Upload
others
View
5
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
structuurvisie 2030
BUITENSTADa p e l d o o r n b i e d t r u i m t e
BUREAU NIEUWE GRACHT
structuurvisie 2030vastgesteld door de gemeenteraad op 30 mei 2013
goede voorzie
ningen
mooi w
onengoe d
bere
ikb aar
aant rek
kelij
ke la
nds chap
pen brede economi e
toeg
epas
te
inn ov
atie
aantrekkelijk centru m
energietransitie
klimaatbestendighe id
recr
eati
efst
e st
ad v
an N
L
stagestad
fijnm
azig
e vo
orzi
enin
gens
truc
tuur
geva
rieer de
vest
igin
gsmil ie
us
goed
e verbinding en stad en
la
nd
groen in de buu
rt
com
forta
bele
gezi
nsst
ad
toeristisch toplan dschap locale duurzaa mheid
veelzijdige econom
ie
4
5
SAMENVATTING Voor u ligt de structuurvisie ‘Apeldoorn biedt ruimte’. Een structuurvisie die zowel vernieuwend als
vertrouwd aanvoelt. Vernieuwend, omdat nieuwe antwoorden nodig zijn voor de veranderingen die
op dit moment in de samenleving spelen. Maar vertrouwd ook, omdat deze structuurvisie vooral de
bestaande kwaliteiten van Apeldoorn centraal zet en hierop voortborduurt.
‘Apeldoorn biedt ruimte’ geeft een doorkijk tot 2030 en vervangt de structuurvisie voor het stede-
lijke gebied uit 2002 en de structuurvisie voor het landelijk gebied uit 1993. Daarmee ontstaat één
structuurvisie voor Apeldoorn, voor zowel stad als land. Daarnaast kennen we nog structuurvisies
voor een aantal dorpen en gebieden in de stad, zoals de binnenstad. Deze structuurvisies zijn vaak
gedetailleerder van inhoud en blijven van kracht, voor zover ze niet strijdig zijn met de inhoud van
deze nieuwe structuurvisie. Is dat wel het geval, dan gaat ‘Apeldoorn biedt ruimte’ voor. Dit geldt
ook voor andere sectorale nota’s.
Deze structuurvisie is opgesteld op de overgang naar een echt andere tijd. De onzekerheid over
de toekomst is groot. Blijft Apeldoorn groeien of worden we kleiner? Herstelt de economie zich of
houdt de crisis nog lang aan? Zijn er nog winkels nodig of doen we straks alles via internet? En hoe
ontwikkelen de energieprijzen zich? De toekomst zal voor veel verrassingen zorgen, grote en kleine,
aangename en onaangename. Hoe reageren we daarop?
Het is onze overtuiging dat dit in elk geval niet moet met een dichtgetimmerd plan. De kans is groot
dat we Apeldoorn dan op slot zetten en initiatieven en initiatiefnemers afschrikken. Deze structuur-
visie doet daarom juist het omgekeerde. Door zo veel mogelijk (beleids)ruimte te bieden aan het
onvoorspelbare, krijgt Apeldoorn de ruimte zich te blijven ontwikkelen. We nodigen daarom iedereen
uit die een bijdrage kan leveren aan de leefkwaliteit van huidige en toekomstige Apeldoorners.
Ruimte bieden is niet vrijblijvend. We bieden ruimte binnen kaders. Allereerst door voort te bouwen
op de belangrijkste kwaliteiten van de gemeente. Kwaliteiten die voor Apeldoorners wellicht bijna ge-
woon zijn, maar die Apeldoorn wel maken tot wat het is. In ‘Apeldoorn Buitenstad’ komen ze samen.
Het begrip Buitenstad maakt een einde aan discussies of Apeldoorn een stad is (of zou moeten zijn)
of juist een groot dorp. Apeldoorn is beide en biedt de leefkwaliteit van beide. Net als op veel andere
terreinen het beste van twee werelden wordt geboden:
inspireren
op basis van principes van de
Buitenstad
algemeen
één concept
vijf principesElk initiatief dat past bij de Buitenstad is welkom.
In de Buitenstad heeft elk gebouw een eigen of gemeenschap-pelijke tuin én is openbaar groen op loopafstand aanwezig.
Kleinschalige voorzieningen in de buurten en dorpen zijn belangrijk voor het wooncomfort van de Buitenstad.
De Buitenstad is goed bereikbaar per auto én fiets.
In de Buitenstad wordt zorgvuldig omgegaan met schaarse ruimte en eindige hulpbronnen.
fundament
basiskwaliteiten van de Buitenstad
dynamo’s
complexeruimtelijkeopgaven
investeren
in stand houden& uitbouwen
regisseren
partijen bij elkaar brengen &
condities scheppen
12
3
45
vier ambities
Comfortabele gezinsstad.
Nationaal toplandschap.
Veelzijdige economie.
Locale duurzaamheid.
1234
drie aanleidingen
Andere tijden: onzekere toekomst, onzekere programma’s.
Andere gemeente: kerntaken centraal, eigen verantwoordelijkheid.
Andere structuurvisie: ruimte bieden aan het onverwachte.
123
drie
geb
ied
en
drie
rolle
n
Buitenstad Apeldoorn
6
• het beste van stad én landschap, doordat wonen, werken en voorzieningen in Apeldoorn sterk
verweven zijn met een hoogwaardig landschap;
• het beste van modern én historisch, door grote variatie aan vooral naoorlogse, ruim opgezette
wijken en buurten en de vele moderne architectuur. Maar Apeldoorn heeft ook cultuurhistori-
sche rijkdom, met bekende iconen als Paleis het Loo en radio Kootwijk;
• het beste van een centrale ligging én wonen in de luwte, doordat het grote aanbod van cen-
trumstedelijke en regionale voorzieningen samengaat met de rust, ruimte en veiligheid van
overzichtelijke buurten en dorpen;
• het beste van bereikbaarheid én nabijheid, doordat een goede ontsluiting met andere stedelijke
regio’s samengaat met een ruim aanbod van dagelijkse voorzieningen om de hoek;
• het beste van een solide én vernieuwende economie, waarin een brede economische basis
wordt gecombineerd met een sterk innovatief vermogen.
Dit alles typeert ook de Apeldoorner, die stedeling en dorpeling tegelijk is. Trots op de groene omge-
ving en betrokken. Met een grote zelfwerkzaamheid als het gaat om het klussen aan eigen woning
en tuin.
De kwaliteiten van de Buitenstad vormen samen het fundament van de structuurvisie. Denk aan de
Veluwe, de beken, sprengen en enken, de fi jnmazige voorzieningenstructuur, het Weteringengebied,
de spoor- en snelwegen en de parken & lanen. Zij maken Apeldoorn tot Buitenstad.
Het fundament van Apeldoorn koesteren we en willen we versterken. Want alleen daardoor hou-
den we de leefkwaliteit op peil en blijven we aantrekkelijk voor bewoners, bezoekers en bedrijven.
Beheer en vernieuwing van het fundament is de belangrijkste opgave van de structuurvisie. We
stellen er hoge kwaliteitseisen aan en willen er zelf in blijven investeren. Want Apeldoorn wil niet
alleen Buitenstad zijn, we willen het ook blijven! Het fundament van de Buitenstad komt aan bod in
paragraaf 4.1.
Om Buitenstad te blijven, formuleren we in deze structuurvisie vier ambities (zie hoofdstuk 3). Het
zijn vier ‘eerlijke’ ambities, die voortbouwen op wat Apeldoorn grotendeels al is en waar we sterk in
zijn. Deze ambities staan centraal in alles wat we doen. Ze zijn samen te vatten onder de kopjes:
• comfortabele gezinsstad;
• toeristisch toplandschap;
• veelzijdige economie;
• locale duurzaamheid.
Aan deze ambities moeten we samen bouwen. Daarvoor hebben we andere partijen nodig. De ideeën
die we er als gemeente nu over hebben, staan verbeeld op een viertal kanskaarten. Die hebben geen
juridische status, maar vormen onze uitnodiging om met initiatiefnemers in gesprek te gaan. Wat
wilt u, waar ziet u kansen? Kunnen we samen ambities dichterbij brengen? De kanskaarten staan in
deel 2 van deze structuurvisie.
Deze structuurvisie is een uitnodiging. Een uitnodiging aan de samenleving om Apeldoorn mooier te
maken. ‘Apeldoorn biedt ruimte’ staat voor ruimte bieden aan ideeën en initiatieven die passen bij de
Buitenstad. Want wat de toekomst ook brengen zal, de overheid kan de samenleving niet alleen ma-
ken. Wij zullen daarbij faciliteren en ondersteunen. Buiten het fundament van de Buitenstad bieden
we hiervoor veel handelingsvrijheid, bijvoorbeeld door fl exibel te bestemmen. De bijdrage aan de
Buitenstad die we vragen is verwoord in vijf simpele principes. Niet om aan te toetsen, maar om te
inspireren. Zie hiervoor paragraaf 4.2.
Maar niet alles gaat vanzelf. In sommige delen van Apeldoorn spelen ingewikkelde vernieuwingsop-
gaven. Opgaven die belangrijk zijn voor Apeldoorn als geheel en waarbij we vaak een stapje harder
moeten lopen om iets van de grond te krijgen. Om bijvoorbeeld partijen bij elkaar te krijgen, om
plannen te ontwikkelen of om de benodigde investeringen bij elkaar te krijgen. In de structuurvisie
worden die opgaven ‘dynamo’s’ genoemd. Want ook dynamo’s moet je eerst in beweging krijgen,
voordat ze energie gaan opleveren. Het centrumgebied van Apeldoorn, de centrale delen van de
Kanaalzone en kleinschalige herstructurering van wijken, buurten en dorpen zijn voorbeelden. Zie
hiervoor paragraaf 4.3. Als gemeente nemen we in de dynamo’s de regierol op ons. In de dynamo’s
ligt ook programmatisch onze hoogste prioriteit. De verdere invulling ervan zullen we samen met
initiatiefnemers bepalen.
Tot slot de uitvoering. In deze structuurvisie staat inspireren en uitnodigen van anderen centraal.
Maar Apeldoorn investeert natuurlijk zelf ook. Investeringen in het fundament van de Buitenstad dra-
gen bij aan het versterken van de marktwaarde van Apeldoorn. Daarvoor vragen we ook iets terug.
Daarover gaat paragraaf 5.2. Sommige bijdragen zijn verplicht, andere vrijwillig. Maar het gaat ons
er om dat de vrijwillige bijdragen (Wro 6.24.1.a) in de pas lopen met wat de markt kan dragen.
Daarom worden deze bedragen regelmatig geactualiseerd, net als het bijbehorende investeringspro-
gramma.
7
Aan deze structuurvisie hebben velen bijgedragen. Niet alleen veel verschillende disciplines binnen
de gemeente, maar ook veel partijen van ‘buiten’. De meeste hebben dat zonder enige vergoe-
ding gedaan. Dat zegt iets over hun grote betrokkenheid bij Apeldoorn en bij deze structuurvisie.
Daarvoor zijn we iedereen zeer dankbaar. Het sterkt ons in de gedachte dat we samen met anderen
Apeldoorn Buitenstad mooier en beter maken!
0 1.000 2.000 3.000 m
noord
Apeldoorn
Apeldoorn
Apeldoorns Kanaal
A1
A50
N786
N789
Apeld
oorn
s Kan
aal
N788
N304
N344
VeluweIJsselvallei
N344
IJssel
N345
WenumBeemte
BroeklandWiesel
Hoog Soeren
Assel
Nieuw-Milligen
Meerveld
Uddel
Radio Kootwijk
Hoog Buurlo
Hoenderloo
Beekbergen
Ugchelen
Lieren
Loenen
Zilven Eerbeek
Otterloo
Harskamp
Twello
Vaassen
Oosterhuizen
Klarenbeek
namenkaart
Veldhuizen
infrastructuur
Veluwe gebieden
kernen en buurtschappen binnen de gemeente
kernen buiten de gemeenteVaassen
REGIO STEDENDRIEHOEKAPELDOORN
HARDERWIJK
ARNHEM
EDEVEENENDAAL
DEVENTER
ZWOLLELELYSTAD
AMERSFOORT
ZUTPHEN
8
SAMENVATTING 5
deel 1: visie
1. STRUCTUURVISIE1.1 Andere tijden 131.2 Andere gemeente 14 1.3 Andere structuurvisie 15
2. APELDOORN2.1 Het beste van twee werelden 19 2.2 Stad én landschap 21 2.3 Modern én historisch 212.4 Centraal én in de luwte 23 2.5 Bereikbaar én nabij 242.6 Solide én vernieuwend 25
3. AMBITIES3.1 Buitenstad Apeldoorn 273.2 Comfortabele gezinsstad 273.3 Toeristisch toplandschap 293.4 Veelzijdige economie 303.5 Locale duurzaamheid 31
4. BUITENSTAD4.1 Fundament van de buitenstad 354.2 Principes voor ontwikkeling 39 4.3 Dynamo’s voor vernieuwing 41
5. STRATEGIE5.1 Inzet op maat 475.2 Kostenverhaal 485.3 De weg naar succes 50
INHOUD
9
deel 2: uitvoering
I. KANSKAARTEN 1.0 53
II. UITVOERINGSPROGRAMMA 1.0 59
bijlagen
A. proces 63
B. literatuurlijst 65
10
deel 1: visie
11
12
13
1.1 Andere tijden
de grote groei voorbijVele jaren lang heeft de ontwikkeling van Apeldoorn in het teken gestaan van (grote) groei. Groei
van de bevolking, groei van de woningvoorraad, groei van het aantal arbeidsplaatsen en groei van de
mobiliteit. Volgens alle toekomstverkenningen zijn die tijden van grote groei nu wel zo’n beetje voor-
bij. Nederland en dus ook Apeldoorn staan aan de vooravond van andere tijden. Als er de komende
decennia al sprake is van groei, dan zal deze beduidend lager uitvallen dan we gewend zijn. Volgens
sommige verkenningen kan op de lange termijn zelfs sprake zijn van krimp.
ruimere bandbreedten Wat dit precies betekent voor de toekomst weten we niet, want de onzekerheid is groot. Het klimaat
verandert, zonder dat we precies weten hoe snel en hoe ver dat gaat. Ook ons economische systeem
lijkt op de drempel van een fundamentele verschuiving te staan. Grondstoffen worden schaars en
daardoor duur en op termijn zullen nieuwe bronnen van energie nodig zijn. De verwachtingen ten
aanzien van economische groei lopen behoorlijk uiteen. En dat geldt (mede daardoor) ook voor de
bevolkingscijfers. Het meest onzeker is het Planbureau voor de Leefomgeving over de gebieden
die direct rondom de Randstad liggen. Ook over Apeldoorn en de Stedendriehoek dus. Hier kan de
bevolkingsontwikkeling in de periode tot 2020 uitkomen op zowel stabilisatie als krimp. En voor de
periode daarna op zowel groei als stabilisatie. Het aantal huishoudens neemt tot 2020 waarschijnlijk
nog toe, maar kan daarna stabiliseren en na 2030 zelfs krimpen. Voor het aantal arbeidsplaatsen
geldt hetzelfde. De verwachtingen hiervoor bewegen zich tussen stabilisatie en krimp. En datzelfde
geldt voor mobiliteit.
grotere onzekerheden Al met al zeer veel onzekerheden. Duidelijk is dat we rekening moeten houden met minder groei
en veel ruimere bandbreedten. Dat wordt ook bevestigd door de analyses die het onderzoeksbu-
reau Rigo voor Apeldoorn heeft uitgevoerd. Ze hebben gebruik gemaakt van de twee belangrijkste
prognoses op het gebied van bevolkingsontwikkeling: Pearl (CBS) en Primos (ABF). Beide prognoses
laten voor de langere termijn een dalende groeiverwachting voor Apeldoorn zien (zie de grafi ekjes op
de volgende bladzijde). De omvang daarvan loopt echter behoorlijk uiteen. Opeenvolgende progno-
ses laten bovendien zien, dat de uitkomsten in korte tijd fl ink kunnen verschuiven. Zo vertoont Pearl
2011 ineens weer blijvende groei. Prognoses zijn dan ook steeds minder geschikt om de ruimtebe-
hoeften voor langere tijd vast te leggen.
1. STRUCTUURVISIE
inspireren
op basis vanprincipes van de
Buitenstad
algemeen
één concept
vijf principesElk initiatief dat past bij de Buitenstad is welkom.
In de Buitenstad heeft elk gebouw een eigen of gemeenschap-pelijke tuin én is openbaar groen op loopafstand aanwezig.
Kleinschalige voorzieningen in de buurten en dorpen zijnbelangrijk voor het wooncomfort van de Buitenstad.
De Buitenstad is goed bereikbaar per auto én fiets.
In de Buitenstad wordt zorgvuldig omgegaan met schaarseruimte en eindige hulpbronnen.
fundament
basiskwaliteitenvan de Buitenstad
dynamo’s
complexeruimtelijkeopgaven
investeren
in stand houden& uitbouwen
regisseren
partijen bij elkaar brengen &
condities scheppen
1111112222222
333333333
44444455555555
vier ambities
Comfortabele gezinsstad.
Nationaal toplandschap.
Veelzijdige economie.
Locale duurzaamheid.
11111122222223333333334444444
drie
geb
ied
en
drie
rolle
n
Buitenstad Apeldoorn
12
3
45
1234
drie aanleidingen
Andere tijden: onzekere toekomst, onzekere programma’s.
Andere gemeente: kerntaken centraal, eigen verantwoordelijkheid.
Andere structuurvisie: ruimte bieden aan het onverwachte.
123
14
Bron: Rigo (2011)
structuurvisie Een andere tijd vraagt om een andere strategie. Daarvoor dient deze structuurvisie. De inzet is om
de bijzondere Apeldoornse leefkwaliteit op z’n hoge niveau te houden. Daarmee zijn op de eerste
plaats de huidige inwoners en bedrijven gediend, maar het maakt Apeldoorn ook aantrekkelijk voor
anderen. Vandaar dat in deze structuurvisie de focus ligt op die bijzondere kwaliteiten. Kwaliteiten
die Apeldoorn tot Apeldoorn maken.
Met deze structuurvisie willen we inspelen op andere tijden. Dat betekent ook een ander type
structuurvisie. Zo bevat deze structuurvisie geen exact programma en wordt ook niet elke vierkante
meter van Apeldoorn ingekleurd. In paragraaf 1.3 gaan we hier verder op in.
1.2 Andere gemeente
uitnodigen Een structuurvisie is bij uitstek geschikt om onze ambities op het gebied van de ruimtelijke ontwik-
keling voor de lange termijn op papier te zetten. Maar dat wil nog niet zeggen dat we al die ambities
ook zelf kunnen of willen realiseren. Daarvoor is partnerschap nodig. We zetten erop in de ambities
uit deze structuurvisie samen met anderen te realiseren. Daarvoor nodigen we iedereen uit die een
bijdrage aan de kwaliteit en ontwikkeling van Apeldoorn wil leveren.
ruimte bieden Als je uitnodigt moet je ook ruimte bieden aan de opvattingen en inzichten van anderen. Helderheid
over wat wij als gemeente belangrijk vinden, gaat daarom samen met het uitgangspunt dat de beste
kwaliteit ontstaat in de wisselwerking tussen partijen. Dat kunnen (samenwerkende) inwoners zijn,
maatschappelijke organisaties en/of marktpartijen. Partijen die zich willen binden aan Apeldoorn. We
bieden ruimte, maar doen tegelijkertijd een beroep op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van
partijen als het gaat om een bijdrage aan de kwaliteit van Apeldoorn. Het gesprek hierover gaan we
open in, zonder dat wij van tevoren de oplossing al vastgelegd hebben. Dat vraagt vertrouwen.
inspirerenNatuurlijk hebben wij ook doelen en ideeën voor Apeldoorn. Die zullen we vooral inbrengen als
inspiratie voor kwaliteit. Door duidelijk te zijn over onze eigen inspiratiebron: de (gebieds)eigen
kwaliteiten van Apeldoorn. Samen met de bestaande wet en regelgeving is dat ons vertrekpunt voor
samenwerking met initiatiefnemers. Binnen de bestaande wet en regelgeving verschuiven we de
focus van “wat mogen we” naar “wat willen en wat kunnen we”.
