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 4 1 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 4 0 D E D e c A D e n t i e

    D e 18 d e e eu w i s de b a k e r m at va n het b e gr ip c e l e b r i t y

    z oal s wij dat n u k e n n e n

    We l l i n g t o n was nu mijn trouwe klant, maar wat een vervelend gezelschap was hij zeg! s Avonds, wanneer hij zijn brede rode lint droeg, leek hij wel een rattenvanger. Weet je wel, zei ik tegen hem op een dag, weet je wel dat de wereld van plan is je op te hangen? Huh?

    zei Wellington. Ze zeggen dat ze je op gaan hangen, ongeacht wat jouw broer Wellesley te zeggen heeft in jouw verdediging. Ha! zei Wellington heel serieus, welke krant lees jij? Het is het gesprek van de dag, antwoordde ik. Ze moeten die lastercampagne nu maar eens staken, zei Wellington lachend, anders ben ik straks niet zwaar genoeg om op te hangen.

    We waren onderweg naar het gemaskerd bal in onze koets, vanaf een uur of vijf tot negen uur s avonds. Di-rect na aankomst van deze lange rit werden we welkom geheten in de eerste ontvangstruimte door de graven van Devonshire en Leinster, gekleed in lichtblauwe kostuums. Zij droegen geen masker omdat ditzelfde kostuum door alle leden van de Wattiers club gedragen werd. Niemand anders was welkom zonder masker. De kranten beschreven dit feest in al zijn glorie en kleuren-pracht een tijd terug, veel beter dan dat ik dat nu zou kunnen. Daarom lijkt het me afdoende om te zeggen dat het aan mijn wildste verwachtingen voldeed. Het deed me denken aan paleizen vol elfjes en andere wonderlijke creaturen uit de sprookjesboeken van mijn kindertijd.

    De Memoires van Harriette Wilson zijn dankzij het Gutenberg project voor iedereen online beschikbaar. Ga naar www.gutenberg.org en zoek op memoires Harriette Wilson.

    scandaleuze praktijken aan het hof en andere ontmoetingsplaatsen van de high society enorm populair. De 18de eeuw is de bakermat van het begrip celebrity zoals wij dat nu kennen. De romanschrijver Laurence Sterne schreef nadat hij de meest besproken schrijver van zijn tijd was geworden: Ik schrijf niet om brood op de plank te brengen, maar om beroemd te worden. Zijn toekomst of eeuwigheidswaarde boeide hem niet, het ging hem slechts om het applaus van het moment.

    Society prinsessen De 18de eeuw betekende ook de geboorte van de society prinses. Op uitgekookte wijze wisten sommige dames de publiciteit op te zoeken en uit te buiten. De meest beroemde in haar soort was de courtisane Kitty Fisher. Zij gebruikte de pers om een imago te creren en te behouden. Al tijdens haar introductie in de high society van londen als negentienjarig meisje in 1758, wist Kitty elke dag het nieuws te halen met haar acties. Onder het toeziend oog van het publiek ensce-neerde zij een ongeluk in Hyde Park in Londen, waarbij ze zich van haar paard liet vallen. Haar mooie dijen waren voor alle toeschou-wers zichtbaar en er werd nog weken zo niet jaren aan dit ongeval gerefereerd in de pers. Deze ordinaire roep om aandacht zorgde voor een enorme mediahausse. De media-aandacht leidde tot een nieuwe klantenkring met afgevaardigden uit de hoogste kringen en

    bijhorende torenhoge prijzen voor haar seksuele diensten. Zij was zonder twijfel de meest begeerde hoer van londen, en liet zichzelf meerdere keren vereeuwigen door de schilder Joshua Reynolds. De gravures naar deze schilderijen vonden gretig aftrek onder haar minnaars en minder vermogende aanbidders. He-laas heeft haar reputatie haar niet kun-nen behoeden voor een vroege dood: op haar dertigste overleed Kitty onder mysterieuze omstandigheden.

