Upload
vuongthien
View
217
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
501
1
ARPS bundel 501TITEL III
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANGTOT DE BETREKKINGEN
DEEL IIITECHNICUS-ELEKTROMECANICIEN
Specialiteiten :• industriële elektronica (I)• industriële elektronica (M)• onderstations en bovenleidingen• seininrichting• speciale werktuigen van de baan• televerbindingen• verlichting, verwarming en drijfkracht• voertuigen en installaties• werkplaatsen I
A. WERKZAAMHEDENFabricatie, monteren, op punt stellen, in dienst stellen, onderzoeken, onderhouden, herstellen en opzoeken vanfouten in uitrustingen, installaties of materieel specifiek aan de specialiteit.
B. TOEWIJZING VAN DE BETREKKINGDe betrekking van technicus-elektromecanicien wordt toegewezen op grond van een proef overeenkomstig debepalingen van deze bundel (Titel I - Delen I en II) en rekening houdend met de hierna opgenomen bijzonderevoorwaarden.
I. Vereist diploma of getuigschrift
De kandidaten moeten in het bezit zijn van :• een diploma van secundair onderwijs (of gelijkwaardig) behaald in het technisch of beroepsonderwijs -
studiegebied "mechanica – elektriciteit";• of een bewijsstuk of een attest van slagen, afgeleverd door het hoger secundair onderwijs voor sociale
promotie na een cyclus van minstens 750 lestijden en dat als gelijkwaardig wordt beschouwd met hetvoornoemde diploma;
en afgeleverd door een door de Staat of één der Gemeenschappen opgerichte, gesubsidieerde of erkende inrichting.De kandidaten, bedienden van de Maatschappij, moeten dat document niet voorleggen.
II. Vakken en aard van de proef
De proef bestaat uit een schriftelijk en een mondeling gedeelte en omvat de volgende vakken :
Vakken Betrekkelijke waarde
Schriftelijk gedeelte (1)
1. Meerkeuzevragen 1Mondeling gedeelte2. Onderhoud 1
III. Uitvoerig programma van de vakken
501
2
1. MeerkeuzevragenDe meerkeuzevragen slaan op de kennis van elektriciteit en mechanica. Het uitvoerig programma van deze vakkenwordt gepreciseerd in de bijlage 1.2. OnderhoudIndividueel onderhoud met betrekking tot het beroep van technicus-elektromecanicien en dat voornamelijk tot doelheeft de persoonlijkheid van de kandidaat, zijn motivering, zijn gedrag, zijn redeneer- en bevattingsvermogen, zijninteresse voor de onderneming en de functie te beoordelen alsook om zijn kennis van elektriciteit en mechanica na tegaan (Het uitvoerig programma van deze vakken is hetzelfde als hetgeen is voorzien voor de meerkeuzevragen – ziebijlage 1).
IV. Duur van de proefDe maximumduur van de proef is vastgesteld op 2 uur voor het schriftelijk gedeelte en op ½ uur voor het mondelinggedeelte (de tijd van een eventuele voorbereiding niet inbegrepen).
V. Vereist aantal puntenOm voor het mondeling gedeelte van de proef te worden opgeroepen moeten de kandidaten tenminste de 10/20 vande punten behalen voor het schriftelijk gedeelte. Ze worden laureaat verklaard indien ze tenminste de 10/20 van depunten voor het mondeling gedeelte en de 12/20 van de punten voor het geheel van de proef behalen.Indien het schriftelijk gedeelte niet wordt georganiseerd moeten de kandidaten, om laureaat verklaard te worden,minstens de 12/20 van de punten behalen voor het mondeling gedeelte.
VI. Rangschikking van de laureatenBij gelijk aantal punten wordt de rangschikking bepaald volgens het aantal punten bekomen voor het mondelinggedeelte.Drie verschillende klassementen worden opgemaakt : "sterkstroom", "zwakstroom" en "gemengd". De jury van hetmondeling gedeelte bepaalt in welk(e) klassement(en) de laureaat mag worden gerangschikt
C. INDIENSTNEMING
De indienstneming geschiedt overeenkomstig de bepalingen van deze bundel (Titel I - Deel III) en rekeninghoudend met de hierna vermelde bijzondere voorwaarden.
I. Aanstelling
Naargelang het type van klassement waarin zij worden hernomen, kunnen de laureaten, overeenkomstig de volgendebepalingen met voorrang of bij gebrek worden aangesteld in één van de specialiteiten.
1. ZwakstroomDe laureaten die in het klassement "zwakstroom" zijn opgenomen worden met voorrang in één van de volgendespecialiteiten aangesteld :
• industriële elektronica (I);• industriële elektronica (M);• speciale werktuigen van de baan;• televerbindingen.
Indien zulks niet mogelijk is worden zij aangesteld in één van de specialiteiten die met voorrang voorzien zijn voorde laureaten van het klassement "gemengd"(2).2. SterkstroomDe laureaten die in het klassement "sterkstroom" zijn opgenomen worden met voorrang in één van de volgendespecialiteiten aangesteld :
• onderstations en bovenleidingen;• verlichting, verwarming en drijfkracht.
Indien zulks niet mogelijk is worden zij aangesteld in één van de specialiteiten die met voorrang voorzien zijn voorde laureaten van het klassement "gemengd"(2).3. Gemengd
501
3
De laureaten die in het klassement "gemengd" zijn opgenomen worden met voorrang aangesteld in één van devolgende specialiteiten :
• seininrichting;• voertuigen en installaties;• werkplaatsen I.
Indien zulks niet mogelijk is worden zij aangesteld in één van de andere specialiteiten (3).4. Opmerking De kandidaten die in meerdere klassementen zijn hernomen krachtens de bepalingen waarvan sprakeonder littera B - cijfer VI hiervoor worden geschrapt van de laureatenlijst van deze klassementen op het ogenblikvan hun aanstelling.
II. Proeftijd of stageGedurende de proef of stage werken de technici-elektromecaniciens zich in volgens een individueel programmateneinde de nodige beroepskennis te verwerven.Om na te gaan of ze geleidelijk de vereiste kennis verwerven worden ze aan periodieke geschiktheidscontrolesonderworpen waarop punten worden gegeven en die minstens eenmaal per trimester plaatsvinden.Diegenen die voor twee opeenvolgende controles niet de helft van de punten behalen mogen de stage of proef nietverder zetten. Dit is ook zo voor diegenen die niet de helft van de punten behalen voor het geheel van de controles.