15
1.3 Andere structuurvisie
voldoende ontwikkelingsruimteVolgens het Rigo beweegt de groei van het aantal huishoudens in Apeldoorn zich tot 2020 tussen
2.900 en 4.900. Dat betekent ongeveer een halvering van de uitkomsten van eerdere prognoses.
Daarmee beschikken we zelfs bij de maximale prognose nog tot zeker 2030 over voldoende ontwik-
kelingsruimte. Nieuwe locaties worden in deze structuurvisie daarom niet aangewezen. Wel geven we
aan waar onze belangrijkste prioriteiten liggen.
accent op bestaande stad en dorpenDe verwachte toename van het aantal huishoudens wordt vooral veroorzaakt door vergrijzing en
individualisering. We worden steeds ouder en wonen gemiddeld met steeds minder mensen in een
huis. Dit heeft vooral effecten op de bestaande stad. Aanpassingen aan de bestaande voorraad wor-
den belangrijker, bijvoorbeeld om woningen levensloopbestendig te maken of energiezuiniger. Ook
omdat het aantal toe te voegen woningen op nieuwbouwlocaties terugloopt, neemt het accent op de
bestaande stad en dorpen toe.
Ook voor werklocaties met kantoren, bedrijfsruimte of winkels geldt dat het aanbod aan locaties voor
lange tijd voldoende is. Wellicht zelfs tot na 2030. Investeringsimpulsen op nieuwe locaties blijven
nog nodig, maar het accent zal verschuiven naar hergebruik van vrijkomende ruimte op bedrijven-
terreinen en op hergebruik van kantoorpanden. Dit betekent dat ook voor economische functies een
accent op de bestaande stad en dorpen ontstaat.
naar vraaggestuurd ontwikkelenWe zijn eraan gewend geraakt om in grote aantallen het aanbod aan woningen, hectaren bedrijven-
terreinen en vierkante meters kantoren te plannen, vaak jaren vooruit. Nu de ruimtevraag langzaam
afneemt en er veel onzekerheid is over de toekomstige vraag, worden de risico’s van deze benade-
ring te groot. Marktpartijen zullen minder bereid zijn om ver vooruit te investeren. Om de risico’s
te beheersen, zullen zij de afzet zo veel mogelijk gegarandeerd willen zien. Ruimtelijke ontwikke-
ling wordt niet langer aangestuurd door het creëren van aanbod, maar door de afzetbare vraag
naar ruimte. Terughoudendheid van marktpartijen leidt tot meer kleinschalig initiatief en particulier
opdrachtgeverschap.
In plaats van programma’s voor de lange termijn vast te leggen, is de opgave meer vraaggestuurd
te ontwikkelen. De gemeente moet daarbij in staat zijn om fl exibel in te spelen op een niet goed te
voorspellen vraag. Risicobeheersing en meer particulier opdrachtgeverschap maken bovendien dat
de schaal van ontwikkelingen kleiner zal worden.
kernkwaliteiten centraalAl deze ontwikkelingen maken het weinig zinvol een structuurvisie op te stellen die als het ware
elke vierkante meter van Apeldoorn precies inkleurt. Dat maakt deze structuurvisie anders dan we
gewend zijn. U treft bijvoorbeeld ook geen programma aan. Geen lijstje met aantallen woningen en
vierkante meters bedrijventerrein die de komende twee decennia gebouwd gaan worden. We weten
immers niet hoe groot dat programma zal zijn en waar zo’n programma precies terecht moet komen.
Wat we wèl weten is dat het huidige aanbod aan locaties voldoende is om de komende 20 jaar te
voorzien in de behoefte. Zowel bij de bovengrens als bij de ondergrens van de beschikbare ramin-
gen. Dat geldt voor woningen, voor bedrijventerreinen en voor kantoren.
Deze structuurvisie pakt het daarom anders aan. De kernkwaliteiten van Apeldoorn staan centraal.
Kwaliteiten die altijd belangrijk zijn. Nu, over 20 jaar en hoogstwaarschijnlijk ook nog over 100 jaar.
Die kwaliteiten mogen simpelweg niet verloren gaan en worden bij voorkeur verder versterkt. De
inspanningen van de gemeente zijn vooral op deze kwaliteiten geconcentreerd.
invulling globaalGezien de gekozen uitgangspunten is deze structuurvisie voor wat betreft de invulling van toe-
komstige ruimtelijke ontwikkelingen betrekkelijk globaal. Er wordt veel ruimte gelaten voor (nog)
onbekende ruimtevragen die kunnen bijdragen aan de kwaliteiten van Apeldoorn en voor het leveren
van maatwerk op locatieniveau.
De gemeente Apeldoorn heeft echter wel degelijk ideeën over mogelijke toekomstige ontwikkelingen.
Deze staan verbeeld op een viertal kanskaarten. Die kanskaarten hebben geen juridische status,
maar vormen onze uitnodiging, of zo u wilt een eerste voorzet, om met initiatiefnemers in gesprek te
gaan.
status en reikwijdteDe wettelijke basis van deze structuurvisie is neergelegd in artikel 2.1. van de Wet op de ruimtelijke
ordening. Iedere gemeente is verplicht om de hoofdlijnen van de voorgenomen ruimtelijke ontwik-
keling te schetsen en de manier waarop men hier uitvoering aan wil geven. Deze structuurvisie doet
beide. Na vaststelling door de gemeenteraad vormt de structuurvisie de basis voor bestemmings-
plannen en beeldkwaliteitsplannen. Daarin zal de concrete vertaling plaatsvinden.
Bij het opstellen van de structuurvisie is gebruik gemaakt van de kennis en expertise van veel
betrokken Apeldoorners en expertise van buiten. De ontwerp structuurvisie is daarnaast ook ter visie
gelegd, zodat iedereen zijn of haar zienswijze heeft kunnen indienen. Ook afstemming met buurge-
meenten, provincie en regio heeft verschillende malen plaatsgevonden.
Deze structuurvisie heeft geen MER-procedure doorlopen. Er worden volgens ons geen nieuwe
locaties aangewezen of direct nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen toegestaan die een dergelijke rap-
portage nodig maken. Ook is er niet voor gekozen alvast vooruit te lopen op de nieuwe wetgeving
waarin het instrument structuurvisie verandert in een omgevingsvisie. De invoering hiervan is nog te
onzeker.
Deze structuurvisie geeft een doorkijk tot 2030 en vervangt de structuurvisie voor het stedelijke
gebied uit 2002 en de structuurvisie voor het landelijk gebied uit 1993. Daarmee ontstaat één struc-
tuurvisie voor Apeldoorn, voor zowel stad als land. Daarnaast kennen we nog structuurvisies voor
een aantal dorpen en gebieden in de stad, zoals de binnenstad. Deze structuurvisies zijn vaak gede-
tailleerder van inhoud en blijven van kracht, voor zover ze niet strijdig zijn met de inhoud van deze
nieuwe structuurvisie. Is dat wel het geval, dan gaat ‘Apeldoorn biedt ruimte’ voor. Hetzelfde geldt
voor de regionale structuurvisies die zijn vastgesteld en voor sectorale nota’s, zoals de verkeersvisie.
Deze structuurvisie geeft ook richting aan onze inzet binnen de regio Stedendriehoek voor de ko-
mende tijd en de Apeldoornse inbreng in ruimtelijke plannen van de provincie Gelderland.
16
17
18
19
2.1 Het beste van twee werelden
stedelijke kwaliteiten Met ruim 157.000 inwoners is Apeldoorn de elfde gemeente van Nederland en de grootste gemeente
in de regio Stedendriehoek. Via de A1 en per spoor is de stad goed verbonden met Twente, de
Randstad en het Oost-Europese achterland. En via de A50 eveneens met de regio’s Zwolle/Kampen
en Arnhem/Nijmegen. In economisch opzicht behoort de Stedendriehoek tot de zogenoemde BOOM-
regio’s (bureau Louter). Dat zijn goed ontsloten regio’s, op enige afstand van de Randstad, die
beschikken over een eigen brede en robuuste economie. De economie van de Stedendriehoek - en
daarmee ook die van Apeldoorn - past in dat beeld. De Apeldoornse economie biedt werkgelegen-
heid aan inwoners van de Stedendriehoek, de Veluwe, de regio Arnhem/Nijmegen en Oost-Neder-
land.
landschappelijke kwaliteitenHet westelijke deel van de gemeente Apeldoorn ligt op de hoge stuwwal van de Veluwe, het ooste-
lijke in de natte laagte van de IJsselvallei. De stad en de meeste dorpen liggen onderaan de helling
van de stuwwal in het gevarieerde overgangsgebied tussen de twee landschappen. Vanwege de
aantrekkelijke omgeving en de goede ontsluiting zijn de Apeldoornse woongebieden al tientallen
jaren erg in trek bij gezinnen uit de Randstad. Apeldoorn wordt daarom gerekend tot het zogenaam-
de ‘Mid-size Utopia’ (bureau Zandbelt en Van den Berg). Mid-size Utopia bestaat uit de kring van
stedelijke regio’s rondom de Randstad, die het in economisch opzicht en qua groei van de bevolking
goed doen. Met het toenemen van de mobiliteit zijn deze regio’s uitgegroeid doordat ze het hoogste
woonideaal van de Nederlander in huis hebben: de voordelen van wonen in een stad gecombineerd
met de kwaliteiten van leven in een buitengebied.
onderscheidendApeldoorn onderscheidt zich duidelijk van andere steden in Mid-size Utopia. Bijvoorbeeld doordat het
zowel dorpse als hoogstedelijke kenmerken heeft, met zowel moderne als historische kenmerken.
Maar ook doordat Apeldoorn een veelzijdige en solide economie koppelt aan een relatief groot inno-
vatief vermogen. En natuurlijk doordat het ligt in het meest aantrekkelijke landschap van Nederland.
De kracht van Apeldoorn ligt in combinaties van kwaliteiten, die telkens het beste van twee werelden
in zich weten te verenigen.
2. APELDOORN
één concept
12
3
45
1234
123
Buitenstad Apeldoorn
drie aanleidingen
Andere tijden: onzekere toekomst, onzekere programma’s.
Andere gemeente: kerntaken centraal, eigen verantwoordelijkheid.
Andere structuurvisie: ruimte bieden aan het onverwachte.
11111122222223333333333
inspireren
op basis van principes van de
Buitenstad
algemeen
vijf principesElk initiatief dat past bij de Buitenstad is welkom.
In de Buitenstad heeft elk gebouw een eigen of gemeenschap-pelijke tuin én is openbaar groen op loopafstand aanwezig.
Kleinschalige voorzieningen in de buurten en dorpen zijn belangrijk voor het wooncomfort van de Buitenstad.
De Buitenstad is goed bereikbaar per auto én fiets.
In de Buitenstad wordt zorgvuldig omgegaan met schaarse ruimte en eindige hulpbronnen.
fundament
basiskwaliteiten van de Buitenstad
dynamo’s
complexeruimtelijkeopgaven
investeren
in stand houden& uitbouwen
regisseren
partijen bij elkaar brengen &
condities scheppen
1111112222222
333333333
44444455555555
vier ambities
Comfortabele gezinsstad.
Nationaal toplandschap.
Veelzijdige economie.
Locale duurzaamheid.
11111122222223333333334444444
drie
geb
ied
en
drie
rolle
n
20
Veluwe
grootschalig bos- en heidegebied
overgang naar de IJsselvallei
kleinschalig en gevarieerd landschap
dorpen & buurtschappen
kleinschalig en divers
verweving met landschap
dorpse en landschappelijke identiteiten
(gebaseerd op het Landschapskookboek Apeldoorn)
kern Apeldoorn
kleinschalige buurten in grote wijken
veel groen in de stad
21
2.2 Stad én landschap
gezinsstad Apeldoorn kent eigenlijk al sinds de opkomst van de industrie fl inke vestigingsoverschotten. Tot aan
de tweede wereldoorlog was dat vooral om werkredenen. Daarna kwamen daar ook woonredenen
bij en nam de groei van Apeldoorn pas echt een grote vlucht. Tot aan de jaren tachtig van de vorige
eeuw kende de gemeente vestigingsoverschotten van 1.000 tot soms 1.500 personen per jaar en
geboorteoverschotten van 500 tot 1.000 personen per jaar. In die periode was Apeldoorn jarenlang
de snelst groeiende gemeente van Nederland. In de jaren tachtig en daarna namen de vestigings-
overschotten af naar enkele honderden per jaar, met soms zelfs een vertrekoverschot.
De huishoudens in Apeldoorn zijn gemiddeld iets groter dan in de rest van Nederland. Niet in de laat-
ste plaats omdat Apeldoorn onder gezinnen met kinderen populair is. De bevolking is gemiddeld iets
ouder dan het Nederlandse gemiddelde, onder andere omdat Apeldoorn vooral in de eerste tientallen
jaren na de tweede wereldoorlog zo snel is gegroeid. Bovendien verlaten nogal wat jongeren na de
middelbare school de gemeente om elders hoger onderwijs te volgen.
het beste landschapApeldoorn behoort tot de ruimst opgezette steden van Nederland. Aanzienlijk ruimer dan andere
middelgrote steden als Arnhem, Enschede en Deventer. En Apeldoorn ligt in een aantal unieke
landschappen. Met ruim een acht als rapportcijfer is de Veluwe het meest gewaardeerde landschap
van Nederland. Het gebied kent al een zeer lange bewoningsgeschiedenis en telt mede daardoor ook
de meeste archeologische vindplaatsen van Nederland. Naar het oosten toe gaat het grotendeels
beboste landschap van de Veluwe over in het de meer open agrarische productielandschap van de
IJsselvalei en in het zuiden in een landgoederenzone, waarvan landgoed Woudhuis een uitloper is.
Op de overgang van Veluwe en IJsselvallei ligt een afwisselend landschap, dat wordt gedragen
door met Veluwewater gevoede beken en sprengen. De beken ontspringen enigszins verborgen in
de Veluwse bossen en stromen in de richting van de IJsselvallei. Daar maken ze deel uit van een
eeuwenoud kleinschalig landschap van agrarische grond op enken en in kampen, omzoomd door
houtsingels, bosjes en nederzettingen. De sprengen werden vanaf de middeleeuwen gegraven om
de vele papiermolens en later de wasserijen van schoon water te voorzien. In het noorden monden
de beken en sprengen uit in de Grift, in het zuiden voeden ze het Apeldoorns Kanaal. Dit stelsel van
beken, sprengen en kanaal is volstrekt uniek voor Nederland.
2.3 Modern én historisch
ruim opgezette ‘new town’ Apeldoorn is pas echt gaan groeien ná de Tweede Wereldoorlog. Woningnood was toen ‘volksvijand
nummer één’. De woningproductie nam in die tijd industriële proporties aan. Aanvankelijk bouwde
Apeldoorn daarbij voort op de weg die al voor de oorlog was ingeslagen. De wijken Orden en Zuid
werden uitgebreid op de toen gebruikelijke manier van strokenstedenbouw, met achtereenvolgens
hoogbouw, halve hoogbouw en rijtjeshuizen. Ook vestigden zich grote bedrijven als Fiat, Zwitsal,
Refeda, Werklust en Philips in Apeldoorn.
Met het vol raken van Orden en Zuid werd met Zevenhuizen aan het einde van de jaren ’60 de
sprong over het kanaal gemaakt. De opzet van de wijk is grootschalig. Veel hoogbouw van tien ver-
diepingen (of meer) wordt in een ruime groene setting afgewisseld met laagbouw met platte daken.
Mede onder invloed van het landelijke spreidingsbeleid (Apeldoorn moest de Schrijftafel van Neder-
land worden) vestigden zich in die periode bedrijven als het Rijkscomputercentrum (nu Getronics),
Kadaster en de Rijksbelastingdienst. Na de voltooiing van de A1 (1972) en de A50 (1977) neemt de
economische groei van Apeldoorn een nog verdere vlucht. In de jaren ’70 en ’80 ontstond ook de
grootste woonwijk van Apeldoorn: De Maten. Laagbouw, besloten hofjes en gevarieerde bouwvormen
in het groen overheersen er in de toenmalige zoektocht naar een reactie op de grootschaligheid van
de jaren ervoor.
Vanaf het einde van de jaren ’80 werd aan de noordoostzijde van de stad de aansluiting met Zeven-
huizen gezocht: Welgelegen, Osseveld West en Woudhuis. Woudhuis is opgezet rondom het Kasteel.
Daaromheen liggen buurten die weer op andere pseudo-historische verwijzingen zijn gebaseerd.
Aan de noordzijde van de spoorlijn ligt Osseveld Oost, dat is opgezet rondom zeven (romantische)
tuinen. Transformatie van de Kanaalzone heeft in het eerste decennium van deze eeuw opvallend
hoogstedelijke woonmilieus aan het centrumgebied toegevoegd. Maar nog steeds in een voor Apel-
doorn kenmerkende groene setting.
Met ongeveer 75% van de gebouwen van ná de Tweede Wereldoorlog mag je Apeldoorn met recht
een New Town noemen. Een moderne stad dus met een grote variatie aan ruim opgezette wijken
en buurten. Ze zijn zonder uitzondering met veel toewijding ontwikkeld op basis van alle moderne
stedebouwkundige scholen. En ze zijn bijzonder vanwege de grote wijkparken en vele plantsoenen.
22
cultuurhistorische rijkdomMaar Apeldoorn beschikt over meer culturele rijkdom, die vaak ook nog verder terug gaat. En dan
gaat het niet alleen om bekende cultuurhistorische iconen als Paleis het Loo en radio Kootwijk. Zo
woonden er al in de steentijd mensen op de Veluwe. De vele grafheuvels in het bos en op de hei
getuigen daarvan. Ook bestond er in de vroege middeleeuwen op het Apeldoornse deel van de
Veluwe een bloeiende ijzerindustrie. Eeuwenoude agrarische nederzettingen zoals Meerveld, Hoog
Buurlo, Wiesel en Beekbergen-Lieren hebben waardevolle landschappen met oude akkers, enkwal-
len, boerderijen, schaapskooien en hakhoutpercelen nagelaten. In zo’n gebied waan je je soms in
het landschap van vijfhonderd jaar geleden. Het water dat van de Veluwe stroomde, zorgde aan de
randen van die oude nederzettingen voor de eerste industrie: watermolens. Vooral in de zeventiende
eeuw werden er veel gebouwd, gevoed door nieuw gegraven en gekanaliseerde sprengenbeken, ten
behoeve van de groeiende papierindustrie. Nog altijd is die bedrijfstak belangrijk in de gemeente.
De Oranjes hebben hun stempel op de gemeente gedrukt sinds de aankoop van buitenplaats Het
Loo in de zeventiende eeuw. De aantrekkingskracht van het vorstenhuis zorgde er in de negentiende
eeuw voor dat Apeldoorn zich veel sneller ontwikkelde dan de andere dorpen in de omgeving. In
de aanleg van het Kanaal en de spoorweg speelde de koning ook een rol. Beide zijn nog altijd erg
belangrijk voor de stedenbouwkundige en landschappelijke structuur van de gemeente. Met de VSM
wordt de spoorlijn bovendien recreatief benut. In de schaduw van Het Loo ontstonden ook andere
buitenplaatsen, die zich later soms doorontwikkelden tot woonbuurten. Zo ontstond de chique villa-
buurt De Parken op het voormalige Landgoed de Pasch. In de vroege twintigste eeuw begon de stad
echt hard te groeien. De Dorpsstraat werd Hoofdstraat, omzoomd door vele luxe winkels. Vooral de
Jugendstil is er buitengewoon goed vertegenwoordigd. Betere verbindingen, toenemende vrije tijd en
de behoefte aan gezonde buitenlucht betekenden dat zich steeds meer recreatie- en zorginstellingen
vestigden in de dorpen en in het buitengebied, vaak in bijzondere gebouwen.