    Kennis is machtDe drukpers gaf ook macht. Een tijdgenoot van schrijfster Jane Aus-ten, de courtisane Harriette Wilson, beschreef in haar memoires al haar belevenissen met haar klanten, die deel uit maakten van de high society. De hoge heren worden met naam en toenaam genoemd. Har-riette was behoorlijk uitgekookt: ze beschrijft hoe zij rijke vaak ou-dere getrouwde mannen voor haar weet te winnen en ze aanzet om in haar levensonderhoud te voorzien. Wanneer een man het af laat weten of te weinig zakgeld ter beschikking stelt gaat ze op zoek naar een nieuwe minnaar. Harriette gebruikte haar memoires als chan-tagemiddel. Toen zij op een leeftijd raakte dat de heren niet meer in de rij stonden voor haar, stelde zij haar vroegere klantenkring voor de keuze: betalen of een personage worden in haar memoires. niet alle heren lieten zich voor haar karretje spannen en hebben dat geweten: haar memoires werden een bestseller in haar tijd en alle heren die hierin figureren werden nagewezen op straat.

    U i t d e M e M o i r e s v a n

    H a r r i e t t e W i l s o nRoddel

    e n

    a c h T e R k l a p

    die de pers wist te bespelen en het publiek voor haar wist te winnen kon op tijdelijke roem rekenen. neem de Ierse zusters Gunning, naar Engeland gekomen in 1750 om geschikte huwelijkskandidaten te vinden. Op hun reis van Hertfordshire naar Windsor werden zij ach-tervolgd door verhalen in de kranten over hun opzienbarende schoon-heid. De drukpersen maakten overuren en beschreven elke stap die zij zetten. Op een goede dag dromden achtduizend mensen samen in Vauxhall Gardens nadat zij in de krant hadden gelezen dat de zusters daar zouden verschijnen. De verhalen over de zusters Gunning ver-dwenen pas uit de kranten toen zij beiden een geschikte huwelijkskan-didaat hadden gevonden, een graaf en een hertog. Hun beroemdheid had zeker bijgedragen aan het aan de haak slaan van deze uitzonder-lijk goede partijen!

    Geheime anekdotes en scandaleuze praktijkenDoordat er geen echte wetten waren die de high society beschermden tegen alle roddels en verzinsels, werd er veel meer en op schandaliger wijze gepubliceerd dan de roddelbladen van nu zich kunnen permit-teren. Er ging tenslotte geen dreiging uit van een rechtszaak wegens smaad of laster, zoals vandaag de dag. Een goede roddel bracht geld op, dus ieder in geldnood verkerend individu wilde maar wat graag een goede roddel delen met de uitgevers van deze roddelbladen. Het pu-bliek smulde ervan. Vooral na 1660 werden geheime anekdotes van

    D e opkomst van de industrile drukpers in de 2de

    helft van de 18de eeuw maakte het mogelijk om nieuws snel te verspreiden onder een grote groep mensen. Voor het eerst in de geschiedenis werden wetenschappelijke ontdekkingen, politieke idealen

    en producten of diensten onder de aandacht gebracht van duizenden mensen tegelijkertijd. Boerenknecht of staatshoofd: iedereen had toe-gang tot de relatief goedkope nieuwsbulletins, pamfletten en kranten. Een goede slogan of een pakkende tekst was al dat nodig was om een nieuw idee of product onder de aandacht te brengen.

    Roddelpers De opkomst van de drukpers voedde bovendien een groeiende hon-ger naar sensatie. Er bestonden nauwelijks restricties rondom wat wel en wat niet gedrukt mocht worden. Roddels, achterklap of verzinsels: binnen vierentwintig uur bereikte het nieuwtje van de dag de wijde omtrek. Verhalen over buitenechtelijke avontuurtjes van de rich and fa-mous werden als vervolgverhalen gepresenteerd en gretig gelezen door alle lagen van de bevolking.

    Op zoek naar een geschikte echtgenootDe leden van de high society waren echte beroemdheden: iedereen ken-de hun namen en hun levens werden op de voet gevolgd. Elke dame

    a m o u R e u z e a v o n T u R e n

    v a n d e

    E u r o p e s e h i g h s o c i e t y v a n d e 1 8 d e e e u w

    tekst: g e m m a b o o n, kunsthistorica en medewerker Rijksmuseum Twenthe

  • IJshotel Htel de Glace, Canada. Balzaal van het Paleis van Queluz, Portugal.

  • Eetzaal van het Catharinapaleis, nabij Sint-Petersburg.

    Hotel Andaz Amsterdam. Interieurontwerp Marcel Wanders.

