32
Magazine van de Ekonomika Alumni Viermaandelijks • 58ste jaargang • Juni 2000 Interbr Interbr ew: ew: Bruisende Br Bruisende Br ouwer ouwer Leerstoel Onder Leerstoel Onder nemerschap: nemerschap: Bluffen om te winnen Bluffen om te winnen berichten Jos Peeters: durfkapitaal avant-la-lettre

berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

  • Upload
    others

  • View
    22

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

Magazine van de Ekonomika AlumniViermaandelijks • 58ste jaargang • Juni 2000

InterbrInterbrew: ew: Bruisende BrBruisende Brouwerouwer

Leerstoel OnderLeerstoel Ondernemerschap: nemerschap: Bluffen om te winnenBluffen om te winnen

berichten

JJooss PPeeeetteerrss::dduurrffkkaappiittaaaall aavvaanntt--llaa--lleettttrree

Page 2: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

Nieuwe Seniorenvoorzitter Frans Vreys (l) inopvolging van René Piot. Rechts gastsprekerPiet Van Wayenberge

De jubilarissen op een rijtje: promotie 1950-54

Karel Tavernier, ere-voorzitter van EkonomikaAlumni, decoreert de jubilarissen; hier prof. em.Raymond Vuerings

Mevr. Anne Verbeke, kranige pro-cantor op de seniorenzangstonde

Prof. em. Bob Vanes met rechtsuittredend seniorenvoorzitter

René Piot en links de nieuwe voor-zitter Frans Vreys

Seniorendag4 mei 2000

Seniorendag4 mei 2000

Page 3: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

ONS NETWERK NIET ONDERSCHATTEN!ONS NETWERK NIET ONDERSCHATTEN!Ekonomika Alumni is in de eerste plaats eenvriendenkring. Leden betalen vrijwillig hun bij-drage wanneer ze van mening zijn dat zij nauwebanden willen hebben met andere Leuvense eco-nomisten, maar ook met de Faculteit ETEW enmet de KU Leuven.

Daarnaast is Ekonomika Alumni ook een be-langengemeenschap. Wij willen onze leden viavormingsactiviteiten, zoals ″acht om te horen″,maar ook via sociale activiteiten, vooral in de re-gionale kernen, een meerwaarde geven.Ekonomika Alumni is niettemin ook een net-werk. Maar laat daar geen misverstanden overbestaan: wij cultiveren dat niet zoals bv. een ser-viceclub dat doet. Ten eerste willen de meestevan onze leden dat niet - en naar mijn meningterecht - maar nog belangrijker is dat wij dat alsEkonomika niet nodig hebben.Immers, ons gemeenschappelijk verleden vanLeuvense economisten is onuitwisbaar en blijft

onze levensloop bepalen, of we dat nu willen ofniet.Maar zoals ik al zei, het netwerk cultiveren is nietecht nodig. Het is er en het werkt spontaan enhet is ook open voor iedereen. Dat het werkt heb-ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden.Als je als jonge economist gaat solliciteren en je

komt terecht in een gesprek met een Leuvenseeconomist, lid van Ekonomika, dan zal dit invele gevallen snel blijken, o.m. uit uw cv, maarook uit het gesprek zelf. Het schept meteen eenband en verhoogt ongetwijfeld en soms zelfs ge-woon onbewust uw kansen op aanwerving. Maarook in andere omstandigheden zoals in com-merciële gesprekken, of in overlegvergaderingenof gemeenschappelijke projecten, levert het sa-menzitten van Leuvense economisten vaak eenextra toegevoegde waarde.Belangrijk is dat dit netwerk een open netwerkis: zowel voor pas afgestudeerden als voor midcareers, topmanagers en senioren. Het Ekono-mika-netwerk ís er, het werkt spontaan, het isopen en vrijblijvend, maar toch efficiënter danmen zou denken.Wij zijn en blijven bovenal een vriendenkring,maar ons netwerk mag men niet onderschatten.

Fa QuixVoorzitter

Ekonomika-Berichten

Viermaandelijks magazineEkonomika-Alumni

Vereniging van Alumni van deFaculteit Economische en ToegepasteEconomische Wetenschappen van de

K.U.Leuven - Marijke DecabooterNaamsestraat 69, 3000 Leuven

Tel. 016/32.66.90Fax 016/32.66.89

E-mail:[email protected].

Hoofdredacteur:Peter Schelstraete

Eindredactie:Frederik Delaplace

Kernredactie:Liesbeth Boogaerts, Sara Coene,Steven De Boeck, Isabelle Delft,

Raoul Dexters, Joost Kurstjens, PatrickMoermans, Mieke Leeman, Fa Quix,

Marc Trap, Frank Vandenborre,Ronald Verhaegen, Hans Verwaeren.

Cartoons:Eduard Verbeke (EVER)

Drukkerij:Van der Poorten, Kessel-Lo

Verantwoordelijke uitgever:Fa Quix, Celestijnenlaan 7 bus 61

3001 Heverlee

4 De Anonieme Economist Onze gevreesde onderzoeksjourna-listen stapten weer onvervaard de woonkamer binnen van twee ex-economiestu-denten en stelden bijzonder scherpe vragen. Zoals: hoeveel doelpunten scoorde FilipDe Wilde op Euro2000? (Minstens twee, nvdr)

6 Ekonomika Profiel Er hing al langer een geurtje van beursintro-ducties over Leuven en dus stapten we onvervaard naar Interbrew met de vraag:’What is probably the best beer in the world?’ Directielid Jo van Biesbroeck wisthet, maar zweeg zedig. Mannen weten waarom.

9 Ekonomika Profiel Een risico-investering, zo wordt dit blad ook weleens omschreven op de Ekonomika Senaat. Maar met durfkapitalist Jos Peetersgraafden we wat dieper. Peeters is zowat de peetvader van het durfkapitaal in Belgiëen hij stond mee aan de wieg van Easdaq.

14 Dag van het Ondernemerschap Op 9 mei discussieerde halfondernemend Vlaanderen over zin en onzin van nieuwe en oude economie. De vijf-de Dag van het Ondernemrschap was een groot succes met miljoenen deelnemers.Je moet bluffen om te winnen.

22 Regionale Kernen De voorbije maand werden ze steevast verwardmet Engelse hooligans en dus door de fijnzinnige Brusselse politie zonder pardonuiteengeslagen, maar vanaf nu kunnen ze weer rustig bijeen komen onder het zin-gen van een ’io vivat’: onze regionale kernen.

28 Steun Raoul Hij had gezworen na zijn 12 jaar KU Leuven er nooit meeraan te beginnen en zie, hij is er toch weer ingesukkeld. De macht der gewoonte:Raoul doet Herexamens.

IN

HO

UD

E d i t o r i a a l

Page 4: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

ERIK PYLYSER ENERIK PYLYSER ENELKE VAN DE PUTTEELKE VAN DE PUTTE

Net als in de vorige edities van Ekonomika Berichten, laten we in dezerubriek de nog-net-niet-beroemde economist aan het woord. We herhalennog even dat we de kandidaten voor deze rubriek lukraak kiezen uit hetEkonomika Jaarboek. De genaamde Hans V. hoeft dus niet langer’spontaan’ antwoordenlijsten op te sturen naar de redactie. Ooit komt hijzonder twijfel aan bod!Hier zijn alvast de antwoorden van Erik en Elke op onze vaste vragenlijst.

1. Was u in uw studentenjaren betrokken bij Ekonomika? Herinnert u zich de praesesnog? En hij U nog?

2. Wat was uw favoriete prof of cursus, de vervelendste prof, het saaiste vak?3. Welk café, restaurant bezocht u het vaakst? En zijn daar nog sporen van terug te

vinden?4. Heeft u uw echtgeno(o)t(e) leren kennen tijdens uw studententijd? Is hij/zij econo-

mist(e)?5. Heeft u vrienden voor het leven overgehouden aan uw studententijd?6. Wat bent u na uw studies gaan doen? Heeft u nog ultieme professionele dromen of

ambities?7. Zou u dezelfde studies opnieuw doen indien u kon herbeginnen (en u opnieuw zou

slagen!)?8. Welke hobby’s beoefent u nog naast golfen, cruises en casino’s bezoeken?9. Vanaf welke leeftijd zou u willen rentenieren?

10. De Financieel-Economische Tijd of De Morgen?

ERIK PYLYSERAlumnus TEW 1966WestendeGehuwd met Liliane Dewulf (TEW 1970),3 kinderen

1. Ja, absoluut. Ik was vooral sportief be-trokken bij het studentenleven als lid van deuniversitaire voetbalploeg. Ik speelde in dietijd als jonge speler in het eerste elftal vanAS Oostende, toen tweede nationale. Hetwas de tijd van ondermeer Lorenzo Ver-biest, die later naar Anderlecht werd ge-transfereerd en jammer genoeg veel te vroeg

is overleden na een auto-ongeluk. Daar-naast waren de brouwerijbezoeken aan on-dermeer Alken niet te vergeten. En tenslot-te de megacantussen in de Thierbrau ... Toenmocht dat nog in Leuven. De praesessen?Dany De Munter zeker? En daarna NoëlFollet.2. De beste herinnering bewaar ik ontegen-sprekelijk aan Mark Eyskens. Die man konzijn cursussen stofferen met zoveel wetens-waardigheden. Tegelijk was hij een echte fi-losoof die mee door zijn achtergrond en er-varing enorm boeiend kon lesgeven. Het-zelfde kan gezegd worden van Albert Coppé.

Die kon zeer persoonlijk en ludiek lesge-ven. Ja, echt twee proffen waarvoor we zon-der probleem op zaterdag in Leuven ble-ven. De lessen Algemeen Boekhouden vanBob Vanes kon ik toen minder smaken. Nietzozeer omwille van de stof, maar wel om-dat we veel te veel moesten noteren. Ach-teraf kon ik dat wel relativeren. Ook wel leukwaren sommige examens die ik in mijn jaaraggregaat, dat ik samen met mijn toekom-stige echtgenote volgde, thuis bij de profes-soren moest afleggen ...3. Als Oostendenaars waren wij natuurlijkmeestal te vinden bij Moeder Oostendse. Enals we ’s nachts nog honger hadden zaktenwe af naar de Oude Markt bij Monje of gin-gen we bij de vrienden van Limburg in deAmbiorix een paar boterhammen met eenkom soep eten.4. Ja, mijn echtgenote is ook economistevan Leuven. We zijn afkomstig uit buurge-meenten hier aan de kust, maar we hebbenelkaar eigenlijk pas in Leuven leren kennen.Ik zat in het laatste jaar toen zij in eerste’kan’ begon. Als ervaren student was ik na-tuurlijk uiterst geschikt om de ’eerstekan-ners’ wat wegwijs te maken in Leuven en vanhet een kwam het ander ...

D e A n o n i e m e E c o n o m i s t

4 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 5: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

5. Wel, ondanks de schaarse vrije tijd zijn erinderdaad een aantal stevige vriendschaps-banden blijven bestaan. Er zijn een aantalheel goeie vrienden die ik nog heel regel-matig ontmoet. Ondermeer Wilfried De-langhe, die nu verantwoordelijk is voor demarketing van Euro 2000 (zie vorige Eko-nomika Berichten) en Romain Bartsoen. MetRomain is het contact de laatste jaren watverminderd. Hij is uitgeweken naar Kigali.Met alle problemen ginder zijn we elkaarwat uit het oog verloren.6. Als jonge economist ben ik begonnen bijde toenmalige Bank Brussel Lambert waarik een algemene opleiding kreeg. Later benik overgestapt naar New Holland. Ik was toenal erg geboeid door de opkomende infor-matica. Die passie was mee geïnspireerd doorprofessor Verelst, de Leuvense pionier opdit vlak en mijn medestudent en latere hoog-leraar Jacques Vandenbulcke. Nog laterkreeg ik de kans naar Volvo Gent over testappen, maar dit hield een verhuis in. Alsechte kustjongen viel dit mij en ook mijnechtegenote te zwaar. Ik heb dan beslist nietop dit aanbod in te gaan, maar ben eigen-lijk, als bij toeval, in het onderwijs terechtgekomen. Ook vandaag nog geef ik les in hetHoger Onderwijs Brugge en ben daarnaastook nog freelance computermedewerkervoor een aantal plaatselijke KMO’s. Daar-bovenop ben ik vrij actief in de locale ge-meentepolitiek, net als mijn vrouw. Als al-les goed gaat, zal één van ons twee de plaat-selijke CVP-lijst aanvoeren tijdens de ko-mende gemeenteraadsverkiezingen. Zoalsje kan zien, meer dan een volledige dagtaak.7. Zeker, maar ik zou wel kiezen voor han-delsingenieur. Ik denk dat die richting mijnog beter zou voorbereid hebben op het be-drijfsleven en de informatica.8. Hobby’s? Wel, je hebt al gemerkt dat ikvrij sportief ben: vroeger voetbal op vrij hoogniveau, maar daarnaast ook andere sportenzoals fietsen, tennis en natuurlijk ook sur-fen op zee (als één van de eersten aan deBelgische kust). Ik was altijd al geïnteres-seerd om nieuwe sporten uit te oefenen.Naast sport gaat heel wat tijd naar mijn po-litieke activiteiten en naar een aantal vere-nigingen in onze gemeente, zo ben ik on-dermeer voorzitter van de plaatselijke voet-balvereniging.

9. Rentenieren? Neen, ik denk er niet aan.Ik hou van leven in de brouwerij en kan mijgeen rustig bestaan voorstellen. Ik hou er-van om bezig te zijn en nieuwe uitdagingenaan te gaan.10. De FET of de Morgen? Neen, geef mijtoch maar De Financieel-Economische Tijd...

ELKE VAN DE PUTTEAlumnus HandelsingenieurAlgemene Bedrijfseconomische richting 1995LangdorpBijna samenwonend (vanaf september)

1. Nee, ik was niet echt betrokken bij dejaarwerking, maar ging wel geregeld naar defuiven of andere Ekonomika-activiteiten.Een uitschieter vormden de jaarlijkse Smart-lappenfuiven. Waarom? Omwille van de ″sto-mende″ ambiance en de optredens.2. De beste herinneringen bewaar ik eigen-lijk aan een bijkomende opdracht van 9maanden die ik na mijn studies heb gedaan.Ik was al tijdens mijn studies sterk geboeiddoor het vak multivariaat- en regressieana-lyse, gedoceerd door professor Martina Van-debroek. Onze taak tijdens dat project be-stond erin praktische oefeningen voor decursus uit te werken. De minst goede sou-venirs? Ik moet eigenlijk onmiddellijk aanhet vak Chemie van professor Persoons den-ken: zo ingewikkeld gedoceerd en zo wei-nig structuur.3. Omdat ik vrij dicht bij Leuven woon, benik niet op kot geweest. Als ik in Leuven wasgingen we meestal naar de Domus of naarAlma II, maar dan niet voor de vegetarischegroententaartjes ... Ik beperkte mij tot de

Italiaanse schotels. Gelukkig was er ook watafwisseling met de keuken van thuis. Met devrienden zakten we af en toe eens af naar deKolf.4. Mijn vriend Dominique, met wie ik in sep-tember ga samenwonen, is geen economistmaar politieagent.5. Ja, we hebben een hecht groepje van 6vrienden, met partners erbij 12 dus, met wiewe een tweetal keer per jaar trachten samente komen. Dit start meestal in de Erasmusen gaat dan verder in Leuven. Sowieso zienwe die vrienden ook nog regelmatig omdatonze vriendenkring nu volop in de periodevan de huwelijken en stilaan ook een paarzwangerschappen komt.6. Na dat project aan de Faculteit ben ikgaan werken bij KBC Bank, een bewuste keu-ze voor de financiële sector, maar de keuzevoor KBC is eerder toevallig. Tot hiertoeheb ik het mij nog niet beklaagd. Ik ben ge-start op de afdeling Management Repor-ting: een boeiende afdeling omdat ik in hethart van het bedrijf werk ... Na drie jaar indeze dienst zou ik graag eens wat anderelucht snuiven: ik heb zopas gevraagd om bin-nen KBC eens wat anders te kunnen doen,bij voorkeur iets in de marketing-sfeer waar-binnen ik mijn statistische interesses ver-der kan botvieren ...7. Ja, ik denk het wel. Ik zou ook opnieuwhandelsingenieur studeren maar misschienwel met een andere keuzerichting, eerder inde sfeer van financiën of marketing. Ik merknu dat mijn interesses zich meer op dat vlaksitueren.8. Hobby’s? Ik lees graag maar op dit mo-ment gaat al onze vrije tijd en aandacht naarde bouw van ons huis en ik vind dit zeerboeiend: we hebben gekozen voor een eer-der moderne stijl. Die voortdurende zoek-tocht naar esthetiek, het zoeken naar de juis-te kleuren en materialen. Daar geniet ik van.9. Rentenieren? Daar denk ik nog niet echtaan. We zijn ook nog zo jong! Af en toe eenseen beetje vakantie is uiteraard wel aange-naam, maar daarbuiten ga ik echt nog metplezier werken ... Gelukkig maar.10. De FET of de Morgen? Liefst De Mor-gen omwille van zijn schrijfstijl. Ik lees ookwel de Financieel-Economische Tijd omdatdie voor mijn werk interessante lectuur be-vat ...