III. Regularisatie
Om geregulariseerd te worden moeten de technici-elektromecaniciens :• in het bezit zijn van het rijbewijs voorzien bij K.B. van 23.03.1998 tenminste geldig voor de categorie B
(handgeschakelde versnellingsbak)(4);• slagen voor een mondelinge proef met een maximumduur van 2 uur met betrekking tot de hierna vermelde
vakken. Enkel de technici-elektromecaniciens die voldaan hebben bij de periodieke controles wordentoegelaten tot deze laatste proef.
1. Specialiteit : "industriële elektronica (I)"Algemene elektriciteit en elektronica.Toepassingen.Draaggolftoestellen, zend- en ontvangstapparatuur.Technologie van het vak.Reglementen.2. Specialiteit : "industriële elektronica (M)"Elektriciteit en elektronica.ReglementeringMechanica.Technologie van het vak.3. Specialiteit : "onderstations en bovenleidingen"Voedingsinstallaties voor elektrische tractie.Bovenleidingen.Afstandsbediening.Allerhande beveiligingsmaatregelen.Technologie van het vak.Reglementering.4. Specialiteit : "seininrichting"Sein- en blokstelsels.Seinposten.Overwegen.Seinvoedingsinstallaties en allerhande installaties.Technologie van het vak.Reglementering.5. Specialiteit : "speciale werktuigen van de baan"Elektriciteit.Mechanica.
501
4
Technologie van het vak.Reglementering.6. Specialiteit : "televerbindingen"Telegrafie en telefonie.Radio.Algemeenheden.7. Specialiteit : "verlichting, verwarming en drijfkracht"Elektrische laag- en hoogspanningsinstallaties.Elektrische machines en verdeling van elektrische laag- en hoogspanningsenergie.Elektrische metingen.Technologie van het vak.Reglementering.8. Specialiteit : "voertuigen en installaties"Elektriciteit en elektronica.ReglementeringMechanica.Technologie van het vak.9. Specialiteit : "werkplaatsen I"Uitrustingen van seinposten.Uitrustingen van lichtseininrichtingen en overwegen.Uitrustingen voor voeding met elektrische energie.Televerbindingsuitrustingen.Technologie van het vak.Reglementering.Het uitvoerig programma van deze vakken komt voor in de bijlage 2.Het resultaat van deze proef wordt uitgedrukt door de beoordeling "gunstig" of "ongunstig".
IV. BijzonderheidDe technicus-elektromecanicien die niet kan worden geregulariseerd wegens onvoldoende beroepskennis wordtingeschreven op de kandidatenlijst voor de graden van adjunct-elektricien en bediende der elektriciteit onder devoorwaarden voorzien in het reglement voor de toewijzing van deze graden.
D. OVERGANG OP VERZOEK NAAR EEN ANDERE SPECIALITEIT
Na hun regularisatie mogen de technici-elektromecaniciens hun overgang vragen naar een andere specialiteit. Dezeovergang is mogelijk onder de voorwaarden die voorzien zijn voor de aanstelling van de laureaten (zie littera C -cijfer I hiervoor).
Deze overgang geschiedt op proef volgens dezelfde modaliteiten als deze voorzien bij de indienstneming.Wanneer een bediende niet kan geregulariseerd worden neemt hij terug een vacante post in van zijn oudespecialiteit, bij gebrek wordt hij buiten kader geplaatst in een werkzetel waar volgens de voorzieningen vacantebetrekkingen zullen komen in de oude specialiteit.
Een wachttijd van 4 jaar wordt opgelegd tussen twee overgangen van de ene specialiteit naar de andere.De bediende die in zijn oude specialiteit is moeten terugkeren tijdens of op het einde van de proefperiode mag eenzelfde overgang niet meer aanvragen.
De wederopneming op verzoek in een vrijwillig verlaten specialiteit wordt niet toegestaan.
________________________
(1) In functie van het aantal kandidaturen en van de behoeften kan dit schriftelijk gedeelte worden afgeschaft.(2) Daartoe worden ze gerangschikt na de laureaten van het klassement "gemengd" op basis van een samengevoegd
klassement "zwakstroom" en "sterkstroom".(3) Daartoe worden ze gerangschikt na de laureaten van de klassementen "zwakstroom" of "sterkstroom"
501
5
naargelang het geval(4) Zij die later een rijverbod oplopen zijn gehouden hun onmiddellijke chef onmiddellijk hierover in te lichten
(ARPS - Bundel 550 § 96 tot 99)
501
6
UITVOERIG PROGRAMMA VAN DE VAKKEN VAN DE AANWERVINGSPROEF
1. Elektriciteit
N.B. : De kandidaat wordt ondervraagd over het gedeelte "Algemene kennis". Vervolgens kan hij kiezen tussen devakken "Sterkstroom" of "Zwakstroom". Tijdens het onderhoud staat het hem vrij om voor beide vakken te kiezen.
a) Algemene kennisGelijkstroomCellen en accumulatoren : algemene eigenschappen, inwendige weerstand, elektromotorische kracht, capaciteit,rendement, schakeling.Oplossen van vraagstukken over gelijkstroomkringen.Berekening van stroomsterkte, spanning, weerstand, vermogen, energie.Berekening van de door een elektrische stroom in een geleider ontwikkelde warmte.Oplossen van vraagstukken over de magnetische werking van gelijkstroom.Sterkte en richting van een door magneten en stromen opgewekt magnetisch veld. Magnetische inductie.Magnetische flux.WisselstroomOplossen van vraagstukken over eenfazige wisselstroomkringen met weerstanden, zelfinductiespoelen encondensatoren.Berekening van stroomsterkte, spanning, impedantie, vermogen, energie, arbeidsfactor.Ogenblikkelijke, grootste en effectieve waarde.Vectorvoorstelling.Oplossen van vraagstukken over draaistroomkringen.Evenwichtige draaistroomkringen. Ster- en driehoekschakeling.Vergelijking van die twee schakelingen. Verband tussen lijn- en fasespanning. Draaistroom. Opgenomen vermogen.Gelijkrichters. Typen en eigenschappen. Gelijkrichtschakelingen.Gemiddelde stroomsterkte van gelijkgerichte stroom.b) SterkstroomGelijkstroomdynamo's en -motorenAlgemene beschrijving (inductor, anker, collector, borstels).Invloed van ankerreactie, borstelverschuiving, hulppolen.Kenmerken en gebruik van de verschillende bekrachtingswijzen (serie, shunt, compound).Aanzetting van dynamo's. Spanningsregeling.Aanzetting van motoren. Snelheidsregeling.Werking van een generator als motor en omgekeerd.Remming van een gelijkstroommotor.Eenfasige transformatoren.Studie van een belaste en onbelaste transformator.Invloed van ijzer- en koperverlies.Rendement. Meting door de methode van afzonderlijke verliezen.Draaistroomtransformatoren. Beschrijving. Schakeling van de wikkelingen. Gebruik.Een- en driefasige wisselstroomgeneratoren en synchrone motoren.Typen. Beschrijving. Eigenschappen bij leegloop, kortsluiting, belasting. Frequentie van door eenwisselstroomgenerator opgewekte e.m.k.Asynchrone motoren.Grondtheorie (draaiveld, slip).Eigenschappen en gebreken van verschillende motortypen.Gebruik. Aanzetting. Gebruiksvoorwaarden.Dioden en thyristoren : werking (werkingsprogramma) en toepassingen.c) ZwakstroomPassieve kringen.Trillingskringen : LC - RLC, serie en parallel, selectiviteit, resonantie. Filters of zeefkringen; RC- en LC-filters,hoogdoorlaat -, laagdoorlaat- en bandfilters, verzwakkers.Thyristoren : opbouw, werking, karakteristieken en toepassingen.