  • Ithaa Restaurant, Rangali Island, Malediven. Het eerste onderwater restaurant ter wereld (5 meter onder zeeniveau). Kasteel van Versailles, Frankrijk.

  • Hotel Selous Serena Camp, Tanzania. Het hotel is gelegen in het Selous Game Reserve.

    Slaapvertrek in Kasteel van Versailles, Frankrijk.

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 5 1 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 5 0 D E D e c A D e n t i e

    p internet is een site te vinden die aandacht be-steedt aan sport en spel tijdens de Franse Revolu-tie. Men is immers niet twaalf uur per dag bezig met het guillotineren van mensen, die vanwege geboorte (adel!) of opvattingen (afvallige geestver-wanten) de dood verdienen. De maag roept op ge-

    zette tijden, ontspanning is noodzakelijk gezelligheid wil ook wat. We moeten ons trouwens berhaupt niet voorstellen dat de Revolutie in alle uithoeken van wat tegenwoordig Frankrijk heet even hevig was. Er waren hele gebieden waar een centrale macht geen voet kon of durfde zetten. Wegen afwezig, volk dat zich niet liet dwingen, matri-archaal zelfbestuur hier en daar, doodgevaarlijk. Maar voor heel het Frankrijk van 1789 en de revolutiejaren nadien geldt: de homo ludens ging gewoon door met spelen.

    Sport & spelDe internetsite die ik bedoel vraagt zich af welke vormen van sport en spel men bedreef. Whist wordt genoemd, een uit Engeland over-gewaaid soort bridge. De dobbelstenen rolden, het schaakbord kwam tevoorschijn, backgammon werd bedreven. Schermen was minder populair, ontmoedigd door de steeds weer wisselende revolutionaire machthebbers. Tennis werd echter hartstochtelijk bedreven, de aero-

    fielen kozen het luchtruim par ballon mont (de luchtvaartrevolutie van die dagen), er werden paardenraces georganiseerd, en de jacht is niet uit de Fransoze genetica te sln, nog altijd niet. chass Garde: het wild is voor mij, afblijven!

    BiljartenEn sport noemde ik nog niet: biljarten. De jeu des billiards is in revo-lutionair licht een ingewikkelde kwestie. Het is van oudsher een sport voor de adel. Moet men als gewoon citoyen arbeiden voor het dagelijks brood, dan zijn ballen op een groen laken immers wel het laatste waar men aan toekomt. Er was genoeg gedoe, zeker in Parijs. Alleen de re-volutionaire tijdrekening al. Wanneer bijvoorbeeld houdt de Vendmiaire op (21 oktober dus) en begint de Brumaire (de Mistmaand)? De hemel is op 22 oktober ook wel eens helder: je moet er je kop bijhouden.

    B i l j a r t e n i s v a n o u d s h e r e e n s p o r t v o o r d e a d e l .

    Men moet als gewoon citoyen arbeiden voor het dagelijks brood

    e n d a n i s b i l j a r t e n h e t l a a t s t e w a a r m e n a a n

    t o e k o m t

    Ik herinner me van de oorlog eigenlijk vooral wat gewoon dr ging. De treinen reden gewoon,

    misschien wel meer op tijd dan voordien. Elke zondag werd er gevoetbald, alsof er geen oorlog was.

    j a n b l o k k e r

    tekst en beeld: a t t e j o n g s t r a , schrijver en essayist

    { Louis-Lopold Boilly, De biljartpartij, 1807, olieverf op doek, Yusupov Palace Museum, Sint-Petersburg

    {{ Antoine Franois Callet, Lodewijk XVI. De koning als biljarter, zijn rechterhand steunend op zijn keu, 1781, olieverf op doek, Kunsthistorisches Museum, Wenen

    a d e l l i j K t i j d v e r d r i j f

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 5 3 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 5 2 D E D e c A D e n t i e

    Napoleon en koningin VictoriaDe leiders van de Franse Revolutie konden vele adellijke hoofden laten rollen, maar het biljarten vermocht men niet uit te bannen. Al napo-leon zelf een product van de Revolutie bezat een eigen keu, die bewaard is gebleven. Eenvoudig van hout met koperbeslag, een sol-datenkeu, maar toch. Hij zou later op Elba en nog later op St. Helena vele uren stukslaan met biljarten.