EKONOMIKA berichten + juni 2000 5

Page 6: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

JO VAN BIESBROECK:JO VAN BIESBROECK:INTERBREW HEEFT AMBITIEINTERBREW HEEFT AMBITIE

Op 7 april kwamen 37 Ekonomika-alumni bijeen in café Voltaire teHeverlee voor een diner en een uiteenzetting over Interbrew door Jo VanBiesbroeck. Die praatte met de alumni honderduit over de internationaleexpansiepolitiek van Interbrew en de financiële aspecten daarvan.

Jo Van Biesbroeck startte zijn loopbaan bijde brouwerij Artois in 1978 waar hij ver-schillende functies uitoefende in de com-merciële afdeling, marketing en logistiek. In1981 werd hij Manager Controller Depart-ment en vervulde hij de financiële functievan Group’s Controller. In 1992 werd hij be-noemd tot Executive Vice President (EVP)en tot lid van het Executive ManagementCommittee. In 1995, na de acquisitie vanLabatt werd hij EVP-Chief Financial Offi-cer voor Europa-Azië-Afrika en in 1999 ten-slotte werd hij benoemd tot EVP Control &Planning en lid van het Executive Manage-ment Committee.

Hoe zou U Interbrew in het kort voorstellen?Welk soort bedrijf is het?

Ons bedrijf is de laatste tien jaar sterk ver-anderd. Iedereen kent uiteraard onze be-drijfsactiviteit, maar de toestand van pak-weg tien jaar geleden zouden we kunnen om-schrijven als een oude dame die zich con-centreerde op een stuk van West-Europa enAfrika, gezien de koloniale achtergrond. Ter-wijl het bedrijf nu op zeer korte tijd, vijf ofzes jaar, een totaal andere koers gevaren isen een onderneming geworden is die be-langrijke bouwstenen heeft gelegd om eenvooraanstaand speler te zijn op de wereld-biermarkt.

Vandaag willen we ’the World’s Local Bre-wer’ zijn, wat op zich natuurlijk een gewel-dige contradictie lijkt. Maar het is de basis-

strategie van de groep. Bier is en zal zekernog lange tijd een lokale aangelegenheid blij-ven. Er hangt nu eenmaal heel veel lokaalsentiment en lokale passie aan bier, in te-genstelling tot bv. de tabaksindustrie. Wijgaan als bedrijf uit van sterke lokale posi-ties. Ik mag met enige fierheid zeggen datwe de laatste vijf jaar in de bierindustrie hetbeste ″track record″ hebben op het vlak vanfinanciële resultaten en groei.

En waar staan jullie vandaag in die wereldwij-de ambitie?

We staan op de vijfde plaats in de ranglijstvan grootste brouwerijen, wat op zich nietzoveel betekent (noot: intussen al nummertwee). Je kan vandaag de vijfde grootste vande wereld zijn en binnen vijf jaar helemaalniet meer op de lijst voorkomen. Het gaatniet zozeer over de vraag waar je preciesstaat, het gaat om de strategische positie dieje inneemt, op hetzij mature markten, het-zij groeimarkten. Wij verwachten dat we inhet jaar 2000 ongeveer 58 miljoen hectoli-ter bier zullen verkopen. We beheren 56brouwerijen en stellen daarin ongeveer25.000 mensen te werk. Maar op zich heeftdat laatste cijfer weinig belang als je het ver-gelijkt met bedrijven in Afrika en zelfs Rus-land met 40 à 50.000 werknemers.Als we het lijstje met de grootste brouwe-rijen en onze positie daarin bekijken, valtonmiddellijk op dat er iets belangrijk is ge-beurd tussen 1995 en 1998. We zijn gegroeidvan 40,2 miljoen naar 48,3 miljoen hectoli-

ter, maar de groten bovenaan de lijst zijnook niet blijven stilzitten. Ook zij hebbenzich verrijkt in termen van markten en om-zet. Maar niet allemaal op dezelfde manier.De nummer één ter wereld, Anheuser Busch(USA), produceert bijna uitsluitend voor deeigen markt. En we zien ook daar een dui-delijke trend naar concentratie. Op die im-mense markt waren in 1995 nog zowat zesbrouwers actief.Onze noorderburen hebben ook niet stilge-zeten. Heineken (tweede op de wereldrang-lijst) is vandaag de facto de grootste inter-nationale brouwer. Ook de derde grootstebrouwerij, Miller, concentreert zich bijnavolledig op die ene reusachtige Amerikaan-se markt. Wat er zou gebeuren mocht éénvan die twee grote Amerikaanse spelers in-ternationaal gaan, is absoluut niet te voor-spellen.

Hoe is Interbrew kunnen opklimmen tot ’s we-relds topposities?

De brouwerij Den Hoorn is ontstaan in 1366.Stella Artois is voor het eerst op de marktgebracht in 1926 en Jupiler in 1966. Inter-

P r o f i e l

6 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 7: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

brew zelf is echter geen oud bedrijf op demarkt. We zijn ontstaan in 1987 bij de fusievan Stella Artois en Jupiler om een stevigeBelgische brouwerij te bouwen en te genie-ten van synergievoordelen. In 1991 is Inter-brew in Hongarije op de markt gestapt, maarde echte internationale expansie is pas be-gonnen in 1995 met de acquisitie van de Ca-nadese brouwerij Labatt en onze intrede inRoemenië en Kroatië. 1995 was een zeer be-langrijk jaar. We kunnen gerust stellen datwe toen het ganse bedrijf hebben ingezet omLabatt te kunnen kopen. En het is tot van-daag één van de meest succesvolle overna-mes in de geschiedenis van de brouwerij-sector. Sindsdien hebben we niet stil geze-ten. We zijn nu aanwezig in een kleine twintiglanden. Recentelijk hebben we nog Koreaen Rusland aan het lijstje toegevoegd.

Is jullie strategie bij die acquisities vergelijk-baar met die van Heineken?

Neen, Heineken is veel agressiever dan wij.Zij nemen een brouwerij over en vervangenhet lokale bier door hun eigen merk. Zij ge-bruiken de lokale brouwerij bij wijze vanspreken als distributiekanaal. Zij exporteer-den in 1998 maar liefst 72,5 miljoen hecto-liter bier terwijl ze er dat jaar 79,1 miljoenproduceerden. Bij ons liggen de cijfers res-pectievelijk op 36 miljoen en 48,3 miljoen.Onze basisstrategie is anders. Wij nemeneen brouwerij over die lokaal een belangrij-ke speler is in de sector en we bouwen diemarktpositie verder uit. Waarna we onze ei-gen bieren, Stella, Hoegaarden en Leffe, aanhet gamma toevoegen. Dat is niet onbelang-rijk want met de toenemende internationa-lisering, waardoor producten uit verschil-lende regio’s beschikbaar worden, is er ookeen omgekeerde beweging naar de produc-ten van eigen bodem toe.Dit geldt zeker voor bier waar een sterke lo-yale passie voor bestaat. Een tweede strate-gie die we toepassen heeft te maken met demarkt zelf. Het is belangrijk om niet alleeneen stevige positie te verwerven in een be-staande, verzadigde markt, maar ook ingroeimarkten. Op dit moment staan we on-geveer voor 38 procent in groeimarkten endat is belangrijk voor de toekomstige groeivan het bedrijf. Tenslotte willen we in alles

wat we doen de beste zijn en kwaliteitleveren.

Welke gedachtengang steekt er achter die stra-tegie?

Onze filosofie is gedecentraliseerd te ope-reren onder lokaal management. Het is nietde groep die alle beslissingen neemt. Fun-damenteel willen we een lokaal manage-ment om de voeling met de lokale markt niette verliezen. Wij willen vooral een sterk part-nerschap opbouwen, omdat wij denken datwe daar op termijn veel verder mee gera-ken dan met een klassieke overnamepoli-tiek. We gingen de jongste jaren twee zeerbelangrijke partnerships aan: een joint vent-ure in Korea, dat vandaag de grootste marktvan Interbrew geworden is, en een joint vent-ure met de brouwerij Sun om in Rusland demarkt te ontwikkelen. We geloven in lokaleaffiniteit, wij concentreren ons dan ook opsterke lokale merken, die ofwel marktlei-der ofwel tweede zijn op de lokale markt.We concentreren ons maar op een beperktaantal ’internationale’ merken, namelijk Stel-la Artois, Leffe en Hoegaarden, die we over-al proberen aan de man te brengen. De be-doeling is om de consument de breedste keu-ze te geven in speciale biersoorten, waarbijkwaliteit primordiaal is, anders overtuig jede consument toch niet. En het is zeer be-

langrijk dat wij een grote diversiteit aan bie-ren achter de hand hebben.

Dat klinkt zeer goed, maar hoe vertaal je diefilosofie in een winstgevend bedrijfsplan?

De consument komt op de eerste plaats endat is al onmiddellijk het moeilijkste aspect,omdat je van de consument te weten moetkomen wat hij wil. Door samen te gaan metlokale brouwers kom je dat sneller te we-ten. En kwaliteit is zoals gezegd primor-diaal. Een constante, goede kwaliteit levertop termijn een trouw en groeiend publiek.We proberen ook een vorm van entrepre-neurschap te krijgen, dat samenhangt metonze lokale visie. Wij proberen die mensente integreren in ons bedrijf.

Wij behouden de authenticiteit van de lo-kale markt, terwijl we integer proberen teblijven aan onszelf. Verder proberen we opde lokale markt een medebewoner te wor-den en niet de agressieve buitenlandse over-nemer. Dat laatste doen we door de wettenen gebruiken van het land te respecteren enmet aandacht voor het milieu de sociale si-tuatie van onze werknemers te verbeteren.We zijn zeer geconcentreerd op onze groeiin de biermarkt, vandaar dat we onder an-dere Coca-Cola hebben afgestoten, maar ookSpa met zijn waters en limonades.

EKONOMIKA berichten + juni 2000 7

Page 8: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

Dat is wel vreemd. Je spreekt van synergievoor-delen en samenwerking, maar je verwijdert degrootste concurrent van bieren, namelijk wa-ters en frisdranken, uit je gamma.

Ja, dat is waar, maar we hadden alleen eenlicentieovereenkomst met de frisdrankpro-ducenten en geen echte controle over hetproduct en de kwaliteit. Het resultaat of deopbrengst was veel beperkter dan we eigen-lijk verwachtten. Wij concentreren ons al-leen nog op de biermarkt, waar we een ge-zonde verhouding zoeken tussen onze aan-wezigheid op groeimarkten en mature mark-ten om zo door groei een bestendige waar-de te creëren.

We beschikken nu over een ruim gamma vankwalitatieve producten met Stella Artois alsvlaggenschip. Op gebied van cost manage-ment hebben we door continue herstructu-rering de productiviteit van onze brouwe-rijen kunnen verhogen, zodat we onze glo-bale capaciteit beter benutten. En misschienwel het belangrijkste van allemaal: we heb-ben een enorme geografische expansie ge-kend. In Oost-Europa hebben we een ster-ke positie opgebouwd in een markt die oplange termijn van grote waarde zal blijken.

In Azië is de overnamepolitiek eerder ge-richt op groei in volume. Terwijl we op hetAmerikaanse continent in eerste instantieproberen te investeren in een stabiele inko-mensstroom. Op termijn zullen we pogeneen groeimarkt te creëren in de VerenigdeStaten en op lange termijn zien we een zeerbelangrijke groeimarkt in Mexico.

Wat zijn op dit moment Interbrew’s belangrijk-ste doelstellingen en initiatieven?

In de eerste plaats willen we de groei vanluxepilsbieren en speciale bieren stimule-ren. Daartoe creëren we onze ’Belgian BeerCafés’. Stella Artois is ons internationalevlaggenschip. Labatt Blue is dan weer hetderde grootste importbier van de Verenig-de Staten. We maken en verkopen RollingRock, wat vooral een jongere generatieschijnt aan te spreken. Leffe en Hoegaar-den zijn respectievelijk het grootste abdij-bier en het grootste witbier in België, Ne-derland en Frankrijk. Verder hebben we Bel-le-Vue als belangrijkste fruitbier. Wat we be-ogen is onze capaciteit in West-Europa teconsolideren en onze strategische posities inalle continenten te bestendigen. Op middel-lange en lange termijn moeten we ons voor-

bereiden op de euro en de wetten en regle-menteringen die een verenigd Europa metzich meebrengen. Wij zoeken partnershipsin Latijns Amerika en een verdere uitbouwvan de Aziatische markten. Tenslotte wer-ken wij aan een degelijke opleiding voor alonze medewerkers.

Patrick Becqué

Interbrew gaat dit jaar naar de beursOndertussen publiceerde Interbrew zijnjaarresultaten. De nettowinst steeg met 21%,het volume met 27%. Hugo Powell, ChiefExecutive Officer van Interbrew, gaf zijnvisie over de consolidatie in de wereldbier-sector en de leidende rol die Interbrew daar-in wil spelen. Hét nieuws van de dag wasechter de aankondiging dat Interbrew voorhet einde van het jaar naar de beurs gaat.De voorbereiding van de beursintroductieis nu gestart.De groep neemt ook de drie brouwerijenvan het Britse Whitbread over. Met de ope-ratie is een bedrag van 400 miljoen pondof 26,4 miljard frank gemoeid. En zeerrecentelijk is daar ook nog Bass bijge-komen voor meer dan 140 miljard frank.

P r o f i e l

8 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 9: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

JOS PEETERS: AAN DE WIEG VAN EASDAQ ENJOS PEETERS: AAN DE WIEG VAN EASDAQ ENEN HET BELGISCH DURFKAPITAALEN HET BELGISCH DURFKAPITAAL

Investerings- en durfkapitaalfondsen rijzen vandaag als paddestoelen uit degrond. Het was ooit anders. Maar toen innovatieve ondernemers en startersbijna nergens terecht konden voor groeifinanciering, predikte Jos Peeters alonvermoeibaar het belang van durfkapitaal (venture capital), met de ideedat waar risicokapitaal voor handen is de context voor ondernemen gunstigis. Bewijzen dat Jos Peeters ook zelf een bezielde ondernemer is, hoeft nietmeer als men weet dat hij de man is achter onder meer Benevent, Easdaq,Capricorn Venture Partners, Quartz Capital Partners en Quest for Growth.

