Upload
atomium
View
213
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
En wat als beton dit doet ‘rijmen’: techniek en esthetiek, maatwerk en buitensporigheid, creativiteit en herhaling? Architectuur en sculptuur? ARCHITECTONIC nodigt uit om met een frisse blik te kijken naar het vaak verguisde materiaal beton en hoe het werd gebruikt in de architectuur, vaak op een originele en uitdagende manier.
Citation preview
© D
avid
Mar
lé
Atomiumsquare - 1020 Brussel
www.atomium.be/architectonic
PERSDOSSIER
In het kader van de tentoonstellingen gewijd aan architectuur en design van na 1958 verwelkomt
het Atomium ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) . Deze tentoonstelling is dé gelegenheid
om de technische aspecten en de esthetische dimensie van een essentieel bestanddeel van de
Belgische en internationale naoorlogse architectuur te ontdekken. Met deze expositie wil het
Atomium het publiek ook vertrouwd maken met de architectuur van vandaag.
Tot in de jaren 70 stond op enkele honderden meters van het Atomium een elegante betonnen pijl.
De “Pijl van de Burgerlijke Bouwkunde”, een paviljoen ter ere van de Belgische bouwkunde, wist
menig bezoeker onder de indruk te brengen. Het was trouwens niet het enige architectonische
hoogstandje van beton op het Heizelplateau. Terwijl de wereldtentoonstellingen elkaar opvolgden
ter weerspiegeling van een eeuw die in het teken wilde staan van de vooruitgang, had Paleis 5
van de Wereldtentoonstelling van 1935 de buitensporigheid al laten zien van wat er met dit nieuwe
materiaal mogelijk was.
Het sprak dan ook voor zich dat het Atomium, hét symbool van Expo 58, deze mooie tentoonstelling
zou verwelkomen. ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) zet een belangrijk materiaal uit de
architectuur van na 1945 opnieuw in de kijker. Beton werd vaak beschimpt en staat voor sommigen
synoniem voor “verbrusseling”, daarom wil Architectonic bezoekers het belang ervan laten inzien.
In de stedelijke veranderingen die Brussel de laatste decennia heeft doorgemaakt, speelt beton een
niet te verwaarlozen rol. Die rol is duidelijk zichtbaar in de huisvesting en de gemeenschappelijke
voorzieningen en vandaag niet minder bij kantoorgebouwen.
Maar beton verbaast! Het verbluft door de dynamiek en het ritme van de gevels en structuren die
we in ons dagelijkse leven tegenkomen. Sinds het begin van de vorige eeuw werd beton geleidelijk
aan steeds vaker gebruikt in de architectuur. Meestal met succes maar soms ook in wat minder
geslaagde uitvoeringen. ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) strekt zich uit over meer dan
drie niveaus en wekt de belangstelling van de bezoeker door de architectuur van Belgische gebouwen
uit ons dagelijkse leven in een ander daglicht te stellen.
Een interactieve inleiding legt de bezoekers uit wat beton is en wat voor architectuur het mogelijk maakt.
Het parcours biedt de gelegenheid om kennis te maken met de architecturale poëzie van een heden-
daags materiaal via de voorstelling van een aantal emblematische gebouwen in Brussel en België.
VOOR-WOORDHENRI SIMONS DIRECTEUR ARNAUD BOZZINI VERANTWOORDELIJKE VOOR TENTOONSTELLINGEN
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
1
ARCHITECTONIC IN HET ATOMIUM, EDITORIALE SAMENHANG
Het Atomium toont zijn bezoekers om de twee jaar een tentoonstelling die is opgebouwd rond
een thema uit de architectuur en het design uit de fi fties.
De tentoonstelling rond het jubelpark in 2008 maakte de balans op van het avontuur van expo 58
en de vernieuwende architectuur van de paviljoenen.
Daarvoor, in 2006, illustreerde de expo wILLY VAn deR MeeRen het werk van een architect en
modern designer uit die periode.