    Na Napoleons finale nederlaag in 1815 had Frankrijk weer een ko-ning gekregen. Biljartte hij? Misschien. Een ander gekroond hoofd deed dat zeker: de Engelse koningin Victoria. Het zou na Waterloo nog decennia duren voor de democra-tie in het biljarten inzette, en de mid-denklasse de keu ging hanteren. lees voor de nederlandse situatie Hilde-brands camera obscura (1839), de scne met de bleke burger Pieter Stastok (!). Het gewone volk moest wachten op het caf-biljart, voor ook dat zich kon be-kwamen in de kunst der koningen.

    Alexander RoslinResten nog enkele vragen. Tijdens de Revolutie woonde in Parijs de bouw-meester Jean Jacques lequeu (1757-1826), van de drie zogeheten Revo-lutiearchitecten (de anderen waren ledoux en Boule) de meest obscure. Men zou zeggen: lequeu was het aan zijn naam verplicht een biljartzaal te ontwerpen. Van moeilijkheden tijdens de Revolutie is in zijn geval niets be-kend, hij leidde een onopvallend be-staan in de hoerenkast waar hij woon-de, maar de biljartlink vereist beslist nader onderzoek. Het laatste geldt ook voor Alexander Roslin. Op het portret dat zijn schildercollega Fyodor Roko-tov conterfeitte zit Catharina de Grote met een biljartkeu in haar rechter-hand. Op Roslins Catharina-portret ontbreekt de keu. Had Roslin soms een hekel aan biljarten? Ook hier is nader onderzoek geboden. Een afkeer van deze edele kunst zou de sympathie voor onze Zweedse portretschilder da-nig doen afnemen.

    Had Roslin soms een hekel aan biljarten?

    o o k h i e r i s n a d e r o n d e r z o e k g e b o d e n

    Alexander Roslin, } Keizerin Catharinade Grote, 1776, olieverf op doek, Hermitage, Sint-Petersburg

    { Fyodor Rokotov, Keizerin Catharina de Grote, 1763, olieverf op doek, Tretyakov Gallery, Moskou

    Biljarten dus. Dit spel begon op middeleeuws gras. Dikke stokken, hamers soortement. Het groffe werk. Maar de evolutie wil dat de mens niet houdt van diep buigen, dus werd biljart naar een tafel verplaatst. Het groen van het laken verwijst nog altijd naar het oorspronkelijke speelveld. Deze tafel verscheen in paleizen en kastelen, huisvesting van de happy few. Koningen. Op de inventarislijst van lodewijk xI van Frankrijk na diens dood in 1483 prijkt al een tafel met een stenen blad, overtrokken met stof en in het midden een gat waar men de bal-

    len in stuurde. Primitief, maar duidelijk biljart. Dik honderd jaar later werd het kasteel van Mary Queen of Scots overvallen. Haar werd met nadruk een biljartverbod opgelegd, eigenaardig, want meteen daarna werd ze vermoord. Men sneed het laken van de koninklijke biljarttafel en wikkelde daar haar lijk in. Biljart als adellijke sport: ook in Enge-land zag men dat zo. Rond 1650 verklaarde de puritein Cromwell biljarten taboe, als aristocratisch tijdverdrijf. De Franse Zonnekoning lodewijk xIV was een hartstochtelijk biljarter. Vast staat ook dat Ca-

    M a r i e A n t o i n e t t e m o e t e e n f a n a t i e k b i l j a r t s p e e l s t e r

    z i j n g e w e e s t .

    De avond voor haar onthoofding

    speelde ze nog een partij met haar man

    Reclameplaat uit 1920 van de Amerikaanse biljartfirma Brunswick (sinds 1845), een bedrijf met een groot gevoel voor historische continuteit. Grote biljarters uit de geschiedenis: Mozart, Darwin, Kant, Multatuli, Raymond Keulemans, Lodewijk XIV, Mary Queen of Scots, Queen Victoria, Mark Twain, Paus Pius X, Yuri Gagarin, VS-president Jefferson, VS-nationaalkampioen Henry Junius en Napoleon. En centraal Marie Antoinette.

    tharina de Grote van Rusland in de winter van 1745-1746 samen met Bergholz, de gouverneur van haar zoon, vele avonden tien over rood op het laken legde.