Je bent doctor in de fysica én pionier van hetdurfkapitaal in België: hoe rijmt dit?

Het begin- en eindpunt liggen misschien veruit elkaar maar de overgang van natuurkun-dige naar economie is geleidelijk gebeurd,via een reeks opeenvolgende jobs. Eigen-lijk wou ik ingenieur worden, maar ik zagdaar vanaf uit schrik dat de opleiding teveelgericht was op het toepassen van formules.Eigenlijk was ik veel nieuwsgieriger naar deachterliggende kennis, vandaar mijn keuzevoor de fysica. Na het behalen van mijn li-centiaat in Leuven in 1970, startte ik eendoctoraat in de fysica. Nochtans ging mijnechte voorkeur uit naar de industrie. Eenbeetje later kreeg ik een contract aangebo-den bij Bell Telephone, waar Martin Hin-oul, ondertussen één van de bezielers ach-ter de spin-off-technologieparken van deLeuvense universiteit, toen productiestaffengineer was. Ik kon meteen de verbindingleggen tussen de engineering en de produc-tie en stond dus met mijn twee voeten in dewereld van de toegepaste wetenschappen.Later kwam ik bij Belgian Integrated Pro-ducts terecht, dat actief is in de productievan LCD’s, maar bleef er slechts korte tijdomwille van de financiële problemen van deonderneming.

Ik stapte toen over naar de ″Applied Scien-ces″-groep van P.A. Technologies, een Brit-se consultinggroep die haar klanten strate-gisch advies verstrekte over het gebruik vanmicroprocessoren en die nieuwe productenontwikkelde in opdracht van de klant. PA,dat bruggen legde tussen technologie enmarkt, werkte met multidisciplinaire teams.Naast het technische kwam er ook een heelstuk strategie en marketing aan te pas. Weschreven toen bij voorbeeld een studie overhet gebruik van technologie in Vlaanderen.De studie, die behoorlijk uniek was, trok on-verwacht veel belangstelling en ik kwam inhet kader van de tweede editie van FlandersTechnology (omstreeks 1985) in een TV-uit-zending terecht met Gaston Geens, RenéDe Feyter (ex-VEV) en de vakbondsman-nen Willy Peirens en Derieuw.

Maar hoe belandde je uiteindelijk in het venturecapital?

Precies dankzij die TV-uitzending kwam ikin contact met Guido Declerck, destijds voor-zitter van Investco, onderdeel van de KB-Almanijgroep. Declerck was net begonnenmet het opzetten van het risicokapitaalfondsBenevent. Hij zag me op tv en vroeg me hetfonds te leiden. Durfkapitaal was intussen

niet meer helemaal nieuw voor mij omdat ikbij mijn vorige werkgever meerdere voor-stellen had geformuleerd om spin-offs tecreëren als een lucratief alternatief voor hetverkopen van de opgebouwde patenten entechnologieën.

Maar je was geen ’echte’ econoom.

Toen ik bij Benevent begon, had ik nog nooiteen balans van een bedrijf gezien... Nu, zehadden me dit bij mijn aanwerving ook nooitgevraagd. Tijdens mijn eerste werkvergade-ring van het investeringscomité reageerde ikmet ″so what?″ toen iemand opmerkte datactief- en passiefzijde van de balans niet ge-lijk waren. Ik heb zeven jaar lang Beneventuitgebouwd. Toen er een aanbod kwam vande Britse financiële groep Barings om part-ner te worden van het Benelux-kantoor vanhun durfkapitaalactiviteiten, achtte ik de tijdrijp om voor eigen rekening te werken. Uit-eindelijk zijn de gesprekken met Barings uit-gemond in een joint venture: Capricorn Vent-ure Partners. Capricorn investeert hoofdza-kelijk in technologische groeibedrijven, veel-al in de ‘start-up’ of initiële fase van hun be-staan en heeft vandaag 13 bedrijven in por-tefeuille in beloftevolle sectoren zoalssoftware, life sciences, medische technolo-gie, elektronica...

En dan zijn er nog Quest for Growth en QuartzCapital Partners?

Quartz Capital Partners werd in 1996 opge-richt door Hubert Velge, een voormalige za-kenbankier van Barings Brothers, en me-zelf. Het is een zakenbank, gevestigd in Lon-don en gespecialiseerd in financiaal adviesaan technologie- en biotechbedrijven. Quartzspeelt de rol van kapitaalverschaffer, publi-

P r o f i e l

EKONOMIKA berichten + juni 2000 9

Page 10: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

ceert analyses en begeleidt bedrijven naarde beurs. Onlangs besloten we Quartz te ver-kopen aan Knight/Trimark, de grootstemarktmaker van de Verenigde Staten, waar-door die een belangrijke positie op de Eas-daq markt verwerft.Quest for Growth is in België wellicht betergekend omdat het genoteerd is op de beurs.In 1998 waren we de eerste om een ″privak″te creëren, een beursgenoteerd fonds dathet beleggers mogelijk maakt op een gedi-versifieerde manier in ″private equity″-dos-siers en groeiondernemingen te investeren.Het fonds beheert momenteel 1,25 miljardeuro.

Hoe kijk je terug op je opleiding van natuur-kundige nu je actief bent in de financieel-eco-nomische sector?

Ik blijf erbij dat fysica een goede opleidingis, omdat ik er dagelijks op terugval. Ik denkdan in de eerste plaats aan de skills die je alsexperimenteel fysicus aanleert, zeg maar eenmanier van aanpakken, van kijken naar dewereld. Ook in discussies of onderhandelin-gen, bijvoorbeeld naar aanleiding van de op-richting van Easdaq, tracht je als natuurkun-dige de kleine signalen te zoeken in een zeevan ruis, te zoeken welke de relevante pa-rameters zijn en de verbanden te ontrafe-len. Eigenlijk leer je lateraal te denken, watsteeds een basis is geweest voor uitvindin-gen. Als fysicus moet je een bepaald spoorkunnen verlaten, anders vind je geen nieu-we dingen. Tenslotte biedt de opleiding ookeen belangrijke technologische basis die ach-teraf erg bruikbaar bleek. Ik stam nog vande generatie die in Leuven in 1971 met deeerste computers heeft gewerkt. Het warenomvangrijke kasten die in een grote ruimtewaren ondergebracht. De studenten stap-ten met dozen vol ponskaarten naar het Re-kencentrum om dan uren later een print-out vast te krijgen.

Jouw studies situeren zich op het einde van dejaren zestig. Wilde jaren?

Het legendarische 1968 viel volop in mijnstudietijd. Ik was toen preses van de twee-de kandidatuur. Het was het jaar van de eer-ste stakingen voor de opsplitsing van de uni-

versiteit. Ik herinner me nog goed dat wevaak van piket waren of aan de stencilma-chines stonden voor het drukken van pam-fletten. Het was een spannende tijd: ieder-een werd toen gevolgd door de B.O.B. Ookonze telefoons werden afgeluisterd. Daar-om werkten we in code. Ik belde op een dag,voor de grap, naar een vriend van Politicaen gaf de boodschap door ″om 3 uur wordtde koe losgelaten op het Ladeuzeplein″, entot onze grote verbazing was heel de rijks-wachtbrigade, inclusief waterkanonnen, om3 uur op de afspraak. Wat me treft is dat indie tijd de kracht van ideeën de maatschap-pij kon veranderen. Alles was mogelijk. Nuleeft dit volgens mij minder sterk.

Was er een sterke band met de studentenop-stand van dat jaar in Parijs?

Zowel de maatschappelijke ontwikkelingenin Parijs als de flower-power-beweging inCalifornië vond minder weerklank bij ons,omdat de aandacht hier vooral uitging naarde splitsing van de universiteit en de strijd″Leuven Vlaams″. Het begon wel allemaalmet stakingen in Leuven, maar vrij snel lagheel Vlaanderen plat. En uiteindelijk werdhet een nationaal probleem waarover de re-gering Van den Boeynants is gevallen. Op-

vallend is dat na de splitsing meer maat-schappelijke discussie op gang kwam overde organisatie en het medebeheer van deuniversiteit. Studenten kregen een vertegen-woordiging in de faculteitsraad, ook al had-den ze aanvankelijk geen echte stem. Maaramper twee jaar later kwam dat stemrechter wel. Onze acties hebben dus eigenlijk weleen en ander opgebracht...

Terug naar het durfkapitaal. Welke plaats neemtBelgië in als het over ’venture capital’ gaat?

De eerste golf van venture capital in Euro-pe startte ongeveer vijftien jaar geleden. HetVerenigd Koninkrijk en Nederland speel-den een voortrekkersrol terwijl landen alsFrankrijk en Duitsland veeleer in de scha-duw bleven. In die periode was België voor-al actief in ″seed capital″ (financiering vanstart-upbedrijven), vooral onder impuls vaneen groep investeringsfondsen als GIMV,ISEP, Benevent, Euroventures en Advent.Eind jaren tachtig en begin jaren negentigkwam durfkapitaal evenwel in een diepe cri-sis terecht nadat in verschillende Europeselanden het project van een tweede markt,een beursmarkt gericht op kleinere groei-bedrijven, op een mislukking was uitge-draaid.In de tweede risicokapitaalgolf die we van-daag kennen, doet België, en in het bijzon-der Vlaanderen, goed mee. Enerzijds zijn ereen groot aantal investeringsfondsen bijge-komen en, anderzijds, slaan de beursintro-ducties van Belgische technologiebedrijvenhelemaal geen slecht figuur. Ik denk dat onsland op Frankrijk en zelfs Nederland voor-op loopt.

Wat lag aan de basis van de hernieuwde inte-resse voor durfkapitaal?

Een van de bepalende factoren was zondertwijfel de oprichting in 1995 van Easdaq, depan-Europese beursmarkt voor groeibedrij-ven. Men moet weten dat kort voordien een25-tal Europese bedrijven, waaronder In-nogenetics en Lernout & Hauspie, een beurs-introductie op de Amerikaanse Nasdaq had-den gemaakt, wat een enorme impact hadop de rendabiliteit van Europese durfkapi-taalfondsen. Vandaar de steeds luider wor-

Jos Peeters, Capricorn Venture Partners,sponsort Ekonomika’s lessenreeks ″8 omte horen″

P r o f i e l

10 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 11: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

dende vraag van deze fondsen om in Euro-pa een beursmarkt in het leven te roepen diehen een uitstapkans kon bieden. Met de op-richting van Easdaq, die op zijn beurt leid-de tot de start van Euro.NM, was het hekvan de dam. Met deze nieuwe markten zijnde mogelijkheden voor groeibedrijven omkapitaal op te halen spectaculair gestegen.Dit leidt dan weer tot een groeiend aantalondernemers en een grotere kwaliteit in deprojecten. En hiermee is de cirkel rond.

Men zegt wel eens dat Easdaq in België werdgecreëerd. Klopt dit?

Neen, niet echt. Het business plan van Eas-daq, bijvoorbeeld, werd geschreven door eenwerkgroep van EVCA, de European Vent-ure Capital Association. In deze werkgroep,waarvan ik voorzitter was, zaten onder meervertegenwoordigers van Nasdaq, Cisco Lon-don en de Parijse beurs. Toch kan men nietontkennen dat de Belgen een belangrijke rolhebben gespeeld. Zo onder meer MinisterPhilippe Maystadt en Jean-Louis Duplat,voorzitter van de Commissie voor het Bank-en Financiewezen, die het noodzakelijk wet-telijk kader hebben gecreëerd en zo mee deoprichting van deze pan-Europese markt mo-gelijk hebben gemaakt.

Hoe ziet de toekomst van Easdaq er uit in hetlicht van het recente fusiegeweld tussen nati-onale beurzen, denk maar aan Euronext eniX?

Eén enkel platform zal er in Europa nooitkomen. De creatie van Euro.NM is bij voor-beeld een goede zaak gebleken voor Eas-daq, omdat daardoor bijkomende aandacht

werd gevestigd op het belang van een Eu-ropese aanpak voor groeifinanciering. Zo-wel voor ″blue chips″ (lees: gevestigde groe-pen met een belangrijke beurskapitalisatie)als voor groeibedrijven heb je een pan-Eu-ropese interesse nodig. Vandaar ook het be-lang van het Easdaq-platform dat pan-Eu-ropese beleggers en groeiondernemingensamenbrengt. Easdaq is vandaag nog steedshet enig echt pan-Europees platform datoperationeel is en we zijn mijns inziens dusgoed geplaatst om in het huidige gedrumons plaatsje op te eisen. De beurshandel inbedrijven van middelmatige omvang (″mid-caps″) en kleinere omvang (″smallcaps″) dieactief zijn in klassieke sectoren zal volgensmij een regionaal gebeuren blijven.

Wat zijn voor een ervaren venture capitalist debelangrijkste investeringscriteria?

In de eerste plaats het geloof dat de perso-nen die achter het bedrijf staan het zullenwaarmaken. Bijgevolg moet je een soort ana-lyse maken van de persoonlijkheid en de in-tegriteit van de mensen die het project dra-gen. Verder is natuurlijk ook de kwaliteit enhet potentieel van het dossier zelf van be-lang: wat is het potentieel van het producten de markt en wat is de waarschijnlijkheiddat het lukt? Wat is de wachttijd tot aan even-tueel succes? Welke middelen zijn nodig omhet project te doen slagen? Een perfect in-vesteringsdossier bestaat niet. Venture ca-pital is niet objectief. Het is een subjectiefgegeven waarin factoren zoals analyse, in-tuïtie, timing en geluk een grote rol spelen.Dankzij een goede timing bijvoorbeeld kaneen middelmatig dossier plots een succesworden...

Wat zijn de grootste ontgoocheling en de groot-ste voldoening uit je ″venture″-carrière?

Gelet op het grote risico van dit soort inves-teringen mag je er inderdaad vanuit gaandat ik in mijn carrière momenten van intensgeluk heb afgewisseld met perioden van op-perste ontgoocheling. Eén ervaring springter eigenlijk uit en verenigt beiden: toen iknog bij Benevent werkte, werden we gecon-tacteerd door een Belgische ondernemer dieeen nieuwe Amerikaanse technologie wouintroduceren in Europa. Hij had geld nodigom de licentie aan te kopen en vervolgensover te gaan tot de start van zijn bedrijf. Om-dat het ons een zeer aantrekkelijk initiatiefleek, besliste ik toe te happen en samen metEuroventures in het project te stappen. Toenalles klaar was om van start te gaan, bleekechter dat het Amerikaans bedrijf, eigenaarvan de licentie, in de financiële problemenzat. Het geld voor de licentie werd inge-bracht onder de vorm van een converteer-bare lening. Maar een jaar later bleek dat dehelft van de fondsen die we ter beschikkinghadden gesteld met de noorderzon warenverdwenen, samen met de boekhouder. La-ter bleek ook de ondernemer zelf in de car-roussel te zitten. Het enige dat ons restte omzoveel mogelijk geld te recupereren was zelfhet management van dat bedrijf over te ne-men. Waar crisismanagement! Na een paarjaar hard labeur en verschillende CEO’s ishet bedrijfje in rustiger vaarwater terechtgekomen. Ondertussen was de lening terugin aandelen omgezet en is het aandeel ge-stegen van 30 cent tot 7 dollar...