En uiteraard telt de gemeente een fl ink aantal moderne iconen. Radio Kootwijk is een van de
vroegste voorbeelden, maar ook het Zwitsal-terrein, het Centraal Beheer-gebouw, het voormalige
TNO-complex en latere ontwikkelingen als het Walter Bosch-complex, de Kanaaloevers en het CODA-
museum zijn daar goede voorbeelden van. verstedelijking & infrastructuur
23
2.4 Centraal én in de luwte
regionaal centrum Apeldoorn is de grootste gemeente op de Veluwe en in de Stedendriehoek. De stad telt een uitge-
breid pakket aan regionale voorzieningen en net buiten het centrum vormt sportcentrum Omnisport
zelfs een voorziening van internationaal niveau. De Gelre Ziekenhuizen bieden een regionaal centrum
voor gezondheidszorg. Verreweg het grootste aanbod aan stedelijke voorzieningen ligt in het cen-
trum. Dat geldt zowel voor de horeca, als voor winkels en cultuur.
Het aanbod aan winkels in het centrum ligt ongeveer op een niveau dat verwacht mag worden van
een stad met bijna 158.000 inwoners. De variatie is groot. Volgens het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS) staat het centrum van Apeldoorn wat variatie betreft zelfs in de nationale top vijf.
Bezoekers waarderen vooral de breedte van het aanbod en de kwaliteit van de winkels.
Het winkelaanbod in volumineuze artikelen bestaat voor ongeveer de helft uit vier grote concentra-
ties en voor de andere helft uit over de stad verspreide winkels. De grootste concentratie is Woon-
boulevard ‘t Rietveld. In aansluiting daarop is bij sportcentrum Omnisport de cluster Voorwaarts in
ontwikkeling.
Het aanbod aan culturele voorzieningen past eveneens bij de omvang van de stad. Schouwburg
Orpheus is een van de meest veelzijdige podia in het oosten van het land. Daarnaast telt Apeldoorn
de theaters Gigant! en Markant en sinds kort een grote bioscoop. In het centrum bevindt zich het
Cultuurkwartier, met het ACEC-gebouw als motor voor vernieuwing en uitbreiding van de cultuur-
productie. Ongeveer 60% van de Apeldoorners is tevreden tot zeer tevreden over het aanbod aan
culturele voorzieningen.
dorpse leefmilieusDe aanwezigheid van een goed aanbod aan stedelijke voorzieningen wordt in Apeldoorn gecombi-
neerd met leefmilieus van een bijna dorpse kwaliteit. Zo telt de stad slechts drie buurten met meer
dan 6.000 inwoners. In de meeste buurten ligt het aantal inwoners tussen de 2.500 en 5.500. De
ruimtelijke en cultuurhistorische identiteit van de buurten is sterk verbonden met de stedenbouw-
kundige voorkeuren van de tijd waarin ze zijn ontstaan en de relatie met omwonenden wordt in alle
buurten hoog gewaardeerd. Apeldoorn is ook een stad waar de mensen elkaar nog groeten, of het
nou bekenden of onbekenden zijn. En in vrijwel alle buurten vindt meer dan 90% van de inwoners
dat ze er (zeer) prettig wonen. Uit de bovenmatige aanwezigheid van doe-het-zelf winkels en tuin-
centra (tot 50% meer dan in andere steden) kan bovendien worden afgeleid dat de Apeldoorner zeer
toewijd is aan zijn eigen huis en tuin. Problemen door overlast, verloedering en onveiligheid komen
aanzienlijk minder voor dan in vergelijkbare steden. Dat geldt ook voor overlast door drugs, drank
en geweldsmisdrijven.
gevarieerde dorpenNauw verbonden met de verschillende landschappen, kent Apeldoorn een hele reeks dorpen en
buurtschappen, met een sterke eigen identiteit. Op de Veluwe vormden Hoog Buurlo en Uddel al lang
geleden agrarische nederzettingen. In Uddel is de overgang van het oude kampenlandschap naar de
strakke moderne heideontginningen zeer markant. Hoenderloo ontstond wat later, met de heideont-
ginningen en bebossingen uit de 19de eeuw. In diezelfde periode werd het dorp ontdekt als gezonde
leefomgeving. Hoenderloo bestaat uit een dorpskern, een agrarisch woonlandschap en een land-
goedachtig institutenmilieu. Hoog Soeren werd aan het einde van de negentiende eeuw ontdekt als
aantrekkelijk verblijfslandschap. Hotels en een hele reeks villa’s liggen op de overgang van omsloten
open ruimten en dichte bebossing. Het modernistische gebouw van Radio Kootwijk en de militaire
enclave Nieuw-Milligen dateren uit de eerste decennia van de vorige eeuw.
Verbetering van het wegennet en vooral de aanleg van de spoorlijn naar Dieren (met station Beek-
bergen in Lieren) leidden in tweede helft van de negentiende eeuw al snel tot de ontdekking van
Beekbergen als woondorp. Ook vestigden zich ‘instituten’ in de bosrijke omgeving en werd Beek-
bergen ontdekt als toeristisch oord. Beekbergen ontwikkelde zich van agrarisch lintdorp naar een
‘burgerdorp’ met een compacte kern. De ontwikkeling van Lieren is sterk met die van Beekbergen
verweven. Het ontstond net als Beekbergen op de hogere gronden als een losse verzameling boer-
derijen en enken. Na de opening van het station (1871) groeide het dorp geleidelijk langs zijn linten
uit. Dat kenmerkt Lieren nog steeds.
Door de aanwezigheid van sprengkoppen en beken ontstond in Loenen al in de zeventiende eeuw
en bloeiende (papier)industrie. Van een verzameling boerderijen rond een brink groeide het uit naar
een niet-agrarisch dorp. Na de Tweede Wereldoorlog werd Loenen steeds compacter. Het is een dorp
met een historische en gevarieerde lintbebouwing, met daarachter kleine wijkjes uit verschillende
tijdsperioden.
24
Wenum en Wiesel zijn beide ontstaan in de vroege middeleeuwen op de oostelijke fl anken van de
Veluwe in de nabijheid van beken, akkers en weidegronden. Om de akkers tegen zandverstuivingen
te beschermen, werden houtwallen aangeplant die nu nog steeds het landschapsbeeld bepalen.
Wenum en Wiesel vormen een woonlandschap met drie sferen: het agrarische dorp Wenum, het
woonlandschap rond de Zwolseweg en de arcadische akkers rond Wiesel. Meer richting de IJssel lig-
gen Beemte en (zuidelijker) Klarenbeek in de drooggelegde broeken van het weteringenlandschap.
Beemte is een vrij oude nederzetting, ontstaan op een zandrug, waar een oude route zich splitst
in twee wegen. Klarenbeek is pas in de negentiende eeuw ontstaan bij de ontginning van vochtige
heidegronden. Het dorp bestaat uit lintbebouwing en kende ooit een protestantse Apeldoornse en
een katholieke Voorster kant.
2.5 Bereikbaar én nabij
(inter)nationaal bereikbaar De goede (inter)nationale bereikbaarheid is een belangrijke kracht van Apeldoorn. Vanuit Apeldoorn
zijn grootstedelijke centra in de Randstad goed bereikbaar, evenals de middelgrote steden Zwolle,
Arnhem, Deventer en Enschede. Dat maakt Apeldoorn als woongemeente aantrekkelijk. Maar ook
economisch is de centrale ligging van Apeldoorn een belangrijke kwaliteit.
Al in de negentiende eeuw betekende de verharding van zandwegen, de aanleg van het Apel-
doorns Kanaal en de spoorverbindingen met de Randstad en Oost-Nederland een fl inke duw in de
rug voor de economie van de stad. Na de voltooiing van de A1 en A50 in de jaren zeventig van de
vorige eeuw nam de ontwikkeling van Apeldoorn als werkstad een nog grotere vlucht. In econo-
misch opzicht is Apeldoorn vooral een autostad, misschien ook wel omdat het openbare vervoer op
Zwolle en Arnhem ontbrekende schakels zijn in de hoogwaardige (inter)nationale railinfrastructuur.
De treinverbinding in oost-west richting is goed. De grootschalige bedrijventerreinen in Apeldoorn
worden vooral ontsloten door de snelwegen A1 en A50 en de vele grote kantoorcomplexen door ruim
geprofi leerde stedelijke radialen. Een stedelijke verkeersring draagt de interne bereikbaarheid van de
stad Apeldoorn.
voorzieningen om de hoekEen goede aansluiting op de wereld van grote (inter)nationale netwerken en stedelijke regio’s wordt
in Apeldoorn gecombineerd met een opvallend fi jnmazig aanbod aan voorzieningen in de directe
leefomgeving. Zo zijn basisscholen, winkelvoorzieningen, apotheken en gezondheidscentra tot op
buurtniveau aanwezig. Middelbaar onderwijs is georganiseerd op het niveau van grotere stadsdelen
en sportvelden en sportzalen op het niveau van de wijken. Opvallend is het aantal goed uitgeruste
wijkwinkelcentra: Anklaar, Hart van Zuid en De Eglantier. Het zijn echter vooral de vele kleinere
winkelgebieden die zeer kenmerkend zijn. Maar liefst vijftien telt de stad Apeldoorn er. Het aanbod
in deze kleine winkelgebieden bestaat overwegend uit een of meer winkels voor dagelijkse artikelen.
Het winkelaanbod in de wijken en buurten scoort als rapportcijfer gemiddeld een 7,7. De koopkracht-
binding ligt gemiddeld op 96%. En dat is hoog, zelfs voor een sector als dagelijkse artikelen.
In de grotere dorpen binnen de gemeente stijgt het winkelaanbod en de variatie ervan uit boven dat
van vergelijkbare dorpen elders in Nederland. Dat heeft alles te maken met het extra draagvlak dat
het toerisme oplevert voor de middenstand. Het aanbod in Uddel en Hoenderloo bestaat in hoofd-
zaak uit winkels voor dagelijkse voorzieningen. Beekbergen, Klarenbeek en Loenen kennen daar-
naast ook een relatief groot aanbod aan winkels voor niet-dagelijkse artikelen.
voorzieningen om de hoek
25
2.6 Solide én vernieuwend
veelzijdig en solide In de afgelopen vijftig jaar heeft Apeldoorn zich ontwikkeld tot een stad met een brede economische
structuur. Met 95.000 arbeidsplaatsen is Apeldoorn, na Nijmegen, Arnhem en Enschede de stad met
de grootste werkgelegenheid in Oost-Nederland. Sterk vertegenwoordigd zijn de fi nanciële dienst-
verlening en informatietechnologie. Naast de IT zijn de maakindustrie, de zorg en caresector en de
vrijetijdseconomie de belangrijke sectoren. Al deze sectoren bieden volop groei- en ontwikkelings-
kansen. Door de goede bereikbaarheid en de beschikbaarheid van bedrijventerrein Ecofactorij is
logistiek en transport ook steeds meer een groeiende sector aan het worden in Apeldoorn.
Toerisme vormt in Apeldoorn al sinds jaar en dag een sterke economische basis. Op en rond de
Veluwe vinden jaarlijks vele miljoenen overnachtingen plaats, waarvan ongeveer een kwart op
Apeldoorns grondgebied. Hier liggen drie van de best bezochte Veluwse toeristische attracties: de
Julianatoren, de Apenheul en Paleis het Loo. In Hoederloo ligt een van de entrees van park de Hoge
Veluwe, met het bezoekerscentrum, Rijksmuseum Kröller-Müller en het Museonder. Jaarlijks komen
honderdduizenden bezoekers naar park de Hoge Veluwe. Ongeveer 25% van alle Veluwse banen in
de toeristische sector bevindt zich in Apeldoorn.
toegepast en solideMet de hoofdvestiging van ROC Aventus en opleidingen als Hogere Hotelschool (onderdeel van
Saxion), de Politieacademie, de Fotovakschool, Hogeschool Wittenborg en Progresz beschikt Apel-
doorn over een cluster van MBO- en HBO opleidingen. Op universitair niveau heeft Apeldoorn een
theologische faculteit. De aanwezigheid van HBO-instellingen en technologisch universitair onderwijs
(en dus ook van studenten) is daarmee lang niet zo breed als in vergelijkbare steden.
Ondanks het ontbreken van hoogwaardige Research- & Developmentcentra en kennisinstellingen,
zijn de Apeldoornse bedrijven bovengemiddeld innovatief. Met name het omzetten en toepassen van
hoogwaardige kennis naar nieuwe producten en procestechnieken gebeurt veel in de Apeldoornse
bedrijven.Het accent ligt daarbij met name bij de kennisintensieve diensten.
26
27
3. AMBITIES 3.1 Buitenstad Apeldoorn
één concept Vele decennia van suburbanisatie op de Veluwe hebben Apeldoorn tot een gemeente gemaakt
met een uniek profi el. Een profi el waarin de voordelen van wonen in (of nabij) een moderne stad
samenkomen met de geneugten van leven in (of nabij) een hoogwaardig buitengebied. Apeldoorn is
stad, dorp, landschap en platteland tegelijk. Met een solide economie en een veelzijdig aanbod aan
werkgelegenheid. Apeldoorn is ‘buiten’ maar ook ‘stad’. Een Buitenstad dus, met een prachtige mix
van kwaliteiten die hun waarde al lang bewezen hebben. Die kwaliteiten zijn het meer dan waard om
te versterken en uit te bouwen. Dat is waar deze structuurvisie op inzet.
vier ambitiesHet concept van de Buitenstad zet de eigen kwaliteit van Apeldoorn centraal. We hebben vier am-
bities geformuleerd, die aansluiten bij die onderwerpen waarop Apeldoorn al sinds jaar en dag een
sterke positie inneemt. Daarin willen we nog beter worden. Daarom spreken we ook van ‘eerlijke’
ambities.
Onze eerste ambitie is het op kwaliteit houden van het leefcomfort dat Apeldoorn zo aantrekkelijk
maakt voor met name gezinnen. Ruim, groen en veilig wonen en verplaatsen gaan daarbij samen
met veel voorzieningen in de nabijheid. De tweede ambitie richt zich op het versterken van de
positie van ons toplandschap als drager voor toerisme, recreatie en landbouw. De kracht van de
Apeldoornse economie bestaat in hoge mate uit zijn veelzijdigheid. Het versterken daarvan vormt de
derde ambitie. Een gedifferentieerd aanbod aan bedrijvenlocaties en goede (inter)nationale bereik-
baarheid zijn hiervoor belangrijk.
Onze vierde ambitie is verbonden met de eerste drie: locale duurzaamheid. Duurzaamheid moet
deel uitmaken van alle ontwikkelingen in de gemeente. Daarbij zetten we onder meer in op het (her)
gebruik van ter plaatse aanwezige materialen en hulpbronnen.
3.2 Comfortabele gezinsstad
buitenstadse woonmilieusHet is in toenemende mate onzeker of de Apeldoornse bevolkingsomvang de komende jaren zal
groeien, stabiliseren of wellicht zelfs zal krimpen (zie paragraaf 1.1). Het is maar net welke prognose
één concept
drie aanleidingen
Andere tijden: onzekere toekomst, onzekere programma’s.
Andere gemeente: kerntaken centraal, eigen verantwoordelijkheid.
Andere structuurvisie: ruimte bieden aan het onverwachte.
11111122222223333333333
Buitenstad Apeldoorn
12
3
45
vier ambities
Comfortabele gezinsstad.
Nationaal toplandschap.
Veelzijdige economie.
Locale duurzaamheid.
1234
123
inspireren
op basis vanprincipes van de
Buitenstad
algemeen
vijf principesElk initiatief dat past bij de Buitenstad is welkom.
In de Buitenstad heeft elk gebouw een eigen of gemeenschap-pelijke tuin én is openbaar groen op loopafstand aanwezig.
Kleinschalige voorzieningen in de buurten en dorpen zijn belangrijk voor het wooncomfort van de Buitenstad.
De Buitenstad is goed bereikbaar per auto én fiets.
In de Buitenstad wordt zorgvuldig omgegaan met schaarseruimte en eindige hulpbronnen.
fundament
basiskwaliteitenvan de Buitenstad
dynamo’s
complexeruimtelijkeopgaven
investeren
in stand houden& uitbouwen
regisseren
partijen bij elkaar brengen &
condities scheppen
1111112222222
333333333
44444455555555
drie
geb
ied
en
drie
rolle
n
28
we erbij pakken. Dat geldt net zo goed voor de vraag naar woningen, die ook nog eens afhankelijk
is van de ontwikkeling van de welvaart. Tegelijkertijd is duidelijk dat zelfs bij de meest extreme
prognoses de nu al geplande capaciteit voor woningbouw zal voldoen. Herprogrammering van die al
geplande locaties biedt ook kansen voor het ontwikkelen van woonmilieus die van vergelijkbare kwa-
liteit zijn als die van bijvoorbeeld De Parken, de Indische Buurt en Kerschoten. Of die een toevoeging
vormen aan het al bestaande palet aan Buitenstadse woonmilieus (bijvoorbeeld in de Kanaalzone).
De structuurvisie zet daarbij in ieder geval in op:
• het tevens benutten van de herprogrammering voor de verbreding van het aanbod aan echt
Apeldoornse ‘buitenstadse’ woonmilieus (huizen/complexen met tuinen);
• het ontwikkelen van meer intensieve vormen van ‘buitenstads’ wonen op inbreidingslocaties
(bijvoorbeeld gestapelde woningen met tuinen, wooncomplexen met gezamenlijke tuinen);
• het verwijderen van bovengrondse hoogspanning in woonmilieus.
stedelijke voorzieningenHet bijzondere wooncomfort in Apeldoorn is in hoge mate het gevolg van het opvallend fi jnmazige
aanbod van voorzieningen. De meeste dagelijkse voorzieningen zijn in de buurt te vinden en zijn
in ieder geval in de wijk aanwezig. Daarnaast biedt het centrumgebied een breed aanbod aan niet
dagelijkse en culturele voorzieningen, waaronder een sterke kunstcollectie. De fi jnmazigheid van de
voorzieningenstructuur is een kwaliteit die onder druk kan komen te staan als gevolg van (eco-
nomische) schaalvergroting. Ook de kwaliteit van het winkelaanbod in het centrumgebied vraagt
aandacht, omdat die achterblijft ten opzichte van centra van omliggende steden. Vandaar dat wij
inzetten op:
• het zoveel mogelijk handhaven van het aanbod van dagelijkse voorzieningen in de wijken en
buurten;
• verbetering van de concurrentiepositie van het centrum van Apeldoorn door het winkelaanbod
te verbreden en de verblijfskwaliteit op een hoger niveau te brengen.
voorzieningen in de dorpenIn veel dorpen moeten we de komende jaren rekening houden met afname van de bevolking of met
stabilisatie. Handhaving van de (vaak relatief goede) voorzieningenniveau’s in de dorpen zal vooral
gedragen moeten worden door het inzetten op leefbaarheid, op het multifunctioneel maken van
voorzieningen, door het maken van slimme combinaties, en door versterking van het draagvlak dat
toerisme en recreatie biedt. Daarom zetten we in de structuurvisie in op:
29
• ontwikkeling van de dorpen gericht op het binden van inwoners (leefbaarheid);
• het verbeteren van de kansen voor dorpse voorzieningen door het bevorderen van multifunctio-
naliteit en het combineren van functies;
• versterking van het draagvlak voor winkelvoorzieningen in de dorpen door verhoging van de
toeristische attractiviteit en verblijfstijd (meer toeristen die ook nog eens langer blijven);
• verbetering van de concurrentiepositie van het centrum van Apeldoorn door het winkelaanbod
te verbreden en de verblijfskwaliteit op een hoger niveau te brengen.
3.3 Toeristisch toplandschap
verbinding met de stadDe binding tussen stad en hoogwaardig landschap is zeer direct voelbaar in de Veluwse dorpen en
met name ook in het westelijk deel van de stad. De Veluwe dringt daar via lanen en parken ver door.