501
7
Geïntegreerde schakelingen : opbouw, voor- en nadelen.Elektronische schakelingen met halfgeleiders.Logische schakelingen : astabiele, monostabiele en bistabiele multivibratoren; schuifregisters; optelling, aftrekking,geheugens; rekenversterkers, EN-, OF-, NOR- en NAND-poorten.Flip-flop met twee of meer ingangen; optellers en aftellers; digitale schakelingen.Voeding van zwakstroominstallaties.Niet geregelde één- of meerfasige statische gelijkrichters : karakteristieken, keuze van de gelijkrichtcellen.Spanningsregeling door thyristorsturing; afvlakfilters met C-, L-, R-, π -kringen; stabilisatie.Dioden : types, werking, voornaamste karakteristieken en toepassingen.De transistoren : types, werking, voornaamste karakteristieken, basiskringen en toepassingen.Versterkers.Werking. Koppelingen. Klassen. Vervorming. Terugkoppeling. Schema's.Oscillatoren, zend- en ontvangtoestellen.Typen van oscillatoren, zend- en ontvangtoestellen.Frequentiestabilisatie. Amplitudemodulatie, frequentiemodulatie; twee- en eenzijbandmodulatie; verwezenlijkingenen vergelijking.AM- en FM-detectie : verwezenlijkingen.Frequentievermenigvuldiging.Superheterodyne-ontvanger. Speciale kringen : automatische volumeregeling, storingsbe-grenzing, volume-expansie, eenknopsafstemming.Blokschema's van AM- en FM-zenders en -ontvangers.
2. Mechanica
Oplossen van vraagstukken over :Kinematica : eenparige en eenparig veranderlijke rechtlijnige beweging; eenparige en eenparig veranderlijkecirkelbeweging; snelheid; versnelling; vertraging.Statica : samenstelling en ontbinding van krachten, moment, zwaartepunt; labiel, stabiel en onverschillig evenwicht,eigenschappen van oppervlakken.Dynamica : betrekking tussen kracht, massa en versnelling; middelpuntvliedende en middelpuntzoekende kracht;arbeid, vermogen, rendement; potentiële en kinetische energie; beginsel van het behoud van energie; praktischeenergie-eenheden.Traagheidsmoment : toepassing op vierkante, rechthoekige en ronde doorsneden.Eenvoudige toestellen : hefbomen, gewone en differentiaaltakel, windassen, heugelvijzel, hellend vlak, schroef enschroefvijzel.Ontstekings- en verbrandingsmotoren : beginsel van benzine- en dieselmotor, twee- en viertaktcyclus.
501
8
UITVOERIG PROGRAMMA VAN DE VAKKEN VAN DE REGULARISATIEPROEF
1. Specialiteit : "industriële elektronica (I)"
a) Algemene elektriciteit en elektronica
Principes van halfgeleiders :
- diodes;
- transistoren;
- thyristoren en triacs;
- analoge schakelingen;
- digitale schakelingen.
Microprocessors : beginselen, CPU, geheugens, hulpkring, onderrichtingen, programmatie.
Microcomputer : beginselen, operating system, talen.
Inrichtingen voor het regelen en stabiliseren van elektrische grootheden.
Inrichtingen voor het opsporen en versterken van elektrische grootheden.
Uitleggen van een elektronische toepassing op het gebied van de gewone werkzaamheden.
Bepaling van de eenheden van versterking en van verzwakking : neper en decibel.
Trillingskringen met in serie of parallel geschakelde L, R en C; symmetrische en asymmetrische kringen;afscherming; aarding.
Samenstelling en belangrijke karakteristieken van laagdoorlaat-, hoogdoorlaat- en bandfilters.
Werking van transistoren en halfgeleidersdioden; werking met gemeenschappelijke basis,gemeenschappelijke collector of gemeenschappelijke emitter, karakteristieken.
Gebruik van transistors als versterkers, oscillatoren, detectoren.
Modulatie van een wisselspanning door een andere met lagere frekwentie; verschillende typen vanmodulatie : amplitudemodulatie, frekwentiemodulatie, fasemodulatie, modulatieprodukten, zijbanden.
b) Toepassingen
Beschrijving, werking en schema van verschillende voedingsschakelingen van versterkers enradiotoestellen, uitgaande van een eenfasig net of van een accumulator en batterij.
Beschrijving, werking en schema van verschillende typen van spanningsversterkers; koppeling doorweerstand-capaciteit, door zelfinductiespoel, door transformator.
Beschrijving, werking en schema van verschillende typen van vermogenversterkers; enkelvoudige eindtrap,dubbele eindtrap : parallel- en push-pull, belastingsimpedantie; faseomkeerschakeling.
Werking van de vermogenversterkers in de verschillende klassen : A - AB1 - AB2 - B.
Terugkoppeling.
c) Draaggolftoestellen, zender en ontvanger
501
9
Beschrijving en werking van draaggolftoestellen; generatorblok : oscillatoren, frekwentieverdelers,generator voor hogere harmonischen, stabilisator, piloot, frekwentievergelijker.
Karakteristieke impedantie en verzwakking van telefoonkabels; reikwijdte van de verschillende typen vandraaggolftoestellen.