    Marie AntoinetteMet Marie Antoinette zijn we terug in het Frankrijk van de Revo-lutie. Haar biljartkamer in les Petits Appartements de Marie Antoinette te Versailles is nog immer te bezichtigen, compleet met de in 1779 door textielkunstenaar Gondoin speciaal voor die ruimte ontworpen wandversieringen. Ze moet een fanatiek biljartspeelster zijn geweest, voortdurend de meerdere van haar man lodewijk xVI, zelf toch een verdienstelijk speler. niet voor niets noemde revolutionair en hilarisch pornograaf Mirabeau lodewijk xVI die geoliede biljartbal.

    Meer dan Mary Queen of Scots zou het passend zijn geweest Marie Antoinette in een groen laken gehuld haar laatste reis naar het schavot af te laten leggen. Dat ze met een keu speelde die uit een olifanten-tand gesneden was (met gouden inleg versierd) is tekenend. Sterker: de avond voor haar onthoofding speelde ze een partij met haar man. Ze was op dreef, lezen we in de kronieken, net als de volgende dag haar beul. Hoe plat de verbeelding der Revolutie. Men dacht niet aan een groene jurk, maar begroef het lijk van Marie Antoinette met het hoofd tussen de benen.

    Revolutie in de biljartsportHet biljarten van het Franse koningspaar was op de dramatische 16de oktober 1793 dus tot een einde gebracht, maar hier gaat het om de din-gen die gewoon doorgaan. Sport & spel dus, biljarten. Vanaf 1790 was er een briljante kracht doende, Franois Mingaud (1771-1847) geheten. Mingaud zou in zijn eentje een revolutie in de biljartsport ontketenen, met zijn uitvinding van de pomerans, het uiteinde van de keu van ge-stapelde schijfjes leer. Die maakt het mogelijk met effect te spelen, waar-door de biljartsport werd verheven tot een vorm van kunst. Mingaud was legerkapitein, en uitte zijn kritiek op de opkomst van napoleon nogal onvoorzichtig zodat hij in de gevangenis belandde. En ook hij liet net als Marie Antoinette in haar gevangenschap een biljarttafel aanrukken, om de kunst te dienen, en verzocht zelfs om uitstel van zijn vrijlating om zijn carambolage nog wat te verfijnen. Het zou uiteindelijk leiden tot een baanbrekende publicatie, en let op de adel in de titel: noble Jeu de Billiard - coups extraordinaires et surprenans (1827).

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 5 5 D E D e c A D e n t i e

    Madame Madelne weet raad

    G e a c h T e m a d a m e m a d e l n e ,

    Mijn dochter is lelijk. Het wordt alsmaar erger, want de aardige gelaatskleur die ze had is door de zon weggebrand. Ze lijkt ouder dan ze is, ze heeft een lelijke ronde neus en haar ogen liggen te diep in hun kassen. Gelukkig heeft ze haar figuur redelijk kunnen behouden en danst ze aardig. Bovendien zijn haar

    manieren goed gepolijst je kunt zien dat ze van goede afkomst is. over het algemeen kan ik zeggen dat ik blij ben met hoe ze is. ik zie haar liever lelijk maar zedig dan mooi maar roekeloos zoals de meeste vrouwen van haar leeftijd. Maar haar man heeft alleen maar oog voor zijn bijvrouw, Madame de craon. Het lijkt wel alsof zij hem een liefdesdrankje heeft gegeven wanneer zij niet in zijn bijzijn is zweet hij peentjes en doet hij alles wat de echtgenoot van zijn minnares Duc de craon van hem wil zolang hij met zijn vrouw het bed kan delen. Al hun geld gaat op aan de pleziertjes van de Duc de craon en zijn vrouw. Mijn dochter lijkt het niet eens erg te vinden, zolang haar man haar maar met tederheid benadert. ik zou gek worden van jaloezie, maar zolang zij haar kinderen heeft laat ze zich alles welgevallen. nu wordt er gefluisterd dat de Duc de

    craon en zijn vrouw zelfs bij mijn dochter en haar man zijn ingetrokken. is er iets dat ik kan doen om mijn dochter te beschermen tegen zoveel onrecht?

    Heeft u problemen met uw (schoon)familie, worstelt u met dilemmas ten aanzien van uw huwelijk, wilt u weten hoe u de minnaar/minnares

    van uw partner het beste tegemoet kan treden? Madame Madelne, expert detiquette, adviseert u over

    alle vraagstukken aangaande de sociale omgang.