Dat geldt ook voor de oostelijke dorpen aan de beken en sprengen die zo kenmerkend zijn voor de
overgang van de Veluwe naar de IJsselvallei. Er is in de loop der jaren echter ook kwaliteit verlo-
ren gegaan of uit beeld verdwenen. Aan de oostzijde van de stad kan de verbinding tussen stad en
landschap nog verder verbeteren. Deels omdat er verbindingen tussen stad en landschap ontbreken,
deels omdat de A50 hier een soms onneembare barrière vormt en deels omdat de landschappelijke
kwaliteit hier nog verder ontwikkeld moet worden. We willen zoveel mogelijk mensen laten profi te-
ren van onze landschappen én we willen mensen verleiden om vanuit het toplandschap onze stad en
onze dorpen te komen bezoeken. Wij zetten daarom in deze structuurvisie in op:
• het verbeteren van de verbindingen tussen stad en landschap;
• het instandhouden en waar nodig versterken van landschappelijke kwaliteiten;
• het versterken van de landschappelijke verbindingen tussen Veluwe en IJsselvallei.
toeristische vernieuwingDe Veluwe biedt niet alleen het hoogst gewaardeerde landschap van Nederland, het is ook de meest
bekende toeristische regio van ons land. Bijna de helft van de Nederlanders noemt de Veluwe als
eerste wanneer ze naar een aantrekkelijk toeristengebied wordt gevraagd. De Veluwe is ook al
decennialang het meest populaire vakantiegebied van Nederland. Met zijn vele attracties, campings
en bungalowparken vormt Apeldoorn binnen de Veluwe het belangrijkste concentratiepunt. Die
positie is sterk, maar niet onbedreigd. De welvarende en uiterst mobiele toerist stelt namelijk steeds
hogere eisen aan de kwaliteit van zowel de verblijfsaccommodatie als de toeristische attractie. Meer
behoefte aan rust, zorg en comfort gaan daarbij samen met een toenemende behoefte aan specta-
30
culair en avontuurlijk vermaak. Zonder vernieuwing van het aanbod loopt de Veluwe de kans om in
deze markt achter te blijven. We willen het toeristische aanbod op de Veluwe bij de tijd houden en
de kwaliteit ervan verhogen. In deze structuurvisie wordt daarom ingezet op:
• het vernieuwen en verbreden van het aanbod aan toeristisch recreatieve voorzieningen en
verblijfaccommodatie;
• het versterken van de samenhang tussen de aangeboden toeristisch recreatieve voorzieningen
(arrangementen), ook in regionaal verband (Veluwe, Stedendriehoek).
economische vitaliteitAl enkele decennia lang daalt het aantal volwaardige boerenbedrijven in Nederland. En dat geldt
ook voor Apeldoorn. De verwachting is dat die ontwikkeling zal doorzetten, onder andere omdat de
Europese subsidies verder zullen teruglopen en omdat de concurrentie op de wereldmarkten zal ver-
scherpen. Vooral in de melkveehouderij en in de vleesveehouderij zal dat het geval zijn. Afname van
het aantal bedrijven in deze sector gaat nu al samen met aanzienlijke schaalvergroting en intensi-
vering van de bedrijven die overblijven. Binnen de gemeente Apeldoorn spitsen deze ontwikkelingen
zich in grote lijnen toe op het oostelijke buitengebied (melkveehouderij) en op Uddel en omgeving
(intensieve veehouderij). De economische ontwikkelingen brengen veel bedrijven er ook toe om te
zoeken naar neveninkomsten door verbreding van hun activiteiten. Perpectieven daarvoor liggen met
name op recreatief gebied, in de biologische landbouw of productverkoop aan huis. Ook energiepro-
ductie en het leveren van streekproducten bieden kansen voor een verbrede landbouw. Wij willen de
economische vitaliteit van het buitengebied dan ook versterken door:
• het stimuleren van de verbreding van het economische profi el naar recreatie en toerisme klein-
schalige bedrijvigheid en locale energieproductie;
• het bieden van ruimte voor schaalvergroting en intensivering van agrarische bedrijven waar dat
landschappelijk en milieutechnisch mogelijk is;
• het bieden van beleidsruimte voor andere dan agrarische activiteiten in vrijkomende agrarische
bedrijfsgebouwen en/of het benutten daarvan voor landelijke buitenstadse woonmilieus.
3.4 Veelzijdige economie
vernieuwend vermogenHet vernieuwende vermogen van de Apeldoornse economie wordt in sterke mate gedragen door
samenwerking tussen bedrijven. Daarbij gaat het veelal om het toepassen van kennis die elders is
ontwikkeld. En om technologische kennis die permanent in beweging is. Om nieuwe (samenwer-
kings)kansen te ontdekken en om up to date te blijven, is netwerkvorming tussen bedrijven en tus-
sen bedrijven en kennisinstituten van het groot belang. Wat dit betreft zetten wij in op:
• ondersteuning van stedelijke en regionale netwerken van bedrijven onderling en van bedrijven
en onderwijsinstellingen;
• het faciliteren van broedplaatsen voor hoogwaardige productvernieuwing en kleinschalige crea-
tieve samenwerking.
groeisectorenHet opleidingsniveau van de beroepssectoren ligt in Apeldoorn lager dan gemiddeld in Nederland.
Dat het aantal kenniswerkers desondanks boven het nationale gemiddelde ligt, komt doordat die van
elders naar Apeldoorn pendelen. De meeste Apeldoorners met een hogere opleiding behoren tot de
oudere leeftijdscategorieën. Wanneer zij met pensioen gaan, zal het gemiddelde opleidingsniveau
van de Apeldoornse beroepsbevolking verder dalen. Dat is een risico, omdat de beschikbaarheid van
goed opgeleid personeel cruciaal is voor de economische aantrekkelijkheid van de gemeente. In een
aantal sectoren zal daarnaast door technologische vernieuwing en het landelijke overheidsbeleid de
werkgelegenheid afnemen. Maar door vergrijzing zal werkgelegenheid in de zorg- en care sector
naar verwachting toenemen. Tegen deze achtergrond zetten wij in op:
• versterking van de sectoren waar de gemeente sterk is, of waar de kansen liggen: maakindus-
trie, zorg, vrijetijdseconomie, IT en transport en logistiek. Vernieuwing, innovatietoepassing en
human capital zijn belangrijk voor deze sectoren;
• het actueel houden van een breed aanbod aan verschillend geprofi leerde bedrijventerreinen en
kantorenlocaties.
stagestadApeldoorn kent al vele jaren een structureel vertrekoverschot in de leeftijdscategorie van 18 tot 24
jaar. Veel jongeren verlaten de gemeente om ergens anders hoger onderwijs te gaan volgen. Dat
draagt bij aan de ontgroening van de Apeldoornse bevolking en aan een beroepsbevolking die lager
is opgeleid dan het landelijk gemiddelde. Om ook jonge mensen aan de Apeldoornse arbeidsmarkt te
binden hebben wij de volgende ambities:
• het benutten van de veelzijdige economie voor de ontwikkeling van Apeldoorn tot de beste
stagestad van Nederland;
• het versterken van de banden tussen hoger onderwijs en bedrijfsleven, zodat typisch Apel-
doornse opleidingen kunnen worden ontwikkeld die passen bij de vraag van het bedrijfsleven;
• ondersteuning van deze beide pijlers, door het bieden van goede studentenhuisvesting en ver-
betering van het op jongeren gerichte culturele klimaat in de stad.
31
bereikbaarheid(Digitale) bereikbaarheid is een belangrijke kwaliteit van de Buitenstad. Voor de inwoners is het
belangrijk om de grote centra van werkgelegenheid en hoogstedelijke voorzieningen gemakkelijk
en comfortabel te kunnen bereiken. Voor de Apeldoornse economie is bereikbaarheid cruciaal waar
het gaat om (inter)nationale afzetgebieden, toelevering en de bereikbaarheid van kenniscentra.
Een goede doorstroming van de (inter)nationale wegen is daarom een belangrijk aandachtspunt.
Op het gebied van openbaar vervoer is het verbeteren van de kwaliteit van de verbindingen richting
HSL-station Arnhem en de regio Zwolle van belang. Voor verplaatsingen binnen de Buitenstad is de
fi ets van grote betekenis. Ook is openbaar vervoer van groot belang voor vervoer, zowel binnen het
stedelijk gebied als voor de verbinding met de dorpen. De bereikbaarheid van het stadscentrum is
een aandachtspunt. Hetzelfde geldt voor de digitale bereikbaarheid van Apeldoorn. Wij zullen ons
daarom (blijven) inzetten voor:
• duurzame handhaving van de doorstroming op het internationale wegennet;
• het realiseren van rechtstreekse treinverbindingen naar Arnhem en mogelijk ook Zwolle;
• het op peil houden van de bereikbaarheid van de binnenstad;
• verbetering van de bereikbaarheid van stedelijke voorzieningen per fi ets;
• blijvende aandacht vestigen op een goede basisvoorziening voor wat betreft het openbaar ver-
voer binnen het stedelijk gebied en tussen de dorpen en het stedelijk gebied.
3.5 Locale duurzaamheid
klimaatbestendigheidDe afgelopen 15 jaar hebben we steeds meer oog gekregen voor klimaatverandering. Het Internati-
onal Panel of Climate Change verwacht dat tegen het eind van deze eeuw de temperatuur op aarde
gemiddeld 2,5º tot wellicht zelfs 4º Celsius is gestegen. Het zal leiden tot het afsmelten van de pool-
kappen en stijging van de zeespiegel. Het weer wordt extremer, waarbij perioden met een overschot
aan (regen)water zullen worden afgewisseld door perioden met te weinig aanbod aan zoet water.
Daarop moet worden ingespeeld met het langer vasthouden van water. Als Apeldoorn anticiperen
wij hierop door bij nieuwe ontwikkelingen en bij herontwikkeling het regenwater te scheiden van het
afvalwater (het afkoppelen van regenwater). Dit water zal veel vaker op maaiveld in de openbare
ruimte worden opgevangen. Omdat dit meestal tijdelijk is, zijn prima functiecombinaties mogelijk
met bijvoorbeeld groen en recreatie.
32
Dit afkoppelbeleid kun je kenschetsen als een stille ‘blauwe revolutie’ die ons nu al voldoende ruimte
moet geven om op de toekomstige waterproblemen te anticiperen. De opgave is om hierbij ruimtelij-
ke meerwaarde te creëren. Als inspiratiebron verwijzen we naar het in ontwikkeling zijnde ‘kookboek
voor gebiedsgericht grondwater en bodembeheer’. Apeldoorn zet in op:
• het bij nieuwe ontwikkelingen en herontwikkeling scheiden van regenwater en afvalwater, door
het afkoppelen van regenwater van gebouwen en de openbare ruimte;
• het creëren van meer ruimte voor waterberging door onder andere vergroening van wijken en
dorpen, verruiming van waterpartijen en klimaatbestendige inrichting van beken en sprengen;
• het combineren van klimaatbestendigheid met verbetering van de biodiversiteit en het toevoe-
gen van recreatiemogelijkheden en ruimtelijke kwaliteit;
• met name in het stedelijk gebied zullen deze maatregelen ook moeten bijdragen aan extra
verkoeling om de effecten van hete zomerdagen te beperken.
energietransitieDe verwachting is dat fossiele brandstoffen de komende decennia steeds schaarser zullen worden.
Hierdoor stijgen de prijzen en daarmee heeft dit ook de nodige invloed op de ontwikkeling van de
economie. Schaarste van energie vergroot de noodzaak er zuinig mee om te gaan en te zoeken naar
andere (liefst duurzame) energiebronnen.
Energiebesparingen zijn vooral te bereiken in de bestaande bebouwde omgeving, of het nu gaat om
woningen, kantoren of andere gebouwen. Het grootste deel van de woningvoorraad stamt nog uit
de periode van voor het bouwbesluit (1992). Door bouwtechnische maatregelen, isolatie en nieuwe
verwarmingsmethoden kan hier grote energiewinst worden behaald, waarbij de productiekosten ook
steeds lager worden. Energiebesparing is niet alleen vanwege duurzaamheidoverwegingen aantrek-
kelijk, maar ook een goed middel om woonlasten te verlagen. Daarmee dragen dergelijke maatrege-
len eveneens bij aan armoedebestrijding.
Apeldoorn ligt in het wat ‘windarmere’ deel van Nederland. Voor de ontwikkeling van grote windmo-
lenlocaties zien wij daarom in onze gemeente weinig kansen. Individuele windmolens bij bedrijven,
bedrijvenparken en woningen kunnen, mits landschappelijk passend, wel kansrijk zijn. Voor woonwij-
ken biedt zonne-energie en aardwarmte ook veel mogelijkheden.
Duurzaam omgaan met energie is belangrijk. Maar duurzaamheid gaat ook over hergebruik. Bij-
voorbeeld door bestaande gebouwen die hun functie verliezen een nieuwe bestemming te geven in
plaats van te slopen. Herbestemming is dan ook een belangrijk thema in deze structuurvisie. We
33
zullen toewerken naar een nieuwe manier van economisch denken, waarin instandhouding van locale
kringlopen meer centraal staat. Voor de overgang naar meer duurzame bronnen van energie heeft
Apeldoorn veel potenties. Zo biedt onze ondergrond een bijzondere potentie om (koelings)energie te
besparen. Parallel aan de (zandige) Veluwerand lopen namelijk series van ‘kleischotten’. Waar deze
zijn onderbroken ontspringen de beken en sprengen. Maar waar dat niet het geval is, wordt water
vastgehouden met een constante temperatuur van 12º. Dat grondwater kan een rol spelen bij de
koeling van huizen, wooncomplexen en bedrijfsgebouwen.
Ook beschikt Apeldoorn over veel biomassa, met name op de Veluwe en in het agrarisch gebied. Dit
kan bijdragen aan de energie- en warmtevoorziening in de dorpen en in de stad. Op grond hiervan
hebben wij de volgende ambities:
• verbetering van bouwtechnische en energetische kwaliteiten van met name de goedkope
woningvoorraad in de oudere wijken en van verouderde en/of herbestemde kantoren en be-
drijfspanden;
• het benutten van grondwater voor de koeling van gebouwen;
• het verbeteren van de inzet van de (rest)producten van stedelijk groen, Veluws bosonderhoud
en van agrarische biogasproductie bij de locale energievoorziening.
grondwaterDe aanwezigheid van schoon grondwater als natuurlijke hulpbron is al vanouds een belangrijke ves-
tigingsfactor voor Apeldoorn. De wasserijen, ververijen en papiermolens van weleer zijn daar goede
voorbeelden van. Maar nog steeds is het schone grondwater belangrijk voor onze hoogwaardige
papierfabrieken en olie-industrie. Vanuit dit gezichtspunt blijven wij ons inzetten voor:
• integraal waterbeheer dat mede ingezet kan worden voor industrieën die schoon water nodig
hebben.
waterreserve 12 º(drinkwater)
vervuilingspluim kwelzone
ApeldoornsKanaal
IJssel
kleischotten behandelzone grondwater
het bodem- & watersysteem van Apeldoorn
34
35
4. BUITENSTAD 4.1 Fundament van de Buitenstad
eigen kwaliteitenApeldoorn wil graag een nóg betere Buitenstad worden. Daarbij zijn de ambities die in het vorige
hoofdstuk zijn beschreven leidend. Dat Apeldoorn al een Buitenstad is, betekent dat we ons geluk-
kig niet hoeven te forceren om nieuwe dingen te verzinnen om Apeldoorn op de kaart te zetten.
We worden al gezien als Buitenstad en (beter nog) de Apeldoorner herkent zichzelf er ook in. Het is
belangrijk dat de eigen kwaliteiten van Apeldoorn op orde blijven en worden uitgebouwd waar dat
nodig is. Vaak is de aanzet hiervoor al gegeven in lopend beleid. Bijvoorbeeld waar het gaat om het
herstel van beken en sprengen (waterplan) of waar het gaat om het beter verweven van het wete-
ringenlandschap met de oostkant van de stad (Groene Mal). Maar soms ook zullen we lopend beleid
moeten aanvullen of bijsturen. Dat geldt bijvoorbeeld waar het gaat om verbeteren van het (recrea-
tieve) winkelprofi el van het centrum ten opzichte van de wijk- en buurtcentra, of om het verscherpen
van het Buitenstadprofi el van sommige woningbouwlocaties.
Deze structuurvisie richt zich op de essentie van de vele kwaliteiten van Apeldoorn, oftewel op het
fundament van de Buitenstad. Uitbouwen daarvan kost tijd, geld en de inspanning van velen. Maar
we zijn ervan overtuigd dat Apeldoorn er nog beter en aantrekkelijker van wordt, als we rond 2030
de Buitenstad op een aantal punten hebben versterkt. Dat betekent onder andere dat de positie van
Apeldoorn als toeristisch toplandschap, comfortabele gezinsstad en veelzijdige economie verstevigd
zal zijn. Maar wat is nu de essentie van de Buitenstad? De volgende gebieden of structuren maken
deel uit van het fundament van de Buitenstad:
de VeluweDe Veluwe is bijna 100.000 hectare groot en vormt daarmee het grootste laagland natuurgebied
van Noordwest-Europa. Met zo’n gebied in de achtertuin heeft Apeldoorn goud in handen. De
bosgebieden fungeren als recreatief uitloopgebied en dragen letterlijk de unieke woonkwaliteiten
in het westelijke deel van de Buitenstad. Het op kwaliteit houden en uitbouwen hiervan vraagt om
een integrale benadering, die verder gaat dan onderhoud alleen. Want ondanks strenge (natuur)
regelgeving staan de kwaliteiten van de Veluwe onder druk, met name aan de randen. Een duidelijke
zonering naar kwaliteit en gebruiksintensiteit, het versterken van de ecologische, cultuurhistorische
en recreatieve samenhang tussen de verschillende onderdelen en het uitbouwen van de recreatieve
verbindingen vormen de belangrijke inzet voor verbetering. ‘Onthekken’ van de Veluwe moet de
toegankelijkheid verruimen, de toeristisch-recreatieve benutting verbreden en de kansen voor ecolo-
gische uitwisseling vergroten.
één concept
vier ambities
Comfortabele gezinsstad.
Nationaal toplandschap.
Veelzijdige economie.
Locale duurzaamheid.
11111122222223333333334444444
drie aanleidingen
Andere tijden: onzekere toekomst, onzekere programma’s.
Andere gemeente: kerntaken centraal, eigen verantwoordelijkheid.
Andere structuurvisie: ruimte bieden aan het onverwachte.
11111122222223333333333
Buitenstad Apeldoorn
algemeen
vijf principesElk initiatief dat past bij de Buitenstad is welkom.
In de Buitenstad heeft elk gebouw een eigen of gemeenschap-pelijke tuin én is openbaar groen op loopafstand aanwezig.
Kleinschalige voorzieningen in de buurten en dorpen zijn belangrijk voor het wooncomfort van de Buitenstad.
De Buitenstad is goed bereikbaar per auto én fiets.
In de Buitenstad wordt zorgvuldig omgegaan met schaarse ruimte en eindige hulpbronnen.
fundament
basiskwaliteiten van de Buitenstad
dynamo’s
complexeruimtelijkeopgaven
112
3
45
1234
123
drie
geb
ied
en
inspireren
op basis van principes van de
Buitenstad
investeren
in stand houden& uitbouwen
regisseren
partijen bij elkaar brengen &
condities scheppen
drie
rolle
n
36
recreatieve ontwikkelingVSM-lijntje
onthekken: verbeteren toegankelijkheid& tegengaan versnippering Veluwe
verweving Buiten-Stadaan de Veluwse kant
hoofdwegen & ring
snelwegen (met afslagen)A1 / A50
ontwikkelen stadsentreespassend in het landschap
spoorwegen
oplossen knelpunten & vergrotenherkenbaarheid ring
fundament 2030essentie van de Buitenstad
centrum Apeldoornkernwinkelgebied, uitgaan& vrije tijd
perifere detailhandel &Omnisport
concentreren en uitbouwenpdv-clusters
toevoegen aanvullendecentrumfuncties
Veluwe(randen rond kernen)Veluwe als uitloopgebied
Apeldoorns kanaal,beken & sprengen
herstellen beken en sprengen
behouden en versterkenvoorzieningen in de buurt
utilitair & recreatief netwerklanen, linten & fietsassen(indicatief)
stadsdeel- en wijkcentra /dorpscentra
realiseren groene uitloopgebiedenmet ruimte voor verschillende functies
versterken verweving Buiten-Stadmet de IJsselvallei
uitbouwenop kwaliteit houden
routes en structurenoostzijde Apeldoorn
ontwikkelen recreatievearrangementen
0 1.000 2.000 3.000 m
noord versie 12.09.2012
recreatieve attractiesApenheul, paleis ‘t Loo enz.
stimuleren veelzijdigeeconomie
gevarieerde werklocatieskantoren en bedrijven
parken en groen realiseren nieuwe parken & verbindenen benutten groene kwaliteiten
overgangszone IJsselvalleiopenheid beekdalen en enken
37
overgangszone IJsselvalleiTegenover de kwaliteiten van de Veluwe aan de westkant van Apeldoorn liggen aan de oostkant de
veel weidsere landschappelijke kwaliteiten van de IJsselvallei. In de overgangszone tussen de twee
landschappen ligt een aantrekkelijk kleinschalig landschap met beekdalen en enken, dat op een
prachtige manier is verweven met de dorpen Wiesel, Wenum, Beekbergen, Lieren, Loenen en Zilven.