Frank VandenborrePatrick Moermans

EKONOMIKA JAARFEEST 2000Zaterdag 14 OKTOBER vanaf 17.00 u

in Leuven

Noteer die datum in uw agendaU komt toch ook?

EKONOMIKA berichten + juni 2000 11

Page 12: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

HEREXAMENS: RAOUL LEESTHEREXAMENS: RAOUL LEESTVOOR UIT EIGEN WERK!VOOR UIT EIGEN WERK!

Het opstellen van ’Herexamen’ is voor iemand die ooit gezworen heeft ’ernooit meer aan herinnerd te willen worden’ te vergelijken met het leggen vaneen ei met dubbele dooier door een met speen geplaagde kip: een pijnlijkebeproeving! (Het duurde dan ook bijna 7 maanden, nvdr.) Daarom stel ikvoor dit maal de ’zachte’ kant van de ETEW-examensnelweg te bewandelen.De oplossingen vind je verder in deze Ekonomika Berichten!

1. Marketing

Volgens Dalrymple & Parsons is de taakbe-schrijving van een ’Product Manager’ eveneenvoudig als de inhoud ervan: ’het uitwer-ken van een marketingplan voor een pro-duct waarvoor hij/zij verantwoordelijk is’.Een marketingplan bestaat klaarblijkelijkuit 5 fasen. Zijn jullie in staat deze alle 5 inde juiste volgorde te plaatsen?a) formuleren van objectievenb) identificatie van opportuniteitenc) verzamelen van feitenmateriaald) ontwikkelen van marketingstrategiee) opstellen van marketingbudget

2. Venootschapsboekhouden

Bij het spitten in de cursus van Prof. Ver-tonghen en Prof. Lefebvre uit 1997 hoopteik dat deze nog actueel zou zijn want juridi-

sche kenmerken voor de verschillende be-drijfsvormen veranderen sneller dan de kleuren stijl van Mathildes mantelpakjes bij deBlijde Intredes. Welk van de volgende juri-dische eigenschappen voor een NV zijn nietcorrect?a) In de NV is de aansprakelijkheid van de

aandeelhouders beperkt tot hun inbrengmaar deze aansprakelijkheid kan door-broken worden voor oprichters en be-stuurders.

b) Een NV kan zowel een ’open’ als een ’be-sloten karakter’ hebben.

c) Een NV mag genoemd worden naar denaam van de enige vennoot.

d) De bestuurders van een NV moeten jaar-lijks niet alleen een inventaris maken eneen jaarrekening opstellen maar tevenseen verslag maken waarin zij rekenschapgeven van hun beleid

3. Wijsgerige Ethiek

Marx-Freud-Nietzsche waren ideologie-cri-tici die de menselijke subjectiviteit als schijnbeschouwden en daarom oordeelden dat hetmenselijk subject vrij gemaakt moest wor-den door maatschappelijke, psychische enculturele revoluties. Toch legden deze 3 cul-tuurfilosofen ieder hun eigen klemtonen.Maak de connectie (een weggevertje!).1) K.Marx a) dood van God2) S.Freud b) menselijke vervreemding3) F.Nietzsche c) onbehagen in de cultuur

4. Godsdienst

Het fin-de-siècle werd gekenmerkt door al-lerhande religieuze opflakkeringen en ge-loof leidt nog steeds tot extreme situaties(denk maar even aan Oeganda). Hoeveelweten jullie echter over andere geloofsover-tuigingen in de bonte wereld van religies?Hoewel de katholieke kerk nog steeds hunpriesters celibatair acht, vraag ik jullie tochkoppeltjes te vormen.1) Christendom2) Boeddhisme3) Jodendom4) Islama) de religie van Overgave aan God, ont-

staan in Arabië in de 7de eeuw na Chris-tus, met de profeet Mohammed die inMekka (huidig Saoudi-Arabië) zijn vol-gelingen begon te bekeren

b) Volgelingen van de aardsvaders Abra-ham, Isaak en Jacob die leefden in eenuitgestrekt gebied dat het grootste deelvan het huidige Israel-Jordanië-Syrië be-slaat.

c) Deze religie vindt haar oorsprong in hetleven, optreden, dood, verrijzenis en he-melvaart van de Joodse zoon van God.Omdat de Joodse zoon van God als devervulling van het Oude Testament wordtbeschouwd, noemt deze religie zich hetNieuwe Testament.

d) Gesticht in de 5e/6e eeuw VC in Noord-India. Deze religie streeft Verlichting nadoor in meditatieve extase het Nirvanate bereiken.

Raoul Dexters

(Oplossingen op p. 21)

E k o n o m i k a H e r e x a m e n

12 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 13: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

KBC-prijs voor thesis ondernemerschap

De eerste prijs, goed voor een bedrag van1.000 € is gegaan naar Steven Beeckmanvoor de thesis ″Groeistrategieën en groep-structuur van KMO’s: analyse en case stu-dies″. In deze thesis werd dieper ingegaanop de externe groei van familiale KMO’sdoor overname, fusies en participaties. In deeerste plaats wordt er een analyse gemaaktvan het groeiproces van deze ondernemin-gen en komt men tot de observatie dat hetmogelijk verlies van de controle op de on-derneming een van de belangrijkste hinder-palen zijn in de verdere groei van de fami-liale KMO’s.Ondernemingen die opteren voor een ver-dere groei kiezen dan in een groot aantal ge-vallen voor een externe groeistrategie vanovername en participaties. In het vervolgvan deze thesis wordt dieper ingegaan op definanciering van deze groeistrategie en opde bijdrage van deze groepstructuur. Mid-dels case studies van Barco, Sioen en Xei-kon werden tenslotte enkele aanbevelingengedaan naar de toekomst.

Steven werkt momenteel in Londen. Hij ont-ving zijn prijs uit handen van KBC-voorzit-ter Remi Vermeiren (zie foto).

Een tweede prijs ten bedrage van 500 €ging naar Johan Van Herck met een onder-zoek over ″Performantie van startende on-dernemingen in innovatieve sectoren inVlaanderen″.

De derde prijs van 250 € ging naar InekeDeckers met haar thesis ″De rol van Vlaam-se en Belgische ondernemingen in de ont-wikkelingen van milieutechnische oplossin-gen: een competitieve analyse″.

Ekonomika Gekruisigd (oplossing op p. 19)

HORIZONTAAL

1. Covergirl zonder woorden. (10)9. Wat een klaagzang! (6)

10. ″Wees gegroet″ en de vrouw keerde zich om.(3)

12. Alma mater op zijn Maastrichts. (2).13. Wat ten overstaan van en ten opzichte van

gemeen hebben. (3).15. Lange klinker of korte rivier. (2)16. Vlaamse kermis. (4)18. Een rivier de afkorting van de kalenderme-

thode? (2)19. Grondstof voor pottenbakkers. (5)21. God van de Latin lovers. (4)23. Land waarvan de hoofdstad de sigaar is. (4)24. Eerbied voor dit Franse woord. (5)25. De eerste noot is niet do. (2)26. Verheven Nederlands. (4)28. Zó is het nooit goed. (2)29. Theorieën daarover zijn niet meer politiek

correct. (3)31. Staat vreemd genoeg dikwijls achter een be-

drijfsnaam. (2)32. Droog en saai. (3)33. De tand des tijds op koper en brons. (6)36. Gelijk maar een Frans woord maken. (10)

VERTIKAAL

1. Zo wordt de reactie van de koper op de prijsvoorgesteld. (10)

2. Een paradox: ken jij het antwoord op dezeopgave? (3)

3. Korte naam voor lange lamp. (2)4. Griekse held. (5)5. Thuis bij de Eskimo’s. (4)6. De baarmoeder van een kip. (2)7. Baltische tennisterm. (3)8. Eerst opschieten, dan pas eisen. (10)

11. Deze munteenheid wordt gebruikt in het ver-keer met het buitenland. (6)

14. Een aperitief in een Portugese stad. (6)16. Goedkeuring van een automerk. (4)17. Wie in wil zijn, doet hieraan mee. (4)20. Wanneer de zee ver weg is. (2)22. Zeg maar moeder in het Italiaans. (2)24. Voornaam monument in Memphis. (5)27. Wie tegen dit voorvoegsel is. (4)31. Dit kuuroord krijgt een schop. (3)32. Gemaal bij de koningin. (3)34. Hoewel reeds. (2)35. Frans is negatief over dit reclamegas. (2)

Eerste laureaat Steven Beeckman (rechts) ontving een cheque van 1.000 € voor de beste thesisover ondernemerschap. Midden professor Reinhilde Veugelers, links KBC-voorzitter RemiVermeiren

K B C L e e r s t o e l O n d e r n e m e r s c h a p

EKONOMIKA berichten + juni 2000 13

Page 14: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

JE MOET BLUFFEN OMJE MOET BLUFFEN OMTE WINNENTE WINNEN

″Als internetbedrijf moet je kunnen bluffen. Let op, dit wil niet zeggen dat jeniet de waarheid moet zeggen. Het wil wel zeggen dat je jezelf heel goed moetkunnen verkopen. Je moet op een half uur de grote internationalefondsenbeheerders in New York, Londen, Frankfurt of Parijs kunnenovertuigen om 20 miljoen dollar in je bedrijf te stoppen. Je moet hen opkorte tijd zo overtuigen dat ze geloven en investeren in je bedrijf, in jemarkt,in jouw ondernemersschap. En je hebt hun middelen nodig om tekunnen groeien, vooral door overnames. Want als internetbedrijf moet jevandaag onmiddellijk wereldwijd kunnen meespelen.″ Dat zei Stijn Bijnens,voorzitter van het internetbeveiligingsbedrijf Ubizen, op de Dag van hetOndernemerschap in Leuven op 9 mei jl.

Volgens Stijn Bijnens is sales & marketingdé kritische succesfactor in de nieuwe eco-nomie. Het gaat immers om een service-economie waar je de diensten goed moetkunnen marketen om goede marges te kun-nen halen. Hij bekloeg er zich over dat deingenieursopleiding aan de universiteit te

strikt technologisch is, en op geen enkelewijze economisch is georiënteerd. ″Aan deingenieursfaculteit is ″sales″ iets vies. Ik hebhet zelf meegemaakt. Ingenieurs makenvoortdurend jokes over verkopers. De sa-lesmensen zijn in hun ogen de paria’s in eeningenieursbedrijf. Er is dus dringend een

mentaliteitswijziging nodig bij de jonge in-genieurs. Want productmarketing is van-daag veel belangrijker dan het product zelf.Natuurlijk moet het technologisch op puntstaan, maar vandaag moet je vooral dicht bijde klant staan, weten wat hij wil en goedemarketeers moeten ervoor zorgen dat je goe-de marges kan behalen.″

En dat Bijnens het belang van groei kan in-schatten moge wel duidelijk zijn. Ubizen kenteen jaarlijkse omzetgroei van 800 procent.″Maar ook dat is vandaag niet genoeg omonze positie in de markt te kunnen consoli-deren. Wij werken immers in een gegloba-liseerde wereldmarkt.″

Over de discussie tussen oude economie ennieuwe economie deed Bijnens trouwensnogal korzelig. ″Ik vind dat onderscheid flau-wekul. Eigenlijk moeten ook de bedrijvenuit de nieuwe economie vroeg of laat cashflow genereren zoals bedrijven vandaag dedag doen in de oude economie. Anders zul-len deze nieuwe bedrijven ook niet kunnenoverleven. Het grootste verschil zie ik trou-wens vooral in het feit dat in de nieuwe eco-nomie het management naast hun basissa-laris ook stock options krijgt″, aldus de Ubi-zen-topman.

In schril contrast daarmee was de getuige-nis van Johan Debuf, eminent Ekonomika-lid en bedrijfsleider van een traditioneleKMO in de schilder- en decoratiesector. Zijnbedrijf, Kordekor, is nochtans een uit de klui-ten gewassen KMO met niet minder dan 50schilders en decorateurs. Het is evident datdit bedrijf behoort tot de zogenaamde oudeeconomie. Maar volgens Debuf heeft de ICT-revolutie ook zijn bedrijf in belangrijke matebeïnvloed. Indien zijn werknemers, ook deschilders, vandaag niet met PC kunnen wer-

Stijn Bijnens (Ubizen) en rechts Johan Debuf (Kordekor), of hoe de nieuwe en de oude eco-nomie elkaar kunnen vinden.

K B C L e e r s t o e l O n d e r n e m e r s c h a p

14 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 15: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

ken, geen digitale camera’s kun-nen bedienen, niet op het webkunnen consulteren en geen GSMkunnen hanteren, dan kan hij zeniet meer gebruiken. Immers, of-fertes worden via het web door-gestuurd en moeten op de PCworden geconsulteerd: de werk-vloer wordt met een digitale ca-mera bestudeerd, de instructiesworden via GSM doorgegeven.Voor Bijnens was dit de gelegen-heid om op te merken dat er in-derdaad niet zo veel verschil istussen de oude en de nieuwe eco-nomie. Een traditioneel bedrijfmoet zich in de nieuwe economieinschakelen, net zoals dat de in-ternetbedrijven uit de nieuwe eco-nomie uiteindelijk klassieke bedrijfsresul-taten moeten kunnen boeken.Maar voor de klassieke bedrijven uit de zo-genaamde oude economie is er wel een bij-komend probleem. De aantrekkingskrachtvan de bedrijven uit de nieuwe economie opjongeren is zo groot dat het voor andere be-drijven almaar moeilijker wordt om nieuwewerkkrachten aan te aantrekken. Nochtanswerkt een traditionele KMO voor de lokalemarkt en heeft hij lokale mensen nodig. Bij-nens beaamt: ″Het gevecht om de beste men-sen is losgebarsten. Het is een echte oorlogom mensen. Maar in essentie is dit ook eeneconomisch gegeven.″

Luc Bertrand van Ackermans & van Haarenstelde dat zijn participatiemaatschappij nog

steeds wordt gepercipieerd als een zeer tra-ditionele groep. Nochtans investeert AvHvolop in nieuwe technologie. AvH is geëvo-lueerd van een industriële groep naar eengediversifieerde dienstencombinatie met bv.interimactiviteiten als Creyf’s. ″Hoewel wijniet zo’n hoge groeicijfers kunnen brengenals Ubizen, mag de groei van 30 procent opjaarbasis van AvH toch ook gezien worden″,zei Bertrand.

Luc Tayart de Borms van de Koning Bou-dewijn-stichting maakte van de gelegenheidgebruik om te wijzen op het gevaar van eenduale maatschappij waarbij het onderscheidwordt gemaakt tussen de internetters en deniet-internetters. Kennis wordt een belang-rijke factor om in het leven vooruit tegeraken.

En wat kan de overheid doen?Twee vertegenwoordigers van hetkabinet van minister van Econo-mie Dirk Van Mechelen gaveneen nuchter antwoord. Toon Soe-te stelde dat het beleid vooral hetondernemersschap moet promo-ten, net als permanente vormingen opleiding. Hans Bracquenévan zijn kant stelde dat de over-heid innovatie wil stimuleren, on-geacht de sector en ongeacht detechnologie. ″De minister wilkomaf maken met het sectoraalvalleienbeleid van het verleden.Wij willen netwerken ondersteu-nen, alhoewel het voor ons ookvandaag nog onduidelijk blijft hoewe dat precies moeten doen″. En

of Stijn Bijnens van overheidsgeld gebruikheeft gemaakt om zijn groei te financieren?Bijnens: ″Wij hebben geen subsidies vooronze onderzoeksinspanningen gekregen.Want we hebben tot nu toe geen tijd gehadom een dossier in te dienen.″

Fa Quix

Paneldiscussie over de nieuwe economie met v.l.n.r. Luc Tayart de Borms (Koning Boudewijnstichting), Luc Bertrand (Ackermans & van Haaren),Antoon Soete (kabinet Economie), Hans Martens (journalist en moderator), Stijn Bijnens (Ubizen) en Johan Debuf (Kordekor).