    Pierre Gobert, Elisabeth-Charlotte dOrlans, ca. 1700, olieverf op doek

    m a Da m e el isa beT h-

    ch a R loT T e

    Duchesse dOrlans

    m a c h R i e m a d a m e e l i s a b e T h - c h a R l o T T e ,

    U zegt het zelf. Uw dochter is lelijk en dit is de reden van haar ongeluk. U heeft als taak om uw dochter door de beste prui-kenmaker en visagist te laten behandelen. De meest voorbeeldige jurken moeten haar goede figuur opnieuw laten uitkomen en wellicht is enige hulp van een geoefend chirurg nodig om wat te maken van het verlepte uiterlijk van uw dochter.

    ik hoef u niet te vertellen dat het gebruinde hoofd van uw dochter onder geen be-

    ding nog zonlicht mag zien. Een bediende zal haar moeten vergezel-len tijdens haar wandelingen om toe te zien dat zij altijd met haar parasol haar gezicht tegen het zonlicht beschermt. Wanneer dit niet helpt moet zij via de kleedsters informeren hoe Madame de Craon haar liefdesdrankje heeft bemach-tigd. Wat zij kan, kan uw dochter ook.

    Madame Madelne e x p e rt det iqu et t e

    COMBINEER UW BEZOEK AAN RIJKSMUSEUM TWENTHE

    MET EEN WANDELING DOOR ROOMBEEK CULTUURPARK.

    VIER CULTUURINSTELLINGEN VORMEN SAMEN HET KLOPPEND

    HART VAN ROOMBEEK, DE WIJK DIE HET AFGELOPEN

    DECENNIUM OP BIJZONDERE WIJZE UIT DE AS IS HERREZEN.

    MET INSPIRERENDE EXPOSITIES EN SPANNENDE

    SAMENWERKINGEN, OMRINGD DOOR DE VERNIEUWENDE

    ARCHITECTUUR DIE ZO KENMERKEND IS VOOR DE WIJK.

    KIJK OP UITINENSCHEDE.NL

    TETEMKUNSTRUIMTE

    MUSEUMTWENTSEWELLE

    AKI ARTEZART & DESIGN

    RIJKSMUSEUM TWENTHE

    COMBINEER UW BEZOEK AAN RIJKSMUSEUM TWENTHE

    MET EEN WANDELING DOOR ROOMBEEK CULTUURPARK.

    VIER CULTUURINSTELLINGEN VORMEN SAMEN HET KLOPPEND

    HART VAN ROOMBEEK, DE WIJK DIE HET AFGELOPEN

    DECENNIUM OP BIJZONDERE WIJZE UIT DE AS IS HERREZEN.

    MET INSPIRERENDE EXPOSITIES EN SPANNENDE

    SAMENWERKINGEN, OMRINGD DOOR DE VERNIEUWENDE

    ARCHITECTUUR DIE ZO KENMERKEND IS VOOR DE WIJK.

    KIJK OP UITINENSCHEDE.NL

    CONCORDIA21ROZENDAAL

    Bare Life

    Auerbach, Kossoff and othersBacon, Freud, Hockney, Bacon, Freud, Hockney,

    8. 11. 2014 22. 2. 2015

    www.lwl-museum-kunst-kultur.de

    Main sponsor SponsorsStiftung

    The museum is supported by Sparkasse Mnsterland Ost

    Mot

    iv: E

    uan

    Ugl

    ow, T

    he

    Dia

    gon

    al (

    Au

    ssch

    nit

    t), 1

    971

    77

    , Pri

    vats

    amm

    lun

    g

    Est

    ate

    of E

    uan

    Ugl

    ow, F

    oto:

    Cou

    rtes

    y of

    Bro

    wse

    & D

    arby

    Ltd

  • { Franois Boucher , LOdalisque Brune, 1745, olieverf op doek, Muse du Louvre, Parijs

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 5 9 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 5 8 D E D e c A D e n t i e

    h e t d r a g e n v a n o n c o m f o R T a b e l e

    k l e d i n G w a s e e n t e K e n v a n

    e c o n o m i s c h e en

    c u l T u R e l e

    Su per io -r i t e i t

    { Tibout Regters, Portret van Cecilia de Clercq, gekleed in een robe la franaise, 1767, olieverf op doek, Rijksmuseum Twen-the, Enschede