Het behouden van de kwaliteiten van dit gebied richt zich op het handhaven van de kenmerkende
openheid en de afwisseling met landschappelijke coulissen, het reliëf en de cultuurhistorische en
ecologische waarden.
De recreatieve kwaliteiten van het weteringenlandschap ten oosten van de stad laten echter te
wensen over. Het buitengebied is te versnipperd, is vanuit de stad moeilijk bereikbaar en recreatieve
trekkers ontbreken. Hier ligt een duidelijke kans voor het uitbouwen van de kwaliteiten van de Bui-
tenstad, ook omdat het mogelijkheden biedt om mee te liften op de toeristisch-recreatieve aantrek-
kingskracht van de Veluwe. Bij het uitbouwen van de kleinschalige kwaliteiten van het weteringen-
landschap wordt voortgebouwd op bestaande plannen voor de Weteringsebroek (recreatie, water,
energie, streekproducten enz.), het Woudhuis en het Beekbergerwoud.
verweving buiten & stadVooral in de Veluwse dorpen en in het westelijk deel van de kern Apeldoorn vormt de verweving
tussen stad en landschap een kernkwaliteit (zie paragraaf 3.3). Hoge woonkwaliteiten en bijzondere
verbindingen tussen de woongebieden en het landschap komen hier samen. Het op niveau houden
van deze kwaliteiten betekent oog hebben voor de kleine schaal en de landschappelijke context, ook
bij nieuwe ontwikkelingen.
Aan de oostkant van de stad is deze verweving tussen stad en weteringenlandschap veel minder
sterk aanwezig. Buitenstadse kwaliteit betekent hier dat die verweving geïntroduceerd moet worden.
Bijvoorbeeld door bij de ontwikkeling van woningbouwlocaties ruimte te reserveren voor het binnen
de stad brengen van het landschap. Via dergelijke groene wiggen zal ook de verbinding tussen stad
en ommeland aanzienlijk verbeteren, tezamen met goede verbindingen met de vier al geplande
recreatieve uitloopgebieden in de IJsselvallei. Aan de oostkant van de stad moet zo als het ware een
Groene Mal ontstaan. Het slechten van de barrière van A1 en A50 vormt een belangrijk deel van de
opgaven daarvoor.
parken & groenDe oostelijke en zuidelijke delen van de stad zijn duidelijk anders van opbouw dan de Veluwse kant.
Aan de Veluwse kant ligt historisch gezien de oorsprong van de Buitenstad Apeldoorn, die eigenlijk
al teruggaat op de vestiging van de Oranjes in Paleis het Loo. De bebouwing is er ouder, kleiner van
korrel en diverser dan in de oostelijke en zuidelijke stadsdelen. Dat geldt ook voor de schaal van de
parken (en de profi elen van de lanen), terwijl de schaal van de tuinen weer groter is. De zuidelijke
en oostelijke stadsdelen vormen als het ware de moderne vertaling van de Apeldoornse stedenbouw-
traditie. Ruim opgezet met veel kleinschalig groen, kennen (vrijwel) alle wijken in die stadsdelen
een groot centraal gelegen park. Al met al kent de stad Apeldoorn daarmee ook een fl ink stelsel
aan grotere en kleinere groenelementen die met elkaar de ecologische structuur in de stad kunnen
versterken en de stedelijke biodiversiteit op een hoger niveau kunnen brengen. Tenminste als we er
groene en blauwe verbanden tussen gaan leggen en als we het groenbeheer mede inrichten op ver-
groting van de biodiversiteit. De maatregelen die het wateropnemend vermogen van de ondergrond
moeten vergroten (zie paragraaf 3.5) zullen daar aan bij moeten dragen.
Apeldoorns kanaal, beken & sprengenHet Apeldoornse watersysteem is uniek en vormt een zeer karakteristieke kernkwaliteit van de
Buitenstad. Vooral in de dorpen en woongebieden op en rond de Veluwerand zijn water, groen en
woonkwaliteiten van oudsher nauw met elkaar verweven. Dit zijn overigens wel kwaliteiten die de
afgelopen decennia behoorlijk onder druk zijn komen te staan. Sinds het begin van de jaren zeventig
is het Apeldoorns Kanaal afgesloten voor de scheepvaart en onder invloed van het groeiende auto-
verkeer zijn vele beken en sprengen uit het straatbeeld verdwenen. Al een aantal jaren zetten we
daarom in op het (recreatief) herbenutten van het Apeldoorns Kanaal en op herstel van de beken en
sprengen in stad en buitengebied. Daarbij speelt ook de functie van de beken en sprengen op het
gebied van waterberging, natuur en cultuurhistorie een rol.
centrum ApeldoornDe Buitenstad wordt mede gedragen door het ruime aanbod aan stedelijke voorzieningen in het
centrumgebied. Het uitbouwen ervan richt zich met name op de verbreding van het winkelaanbod
en de toevoeging van (recreatieve) verblijfskwaliteit. Stedelijke voorzieningen die voor de gemeente
uniek zijn, willen wij zoveel mogelijk in het centrum concentreren. Daarbij gaat het zowel om win-
kelaanbod dat Apeldoorn elders niet kent, als om culturele voorzieningen, horeca en leisure. Als ze
ook qua omvang bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het centrumgebied, moeten er altijd een
plek in het centrum te vinden zijn, ook als de functies grootschalig zijn. Winkelketens die al in het
38
centrumgebied te vinden zijn, kunnen wat ons betreft ook ingezet worden om de wijk- en buurt-
centra te versterken. En zeer belangrijk is ook dat de typisch Apeldoornse Jugendstil in het centrum
beter in beeld gebracht wordt, en wellicht zelfs wordt aangrepen voor de ontwikkeling van een eigen
‘centrumstijl’.
fi jnmazige voorzieningenstructuurOndanks de schaalvergroting en toenemende mobiliteit van de afgelopen decennia kent Apeldoorn
nog steeds een zeer fi jnmazige voorzieningenstructuur, zowel in de kern Apeldoorn als in de dorpen.
Deze nabijheid van voorzieningen vormt een van de belangrijke kwaliteiten van de Buitenstad. Waar
zich ook maar enigszins kansen aandienen, zullen wij inzetten op behoud en versterking ervan.
perifere detailhandelSommige voorzieningen zijn te grootschalig om in traditionele centra onder te brengen. Dat geldt
bijvoorbeeld voor bouwmarkten en andere vormen van detailhandel met een groot vloeroppervlak.
Ook deze voorzieningen zijn van groot belang voor het functioneren van de Buitenstad. Apeldoorn
telt veel perifere detailhandel, vaak ook op plekken waar hun toekomstperspectief moeizaam is.
Clustering rondom Omnisport en de aan de Europaweg biedt kansen, zowel in econmisch opzicht als
voor verbetering van ruimtelijke kwaliteit.
geprofi leerde werklocatiesDe veelzijdige economie levert al decennialang een solide fundament voor de Buitenstad. Daarbij
zijn vooral de maakindustrie, de ICT, de logistiek, toerisme & recreatie en de zorg belangrijk. Apel-
doorn heeft voor deze sectoren een grote variatie aan bedrijventerreinen en kantorenlocaties in de
aanbieding. Het is zaak deze locaties ook gedifferentieerd te blijven ontwikkelen, met uiteenlopende
profi elen. Dat geldt zowel voor de toevoeging van nieuwe terreinen als voor het revitaliseren van
bestaande terreinen en kantoren. Bij een brede economische basis hoort immers steeds een op de
actualiteit toegesneden en gevarieerd aanbod aan bedrijfslocaties.
snelwegen & spoorlijnenBereikbaarheid vormt een van de belangrijkste kwaliteiten van de Buitenstad. Met maar liefst acht
afslagen van de A1 en de A50 binnen de gemeentegrenzen én hoogwaardige verbindingen per spoor
in verschillende richtingen zit het met die bereikbaarheid in de meeste richtingen dan ook wel goed.
In de richting van Arnhem en Zwolle ontbreekt echter een directe spoorverbinding. Vooral in de rich-
ting van Arnhem (met zijn hogesnelheidslijnstation) heeft aanleg van een hoogwaardige openbaar
vervoervoorziening wat ons betreft prioriteit.
stedelijke hoofdwegenApeldoorn beschikt over een heldere hoofdwegenstructuur, die ervoor zorgt dat de Buitenstad waar
nodig per auto goed bereikbaar is. Uitbouwen van deze structuur is vooral aan de orde bij het ont-
sluiten van nieuwe woon- en werkgebieden. Daarnaast is sprake van een aantal knelpunten, zoals
rond de Zutphenseweg, bij de aansluiting van de radialen op de binnenring. De binnenring zelf is te
weinig geprofi leerd om als zodanig herkenbaar te zijn, waarmee hij onvoldoende fungeert als ver-
binding tussen de parkeervoorzieningen aan de rand van het centrumgebied. Alle radialen fungeren
daarbij als stadsassen die qua vormgeving de entree van de (groene) Buitenstad moeten uitstralen.
lanen, linten & fi etsroutesDe eerste uitbreidingen van Apeldoorn werden mede gedragen door oude Veluwse straatwegen als
de Amersfoortseweg, de Arnhemseweg, de Zwolseweg, de Asselsestraat en de Koninginnenlaan en
door historische ontsluitingsroutes als de Deventerweg en de Zutphenseweg. Met elkaar vormen
ze een stelsel van (bos)lanen waarvan de bebouwing los ligt van de door hoge bomen omzoomde
wegen. Vooral aan de westkant vormen deze lanen nu nog steeds belangrijke dragers van de kwali-
teiten van de Buitenstad. Ze vormen daar ook de fraaie verbindingen tussen de buitengebieden, de
dorpen en de kern Apeldoorn. Bovendien vormen ze door de aanwezige laanbeplanting in veel geval-
len de schakels tussen de verschillende groengebieden in stad en dorpen. Het is een structuur die we
aan de westelijke kant van de stad op kwaliteit willen houden en aan de oostzijde en zuidzijde van
de stad opnieuw in beeld willen brengen.
In Apeldoorn vindt 50% van de locale verplaatsingen met de fi ets plaats. De gemeente kent dan
ook een zeer fi jnmazig net van fi etsroutes. Aan de westkant van de gemeente sluiten de recreatieve
(fi ets)routes op de Veluwe echter niet altijd aan op de doorstroomroutes voor fi etsers in de stad. Aan
de oostkant telt het weteringenlandschap zelfs veel te weinig fi etsroutes, terwijl de A50 een stevige
barrière vormt in de toegankelijkheid van het landschap. We willen ons daarom de komende jaren
in gaan zetten voor het realiseren van een samenhangend netwerk van gemeentelijke en regionale
fi etsverbindingen en wandelroutes.
39
4.2 Principes voor ontwikkeling
vrijheid binnen kadersDeze structuurvisie richt zich op de essentie van de Buitenstad. Daar ligt onze kernopgave als over-
heid. Tegelijkertijd bieden we initiatiefnemers meer vrijheid om hun eigen ambities te realiseren. Dat
kunnen zowel bewoners, ondernemers als marktpartijen zijn. Met een aantal simpele principes dagen
we iedereen uit bij te dragen aan Apeldoorn Buitenstad. We geven vrijheid, maar vragen in ruil daar-
voor Buitenstadkwaliteit. Niet door te dicteren, maar door in gesprek te gaan en daarbij een beroep
te doen op de eigen verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer. We bieden vrijheid binnen kaders.
Portland als voorbeeldBij het zoeken naar het evenwicht tussen het ‘vrijheid’ en ‘Buitenstadkwaliteit’ hebben wij ons laten
inspireren door de Amerikaanse stad Portland. Het zogenaamde Comprehensive Plan van deze stad
gaat uit van de onderwerpen die door de inwoners van Portland als het meest belangrijk worden
gezien. Deze onderwerpen zijn in twee hoofdregels vervat.
Portland wordt omgeven door een bergketen van voornamelijk vulkanische bergen. De eerste hoofd-
regel luidt dat iedere inwoner die bergen moet kunnen zien, binnen redelijke afstand vanaf de eigen
woning of de werkplek. De tweede hoofdregel luidt dat ieder kind veilig naar de openbare bibliotheek
moet kunnen wandelen of fi etsen.
Zo op het eerste gezicht zijn dit wellicht eigenaardige regels, maar na even nadenken wordt duidelijk
dat hiermee enkele essentiële belevingswaarden worden vastgelegd. Het kunnen zien van de bergen
past namelijk erg goed bij het zeer groene en duurzame imago van Portland. Het betekent bijvoor-
beeld ook dat hoogbouw niet overal kan. Of dat er open plekken moeten zijn in de vorm van parken
en pleinen. Dat zijn consequenties die echt alles te maken hebben met de identiteit en verschijnings-
vorm van de stad. In het geval van de openbare bibliotheek werkt het precies hetzelfde. De tweede
hoofdregel verplicht namelijk tot nadenken over de inrichting van de woonomgeving en bijvoorbeeld
veilige routes voor fi etsers en voetgangers.
de Apeldoornse principesDe Apeldoornse benadering is losjes gebaseerd op de spelregels uit Portland. De essentie van de
Buitenstad is in het kader hiernaast uitgewerkt in vijf principes voor de ontwikkeling ervan. Deze
principes zijn eenvoudig en altijd en overal van toepassing. Ze gelden bovendien voor iedereen. Ook
voor de gemeente zelf dus. De principes formuleren vooral een doel, de precieze invulling ervan is
aan de initiatiefnemer. Wij willen daarbij inspireren tot Buitenstadkwaliteit. De ‘Kookboeken’ voor het
Apeldoorns landschap en voor de dorpen zijn daarbij uitermate behulpzaam als om de (gebiedsge-
richte) uitwerking van de principes gaat. Ook voor Apeldoorn stad zal zo’n kookboek worden opge-
steld. Hierin kan ook het huidige hoogbouwbeleid een plek krijgen.
Het is niet zo dat de geformuleerde principes in de plaats komen van alle geldende wet- en regel-
geving. Dat is niet reëel en vaak ook niet nodig. Bovendien gaan we er als gemeente vaak ook niet
over, zeker niet als het beleid en regelgeving van rijk en provincie betreft, bijvoorbeeld op het gebied
van natuur en milieu. Veel belangrijker is hoe je hiermee omgaat. Als een ontwikkeling past bij de
principes van de Buitenstad, dan proberen we het samen mogelijk te maken. Dàt is de gedachte
erachter.
40
VIJF PRINCIPES VOOR DE ONTWIKKELING VAN DE BUITENSTAD
1
2
34
5Elk initiatief dat past bij de Buitenstad is welkom.
De Buitenstad zal zich continu aanpassen aan veranderende behoeften. De Buitenstad is
weliswaar altijd klaar, maar nooit helemaal af. Vandaar dat elk initiatief dat bijdraagt aan de
kwaliteit van de Buitenstad welkom is. Ruimtelijke kwaliteit, landschappelijke waarde en his-
torische identiteit van de omgeving waarin zo’n initiatief speelt, vormen de kaders voor ont-
wikkeling én verandering. Onze ‘Kookboeken’ bieden daarvoor gebiedsspecifi eke inspiraties.
In de Buitenstad heeft elk gebouw een eigen of gemeenschappelijke
tuin én is openbaar groen op loopafstand aanwezig. Dit is de Apeldoorn-
se maat van bouwen.
Een ‘huis met een tuin’ vormt als het ware de ‘core business’ van de Buitenstad. Wonen en
werken vinden er eveneens altijd plaats met (grootschalig) groen in de buurt; in welke vorm
dan ook en altijd via een veilige wandelroute bereikbaar.
Kleinschalige voorzieningen in de buurten en dorpen zijn belangrijk voor
het wooncomfort van de Buitenstad.
Wonen in de Buitenstad is leven met voorzieningen in de buurt. Ieder initiatief dat daaraan
wil bijdragen is welkom.
In de Buitenstad gaat bereikbaarheid per auto of per fi ets altijd samen
met een goede leefkwaliteit voor omwonenden.
Alle delen van de Buitenstad zijn in ieder geval per auto of per fi ets bereikbaar. Dit gaat
echter nooit ten koste van de leefkwaliteit van direct omwonenden.
In de Buitenstad wordt zorgvuldig omgegaan met schaarse ruimte en
eindige hulpbronnen.
Leegstand is niet duurzaam, net zomin als onnodig ruimtebeslag. Bij nieuwe ontwikkelingen
wordt daarom altijd eerst gekeken naar bestaande mogelijkheden. Gebruik van duurzame lo-
cale bronnen voor de energievoorziening wordt aangemoedigd. Niet te vermijden schade aan
natuur en landschap wordt altijd gecompenseerd.
Deze vijf principes vormen de inhoudelijke agenda voor een gesprek. Een gesprek dat gaat
over de bijdrage van een initiatief aan de kwaliteit en de ontwikkeling van de Buitenstad.
Zo’n gesprek met een initiatiefnemer gaan we open en constructief in en we vragen de ander
dat ook te doen. In gesprek over de Buitenstad:
- Zijn we open en eerlijk over onze doelen en hebben we respect voor elkaars belangen en
positie.
- Denken we in mogelijkheden en kansen voor de Buitenstad.
- Hebben we gezamenlijk oog voor het betrekken van de omgeving van een initiatief.
- Hebben we aandacht voor de mogelijke effecten voor latere generaties.
- Zijn we bereid heldere en naleefbare afspraken te maken over samenwerking.
Dit geldt uiteraard voor alle partijen!
41
4.3 Dynamo’s voor vernieuwing
ontwikkelingen met meerwaardeOnze gemeente telt ook gebieden waar we ons extra moeten inspannen om ontwikkelingen van de
grond te krijgen. Maar als dat lukt, dan leveren ze meerwaarde voor de hele stad. Het zijn altijd
gebieden waar de kwaliteiten (nog) niet op het niveau van de Buitenstad zijn en de bijbehorende
opgaven zijn vaak ingewikkeld. Bijvoorbeeld doordat er veel tegelijkertijd speelt, of omdat de bijbe-
horende oplossingen vragen om een lange adem.
dynamo’sWe noemen dergelijke gebieden dynamo’s voor vernieuwing. Net als bij een echte dynamo moet je
namelijk eerst zelf iets doen voordat er iets gebeurt. Maar als je de gebiedsontwikkelingen aan de
praat hebt, dan voegen ze ook echt iets nieuws toe aan de Buitenstad. De gebiedsopgaven waarvoor
dat geldt, zijn:
• vernieuwing van het centrum van Apeldoorn;
• kleinschalige herstructurering in wijken en buurten;
• transformatie van delen van de Kanaalzone;
• Zuidbroek en Zonnehoeve ontwikkelen tot Buitenstadse woonlandschappen;
• experiment agrarische vernieuwing.
prioriteitenDeze gebieden zijn voor de Buitenstad belangrijk. Hier ligt (blijvende) prioriteit. Dat betekent dat we
ook in tijden van schaarste, programma naar deze gebieden proberen te geleiden. Dit blijkt ook uit
onze woningbouwprogrammering. Natuurlijk hebben we dit als gemeente niet altijd zelf in de hand,
maar het zal wel de inzet zijn bij overleg met initiatiefnemers. Het past bij een duurzame Buitenstad
dat binnenstedelijke ontwikkelingen prioriteit hebben. Daarom zijn zowel het vernieuwen van het
centrum van Apeldoorn, de transformatie van delen van de Kanaalzone en kleinschalige herstruc-
turering van buurten en wijken benoemd als dynamo. Maar ook het ontwikkelen van Zuidbroek &
Zonnehoeve zijn belangrijke dynamo’s, omdat ze de komende jaren mede het gezicht bepalen van
de Buitenstad. Binnen het experiment agrarische vernieuwing heeft de pilot Uddel op dit moment
prioriteit, aangezien zich hier concrete kansen voordoen.