HeT LudIeKe ModeRnISMe, in 2010, maakte de balans op van het formele avant-gardisme van de
jaren 50 en 60. De architecturale terminologie werd vergeleken met die van het design en het
grafi sche, die allemaal gedreven worden door dezelfde zin voor innovatie, een duidelijke breuk met
het verleden, het zoeken naar nieuwe vormen en nieuwe materialen.
Daarbij werd op het einde van het parcours een maquette getoond van het CBR-gebouw.
Die opende het thema van de betonnen gevels, gemaakt van repetitieve patterns, soms als dragende
structuur, soms gewoon als bekleding.
De expo ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) borduurt verder op dat thema en biedt de
bezoeker een nieuwe blik op beroemde modernistische gebouwen uit Brussel (en Brabant), gebou-
wen met opmerkelijke gevels die bewierookt of bekritiseerd werden maar stuk voor stuk uitge-
groeid zijn tot echte wallpapers van de stad.
ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) is resoluut bedoeld voor het grote publiek maar de
Brusselaars zullen er graag hun patrimonium herontdekken, dankzij de spectaculaire reproducties
van architectonische elementen, in een unieke en bijzondere verhouding tot de gevels, die plots
toegankelijk en ongetwijfeld esthetisch zijn.
Het commissariaat wordt verzekerd door Stephanie Van de Voorde, dr.ir.-arch., gespecialiseerd
in de geschiedenis van de betonarchitectuur in België.
VERLOOP VAN DETENTOON-STELLING
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
3
BETON EN ARCHITECTUUR IN DE 20STE EEUW
De tentoonstelling schetst een kort portret van het avontuur van de betonbouw in België aan de
hand van een duidelijk zichtbare tijdslijn. De catalogus legt dan weer eerder de nadruk op het
ontstaan van de architectuur in gewapend beton. Dat nieuwe materiaal bood de ingenieurs en
daarna ook de architecten nieuwe mogelijkheden.
Al op het einde van de 19de eeuw ontwikkelde François Hennebique in België een bouwsysteem
dat gebaseerd was op een structuur van balken en zuilen van gewapend beton. De constructies
van bruggen, watertorens maar ook individuele woningen (zoals het huis ‘Dubois-Petit’ dat ont-
worpen werd door architect Paul Saintenoy in Brussel, 1899-1901) maken gebruik van het systeem
van Hennebique.
Tijdens de jaren 20 en 30 biedt de bouw van goedkope woningen en openbare gebouwen zoals
kerken de meest interessante toepassingen voor beton.
De ‘Cité Moderne’ van Victor Bourgeois (1922-25) en de talrijke individuele woningen van Louis-
Herman De Koninck maken bijna uitsluitend gebruik van mager of gewapend beton.
Architect Joseph Diongre gebruikte voor de bouw van de kerk van Sint-Johannes-De-Doper in Sint-
Jans-Molenbeek in 1930-1933 gebruik van een paraboolstructuur in beton, oorspronkelijk toegepast
in vliegtuigloodsen waar grote afstanden moesten overspannen worden. De Sint-Augustinuskerk
in Vorst en de Sint-Suzannakerk in Schaarbeek illustreren het systematische gebruik van gewapend
beton in de nieuwe Art Deco-kerken van Brussel.
De tentoonstelling ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) gaat niet dieper in op deze historische
invalshoek en kijkt vooral naar het principe van het prefabbeton en het formeel onderzoek dat
architecten na de oorlog voerden.
HeT begIn VAn de VeRVAARdIgIng VAn eLeMenTen In gewAPend beTon (1945-1955)
Onmiddellijk na de oorlog, toen men begon met een verregaande heropbouw, deden de bouwheren
nog een beroep op traditionele methodes.
Het belang van de vraag en het gebrek aan gekwalifi ceerde arbeiders zetten echter aan tot de
ontwikkeling van snellere, goedkopere en meer effi ciënte bouwtechnieken.
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
4
Aannemers begonnen het principe van de grote industriële prefabprocedés toe te passen en
realiseerden daarbij zoveel mogelijk elementen in het atelier. De vereenvoudiging van de vormen
en het afvoeren van het overbodige moesten het transport en de montage van deze elementen
gemakkelijker maken. Prefab maakte het zo mogelijk om op een goedkopere manier reeksen
woningen te bouwen met een beperkt aantal verschillende kamers.
de PeRIode VAn de eXPAnSIe VAn PReFAb (1955-1968)
Onder druk van de publieke opinie werd het productieritme opgedreven om tegemoet te komen
aan de vraag naar woningen. Dat is de periode van de grote werven die dankzij het seriewerk
ook een productiviteitswinst opleverden.