Beschrijving en werking van een AM- en FM-ontvanger; H.F.versterking; oscillator; synthesizer;mengtrap; middenfrekwentkring; detectie en L.F.versterking.
Beschrijving en werking van een AM- en FM-zender; oscillator; synthesizer, vermenigvuldigingstrappen,modulator, stuurtrap, H.F.-eindtrap met antennekoppeling; preëmphasis en deëmphasis.
Antennen : basiskennis, typen en hun karakteristieken, stralingsvoorwaarden, staandegolfverhouding,verlies in de antennekabel.
d) Technologie van het vak
Lezen en bespreken van verschillende schema's betreffende de eerder genoemde installaties, uitrustingen,toestellen en stelsels.
Onderhouden en herzien van, alsook opsporen en verhelpen van storingen in die installaties en toestellen.
Kennis van de verschillende soorten onderdelen van de gebruikte toestellen; demonteren, monteren,instellen, meten en bijregelen van die toestellen.
Karakteristieken en oordeelkundig gebruik van telefoonparen gepupiniseerd en niet-gepupiniseerd.
Solderingen; verbindingen; aftakkingen.
Nummeren van contacten en stroomkringen; merken van geleiders.
e) Reglementering
Veiligheidsboekje voor bedienden van dienst ES.
Voorkoming van arbeidsongevallen.
Gevaren van de elektriciteit en van de vaste installaties voor elektrische tractie.
Hulpverlening aan geëlektrocuteerden.
2. Specialiteit : "industriële elektronica (M)"a) Elektriciteit en elektronica
Transformatoren.
Gelijkstroom- en wisselstroommotoren en generatoren.
Principes over halfgeleiders :
- diodes;
- transistoren;
- thyristoren en triacs;
- operationele versterkers;
- logische schakelingen.
Eénfasige en driefasige gelijkrichters.
501
10
Accumulatorenbatterijen : types, gebruik, onderhoud.
Elektriciteitsvoorziening : kabels, schakelborden, contactoren, differentieelschakelaars, HS- en LS-uitschakelaars, HS- en LS-scheidingsschakelaars, HS- en LS-smeltveiligheden, telling, schakeling vantransformatoren.
Verbetering van de arbeidsfactor, energiebesparing.
Elektriciteitsvoorziening in de voertuigen : dynamo's, alternatoren, statische omvormers, regelaars.
Elektrisch lassen : lasuitrustingen.
Accumulatorenbatterijen.
Lading, regeling, onderhoud van batterijen.
Voordelen, nadelen van lood- en alcalische batterijen.
Automatische aanzetters en bediening (pompinstallaties, compressoren, enz. ...)
Verlichting, opstelling van verlichtingsarmaturen, schemerschakelaars.
Meettechniek. Meettoestellen, meettransformatoren.
Grondbeginselen van microprocessoren.
b) Reglementen
Hulpverlening aan geëlektrocuteerden.
Wettelijke voorschriften betreffende het monteren, onderhouden en exploiteren van elektrische installaties.
Verkeer binnen de aanhorigheden van de spoorweg.
Veiligheidsmaatregelen voor de uitvoering van werken in de sporen en voor alle werken en beproevingenin installaties in het algemeen. Maatregelen tot het voorkomen van de gevaren die de voertuigen bieden.
Periodisch veiligheidsnazicht in de elektrische installaties.
Beschermingsmiddelen - voorkomen tegen ongevallen.
Wettelijke schouwingen van de elektrische installaties van hef- en verhandelingstoestellen.
Regels voor de toepassing van het AREI bij het rollend materieel.
c) Mechanica
Elementaire kinematische ketens voor overbrenging van vermogen of beweging.
Motoren met inwendige verbranding.
Mechanische en hydraulische transmissies.
Stelsels voor het omzetten van mechanische grootheden in elektrische grootheden.
d) Technologie van het vak
Beredeneerd lezen van elektrische en elektronische schema's. Ontstoren.
Automatische uitschakelaars en relais voor lage spanning.
Automatische aanzetter.
501
11
Beveiliging van machines en gelijkrichters.
Beginselen van automatische afstandsbediening.
Microprocessors : beginselen, CPU, geheugens, hulpkringen, onderrichtingen, programmatie.
Visualisatie uitrustingen.
Microcomputer : beginselen, operating system, talen.
Inrichtingen voor het regelen en stabiliseren van elektrische grootheden.
Inrichting voor het opsporen en versterken van elektrische grootheden.
Uitleggen van elektronische toepassingen op het gebied van de gewone werkzaamheden.
Materialenkennis.
Aarding : stroomkringen en aardverbindingen.
Opsporen van fouten in controle- en stuurinstallaties.
Controles op elektronische uitrustingen.
3. Specialiteit : "onderstations en bovenleidingen"a) Voedingsinstallaties voor elektrische tractie
Tractieonderstations, sectioneer- en voedingsposten : hoogspanningsuitrustingen voor binnen- enbuitentypen, transformatorgelijkrichtergroepen, 3 kV-installaties.
Laagspanningsinstallaties : bedieningsbord, bord van de bijdiensten, bord meting en beveiliging,verlichting, elektrische verwarming, accumulatorenbatterijen en laadgroepen.
Vaste installaties voor elektrische voorverwarming van treinen.
b) Bovenleidingen
Beschrijving van de onderdelen van bovenleidingen : T-schakelaars en scheiders, behandeling tegencorrosie, allerhande isolatoren, onderdelen voor verankeringen, ophangingen, zijwaartse bevestigingen,allerhande verbindingen.
Kenmerken van de stalen delen : consoles en portieken van diverse typen, masten.
Beginselen van speciale montages : sectioneringen, spanuitrustingen, wissels, overbruggingen, tunnels.
c) Afstandsbediening
Hoofdpost �
Bijpost � Beschrijving van de installaties en werking.
Lijnapparatuur �d) Allerhande beveiligingsmaatregelen
Oorzaken en gevolgen van de zwerfstromen van de elektrische tractie.
Maatregelen om zwerfstromen van de elektrische tractie te beperken.
Diverse installaties voor cathodische bescherming.
Aarding en beveiliging tegen overspanningen.
501
12
Meting en voorkoming van isolatiefouten in leidingen.
Aarding voor werken.
e) Technologie van het vak
Lezen en bespreken van verschillende schema's en plans betreffende de hiervoor genoemde installaties,uitrustingen, toestellen en systemen.
Onderhouden en herzien van, alsook opsporen en verhelpen van storingen in die installaties en toestellen.
Kennis van de verschillende soorten onderdelen van de gebruikte toestellen : demonteren, monteren,regelen, meten en op punt stellen van die toestellen.