Programmatisch inzetten op de dynamo’s zal altijd deel uitmaken van de totale Apeldoornse pro-
grammering. Daarin is gekozen voor een brede aanpak: een evenwichtige verdeling van programma
over binnenstedelijke en uitleglocaties, tussen stad en dorpen, tussen private en publieke locaties.
En er moet uiteraard afzet zijn en fi nanciers. Programmeren doen we daarom ook met gebruik van
marktkennis. Zie hiervoor paragraaf 5.3.
vernieuwing van het centrum van ApeldoornIn het Apeldoornse centrum is sprake van een combinatie van ontwikkelingskansen en (toekomstige)
opgaven. Bij de beschrijving van het fundament van de Buitenstad (paragraaf 4.1) is al aangege-
ven dat versterking en profi lering van het centrum zich moet richten op het toevoegen van unieke
stedelijke voorzieningen. Voorzieningen die nergens anders in de Buitenstad te vinden zijn en
waarmee ook de regionale concurrentiepositie van het centrum wordt verbeterd. Voor de Buitenstad
als geheel is het belangrijk dat het centrum een betere positie gaat innemen binnen het Veluwse
toerisme. Daarbij haken we aan bij de ontwikkeling dat winkelen (funshoppen) zich inmiddels heeft
omgevormd tot een recreatieve activiteit van formaat. Om hierop aan te sluiten is het nodig dat het
centrum over een gevarieerder aanbod aan winkelvoorzieningen beschikt, maar vooral ook dat de
verblijfskwaliteit verbetert. Door het winkelgebied te verruimen naar een aangename winkelroute
(‘winkel-acht’), door buitenruimten opnieuw in te richten en door het toevoegen van horeca, cultuur
en (all weather) leisure wordt de binnenstad aantrekkelijker. In een gezinsstad als Apeldoorn mogen
ook faciliteiten voor kinderen en kinderopvang natuurlijk niet ontbreken. Betere zichtbaarheid van de
grote hoeveelheid Jugendstil-architectuur zal bijdragen aan de versterking van het eigen ruimtelijke
profi el van het centrumgebied.
Het ruimtelijke profi el van het centrum verbetert ook door het karakter van de Buitenstad echt
voelbaar te maken. Dat betekent een zorgvuldige inrichting van de buitenruimte en vooral ook het
vergroenen van de binnenstad. De dennen op het stationsplein vormen een mooi startpunt voor het
realiseren van een echt Veluwse combinatie van ‘buiten’ en ‘binnenstad’. Daarnaast wordt ingezet op
het creëren van onderscheid tussen drukke en rustige plekken in het centrum en het beter benutten
van cultuurhistorische elementen en gebouwen als identiteitsdragers.
Het is belangrijk het centrum overzichtelijk en compact te houden. Wat dat betreft ligt een grote
opgave bij het benutten van leegstaande en/of leegkomende gebouwen voor centrumfuncties.
Wanneer leegstad voor langere tijd dreigt, moeten ook andere mogelijkheden worden onderzocht.
Bijvoorbeeld tijdelijk gebruik. In het uiterste geval kunnen ook sloop of vernieuwbouw bijdragen aan
de gewenste vergroening van de binnenstad.
42
recreatieve ontwikkelingVSM-lijntje
onthekken: verbeteren toegankelijkheid& tegengaan versnippering Veluwe
verweving Buiten-Stadaan de Veluwse kant
hoofdwegen & ring
snelwegen (met afslagen)A1 / A50
ontwikkelen stadsentreespassend in het landschap
spoorwegen
oplossen knelpunten & vergrotenherkenbaarheid ring
fundament 2030essentie van de Buitenstad
centrum Apeldoornkernwinkelgebied, uitgaan& vrije tijd
perifere detailhandel &Omnisport
concentreren en uitbouwenpdv-clusters
toevoegen aanvullendecentrumfuncties
Veluwe(randen rond kernen)Veluwe als uitloopgebied
Apeldoorns kanaal,beken & sprengen
herstellen beken en sprengen
behouden en versterkenvoorzieningen in de buurt
utilitair & recreatief netwerklanen, linten & fietsassen(indicatief)
stadsdeel- en wijkcentra /dorpscentra
realiseren groene uitloopgebiedenmet ruimte voor verschillende functies
versterken verweving Buiten-Stadmet de IJsselvallei
uitbouwenop kwaliteit houden
routes en structurenoostzijde Apeldoorn
ontwikkelen recreatievearrangementen
0 1.000 2.000 3.000 m
noord versie 12.09.2012
recreatieve attractiesApenheul, paleis ‘t Loo enz.
stimuleren veelzijdigeeconomie
gevarieerde werklocatieskantoren en bedrijven
parken en groen realiseren nieuwe parken & verbindenen benutten groene kwaliteiten
overgangszone IJsselvalleiopenheid beekdalen en enken
dynamo’s 2030integrale ontwikkelopgaven
0 1.000 2.000 3.000 m
noord
vernieuwing van het centrum van Apeldoorn
ontwikkelen van een compleet en bereikbaar recreatiefwinkelgebied, met een aantrekkelijk verblijfsklimaat
Zuidbroek en Zonnehoeve Buitenstads woonlandschap
Zuidbroek & Zonnehoeve: landschapsontwikkeling als drager van flexibele ontwikkelruimte voor wonen en verweving stad - land
experiment agrarische vernieuwing
agrarische enclave Uddel als pilot: vernieuwing landbouw en recrea-tieve ontwikkeling
transformatie van delen van de Kanaalzone
ontwikkelen van combinaties van wonen en werken met eenstedelijk tintje (op Apeldoornse schaal)
kleinschalige herstructurering in wijken en buurten
kleinschalige ontwikkeling van woongebieden, door differentiatie, verbeteren buitenruimte en toevoegen groen in de buurt
43
kleinschalige herstructurering in wijken en buurtenDe buurten en wijken van Apeldoorn liggen er over het algemeen goed bij en de woontevredenheid
is hoog. Grote probleemwijken, zoals die in veel andere grotere steden te vinden zijn, kent Apel-
doorn gelukkig niet. Eventuele toekomstige problemen worden bij voorkeur preventief aangepakt.
De meeste buurten en wijken zijn al van Buitenstadniveau en zullen die kwaliteit de komende tijd
bijna als vanzelf behouden. Extra aandacht is hier meestal niet nodig. In een aantal gevallen is die
extra aandacht echter wel vereist. Dat is met name het geval in de oudere grootschalige wijken aan
de zuid- en oostzijde van de stad. Ook daar gaat het echter niet om hele grote opgaven, maar vooral
om een reeks kleinere, die vaak wel in samenhang kunnen worden aangepakt. Denk aan het kwalita-
tief aanpassen van woningen aan de verschuivingen in de vraag, aan het levensloopbestendig maken
van woningen en aan het bouwtechnisch en energetisch aanpassen ervan. Maar vaak gaat het ook
om hergebruik van leegkomende scholen of locaties, verbetering van het waterbergende vermogen
van buurten en het beheer van de openbare ruimte. Als inspiratie voor de kwaliteit van dergelijke
ruimtelijke ontwikkelingen zullen wij voor de stad een kookboek laten opstellen, net zoals die er al
zijn voor het landschap en de dorpen.
Kleine herstructureringsopgaven dus, waarmee als een soort acupunctuur de leefkwaliteit van een
wijk of buurt kan worden verbeterd. Deze opgave speelt de komende jaren op verschillende plekken:
Zuid & Zevenhuizen
Voor de wijken Zuid en Zevenhuizen geldt dat er de afgelopen jaren met de Complete Wijken
aanpak veel vooruitgang is geboekt. Fysiek zijn er grote projecten gerealiseerd of in uitvoe-
ring, terwijl de wijken ook op sociaal gebied verbeterd zijn. Voor de komende tijd zullen nieuwe
ingrepen kleinschaliger zijn en zich meer richten op straten en complexen. Daarnaast zien we in
Zuid ook een opgave in de (energetische) verbetering van de particuliere woningvoorraad op ons
afkomen.
Orden
Orden is een prachtig voorbeeld van naoorlogse stedenbouw, en die kwaliteit en identiteit willen
wij graag in stand houden. Een deel van de wijk Orden heeft daarom gericht extra aandacht
nodig vanwege de kwaliteit van de woningvoorraad en de zwakke economische positie van een
groot deel van de bewoners. Ook delen van de particuliere woningvoorraad vereisen aandacht.
De Maten
De Maten is met 11.000 woningen en 29.000 inwoners de grootste ‘bloemkoolwijk’ van Neder-
land. Op zich is De Maten een prima wijk met goede voorzieningen, maar het woningaanbod is
vrij eenzijdig en de aanwezige voorzieningen beginnen verouderd te raken. Op buurtniveau zijn
tekenen van maatschappelijk en fysiek verval te zien. Als we hier in het beheer tijdig op anticipe-
ren, zal De Maten een prima buurt blijven voor gezinnen en ouderen.
Kerschoten
De wijk Kerschoten is zeer ruim van opzet, is groen en biedt een breed scala aan woningen voor
diverse gezinssituaties. Het is een wijk met een neutraal tot goed imago en met een kwaliteit die
het verdient om op orde gehouden te worden. Volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
behoort Kerschoten tot de dertig (naoorlogse) wijken van nationale waarde. Dat de wijk aandacht
vereist, komt doordat de matige economische positie van de vergrijzende bevolking op termijn
problematisch kan worden. Daarnast zal de leeftijd van de bebouwing bouwtechnische en energe-
tische maatregelen nodig maken.
transformatie van delen van de KanaalzoneMet de groei van Apeldoorn in oostelijke richting is het Apeldoorns Kanaal steeds centraler binnen
de stad komen te liggen, als het kloppende hart van de Apeldoornse bedrijvigheid. Sinds het in 1972
voor de scheepvaart gesloten werd, hebben echter veel van de aanliggende terreinen hun functie
verloren. Delen van de Kanaalzone zijn verouderd en er zijn bedrijven gevestigd die hinder veroor-
zaken. De Kanaalzone is een barrière geworden. Door de centrale ligging en door de deels groene
en deels industriële uitstraling vormt de Kanaalzone echter ook een uniek gebied in de stad. In de
Kanaalzone hebben we daarom al enkele jaren lang de kans gegrepen om nieuwe combinaties van
wonen en werken aan het water te ontwikkelen. Direct grenzend aan het Centrum is de Kanaalzone
daardoor fl ink van kleur verschoten. De Kanaaloevers zijn veel stedelijker geworden. Maar wel Apel-
doorns, door de ruime opzet, de goed ingerichte openbare ruimte en de groene omgeving.
Hiermee willen we de komende jaren doorgaan, zij het op kleinere schaal. De focus ligt vooral op de
centrale delen van de Kanaalzone en het Zwitsal terrein. In het hele plan wordt uitgegaan van een
veel dunnere en meer groene invulling, zowel in de publieke als de private locaties. Dat sluit aan
bij de ontwikkeling zoals die reeds gaande was: meer ‘Apeldoorns’ bouwen met bijvoorbeeld meer
grondgebonden woningen. Ook de omvang van het totale programma in de Kanaalzone is kleiner dan
eerder gedacht.
44
Dit alles maakt dit experiment tot een dynamo. De voornaamste opgave ligt immers in het zoeken
naar mogelijkheden om fl exibel met regelgeving om te kunnen gaan. En om te kijken of nieuwe
kansen gecreëerd kunnen worden voor agrarische ontwikkeling. Daarbij gaat het ook om het zoeken
naar nieuwe coalities en nieuwe (verbrede) economische activiteiten. Het experiment in de agra-
rische enclave bij Uddel vormt tevens een pilot voor het vinden van nieuwe relaties tussen stad
en ommeland. Een ommeland dat ruimte biedt voor de stedelijke behoefte aan recreatie, energie
en voedsel en dit als dienst aanbiedt. En dat bij voorkeur op basis van een duurzame kringloop.
De resultaten van het experiment bij Uddel zijn daarom belangrijk voor de vernieuwing van onze
benadering van agrarische ontwikkelingen elders in de gemeente. Nieuw Milligen vormt daar een
voorbeeld van.
Het weer bevaarbaar maken van het Kanaal biedt voor de langere termijn een geweldige kans om
het gebied van een nieuwe dynamiek te voorzien. De binding tussen het kanaal en de stad (en de
regio) wordt erdoor versterkt, evenals de toeristische positie van het centrumgebied. Bovendien
worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor het realiseren van levendige woon-, werk- en (water-
recreatieve) verblijfsmilieus.
In tijden van teruglopende programma’s is het nodig om na te denken over de ontwikkeling van
tijdelijke concepten. De gemeente kan daarbij een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld door vergun-
ningvrije zones te creëren. Ook dat is een vorm van ruimte bieden. De (tijdelijke) invulmogelijkhe-
den zijn vervolgens legio: festivals, stadslandbouw, freestyling, sport, stadsstranden, attracties, een
stadscamping, dancefeesten, experimenteel theater, geluidsstudio’s, oefenruimten, ateliers en ga zo
maar door. Hergebruik van bestaande panden kan op deze manier ook nieuwe thema’s en attracties
voor de stad opleveren.
Zuidbroek en Zonnehoeve buitenstads woonlandschapEen nog betere Buitenstad willen zijn, betekent ook dat we de lat bij de ontwikkeling van onze
nieuwe woongebieden hoog leggen. Dat geldt met name voor Zuidbroek en Zonnehoeve die voor de
komende 20 jaar de belangrijkste uitbreidingsgebieden vormen. Veranderende marktomstandighe-
den bieden daarbij ook nieuwe kansen voor een ontwikkelstrategie die zowel de kwaliteiten van de
Buitenstad versterkt, als fl exibele ontwikkelingsruimte biedt voor groenstedelijke woonprogramma’s.
Bijvoorbeeld door gebieden die voorlopig nog niet worden ontwikkeld alvast landschappelijk in te
richten. De luwte op de woningmarkt kunnen we ook benutten om op beide locaties te zoeken naar
nieuwe typen buitenstads wonen.
experiment agrarische vernieuwing Vanuit de ambitie om de economische vitaliteit van onze buitengebieden te bevorderen (zie para-
graaf 3.4) willen wij ruimte bieden voor vernieuwing van de agrarische sector. Daarom werken we
aan het experiment ‘agrarische vernieuwing’ in de agrarische enclave Uddel. Doel ervan is om een
integraal plan op te stellen voor het terugdringen van de ammoniakbelasting, een beter landschap en
meer natuur, met aandacht voor dierenwelzijn. Dit doen we samen met de andere gebiedspartners.
De agenda die we hierbij hebben gaat ook over leefbaarheid en economie. Private partijen worden
betrokken en we denken vanuit (ontwikkelings)kansen, niet vanuit belemmeringen. Dat past ook bij
de kansenbenadering van deze structuurvisie.
45
46
47
5. STRATEGIE 5.1 Inzet op maat
algemeen: inspireren op gebiedskwaliteitWe focussen met deze structuurvisie op de kwaliteiten van de Buitenstad. Hieraan willen we de
komende jaren samen met anderen werken. Onze ambities hiervoor staan in de vorige hoofdstuk-
ken beschreven. Die maken duidelijk waar het ons om gaat in Apeldoorn, maar bieden tegelijkertijd
ook ruimte voor de inbreng van anderen. Niemand weet precies wat de toekomst brengen zal. Dat
vraagt om ruimte voor maatwerk. We willen nieuwe initiatieven die bijdragen aan de kwaliteit van de
Buitenstad ondersteunen waar dat nodig en mogelijk is.
Het concept van de Buitenstad legt de relatie tussen bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelings-
kansen. Het bouwt voort op wat we al zijn. Dat maakt dit concept in onze ogen geloofwaardig en
kansrijk voor Apeldoorn. De inspiratie voor nieuwe ontwikkelingen zoeken we in de kernkwaliteiten
van de bestaande Buitenstad. De vijf principes voor ontwikkeling van de Buitenstad (zie paragraaf
4.2) vormen hiervoor de leidraad. Ze gelden voor het hele grondgebied van de gemeente. Samen
met onze onze kookboeken vormen ze een goed instrument om te inspireren op kwaliteit. Het Groot
Apeldoorns Landschapskookboek en het Klein Apeldoorns Dorpenkookboek werken al op deze ma-
nier. Ook voor de stad is een kookboek nodig, met een beschrijving van de bestaande kwaliteiten van
wijken, buurten, parken en lanen. Een cultuurhistorische atlas kan eveneens hieraan bijdragen.
fundament: investeren in kernkwaliteitIn het fundament zijn de kernkwaliteiten van de Buitenstad samengebracht. Die kwaliteiten worden
in bestemmingsplannen verankerd. Vanwege hun betekenis voor Apeldoorn als geheel investeren we
zelf in het op kwaliteit houden van het fundament (beheer) en zullen dat waar mogelijk ook doen bij
het uitbouwen ervan (ontwikkeling). Bij dat laatste gaat het bijvoorbeeld om het herstel van beken
en sprengen, verbetering van de stedelijke infrastructuur en het versterken van de gebruikswaarde
van het weteringenlandschap. Veelal zijn we regisseur en opdrachtgever. En wanneer anderen inves-
teren, zullen wij optreden als bewaker van kwaliteit.
Het fundament is niet alleen van essentieel belang voor de bestaande Buitenstad, maar ook voor
nieuwe ontwikkelingen. Onze investeringen stemmen we hierop ook zoveel mogelijk af, zodat we
werk met werk kunnen maken
inspireren
op basis van principes van de
Buitenstad
investeren
in stand houden& uitbouwen
regisseren
partijen bij elkaar brengen &
condities scheppen
12
3
45
1234
123
drie
rolle
n
algemeen
één concept
vijf principesElk initiatief dat past bij de Buitenstad is welkom.
In de Buitenstad heeft elk gebouw een eigen of gemeenschap-pelijke tuin én is openbaar groen op loopafstand aanwezig.
Kleinschalige voorzieningen in de buurten en dorpen zijn belangrijk voor het wooncomfort van de Buitenstad.
De Buitenstad is goed bereikbaar per auto én fiets.
In de Buitenstad wordt zorgvuldig omgegaan met schaarseruimte en eindige hulpbronnen.
fundament
basiskwaliteitenvan de Buitenstad
dynamo’s
complexeruimtelijkeopgaven
1111112222222
333333333
44444455555555
vier ambities
Comfortabele gezinsstad.
Nationaal toplandschap.
Veelzijdige economie.
Locale duurzaamheid.
11111122222223333333334444444
drie aanleidingen
Andere tijden: onzekere toekomst, onzekere programma’s.
Andere gemeente: kerntaken centraal, eigen verantwoordelijkheid.
Andere structuurvisie: ruimte bieden aan het onverwachte.
11111122222223333333333
drie
geb
ied
en
Buitenstad Apeldoorn
48
dynamo’s: partner in nieuwe kwaliteitDe dynamo’s zijn veelal complexe gebiedsontwikkelingen. De ontwikkeling ervan neemt vaak jaren
in beslag, vaak met wisselende samenwerkingsverbanden. Vrijwel alle dynamo’s beslaan grote
gebieden, vaak met deelprojecten. Het is daarom logisch dat de gemeente hier de procesregie voert,
zonder op voorhand zelf te produceren. Die regie begint veelal bij het samenbrengen of zo nodig
zelfs bij het werven van partijen die bereid zijn om in een dynamo te investeren. Want dat is de es-
sentie van de ontwikkeling van de dynamo’s: je moet eerst tijd en menskracht investeren om daarna
gezamenlijk op gebiedsniveau meerwaarde te kunnen ontwikkelen. Het zal vooral de markt zijn die
fi nancieel investeert. Als publieke partner zijn we gericht op de inbedding in ruimtelijke maatregelen
(bestemmingsplannen) en het ontwikkelen van kwaliteiten die er op het niveau van de Buitenstad
toe doen. Of we investeren in condities, bijvoorbeeld door het aanleggen van infrastructuur, open-
baar groen of water.
5.2 Kostenverhaal
samen investeren in kwaliteitOok de komende decennia zijn investeringen nodig voor het op peil houden en verder verhogen van
de kwaliteit van de Buitenstad. Investeringen in een goed leefklimaat en investeringen om aantrek-
kelijk te blijven en uitnodigend te zijn voor mensen. Of ze nu bewoner, ondernemer of bezoeker zijn.