Twee met elkaar concurrerende methodes werden toen op grote schaal toegepast: het gebruik
van grote bekistingen waardoor muren en vloeren ter plaatse gebetonneerd konden worden en
de zware prefabricatie in de fabriek van vlakke panelen, muren, gevels en vloeren die vervolgens
ter plaatste gemonteerd werden met zware gereedschappen.
De architecten waren zeer geïnteresseerd in de industriële prefabtechniek en verkenden de creatieve
mogelijkheden ervan.
Tijdens de jaren 50 gebruikten de architecten Renaat Braem en Willy Van Der Meeren, tussen
formeel en functioneel onderzoek, het potentieel van gewapend beton voor sociale woningen.
André Jacqmain en Jules Wabbes, ook pioniers, ontwierpen in 1955-1958 het kantoorgebouw
Foncolin (ondertussen verdwenen), een van de allereerste constructies in de zakenwijk Belliard.
De draaggevel was gemaakt van bogen in prefab beton.
Constantin Brodzki nam, na een verblijf in de VS, actief deel aan de ontwikkeling van nieuwe
betonsoorten en nieuwe technologieën. Hij deed dat binnen N.V. Ergon, de onderzoeksdienst en
het prefabfi liaal van CBR, de cimenteries réunies de Belgique, waarvoor Brodzki de kantoren in
Watermaal-Bosvoorde ontwierp (1967 -1970).
De tentoonstelling toont talrijke maquettes van deze gebouwen en geeft de bezoeker een overzicht
van de problemen van prefab.
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
5
TUSSEN ARCHITECTUUR EN SCULPTUUR
Op de verdieping van de tentoonstellingsbol van het Atomium werden acht voorbeeldgebouwen
geselecteerd om de grote creatieve en vernieuwende talenten te illustreren van de modernistische
architecten tussen 1958 en 1980.
de 8 gebouwen :
BBL-MARNIX | 1959-1965
in Brussel, architect Gordon Bunshaft (kantoor SOM)
“ When you are given an opportunity to do a building in Brussels on a site near the king’s palace, if you don’t do a monument, you are a jackass ! ”
TORRINGTON | 1963-1964
in Nijvel, architect Marcel Breuer
“ What about aesthetics ? A new depth of facade is emerging ; three-dimensionality resulting in a greatly expanded vocabulary of architectural expression. Sun and shadow ”
CBR | 1967-1970
in Brussel / Watermaal-Bosvoorde, architect Constantin Brodzki
“ Le béton, en effet, donne une bien plus grande liberté au concepteur que celle que semblent lui accorder la plupart des architectes…. Pour faire comprendre que le béton n’était, en aucune manière, obligé d’être parallélépipédique, j’ai choisi de travailler avec les formes inspirées par Horta et par l’Art Nouveau ”
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
6
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
7
DE INNOVATION | 1968-1970
in Brussel, architecten André en Jean Polak, René Stapels
“ la couleur de la pierre naturelle, mais avec le caractère du béton ”
GEMEENTECOMPLEX | 1969-1970
in Brussel / Oudergem, architecten Vermeulen en Van Antwerpen
“ in de repetitie van het decoratief element bieden geprefabriceerde claustra’s in beton talloze mogelijkheden ”
WINKEL ROB | 1973
in Brussel / Sint-Pieters-Woluwe, architect Albert Nottebart
“ une immense dentelle de béton ”
CGER | 1970-1974
in Brussel / Sint-Pieters-Woluwe, architecten Marcel Lambrichs, Casimir Grochowski,
Daniel de Lavelaye
“ Etant donné que les éléments présentaient une ‘forme ouverte’, le vitrage n’a pas été installé entre ces éléments comme ce fut le cas pour le bâtiment CBR, mais plutôt en retrait ”
SWIFT | 1980-1983
in Terhulpen, architect Constantin Brodzki
“ Le bâtiment résultant apparaît comme le fruit de vingt années de recherches sur les possibilités du béton préfabriqué ”
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
8
BBL, 1959-1965, bankkantoor, Brussel
Torrington, 1963-1964, kantoor- en fabrieksgebouw, Nijvel
ROB, 1973, warenhuis, Sint-Pieters Woluwe / Brussel
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
9
Innovation, 1968-1970, warenhuis, Brussel
Oudergem, 1970, gemeentelijk complex, Oudergem CBR, 1967-1970, kantoorgebouw, Watermael-Bosvoorde / Brussel
Swift I, 1980-1983, kantoorgebouw, Terhulpen CGER / ASLK, 1970-1974, bankkantoor, Brussel
Pijl van de Burgerlijke Bouwkunde, Brussel, ir. André Paduart,
arch. Jean Van Doosselaere, sculpt. Jacques Moeschal
Thierry Belenger, initiatiefnemer van het project en Michel Bries, decorontwerper, wilden de
architectonische elementen uit hun structurele functie halen.