    Met mode gaf je uit-drukking aan je maat-schappelijke status en positie. Maar zelfs meer dan dat, aldus

    Madelief Hoh, conservator mode en kostuum van het Gemeentemuseum Den Haag. Via kleding kon je ook laten zien welke politieke en maatschappelijke ideen je interessant vond. Voor die ideen en hoe deze hun weerslag vonden in de mode moeten we onze blik rich-ten op Parijs. Want iets wat sinds de 18de eeuw niet is veranderd, is de dominante positie van Parijs op het gebied van de mode. Madelief Hoh: De Franse mode stond in de 18de eeuw model voor wat men droeg in de rest van Europa en zelfs Amerika. Ook in ne-derland werd de Franse mode overgenomen. In de hofstad Den Haag was men heel inter-nationaal georinteerd en modieus. Men liet dure zijden stoffen en dergelijke uit Frankrijk komen om er vervolgens door kleermakers

    in nederland japonnen van te laten maken. nieuwe trends werden opgepikt via (Franse) modetijdschriften, prenten en op feestjes. Zo was het in Den Haag een drukke bedoeling met het uitgaansleven. Maar ook via brie-ven werden nieuwe modes verspreid. Men schreef veel over kleding. Er werd bijvoor-beeld geroddeld over wie wat droeg of wat men mooi vond.

    A ls ik aan de Franse mode uit de 18 de eeuw denk, denk ik aan strak ingesnoerde vrouwen in overdadig gedecoreerde, pompeuze jurken. In Frankrijk was de mode extremer dan in nederland. In Parijs maakten ze er echt een show van. Daar had je ook meer een hofcul-tuur met een hele entourage van mensen er omheen. Vooral in de nadagen van het Ancien Rgime, vlak voor het uitbreken van de Franse Revolutie, was de mode heel over-

    dadig. Elegantie en overdadige decoraties waren de kenmerken.

    Wat droeg men precies?Een japon die door veel vrouwen werd ge-dragen is de robe la franaise. Deze is wijd rondom de heupen, maar ingesnoerd bij de taille. Een belangrijk kenmerk is de plooi op de rug die doorloopt tot aan de schouders. De robe la franaise ziet er uit als een jurk, maar eigenlijk is het een con-structie van een rok, een overjapon en een borst-lap. Mannen droegen een habit la Franaise, dat bestond uit een habit ( jas), vest en een kuitbroek, met daaronder mooie zijden kousen.

    tekst: j o s i e n b e l t m a n , hoofd publieksactiviteiten Rijksmuseum Twenthe

    J e b e n t W A t

    j e d r a a g tMet kleding kan je veel over jezelf vertellen: bijvoorbeeld dat je rijk bent,

    smaak hebt (of niet), of tot welke subcultuur of maatschappelijke laag je behoort. Een groep waarvoor dit meer op ging dan welke ook,

    is de Europese elite van de 18de eeuw.

    i n t e r v i e w m e t m a d e l i e f h o h o v e r d e m o d e v a n d e 1 8 d e - e e u w s e e l i t e

  • A l E x A n D E R R o s l i n E n 6 1 D E D e c A D e n t i eA l E x A n D E R R o s l i n E n 6 0 D E D e c A D e n t i e

    Wat wilde men precies uitdragen met de kleding die men droeg? Ten eerste ging je in de 18de eeuw gekleed naar je stand. Ook al kon je het betalen, je droeg geen kleding die boven je stand was. Daar was men heel gevoelig voor. Dat de kleding die men in het openbaar droeg vaak oncomfortabel was, was ook een teken van economische en culturele superioriteit, want het verrichten van fysieke arbeid was daarin onmogelijk. Kleding was dus alles in de 18de eeuw, want daarmee liet je zien wie je was. Dat veranderde pas na de Franse Revolutie.