Maar ook investeringen in de grote biodiversiteit die we hier herbergen. Dit alles draagt bij aan de
marktwaarde van Apeldoorn. We investeren hierin als gemeente zelf, bijvoorbeeld door beheer en
onderhoud. En we vragen anderen om bij te dragen. De gemeente zet daarom stevig in op kosten-
verhaal. Want we willen samen investeren in de kwaliteit van Apeldoorn.
We zetten met deze structuurvisie in op drie vormen van kostenverhaal: bovenwijkse voorzienin-
gen, verevening van bovenplanse kosten en bijdragen ruimtelijke ontwikkeling. Ze zijn alledrie van
wezenlijk belang voor de verdere ontwikkeling van de Buitenstad.
De beleidsinzet is en blijft om via bijvoorbeeld de heffi ng van het tarief bovenwijks anderen te laten
meebetalen aan het grijze, groene en blauwe casco. Een deel van het kostenverhaal zal verplicht
worden opgelegd aan initiatiefnemers die zelf willen realiseren (bijvoorbeeld de normale kosten van
grondexploitatie, waaronder de bovenwijkse bijdrage). Een ander deel van de kosten (de bijdragen
ruimtelijke ontwikkeling) zal langs de weg van overleg worden verhaald.
Voorop staat dat de economische uitvoerbaarheid van plannen alleen maar haalbaar is als ook ande-
ren meebetalen. De gemeente is – telkens integraal af te wegen in de meerjarenbegroting - daarbij
één van de investerende partijen. Maar we kunnen en willen de verantwoordelijkheid hiervoor niet
alleen nemen. Investeringen in de Buitenstad komen iedereen ten goede. We vragen daarom ook
aan initiatiefnemers een bijdrage. De kwaliteiten van de Buitenstad krijgen daarmee ook meer een
plek in de samenleving.
bovenwijkse voorzieningenBovenwijkse voorzieningen zijn infrastructurele werken die moeten worden aangelegd vanwege de
effecten die projecten kunnen hebben op hun (wijdere) omgeving. Denk daarbij aan voorzieningen
ALGEMEEN:inspireren op gebiedskwaliteit
• vijf principes voor ontwikkeling
• kookboeken als inspiratiebron
• faciliteren en ondersteunen van initia-
tieven
• procedures waar mogelijk verder ver-
snellen en vereenvoudigen
• fl exibele bestemmingplannen
FUNDAMENTEN:investeren in kernwaliteit
• verankeren in bestemmingsplannen
• investeren in verbetereing van zwakke
schakels en missing links
• opstellen investeringsschema in sa-
menhang met projectenplanning
• opdrachtgever en kwaliteitsbewaker bij
de uitvoering (zelfrealisatie)
DYNAMO’Spartner in nieuwe kwaliteit
• bij elkaar brengen en werven van
investerende bedrijven
• publieke partner en procesregie in
integrale gebiedsontwikkelingen
• verdeling inhoudelijke zeggenschap op
basis van investeringsvolumina
• organiseren van een marktgerichte
programmering van de stad
manier van werken: inzet en rollen
49
als wegen en paden, parkeerplaatsen, rioleringssystemen, groenstructuren en watersystemen. Het
zijn ingrepen die veelal van civieltechnische aard zijn en die zich vooral richten op wat in deze struc-
tuurvisie het fundament van de Buitenstad wordt genoemd. De kosten en de kostentoedeling hiervan
zijn niet onderhandelbaar. Jaarlijks vindt actualisering plaats via bijvoorbeeld de paragraaf grondbe-
leid van de gemeentelijke meerjarenbegroting.
bovenplanse kostenEen structuurvisie biedt op basis van de Wet ruimtelijke ordening nog twee mogelijkheden voor het
verhalen van kosten. De eerste mogelijkheid betreft de bijdragen aan ‘bovenplanse kosten’ (kosten
die niet in Bro 6.23, 6.24 en 6.25 staan). De bijbehorende bijdragen zullen door ons worden bepaald
in nog volgende uitvoeringsparagrafen. Deze middelen zullen vooral worden ingezet voor de verdere
ontwikkeling van de dynamo’s en (conform reeds lang bestaand beleid in de dorpen) ter ondersteu-
ning van sociale huur en koop. Dit laatste beleidsdoel wordt met deze structuurvisie verruimd naar
het hele grondgebied van de gemeente en ook verruimd naar het publieke.
bijdrage ruimtelijke ontwikkelingDe tweede mogelijkheid die de Wet ruimtelijke ordening biedt, richt zich op ‘bijdragen aan de ruim-
telijke ontwikkeling’. Dat zijn bijdragen aan de kosten die gemaakt moeten worden om Apeldoorn
als geheel verder te ontwikkelen. Daarbij moet gedacht worden aan bijdragen voor natuurontwikke-
ling, nieuwe recreatiegebieden, aanpassing van de watersystemen en vereveningsbijdragen aan de
dynamo’s.
De wetgever stelt hier niet de eis van profi jt, toerekenbaarheid en proportionaliteit, maar er moet
wel sprake zijn van samenhang. Vandaar dat het hier per defi nitie gaat om een vrijwillige bijdrage.
De hoogte ervan wordt ontleend aan een kostenopzet en wat we vragen wordt geïndividualiseerd.
Wij zetten de ‘bijdragen aan de ruimtelijke ontwikkeling’ in op zowel het fundament als de dynamo’s.
Elke bijdrage wordt apart ontwikkeld in een uitvoeringsregeling en separaat aan de gemeenteraad
voorgelegd.
samen voor het toplandschapHet behoud van de kwaliteit van het toplandschap is een gezamenlijke opgave, voor gemeente,
bewoners en bedrijven. In de bebouwde omgeving heeft de gemeente hierin, als eigenaar van
openbare ruimte, meestal een leidende rol. In het buitengebied is de kwaliteit van het landschap
veel meer het resultaat van een samenspel van partijen, waarbij van alle partijen een bijdrage wordt
verwacht. Daarbij gaat het niet altijd om geld, maar ook om het benutten van bijdragen in natura.
De al bestaande regeling voor landschapsversterking richt zich specifi ek op vrijkomende agrarische
bebouwing. Onze beleidsinzet is echter dat elke functieverandering in het buitengebied een bijdrage
aan het landschap levert. De bestaande regeling (gebaseerd op art. 6.24.a Wro) zal hierop worden
aangevuld.
Om te beginnen wordt compensatie gevraagd voor waarden die verloren gaan. De Wro
en het provinciale beleid bieden specifi eke aanknopingspunten rond de Ecologische Hoofdstructuur
en bos- en natuurcompensatie. Daarnaast wordt om een aanvullende bijdrage gevraagd.
De middelen worden ingezet ter versterking van het landschap, gericht op een betere groenblauwe
dooradering. Zoals het recreatieve wandel- en fi etspadennetwerk, lokale ommetjes, klompen- en
kerkenpaden, kleinschalige recreatieve voorzieningen, landschapselementen, wegbeplanting en
laanstructuren, biodiversiteitsmaatregelen en cultuurhistorische landschapsrelicten.
de systematiek van kostenverhaalAls je aan iemand geld vraagt, moet je ook kunnen verantwoorden waaraan je het gaat besteden.
Deze structuurvisie geeft hiervoor het algemene kader. Het Uitvoeringsprogramma 1.0 is de eerste
aanzet van mogelijke uitvoeringsprojecten en te beschouwen als groslijst. De projecten zijn gekop-
peld aan de verschillende doelen die wij met de structuurvisie nastreven. Elk jaar zullen we in de ge-
meentelijke meerjarenbegroting aangeven welke projecten of onderdelen hiervan voor de uitvoering
van de structuurvisie zó belangrijk zijn, dat we daarvoor bijdragen van anderen vragen.
Wij vinden het van belang dat fi nanciële bijdragen (Wro 6.24.1.a) aan de ruimtelijke kwaliteit van
Apeldoorn in de pas lopen met actuele marktomstandigheden. Want we willen ook niet overvragen,
daar is niemand bij gebaat. De nieuw gevraagde bijdragen Wro 6.24.1.a zullen we daarom telkens
individualiseren aan de hand van een casus (maatwerk). En we zullen de ontwikkelingen in de markt
betrekken bij de jaarlijkse actualisering van de paragraaf grondbeleid in de gemeentelijke meerja-
renbegroting. Wanneer marktomstandigheden hier aanleiding toe geven, kunnen wij de in rekening
te brengen bedragen (Wro 6.24.1.a) aanpassen. Daarbij zullen wij ook oog hebben voor de ontwik-
kelingsrisico’s die met de aard van het programma samenhangen. Behalve voor de (traditionele)
sociale huur en sociale koop, zullen wij dat ook doen voor bovenwijkse voorzieningen en de bijdrage
aan dynamo’s en de landschapsverevening.
50
5.3 De weg naar succes
fl exibele bestemmingsplannenWe hebben het al eerder gezegd: de toekomst is onvoorspelbaar. Sinds de economische crisis van de
afgelopen jaren is de onzekerheid groot. Investeerders (en overheden) zijn steeds minder geneigd
om (grote) nieuwe ontwikkelingen aan te gaan, zonder behoorlijk zeker te zijn over de afzet ervan.
Stedelijke en dorpse ontwikkelingen worden meer en meer door de vraag aangestuurd. En diezelfde
terughoudendheid bij investeerders zal er ook steeds vaker toe leiden, dat eindgebruikers zelf initia-
tieven gaan ontplooien, al dan niet in collectief verband.
Dat betekent dat in bestemmingsplannen telkens een keuze moet worden gemaakt in hoeverre
ingespeeld kan worden op veranderende en vaak nog onvoorziene vraag. Als we ruimte willen bieden
voor een grotere verscheidenheid aan initiatieven ‘van onderop’, zullen onze bestemmingsplannen en
andere planologische regelingen ook fl exibeler moeten zijn. In algemene zin betekent dit bijvoor-
beeld ruimer bestemmen (meer gemengde bestemmingen), minder gedetailleerd de bebouwings-
mogelijkheden vastleggen of werken met meer fl exibiliteitsbepalingen. Vooral de omgevingskwaliteit
moet centraal staan. Op deze manier kunnen we beter inspelen op bijvoorbeeld initiatieven voor
tijdelijk gebruik van leegstaand vastgoed of braakliggende (bedrijven)terreinen. Maar een algemeen
recept voor fl exibeler bestemmen is niet te geven. Telkens zal aan de hand van de concrete omstan-
digheden en doelstellingen bezien moeten worden welke fl exibiliteit gewenst is, ook in relatie tot
kostenverhaal. Dit doen we samen met bewoners en belanghebbenden in het plangebied.
Regelmatig wordt bezien of er aanleiding is het dan geldende bestemmingsplan (partieel) te herzien.
Flexibel bestemmen komt ook daarbij aan de orde.
adaptief programmerenProgrammeren in een onzekere wereld vraagt om fl exibiliteit. We willen daarom adaptief program-
meren. Zodat we snel bij kunnen schakelen als zich nieuwe ontwikkelingen voordoen. En program-
ma’s kunnen bijstellen of uitwisselen als dat nodig is. Als het gaat om programmeren, voeren we als
gemeente de regie, maar een goede voeling met de markt is cruciaal. We betrekken marktpartijen
en merktdeskundigen daarom bij onze programmering. De ambities moeten immers zoveel mogelijk
gedeelde ambities worden.
Programmeren is geen eenmalige actie, maar een permanent proces. Ook de regio Stedendriehoek
en de provincie Gelderland zijn daar belangrijke partners bij. In de programmering spelen de dyna-
mo’s een belangrijke rol. Daar willen we in ieder geval programma laten landen, omdat het cruciale
ontwikkelingen voor de Buitenstad zijn.
ook regionaal inzettenOok binnen de Stedendriehoek onderscheidt Apeldoorn zich als Buitenstad van bijvoorbeeld de
historische Hanzesteden Deventer en Zutphen en van de andere Stedendriehoekgemeenten. Maar er
is ook programmatische samenhang, bijvoorbeeld als het gaat om het aantrekken van bewoners (en
bedrijven) vanuit de Randstad, het onderbrengen van regionale werkgelegenheid en de markt voor
(boven)regionale winkelvoorzieningen. Afstemming binnen de Stedendriehoek is daarom van groot
belang. Daarnaast zetten we in op het (verder) ontwikkelen van een gezamenlijk regionaal profi el.
Onderlinge specialisatie moet er toe leiden dat de marktpositie van de Stedendriehoek als geheel
wordt versterkt
Ook voor de programmatische afstemming in de Stedendriehoek geldt dat regelmatig op basis van
actuele marktontwikkelingen wordt gekeken waar concurrentie dreigt en waar we elkaar aanvul-
len. En dat heeft natuurlijk alleen nut als er vervolgens afspraken gemaakt kunnen worden over
fasering, temporisering of uitwisseling van projecten of programma’s. Alleen door samen te werken
met de partners binnen de Stedendriehoek, kunnen de ambities uit deze structuurvisie verder wor-
den gebracht. Dat geldt voor de al eerder genoemde programmatische afstemming, maar ook voor
bijvoorbeeld de doorstroming op de A1 en A50 en het realiseren van spoorverbindingen naar Arnhem
en Zwolle. Ook het bevaarbaar maken van het Apeldoorns Kanaal of het verder uitbouwen van de
Veluwe als toeristisch toplandschap vraagt om partnerschap, soms ook met meer partijen dan alleen
de regio. Ook het waterschap Vallei en Veluwe is een belangrijke regionale samenwerkingspartner
als het gaat om de wateropgaven die op ons afkomen. En vanzelfsprekend is de provincie Gelderland
een belangrijke partner bij uitvoering.
samen werken aan de BuitenstadWerken aan de Buitenstad doen we samen. Dat vraagt om een open proces, waarbij vanaf het begin
wordt aangestuurd op een zo goed mogelijke gezamenlijke uitkomst. Die uitkomst is van tevoren
niet precies vast te leggen, maar wel kan worden vastgelegd dat initiatieven moeten bijdragen aan
de Buitenstad. Dat vraagt om eerlijke en transparante afwegingsargumenten. Zodat we kunnen uit-
leggen wanneer er sprake is van meerwaarde voor de Buitenstad en wanneer niet. De principes voor
de Buitenstad zijn hiervoor ons houvast. Maar het is tegelijkertijd ook een nieuwe werkwijze, die zich
nog verder zal moeten ontwikkelen en bewijzen. We zullen dan ook op gezette tijden de effectiviteit
en de ‘klanttevredenheid’ hiervan evalueren.
51
deel 2: uitvoering
52
53
I. KANSKAARTEN 1.0
Buitenstad ApeldoornDeze structuurvisie focust op de belangrijkste kwaliteiten van Apeldoorn. In het begrip Buitenstad
komen die kwaliteiten samen. We hebben voor de Buitenstad vier ambities benoemd waaraan we
samen willen werken. Die bouwen voort op waar Apeldoorn al sterk in is. En ze staan centraal bij
alles wat we doen. Onze investeringen zullen zich daarbij vooral richten op het fundament van de
Buitenstad en op de dynamo’s.
vier kanskaartenDaarnaast hebben wij voor elke ambitie een kanskaart opgesteld. Ze geven aan waar wij als ge-
meente kansen zien om de Buitenstad de komende jaren verder uit te bouwen en te versterken.
Kanskaarten zijn geen projectenkaarten. Ze zijn bedoeld om te inspireren, te verleiden en om te
verbinden met kansen die u ziet. Niet alles op kaart zal kunnen en zeker niet alles zal morgen al
kunnen. Maar de kanskaarten geven wel een ambitie weer. Een ambitie waar we samen met anderen
aan willen werken.
De kanskaarten hebben geen juridische status, maar vormen onze uitnodiging om met u als initia-
tiefnemers in gesprek te gaan. Wat wilt u, waar ziet u kansen? Kunnen we die wellicht verbinden en
samen ambities dichterbij brengen?
Laat u inspireren om mee te bouwen aan de Buitenstad!
54
optimaliseren lokale netwerken
verknopen van routes & invullen ontbrekende schakels
nieuwe Buitenstadse woonmilieus ontwikkelen
in de bestaande kernen en op uitleglocaties
wonen in de binnenstad versterken
verdere ontwikkeling diversiteit & stedelijk Buitenstadmilieu
wonen
grootschalig voorzieningenaanbod versterken
aanbod centrum verbreden & grootschalige detailhandel concentreren
ontmoetingsplekken creëren (indicatief )
benutten braakliggende terreinen & stimuleren functiemenging
verblijfskwaliteit centrum verbeteren
vergroenen & aantrekkelijker maken voor kinderen
verbeteren autobereikbaarheid
versterken ring en stadsentrées
zelfbeheer en burenhulp stimuleren
de Maten als pilot
kanskaart 2030Comfortabele gezinsstad
0 1.000 2.000 3.000 m
noord
groen & routes
voorzieningen & bereikbaarheid
ontmoeting & leefbaarheid
groene kwaliteiten als drager
behouden, uitbouwen en verbeteren gebruikskwaliteiten
verbeteren verbindingen met het buitengebied
toegankelijkheid Veluwezijde & robuuste verbindingen IJsselvallei
voorinvesteren in groen
bij het realiseren van nieuwe woongebieden bij de kern Apeldoorn
verbeteren ov-bereikbaarheid richting Arnhem en Zwolle
(verschillende tracévarianten) & station Apeldoorn-west
voorzieningen in de buurt
wijk- & dorpscentra, scholen, zwembaden, attracties enz.