Door de structuur van een gevel te isoleren en deze getrouw te reproduceren, meestal op 100 % van
de omvang, geeft de tentoonstelling de bezoeker een nieuwe visie op deze beroemde gebouwen.
De architecturale module, hangend met een onwaarschijnlijke gewichtloosheid waarbij de initiële
functie totaal verloren gaat, wordt plots opgemerkt door het publiek als een echte sculptuur
waar hij rond draait om de perfecte vormen ervan te smaken.
Er werden claustra’s gemonteerd om het spel met repetitieve vormen te illustreren in verrassende
pattern-effecten, als reuzengroot scherm of driedimensionaal behangpapier.
Tijdens zijn bezoek zal de toeschouwer het gewicht van het beton en het beeld van een grijze stad
dat onterecht wordt geassocieerd met zo’n rijk materiaal vergeten.
oRIgIneLe bAnKen In beTon VooR de TenToonSTeLLIng onTwoRPen dooR een deSIgneR
Wolfgang Bregentzer ontwierp een nieuwe bank en gebruikt daarin het architecturale principe van
de dunne schaal waarin de intrinsieke kracht voortvloeit uit de vorm. Zijn bank op drievoet, 1 m 20
breed, gegoten met een maximale dikte van 30 mm, optimaliseert de weerstand van het materiaal.
Via dit originele meubilair ontdekt het publiek dat beton ook thuis, in zijn salon of op het terras,
kan worden gebruikt.
Daarna kan men alle stappen in de creatie en realisatie volgen via een fi lmpje, geplaatst tegenover
de indrukwekkende originele gietvorm. Zo krijgt de bezoeker meer inzicht in het prefabprincipe.
Tenslotte zal de bezoeker verrast zijn te zien dat beton gekleurd kan worden en dat grijs tegen-
woordig niet langer noodzakelijk is.
De betonfederatie en de fi rma DECOMO verleenden steun en expertise bij het uitbouwen van
de tentoonstelling.
Het Atomium gaat zo verder op ontdekking doorheen deze rijke periode waarin architectuur
en ontwerp meegevoerd werden door de innovatieve geest die ontstond tijdens Expo 58.
EEN VERRAS-SEND DECOR
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
11
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
12
THIeRRY beLengeR
ARCHIVe deSIgn PRoJeCT
een ondeRweRP IS In de eeRSTe PLAATS een onTMoeTIng
Archive design kon maar gecreërd worden dankzij
de ontmoetingen met grote architecten en Belgische
designers uit de vorige eeuw. Hun werk is een testa-
ment van een leven: de illustratie van een zeer grote
samenhang tussen de visie van een vak, realisaties
en persoonlijke, oprechte en betrokken belevingen.
Ik betreurde het dat Willy Van Der Meeren de tentoon-
stelling die in 2002 werd opgezet door de Fondation
pour l’architecture niet meer kon meemaken. Ik werd
me er daardoor van bewust dat het hoog tijd was om
de sporen en getuigenissen van deze grote ontwerpers
te verzamelen en te delen met het publiek.