    Maar in de jaren tachtig van de 18de eeuw kwam er ook kritiek: op zowel de overda-digheid van de heersende mode als de in-gesnoerde lichamen. De tegenstellingen in Frankrijk tussen degenen die veel hadden en degenen die niks hadden werden steeds gro-ter, dus pronken met overdaad werd steeds minder gewaardeerd. En vanuit de gezond-heidsleer werd het insnoeren van het lichaam bekritiseerd. Bij vrouwen leidde het insnoe-ren van de taille bijvoorbeeld tot een zwakke rug. Mensen werden letterlijk in een keurslijf geperst. Zo zorgde de mannenkleding met de sterk naar achter geplaatste mouwinzet er voor dat mannen heel rechtop stonden. Dat vond men mooi en netjes. Bij de kritiek die op deze kleding kwam speelde de tijdgeest ook een rol. Onder invloed van de Verlichting vond men dat het lichaam vrij moest kunnen bewegen.

    dat de mode in de jaren tach-t ig van de 18 de eeuw losser werd had ook te maken met engelse invloeden. Inderdaad. In de jaren tachtig vonden Engelse gebruiken en trends hun weg naar het vaste land van Europa. Daarbij moeten we niet al-leen denken aan de Engelse landschapstuin, thee drinken en de verlichte, democratische ideen, maar ook aan de Engelse mode. Net als de Franse mode was de Engelse mode elegant. Maar de nadruk lag meer op mooie, goede stoffen en een goede snit in plaats van over-dadige decoraties. De mannenjassen hadden bijvoorbeeld geen borduursels op de pan-den. De mannen waren geen pauwen meer. Op basis van de Engelse mode ontstond in Frankrijk de robe langlaise. Deze japon had

    een mooie wijdvallende rok en een aange-sloten rug in de overjapon, in plaats van on-praktische plooien tot aan de schouders zoals de robe la franaise.

    de robe langlaise is dus geen engelse jurk, maar een Franse jurk gebaseerd op de engelse mode.Precies. Via de Franse robe langlaise en mo-dehoofdstad Parijs ging de Engelse mode de hele wereld over. De Engelse mode had de naam losser en praktischer te zijn. Dat is on-der meer het gevolg van de Engelse cultuur die veel meer op sport en het buitenleven was gericht. Dat wil overigens niet zeggen dat vrouwen zich in een robe langlaise veel vrijer konden bewegen. De taille werd nog steeds ingesnoerd. Maar achter de Engelse invloed in de mode ging wel een democratische ge-dachte schuil. Door je te kleden in Engelse democratische mode kon je aangeven dat je dergelijke ideen interessant vond. Of je liet je portretteren in moderne Engelse mode in een landschap, waarmee je verwees naar de ideen over de gecultiveerde wilde van de filosoof en weliswaar Fransman Jean-Jacques Rousseau.

    Paradoxaal genoeg werd de nieuwe demo-cratische Engelse mode als eerste overgeno-men in de hogere kringen en aan het hof. Zo stortte de Franse koningin Marie Antoinette zich na verluid vol enthousiasme op de zoge-noemde Anglomanie (= belangstelling voor Engelse trends). Het hof van Versailles speel-de zo ook een belangrijke rol in de verbrei-ding van de nieuwe mode. Maar cht demo-cratisch was deze mode nog niet. Madelief Hoh: Dat kwam pas in de 19de eeuw, toen de maatschappij zelf echt democratisch werd en de mode door de opkomst van de nieuwe rijken toegankelijk werd voor een groot pu-bliek. Toen kwamen er ook andere stoffen in de mode, zoals katoen. En er kwamen winkels met etalages, er ontstonden passages en het aanbod en de omloopsnelheid werden groter. In de 18de eeuw liet je via je kleding zien welke positie je innam. Dat veranderde ook na de Franse Revolutie. Begin 19de eeuw was het zelfs gevaarlijk om teveel je rijkdom tentoon te spreiden. Hoewel standsverschil in de maatschappij en mode nog wel een rol speelde, werd het minder belangrijk.

    De vermaardheid van de Parijse mode blijkt bijvoorbeeld uit de beroemde bestelling van de prins van Zweden, de latere koning Gustaaf III, voor zijn huwelijk met de Deense prinses So-fia Magdalena in 1766. Deze bestond uit vier kostuums, een kamerjas met bijbehorende muilen, kantwerk, schoen-gespen, een hoed en een degen. Het trouwkostuum, gemaakt van prachtig zilverbrokaat en geborduurd met blau-we lovers, pailleten en gouddraad bracht heel Parijs in vervoering. De roem van de Parijse mode hing ook nauw samen met de sterke band tussen Par