Bedradingen, solderingen, verbindingen, aftakkingen.
Nummeren van contacten en stroomkringen; merken van geleiders.
f) Reglementen
Algemeen reglement der elektriciteit, vaste installaties voor elektrische tractie (AREL, Bundel I, Titels I totVI).
Veiligheidsboekje voor bedienden van de diensten Infrastructuur.
Voorkoming van arbeidsongevallen (ARVHW : Titel I, Hoofdstuk IV, rubrieken 1 en 2).
Gevaren van de elektriciteit en van de vaste installaties voor elektrische tractie (ARVHW, Titel VIII,Hoofdstuk I, rubriek 1, Hoofdstuk II).
Eerste hulpverlening aan geëlektrocuteerden (ARVHW, Titel VIII, Hoofdstuk I, rubriek 2).
4. Specialiteit : "seininrichting"a) Sein- en blokstelsels
Beginselen van de seinrinrichting.
Plaats van de seinen.
Uitzicht, aanwijzingen en conventionele voorstelling bij lichtseinen en bij armseinen met drie standen.
Snelheidsseinen.
Allerhande seinen.
Blokstelsel en sperring.
Blokstelsel
Bepaling. Vereiste voorwaarden, vormen (blokstelsel met gekoppelde toestellen, blokstelsel metspoorstroomkringen, enz.).
Sperren van de rijrichting.
Bepaling. Vereiste voorwaarden, vormen (BSRM, sloten, enz.).
b) Seinposten
Centrale bedieningstoestellen met dubbeldraadgeleiding.
Handels, krukken, -koppelingen.
Schema's van de eigen elektrische beveiligingen van die toestellen.
501
13
Werkingsbeginselen.
Centraaltoestellen ACEC (elektrische seinhuizen).
Algemene uitvoering.
Wisselvelden, seinvelden, wisselstraatvelden.
Koppelingen.
Werkingsbeginselen.
"All-relais"-posten.
Algemene uitvoering.
Werkingsbeginselen (schema's).
Bedieningslessenaar :zichtbordjes, sleutels.
Relaislokaal : uitvoering, bedrading.c) Overwegen
Bepaling van de wegseinen voor OW's van 1e, 2e en 3e categorie.
Materieel eigen aan OW's : knipperlichten, lichtseinen, wegseinen; elektrische gestellen voor sluitbomen.
Stuur- en controle-installaties voor wegseinen voor OW's van 2e en 3e categorie : "handbediende", "spoor-en weg" en automatische installaties.
Automatische OW's :
- bepaling van aankondigingstijd en -afstand;
- verwezenlijking van aankondigingszone;
- aanpassing van aankondigingszones aan de rijrichting.
d) Seinvoedinginstallaties en allerhande installaties
Typen van seinonderstations, schema's, materieel, voedingskasten voor 1000 V.
Laagspanningsdrijfkracht : verdeelborden, typeschema's, beveiliging van motoren.
Bovengrondse en ondergrondse leidingen voor telefonie en veiligheden.
Telefoonposten en commutatoren.
e) Technologie van het vak
Schema's en technologie van lichtseinen en van armseinen met drie standen.
Elektrische schema's en technologie van uitrustingen van spoortoestellen.
Binnenschema's van elektrische seinhuizen en "all-relais"-posten.
Elektrische schema's van andere toestellen in volle baan (spoorstroomkringen, pedalen, enz.).
Onderhouden van de installaties en verhelpen van storingen.
f) Reglementering
501
14
Te treffen veiligheidsmaatregelen bij werken aan seininstallaties of aan de sporen; werkboekje; plaatselijkeonderrichtingen (ARS, Bundel V, Titels I, II en III).
Veiligheidsboekje voor bedienden van de diensten Infrastructuur.
Voorkoming van arbeidsongevallen (ARVHW : Titel I, Hoofdstuk IV, rubrieken 1 en 2).
Gevaren van de elektriciteit en van de vaste installaties voor elektrische tractie (ARVHW, Titel VIII,Hoofdstuk I, rubriek 1 en Hoofdstuk II).
Eerste hulpverlening aan geëlektrocuteerden (ARVHW, Titel VIII, Hoofdstuk I, rubriek 2).
5. Specialiteit : "speciale werktuigen van de baan"a) Elektriciteit
Uitvoerige studie van de schema's en van de werking van elektrische uitrustingen van elektromechanischetoestellen voor spoorwerken.
Rol en werking van de verschillende toestellen der elektrische uitrustingen.
b) Mechanica
Beschrijving en werking van de motorisatie van elektromechanische tuigen : dieselmotor, hydraulische enmechanische overbrenging, omkering van de rijrichting, asbruggen, enz.
Beschrijving en werking van pneumatische en hydraulische kringen van elektromechanische tuigen.
Werkingsbeginsel van de toestellen van pneumatische en hydraulische kringen.
c) Technologie van het vak
Opsporen en herstellen van fouten in uitrustingen.
Kritische beschrijving van werken voor onderhoud, herstelling en regeling van de onderdelen vanelektromechanische tuigen.
d) Reglementen
Hulpverlening aan geëlektrocuteerden (methoden voor kunstmatige ademhaling) :
ARVHW - Titel VIII - Hoofdstuk I - Rubriek 2 - Eerste zorgen aan geëlektrocuteerden.
Handleiding voor de hulpverlener :
- Veiligheidsboekje voor bedienden van de diensten Infrastructuur.
- Te treffen veiligheidsmaatregelen bij werken in de sporen.
ARB - Bundel III - 3e deel, Hoofdstuk I.
ARS - Bundel IV - Titel II - Hoofdstuk VII.
AREL - Bundel I - Titel IV - Hoofdstuk V.
6. Specialiteit : "televerbindingen"a) Telefonie en telegrafie
Transmissie
Samenstelling en eigenschappen van lokale kabels, pupinkabels, coaxiale kabels en optischevezels.
501
15
Begrippen van : verzwakking, equivalent, niveau, verzwakkingsvervorming, vervorming van degroepsvoortplantingstijd.
Aanpassing ; begripsomschrijving en overeenstemmende eenheden.
Begrippen van amplitudemodulatie, frequentiemodulatie, fasemodulatie, impulscodemodulatie.
Begrippen van transmissiesystemen met draaggolven en met impulscodemodulatie.
Telefoontransmissie : beginselen, abonneeaansluiting, verbindingskring, twee- envierdraadskringen.