In 2007 plande Thierry Belenger een retrospectieve
rond binnenhuisarchitect Christophe Gevers.
Zijn overlijden verhinderde niet dat de tentoonstelling
‘Inventaire d’un inventeur’ werd opgebouwd volgens
de lijst die door de designer zelf nog werd opgemaakt.
Voor het Atomium gaat het er meer specifi ek om thema-
tische tentoonstellingen uit te werken die verband houden
met de jaren 50 en 60 die zeer vruchtbaar waren voor
het modernisme.
Na Van Der Meeren en Le modernisme Ludique neemt
het formeel architectonisch onderzoek zijn intrek in de
bol die voorbehouden is voor tijdelijke tentoonstellingen.
Het zijn de ontmoetingen met Constantin Brodzki en
André Jacqmain die de inhoud van de toekomstige
tentoonstelling verrijken, vervolgt Thierry.
Wij hebben stukken op ware grootte gemaakt en
maquettes gevonden om het publiek de architectuur
echt te laten beleven, in een eenvoudige en fysieke
verhouding tot de vormen. De esthetiek van de archi-
tecturale keuzes van die tijd is gedurfd! En aanstekelijk!
Thierry Belenger verdeelt zijn tijd tussen de Archives
d’Architecture Moderne, het uitbouwen van tentoonstel-
lingen, de Brussels design market en verkoopzaal Bergé
waar hij vanaf dit jaar aan de slag is als design consultant.
enKeLe ReFeRenTIeS
2006 commissariaat Willy Van Der Meeren / Atomium
2008 commissariaat Christophe Gevers / Fondation
pour l’architecture
2009 consultant Modernisme Ludique / Atomium
2011 commissariaat Architectonic / Atomium
MICHeL bRIeS
MAndRAgoRe SCenogRAPHY
een TenToonSTeLLIng IS ooK een VeRHAAL
De 3de dimensie biedt mooie perspectieven voor de
communicatie. Een expo wil niet alleen tonen, die moet
ook praten en precies de juiste voorwerpen, woorden
en beelden uitkiezen om te communiceren.
Dat zijn de woorden van Michel Bries, decorontwerper,
waarin hij zijn werk bij de structuur Mandragore, Brussels
agentschap voor visuele communicatie, beschrijft.
De creaties voor het Atomium, de stichting voor archi-
tectuur of het Jubelpark illustreren de wens om het beste
te halen uit een onderwerp en een plaats door duidelijk
de doelstellingen en de doelgroep te identifi ceren.
Een tentoonstelling vertelt een verhaal, zo benadrukt hij.
Een decor neemt de tijd om het publiek mee te tronen
naar de kern van een onderwerp dat door de inkleding
van de ruimte niemand onverschillig laat. De toe-
schouwer wordt geïnformeerd maar ook geraakt of
zelfs verrast door zijn interactieve ervaring.
De persoonlijke interesses van Michel Bries brengen
hem tot decors rond design en architectuur in samen-
werking met Thierry Belenger en Archives design.
Hij ondersteunt hun doelstellingen vanaf de creatie.
De decorontwerper doceert ook grafi sche en visuele
communicatie aan La Cambre en is spreker bij CAD
in Brussel.
Architectonic vergeet de technische uitlatingen over
en het mistroostige imago van beton in onze moderne
steden. De tentoonstelling toont de creativiteit en het
formele onderzoek van de moderne architecten die
bevrijd zijn van het leven en enthousiast zijn over de
prestaties van een materiaal dat luchtiger en soepeler
is dan wij denken.
enKeLe ReFeRenTIeS
2000 decor Art@Belgium / Dexia
2001 grafi sch ontwerp designaddict.com
2006 decor Willy Van Der Meeren / Atomium
2007 decor Vous êtes ici / St Géry
2008 decor Christophe Gevers /
Fondation pour l’architecture
2008 decor Picture-trees / St Géry
2009 sdecor Modernisme Ludique / Atomium
2010 decor Les Marolles / Porte de Halle
2011 decor Alban Chambon /
Fondation pour l’architecture
2011 decor Vande Velde@home / La Cambre
2011 decor Architectonic / Atomium
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
13
STePHAnIe VAn de VooRde
geSPeCIALISeeRd In de geSCHIedenIS VAn
de ARCHITeCTuuR (UGENT, VAI /CVAA)
de RIJKe geSCHIedenIS VAn een VeeLZIJdIg en
MuLTIdISCIPLInAIR MATeRIAAL
Geen enkel ander materiaal heeft de architectuur van
de 20ste eeuw zo sterk beïnvloed als gewapend beton.