EKONOMIKA berichten + juni 2000 15

Page 16: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

ONDERNEMEN IN DE NIEUWE ECONOMIEONDERNEMEN IN DE NIEUWE ECONOMIEMacro-economisch wordt de nieuwe economie, zeker in de VS, gekenmerktdoor een sterke economische groei met dalende werkloosheid en toch lageinflatie. Micro-economisch wordt de nieuwe economie vaak verbonden metde opkomst van de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën(ICT). De ICT-sectoren zijn de drijvende kracht achter de nieuwe economie,maar eigenlijk ook achter de gehele economie. Professor Leo Sleuwaegen,titularis van de KBC Leerstoel Ondernemerschap, stelt het eenvoudig alsvolgt: ″De nieuwe economie is gewoon de economie van de toekomst″.

Op 19 mei jl. vond de Vijfde dag van het On-dernemerschap plaats in het kader van deKBC Leerstoel Ondernemerschap. De dagstond in het teken van het ondernemen inde nieuwe economie. Volgens professorSleuwaegen loopt de VS in de nieuwe eco-nomie duidelijk voorop. Hij gaf daarbij en-kele concrete cijfers. In 1998 had de ICT-sector in België een gewicht van 3 procentin de economie, daar waar dit in de VS alopgelopen was tot 8 procent. En ook het aan-deel van de ICT-sector in de groei is sub-stantieel hoger in de VS. In de periode 1996-1998 was ze goed voor tien procent van degroei van de Belgische economie, in de VSwas dat 35 procent. De voorsprong van deVS in de ICT-sector is dan ook meteen debelangrijkste verklaring voor de goede pres-taties van de Amerikaanse economie, watook tot uiting komt in de sterkte van de Ame-rikaanse dollar.

De ICT-sector werkt als een katalysator inhet economisch gebeuren. De productivi-teit wordt op een hoger niveau getild. Dedoorbraak van internet en ″e-commerce″scherpt de concurrentiestrijd aan. Aldus,komt de schumpeteriaanse voorspelling vande ″creatieve destructie″ opnieuw volkomenuit.

De netwerkeconomie-in-opkomst brengt im-materiële informatiegoederen voort met eennetwerkkarakter. Deze informatiegoederenvertonen volgens Professor Sleuwaegen devolgende kenmerken: digitalisering, hoge

initiële investeringskosten, niet-exclusiviteitvan goederen (dus zeer open voor ieder-een), ontstaan van netwerken, gevaar even-wel voor lock-in van de gebruiker (zodat hijeigenlijk gebonden is aan een bepaalde le-verancier), maar tegelijkertijd zijn er ookgeen afstanden meer en zien we het ont-staan van globale firma’s ″global born firms″.Wat dit laatste betreft is Ubizen met mana-ger van het jaar Stijn Bijnens misschien welhet meest treffende voorbeeld. Ubizen datzorgt voor beveiliging van het internetver-keer, is verplicht van globaal, d.w.z. wereld-wijd, te opereren. Een onderneming hadvroeger de tijd om te groeien. Eerst werd ergewerkt voor de interne binnenlandse markt.Vervolgens werden Europese landen vero-verd, eerst binnen de EU, daarna daarbui-ten. En tenslotte werd de focus gericht opde rest van de wereld. Maar een topbedrijfuit de ICT-sector moet onmiddellijk globaalgeorganiseerd zijn. Het moet wereldwijd kun-nen opereren en dit is alleen mogelijk dooreen wereldwijd erkende technologie.

Ook de marktdynamiek van de traditioneleeconomie en de nieuwe economie is volle-dig verschillend. Een traditioneel produc-tiebedrijf uit bv. de metaalverwerkende nij-verheid opereert in een voorspelbare om-geving en kent een eerder mechanischemarktdynamiek. Een goede constructeur vanhuishoudapparaten werkt immers in een vrijstabiele markt, waar een uniek markteven-wicht ontstaat. De ontwikkeling is vrij voor-spelbaar en niet spectaculair. Hij kent de

marktindeling en kan rekenen op een nor-male winst en op normale bedrijfsrisico’s.De waarde van het bedrijf kan nauwkeurigworden bepaald en het economisch succeswordt in belangrijke mate gedetermineerddoor marktinvesteringen. De belangrijkstetoetredingsdrempel tot de sector is het be-schikken over kapitaal.

In de nieuwe economie is de omgeving on-stabiel en de marktdynamiek explosief. Eris een snelle verandering in de markt enmeerdere uitkomsten zijn mogelijk, zelfs on-voorspelbaar. Er is geen marktevenwicht.De nieuwe economie wordt dus gekenmerktdoor een fundamenteel marktonevenwicht.Markten, producten en technologieën lo-pen door elkaar. De waarde van de onder-neming wordt niet door de netto-activa be-paald, maar wel door de optiewaarden. Ener is een fundamentele onzekerheid over degroei die kan worden bereikt. De belang-rijkste toetredingsdrempel is niet het kapi-taal, maar wel de informatie en de kennis.Volgens Professor Leo Sleuwaegen heeftdeze totaal verschillende omgevings- en

Professor Leo Sleuwagen

K B C L e e r s t o e l O n d e r n e m e r s c h a p

16 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 17: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

marktsituatie ook een belangrijke invloedop de ondernemingsorganisatie. In de nieu-we economie probeert men unieke produc-ten te ontwikkelen en wordt er gewerkt metcommandoteams. Gokken en bluffen zijnessentiële ondernemerskenmerken.Het management richt zich op extreme ele-menten en de belangrijkste bottlenecks blij-ven informatie en kennis. En naast dit alleskan een e-onderneming alleen maar over-

leven indien het zich inschakelt in een net-werk.Volgens Sleuwaegen betekent dit dat suc-cesvolle ondernemers in de nieuwe econo-mie niet alleen over een superieure techno-logie moeten beschikken, maar die ook alseerste moeten lanceren, ingekaderd zijn ineen duidelijk netwerk, en met een commu-nicatiestrategie moeten werken die geba-seerd is op bluffen. De professor stelde dat

dit een moderne communicatiestrategie isdie de markten moet overtuigen dat de groei-mogelijkheden van het bedrijf inderdaad fe-nomenaal zijn.

Stijn Bijnens, topman van het Internetbe-veiligingsbedrijf Ubizen, luisterde geamu-seerd en knikte geregeld instemmend.

Fa Quix

Lustrum van het ondernemerschapVijf jaar geleden zorgden drie Ekonomi-ka-leden, met name Johan Debuf, MarkFeys en Dirk Vyncke ervoor dat de toen-malige CERA-Bank een leerstoel Onder-nemerschap oprichtte samen met de Fa-culteit ETEW en met Ekonomika-Alumni.En met Trends Magazine als mediapartner.

De doelstelling was het ondernemen in zijnmeest diverse vormen te ondersteunen ente promoten. Voor de drie initiatiefnemerswas het ook belangrijk om ″in te breken″in de universiteit zodat ook daar het on-dernemerschap op volwaardige wijze in hetcurriculum van de studenten aan bod zoukomen.

De CERA-Bank Leerstoel Ondernemer-schap veranderde door de fusie in de bank-wereld in de KBC Leerstoel Ondernemer-schap en kende vijf succesvolle jaren. Naeen gunstige start met Professor HermanDaems, nam Professor Leo Sleuwaegendeze leerstoel op succesvolle wijze over.Het eerste werkjaar had als thema ″On-dernemen kan″ en ging over nieuwe on-dernemingsconcepten. Het tweede werk-jaar had als thema ″Ondernemen moet″ enging over de lerende organisatie. En hetderde werkjaar had als thema ″Onderne-men mag″ en behandelde de ondernemingen haar omgeving.Vanaf het vierde jaar werden twee speci-fieke thema’s onderzocht, met name ″On-dernemen in high tech″ en vervolgens ″On-dernemen in social profit″ om het vijfde enlaatste werkjaar te voleindigen. De initia-tiefnemers kunnen deze leerstoel Onder-nemerschap zeker als een groot succes be-

schouwen. In de licentiejaren is er nu eenkeuzevak over ondernemen en rector AndréOosterlinck, zopas herverkozen voor eennieuwe termijn van vijf jaar, draagt het pro-moten van het ondernemerschap hoog in hetvaandel. Niet alleen is er de genoemde in-terfacultaire cursus, maar ook de talrijke

nieuwe spinn-offs die de KULeuven viaLeuven Research and Development in dehigh tech sfeer heeft gelanceerd.

Remi Vermeiren, voorzitter directiecomité KBC Bank en Prof. Leo Sleuwaegen, titularis vande leerstoel ondernemerschap.

EKONOMIKA berichten + juni 2000 17

Page 18: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

ECONOMIE IS NIETECONOMIE IS NIETVOOR EEUWIGVOOR EEUWIG

″Het is opvallend hoeveel gelijkenissen er zijn tussen de eeuwwende rond1900 en de huidige eeuwwisseling. De periode van 1895 tot de EersteWereldoorlog in 1914, de zogenaamde ″Belle époque″, werd ook gekenmerktdoor een geliberaliseerde economie die toen ook al opvallendgeïndustrialiseerd en internationaal georiënteerd was. De industriëlerevolutie, de modernisering van de infrastructuur en de veralgemening vaneen systeem van vrije markteconomie binnen een kader van monetairestabiliteit legden de grondslagen voor de geleidelijke economische opbouw.In de periode 1895-1913 bereikte die haar climax.″ Dat zei eenonveranderlijk jeugdige en enthousiaste professor Herman Van der Wee opde laatste sessie van de vijfde reeks ″Acht om te horen″ in Leuven.

Het is natuurlijk niet gemakkelijk om in eentijdsbestek van een goed uur een hele eeuweconomische geschiedenis samen te vatten.Toch slaagde Herman Van der Wee erin deontwikkeling van de Westerse wereldecono-mie in vier belangrijke fases samen te vat-ten.

Na de genoemde fase van hoogbloei van de″Belle époque″, was de tweede periode -van1914 tot 1945- eigenlijk niet meer dan eenlangdurige crisis. Het begon met een poli-tieke crisis, de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), die leidde tot een ernstige ontwrich-ting van de wereldeconomie. Op econo-

misch vlak gooiden vooral de hollende in-flatie en de wanordelijke munthervormin-gen roet in het eten. In de jaren ’30 kwamdaar nog bij dat veel landen teruggrepen naarnationaal protectionisme door het afsluitenvan de eigen markten en het doorvoeren vanopeenvolgende devaluaties als concurren-tiemiddel. De werelddepressie van de jaren’30 bereikte tijdens de Tweede Wereldoor-log (1939-1945) een dramatisch dieptepunt.

Maar na de Tweede Wereldoorlog groeideoveral de wil om een nieuwe samenleving opte bouwen. Uit de oorlog had men geleerddat de extreemrechtse nieuwe orde niet werk-te, maar men had ook de lessen getrokkenuit het extreem economisch liberalisme vanhet begin van de eeuw dat ook niet had ge-leid tot een stabiele economische ontwikke-ling. Daarom werd een derde weg gekozen:de gemengde economie. Aanvankelijk ver-liep de expansie zo goed als vlekkeloos, zo-dat deze fase het label ″Les trente glorieu-ses″ kreeg (1945-1975). De inhaalbewegingin Europa, met een hogere productiviteits-stijging dan in de VS, bracht een voorspoe-dige niet-inflatoire economische ontwikke-ling met zich mee die culmineerde in de gou-den jaren zestig. Het systeem van een openwereldeconomie met stabiele munten heeftsamen met het Europese integratieproceseen stevig institutioneel kader gecreëerd voorde heropbloei van de wereldhandel na deTweede Wereldoorlog.

Maar vreemd genoeg droeg de ontwikke-ling van die gemengde economie precies ookde kiemen in zich voor de problemen diezich vanaf de jaren ’70 zouden voordoen. Degemengde economie genereerde heel wat ri-giditeiten die verdere expansie belemmer-den. De verhoogde staatsinterventie zorg-Professor Herman Van der Wee (midden), nog altijd even gedreven als vroeger

8 o m t e h o r e n

18 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 19: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

de voor de uitbouw van de sociale zeker-heid, maar ook voor duurdere lonen die eeninflatoire tendens in gang zetten. Bovendienwerd de Staat veruit de grootste werkgevervan het land en heel wat ondernemingen za-ten in een oligopolie of monopolistische si-tuatie die prijsdalingen verhinderde. Bij toe-nemende inflatie kregen sommige landenproblemen met hun exportindustrie, maardoor het systeem van de gemengde overleg-economie was de noodzakelijke loonsaan-passing in neerwaartse zin onmogelijk ge-worden. De aanpassingen gebeurden danmaar door muntdevaluaties onder toezichtvan het IMF.

En wanneer vanaf het midden van de jaren’60 de oorlog in Vietnam ook in de VS deprijsinflatie de hoogte injoeg, werd het be-kende akkoord van Bretton Woods in au-gustus 1971 verbroken. Het systeem van vas-te wisselkoersen werd vervangen door eensysteem van vlottende wisselkoersen met eenscherpe waardevermindering van de dollartegenover de andere munten. Tegelijkertijdstegen de olieprijzen, in dollar, naar onge-kende hoogten omdat het OPEC-kartel zijndollarinkomsten veilig wilde stellen. Maardat wakkerde dan weer een loon-prijsspi-raal aan en dompelde het Westen in een ern-stige economische crisis met een grote struc-turele werkloosheid. Voor België was de pe-riode 1973-1981 zonder twijfel de econo-misch somberste periode sinds 1945.

Maar in economie is niets eeuwigs en vanafhet begin van de jaren ’80 deed zich een wen-ding voor in de koers van de gemengde eco-nomie. De strijd tegen de inflatie, m.a.w. hetstabiliseren van het prijspeil, werd dé prio-riteit in het overheidsbeleid, ten koste vande groei op korte termijn. We kennen dieperiode van de monetaristische politiek vande Britse eerste minister Thatcher en deAmerikaanse president Reagan. De rol vande Staat moest worden ingekrompen en debelastingen verlaagd. In de loop van de ja-ren ’80 werden de prijzen opnieuw stabiel,werden de arbeidsmarkten flexibeler en deconcurrentie in de particuliere sector scher-per. De economie leerde bovendien levenmet het systeem van de vlottende wissel-koersen.

Het neoliberale beleid begunstigde tenslot-te ook de doorbraak en zelfs het succes vande derde industriële revolutie, waarvan deelektronische innovaties en de ermee ge-paard gaande automatisering, alsook de bio-genetica en de vooruitgang in de communi-catie en het transport, de grote gangmakerszijn. Uiteindelijk bleek dit ook de grond-slag voor de verdere globalisering van deeconomie. De drie kort na de Tweede We-reldoorlog opgerichte supranationale instel-lingen moesten en moeten dit in goede ba-

nen leiden: het Internationaal MonetairFonds (IMF) voor kortlopende kredietenaan economieën in tijdelijke externe moei-lijkheden, de Wereldbank om groei-aspira-ties van nationale economieën via langlo-pende kredieten te versterken en tenslottede wereldhandelsorganisatie WTO (als op-volger van de GATT) om de liberaliseringvan de wereldhandel te garanderen.

Fa Quix

Prof. Herman Van der Wee (rechts) met Inès Meyfroidt, verantwoordelijk voor “acht om tehoren″ en Fa Quix, voorzitter Ekonomika Alumni.