Telegraaftransmissie : beginselen, eenheden baud en bit/s, CCITT-codes nr. 2 en nr. 5;begripsomschrijving van enkelstroom, dubbelstroom, simplex- ,halfduplex- enduplexverbindingen, twee- en vierdraadsomvormer.
Harmonische telegrafie en tijdmultiplexmethode : beginselen.
Datatransmissie : beginselen, modems, voornaamste functie van de kringen V 24, waarden vanspanning en impedantie volgens V28.
Netten en centrales
Structuur van het diensttelefoonnet en het diensttelegraafnet.
Nummering. Tot stand brengen van een verbinding.
Telefonie : algemene beginselen van telefonie met lokale en centrale batterij en van automatischetelefonie.
Elektromechanische en elektronische telefooncentrales : werkingsbeginselen.
Telefooninstallaties van regelings- en beheerscentra, uitrustingen van seinposten :werkingsbeginselen van elektromechanische en elektronische centralisatie, van selectievetelefonie.
Telegrafie : algemene beginselen van de telegraafsystemen. Telegraafcentrales : werking.
Datatransmissie : structuur van de netten.
Metingen
Gebruikte meettoestellen.
Telefoonmetingen : lijnequivalent bij 800 Hz, verzwakkingsvervorming, vervorming van degroepsvoortplantingstijd, grondruis, impulsruis, frequentieverschuiving, overspraak,fasevervorming, plotselinge verandering van de verzwakking.
Digitale metingen : polariteitscontrole, residuele asymmetrische vervorming, individuelevervorming, isochrone vervorming, bitfoutenkans, blokfoutenkans.
Uitrustingen en diverse installaties
Werkingsbeginselen van de uitrustingen en van de voeding die eigen zijn aan installaties voortelefonie, telegrafie en datatransmissie.
Werkingsbeginselen en uitrusting van volgende diverse installaties : treinvertrekmelders,waarschuwings- en alarminstallaties, brandmelders en klokkennetten.
501
16
b) RadioAlgemene radio-elektriciteit
Bepaling van de eenheden van versterking en van verzwakking : neper en decibel.
Trillingskringen met in serie of parallel geschakelde L, R en C; symmetrische en asymmetrische kringen;afscherming; aarding.
Samenstelling en belangrijke karakteristieken van laagdoorlaat-, hoogdoorlaat- en bandfilters.
Werking van transistors en halfgeleiderdioden; werking met gemeenschappelijke basis,gemeenschappelijke collector of gemeenschappelijke emitter, karakteristieke parameters.
Gebruik van transistoren als versterkers, oscillatoren, detectoren.
Beschrijving, werking en schema van verschillende voedingsschakelingen van versterkers enradiotoestellen, uitgaande van een eenfasig wisselstroomnet of van een accumulator en batterij.
Modulatie van een gelijkstroom door een wisselstroom; modulatie van een wisselstroom door een tweedewisselstroom met lagere frequentie; verschillende typen van modulatie : amplitudemodulatie,frequentiemodulatie, fasemodulatie, modulatieprodukten, zijbanden.
Begrippen van geluidsleer : bepaling van de foon; geluidsniveaus; absorptiecoëfficiënt, nagalmtijd;voortplantingssnelheid van het geluid; Larseneffect.
Laagfrequentieversterking
Aansluiting van verschillende typen van microfonen of leeskoppen voor magneetbanden op de eerste trapvan een laagfrequentversterker of van een voorversterker.
Beschrijving, werking en schema’s van verschillende types van spanningsversterkers; koppeling doorweerstandcapaciteit, door zelfinductiespoel, door transformator.
Beschrijving, werking en schema’s van verschillende types van vermogenversterkers; enkelvoudigeeindtrap, dubbele eindtrap : parallel- en push-pull, belastingsimpedantie; faseomkeerschakelingen.
Koppeling tussen uitgangstrap van een laagfrequentversterker en luidspreker(s); transformatieverhoudingvan de uitgangstransformator; aanpassing van de impedanties.
Werking van de vermogenversterkers in de verschillende klassen : A - AB1 - AB2 - B.
Vervormingen aan de uitgang van een laagfrequentieversterker : amplitudevervorming,frequentievervorming, fasevervorming, effeningskringen.
Terugkoppelkringen.
Uittesten en uitmeten van een laagfrequentversterker.
Werking van twee- en vierdraadsversterkers.
Draaggolftoestellen
Beschrijving en werking van draaggolftoestellen; generatorblok : oscillatoren, frequentieverdelers,generator voor hogere harmonischen, versterker voor generator voor hogere harmonischen, stabilisator,piloot, frequentievergelijker.
Draaggolfverdelingsrek.
Overzettings- of kruisingsrek : zenderversterkers, ontvangerversterkers, modulatoren, demodulatoren,signaaloverdragers.
501
17
Versterkers voor draaggolfverbindingen : richtingsfilters, lijnversterkers, effeningsnetwerk.
Voedingsapparatuur voor draaggolftoestellen.
Werkingsbeginsel van de differentiaaltransformator; verzwakkers, balansen.
Karakteristieke impedantie en verzwakking van telefoonkabels; reikwijdte van de verschillende types vandraaggolftoestellen.
Radiozend- en ontvangtoestellen
Beschrijving en werking van een AM- en FM-ontvanger; H.F.-versterking; oscillator; synthesizer;mengtrap; middenfrequentkring, detectie, L.F.-versterking.
Bijhorende speciale kringen zoals : storingsbegrenzers - ruisonderdrukker (Squelch), automatischevolumeregeling en P.L.L.-kring.
Beschrijving en werking van een AM- en FM- zender; oscillator; synthesizer,frequentievermeningvuldigingstrappen, modulator, stuurtrap, H.F.-eindtrap met antennekoppeling;preëmphasis en deëmphasis.
Principiële werking van elk der gebruikte kringen in de zender-ontvanger.
Verschillende types van modulatie.
Antennen : basiskennis.
Type en hun karakteristieken. Stralingsvoorwaarden.
Kenmerken en impedantieaanpassing. Staande-golfverhouding.
Verlies in de antennekabel.
Betekenis van de karakteristieken van een AM- en een FM-zender-ontvanger. Grondige kennis, theoretischen praktisch, van de meting van de voornaamste karakteristieken.
Afstandsbediening van de vaste zender-ontvangers.
Net- en batterijvoeding. Batterijlaadtoestellen en laadmethoden.
Cadmium-Nikkelbatterij voor draagbare zender-ontvangers.
Samenstelling van de batterijen en hun karakteristieken.