(alleen wijk- & dorpscentra op de kaart)
kansen voor de bestaande wijken
handhaven hoogwaardig en afwisselend leefklimaat /
ondergronds brengen hoogspanningsleidingen
55
groen & water
kanskaart 2030Toeristisch toplandschap
0 1.000 2.000 3.000 m
noord
routes & knooppunten
voorzieningen
uitbouwen regionale netwerken: completeren fiets- en wandelcircuits
toegankelijkheid Veluwezijde & robuuste verbindingen IJsselvallei
opnemen in landelijk netwerkontwikkelen ‘Veluwe-knooppunten’ (mogelijke locaties)
verbeteren informatievoorziening & ontwikkelen arrangementen
koppelen van attracties en centrum, benutten VSM-lijn
Apeldoorns Kanaal bevaarbaar maken
kansen voor jachthaven aan de rand van het centrum
contrasten handhaven
ruimte voor rust en stilte
nieuwe recreatieve concentratiepunten realiseren
waar mogelijk i.c.m. cultuurhistorie
recreatief aanbod verbreden
benutten van kansen voor het ontwikkelen van zorgrecreatie
versterken van de recreatieve aantrekkelijkheid van het centrum
verbreden van het aanbod en verbeteren van de verblijfskwaliteit
vernieuwen van het recreatieaanbod
regeling voor vrijkomende recreatiebedrijven (VRB)
onderlegger
waardevolle landschappelijke en cultuurhistorische complexen
o.a. De Parken, Indische buurt, Hoog Soeren, Radio Kootwijk enz.
beken, sprengen & molenlocaties
afronden herstel beken en sprengen
waardevolle (open) landschappen
beekdalen & enken
bestaande recreatieve concentratiepunten
o.a. Radio Kootwijk, dorpen, Julianatoren, Paleis ‘t Loo, Omnisport
ontwikkelen IJsselvallei tot een landschap van Buitenstadniveau
met ruimte voor nieuwe recreatieve concentratiepunten
A
A
A
A
A
A
A
A
56
Stadhoudersmolen
Apeldoorn-noord
Ecofactorij
Kayersmolen
Zuidwestpoort
IT-campus
ontwikkelen van netwerken tussen bedrijven en kennisinstituten
IT-campus als voorbeeld
realiseren stations Apeldoorn-west & -zuid
verbeteren ontsluiting bedrijventerreinen
kanskaart 2030Veelzijdige economie
profileren van Apeldoorn als veelzijdige economie
ict, zorg, transport & logistiek, toerisme & recreatie, maakindustrie
profileren & uitbouwen
netwerken
infrastructuur
0 1.000 2.000 3.000 m
noord
concentreren van grootschalige detailhandel
uitbouwen van de Voorwaarts / het Rietveld
profileren van de dorpen (benutten kwaliteiten)
kansen voor toerisme, recreatie, landbouw & zorg
spoorverbinding richting Zwolle & Arnhem
verschillende tracévarianten
profileren van de verschillende bedrijvenlocaties
inzetten op diversiteit
(verschillen in welstandsniveau, schaal en milieucategorieën)
concentratiegebied hoger en middelbaar onderwijs
profileren & uitbouwen
ruimte voor een uitzonderlijk initiatief voor de Buitenstad
Nieuw Milligen / RBAZ
kansen voor functiemenging wonen & werken
langs Kanaal en spoor
mogelijke uitbreidingsruimte
Ecofactorij
kleine ondernemers, dorps/lokaal, starters
2e stadsentree, representatief, gemiddelde omvang
duurzaam & efficiënt, grootschalig, distributie en productie
kleine ondernemers, lokaal & regionaal, grote schaal, free-zoning
representatief, losse bebouwing in het groen, hoogwaardig
kleinschalig, verweving wonen & werken
57
kansen voor waterberging op de Veluwerand
herstellen beken en sprengen, verbreden sloten, minder verharding enz.
realiseren groene wiggen & regionale verbindingen
versterken van de biodiversiteit
bevorderen herbestemming (indicatief )
zuinig ruimtegebruik, offensief leegstand
brongebieden biodiversiteit behouden en versterken
Veluwe, beken, sprengen, landgoederen, Beekbergerwoud enz.
kanskaart 2030Locale duurzaamheid
0 1.000 2.000 3.000 m
noord
tegengaan ‘urban heating’
verdunnen & meer water, straatgroen en groen op daken
benutten aanwezige biomassa / energieproductie
Veluwe & landbouw in de IJsselvallei en de agrarische enclave
energie
biodiversiteit
water & ruimtelijke ordening
leefbaarheid & herstructurering
beken en sprengen door laten dringen in stedelijk gebied
kansen voor biodiversiteit en recreatie
kansen voor terugdringen energieverbruik woonwijken
hoge energieprestatieindex en/of hoog energieverbruik
verduurzamen en vergroenen oudere bedrijventerreinen
verbeteren energieprestaties en vergroten biodiversiteit
lage leefbaarheidsscore wijken (score 2010) /
herstructurering bij overlap met hoog energieverbruik
duurzame koelsystemen
benutten 12º waterbuffer Veluwerand
koude - warmte opslag (niet op kaart)
niet locatiegebonden, maar niet in waterbufferzone Veluwerand
mogelijk biogasnetwerk regio
kansen voor aansluiting Ecofactorij
benutten kleinschalige kansen windenergie
KWO
WIND
58
59
II. UITVOERINGSPROGRAMMA 1.0
Dit Uitvoeringsprogramma 1.0 geeft een eerste aanzet voor de projecten die wij van groot belang
vinden voor de kwaliteit van Apeldoorn. Het is de groslijst voor de onderbouwing van het kosten-
verhaal. Zie daarvoor paragraaf 5.2. In de gemeentelijke meerjarenbegroting wordt dit programma
jaarlijks geactualiseerd. Vandaar de toevoeging ‘1.0’.
60
Bijdragen aande Buitenstad
FU
ND
AM
EN
TD
YN
AM
O’S
Staalkaart van projectenDekkingsplan
Verbeteren van de
bereikbaarheid
- Verbeteren van de doorstroming op de A1 en A50.
- Realiseren van een spoorverbinding Apeldoorn-Arnhem.
- Realiseren van een spoorverbinding Apeldoorn-Zwolle.
- Realiseren van een station Apeldoorn-west.
Locale voorzieningen meenemen in het investeringsplan
bovenwijks met een aandeel dat wordt opgebracht door
nieuwe ontwikkelingen en een deel dat wordt betaald uit
de algemene middelen. Bijdragen aan gewenste natio-
nale en regionale infrastructuur daar mede op baseren.
Algemene middelen, subsidies en meenemen in het
investeringsplan bovenwijks (onderdeel groenfonds voor
het buitengebied).
Dekken vanuit algemene middelen en subsidies.
Dekken vanuit algemene middelen en subsidies.
Dekken vanuit algemene middelen en subsidies.
Dekken vanuit algemene middelen en bijdragen ruimte-
lijke ontwikkeling.
Dekken vanuit algemene middelen en bijdragen ruimte-
lijke ontwikkeling dynamo’s.
Dekken vanuit algemene middelen en bijdragen ruimte-
lijke ontwikkeling dynamo’s.
- Herstel van de beken en sprengen
- Verruimen van het stedelijk waterbergend vermogen met
bijdragen aan verbetering van de biodiversiteit en ecolo-
gische verbindingen.
- Realiseren van de groene uitloopgebieden Beekberger-
woud, Woudhuis en Weteringse Broek.
- Realiseren van groene wiggen en verbindingen naar de
uitloopgebieden aan de oostkant van de stad.
- Kwaliteitsverbetering laanbeplanting langs Ring en
radialen.
- Versterken ecologische en recreatieve netwerken.
- Groene structuurversterkingen in de dynamo’s.
- Transformatie van delen van de Kanaalzone.
- Herprogrammeren en extensiveren van Zuidbroek.
- Ontwikkelen van groen wonen in de binnenstad.
- Verbeteren van de kwaliteit van de buurt/wijkcentra.
- Ondersteunen van zelfbeheer van buurtvoorzieningen.
- Verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte.
- Herprofi leren van de Binnenring.
- Ontwikkelen Europaweg en de stadsas Kayersdijk.
- Ontwikkelen Ecofactory 1 & 2.
- Realiseren van een fi jnmazig digitaal netwerk.
- Bevorderen kenniscampus voor onderwijs en bedrijven.
- Stimuleren van ruimten voor starters en kleine bedrijfjes.
- Experimenteren met proeftuinen voor regelarme free-zoning.
- Kwaliteitsverbetering van bestaande bedrijventerreinen.
- Benutten van cultureel erfgoed.
- Vergroenen van de binnenstad.
- Realiseren van voldoende parkeren in de binnenstad (voor
auto en fi ets).
- Buurt-/wijkcentra bereikbaar met alle modaliteiten.
- Kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte in buurt/wijk-
centra.
- Kleinschalige herstructurering verouderde delen wijken en
buurten.
- Het Apeldoorns kanaal (weer) bevaarbaar maken.
- Samenhang aanbrengen tussen fi etsroutes stad en
buitengebied.
- Verbeteren van de openbare toegankelijkheid van de Veluwe.
- Realiseren van een station Apeldoorn-zuid.
- Verbeteren van de doorstroming op de Ring Apeldoorn.
- Openbaar vervoer bedrijven en kantoren.
Uitbouwen van blauwgroene
structuren & Groene Mal
Verbreden en vernieuwen
van het toeristisch-
recreatieve palet
Actualiseren van de
Buitenstedelijke
woonkwaliteit
Bieden van een fi jnmazige
voorzieningenstructuur
Vernieuwen van de
verblijfskwaliteit in het
centrum
Versterken van het econo-
mische vestigingsklimaat
Ondersteunen van
economische innovatie
BIJLAGEN
61
62
63
BIJLAGE A: proces
December 2010 en januari 2011
• Diverse externe deskundigen (o.a. ondernemers, corporaties en ontwikkelaars) betrokken bij
het opstellen van een Plan van Aanpak.
April 2011
• Het college van Burgemeester en Wethouders (B&W) stelt Plan van Aanpak vast.
Mei 2011
• De Politieke Markt Apeldoorn (PMA) bespreekt het Plan van Aanpak.
Juni 2011
• Discussieavond met externe partners: wijk- en dorpsraden, ondernemers, beleggers, corpo-
raties, belangengroepen, en inwoners over het Plan van Aanpak: wat is de agenda voor de
structuurvisie?
Augustus en september 2011
• ‘Omdenksessies’ met diverse externe deskundigen (onder andere ondernemers, corporaties en
ontwikkelaars) over de uitvoeringstrategie.
Oktober 2011
• Rode draad structuurvisie bespreken in B&W.
• Rode draad structuurvisie bespreken met externe partners: wijk- en dorpsraden, ondernemers,
beleggers, corporaties, belangengroepen en inwoners.
November 2011
• Rode draad structuurvisie bespreken in de PMA.
• Presentatie rode draad structuurvisie aan medewerkers provincie Gelderland (ambtelijk).
December 2011
• Vaststellen Koersdocument (eerste proeve van de structuurvisie) door B&W.
December 2011 en januari 2012
• Scholierendebat Koersdocument.
• Internetforum bewoners en ondernemers.
• Debat met externe partners: wijk- en dorpsraden, ondernemers, beleggers, corporaties, belan-
gengroepen en inwoners.
• 2x debat met externe deskundigen (onder andere ondernemers, corporaties en ontwikkelaars).
• Presentatie Koersdocument in Bestuurlijke Carrousel van de Regio Stedendriehoek.
Juni 2012
• Discussie Koersdocument door de PMA.
Juli 2012
• Werksessie met waterschap Vallei & Veluwe over kansenkaart structuurvisie.
64
65
BIJLAGE B: literatuurlijst• 2020, Vier Scenario’s voor de Toekomst van de Detailhandel (Hoofdbedrijfschap Detailhandel,
2007)
• A1-A50 handreiking ruimtelijke kwaliteit; de relatie tussen de stad, de snelweg en het land-
schap (Els Bet & Carin Jannink, 2010)
• A1-A50 schetsboek; de relatie tussen de stad, de snelweg en het landschap (Els Bet & Carin
Jannink, 2010)
• Aandachtspunten demografi e Apeldoorn (Rolf Tjemmes, 2010)
• Apeldoorn Duurzaam (gemeente Apeldoorn, 2001)
• Apeldoorn geeft ruimte; naar een nieuwe koers en een andere manier van werken in de ruimte-
lijke ontwikkeling van Apeldoorn (gemeente Apeldoorn en Van Nimwegen, 2011)
• Apeldoorn op de grens van twee eeuwen (Arno Marchand, 1999)
• Apeldoorn 2007-2015; kansen voor winkelontwikkelingen in de binnenstad en periferie (DHV,
2007)
• Arme Stad Versus Rijkere Stad Scenario (Ecorys, 2011)
• Bedrijfseconomische ontwikkelingen in de agrarische sector; bestemmingsplan Buitengebied
gemeente Apeldoorn (Alterra, 2010)
• Behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen in de Stedendriehoek; eindrapport (Etin, 2007)
• Beleidsnota hoogbouw; ruimte door hoogte (gemeente Apeldoorn, 2008)
• Betrokken Actief Apeldoorn; sociaal strategische visie 2020 (gemeente Apeldoorn, 2005)
• Bezoek aan Toeristische Attracties gelderland; een analyse van de ontwikkelingen 2006-2010
(Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, 2011)
• Burgerschapsstijlen vanuit het perspectief van burgers (Motivaction, 2011)
• Cultuur in bedrijf; cultuurvisie Apeldoorn 2004/2014 (gemeente Apeldoorn, 2005)
• De gedeelde stad geheeld; businesscase Kanaalzone Apeldoorn (gemeente Apeldoorn, 2008)
• De groene mal van Apeldoorn (gemeente Apeldoorn, 2002)
• De prognose in perspectief; Apeldoorn (ABF Research, 2011)
• De Staat van de Ruimte 2010 (Planbureau voor de Leefomgeving, 2010)
• De toekomst van toerisme, recreatie en vrije tijd (Kenniscentrum Recreatie, 2008)
• De toekomstbestendigheid van Apeldoorn (Peter Louter, 2011)
• De Uitvoeringsagenda van New Towns (gemeenten Almere, Apeldoorn, Ede, Haarlemmermeer
en Zoetermeer, 2009)
• Dorpskwaliteit in Beeld (Vereniging Hoenderloo’s Belang, 2009)
• Dorpenvisie Beekbergen en Lieren (2007)
• Economische prestaties van de Stedendriehoek; een quick-scan van economische kerngebieden
(Bureau Louter, 2004)
• Economische Visie Stedendriehoek; eindrapport en achtergronddocument (B&A Consulting, 2008)
• Gemeente op Maat; Apeldoorn (CBS, 2010)
• Gemeentelijke Grondbedrijven in een andere Realiteit (TU Delft, 2012)
• Gemeentelijk Grondbedrijf in Verandering (drs H.G.M. Nijland; Grondzaken in Praktijk, 2011)
• Groningen, Stad op Scherp; structuurvisie 2008-2020 (gemeente Groningen, 2009)
• Groot Apeldoorns Landschapskookboek (Harro de Jong, 2010)
• Herijking Strategisch Kader Apeldoorn; accent bevolkingsaanwas (Rolf Tjemmes, 2009)
• Het Blauwe Boek; raamwerkplan Kanaalzone (gemeente Apeldoorn, 2009)
• Industrie en Samenleving, het vizier op 2025 (Samenwerkende werkgevers verenigingen en
vakbonden, 2010)
• Investeren in Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl (Ministerie van Infrastructuur & Milieu, 2012)
• Jonge vlucht in Apeldoorn? (Bureau Louter, 2010)
• Kadernotitie Beheer Openbare Ruimte Apeldoorn (diensten MMO en GNL gemeente Apeldoorn,
2008)
• Kansen voor de Gelderse Regio’s (Provincie Gelderland, 2010)
• Kerntakendiscussie Gemeenteraad Apeldoorn; discussiedocument Nieuwe Rolneming Gemeente
(gemeente Apeldoorn, 2010).
• Klarenbeek een dorp met een hart; Dorpsvisie Klarenbeek 2015 (gemeenten Apeldoorn en
Voorst, 2003)
• Klein Apeldoorns Dorpen Kookboek (gemeente Apeldoorn, 2011)
• Koersdocument kantorenleegstand Apeldoorn (gemeente Apeldoorn, concept 2011)
• Koopstromen onderzoek 2010 deelrapportage; Apeldoorn -kern Apeldoorn (I&O Research, 2010)
• Koopstromen onderzoek 2010 deelrapportage; Apeldoorn - wijkkoopstromenonderzoek (I&O
Research, 2010)
• Later, Eens, Ooit; tussenrapportage (programmateam Werk, 2011)
• Leefbaarheid in Apeldoorn; tabellenboek: de uitkomsten van het leefbaarheidsonderzoek 2011
en vergeleken met 2003, 2005, 2007 en 2009 (Concernstaf gemeente Apeldoorn, 2001)
• Loenen, een dorp om te zoenen; Structuurvisie Loenen 2020 (2009)
• Marktwerking en de rol van de overheid (prof. dr. M.J.W. van Twist, 2001)
• Masterplan Zuidbroek (gemeente Apeldoorn, 2003)
• Mid-Size Utopia; ontwerpconcept voor dynamische stedelijke regio’s (Zandbelt & Van den Berg,
2011)
• Monitor Tevredenheid Vestigingsklimaat (Deloite, 2012)
66
• NAW Onderzoeksdossier naar stedelijke woonmilieus (Bouwfonds, 2011)
• Nota Kampeerbeleid Apeldoorn (Grondmij/Route IV, 2010)
• Onder de bomen of Boven de bomen; discussienota hoogbouw Apeldoorn (Els Bet, 2005)
• Ontwikkelingsvisie Kanaalzone Noordoost (gemeente Apeldoorn, 2010)
• Oosterhuizen een kern met pit; Dorpsvisie 2007-2015 (Dorpsraad Oosterhuizen, 2007)
• Organisatie van Prestaties (prof. dr. Willem Korthals Altes, drs. Saskia Nieuwenhuizen, drs. ing.
Mimi Stevens, ir. Nico Harkes, 2004)
• Perifere en grootschalige detailhandel Apeldoorn; deel 2: versterking van de totale Apeldoornse
detailhandelsstructuur (BRO, 2008)
• Perifere en grootschalige detailhandel; herijking van beleid (gemeente Apeldoorn, 2010)
• Programmaplan imagoversterking Veluwe 2007/2009 (provincie Gelderland, 2007)
• Raamnota Apeldoorn; raamwerken voor stedelijke kwaliteit (gemeente Apeldoorn, 1998)
• Regieplan Binnenstad; structuurvisie voor de binnenstad van Apeldoorn (gemeente Apeldoorn,
2010)
• Regionaal Programma Bedrijventerreinen Regio Stedendriehoek (regio Stedendriehoek en de
provincies Gelderland en Overijssel, 2011)
• Regionale Structuurvisie De Voorlanden Stedendriehoek 2030; visie op het niet-bundelingsge-
bied (regio Stedendriehoek en bureau Nieuwe Gracht, 2009)
• Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030; visie op het bundelingsgebied (regio Steden-
driehoek, Vista en Nieuwe Gracht, 2007)
• Routekaart Apeldoorn Energieneutraal 2020; op weg naar een duurzamer Apeldoorn (gemeente
Apeldoorn, 2010)
• Ruimtelijk-economische analyse MONT-regio (Bureau Louter, 2006)
• Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie Apeldoorn 2020; structuurplan stedelijk gebied (gemeente Apel-
doorn, 2002)
• Samen voor de Buurt; advies over fase 2 van de Apeldoornse aanpak (2011)
• Smarter Cities zijn de Toekomst van Nederland (Binnenlands Bestuur, 2011)
• Stad & Land in Apeldoorn; startnotitie herijking Strategisch Kader (gemeente Apeldoorn, 2009)
• Stadsfoto Apeldoorn (Atlas voor gemeenten, 2010)
• Strategische Economische Beleidsvisie Apeldoorn 2000-2020 (gemeente Apeldoorn, 2000)
• Strategisch Kader 2010-2020; Aangescherpte koers voor de toekomst (gemeente Apeldoorn,
2009)
• Structuurschets Kanaalzone Apeldoorn (gemeente Apeldoorn, 2005)
• Structuurplan Landelijk Gebied Apeldoorn (gemeente Apeldoorn, 1998)
• The Netherlands of 2040 (Centraal Planbureau, 2010)
• Toekomstvisie twee-eenheid Wenum Wiesel (2009)
• Toelichting op de presentatie voor Apeldoorns Perspectief (Peter Louter, 2011)
• Trendrapport Toerisme & Recreatie Veluwe (Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, 2006)
• Trendrapport Vrijetijdssector Veluwe 2010; cijfers en trens (Gelders Overijssels Bureau voor
Toerisme (2011)
• Twee Handen Vol Trends (Natuurplanbureau, 2002)
• Uddel, een dorp met toekomst; structuurvisie Uddel (2010)
• Uitkomsten vragenlijsten kernwaarden (LAgroup Leisure & Arts Consulting, 2009)
• Van ‘t Loe tot La Tour; verhalen over zeshonderd jaar bouwen in Apeldoorn (Wim H. Nijhof,
2003)
• Vergelijkende Duurzaamheidsbeoordeling van de 25 grootste Setden van Nederland (Teleos,
2011)
• Verkeersvisie 2010-2020 (gemeente Apeldoorn, 2009)
• Waar de stallen verdwijnen: Oude erven, nieuwe functies; Beleidskader functieverandering van
vrijkomende agrarische gebouwen (regio Stedendriehoek, 2008)
• Welkom in Apeldoorn; contourennota hotelontwikkeling Apeldoorn 2005-2010 (gemeente Apel-
doorn, 2006)
• Welvaart en Leefomgeving, vier scenario’s voor Nederland in 2030 (CPB en Planbureau voor de
Lefomgeving, 2009)
• Werken aan water; Apeldoorns waterplan 2005-2015 (waterschap Veluwe, gemeente Apel-
doorn, 2005)
• Wijkvoorzieningenscan, bijlagenboek (BMC, 2012)
• Woonatlas Apeldoorn 2005 (gemeente Apeldoorn, 2005)
• Woningbouwprogramma 2011; resultaat woningbouw 2010 en prognose 2011; gemeente Apel-
doorn, 2010
• Website Apeldoorn in Cijfers (gemeente Apeldoorn, 2011)
• Wikipedia pagina Apeldoorn
• www.historischeverenigingfelua.nl
• Zuidwestpoort Apeldoorn; stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden (gemeente
Apeldoorn, 2001)
• Zuidwestpoort Apeldoorn; ontwikkelingsvisie deelgebied Zuid (gemeente Apeldoorn, november
2002)
• Zonder trends vaart niemand wel (Izare, Grass Roots Inclusion, 2011)
67
© foto’s in deze structuurvisie onder andere: Bing.com, Imre Csany, gemeente Apeldoorn, google
streetview, bureau Nieuwe Gracht