EKONOMIKA berichten + juni 2000 19

Ekonomika Gekruisigd

Page 20: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

DE VOORDELEN VANDE VOORDELEN VANINTERCULTUREEL MANAGEMENTINTERCULTUREEL MANAGEMENT

″Internationale ondernemingen houden bij hun wereldwijde strategie nog teweinig rekening met de culturele verschillen in hun nationale en lokale units.Dit kan leiden tot minder optimale resultaten. Wanneer zij toch het lokalewaarderen, kunnen zij opmerkelijk beter presteren″, aldus professor MaddyJanssens, die aan de faculteit ETEW personeelsbeleid en organisatie doceert.

Dé uitdaging voor grote internationale be-drijven is het interculturele management.Op de sessie ″Acht om te horen″ van 3 aprilgaf professor Maddy Janssens haar visie opde wijze waarop grote internatio-nale bedrijven omgaan met cul-turele verschillen. Zij deelde debedrijven in 3 grote types in, dieop het eerste gezicht identiek lij-ken: de ″global company″, de″multinational company″ en de″transnational company″.De global company wordt geken-merkt door een zeer gecentrali-seerde aanpak waarbij alles van-uit het hoofdkwartier wordt ge-stuurd. Veel voordelen wordenverwacht van standaardisatie enconsistentie (in kwaliteit en mar-keting). Het globale beheert dekennis en het lokale heeft hoofd-zakelijk een uitvoerende functie.Typische voorbeelden zijn Ame-rikaanse bedrijven als Coca-Co-la en McDonalds. Nadelen vandeze global company zijn het ge-brek aan flexibiliteit, gemiste kansen, en ge-voelens van weerstand bij de lokale bevol-king wanneer zij de indruk krijgen dat deonderneming ″te Amerikaans″ is. Nietteminkunnen deze bedrijven zeer succesvol zijn,zoals de geciteerde voorbeelden bewijzen.De multinational company werkt precies an-dersom en is gedecentraliseerd. Het zwaar-

tepunt ligt in de lokale units die een zeergroot aanpassingsvermogen hebben en ergverschillend, zelfs los van elkaar, opereren.Het hoofdkwartier heeft geen domineren-

de functie. De kennis is lokaal en is bestemdvoor lokale doeleinden. Het gaat bijvoor-beeld om banken die sterk onderhevig zijnaan nationale reglementering, maar ook omactiviteiten als consulting, auditing en far-macie. Een bedrijf dat, zeker tot voor kort,in deze categorie kon worden ondergebrachtis het Nederlandse Philips. Bekommernis-

sen hierbij zijn evenwel de fragmentatie, hetdupliceren van inspanningen en het bescher-men van de eigen belangen (gevaar voor ’on-afhankelijke’ bedrijven).

De transnational company is eigenlijk zo-wat het ″ideale type″. In feite gaat het omeen netwerkstructuur. Er is een grote inter-activiteit tussen het lokale en het globale.Essentieel is dat in de cultuur van deze on-dernemingen de verschillen worden gewaar-deerd. Voorbeelden die worden geciteerd

zijn Philip Morris en BASF. Hetleerproces situeert zich vooral ophet leren van ″best practices″. Hetlokale genereert kennis voor hetglobale. Het nadeel is wel datdeze ondernemingen vaak nogalingewikkeld in mekaar zitten ener verwarring en spanningen kun-nen ontstaan.

Professor Janssens meldde on-middellijk dat bedrijven die vooréén of andere van de drie strate-gieën kiezen, elk succesvol kun-nen zijn. Wel kan de integratievan de culturele verschillen erguiteenlopen. Het tot nu toe wel-iswaar beperkt onderzoek wijsterop dat wanneer de cultureleverschillen verstandig worden ge-bruikt dit tot goede bedrijfsresul-taten kan leiden. Om dit te reali-

seren moeten bedrijven wel een aantal vaar-digheden ontwikkelen. Janssens citeerde erdrie: mapping, bridging en integrating. Infeite gaat het om een proces. Bij mappingworden de culturele verschillen begrependoor zich erover te informeren en zich te fo-cussen op de verschillende gedragingen. Bijbridging gaat men al een stap verder: men

8 o m t e h o r e n

20 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 21: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

kan communiceren over de verschillen heen.Dit veronderstelt vooral een openheid eneen gelijkwaardigheid van de medewerkersvan een andere cultuur. En tenslotte komtmen tot integrating wat betekent dat mengebruik maakt van de culturele verschillenén gelijkenissen om samen iets nieuws te bou-wen, om het als een troef uit te spelen.Dat culturele verschillen in een internatio-nale onderneming erg groot kunnen zijn,toonde Professor Janssens aan met enkeleeenvoudige voorbeelden. Neem nu het be-grip ″tijd″. Voor de Amerikanen is tijd eenlineair begrip. De tijd loopt voortdurend ver-der en wat voorbij is voorbij. Voor de Ame-rikanen geldt dan ook ″Time is money″. Zezullen altijd op tijd beginnen en snel en ef-ficiënt proberen te werken. Daartegenoverstaat het tijdsbegrip in de zuiderse landen.De vergadering hoeft niet stipt te beginnen,het eerst half uur wordt rustig koffie gedron-ken en kennis gemaakt. Tijd is daar een cir-culair begrip. Morgen is weer een dag, endaarna opnieuw één. Mensen van deze ver-schillende culturen samenbrengen kan totwerkproblemen leiden.Een ander voorbeeld is de verschillende aan-pak tussen Amerikanen en Belgen van eenbepaald project. Amerikanen zullen het pro-ject systematisch stap voor stap, sequentieelaanpakken. Belgen willen diverse onderde-len parallel en dus tegelijkertijd behande-len. De Amerikanen begrijpen dit vaak niet,volgens hen werken Belgen ″chaotisch″.

Professor Janssens illustreerde tot slot noghet belang van taalgebruik in een multicul-turele onderneming met een anecdote. Ineen meeting presenteerde een intelligente,snelsprekende Engelstalige dame haar the-sis met enkele afkortingen zoals ″l.o.e.″. Eenattente Belg riep haar tot de orde en vroegwat l.o.e. wel betekende. Zij antwoordde″lack of efficiency″. Onmiddellijk daarna ra-telde zij verder. Tot zij door dezelfde Belgeven werd onderbroken. Hij riep haar in hetEngels toe: ″l.o.u.″ (uitgesproken: helloyou!). Zij vroeg wat dit dan wel betekende,waarop hij antwoordde: ″lack of understan-ding″.

Of hoe intercultureel management mindereenvoudig is dan op het eerste gezicht lijkt.

Fa Quix

OplossingenHerexamen

1.Marketing:c-b-a-d-e

2.Vennootschapsboekhouden:a)Juist.Blz125leertonsdatinbepaal-

degevallenvanfaillissementdeaan-sprakelijkheidkandoorbrokenwor-den

b)Juist.Open=voorfinancieringeenberoepdoenopdekapitaalmarkt.Ge-sloten=geenberoepdoenoppu-bliekvoorfinanciering,voornamelijkfamiliebedrijven

c)Nietjuist.EenNVmagnietmetdenaamvandeenigevennootwordenaangeduid.Denaammoetbijzonderzijnenverschillenvanelkeandereven-nootschap.Somskomtertocheenper-soonlijkenaamvoor,maardatisdandenaamvandestichter,indienver-warringmetlevendepersonenuitge-slotenis(bijv.NVGevaert)

d)Juist.

3.WijgerigeEthiek:Eenmakkie,netzo-alsvroeger.1-b(wordtzelfsopgesplitstinpolitieke,socialeeneconomischevervreemding)2-c(hetonderdrukkenvanhetmense-lijklustinstinctiseennoodzakelijkevoor-waardevoordeontwikkelingvanmaat-schappijencultuur)3-a(deopkomstvandewetenschapterveroveringvandewereldveroorzaakthetverliesvanhetGodsgeloof)

4.Godsdienst:1-c,2-d,3-b,4-a

EKONOMIKA berichten + juni 2000 21

Page 22: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

DANS LE PORT DE BRUXELLES...DANS LE PORT DE BRUXELLES...Natuurlijk is Brussel een administratieve stad. De statistieken bewijzen het:87 % van de mensen werken in de tertiaire sector. En toch is er ook nog veelindustrie in Brussel. Een belangrijk deel ervan is te vinden in de haven vanBrussel. Werknemers uit de nieuwe hoofdzetel van KBC aan de Havenlaankennen ongetwijfeld het havengebied langs het kanaal. Ekonomika Brusselging op zaterdag 6 mei jl., samen met de regionale kern vanAlumniLovanienses, de haven van Brussel bezoeken.

Steven Vanackere, toen nog Directeur-ge-neraal van de Haven van Brussel, schetstehet belang van het havengebied van Brus-sel: een omzet van 170 miljard frank en 1,3procent van de tewerkstelling van Brussel.In de periode ’90-’97 werd voor 4,1 miljardfrank geïnvesteerd, maar de daaropvolgen-de twee jaar opnieuw voor 3,5 miljard frank.Dit betekent dat de privé-bedrijven nog ge-loven in de toekomst van de Brusselse haven.

De rondvaart bij een prachtige lentezon, lietechter nogal wat rommelige kades zien. Ste-ven Vanackere daarover: ″Wij zien veelschroot. Dit geeft uiteraard geen esthetischeaanblik, zeg maar dat het ronduit lelijk is.Maar dit schroot wordt gebruikt door recy-

clagebedrijven in Wallonië. In essentie gaathet dus om een milieuvriendelijke activiteit,maar esthetisch is ze niet.″ Nochtans be-schouwt Vanackere dit als één van de groot-ste projecten van de haven van Brussel: haarfysieke en mentale integratie in het Brus-selse stadsbeeld. Vroeger had het kanaal eenzeer negatieve bijklank. Het werd o.a. geas-socieerd met het dumpen van auto’s enz ...De recente verfraaiingswerken hebben alwat verbeterd, maar er valt nog heel wat tedoen langs de 14 kilometer waterweg dieBrussel rijk is.″

Brussel is een ″inbound haven″. Dit bete-kent dat 90 procent van de activiteit gerichtis op bewerking en consumptie van de goe-

deren in Brussel zelf.Slechts 10 procent is voorzogenaamde ’outbound’activiteiten. De klanten ko-men vooral van het Noor-den. Dit is niet moeilijk teverklaren omdat het ka-naal georiënteerd is op hetNoorden. 55 procent vande klanten komen uit Ne-derland, 26 procent uit Bel-gië (Antwerpen), 14 pro-cent uit Duitsland en 3 pro-cent uit Frankrijk. Bouw-producten, olieproductenen schroot zijn de drie be-langrijkste producten diein Brussel verwerkt wor-den. Maar deze traditione-le producten moeten steeds

meer de plaats ruimen voor een sterke groeiin landbouw- en voedingsproducten. Dezehebben hoe dan ook meer toegevoegde waar-de, wat voor gevolg heeft dat zonder toena-me in volume de omzet van de Brusselse ha-ven toch stijgt.

Brussel wil vooral een centrum van logis-tiek en zogenaamd intermodaal verkeer wor-den. Zo komt er een containerterminal dieeen viermodaal systeem zal mogelijk ma-ken, m.n. binnenscheepvaart, zeescheep-vaart, spoorwegvervoer en wegvervoer. Alsverkeersknooppunt leent Brussel zich bij-zonder goed voor dit multimodaal vervoer-systeem.

Een boottocht op het Brussels zeekanaal laatje Brussel binnenste buiten zien: zo passeerje langs de plezierjachthaven aan de VanPraet brug, de verbrandingsoven van Neder-over-Heembeek, het maanlandschap vanCarcoke aan het indrukwekkende viaductvan Vilvoorde, de villa’s van de twee roei-clubs die de stad rijk is, en talrijke entre-pots en opslagplaatsen die bewijzen dat deBrusselse haven nog steeds een duidelijk in-dustriëel doel heeft, aldus een enthousiasteSteven Vanackere, sinds kort adjunct-direc-teur-generaal van de MIVB.

Fa Quix

Steven Vanackere, toen nog directeur-generaal van de ha-ven van Brussel, verdedigt met vuur het industriële belangervan.

Re g i o n a l e K e r n e n : B r u s s e l

22 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 23: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

KLEIN MAROKKO IN GROOT ANTWERPENKLEIN MAROKKO IN GROOT ANTWERPENSinds vorig jaar loopt bij Ekonomika-Antwerpen een reeks bezoeken aanandere gemeenschappen in de Metropool. Mocht de Joodse Gemeenschapvorig jaar de spits afbijten, dan werden we nu gastvrij ontvangen door deMarokkaanse Gemeenschap. Op deze stormachtige zondag met deonheilspellende berichten van op auto’s gevallen bomen, evenementen diestilgelegd werden (Portival), mocht het een wonder heten dat iedereen kwamopdagen. De laatste hindernis was nog het zoeken van de plaats vanafspraak: de straten waren nog afgezet omdat ze pas een nieuw wegdek envoetpaden gekregen hadden.

We werden ontvangen in de eerste moskeedie in Vlaanderen werd geopend in de wijkMoretusburg in Hoboken. Al in de jaren zes-tig hebben bereidwillige katholieken samenmet de moslims op een perceel van de loka-le kerkfabriek (parochie St-Jozef) hier eengebouw neergezet waar moslims hun geloofkonden belijden. Bij het binnentreden werdons gevraagd de schoenen uit te doen enmochten we op stoelen gaan zitten die klaar-stonden in de bidruimte voor de vrouwen.Onze contactpersoon Said Mdaouchi, se-cretaris van UMIVA, stelde ons voor aan ElMassoudi M’Hamad, de voorzitter, en aanEl Maftouhi Jamal, de ondervoorzitter.UMIVA is de Unie der Moskeeën en Isla-mitische Verenigingen van Antwerpen en 25Marokkaanse moskeeën in Antwerpen zijner lid van. In totaal vertegenwoordigt UMI-VA 15.000 leden.De vriendelijke voorzitter opende de na-middag en we kregen meteen een initiatie-cursus over de Islam en de Islamgemeen-

schap in Antwerpen. Het welkomstgeschenk-je dat we kregen, was een wegwerpcameravan het Van Dijck-jaar dat we naar harte-lust konden gebruiken om foto’s te maken.De stadsambtenaar Said had een goede func-tie gevonden voor de overtollige voorradenvan de stad. Na een korte beschrijving vande historiek werden we uitgenodigd omplaats te nemen in de centrale bidruimte endaar werd ons voorgedaan hoe moslims zichtot God wenden. Wisten jullie dat moslim-mannen vijf maal per dag moeten bidden?De eerste keer al rond vier uur ’s morgensen de laatste keer twee uur na zonsonder-gang. Vrouwen zijn niet verplicht te bidden.Vrijdag is de hoogdag voor moslims en tij-dens de middagdienst geeft de Iman dan eenpreek die over allerlei onderwerpen kangaan. Er zijn 3 bidhoudingen: rechtstaand,voorovergebogen en op de knieën met hetvoorhoofd op de mat (vandaar de kousenom alles wat proper te houden). In de eer-ste twee houdingen worden vaste koranver-

zen in het Arabisch ge-debiteerd en in de laat-ste houding mogen ookpersoonlijke gunsten bijGod worden afge-smeekt. Men is dan hetdichtste bij God. Op datmoment, zo benadruk-te Massoudi, liet deprofeet Mohammedzelfs toe dat de Kriste-nen hun eigen gebedengebruikten. Said gaf ons

ook een demonstratie van de oproep tot hetgebed die je in Arabische landen vijf maalper dag van de minaretten hoort schellen. InHoboken is deze oproep gelukkig enkel bin-nenin de moskee te horen. Vooraleer we naarbuiten gingen, kregen we nog een lekkerglaasje muntthee.Daarna werden we naar een speelpleintjegeloodst waar ons iets gezegd werd over deMarokkaanse jeugdwerking. Toen het be-gon te stortregenen tussen de windvlagendoor sprongen we in de auto’s en in een lan-ge sliert werden we naar de Lelieplaats ge-leid. Daar bezochten we de tweede moskeevan de dag. We werden er verder ingelichtdoor de Islamleraar Azzouz Ahmed van hetProvinciaal Instituut Godelieve. Uit het pu-bliek kwamen kritische vragen over de sa-menlevingsproblemen met sommige Marok-kaanse jongens die een hele (sympathieke)gemeenschap in diskrediet brengen. Onzegastheren antwoordden overal open en eer-lijk op. Daarna brachten we nog een bezoekaan een Marokkaanse handelszaak op deSint-Bernardse Steenweg. De zaakvoerdergaf enkele jongeren die hun opleiding vroeg-tijdig hadden afgebroken opnieuw de kansom zich te bewijzen.Ondertussen was het al 18.30u geworden enwerden we verwacht in het Marokkaanse res-taurant ’El Hambra’ in de Scheldestraat ophet Zuid in Antwerpen. We werden er ont-vangen met een lekkere schuimwijn. Daar-na namen we plaats aan de tafels die inU-vorm opgesteld waren. Onze Marokkaans-Belgische gastheren plaatsten zich op stra-tegische plaatsen tussen ons zodat we de in-formatieve en gezellige namiddag kondenverder zetten. Tijdens de soep kregen wenog hoog bezoek van Fatima Bali, gemeen-teraadslid van Antwerpen. Haar pleidooi ommeer te geloven en te investeren in Marok-kaanse jongens was voor ieder van ons eenmooie synthese van een namiddag in een ge-meenschap met kansen en problemen diewe dankzij dit bezoek beter leerden kennenen waarderen.