Opvatting en werking van de diverse radionetten :
- locomotieven en trieer- en vormingsstations;
- reizigersstations;
- bovenleidingen;
- grondstation-treinverbinding;
- werven van B, ES, M.
c) AlgemeenhedenTechnologie van het vak
Lezen en bespreken van verschillende schema's betreffende bovenvermelde installaties, uitrustingen,toestellen en stelsels.
501
18
Onderhouden en herzien van, alsook opsporen en verhelpen van storingen in die installaties en toestellen.
Kennis van de verschillende soorten onderdelen van de gebruikte toestellen; demonteren, monteren,instellen, meten en bijregelen van die toestellen.
Karakteristieken en oordeelkundig gebruik van telefoonkringen.
Solderingen; verbindingen; aftakkingen.
Nummeren van contacten en stroomkringen : merken van geleiders.
Reglementen
ARPS - Bundel 576 - Algemeen reglement voor de veiligheid en hygiëne van het werk (ARVHW).
ARPS - Bundel 576 - Reglement voor de arbeidsveiligheid (RAV).
ARAD 06 - Reglement arbeidsveiligheid en hygiëne (RAVH).
Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
7. Specialiteit : "verlichting, verwarming en drijfkracht"a) Elektrische hoogspanningsinstallatiesHoogspanningsonderstations : algemeen schema.
Hoogspanningstoestellen : vermogenschakelaars, scheiders, smeltveiligheden, beveiligingstoestellen, relais.
Meettoestellen : meettransformatoren en toestellen.
Vermogentransformatoren : schakeling, parallelschakeling, spanningsregeling, Buchholzrelais, koeling.
b) Elektrische laagspanningsinstallaties
Lichtbronnen : gloeilampen, gasontladingslampen (gebruik, werking).
Verlichtingssystemen : binnenverlichting (kantoren, stations, werkplaatsen); buitenverlichting (verdeeldeverlichting, geconcentreerde verlichting, perronverlichting, dienstwegen); sturing (uurwerkschakelaars,dageraadschakelaars).
Seinonderstations en 1 kV-posten : principeschema's, automatische overschakeling, toestellen voor gelijk-en wisselstroomvoeding, stuur- en beveiligingsapparatuur.
Buitentransformatieposten 1 kV en 1 kV-kabels.
Hulpgroepen.
Pompinstallaties : elektrische schema's, automatische aanzetters.
Luchtcompressoren : elektrische schema's, automatische aanzetters, controle- en beveiligingstoestellen.
Hef- en behandelingswerktuigen (personen- en goederenliften, roltrappen, rolbruggen en portaalkranen,takels, transportwagens) : verwezenlijkingsprincipes; elektrische schema's; elektromechanischebeveiligingen.
Verwarming, verluchting en klimaatregeling : verwezenlijkingsprincipes; elektrische schema's; begrippenvan regeling en automatisme.
Wisselverwarming ; verwezenlijkingsprincipes, elektrische schema's, materiaal.
Boog- en weerstandlasposten : verwezenlijkingsprincipes, werking.
501
19
Bouw en werking, beschrijving van mechanische onderdelen, karakteristieke krommen, vermogen,rendement van volgende machines : centrifugaalpompen, ventilatoren, thermische motoren (benzine- endieselmotoren), hef- en behandelingswerktuigen, lucht- en oliecompressoren, stookoliebranders.
c) Elektrische machines - Verdeling van elektrische hoog- en laagspanningsenergie
Elektrische machines :
- Gelijkstroomdynamo's en -motoren, één- en driefasige alternatoren, wisselstroommotoren: gebruik vandeze toestellen in verlichtings- en drijfkrachtinstallaties van de Maatschappij.
- Droge gelijkrichters : elektrische schema's, sturing.
Verdeling van elektrische hoog- en laagspanningsenergie :
- luchtlijnen en toebehoren;
- kabels en toebehoren (aanleg; detectie en lokalisatie van fouten);
- verdeelborden en toestellen;
- verbetering van de cos phi, bepaling van de capaciteit, schema's, schakelingen.d) Elektrische metingen
Schema's voor wisselstroom- en gelijkstroommeting van stroomsterkte, spanning, cos phi, actief en reactiefvermogen, verbruik, isolatie, aarding, frequentie, zelfinductiespoel, capaciteit, weerstand,uurwerkschakelaars.
Meten van verlichtingssterkten.
e) Technologie van het vak
Lezen en bespreken van verschillende schema's in verband met de hiervoor genoemde installaties,uitrustingen, toestellen en stelsels.
Onderhoud en herziening, alsook opsporen en verhelpen van storingen in deze installaties en toestellen.
Materialenkennis : keuze, montage en demontage, instelling van toestellen.
Maken en nazien van kabeleindmoffen, verbindingsmoffen, verdeeldozen en bedradingen.
Solderingen, verbindingen, aftakkingen.
Nummeren van contacten en stroombanen; merken van geleiders.
f) Reglementen
Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
Algemeen Reglement der elektriciteit, verlichtings- en drijfkrachtinstallaties (AREL, Bundel II, Titel I totV).
Technisch reglement waaraan de elektrische installaties moeten voldoen (brochure gepubliceerd door deVereniging der Elektriciteitsbedrijven in België).
Veiligheidsboekje voor bedienden van de diensten Infrastructuur.
Voorkoming van arbeidsongevallen (ARVHW, Titel I, Hoofdstuk IV, rubrieken 1 en 2).
Gevaren van de elektriciteit en van de vaste installaties voor elektrische tractie (ARVHW, Titel VIII,Hoofdstuk I, rubriek 1 en Hoofdstuk II).
501
20
Eerste hulpverlening aan geëlektrocuteerden (ARVHW, Titel VIII, Hoofdstuk I, rubriek 2).
8. Specialiteit : "voertuigen en installaties"a) Elektriciteit en elektronica
Transformatoren.
Gelijkstroom- en wisselstroommotoren en generatoren.
Principes over halfgeleiders :
- diodes;
- transistoren;
- thyristoren en triacs;
- operationele versterkers;
- logische schakelingen.
Eénfasige en driefasige gelijkrichters.
Accumulatorenbatterijen : types, gebruik, onderhoud.
Elektriciteitsvoorziening : kabels, schakelborden, contactoren, differentieelschakelaars, HS- en LS-uitschakelaars, HS- en LS-scheidingsschakelaars, HS en LS-smeltveiligheden, telling, schakeling vantransformatoren.
Verbetering van de arbeidsfactor, energiebesparing.