De veelzijdigheid en oneindige toepassingsmogelijk-
heden van het materiaal maken de geschiedenis van
beton in de Belgische architectuur tot een bijzonder
boeiend verhaal. De mogelijkheid om met deze ten-
toonstelling een deel van dit verhaal tot bij het grote
publiek te brengen, heb ik dan ook graag aangenomen!
Stephanie Van de Voorde (burgerlijk ingenieur-architect,
UGent, 2005) verdedigde in februari 2011 met succes
haar doctoraal proefschrift ‘Bouwen in beton in België
(1890-1975). Samenspel van kennis, experiment en
innovatie’ aan de Vakgroep Architectuur & Stedenbouw
(Universiteit Gent). Ze werkte ruim vijf jaar aan deze
eerste omvattende, diepgaande studie over de ontwik-
keling en toepassing van beton in België.
Vanuit verschillende hoeken heb ik positieve commen-
taren gekregen over deze studie, onder meer omdat
ik me niet beperkt heb tot de architecturale kenmer-
ken maar ook economische kwaliteiten, technische
aspecten en structurele voordelen heb opgenomen.
Op die manier komen niet alleen de iconische, spraak-
makende realisaties van architecten in beeld, maar krijgt
ook de belangrijke bijdrage van minder bekende inge-
nieurs en aannemers een plaats in de geschiedenis.
Deze multidisciplinariteit van het materiaal, dat mensen
met een verschillende achtergrond bij elkaar brengt, loopt
ook als een rode draad door de tentoonstelling: terwijl
de architectuurhistoriografi e zich al te vaak beperkt tot de
naam van de architect, toont het ontwerp- en construc-
tieproces van deze gebouwen aan dat de samenwerking
met ingenieurs en technici van de prefabbedrijven en
aannemers bepalend waren voor het succes.
Stephanie stelde haar onderzoek naar de geschiedenis
van beton de voorbije jaren voor in wetenschappelijke
publicaties en op congressen in binnen- en buitenland
(Frankrijk, Duitsland, Nederland, Portugal, Groot-Brit-
tannië, Turkije, Venezuela). Ze doceerde ook enkele
gastcolleges aan Belgische universiteiten en hoge-
scholen. Momenteel voert ze als projectleider bij het
Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (onderdeel
van het Vlaams Architectuurinstituut) onderzoek naar
de archieven van architectuurscholen in Vlaanderen.
enKeLe ReFeRenTIeS
2006 ‘Sculpture house in Belgium by Jacques Gillet’,
in : Design and nature III, Southampton : WIT Press.
2008 Isia Isgour 1913-1967, Antwerpen :
Centrum Vlaamse Architectuurarchieven.
2008 ‘Beton in de Belgische architectuur (1945-1970)’,
in : Cement (nr. 5, 6, 7, 8).
2008 ‘On the interface between architecture,
engineering, and technology’, in : Construction
History Society Journal.
2009 ‘Hennebique’s journal Le Béton armé’, in : Third
International Congress on Construction History,
Cottbus : Brandenburg University of Technology.
2009 ‘Reassembling design and construction’,
in : Networks of Design. Conference of the
Design History Society (UK), Boca Raton:
Universal Publishers.
2009 Ingenieurs en hun erfgoed, Leuven: SIWE.
2010 ‘Collaboration and rivalry at Expo 58’
landmarks’, in : First international Conference
on Structures and Architecture, Boca Raton :
CRC Press / Balkema.
2010 ‘Innovations and Experiments in Modern
Belgian Architecture’, in : IXth International
Docomomo Conference : ‘Other Modernisms’,
Ankara : Docomomo.