Wouter Verhaverbeke

Re g i o n a l e K e r n e n : A n t w e r p e n

EKONOMIKA berichten + juni 2000 23

Page 24: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

DE BALANCED SCORECARD:DE BALANCED SCORECARD:RAPPORTERING OP STRATEGISCH NIVEAURAPPORTERING OP STRATEGISCH NIVEAU

Meer en meer begrijpen de bedrijven dat een rapportering die enkel gericht isop financiële maatstaven te beperkt is om op te volgen of de uitgestippeldestrategie wel gerealiseerd wordt. Vanuit de Verenigde Staten, onder impulsvan Robert Kaplan, waaide begin jaren negentig het ″BalancedScorecard″-concept over. Deze rapporteringsvorm brengt zowel financiële alsniet-financiële maatstaven samen en rapporteert enkel die cijfers dienoodzakelijk zijn om de verschillende strategische doelstellingen op tevolgen. Visueel stelt men de Balanced Scorecard vaak voor als een systeemwaarbij de manager omgeven is door een reeks schermen waarop hij allekritische parameters online kan volgen. Hij zit als het ware in zijnvliegtuigcockpit ...

De Balanced Scorecard was het thema vanhet laatste SCAFF-seminarie van dit acade-miejaar. Hiervoor werd professor WernerBruggeman uitgenodigd, verbonden aan deUniversiteit Gent en de Vlerick Leuven GentManagementschool en managing partner vanhet consultancybedrijf B&M Consulting. Hijis in Vlaanderen één van de goeroes op hetvlak van management accounting. B&MConsulting spitst zich toe op adviesverle-ning rond management accouting en con-trol. De nadruk ligt hierbij voornamelijk ophet begeleiden van bedrijven bij hun strate-gisch proces, de implementatie van de Ba-lanced Scorecard en het invoeren van ma-nagement accounting-systemen. De consul-tants hebben een ruime ervaring in de ont-wikkeling en implementatie van activity-ba-sed-managementtoepasingen. Het talrijk op-gekomen publiek bewees dat dit themaopnieuw een schot in de roos was ...In de meeste ondernemingen beperken deperformantiemeting en de rapporterings-systemen zich tot de financiële performan-tie. Toch zijn veel bedrijven er zich van be-wust dat de traditionele financiële accoun-ting maatstaven zoals Return on Invest-

ment, Earnings per Share of Economic Va-lue Added misleidende signalen kunnen ge-ven naar continue verbetering, innovatie encompetentie opbouwende activiteiten. Zijhebben behoefte aan verbetering van de fi-nanciële controlesystemen en een aanvul-

ling met strategische performantiemetin-gen. Om resultaat op te leveren moeten dezemaatstaven aansluiten bij de bedrijfsmissie,de doelstellingen en de strategie.

De Balanced Scorecard biedt een methodo-logie om de missie, doelstellingen en stra-tegieën te vertalen in een reeks maatstavendie topmanagers een snel, maar uitgebreidoverzicht geven van hun bedrijf. Het vult definanciële maatstaven aan met operatione-le metingen over de klantentevredenheid,de interne processen, het innovatievermo-gen, het lerend vermogen en de verbeteringvan de bedrijfsactiviteiten. Dit zijn alle ope-rationele maatstaven die de toekomstige fi-nanciële performantie bepalen. De Balan-ced Scorecard kan worden geïmplemen-teerd op corporateniveau, op business-unit-niveau, op functioneel niveau en zelfs opprojectniveau binnen het bedrijf, zodanig

Chantal Briké (rechts) in gesprek met Nancy Declerck (links), bestuurslid SCAFF.

Va k g r o e p e n : S c a f f

24 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 25: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

dat de realisatie van de strategie doorheende ganse organisatie opgevolgd wordt. In deVerenigde Staten is deze techniek reeds wijdverspreid en meer en meer geraakt men ookop het Europese continent overtuigd van hetpraktische nut.

Tijdens het seminarie werd, na een theore-tische uiteenzetting van het concept, ruim-schoots aandacht besteed aan de praktischeimplementatie van een scorecard: een der-gelijk project begint onvermijdelijk bij eengrondige doorlichting van de strategie en debedrijfsmissie. Van zodra men binnen hetmanagement team eensgezindheid heeft be-reikt over de krachtlijnen van de strategie,ook wel kritische succesfactoren genoemd,moet men proberen te bepalen hoe men dezehet beste kan meten. Dit laatste is niet al-tijd eenvoudig: ofwel is het moeilijk net dieparameter te vinden die het best weergeeftof de doelstelling gerealiseerd wordt, of menweet wel wat men wil weten maar men be-schikt niet over de gewenste gegevens.

Gelukkig hebben vele bedrijven de laatstejaren veel geld geïnvesteerd in een sterk geïn-tegreerd ERP-systeem en beschikken veelbedrijven op die manier over een giganti-sche hoeveelheid informatie. Tijdens het laat-ste deel gaf Michael Matthys, senior consul-tant bij B&M Consulting, een overzicht vande beschikbare ″Balanced Scorecard″-soft-ware. Uiteraard hebben de grote software-bedrijven, zoals bv. Oracle, zich ook op dezemarkt gestort en bieden zij pakketten aandie erop gericht zijn op een snelle manier dekritische succesfactoren op te volgen. Dekostprijs van dergelijke systemen loopt algauw op. U begrijpt dat dit vele bedrijvenvandaag afschrikt, na verplichte uitgaven aaninformatica voor euro, milleniumbugs en an-dere noodzakelijke ingrepen. B&M Consul-ting heeft hier gevat op ingespeeld en slootde presentatie af met een demonstratie vaneen eigen ontwikkelde tool, ontwikkeld inMS-Access, die eigenlijk net hetzelfde re-sultaat bereikt en die makkelijk kan geïm-plementeerd worden tegen een heel beschei-den prijs.

Frank VandenborreBart De Ridder (rechts), voorzitter vakgroep P&L in gesprek

Gesprek tussen Alfons Van Zele (midden), spreker P&L met Pieter Klingels (links) en JanEeckhoudt (rechts), leden van de bestuursgroep P&L

Patrick Anthonis, bestuurslid SCAFF

EKONOMIKA berichten + juni 2000 25

Page 26: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

IN DE BAN VANIN DE BAN VANPERMANENTE VORMINGPERMANENTE VORMING

Het opperste beslissingsorgaan van Ekonomika Alumni, de Senaat,vergaderde op vrijdag 5 mei in Leuven. Dankzij Jos Clijsters trad de FortisBank aan de Vital Decosterstraat in Leuven op als welwillende gastheer. DeSenaat is de algemene vergadering van de werkende leden en vergadert zoalshet een algemene vergadering past: eenmaal per jaar. Naast de obligatestatutaire verplichtingen, was de Ekonomika Senaat 2000 in de ban vanpermanente vorming. Welke strategie moet Ekonomika Alumni inzakepermanente vorming volgen?

Zoals steeds had Frank Vandenborre het the-ma ″Ekonomika Permanente Vorming″ gron-dig voorbereid. Vandaag wordt permanen-te vorming binnen Ekonomika vooral ge-realiseerd door de vakgroepen. Op dit ogen-blik zijn er 5 zeer actief, met name P & L(Productie & Logistiek), M & S (Marketing& Strategie), SCAFF (Accountancy, Finan-ciewezen en Fiscaliteit), LEG (Econome-trie) en Onderwijs. Elk van deze vakgroe-pen is gebaseerd op vrijwilligers en probeerteen aantal vormingssessies te organiserenvolgens het Ekonomika-principe van hogekwaliteit aan betaalbare prijs. Ekonomika-nationaal organiseert zelf de lessenreeks″Acht om te horen″ en rondde dit nu al voorde vijfde opeenvolgende keer met succes af.In oktober start de zesde reeks.

Om de continuïteit in de toekomst te kun-nen verzekeren, is er nood aan meer struc-tuur met meer onderbouw. De EkonomikaSenaat gaat ermee akkoord dat er een ver-dere structurele ondersteuning komt, maarliefst binnen Ekonomika en liefst zonderaparte juridische structuren. Voor een aan-tal centrale taken zoals administratie, ver-werking van de inschrijvingen, aanmakenvan documentatiemateriaal, ... kunnen viaeen centrale aanpak synergieën worden be-reikt. Deze synergieën mogen de onafhan-kelijke werking van de diverse vakgroepenniet in de weg staan.Maar wie spreekt over een meer permanen-te structuur, en een betere bundeling van debeschikbare middelen, moet meteen ook devraag stellen naar de financiering ervan. Op

basis van de nota van Frank Vandenborre ende discussie in de Senaat worden drie pistesweerhouden om de financiering van de per-manente vorming te verbeteren zodat er eenzeker profit center kan uit ontstaan.Vooreerst ziet de Senaat geen graten in eenverhoging van de deelnameprijzen omdatdeze vandaag extreem laag zijn. Het uit-gangspunt moet evenwel blijven dat het moetgaan om zeer democratische prijzen die geendeelnamedrempel betekenen. Een tweedeinkomstenbron moet gevonden worden viahet vinden van structurele partners. Hoe ditmoet worden georganiseerd en met welkemogelijke partners, bleef een open vraag enmoet, zoals de rest van de strategie inzakepermanente vorming, verder worden uitge-werkt door de Raad van Bestuur en het Uit-voerend Comité. Maar de Senaat was het erwel over eens dat permanente vorming debeste ingangspoort is om externe middelenvia structurele partners naar Ekonomika teloodsen. Ten derde werd vanuit de Senaatook het voorstel gedaan om minstens één″big shot″-activiteit te doen die belangrijkecash-ontvangsten zou genereren.

De Senaat stelde verder dat overleg met devakgroepen, maar ook binnen de Raad vanBestuur van Ekonomika Alumni en ook metFaculteit ETEW noodzakelijk is om het con-cept verder uit te werken. De timing is datvanaf begin 2001 de meer structurele wer-king van Ekonomika Permanente Vormingmoet kunnen starten. Ondertussen wordt inelk geval op een consistente wijze in meerprofessionele richting verder gewerkt.

De Senaat had het niet alleen over de stra-tegie inzake permanente vorming, hoeweldit de hoofdschotel van de vergadering was.Ook de rekeningen van het voorbije jaar ende begroting voor het lopende jaar dienden

E k o n o m i k a S e n a a t

26 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Van links naar rechts: Frans Vreys, Prof. em. Rob Vanes en René Piot

Page 27: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

te worden besproken en goedgekeurd. Zo-als steeds is dit geen gemakkelijk discussiegeworden. Het jaar 1999 werd afgeslotenmet een tekort van ongeveer 600.000 frank.Er is een uitzonderlijk verlies als gevolg vanhet jaarboek dat om de twee jaar wordt ge-realiseerd en dat onvermijdelijk deficitair is(een klein half miljoen). Maar ook de uit-gaven voor de Ekonomika Berichten, waar-van per jaar 3 nummers verschijnen van elkeen kostprijs van ca. 200.000 frank, is eenbelangrijke kostenpost (kwaliteit kent geenprijs, nvdr.). Met de idee van de structurelepartners zou hier wel, via nieuwe inkomsten,gedeeltelijk aan kunnen worden verholpen.Door de extreem goede beleggingen van deEkonomika-portefeuille door onze porte-feuillebeheerder Leen Clijsters, die in 1999een grote meerwaarde (deels latent en deelsgerealiseerd) kon tonen, kent de verenigingniet echt een financieel probleem. Toch hadde Raad van Bestuur eerder al, nu gevolgddoor de Senaat, opgeroepen om het deficitvoor de toekomst verder te beperken. Eentekort van 250.000 à 300.000 frank op jaar-basis is aanvaardbaar, gelet op het te ver-wachten rendement op de portefeuille. RemiVermeir, verantwoordelijk voor de financi-ën binnen Ekonomika, kon dan ook een aan-vaardbaar begrotingstekort 2000 van 270.000frank aan de Senaat voorleggen. De Senaatkeurde de rekeningen 1999 en de begroting2000 goed. Hierbij blijven de lidgelden an-dermaal ongewijzigd (1.200 frank voor degewone leden en 600 frank voor de junio-ren, zijnde de laatste vijf promotiejaren). DeSenaat riep ook op om het lidmaatschap be-ter te promoten.

De vergadering werd afgerond met het af-handelen van de diverse statutaire bepalin-gen en een speech van voorzitter Fa Quixover de activiteiten tijdens het voorbije jaar.Opvallend is dat er heel veel nieuwe men-sen het initiatief hebben genomen om methetzij een regionale kern, hetzij een vak-groep, hetzij in Ekonomika-nationaal eenverantwoordelijkheid op te nemen. Vermitsalle functies binnen Ekonomika gebaseerdzijn op louter vrijwilligerswerk, stelde devoorzitter op geruststellende wijze vast datde toekomst van Ekonomika Alumni verze-kerd is. (Zie ook foto-reportage op p. 2)

TIJDSCHRIFT VOOR ECONOMIE EN MANAGEMENTVol. XLV, 2, 2000

J. Crombez and R. Vander VennetRisk/Return on the Brussels Stock Exchange

Vander Bauwhede H. and M. WillekensEarnings Management and Institutional Differences: Literature Review and Discussion

Peeters A.Temporary Workers and their Transition Probabilities to Different Labour MarketStates: the Belgian Experience

Goehuys M.Wages and Firm Profitability in the Manufacturing Sector in Cote d′Ivoire

De Bondt R.Roofdieren in de markt?

Dit nummer verschijnt in de loop van de maand juni

*************************************************************************

HIERONDER VINDT U DE TARIEVEN VANAF JAARGANG 2001.

Soort abonnement Prijs

Persoonlijk abonnement 1.100 BfrStudentenabonnement 600 Bfr

Institutioneel abonnement (bedrijven, instituten,e.d ....)