Elektriciteitsvoorziening in de voertuigen : dynamo's, alternatoren, statische om-vormers, regelaars.
Elektrisch lassen : lasuitrustingen.
Accumulatorenbatterijen.
Lading, regeling, onderhoud van batterijen.
Voordelen, nadelen van lood- en alcalische batterijen.
Automatische aanzetters en bediening (pompinstallaties, compressoren, enz. ...)
Verlichting, opstelling van verlichtingsarmaturen, schemerschakelaars.
Meettechniek. Meettoestellen, meettransformatoren.
Grondbeginselen van microprocessoren.b) Reglementering
Hulpverlening aan geëlektrocuteerden.
Wettelijke voorschriften betreffende het monteren, onderhouden en exploiteren van elektrische installaties.
Verkeer binnen de aanhorigheden van de spoorweg.
Veiligheidsmaatregelen voor de uitvoering van werken in de sporen en voor alle werken en beproevingenin installaties in het algemeen. Maatregelen tot het voorkomen van de gevaren die de voertuigen bieden.
Periodisch veiligheidsnazicht in de elektrische installaties.
501
21
Beschermingsmiddelen - voorkomen tegen ongevallen.
Wettelijke schouwingen van de elektrische installaties van hef- en verhandelingstoestellen.
Regels voor de toepassing van het AREI bij het rollend materieel.
c) Mechanica
Beschrijving en principes van de verschillende draaistellen.
Plaatsen van de tractiemotor in het draaistel.
Beschrijving van de ophanging en de overbrenging van de tractiemotoren.
Beschrijving en werkwijze van de compressoren.
Pneumatische kring van de voertuigen.
Werkingsprincipe van de belangrijkste toestellen van de pneumatische rem.
Ventilatie van de organen.
Dieselmotor. Verschillende types. Beschrijving en werking.
Kast- en draaistelsteigering : hulpmiddelen.
Opstelling en regeling van de koppeling der hulpgroepen.
d) Technologie van het vak
Lezen van elektrische schema's en industriële tekeningen.
Gedetailleerde studie van de schema's en van de werking van de elektrische uitrustingen. Elementairestudie van de elektronische uitrustingen.
Rol en werking van de verschillende toestellen die de hoog- en laagspanningsuitrusting vormen.
Uitrusting met JH.
Uitrusting met thyristoren.
Principe en werkwijze van de hakker, deel hoogspanning, blokschema van de sturing en beveiliging vanhakkers.
Meerspanningsvoertuigen.
De tractiemotor :
- verschillende types;
- op gang brengen snelheidsregeling, overgang en shunting;
- rheostatische remming;
- recuperatieremming.
Wielslipuitrustingen en ontremmers.
Beschrijving van de automatische bediening van de deuren.
Bediening en sturing van de automatische deuren.
501
22
Aanloopweerstanden. Beschrijving, opstellen en afkoeling.
Materialenkennis.
Opsporen en herstellen van fouten in elektrische uitrustingen met inbegrip van controle- enstuurinstallaties.
Verwarming, ventilatie, klimaatregeling en verlichting.
Beschrijving van de onderhouds-, herstellings- en afregelingswerken van de belangrijkste organen.
Kennis van de periodieke onderhoudsmethoden.
Aarding : stroomkringen en aardverbindingen.
Beveiligde kabels met stekkers voor de hoogspanning.
9. Specialiteit : "werkplaatsen I"a) Uitrustingen van seinposten
Algemeenheden over seinen (typen, uitzicht).
Seinrelais, railcontacten, wisselstellers, onderdelen, elektrische en mechanische kenmerken, regeling.
Centraaltoestellen voor seinposten met elektrische of elektromechanische bediening; blokstelsel metgekoppelde toestellen; automatisch blokstelsel; blokstelsel met relais; beginselen, algemene kenmerken.
Seinposten "all-relais", type 54; beginselen en schema's.
b) Uitrustingen voor lichtseininrichting en overwegen
Beginselen van de stroomkringen voor voeding en controle van de lichten (gerelayeerde bediening).
Elektrische bediening van sluitbomen.
Overwegen met automatische werking met of zonder gedeeltelijke sluitbomen; spoorstroomkringen,geïsoleerde spoorstaven; lichten, klokken.
c) Uitrustingen voor stroomvoorziening
Hoogspanningsonderstation : algemeen schema.
Toestellen voor hoogspanningsonderstations : samenstelling, elektrische en mechanische kenmerken.
Seinonderstations en transformatieposten voor voeding van seininstallaties in de open lucht :beginselschema's, elektrische en mechanische kenmerken van de gebruikte toestellen.
d) Televerbindingsuitrustingen
Telefonie met lokale en centrale batterij; beginsel en grondkenmerken.
Telefoontoestellen : samenstelling; typen.
Sleutelkasten voor stations en blokposten : samenstelling.
Automatische commutatoren van het stap-voor-stap stelsel, types Siemens en ATEA : werkingsbeginselenen studie van stroomkringen voor lokale verbindingen.
Dispatching (centrale post en lijntoestellen) : werkingsbeginselen.
Centralisatie-uitrustingen voor seinposten : stroken voor verschillende soorten van verbindingen(dispatching, automatische telefonie, centrale of lokale batterij) : werkingsbeginselen.
501
23
Bepaling van de eenheden van versterking en van verzwakking : neper en decibel.
Begrippen van overspreking.
e) Technologie van het vak
Lezen en bespreken van verschillende schema's betreffende de onder vorenstaande letters genoemdeinstallaties, uitrustingen, toestellen en stelsels.
Herstellen, herzien en bijregelen van voornoemde toestellen en uitrustingen.
Kennis van de verschillende soorten onderdelen van de gebruikte toestellen; demonteren, monteren,instellen, meten en bijregelen van die toestellen.
Bedradingen; solderingen; verbindingen; aftakkingen.
Nummeren van contacten en stroomkringen; merken van geleiders.
f) Reglementering
Veiligheidsboekje voor ambachtslieden en sedentair personeel van centrale werkplaatsen, werkplaatsen,locomotiefdepots, garages en bewaarplaatsen.
Voorkoming van arbeidsongevallen (ARVHW, Titel I, Hoofdstuk IV, rubrieken 1 en 2).
Gevaren van de elektriciteit (ARVHW, Titel VIII, Hoofdstuk I, rubriek 1).
Eerste hulpverlening aan geëlektrocuteerden (ARVHW, Titel VIII, Hoofdstuk I, rubriek 2).