2010 ‘L’application innovatrice du béton armé
dans la construction d’églises en Belgique’,
in : Edifi ce & Artifi ce, Parijs : Picard.
2011 ‘Histoire de l’architecture en béton en Belgique
(1920-1975)’, in : Les Nouvelles du Patrimoine.
2011 Bouwen in beton in België (1890-1975). Samen-
spel van kennis, experiment en innovatie, PhD.
2011 Architectonic. Betongevels (1958-1980),
Brussel : Atomium.
detail van de scharnieren in roestvast staal, omhuld met verchroomd nikkel,
tussen de kruisvormige gevelelementen in schokbeton
EEN VORM BEDENKEN, MAAR DAN AFGEZIEN VAN DE FUNCTIE
Ik was verheugd deze architectonische modellen te kunnen maken voor de tentoonstelling:
architectuur, design en sculptuur vormen samen mijn grootste geluk.
Wolfgang vertelt over hoe hij de grote gevelstructuren moest bijwerken met mastiek, zijn haren
wit van het stof.
De weg die ik heb afgelegd, is wel bijzonder: ik ben begonnen in de architectuur, daarna behaalde
ik een licentie moderne geschiedenis waarop ik een cursus beeldhouwen ging volgen. Tussendoor
deed ik werk voor fi lmdecors om brood op de plank te brengen.
Met de realisatie van ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) staat Wolfgang Bregentzer aan
de voet van het Atomium, dat hem doet denken aan het onderwerp van zijn thesis: de Expo 58
(gezien vanuit de invalshoek van de politiek en de propaganda), een onderzoek dat hij met José
Gotovitch verderzette binnen CEGES (Centre d’Etude Guerre et Société Contemporaine).
De ontmoeting met de architecten en moderne designers, de interviews die hij deed, de archieven
die hij uitploos, wekten zijn belangstelling voor de naoorlogse creatie maar gaven hem vooral een
neus voor innovatie.
Terwijl ik deze vormen goot, beleefde ik fysiek het werk van deze grote ontwerpers. Breuer,
Brodzki … hebben de eenvoudige functie overstegen. Hun zoeken naar vormen gaat verder dan
een architecturale respons: het is verwant aan een sculptuur.
Kijken hoe het licht op deze stukken valt, waar ze ook staan, dat is subliem!
Vandaag werkt Wolfgang rond meubilair en stukken in een beperkte oplage. Hij houdt er niet van
zichzelf designer te noemen, maar hij creëert en ontwikkelt wel collecties op maat zoals zijn betonnen
banken die hij speciaal voor de tentoonstelling ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) ontwierp.
Ik richt mijn onderzoek op de toekomst, ik ben gefascineerd door het materiaal: in het bijzonder
het gieten van composietmaterialen en beton. Mijn atelier is een echt laboratorium!
DESIGNERWOLFGANG BRETZENGER
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
15
INFO & CONTACTEXPO
CATALoguS ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980)
Het Atomium introduceert hierbij ook een nieuw soort publicatie.
De catalogus van de tentoonstelling is ruimer opgevat en is tevens
een naslagwerk op het gebied van architectuur en beton. Het rijke en
kwalitatief hoogstaande tekst- en beeldmateriaal verschaft aanvul-
lende informatie die het bezoek aan ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS
(1958-1980) nog interessanter maakt.
Gesloten formaat 185 x 205 mm, 156 pagina’s, kleur, 12 €
KIndeRATeLIeRS
Atelier : de STAd en HAAR geVeLS.
Voor scholen tijdens de duur van de tentoonstelling.
Voor individuele bezoekers op zaterdag 11 februari en zaterdag 10 maart
en tijdens de namiddagen van de Krokusvakantie en de Paasvakantie.
Voor meer informatie en inschrijving: www.atomium.be/kids
InFo en ConTACT
Inge Van Eycken, persrelaties
0479/95 05 94
Arnaud Bozzini, verantwoordelijke voor tentoonstellingen
0476/53 20 31
ATOM
IUM
| A
RC
HIT
EC
TO
NIC
| P
ERSDOSSIE
R _
16