2.000 Bfr

Via Belgische boekhandel 2.000 BfrPartner ondernemingen 1 abonnement 5.000 Bfr4 abonnementen 10.000 Bfr10 abonnementen 20.000 Bfr

Buitenlands abonnement 60 $Via buitenlandse boekhandel 60 $

Individueel nummer (zolang de voorraad strekt) 500 Bfr

Ekonomika Alumni leden 900 BfrStaff F.E.T.E.W. 900 Bfr

Inlichtingen:TVEM-secretariaatAnnemie RonsmansTel.: 016/32.66.88E-mail: [email protected]

EKONOMIKA berichten + juni 2000 27

Page 28: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

POLEN MOBIELPOLEN MOBIEL10 november 1988: De Berlijnse Muur valt. Het staat vast dat de PoolseSolidarnosk-beweging mede verantwoordelijk was voor de eerste serieuzebarsten. Meteen werden in Polen de poorten geopend voor Westerseeconomische initiatieven. In het zog daarvan volgde ook Pascal Frenay, eenTEW alumnus die in 1994 afstudeerde. Na omzwervingen in Barcelona enLissabon verzeilde hij in Warschau. Hij werkt er momenteel als ″businessanalist″ voor AMS (American Management Systems), een consultancybedrijf in internationale handel en informatietechnologie. Een ideaal profieldus om er voor ons een vinger aan de Pool te houden.

Pascal Frenay: Mijn vrienden stellen me dik-wijls de vraag waarom ik voor Polen geko-zen heb. ″Polen?″, krijg ik naar m’n hoofdgeslingerd, ″Ligt dat niet ergens tussen Chi-na en Siberië?″ Geografisch is de locatie vanPolen perfect. Het ligt ingekapseld tussen devroegere Sovjetstaten en Duitsland, en heeftsteeds gediend als toegangspoort naar hetWesten. De Baltische Zee vormt de Noor-delijke grens, slechts een uurtje verwijderdvan enkele van de mooiste steden van Eu-ropa: Berlijn, Boedapest en Praag.

Waarom Polen? Veel mensen stellen zichhet land nog voor als een donkere grijze plekmet grauwe gebouwen, en hebben nog steedseen beeld van ijzige toendra’s en huilendewolven bij volle maan. Ze denken onmid-dellijk aan Kafkaiaanse bureaucratieën volnukkige ambtenaren die strijden tegen elkevorm van vooruitgang.

En inderdaad, er zijn zeker nog grauwe ge-bouwen te vinden. De ″Ground Zero″ bij-voorbeeld, een dansclub in een voormaligeopslagplaats van nucleair afval. En inder-daad, er zijn zelfs nog enkele wolven te be-speuren. Hoewel de meeste te vinden te vin-den zijn in de zoo van Warschau. Het is eenfeit dat Warschau tijdens de wintermaan-den in een trieste toendra verandert. Maareen bezoekje aan Lolek, een lokale pub waarmen z’n vlees kan grillen boven een kamp-

vuur, zorgt steevast voor een warme atmo-sfeer. Bij het ontluiken van de lente onder-gaat het hele landschap een ware metamor-fose. De stadsparken krijgen kleur, en over-al duiken terrasjes op. De lokale inwonersmaken druk gebruik van de fietsroutes tus-sen de belangrijkste Poolse renaissance-steden: Krakow, Chestochowa, Katowice enOpole. De picknickers bevolken de kasteel-ruïnes die ooit het oude Poolse Rijkbegrensden.

Ook de straffe verhalen over bureaucratiezijn grotendeels achterhaald. De Poolse za-kenwereld zit stevig in de lift, en de econo-mie draait op een hoog toerental. Tien jaargeleden was Polen één van de slechtst be-stuurde naties in de wereld; zowel op eco-nomisch als op politiek vlak. Intussen is heelwat veranderd. Een goede waardemeter hier-voor is de telecommunicatie-industrie. Erzijn intussen 3 mobiele telefoonnetwerken,en 5 nieuwe vaste telefoonnetwerken.

Warschau is een moderne Europese stad, tevergelijken met pakweg Brussel of Wenen.De achterstand die Polen tijdens Wereld-oorlog II opliep is gaandeweg weggewerktdankzij de beruchte noestige werkmentali-teit en de buitenlandse investeringen. City-bank subsidieerde de heropbouw van hetoude stadhuis dat afbrandde in 1944. De sky-line van Warschau wordt overheerst door

lichtreclames en de wolkenkrabbers van be-kende namen als IBM, Philips, Motorola.Ook het oude stadscentrum van Gdansk werdheropgebouwd met hulp van buitenlandseinvesteerders die de romantiek van de oudePoolse renaissance-architectuur in de verfwilden zetten.

Ook internet geraakt goed ingeburgerd. Toe-gang tot het internet is haast steeds gratisvoor iedereen met een modem, en dit scheptongekende mogelijkheden. Doorheen zijnbestaan was Polen het toneel voor verschil-lende invasies en oorlogen. Maar het landkende evenzeer periodes van welvaart enbloei. Polen neemt nu nog een unieke buf-ferpositie in tussen twee culturen, en is eenperfecte uitvalsbasis voor westerse bedrij-ven om het Oosten in te palmen.

In het prille begin bouwden de Poolse ko-ningen over het gehele land een netwerk vankastelen die met elkaar communiceerdenvia rooksignalen. Nu zijn de Poolse stedenverbonden door vaste en mobiele telefonie-netwerken, glasvezel, en internet. Vroegermoest Polen het vooral hebben van zijn kost-bare barnsteenhandel met de Baltische Sta-ten, Duitsland en Italië. Nu doet Polen za-ken met de hele wereld.

E k o n o m i k a I n t e r n a t i o n a a l

28 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 29: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

PIET VAN WAEYENBERGE:PIET VAN WAEYENBERGE:NIEUWE ECONOMIE: HYPE OF REALITEIT?NIEUWE ECONOMIE: HYPE OF REALITEIT?

De Faculty Club was weer afgeladen vol met 125 senioren die het vierdelustrum van hun jaarlijkse hoogdag kwamen vieren. Met een bijzonderdiploma, uitgereikt aan 17 aanwezigen - deskundig opgetrommeld doorAndré Loosen - werd de promotie 50/54 (presesjaar Walter Van Os) eraanherinnerd dat ze 50 jaar ″student″ zijn, wat hen door Anne Verbeke en RenéBeyens nog eens in geuren en kleuren op het hart werd gedrukt.

Piet Van Waeyenberge, oud-voorzitter vanhet VEV en Ekonomika-Alumnus, wist alsgastspreker iedereen te boeien met zijn voor-dracht over de nieuwe economie. De eco-nomie wordt beïnvloed, zo argumenteerdehij, door nieuwe krachten zoals de euro ende vorming van handelsblokken, maar voor-al door de ″boom″ in de informatietechno-logie. De mengeling van globalisatie en mo-derne ICT-technieken is een nieuw gegevenin de ontwikkelde wereld, waardoor de ″crea-tieve destructie″ (Schumpeter) leidt tot ver-snelde innovatie. Dit fenomeen leidt ook totchaotische bewegingen als fusies en acqui-

sities en tot explosies in de privatisering, bij-zonder in de communicatiesector.

Deze ″exuberance″ loopt de mijlpalen vande voorzichtigheid voorbij: ondernemingenworden opgefokt naar de kapitaalmarkt ge-bracht, het triomfalisme in de periodiekecommunicatie verleidt tot creatief boekhou-den. De realiteit van de vooruitgang wordtomgezet in irreële waarderingen met super-speculatief karakter die leiden tot een beursdie verankerd is op een piramidesysteemveeleer dan op de klassieke fundamentals.De zenuwen komen bloot, er is geen fall-back meer, de korte termijn wordt zwaaroverschat, de lange termijn vergeten.

Heel deze beweging moet demystifieerd wor-den: er bestaan geen twee types van onder-nemingen. De wijsheid ligt in het beleggenin ondernemingen die een echt product ofeen echte dienst aanbieden, die klanten heb-ben, winst maken en stoelen op een gezon-de financiële basis. Wie een loterijbriefjekoopt, heeft een kans op winnen en betaaltwellicht mee het zwembad in zijn dorp. Wieeen hype-aandeel koopt, houdt wellicht eenminimale kans op grof gewin, maar betaaltzeker het zwembad van de vlugge jongens.Laat dit een signaal wezen. De eeuwige wetvan de juiste afweging van de zekere succes-factoren blijft gelden.

Dit betoog van Piet Van Waeyenberge brachtde vlam in de corona: de commentaren gin-gen hun gang, winst en verlies werden afge-wogen, geactiveerd door genietbare spijs endrank.

Prof. Piet Van den Abeele, decaan van de fa-culteit ETEW, leverde met Thalyssnelheideen synthese van de evolutie van de univer-siteit en de faculteit en hernieuwde zijn ge-loof in de samenwerking met Ekonomika-Alumni en de resultaten daarvan.

Er werd hulde gebracht aan René Piot, schei-dend voorzitter van de Senioren, die meerdan tien jaar lang de bezielende organisa-tor was van de jaarlijkse seniorendag. In zijndankwoord betrok hij zijn bestuur en de trou-we leden. Onder luid applaus werd hem detitel van erevoorzitter verleend.

Frans Vreys, die hem als Voorzitter opvolgt,dankte voor het gestelde vertrouwen en be-loofde het midden te zullen houden tussen″bloed, zweet en tranen″ en ″niemendal″.De muzikale finale geanimeerd door het im-mer uitmuntende zangtalent van Pol Bastinen door de ’pianistieke’ kunde van TorreMutton was de aanzet van vele kransjes dieherinneringen bleven ophalen tot de tijd geenuur meer had.

Piet Van Wayenberge

E k o n o m i k a S e n a a t

EKONOMIKA berichten + juni 2000 29

Page 30: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

THE INSIDER: WAAR ER ROOK IS...THE INSIDER: WAAR ER ROOK IS...Telkens een Amerikaanse film het bedrijfsleven als uitgangspunt neemt,gebeurt dit vanuit een sfeer van verdachtmaking en intrige, vansamenzwering en big business, van chantage en malafide praktijken.Merkwaardig voor een land waar zowat iedere burger het kapitalisme alsnorm neemt en waar de verwezenlijking van de ″American Dream″ dedagelijkse drijfveer is. Maar zonder ″slechteriken″ heb je natuurlijk geenfilm. Dus ook wanneer bedrijven de hoofdrol spelen, haalt Hollywood hetvertrouwde recept van de ″good and the bad″ uit de kast. Met ″The insider″is het niet anders.

Waar gaat het over? Dr. Jefferey Wigand(Russell Crowe), topman van een tabaks-producent, wordt ontslagen. Jarenlang washij Vice-President R & D bij Brown & Wil-liamson en kent beter dan wie ook de inter-ne keuken van de tabaksindustrie. Beetje bijbeetje - maar veel te langzaam: de film duurtmeer dan 2,5 uur, zeker een uur te lang - ko-men we de redenen van zijn ontslag te we-ten. Wat als een grote onthulling wordt af-gedaan is eigenlijk een banaal statement:″door nicotine en additieven werken siga-retten verslavend″ en dat kan je als topmanvan een tabaksbedrijf natuurlijk niet onge-straft poneren.Maar the big bosses van de tabaksindustrieontkennen dit staalhard: ″sigaretten wer-ken niet verslavend″. En zij zweren op huncommuniezieltje dat dàt de waarheid is. Datzij nu door een gezaghebbende insider pu-

bliekelijk worden tegengesproken, brengthun lucratieve rookwarenhandeltje in ge-vaar. Want de rechters zouden voortaan weleens anders kunnen beslissen in de veleclaims van zieken tegenover de tabaksbe-drijven. Sterjournalist Lowell Bergman (AlPacino) heeft snel lont geroken en probeertdr. Wigand tot een publieke verklaring teoverhalen in zijn CBS-nieuwsshow ″60 Mi-nutes″. Dit lukt slechts met veel moeite, nietin het minst wegens de moddercampagne te-gen dr. Wigand, georkestreerd door zijn voor-malige werkgever. Het doel is eenvoudig:zijn intrigiteit aantasten. En de druk mistzijn effect niet. Wigands huwelijk loopt opde klippen, hij krijgt doodsbedreigingen, kanzich slechts met 3 bodyguards nog buiten be-wegen en wordt verscheurd tussen zijn ge-handtekende loyauteit tegenover zijn voor-malige werkgever (vertrouwelijkheidsver-

klaring) en zijn geweten. Hij gaat er hele-maal onderdoor ... alleen Al Pacino (whoelse) sleurt hem uit de put.En is ″The insider″ economisch correct?Amerikanen spelen graag moraalridder. Enregisseur Michael Mann geeft de rol van ″badguys″ met veel plezier door aan de rijke enmachtige CEO’s. En slaan deze hard terug?Natuurlijk! Hoe zou u zelf reageren wan-neer externen uw business in het hart wil-len raken? De film wijst er trouwens op datde tabaksindustrie legale middelen gebruikt,weliswaar met de duurste en meest uitge-kochte advocaten. Regisseur Mann ont-houdt zich gelukkig van ongefundeerde be-weringen en hoedt er zich bijgevolg voor omde tabaksproducenten niet-bewezen onge-oorloofde praktijken in de schoenen teschuiven.Als de rook om je hoofd is verdwenen, stelje vast dat de affaire eerder ″much ado aboutnothing″ is. Het blijft een juridisch welles-nietes-steekspel. Veel pertinenter is mijn in-ziens de nevenstory waarin CBS-news metsterjournalist Al Pacino door de CBS-direc-tie onder druk wordt gezet om het verhaalniet te brengen. In deze tijden van overna-mes blijkt CBS een ″aantrekkelijke bruid″die liefst niet te zeer bezwaard wordt metmiljardenclaims van de tabaksindustrie;claims die deze industrie baseert op ″onge-oorloofde inmenging vanwege de pers″. Pers-vrijheid in het land van de vrijheid? Het doetons beseffen dat een openbare omroep alsde VRT niet zonder belang is in het media-landschap.Oh ja, zelf heb ik nooit gerookt, maar ookverstokte rokers zijn mijn beste vrienden.

Fa ‘Marlboro Man’ Quix

F i l m o n o m i k a

30 EKONOMIKA berichten + juni 2000

Page 31: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

Een uitbundige receptie aangeboden door Fortis Bank

Voorzitter Fa Quix geeft

verantwoordingvan het gevoerde

beleid

Peter Schelstraete(hoofdredacteur)met rechts Ima Verheyen enFrancis Bertrem(vakgroepProductie en Logistiek)

Frank Vandenborreleidt het debat over destrategie inzake permanente vorming

Een aandachtig publiek van Senaatsleden

Els Deneef (l) en Caroline Stout, de

voorzitsters van de junioren

EkonomikaSenaat

5 mei 2000

EkonomikaSenaat

5 mei 2000

Page 32: berichten - ekonomika-alumni.be · ben vele leden al ervaren. Enkele voorbeelden. Als je als jonge economist gaat solliciteren en je komt terecht in een gesprek met een Leuvense economist,

Presesverkiezingen

April 2000

Het nieuwe ekonomika-presidium: ploeg

Ekorigin@l met presesFrederik Lathioor

De nieuwe preses FrederikLathioor ontvangt het preseslint uit handen

van afscheid-nemende preses Matthias Deleu.

Lachende en zingende presidiumleden

“Let the beast go...”Master in Horsonomics

Tijdens de presesverkiezingen in april jl. was het Ladeuzeplein van Ekonomika

Presesverkiezingen

April 2000